Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Biologische Landbouw naam:

…………………….
1.
Voordat we gaan rondlopen vertelt de gids eerst een verhaal over de
biologische proeftuin in Zwaagdijk (10 minuten)

1. Een verschil tussen de biologische landbouw en de “normale”


landbouw is
………..……………………

2. In de winkel kun je de biologische producten herkennen aan een


keurmerk.
Teken nu het keurmerk hiernaast

3. Waarom kiezen de mensen in de winkel (consument) de


biologische producten ?
Geef 3 redenen.

……………………………+……………………+…………………..

4. Waarom kiest de boer of teler voor de biologische landbouw ?

……………………………………………………………………

5. Er moet wel worden gekeken of de biologische boer zich aan de


afspraken houdt.
De organisatie die de controles uitvoert voor de overheid heet ……
6. Het leven van een biologische koe is beter want

………………………………………. + ………………………

7. De boer gebruikt geen kunstmest maar wel ……………

8. Gif mag niet en daarom maken boeren gebruik van de natuur.


We noemen het dan biologische bestrijdingsmiddelen.
Voorbeelden hiervan zijn:

…………………..….+……………..………..+………………..

2.
Nog een paar dingen op een rijtje.
Omcirkel het juiste antwoord.

a. biologische varkens gaan wel / niet naar buiten

b. geneesmiddelen mag wel / niet bij biologische koeien

c. de gewassen moeten altijd / nooit in de volle grond

d. biologische producten zijn wel gezonder / niet gezonder

e. de biologische boer gebruikt kunstmest / ruige stalmest

f. biologische producten zijn duurder / goedkoper in de winkel

g. biologische landbouw is vriendelijker / niet vriendelijk voor de


dieren

h. een biologische boer houdt wel / houdt geen rekening met het
milieu

i. biologische producten hebben meer / minder smaak


3.
Rondleiding (binnen)
1. Hoeveel soorten wortelen (peen) worden er onderzocht ……..

2. In kas 18 zijn de planten afgedekt tegen de ……….

3. De tulpen gaan in een koelcel en zo wordt de …...…….nagedaan

4. In kas 15 zitten rozen.


Voor de bescherming van de gewassen gebruiken ze hier z…….

5. De tomaten zijn hele lange planten.


Ze groeien ……………..meter per jaar.

Rondleiding (buiten)
6. Het water wordt opgevangen in grote bassins.
Dit is ook goed voor het milieu want

……………………….

7. Op het land zie je stro.


De tulpenbollen zijn hiermee bedekt want
……………..………..

Rondleiding (weer terug binnen)


8. De gladiolen(bollen) worden bewaard bij een temp. van …………..

9. De kleine bolletjes aan de gladiolen noemen we ………………..

10. In de tulpenbollen zitten mijten (kleine beestjes)


De teler (boer) mag geen gif gebruiken.
De mijten gaan toch dood want

……………..……………..
11. Deze vorm van biologische bestrijding heet U . .

12. Schrijf nu de afkorting voluit ………………………………………….

4.

You might also like