Muziek en Musici in de Literatuur

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 240

MUZIEK E N MUSICI

IN D E CARICATUUR
DOOR

CORNELIS
MET

EEN

INLEIDING

VAN

U I T G E G E V E N D O O R J. P H I L I P

DR.

VETH
JOHAN

W A G E N A A R

K R U S E M A N T E 'S-GRAVENHAGE

MUZIEK E N MUSICI IN D E C A R I C A T U U R

Druk: Z . - H . Boek- en Handelsdrukkerij

Den Haag

MUZIEK

EN

MUSICI

IN D E

CARICATUUR
DOOR

CORNELIS V E T H
M E T EEN INLEIDING VAN D R . J O H A N

UITGEGEVEN

DOOR

J.

PHILIP

KRUSEMAN

WAGENAAR

'S-GRAVENHAGE

INLEIDING

'\J^ie

van nature opmerkingsgaven heeft


voor de tegenstrijdigheden in het
leven en daardoor zin bezit voor den
humor, welken de wereld ons voortdurend opdringt, een humor, die nu eens
naef en harmlos", dan weer scherp en
vlijmend is, het eene oogenblijk skurill"
het andere grotesk of burlesk, die zal
ook de wezenlijk geestige caricatuur weten
te waardeeren.
Uit het voorgaande volgt vanzelf;
dat de vraag, of de caricatuur tot de
Figuur van een Egyptisch papyrus.
wezenlijke kunst kan behooren, naar aan"
geboren aanleg beantwoord zal worden,
door den een bevestigend, door den ander ontkennend.
blz

1 5 -

Intusschen, satires bestonden reeds bij de oude cultuurvolken; zij zijn


er en zullen er blijven. Gaarne of met wrevel, wij hebben ze'te aanvaarden.
Zijn de kiemen voor caricatuur te vinden in het tragi-komische element,
dat men allerwege in de wereld ontmoet; in de natuurlijke tegenstrijdigheden die alle menschelijk werk aankleven, (hierbij zonder ik de allergniaalste kunstwerken uit omdat die m.i. wl volkomen zijn,) is dus die
kern te ontwaren onder zeer verschillende categorien van toestanden,
werken en menschen - de kunst en de kunstenaars (in dit speciaal geval:
de muziek en hare beoefenaars) leveren wel een zeer rijke stof op voor

INLEIDING

eene persiflage, die in vergelijking met satires van vele andere onderwerpen,
niet al te bijtend is.
Musici zijn, over 't algemeen, typen, wier deugden en gebreken
tamelijk wel aan de oppervlakte liggen. De kiem, waaruit de puntige
geest van een talentvol caricaturist de groteske overdrijving laat wassen
en waarmede hij de eigenaardigheden hunner werken en van henzelf sterk
laat spreken, ligt vrijwel open en bloot.
Bovendien vindt de muziekbeoefening voor een groot deel in het
publiek plaats. De muziek zelve wordt daardoor geestelijk eigendom (niet
bedoeld in auteurs-rechterlijken zin) van de groote massa. En de musicus
wordt, althans indien hij dit waard is en wanneer hij geluk heeft, de
oppervlakkige goede bekende van al de honderden, die tesamen het publiek
vormen. Voor den geboren caricaturist is het dus verleidelijk om zijn
greep te doen juist uit zulke bekende werken en personen. Hij behoeft
daarbij nog niet eens bepaald in kritisch-afkeurenden zin te werk te gaan;
zelfs is het hem wel mogelijk bijzonderheden van een werk, eigenschappen
van een persoon, die hem zelf lief zijn, op zijne wijze overdreven te
belichten. Echte kunst-werken en uitingen, en daarmede de kunstenaars
zelf, lijden daar nog volstrekt geen schade door.
Werken echter, die bij eene allure van geestelijke voornaamheid,
banale uiterlijkheden bevatten, met valsch pathos gevuld zijn, onbeholpenheid in de techniek van den auteur vertoonen, kortom, werken, die onecht
oneerlijk zijn, kunnen door den scherpen geesel der caricatuur een hevigen
tik" krijgen.
Eveneens zijn het de menschelijke zwakheden, aanstellerij, ijdelheid,
arrogantie, laatdunkendheid, overdreven eerzucht en wat niet al, die, door
de satyre in fel licht geplaatst, zonder verschooning aan de menigte
worden kenbaar gemaakt. En juist de plastische wijze, waarop dit dan
geschiedt, maakt het begrijpen der bedoeling extra duidelijk.
Is de caricatuur een echte uiting van humor, zooals die in een gezond
volk leeft, de werkelijk fijne satyre is toch het meest bestemd voor den
artistiek en intellectueel ontwikkelde en onafscheidelijk verbonden aan
cultureele beschaving.
Of men het nut van haar bestaan al of nit erkent, doet aan dit feil
niets af.
Van de oorspronkelijkheid, het karakter, de artisticiteit en het technisch
kunnen van den caricaturist hangt nu af, of zijn werk inzichzelf kunstwaarde
zal bezitten. Vanzelfsprekend staat ook vast, dat niet elke caricatuur raak"

INLEIDING

is; de visie van den caricaturist kan natuurlijk ook falen. Vooral, indien
practische noodzaak hem tot regelmatig werken dwingt en de inspiratie
uitblijft; dan wordt de persiflage een onding zonder geest. Naar mijne
meening behooren portret-persiflages in periodieken betrekkelijk vaak tot
deze soort, zij vergrooten dan gelaatsfouten in het groteske of zelfs in het
eenvoudig leelijke, zonder karaktertrekken te belichten.
Heeft dus het scheppen van caricatuur, als alles, zijn twee kanten,
zeker is, dat de werkelijk geestige en, in artistiek opzicht geslaagde, satyren
onze aandacht ten volle verdienen.
Cornelis Veth, die in zijn boek De_ caricatuur in den Advocaat" een
groot aantal caricaturen van groote meesters aan de vergetelheid ontrukte
en deze van een passend en historisch-belangrijk bijschrift deed vergezeld
gaan, geeft ons thans een dergelijk werk, betrekking hebbende op de
muziek en de musici.
Naar mijn meening is ook deze verzameling de kennismaking volkomen waard, temeer, daar, naar mijn weten, een dergelijk Nederlandsch
werk tot nu toe niet bestond.
JOH. WAGENAAR.

Grieksche schaal in het Cabinet


des Mdailles te Parijs.

A L G E M E E N E OPMERKINGEN
C e n verzameling caricaturen op de muziek en de musici kan nog tot iets
anders leiden dan tot vermaak, al is het nut van zulk een vermaak
geenszins te onderschatten. Ze kan ook en ik hoop dat deze het zijn
zal een beknopte, maar voor hem die de taal waarin zij geschreven is
verstaat, boeiende en leerrijke geschiedenis van de muziek zijn, die somtijds
zeer duidelijk haar karakter bepaalt, en haar plaats in het maatschappelijk

10

ALGEMEENE

OPMERKINGEN

leven aangeeft, die veel vertelt aangaande de levenspositie der kunstenaars,


de ontvangst die aan het nieuwe te beurt viel, het komen en gaan van
modes en smaken en de verhouding van den al of niet uitvoerenden
liefhebber tot de kunst.
Het bekende en mooie boek van D r . Karl Storck Musik und Musiker
in Karikatur und Satire", draagt dan ook den ondertitel: Eine Kulturgeschichte der Musik aus dem Zerrspiegel." Daargelaten dat het m.i. de vraag
is of de caricatuur de feiten waarop het aankomt, inderdaad zoozeer verzerrt", verwringt, moet hier al dadelijk worden vastgesteld dat het genoemde
werk, door de aandacht die het wijdt aan de muziek-wetenschap, de
techniek, de critiek en de muzikale parodie, in deze veel verder gaat dan
dit, dat alleen tot onderwerp heeft de scherts of spot die in de beeldende
kunst te vinden is. Inderdaad kan schrijver dezes zelfs geen poging doen
om met D r . Storck in vakkennis te wedijveren, en ook daarom zal hij de
hier geboden verzameling van een ander standpunt bezien dan juist dat
van den musicus. Dit heeft misschien het voordeel, dat de musicus zelf,
die dit boek beschouwt, en die zijn kennis, zijn oordeel en zijn critiek op
de critiek van den caricaturist daarbij doet gelden, juist liever in geheel
ander opzicht wenscht te worden ingelicht, en wel ten aanzien van andere
bijzonderheden dan hij zelf opmerkt of in elke muziekgeschiedenis
vinden kan.
N o g in een ander, en zeer belangrijk opzicht verschilt dit boek van Dr.
Storck's werk, en ik geloof dat het hier ontwijfelbaar een verbetering
beteekent. De veel uitvoeriger, veel ambitieuzer tekst in het Duitsche boek
is doorspekt met illustraties (waarvan iets minder dan een vierde deel ook
hier te vinden zijn) doch deze zijn zonder eenige orde daarin verspreid. Geen
methode van rangschikking, de chronologische, noch die naar het onderwerp, werd daarbij ook maar gebrekkig volgehouden. W i e in dat rijk
gellustreerde boek iets op Wagner en zijn muziek w i l vinden, heeft geen
enkel houvast in de verdeeling der hoofdstukken en prenten, en dezelfde
ondervinding doet diegene op, die in een prent gedemonstreerd w i l zien,
hoe bv. het muzikale onderwijs in de caricatuur is behandeld of wat deze
kunst ons leert omtrent het gebruik der instrumenten, dan wel ten aanzien
van den kijk dien de buitenwereld heeft op de opera en al wat daaraan
verbonden is. O m kort te gaan, dat boek is niet overzichtelijk.
O m zulk een euvel te ondervangen is hier de chronologische volgorde
gebezigd tot op het tijdstip, waarop, niet alleen in de muziek, doch in het
algemeen gesproken, in de kunst zich partijen gaan vormen en ook de

ALGEMEENE

OPMERKINGEN

11

caricatuur zich onverholen tegen individuen en opvattingen gaat richten;


d.w.z. ongeveer in het midden van de 18de eeuw. Vr dien tijd immers
zal men, met slechts heel enkele uitzonderingen, de caricatuur zelden een
bepaald persoon anders dan gewoon portretteerend zien uitbeelden, zelfs
de beroemde spotprenten in de 17de eeuw tegen Cromwell of Lodewijk XIV
doen daartoe geen poging. Voor zoover ik heb kunnen nagaan is Handel
de eerste componist, met wiens persoonlijkheid de caricatuur zich bemoeid
heeft. Na hem begint een onafzienbare reeks spotprenten op componisten
en uitvoerende musici. Ik ben van de chronologische volgorde vrijmoedig
en radicaal afgeweken, om deze reeks intakt te houden, en zoo is een
groep caricaturen, op musici en hun muziek, van Handel tot Strawinsky
een soort pice-de-milieu geworden in deze collectie. Het dan volgende
materiaal is volgens de onderwerpen verdeeld, waardoor men zulke onderwerpen dus in het licht van verschillende tijden beschouwd kan zien, en
zoo werkelijk telkens iets van een cultuurgeschiedenis daarvan voor zich
heeft. In de praktijk komt de geheele indeeling tenslotte op niet veel anders
neer dan op een volgens het onderwerp, omdat het terrein van de caricaturen
van oudheid en middeleeuwen, en zelfs
tot de 18de eeuw toe, een zeer beperkt
is, en de sujetten zeer veel op elkaar gelijken.
Nog een geheel genre van caricaturen
op muziek en musici overigens, door
Storck's boek niet getoond noch besproken, zal hier ruim zijn vertegenwoordigd.
Ik bedoel de illustratie van de korte grap,
de anecdote of lgende, die op de muziek
en de musiceerenden betrekking heeft.
Het is een genre, dat eerst met de verschijning der humoristische bladen is ingevoerd. De Fransche Charivari, naar wien

Punch or the London Charivari" zich


noemde, had deze soort van humor nog
niet of nauwelijks, en was vooral politiek.
Punch" zelf begon er bijna dadelijk mee.
De Socials" met korte, bondige satirieke
teksten als bijschriften bij teekeningen uit
het

maatschappelijk

leven

werden de

Romeinsch terracotta beeldje.

12

ALGEMEENE

OPMERKINGEN

specialiteit van dit mooie en onvergankelijke spotblad. De Fliegende


Bldtter" zou het genre op eigen gebied overbrengen en later zouden enkele
Fransche bladen, zooals Je Rir* er aan mee doen.
De maatschappelijke satire, in P u n c h " vooral in handen van teekenaars als Leech, Keene, du Maurier, Raven H i l l , en later H . M . Bateman,
die het leven van de burgerij in zijn geheel overziet, kan natuurlijk niet
nalaten in de wereld van de beoefenaars der muziek, beroepsmusici zoowel
als dillettanten, de gebreken en dwaasheden op te merken, het snobisme,
de modes, de leegheid van hen die in de muziek alleen tijdpasseering zien,
de vele bijgedachten van anderen, de ijdelheden die gevoed willen worden,
het somtijds geheel buiten de kunst liggende doel dat wordt nagejaagd.
Teekenaars als die van de Fliegende Blatter, waaronder vooral de voor
enkele jaren gestorven A d o l f Oberlander, begaven zich vanzelf evenzeer
op dit terrein en Simplicissimas"
scherper, vinniger hekelend, sprak in
veel gevallen het laatste woord over de dwaasheden die ook in de wereld
der klanken te hekelen zijn.
Deze vorm van caricatuur nu, deze voortdurende critiek op de wijze
waarop de muziek haar taak in het maatschappelijk leven vervult, is zeker,
om den kijk dien zij geeft op cultuur, niet de minst belangrijke.
1

OUDHEID E N M I D D E L E E U W E N

Tk geloof niet dat men uit de caricatuur van oudheid en middeleeuwen heel
veel zal kunnen halen wat betreft het wezen van de muziek. Strikt
genomen zijn het slechts zelden caricaturen op muziek of musici, doch
een soort fantasien, spielereien waarbij zeer vaak
dieren, duivels of legendarische wezens van allerlei
aard menschelijke handelingen verrichten. Dat onder
die handelingen het bespelen van muziekinstrumenten
een groote plaats inneemt,
moet welhaast in verband
staan met het opmonterende karakter van deze
Naar een handschrift uit de I5 eeuw.
spotternijen, waarvoor men
natuurlijkerwijze de motieven zocht in feesten, optochten en ceremonien,
liever dan in het vlakke en trage leven van alle dagen. Een van de
allereerste van zulke caricaturen die wij kennen, een schildering op een
Egyptisch papyrus, stelt dan ook duidelijk een groep uit zulk een
optocht voor: een ezel bespeelt de harp, een leeuw de lier, een
krokodil een soort van mandoline (theorbe) een aap de dubbele fluit, die
wij ook bij de Grieken zoo vaak zien. A l s authentieke gegevens voor de
kennis van de instrumenten, in verschillende tijden bespeeld, zijn zulke
de

14

OUDHEID

EN

MIDDELEEUWEN

Houtkerverijen in Engelsche kerken uit de 15

de

eeuw.

OUDHEID EN

MIDDELEEUWEN

15

caricaturen dus in elk geval van veel waarde, en wanneer wij op een ander
Egyptisch papyrus een vos zien, die als waterdrager fungeert, maar
tevens zich den tijd kort en zich het werk verzoet door op een dubbele
fluit te spelen, kunnen we daaruit veilig opmaken dat dit instrument zeer
populair was. Maar de opmerkzame beschouwer kan uit de verschillende
illustraties niet alleen leeren, welke instrumenten door de tijden heen gebezigd zijn, hij kan dan ook uit de vormen de evolutie van zulke instrumenten
nagaan. Dit geldt natuurlijk niet slechts voor het eerste gedeelte van onze
reeks; (uit de caricaturen der middeleeuwen is zelfs eigenlijk weinig anders

Het Kattenklavier. I6 eeuwsche gravure.


de

te leeren), maar ook voor het verdere, waaruit men zal kunnen zien, in
hoeverre de viool, het klavier of de piano, uiterlijk of organisch in den
loop der eeuwen veranderd zijn. De trom, het orgel zal men in verschillende
stadia van hun ontwikkeling aantreffen, men zal zien, hoe de doedelzak
wordt bespeeld door een hond op een der houtkerverijen op een koorstoel
in de Westminster Abbey, men zal ook kunnen waarnemen hoe in het
orkest een hoorn van eenvoudige constructie, gebruikt werd, hoe een of
meer schellen of klokken er hun rol vervullen, men zal allerlei thans niet
meer gebezigde instrumenten tegenkomen zooals dat door het mannetje
op het relif van de St. John kerk te Circencester bespeeld, en dat wreede
instrument, waarbij de toetsen van een piano of orgel vervangen zijn
door katten, die den kop uit de kast steken, en die de gewenschte
geluiden voortbrengen door jammerlijk te schreeuwen als men aan hun

18

OUDHEID EN

MIDDELEEUWEN

Charivari of ketelmuziek (Roman du Fauvel 15^ eeuw).

OUDHEID EN MIDDELEEUWEN

19

Wij mogen' veronderstellen dat de klanken, die de duivels voortbrachten,


allesbehalve harmonisch waren. V o o r disharmonische muziek, ketel- of
kattenmuziek, had de middeleeuwer trouwens een bijzondere voorliefde, het
was zijn uitgezochte middel tot plagen en hoonen, en men weet dat de
buren aan een weduwnaar die naar
hun gevoelen te vroeg hertrouwde
of bij een ongelijk huwelijk van een
oud man met een jonge vrouw, of
andersom, gewoon waren hun antipathie te uiten door averechtsche en
onaangename serenades van dien
aard te brengen.
Door eenzelfden geest blijkbaar
bezield, laat Jeroen Bosch alweer
op zijn schilderij De beproevingen
van Job" dezen zulk een hoonend
concert brengen door een gezelschap
voor zijn hut, waarbij een gedrochtelijk kereltje met een houten been
een trompet, een oud wijf een
trommel, een ander de rommelpot,
een fantastisch duivelsch wezen een
soort guitaar en een dwerg met een
tulband
een tambourijn
bespeelt.
Een karakteristiek voorbeeld Van het

realisme der Nederlanders

zelfs in

Houtsnede uit Sebastian Brant's

Narrenschiff.

hun verbeeldingrijkste voorstellingen.


