Professional Documents
Culture Documents
Acrobat Document 2
Acrobat Document 2
Procedure
Hoe verloopt het uitwerken en muteren van een nieuwe skill in de skillmatrix
Gebied Beginsituatie
De procedure geldt voor alle HNS afdelingen waar het SMS gemplementeerd is. De beginsituatie van de procedure is de constatering dat er sprake is van een nieuwe skill. Het eindresultaat van de procedure is dat de nieuwe skill correct is uitgewerkt en dat de skill is gemuteerd in de skillmatrix. De skillmatrix is een tool voor de leidinggevenden, te gebruiken voor het inzichtelijk maken van de skills waarover de medewerkers binnen de afdeling geacht worden te beschikken. Iedere medewerker van HNS kan constateren dat er sprake is of lijkt te zijn van een nieuwe skill (dat wil zeggen: nog niet opgenomen in de skillmatrix). Deze procedure voorziet in een aantal stappen dat doorlopen dient te worden om ervoor te zorgen dat betreffende skill op eenduidige wijze wordt uitgewerkt en gemuteerd. 1. De constatering dat er sprake is van een nieuwe skill kan op diverse plaatsen in de organisatie worden gedaan, zoals op de werkvloer of door een CGR team. 2. In alle gevallen (m.u.v. het CGR team) dient de constatering gemeld te worden aan de beheerder van de skillmatrix (TPM Ondersteuner). Deze stelt samen met de indiener (en zonodig na overleg met een materiedeskundige) vast of er daadwerkelijk sprake is van een nieuwe skill. 3. Als er daadwerkelijk sprake is van een nieuwe skill, worden onderstaande items uitgewerkt: a. naamgeving van skill (zie instructie); b. koppelen van skill aan juiste A- en B-niveau (zie instructie); c. vaststellen of gedetailleerde uitwerking op C-1 niveau nodig is; d. opstellen van skill checklist conform bestaande format; e. vaststellen of er sprake is van een herhalingsfrequentie en zo ja, vaststellen van de periode waarbinnen training van de skill herhaald moet worden (zonodig na afstemming met een materiedeskundige); f. vaststellen voor welke medewerkers de nieuwe skill van toepassing is (doelgroep) en bepalen van Target skillscore voor betreffende medewerkers. 4. Als genoemde items zijn uitgewerkt stemt de indiener van de skill of de beheerder van de skillmatrix zonodig af met relevante stakeholders, bijvoorbeeld lijnmanagement van een andere HNS lokatie, pilaarleider of materiedeskundige. 5. De beheerder muteert de skill in de skillmatrix.
Eindsituatie
Achtergrond informatie
Algemeen
25-09-2012
Printdatum:
25-09-2012
Pagina 1 van 2
1. Zoek zoveel mogelijk aansluiting bij een reeds bestaande skillnaam (bijvoorbeeld: MES Brouwen en MES Verpakken, AM stap 3 en PM stap 2, WPO PM en WPO T&E). 2. Zorg ervoor dat de skillnaam duidelijk aangeeft waar de skill over gaat (bijvoorbeeld: NEN 3140 VOP of PGS 13 Ammoniak). 3. Een werkplek skill begint altijd met de afkorting WP en geeft indien nodig aan in welk organisatie onderdeel de skill van toepassing is (bijvoorbeeld: WP Brouwhuis Brand of WP Pasteur col. 2 ZW). Gebruik hierbij consequent de volgende afkortingen: ZW voor Zoeterwoude HB voor s-Hertogenbosch. 4. De term colonne wordt altijd afgekort tot col.. 5. In geval van een skill op C-1 niveau, moet de naamgeving aansluiten bij de hoger liggende skill op C niveau (bijvoorbeeld: de naamgeving van de C-1 skill Flowmeter E&I Vullers col. 6 ZW is gekoppeld aan de naamgeving van de hoger liggende C-skill ADG Vullers col. 6 ZW).
Iedere skill op C-niveau is gekoppeld aan de juiste skills op A- en B-niveau. Kijk in de skillmatrix voor voorbeelden van de juiste koppeling. A-niveau B-niveau Algemene skills Opleidingsniveau Specifieke skills Professionele skills Verplichte skills Werkplek skills TPM skills
25-09-2012
Printdatum:
25-09-2012
Pagina 2 van 2