Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 12

HOGESCHOOL ROTTERDAM

Professional Case 1

Grondonderzoek
Datum: 16/11/2012 CIVSLC34

Student: Studentnummer: Klas: Docent: Stagebedrijf: Bedrijfsbegeleider:

Tim van Dam 0837296 CIV3.2 Mevrouw A. Mendez-Lorenzo van Dijk Maasland Marco Mabelis 1

Inleiding
Het onderwerp van mijn eerste professional case is grondonderzoek. Het betreft zowel een onderzoekende als methodevergelijkende case. Ik ben bij het onderwerp gekomen door een vraag die in me opkwam tijdens de werkvoorbereiding voor een project genaamd Vlaardingsgeluk, dat momenteel in uitvoering is in Vlaardingen. Bij dit project is tijdens de fase van het bouwrijp maken van het terrein waar een winkelcentrum moet komen te staan veel grond vrijgekomen. Deze grond is afgevoerd naar depots op en om het terrein, waarna het 'partijen' genoemd zijn. Vervolgens zijn de verschillende partijen gekeurd, en deels als beperkt toepasbaar verklaard. Dit houdt in dat het niet ter plaatse mag worden verwerkt en dus afgevoerd zou moeten worden. Dit gaat veel geld kosten, terwijl schone grond juist geld op zou kunnen leveren. Aangezien het hier om duizenden kubieke meters grond gaat, afkomstig van verschillende locaties binnen het terrein, kwam de vraag in mij op: Is dit niet beter te regelen? In deze professional case richt ik me specifiek op n partij grond, waarbij ik ga onderzoeken hoe het grondonderzoek bij dit project is uitgevoerd en de bepalingen tot stand zijn gekomen. Ook ga ik kijken of er nog andere alternatieven zijn die mogelijk financieel aantrekkelijker zijn.

Inhoudsopgave
Inleiding

Inhoudsopgave
Inleiding. .......................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Opdracht: Waarnemen.................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opdracht: Drama als middel binnen andere culturen. ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opdracht: Drama als middel om expressie te geven. ..................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opdracht: De rolbiografie................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opdracht: De eindpresentatie......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Reflectieverslagen. .......................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LES 1: ........................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LES 2: ........................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LES 3: ........................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LES 4: ........................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. LES 5: ........................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Opdracht: Persoonlijk verslag ......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Algemene Projectomschrijving
Het project Vlaardingsgeluk bestaat uit meerdere deelplannen, waaronder de bouw van een nieuw winkelcentrum aan de van Hogendorplaan. Het oude winkelcentrum was gedateerd en was aan vervanging toe. Er komt een winkeloppervlakte van c.a. 6250 m2 voor terug in combinatie met c.a. 150 koop- en huurwoningen. Project: Vlaardingsgeluk, Deelplan 5 Werknummer: 152.532 Locatie: Babberspolder, Vlaardingen Hoofdaannemer: Era Contour Onderaannemer: van Dijk Maasland Werkzaamheden: Bouwrijp maken Aanneemsom: c.a. E 400.000 Fase bouwrijp maken: week 23 - week 34 Oude situatie:

Toekomstige situatie:

Grondonderzoeken
Er zijn veel verschillende soorten grondonderzoeken. Hieronder staan een aantal onderzoeken die specifiek in de bouw worden toegepast: Verkennend bodemonderzoek conform NEN-5740:2009; Nulsituatie bodemonderzoek ten behoeve van een milieuvergunning; Partijkeuringen grond in het kader van het Besluit bodemkwaliteit; Bodemonderzoek ten behoeve van een bouwvergunning; Uitvoering van bodemsanering; Directievoering en milieukundige begeleiding van bodemsanering; Algemeen Technisch en Juridische advies op het gebied van bodem; Erosieklasse onderzoek conform NEN- EN- en/of ISO-voorschriften.

In ons geval is hoofdzakelijk de 'partijkeuring' van toepassing. Deze keuring is ook wel bekend als een 'AP04 keuring'. Deze moet worden uitgevoerd om (grote partijen) grond te mogen afvoeren, verwerken en/of storten. Ook is er een erosieklasse onderzoek uitgevoerd bij partij 2b. Hier kom ik later op terug.