Dat de belleman" dat schrikbeeld mijner jeugd, die verschillende
instrumenten tegelijk bespeelde, reeds van ouden oorsprong is, bewijst
menig document uit de i j e eeuw.
d

Sommige van de caricaturen, in de handschriften van de middeleeuwen


met dekverven op de marges geschilderd, zijn niet zoozeer speelschheden
als werkelijk met een satirieke bedoeling gemaakt. Een varken dat op
stelten loopend, een harp bespeelt, en een hooge puntmuts op heeft is
een caricatuur op de damesmode in de tweede helft van de veertiende
eeuw, en vermoedelijk zijn ook de stelten een toespeling op de hooge
hakken - de harp is wel zeer bijzaak. Onder de vele voorstellingen van
zotheid en narheid, die de wrange filosofie in de onrustige 15de
in de
e

20
i6

OUDHEID
de

EN

MIDDELEEUWEN

eeuw uitdacht (men denke aan den Lof der Zotheid van Erasmus
en aan Sebastiaan Brant's
Tl
Narrenschm) nemen de
muzieknar en de muzieknarrin natuurlijk ook hun
plaats in. Hier krijgt ook
de Nachtmusiknarr, de
serenadist, zijn beurt, die
echter op de houtsnee in
Brant's Narrenschiff door
het water dat de schoone
in nachtgewaad uit het
raam werpt, niet wordt
getroffen. De narrenlitteratuur en haar illustratie,
die alle denkbare categorien van dwazen de revue
doet passeeren, vindt nog
weer een late navolging
in de satirieke werken van
den Oostenrijkschen pater
Abraham de Santa Clara,
die ook in het Nederlandsch werden vertaald.
Over het algemeen is de
Q e t ^ a c b t m u f i f narr.
strekking
daarvan, wat de
Houtsnede uit Sebastian Brant's Narrenschiff.

muziek betreft deze, dat zij


op haar tijd goed en aangenaam is, doch dat een man er zijn werk, en een vrouw haar huishouden niet voor mogen verwaarloozen. Zoo heeft ook Anna Roemer
Visscher er over gedacht, toen zij dichtte:
(EEN OPGEPRONKTE VROUW ZINGENDE BIJ DE LUIT)
WAT IS 'T ANDERS ALS FRAEY?
Een vrouw die niet als singt en tuyt
Die garen danst en die de luyt
Schier nimmer uyt haer handen leydt
Fy! Fy! dat is lichtvaerdigheidt.

Maer is het niet een hemel schier,


Te sien hoe dat een geestigh dier,
Met zang of spel haar man verquickt,
Als 't noodigh huyswerck is beschickt?

OUDHEID EN MIDDELEEUWEN
Misbruyck verkeert het zoetste goet
In walchelijck en bitter zoet
Jae heijlzaem nutte medicijn
't Ontijt gebruyckt, keert in venijn.

DefeflTamfludijsrecreodum carmme men tem,


SpernsoiraftolidoMufica noftraviro.
JViufarum quifquis blandas conrernpferit ancXy
Turpis ut eft.fic 6c nil rarionis haber.

Dan die zijn oogh op 't eeuwigh slaet


De tijdelijcke fraeyheidt laet
Die met al 't wereldsche ghespoock
Verdwijnen sal als wind en roock.

Hiervan bestaat
vertaling:

een

Engelsche

A wife that sings and pipes all day


And never puts her lute away
No service for her hands finds she
Fie!fie!for this is vanity!
But is it not a heavenly sight,
To see a woman take delight
With song or string her husband dear,
When duty's work is done, to cheer?

In de i6<ie eeuw vonden wij


overigens nog de musiceerende
dieren op die fraaie randteekeningen, waarvan Albrecht Drer
het gebedenboek van keizer Maximinaan voorzag en die als het
ware een samenvatting zijn van
alle mogelijke groteske motieven
der middeleeuwsche handschriftenverluchters.

21

SBtil td) mtin fjrri/ wrldje o&m iO


VOenarbtitmati ttQwn wid
fOiitmtimeiQn<i/wrl>ld)/
fyabafy
#u roef eon ti m ytarrm p<rladjt.
2pf r Da wfpvtt Dr r CD?uflc ofang/
StobUiH dnftm frfti Irtmlang,

Albrecht Dttrer: Gebetbuch van Keizer Maximiliaan.

HET GENRE-SCHILDERIJ E N D E SPOTPRENT


IN D E 17DE E E U W

en zal uit het bovenstaande en uit de illustraties wel hebben gezien, dat
het vergeefsche moeite zou zijn in de middeleeuwsche caricaturale
voorstellingen naar gegevens omtrent het innerlijk wezen der muziek te
zoeken, zij zelf, gewijd of profaan, wordt door den spot niet geraakt en
dus ook niet gekenschetst. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de 1 6 en i 7
eeuw. Het zou mij niet moeilijk vallen, hier een groot aantal reproducties
te geven van eenigszins humoristische schilderijen en gravures uit dien tijd,
die luitspelende dames of vioolspelende boeren afbeelden, maar ik
geloof dat wij hier met zulke* voorstellingen weinig uitstaande hebben,
en dat het i 8
eeuwsche materiaal, dat ons wacht, van oneindig meer
belang is.
W i l l e m Pijper publiceerde eens een geestig geschreven artikel over
Das Musikfremde Holland". Hij zegt ongeveer dat, hoewel wij veel aan
muziek doen, het ons daarom nog niet om de muziek te doen is. Wij
dienen haar met bijoogmerken, zooals daar zijn er over praten etc. Misschien
zal het later beter gaan, voorloopig zijn wij een te ernstig en arbeidzaam
volk o m de muziek waarlijk en om haar zelfs w i l lief te hebben."
Van bevoegde zijde is ten aanzien van dit artikel van Pijper in
een buitenlandsch tijdschrift opgemerkt, dat het geen sympathieke daad
de

d e

d e

HET GENRE-SCHILDERIJ

IN DE 17

EEUW

23

is om voor een ander land het eigene te bespotten. Zou het bovendien
wel waar zijn? Het genre-schilderij in de ernstige en werkzame 17de
w
toont ons m elk geval dat de muziek druk werd beoefend ook in kringen
e e U

die niet zoo wereldsch waren dat het hun vooral om de conversatie te
doen zal zijn geweest.
Het eind der 17de eeuw is overigens voor de geschiedenis der muziek
gewicht

t S

i n

t e

b r e n

e n

> van het grootste

24

HET GENRE-SCHILDERIJ

IN DE 17

DE

EEUW

De behoefte aan een herleiding der zeven octavensoorten tot op twee


van bijzonder karakteristieken aard werd eerst tegen het einde der i 7
eeuw ten volle bevredigd. Reeds Sokrates had de groote tegenstelling
aangegeven in een gesprek, medegedeeld in Plato's Republiek.
Ik ken de toonsoorten niet, maar gij kunt voor mij alleen die toonsoort behouden, wier tonen en maat der lettergrepen een juiste voorstelling geven van iemand, die zich in tijden van oorlog en in eiken
de

Italiaansche gravure 16

de

eeuw.

toestand van geweld dapper betoont, en die ook als hij niet slaagt, of als
hij gewond is, of sterft, of op andere wijze door ongeluk wordt getroffen,
onder al deze onaangenaamheden welgemoed en met volharding zijn lot
draagt. Maar geef mij (daarnaast) nog een andere toonsoort voor hem die
een vreedzaam leven geniet en zich daarbij aangenaam en rustig beweegt
in den kring zijner werkzaamheden: verstandig handelt, zich niet hoovaardig
toont, maar zich bezadigd en gematigd in alle omstandigheden gedraagt
en tevreden is met hetgeen hem is toebedeeld."
Dit is dus, populair gezegd, de tegenstelling majeur en mineur.
De prent Der Triumph des Kontrapunkts" moet zien op het steeds
ingewikkelder en geleerder worden der muziek in dien tijd, waarbij men

HET GENRE-SCHILDERIJ

IN DE 17

EEUW

25

Der Triumph des Kontrapunkts. J. Wagniger.

ook in plaats van teekens wel geheimzinnige spreuken in het Latijn bezigde
zooals Qui sequitur me non ambulat in tenebris (wie mij volgt wandelt niet
in duisternis) waardoor aan de tweede stem werd te kennen gegeven dat
ze de zwarte noten van de eerste moest overslaan. Zulke spreuken staan
op de prent. De Nederlandsche toonzetters (de 15 de eeuwsche componist
Okeghem werd wel de vader van het contrapunt genoemd) werden
beschouwd als de grootste pedanten op dit gebied.

De bassist dell'Occa.

E. Th. A. Hoffmann.

C A R I C A T U R E N OP MUSICI E N HUN W E R K

Tet is wel allereerst in Engeland, het land dat, althans in de latere tijden,
1 tot de muziekgeschiedenis weinig van beteekenis bijdroeg, dat wij
de uitingen vinden van een wijder belangstelling in muziek en musici.
Sinds de i 7
eeuw, toen Holland ongetwijfeld ook in dat opzicht
uitmuntte, had de spotprentkunst haar zwaartepunt naar Engeland
verplaatst. Ze was daar overigens evenals de schilderkunst, eigenlijk import.
De gevierde schilders in Engeland, eerst Holbein, toen van Dijck, Lely,
Kneller, waren vreemdelingen, en de caricatuur, hoewel daar vroeger ook
wel uitgeoefend, ontving een sterken stimulans van Romeyn de Hooghe,
1

de

MUSICI E HUN WERK

The charming Brute (Handel) 1754

27

28

MUSICI

EN HUN WERK

(die om zoo te zeggen de hofcaricaturist was van den koning-stadhouder


Willem III), en ook van de beide Egbert van Heemskerks, vader en zoon.
Wanneer wij dan ook zonder caricaturaal commentaar zijn gebleven op de
groote componisten-figuren van vlak voor of in dien tijd, Lully, Kuhnau
(die zelf een satiriek werk schreef: der musikalische Quacksalber) J. S. Bach,
zoo zou men deze lacune kunnen wijten aan het feit, dat deze musici niet
zooals Handel, naar Engeland zijn gekomen. De grootheid van dezen

Heidegger in a rage. Naar een teekening van William Hogarth (?) blz. 31.

Duitschen meester werd in het uitbundige, hartstochtelijke, boosaardige,


weinig kieschkeurige i8 e eeuwsche Engeland niet zonder verwoed tegenstribbelen erkend. Het publiek, de pers van dien tijd, de salons en vooral
de adel, werkten den vreemdeling, geprotegeerd door den koning, die zelf
immers vreemdeling (Hannoveraan) was, op allerlei wijze tegen. Dames
van hooge geboorte gaven opzettelijk feesten op de data van zijn concerten, de Italiaansche opera, toen nieuw en zeer en vogue, was een
gevaarlijke concurrente van zijn uitvoeringen. Hij ging tweemaal failliet.
Toen, in 1746, na zijn patriottische oratorio's ter verheerlijking van den
d

MUSICI EN HUN WERK

29

slag bij Culloden, werd hij plotseling een nationaal componist, en populair.
De zeer hatelijke spotprent, hier gereproduceerd, is echter van 1754. De
componist, die een groot, zwaar man was, is er voorgesteld als een zwijn,
hij heet The Charming Brute", hij zit op een bierton en treedt met den
voet een papier, waarop Pension, Benefit, Nobility, Friendship staat, om
te toonen dat hij ondankbaar en trouweloos is. De varkenskop en de

on an entire

N"EVV FTL^A-N .

30

MUSICI

EN HUN

WERK

oesters op den grond, de tegen het orgel gehangen ham en de gans


moeten er op wijzen dat hij een smulpaap was. Er gaat dan ook een
verhaal, dat een vriend (de uitgever van deze prent) hem kwam bezoeken,
en dat Handel dezen, met allerlei excuses wegens zijn armoede, een sober
maal voorzette, doch dadelijk na het eten de kamer verliet, waarop de
andere hem ontdekte, terwijl hij zich in een zijvertrek te goed deed aan

Ludwig van Beethoven.

J. P. Lyser.

allerlei lekkernijen. Die anecdote schijnt niet te strooken met het portret
dat Romain Rolland (Voyage musical aux Pays du pass) van hem geeft,
waarin hij hem beschrijft als ruw, eerlijk, goedig, allerminst een hoveling,
en uiterst weldadig Belangrijker in verband met zijn muziek zijn echter
andere details van de gravure, die wijzen op de voorliefde van den componist voor een vol orkest en sonore instrumenten.
In dienzelfden tijd brengen de Engelsche caricaturisten waaronder de

MUSICI EN HUN WERK

31

groote Hogarth, prenten op dat toen nieuwe verschijnsel, de opera, maar


ik zal deze bij dat onderwerp behandelen.
Met een even als Handel te Londen werkzame kapelmeester Heide-ger
werd een grove grap uitgehaald die teekenend is voor.de ruwheid der
zeden in het Engeland der 18de eeuw. Hogarth heeft ze door een fraaie
teekemng voor vergetelheid bewaard.
De hertog van Montague noodigde Heidegger uit, voerde hem dronken
tot hij in slaap viel, en liet een afgietsel van zijn gelaat nemen. D i t masker
werd door een man van dezelfde grootte als de musicus opgezet O p een

Karl Maria von Weber

maskerade, waar ook de koning George II


(die op de hoogte was gebracht,) aanwezig
was, verscheen ook deze quasi-Heidegger.
Toen de koning binnentrad, gaf Heidegger,
zooals de gewoonte was, het sein G o d save'
the K i n g " te spelen, maar op hetzelfde oogenblik beval zijn imitator C h a r l e y over the
W a t e r " (het verboden lied der Jacobieten,
medestanders van den pretendent) in te zetten.
Heidegger stampvoette, vloekte, en zette zijn
w i l door, maar toen de wijs uitgespeeld was,
kwam de bedrieger weer te voorschijn. Het
gaf een helsch kabaal, dat eerst eindigde toen
Heidegger zich woedend teruetrok en ekrhte

dat het masker zou worden vernietigd Zoo


amuseerden zich oudtijds vorsten en hooge heeren ten koste van hun
beschermelingen, de kunstenaars.
"Hogarth, die een roerig man was, en over allerlei zijn meening placht
kenbaar te maken, heeft in een van zijn geschriften den draak gestoken
met de theorie, die zoowel door Albrecht Drer als door Lorenzo en
door een zekeren Pre Castle is verdedigd, dat er verband was tusschen
klanken en kleuren. Vader Castle vervaardigde zelfs een soort harp om een
harmonieuze compositie van kleuren te spelen. De kleuren van het prisma
waren zijn noten. Theorien als deze zijn ook in moderne tijden verdedigd
Hogarth gaat verder met te beweren dat men ook den smaak op deze
wijze in verband zou kunnen brengen met muziek, en dat men een i n strument voor koken zou kunnen samenstellen volgens hetzelfde plan
Zoo zou men een feestmaaltijd kunnen samenstellen op een harp of orgel'
Welk een genot zou deze uitvinding verschaffen aan een zeker groot

32

MUSICI

EN HUN

WERK

componist (Handel) die aldus zijn twee geliefkoosde wetenschappen tot


n vereenigd zou zien!"
O m aan te toonen dat het verband tusschen klanken en kleuren niet
opgaat, zegt Hogarth dat men bij het aanslaan van alle toetsen tegelijk,
iets leelijks zou krijgen, terwijl men eerst door het vermengen der kleuren
schoonheid schept.

Chopin en George Sand.

Statuette van Dantan jeune:


Paganini.

Wie de blijkbaar Joodsche musicus is, die door een prent met het
onderschrift: Music on an entirely new plan" moet worden getroffen,
heb ik niet kunnen vinden. Wij weten echter dat de methode, hem op de
prent aangewreven, om muziek te verwekken door een kat te laten
schreeuwen van pijn, niet nieuw was, maar in de middeleeuwen gebruikelijk.

MUSICI EN HUN WERK

33

Behalve een enkel caricatuurtje van Beethoven en Weber vinden we


dan weer niets van persoonlijken aard, totdat de romantiek, die zich in
litteratuur, beeldende kunst en muziek gelijkelijk gaat uiten, de figuur
van Hector Berhoz naar voren brengt. Maar even voor dien tijd is er toch
nog het curieuze geval E. Th. A . Hoffman. De geniale Oost-Pruis die
Ernst Theodor Wilhelm heette, doch zich uit vereering voor Mozart

E. Th. A. Hoffmann: Kreisler.

Statuette van Dantan jeune:


Hector Berlioz.

Amadeus noemde, was rechter van beroep, werd door de Franschen verjaagd werd kapelmeester, componeerde, teekende caricaturen en schreef
behalve muziek-critieken zijn prachtige, in dezen tijd weer zoo bewonderde, fantastische vertellingen (die Offenbach tot zijn opera inspireerden)
zijn composities zijn voor een groot deel in een brand verloren gegaan.
Voor ons is echter van het meeste belang zijn creatie van den in verschillende van zijn werken (het uitvoerigst in Kater Murr) voorkomenden
componist en kapelmeester Kreisler, de overspannen, nu eens geestdriftige

34

MUSICI

EN HUN

WERK

Concert a mitraille" dirig par Berlioz. 1846. J . J . Grandville.

