Paleontologie

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Implicaties van nieuwe fossielen van het geslacht Homo

Er zijn nieuwe fossiele vondsten gedaan van het geslacht aan de


oostkust van het meer van Turkana (Kenya). In de nabijheid van
de plaats Ileret zijn fragmenten van 2 fossiele schedels gevonden
in de Koobi Fora Formatie. Het betreft een schedel van Homo
habilis en één van Homo erectus.

Vindplaatsen in oostelijk Afrika hebben in het verleden een belangrijke bijdrage


geleverd aan de reconstructie van de geschiedenis van hominiden (= mensen en
mensapen).

Spoor et al. hebben de fossielen al 7 jaar (!) in hun bezit, maar publiceren die nu met
de nodige publiciteit getuige de cover van Nature. Deze nieuwe vondst zou om de
volgende 2 redenenen belangwekkend zijn:

1. Schedels van Homo habilis en Homo erectus zijn in dezelfde laag gevonden.
2. De schedel van Homo erectus is klein, zo klein dat de variatie van
schedelgrootte van Homo habilis en Homo erectus elkaar overlapt.

De nederlander Spoor – werkzaam aan de University College London - meent dat de


vondsten een nieuw licht werpen op Homo erectus en Homo habilis. Hij verbindt aan
de vondst de volgende conclusies:

• De evolutie van de mens zou geen lineaire ontwikkeling zijn geweest van
Homo habilis naar Homo erectus eindigend bij Homo sapiens. Spoor meent
dat “het pad kennelijk breed genoeg was” om 2 soorten tegelijkertijd
gedurende een half miljoen jaar naast elkaar te laten leven. Hij neemt daarbij
gorilla’s en chimpansees als voorbeeld, die op dit moment zij aan zij in het
oerwoud leven met ieder hun eigen niche.
• T.a.v. de schedelgrootte merkt Spoor op dat de vondst van een kleine schedel
van Homo erectus mogelijk wijst op sexueel dimorfisme, m.a.w. vrouwtjes
waren kleiner dan de mannetjes. Verder meent hij dat - ondanks de overlap in
schedel-grootte - er nog steeds voldoende onderscheidende kenmerken zijn
tussen Homo erectus en Homo habilis.

Commentaar

Het is opvallend zo niet vreemd dat Spoor nu concludeert dat Homo erectus en
Homo habilis tegelijkertijd geleefd hebben. Uit vondsten van de Olduvai kloof
(Tanzania) is al veel langer bekend dat deze 2 soorten tijdgenoten zijn geweest.

Verder is de vondst een bevestiging van eerdere vondsten van dwerg-schedels


gedaan in Dmanisi (Georgië): de variatie van de schedel-grootte van het genus
Homo erectus is aanzienlijk geweest. In het geval van Dmanisi werd gedacht aan
dwergvormen, nu zou sexueel dimorfisme een verklaring zijn. In hoeverre deze
laatste verklaring in strijd is met Spoor’s vermoeden dat de schedel afkomstig zou
zijn van een jong volwassene wordt niet duidelijk uit het artikel.

Voor diegenen die twijfelen aan de gangbare visie van de menselijke evolutie is de
vaststelling van Spoor dat er nog voldoende onderscheidende kenmerken zijn tussen
Homo erectus en Homo habilis van belang. Het fossiele gat tussen mensaap en
mens is nog niet gedicht. Daarbij mag worden aangetekend dat de geldigheid van
het genus Homo habilis alszodanig niet onomstreden is. Er zijn diverse
paleoantropologen die menen dat habilis ondergebracht moet worden in het geslacht
Australopithecus.

Flores schedel roept meer vragen op dan antwoorden

De vondst van Homo floresiensis heeft de afgelopen


maanden veel publiciteit gehad. Het blad Science zette de
vondst zelfs op de tweede plaats van de grootste
wetenschappelijke ontwikkelingen in 2004. Waaraan heeft dit
fossiel deze eer te danken? De ontdekking van Homo
floresiensis werpt geen nieuw licht op de veronderstelde
evolutie van de moderne mens. Het geringe hersenvolume en de recente
datering van het fossiel roepen eerder vragen op dan ze antwoorden geven.

Vondst

Onderzoekers hebben op het Indonesische eiland Flores een fossiel skelet


gevonden dat alle kenmerken van het geslacht Homo draagt. Opvallend is dat
het skelet maar een meter lang is en een herseninhoud heeft van 380 cm3,
hetgeen minder is dan een derde van de inhoud van de moderne mens. De
aanwezigheid van werktuigen in de omgeving van het fossiel suggereren dat
we te maken hebben een intelligent wezen. De vondst is geplaats in een
nieuwe soort: Homo floresiensis. De onderzoekers vermoeden dat deze soort
een dwergvorm is van de eveneens uitgestorven Homo erectus. Deze soort
heeft een verspreiding gehad over delen van Azië, Afrika en Europa.