Besluit bodemkwaliteit
Bij het afvoeren, verwerken en/of storten van (grote partijen) grond moet er sinds januari 2008 rekening gehouden worden met het Besluit bodemkwaliteit, ook wel bekend als Bbk. Het Bbk is op 1 januari 2008 deels in werking getreden en heeft een grote invloed op het bodembeleid. Het moet een betere bescherming bieden voor de ondergrond. Het moet ook ruimte en mogelijkheid bieden voor meer nieuwe bouwprojecten als woning- en wegenbouw. Het Bbk geeft gemeenten en provincies meer verantwoordelijkheid om de bodem te beheren. Het Besluit bodemkwaliteit kijkt onder andere naar de volgende punten: Bouwstoffen De regels uit het Bouwstoffenbesluit (Bsb) worden onderdeel van het nieuwe besluit(Bbk). Vanaf 1 juli 2008 staan de nieuwe regels voor bouwstoffen in het nieuwe besluit. Kwaliteitsborging (Kwalibo) De kwaliteitseisen voor adviesbureaus, laboratoria en aannemers (bodemintermediairs) maken vanaf 1 januari 2008 deel uit van het Besluit bodemkwaliteit. De regels voor kwaliteitsborging veranderen niet. Grond- en Baggerspecie Vanaf 1 januari 2008 maken de nieuwe regels voor grond en baggerspecie in oppervlaktewater deel uit van het Besluit bodemkwaliteit. En vanaf 1 juli 2008 staan de nieuwe regels voor grond en baggerspecie op landbodems er in.

Partijkeuringen grond (AP04)


Van grond of bouwstoffen welke afgevoerd worden van een perceel of aangevoerd worden, dient de kwaliteit bekend te zijn. Met andere woorden: een vervoerder van een partij grond dient in het bezit te zijn van kwaliteitsdocumenten. Welke documenten dit zijn hangt vooral af van de hoeveelheden grond en het beleid van de betreffende gemeente. De resultaten van een verkennend bodemonderzoek zijn in de meeste gevallen niet afdoende. In het algemeen dient een partij voor vervoer onderzocht te zijn conform het Besluit bodemkwaliteit. Er wordt in dit kader ook wel gesproken van een partijkeuring. Een voordeel van een partijkeuring conform het Bbk is dat de afzetmogelijkheden van de grond worden vergroot. De kwaliteit van de grond en de bijbehorende kwaliteitsklasse worden namelijk eenduidig en conform landelijke richtlijnen vastgesteld, conform BRL SIKB 1000 (protocol 1001). Kenmerken van een partijkeuring van grond zijn in het algemeen dat er per maximaal 6250 m of 10.000 ton 100 grepen genomen worden waarvan twee mengmonsters worden samengesteld (protocol 1001). Deze mengmonsters worden conform het Besluit bodemkwaliteit onderzocht.

Kwaliteitsklasse Aan de hand van de analyseresultaten wordt de kwaliteitsklasse van de betreffende partij bepaald en in een rapport vastgelegd en verstrekt. De volgende kwaliteitsklassen zijn mogelijk: Klasse AW Deze grond is te beschouwen als gelijk aan de achtergrondwaarde, wat inhoudt dat de grond altijd toepasbaar is. Om een partij als achtergrond waarde grond te mogen toepassen geldt (globaal) dat ten hoogste 3 stoffen de S1 (achtergrondwaarde) maximaal 2 maal mogen overschrijden. Klasse Wonen of Klasse Industrie De grond voldoet weliswaar niet aan de criteria voor altijd toepasbare grond, maar de maximale waarden voor Wonen of Industrie worden niet overschreden. Klasse niet toepasbaar Grond valt onder de kwaliteitsklasse niet toepasbaar als het saneringscriterium wordt overschreden. De grond dient (ter reiniging) afgevoerd te worden naar een erkende verwerker.

