G:/Frank/Indische Jeugdliteratuur

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 480

INDISCHE JEUGDLITERATUUR

Omslag: Zendingsschool in de christendessa Modjowarno, Oost-Java,


omstreeks 1896. Kleurenlitho naar een tekening van D.W. Meeles en G.J.
Bos uit E. Nijland, Schoolplaten van Ned. Oost-lndië. Leiden, Brill;
Utrecht, Breijer, 1897.
KONINKLIJK INSTITUUT VOOR
TAAL-, LAND- EN VOLKENKUNDE

Bibliographical Series 20

DOROTHEE BUUR

INDISCHE JEUGDLITERATUUR
GEANNOTEERDE BIBLIOGRAFIE
VAN JEUGDBOEKEN OVER
NEDERLANDS-INDIË EN INDONESIË, 1825-1991

1992
KITLV Uitgeverij
Leiden
Uitgegeven door:
KTTLV Uitgeverij
Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde
Postbus 9515
2300 RA Leiden
Nederland

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Buur, Dorothée

Indische jeugdliteratuur: geannoteerde bibliografie van jeugdboeken over Nederlands-


Indië en Indonesië, 1825-1991 /Dorothée Buur. - Leiden : KTTLV Uitgeverij. -111. -
(Bibliographical series / Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, ISSN
0074-0462; 20) Met bibliogr., reg. ISBN 90-6718-037-8
Trefw.: Nederlands Oost-Indië in de jeugdliteratuur; bibliografieën / Indonesië in de
jeugdliteratuur; bibliografieën.

ISBN 90 6718 037 8


© 1992 Koninklijk Instituut voor Taal-, Land-en Volkenkunde

No part of this publication may be reproduced or transmitted in any form or by any


means, electronic or mechanical, including photocopy, recording, or any information
storage and retrieval system, without permission from the copyright owner.

Printed in the Netherlands


Inhoud

Voorwoord vii

Inleiding l

Literatuuropgave

Woordenlijst 31

Afkortingen van instellingen 39

BIBLIOGRAFIE

Geannoteerde bibliografie 41

Nagekomen titels 398

REGISTERS

Auteursregister 403

Illustratorenregister 417

Uitgeversregister 423

Titelregister 429

Trefwoordenregister 457
Voorwoord

In 1982 begon ik met het verzamelen en beschrijven van Indische kinderboeken en


jeugdromans, oorspronkelijk in het Nederlands verschenen. Een klein aantal titels
was toen reeds opgenomen in de bibliografie Persoonlijke documenten; Nederlands-
Indië/Indonesië, een keuze-bibliografie (1973). Mede door de nostalgische reizen naar
Indonesië en het zoeken naar de eigen identiteit van Indische en Molukse jongeren
nam de belangstelling voor de Indische bellettrie toe. Ook de oprichting van de
Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde in 1986 heeft hiertoe bijgedragen. Het
Indische kinder- en jeugdboek was echter een tot nu toe achtergebleven gebied
binnen de studie van de Nederlandse jeugdliteratuur. Deze bibliografie is een poging
die leemte te vullen.
Bij het samenstellen van de bibliografie kreeg ik de gewaardeerde steun van
collega's binnen en buiten het KITLV en van belangstellenden die door het uitlenen
van één of meer boeken uit hun bibliotheek hebben bijgedragen aan de totstandko-
ming van dit werk. Het is ondoenlijk hen allen hier met name te noemen. In dit
verband noem ik wél dr. GJ. Knaap, hoofd van de afdeling Documentatie Geschie-
denis Indonesië, voor zijn deskundig advies, en drs. Aleida Sluijk voor haar nauw-
gezetheid bij de tekstverwerking en de typografische vormgeving.
Het spreekt voor zichzelf dat ik opensta voor aanvullingen, correcties en
opmerkingen op deze bibliografie. De bibliotheek van het Koninklijk Instituut voor
Taal-, Land- en Volkenkunde die, zoals uit dit boekwerk blijkt, een unieke verzame-
ling Indische jeugdliteratuur beheert, houdt zich gaarne aanbevolen voor uitbreiding
van haar collectie.
Nederlandsch-Indië
Inleiding

S jm- is een SCHIP

Dat zeilt op de zee;

Wie wil naar de Oost,

Die vare vrij mee!

(uit: AB en Prentgeschenkje.
Amsterdam, D. Jacobs, 1841.)

Het bovenstaande rijmpje neemt u mee naar een andere wereld aan de hand van
ruim twaalfhonderd titels van jeugdboeken die in deze bibliografie zijn bijeenge-
bracht. Met elkaar zullen ze een beeld oproepen van de verschillende tijdperken in
de Nederlandse koloniale en post-koloniale geschiedenis met verhalen over ontdek-
kingsreizen, de VOC-tijd, avonturen van schipbreukelingen en zeerovers, militaire
expedities, de komst van zending en missie, de sfeer van tempo doeloe, de ethische
politiek, het nationalisme, de Japanse bezetting en de dekolonisatie. In deze
vertellingen wordt het dagelijks leven van de bewoners van Nederlands-Indië/Indone-
sië beschreven, waarbinnen de Nederlanders en andere Europeanen een minderheid
vormden. Uit de samensmelting van deze twee bevolkingsgroepen, de oorspronkelijke
bewoners van Insulinde en de Europeanen, kwamen de Indo-Europeanen voort die
veelvuldig in de verhalen optreden. Vreemde Oosterlingen, zoals Arabieren en
Chinezen, die ook deel uitmaakten van de maatschappij in Nederlands-Indië, spelen
slechts zelden een rol. Hoe gingen zij allen met elkaar om, en in welke verhouding
stonden zij tot elkaar? Hoe keek men in Nederland tegen hen aan? Met welk doel
voor ogen ging de Nederlander naar de Oost: avontuur, carrière, een vlucht uit
bittere noodzaak wegens schande of schulden, of uit roeping?
Tot nu toe is er in de geschiedenis van het Nederlandse kinderboek weinig aan-
dacht geschonken aan deze zaken, terwijl Nederland ruim drie eeuwen delen van
Indië als kolonie heeft bestuurd en daarna vele officiële en onofficiële banden met
het onafhankelijke Indonesië zijn blijven bestaan. Wél is er zo nu en dan geschreven
over het Friese, het Vlaamse, het Antilliaanse en Surinaamse jeugdboek (Van
wormcruyt met suiker 1973). Waarom was er in Nederland nauwelijks belangstelling
voor het Indische jeugdboek? Misschien heeft men in de jaren na de Tweede
Wereldoorlog de term koloniaal niet willen gebruiken, was de belangstelling voor het
koloniale verleden aan het afnemen en werden repatrianten in beslag genomen door
hun nieuwe bestaan in Nederland. Of lag Nederlands-Indië nog zó dichtbij dat men
er niet toe kon komen om er over te schrijven, moest alles eerst bezinken? In de
2 Inleiding

periode van vóór de Tweede Wereldoorlog ben ik wel het onderwerp 'Indische
boeken' tegengekomen in het artikel 'Het Europese kind in Indië en zijn lectuur' van
de hand van mevrouw M.A.E. van Lith-van Schreven (Indisch vrouwen jaarboek
1936:161-88). Pleitend voor het Indische boek zegt zij:

'Naast het echt Hollandse boek, moet m.i. echter het typisch Indische meer
naar voren komen, dat ook zeer nuttig zou zijn voor de kinderen in Holland,
die over het algemeen nog veel te weinig van het normale leven in de belang-
rijke en schone koloniën afweten.'

En zij geeft bij haar artikel een lijstje van Indische kinderboeken met de opmerking:

'Het zal wel niet volledig zijn, omdat ik in vele gevallen slechts op de titel af
kon gaan. Nergens staan deze boeken apart gecatalogiseerd of is er bij
vermeld, dat ze in Indië spelen.'

Mede hierdoor ontstond bij mij het idee om materiaal te verzamelen over dit
specifieke genre kinderboeken dat in de studies van de Nederlandse jeugdliteratuur
op de achtergrond is gebleven.

OPZET EN WERKWIJZE

De samenstelling van dit materiaal is gebaseerd op de collecties van een aantal


Nederlandse (jeugd)bibliotheken en van de in de 'lijst van geraadpleegde werken'
genoemde bibliografische publikaties en catalogi. Het Koninklijk Instituut voor
Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) te Leiden komt als eerste en belangrijkste
vindplaats in aanmerking, daarna volgen andere bibliotheken, zoals vermeld in de
'Afkortingen van instellingen'. Verschillende uitgevers zijn benaderd om gegevens te
achterhalen. In sommige gevallen waren uitgeversarchieven niet te raadplegen of
vernietigd.
De titelbeschrijvingen staan in chronologische volgorde gerangschikt (1825-1991);
daarbinnen alfabetisch op auteur of titel. In principe is uitgegaan van de eerste druk
en, als deze niet was te vinden, van een latere druk. Bij meerdere drukken zijn deze
voor zover mogelijk vermeld, en worden ook bewerkingen en de verschijning in serie-
uitgaven en pocketreeksen apart genoemd. Indien een boek niet werd aangetroffen,
wordt verwezen naar Brinkmans catalogus van boeken en tijdschriften, de Catalogus
van boeken en tijdschriften uitgegeven in Ned. Oost-Indië door G. Ockeloen, Het ABC
voor Indië van Kees Groeneboer of een andere bron.
Ten aanzien van de oudere boeken — en dat zijn er veel — moest Brinkmans
catalogus worden geraadpleegd voor het jaar van uitgave omdat dit bijna nooit op
het titelblad is gedrukt of elders in het boek te vinden. Het gevonden jaartal staat
tussen vierkante haakjes vermeld. Dit geldt eveneens voor de latere drukken die,
voorzover te achterhalen, zijn opgenomen. Voorzover een boek voorhanden was of
in een uitgeverscatalogus iets over de inhoud stond vermeld is het geannoteerd,
waarbij van een drietal punten werd uitgegaan.
Inleiding 3

1. het geografisch element: waar speelt het verhaal zich af?


a. in Nederlands-Indië/Indonesië en in welk gebied of welke plaats?
b. in Nederland en waar in Nederland? Op het platteland of, zoals in
zovele gevallen, in Den Haag of een andere stad?
c. aan boord van een Oostindiëvaarder, mailboot, passagiers- of vracht-
boot?
2.het etnische milieu. Betreft het een Nederlands milieu, een Indonesisch milieu,
met eventueel daarbinnen aangegeven: Balisch, Bataks, Javaans, Moluks, Timo-
rees, Papoea enzovoort, of een Indo-Europees milieu, ook wel 'Indisch' genaamd.
3.het maatschappelijke klimaat, de sociale status van een persoon of een familie.
Gaat het over een gezin van een arts, militair, onderwijzer, planter, zakenman of
zendeling? Of over een rijstbouwer, doekoen, datoe(k), hadji, radja, regent of
sultan?

Zoals uit het voorgaande blijkt, spelen lang niet alle verhalen zich af in Nederlands-
Indië/Indonesië. Meestal begint een verhaal in Indië en eindigt na een aantal
hoofdstukken in Nederland, of omgekeerd: het begint in Nederland en eindigt met
Indië. Ook zijn er verhalen die én in Nederland én in een Nederlands milieu zijn
geplaatst, maar waarin Indische mensen of situaties worden opgevoerd of ter sprake
komen. Deze publikaties zijn ook opgenomen. En er zijn véél van dit soort verhalen
verschenen. De beslissing voor het wel of niet opnemen van een verhaal met een
Indisch fragment is een weloverwogen keuze geweest. Als voorbeeld neem ik het
werk van de schrijfster Marie C. van Zeggelen. Veel van haar kinder- en jeugdboe-
ken spelen in Nederlands-Indië. Daarentegen heeft ze ook verhalen geschreven met
een Nederlandse achtergrond, waarin nu en dan wat fragmenten over Indië voorko-
men die op zichzelf belangrijk genoeg waren om vermeld te worden.
In vele gevallen dekt de titel van een boek of verhalenbundel niet de 'Indische
lading'. Bij een auteur van één of meer Indische verhalen heb ik nagegaan of er in
zijn of haar eventuele andere boeken ook passages over Indië stonden. Een toevals-
treffer was het een boek te ontdekken waarvan noch de auteur, noch de titel be-
kendheid genoot en waarvan de inhoud geheel of gedeeltelijk in Indië speelt.
Het oudste aangetroffen jeugdboek dateert van 1825 en de laatste uitgave van
1991. De periode van het onafhankelijke Indonesië is hierbij dus inbegrepen.
Verhalen uit die tijd gaan over de Japanse bezetting, de bersiaptijd, de Indonesische
revolutie, repatriëring, herinneringen aan het vooroorlogse Nederlands-Indië en de
zending in Nederlands Nieuw-Guinea, het tegenwoordige Irian Jaya. Slechts een
enkel verhaal roert een onderwerp van ruimere betekenis aan, zoals het Poster Pa-
rents Plan en de ontbossing van Kalimantan, vroeger Borneo genoemd.
In de annotaties is de spelling van Maleise woorden, Maleise geografische en
persoonsnamen in de oude spelling gehandhaafd, zoals ze in Nederlands-Indië
werden geschreven.
Om het materiaal zo toegankelijk mogelijk te maken zijn aparte registers op
auteur, illustrator, uitgever, titel en trefwoord opgenomen.
Tenslotte wordt nog eens benadrukt dat alléén oorspronkelijk Nederlands
materiaal is opgenomen, vertaald werk derhalve niet. Bij uitzondering is er nu en
dan een schoolleesboek vermeld, als de strekking van het verhaal of een bepaald
onderwerp daartoe aanleiding gaf.
4 Inleiding

