Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 6

VOORBEELDEXAMENVRAGEN Interculturele communicatie: Theoretische benaderingen 201 !

201"

Hierna volgen enkele voorbeelden van mogelijke examenvragen. Het examen zal zoals gebruikelijk verschillende soorten vragen bevatten. De geleerde stof kan daarbij ook worden toegepast op materiaal dat de student nog niet eerder gezien of bestudeerd heeft. Dat materiaal kan afkomstig zijn uit papers die geen deel uitmaken van de collegestof. Ook zijn er essayachtige vragen, waarin de student over een bepaalde situatie een oordeel moet geven of een stelling moet innemen, gerelateerd aan de bestudeerde stof. erk op dat in die gevallen niet noodzakelijk !!n antwoord het enige juiste is. (1) Uit onderzoek naar het gebruik en de overtuigingskracht van verschillende evidentietypen blijkt dat cultuur hierbij een rol kan spelen. Er is bijvoorbeeld aandacht besteed aan cultuurverschillen als het gaat om expertevidentie, aarbij dit type evidentie in verband gebracht ordt met een culturele aarde. !n "ijmeegs onderzoek ordt bijvoorbeeld gekeken naar de vraag o# expertevidentie overtuigender is in $rankrijk dan in "ederland. %e zouden echter ook kunnen kijken naar andere culturen. &ornikx ('(()* '(+) schrij#t bijvoorbeeld*
"#r is $%& een verschil in redeneren tussen 'esterse en Oosterse culturen. Dit verschil uit zich onder andere in processen als uitleggen en verklaren $hetgeen met causale evidentie te maken heeft&, categoriseren, maar ook in argumentatievormen. (ooral op het gebied van expertevidentie zou cultuur wel eens een rol van betekenis kunnen spelen.)

,tel e doen onderzoek naar de rol die cultuur speelt op het gebied van expertevidentie en e vergelijken "ederland en -laanderen (t ee %estere culturen) met .hina en /aleisi0 (t ee 1osterse culturen). %elke hypothese zou je dan #ormuleren als voorspelling over de overtuigingskracht van expertevidentie2 3ij de beant oording kan je gebruik maken van het volgende tabel#ragment (zie ook volgend bladzijde)* Het gaat hier over de culturele waarde machtsafstand. Bij een hogere machtsafstand zal men gemakkelijker overtuigd raken door expertevidentie. De hypothese luidt dus !xpertevidentie heeft een hogere overtuigingskracht in de "osterse culturen dan in de #esterse $ulturen. %n de ta&el lezen we immers af dat $hina en 'aleisi( een hogere machtsafstand he&&en in vergelijking met )ederland en *laanderen. 41pmerking* !n principe zou het volstaan om alleen de hypothese te geven, omdat dat het enige is aar expliciet naar gevraagd ordt.5

('). !n een recent artikel besteedt /arinel 6erritsen aandacht aan de vraag o# nationale culturen verschillen in hun voorkeuren voor verschillende typen communicatiemiddelen, zoals tele#oon, e7 mail, brieven o# een gesprek onder vier ogen. 1p grond van bestaande gegevens over culturele basis aarden en de context van communicatie kunnen e proberen voorspellingen te doen over voorkeuren voor en gebruik van verschillende media in verschillende landen.

