Professional Documents
Culture Documents
Lesvoorbereiding Rekenles Gewicht en Inhoud Versie 2
Lesvoorbereiding Rekenles Gewicht en Inhoud Versie 2
Lesvoorbereiding Rekenles Gewicht en Inhoud Versie 2
Beginsituatie:
De kinderen rekenen met de methode Pluspunt. De kinderen krijgen gedifferentieerd les. Deze les bedenk ik buiten de methode en
alle niveaus bij elkaar. De kinderen zijn net begonnen met het meten van oppervlaktes. De kinderen zijn nog niet veel bezig geweest
met gewicht en inhoudsmaten.
Cognitief
Ik heb in het groepsplan rekenen en tijdens de rekenlessen gezien dat de leerlingen ingedeeld zijn in verschillende niveaus. Op basis
van de tussentijdse cito toetsen zijn ze ingedeeld in de n ster groep (zwakke rekenaars), de tweester groep (gemiddelde
rekenaars) en de driester groep (boven gemiddelde rekenaars). Bij elke rekenles gaan de leerlingen van groep 6 in deze groepen
werken. De tweester leerlingen komen in onze klas en in de klas ernaast zitten de n en drie ster kinderen. Deze verdeling gaat
veranderen, omdat de groepen zijn veranderd na het rapport dat de leerlingen hebben gekregen. Nu komen de n en tweester
leerlingen in onze klas en de drie ster leerlingen gaan naar de andere klas. Deze differentiatie blijkt efficint te werken in de klas.
Ik ga voor dit vak een les ontwerpen, waarbij ik leerlingen van verschillende niveaus bij elkaar zet. Hierdoor kunnen de sterke
leerlingen de zwakke leerlingen helpen en daarbij de zwakkere leerling op een hoger niveau krijgen. Ik zal rekening houden met de
theorie van Vygotsky. Hierbij staat de actuele en naaste ontwikkeling centraal. Door een uitdagende klaar opdracht, stimuleer ik de
naaste ontwikkeling.
Sociaal
De kinderen werken meestal individueel aan de opdrachten. Tijdens deze les laat ik de kinderen met elkaar samenwerken. Hierbij
houd ik rekening met het sociogram dat ik heb afgenomen. Uit het sociogram blijkt dat een aantal kinderen buiten de groep valt,
zowel op sociaal- als op werk gerelateerd gebied. Dit is niet opvallend te zien in de klas. Gelukkig benvloedt dit de sfeer niet negatief
in de groep. Ik wil ervoor zorgen dat deze kinderen plezier krijgen in het samenwerken. Deze leerlingen werken liever alleen, wat
natuurlijk soms ook prima is. Tijdens een samenwerking is het belangrijk dat de leerlingen proberen samen te werken. In deze les zet
ik kinderen bij elkaar in een groepje, die normaal minder goed met elkaar kunnen samenwerken. Ik kan dit niet bij alle kinderen doen,
want sommige kinderen mogen absoluut niet bij elkaar in het groepje. Ik zorg dat er dan in het groepje ook kinderen zitten die goed
kunnen samenwerken. Ik zorg ervoor dat ik duidelijke afspraken maak van te voren met de klas, om deze samenwerking goed te
begeleiden. De kinderen die altijd samen willen werken, laat ik ook met andere kinderen samenwerken. Er zijn een aantal kinderen
die zich moeilijk kunnen concentreren in de klas. Deze kinderen hoeven tijdens deze les geen koptelefoon te gebruiken.
Coperatief leren
Ik gebruik deze les de coperatieve werkvorm werken in vier- of vijftallen. Ik heb de werk- en groeperingsvormen afgestemd op mijn
groep, zoals ik in de beginsituatie heb beschreven onder het kopje Sociaal. De introductie begin ik klassikaal, daarna mogen de
kinderen in groepjes een werkblad over inhoud en over gewicht invullen. Van te voren maak ik duidelijke afspraken met de kinderen.
Ieder kind komt aan de beurt in het groepje, we gaan netjes om met de materialen, we zetten de spullen netjes klaar voor het andere
groepje, we fluisteren met elkaar, bij het stopteken leggen we onze materialen neer etc. Dit laat ik de kinderen vertellen voordat we
Lesverloop
Tijd
Leerinhou
d
Voorbereidi
ng
Didactische handelingen
Leeractiviteit
Leraar
leergedrag leerling(en)
Ik maak een werkblad voor de
De kinderen hoeven nog niks te doen.
kinderen en ik maak groepjes van te
voren. Ik verdeel de klas in zes
groepjes. In elk groepje zitten
kinderen van n, twee en drie ster.