INDISCHE JEUGDLITERATUUR: PLAATSBEPALING EN THEMATIEK

De positie van het kind in gezin en onderwijs

De opvoeding en verzorging van kinderen in Indië waren anders dan in Nederland,


waar de jeugd uit gegoede stand voor het onderwijs aan huis was aangewezen op een
gouverneur of gouvernante, en een kinderjuffrouw die met de huiselijke verzorging
was belast. In Indië kende men in de betere kringen ook deze vorm van huisonder-
wijs, vooral nadat in 1869 met de opening van het Suezkanaal de bereikbaarheid van
Indië zeer was toegenomen. De minderbedeelden konden pas veel later van onder-
wijs profiteren. De gegoede, tot de trekkersbevolking behorende Europeanen zonden
hun kroost echter naar Holland, of naar de in Indië bestaande particuliere instituten.
Dit gebeurde eveneens bij de welgestelde Indo-Europeanen. Een ander element van
verschil in opvoeding en verzorging tussen Nederland en Indië is de rol van de
inheemse — niet-Nederlandse — bedienden of huispersoneel. Zij hadden weliswaar
een ondergeschikte positie, maar hun invloed op het Hollandse of Indo-Europese
kind was soms vergaand; vooral van de baboe — in tempo doeloe aangeduid met het
Nederlandse 'lijfmeid' — die de zorg had voor het kleine kind. Van haar leerde het
jonge kind de Maleise taal begrijpen en spreken, waarmee de baboe ook een deel
van de inheemse denk- en leefwereld overbracht.
Reeds in 1617 werd door de Oost-Indische Compagnie de zorg uitgesproken voor
'de voortplanting van de Christelijke religie, opbouwing van goede scholen en andere
zaken daartoe nodig [...]'. De nadruk lag op de handhaving en verbreiding van de
protestantse godsdienst en de oprichting van christelijke scholen op protestantse
grondslag. Met het toezicht op het onderwijs waren in de eerste plaats de predikan-
ten belast (Brugmans 1938:hoofdstuk II). Eerst tegen het eind van de achttiende
eeuw deden zich met de komst van de Verlichting nieuwe inzichten gelden op het
gebied van onderwijszaken. Scheiding van kerk en staat, en een nieuwe vorm van
onderwijs: de staatsschool, werden echter pas in de negentiende eeuw gemeengoed
(Brugmans 1938:hoofdstuk III).
Na het Engels tussenbestuur (1811-1816) kwam de oprichting van Nederlandse
lagere scholen op gang. De eerste werd op 24 februari 1817 in Batavia (Weltevre-
den) geopend, waarvoor onderwijzers uit Nederland werden aangetrokken. Spoedig
daarop volgden de hoofdplaatsen, zoals Cheribon, Semarang, Soerakarta, Soerabaja
en Grissee. De Gouvernements Lagere School was van meet af aan bestemd voor de
grote groep Indo-Europeanen, die vaak onder armoedige omstandigheden leefde.
Kinderen uit gemengde huwelijken spraken het Maleis als hun moedertaal. Ze
kenden geen behoorlijk Nederlands omdat ze een inheemse moeder hadden en vaak
aan de zorg van de bedienden waren overgelaten. Het Nederlands moest als tweede
taal worden geleerd. In de eerste helft van de negentiende eeuw telde men op Java
slechts een handjevol Gouvernements Lagere Scholen en een iets groter aantal
particuliere onderwijsinrichtingen.
De Europeesche Lagere School was er tot na het midden der negentiende eeuw
één voor paupers. Het aantal leerlingen dat wegens onvermogen werd vrijgesteld van
schoolgeldbetaling was groot. Het lage ontwikkelingspeil van de ouders had tot
gevolg dat het schoolverzuim een ontstellende omvang aannam. De leerlingen van de
laagste klas moesten in het Maleis worden toegesproken, zelfs zij, die uit Europese
ouders waren geboren. Zo bestond in 1849 de lagere school in Padang (Sumatra)
voor het merendeel uit kinderen van gemengd bloed en onwettige geboorte (Brug-
mans 1938:hoofdstuk V).
Inleiding 5

Eerst in de tweede helft van de negentiende eeuw begon de ontwikkeling van het
Europese onderwijs op gang te komen. Vrouwelijke leerkrachten deden hun intrede
in de openbare school: in 1875 kwamen dertien onderwijzeressen uit Nederland naar
Indië.
Voor de voortzetting van de schoolopleiding en studie bleven kinderen echter
hoofdzakelijk aangewezen op Nederland. Dit betekende een zwaar offer voor de
ouders, financieel en emotioneel. In mindere mate gold dit ook voor gezinnen die
ver van een hoofdplaats in het binnenland van Indië woonden en van wie de
kinderen op een particulier internaat onderwijs volgden. De eerste officiële middel-
bare school van staatswege werd in 1860 in Batavia geopend: het Gymnasium
Koning Willem III, waaraan een internaat was verbonden dat in 1879 werd opgehe-
ven. De naam Gymnasium is gebleven, maar dan ook alleen de naam, want het is
een HBS met vijfjarige cursus geworden. Een meisjes-HBS werd in 1882 in Batavia
opgericht en ook in Semarang en Soerabaja kwam een HBS-opleiding.
Naast het Europese kwam er voor de inheemse bevolking het inlands onderwijs
van gouvernementswege, dat na 1848 een aanvang nam. Voor de inheemse bevolking
hebben missie en zending vaak onder zeer moeilijke omstandigheden veel werk
verzet ten behoeve van de ontwikkeling en scholing van de jeugd. De regering stelde
zich aanvankelijk afhoudend tegen dit bijzonder onderwijs op, maar heeft het
naderhand met subsidies gesteund. Talloze keren zijn de regels daarvoor veranderd,
totdat tenslotte het bijzondere onderwijs in alle opzichten de zelfde behandeling als
het openbare onderwijs genoot.
Aan het begin van de twintigste eeuw kwam er een stroomversnelling op gang
door de economische ontwikkeling en de uitbreiding van het Europese bedrijfsleven.
Onder invloed van de 'Ethische politiek' werden de onderwijsmogelijkheden voor
inheemsen verruimd.
Het onderwijs onderging na 1905 een sterke uitbreiding en reorganisatie. In 1914
werd bijvoorbeeld de eerste Muloschool opgericht en gold de Europeesche Lagere
School als dé onderwijsinstelling voor dat deel van de inheemse bevolking dat reeds
deels in het westerse milieu verkeerde, zoals de aristocratie en de elite.
In 1914 werd de eerste Hollandsch-Inlandsche School geopend, waar de inheem-
se jeugd niet in de eigen taal, maar in het Nederlands onderwijs ontving dat parallel
liep met het aan de Europeesche Lagere School gegeven onderricht.
Oprichting van Nederlandse onderwijsinrichtingen voor meisjes uit de inheemse
aristocratie was te danken aan het particulier initiatief van de Vereeniging Kartini-
fonds, waarvoor mr. C.Th. van Deventer zich in 1913 een warm pleitbezorger
betoonde. De Kartinischolen met hun onderricht in de Nederlandse taal waren
geheel gebaseerd op de idealen van de vroeg gestorven Javaanse regentsdochter,
Raden Adjeng Kartini. De meisjes werden voorbereid op haar toekomstige taak als
huisvrouw en moeder, eventueel ook van onderwijzeres. Dit type school met een
eigen karakter kwam tot een bloeiend bestaan.
Ook voor de grote groep Chinezen werd in 1908 een schooltype gesticht met
Nederlands als voertaal: de Hollandsch-Chineesche School.
Op het Eerste Koloniaal Onderwijs Congres dat eind augustus 1916 in Den Haag
werd gehouden, kwam de taalkwestie aan de orde. Overeenstemming werd bereikt
op basis van de uitspraak: 'Het Nederlandsch moet slechts dienen, zooals vroeger het
Latijn, om de Indiërs in staat te stellen de geestelijke beschaving van het Westen
deelachtig te worden. De Inlandsche talen mogen niet verwaarloosd worden' (Hilgers
1917:324-6). Op overtuigende wijze pleitten twee spreeksters, mevrouw A. Kandou
uit Menado en Raden Ajoe Siti Soendari Darmabrata uit Java, voor onderwijs aan
inheemse meisjes. Algemene conclusie was dat de oosterlingen onder geen voor-
waarden tot westerlingen mochten worden getransformeerd.
6 Inleiding

Hoger onderwijs heeft lang op zich laten wachten. In juli 1920 werd in Bandoeng
de Technische Hoogeschool als eerste instelling voor hoger onderwijs geopend. In
1924 volgde de Rechtshoogeschool te Batavia, en aldaar in 1927 ook de Genees-
kundige Hoogeschool. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd de Litteraire
Faculteit te Batavia opgericht.
Aan het eind van het schooljaar 1937-1938 waren er in totaal 723 scholen voor
Lager Onderwijs met Nederlands als voertaal, 19.644 instellingen voor Lager
Onderwijs met een inheemse taal als voertaal, waaronder 17.016 volksscholen, 62
Muloscholen, 27 HBS'en (3-jarig), 14 HBS'en (5-jarig), 8 Algemeene Middelbare
Scholen (AMS) en 4 Lycea, één 5-jarige Middelbare Meisjes School, 57 scholen voor
vak-, handels- en nijverheidsonderwijs met Nederlands als voertaal, 452 van dit
laatste type scholen met een inheemse voertaal, 3 hogescholen en 2 inheemse
Muloscholen (Bos 1941:31-2).

Verloftijd in Nederland

Europese ambtenaren in dienst van de koloniale overheid en werknemers van


particuliere ondernemingen hadden eens in de vijf è tien jaar recht op Europees
verlof. Verlofgangers uit Indië brachten hun verloftijd in Nederland of elders in
Europa door. Den Haag — de stad van 'het gouvernement' — telde tal van Indische
hotels en pensions. Gezinnen met kleine kinderen namen één of meer bedienden
mee naar Nederland, meestal was dit de baboe, of een zeebaboe die speciaal voor de
bootreis was aangenomen.
Dikwijls kwam het voor dat na afloop van de verloftijd één of meer kinderen uit
een gezin in Holland achterbleven voor hun schoolopleiding of studie. Ze werden
ondergebracht bij familie, of vonden als betalende gast onderdak bij een onderwij-
zers- of leraarsgezin. Soms werden ze uitbesteed in speciale pensions voor Indische
schoolkinderen, waar ook zoons en dochters van verlofgangers tijdelijk verbleven
omdat bijvoorbeeld de ouders een lange reis door Europa maakten.
Als de kinderen na de verloftijd met hun ouders naar Indië teruggingen hadden
ze, om het langdurig schoolverzuim te ondervangen, met de nodige aanpassing in
Holland een school bezocht. Het merendeel van de ouders stuurde hun kinderen in
de verloftijd naar een Hollandse school om hen de 'Nederlandse sfeer' te laten
ondergaan. Vaak verspeelden ze daarmee wel een studiejaar.
In Den Haag had men in de dertiger jaren een oplossing voor dit probleem
gevonden, namelijk 'De Indische School' (D'Oriënt, 25-1-1936). Dit was een Euro-
peesche Lagere School voor kinderen van verlofgangers, gericht op het Indisch-
Europees lager onderwijs, aangezien het onderwijs in Nederland niet aansloot door
het verschil in methodiek en de afwijkende leervakken, zoals Indische geschiedenis
en Indische aardrijkskunde.
Het was van het grootste belang voor het Indische kind met verlof, dat men
probeerde de achterstand of het verlies van een leerjaar, als gevolg van het verblijf in
Nederland, te compenseren. Aan het hoofd van 'De Indische School', geopend in
september 1932, stond een oud-hoofdonderwijzer van een school uit Bandoeng; de
leerkrachten, geselecteerd op hun onderwijservaring in Indië, gebruikten het
Indische leerplan. Voor leerlingen die in Nederland moesten achterblijven was er
een gezinsinternaat aan verbonden. De school voorzag in een behoefte en bleek een
succes te zijn.
Inleiding De

eerste 'Indische' kinderboeken

Ontspanningslectuur voor kinderen zoals wij die nu kennen bestond er aan het begin
van de negentiende eeuw nauwelijks in Nederland, laat staan in Nederlands-Indië.
Er waren de gebruikelijke schoolboekjes en tot verpozing sprookjes, vertellingen,
gedichten en versjes — waarin de nadruk lag op godsdienst en moraal. Wél groeide
er een nationaal-historisch besef dat leidde tot de uitgave voor kinderen van
geschiedenisboekjes.
In dit kader verschijnen in het begin van de negentiende eeuw de eerste boeken
voor de jeugd over Nederlands-Oost-Indië. Het zijn historische verhalen en beschrij-
vingen van gevaarlijke zeereizen, waarin schipbreuk en zeerovers een belangrijke rol
spelen. De kinderen konden lezen over het leven van beroemde Nederlandse
mannen en hun heldendaden uit de Nederlandse koloniale geschiedenis.
De eerste kinderboeken waren zoals gezegd niet primair gericht op ontspanning
of vermaak, maar moesten vooral leerzaam en nuttig zijn. Voor zover bekend dateert
het oudste boek uit 1825, van de hand van J.A. Oostkamp, een godsdienstleraar, die
veel schoolboekjes over vaderlandse geschiedenis heeft geschreven. Hij brengt met zijn
werkje De merkwaardigste Nederlandsche zeereizen sedert den jare 1594; Voor de
vaderlandsche jeugd een historisch overzicht voor leergierige landgenoten.
Een jaar later verschijnt een geschiedenisboekje van de uit Hoorn afkomstige
onderwijzer Gerrit Engelberts Gerrits. Het draagt de titel: Het leven en de daden van den
doorluchtigen zeeheld J.Psz. Koen; Gouverneur generaal en voomaamsten grondlegger
van Neêrlands uitgebreide heerschappij in de Oost-Indië; In gesprekken tusschen eenen
vader en zijne kinderen.
In zijn 'Voorberigt' haalt Engelberts Gerrits een lange zinsnede aan van de
Utrechtse hoogleraar G. Moll (Moll 1825) die constateerde dat