MUSICI

EN HUN

WERK

35

36

MUSICI EN HUN

Berlioz.

WERK

A. Grvin 1863.

MUSICI EN HUN WERK

Carm.: Les Sylphides de Berlioz.

Nadar: Les Consquences du concertmonstre de Berlioz. 1856.

37

Cham.: Les Consquences dune reprsentation de Tannhauser. 1861.

The trumn MI-H


'
P

r n
"

C r u i k s h a n k

,
- 1848.

Uk
oo

Wit

ueqlfifKl! t s\ oitzrtckt! bif lin |at ims beu lapt' orrriirfet.


Hamburgsche prent op Jenny Lind. 1848.

MUSICI EN HUN WERK

39

en bezielde, dan diep terneergeslagen, dan weer als een waanzinnige


razende musicus die eenigszins met Hoffmann vereenzelvigd mag worden
maar toch voora een vrij overdreven beeld is van het artistieke temperament. Het schqnt dat Hectior Berlioz, de groote romanticus, de eerste

S
TLT T %
'
P ^ aandacht heeft
besteed wel wat op dit prototype geleek. Veel duidelijker en zuiverder
1Cn

C a r k a t U U r

6 6 1 1

b i ,

n a

b u i t e n s

r i

dan m
geval Handel werd de caricatuur op en tegen Berlioz door den
aard zijner muziek ingegeven. Wij. vinden hier in hoofdzaak hetzelfde
verwijt als tegen Wagner's muziek later, van rumoerigheid: zij
ft
letterlijken zin oorverdoovend. Op dit thema vooral gaan de teekenaars
h e t

jnoHUXfrUJL

G. Cruikshank. 1848.

u t e k v/n H, '
2

et L

Meijerbeer.

o a l s

d e

b
J

l d h

Dantan jeune, het romantische

v T ^
C

mSt

Lorentz.

mantkk

hheelt een reeks


reek van die mooie, pittige statuetten gemaakt,
"<*>

ook i van
Da

MUSICI

40

Tacques Offenbach als Orpheus. Nadar.

EN HUN WERK

Offenbach: Na, was beweisst das, dass


Sie mich aufwiegen, Herr von Straus?
Urn so mehr bleibe gerade ich der einzige
Reprasentant der leichten Muse".
Weensch Caricatuur.

MUSICI EN HUN WERK

41

schrijvers, schilders en andere beroemdheden uit zijn tijd, maar wel vooral
van musici, orkestleden en solisten die nu vergeten zijn. Echter ook van
den nog steeds met vergeten, door Heine o. a. vereeuwigden, fascineerenden
virtuoos Paganini, de groote violist die zoo trotsch was op zijn . . buigingen
wel een van zijn mooiste beeldjes, vol actie en gloed. Paganini inspireerde'

0 f f e n b a c h

Andr GUI.

nog, veel later en lang na zijnMood, Aubrey Beardsley tot een gracieuse
Behalve aan den mucicus zelf en zijn werk, wijdt de caricatuur
ook haar,.aandacht aan zijn succes. Zoo wordt de rage voor de zangeres
Jenny L,nd, de Zweedsche nachtegaal, hier in twee Engelsche en een
Duitsche prent op zeer verschillende manier bespot

42

MUSICI EN HUN

WERK

MUSICI EN HUN WERK

43

De caricaturen van Schubert, Chopin en Meyerbeer, van een soort


zooals men ze op iedereen zou kunnen maken, n.1. louter op hun uiterlijk,'

A. Gill: Wagner.

behoeven weinig commentaar. Uit de zeer groote verzameling caricaturen


op Liszt en Wagner zijn slechts enkele gekozen. Toespelingen op geldeIqken voorspoed zijn, als bij Offenbach, niet zeldzaam. In Duitschland
vindt men nogal eens glossen op een vermoede, maar zeker verloochende

44

MUSICI

EN HUN

WERK

V a m T^ripgssrljsuplBljp in ^Banrsulfr.

Kari;Klic 1876.

MUSICI EN HUN WERK

Wagner.

Spy (Leslie Ward) Vanity Fair.

/, i

45

Le Nouveau Sige de Paris en 1891.

MUSIC OF T H E FUTURP

Charles Keene, Punch.

Moloch.

MUSICI

46

Cosima Wagner.

EN HUN WERK

Lustige Blatter.

Dr. Otto Boehler: Siegfried Wagner.

Eduard Strauss.

Wagner.

Spy" (Leslie Ward)

La Vie parisienne.

MUSICI EN HUN WERK

The Wagnerites.

47

Aubrey Beardsley.

Joodsche afkomst van den schepper der Germaansche muzikale drama's,


Wagner, in Frankrijk zijn het zijn late verovering van het Parijsche publiek
en al de sensaties die daaraan voorafgingen die de teekenaars inspireeren.
Ook de inhoud en handeling van zijn opera-teksten zijn bij Wagner
natuurlijk aan spot blootgesteld, er verschenen heele uitvoerige parodien
van Tannhauser enz. Een geestige Weensche caricatuur van Wagner is
die vom Kriegsschauplatze in Bayreuth" door Klic. Het ieek mij interessant

48

MUSICI

ook een paar Engelsche prenten in verband met Wagner


te laten zien. Een daarvan,
indirect, geeft in het gesprek
tusschen moeder en kind een
kostelijke satire al of niet
verdiend. Aubrey Beardsley
hekelt een snobistisch, in den
grond wereldsch, publiek van
Wagnerianen. De silhouetten
van D r . Otto Bhler op zoowat alle Duitsche musici van
zijn tijd zijn overbekend,' ik
heb slechts enkele daarvan
genomen. T o t de mooiste
caricaturen als zoodanig behoort
stellig
Sambourne's
fancy portrait" van Rubinstein. Mahler behoort tot de
meest bedachte componisten.
De operette- en walskoning
Johann Strauss en zijn familie
zijn evenzeer rijkelijk gechargeerd.
O p de prachtige teekeningen van Andr G i l l in
l'Eclipse" in de laatste jaren
van het tweede Keizerrijk en
daarna mag wel in het bijzonder worden gewezen. G i l l
behoort tot de knappe en fijne
Fransche caricaturisten die
door den alleszins gerechtvaardigden grooten roem van
Daumier een beetje te kort
zijn gekomen aan waardeering
bij het nageslacht. De stoute
en snedige teekening der kop-

EN HUN

WERK

Mars:

Wagner.

Dantan jeune: Liszt.

MUSICI EN HUN WERK

Caricatuur

49

Karl Klic 1873.


4

50

MUSICI

EN HUN

WERK

pen is telkens weer de aandacht waard en de gracieuse zeer originele

compositie en mise-en-page niet minder. Duidelijk is de beteekenis


van zijn Wagner: de componist die het oor forceert. Zijn Auber met de

MUSICI EN HUN WERK

51

donkere oogen vol gloed is een van de mooiste caricaturen die wij hier
zullen ontmoeten. Allergeestigst is het arrangement van de prent waarop
men den dirigent van de bals der opera, A. Strauss, tusschen figuren uit
de operette ziet voorgesteld en die met de gezusters Adelina en Carlotta
Patti. En zijn Rossini (van wien ook een statuette door Dantan jeune
bestaat) in la Lune" van 1867.

Hierbij moet vermeld worden dat de Lune", tengevolge van de


censuur verboden, moest worden gestaakt, en onmiddellijk was opgevolgd
door 1'Eclipse." De censuur schreef verder voor, dat men niemands caricatuur mocht maken dan met zijn schriftelijke toestemming. Dikwijls werd
ze dan daarbij gepubliceerd. Zoo schreef Rossini: J'adhre avec plaisir a
la publication de ma caricature dans votre Journal. Heureux de voir que le
singe de Psar (toespeling op le Cygne de Psar) nest point oubli." De
kapelmeester A. Strauss schreef: Ainsi que vous dsirez, Monsieur, je vous
autorise a faire ma charge.. en trois temps" (in drie tempo's ")
Felicien David, de toondichter van Le Perle du Brsil en Le Dsert,
en van balletten, is door Pilotel voorgesteld in Afrikaansch costuum en

52

MUSICI EN HUN WERK

Sophie SchrderDevrient in De Hugenooten".

Armand Gouzien

Massenet.

Flicien Rops.

o
bi

Flicien David.

Ambroise Thomas.

IJl

54

MUSICI

EN HUN

WERK

Dr. Otto Boehler: Johannes Brahms auf dem Wege zum roten Igel"

in een Afrikaansch landschap. Hij maakte als Saint Simonist een reis naar
het Oosten.
Ambroise Thomas, componist van Mignon", Songe d'une Nuit
d'Et" en le Cad" heeft zijn Egyptische verschijning op de prent ongetwijfeld aan het laatste werk te danken. George Bizet, de schepper

MUSICI

EN HUN

WERK

55

van Carmen", doch ook van La fille de Perth" en van Pcheurs de


Perles" is hier parelvisscher.
In deze omgeving treffen wij ook een fulmineerende pro-classicistische
prent aan, waarop wij de operette en het caf-chantant weggejaagd zien
door de groote klassieke meesters.

Auber.

Andr Gill.

De charge van Johann Strauss door Durandeau is uit den zelfden tijd.
Fehaen Rops, groot beminnaar van muziek en zelfs melomaan gescholden
maakte, in het Brusselsche blad Uylenspiegel" vele heel mooie caricaturen
van acteurs en actrices, operazangers en -zangeressen en musici. Het
Brusselsche Thatre de la Monnaie stelt er vele in de corridors en langs
de trappen ten toon. Tot de meest gechargeerde musici van den modernen

56

MUSICI EN HUN

WERK

MUSICI

EN HUN

u oaam 101 ot LA USICAILU

WERK

57

"*

58

MUSICI

EN HUN

WERK

tijd behoort verder natuurlijk Caruso, die ook zelf caricaturen teekende.
Een charmante en weinig bekende teekening van Lautrec geeft Ambroise

Thomas, als kittig oud heertje, de repetitie van zijn werk bijwonend,
scherp en critisch luisterend.
Dat van een vorig geslacht juist Johannes Verhulst verschijnt en niet

MUSICI EN HUN WERK

59

" L DEMONIO " RUBINSTEIN-O.


A8

8AID
U H N

T H I 8

ACOOMPLISHED

TO H A V E
THIS

COMPOSBD

T A K E N

S E A 8 0 N ,

DXMONIO,

A W A T
H E

BT

8 0 M E W H A T

ABOUT

M A T

B E

B T H A V 1 H O

COKNTHIO

T E N THOUSAND
C O N S I D E R D

ALSO

M A D E

F O R M O N E R

P O U N D S

A 8 N O T O K I T

18

ENOLISH
B A V I N O

D R - M O N E Y - 0

Linley Sambourne.

Punch.

60

MUSICI EN HUN

MADAME

WERK

ALBAN1.

" A THINQ OF BEAUTY U A GYE POK EVEB ! "

Linley Sambourne. Punch.

MUSICI EN HUN WERK

TM

POPULAB COMPOSEB OP FAUST.

"CBACV

61

A SON QONOD.

Linley Sambourne. Punch.

Dr. Otto Boehler.

Bruckner, Hanslick, Kalbeek, Henberger.


Dr. Otto Boehler. Der Wiener Struwwelpeter.

Anton Bruckner.

62

MUSICI

EN HUN

WERK

Die Ankunft Josephine Gallmeyers im Hirnmel, Floh" 1884.

MUSICI EN HUN WERK

Verdi.

E. von Sturr, der Floh'

63

64

MUSICI EN HUN WERK

bijv. Kes vindt zijn oorzaak in het feit dat Holswilder Hagenaar was. Verhulst
was vriend van schilders van de Haagsche school, (vooral van Bosboom).
De dirigent en componist Johannes Verhulst, een imposante figuur
met leeuwen-manen, bekend door zijn gebaar van voor hi| begon zijn

broek op te trekken, neemt trouwens een eigen plaats in onze nieuwe


muziekgeschiedenis in door zijn volgehouden oppositie tegen het werk van
Berlioz, Wagner en Liszt. Als orkestleider van Diligentia weigerde hij hun
werken in zijn programma op te nemen en toen men hem in 1882 daartoe wilde dwingen, dreigde hij met ontslag. De oplossing van de moeilijk-

MUSICI EN HUN WERK

65

H. de Toulouze Lautrec.
Ambroise Thomas assistant a une rptition de Francoise de Rimini". (blz. 59,

Caricatuur

66

MUSICI

EN HUN

WERK

Johanncs Verhulst, door J. Holswilder,

MUSICI

EN HUN WERK

Op den Nederlandschen Zangberg.

Prent van Jan Holswilder in Uilenspiegel 1882, op den strijd tusschen


Johannes Verhulst en Diligentia, den Haag.

67

68

MUSICI EN HUN WERK

VREDE NA STRIJD.
Muzikaal

intermezzo

in

ViUgentUt

te

's Hage,

Prent van Jan Hols wild er in Uilenspiegel 1882, op den strijd tusschen
Johannes Verhulst en Diligentia, den Haag.

MUSICI EN HUN WERK

69

heid kon trouwens bezwaarlijk daarin worden gevonden, dat hij de uitvoering
van werken dirigeerde die hij verafschuwde, en men kwam ten slotte tot
een compromis, waarbij hij zijn standpunt kon blijven innemen. Hij was
zeggen zijn biografen, een
naeve muzikale natuur,
$Hir rin iMraulj=^rjrrraf fntTrrht
die een afkeer had van
alles wat hij kunstphilosophie in tonen" noemde.
Vooral tegen Wagner's
muziek was hij heftig
gekant. Men zal in dit
boek nog de caricatuur
vinden van Mr. Henri
Viotta, den geestdriftigen
Wagneriaan.
Richard Strauss zag
zich een geheel boek met
Dflnn 'nf (grime
satirieke prenten der
zerpflckte Strauss" gewijd. In verband met
dezen componist, die nog
niet zoo lang geleden
voor ultra-modern gold,
is het misschien niet
onaardig, een boekje uit
1841 te citeeren: Naturgeschichte
des
m u s i k a n t e n von Hilarius Paukenschlager" dat
Sjaan fraue SRicbaro traufr
een vertaling of bewerLustige Blatter.
king is van een der vele
physiologies" met houtgravures die in dien tijd
uitkwamen. Reeds in dat
werkje wordt, op spottende wijze, een muziek
beschreven die schijnt
vooruit te loopen op die
van Richard Strauss.
Emil Sauer en Arthur Nikisch.

Dr. Otto Boehler.

MUSICI

70

JEin furdjtbarf
[m~il .
,

EN HUN WERK

pnnx.

fStn bcr crflc ,, b c a r b c i i c t " fiat, ben u e r t o n t " .

fofort btt jirmttl

Lustige Blatter.

MUSICI EN HUN WERK

Hans Bhler: Richard Strauss.

71

72

MUSICI

EN HUN

WERK

Tegenwoordig rijzen als paddestoelen muzikale nieuwlichters op, die


het versmaden de paden te betreden, waarop kleine lichten als Mozart,

Ed. Thny, Simplicissimus.


Unrentabele Straussenzucht.
Tia wenn wir drei Jahre lang kein Werk van Richard Strauss auffhren
mssen, ist es vielleicht mglich, dass wir die Gehalte unsres Personals
verbessern knnen.

Haydn, Beethoven hun voorgegaan zijn, en die zich geroepen voelen, veel
betere wegen in te slaan."
Allereerst hebben deze gewikste lui - na Lulli en vele anderen -

MUSICI

EN HUN

WERK

Hans Bhler.

73

74

MUSICI

EN HUN

WERK

Wiener Humoristische Blatter".


Manier en Charpentier.

MUSICI EN HUN WERK

Dr. Otto Boehler: Gustav Mahler.

75

76

MUSICI

EN HUN

WERK

Schnabel.
Die Ganzmodernen.
Ueberwundener Standpunkt Nicht mehr anzuhren
Es wird wirklich Zeit, dass wir uns von diesem reaktionren Wagner-klimblim losringen.
Lustige Blatter 1902.

MUSICI EN HUN WERK

77

Das gastfreundliche Wien (Floh")


Fr die Pariser Aristokratinnen war
Fr die Wiener Aristokratinen war
itn Ausstellingsjahre das Erscheinen
das Erscheinen Mr. Colonnes mit
Gustav Mahlers mit den Wiener
den Pariser Philharmonikern ein
Philharraonikern ein Werkeltag.
Feiertag.

de nabootsende muziek uitgevonden. In de opera Armida, die in het jaar


1636 geschreven werd, bestond Lulli het, stoutmoedig als alle geniale
uitvinders, twee fluiten als accompagnement van een koor van Najaden
te doen hooren, waarvan elk slechts vier noten had. De galante Mercurius
werd verrukt door den helderen
pastoralen klank van deze acht
noten op twee fluiten; En wat
beteekenen deze acht noten? c, h,
a, g, (ut, si, la, sol) beteekent:
groene, vette, bloeiende weiden,
a, g, f, e, (la, sol, fa, mi) een
beekje, dat over witte kiezels
ritselt, c, h, a, g, f, (ut, si, la, sol,
fa) een kudde schapen, a, g, f, e,
(la, sol, fa, mi) een naar den molen
gaanden ezel, g, h, a, g, (sol, sL
la, sol) versch hooi enz. De nabootsende muziek was nu gevonden.
KlliG A B T H V K .
Men liet niet na, op zulk
(Sullivan)
Punch.
een grootsche uitvinding voort te

78

MUSICI

bouwen. Zoo zette een


keizerlijk componist den
slag van Marengo op
muziek. In deze strategische compositie vindt
men eerst de Fransche
troepen op den terugtocht
tot het dorp St. Julien
(triolen c, e, g,). De
eerste consul werpt zich
den vluchtenden tegemoet (g, h, d, f, septiem
accoord driemaal herhaald). De soldaten, vol
ongeduld om den dood
van generaal Defaix te
wreken, werpen zich met
de bajonet op den vijand
(h, d, f, a moll ver-

EN HUN

WERK

H. Mayer.
Caruso und Sembrich als der hungrende Poet und die
schwindsiichtige Mimi in la Bohme.

Jean de Reszke (Interviews fantastiques par Xanrof et Bac).

MUSICI EN HUN WERK

minderd
Een
duidelijk
Als een

79

septiem accoord arpeggio langs de gansche klaviatuur.")


amateur meende in de stormscne in de Barbier de Sville"
het geruisch van den regen op de parapluie van Figaro te hooren.
opera-aria zou beginnen met op, de Trompet roept ten strijde!"
$er HolanD on Serlin

Die preussische Muse ksst Leoncavallo auf die Stirn.


Th. Th. Heine, Simplicissimus.

wil het publiek tegenwoordig minstens zes trompetten in de begeleiding


hooren, of het gooit met rotte appelen." De schrijver noemt dit muzikale
schilderkunst" en rekent ook den uil in de Freischtz daartoe. Hij spreekt
ook van slede-walsen, waarin men zweepen hoort knallen en schellen
rinkelen, en een stoomtrein-galop waar het snuiven van de locomotief

80

MUSICI

EN HUN

WERK

Ton van Tast in De Ware Jacob.

MUSICI EN HUN WERK

81

getrouw nagebootst werd door het slaan met een bezem op de groote
trom, en waarbij zelfs de stoomfluit niet ontbrak.

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

De muzikale Columbussen hebben," zegt hij, nog iets te ontdekken,


n.1. de methode, door muziek een philosophische of religieuze stelling,
Caricatuur

82

MUSICI

EN HUN

WERK

een debat in de Kamer, een door den mist gestoorde telegrafische boodschap, een fluctuatie op de Beurs of een mathematisch probleem uit te
drukken. Het zou gelukken, als er niet een klein bezwaar tegen was, n.1.

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

dat de muziek, die alles zou willen uitdrukken, ten slotte alle uitdrukking
zou verliezen."
Een prent van E . T h n y in den Simplicissimus zinspeelt er op, dat de
werken van Richard Strauss aan de concert-ondernemingen geld kostten
en laat dus raden dat hij wel officieel erkend, doch niet populair was of
is. Unrentable Straussenzucht" is de titel de fokkerij van den struis-

MUSICI EN HUN WERK

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

83

84

MUSICI

EN HUN

WERK

vogel rendeert niet, een van de vele toespelingen op zijn naam, die wij
bij de wals-componistenfamilie zoo niet tegenkomen.
Wij treffen nog verscheidene Hollanders aan door landgenooten

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

geteekend, in de Ware Jacob en elders. Strawinsky de groote Rus,


geteekend samen met Picasso, door Jean Cocteau, den dichter, een paar
niet malsche schimpscheuten op Mascagni, den componist van de
Cavaleria Rusticana, en op Leoncavallo, den componist van Paljas, terwijl

MUSICI

EN HUN

WERK

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

85

86

MUSICI EN HUN WERK

deze reeks besluit met enkele van de als briefkaarten uitgegeven caricaturen van Duitsche musici.
Voor wij van de personen der componisten en musici afscheid nemen,

W. Mengelberg, door Joh. van Heil.

haal ik uit de straks genoemde Naturgeschichte des Musikanten" nog


een paar anecdotische bijzonderheden over componisten, die, als ze aan
caricaturisten bekend waren geweest, deze zeker genspireerd zouden hebben.
A l s ik lieg, lieg ik in commissie-

Jo Spier in de Telegraaf.

88

MUSICI

EN HUN

WERK

MUSICI EN HUN WERK

Ton van Tast, in de Ware Jacob.

89

90

MUSICI

EN HUN

WERK

E . Burkard.
Verlag Breitkopf und Hartel, Berlin.

MUSICI

EN HUN WERK

Caruso door hemzelf.

jjPP^^^^^

91

Albert Engstrm.

Frederic Lamond.

Ernst Polak.

92

MUSICI

EN HUN

WERK

Dr. Otto Boehler: Messchaert en Rntgen.

Dr. Otto Boehler: Mascagni.

MUSICI

EN HUN

WERK

Dr. Peter van Anrooy


Ch. A . Cocheret, in De Vereenigde Tijdschriften
Caecilia" en Muziekcollege".

93

94

MUSICI

Gluck zocht, o m zijn


wereld te verplaatsen, de
werd zijn piano gezet en
Cimarosa daarentegen

EN HUN

verbeelding naar
eenzaamheid op
o m hem heen
toondichtte het

Julie de Graag.
Ernestine Schumann Heink.

WERK

Tauris, Sparta of de ondereen uitgestrekte weide. Daar


eenige flesschen champagne.
liefst te midden van rumoer.

Caran d'Ache.
Mascagni.

Omringd door vroolijke feestvierende vrienden schreef hij zijn opera il


matrimonio secreto."
Haydn liet zich eerst kappen en friseeren en trok zijn beste kleeren
aan. Hij stak ook een ring aan den vinger dien hem de groote Frits had
geschonken.
Rossini kon het niet uitstaan, dat men zijn werken voor hem zong.

MUSICI EN HUN WERK

Max Kloos.
Ch. A. Cocheret, in de Vereenigde Tijdschriften
Caecilia" en (Muziekcollege".

95

96

MUSICI

EN HUN

WERK

Evert Cornelis.
Ch. A. Cocheret, in de Vereenigde Tijdschriften
Caecilia" en Muziekcollege".

MUSICI

EN HUN

WERK

97

E. Burkard.
Verlag Breitkopf und Hartel, Berlin.

Caricatuur

98

MUSICI

EN HUN

WERK

Busoni.
E . Burkard.
Verlag Breitkopf und Hartel, Berlin.

MUSICI

EN HUN

WERK

Verlag Breitkopf und Hartel, Berlin.

99

100

MUSICI

EN HUN

Ysaye.

WERK

E. Burkard.

Verlag Breitkopf und Hartel, Berlin.

MUSICI EN HUN WERK

Pablo Picasso en Igor Strawinsky.

101

Jean Cocteau.

Men verveelde hem geducht, inplaats van hem een genoegen te doen, als
men te zijner eere zijn muziek uitvoerde. Hij componeerde uiterst gemakkelijk en vlug, te midden van bezoeken, feesten enz.
Meyerbeer schiep het liefst bij foeislecht weer, als de wind huilde, de
regen in stroomen neerstortte en de donder ratelde. Dit is wel geheel de
romanticus!
Een woest ruiter reed Parijs binnen en stortte zich met paard en al
midden in de groenten- en vischmarkt. Groentenhandelaren, vischventers,
marktmeesters, politie-agenten, alles schreeuwde door elkaar. Het was
Auber, die aldus de motieven zocht voor het marktkoor in zijn Stomme
van Portici."

TOEKOMSTMUZIEK
ij de satire op componisten en hun muziek, die zoo duidelijk de
en vooroordeelen doet uitkomen van den gemiddelden
tijdgenoot, komt vanzelf de gedachte aan de muziek der toekomst bij ons
op. Hoe hebben musici zelf, en hoe hebben anderen zich die voorgesteld?
Op het eerste deel dezer vraag geeft een kort geleden gepubliceerd
interview in de Telegraaf ons een antwoord. Een zeer jong Hollandsch

B opvattingen

Toekomstmuziek.

Alexander Verhuel.

componist, die te Parijs vertoeft, geeft er zijn plannen die, trouwens op


zeer bescheiden wijze, uitgevoerd zijn bij een vertooning van het Amsterdamsche studenten lustrumfeest in 1927.
Gebruikt u nieuwe mechanische instrumenten, zooals die vliegtuigen,

TOEKOMSTMUZIEK

103

die pas te Keulen door verschillende schroefsnelheden een soort lucht-choraal


verwekten, waarmee de hemelsche Bach ongetwijfeld zou hebben gedweept ?
M Neen, nieuwe muziekmotoren te gebruiken om oude muziek te
wekken zooals ook de futuristen doen, lijkt mij volmaakt idioot.
Het zit ' m niet in de instrumenten, maar in de muziek. K o n ik de geluidsensaties wekken door
bestaande instrumenten,
dan zou ik er geen oogenblik aan denken, het bestaande arsenaal uit te
breiden. Waar hun klankkleur-gamma echter veel
te beperkt is, zie ik mij
genoodzaakt, nieuwe geluids wekkers te gebruiken
en mijn keuze viel allereerst op de werktuigen
die ons dagelijks o m - ringen. Naast de oude,
gevoelig - potische m u ziek, door een gewoon
orchestje opgeroepen, w i l
ik bijvoorbeeld ergens een
stukje gestyleerd groote
stadsleven geven als in
ver gedempt
rumoer:
welnu, dan gebruik ik,
TW.1*
behalve de accessoires
George Cruikshank 1845.
der oude jazz-batterij: als
klaxons, fietsbellen, autotoeters, ook stofzuigers, vliegenklappers, poltiefluitjes en een gorgelend, rochelend menschenkoor. Het moderne treinrythme wordt opgeroepen door toonlooze bastuba's en schoksgewijs
puffende koolzuurcylinders. Een haven vol toeters en krijschgeluiden ontbloeit
nu uit eenige goed-afgestemde grasmaai-machines en sirenes, terwijl het
zaken-rythme van een modern kantoor vanzelfsprekend door rap-babbelende
en tinkende schrijfmachines kan worden onderstreept."
T o n van Tast heeft in De Haagsche Post" de consequentie van deze
muziek uitgebeeld.

104

TOEKOMSTMUZIEK

Ik hoop dat de lezer om deze muziek van de allernaaste toekomst niet


heeft geglimlacht, en zijn vroolijkheid heeft bewaard voor de futuristische
fantasien der eigenlijke, bewuste caricaturisten. Mij doet de beschrijving
van zulke muziek denken aan de beeldhouwkunst (ik weet niet of ze een
naam had) die wij wel op de tentoonstellingen van de Onafhankelijken
zagen, en waarin echte stroohoeden en parapluies werden verwerkt.
Maar zijt gij niet bang" vroeg de interviewer, die niet op zijn mondje
gevallen was, in hopelooze nabootsing te vervallen, een euvel,
waaraan zelfs Honegger in zqo
locomotief niet is ontsnapt?"
Ik gevoel dat gevaar heel
goed, maar ik heb steeds getracht,
styleering te geven in plaats van
lagere imitatie."
De interviewer is zelf, en
niet zonder ironie, aan het fantaseeren gegaan, en voegt hier
aan toe: Verbeeldt je, dat je
101 maten moet uittellen want
de heksentoer der muziek schuilt
vooral in de rusten en te vroeg
of te laat de kraan van den koolzuurcylinder opendraait of in het
geluidenkoor niet op 't suprme
moment de maag-oprisping in
cis-mineur weet te leveren!
J.'J. Grandvlle.
Maar aan den anderen kant is
w PPn W 1 P rmt dat ie van trillende vingers of hokkenden adem" bent
verlost. Onze instrumenten zijn hopeloos verouderd. In deze eeuw der
electriciteit kan je op honderd mechanische wijzen toon wekken, veel
precieser en zuiverder dan de oude handarbeid dit vermag."
Indien nu deze futuristische muziek, die in 1927 althans op papier
verwezenlijkt is, spoedig ingang zal vinden, dan zal het te belangwekkender
zijn, dat iets dergelijks, evenals de gramofoon en de radio, door de
caricaturisten lang vooruit voorspeld is.
Misschien zouden er nog vroegere voorbeelden te vinden zijn, maar
de eerste fantasien van dezen aard vond ik in den tijd der romantiek, en

TOEKOMSTMUZIEK

105

wel om en bij 1840. Daar is, betrekkelijk eenvoudig, Daumier's Musique


pyrotechnique, charivarique et diabolique" waarbij zijn bekende oplichtersfiguur Robert Macaire en diens handlanger Bertrand voorgaan. Macaire,
kapelmeester, zal op het critieke moment een kanon afschieten, dat dus
tot muziekinstrument is gepromoveerd, en Bertrand slaat met een hamer
op een blikken emmer. De rest is een gewoon orkest.
Van 1845 dateert een teekening van George Cruikshank in zijn Table
Book," waarin men een Concert Monstre ziet voorgesteld. Hier is nog
niet aan electriciteit gedacht, maar aan stoom als beweegkracht.
Een regiment musici
is gevestigd in een
orkest dat den omvang
heeft van een kamp,
in een veld iets kleiner dan Hyde Park.
Elke trom is even
groot als het Heidelberger vat en er is een
viool zoo groot, dat
vijf man noodig zijn
om ze te bespelen (op
de prent ziet men den
strijkstok aan veer en
door stoom bewogen).
Zukunftsmusik.
Zwitsersch 1869.
Een geleider reguleert
het musikale kanon, en de heer Donnerblitz speelt op een stoommachine in
den vorm van een piano, die een wonderheerlijk effect bereikt in het Hagelsteenkoor." Een pedaal staat in verbinding met de veiligheidsklep en het
ontsnappen van de stoom is zoo precies geregeld dat men de hagelsteenen
vijf mijlen ver heeft hooren vallen. Maar luister: zij zijn begonnen de
Megatherium Quadrilles" te spelen. De aarde schudt als een schaal
blancmang, de lucht vibreert als de golven van een tooneelzee, de boomen
beginnen te balanceeren met de huizen, lantarenpalen en pompen komen
en gaan alsof ze op een partij waren Monster-concerten zijn zeker de
kolossaalste dingen van den dag, maar zij hebben kolossale componisten
noodig om monster-muziek te verschaffen. Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, massamoorden hebben allemaal afgedaan; er is nog maar n
onderwerp dat een Berlioz zou kunnen inspireeren tot muzikalen chaos en

106

TOEKOMSTMUZIEK

Toekomstmuziek, door J. Holswilder 1885.

de ware pozie der disharmonie, en wel een symphonie die de opening


van het Iersche parlement zou tot uitdrukking brengen."
Ongeveer uit den zelfden tijd is Grandville's album Un autre Monde,"
waarin allerlei wonderlijke, soms wat ongure fantasien voorkomen. De
Setcnbtgc {Roten.

SBHc bcr ittttge Sumponifi 3od)ori )um fymuttljcma ftiner ntueftcn Opcr ectommtn i[t

Adolf Oberlander, Eliegende Blatter.

TOEKOMSTMUZIEK

LES

BRIMTEURS :

MUSIQUE

FUTURISTE

has$e flont rorific est Rouronn d'un puissant ventilateur. Cette norme machine peut felre mibe en mouvement 03 r un en ram de " HITS

*ar lp ayateme dr la SCIP i rubap ont manceuvres les mstruments * cordcs L'n frein *uiomitn<ju' oe.tnei

nfiv HO aimplc *lecirit!itrD met en -njrcAc *onw > baltePK La grosse caisae at frppt.-e par -in marteaa de cinq -oanei et imile, a s'y
(OeoreBarr-, (t bruit du tonnern- l'ouie la oatterie deoae l unprasaiOQ d (a pBift noten W lampeae *JH courant -lectriqu sur fes eymbales
produ'f tei 8iJ*rB AJouions. pour lerflitnei. vut i succesaeure de Qsunod 4e Beihoa. 4 SMDt-Sif na. o auront olus besoin d'aller a s
Cnservto,r^ 4 Mueiqsa. maia au ContcrvaioTf des A T C W Meiiera.
W M I 4e J.-i. l o n u i .

107

O
00

O
O

q
-Ni

Ton van Tast in de Haagsche Post 1927.

TOEKOMSTMUZIEK

109

muziek is daarbij niet vergeten. Op de prent ziet men een soort gramofoonachtig instrument, op pooten en met een boos oog, dat met een brandende
lont wordt aan den gang gebracht. Uit de vensters komen reusachtige
ooren luisteren naar de muziek die eraan ontspringt. Het instrument heet
ophicleide." De ooren van verschillende liefhebbers werden er door
verscheurd, andere zijn gewond door de botsing van den sleutel van fa
met den sleutel van sol.

SCIENCE
D

T l N

""

APPLIED

TO

ART.

IJTERESTINO TOmco CORATE WHO LODGES NEXT DOOB.

George du Maurier, Punch 1871.

In de Rire" van 1918 vond ik een serie van drie teekeningen- Les
Bruiteurs, Musique futuriste" waarin de electriciteit den handarbeid" geheel
heeft vervangen. De enorme machine die de koperen instrumenten bespeelt
kan in beweging gebracht worden door een kind van vijfjaar. Een enorm
lint haalt de tonen uit de snaarinstrumenten. Een automatische rem bezorgt
het pianissimo, en de versneller het fortissimo. En enkele electricien
bedient de geheele batterij. De donder en een hevige storm kunnen bednegehjk worden nagebootst. De musici gaan voortaan niet meer studeeren

110

TOEKOMSTMUZIEK

op het conservatorium voor muziek, maar op het conservatorium voor


kunsten en bedrijven.
V a n politieke toepassing is de prent Toekomst-muziek van Jan
Holswilder, waarin minder de fantasie dan de uitdrukking van het geweldige lawaai, mede-veroorzaakt door zuigelingen-kelen, ons treft. Dan is er
nog die Italiaansche grap, waarbij de noten woorden vormen. Maar een
geheel origineel denkbeeld is dat van Oberlander in een oude Fliegende
Blatter, waarbij wij den jongen componist genspireerd zien door de vogels
lu( er g ! ( t t r i n t a t S ; U u e | t e t l u n g .

