Project Inktvis 1b

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 26

1

1. Probleemstelling
Een populair cadeau voor je vriendinnetje of vriendje is een knuffel.
Zon knuffel kost in de winkel vl geld maar wij gaan er in de klas
een maken die zeker zo mooi is en vl goedkoper.

2. Materiaal
Bekijk het voorbeeld eens goed!
Uit welk materiaal bestaat onze inktvis hoofdzakelijk?
.
Het woord wol is een algemeen aangenomen begrip, maar zijn alle
textieldraden wel gemaakt uit wol?

3. Textielwaren
Sluit nu eens je ogen en kijk in je verbeelding eens
rond waar textiel en kleding gebruikt worden.

We kunnen textielwaren indelen volgens het gebruik.


Opdracht

1. Kledingtextiel
Noteer enkele kledingstukken die je draagt.

2. Woningtextiel
Kijk eens rond in je huis, waar gebruikt men textiel
bij de woninginrichting?

3. Huishoudtextiel
In de keuken, badkamer of slaapkamer wordt ook
textiel gebruikt.
Noem enkele voorwerpen.

4. Varia
Voorwerpen die niet tot de voorgaande
groepen behoren,kunnen ook uit textiel vervaardigd zijn.
Geef enkele voorbeelden.

Schrijf in de laatste kolom van de tabel de naam van de


groep waartoe het genoemde textielproduct behoort.

Textielproduct

Groep

Broek

Keukenhanddoek

Zetelbekleding

Badhanddoek

Toiletzak

Tafelkleed

Sportzak

T-shirt

Paraplu

Boodschappentas

Blouse

Overgordijnen

Hoofdkussen

4. Textielvezels
Opdracht
Rangschik de volgende textielvezels in twee grote groepen.
katoen nylon rayon wol acryl sisal polyester
Tip: Zoek de vezels die je niet kent op het internet op.
Natuurlijke vezels
Kunstmatige vezels
.
..
.
..
.
..
.
..
Textielvezels worden dus in twee grote groepen ingedeeld:
- ..
- ..
Opdracht
Deel de volgende vezels bij de juiste groep in .
wol katoen jute zijde kokos vlas - kameelhaar
Plantaardig
..
..
..
..

Dierlijk

De kunstmatige vezels worden eveneens in twee groepen ingedeeld:


- de halfkunstmatige vezels
- kunstmatige of synthetische vezels
a. Half kunstmatige vezels zijn afkomstig van natuurlijke
producten die kunstmatig verwerkt worden.
vb. cellulose of celstof, dat het hoofdbestanddeel van de
wanden der plantencellen vormt.
Het dient als basis om viscose, rayon of kunstzijde (een
imitatie van echte zijde), rubberdraden en papiergarens te
maken.
b. Kunstmatige of synthetische vezels zijn samengesteld uit
grondstoffen, afkomstig van steenkool of petroleum.
De eigenschappen daarvan zijn langs chemische weg veranderd.
Scheikundigen maken een geschikte samenstelling, zo ontstaan
nieuwe grondstoffen zoals nylon, terlenka, diolen, dralon, orlon,

Samenvattingschema
Textielvezels

Natuurlijke vezels

Plantaardige vezels
-katoen, vlas,

Dierlijke vezels
-wol, zijde,

Kunstmatige
vezels

Half kunstmatig
-viscose, kunstzijde,

Kunstmatig
-nylon, terlenka

Opdracht
Kleef hieronder een afbeelding van waar de vezels hun oorsprong
vinden.
Tip: Indien je geen plaats genoeg hebt gebruik dan een apart A4
blad.

