TMOC is ministerie van vaklui

Voor de n is het t heilige der heilige, een ander zal er alleen maar een rommelige werkplaats met draaibanken en ander gereedschap in zien, maar voor iedereen is duidelijk dat Addi Burmanje hier de scepter zwaait. De minister van TMOC (Technisch Ministerie Oeteldonkse Club) staat soeverein te midden van alle spullen die de komende weken het beeld van het Oeteldonkse carnaval bepalen. Een deel van de bouwhal aan de Ertveldplas is afgescheiden en verboden terrein voor de bouwers aan de wagens die op carnavalsmaandag in de Oeteldonkse optocht meerijden. Hier staan de rijtuigen van de Prins, dn Peer, de jeugdprins, t Peerke, de Omnibus en nog meer rijtuigen voor de intocht. Allemaal keurig onder de lakens zodat ze niet vies worden. Maar ook staat Knillis hier in afwachting van zijn jaarlijks uitstapje naar de Markt. En al het materiaal waarmee het dorp Oeteldonk in carnavaleske sferen komt: banieren en gouden, zilveren en bronzen Ordenaorissen. Logistiek Wij zijn ooit begonnen als commissie die verantwoordelijk is voor de rijtuigen, maar de komende tijd is het vooral een ministerie van logistiek, zegt de minister van TMOC. Wij zorgen dat alle spullen overal op tijd zijn. Knillis staat de vrijdag voor carnaval om half zes op zn sokkel. Aanstaande vrijdag al beginnen we met het aanbrengen van de Durpsversiering. Maar ook voor het kraampje voor de verkoop van spullen op zaterdag in de stad zorgen wij. Meester-schilders Het hele ministerie bestaat uit 22 man. Veel vaklui, zoals lassers, timmermannen, meesterschilders, maar ook mensen die hand en spandiensten verrichten. De week na carnaval is het ministerie al weer bezig met de organisatie van het volgend jaar. De sokkel van Knillis heeft meestal wat onderhoud nodig en andere spullen die kapot zijn worden opgeknapt. Zo werd het afgelopen jaar de koets voor t Peerke helemaal opgeknapt. Burmanje: Wij werken 52 weken per jaar elke maandag- en woensdagavond hier in de werkplaats. En als Eerste Kerstdag op een woensdag valt moet ik echt zeggen dat ze niet mogen komen, anders staan ze hier nog te zagen en te schilderen. Zo gemotiveerd zijn ze. Het TMOC is een ministerie dat vooral op de achtergrond werkt. De Durpsversiering valt pas op als die een jaar niet opgehangen wordt en de koetsen moeten gewoon rijden. Toch voelt de minister dat het werk gewaardeerd wordt. Ik denk dat ons werk wel gezien wordt. Ook al ben ik niet uit op applaus, het doet je goed als het TMOC in het Boerenparlement applaus krijgt omdat de stad het afgelopen jaar weer mooi versierd was.