Professional Documents
Culture Documents
Geschiedenisles Leeftijdsverschillen
Geschiedenisles Leeftijdsverschillen
hanteren.
Lesverloop
Tijd
Leerinhoud
Inleiding
Jong/ oud
Ik
Didactische handelingen
Leraar
Ik ga met vier leerlingen aan tafel zitten. Eerst
leg ik de fotos neer. Ik laat de kinderen de
fotos even bekijken en vraag hen of ze de
persoon op de verschillende fotos
herkennen (dat ben ik). Daarna vraag ik de
kinderen of ze de foto kunnen aanwijzen
waarop ik het jongst ben en waarop ik er net
zo uit zie als nu (waarop ik het oudst ben). We
kijken of we de overgebleven fotos ook
ergens kunnen plaatsen.
Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De leerlingen luisteren naar mijn intro en leggen de
fotos op de goede volgorde.
Materialen / Organisatie
Evalueren
Persoonlijke reflectie
Ik heb de les eerst klassikaal gedaan. We hebben met de leerlingen de begrippen jong en oud besproken. Daarna heb ik met mijn
klein groepje aan tafel gezeten. De leerlingen kenden meteen aan de fotos zien dat ik dat was. We hebben mijn fotos samen op
volgorde gezet. Dat ging best goed. Vervolgens moesten de leerlingen in tweetallen de plaatjes (van baby tot oma) van jong naar
oud op volgorde zetten. Dat vonden ze best lastig.
Tweetal 1: N. had
snel door wat ze moest doen en legde alle kaartjes meteen op volgorde. R. vond dat best lastig.
Tweetal 2: H. en J. vonden het best lastig en hadden hulp nodig bij het leggen van de plaatjes. H. kende het begrip jong niet. Ik had
het woord jong vervangen door het woord klein.
Mijn persoonlijke leerdoel voor deze les was, om bij mijn lesdoel te blijven. Ik wilde de leerlingen jong en oud leren. Veel leerlingen
kenden het begrip jong nog niet. Toen ik jong koppelde aan klein (toen ik nog klein was, net zoals jullie, toen was ik jong) begrepen ze
het wel.
Feedback mentor
Datum:
Je hebt deze les goed voorbereid, je les voorbereidingsformulier ziet er goed uit .
R. en H. zijn kinderen uit niveaugroep 3 en N. uit niveaugroep1, dus ik snap dat N. dit wel kon, maar goed dat je dit zo gedaan hebt
Nu zie je dat verschil duidelijk. Goede les.
Verantwoording:
Ik heb gekozen voor deze werkvorm, omdat in kerndoel 51 staat beschreven dat kinderen de aanduidingen van tijd
en tijdsindeling leren te hanteren. Begrippen van tijdsaanduiding zijn: jong, oud, leeftijd.
Voor deze opdracht moeten de kinderen in grote lijnen de ontwikkeling van de mens weten te herkennen. De
kleuters zijn in staat om leeftijdsverschillen te zien aan een foto/ afbeelding. Ik neem mijn eigen fotos mee en
vraag aan de leerlingen of ze herkennen wie dat is. daarna mogen ze mijn fotos op goede volgorde leggen, van
jong naar oud.
De leerlingen gaan vervolgens de volgende afbeeldingen in goede volgorde zetten. Ze moeten samen
(coperatieve werkvorm) met elkaar overleggen welke plaatje als eerst komt en welke daarna, enz. Op het eind
gaan we kijken naar de volgorde van de fotos. Ik vraag aan beide groepen:
- Welke foto hebben jullie als eerste ?
- Waarom?
- Wat hebben jullie daarna?, ect.
Ik geef de leerlingen de ruimte om ook iets te vertellen over hun eigen thuissituatie. (broertjes, zusjes, wie is de
oudste, wie is de jongste ect.)