Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Damla Kepti
Klas
P14EhvE
Stageschool De Opbouw
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: rekenen (meten en meetkunde)
Speelwerkthema / onderwerp: met blokken bouwen

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Lesdoel(en):
Kerndoel 32: De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te
lossen.
- Ze lokaliseren objecten in de bekende omgeving en hanteren
daarbij woorden als voor, achter, dichtbij, naast, links, rechts,
bijvoorbeeld door een spelletje te spelen: de een beschrijft hoe zijn
gebouwtje eruit ziet en de ander bouwt het op basis van die
beschrijving.
- Ze bouwen met blokken en ander constructiemateriaal (ze maken
eigen ontwerpen of bouwen na van een voorbeeld).

Anneke de Leyer
19-03-2015
1a
23

Evaluatie van lesdoelen:


Als team B klaar is gaan we met beide teams het werk vergelijken en controleren of het
klopt. We tellen bijvoorbeeld hoeveel blokken er naast elkaar staan en hoeveel blokken
boven elkaar. Ik maak een foto van het werk in de bouwhoek.

Beginsituatie: In groep 1 word de reken- wiskundeontwikkeling van de leerlingen spelenderwijs gestimuleerd. We hebben allerlei werkjes en spelletjes die de
leerlingen bezig houden rondom het domein meten en meetkunde. Zoals: bouwen met blokken, vouwen, knutselen, experimenteren met spiegels, ketting rijgen met
verschillende kralen enz.
Ik ga in de bouwhoek een activiteit uitvoeren met 4 leerlingen. Ze moeten een gebouw bouwen met blokjes.

Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

7 min.

Intro

Ik vertel tegen de leerlingen dat we een hele leuke


vergelijkingsopdracht gaan uitvoeren in tweetallen.
Ik heb een tweetal A en ik heb een tweetal B.
Tweetal A gaat met kleine blokjes een gebouw/ kasteel/
huis of iets anders bouwen. Als tweetal A klaar is gaat
tweetal B dat gebouw nabouwen.
Als dat gebouw is nagebouwd gaan we beide gebouwen
vergelijken en kijken of het goed is gelukt.

De leerlingen zitten in de bouwhoek en kijken mee


naar mijn voorbeeld.

Instuctie

Samen me de leerlingen ga ik naar de bouwhoek en laat


een klein voorbeeld zien, zo kunnen de leerlingen zien
wat ik van hun verwacht. Ik maak een simpel huisje met
kleine blokken en daarnaast maak ik hetzelfde huisje
maar dan met grote blokken. Ik zeg dat ze goed moeten
kijken naar hoeveel blokken er op elkaar of langs elkaar
staan. We krijgen uiteindelijk dus twee dezelfde
gebouwen in het klein en groot. Na mijn voorbeeld vraag
ik aan de leerlingen of ze de opdracht hebben begrepen
en stel de volgende controlevragen:
- Team A met welke blokken gaan jullie een
gebouw maken?
- Wie moet jullie roepen als jullie klaar zijn?
- Team B wat gaan jullie daarna doen?
- Wat gaan we doen als beide gebouwen klaar
zijn?

De leerlingen zitten in de bouwhoek en luisteren


naar mijn instructie.

15 min.

Verwerki
Team A begint met bouwen. Als ze klaar zijn gaan ze
ng

5 min.

Afsluiting Als team B klaar is gaan we met beide teams het werk

Als eerst gaat team A aan het werk, als ze klaar


terug naar de klas en mag team B het gebouw nabouwen zijn moet team B het bouwwerk nabouwen.
met grote blokken.
vergelijken en controleren of het klopt. We tellen
bijvoorbeeld hoeveel blokken er naast elkaar staan en
hoeveel blokken boven elkaar. Ik maak een foto van het
werk de bouwhoek.

Team A en team B gaan samen controleren of het


nabouwen goed is gegaan.

Kleine blokken
Grote blokken

Persoonlijke reflectie
Tijdens de les is het me opgevallen dat de leerlingen in plaats van samen te werken, heel er gericht waren op hun eigen
werk. Dat komt omdat ze nog egocentrisch zijn, het eigen ik staat tot het middelpunt. Toen ik zag dat de leerlingen niet
echt aan het samenwerken waren, heb ik ingegrepen. Ik heb ze verteld dat het de bedoeling is om samen een gebouw te
maken. Ik heb team A geholpen om en start te maken, daarna heb ik ze het zelf laten bouwen.
Vervolgens moest team B het gebouw nabouwen. Ook zij vonden het lastig om een start te maken. De volgende keer ga ik
de opdracht concreter aanpakken zodat de leerlingen weten hoe ze moeten beginnen. Ik zeg bijvoorbeeld dat ze en
kasteel moeten bouwen. De opdracht was te open voor de leerlingen waardoor ze niet zo goed wisten wat ze moesten
doen.

Feedback mentor
Datum:
Je hebt een goede, duidelijke, rustige stem. Goed dat je hebt geholpen bij moeilijkheden. Je moet concreet aangeven wat
je van de leerlingen verwacht. Wat is het doel van je les? Wat wil je bereiken?
Het reflecteren en afronden was erg goed.
Tip: let op tijdsbewaking

Verantwoording:
Voor Rekenen-wiskunde staat de didactiek van realistisch rekenen centraal. Deze didactiek wordt ook
reconstructiedidactiek genoemd. De uitgangspunten hiervan zijn:

Construeren en concretiseren

Niveaus en modellen (model)

Reflectie en eigen productie

Structuren en verstrengelen

Sociale context en interactie

Ik heb gekozen voor de uitgangspunten Niveaus en modellen en Sociale context en interactie. De leerlingen
gaan in tweetallen (coperatieve werkvorm) samenwerken . Ik heb een tweetal A en ik heb een tweetal B. Tweetal
A gaat met kleine blokjes (hulpmiddel in de vorm van materiaal) een gebouw/ kasteel/ huis of iets anders bouwen.
Als tweetal A klaar is, gaat tweetal B dat gebouw nabouwen. Als dat gebouw is nagebouwd gaan we beide
gebouwen vergelijken en kijken of het goed is gelukt. Ik heb voor deze werkvorm gekozen, omdat in kerndoel 32
staat beschreven dat de leerlingen meetkundige problemen leren op te lossen. Ze moeten informatie met elkaar
uitwisselen en het reflecteren op gevonden oplossingen. Dit zijn voorbeelden van sociale interactieve activiteiten.

You might also like