Zelfdoding,
Zingeving en Humanisme
Vrijzinnigen en humanisten worstelen vaak
met de vraag die Kathleen Van Steenkiste als
volgt formuleerde in haar brief aan mij dd.
4maart 1999:
“De modeme mens moet leven met wat hij
weet en zonder hoop: eens de moral aan
god ontfutseld, is de mens het aan zichzelf
verplicht er zelf mee om te gaan. De mens
wordt op zichzelf teruggeworpen’.
levensgevoel dat hier tot iting komt, staat in
het teken van het existentalisme van Sartre die
in navelging van Heidegger grag gebruik maakte
van de ultdrukking: in het bestaan geworpen'
Sartre oogstte In 1945 een overweldigend succes
‘met 2ijn publieke voordracht Humanisme Is een
Existentialisme. Sartre formuleerde in deze rede
2ijn credo van radicale subjectivite't. Mj breekt
met de idee dat de mens een essentie zou heb.
ben, die geleidelijk aan tot ontwikketing komt.
oor Sartre gaat het bestaan vooraf aan de
essente van het bestaan. Door bewustt
en zich te engageren, schept de mens rin essen-
ie Vandaar de slogan dat de mens tot wrijheid
sgedioernd is, Kennelijk geinspireerd door
Descartes die God definieerde als Causa suf dt is
‘Ooreaak va i, definieert Sartre drieh«
ded jaar later de mens als Ooreaak van zicheelf
“WAAR EEN BEGINS,
IS EEN EIND.” [Zen-cezecoe]
Die igoddelite’ last is menig mens te 2
‘mens wordt op zichzelt teruggeworpen.
De bronnen voor het Sartriaanse existentialieme
gaan terug tot de rgde eeuw. In de winter van
1848-1849 houdt Ludwig Feuerbach in Hel
‘openbare voordrachten "Uber das Wesen der
Religion
vootdrachten is dat de mens uit behoetten en
idealen de goden gecreeerd heeft: De opgave var
de nieuwere tid was de verwerkeliking en de ver
‘menseliking van God - a
sing van de theologie in antropologie.
uitspraak van Feuerbach
centrale gedachte in de her
aad van Ariadne in Feuerbac
sansformatie en oplos
in we terug bij een
tische gnosis aan
het begin van onze jaartelling: wie zichzelf kent
kent het Al
De vraag die zich opdringt is waarom dit emanci
patieproces, de zelfbevrjding uit een bijna twee.
uizend jaar oude christelite theologie en
moraal, met zavee! somberheld gepaard gaat. Z0
t Dostojevski één van zijn romanfiguren,
Raskolnikov, zeggen: Als God ded is, i all
loofa Deze 2in lifkt op de eerste zin van Kathleen
Van Steenkiste, de ik hierboven geciteerd heb. De
student Raskolnikoy dle dikke Duttse boeken lees
vol nieuwe filo
geoor
ofisch-materialistische gedachten
2egt eigenlik iets angeloofijks. Te
(meet) in God gelaote, zegt hi tach: ls God dood
Is ts alles geoorloofa’: Raskolnikow’s ultspraak
rs
Fons Eldersimpliceert dat alleen God de bron van de moraal
{an aijn. En dat is onzin.De premisse‘als god
dood is staat gelijk aan 2er0 Uit ‘zer0"volgt
‘zero, lets meer en niets minder Emotionee!
bit de atheist Raskoimikev gehecht aan zn ver:
Toren god. Om in de termen van Erich Fromm te
spreken:een atheist la Raskolnikov heeft wel het
vriziin-van’-(god) bereikt, maar nog niet het vrij-
2ijn-to’-(zich zelF/kosmos),
Het emancipatieproces van de vrizinnigheid. a
thet humanisme vertoont nog steeds de sporen
van het losmakingsproces van de christelijke
Godsdienst.tkciteerterustratie van deze tel
ling opnieuw Sartre: ‘Als de mens zoals de existen
tialist hem opvat, niet definieerbaar is, komt dit
oordat hi aanvankelije nets i De mens is pas
later ets en hy zal zodanig 2 as i zichzelf
gemaakt heeft. Eris dus geen menseike natuur,
‘omdat er geen God is.om deze te concipiéren”
2Zo'n uitspraak van Sartre grenst voor mij aan het
‘onwaarschijnlifke:"Er is dus” geen menselifke
natuur omdat er geen God is om deze te conci-
piéren.” Dat ‘dus’ in Sartre's redenatie hangt volle-
dig inde lucht, Een ander voorbeeld. Kathleen Van
Steenkiste’ Met name de worden “zonder hoop”
in deze context suggereren een zeitdefinitie van
de vijzinnigheid via de negatie van het christelijk
Antenne september 1999 biaazyce 6
sterven van de held maakt duidelif, hae onleef
bbaar het leven wordt. als het geen einde kent. Ik
‘heb in deze film de rol gespeela van existentialis-
tisch filosoof daarbij dankbaar gebruikmakend
van Sartre's ‘Exstentiatisme is een humanism,
‘maar op mijn manier geinterpreteerd. Een mens
die bewust leet, kiest elk etmaal opnieuw voor
Inet leven. De keus voor de dood kan alleen een
lechte keus zijn, als door de keus voor de dood de
‘waardigheld van het leven behouden Dif.
‘Anders is het geen keus, want geen enkel mens
kan Kiezen voor het ‘nfets’ Dat is ondenkbaar.
[Men kan alleen kiezen voor ‘nit fts' niet voor
het totale ‘niets‘want dat is niet denkbaar. De
keus voor de dood wordt daardoor altijd een keus
‘tegen een bepaald soort leven, niet tegen alle
Teven en alle werkelijkheid want die keus is,
hertaal, ondenkbaar, Zodra we d't inzicht hebben
verworven, wordt duidelijk dat zelfdeding vele