Muziek inzingopdracht:

OMOKVAR :
Ik heb gekozen voor het liedje: De Droomboom.
O: Ontwerp schriftelijk uitgewerkte voorbereiding, beginsituatie en lesdoelen.
Beginsituatie: de kinderen zingen niet veel op school en er zitten veel brommers bij
Lesdoelen:
Aan het eind van de les kunnen de kinderen het liedje: de Droomboom zingen.
MO: Muzikale opening en inleiding
We praten met elkaar over onze droomboom. Hoe moet een droomboom eruit zien en wat kan je
daar doen. Er zijn meestal kinderen die een boomhut hebben. Hoe ziet zo een boomhut eruit? Stel je
voor als een tak breekt, wat hoor je dan? Je doet met de kinderen geluiden na wat je hoort als een
tak afbreekt. Je kan krak horen, maar ook boem. We bedenken daarna wat je bij zo een geluid voor
beweging kan doen. Kinderen kunnen met verschillende reacties komen. Ze kunnen stampen, maar
ook een tak na doen dat valt.

K: Kern
Het lied wat de kinderen gaan leren is de droomboom. Dit liedje staat op bladzijde 258 van het boek
Eigenwijs. Eerst zing ik het liedje voor en de kinderen moeten goed naar de tekst luisteren. De
kinderen doen steeds een stukje mee. Het lied is opgebouwd in coupletten, dus we kunnen het liedje
per couplet leren. Bij de woorden krak en boem doen we onze eigen bedachte beweging.
V: Verwerking
We zingen met zijn allen heel het liedje. We blijven doorgaan totdat alle kinderen het liedje goed
kennen. Ik geef aan de kinderen instrumenten en zij moeten op bepaalde woorden hun instrument
gebruiken. De woorden zijn: boom, takje, topje, blaadje, droom en bed. De andere kinderen klappen
als ze deze woorden horen.
A: Afsluiting
Ik zet de muziek weer aan en laat alle kinderen klappen bij de woorden die we bij de verwerking
hebben gehad. We gaan daarna bij de hoge noten klappen en bij de zachte noten een keer stampen.
De kinderen moeten dan goed luisteren wat ze horen.
R: Reflectie
Er is geen reflectie van toepassing.