Sin rrauftiDaljer pet

elepljun

Adolf Oberlander, Fliegende Blatter 1887.

die zich op telegraafdraden zetten. Hier ontstaat dus niet de muziek uit
het brein, het gevoel, de verbeelding en zelfs niet uit de herinnering van
den musicus, maar uit een toevallige combinatie van noten, een notenschrift gecopieerd van musschen op telegraafdraden! Ligt in deze stoute
verbeelding niet een prachtige parodie op alle louter cerebrale kunst, die
buiten het gevoel om ontstaat, op alle experimenten die niet door noodzakelijkheid worden geboden, op alle wankunst die bij het verkeerde einde
begint ?
Maar de vraag: heb je 't ooit zoo op de viool hooren spelen?" schijnt

TOEKOMSTMUZIEK

111

minder zin te hebben nu ook in de muziek niets meer onmogelijk kan


worden geacht.
Wij vonden dus om even te recapituleeren het zoogenaamd
verband tusschen klank en kleur reeds in de 18^ eeuw gehekeld door
Hogarth, de nabootsingsmuziek (met de gebruikelijke, traditioneele instrumenten) aangetoond en becritiseerd in de Naturgeschichte des Musikanten"
van 1842, de mechanische muziek (door stoom en electriciteit bewogen)
in 1845 en later, die, welke door voorwerpen" wordt gewekt eigenlijk al
in de Middeleeuwen, en door Cruikshank en Daumier met hun kanonnen
en blikken emmers, en nu laatstelijk de averechts ontstane muziek (die
ongetwijfeld ook toekomst heeft - misschien maakt de componist op de
prent nog school) door Oberlander. Is de fantasie dus al niet vreemder
dan de werkelijkheid, zij is haar niet zelden geruimen tijd vr.
Ten slotte een huishoudelijk voorproefje van de radio. De dochter
van een geneesheer houdt haar vaders stethoscoop tegen den muur om zoo
den zang van den aangebeden domin daarnaast te kunnen hooren. En
een andere profetische voorstelling door Oberlander, in 1887.

ORKEST, STEM E N INSTRUMENT


Das ist ein Floten und Geigen,
Trompeten schmettren drein,
Das ist ein Klingen und drhnen,
Von Pauken und Schalmein
Dazwischen schluckzen und sthnen
Die lieben Engelein.
Heine: Lyrisches Intermezzo.

et moet voor den musicus een gewaarwording van bijzonderen aard


zijn, te zien, hoe de kunstenaar met en voor het oog, hem, den
kunstenaar met en voor het oor, weergeeft. Niet altijd een streelende
gewaarwording. De caricaturist vooral,
die er toch al niet op uit is-te vleien,
zal den zanger, den instrumentalist,
den dirigent vaak minder aangenaam
verrassen door hem te doen zien
hoe hij er uit ziet bij de uitoefening
van zijn kunst. Hij is hier meer dan
ooit een enfant terrible," ja hij profaneert, want in stede van alleen
de schoone klanken op te vangen
en te genieten die uit den geopenden
mond komen, beziet hij dien geopenden mond zelf critisch. Bah, wat
is ze leelijk als ze zingt!" zegt Nurks
bij een concert, en de caricaturist,
die hier machtig veel op een artistieken Nurks gelijkt, zegt het, geestiger, meer wetenschappelijk verantPier Leone Ghezzi.
woord, van bijna alle zangers, van
de schoone jonge vrouw en van den ouden man zonder, of met valsche
tanden. Voor hen, die al die oogen, gericht op den dirigent van een

ORKEST, STEM EN

INSTRUMENT

Simplicissimus.

R C a l d e c o t t

Caricatuur

113

c. J. Travies.

CJ.Travis.
8

114

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

koor, al die monden die zich openen en sluiten aanziet, biedt de zang
weinig illusies maar toch hoe interessant is het schouwspel, hoe

Silhouetten. M. von Schwlnd.

Sextett-Horn.

Sax, Kladderadatsch.

karakteristiek zijn al die bewegingen! Misschien is een gelaat nooit zoo


goed te kenaen, geeft het zich nooit zoo onbewust zooals het is, als bij
het zingen tenzij dan in den slaap.

H. Daumier.

H. Daumier.

En dan het instrumentaal orkest! De bespelers der blaasinstrumenten


vooral vergasten de beschouwers op de zonderlingste gelaatsverwringingen.

ORKEST,

STEM

EN

Sanger.

INSTRUMENT

115

Ed. Thny, Simplicissimus.

116

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

Die van de koperen instrumenten blazen de wangen op en zuigen ze weer


in met alle gevolgen van dien. Washington Irving beschrijft in Old
Christmas" een klarinet-bespeler, die een wijkend voorhoofd en een wijkende
kin heeft, en seemed to have blown his face to a point." De verschillende
grappen op instrumenten, van de stem af tot de groote trom toe, (waarbij
de speler gewoonlijk er het impassibelst uit ziet) behoeven alweer weinig

SUBSCMPTKW CONCERT, ASSEMBLY ROOMS

Th. Rowlandson.

verklaring. Het is curieus dat zoowel de gracieuze Engelschman Caldecott


als de Beier Oberlander de volgende anecdote hebben gellustreerd:
De bespeler van de trombone is op een feest genoodigd, hij weet nu
een vriend over te halen, zijn plaats in het orkest waar te nemen.
Weliswaar kan deze vriend absoluut niet spelen, maar dat hindert niet.
Hij moet maar doen alsof, er is immers nog een trombonist, en in een
groot orkest zal dat niet worden opgemerkt. Als het zoover is, blijkt het
echter dat de andere trombonist ook een remplacant is: beide blazen uit
alle macht met het begrijpelijke resultaat.

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

jjbie (nqcl, bic nemtcn 9 fittnttftfreuby'sV. "-"


gi< Seufrt/'We ttainets ^ttcnletb, <-?4>
r> Sciifdwtt, bic nennen e i . . i . , Jbi,. iebe."
i

117

ORKEST.

118

STEM

EN

INSTRUMENT

Sm Saiibourg Saint 5)aii: ,, Magali, ma bion-amo layons tons doux BOUS la rame .

400. 6. 8cojii)re

8'3ttn(lrotin-

l8

97.

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

119

Een instrument dat bij ons zelden wordt bespeeld, maar dat in
Schotland nog altijd populair blijft en zelfs zeer gerespecteerd als iets
nationaals en traditioneels, is de doedelzak. Het is niet bepaald salonfahig,
BHgotrlianben

tsenn ma' Secs Ding net 'rausfcrdctit'I"-

Adolf Oberlander, Fliegende Blatter.

en de gastvrouw van een musicale soire is dan ook niet zeer gesticht
(op de prent van Charles Keene) als een van haar genoodigden er mee
komt opdagen! De teekenaar van deze prent, een der grootste Engelsche
illustrators, bespeelde zelf den doedelzak bij voorkeur. In R. L. Stevenson's

120

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

" T H E TWO TROMBONES."

IL^Caldecott.

G. Cnrikshank.

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

The yawning-concert 1786.

121

122

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

Ein so schweres Instrument muss mer zeitig anfange


zu Schudiere.
Dsseldorfer Monatsheften 1853.

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

llnfcfilbans

IR U tel

123

1.31

iLUirum blaf'ft $)u cnn gat foroufjiifinnty?" , j u


rovtfet Du. mem )au3bcrr roiH and) DIU bem 3ie( ntctjt aufl
^ictjcn (affen
ben roodru rott fd)on mrb tna(bm!"
W. Spitzer, Fliegende Blatter.

ORKEST,

124

STEM

THE

EN

INSTRUMENT

COMMISSARIAT.

Our BandmasUr [l Purveyor of Refrtshmtnts). " W E


WITCHE8,

MARM I

THBM

HAM

OIES

MAKE

THB

MUST B I T

MEN'S

Lira

BEEF

THAI

SAKO.

GREASY,

T B E T OAU'T BLOW 1"


Ch.

Keene, Punch.

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

Hollandsen Concert. Japansche prent.

Klarinetten Schule.

Dsseldorfer Monatsheften 1852.

So du a blasen willest, bringst du zuerst das Instrument in seine gehorige Lage, dann blast du in das Mundstck und lasst die zwei letzten
Finger der rechten Hand los. So du d blasen willst, bringst du wieder
das Instrument in seine gehorige Lage, dan blast du in das Mundstck
und lassest die drei letzten Finger der linken Hand los. So du nun
aber das tiefe g blasen willst, lasst du alle Finger los und tutest recht
vernehmlich und mit vollem Atem.

125

ORKEST,

126

STEM EN

INSTRUMENT

" WIND !
BfiOWN H A V I N O NQTJARDEDLY C O N F E E S E D TO B S I N O H O S I C A L , B I B F R I E N D WiFFLBB O P F R H S TO C O M E A N D B R I N O T&TtRE O T H B B
F E L L O W B , A N D P L A T S O M E B E A U T I F U L F L O T E Q C A B I E T B W B I B ROOMS.
Fooi B R O W N B A T S B B K E V E R S A T F O B H O O R ia I O H A
TBOBOOOB D B A D O B T I N BIB L I F E . ' "

Mrs.
(FILOM

WBSE

FAMILY BHE

Jingleton,

Learning

that

Young

M'Skirlygy

R E C E I V E O BUCH P U L I T E V E S S W H E N B B E W A S I N T H E H I G H L A S D S )

W A S I N T O W B , A N D S A V I K O H B A B D SO

U L ' C H O F B I B P L A Y I N O , AfcJLB B I B TO ONE O F H E R LlTTLE P A R T L B S FOR C L A B S I C A L M U S I C , AND B O P E S H E WILL * 0 & U O E *


E V E M I N G . H A ! H A ! S B E DIDS'T KMOW WUAT-HLS INSTRUMENT

DURING T H E

WAS '

Ch. Keene, Punch

ORKEST,

OUR

STEM

EN

CHRISTMAS

The Rector [who condttcts tJu RehearsaT\. "SPPOSE W E TBT


BAB

BEHIND

IN T A E I N O OP

T O D B POIHT.

OH

CONCERT.
T H A T MoVBMBNT A O A I N !

D B A R ' Y O U ' B E HOT OOINO,

UT. FootUs {OUT Flaulo Sieondo, kufftd). " Y E S S I R .

127

INSTRUMENT

MR.

FOO

X THIKK, MB.

F O O T L E S , TO

WEBE HALF A

"

Y O U ' R E BO P E R T I C ' L A K ' B T A L F A B A B ,

I SBA'N'T JINE THB S'CIETY!

>"

DETECTED.
Pmt

Viplin (afltr Iht Quarlellc m C Major unsatisfaclonj somehow).


'

WBOHC I

T H is C O N F O U H D E D T K A - K E T T L E ' S B E E N

" H D L L O I H A R K ! T H E R E I

SINOING B

FLAT AAL TBE T I M E

KNEW

TIIEBE

WAS

BOMETBIHO

I"

Ch. Keene, Punch.

128

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT,

SirtuofensZoilcitr.

D f u j i t b i r e c t o r : ittc, crr oon ^eptnt, beeilen


S i c ftd), ba SJJubliium oirb ungebulbig." H M r t u o s .
3d) bin gleid) ba. 3d) mu|j nur nod) meine ioilette in
U n o r b n u n g bringen."
Fliegende Blatter.

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

Les artistcs incompris.

Caricatuur.

129

Gustave Dorc.

130

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

Kidnapped" komt een duel voor tusschen twee helden, behoorend tot
twee vijandige clans", op den doedelzak, het wordt ademloos gevolgd en
brengt den overwinnaar groote eer.
$ t r tpautift.

9Beitau bet orjjte (Muller ift


SBon aden (Mnfilern
lier $autijl

I (Srfl mit bem SdjuTW reditl licrum


I Stimmt er Die ?!aulen bum, bum, 6um.

o pauit er nun in grSfjtcr (jifje.


$en lid" nad) be aftirflorW pifce.

Unb fmmt bie GScnbe onmnrfdiirl


ttr idjnell bie tleine rommcl ri'rt)rt.

ie aro&e Srommel unb gineOen


S9ri onbtrn roiebtr j a n nnb ftw
Sinb iDirfungSiwu on mandKn Stellen. $ a tippt er onfs riaiuprin.

Wcimmblfjc aud) nforbcrl uiel


" o s oflertiebfle iOtfcuJuitt

Wit 'nmburin unb iraftuiUietttn


ftilft cr bem rttt n.uD ba aUrtten.

tlitb .\>J) Mtfannr btetbt feut OVnic


D<nn lauten 3?eifall Iriegt er nie.

Fliegende Blatter.

Uit George Cruikshank's ets Vauxhall Gardens by day" kan men


zien hoe een kapel er in 1837 uitzag. Ook hier is fijn geobserveerd hoe
de zangers van het duet zingen en voordragen, zooals ook de mimiek der
orkestleden er overtuigend is weergegeven.

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

131

Waar de musicus even als de tooneelspeler, zich in persoon bij zijn


werk vertoont, is er altijd aanleiding en gelegenheid tot een directe
persoonsvereering. Is hierop de caricatuur niet weer een heilzame correctie ?
vUottie.

91. ,95Bt> ift Detentie C itomoeiet *' L. Meggendorfer.

i: ierr

Fliegende Blatter.

Bij een ander onzer karakteristiekste prenten door den zeer fijnen
Punch-teekenaar Charles Keene (men lette op het schraal, armelijk figuurtje
van den kapelmeester in zijn kalen rok) vernemen wij, dat het voor bespelers

Cham.

132

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

Kunjlenftjuftaamua, obtt: J&at tmi lodu.

TJer XHrtuos ara Sd;lu bts oncertes, unb


D

Oatjctm.

A. Oberlander.

Fliegende Blatter.

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

Francisco Goya: Bravissimo !

133

34

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

Musicalities.

'.'nrrJieure sendanl ie aouper donn a Panlagruel par la rein de banwraolt.

G. Dor.

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

Carclcss

Trap-Drumtiicr:

CONTOND

IT!

CRACKED

THAT

COCOANUT

SOUNDS

135

LIKE

AGAIN 1

THE COUTOSEB CETS INSriBATIONTOKSOME JAZZ

MUSIC

Life, New York.

IT*S

136

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

- Hou l'lnstam n o m lH ot jou qut do Beetiiover.


HeurtiuPernn av'0 RSI m a n
Oeenir de >
1

ORKEST,

STEM

EN

INSTRUMENT

Jazzband.

CASTING
-

137

a n

PEARLS.

PMlisttne {v ho hal been dragged y wi/e lo Jaez-tca-ehop). W H A T U IT T H B Y ' B K T R Y I N O 1 0 p i A Y


Uodm Wif.. " O H . Y O O W O U L D H ' T B E A M Y T H E W H B B - H O T H W O O U T O P ' T H E B O B E M I A N G l B L . '

DBAB7-

Frank Reynolds, Punch.

138

ORKEST,

STEM EN

INSTRUMENT

van blaasinstrumenten raadzaam is toe te zien wat zij in de pauze gebruiken. Zulke aardigheden, vooral als zij, zooals deze, goed gellustreerd
zijn, beteekenen iets meer dan losse grappen, ze onderstrepen den humor
van het onderwerp.

H. M. Bateman.
Maestros: The Impressive. Rachmaninoffs Prelude.

Een entrefilet in de Assiette au Beurre van 1901 (met een onbelangrijke illustratie, die ik dus weglaat) verraadt wat velen onzer misschien
vergeten zullen zijn, n.1. dat het meespelen van vrouwen in orkesten nog
niet lang usance is:

ORKEST STEM EN INSTRUMENT

139

Men zal zonder twijfel, weldra vrouwen zien onder de musici van
de orkesten. En deze nieuwe executeerenden zullen zich niet langer vergenoegen met op de harp te tokkelen of viool te spelen. Zij zullen de
koperen instrumenten ter hand nemen en zelfs niet voor de groote trom

Maestros. The Unemotional. Bach's Italian Fugue.

H. M. Bateman.

terugschrikken. In Engeland worden zij reeds toegelaten in de orkesten en


de troepjes die op de openbaren weg spelen.
Maar de musici slaan dit indringen niet met de gewenschte koelbloedigheid gade. De professioneele naijver doet hen de meest elementaire

140

ORKEST, STEM EN INSTRUMENT

H . M. Bateman.

The Accompanist who did her best

ORKEST, STEM EN

INSTRUMENT

Unsereinen strt die Jazzband nicht: Wir sind an schlimmere GerSusche gewhnt.

141

ORKEST,

142

STEM

EN

INSTRUMENT

Boy (showing

home-made

fidclle).

"Look what I, ve made, Daddy".


Daddy.

"Very nice. Where did you

get the string trom".


Boy. "Out of the piano, Daddy".

Wolf.

Oud-Holland op zijn fleurigst.


Tentoonstelling, 1895.
Antoon Molkenboer, in de Kroniek".

ORKEST. STEM EN INSTRUMENT

143

regelen van de galanterie vergeten. Zij toonen zelfs niet, tegenover de


vrouwen, die onder hen willen plaats nemen, hun gewonen eerbied voor
narmonie en
dreigen
haar
zelfs met den
dirigeerstok.
Pour des
musiciens, c'est
doublement
perdre
toute
mesure."
Hoe kort is
het dus eigenlijk nog geleden, dat iets
voor ons zoo
gewoons en redelijks als het
meespelen van
een vrouw in
een orkest, nog
ernstige tegenkanting vond.
Het is nog
pas enkele jaren
geleden, dat wij
voor het eerst
ik geloof niet
dat van een
Elchanon Verveer.
eigenlijken jazzband toen nog sprake was den orkestleider-violist zijn geestdrift en
temperament zagen toonen door een groote bewegelijkheid, danspassen,
lichaamsverwringing en gespring, gevoegd bij een stereotypen glimlach.
Het was de inleiding tot de thans overal aanwezige negercultuur.

