Lesvoorbereiding Rekenles Gewicht en Inhoud Versie 2

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e) Sophie van der Linden
Mentor Christina Feijen en Hanny van der Heijden
Klas
P14EhvC
Datum 24 maart 2015
Stagescho De Bloktempel
Groep
6A
ol
Son
Aantal
27
Plaats
lln
Vak- vormingsgebied: Rekenen
Speelwerkthema / onderwerp: Meten en meetkunde: Gewicht en inhoud
Persoonlijk leerdoel:
1. Ik wil tijdens deze les goed letten op de tijd ( 4. Organisatorisch competent: 4.2 tijdsbewaking) Ik ga gebruik maken van de
timer op het bord en tijdens de uitleg kijk ik goed naar de klok.
2. Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat ik tijdens deze les goed structuur houd (1.1 1.3 Interpersoonlijk competent) Ik
geef de kinderen met een vinger de beurt en ik begin pas te praten als het helemaal stil is.
3. Ik wil de theorie goed overbrengen naar de kinderen (3. Vakinhoudelijk en didactisch competent) Dit doe ik door een
trappetje op het bord te tekenen met de gewicht- en inhoudsmaten. Ik ga dit verduidelijken aan de hand van een voorbeeld en
het programma Gynzy.

Lesdoel(en): Kinderen kunnen wegen met behulp van een


weegschaal, en inhouden bepalen met behulp van een
maatbeker (product- en procesdoel). De kinderen leren met
elkaar samen te werken (procesdoel).
Mijn les sluit aan bij kerndoel 33.
Kerndoel 33: De leerlingen leren meten en leren te rekenen
met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek,
oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.

Evaluatie van lesdoelen:


Hoe ga ik controleren of mijn lesdoelen behaald zijn?
Ik observeer de kinderen tijdens mijn introductie activiteit en de
opdracht .
Ik evalueer het product- en procesdoel.
Ik evalueer de samenwerking met de kinderen(Procesdoel).
Ik bekijk de werkbladen van de kinderen.

Tussendoelen groep 5/6:


Introductie van de gram als standaardmaat voor
gewicht; koppeling van deze maateenheid aan
passende referentiematen en aan de reeds bekende
maat van kilogram
Verkenning van het werken met een
keukenweegschaal om het gewicht van allerlei
objecten te bepalen.
Verschillen en overeenkomsten tussen weegschalen
met een wijzeraanduiding en digitale aanduidingen.
Oefenen van het omzetten van veelvoorkomende
gewichtsmaten gram en kilogram.
(Verkenning van enkele handige referentiematen (pak
suiker is een kilogram, appel weegt ongeveer 200
gram, eigen gewicht ))
De kinderen onderzoeken het gewicht van bekende
huishoudelijke artikelen zoals een pakje thee (100 g),
een pak koffie (250 g) en een pak macaroni (500 g),
en oefenen in het schatten en precies meten van het
gewicht van andere artikelen zoals een zak appels of
peren.
Tussendoelen inhoudsmaten:
Verkenning van de maatbeker als meetinstrument
waarmee de inhoud van allerlei objecten bepaald kan

