Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Eline Oosterbosch
Mentor
Marlie Peters
Klas
1P14EhvD
Datum
Stageschool Het Slingertouw
Groep
1-2
Plaats
Eindhoven
Aantal lln 27
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp:
Stellen
Ze gaan zelf een prentenboek maken en tekenen. Hierdoor hebben ze plezier in het schrijven/bedenken van een tekst.
Persoonlijk leerdoel:
Ik ga een duidelijke instructie geven met simpel taalgebruik. Dit doe ik door de begrippen te gebruiken en eerst een verhaal voor te lezen. Ik probeer het zo simpel
mogelijk uit te leggen.
Lesdoel(en):
Evaluatie van lesdoelen:
De kinderen maken samen met mij een prentenboek
Beginsituatie:
De leerlingen zijn gewend om met mij te werken. Ze weten mijn regels en de andere kinderen weten dat ze mij niet zomaar mogen storen.
Ik lees de kinderen elke week voor, verder worden ze bijna elke dag wel voorgelezen op school. De oudste kinderen kunnen al woorden schrijven, maar ze hebben nog
nooit een verhaal geschreven/bedacht. Ik heb met een aantal kinderen al woorden geschreven dus ze zouden hun eigen begrip kunnen opschrijven bij de tekening.
De kinderen zijn nog ongerept met een grote fantasie, dus ze zouden het wel moeten kunnen.
Lesverloop
Tijd
10 min
5 min

Leerinhoud Didactische handelingen

Leraar
Voorlezen
Ik lees een prentenboek voor. Ik stel vragen aan
de kinderen. Waat gaat het over, wie komen er
in voor, wat gebeurde er allemaal?
Bespreken
Ik vertel dat wij samen een prentenboek gaan
maken. Wat was er allemaal belangrijk in het
boek? Ik schrijf de kernbegrippen op. Ik geef
ieder kind een begrip. Ik vertel dat ze bij dit
woord een tekening moeten gaan maken.
Ik vertel dat ze daarna een verhaal bij de
tekening moeten bedenken.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
Leerlingen denken na over het boek, maar eigenlijk ook hoe
het boek is opgebouwd en wat nou de belangrijke dingen
zijn in een boek.
De kinderen denken na over wat er gebeurd is in het boek.
Ze weten welk begrip ze hebben en wat het betekend. Ze
gaan nadenken over hoe ze het gaan afbeelden.

Materialen / Organisatie
Prentenboek

10-20 min

Tekenen

10 min

Bespreken

De kinderen maken een tekening bij het woord.

Ik kijk of het lukt en anders help ik ze.
Ik vraag wat er allemaal gebeurd op de
tekening. Als we ze achter elkaar leggen
hebben we ons eigen prentenboek. Zullen we
hem samen gaan voorlezen? Ik vraag aan de
kinderen of ze willen vertellen wat er op hun
afbeelding gebeurd. Zo gaan we steeds verder
en ontstaat er een prentenboek.

Leerlingen tekenen het begrip.

De kinderen bedenken een verhaal bij de tekening. Ze
vertellen erover en denken na over wat ze al gehoord
hebben.

Tekenpotloden
Papier
Tekening

Verantwoording:
Instructie:
Ik begin met een prentenboek zodat de kinderen een idee krijgen van wat we gaan maken. Ik bespreek het boek uitgebreid, zodat ze
de belangrijke dingen en opbouw van een prentenboek kennen.
Activiteit
Ik ga samen met de kinderen een prentenboek maken. Ze kunnen nog niet echt schrijven, maar ze kunnen het wel tekenen. Ik laat ze
het begrip tekenen, zodat het heel visueel voor de kinderen wordt. Het krijgt een eigen betekenis. Ze zijn heel anders met taal bezig, dit
doen ze eigenlijk nooit en zo komen ze op een hele nieuwe manier in aanraking met taal.
Werkvorm:
Ik gebruik geen coperatieve werkvorm, want ik wil dat zelf een tekening maken van hun begrip. Wel hebben ze samen gewerkt aan
het eindproduct dus ze werken wel samen.
Evalueren:
Ik evalueer met de kinderen door het prentenboek samen voor te lezen. Zo zien ze het eindresultaat tot leven komen en is het niet
alleen maar een verhaal in hun eigen hoofd. Ik geef ze veel complimenten, zodat er een fijne sfeer ontstaat. Ik wil dat ze trots zijn op
het resultaat, want ze hebben eigenlijk een boek geschreven.
Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum: