Professional Documents
Culture Documents
Verslag Van @basvansluis
Verslag Van @basvansluis
.Dan is daar eindelijk de mobiele eenheid. En dan ook al de eerste charge. Blinde paniek overrompelt de aanwezige mensen. Rennen! Richting de Kerkstraat, het centrum. Sommige omstanders kunnen niet weg. Krijgen klappen. Het is inmiddels half twaalf. De straten zijn bezaaid met glas. Bij elke stap die ik zet kraakt het. De geur van bier en rook hangt in de straten. In de Jachtlaan ligt een brandende auto op zn kop. Alsof er een orkaan door Haren is getrokken. De rellen zijn inmiddels verplaatst, meer naar het centrum. De Albert Heijn wordt geplunderd. Veel jonge jongens lopen nog door
de straten. Sommigen lijken het zelfs mooi te vinden. Die sensatie. "Dit moeten ze elke week organiseren", zegt een jochie, pukkeltjes om zijn mond. Vlakbij caf Intermezzo is een groot vuur. Aan de linkerzijkant staan in linie een handjevol leden van de mobiele eenheid. Politiehonden blaffen. Rechts van mij staan op zon honderd meter tientallen jongeren. Ik heb een fout gemaakt, zit middenin de strijd. Twee agenten komen met grote snelheid mijn richting oprennen. Snel steek ik mijn perskaart in de lucht en schreeuw met alle kracht: Ik ben van de krant. Ik ben van Dagblad van het Noorden. "Wegwezen. Wegwezen jij", schreeuwt een
van hen. Het gaat ze niet snel genoeg. Een van de twee heft de wapenstok en slaat me op de heup.Ik begin als een wilde te fietsen. Overal ligt glas, rommel, vuur. Kom uiteindelijk uit bij de rotonde van Haren. Een man van een jaar of 25 zie ik als een idioot keien tegen winkelramen aan gooien. En dan: weer paniek. Honderden mensen beginnen te rennen. Een jongen struikelt. Ik ren mee. Ik moet niet vallen. Doodsbenauwd voor de wapenstok, de paarden en de honden van de mobiele eenheid vlucht ik met de relschoppers mee. Sommigen draaien zich nog om, om wat te gooien. Ik moet hier echt weg, denk ik nog. Chaos. Paniek. Waanzin.
Een relschopper raapt stenen op om naar de ME te gooien terwijl een ander klaarstaat met een paal. Foto: Peter de Krom