Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier

Naam student: Leandros Sidiropoulos

Stageschool: OBS Brandevoort

Klas: 1D

Mentor: Agnes Lindhout

Stagedocent: Henritte Janssen

Groep: 1/2

Datum: 3-03-2015

Vak-/vormingsgebied: Rekenen

Onderwerp van de les:


Hoog & laag
Persoonlijke leerdoelen:
Mijn persoonlijke leerdoel voor deze les is zoals de vorige les, mij houden aan mijn
voorbereiding (dit LSF). Dit is een gestructureerde les die ik ook echt moet uitvoeren zoals ik
het voorbereid heb. Daarnaast wil ik deze les laten zien dat ik leerproblemen kan creren op
gedifferentieerd niveau. Zo worden mijn lessen effectiever.
EDIT: Het begrip: leerprobleem heb ik met mijn mentor besproken. Zij gaf aan dat ik de
kinderen moest uitdagen door ze aan het nadenken te zetten, door bv vragen te stellen. Ik doe
alsof ik er helemaal niets vanaf weet.
Lesdoelen:
Het lesdoel heb ik gebaseerd op het kerndoel 32 van Rekenen & Wiskunde:
Kerndoel 32
De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen.
En dan kijk ik specifiek naar de leerlijn : orinteren en plaatsbepalen in de bekende eigen
omgeving.
De kinderen ervaren dat ze zich kunnen orinteren in hun bekende eigen omgeving door in de
aanrommel fase zelf aan te experimenteren.
EDIT: Ik houd dit lesdoel, omdat de kinderen toch bezig zijn in de aanrommelfase met het
orinteren in hun bekende eigen omgeving.
www.tule.slo.nl
Beginsituatie:
De kinderen hebben maandag een les om kennis te maken met plaatsbepaling. Ze gaan fotos
bekijken en deze plekken in het echt bezoeken. Ze kijken dan specifiek naar de plaats waar de
foto is genomen (plaatsbepaling). Omdat dit zo concreet is, wordt deze activiteit als begin
aangeboden. Ze zijn nu onderaan op de ijsberg bezig met meetkunde. Mijn les wordt een stapje
hoger op de ijsberg. (EDIT: Theorie IJsbergmetafoor) Ze zijn nu alsnog concreet bezig, maar
moeten nu zelf een beschrijving geven. Omdat dit mijn eerste rekenles wordt, ben ik benieuwd
hoe dit zal verlopen. De eenvoudige oefeningen verwacht ik voldoende te zien bij de jonge
kleuters, de meer ingewikkelde oefeningen verwacht ik van de oudere kleuters voldoende te
zien.
Omdat meetkundige problemen vooral met inzicht te maken hebben, moeten kinderen dit zelf
kunnen verklaren. Om dit te stimuleren heb ik deze opdracht gekozen. Ze worden uitgedaagd
om onderzoek te doen, met bijbehorende materialen. En ze brengen onder woorden wat ze
ervaren. Ik stel open vragen om dit te stimuleren. Ook laat ik ze samen in de aanrommel fase de
natuurlijke interactie met elkaar aan gaan, waardoor ze gaan reageren op elkaar (leren van
elkaar). Dit heb ik uit de theorie van Kerninzichten. (Oonk, W., Keijzer, R., Lit, S., Engelsen,
den, M., Lek, A. & Waveren Hogevorst, van, C. 2011).

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 1/2

Tijd:

Lesopbouw

Filmpje
1/2 min

Ik begin deze les met een filmpje van Sesamstraat.