Dierlijk

Half kunstmatig
( denk hierbij aan de rubberplant)

Plantaardig

Synthetisch

5. Natuurlijke vezels
1. Wol
Herkomst
Praktisch altijd afkomstig van het schaap.
Als schapenwol bovendien nieuw is en zonder
enig afval, dan spreekt men van scheerwol.
Angorawol komt van het angorakonijn en mohair van de angorageit.
Gebruik
Boven- en onderkleding, dekens, tapijten.
Kledingstukken gemaakt uit zuivere wol dragen een waarborglabel.
Eigenschappen:
Is zeer elastisch
Neemt veel vocht op zonder nat aan te voelen
Kreukt niet
Voelt warm aan
Opdracht
Kleef naast het voorbeeld zelf een wollabel.
Tip: Zoek op het internet of knip het label uit een oud kledingstuk,
WEL EERST AAN JE MOEDER VRAGEN!

2. Katoen
Herkomst
Katoen is een of pluis waarmee
de van de katoenplant begroeid
zijn. Deze katoenplant groeit in warme en
vochtige landen zoals: Turkije, Egypte, Mexico, .
Katoen wordt hl veel gebruikt en is
vergeleken met wol en vlas vl goedkoper.
Gebruik
Boven- en onderkleding, huishoudlinnen zoals lakens, handdoeken.
Kledingstukken gemaakt uit zuivere katoen dragen een
waarborglabel.
Het Duitse woord voor katoen is baumwolle =boomwol
Eigenschappen:
Sterk
Neemt snel vocht op
Kreukt gemakkelijk
Is goed wasbaar
Opdracht
Kleef naast het voorbeeld zelf een katoen label.
Tip: Zoek op het internet of knip het label uit een oud kledingstuk,
WEL EERST AAN JE MOEDER VRAGEN!

3. Vlas of linnen
Herkomst
Komt van de stengel van de vlasplant die in streken met een
gematigd klimaat groeit, zoals Belgi, Nederland, Polen, .
Vlaanderen, vooral de Leiestreek is sinds eeuwen een bekende
vlasproducent.
Gebruik
Linnen bovenkleding.
Veel gebruikt voor meubel- en wandbekleding, huishoudlinnen zoals
handdoeken, lakens, tafelgoed.
Eigenschappen:
Sterk
Neemt veel vocht op
Pluist niet
Kreukt gemakkelijk
Duurder dan katoen

Als je meer wil weten over de vlasteelt huur


dan maar eens de Vlaamse film : De Vlaschaard

4. Kokos
Kokosvezels bevinden zich in het omhulsel
van de kokosnoot en worden gebruikt voor
het vervaardigen van matten, borstels en
touwen.

10

5. Hennep, Sisal en Manilla


Dit zijn plantaardige vezels die gebruikt
worden in de matten- en touwindustrie.

6. Jute
Afkomstig van de juteplant, wordt vooral
ingevoerd uit India, Pakistan en Bangladesh.
Wordt gebruikt voor het maken van zakken,
behangerslinnen, touw, vloerbekleding,

7. Zijde
Zijde is afkomstig van een grote
rups die oorspronkelijk gekweekt
werd in China en Japan, later ook in
Zuid Europese landen.
De draden waarmee de zijderupsen
zich inspinnen alvorens in een pop te
veranderen, zijn feitelijk de zijde.
Zijde is de dunste, maar tevens de
sterkste dierlijke vezel.
Zacht, fijn en glanzend is ze de
mooiste textielgrondstof, maar ook
n van de duurste.

11

6. Halfkunstmatige vezels
1. Rayon
Rayon, ook kunstzijde genoemd, is een
imitatie van echte zijde en wordt vaak
verwerkt tot voering, overgordijnen en
bedspreien.

2. Acetaat
Acetaat en tri-acetaat lijken ook
erg op echte zijde, ze worden
verwerkt tot kledingstoffen en
meubelstoffen.

7. Synthetische vezels
De synthetische vezels worden in de fabrieken door de mens gemaakt.
Deze vezels worden in enkele grote groepen ingedeeld.

