Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 1

Ros | Ploeger

advocaten

Procesrecht: Dat de gedetineerde zonder inkomen en vermogen griffierecht moet betalen


zonder de mogelijkheid van kwijtschelding door onvermogen, is in strijd met art. 6 EVRM.
Samenvatting annotatie onder Hof Amsterdam 14 oktober 2014, Prg. 2015/101 m.nt. P.J.M. Ros
(ECLI:NL:GHAMS:2014:6014).
Appellant is gedetineerd en moet voor zijn hoger beroep 308,= aan griffierecht betalen. Hij stelt dit
niet te kunnen betalen bij gebrek aan inkomen en vermogen. Omdat ontruiming van zijn huis dreigt en
vernietiging van zijn inboedel, heeft hij echter een groot belang bij het hoger beroep. Omdat de
gedetineerde er niet in is geslaagd om het hof duidelijk inzicht te geven in zijn inkomen en vermogen,
laat het hof toepassing van de hardheidsclausule in art. 127a lid 3 Rv achterwege. Overigens biedt
deze clausule geen mogelijkheid tot kwijtschelding, hetgeen onder de oude griffierechtregeling nog
wel het geval was. Het gevolg van dit alles is dat de gedetineerde het griffierecht niet kan betalen, de
tegenpartij vervolgens wordt ontslagen van instantie en appellant de procedure mist en opdraait voor
de proceskosten.
Wij menen dat deze gang van zaken in strijd is met art. 6 EVRM. Immers, hier wordt de gedetineerde
de vrije toegang tot de rechter onthouden. Onder het oude regime van het griffierechtenstelsel was
kwijtschelding bij onvermogen een rele mogelijkheid. In de nieuwe Wet griffierechten burgerlijke
zaken ontbreekt dit. Echter, de Hoge Raad heeft (in een belastingkwestie) geoordeeld dat de enkele
betalingsonmacht niet zonder meer tot niet-ontvankelijkheid mag leiden, vgl. Hoge Raad 28 maart
2014, BNB 2014/135 (ECLI:NL:HR:2014:699). Verder heeft EHRM 19 juni 2001 (Kreuz vs Polen)
28249/95, EHRC 2001/54 ertoe geleid dat er wel degelijk nader onderzoek moet worden gedaan naar
de financile draagkracht van de betrokkene, indien blijkt dat hij niet in staat is om het verschuldigde
griffierecht te voldoen.
In de opgemelde kwestie lijkt het hof aan dit alles voorbij te zijn gegaan en dat levert een serieuze
schending op van art. 6 EVRM.
Wilt u meer weten? Het volledige commentaar met aanvullende jurisprudentie is te raadplegen in de
annotatie onder Hof Amsterdam 14 oktober 2014, Prg. 2015/101 m.nt. P.J.M. Ros (ECLI:NL:GHAMS:
2014:6014). of neem contact op met ons kantoor.

You might also like