OMOKVAR model: Lied aanleren.

Heel stilletjes..
Om een geslaagde muziekles te geven moet ik de les voorbereiden aan de hand van een
formulier. Ik gebruik bij het lied aanleren het OMOKVAR model.
-Ontwerp: Heel stilletjes
-Doel: Aan het einde kunnen de leerlingen het liedje zelfstandig/individueel zingen.
-Mijn persoonlijke doel: De leerlingen het liedje aanleren en dat op de juiste toonhoogte.
-Beginsituatie: De kinderen kennen het liedje Heel stilletjes niet en daardoor veel
gemotiveerder om het te leren. De kinderen kunnen al zingen.
-Welke domeinen: Zingen, luisteren en eventueel noteren.
-Materialen: Koektrommel, het liedje (opname die ik laat afspelen), stencils waar het liedje
op staat.
-Muzikale opening: Ik neem een koektrommel mee waar koekjes inzitten. Ik vraag aan het
begin van de les wie er wel eens een koekje stiekem pakt thuis? En of ze het ook middernacht
wel eens hebben gedaan? Wanneer iedereen nee antwoord, vraag ik ze of ze wel een koekje
lusten middernacht. Ik vertel ze dat ze vandaag een liedje te horen krijgen en dat ze dat liedje
gaan leren , daarna deel ik de stencils uit waar het liedje op staat.
-Kern:
1.De leerlingen luisteren eerst 1 keer naar het liedje. De kinderen moet Bij BOEM! Een
geschrokken gezichtsuitdrukking maken en op hun plek springen.
2. Ik begin met het zingen van de coupletten en de kinderen mogen meezingen met de
refreinen.
3. De kinderen zingen nu de coupletten en ik de refreinen.
4. De leerlingen verdelen in 4 groepen en de refreinen en coupletten over de groepen
verdelen.
-Verwerking: De leerlingen in 4 groepen delen. En de 2 coupletten en 2 refreinen verdelen.
De kinderen zingen aan de hand van de stencil. Groep 1 begint met het eerste couplet, daarna
groep 2 met het refrein, daarna groep 3 met het couplet en als laatst groep 4 met het refrein
weer. Daarna Begint groepje 2 met het couplet, groepje 3 met het refrein, groepje 4 met het
couplet en groepje 1 met het refrein. Daarna met zen allen samen zingen.
-Afsluiting: Samen met zn allen het liedje zingen zonder stencil voor het laatst en daarna ga
ik koekjes uitdelen en mogen ze het eten.
-Reflectie: Ik vraag wat ze van het liedje vinden, wat ze van de les vonden en wat er de
volgende keer anders kan. Ik vraag ze ook of ze wat van het liedje hebben geleerd. Bijv. Dat ze
in de nacht nooit een koekje moeten pakken uit de trommel, want als ze herrie maken dan
worden de ouders wakker of de buren.

Heel stilletjes
Heel stilletjes,
middernacht.
Heel eventjes,
aan koek gedacht.
Zachtjes sluip ik naar de kast.
k Pak de trommel stevig vast.
k Doe de deksel open, mn hand erin gekropen.
Lekker koekie lekker koekie
Smak, smak, smak, heel zachtjes terug.
Maar, o jee, ik doe het te vlug:
RINKEL DE KINKEL, DE PETSERDE PATSER DE PATS.
BOEM!
Refrein:
Iedereen wakker, het loopt uit de hand.
Is er soms oorlog, of is er brand.
Brandweer bellen, paniek in de straat.
Iedereen is wakker en vreselijk kwaad.
Heel stilletjes,
terug in bed.
Heel stiekempjes,
binnenpret.
Buiten klinkt nog volop gegil.
Wanneer wordt het daar nou eens stil?
Dekens tot mn oren; ik wil nu niets meer horen.
Sst.sst.sst..
Nog een stukje hoger dan maar.
k Trek daardoor, mijn bed uit elkaar.
RINKEL DE KINKEL, DE PETSERDE PATSER DE PATS.
BOEM!
Refrein: