Hoofdstuk 9 (SENECA)

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Hoofdstuk 9

Tekst 1 (Epistula 3.14)


Belangrijkste punten:
Plinius schrijft over een wrede meester die de mishandeling van zijn slaven
niet heeft overleefd.
Eigenlijk wil hij hiermee laten zien wat er kan gebeuren als slaven slecht
behandeld worden: ze kunnen in opstand komen tegen hun meester.

Tekst 3

(Seneca, Epistula ad Lucilium 47)

De slechte behandeling van slaven


Alineanummer:
1.
Captatio Benevolentiae
Zet eigenlijk de toon voor de rest van de brief: Het zijn slaven. Nee,
medeslaven, als je bedenkt dat het lot tegenover beiden evenveel
macht heeft.(Laatste zin). Die gedachte is typisch voor de
stocijnen.
2.
(Net als alinea 1): Het is helemaal niet erg als je aardig met je
slaven omgaat1.
3+4.
Verbied je je slaven te spreken, dan zullen ze niet voor je opkomen
en over je roddelen.
We maken slaven tot onze vijanden
5.
We behandelen slaven slecht want we laten ze allerlei smerige,
mensonterende klusjes doen.
6.
De meester is een grotere stakker dan de slaven omdat hij hen
leert hoe ze klusjes moeten uitvoeren met zijn genot als hoogste
doel.
7.
We laten geven slaven vernederende taken en als we er zin in
hebben, gebruiken we ze (op een seksuele manier).
8.
Meesters die zich schamen om met een slaaf aan tafel te gaan, zijn
zelf nog meer slaaf aangezien ze dat niet durven uit schaamte. Ze
beletten zich zelf immers dingen te doen.
De rollen kunnen worden omgedraaid
9.
1 Tussen aanhalingstekens: achterliggende gedachte van een alinea

De rollen kunnen worden omgedraaid: denk aan Callistus (oud-slaaf


die zijn oud-meester later zelf als slaaf kocht).

Verwijzing naar de ratio: men is uit hetzelfde zaad geboren.

Belangrijkste punt in de brief komt hierin naar voren: je moet net


zo omgaan met je ondergeschikte als jouw superieur met jou zou
moeten omgaan.

Hij haalt allerlei verhalen erbij van mensen die een omwenteling van
het lot hebben meegemaakt.

Je moet je niets aantrekken van wat anderen over je denken als je


goed met je slaven omgaat.

Onze voorouders hebben zelfs een feestdag ingesteld waarbij de


meesters aardig waren tegen hun slaven en omgekeerd. Ze aten
hierbij ook samen. Met de bedoeling dat dit vaker zou gebeuren dan
een dag. Dit waren de Saturnalia.

10.
11.

12.
13.
14.

Slaven als vrienden


15.
Je moet slaven (en mensen in het algemeen) beoordelen op hun
karakter en niet op hun taken, want die worden door het lot
aangewezen.
16.
Vrienden vind je niet alleen op het Forum en in de senaat, ook thuis
kun je ze vinden.
Slaven moeten niet bang zijn voor hun meesters
17.
Iedereen is slaaf: van de wellust, eerzucht, hebzucht, hoop,
enzovoorts.
Dat is vrijwillige slavernij en die is het schandelijkst.
18.
Mensen moeten mij niet beschuldigen van het oproepen tot het
vrijlaten van de slaven: dat doe ik niet.
Liefde en angst gaan niet samen.
19.
Luxe dwingt ons waanzinnig te worden.
20.
Koningen en meesters denken vaak dat hen onrecht is aangedaan
zodat ze zelf onrecht kunnen plegen.

You might also like