Historie

De aanleiding voor het onderzoek op Flores was de vondst van missionaris en pater
Theodoor Verhoeven. Deze had in 1956 stenen werktuigen gevonden, die 600.000
jaar oud zouden zijn. Die datering werd afgewezen door de gangbare wetenschap
aangezien de toenmalige mens (Homo erectus) het eiland nog niet bereikt zou
kunnen hebben. De vondst trok de aandacht van de nederlandse paleontoloog Van
den Bergh, die promoveerde op het onderzoek aan de werktuigen. Zijn conclusie:
pater Verhoeven had gelijk met zijn datering. De promotor van Van den Bergh, dr.
Paul Sondaar heeft zich ook uitgebreid bezig gehouden met dwergfauna’s op
eilanden. Sondaar en zijn vakgroep macro-palontologie zijn in de loop van de jaren
negentig gesneuveld tijdens de diverse saneringsronden die er gewoed hebben aan
de faculteit Aardwetenschappen in Utrecht. Daarmee was de deskundigheid op dit
gebied verloren gegaan in Nederland. Van den Bergh bleef echter zijdelings
betrokken bij het onderzoek dat nu geleid wordt door Australiërs, Engelsen en
Indonesiërs. Het onderzoek verplaatste zich naar Liang Bua alwaar de Homo
Florsiensis is gevonden.

Datering

Het is opvallend dat oude volksverhalen en overleveringen de aanleiding waren voor


het onderzoek. Van den Bergh stelt dat de verhalen zo gedetailleerd zijn, dat ze
onmogelijk heel oud kunnen zijn. Het impliceert dat deze dwergvorm een tijdgenoot
is geweest van de moderne mens en dat ze mogelijk pas enkele honderden jaren
geleden zijn uitgestorven.

De datering van 18.000 jaar is niet veelzeggend, aangezien de gebruikte daterings-


methode, de koolstof-14 methode niet betrouwbaar is. Deze gaat bij de ijking uit van
een constante hoeveelheid koolstof-12 in de lucht. Maar op dit moment is door de
menselijke activiteit de hoeveeldheid C 12 dusdanig toegenomen dat de methode
niet meer bruikbaar is voor de datering van recente levensvormen. Als de atmosfeer
in het verleden ook een hogere C12 concentratie heeft gehad - en daar zijn goede
aanwijzingen voor - dan veranderen dateringen van tienduizenden jaren in duizenden
jaren (zie ook de publicatie C14-datering op de Creaton–website). In dat geval
kunnen de volksverhalen van dwergmensen wel op een kern van waarheid berusten.

Hersenvolume

Het kleine hersenvolume van 380 cm3 is zonder meer een unicum voor het
menselijke ras. Sigrid Hartwig Scherer, paleo-antropologe verbonden aan de duitse
stichting Wort und Wissen is niet onder de indruk van het kleine volume en gaar er
vooralsnog vanuit dat we hier met een mens te maken hebben (persoonlijke
communicatie). De Flores-dwerg wijkt echter wel sterk af van andere menselijke
dwergvormen, zoals de Afrikaanse pygmeeën. Deze bezitten bij een lichaamslengte
van 1,30 tot 1, 40 meter een normaal hersenvolume.

Het criterium dat intelligentie afhangt van het hersenvolume is altijd al een onderwerp
van discussie geweest onder paleoantropologen (zie ook de boekbespreking van
The Mismeasure of man van Stephen G. Gould op de Creaton-website).

Het is overigens niet de eerste keer dat er kleine exemplaren van de Homo erectus
zijn gevonden. Lange tijd was 800 cm3 de ondergrens van de herseninhoud van een
Homo erectus. Dit was ook de bovengrens van mensapen. Maar recentelijk zijn in
Georgie schedels van Homo erectus gevonden met een herseninhoud van 600 cm3
(zie artikel Rick Gore National Geographic).

Antwoorden en vragen

Alles wijst er vooralsnog op dat de Flores-dwerg een mensensoort is geweest. De


vorm van de schedel laat weinig ruimte over voor een andere interpretatie. De
geringe lengte van de Flores-mens moet toegeschreven worden aan het eiland
effect: fossielen van olifanten en nijlpaarden die op eilanden worden gevonden
vertonen vaak een verdwerging. Dit fenomeen is algemeen bekend en wordt
toegeschreven aan de geïsoleerde omstandigheden en een gebrek aan natuurlijke
vijanden. Het is zeer opmerkelijk dat dit nu ook bij de mens wordt waargenomen,
maar het heeft niets met evolutie te maken. Het moet beschouwd worden als een
vorm van degeneratie.

Hoe de Homo erectus het eiland Flores bereikt heeft lijkt een vraag van geringe
importantie. Als Homo erectus andere Indonesische eilanden en Australie heeft
bereikt moet Flores geen onoverkomelijk probleem hebben gegeven.

De ontdekking van Homo floresiensis werpt geen licht op de veronderstelde evolutie


van de moderne mens. Het geringe hersenvolume en de recente datering roepen
dus meer vragen op dan ze beantwoorden.

You might also like