Uitgevoerde Aanpak
Het verrichtte grondwerk

De grond die is vrijgekomen bij het bouwrijp maken van het terrein is onverdeeld in verschillende partijen. In deze case richt ik me specifiek op partij 2. Vanwege de grootte van deze partij (12.500 m3) moesten er twee AP04 keuringen worden uitgevoerd. Om deze reden is de partij onderverdeeld in twee partijen. Beiden hebben een volume van c.a. 6250 m3. De uitslag van de keuring van partij 2a was AW, achtergrond waarde. Deze grond was als schoon te beschouwen was en vrij toepasbaar. Partij 2b daarentegen kreeg de klasse industrie toegewezen, en was beperkt toepasbaar.

Consequenties en kosten
Grond met de klasse Industrie kost in onze situatie bij benadering 8 euro per m3 om af te voeren en te storten. Grond die schoon verklaard is kan bij benadering 2 euro per m3 opleveren wanneer het afgevoerd en gestort wordt.
Zie bijlage 1 voor twee offertes van het afvoeren en storten van soortgelijke grond bij ditzelfde project.

Partij 2a betreft AW grond en heeft een volume van 6200 m3. Deze grond was visueel beoordeeld als kleigrond. Om deze reden was deze partij ook op erosieklasse onderzocht. Een partij grond met een erosieklasse kan meer geld opleveren dan grond zonder erosieklasse. De kosten van dit onderzoek bedroegen E 625,De schone grond van partij 2a kan worden afgevoerd en gestort en levert hiermee E 12.400,- op. Met de kosten van de AP04 en de erosieklasse meegerekend is de 'opbrengst' van de schone grond E 10.835,Op basis van opbrengst van 2 euro per m3 en een volume van 620 m3 aanwezige schone grond.

Partij 2b betreft industriegrond en heeft een volume van 6300 m3. Het afvoeren van deze grond kost E 50.400,-. Met de prijs van de AP04 keuring kom je dan op een bedrag van E 51.340,Op basis van afvoer- en stortingskosten van 8 euro per m3 en een volume van 630 m3 aanwezige industriegrond.

In totaal komen de kosten om alle grond van partij 2 af te voeren hiermee op E 40.505,-.

Alternatieven
Hieronder staan een aantal alternatieven die me de moeite waard leken om te onderzoeken:

Scheiden
Een alternatief dat financieel aantrekkelijker zou kunnen zijn is om bij partij 2b de schone grond te scheiden van de vervuilde grond. Om te kijken wat de mogelijkheden hiertoe waren heb ik de rapporten van de partijkeuringen opgevraagd. Ook heb ik rapporten van verkennend bodemonderzoek geraadpleegd. Na deze te hebben bestudeerd vielen mij een aantal dingen op. Partijkeuring De partijkeuring is uitgevoerd door FMA Nillesen op 24 augustus 2012. Om een betrouwbaar monster te creren om te onderzoeken stellen ze twee mengmonsters samen van elk 50 grepen grond. Elke greep weegt c.a. 180 gram. Hiermee zou je uitkomen op twee mengmonsters van c.a. 9 kg. Volgens het rapport waren de exacte massa's van de mengmonsters (A) 9,056 kg. en (B) 9,174 kg., de resultaten van de analyse worden voor beide apart weergeven. Uit de resultaten kwam naar voren dat monster B in meerdere mate verontreiniging bevatte dan monster A. Het kwikgehalte van monster B is bijvoorbeeld een factor 2.5 groter dan het kwikgehalte van monster A. Als je kijkt naar de PCB's is deze factor maarliefst 3.5. Opmerkelijk is dat de mate van elke vorm van verontreiniging in monster B hoger ligt dan bij monster A. Zie bijlage 2 voor de resultaten van
de partijkeuring van Partij 2b.