6erritsen brengt dit in verband met de *nformation +ichness ,heory, die een onderscheid maakt tussen communicatiemiddelen die 8rijk9 zijn aan in#ormatie en communicatiemiddelen die daar laag op scoren. -olgens 6erritsen kan :in#ormatierijkheid; als volgt verder gede#inieerd orden* 8<he extent o# in#ormation richness is determined by the type o# cues a medium passes on = verbal, non7verbal, vocal cues (intonation and loudness #or example), ho easy it is to give #eedback, and the extent to hich the message can be tuned to the receiver. <he more cues that can be provided, the easier it is to give #eedback, and the more the message can be tuned to the receiver, the higher the in#ormation richness o# a communication medium9 6erritsen hee#t een experiment opgezet aarin ze onderzoekt elke typen communicatie7 middelen vooral gebruikt orden door bedrijven die op zoek zijn naar nieu e mede erkers enerzijds en mensen die op zoek zijn naar erk anderzijds. 6erritsen betrekt hierbij t ee onderdelen uit de tabel die is a#gedrukt op het volgende blad. >eg uit om elke elementen van de tabel het volgens jou gaat. ,tel je zou dit onderzoek uitvoeren naar -laamse, ?uitse en "ederlandse bedrijven* %elke hypothese zou je dan op basis hiervan #ormuleren2
6ebaseerd op* 6erritsen, /. '(1'. <he re#lection o# national culture in media choice. @ecruiting personnel and seeking employment in 6ermany and the "etherlands. !n de Aong, "., Au##ermans, B., Beijzer, /. C @asier, >. Dapers o# the EnFla '(1' Epplied >inguistics .on#erence. Eburon, ?el#t. 'G+7'H+.

+erritsen heeft het dus over de mate waarin communicatiemiddelen verschillende typen signalen kunnen doorgeven, feed&ack toestaan en toelaten dat de &oodschap wordt afgestemd op de ontvanger. Hoe meer dat mogelijk is, hoe hoger de informatierijkheid. #e verwachten dus dat informatierijkheid het hoogst is &ij een gesprek onder vier ogen. Daarna volgen telefoon, &rief en tot slot -email. +erritsen zou hier&ij de onderdelen context en onzekerheidsvermijding kunnen &etrekken. #e verwachten immers dat men in een cultuur met hoge context &ijvoor&eeld meer geneigd is zich te &aseren op informatie uit de context en op non.ver&ale communicatie. Daarvoor zijn communicatiemiddelen met een hoge informatierijkheid nodig. !en hoge onzekerheidsvermijding suggereert dat men streeft naar duidelijkheid en am&igu/teit wil vermijden. Daarvoor is een mail of een &rief geschikt, waarin men expliciet kan communiceren en zaken zwart.op.wit heeft. !en lage onzekerheidsvermijding correspondeert dan met een voorkeur voor middelen met een hoge informatierijkheid. Hypothese )ederlandse &edrijven en werkzoekenden zullen meer ge&ruik maken van communicatiemiddelen met een hoge informatierijkheid dan Duitse &edrijven en werkzoekenden. )ederland heeft immers een lagere onzekerheidsvermijding 0en scoort in de ta&el vergelijk&aar 1ua context2. *oor *laanderen is op &asis van de ta&el geen duidelijke hypothese te formuleren, aangezien *laanderen zowel 1ua context als 1ua onzekerheidsvermijding hoger scoort. 41pmerking* ?it ant oord is volledig gebaseerd op het artikel van 6erritsen. Er kunnen uiteraard ook andere ant oorden goed gerekend orden, mits ze voorzien zijn van een plausibele uitleg.5

()) ?ankzij /itsubishi erd de auto#abriek van "ed.ar omgebou d tot een van de modernste ter ereld. 1p de erkvloer aren er echter grote problemen. ?e Aapanners gingen veel te ver met hun eisen, volgens de "ederlandse erknemers* :Ie eisen een enorm erktempo, te veel discipline, je mag geen ringetje in je oor, enzovoort.; Er erd gestaakt. ?aar schrokken de Aapanners el van, ant als je in Aapan actie voert dan doe je alleen een band om je arm, maar erk je ge oon door. ?eze problemen tussen "ederlanders en Aapanners zijn uit bepaalde culturele basis aarden te verklaren. ,tel de Aapanners zouden een auto#abriek in -laanderen omgebou d hebben, denk je dan dat er tussen Aapanners en -lamingen meer o# minder problemen zouden ontstaan dan tussen Aapanners en "ederlanders2 >eg dit uit door het in verband te brengen met vier culturele aarden. Het hoge werktempo van de 3apanners kan verklaard worden uit hun hoge masculiniteit gecom&ineerd met hun hoge onzekerheidsvermijding. De )ederlanders scoren op &eide waarden veel lager. De grote discipline van de 3apanners hangt