'onze vaderlandsche jongelingen weinig weten van de gebeurtenissen, welke


vergezeld zijn gegaan met de vestiging en uitbreiding van onze Oost- en
Westindische koloniën [...]'

Het werkje is geschreven in de vorm van een dialoog, wat in die tijd vaak voorkwam.
De strekking van dit boek is met hedendaagse ogen zéér chauvinistisch. In het
zevende gesprek vertelt de vader aan zijn drie zoontjes Eduard, Hendrik en Koen-
raad nog enkele bijzonderheden over het karakter, de leefwijze en de zeden van de
Javanen. Engelberts Gerrits, die nooit in Indië is geweest, schetst hierbij een
eenzijdig en negatief beeld van de Javaan.
Van geheel andere signatuur zijn de reisverhalen van Johannes Olivier Jzn., een
auteur die wél in Indië heeft gereisd en gewerkt. Olivier schrijft met kennis van
zaken en waardering over Indië en haar bewoners. In zijn eerste boek Elviro's reis
naar en door Java en de Molukkos dat in 1835 verschijnt, zegt Elviro (letteromzetting
van Olivier) in zijn inleiding:

'Het lezen van reisbeschrijvingen is, buiten twijfel, voor jonge lieden eene der
nuttigste uitspanningen [...], maar dan moeten die reisbeschrijvingen wél de
waarheid behelzen. Bij vele werken van dien aard is dit niet het geval.'

In 1840 volgt het reisverhaal Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei
kunne. In dit tweedelige werk geeft Olivier zeer persoonlijke en gedetailleerde
beschrijvingen van zijn zeereis, het leven aan boord van een zeilschip en van zijn
ervaringen in Oost-Indië. Vol lof is Olivier over de Javaanse samenleving, de
gastvrijheid en de eerbied die aan de ouderen wordt betoond. Ook de Java-oorlog
Johannes van Soest
(naar een h'tho van L. Springer Jr.)

T '/

Nellie van Kol-Porrey


Inleiding

(1825-1830) en de gevangenneming van prins Diponegoro door de Nederlanders


komen ter sprake. In het tweede deel besteedt Olivier ruim aandacht aan het
inheemse bestuur, de Chinese bevolking, opium, Ambon en de Alfoeren. Of de
bijbehorende prentjes die in het boek staan door Olivier zelf zijn getekend, is niet
met zekerheid te zeggen. Wel schrijft hij:

'De beweging van de blekkang (palankijn of draagstoel) is zoo zacht, dat men
daarin ongehinderd kan schrijven en zelfs teekenen, althans losse schetsen
van de schilderachtige landstreken op het papier kan werpen, die naderhand
gemakkelijk tot meer uitvoerige afbeeldingen uitgewerkt kunnen worden.'

Oliviers verteltrant is voor die tijd levendig en boeiend. In 1840 kreeg hij een kans
om voorgoed naar Indië terug te keren, waar hij tot 1849 hoofdonderwijzer was aan
de Gouvernements Eerste Lagere School te Weltevreden (Batavia). Daarop volgde
zijn benoeming tot directeur van de Landsdrukkerij met daarnaast het redacteur-
schap van de van gouvernementswege uitgegeven Javasche Courant, tot aan zijn dood
in 1858. Deze twee functies hebben, tezamen met zijn persoonlijke omstandigheden,
veel van zijn krachten gevergd. Olivier had dertien kinderen van wie slechts één zoon
in leven bleef. Batavia was in die tijd een bijzonder ongezond oord, ook voor
Europeanen. Vooral de kindersterfte was schrikbarend.

Kinderboeken voor de jeugd in Indië

Wat de jeugd in Indië las, bleef vermoedelijk beperkt tot de schoolleesboekjes,


waarin de onderwerpen van de verhaaltjes waren afgestemd op de situatie in
Nederland. Voor Indo-Europese en Hollandse kinderen die in Indië waren opge-
groeid, was het moeilijk zich een denkbeeld te vormen van de typisch Nederlandse
onderwerpen, zoals sneeuw en ijs, een kachel, schaatsen, de vier jaargetijden,
vruchten als appels en peren en de algemene eet- en leefgewoonten.
In zo'n situatie moet de Nederlandse onderwijzer Johannes van Soest (1807-
1850) hebben gewerkt. Op achtentwintigjarige leeftijd was hij met zijn vrouw naar
Java gekomen, waar hij eerst een aantal jaren werd aangesteld in Pasoeroean en
Soerabaja. Daarna volgde zijn overplaatsing naar Batavia. Het onderwijzerschap en
het ongezonde klimaat van Batavia in die tijd stelden zware eisen aan zijn gestel.
Bovendien had hij vijf van zijn kinderen ten grave gedragen op Tanah Abang, het
Europese kerkhof aldaar. Batavia werd toen 'het graf van de Europeanen' genoemd.
Van Soest heeft in zijn situatie het gemis aan leesboekjes met Indische onderwerpen
heel duidelijk ervaren. Ondanks zijn moeilijke huiselijke omstandigheden schreef
Van Soest een bundel versjes, genaamd Oost-Indische bloempjes; Gedichtjes voor de
Nederlandsch-Indische jeugd. Zijn boekje werd in 1846 gedrukt en uitgegeven door
het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. De gedichtjes waren
in de eerste plaats bestemd voor de jeugd in Nederlands-Indië. In zijn voorbericht
schrijft Van Soest:

'Ofschoon er reeds zeer vele gedichtjes voor kinderen zijn in het licht gege-
ven, en men daaronder keurige juweeltjes vindt, zoo als de versjes van Van
Alphen, van Francijntje de Boer enz. enz., zoo voldoen zij echter niet geheel
en al aan de behoefte van de Nederlandsch-Indische jeugd; - immers hande-
len zij veelal over voorwerpen, welke alleen in Europa te huis hooren, en
daarom geheel buiten het bereik der zintuigen van de kinderen, hier te lande,
liggen, zoo als in Van Alphen's gedichtjes.
Marie C. van Zeggelen
(naar een tekening van
J. Gabriëlse)

Diet Kramer
Inleiding 11

Om nu enigszins in die behoefte te voorzien, besteedde ik mijne vrije uren


tot het zamenstellen van het volgende zestigtal dichtstukjes, onderwerpen
behelzende, welke, zoo ik mij niet bedrieg, alle door de Indische jeugd
begrepen worden, daar bijna al de onderwerpen, in die versjes voorkomende,
haar bekend zijn.'

Johannes van Soest wordt met zijn gedichtjes de 'Indische' Van Alphen genoemd.
Na zijn dood volgde nog een aantal herdrukken die steeds fraaier werden uitgevoerd.
Zo is de derde druk geïllustreerd met kleurenlitho's naar tekeningen van Auguste
van Pers. Ook werden verschillende van zijn versjes op muziek gezet — voor zang en
piano — door de componist C. Hüne en in Haarlem uitgegeven door de muziekuit-
gever Derx.
De Indische roman- en toneelschrijver Hans van de Wall heeft in 1936 voor de
NIROM (Nederlandsch-Indische Radio Omroep) een serie voordrachten gehouden
over 'Indië in den goeden ouden tijd' en daarin gezegd dat de invloed van Johannes
van Soest niet onderschat mag worden omdat zijn verzen waren vervaardigd in en
voor de tijd, waarin elke geestelijke ontspanning voor het Indische kind ontbrak (Ido
1936, 11:35-40).
In dezelfde tijd als Van Soest ontwikkelde de onderwijzer D.Q de Bruin een
taalmethode die was aangepast aan de behoefte van de Nederlands-Indische scholen.
De leesboekjes, in Nederland uitgegeven, sloegen niet aan op de scholen in Indië.
De kinderen hadden geen belangstelling voor de typisch Nederlandse onderwerpen:
ze begrepen ze niet. Omstreeks 1845 verscheen zijn Eerste leesoefeningen, overeen-
komstig de leerwijze van P J. Prinsen, ten gebruike der scholen in Nederlandsch-Indië,
(Groeneboer 1991:4). Vier deeltjes heeft De Bruin aangepast, Verindischt', met
woorden zoals baboe, djongos, senang en ook in de afbeeldingen. Deze uitgave
beleefde maar liefst vijftien drukken.
De journalist en redacteur van het 'Soerabaiasch Handelsblad', J.A. Uilkens,
droeg een steentje bij met zijn leesboek voor de Indische jeugd, De lotgevallen van
Djahidin, avonturen van een Soendanese jongen op Java, Singapore, Japan en
Nieuw-Guinea. Het boekje verscheen in 1873 bij de firma Kolff in Batavia. Het
verhaaltje viel zó in de smaak dat het een aantal herdrukken beleefde en in verschil-
lende inheemse talen werd uitgebracht.
Vermeldenswaard is dat bij uitgeverij Visser in Batavia in 1880 een Geïllustreerd
Nederlandsen Indisch alphabet verscheen. Het was bestemd voor kinderen die bekend
waren met de Maleise taal. Aan de hand van dit alfabet konden ze de uitspraak van
de Nederlandse letters leren.
Vanaf ca. 1845 tot de eeuwwisseling werden er ruim 75 taaiboekjes en meer dan
140 leesboekjes samengesteld en voor het merendeel in Indië uitgegeven. Door de
uitbreiding van het onderwijssysteem in de tweede helft van de negentiende eeuw
volgde een omvangrijke produktie van Indische taaiboekjes voor het onderwijzen van
de Nederlandse taal. Dit was mede te danken aan de groeiende activiteit van
uitgeverijen en drukkerijen, zoals de firma's Kolff (Batavia) en Van Dorp (Sema-
rang).
In de twintigste eeuw zijn de schoolleesboekjes van Jan Ligthart en H. Scheep-
stra klassiek geworden zowel in Nederland als in een aangepaste vorm voor Neder-
lands-Indië. Beroemd is hun boek Ot en Sien; Voor de scholen in Nederlandsch Oost-
Indië bewerkt door A.F.Ph. Mann. Ook de plaatjes van Cornelis Jetses, die overigens
nooit in Indië is geweest, geven een heel herkenbaar en natuurlijk beeld van het
dagelijks leven in de Oost. De eerste druk verscheen in 1911, de veertiende 'nostalgi-
sche' uitgave in 1978.
Simon Franke