Deze les is gebaseerd op een les van Rekenen in Sesamstraat.
In het filmpje wordt beschreven wat je ziet als je door de verrekijker steeds verder
omhoog kijkt: Wat zie je steeds hoger? En wat zie je steeds lager? EDIT: Hoger en
lager wordt uitgelegd door het filmpje.
De inhoud van de les:
Rekeninhoud en begrippen
Gebruiken van de begrippen: hoog, nog hoger, laag, omlaag.
Voorwerpen en dingen in beeld krijgen, die ver weg of dichterbij zijn.
Aan
Na het filmpje geef ik alle kinderen een wc-rolletje.
rommelen
Ik laat de kinderen er doorheen kijken en geef ze de opdracht mee om zoveel
15 min
mogelijk verschillende perspectieven te laten bekijken.
Ik zet de time timer op 15 minuten, zodat ik de tijd ongeveer in de gaten kan
houden. Ik laat ze de eerste 15 minuten zelf wat aanrommelen en laat ze in
tweetallen bespreken wat ze gezien hebben. Zo zit er een coperatieve werkvorm in
de les, die als toegevoegde waarde heeft dat ze van elkaars bevindingen leren. De
een ziet misschien dingen die de ander nog niet heeft gezien, waardoor hij/zij daar
op gaat letten.
Wat zie je als je hoger kijkt, nog hoger, en laag, nog lager kijkt. Na tien minuten wil
ik dat alle kinderen terug in de kring gaan zitten.
Daar houd ik een kring gesprek en vraag ik naar allerlei dingen die de kinderen
hebben gezien en vraag naar een zo goed mogelijke beschrijving daarvan.
Hier wil ik zoveel mogelijk jongere kinderen aan het woord hebben.
Aan de oudere kinderen vraag ik hoe je ervoor kunt zorgen dat je iets in je wcrolletje helemaal kunt zien: hoe verder je ervan afstaat, hoe kleiner het lijkt.
Iets dat hoger is of verder weg is, lijkt kleiner.

Jongere
kinderen
5-10 min
Oudere
kinderen
5-10 min

De tijd die ik voor de beschrijvingen gebruik, ligt aan de output die ik van de
kinderen krijg. Daarom heb ik 5-10 minuten per leeftijd gepland.
5 min
Als afsluiting blik ik bewust terug op het behalen van het lesdoel. Ik doe de
oefening voor zoals zij hem hebben uitgevoerd, en vraag waar ik naar kijk. Als ik
naar boven kijk, kijk ik ... (omhoog). Als ik dan nog meer naar boven kijk, kijk ik ...
(hoger). Enz.

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 1/2

Leeractiviteiten kinderen
De kinderen kijken naar het
filmpje en komen in
aanraking met de begrippen:
- Omhoog
- Hoger
- Omlaag
- Lager
De kinderen zijn met
concreet materiaal bezig in
de les. Ze leren omhoog en
hoger te kijken door een
verrekijker. En ze leren
omlaag en lager te kijken
door een verrekijker.
Hierbij leren ze ook te
beschrijven wat ze dan zien.

Interventies leraar
Ik zorg ervoor dat iedereen
het filmpje zo goed
mogelijk kan zien / horen.

Materialen, hulpmiddelen,
organisatie
Filmpje
Tablet
WC-rolletjes
Time timer

Ik houd de orde tijdens de


aanrommel fase.
Ik begeleid het kringgesprek. Ik ben de
gespreksleider, maar vraag
input van de kinderen.
Hierbij vraag ik door naar
beschrijvingen.

De kinderen leren in een


kring-gesprek te beschrijven
wat ze hebben gezien.
De oudere kinderen leren
(d.m.v. een leerprobleem:
Hoe kun je ervoor zorgen dat
je iets helemaal in je wcrolletje kunt zien) Dat iets
wat hoger is of verder weg
is, kleiner lijkt.
Verantwoording les:
Ik ben de les begonnen met een filmpje van Rekenen in Sesamstraat. De begrippen hoger &
lager worden door het filmpje uitgelegd. Om het leerproces te bevorderen, heb ik ervoor
gekozen de kinderen zelf met een wc-rolletje te laten ervaren wat je ziet als je hoger of lager
kijkt. De aanrommel fase heb ik niet uit het boek Kerninzichten, maar komt uit de literatuur
van Natuur & Techniek. De natuurlijke interactie die ik in mijn les gestimuleerd heb, heeft
ervoor gezorgd dat de kinderen van elkaar leren. Dit sluit aan bij de reconstructiedidactiek. Ik
heb hier dus het principe: Sociale context en interactie in verwerkt. Een ander principe wat ik
gebruikt heb van de reconstructiedidactiek is het principe: Niveaus en modellen. Ik heb
hulpmiddelen in de vorm van materialen ingezet om de kinderen betrokken bezig te laten zijn.
Het kostenloosmateriaal (wc-rolletjes) diende als verrekijker waarmee ze naar beneden of
naar boven konden kijken. Dit werkt als een goed hulpmiddel, omdat de kinderen hierdoor
getriggerd werden actie te ondernemen.