samen met hun grote machtafstand ze doen wat hun gezegd wordt. 4en slotte kan het grote 3apanse collectivisme verklaren waarom een individu zich niet mag onder. scheiden van anderen door &ijvoor&eeld een ringetje in zijn oor. "ok het feit dat men niet echt gaat staken komt voort uit collectivisme je &lijft loyaal aan je groep, zelfs als je niet akkoord gaat. Het feit dat je staakt door middel van een sym&ool de &and - is weer typisch voor een hogecontextcultuur. !r zouden minder pro&lemen ontstaan tussen *lamingen en 3apanners. *lamingen he&&en immers een 0duidelijk2 hogere masculiniteit, onzekerheidsvermijding, machtsafstand en context dan )ederlanders, wat &eter aansluit &ij de 3apanse cultuur. *olgens ta&el 5.6 is *laanderen een fractie individualistischer, maar dat weegt niet op tegen de duidelijke tendensen voor de vier andere waarden. 41pmerking* !n dit ant oord vier te gebruiken.5 orden vij# culturele aarden genoemd. &et volstaat uiteraard om er

(J) !n &ornikx, ?e 6root, <immermans, /ari0ns en -erckens ('(1(* 1'K) lezen e* 86 lobalisatie zou een verklaring kunnen zijn voor de ongevoeligheid () voor waardeappels (). Leg deze uitspraak zo goed (en gedetailleerd) mogelijk uit. Het gaat hier over de vraag of #est.!uropeanen gevoelig zijn voor cultureel aangepaste waardeappels. Daarmee &edoelen we dat in de advertentie &epaalde zaken worden genoemd of &enadrukt die leden van een &epaalde cultuur zullen aanspreken. Blijk&aar laten #est.!uropeanen zich echter niet gemakkelijker overtuigen door zaken die appelleren aan hun individualistische ori(ntatie. 7ls we zeggen dat glo&alisatie dit zou kunnen verklaren, &edoelen we daarmee dat in een glo&aliserende wereld en juist ook in #est.!uropa inwoners gemakkelijk in aanraking komen met andere culturen en culturele waarden . Daardoor zouden zij wat &etreft hun culturele ori(ntaties veranderd kunnen zijn en opgeschoven in de richting van andere culturen, waardoor het verwachte effect van &epaalde keuzes in advertenties uit&lijft. (K) &et /eertens !nstituut doet etenschappelijk onderzoek naar de "ederlandse (en soms ook de -laamse) cultuur en mengt zich nu en dan in actuele discussies over de mani#estaties daarvan. 1p de site is onder meer een overzicht met veelgestelde vragen in de discussie over I arte Diet te vinden. Een van die vragen is 8!s de claim LI arte Diet is racismeL gerechtvaardigd29 ?aarop ordt het volgende ant oord gegeven, mede op basis van etenschappelijk onderzoek ter zake*
8"ederland is inmiddels diep verdeeld over deze vraag. -eel "ederlanders hebben het #eest altijd als iets moois en gezelligs ervaren, als een sprookje en een prettig #amilie#eest. -eel "ederlanders zijn ervan overtuigd dat I arte Diet nooit is verzonnen om te k etsen. /aar I arte Diet sluit ook aan bij het stereotype dat door de blanken verzonnen is. Er is een groep die zich daardoor gek etst voelt, en die zich terdege be ust is van de geschiedenis van de stereotype I arte Diet al dan niet in relatie tot kolonialisme en slavernij. 1p de vraag o# I arte Diet racistisch is, kan geen eenduidig ant oord gegeven orden, maar men kan niet om het #eit heen dat I arte Diet zo el door vertegen oordigers van minderheidsgroepen als door etenschappers en intellectuelen als racistisch ervaren ordt. 1mdat veel "ederlanders van kinds a# aan vertrou d zijn met de #iguur van I arte Diet, kunnen ze zich vaak niet goed indenken dat I arte Diet met zijn stereotyperende negroMde kenmerken en uitdossing door anderen = ook buitenstaanders = el als k etsend en racistisch ordt ervaren. I arte