1. De polyamiden
Deze worden vaak verwerkt tot kousen,
pantys, regen- en sportkledij.
Hiertoe behoren o.a. nylon, perlon, enkalon

12

2. De polyestervezels
Polyestervezels worden vaak verwerkt
tot bovenkledij zoals regenjassen,
sport- en vrijetijdskleding, maar ook
tot gordijnstoffen.
De bekendste zijn : tergal, terlenka
en diolen

3. De acrylvezels
Acrylvezels worden verwerkt tot gebreide
onder- en bovenkleding, babykleding, dekens
en breigarens.
Ze zijn bekend onder de namen : dralon,
orlon, acribel, courtelle, crylor,
http://nl.wikipedia.org/wiki/Textiel

8. Van vezel tot draad


Noteer eens de lengte die vermeld staat op een
bol breidraad of naaigaren.

Zijn de vezels te kort?


We stellen vast dat de draden heel lang kunnen zijn, terwijl de vezels
( het kleinste deel van een draad) toch vrij kort zijn.
Zo meet een katoenvezel ongeveer 19 44mm, linnen (vlas) heeft een
vezellengte van 20 50mm en wolvezels variren meestal tussen
20 en 55mm.
Hoe kunnen wij nu een lange stevige draad maken van korte vezels ?

13

Van een korte vezel naar een lange draad.


De vezels moeten in en naast elkaar gedraaid worden om een draad
e bekomen die regelmatig is in dikte, sterkte en veerkracht.
Deze bewerking heet spinnen.
Dit was vroeger handwerk, denk maar
eens aan de klassieke schilderijen van
spinsters met hun spinnewiel.

In welk sprookje speelt een spinnewiel een


belangrijke rol?

Als hobby is het spinnen met de hand weer in.


Dit kan ook met de spinstok of met de spintol
gebeuren.

In de industrie zijn natuurlijk moderne machines waar duizenden


draden tegelijkertijd gesponnen worden.

14

Tot hiertoe hadden we het alleen over spinnen met natuurlijke vezels.
Voor kunstmatige vezels is het spinprocd helemaal anders.
In deze gevallen hebben we een vloeibare massa die door kleine
gaatjes gespoten wordt.
Uit elk gaatje komt n lange, dunne draad, die op zijn volle
lengte kan worden verwerkt.
Die lange, dunne draden worden ook wel op bepaalde lengten geknipt om
vezels te krijgen die dan gesponnen worden zoals natuurlijke vezels.
Om de sterkte en de regelmaat van de gesponnen draden te verhogen,
worden twee of meer draden om elkaar heen gedraaid.
Zo ontstaat een getwijnde draad.
Volgens de richting van het in elkaar draaien (twijnen), spreekt men
van S- getwijnde draden of Z- getwijnde draden.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Spinnen_(textiel)

Kleef telkens een stukje echt materiaal onder de


tekening.

Tip: Gebruik hiervoor plakband en geen lijm of kleefstift.


De vezels zijn losse haartjes van bv. wol, katoen, die je zo uit elkaar
kan trekken.

15

Een draad is iets anders, daar zijn de vezels om elkaar gedraaid, ze


houden elkaar vast en zijn daardoor veel sterker.
Dit om elkaar draaien heet spinnen.

Om een nog sterkere draad te maken worden twee (of meer) draden
nogmaals om elkaar gedraaid, we noemen dit twijnen.

16

9. Het onderhoudsetiket
Elke textielvezel heeft zijn eigen (was)eigenschappen, maar wat als
je T-shirt uit China komt?

En taal wordt over de hele wereld begrepen: de symbolentaal op het


onderhoudsetiket in uw kleding.
Internationaal genormeerde symbolen vertellen u of en zo ja, hoe u de
stof kunt wassen, drogen, strijken, bleken en chemisch reinigen.

http://www.digischool.nl/vz/leerlingen/Oefenen/hotpot/wassymbolenintroductie.htm

17

Verklaar de volgende onderhoudsetiketten.

1. Onderhoudsetiket van een kindertrui.

100 % wol

Wassen:
Bleken: ..
Strijken: .
Chemisch reinigen: ..
2. Onderhoudsetiket van een overhemd

50 % polyester, 50 % katoen

Wassen: .
Bleken:
Strijken: ..
Chemisch reinigen:
Drogen: .
Opdracht
Kleef hieronder twee onderhoudsetiketten uit een kledingstuk.
Tip: neem een versleten kledingstuk en vraag eerst aan je moeder!