Beginsituatie:
De kinderen rekenen met de methode Pluspunt. De kinderen krijgen gedifferentieerd les. Deze les bedenk ik buiten de methode en
alle niveaus bij elkaar. De kinderen zijn net begonnen met het meten van oppervlaktes. De kinderen zijn nog niet veel bezig geweest
met gewicht en inhoudsmaten.
Cognitief
Ik heb in het groepsplan rekenen en tijdens de rekenlessen gezien dat de leerlingen ingedeeld zijn in verschillende niveaus. Op basis
van de tussentijdse cito toetsen zijn ze ingedeeld in de n ster groep (zwakke rekenaars), de tweester groep (gemiddelde
rekenaars) en de driester groep (boven gemiddelde rekenaars). Bij elke rekenles gaan de leerlingen van groep 6 in deze groepen
werken. De tweester leerlingen komen in onze klas en in de klas ernaast zitten de n en drie ster kinderen. Deze verdeling gaat
veranderen, omdat de groepen zijn veranderd na het rapport dat de leerlingen hebben gekregen. Nu komen de n en tweester
leerlingen in onze klas en de drie ster leerlingen gaan naar de andere klas. Deze differentiatie blijkt efficint te werken in de klas.
Ik ga voor dit vak een les ontwerpen, waarbij ik leerlingen van verschillende niveaus bij elkaar zet. Hierdoor kunnen de sterke
leerlingen de zwakke leerlingen helpen en daarbij de zwakkere leerling op een hoger niveau krijgen. Ik zal rekening houden met de
theorie van Vygotsky. Hierbij staat de actuele en naaste ontwikkeling centraal. Door een uitdagende klaar opdracht, stimuleer ik de
naaste ontwikkeling.
Sociaal
De kinderen werken meestal individueel aan de opdrachten. Tijdens deze les laat ik de kinderen met elkaar samenwerken. Hierbij
houd ik rekening met het sociogram dat ik heb afgenomen. Uit het sociogram blijkt dat een aantal kinderen buiten de groep valt,
zowel op sociaal- als op werk gerelateerd gebied. Dit is niet opvallend te zien in de klas. Gelukkig benvloedt dit de sfeer niet negatief
in de groep. Ik wil ervoor zorgen dat deze kinderen plezier krijgen in het samenwerken. Deze leerlingen werken liever alleen, wat
natuurlijk soms ook prima is. Tijdens een samenwerking is het belangrijk dat de leerlingen proberen samen te werken. In deze les zet
ik kinderen bij elkaar in een groepje, die normaal minder goed met elkaar kunnen samenwerken. Ik kan dit niet bij alle kinderen doen,
want sommige kinderen mogen absoluut niet bij elkaar in het groepje. Ik zorg dat er dan in het groepje ook kinderen zitten die goed
kunnen samenwerken. Ik zorg ervoor dat ik duidelijke afspraken maak van te voren met de klas, om deze samenwerking goed te
begeleiden. De kinderen die altijd samen willen werken, laat ik ook met andere kinderen samenwerken. Er zijn een aantal kinderen
die zich moeilijk kunnen concentreren in de klas. Deze kinderen hoeven tijdens deze les geen koptelefoon te gebruiken.
Coperatief leren
Ik gebruik deze les de coperatieve werkvorm werken in vier- of vijftallen. Ik heb de werk- en groeperingsvormen afgestemd op mijn
groep, zoals ik in de beginsituatie heb beschreven onder het kopje Sociaal. De introductie begin ik klassikaal, daarna mogen de
kinderen in groepjes een werkblad over inhoud en over gewicht invullen. Van te voren maak ik duidelijke afspraken met de kinderen.
Ieder kind komt aan de beurt in het groepje, we gaan netjes om met de materialen, we zetten de spullen netjes klaar voor het andere
groepje, we fluisteren met elkaar, bij het stopteken leggen we onze materialen neer etc. Dit laat ik de kinderen vertellen voordat we

Lesverloop
Tijd
Leerinhou
d
Voorbereidi
ng

Didactische handelingen
Leeractiviteit
Leraar
leergedrag leerling(en)
Ik maak een werkblad voor de
De kinderen hoeven nog niks te doen.
kinderen en ik maak groepjes van te
voren. Ik verdeel de klas in zes
groepjes. In elk groepje zitten
kinderen van n, twee en drie ster.
Alle verschillende reken niveaus
zitten tijdens deze les bij elkaar. De
kinderen kunnen elkaar gaan
helpen. Ik gebruik hierbij de
coperatieve werkvorm werken in
vier- of vijftallen.
Op het bord schrijf ik de gewicht- en
inhoudsmaten in de vorm van een
trappetje. Ik zet op de tafel voorin
de klas alle materialen klaar. Als we
met het werkblad gaan beginnen,
mogen de groepshoofden de
spullen(meetinstrumenten) komen
halen. Drie groepjes werken aan de
opdracht Gewicht en drie groepjes
werken aan de opdracht Inhoud.