M.A.M. Renes-Boldingh
Inleiding 13

Het merendeel van de schrijvers die zich in de negentiende (en twintigste) eeuw
op het gebied van de 'Indische' jeugdliteratuur bewoog, oefende het beroep van
onderwijzer uit — al vanaf het oudste boek in deze bibliografie. Veel later, zo rond
1880, volgden gouvernantes, onderwijzeressen en (huis)vrouwen die gaan schrijven
voor kinderen. Een aparte categorie vormen de zendelingen, die al of niet in
opdracht van een zendingsgenootschap of -vereniging, verslag deden van hun
ervaringen en verhalen vertellen over het zendingsgebied waar ze waren geplaatst.
Vanaf de eeuwwisseling zijn er in Nederlands-Indië pogingen gedaan om het
lezen buiten schooltijd aan te moedigen. De onderwijzers Th.J.A. Hilgers en P.J. van
Ravesteijn zetten in samenwerking met uitgeverij Kluwer in Deventer de Bibliotheek
voor de Indische Jeugd op. In deze serie verschenen in eenvoudig Nederlands
geschreven verhalen en sprookjes van Indische herkomst. De boekjes kregen zowel
in Nederland als in Indië een gunstige ontvangst. Deze reeks is vroegtijdig stopgezet
omdat noch de Indische onderwijzers, noch de ouders deze poging voldoende
hebben gesteund.
Door de Afdeling Batavia van het Nederlandsch-Indisch Onderwijzers Genoot-
schap werd in 1901 een Kommissie ter Beoordeling van Kinderlectuur in het leven
geroepen. Zij stelde een Katalogus van Leesboeken samen die in 1913 in Batavia door
de Landsdrukkerij werd uitgegeven.
De catalogus bestaat uit twee afdelingen: A aanbevolen en B afgekeurd. In de
tweede afdeling wordt De gouden kris van Marie C. Kooy-van Zeggelen ondanks de
zeer lovende beoordeling afgewezen omdat dit verhaal niet in een kinderbibliotheek
thuishoort, 'noch door de vorm, noch door de inhoud, die boven de bevatting der
kleinen gaat, ook zelfs boven die van 12 jaar en ouder'.
In samenwerking met de Koninklijke Vereeniging Koloniaal Instituut en de
Keuringscommissie voor Koloniale Jeugdlectuur die uit bibliotheek- en onderwijs-
mensen bestond, verscheen in 1935 en 1936 de Raadgever voor koloniale jeugdlectuur.
Dit was een brochure waarin aanbevolen boeken met een korte inhoudsbeschrijving
vermeld stonden. Ze was bestemd voor bibliotheken van lagere, ulo-, kweek- en
middelbare scholen en van kinderleeszalen, voor clubs of in het gezin.
Om het koloniale jeugdboek te stimuleren stelde de Keuringscommissie in 1937
de Garoeda-prijs in voor het beste koloniale jeugdboek dat op een onderhoudende
wijze vertelde over de Nederlandse overzeese gewesten.

Belangrijke thema's in de Indische jeugdliteratuur

Een veel voorkomende categorie zijn de historische avonturen en heldenverhalen


waarin ontdekkingsreizigers, zeehelden en de voornaamste grondleggers van de
Verenigde Oostindische Compagnie worden geprezen om hun dapperheid en moed,
zoals Willem IJsbrandszoon Bontekoe, Comelis de Houtman, Jan Huygen van
Linschoten en Jan Pieterszoon Coen. Aan het eind van de negentiende eeuw komen
ze opnieuw tot leven in de serie De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land
van J.H. van Balen. Avonturenverhalen in een historisch kader, waarin grof geweld
niet wordt geschuwd. In de twintigste eeuw verschijnen in de categorie jongensboe-
ken regelmatig avontuurlijke of educatieve verhalen over de VOC-tijd.
Het militaire leven geniet populariteit in romantisch-historische levensbeschrijvin-
gen van bekende militairen: J.B. van Heutsz, Karel van der Heijden, Toontje Poland,
en in verhalen met de veelzeggende titels Onder van Heutsz, Generaal Van Heutsz, Waar
kris en klewang dreigden, De worstelstrijd in de Vorstenlanden, en Onze helden van
Lombok.
14 Inleiding

Er zijn nogal wat verhalen met Indische fragmenten waarin Nederlandse jongens
als koloniaal (vrijwillig militair) naar Indië vertrokken. Ze gingen naar de Oost uit
armoede, zucht naar avontuur, of omdat ze in Holland nergens voor deugden door
diefstal, dronkenschap, schulden of crimineel gedrag. Aan boord, op weg naar Indië,
vielen ze meestentijds in handen van allerlei gespuis, tenzij een vaderlijke zendeling
die toevallig de reis meemaakte, de jongens op het rechte pad trachtte te houden.
Eenmaal in Indië stelde hij als dat mogelijk was, zijn huis open voor kolonialen,
zodat ze in hun verloftijd niet alleen afhankelijk waren van het vertier dat het
kazerneleven bood. Phillp's loopbaan van Louise van E. (ps.), is zo'n geschiedenis,
evenals Jaap vloog uit door Jacoba Hazevoet.
De Oosterse wereld en zijn bewoners zijn vertegenwoordigd in informatieve
reisbeschrijvingen waarin kleine prentjes zijn opgenomen, zoals in de boeken van
Johannes Olivier Jzn. en G. van Sandwijk. Onder het pseudoniem van Een Oost-
Indisch Oudgast verschijnen twee deeltjes genaamd Java; Prentenboek voor de
Nederlandsch-Indische jeugd waarin allerlei beroepen en volkstypen staan afgebeeld
en beschreven. De inhoud van het eerste boekje is voor die tijd zeer verdraagzaam
ten opzichte van de islam. In het tweede bundeltje van 1859 wordt in het hoofdstukje
'De slavin' verteld over de pogingen tot afschaffing van de slavernij die uiterlijk l
januari 1860 in Nederlands-Indië een feit zal moeten zijn. Vervolgens wordt De
negerhut van Oom Torn van Harriet Beecher Stowe ter lezing en ter lering aanbevo-
len.
Melati van Java (ps. van N.M.C. Sloot) en W.F. Oostveen schreven teksten bij
dezelfde grootformaat kleurenlitho's die Java tot onderwerp hebben. Het Koloniaal
Instituut in Amsterdam verzorgde een educatief en voorlichtend boek, Verhalen over
Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes van CJ. Rutten-Pekelharing, waarin alle
facetten van het leven in Insulinde ter sprake komen.
Los van de neutraal getinte beschrijvingen over de inheemse wereld treft men
ook tal van schetsen aan waarin inheemse figuren en situaties worden beoordeeld
vanuit een Westers waardenpatroon. Een voorbeeld hiervan zijn de hadji's die bijna
altijd de anti-christelijke en anti-Nederlandse rol krijgen toebedeeld. In de verhalen
zijn ze leiders van opstanden en kètjoepartijen. De doekoen wordt soms sympathiek,
maar in het algemeen afgeschilderd als een griezelige man of vrouw, tuk op geld of
goederen van de goedgelovige patiënten. De zendingsverhalen over Irian Jaya staan
bol van tirannieke medicijnmannen die veel macht over de bevolking bezitten.
Romantische verhalen voor kinderen verschijnen in de tweede helft van de
negentiende eeuw. Javaanse kinderen worden meegenomen naar Nederland, waar ze
in een pleeggezin opgroeien. Zulke situaties beschrijven Evangeline (ps. van H.M.C.
van Oosterzee) en H.J. Bomhoff. De eerste verhalen over baboes die met Hollandse
gezinnen uit Indië naar Nederland meekomen en met hun verschijning veel opzien
baren, staan in publikaties van H. Karssen en C.E. van Koetsveld.
Soms stuurde een zendeling een gekerstend inheems weeskind naar patria voor
beter onderwijs. Dit overkwam de dertienjarige Dja-Ogot die midden vorige eeuw uit
de Bataklanden naar Rotterdam vertrok. De onderwijzeres M.C Frank (M.C.
Vanger-Frank) genoot bekendheid met haar Indische romans (Nieuwenhuys 1972:
hoofdstuk IX). In 1884 verscheen haar meisjesboek Bruintje; een treurige geschiede-
nis van een Indo-Europees meisje dat alleen in Den Haag achterblijft en bij voortdu-
ring wordt gediscrimineerd en uitgebuit door haar Hollandse familie.
Aan het einde van de negentiende eeuw komt de stroom verhalen op gang over
Hollandse en Indo-Europese kinderen die voor hun opvoeding en schoolopleiding
naar Holland worden gestuurd. De Indische damesromanschrijfsters, Thérèse Hoven
en Melati van Java (ps. van N.M.C Sloot) volgden met Nonnie en andere verhalen en
Angeline's beloften.
Inleiding 15

Het is in deze verhalen een uitzondering als kinderen uit Indië een geschikt
pension, kosthuis of pleeggezin treffen. In het populaire verhaal van J.B. Schuil, Hoe
de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen, wordt het slechte kosthuis tot in het
karikaturale weergegeven. Daarentegen zijn er ook boeken waarin onaangepaste of
verwilderde kinderen voorkomen. Ze zijn bedorven of verwend door hun ouders of
de baboe; ze hebben tinka's (streken).
J.H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp beschrijft in De grote vondst van Juul en
Peter de situatie van een Hollandse zwerversjongen op Java. Hij wordt geplaatst in
het tehuis van Pa van der Steur die veel heeft gedaan voor de in de steek gelaten en
verweesde kinderen van Nederlandse militairen en hun inheemse vrouwen.
Pioniers in de Buitengewesten zijn de zendelingen, mannen van het eerste uur.
De reis naar hun arbeidsterrein was op zich al een waagstuk. Vooral op eenzame
posten in de Buitengewesten hebben zij veel ontberingen moeten lijden. Bij aan-
komst stond er meestal geen huis voor hen gereed, ze liepen kans te worden gedood
of ze werden ernstig ziek door het ongezonde klimaat, zodat ze hun taak niet
konden uitoefenen. Zendelingen als Capelle, Fortgens, Van Hasselt, Hueting en
Albert Zaaier (ps. van A.J. de Neef) hebben een schat aan informatie verzameld
over de cultuur en de leefgewoonten van de bevolking waaronder zij hebben
gewerkt. In dit verband is het opvallend dat missieverhalen — in tegenstelling tot
zendingsverhalen — in deze bibliografie in veel geringere mate zijn vertegenwoor-
digd.
Eveneens tot de pioniers behoren de bestuursambtenaren en allerlei 'particulie-
ren', dat wil zeggen mensen uit het bedrijfsleven, zoals houtvesters, planters,
eigenaren van een diamant- of kolenmijn, ingenieurs en boormeesters van oliemaat-
schappijen. Ze trokken naar een te ontginnen gebied, waren verstoken van alle
contact met de westerse wereld en moesten leiding geven aan of samenwerken met
inheems personeel. Deze baanbrekers leefden in een isolement dat slechts door een
verlofperiode werd doorbroken. Gezinnen met kinderen namen een gouverneur of
huisonderwijzer in dienst of stuurden hun kinderen naar een internaat op Java of
naar Nederland. Later werden ouders in staat gesteld om zelf hun kinderen thuis
onderwijs te geven volgens de schriftelijke methode van H.G. Clerkx. Zo'n situatie
wordt geschetst in 't Rimboekind, een meisjesroman van F. de Clercq Zubli.
M.A.M. Renes-Boldingh (1891-1968) die jarenlang in de Bataklanden heeft
gewoond, beschrijft in Hoog in de bergen het gezinsleven van een Nederlandse
planter op Sumatra. In Pioniers en Papoea's van Albert Zaaier zien een jonge
Nederlandse bestuursambtenaar en een zendeling zich voor de moeilijke taak
geplaatst om twee vijandige dorpen, ergens in Nieuw-Guinea, met elkaar te verzoe-
nen. Op Nieuw-Guinea speelt ook De pionier van Sentani van Rudolf Voorhoeve,
waarin een ondernemende Nederlander die een goudader heeft ontdekt door het
gouvernement wordt tegengewerkt.
De turbulente periode van de Tweede Wereldoorlog heeft ook zijn weerslag
gevonden in een aantal verhalen, waarin niet alleen het klassieke thema van de
internering ter sprake komt. Verschillende facetten worden belicht, zoals de gevech-
ten die zijn geleverd voor de verdediging van de Indische archipel en de ondergang
van de kruiser 'De Ruijter', in de biografie van de schout-bij-nacht Karel Doorman,
De held van de lavazee door J.D. Degreef. Een aangrijpend verhaal over een jonge
marineman die op een onderzeeër is geplaatst vertelt K. Norel in O 16. Ontvluch-
tingspogingen staan in Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping;
drie jongelui bereiken begin augustus 1945 het eilandje Rodriguez, waar ze zich
aansluiten bij de invasietroepen die naar Nederlands-Indië gaan. Een levensgevaarlijke
tocht over de Bandazee naar Australië wordt ondernomen in Saka, de vluchteling uit
Ambon van A. Algra.
16 Inleiding

