Reflectie tussenbeoordeling LIO

Aan de hand van de tussenbeoordeling van de LIO is deze reflectie geschreven. In de

tussenbeoordeling kwamen een aantal leerpunten naar voren waar aan gewerkt kan worden. Deze
leerpunten staan hieronder beschreven, met daarbij ideen voor het uitvoeren en verbeteren van deze
leerpunten

Klassikale verbondenheid
Als leerkracht ben ik nog veel bezig om van bovenaf de regels op te leggen. Ik maak mijn
verwachtingen en regels duidelijk naar de leerlingen en zij dienen zich hier aan te houden. Echter
werkt het veel beter als de leerlingen een eigen verantwoordelijkheidsgevoel creren en ontwikkelen
wat betreft de omgang en de regels in de klas. Hiervoor is er behoefte aan een betere band met de
kinderen. Als de sociale verhoudingen en relaties goed zijn, kan een leerling in een veilige omgeving
zijn grenzen bepalen. Om dit te realiseren worden er meer kindgesprekken gevoerd. Hierbij wordt er
gewerkt aan de onderlinge relatie door het vooral te hebben over wat er goed gaat en wat het kind
leuk vind, zodat er een positieve basis ontstaat. Daarnaast worden er leerdoelen gesteld, die komen
vanuit het kind.

Differentiatie
In groep 7/8 zijn veel niveauverschillen. Ook is er sprake van dyslexie en autisme. De behoeften van
deze leerlingen zijn anders dan van andere kinderen. Dat houdt in dat een leerkracht niet hetzelfde
om kan gaan met alle leerlingen. Het plan dat voor differentiatie gemaakt wordt ziet er als volgt uit:

Minimumgroep rekenen: Extra instructie aan de instructietafel onder het lezen. De extra instructie
wordt gegeven vanuit het gewone lesboek. Dat wil zeggen dat deze leerlingen de stof herhalen zodra
er klassikaal instructie wordt gegeven. De reden voor pre-teaching is dat het in deze groep niet
effectief is om extra instructie te geven onder het zelfstandig werken. De leerkracht heeft dan alle
aandacht nodig voor het stimuleren van het werken in de klas en andere vragen. Om te voldoen aan
de behoeften van de klas en deze instructiegroep is er gekozen voor het moment onder het lezen.

Minimumgroep begrijpend lezen: Deze leerlingen maken de lessen van Nieuwsbegrip samen met de
leerkracht aan de instructietafel.

Dyslexieleerlingen: B. en B. hebben moeite met het vlot lezen van teksten. Ze ondervinden hier vooral
bij grotere stukken tekst hinder van. Zaakvakken zijn daarom lastig om op tempo te maken. Deze
leerlingen lezen de tekst s ochtends onder het lezen al een keer rustig door. Dat wil zeggen dat ze op
het moment van de les zaakvakken de tekst al hebben gezien, maar het nog voor een tweede keer
gaan lezen. Vooral B. W. vindt het vervelend om voor te moeten lezen als hij de tekst niet kent.
Daarom is met hem de afspraak gemaakt dat de leerkracht hem van te voren vertelt welk stukje tekst
hij mag voorlezen. Zo kan hij zich voorbereiden.

Leerlingen met leermoeilijkheden: Y. en N. hebben allebei een aparte leerlijn. Deze leerlingen worden
aan het begin van de morgen bij de leerkracht geroepen voor instructie. Dit zorgt ervoor dat de
leerlingen gedurende de morgen aan het werk kunnen. Wel is het van belang dat de leerkracht
tussendoor aandacht schenkt aan deze leerlingen, bijvoorbeeld tussen twee instructies door.
Deze leerlingen worden verder wel zo veel mogelijk betrokken bij klassikale lessen, bijvoorbeeld bij het
oefenen van de werkwoordspelling.

Afspraken maken
Dit sluit aan bij het leerpunt klassikale verbondenheid. Hiervoor heeft de LIOer vanaf nu een schrift,
waarbij alle afspraken worden vastgelegd die gemaakt zijn in samenspraak met leerlingen.

Teambuilder
Op dit moment is het voor mij nog lastig om al mijn ideen aan te dragen in het team. Individueel
gaat het goed en in kleine groepjes ook steeds beter. Echter val ik in de grote groep een beetje weg.
Vanaf nu zal ik mijn ideen proberen aan te dragen en feedback niet zien als kritiek. Ik probeer een
teambuilder te worden doordat ik ervaringen, ideen, feedback en informatie deel met de collegas
zodat ik een groter onderdeel van het team ga vormen. Onderwerpen waarvan ik nu al weet dat dat
goed zou kunnen zijn: Daltonrapport, leergesprekken, projectweek en flipping the classroom.