Verkennend bodemonderzoek Bij een verkennend bodemonderzoek van de magnoliastraat zijn grondboringen gedaan. Deze boringen zijn uitgevoerd op slechts enkele meters verwijderd van de herkomst van de betreffende partij. De samenstelling van de grond zal dus relatief vergelijkbaar zijn met de grond uit partij twee, aangezien het terrein er al sinds ... zo bijligt zonder dat er gebouwd of grondwerk verricht is. De uitslagen ervan heb ik bestudeerd. Hieruit kwam naar voren dat diepere boringen 'schoner' waren dan de ondiepe boringen. Zie bijlage 3 voor het analyserapport van het bodemonderzoek van de magnoliastraat. Verklaring en conclusie Een mogelijke verklaring voor de verschillen tussen de twee monsters van de partijkeuring ligt in de resultaten van het bovengenoemd verkennend bodemonderzoek. De bovenliggende grond is meer vervuild dan de dieper liggende grond. Aangezien de bovenliggende grond eerder is ontgraven om zo de onderliggende grond te kunnen ontgraven zou er op de plaats waar het gestort wordt naar waarschijnlijkheid meer of minder een verdeling zijn tussen beide. Om na te gaan of deze mogelijke verklaring juist is heb ik contact opgenomen met FMA Nillesen. In een email heb ik mij vraag duidelijk gemaakt. Later heb ik over de telefoon antwoord en uitleg gekregen. Toen bleek dat deze verschillen niet te koppelen waren aan de grens tussen boven- en ondergrond. Bij het samenstellen van de monsters wordt om en om een greep toegevoegd, zodat grond in beide monsters overal binnen de partij vandaan komen. Het verschil in waardes was het gevolg van een geval niet homogene grond. Helaas kan ik dus geen conclusies trekken op basis van de uitkomsten van mijn onderzoeken. Zie bijlage 4 voor de email richting FMA Nillesen. Advies wat ik kreeg van FMA Nillesen was om de grond om te gooien en te zeven om zo een homogenere grond te krijgen. Het scheiden van de grond zoals het er nu bij ligt zal geen financieel aantrekkelijk alternatief zijn. Deze valt af. 9

Mixen
Een tweede alternatief sluit aan op het advies wat ik van de firma FMA Nillesen heb gekregen. Nadat de industriegrond gezeefd is zou een gedeelte hiervan met reeds schoon verklaarde grond gemixt kunnen worden. Op deze manier worden de concentraties van de verontreiniging in de industriegrond vermindert. Ook tijdens een gesprek met een uitvoerder kreeg ik te horen dat het mixen van vuile grond met een partij schone grond vaak een positief effect heeft op de kwaliteit van de gehele partij. Dit alternatief was interessanter geweest als het alternatief van het scheiden van de grond mogelijk zou zijn. Dan zou je bij benadering schone grond uit de industriepartij mixen met de grond die schoon verklaard is. Een mix van deze twee partijen zou met zekerheid schone grond opleveren. Nu er geen scheiding plaatsvindt is dit een te groot risico omdat nog niet zeker is of de mate van vervuiling van de industriepartij wordt verminderd door het zeven van de grond. Je loopt hiermee het risico de schoon verklaarde grond dusdanig te vervuilen dat deze ook als beperkt toepasbaar wordt verklaard. Mixen is, mits je slechts een kleine hoeveelheid industriegrond ten opzichte van de schone grond gebruikt, geen alternatief met een rendement. Indien er een kleine hoeveelheid gemixt wordt valt er weinig winst te behalen gezien het werk wat er in gaat zitten om de grond te zeven en te mixen en de kosten van een nieuwe AP04 keuring bedragen ook weer E 940,- . Dit alternatief valt ook af. Het ziet ernaar uit dat zoals de grond er nu bij ligt, er geen alternatief is die dit nu nog financieel aantrekkelijker te maken. Ik heb echter nog n alternatief onderzocht die wellicht financieel aantrekkelijk had kunnen zijn, mits het vanaf het begin van het ontgravingproces gehandhaafd was.

10

Indicatief onderzoek (preventief)


Een alternatief wat mogelijk financieel aantrekkelijk was geweest voor het ontgraven van het terrein was het uitvoeren van een indicatief onderzoek voor aanvang van de graafwerkzaamheden. Bij een indicatief onderzoek kan men zelf aangeven hoeveel grepen en welke stoffen onderzocht gaan worden. De aanleiding voor dit alternatief is het eerder besproken verkennend bodemonderzoek. Daaruit kwam naar voren dat de bovenste laag grond meer verontreiniging bevatte dan de dieper liggende grond. Dit is logisch aangezien de bovenste laag grond aan vervuiling van de mens wordt blootgesteld. Het is dus te stellen dat de mate van vervuiling afneemt naarmate je dieper de bodem in gaat. Als nu te onderzoeken is tot op welke diepte deze grond is aangetast, zou je een scheiding kunnen maken tussen schoon en vervuild. Dit zou te onderzoeken zijn door middel van een indicatief onderzoek. Op verschillende dieptes onderzoek je een greep grond en zo zou je kunnen bepalen of en zo ja tot welke diepte de vervuiling zijn werk heeft gedaan. Stel dat het om een te ontgravingdiepte van 2,0 meter gaat. Het idee is dan om steekproeven te nemen op bijvoorbeeld -0.30, -0.60, -0.90 , -1.20, -1.50 en -1.80 meter ten opzicht van de maaiveldhoogte.