Een uitstekend verhaal over de interneringstijd is De tweeling van de plantage


door Johan van Hulzen. Tot ziens Achmad; van Hollandse jongens in Japanse tijd door
A. Middelkoop laat zien hoe een Indonesische klasgenoot een spion voor de Jap
blijkt te zijn en naderhand opduikt als 'Heiho'. F. van den Dungen vertelt over de
gezamenlijke strijd van Nederlanders en de inheemse bevolking, onder wie Chinezen,
in De eer van de vlag; Een boek over de strijd in Indië tijdens de Japanse bezetting.
De zendeling F.C Kamma verneemt van een oude Papoea Het verhaal van het
schild, opgenomen in de bundel Alle volken zullen komen, samengesteld door
CCh.CJ. Swaan-Koopman. Een ware geschiedenis over de zuidkust van het eiland
Biak, waar Japanse troepen hebben huisgehouden onder de bewoners van het dorp
Wardo. Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn; Dagboek uit Japanse kampen '44-'45
van Carla Vermeer-van Berkum bevat aantekeningen die zij als dertienjarig meisje
heeft gemaakt in het kamp Lampersari bij Semarang.
Na de Japanse terreur volgt een nieuwe terreur, de bersiaptijd, die in Mickey
achter prikkeldraad wordt beschreven door A.P. Cortenbach. Over de revolutietijd
vertelt ook K. Norel. Twee bange dessakinderen op Java worden door een Neder-
landse militair in hun schuilplaats ontdekt in zijn kerstverhaal Stille nacht. Fenna
Feenstra schrijft in het tweede deel van Langs eigen wegen over jongelui die, na de
Duitse bezetting te hebben meegemaakt, naar het roerige Indonesië vertrekken om
dienst te doen in het Nederlandse leger en de marine.
Hoewel de volgende verhalen voor het merendeel in Nederland spelen, bevatten
ze fragmenten over de oorlog en de Indonesische revolutie. Trauma's over de
kampen en nachtmerries van Indonesische rampokkers worden verwerkt tijdens een
vakantie op Ameland in De geheimzinnige gast van M.A.M. Renes-Boldingh. Rona
Lentinck vertelt in haar jeugdroman Ergens wacht het geluk over een jonge vrouw die
naar Nederland is gerepatrieerd en vertier wil zoeken om de verschrikkingen van de
Japanse bezetting te vergeten, maar geconfronteerd wordt met een aantal oorlogsin-
validen.
Nietha den Hartogh laat in Op onze schouders de problemen zien van een Indo-
Europees meisje dat tijdens de revolutie veel persoonlijke verliezen heeft geleden. In
Frank komt terug is de hoofdpersoon een Nederlandse militair die in Indonesië heeft
gevochten tijdens de politionele acties. Terug in het vaderland moet hij, met de
nodige conflicten, zich weer aanpassen aan de burgermaatschappij.
Voor veel repatrianten en spijtoptanten leverde de integratie in de Nederlandse
samenleving een gevoel van frustratie op bij het behouden of zoeken naar de eigen
identiteit. Indische clubs en verenigingen en zelfs een tijdschrift (Tong Tong) werden
opgericht.
Jeugdboeken met de titel Hoor ik er wel bij? van Margreet Velsen-Quast, Ik heb
een mes door Sipke van der Land, Mop, een jeugdroman van Rie Smaal-Meeldijk en
Toetie's moeilijke eerste jaar door Hella Jansonius geven de problematiek van het
Indische kind al aan dat om zijn uiterlijk en maatschappelijk milieu niet door klas-
of leeftijdgenoten wordt geaccepteerd of begrepen.
De Molukse groeperingen — KNIL-militairen en hun gezinnen — die in speciale
kampen of woonwijken werden ondergebracht kregen ook aanpassingsproblemen,
maar zij hadden wel een eigen achtergrond en cultuur. De onderwijzeres Phia van
den Berg die in het Molukse kamp Schattenberg bij Westerbork woonde, en daar
voor de klas heeft gestaan, schrijft over Ambonese schooljongetjes uit deze omge-
ving: Oleng en Ateng, leden van de tweede generatie Molukkers in Nederland.
In Joyce, een Moluks meisje en Een vakantie op de Molukken is een derde
generatie van jonge Molukkers in Nederland aan het woord die niet meer in een
Molukse wijk woont. Ze houden de christelijk-Molukse traditie in ere en brengen
een familiebezoek op Ambon en Haruku, de geboortegrond van hun grootouders.
Inleiding 17

Een onderwerp dat onder dezelfde categorie valt vormt de problematiek van de
Papoea's op het huidige Irian Jaya, dat pas in 1962 aan Indonesië werd overge-
dragen. Miek Dorrestein, een onderwijzeres, heeft tien jaar (1954-1964) op verschil-
lende plaatsen in dit onmetelijke land gewerkt. De ervaringen met Papoeakinderen
heeft ze in een aantal verhalen vastgelegd. Voor haar eerste jeugdboek Geesten
houden niet van regen ontving ze in 1979 een eervolle vermelding van de Europese
Jeugdboekenprijs. De jeugdroman Vogelvrij verklaard gaat over geweld en onrecht als
Papoea's door Indonesische ambtenaren en militairen onder de voet worden
gelopen. Tegelijkertijd wordt een schrijnend beeld geschetst van Bertos, een jonge
halfbloed-Papoea, die zijn Nederlandse vader nooit heeft gekend.

Een selectie van belangrijke auteurs

Evenals destijds Johannes van Soest constateerde Nellie van Kol (1851-1930)
-bijna veertig jaar later — dat praktisch alle schoolleesboeken en ontspanningslectuur
in Indië gericht waren op kinderen die in een Nederlands milieu leefden, of een deel
van hun jeugd in Nederland hadden doorgebracht.
Op vijfentwintigjarige leeftijd vertrok Nellie Porrey als gouvernante naar Indië.
Daar ontmoette ze de ingenieur H.H. van Kol, het latere Tweede-Kamerlid voor de
SDAP, met wie zij in het huwelijk trad. Met haar ethisch-pedagogische artikelen,
eerder verschenen in het Soerabajaasch Handelsblad, gebundeld als Brieven aan
Minette (1884), had Nellie de aandacht getrokken. In een van de hoofdstukken komt
nadrukkelijk het gemis aan lectuur over het eigen karakter en de leefwereld van het
Indische kind ter sprake (Nellie 1884:121-2). Ze deed daadwerkelijk iets aan dit gemis
met haar Bloemensprookjes (1883) en Sprookjes en vertellingen (1886), oorspronkelijke
verhaaltjes afgestemd op de leefwereld van het kind in Indië.
Nellie van Kol was de eerste redactrice van de 'Indische Kinder Courant' (1883).
Deze taak moest ze na een jaar, om gezondheidsredenen, neerleggen. In Nederland
hield ze zich onder meer jarenlang bezig met de redactie van de 'Volks-kinderbiblio-
theek' (1898-1914).
Onder invloed van Nellie van Kol schreef Marie C. Kooy-van Zeggelen (1870-
1957) haar eerste Indische verhalenbundel, Jong Java's lief en leed (1904). Karakteris-
tieke vertellingen over het dagelijks leven van Javaanse dessabewoners, van wie de
kinderen al op jonge leeftijd moeten meehelpen om geld te verdienen voor het
gezin. Ze trekt een scheidslijn tussen de Javaan die dienstbaar moet zijn en de
Nederlander die bediend moet worden. Het boekje kreeg een inleiding van Nellie
van Kol en werd door haar opgenomen in de 'Volks-kinderbibliotheek'. Eveneens
voorzien van een inleidend woord door Nellie van Kol volgde in deze serie De
gouden kris (1908). Het verhaal is gesitueerd op Zuid-Celebes, een gebied dat nog
maar kort tevoren was gepacificeerd door het Nederlandse gezag. Marie C. Kooy-van
Zeggelen verbleef van 1890-1918 in Indië en woonde lange tijd op Zuid-Celebes,
waar haar man officier was in het Nederlands-Indische leger. De gouden kris is
helemaal geschreven vanuit het gezichtspunt van de Boeginese bevolking. In haar
korte voorwoord vermeldt ze dat bijna alles in dit verhaal op waarheid berust. Een
viertal tekeningen en de foto-illustraties zijn van de schrijfster, die voor haar
huwelijk in haar geboortestad Den Haag een teken- en schilderopleiding aan de
kunstacademie had gevolgd.
De tweede druk (1919) verscheen met een inleiding van C. van Vollenhoven,
destijds hoogleraar in het adat- of gewoonterecht van Nederlands-Indië in Leiden.
Hij prijst De gouden kris als een verhaal dat zo goed past bij 'onze jongste inlanders-
politiek'.
18 Inleiding

In bijna gelijke stijl werd geschreven De schat van den armen jongen (1913) dat
ook onder de Boeginezen in Zuid-Celebes speelt en het vervolg hierop Din en Aroe
naar het land van beschaving (1922), waarin twee Boeginese jongens, het prinsje Aroe
La Tanroewa en zijn slaafje Din, een reis naar Java maken. Ze vergapen zich aan de
technische wonderen, zoals de bioscoop, en genieten gastvrijheid bij een prins in
Djokjakarta. waar wajangspelers een voorstelling geven op de klanken van de
gamelan.
Een heel bijzonder boekje is Het zeeroaversjongetje (1920). Ook in dit verhaal zijn
historische gegevens verwerkt. De geschiedenis speelt zich af op het eiland Banggai,
bij Celebes, waar Alfoerse zeerovers vrouwen en kinderen ontvoeren en als slaven
aan de sultan van Ternate verkopen. Op voorspraak van een Nederlandse zendeling
worden alle slaven in vrijheid gesteld. Een geliefd verhaal dat vele keren werd
herdrukt en in 1989 opnieuw uitkwam, ingeleid en toegelicht door Rob Nieuwen-
huys.
Markante figuren uit de Indische geschiedenis hadden de belangstelling van
Marie C. Kooy-van Zeggelen en zij gaf hen gestalte, zoals Tjoet Nja Din. Deze was
de vrouw van de beruchte Toekoe Oemar, een fel tegenstander van het Nederlandse
gezag in Atjeh. In het verhaal Een kleine gids (1924) weigert de Atjehse jongen Amat
de schuilplaats te verraden van de blinde Tjoet Adin (Tjoet Nja Din) aan een
officier van het Nederlands-Indische leger.
Simon Franke (1880-1957) vertrok op zeventienjarige leeftijd als militair voor een
aantal jaren naar Indië, het land dat als inspiratiebron heeft gediend voor zijn vele
Indische kinderboeken, jeugdromans en Indische romans voor volwassenen.
Franke moet begiftigd zijn geweest met een diep inlevingsvermogen, waardoor hij
de denk- en leefwereld van het Javaanse en Indo-Europese kind zo treffend kan
weergeven. Op een gevoelige, maar nooit sentimentele manier, beschrijft hij haarfijn
gedachten en gevoelens in een bijna eenvoudig aandoend taalgebruik. Daarmee
bereikt hij een sfeer die uniek is te noemen. Uit zijn werk spreekt sociale bewogen-
heid. Franke, actief sociaal-democraat, is sterk begaan met het lot van de kleine man
in de dessa die door Arabieren en Chinezen wordt uitgebuit. In Kantjil het dwerghertje
(1936) probeert hij de Javaanse en Chinese leefwereld met elkaar te verzoenen. Een
innerlijke strijd maakt de twaalfjarige Indo-Europese schooljongen Sinjo Juul (1939)
door in zijn verhouding tot zijn Javaanse moeder. Het verhaal kreeg een eervolle
vermelding van de Garoeda-prijsvraag voor de oudere jeugd.
Voor de Javaanse cultuur heeft Franke een buitengewone belangstelling getoond
in De wajangpop (1940), dat werd bekroond met de Garoeda-prijs voor de oudere jeugd.
De bundel Gevleugelde paarden; Indonesische legenden (1953) bevat voor het merendeel
Javaanse overleveringen.
Clémence M.H. Bauer (1887-1971) was een onderwijzeres. Haar jeugd bracht zij
afwisselend door in Nederland, Amerika en Nederlands-Indië. Van de Javaanse
cultuur en van het sociale leefklimaat van de Indo-Europeanen was ze goed op de
hoogte. Haar eerste jeugdverhaal Vriendinnetjes (1913) — typisch een meisjesboek
-ademt nog de sfeer van tempo doeloe, waarin zij de maatschappelijke verhoudingen
van schoolkinderen in een kleine plaats op Oost-Java beschrijft. Op een indringende
wijze laat ze het schrijnende lot zien van het Indo-Europese meisje Rosina, die door
haar afkomst en haar gebrekkige Nederlands het mikpunt wordt van discriminatie en
spotternij.
Vijfentwintig jaar heeft Clémence Bauer voor de klas gestaan in Den Haag, waar
ze veel sociaal onrecht heeft gezien. Haar verontwaardiging over de slechte behande-
Inleiding 19

