Download as ppt, pdf, or txt
Download as ppt, pdf, or txt
You are on page 1of 42

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center
Closed Center
karakteristieken
lastonafhankelijke stroomverdeling

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center
Closed Center
karakteristieken
lastonafhankelijke stroomverdeling

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling

Volumeregeling

De pomp drijft een belaste cilinder aan. De druk wordt bepaald


door de grootte van de last en het cilinderoppervlak (p=F/A)
De snelheid van de cilinder wordt bepaald door de
volumestroom van de pomp en het cilinderoppervlak (v=Q/A)

Volumeregeling

Door het toepassen van een smoring kan de cilindersnelheid


verandert worden.
Het verkleinen van de smoring geeft meer stromingsweerstand
(p) en de pompdruk gaat oplopen bij gelijkblijvende lastdruk.

Volumeregeling

De veiligheidsklep zal de pompdruk begrenzen op de maximaal


toelaatbare werkdruk, waardoor de te veel geleverde
volumestroom van de pomp via de veiligheidsklep naar tank
afgevoerd wordt en de snelheid van de cilinder aangepast kan
worden.

Volumeregeling (2-weg)

Door ervoor te zorgen dat de ingangsdruk van de smoring t.o.v.


de uitgangsdruk niet meer verandert, zal er een constante
volumestroom over de smoring gaan lopen en de
cilindersnelheid constant blijven.

Volumeregeling (2-weg)

Deze regeling wordt in de praktijk uitgevoerd door de serile of


de 2-weg drukbalans.
De drukval (p) over de smoring is bepaald door de veerwaarde
van de drukbalans. Alle niet nuttig aan de cilinder gebruikte
volumestroom zal tegen de maximale druk van de
veiligheidsklep naar tank afgevoerd worden.

Volumeregeling (2-weg)

De combinatie van verstelbare smoring en voor- of


nageschakelde drukbalans wordt 2-weg volumestroomregeling
of stroomregeling genoemd.

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling

10

Volumeregeling

Door het toepassen van een smoring kan de cilindersnelheid


verandert worden.
Het verkleinen van de smoring geeft meer stromingsweerstand
(p) en de pompdruk gaat oplopen bij gelijkblijvende lastdruk.

11

Volumeregeling (3-weg)

De druk vr de smoring wordt nu door een


drukregelklep begrensd op een waarde die altijd iets
hoger is dan de lastdruk. De drukval over de smoring
zal hierdoor niet wijzigen bij veranderende last,
waardoor de cilindersnelheid ook constant blijft.

12

Volumeregeling (3-weg)

Deze regeling wordt in de praktijk uitgevoerd door


een 3-weg of parallelle drukbalans.
De p over de smoring is bepaald door de
veerwaarde van de drukbalans.
Alle niet nuttig aan de cilinder gebruikte
volumestroom zal tegen de lastdruk + regeldruk over
de drukbalans naar tank afgevoerd worden.

13

Volumeregeling (3-weg)

De veiligheidsklep zorgt dat de maximale werkdruk


niet hoger wordt dan de ingestelde waarde.

14

Volumeregeling (3-weg)

De combinatie van verstelbare smoring en parallelle


drukbalans wordt 3-weg stroomregeling genoemd.

15

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

16

Karakteristiek volumeregeling (2-weg)

17

Karakteristiek volumeregeling (3-weg)

18

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling

19

Pompregeling

Als er grote snelheidsverschillen ingesteld moeten worden,


zal een systeem met een vaste pomp alle niet gebruikte
volumestroom tegen de maximale druk naar tank afvoeren.
Dit resulteert in een grote omzetting van aandrijfvermogen in
warmte (verliesvermogen).

20

Pompregeling (drukregeling)

Bij toepassing van een regelbare pomp met drukregeling zal


deze pomp de volumestroom bij het bereiken van de
maximale druk aanpassen aan de behoefte van het systeem.
Als daarbij de lastdruk verandert zal ook de volumestroom
over de smoring veranderen (meer p meer Qv)

21

Pompregeling (drukregeling + 2-weg volumeregeling)

Als de snelheid van de cilinder stabiel ingesteld moet


worden, kan een 2-weg stroomregelklep i.p.v. een smoring
geplaatst worden.