Op deze manier is vast te stellen tot op welke diepte de metalen , PCB's of andere verontreinigingen in overmaat aanwezig zijn. Stel dat een acceptabele waarde voor PCB's optreed vanaf -0.90 meter ten opzichte van het maaiveld, en de daarboven genomen grepen overschrijden de maximale waarden. Dan kan je de bovenste laag grond van een meter dik naar een andere locatie afvoeren dan de onderste, of op zijn minst gescheiden opslaan. Vervolgens laat je de twee partijen apart van elkaar AP04 keuren en heb je een partij schone grond die je kan verwerken of kan verkopen. Dit in plaats van alle grond te moeten afvoeren en storten als industriegrond. Voor een meer betrouwbaar beeld kan je dit op meerdere plaatsen doen, en een mengmonster maken van de op dezelfde diepte genomen grepen. Zo heb je een mengmonster van bijvoorbeeld vijf grepen op een diepte van -1,80 meter ten opzichte van het maaiveld genomen. Dit doe je dan op elke diepte die je wil onderzoeken en zo krijg je een goede indicatie van de grondsamenstelling.

11

Conclusies
Resultaten onderzoek
Scheiden Dit leek in eerste instantie het beste alternatief. Naarmate het onderzoek vorderde kwam ik tot de conclusie dat scheiden echter niet meer mogelijk zou zijn. Omdat de grond al te veel met elkaar gemengd is tijdens het uitgaven en opslaan. De grond is dus niet homogeen en de herkomst is niet meer te achterhalen. Advies van de firma FMA Nillesen was om de grond te zeven en om te gooien , voor een homogenere grond. Het zou daarentegen niet veel invloed hebben op de mate van vervuiling aangezien dit veelal PCBs en metalen betreft. Om deze reden heb ik het ook niet verder onderzocht.

Mixen Op advies van meerdere professionals heb ik dit alternatief onderzocht. In dit geval spreek je van een gehele partij grond die reeds als industriegrond verklaard is. Hier zou het mixen met de schone grond de mate van vervuiling bij benadering slechts halveren. Een mogelijkheid zou nog kunnen zijn om slechts een kleine hoeveelheid vervuilde grond te mixen. Omdat dit kosten met zich meebrengt aan het zeven en mixen van de grond en het opnieuw keuren van de partij is dit niet rendabel. Indicatief onderzoek Een indicatief onderzoek is op de huidige situatie niet van toepassing omdat het hier om gemixte grond gaat van verschillende herkomstlocaties binnen het terrein. Het onderzoek had verricht moeten worden voor aanvang van alle graafwerkzaamheden. Een indicatief onderzoek is een goed alternatief omdat je hiermee een beeld van de bodemopbouw krijgt vr je grond ontgraaft en mengt met andere grond. Zo kan je een zo nauwkeurig mogelijke scheiding maken. Er kan zelf bepaald worden hoe nauwkeurig het onderzoek uitgevoerd moet worden.

Oplossingen
Een oplossing voor dit probleem in de huidige situatie heb ik jammer genoeg niet weten te vinden. Het had wellicht beter kunnen lopen als er van te voren een indicatief onderzoek op de te ontgraven bodem was uitgevoerd. Ook dient er wanneer er van een indicatief onderzoek geen sprake is, op zijn minst een plan gemaakt te worden om te voorkomen dat er allerlei grond met een andere herkomst en daarmee mogelijk andere kwaliteitsklassen op n grote hoop wordt gegooid.

12

You might also like