18

10.Verwerken van textieldraden


We weten nu hoe textieldraden ontstaan maar we hebben nog steeds
geen inktvis.
Textieldraden kan je op veel manieren verwerken :
- breien
- haken
- knopen
- weven
- vlechten
Wij gaan er in dit project n nader bekijken, namelijk vlechten.

11. Vlechten
1. Wat is vlechten?
Vlechten is het kruisen van draden of groepen van draden
(strengen of bundels).
De driedraadsvlecht is de eenvoudigste en wordt het meest
gebruikt.
In schiemanswerk (knoopwerk aan boord van schepen) wordt ze
de boerenplatting genoemd. Natuurlijk wordt ze gemaakt met
drie draden die met elkaar vervlochten worden.
Vlechten kan ook met 4, 5, 6 of meer draden, dit zijn dan
meerdraadsvlechten, zo wordt het vlechtwerk breder en gaat
het op een schuin geweven stof lijken.
Vlechtwerk is een techniek die door de eeuwen heen bij alle
volkeren druk beoefend werd.
Vaak werd het haar tot kunstvolle kapsels vervlochten. Men
gebruikte vooral vlechtwerk voor manden maar ook om
schoenzolen, dakbedekking en manden te maken.

19

Om eenvoudig schoeisel te verkrijgen maakte men een lange


vlecht, legde die in de vorm van een zool en men naaide het
geheel aan elkaar.

2. Oorsprong van enkele veelgebruikte materialen.


Oorspronkelijk vlocht men takken, twijgen, stengels en
andere delen van planten.
Wilgetenen, biezen, bamboe, rotan en stro vormden het
vlechtmateriaal.
Dit natuurlijk materiaal is vaak ongelijk van lengte en dikte.
Een bies bijvoorbeeld verschilt van dikte van de wortel tot de
top.

Zoek de volgende woorden op.


- Wilgetenen: ..
- Biezen:
- Bamboe: .
- Rotan: ..
Leerband is heel geschikt om ceinturen te vlechten.
Wol, katoen en andere textielwaren worden zeer gemakkelijk
verwerkt, daar ze een onbepaalde lengte hebben.
Plastieken banden en draden worden tegenwoordig ook veel
gebruikt.

20

3. Basistechniek : de driedraadsvlecht
1. Neem drie draden bij elkaar, knoop ze samen en bevestig ze
aan een haak, een deurknop of iets dergelijks.

2. Leg nu om beurten de rechter- en de linkerdraad over de


middelste.

LET OP:

Om een stevige vlecht te bekomen moeten de draden


zijdelings aangetrokken worden en niet naar beneden.

http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlecht

21

12. Inktvis
Wat hebben we nodig?
- Textieldraad : 144 draden van 100cm lengte (48 per kleur)
- 1 balletje uit piepschuim of een zelfgemaakt balletje uit
aluminiumfolie.
Het balletje moet een diameter hebben van ongeveer 5cm.
- Vilt (of karton) en lijm.
- 8 stroken stof van 10cm lengte en 2cm breed.

Hoe werken we?


- Alle draden op 10cm van de bovenzijde samenknopen met een
strookje stof of een textieldraad.
- Het balletje met de draad omwikkelen.
- De draden onderaan het balletje samenbinden.
- De draden verdelen in 8 x 18 draden (=8 armen).
- De armen van de inktvis vlechten in driedraadsvlechten.
Je moet vlechten met 6 draden van dezelfde kleur (6x3=18)
Je moet 8 armen vlechten (8x18=144)
- Het uiteinde van de armen samenbinden met een strookje stof
stof of een textieldraadje.
- De ogen en mond uit vilt (of karton) uitknippen en op het hoofdje
Kleven.
- Het haar en de armen gelijk knippen en eventueel uitrafelen.

22

13. Beroepen & studierichtingen


Kleef hieronder drie afbeeldingen die te maken
hebben met jobs in de textiel sector.

