BOHLER FRANKEN. KOPPE WIINGAARDEN
GERECHTSHOF
TE
AMSTERDAM.
Meervoudige strafkamer
Terechtzitting van 7 en 12 mei 2009
Parketnummer: 23/000306-08
Pleitaantekeningen
Van: mr. A.A. Franken en mr. C.H. Zuur
In de strafzaak tegen:
Willem Frederik HOLLEEDERBOHLER FRANKEN KOPPE WINGAARDEN
INHOUDSOPGAVE
1
0
Waarheidsvinding en een eerlijk proces in de Kolbak-zaak
Vanzelfsprekende uitgangspunten ter discussie: over een bijzondere
strafzaak 3
Olierook, Teeven, Verpalen en Van der Meer: over “public officials” die
uit de bocht zijn gevlogen 5
De invioed van de media en van beeldvorming: over obstakels voor de
waarheidsvinding 2
Stuurloos meedobberen: over keuzes in het opsporingsonderzock 28
De tap als voorbeeld: over de inzet van bijzondere
opsporingsbevoegdheden 37
‘Transparantie en verantwoording: over het belang van tijdige, volledige en
waatheidsgetrouwe verslaglegging 2
Beginselen van een goede procesorde: over getuigen, oude onderzoeken,
parallelle onderzoeken en mensen die opvallend goed wegkomen 56
Het vertrek van een raadsman: over de herhaalde en stelselmatige inbreuk
op het verschoningsrecht 63
Conclusie: ver de rechtsgevolgen 68
De zak Friedlinder (feit 6)
yr ep
Drie incidenten B
Terug naar de jaren °90 74
Het onderzoek van het Kolbak-team 1
De Telegraaf en Van den Heuvel 98
Tot slot: wat het dossier Friedlander ons leert 991a
12
BOHLER FRANKEN KOPPE WIINGAARDEN 3
WAARHEIDSVINDING EN EEN EERLIJK PROCES IN DE KOLBAK-
ZAAK
Vanzelfsprekende uitgangspunten ter discussie: over een bijzondere
strafzaak
leder jaar komt wel een proces van de eeuw voorbij. De strafzaak tegen Willem
Holleeder is slechts één van de zaken die de afgelopen jaren dat stempel hebben
gekregen. Die aanduiding kan worden afgedaan als een uiting van een
vluchtige, op effect gerichte beeldcultuur. Maar de uitdrukking “proces van de
ecuw” kan ook worden gezien als een hyperbool. Door de stijlfiguur van de
overdrijving te gebruiken, wordt immers duidelijk gemaakt dat we met een
bijzondere strafzaak te maken hebben. Onmiskenbaar is de Kolbak-zaak
bijzonder. In menig opzicht is in deze zaak afgeweken van de gebruikelijke
patronen in en rondom een strafrechtelijk onderzock.
Dat heeft ongetwijfeld ten dele te maken met de hoofdverdachte, Willem
Holleeder. Hij was al eens, zo’n 25 jaren geleden, betrokken bij een bijzondere
strafzaak: de geruchtmakende ontvoering van Heineken en diens chauffeur
Doderer. Dat misdrijf en de nasleep daarvan zijn, mede door het boek dat Peter
R. de Vries daarover schreef, onderdeel geworden van het collectieve geheugen.
Die vaststelling is van belang. Zij maakt duidelijk dat de naam van Willem
Holleeder welhaast automatisch een associatie met criminaliteit oproept en
weinigen onberoerd laat. Afschuw en fascinatie strijden soms om voorrang, en
aan uitgesproken belangstelling voor en (voor)oordelen over Willem Holleeder
is in ieder geval geen gebrek. De overvloedige media-aandacht voor de Kolbak-
zaak heeft dat alleen maar versterkt. Dat hij zijn straf voor de ontvoering al lang
heefi uitgezeten, is in de publieke opinie van ondergeschikte betekenis. Er is
zovee! over Willem Holleeder gezegd en geschreven, dat hij is uitgegroeid tot
het gezicht van de vaderlandse poldermaffia. Of al die beweringen en
speculaties overeenkomen met de feiten, is eigenlijk evenmin van belang. We
zullen er bovendien toch niet met z’n allen naast zitten?