ling van inheemse bedienden in Nederland 1 — die vaak aan het lijntje werden
gehouden over het tijdstip van terugkeer naar Indië — verwerkte ze in Kleine Sarina
(1916). Sarina, een Javaans meisje, praktisch nog een kind, is de baboe van een
Hollands gezin dat op het punt staat naar Nederland te vertrekken. Om haar
bruidsschat te kunnen verdienen gaat Sarina mee, voor één jaar. Het verblijf in
Nederland loopt langer uit. Sarina wordt verwaarloosd en loopt rond in veel te grote
afdankertjes van haar mevrouw. Als het vertrek naar Indië opnieuw wordt uitgesteld,
is Sarina radeloos. Ze wil naar Java terug en neemt geld van haar mevrouw weg om
haar reis te kunnen betalen. Nog dezelfde dag ontdekt mevrouw de diefstal en ze
stuurt Sarina de straat op. Het verhaal loopt gelukkig nog goed af.
Lina van Suchtelen-Leembruggen (1878-1948) zag het levenslicht in Indrapoera
aan de Oostkust van Sumatra. Ze volgde een opleiding voor grafisch kunstenaar.
Praktisch al haar kinderboekjes en jeugdromans heeft ze zelf vormgegeven en van
illustraties voorzien, zoals Het apenboekje (1944), Het eigenwijze Puntje (1943) en Het
kikkerboekje (1946). Het zijn eenvoudige en grappige verhaaltjes voor de allerklein-
sten. De boekjes werden in de jaren vijftig in het Maleis vertaald en in Indonesië
uitgegeven (zie Brinkman 1954). Haar jeugdboeken zijn nogal romantisch van aard.
De verhalen spelen zich af in de Buitengewesten, vaak diep in het oerwoud, waarbij
spanning en avontuur niet ontbreken. In De zilveren vogel (1937) zet een oude Dajak,
Maying genaamd, zich in om een Nederlands meisje te bevrijden dat als mensenoffer
moet dienen voor een gevaarlijke Dajakstam op Borneo. Transmigratie van Javanen
naar de Lampongse districten op Sumatra en de daar levende bosmensen, Koeboes,
zijn twee onderwerpen die de schrijfster bezighouden in Djaidin (1941). Dit verhaal,
dat ze ook illustreerde, werd bekroond met een Eerste Prijs in de Garoeda-prijsvraag
1941. Na haar dood kreeg het nog een herdruk (1959).
Van verschillende stam (1947) is een jeugdroman over Celebes. Het Boeginese
meisje Langkati weigert slaafs de traditie te volgen. Ze verzet zich tegen haar vader
als hij haar wil uithuwelijken. Voor dit boek verzorgde de schrijfster de omslagteke-
ning. Haar laatste jeugdroman Twee Indische meisjes (1948) speelt op Java en schetst
de situatie van een Indo-Europees meisje dat niet wordt begrepen door haar
Hollandse tante bij wie ze in huis woont. Ze is bevriend met een Soendanese
regentsdochter die op het punt staat uitgehuwelijkt te worden. Een tijdelijk verblijf
in Den Haag brengt de vriendinnen in contact met hun toekomstige levensgezellen
met wie ze — met een idealistisch doel voor ogen — voorgoed naar Java terugkeren.
Diet Kramer (1907-1965) werd in Amsterdam geboren en doorliep de HBS,
waarna ze cursussen volgde in kunst- en literatuurgeschiedenis en muziek. Ze werkte
bij uitgeverijen en woonde enige tijd in Engeland. In 1933 vertrok ze naar Indië,
waar ze trouwde met mr.dr. W.A. Muller, rector van het Lyceum in Batavia.
In haar HBS-jaren werden er al, van 1923 af, verhalen van haar gepubliceerd.
Diet Kramer kreeg grote bekendheid en waardering voor haar meisjesromans en
romans voor jongeren. Na de bekroning van Ons Honk (1928) besloot ze definitief
schrijfster te worden, waarna ze een aantal baanbrekende jeugdromans aan het
papier toevertrouwde, zoals De Bikkel (1935) en Roeland Westwout (1936). Ze schetst
levensechte situaties, waarin jonge mensen zichzelf herkenden, geschreven in een
directe stijl.

In 1918 werd Persinggahan opgericht, een Tehuis en Adviesbureau voor Ned.-


Ind. Bedienden in Den Haag. Als een baboe door haar 'meesteres' slecht werd
behandeld, of te weinig of niets aan loon uitbetaald kreeg, greep de Nederlandse
directeur in (Indië in Den Haag 1982:19 en Poeze 1986:236-8).
20 Inleiding

In Nederlands-Indië verscheen Eindexamen 1940 (1941), een jeugdroman die in


Batavia door Kolff werd uitgegeven en door de oorlogssituatie in Nederland tamelijk
onbekend is gebleven. In Eindexamen 1940 wordt na het uitbreken van de oorlog in
de meidagen een groepje middelbare scholieren op Midden-Java geconfronteerd met
de Duitse bezetting in Nederland. Ze moeten hun houding bepalen als ze in hun
directe omgeving te maken krijgen met NSB'ers en Duitse sympathisanten.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleed de man van Diet Kramer en overleefde
ze zelf ternauwernood verschillende Japanse kampen. Ze keerde naar Nederland
terug en vestigde zich in Den Haag, waar ze Thuisvaart (1948) schreef. Een realisti-
sche roman over de Japanse bezetting en de repatriëring van een groepje jongelui
naar Nederland, waar hen opnieuw conflicten en problemen wachten: slechte
opvang, woningnood, het zoeken naar een passende werkkring, discriminatie en
onbegrip.

Boekverzorging, illustraties en uitgevers

De vroeg-negentiende-eeuwse jeugdboeken, in dit geval de historische verhalen en


reisbeschrijvingen, variëren in formaat en uitvoering. Het kleinste formaat, 12.5 x 10
cm, is een werkje over Willem IJsbrandsz. Bontekoe dat in 1835 door Beijerinck is
uitgegeven. De omslagen van de boeken zijn van karton of van papier. Het binnen-
werk is doorgaans gedrukt op houtvrij effen of vergépapier (papier met waterlijntjes)
en geïllustreerd met gravures en zwartwit litho's. Halverwege de negentiende eeuw
worden gravures met de hand ingekleurd en begint de chromolitho (kleurenlitho)
terrein te winnen. De op de prentjes afgebeelde oosterlingen, en dan met name de
Javanen, hebben meer weg van (gebruinde) Europeanen met negroi'de trekken. De
uitgevers Sijthoff en Kolff veroveren de markt met hun Indische plaatwerken en
prentenboeken. Namen van illustratoren worden meestal niet vermeld. Wel wordt er
in de uitgave van De aap en de schildpad in het voorwoord door K.F. Holle verteld
dat de illustraties door een Soendanees zijn vervaardigd. Ook zijn naam is niet
bekend.
Drie uitgevers van kinderboeken hebben van 1900 tot 1940 een belangrijke
bijdrage geleverd aan de produktie van Indische kinder- en jeugdboeken. Tussen
1930 en 1941 is het hoogtepunt bereikt.
Eén van deze populaire producenten is de protestants-christelijke uitgeverij
Callenbach die qua aantal aan de top staat. In samenwerking met de Nederlandsche
Zondagsschool Vereeniging wordt het jaarlijkse geschenkmateriaal voor de leerlin-
gen verzorgd: verhalen met een geheel eigen christelijk karakter, waarin de zending
in Nederlands-Indië een geliefd onderwerp is. Op het kerstfeest van de zondagsscho-
len krijgen de kinderen zo'n boekje cadeau.
De boekjes zijn herkenbaar aan de witte omslag met een gekleurd plaatje. Ze
zijn ingenaaid of gebonden in een kartonnen bandje, voorzien van een rood linnen
rug. Het formaat is circa 20 x 14 cm. De illustraties zijn vervaardigd door een aantal
vaste illustratoren zoals Frans van Noorden, Henk Poeder en Sierk Schröder. Na de
Tweede Wereldoorlog veranderen formaat en uitvoering; de boekjes zijn aangepast
aan het nieuwe tijdsbeeld.
Op de tweede plaats volgt het kinderboekenfonds van uitgeverij Van Goor. Er
worden jongens- en meisjesboeken in verschillende reeksen uitgegeven waarin
Indische verhalen voorkomen, zoals de Canneheuveltjes-serie. Het zijn smaakvol
door Sijtje Aafjes, Johanna Coster en Rie Cramer geïllustreerde boeken. Vooral de
illustrator J.H. Isings heeft met zijn tekeningen in Tante Noep door Gerda van der
Horst-van Doorn de Indische sfeer en typen goed weergegeven. Aan de vormgeving
Inleiding 21

van de boeken is buitengewoon veel aandacht besteed; ze zijn gebonden in een


fraaie linnen band.
Uitgeverij Kluitman neemt de derde plaats in en geeft ook verschillende catego-
rieën boeken uit, zoals een aparte reeks jongens- en meisjesboeken. In de jaren
dertig doen vooral de romans voor oudere meisjes, de bakvisverhalen, opgang. Ze
vinden gretig aftrek en zijn uitgevoerd in kloeke linnen banden. Het volume is
bepaald door het al of niet gebruiken van opdikkend romandrukpapier. Hans
Borrebach heeft met zijn stereotype tekeningen tal van meisjesromans geïllustreerd.
Ze dragen nauwelijks bij aan het Indische karakter van de verhalen. Slechts een
palmboom of een voorgalerij doen vermoeden dat het Indië betreft. Evenzo geldt dit
voor de illustraties van Anni van de Ruit. Zij heeft bandtekeningen en illustraties
verzorgd voor de Indische meisjesromans van Ems LH. van Soest, waarbij het
inheemse personeel slecht uit de verf komt.
Er is in Nederlands-Indië zelf geen specifieke markt geweest voor het uitgeven
van jeugdboeken van eigen bodem. De overgrote meerderheid van kinderboeken
verschijnt in Nederland. Uitgevers in Nederland exporteren hun boeken in grote
aantallen naar Indië, waar ze soms een filiaal hebben. Boeken worden gedistribueerd
naar de boekhandel, kantoorboekhandel of boekendepots in de steden op Java en in
de Buitengewesten. Het type boekhandel in Indië wijkt enigszins af van dat in
Nederland, dat wil zeggen: het assortiment is beperkt. Het nieuwste boek moet altijd
in Nederland worden besteld. Als in Europa de Tweede Wereldoorlog uitbreekt
wordt het contact tussen Nederland en Indië verbroken. Vanaf 1940 is Indië voor de
boekenproduktie op zichzelf aangewezen. Nadien publiceren uitgevers als Kolff in
Batavia, Vorkink in Bandoeng, Van Ingen in Soerabaja en Ribbens Boekendepot in
Djokjakarta nu en dan een kinderboek of een jeugdroman.
Omstreeks 1951 is er een laatste opleving, maar dan is Indonesië al onafhanke-
lijk. Uitgeverij Van der Peet in Amsterdam en De Moderne Boekhandel Indonesië
in Djakarta gaan een samenwerkingsproject aan: de serie Badjing Boeken voor de
Jeugd. Aardige kleine informatieve boekjes over onder andere de Vorstenlanden,
een gamelanorkest, tropische bloemen en planten, en vulkanen op Java, in een
oblong formaat uitgegeven en in meerkleuren-offset uitgevoerd.
Literatuuropgave

Als ik later groot ben, wil ik kind worden; Een verhalenbundel; Verzameld vanuit de
werkgroep organisatie Landelijke Dag 8 december 1990, met als thema: "Onbegon-
nen oorlog, onbegonnen werk'. Voorwoord en eindverantwoording Cor van Dronge-
len. [Uitgave van de Vereniging 'Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bersiap
1941-1949'. Amsterdam, Algemeen Secretariaat KJBB 41-49, 1990]. 224 blz., afbn.

Bastin, John and Bea Brommer. Nineteenth century prints and illustrated books of
Indonesia with particular reference to the print collection of the Tropenmuseum,
Amsterdam; A descriptive bibliography. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, 1979. XIV,
386 p., ills.

Berg, Joop van den. Soebatten, sarongs en sinjo's; Indische woorden in het Nederlands.
's-Gravenhage, Uitgeverij BZZTöH, 1990. 111 blz., afbn.

Bernet Kempers, A.J. 'Ot en Sien in Indië'. Neerlands Volksleven; Tijdschrift van het
Nederlands Volkskundig Genootschap, jaargang 28, no. 1/2 (1978), blz. 103-108.

Bos, R. Hoe het groeide; Het onderwijs in Nederlandsch-Indië. Amsterdam, Koloniaal


Instituut, 1941. 32 blz. [Serie Tropisch Nederland in Zakformaat; VUL]

Bottema, Tjeerd. Mijn leven; [met een woord vooraf van Lykele Jansma]. Buitenpost,
Jansma, [c. 1980]. 207 blz., prtn., afbn.

Brakkee, C.H.G.H. Pa van der Steur; Vader van 7000 kinderen; [met een voorwoord
van Jan C. Sirag. Eindhoven, Bond van Oud Steurtjes (B.O.S.), 1981]. 105 blz.

Brandenburg, Angenies. 'Indië en Indonesië, omzien naar twee passages; De bittere


jaren van Annie Romein-Verschoor'. De Tijd, 27 november 1987, blz. 60-64.

Brantas, G.C. 'Het staat er allemaal in; Indische jeugdboeken vertellen over de
Indische samenleving', in: Indisch-Nederlandse Literatuur; Dertien bijdragen voor Rob
Nieuwenhuys; onder redactie van Reggie Baay en Peter van Zonneveld, blz. 278-305.
Utrecht, Hes, [1988].