MUZIKALE SMAAK, CONSERVATISME E N


MODERNISMEN

e muzikale smaak van dezen tijd" zoo heet een Nederiandsche spotprent op de slechte muziekuitvoeringen in den Hoogduitschen schouwburg, die zoo ongeveer van 1800 moet zijn. Het is een zwakke teekening,
maar duidelijk genoeg in de toespeling. De weegschaal, zoo dikwijls op
spotprenten gebruikt, moet hier ook aangeven wie het zwaarst weegt, het
zijn Handel en Mozart. Op de wipplank ziet men hoe Don Juan en
Figaro dalen en een man met een trompet als symbool van wufte muziek

Spotprent op de Muziek in den Duitschen Schouwburg.

MUZIKALE SMAAK

145

.ie mfiffen meine bmtfjonie ,8od)en bes SttigeS' ijren! Sa finben @t>
Sr^IingSfiimmunfl! Skn ganjen 3Mt)tna ooit ben jatten 6ntn
frtjlingatjnenber kUcbert Bi* jum blaten unb blatterfatten Gt)or bcr SWattfifet"
R. Wilke, Simplicissimus.

Caricatuur

10

146

MUZIKALE

SMAAK

i Melange vic nicht ta cbnarcbrit etire Stucfenniarffchwtrbfi'icbttQeii


uiit L\vi ettioS ijiicffffranfen nuififalifcb ocrfdjiebcittltcl) roicbcrgcbcij
jimcit. ttbc ich ftitSkM MswmsiMi lt Ukm" . -:jMM
Simplicissimus.

bij gebrek aan zwaarte de hoogte ingaan. Zoo begrijp ik het tenminste.
Op de gewoonte om van een of andere mode gebruik te maken bij
het geven van een titel aan een compositie wijst een andere Hollandsche

MUZIKALE SMAAK

147

teekening, die een componist voorstelt, bezig aan het componeeren van
een Klaasje Zevenster-marsch in de dagen toen dit boek van van Lennep
furore maakte.
De neiging om de tonen der muziek in verband te brengen met
kleuren, door Hogarth reeds gehekeld, is in later dagen natuurlijk terug-

Jean Cocteau.

Expressionisme.

gekeerd en door velen afgekeurd. O f ze nu zoo geheel verwerpelijk is,


laat ik daar, maar de sensaties zullen toch wel zeer individueel blijven en
derhalve in het verkeer der menschen onderling onbruikbaar. Wij kunnen
begrijpen wat een donkere klank beteekent, maar niet bij alle hoorders zal
het bij dezelfde tonen groen en geel voor de oogen worden.
Zoo is het bij elk gezocht verband tusschen de dingen die men ziet

148

MUZIKALE

SMAAK

en de dingen die men hoort. Wanneer wij van een donkere stem spreken
en bedoelen daarmee een lage stem, dan is het verband niet direct, want
vermoedelijk zijn het niet onze zinnen doch is het ons verstand dat de
associatie tusschen laag en donker maakt, omdat wij weten dat het in de

Tonmalerei.

R. Wilke, Simplicissimus.

Bei meiner F-dur Paraphrase muss der Hhrer die Empfinding haben, dass ihm eine bleiche
Frau mit einer lilafarbigen Handschuh ber den Nacken streicht.

laagte donker is. Zoo zijn raffinementen van dezen aard over het algemeen
meer cerebraal dan zuiver artistiek, en mij dunkt dat men dit in zoo veel
gevallen van het z.g. expressionisme zeggen kan, waarbij maar al te dikwijls
de ontroeringen, die men door impressies onderging, met verstandelijke
middelen worden gemaakt. De teekening van Cocteau Expressionisme" is
in zooverre goed, dat zij zelf expressionistisch is, d.w.z. geen indruk weergeeft, maar een idee vertolkt, maar ik kan in de figuur van den man die
de voeten van de menschen
achter zich schijnt te bekijken,
eigenlijk niet het beeld van het
expressionisme zien.
Dor neemt het in zijn
fraaie krabbel voor Branger
op, die zijn werk hoort verG. Dor. knoeien bi] het zingen.

DE KEERZIJDE
ndien al moet worden toegegeven dat de muziek door den caricaturist,
* die geeft wat hij ziet en niet wat hij hoort, niet op de billijkste wijze
wordt beoordeeld en gewaardeerd, dan staat daar toch ook tegenover dat
de muziek niet altijd genot verschaft. De grappen op straatmuzikanten,

The enraged Musician.

W. Hogartn.

150

DE

KEERZIJDE

die op oefenende zangers en pianisten, berusten niet zelden op droeve


werkelijkheid. De geestige Engelsche teekenaar John Leech, die zeer nerveus
en overspannen was, had een specialen afkeer van het Italiaansche draaiorgel, waartegen hij in zijn prenten een ware campagne voerde. Op zijn

DE

Italiaansche straatmuzikant.
A. van Westerhoudt.
Caricature pittoresche, Rome 1687.

KEERZIJDE

L- Richer.

151

Spaansche reizende muzikanten.


17de eeuw

SRufttant
tde

(nadj

bem erften

einfammelnb). Sht ift fo

SlueS rein toie weggeblajen!"

Fliegende Blatter.

The Genius who was quite Human.

H . M. Bateman.

DB KEERZIJDE

By Request.

153

H. M. Bateman.

154

DE

KEERZIJDE

veel oudere prent (The Enraged Musician) heeft Hogarth de wanhoop van
een musicus om muziek en ander lawaai op straat getoond. Volgens
sommigen zou de vertoornde musicus dr. John Festing voorstellen, een
bekend fluitspeler en als leeraar zeer gezocht. Andere noemen signor
Casstrucci, een violist.
Men kan de zaak echter van een andere zijde beschouwen, en met
sympathie en meewarigheid het bestaan bezien van hen, die met hoeveel
illusies misschien begonnen, met eenig, ofschoon niet genoegzaam talent
begaafd, tot een soort paria's zijn geworden, die als weinig meer dan
bedelaars aangezien, een zwervend leven leiden.
De caricatuur heeft over het algemeen zelden den tragischen kant van

DE KEERZIJDE

155

het bestaan diergenen die geroepen zijn, maar niet uitverkoren, bekeken,
maar iets van satire is in een aardig prentenreeksje van H . Ramberg in
een Duitsch almanakje. Een musicus uit de stad ontdekt de mooie stem
van een herderinnetje, een eenvoudig landmeisje, dat door haar minnaar
alleen steelsch aangehoord, zit te zingen. Hij brengt haar naar de stad, en
geeft haar les, niet zonder zijn vrouw jaloersch te maken. Zij wordt, ook
om haar uiterlijk schoon, veel gefteerd. De acht prenten toonen haar
geheele korte loopbaan: wij zien haar debuut, dat al dadelijk een groot
succes is, wij zien hoe haar vertrek een salon wordt waar aanbidders en
klaploopers in en uit gaan, en dan, na het vierde prentje, de ommekeer:
zij wordt ziek, mededingsters komen met onoprechte deelneming zien hoe

Aus dem Leben einer Sangerin.

H . Ramberg.

156

DE

KEERZIJDE

T H E GAY NINETIES

"Du, du liegst mir im Henen,


Du, du liegst mir im Sinn.

jjf N

e w

York.

Assiette au Beurre.

DE

157

KEEERZIJDE
THE BAND

G. Cruikshank.

Robert Seymour.
A Musical Festival.
Yes, marm, it 's too fat for your stomach, Fm sure marm.

DE

158

PATERFAMILIAS

TRIES T H E COLD

KEERZIJDE

WATER

CURE

IM

A CASE OF ORGAN-GRINDIHG

John Leech, Punch.

" Prevention's
jeamei(u(U)).

Better

than

" H E M H E R E - H E R E ' S THE SHTLLIN' !

Cure."

Q O T C K Q O I C I O n W I T S TOC I "

Qerinau Lmpoator [afcclino concern). " D E R E l i S O M E VS i L L l "


Jeamaa

"WELL,

KOT J U S T V E T )

B U T I H E R E P&ECIOO BOON W L L L B E , I V YOU D O K ' T K K O C K

OFEI"

Ch. Keene, Punch.

DE

KEERZIJDE

159

tf.,rv*cbd- ober!
i.

5. t>. 9tejntccf

3bve tinimc ifl glattjcnb, grduleirt. "Xber beoor id) if <rtaojjij|


. muffcn t e mir beroeifeit, bg_ ie berett finb, fr bic SCuntl jebcft
[Opfer ju bringert."
,
'$-
Simplicissimus.

DE

160

KEERZIJDE

het gaat. Zij verliest haar stem, zij daalt maatschappelijk, zingt in een
schuur, voor een kroeg, wordt uitgefloten, oneerbiedig behandeld door brutale

- li E S Y M P H 0 N I E
Zeinung von Etidi Schtz

. . tffttritp* iv&re es gat nUM so sdileM, thn zu heitalen. -Bp: M&tn,.


' v fgr *o u/enig Oehr haf, vetbtgt ein hatmonisdies Zvsammenleigitltti

gasten, en keert eindelijk berouwvol tot den eenvoudigen herder en haar


schapen en geiten terug.
Twee zeer moderne prenten, van den Australir H . M . Bateman wel
de meest virtuose van de tegenwoordige Engelsche caricaturisten geven
andere pijnlijke aspecten van het muzikanten-leven. Op de eene ziet men

DE

KEERZIJDE

161

het orkestje dat in een restaurant, op vereerend verzoek, maar nauwelijks


aangehoord, voor de in culinaire en erotische geneugten verdiepte O.WYers
een nummer ten beste geeft.
J u niel.
<2in Bieb [diktcfit ftd) frtu, morgens in cine rr>of)nung; im Klaoieriimmcr toiH er anfaiigen . . .
6a r)5rt er Sdrritte,, bie auf t>as Simmer jufommcn. Safer) oerbirgt er
itiniet* einer [panifciicii IDanb.

jrulcin Caura l;al oon 7 bis 8 Urjt Klaoierftunbe.

Maar zelfs de kunstenaar, die


slaagt, die vereerd wordt en gefteerd, moet, zegt Bateman op een
andere prent, zich niet inbeelden
dat hij door de groote wereld als
gelijke wordt beschouwd. Hij moet
zijn plaats weten De jonge maestro, te logeeren gevraagd door de
deftige familie, en allervoorkomendst
behandeld, verstout zich, na eenig
beraad, en door de minzaamheid van
de dochter des huizes misleid, haar
een aanzoek te doen. Papa schopt
hem de deur uit en de golfspelende
broer in plus fours geeft hem nog
een pak slaag toe.
Caricatuur

Don 8 bis 9 1% bat bie 3eile Xodtter bes fjaufes


5cfangsftunbe.

Don 9 bis 10 Wir bat ber dltere Sfpt Piplinfhmbe

162

DE

KEERZIJDE
3u D i c l .

unb non \0 6is \ \ Urjt bet jngere Sptofjling 5iten(hinbe.

Sum Sdjfafie oetfammeln p * bie Brbet unb Sdireeftetn unb fb.ren ein or)ten3etteienbes
ZTiufifftcf fat iolinc, Klaoier, 518* nb etne rSefangfiimme auf. Bas balt bet Bieb nidit meb.t aus
<t ftiirjt aus (elnem Detftecf Iproor unb fditeit: Ztleinetoeden laflen S' m i * attehten aber

i)Sten 5' auf!"

A Oberlander, Fliegende Blatter.

Aber, Herr Nachbar, warum spielen Sie denn gar so jammerlich auf der Violine ?
Ach, Herr Maier, die Hermine ist mir untreu geworden.
Ja, aber was kann denn da Ich dafr?
A . Oberlander, Fliegende Blatter.

164

DE

KEERZIJDE

A . Oberlander, Fliegende Blatter.

DE KEERZIJDE

165

Het is den musicus nog steeds niet geraden, veel noten op zijn zang
te hebben.
Om terug te komen op de ergernis, die muziek den hoorder kan
geven; daar zijn niet alleen de slechte uitvoerders of studeerenden, maar
ook bepaalde soorten van muziek. Ik wil in deze volkomen objectief
blijven, en alleen een grappige beschrijving overnemen, die de Engelsche
humorist Wodehouse geeft van den Jazz-band.
A sound like a sudden descent of an iron girder on a sheet of tin,
followed by a jangling of bells, a wailing of tortured cats, and the noise
of a few steam-riveters at work, annonced to their trained ears that the
music had begun. The orchestra, in addition to ringling bells, had now
begun to howl like wolves at dinner-time" men were exploding
bombs and touching off automobile hooters."
Het is, meen ik, ook al weer de wereldoorlog, die een eind gemaakt
heeft aan de typische verschijning op de straten van die groepen Duitsche
muzikanten, die het volk met een zeer expressief klankwoord blaaspoepen" noemde. Men ziet ze ook op Engelsche en Amerikaansche prenten.
Men herinnert zich dat ze meestal in een soort uniform gestoken waren,
-waartusschen dan vaak een enkele in burger" doorliep.
De ergernis om ongewenschte muziek is met het verdwijnen van
zulke verschijningen allerminst opgehouden. Wij hebben nog onlangs een
debat in den Haagschen raad kunnen bijwonen, waar steen en been geklaagd
werd over de al te groote mededeelzaamheid van gramofoon- of radiobezitters die hun buren nolens volens in het genot willen stellen van hun
concert en hun loud-speakers of anderszins bij het open venster of in den
tuin plaatsen.

H E T DIER E N D E MUZIEK

ij hebben reeds gezien, hoe in de oudheid en in de middeleeuwen de


diervoorstelling, ik wil zeggen de voorstelling van een dier bij het
verrichten van een menschelijke handeling, een van de voornaamste vormen
van caricatuur is, en wij zagen het dan ook dikwijls allerhande muziekinstrumenten bespelen. Niet minder geliefd is dit motief bij de speelsche
Japansche teekenaars die het zelfs op een zeer zakelijke, savante manier
behandelen. Een van de mooiste en meest fantastische van de Japansche
musiceerende dieren is wel de polyp, die evenals de belleman op de kermis,
verschillende instrumenten tegelijk bespeelt en daartoe met zijn vele vangarmen, ook ruimschoots gelegenheid heeft. Karakteristiek voor die Japansche
dierconcerten is, dat ze bijna altijd door een opgetogen publiek worden
bijgewoond en toegejuicht. De middeleeuwsche Europeaan, evenals de

My Uncle!"

G. Cruikshank.

G. Cruikshank.

Egyptenaar, geeft dat musiceeren van dieren als iets van zelf sprekends
en heeft genoeg aan' de simpele voorstelling, bij den Japanner heeft het
dier vaak met zijn verrichtingen in eigen kring een uitbundig succes, zijn
kunst is een verrassing voor zijn soortgenooten.

HET DIER EN DE MUZIEK

E. Heemskirck Inzt et Scnlp


1F M U S I C K ' S C H A R M S C A N H E A R T S E N T H R A L
T H I S CONSORT's S R E A B O V E ' E M A I . L
H O W SWEKT T H E SOUND W H E R E CATS A N D SEARS
W I T H BRUT1SH N O I S E O F F E K D O U R E A R S

167

TtmsStx/J,
J U S T SO T H E F O R E I C N S I N G E R S M O V E
R A T H E R CONTEMPT T H A N C A I N OUR L O V E :
W E R E SUCli D I S C O U R A G E D W E S H O U L D F I N D
MUSICK AT H O M E TO CIIARM T H E M I N D

Cc

1730]

168

HET DIER EN DE MUZIEK

Kiosai: Het Concert in het drakenslot.

HET DIER EN DE

THE

MUZIEK

D O G IN T H E F L A T

169

BELOW.

A CASE FOB THE S.P.C.A.

Punch.

170

HET DIER EN DE

MUZIEK

Natuurlijk gaat deze fantasie tot op onzen tijd door en ik zou tallooze
voorbeelden kunnen geven. Wilhelm Busch heeft prachtige concerten van
vogels, kevers, bijen en kikkers geteekend, Decamps schilderde concerten
van apen en katten en Grandville, in zijn albums van gemetamorphoseerde
dieren, liet zich ook i n deze natuurlijk niet onbetuigd.
De Engelschen evenwel, die in de geestigheid zoo vaak verrassen
door het belichten van een weinig opgemerkt verband, hebben alweer het
tragi-comische ontdekt in de verhouding van dier tot muziek als in
George Cruikshank's prentjes, de katten met ontzetting en smart, in de
darmen, waaruit de vioolsnaren bestaan, die van een betreurden oom herkennen.
Dit is geen geval voor dierenbescherming, want de katten zijn, voordat de darmen voor dit edel doel worden gebezigd, goed en wel dood.
Een Engelsche teekenaar van onzen tijd, G . L . Stampa, heeft in Punch's
Almanak voor 1921 het lijden van een hond weergegeven (het is niet
waar dat een hond alle muziek haat), boven wiens hoofd een zanger zich
oefent. Hij doorstaat alle stadia van ergernis en verdriet, tot hij op het
laatst door het raam verdwijnt. A case for the Society for the Prevention
of cruelty to Animals."

De duivel in den ban van de Neko.