22

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)

23

Pompregeling (load sensing)

De pomp kan ook uitgerust worden met een opbrengst- of


volumestroomregelaar, die de functie van de 2-weg
stroomregelklep overneemt. De p over de smoring wordt
door de opbrengstregelaar van de pomp constant
gehouden. De maximale pompdruk wordt door deze
regelaar altijd op lastdruk + regeldruk ingesteld en is naar
boven toe in druk niet begrensd.

24

Pompregeling (load sensing + drukregeling)

Normaliter is er ook een maximaal drukbegrenzing nodig.


Deze functie wordt uitgevoerd door de drukregelaar die
bij de opbrengstregelaar in werking gesteld kan worden.

25

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

26

Karakteristiek pompregeling (drukregeling) + volumeregeling (2-weg)

27

Karakteristiek pompregeling (load sensing)

28

Karakteristieken

Volumeregeling (2-weg)

Volumeregeling (3-weg)

Pompregeling (drukregeling)
+ Volumeregeling (2-weg)

Pompregeling (load sensing)

29

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center

30

Load sensing (Open Center)

Bij deze loadsense- (opbrengst) regeling


wordt de hoogste lastdruk teruggekoppeld
naar de 3-weg drukbalans van de pomp.
Deze regelt de ingaande druk van de
smoringen op de hoogste lastdruk +
regeldruk uit. Hierdoor stroomt er een
grotere volumestroom over de minder
belaste smoring met als resultaat een
hogere snelheid van de cilinder. Dit kan
gecorrigeerd worden via een aanpassing
van de instelling van de smoring.

31

Load sensing (Open Center)

De volumestromen kunnen ook via separate


drukbalanzen geregeld worden. Dit resulteert in een
constante volumestroom per verbruiker.

32

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center
Closed Center

33

Load sensing (Closed Center)

Als beide verbruikers tegelijk bediend


worden, zal de hoogste lastdruk
teruggekoppeld worden naar de 3-weg
drukbalans van de regelbare pomp.
Lastwijzigingen zullen hier resulteren in
snelheidswijzigingen voor de verbruikers.

34

Load sensing (Closed Center)

Door separate 2-weg drukbalanzen per verbruiker toe


te passen, wordt een constante volumestroom per
verbruiker ingesteld.

35

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center
Closed Center
karakteristieken

36

Karakteristiek Open Center

37

Karakteristiek Closed Center

38

Karakteristieken

Open Center

Closed Center

39

Load Sensing

1. Volumeregeling
2-weg volumeregeling
3-weg volumeregeling
karakteristieken

2. Pompregeling
drukregeling
verschildrukregeling (load sensing)
karakteristieken

2. Load sensing
Open Center
Closed Center
karakteristieken
lastonafhankelijke stroomverdeling

40

Load sensing (2-weg stroomregeling)

50

150

100

150

150

150
60

110
10

170
155

10
170
155

170

160
155

150
20

10
170
155

Als de totale opbrengstafname van de verbruikers


groter is dan de beschikbare pompcapaciteit, zal de
zwaarst belaste verbruiker minder volumestroom
krijgen.

41

Load sensing (lastonafhankelijke doorstroomverdeling)

50

150

100

150

150

150
10
160

10
160

170
165

170

10
160
170
165

150
20

170
165

Bij de LUDV-regeling worden alle separate- en pompregelaar aangestuurd door de grootste lastdruk. Mocht
de totale benodigde volumestroom groter zijn dan de
beschikbare pompflow, zal de grootste lastdruk gaan
zakken en alle drukbalanzen evenredig op een kleinere
flow gaan uitregelen.
Hierdoor ontstaat er nooit een tekort aan pompflow.

42

You might also like