Opdracht:
Welke studierichting moet je op school volgen om
bovenstaande beroepen uit te oefenen?
.
.
.

23

14. Woordzoeker
In dit projectje hebben we een aantal nieuwe woorden leren kennen,
zoek ze eens op in onderstaande woordzoeker.
Opdracht
Zoek de volgende woorden horizontaal, verticaal en diagonaal.
Textiel wol katoen jute zijde kokos vlas kameelhaar nylon
Sisal rayon polyester dierlijk plantaardig synthetisch - mohair

I
K
P
L
O
V
R
Z
J
D
E
E
Q
D
G
S
S
E
V
W

F
A
J
C
O
B
R
J
Y
T
J
T
Y
B
L
Y
I
K
T
L

Q
M
E
N
N
W
O
I
U
V
T
K
G
C
N
Y
X
S
J
C

Y
E
W
V
I
V
B
J
T
G
O
L
A
T
X
S
D
T
A
Z

M
E
E
E
D
B
H
A
L
K
Q
L
H
B
R
R
T
J
K
L

Y
L
X
H
Q
C
S
M
O
E
R
E
E
D
J
I
Z
L
B
I

B
H
S
V
B
E
L
S
A
Y
T
A
J
R
O
Y
R
R
E
V

H
A
X
J
X
E
W
V
D
I
E
R
L
I
J
K
R
Z
B
N

F
A
I
I
I
X
B
L
S
P
S
S
K
F
I
F
Q
R
T
C

P
R
Y
T
A
M
U
C
K
M
A
J
I
Q
W
Y
J
V
W
X

X
O
X
R
H
S
H
T
I
K
L
L
W
S
R
D
V
V
M
T

A
E
L
N
R
A
Y
O
N
Z
V
W
Y
A
K
I
I
X
M
M

T
M
Q
Y
N
T
Y
K
G
I
D
R
A
A
T
N
A
L
P
N

C
Z
J
E
E
B
I
B
B
K
N
R
P
M
V
T
I
H
U
D

X
C
L
J
O
S
R
Y
L
H
Y
D
C
B
H
R
L
B
O
S

T
G
I
O
T
Q
T
O
V
H
L
N
K
W
B
H
O
P
E
M

G
V
H
F
A
U
H
E
J
O
O
T
X
O
S
F
T
C
L
R

P
C
C
B
K
I
T
D
R
G
N
Y
G
C
L
M
W
Q
V
C

B
O
N
C
N
E
D
T
L
L
Q
W
V
W
H
X
S
P
D
I

R
V
R
K
Q
A
N
R
A
Z
Y
E
V
T
R
N
C
R
C
S

24

15. Evaluatie
Hieronder vind je een evaluatiefiche, geef jezelf een beoordeling en zet
een kruisje onder een gezichtje.
Ik ken er alles van en kan zo de leerkracht zijn plaats
innemen.
Ik weet er veel van, mits een beetje oefenen gaat het
zeker nog beter.
Ik weet voldoende om me uit de slag te kunnen trekken,
veel oefenen is de boodschap.
Het kan veel beter, ik deed mijn best niet of moet
eens met de leerkracht praten over een extra oefening.

Ik kan juist afmeten


De verhoudingen hoofd poten van mijn
inktvis zijn OK.
Mijn inktvis heeft 8 poten
De poten even lang
De bandjes rond de poten zijn op dezelfde
hoogte
Afwerking inktvis: uiterlijk/ versiering
Zorgvuldig gewerkt
Commentaar van de leerkracht:

25

16. Moeilijke woorden

Moeilijke woordjes die je niet begrijpt schrijf je in de eerste


kolom. Daarna zoek je met de ganse groep in een woordenboek
of op het internet naar een verklaring, je bevindingen schrijf
je in een groene kleur in de verklaringskolom. Woordjes die
dan nog niet gevonden zijn leggen we voor aan de ganse klas en
verduidelijken we in een zwarte kleur.

Moeilijk woordje

Woordverklaring

26

You might also like