D E MUZIEKLES H E T WONDERKIND
r x e muziekles, met de verhouding van onderwijzer tot leerling inspireerde
natuurlijk vele caricaturisten en niet minder natuurlijk zien wij in
onze verzameling de eerste muziekles op een prent van den Franschen
graveur Huet, geven door een dier aan een dier. Ook is het niet vreemd
dat de liefde hier dikwijls leermeester en leerling verbindt en de aanbidding
het ontzag opvolgt. Maar het lesgeven heeft ook pijnlijker aspecten. Op
het prentje van Robert Cruikshank zien wij den armen muziekmeester
de waschvrouw betalen met lessen een ware marteling. Bij George

La lecon de. musique.

C. Huet.

172

DE MUZIEKLES

HET

WONDERKIND

A LSBSON FOR M U 8 I C - M A 8 T E K 8 .

" Of all the mlierles of my profesatorj, that of paytnj jry


washlng-woman's bill la lessons on the gultar U Ine W i t
dlscordantI'd.raiher play the.Scotch fiddle for *n typH'*
R. Cruikshank.

The music-master in China.

G. Cruikshank.

DE MUZIEKLES -

HET WONDERKIND

173

larferljoljers JingergnmrtalhRort.
(4in Jingerjeig flr Klaoierbtfliffene)

Sdjon lang befdiaftigt man ftcfj in majjgcbenben


ttreifen mit er y>ee, bert obligalorifdicn Klauierunter.
ridit nidit nur in ben Polrsfcfiulen, fonbern aud) in ben
Kinbergdrten einjufbren eine OTafjrcgel, meldie gea>i% bei Set grofjen Sympatbje, bie man in ben bretteflen
5d|id]teu bes publihims fr bas Klaoier begl, auf's
SrcuSigfte begrfjt merben coirb. Cdiiiges Klaoierfpiel
muf; fo 3u fagen (Semeingut bes Dolfes n>erben unb
Iiicju fdion im jarteflen 3I(ter eine folioc (Brunblage gelegt rcerben burd) bie gymnafhfdie JlusbilSung Ser jinger.
profeffar Z a r t e r b o [ j e r ift nun ber OTann, er in
einer nodj nid]t fiageisefenen OTeife biefe Xusbilbung

Zr

[.

B a s $ingergymnaftifon f r K r a f t bes 2Infd)lages

Burd) einen leidnen Cinfdinitt in ben Klaoierbecfel


fann biefe f|d)ft einfadie fjebeloorridituug mit ber
KlaDiatur in Perbtnbung gefefct a>erben; bie fjebelftange,
auf melcbe ftd) 6er febrer u feheu bat, ift nad) Centimeter genau abgetbeiit; je meiter ber Sift an bie Spifce
3

burd) fein neu erfunbenes iingergymiiaflifon bemerfftelligt.


Biefe bcfifl finnreidje Mtafdjine bat fdion in fiif
EDeltausftelIungen bie ungetrjeiltefte llncrfeniiung Oer Jad).
mdnner ert)alten. (Eirie Jlutorttdt erflen Zfanges fagt:
B i e Zltafdiine ZTiarterfioIjers erfpart bem Celrrer
piel Zhe unb geil, inbem fie ben Sdiler mit (Se,n>alt in fr$eftcr geit jum tuchtigen Klaoierfpieler
mad}t . . . "
Unfere Zlbbilbungen ftcBen profeffor ZTIarterboIjer
bar, u>ie er bie ZHafdiine an einer iugenblidien Sdiferin
funftioniren lafjt

gefdioben mirb, befto mel)r Kraft erforbert ber Knfdilaa


ntbjgenfaus fann aud) mit emiditen nadjgcbolfen
meren. Ber Cebrer fbU" fo u fagen fofort ob fein
Sdiler 6ie ntbjge Kraft bes Bnfdilages tjat. '
3

174

DE MUZIEKLES

HET

WONDERKIND

Znarterboljcrs JingergYtnnaftifon.

lr. 2.

$ r iingerfpreijen "

7>ur* Kurbelbretning toirS bi mit bem piano in Derbinung gebradite Spreijmafine in


frjcftcr 3eit bie ung,laubli*ften Hcfultatc erjielen.

lr. 3.

i r tocferung bes j a n b g e l e n f e s . "

7)as oon einetn (Bummiring umfafjte tjanbgelenf irb


mit Oebmtenj oon 300 S*n>inaungen in bet ntinute
gefctitteit bie Zne*amr toirb bur* eine fleine, im
3nnetn bes piano anflebradite pettoIeum-Dampfmafdiine
aettieben nnb fann oom Celjrer na* Searf teguiitt
ober abgefteHt n>etbn.

5e*s bis fieben Stnnben tagli*e Ucbung mit biefen


mafdrinen gengt fr jugenolidi* Unfanget oorommen.
Ueber JJlatterbolsers iinaergvmnaftiron liegen, bie
fdrmei*elbafteften anettennungsfdireiben ron 21utoritaten
erften Hanges, wie: (taftenr/auer, pebalinsfy, Vttmxttfaftet, 3>ref*berg u. 21. oor.

A. Oberlander, Fliegende Blatter.

DE MUZIEKLES -

HET WONDERKIND

175

KdirtajfjgDoIL

Vet Diolimft Kraker ift (o rcfftctitscoa fr oie leioenoeOTenfcribcit,oajj et lemen SdrfUcro nr aut
fteiem 5eioe Unterndit ertljeilt

A. Oberlander, Fliegende Blatter.

Les talents prcoces.

Cham.

176

DE MUZIEKLES

HET

WONDERKIND

" WANTED, ASSISTANT MASTER FOR L . C . C . SCHOOL.


SWIMMING AND MUSIC,"

MUST BE AUALIFIED IN

(ADVT.)

Ex AM IN AT ION OF CAND1DATES

Geo Morrow.

Cruikshank (zijn beroemde en geniale broeder) een buitengewoon aardig


tafereel, van den piano-onderwijzer in China, die genoodzaakt is zijn leerlingen eerst de lange nagels te knippen. Oberlander heeft verscheidene
gelukkige denkbeelden. Zoo laat hij een zeer humaan vioolonderwijzer zijn
leerling lesgeven op een eenzame plaats op de heide, om niemand tot
last te zijn. Een piano-leeraar heeft een zeer speciale methode uitgedacht,
die men in de prenten gedemonstreerd ziet en een andere komt er bekaaid
af als hij den jongen Herkules wil leeren met zijn geweldige knuisten de
piano te bespelen. De Simplicissimus-teekenaar Th. Th. Heine geeft een
wrang tooneel: het kind dat, omdat ze ein Talent" heeft, wordt afgebeuld.
Dit brengt ons op de wonderkinderen, waarop Grandville, du Maurier*)
en Wilke hun geest loslaten; de laatste gewaagt van een waterhoofdig
exemplaar dat nog niet zindelijk is.
1) George du Maurier is behalve de teekenaar van zoovele geestige society-satires in
Punch" ook de schrijver van den destijds zeer bekenden roman Trilby". Zooals men zich
misschien herinnert, neemt hij daarin de mogelijkheid aan, dat iemand met een mooie stem
doch onmuzikaal, onder suggestie wat men noemt de wijs kan houden. De dood van Svengali,
de dirigent en hypnotiseur, ontneemt dan plotseling aan Trilby dezen steun en zij zingt valsch
als vroeger. Misschien Is deze fictie waardig vermeld te worden naast onze vele voorbeelden
van fantasie.

DE MUZIEKLES

HET

WONDERKIND

177

Simplicissimus.

01 fieCfoicuAj^otij^eiW\hh&l/

Caricatuur

J. J. Grandville.
12

178

DE MUZIEKLES

HET

WONDERKIND

Th. Th. Heine, Simplicissimus,


Den ganzen Tag Musikstunde, da muss lhre Tochter ja krank werden.
Gewiss, Herr Doktor. Aber denken sie nur, das arme Kind hat ein Talent,

DE MUZIEKLES

MODERN

HET

WONDERKIND

CRAZES.

(The Last Thing in Musical Prodigies.)

"THE BABY BOTTESINI."


G. du Maurier, Punch.

179

DILLETTANTISME

en zal hier een prentje aantreffen met een man, die, door een
groep muzikanten uit zijn bed wordt gehaald en vraagt wat zij
willen. Zij gaan ergens een
serenade brengen wir haben ein Standchen",en wekken hem op om mee te
doen. W a t in den regen?
Voor geen millioen." Ja
maar, we krijgen per man
7V2 Silbergroschen." O
wacht dan maar even, ik
kom dadelijk."
Is deze muziek besteld
door een verliefde die zelf
geen muziek kan maken
en zich dus vertolkers van
zijn smachten moet huren,
of wordt hij gebracht aan
een officieel persoon die
om politieke redenen wordt
gehuldigd? O m het even,
de muzikanten musiceeren
uit winstbejag, en niet, zoo'intn runnet, feanuee, wir ban e tanbche.
als dillettanten, gratis.
QBa&, bei bem 9cgen? Ticbt fut 'nc -Wildon.
De ware dillettanten
HMv triegen net-"SKonn 7''., (Sbevgrofcben."
zij die niet aan muziek
.it K- wat cmbevB. QBort* td? omme gleicb. '

doen omdat dit er nu


eenmaal bij behoort, als proeve van algemeene ontwikkeling," maar
werkelijk omdat zij ervan houden, toonen hun liefde somtijds nog op

DILLETTANTISME

181

182

DILLETTANTISME

Graaf Franz Pocci: Dillettantenkonzert.

POpra au Salon.

H, Daumier.

DILLETTANTISME

183

andere wijze dan door te musiceeren of concerten bij te wonen. Op beide


blijken van muziekliefde zijn karakteristieke prenten genoeg, meestal alles-

3>er err Gommerjtenratb oeranftaTtete in feiner fana&ertobe grofjartige gefte; jut SerfiertlicBung
berfelben engagtrte er ein 6erfjmre8 uartett auf bie Stouer on ier Siocfien. 9lt bie ffinjiter
eimttat im oncert mit einem 91 bagio Beginnen, meint ber $err <ommeritenratfi: 8 ift Bei be
SRufifer gerobe fo at8 Bei be r&eiter, ttenn man fe BejoB,tt auf 3eit, arBeiten fe fo langfam!"
L . Bechstein, Fliegende Blatter.

behalve vleiend voor de betrokkenen,


maar een in maatschappelijken zin opmerkelijker vertoon van dillettantisme
is dat van den rijke die zijn muziek
en zijn gehoor inviteert. De muziek is
een gezellige kunst, en zonder haar weet
een gezelschap zich zelden te onderhouden. Maar van deze eigenschap hunner
kunst worden de musici zelf wel eens
de dupe. Wie zou het in zijn hoofd
krijgen aan een dichter, zoo na den eten,
te vragen wat voor hem te dichten, of
aan een schilder, wat voor hem te schilderen? Niemand gneert zich in dit opzicht tegenover den musicus. Nog sterker,
wie zou den dichter vragen, eens wat

Puvis de Chavannes.

184

DILLETTANTISME

met hem samen te dichten, of den schilder, samen eens wat te schilderen
of te teekenen?
Muzikale gastheeren en gastvrouwen gneeren zich zelden, den musicus
zijn onthaal op deze wijze te laten betalen. En ook afgezien daarvan
brengt het wezen van het dillettantisme zelf, dat zoo dikwijls zelfcritiek
uitsluit, den amateur er toe, zijn praestatie aan het gezelschap op te dringen.

Olaf Gulbransson.

Om deze en om vele andere redenen zien wij de muziekliefhebbers op


vele prenten veel meer dan ik hier kon doen reproduceeren, door
de caricatuur geattaqueerd.
De glossen op dillettanten zijn dus natuurlijk legio. Men vindt ze
ook elders in dit boek. Die in Punch" zijn meestal zeer gemoedelijk. In
Ludwig Thoma's Tante Frieda" heeft Olaf Gulbransson een paar groepen
echt-Beiersche, slordige, afgezakte en vette liefhebbers gegeven, brave
Liedertafel- en Verband-Meyer.

MILITAIRE MUZIEK
pve

oorlog heeft altijd muziek noodig gehad, al was het maar een
taptoe of een trommelslag. Daar uniformen eerst onder Lodewijk X I V
in zwang kwamen, leveren prenten op militaire muziek langen tijd niets
bijzonders voor ons op. Karakteristiek is evenwel de tegenstelling tusschen
een Duitsch . en een Engelsch prentje die we hier zien: met de bijna
extatische opgewondenheid hier, de profane pret, daar. Het verschil steekt

Abraham Diepraem: De Trommelslager.

186

MILITAIRE

MUZIEK

M a r c h i n g to Divine Service.

Gr. Cruikshank.

MILITAIRE MUZIEK

187

niet zoozeer in de populariteit van de muziek als in die van het


militairisme.
Op de trouwens zoetelijke en zwak geteekende Fliegende Blatter-prent
alles extase en eerbied, op Cruikshank's pittig schetsje een aan baldadigheid
$ic Daftf

fflingling, bumbum unb tjdjingbabo.


3i<tl im riumpl) Ber ^trfer-Sdjob?
Unb urn bie 5de braufenb bridjt's
SBie i i b e c l o n bei 5Bcttgeriet)t8.
SBoran ber Sdjeflentrager.

fommi!

nimmbrumm. bas gro&c 'Sombarbon.


Ter 5*cdenidilg. Mi cliton.
tit %*ierr4o. er jinlcnift.
Die irlentrommel. ber Jlfi'l.
Unb Sann bei e m Qaupimann,

Fliegende Blatter.

grenzende respectlooze pret, een meesjouwen en ordeloos opdringen zooals


wij dat eveneens kennen. In het album Army and Navy Drolleries"
van den dillettant-caricaturist kapitein Seccombe komen ook enkele militaire
muzikanten voor, o. a. de doedelzakspeler der Schotsche regimenten en
de curieuze verschijning van den trommelslager te paard. Diepraem's
trommelslager zal wel tot de schutterij of de burgerwacht behooren.

D E OPERA

atuurlijk is de opera, met haar bekijks bij de muziek, altijd nog meer
een object geweest voor den caricaturist dan eenige andere vorm van
muziekuitvoering. Men denkt daarbij vanzelf aan het dikwijls onbeholpen
en altijd door den zang eenigszins gestremde acteeren, aan de spreekwoordelijke dikte, speciaal van de Wagnerzangers en zangeressen, aan het
plebejisch uiterlijk en de armelijke, aangeleerde gebaren dr koristen, aan

The Landing of Senesino 1720.

DE OPERA

189

W. Hogarth
Berenstadt. Cuzzoni and Senesino.

MASQUERADES AND OPERAS

1725.

190

DE

OPERA

het succes van de tenors (waarom eigenlijk zoo bepaaldelijk van de


tenors?) bij de vrouwen. Daumier heeft een soort van koor, voordragend
en zingend in een klassieke tragedie, geteekend als illustratie voor een
parodie Ulysse ou les Porcs vengs". Oberlander teekende (minder
breed en grootsch in het groteske, meer treffend echt, met precies dat
wat er het ridicule van is), in de Fliegende Blatter zoo'n koor uit een
groote opera, van menschen die om de stemmen en niet om het uiterlijk

of om de acteursgaven genomen zijn, en die wilde, volkomen uitdrukkinglooze gebaren staan te maken, soms tot elkaar, soms tot het publiek. Ook
zijn solisten zijn prachtig.
De straks reeds genoemde musicus Heidegger, een Zwitser van geboorte, was in 1708 te Londen gekomen, en werd daar geprotegeerd door
den prins van Wales (later George H). Hij was een der eersten die de
opera's in Engeland invoerde, en nog minder populair dan Handel een
tijdlang geweest is. Toespelingen op zijn onaantrekkelijk uiterlijk en maat-

DE OPERA

191

schappelijke eerzucht zijn te vinden in Pope's Dunciad", the Tatler,"


Fielding's kluchten enz. De prent van Hogarth (let op de half-historische
costuums) geeft een scne weer uit Handel's opera Julius Caesar,

waarin men den langen Italiaan Senesino, een lieveling van het publiek,
*de korte en dikke Madame Cuzzoni en een ander populair zanger
Berens^adt ziet optreden. Een andere prent toont ons de landing van

H. Daumier. t>

DE OPERA

192

Senesino, die door verschillende enthousiasten wordt ingehaald. Twee


minder opgetogen heeren in een hoek toonen duidelijk hun misnoegen
over de komst der vreemdelingen. Handel's mededinger Porpora stichtte
in 1733 te Londen een Italiaansche opera.

G. Dor.

C h a m . L ' O p r a Italien

1848.

A n d r e a s Achenbach 1848.

DE OPERA

193

Een andere prent van Hogarth laat zien hoe het publiek file maakt
voor de gebouwen waar de Masquerades en opera's worden gegeven,
terwijl de Academy of Art" geen belangstelling vindt en de tooneelspelen
van Shakespaere, Congreve, Dryden en Ben Jonson als scheurpapier op
een kruiwagen worden weggebracht.
Deze laatste prent is slechts een van de vele uitingen van veront-

A. Oberlander, Fliegende Blatter.

waardiging over den verworden smaak van de stad. De Italiaansche opera


werd een tijdlang verdrongen door het enorme succes van The Beggar's
Opera" (die wij nu een
operette zouden noemen)
van den dichter Gay.
Deze werd drie en zestig
avonden achter elkaar te
Londen opgevoerd, en
verder door het geheele
land. De held, captain
Macheath, is een struikroover, de heldin, Polly
Peachum, de dochter van
een cipier, alle personages
zijn boeven of lichtekooien. De caricaturisten
der i 8
eeuw, altijd
gereed om de dwaasheden van den tijd aan
A. Oberlander, Fliegende Blatter.
de

Caricatuur

13

194

DE

OPERA

te vallen, zijn lel gebeten op deze nieuwe rage, en Hogarth teekent op een
prent, waar Harmony wegvlucht en Apollo slaapt, de spelers in de Beggar's Opera met dierenkoppen. Op den achtergrond ziet men de Italiaansche opera, en nog verderop de galg. De in Engeland wonende Egbert
van Heemskerk de jongere stelde op een prent, waarin hij de voorliefde
der Engelschen voor vreemde musici en muziek bespot, de uitvoerders
eveneens als dieren voor.
Bad) bert Slijrasrfstisn.

tlrieateroireftor: D a s fino bie jolaen ber oerflud]ten Cbeaterferienl JUie foH id) jefct mit
. bicfeni perfonal ben Sauft" auffhren !"
A. Oberlander, Fliegende Blatter.