Alle verschillende reken niveaus
zitten tijdens deze les bij elkaar. De
kinderen kunnen elkaar gaan
helpen. Ik gebruik hierbij de
coperatieve werkvorm werken in
vier- of vijftallen.
Op het bord schrijf ik de gewicht- en
inhoudsmaten in de vorm van een
trappetje. Ik zet op de tafel voorin
de klas alle materialen klaar. Als we
met het werkblad gaan beginnen,
mogen de groepshoofden de
spullen(meetinstrumenten) komen
halen. Drie groepjes werken aan de
opdracht Gewicht en drie groepjes
werken aan de opdracht Inhoud.
Materialen /
Organisatie
- Gynzy:
weegschaal en
maatbekers
- Werkbladen
- Pak suiker en
een pak melk
(referentiematen
).
- Pak cornflakes
en rijst
- Ongeveer drie
keukenweegscha
len
- Ongeveer drie
maatbekers
- Drie wijnglazen
- Drie plastic
bekers
- Drie
theekoppen/glaz
en
- Drie limonade
glazen
- Drie bier glazen
- Drie borrel
glazen
+- 5 min. Inleiding
Ik vertel dat de kinderen nog overal De kinderen blijven nog overal van af. De
vanaf moeten blijven. Ik begin met
kinderen luisteren en beantwoorden mijn
een demonstratie. Ik heb een pak
vragen met een vinger.
rijst en een pak cornflakes. Ik vraag
aan de kinderen wat meer weegt. Ik
pak van allebei de producten 300
gram. Ik vraag aan de kinderen van
welk product heb ik dadelijk meer.
Conclusie is dat het meer lijkt, maar
rijst is zwaarder.
De kinderen mogen om de beurt iets komen
Ik zet het Digibord aan en ik start
wegen op het bord. Niet alle kinderen zullen
het programma Gynzy op. Ik laat de aan de beurt kunnen komen. De kinderen die
weegschaal zien. Ik laat de kinderen niet aan de beurt zijn kunnen ook gaan
om de beurt een product komen
schatten en vertellen of ze het met de
wegen. Het kind schat eerst hoeveel schatting van het kind voor het bord mee
het ongeveer zou wegen, daarna
eens zijn.
gaat het kind kijken of het antwoord
klopt. Ik wissel de beurten op tijd af
en ik laat zoveel mogelijk kinderen
naar voren komen om te wegen.
Daarna introduceer ik de
inhoudsmaten aan de hand van de
maatbekers op het bord. De
kinderen mogen om de beurt raden
hoeveel water er in de beker zit.
De kinderen beantwoorden mijn vragen en
We bespreken wat er belangrijk is
luisteren.
bij het aflezen van deze
verschillende schalen. Welke maat
staat er aan het einde? Hoe groot is
een schaaldeel? Waaruit kun je dit
afleiden? Wie had er moeite met het
aflezen van standen tussen
schaalstreepjes? Daarbij moet je
rekening houden met welk
Gynzy:
weegschaal en
maatbekers
Kern
Werkbladen
Pak suiker en
een pak melk
(referentiematen
).
Pak cornflakes
en rijst
Ongeveer drie
keukenweegscha
len
Ongeveer drie
maatbekers
Drie wijnglazen
Drie plastic
bekers
Drie
theekoppen/glaz
en
Drie limonade
glazen
Drie bier glazen
Drie borrel
glazen
Opdracht 2: Inhoud
De kinderen moeten tijdens deze
opdracht verschillende bekers met
elkaar vergelijken. De kinderen
maken in overleg de opdrachten en
moeten samen aflezen hoeveel er in
de maatbeker past. De maten
rekenen de kinderen om naar
andere inhoudsmaten. Zijn de
kinderen klaar, dan maken ze de
+- 5 min. Slot
Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
1. Ik wil tijdens deze les goed letten op de tijd (4. Organisatorisch competent, 4.2 tijdsbewaking)
2. Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat ik tijdens deze les goed structuur houd (1.1 1.3 Interpersoonlijk competent)
3. Ik wil de theorie goed overbrengen naar de kinderen (3. Vakinhoudelijk en didactisch competent)
Bronnenlijst:
Werkblad wegen: http://www.123lesidee.nl/files/Werkbladen_wegen.pdf