Materialen /
Organisatie
- Gynzy:
weegschaal en
maatbekers
- Werkbladen
- Pak suiker en
een pak melk
(referentiematen
).
- Pak cornflakes
en rijst
- Ongeveer drie
keukenweegscha
len
- Ongeveer drie
maatbekers
- Drie wijnglazen
- Drie plastic
bekers
- Drie
theekoppen/glaz
en
- Drie limonade
glazen
- Drie bier glazen
- Drie borrel
glazen

+- 5 min. Inleiding

Ik vertel dat de kinderen nog overal De kinderen blijven nog overal van af. De
vanaf moeten blijven. Ik begin met
kinderen luisteren en beantwoorden mijn
een demonstratie. Ik heb een pak
vragen met een vinger.
rijst en een pak cornflakes. Ik vraag
aan de kinderen wat meer weegt. Ik
pak van allebei de producten 300
gram. Ik vraag aan de kinderen van
welk product heb ik dadelijk meer.
Conclusie is dat het meer lijkt, maar
rijst is zwaarder.
De kinderen mogen om de beurt iets komen
Ik zet het Digibord aan en ik start
wegen op het bord. Niet alle kinderen zullen
het programma Gynzy op. Ik laat de aan de beurt kunnen komen. De kinderen die
weegschaal zien. Ik laat de kinderen niet aan de beurt zijn kunnen ook gaan
om de beurt een product komen
schatten en vertellen of ze het met de
wegen. Het kind schat eerst hoeveel schatting van het kind voor het bord mee
het ongeveer zou wegen, daarna
eens zijn.
gaat het kind kijken of het antwoord
klopt. Ik wissel de beurten op tijd af
en ik laat zoveel mogelijk kinderen
naar voren komen om te wegen.
Daarna introduceer ik de
inhoudsmaten aan de hand van de
maatbekers op het bord. De
kinderen mogen om de beurt raden
hoeveel water er in de beker zit.
De kinderen beantwoorden mijn vragen en
We bespreken wat er belangrijk is
luisteren.
bij het aflezen van deze
verschillende schalen. Welke maat
staat er aan het einde? Hoe groot is
een schaaldeel? Waaruit kun je dit
afleiden? Wie had er moeite met het
aflezen van standen tussen
schaalstreepjes? Daarbij moet je
rekening houden met welk

Gynzy:
weegschaal en
maatbekers

Kern

Ik bespreek kort de opdrachten op


het werkblad. Ik vertel wie in welk
groepje zit. De kinderen mogen nu
bij het juiste groepje gaan zitten en
de opdrachten gaan maken. De
groepjes wisselen na tien minuten
om naar de volgende opdracht.
Voordat we gaan wisselen vraag ik
aan de kinderen om alle spullen
netjes op te ruimen en klaar te
zetten voor het volgende groepje.
Opdracht 1: Gewicht
De kinderen gaan in de omgeving
op zoek naar voorwerpen. De
kinderen maken samen een
schatting van het voorwerp en
wegen om de beurt de voorwerpen.
De kinderen lezen het gewicht
samen af. De tweede opdracht gaat
over welk voorwerp zwaarder
weegt. Als klaar opdracht mogen de
kinderen een aantal voorwerpen
zoeken die 500 gram of 1000 gram
samen wegen.

De kinderen mogen bij het goede groepje


gaan zitten. De kinderen maken de
opdrachten samen in het groepje. Ze mogen
bij deze opdrachten meetinstrumenten
gebruiken. Voordat de groepjes gaan wisselen
ruimen de kinderen netjes de spullen op.