Diet is voor die anderen het z arte stereotype, dat gebaseerd is op een blank perspectie#, ortelend in een koloniaal verleden. -eel van het onderlinge onbegrip nu tussen voor7 en tegenstanders is terug te voeren op het #eit dat de uitdossing van Diet niet is mee ge0volueerd met de ont ikkeling van zijn rol o# karakter. %aar zijn karakter veranderde van boeman in kindervriend, is zijn stereotyperende uitmonstering door de jaren niet mee veranderd. 1mdat de "ederlanders Diet kennen als kindervriend en zijn archaMsche en stereotyperende uitdossing niet meer als zodanig onderkennen, begrijpen ze de reacties van buitenstaanders niet. En de buitenstaanders kennen het positieve Diet7karakter eer niet en zien alleen die :belachelijke; o# :racistische; uitdossing. ?e tegengestelde percepties van binnenuit en van buitena# zijn dus voor de #elheid van de discussie sterk bepalend (ge eest).9 (http*NN .meertens.kna .nlNcmsNnlNnieu s7agendaNnieu s7overzichtN'('7nieu s7'(1)N1JJ)G17#aO7 z arte7piet)

.laes en 6erritsen behandelen in hun handboek -ulturele waarden en communicatie in internationaal perspectief ('(11) de 8cultuurschoktheorie0n over het e##ectie# omgaan met cultuurverschillen9 (p. P). ?e discussie zoals beschreven door de onderzoekers van het /eertens !nstituut kan gerelateerd orden aan de theorie hierover zoals die in het handboek ordt gegeven. Iet uiteen aan elk onderdeel van die theorie(en) je dan zou denken, leg uit at dat inhoudt en hoe je dat kan toepassen op de eergave door het /eertens !nstituut van genoemde discussie. Het gaat hier om het type interculturele ontmoetingen waar we in alledaagse situaties in onze multiculturele en internationaal geori(nteerde samenleving mee geconfronteerd worden. Hierover &estaat de theorie van Bennett die zes stadia noemt in dit soort interculturele confrontaties. De discussie zoals hier weergegeven doet denken aan stadium 6, de minimalisering. !r is in dit stadium niet zozeer sprake van weerstand. Dat komt overeen met de stand van zaken in &ovenstaande discussie, waaruit ook &lijkt dat de twee groepen in het de&at er op zich niet op uit zijn elkaar te kwetsen. 'aar men ziet de eigen inzichten 0nog2 als universeel en niet als een product van de eigen cultuur8mentale programmering. De )ederlanders 0en *lamingen2 die van kinds af aan vertrouwd zijn met de figuur zien het onschuldige karakter ervan als iets universeels. 9e realiseren zich niet de re(le verschillen van inzicht tussen de eigen cultuur en die van &uitenstaanders. 4egelijkertijd gaan die &uitenstaanders voor&ij aan het positieve karakter en zien ze de andere cultuur op hun &eurt alleen vanuit het eigen perspectief. De vraag is of men zich al voldoende realiseert dat aan hetzelfde gedrag in verschillende culturen8groepen verschillende &etekenissen worden toegekend 0vgl. stadium 52. 41pmerking* &et gaat er dus niet om een standpunt in te nemen, maar dit lijkt mij een vrij objectieve eergave van de discussie zoals eergegeven door het /eertens in relatie tot :minimalisering;. Uiteraard zijn andere ant oorden mogelijk, mits er dan ook ver ezen kan orden naar meerdere onderdelen van de tekst op de /eertenssite.5

You might also like