Brantas, Gerard C. Ideologische aspecten van Nederlands-Indische kinder- en jeugdboe-


ken. Doctoraalscriptie voor de studierichting geschiedenis. Rijksuniversiteit Leiden,
1989. II, 136 blz., afbn., grafn.

Brantas, G.C 'Ideologische aspecten van Nederlands-Indische kinder- en jeugdboe-


ken'. Documentatieblad Kinder- en Jeugdliteratuur, jaargang 3, no. 12 (1989), blz. 24-
38.
24 Literatuuropgave

Brinkmans catalogus van boeken en tijdschriften, [1833-1990]. Amsterdam, Brinkman,


1833-1890; Leiden, Sijthoff, 1891-1980; Alphen aan den Rijn, Samsom, 1981-1989;
Houten, Bonn Stafleu Van Loghum, 1990- . 38 delen.

Brugmans, IJ. Geschiedenis van het onderwijs in Nederlandsch-Indië. Groningen/


Batavia, Wolters, 1938. XI, 370 blz., afbn.

Buitenweg, Hein [ps. van H.C. Meyer]. fond in tempo doeloe. Wassenaar, Servire,
[1969]. 144 blz., prtn., afbn.

Burgers, Jacqueline. Brood op de leesplank; Zes illustratoren in dienst van het onder-
wijs: C. Jetses, J.H. Isings, Tj. Bottema, W.K. de Bruin, B. Bueninck, J. Gabriëlse.
Leiden, Sijthoff, 1977. 152 blz., prtn., afbn.

Buur, Dorothée. Persoonlijke Documenten; Nederlands-Indië/Indonesië (1800-1970),


keuze-bibliografie. Leiden, Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde,
1973. XI, 241 blz.

Buur, Dorothée. 'Het "Indische" element in de Nederlandse jeugdliteratuur'. Indische


Letteren, jaargang l, no. 4 (1986), blz. 173-192.

Clercq, Hannah de. Jan Sluyters en tijdgenoten. 's-Gravenhage, Nederlands Biblio-


theek en Lektuur Centrum, 1991. 95 blz., afbn.

Cornelissen, Igor. De GPOe op de Overtoom; Spionnen voor Moskou 1920-1940.


Amsterdam, Van Gennep, 1989. 306 blz. [Hoofdstuk zes bevat biografische gegevens
over de illustrator Henri Pieck.]

Cottaar, Annemarie en Wim Willems. Indische Nederlanders; Een onderzoek naar


beeldvorming. ['s-Gravenhage], Moesson, [1984]. 191 blz.

Daalder, D.L. Wormcruyt met suycker; Historisch-critisch overzicht van de Nederlandse


kinderliteratuur; met illustraties en portretten; herdruk met een inleiding van F.
Daalder. Schiedam, Interbook International, 1976. X, 298 blz. [Eerste druk 1950.]

Door tyd en vfyt; Gedenkboek uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan
van de N.V. Koninklijke Boekhandel en Drukkerij G. KoJff & Co. [Batavia, 27 October
1948]. 102 blz., prtn., afbn., pltgrn., krt.

Dornseiffer, Sylvia. Marton Bloem. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noord-


hoff, 1986. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Dornseiffer, Sylvia. Indië/Indonesië in het jeugdboek. Alphen aan den Rijn, Sam-
som/Wolters-Noordhoff, 1988. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

D[rost], F. 'Harlingers die naam maakten; Jouke Broer Schuil'. Harlinger Courant,
29 oktober 1991, blz. 9.

[Ducelle, Lilian]. 'Afscheid van Ems v[an] Soest'. Moesson, jaargang 29, no. 17
(1984), blz. 4-5.
Literatuuropgave 25

Duijx, Toin en Joke LJnders. De Goede Kameraad; Honderd jaar kinderboeken.


Houten, Van Holkema & Warendorf, 1991. 136 blz., afbn., prtn.

Ekkers, Remco. Johan Fabridus. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff,


1983. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Ekkers, Remco. Melati van Java. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff,
1986. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Encyclopaedie van Nederlandsch-Indië. 2e druk. 's-Gravenhage/Leiden, Nijhoff/Brill,


1917-1939. Acht delen.

'S. Franke (77) overleden'. Dagblad Kennemerland, 25 september 1957. [Levens-


bericht.]

Gonggrijp, G.F.R Geïllustreerde encyclopaedie van Nederlandsch-Indië; met medewer-


king van W.K. Boogh, E.A. Douglas, G.J. du Marchie Sarvaas, A. Neijtzell de Wilde
en J.Th. Petrus Blumberger. Leiden, Leidsche Uitgeversmij., 1934. 1583 blz., afbn.,
prtn., krt. [Herdruk 1991.]

Groeneboer, Kees. Het ABC voor Indië; Bibliografie van leermiddelen Nederlandse taal
voor Nederlands-Indië. Leiden, KITLV Uitgeverij, 1991. VIII, 136 blz., afb. [Werkdo-
cumenten 5.]

Hazeu, Wim. Het literair pseudoniemen boek. Uitgegeven door 'de Bijenkorf, 1987.
319 blz., prtn. [Verschenen in opdracht van Magazijn 'de Bijenkorf BV, ter gelegen-
heid van De Literaire Boekenmaand, 1987.]

De hele Bibelebontse berg; De geschiedenis van het kinderboek in Nederland en


Vlaanderen van de middeleeuwen tot heden; eindredactie Nettie Heimeriks en Willem
van Toorn. Amsterdam, Querido, 1989. 710 blz., afbn., facs.

Heijboer, Joke en Odil Besselink. Lezen over Marion Bloem. 's-Gravenhage, Neder-
lands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1989. 16 blz., prtn., afbn.

Heijs, Marlen. Jenny Dalenoord. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters Noordhoff,
1991. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Hielkema, Haro. 'Indo's zwegen over hun lot'. Trouw, 16 juni 1990, blz. 9.

Hilgers, ThJ.A. 'Indrukken van het eerste Koloniaal Onderwijs Congres'. Neder-
landsch Indië Oud en Nieuw, jrg. l, 1917, blz. 324-326.

Hofman, Anton. Miek Dorrestein. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff,


1988. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Holtrop, Aukje. 'Goede huisvaders; "Ik heb roetmoppen vervangen door inlanders.
Dat laat je toch niet staan, stel je voor." Ouderwetse kinderboeken krijgen een
-discutabele? - opknapbeurt'. Vrij Nederland, jaargang 50, 15 juli 1989, blz. 8.

Ido, Victor [ps. van Hans van de Wall]. Indië in den goeden ouden tijd; Radio-
voordrachten voor de NIROM gehouden door -. Bandoeng, Nix, 1936. 2 delen.
26 Literatuuropgave

Indië in Den Haag; Portret van een verlofganger; Catalogus van de gelijknamige
tentoonstelling, georganiseerd door de afdeling Haagse Historie van het Haags Gemeente-
museum; Samengesteld door Rob Claassen, Liesbeth Kamerbeek, Robert van Lit e.a.
's-Gravenhage, Gemeentedrukkerij, 1982. 39 blz., afbn., prtn., krt.

Indisch vrouwen jaarboek 1936 samengesteld door M.A.E. van Lith-van Schreven en
J.H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp; Met een ten geleide van A.C. de Jonge-van
Wassenaer. Jogjakarta, Kolff-Buning, 1936. X, 318 blz., ills. en tabn.

Indische Kinder-Cowant; Onder redactie van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey].
Soerabaia, Thieme, 1883-1884. Jaargang 1-2. [In maart 1884 werd de redactie
overgedragen aan ds. Schagen van Soelen.j

Indische Kinder-Cowant; Onder redactie van S. Radersma-van Lingen en medewer-


king van J. Dessauvagie-van der Noorda. Rijswijk/Weltevreden, Boekhandel Visser,
1909-1910. Jaargang 17-18.

Jubileum uitgave Koning Wiüem III Schoolvereniging; Met medewerking van Chr. W.
Vooren-Vogelesang, C. Ouwehand, Rob Nieuwenhuys e.a.; Eindredactie W. Doeve.
Uitgave van de Koning Willem III School Vereniging, Den Haag, 1975. 88 blz., afbn.,
prtn., tekn., fac.

Katalogus van leesboeken; samengesteld door de Kommissie ter Beoordeling van


Kinderlectuur. Batavia, Landsdrukkerij, 1913. 122 blz.

Kempenaer, A. de. Vermomde Nederlandsche en Vlaamsche schrijvers; vervolg op J.I.


van Doominck. Leiden, Sijthoff, 1928. 3 delen in l band.

Kromhout, Rindert. Lezen over Akt Schouten; Onder redactie van Martin Bartling, Jef
van Gooi en Herman Verschuren. 's-Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en
Lektuur Centrum, 1984. 19 blz., prtn., afbn.

Kuipers, Reinold. 'In memoriam S. Franke'. Het Vrije Volk, 25 september 1957.
[Levensbericht.]

Laan, K. ter. Letterkundig woordenboek voor Noord en Zuid. 2e vermeerderde druk.


's-Gravenhage, Van Goor, 1952. IV, 635 blz.

Lectuur-repertorium; Auteurslijst bevattende bio- en bibliografische notities en portretten


van auteurs behorende tot de Nederlandse en de algemene literatuur enz. Antwerpen/
Tilburg, Vlaamsche Boekcentrale/Nederland's Boekhuis, 1952-1954. Supplementen
over de periode 1952-1966 en 1967-1978.

Lier, Bas van. 'Overtocht naar Indië belicht; Tentoonstelling "Souvenir de voyage" in
het Tropenmuseum, Amsterdam, januari-februari 1991'. NRC Handelsblad, Achterpa-
gina, 15 januari 1991.

Marsman, José. Johan Fabricius. 's-Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en Lektuur


Centrum, 1978. 30 blz., prt. en afbn. [Monografieën Serie k; no. 3.]
Literatuuropgave 27

Marsman, J.M. De opvoeding van het Europeesche kind in Indië; Inlichtingen en


mededeelingen voor ouders en belangstellenden. Brastagi, Plantersschoolvereeniging
'Brastagi', 1933. 71 blz., foto-ills. [2e druk 1934. 77 blz.]

Meijer, Conny. FJ. de Clercq Zubli. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters Noord-
hoff, 1991. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Moll, G. Verhandeling over eenige vroegere zeetogten der Nederlanders. Amsterdam, Van
der Hey, 1825. XII, 223 blz.

Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Brieven aan Minette; met een voorwoord van
Gerard Keiler. 's-Gravenhage, Sternberg, 1884. VI, 191 blz.

Nieuwenhuys, Rob. Oost-Indische spiegel; Wat Nederlandse schrijvers en dichters over


Indonesië hebben geschreven, vanaf de eerste jaren der Compagnie tot op heden.
Amsterdam, Querido, 1972. 645 blz.

Ockeloen, G. Catalogus van boeken en tijdschriften uitgegeven in Ned. Oost-Indië,


1870-1941. Twee delen.

Poeze, Harry A. In het land van de overheerser; I. Indonesiërs in Nederland, 1600-1950;


met bijdragen van Cees van Dijk en Inge van der Meulen. Dordrecht, Foris, 1986.
IX, 398 blz., afbn., facs., prtn. [KITLV, Verhandelingen 100.]

Poeze, Harry. 'Nederlandse en Indische belletrie over Indonesiërs in Nederland; De


weerspiegeling van historische feiten en waarden in romans en verhalen'. Indische
Letteren, jaargang 2, no. 2 (1987), blz. 81-96.

Pseudoniemen; Lijst samengesteld in opdracht van het Studiecentrum voor Openbare


Bibliotheken; 2e vermeerderde druk. 's-Gravenhage, Centrale Vereniging voor
Openbare Bibliotheken. 19 blz.

Raadgever voor koloniale jeugdlectuur; Deel I; Samengesteld door een daartoe speciaal
gevormde commissie. Uitgave van de Kon. Vereeniging 'Koloniaal Instituut' te
Amsterdam. Amsterdam, De Bussy, 1935. 32 blz.
Ie Supplement op den Raadgever voor Koloniale Jeugdlectuur; deel I. Amsterdam,
De Bussy, 1936. 4 blz. [Verder niet verschenen.]

Raephorst, Marijke van. 'Herinnering aan S. Franke'. De Oprit; Maandblad voor


Klank-Kleur-Vorm, [jaargang 1], no. 2, november 1957, blz. 24-26

'Maria FJisabeth Reitsma-Brutel de la Rivière (1880-1929)'. D'Oriënt; Indië's


Geïllustreerd Weekblad, jaargang 8, no. 17 (1929), blz. 42. [Levensbericht.]

Riemens-Reurslag, J. Het jeugdboek in de loop der eeuwen. Herdruk. Schiedam,


Interbook International, 1977. XV, 260 blz., afbn. [Eerste druk 1949.]