De oppositie tegen de opera kwam hier voornamelijk van de zijde


van diegenen, die er het drama door verdrongen zagen. Van een tegenstand van de zijde der concerteerende musici of concertliefhebbers blijkt
niets, hoewel die er altijd geweest is, tot in Wagner's tijd en tot op den
dag van heden. Zoo is het nog in hooger mate het geval met de operette.
En toch, kan men niet naast Apollo, Marsyas waardeeren? Intusschen is
het niet te ontkennen dat het lichter genre in den laatsten tijd wel heel
hol is geworden.

DE OPERA

Italienischer und Deutscher Tenor.

195

Des Bassisten Chaliapine tiefes B.

H. Mayer, 1907.

. SS. -SJJBJJ i

..

"

. .

_ ,

stuif pon I U I H W sscmgeiiimcit wiegt ter v"i)ert^<l; wir^mwf


atfO uur uod) tHiiuieropern fjcbcjt."
"' _ ' >
Simplicissimus.

196

DE

OPERA

DE OPERA

197

Het woord operette" is van een later datum, en werd, meen ik,
voor het eerst in Offenbach's tijd gebruikt. Bij hem en nog lang na hem[
waren de libretti niet zelden even geestig als de muziek, in beide opzichten
is de operette in later jaren wel achteruitgegaan: leege, zwoele melodien,
onnoozele intriges, geen liedje dat men onthoudt. Is er in de latere
operette's ook maar iets, gelijkwaardig aan het zoo vaak
geciteerde en altijd weer
aardige
Quand on conspire,
Et sans frayeur,
Ou peut se dire
Conspirateur
uit Charles Lecocq's la Fille
de Madame Angot, waaruit
men zich ook nog herinnere:
II ne vaut pas la peine
assurment
De changer de
de gouvernement,
gouvernement,
of aan den Mikado van Sullivan en Gilbert en hun PaGbor ber S?omoniften: Ooft fet 3)anf, enlicb, einmaf
tience" met de satire op de
SwSk
ein Gtoff 311 einer Operette.*
aesthetische beweging in EnLustige Blatter.
geland (zou er nu nog een
publiek zijn dat zich daarvoor interesseerde?) waarin de held opkomt:
A n r l alone, and unobserved? I am.
Then let me own: I in am aesthetic sham
en zich verder beschrijft als:
an in-intense young man
A soul-full-eyed young man.
An ultra-poetic
Hyper-aesthetic
Out-of-the way young man
of de eerste operette's van den ouden Strauss, of Erminie" met die
kostelijke vagebonden?

196

DE

OPERA

DE OPERA

197

Het woord operette" is van een later datum, en werd, meen ik,
voor het eerst in Offenbach's tijd gebruikt. Bij hem en nog lang na hem]
waren de libretti niet zelden even geestig als de muziek, in beide opzichten
is de operette in later jaren wel achteruitgegaan i leege, zwoele melodien,
onnoozele intriges, geen liedje dat men onthoudt. Is er in de latere
operettes ook maar iets, gelijkwaardig aan het zoo vaak
geciteerde en altijd weer
aardige
Quand on conspire,
Et sans frayeur,
Ou peut se dire
Conspirateur
uit Charles Lecocq's la Fille
de Madame Angot, waaruit
men zich ook nog herinnere:
II ne vaut pas la peine
assurment
De changer de gouvernement,

Ctftor ber Somponiften: (Soft fei S)cmf, enbticb, einmot


ein Stoff M I einer Operette."
Lustige Blatter.

ol aan den Mikado van Sullivan en Gilbert en hun Patience" met de satire op de
aesthetische bewesinff in Eni

geland (zou er nu nog een


publiek zijn dat zich daarvoor interesseerde?) waarin de held opkomt:
A n r l alone, and unobserved? I am.
Then let me own: I in am aesthetic sham
en zich verder beschrijft als:
an in-intense young man
A soul-full-eyed young man.
An ultra-poetic
Hyper-aesthetic
Out-of-the way young man
of de eerste operette's van den ouden Strauss, of Erminie" met die
kostelijke vagebonden?

DE OPERA

198

I u c h e r - f Orlinjicl-

Vom gricchischcn Fcst 1886.

II Ria.nlh pk

DE OPERA

199

De caricatuur heeft op de opera natuurlijk altijd veel meer vat gehad


dan op de operette, omdat in deze, waarin alles komisch mag zijn,
de combinatie van tooneelspel en zang niet zooveel moeilijkheden oplevert en misschien ook omdat in het algemeen de scherts zelf nooit een

John Doyle.

dankbaar onderwerp is voor bespotting. Toch heeft de caricatuur indirect


nog weer de operette als begrip weten aan te vallen, door eenige componisten in verrukking te doen brengen door de stof hun geboden door het
huwelijk van Alexander van Servi met Draga, een huwelijk dat intusschen
alles behalve operette-achtig met den moord op die beiden zou eindigen.

200

DE

OPERA

Dit brengt ons nog even op de politiek en zoo op de


MUZIEK E N DE POLITIEKE PRENT
Het Europeesch concert is een afgezaagde uitdrukking geworden en ik
heb het dan ook vermeden, aan de vele afbeeldingen daarvan een plaats
te geven. Interessanter leek het mij dat de figuur van den bespeler van
verschillende instrumenten, dien wij al op Middeleeuwsche prenten zagen,
en die bij ons nog op de kermissen als de belleman", optrad, een paar
keer verschijnt om de veelzijdige bemoeienissen of bemoeizucht van
een politiek persoon aan te duiden. De ne homme-orchestre is Sir
Robert Peel, de Engelsche premier uit den tijd van de kiesrechthervorming,
de andere Wilhelm II.

D E F A N T A S I E E N D E MUZIEK

Dehalve de fantasie die zich met werkelijk muzikale vraagstukken bezig*-) houdt, is er in de caricatuur nog die, ongetwijfeld minder belangrijk,
die speelt met den vorm, die met grafische middelen doorfantaseert op
de uiterlijkheden. Zoo ziet men op
oude gravures muzikanten in lettervormen, of gekleed in instrumenten (er zijn ook zulke op
den arts, den apotheker enz.).
Zoo maakte de doove Lyser, die
Beethoven teekende, een geestig
notenalphabet, kwam Poitevin nog
eens terug op de middeleeuwsche
fantasie die een mensch zijn eigen
muziekinstrument doet zijn, zoo
verzon een Italiaan, om noten
woorden te doen vormen, maakte
von Schwind een notenschrift van
poezen, Grandville van booten, en
bedacht eindelijk een echt-modern
technisch denkend Amerikaan, dat
een kapelmeester zijn energie wel
eens kon aanwenden als driitkracht
Letter X-Meester E. S. 1466.

voor machinerien.

202

DE FANTASIE

EN DE

Habit de Musicicn.

MUZIEK

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

203

204

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

Der Musikalische Botschafter.


Joh. Beer. Bellum Musicum.

DE FANTASIE

TO^^"-

EN DE MUZIEK

'

"

Titelblad voor Mozart's Musikalischer Spasz.

205

-JEN

206

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

207

208

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

209

E. Poitevin.

Caricatuur

14

210

DE FANTASIE

EN

DE

MUZIEK

Spirito Folletto, Milaan 1873.

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

M. von Schwind.

211

212

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

DE FANTASIE

EN DE

MUZIEK

213

214

DE FANTASIE

EN

DE

MUZIEK

Why not utilize the Conductor's energy to generate electricity?


Life, New York.

D E M A C H T DER MUZIEK

tiet

lijkt mij niet oneigenlijk, deze beknopte begeleiding van prenten


door woorden te besluiten met een blik op de wereld der verbeelding, die van mythe, fabel en sprookje. Hoe bekijkt de wijsheid, die
zich daarin uit, de rol die de muziek in het leven speelt? Ziehier de
nuchtere en practische beschouwing van den fabeldichter, in Asopus' fabel
van den krekel en de mier, zooals Le Fontaine ze uitwerkte:
1

La cigale ayant chant


Tout 1't
Se trouva fort dpourvue
Quand la bise fut venue:
Pas un seul petit morceau
De mouche ou de vermisseau.
Elle alla crier famine
Chez la fourmi sa voisine,
La priant de lui prter
Quelque grain pour subsister
Jusqu'a la saison nouvelle.
Je vous paierai, dit elle,
Avant 1'ot, foi d'animal
Intrt et principal.

216

DE MACHT

DER

MUZIEK

trfunJsn-Ballabi.
(San) gcmtrjlid) um ftd) fdinappcn,
tOo Kameel' unb Dromcbarc
Befjer finb, roie Dollblut-Sappen,
VOo bie bunten papageien
Sicfe auf fd)lanfen 2leften roiegen
trj)ctls'um 2Inb're ju erf reuen,
CTbeils 3um eigenen Dergngen;
IDo (Sajetten unb (Biraffen
Erinfen nacb bes Dichters 5ange
tOo 6er Zlffen langgefcbroanjte
Sdiaaren abbolb jebem groangc.
Dortbm jogen (Eaftenbauer,
Seinen Secrfftein" auf bem ScTen,
IDimmerboIjer, unter'm 2lrme
Die Ilmati, fein cZntjcfen.
2Us pe famen 3U bem 5elbe,
IDo bie Pyramiben ragen,
Sab man auf bas fjaupt ber Spbin; fie
3bre 3nftrumente tragen
Kaum begonnen fie ju (pielen
Piti lento, jnastoso,
Andantino, pizzicato,
Allegretto, furioso
Sieb/I ber Eroen fto()e Scbaaren
Kamen roebelnb angejogen,
2(ffen, aud) Kameel', (Biraffen
5blten ficb ba)u betcogen.
Zlilpferb, Xtasborn, Krofobile,
Kamen rings berangeftiegen,
Unb es laufcbten bie (Bajellcn,
Unb bie papageien fcbroicgen.
(Sans ibr taturett oergcffenb,
Sicb beraufdienb nur im Schonen,
laufditen anbacbtsnofl bie Ebiere
Zlur oen rounerbaren Honen.
ja!" fo rief jefct ltmmcrbolscr,
Unb ein ,,)al)!" aud) Caftenbaucr:
Zliemals baben n>ir cmpfunen
Solcben lief en Knfllerfdjauerl
ft nor iftinguirten Kreifen
Spielten roir in beutfdien Canben,
Dod) fo ganj, fo burd) unb onrd), fo
U7urben mir nod) nie oerftanbenl*

gogen, bcntfdier ZTiiggunfi mbe,


Zladti 2lcgvpten, bem famofen,
tOa bie jungcn Krotoile

Unb fie fdirouren bod) unb tbeuer,


nimmermeer nor anber'n Seelen
3bre Kfinjte ausjuben,
211s oor 2tffen unb Kameelen
Unb oor Crpen, Krotobilen,
tTrampeltbieren unb berglcidietT
S e i f a l l fnnen Dirtuofcn
Z l u r b e i folcben nod) e r r e i d j e n i

A. Oberlander, Fliegende Blatter.

DE MACHT DER MUZIEK

217

HOW T H E WALLS FEIX


" M A K E THIS CHARLESTON HOT. BOYS, AND IF 1T DOESN'T BRINC DOWN T H E ' W A L L S
OP JERICHO, MV N A M E ISN'T J O S H U A l "

Life, New York.

218

QE MACHT

DER

MUZIEK

La fourmi n'est pas prteuse


C'est la son moindre dfaut
Que faisiez-vous au temps chaud?"
Dit elle a cette emprunteuse.
Nuit et jour, a tout venant
Je chantais, ne vous dplaise.
Vous chantiez! j'en suis fort aise.
Eh bien dansez maintenant."
Maar de wijsheid, die uit oude litteratuur en folklore spreekt, heeft
de macht van de muziek zeer wel verstaan, en in mythe en sprookje
symbolisch geteekend. De muren van Jericho vielen door trompetgeschal
een modern Amerikaansch teekenaar in Life" zegt: een jazz-band.
Ulysses moest zijn ooren en die van zijn bemanning dichtstoppen
voor den lokkenden sirenenzang. Orpheus temde de dieren met zijn muziek.
Onder de sprookjes van Grimm vindt men er een, waar een violist een
beer met zijn spel zoo biologeert, dat het beest zich gelaten onschadelijk
laat maken. In een ander komt die muzikant op, die door zijn spel alle
menschen dwingt om te dansen, zoodat ze er niet kunnen uitscheiden, en
er bij neer vallen. Op het schavot, waartoe hij veroordeeld is, vraagt hij
als laatste gunst nog eens te mogen spelen en redt zich door dit betooverend spel; hij is de prototype van Mozart's bespeler van de tooverfluit. In deze en vele andere verbeeldingen zijn de bekoring en de macht
der muziek gehuldigd.
De caricatuur, ook als ze de geopende monden der zangers en de
bolle wangen der hoornblazers teekent, als ze de opera-zangers om hun
zwaarlijvigheid bespot of zich keert tegen een nieuwen, de traditie verloochenendn vorm van muziek, kan haar macht niet ontkennen, kan die
niet ondermijnen. Het is ook niet haar bedoeling. De ware caricaturist is
immers zelf kunstenaar, en eerbiedigt en bewondert de kunst. Hij beziet alleen
de dingen uit een anderen hoek, hij wekt nieuwe gewaarwordingen, hij
prikkelt en stimuleert de belangstelling. Niemand zal de vele komische en
satirieke vondsten in dit boek met meer welgevallen en genot aanvaarden dan juist de vriend van muziek en musici.

<. SraqueS otcrojc.


81. o. afymann.

INHOUD
Blz.

Inleiding door Dr. JOHAN WAGENAAR


Algemeene Opmerkingen
Oudheid en Middeleeuwen
Het Genre-schilderij en de Spotprent in de 17de eeuw
Caricaturen op Musici en hun Werk
Toekomstmuziek
Orkest, Stem en Instrument
Muzikale smaak, Conservatisme en Modernisme
De Keerzijde
Het Dier en de Muziek
De Muziekles. Het Wonderkind
Dillettantisme
Militaire Muziek
De Opera
De Fantasie en de Muziek
De Macht der Muziek

5
9
13
22
26
,QO
112
144
149
1 6 6

171
IgQ
Igc
1 8 g

201
215

INDEX
VAN DE IN DIT BOEK VOORGESTELDE MUSICI

Bk.
gO

ALBANY, Emma
ANROOY, Dr. P. van

93

ABER, D. F. L
BEETHOVEN, Ludwig van . . . .
BERLIOZ, Hector .

55
30

33, 34, 35, 36

Bk
KLOOS, Max

95

LAMOND, Frdric

9 1

LEONCAVELLO, Ruggro

LlND, Jenny
LlSZT, Franz

. 79

37 33
48 49

BlZET, George
BRAHMS, Johannes

55
54

MAHLER, Gustav .

MASCAGNI, Pietro.

. . . .

BRUCKNER, Anton

61

MASSENET, Jules

BLOW, Hans von

50

MENGELBERG, Dr. Willem.

BURMEISTER, Willy

97

BSSONI, F. B

98

MESCHAERT, Johan
92
MEYERBEER, (Jacob Liebmann Beer) 39
NnciscH, Arthur
69

CARUSO, Enrico

. 78 88 90 91

CHOPIN, Frderic

'32

COLONNE
CORNELIS, Evert

77
.

96

DAVID, Felicien
53
DIEPENBROCK, Dr. Alphons . . . 83
GALLMEYER, Josephine
62
GOUNOD, Charles

GOUZIEN, Armand

53

HANDEL, Georg Friedrich. . . . 27


HEIDEGGER
JULIEN

28
4Q

. 73, 74, 75' 77

92, 94
52

86, 87

OCCA, Dell'

26

OFFENBACH, Jacques . . .
40, 41
PATTI, Adelina en Cariotta . . . 51
REGER, Max

99

RENNES, Catharina van.

g4

RESZKE, Jean de

7 8

RNTGEN, Julius

92

ROSSINI, G . A

RUBINSTEIN, Anton von

64

. . . . 60

SAINT SANS, Camille de.

SAUER, Emil

81

g9

INDEX

222

SCHOLANDER,

Sven
Sophia .
Ernestine. .

SCHRDER-DEVRIENT,
SCHUMANN-HEINK,
STRAUSS,
STRAUSS,

Johann
Eduard

STRAUSS, A

Blz.
91
. 52
. 94
42
46
58

Richard. . . .
69. 70, 71
S T R A W I N S K Y , Igor
101
S U L L I V A N , Sir Arthur . . . . .
77
T H O M A S , Ambroise . . . .
53, 65
V E R D I , Guiseppi
63
STRAUSS,

Blz.

VERHULST, Johannes. . . .
VlOTTA, Mr. Henri
WAGENAAR, Dr. Johannes. . .
WAGNER, Richard . 43, 44, 45,
WAGNER, Cosima
WAGNER, Siegfried
WEBER, Karl Maria von
.
WLLNER, Dr. Ludwig
YSAYE, Eugne
ZWEERS, Bernard

67, 68
80
. 85
46, 48
46
46
. 31
89
100
82

You might also like