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 1/2

Reflectie student
De Rekenles
Na de aanrommel fase merkte ik dat de kinderen gingen friemelen met de wc-rolletjes. Ik heb
daar terplekke op ingespeeld door te zeggen dat ze de wc-rolletjes onder hun stoel moesten
leggen. Dat ging goed. Ik heb duidelijk mijn grenzen aangegeven door ik-boodschappen te
geven. De dingen die ik niet wil, heb ik duidelijk aangegeven aan de kinderen; schreeuwen
door wc rol, in je mond stoppen, gekke geluiden maken. Daar heb ik op ingespeeld, we
hadden een afspraak.. Waarom kom je deze niet na? Ik heb me gehouden aan mijn
stappenplan. C kwam niet uit het probleem wat ik haar voorlag, ik merkte dat ze het probleem
andersom oploste. L wist het wel, dus die heb ik laten helpen. Ik heb het daarna zelf
benoemd en gevraagd wie dit ook wist ter evaluatie. Ik vind dat ik mijn lesdoelen heb
behaald, ze hebben ervaren zich te orinteren in de ruimte, in de aanrommelfase waren ze heel
betrokken. Ik heb ook mijn persoonlijk leerdoel behaald, ik heb me goed gehouden aan mijn
voorbereiding en ik heb een gedifferentierd aanbod geleverd.
Reflectie mentor
Top:
-

Starten van de activiteit: je geeft een duidelijk signaal voor de kinderen en ze gaan
zitten op hun stoel. Je wacht geduldig tot ze allemaal zitten en stil zijn en dan begin je
pas. Je uitleg van wat je van de kinderen verwacht is duidelijk.
Zelfredzaamheid: je geeft kinderen de opdracht om zelf hun stoel zo neer te zetten dat
ze het beeldscherm kunnen zien. Je hebt goed overzicht en begeleidt een klein groepje
door te vragen of ze het wel kunnen zien. Dat blijkt niet zo te zijn en de kinderen
verzetten zelf hun stoel.
Je geeft goede ik-boodschappen!
Veel ruimte voor experiment. Kinderen krijgen ruim voldoende tijd van je.
Tweegesprek over wat ze allemaal gezien hebben en vervolgens in de kring een paar
kinderen dit aan de hele groep laten vertellen. Zelf voorgedaan hoger, lager en wat zie
je dan?
Vervolgens nogmaals rond laten lopen. Door de deelronde zie ik dat kinderen
bewuster op zoek gaan naar objecten om door de wc-rol te bekijken. Dit is
verdieping.

Tip:
-

Je vraagt aan C. (oudste kleuter) wanneer iets groter wordt: dichterbij of verder weg.
De leerling snapt dit nog niet. Dan ga je het zelf uitleggen. De tip is om ook hiervoor
de tijd te nemen die je nam voor het experimenteren. Ga met de kinderen een
specifiek voorwerp bekijken (bijv, lego poppetje) en model hoe ze dat kunnen doen
(heel dichtbij: wat zie je? Zie je dat groot of klein? Verder weg: en nu? Etc.)

Leuke les Leandros, compliment daarvoor! Mijn collega Sandra was zo enthousiast dat ze de
les ook gaat doen in de klas

Leandros Sidiropoulos Studentnummer: 2597179 Klas: 1D OBS


Brandevoort, Groep 1/2

You might also like