Werkbladen
Pak suiker en
een pak melk
(referentiematen
).
Pak cornflakes
en rijst
Ongeveer drie
keukenweegscha
len
Ongeveer drie
maatbekers
Drie wijnglazen
Drie plastic
bekers
Drie
theekoppen/glaz
en
Drie limonade
glazen
Drie bier glazen
Drie borrel
glazen

Opdracht 2: Inhoud
De kinderen moeten tijdens deze
opdracht verschillende bekers met
elkaar vergelijken. De kinderen
maken in overleg de opdrachten en
moeten samen aflezen hoeveel er in
de maatbeker past. De maten
rekenen de kinderen om naar
andere inhoudsmaten. Zijn de
kinderen klaar, dan maken ze de

+- 5 min. Slot

Ik evalueer op het verloop van de


samenwerking. Hoe is de
samenwerking gegaan in je
groepje? Heeft iedereen mee
kunnen doen in het groepje en een
meetinstrument kunnen gebruiken?
Waren er problemen tijdens de
samenwerking? Hoe zou dit de
volgende keer beter kunnen gaan?
Wat ging er goed tijdens de
samenwerking? Wat vonden jullie
van deze les?

De kinderen met een vinger beantwoorden


mijn vragen en luisteren.

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
1. Ik wil tijdens deze les goed letten op de tijd (4. Organisatorisch competent, 4.2 tijdsbewaking)
2. Daarnaast vind ik het ook belangrijk dat ik tijdens deze les goed structuur houd (1.1 1.3 Interpersoonlijk competent)
3. Ik wil de theorie goed overbrengen naar de kinderen (3. Vakinhoudelijk en didactisch competent)

Wat deed ik?


De kinderen die een vinger opstaken heb ik de beurt gegeven. Ik begon pas te praten als het stil was. Tijdens het werken in groepjes
heb ik aangegeven dat de kinderen met elkaar fluisteren. Ik heb de time-timer op het bord gebruikt bij het werken in groepjes. Ik wist
hierdoor wanneer de kinderen van opdracht moesten wisselen. Ik heb een trappetje op het bord getekend met gewicht- en
inhoudsmaten. Ik begon met het proefje en daarna het programma Gynzy.
Wat betekende het voorgaande voor mij?
Het was leuk om te zien hoe betrokken de kinderen waren bij het proefje waar ik mee was begonnen. De kinderen reageerde
enthousiast op mijn vragen. Gynzy vonden de kinderen ook erg leuk. Er wilde veel kinderen aan de beurt komen. De evaluatie verliep
prima. Sommige kinderen vonden het lastig om samen te werken. We hebben klassikaal naar oplossingen gezocht voor een volgende
samenwerking.
Ik had de tijd beter in de gaten moeten houden. Mijn inleiding van de les duurde veel te lang, waardoor ik de kern van de les had
moeten inkorten. Dit was nou net het belangrijkste deel van de les. De kinderen hadden niet genoeg tijd om het werkblad helemaal
af te maken. Tijdens de proefjes mag ik nog duidelijker instructie geven. Ik had duidelijk kunnen aangeven dat we n maatbeker
met water vullen en de bekers niet helemaal vol doen. Dit heb ik later in de les teruggepakt, maar ik wil dit de volgende keer meteen
vertellen.
Hoe nu verder?
1. Ik wil letten op een goede tijdsplanning.
2. Tijdens het werken met proefjes wil ik nog duidelijker zijn met de instructie.
Zie sterkte zwakte analyse.
Feedback mentor (inclusief handtekening) Christina Feijen
Datum: 24 april 2015
Goed dat je consequent bleef, helaas moest je nog vaak wachten. Wat doe je als dit te vaak gebeurd? Het eerste deel van de les
duurde te lang, waardoor de leerlingen weinig/minder tijd hadden voor het groepswerk. Blijf de tijd in de gaten houden. Het was een
leuke les, je hebt hier goed over nagedacht. Het groepswerk was erg leuk, goed dat je dit nog hebt besproken (wat ging goed of fout
en wat doen we de volgende keer).
Zie bijlage 3 voor een verdere uitwerking van de feedback op mijn lesvoorbereiding rekenen.

Bronnenlijst:
Werkblad wegen: http://www.123lesidee.nl/files/Werkbladen_wegen.pdf

Klokhuis aflevering Gewicht


Hersenkrakers: http://www.123lesidee.nl/files/hersenkrakers.pdf
Filmpje over gewicht: http://www.sommenfabriek.nl/wiskunde/rekenen/metrieke-stelsel/gewicht/

You might also like