Rooij, Marja van. Achter gedèk en prikkeldraad; Nederlandse jeugdboeken over de


Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Doctoraalscriptie. Leiden, Vakgroep Neder-
landse Taal- en Letterkunde van de Rijksuniversiteit Leiden, 1987. IV, 118 blz.
28 Literatuuropgave

Saal-Zuurveen, Toos. 'Blank en bruin; Het kinderboek in "Ons Indië" (1)'. Moesson,
jaargang 34, no. 6 (1989), blz. 8-10.

Saal-Zuurveen, Toos. 'Blank en bruin; Het kinderboek in "Ons Indië" (slot)'.


Moesson, jaargang 34, no. 7 (1989), blz. 24-25.

Sablonière, Margrit de. 'Nellie van Kol, 1851-1951'. Nieuwe Rotterdamse Courant, 8
december 1951.

Schuhmacher, Peter. 'Sociaal ongewenst; Tentoonstelling over opvang "Oosterse


Nederlanders" '. NRC Handelsblad, Achterpagina, 7 februari 1990.

Schuhmacher, Peter. 'Jonge Molukkers geloven niet meer zo in "eigen" staat'. NRC
Handelsblad, 25 april 1990.

Schuhmacher, Peter. 'Van Indo's en Totoks; Indische Nederlanders zijn onze minst
bekende minderheden'. NRC Handelsblad, 3 juli 1990, blz. 19. [Geschreven naar
aanleiding van de tentoonsteling: Sporen van een koloniaal verleden; De komst van
Indische Nederlanders naar Apeldoorn, in Historisch Museum Marialust, 1-18 maart
1990.]

'Nicolina Maria Christina Sloot (Melati van Java); Karakterschets'. De Hoüandsche


Revue, 1922, blz. 240-246.

Soest, Ems I.H. van. 'Het heerlijke Indische huis van mijn jeugd'. Moesson, jaargang
23, no. 7 (1978), blz. 2-3.

Soest, Ems LH. van 'De Tjemaralaan van Malebari'. Moesson, jaargang 23, no. 10
(Kerstnummer 1978), blz. 4-6.

Tresoor der zee- en landreizen; Beredeneerd register op de werken der Linschoten-


Vereeniging, deel XXVJ-L; bewerkt door C.G.M. van Romburgh en C.E. Warnsinck-
Delprat. 's-Gravenhage, Nijhoff, 1957. XI, 829 blz.

Turksma, L. Nederlanders in Nederlands-Indië; Sociologische interpretatie van een


verleden tijd. Amersfoort, Acco, [1987]. 148 blz.

Van wormcruyt met suycker tot jeugdliteratuur, samengesteld door F. Daalder en I.


Daalder-Schripsema; tweede druk. Purmerend, Muusses, 1973. 238 blz., afbn. [Eerste
druk 1971.]

Verschuren, Herman. J.B. Schuil. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff,


1983. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]

Vos, Rik en Rudolf Geel. We hebben ze weer met genoegen bekeken...; Comelis Jetses,
uitgeverij J.B. Wolters en het Nederlandse taalonderwijs. [Assen, Drents Museum/Dor-
drecht, Museum Mr. Simon van Gijn/Venlo, Goltziusmuseum, 1989]. 120 blz., afbn.,
fac. [Uitgave ter gelegenheid van de gelijknamige tentoonstelling.]

Wirth, LJ.Th. Een eeuw kinderpoëzie, 1778-1878. Groningen/VGravenhage, Wolters,


1926. VI, 244 blz.
Literatuuropgave 29

Wubben, H. Chinezen en ander Aziatisch ongedierte; Lotgevallen van Chinese immi-


granten in Nederland, 1911-1940. Zutphen, De Walburg Pers, 1986. 176 blz.

Wijk, Jetteke van. 'Assimilatie, adoe; De kille ontvangst van de Indische Nederlan-
der1. Het Weekblad HP/De Tijd, no. 14, week 50, 14 december 1990.

Wijk-Sluyterman, Margreet van. Van anonieme boekversierders tot erkende kunste-


naars; Twee eeuwen boekverzorging en illustraties van het Nederlandse jeugdboek. 's-
Gravenhage, Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, 1982. 170 blz., afbn.
[Buiten het Boekje; no. 25.]

Wijma, Marleen. Diet Kramer. Alphen aan den Rijn, Samsom/Wolters-Noordhoff,


1985. [Lexicon van de Jeugdliteratuur.]
Woordenlijst

AMS Algemeene Middelbare School; gericht op


specifiek Indische eisen en behoeften.
Aan het diploma zijn dezelfde rechten
verbonden als van de HBS met een
vijfjarige cursus.
adat inheems gewoonterecht
adipati titel van een inheemse regent
Adipati Malaja titel van een inheemse regent of vorst
adoeh uitroep van verbazing, teleurstelling, pijn
alang alang hoge grassoort
aloen aloen, aloon aloon groot grasveld in het midden van een dorp
of stad
amok toestand van bloeddorstige razernij
anak kolong soldatenkind
anak totok Hollands kind
arak brandewijn, gestookt van rijst of sap van de
arecapalm
aroembai (Moluks) prauw, grote roeiboot
babi baboe varken
balé(h) balé(h) kindermeid, vrouwelijke bediende
bandjir bantèng rustbank, bed
batatas bégoe overstroming
Belanda stier
bèntèng, bènting Bersiap-tijd zie eetbare knollen, soort aardappel
ook Indonesische Revolutie geest
Nederlander; Europeaan
betjak fort, schans, versterking, vesting
blanda's het begin van de gewapende strijd van de
boeaja Indonesiërs tegen de Nederlanders na de
Boedi Oetomo capitulatie van Japan, eind 1945
fietstaxi
Hollanders, Nederlanders
krokodil
boei vereniging van Javaanse intellectuelen,
hoofdzakelijk de aristocratie, opgericht in
1908, die streefde naar verheffing van het
Javaanse volk.
gevangenis
32 Woordenlijst

busschieter kanonnier; matroos of soldaat belast met


het onderhoud van het geschut
controleur bestuursambtenaar die het Nederlandse
gezag in een bepaald gebied vertegen-
woordigde
dalang datoe, wajangpoppenspeler, volksverteller
datoek toverpriester, medicijnman bij de Bataks
(Sumatra)
dema geest
denti dorpshoofd
desa, dessa dorp
djaga (nacht)waker, oppasser
djahat misdadiger
djaït kleermaker, naaister
djakat opstandeling
djaksa rechterlijk ambtenaar, officier van justitie
djimat amulet, talisman
djoeragan kapitein, schipper
djoerig spook
djoeroemoedi stuurman van een boot
djongos huisjongen; mannelijke bediende
doekoen medicijnman/vrouw, tovenaar, kruidendok-
ter, toverpriester
factorij nederzetting of handelskantoor van de
Oostindische Compagnie; handelspost
gamelan Javaans orkest
gang smalle weg, straat of steeg
gepasporteerd met een paspoort eervol uit de militaire
dienst ontslagen
gobang twee-en-een-halve centstuk, halve stuiver
goena goena zwarte kunst, tovermiddelen
goenoeng berg, vulkaan
goeroe onderwijzer, evangelist
goesti vorst
HBS Hogere Burger School
HIS Hollandsch-Inlandsche School
hadj bedevaart naar Mekka
hadji moslim die bedevaart naar Mekka heeft
gemaakt
handschoentje bruid die trouwt terwijl de bruidegom
afwezig (in Nederlands-Indië) is
harimau tijger
Heiho Indonesische hulpsoldaat (vrijwilliger) in
het Japanse leger tijdens de Tweede
Wereldoorlog
hongitochten een uit prauwen (kora kora's) bestaande
oorlogsvloot in de Molukken; tijdens het
Woordenlijst 3
3

hulpschrijver bewind van de VOC organiseerden de


imam gouverneurs van de Molukken regel-
inang matig hongitochten, onder andere tot
Indo uitroeiing van ongeoorloofde specerij-
Indonesische Revolutie zie ook Bersiaptijd cultuur
klerk
Irian Barat islamitische voorganger (bij het gebed)
Irian Jaya eierkoopvrouw
joewoo Indo-Europeaan, Indische Nederlander
KNIL onafhankelijkheidsstrijd, augustus 1945
KPM -augustus 1949
kaaidraaier West-Nieuw-Guinea
kaaiman West-Nieuw-Guinea
kabaja dansfeest bij de bergpapoea's
kabajan (Soendanees) Koninklijk Nederlands-Indisch Leger
Koninklijke Paketvaart Maatschappij
kaké parlevinker, koopman te water
kali krokodil
kalong baadje, nauwsluitend jakje of jasje
kambing opziener (van een dorp, bij wie men zich
kamitoea bij binnenkomst moet vervoegen)
kampong grootvader; opa; oude man
Kampong-Europeanen rivier
vleermuis
geit
dorpshoofd
dorp, buurt, woonwijk
aan lager wal geraakte (Indo-)Europea-
nen, die hun heil buiten de blanke
kantjil gemeenschap zochten, zoals gepensio-
kapala, kepala neerde kolonialen (militairen), of
kapanditan kaphé's werkloze employés van cultuuronder-
(kafirs) karbouw nemingen, die een huisje in de kampong
karero katjang bewoonden
katjong dwerghert
hoofd
kaurie huis van een inheemse godsdienstleraar
ongelovigen
kebon buffel
medicijnman, tovenaar in Irian Jaya
pinda; scheldnaam
kleine jongen; huisjongen, jongste bedien-
de
schelp (ruil- of betaalmiddel bij de berg-
papoea's)
tuinman; cultuurtuin, onderneming, plan-
tage
34 Woordenlijst

kèdjoe kaas; kaaskop


kètjoepartij een inheemse roversbende
kettingganger, kettingbeer gevangene
kiaji godsdienstgeleerde
klapperboom kokospalm
klewang zwaard
kodok kikker
koelie arbeider, dagloner, kruier, sjouwer
koeliewerver ronselaar van arbeiders voor plantages en
andere arbeid
koewoe (Javaans) dorpshoofd
kokkie kok, kookster, keukenmeid
koloniaal Nederlands soldaat die vrijwillig voor een
aantal dienstjaren naar Nederlands-Indië
ging; in Harderwijk was een Koloniaal
Werfdepot, waar allerlei nationaliteiten
zich aanmeldden om dienst te nemen in
het Nederlands-Indische leger
Kompenie Kompeuni Nederlands bestuur
(Atjehs) konoor Nederlands bestuur
medicijnman, tovenaar in Noord-Nieuw-
kora-kora Guinea
korwar, korwari roeiboten, prauwen
kota voorouderbeeld
koteka stad
krani peniskoker
kraton opperschrijver, hoofdklerk op een kantoor
kris paleis van een inheemse vorst
kwee kwee dolk; een teken van waardigheid
kweepoeti koekjes
ladang vrucht
lata, latah droge rijstbouw; rijstveld
naaperij; in een zenuwachtige toestand
latex alles nadoen of napraten
Lebaran rubbervloeistof
lélang einde van de islamitische vastentijd
liplap verkoping, veiling, vendutie
loemboeng Indo-Europeaan; neger
loerah rijstschuur
MULO dorpshoofd
madat Meer Uitgebreid Lager Onderwijs
maloe opium
mandiën bedeesd, beschaamd, verlegen
mandikamer baden
mandoer badkamer
marapoe opzichter
(bescherm)geest van een voorouder
Woordenlijst 3
5

Mardijkers tijdens het Portugese of Nederlandse


bewind vrijgelaten of vrijgekochte slaven
van buiten de archipel en hun afstamme-
lingen
matjan, Si Matjan tijger
matjan tutul menariën panter
mesdjid dansen
islamitisch gebedshuis, ook missigit en
mesties moskee
afstammeling van een Hollandse vader en
missigit een 'zwarte moeder'; halfbloed
islamitisch gebedshuis, ook mesdjid en
moerid moskee
moesson leerling, pupil
moskee jaargetijde (twee seizoenen: droog en nat)
islamitisch gebedshuis, ook mesdjid en
nakoda missigit
negorij nènè, schipper
nènèk NICA dorp
grootmoeder, oude vrouw
njai Netherlands Indies Civil Administration,
Njai Loro Kidoel, Njai Roro Kidoel 1945-1949
huishoudster, en tevens levensgezellin
njo Godin van de Zee, ook Ratoe Loro
njonja Kidoel
njora afkorting van sinjo, jongeheer
mevrouw
nonna vrouw van een inheemse onderwijzer of
nonnie godsdienstleraar
obat juffrouw
Oelanda's jong meisje
oemboe medicijn
oetan Nederlanders
oppasser dorpshoofd
orembaai bos, oerwoud
paddi, padi inheemse soldaat
paggar, pagger Molukse prauw
pah, pak rijst; rijstplant
Pak omheining, heg
pandita, pendeta, pendita vader; mijnheer
panembahan vaden aanspreektitel voor mijnheer
pangeran geestelijke, priester, zendeling, dominee
pan glim a vorst, heer
pasanggrahan inheemse titel; prins
pasar, passar, passer bevelhebber, hoofd, aanvoerder
herberg, eenvoudig hotel
markt
36 Woordenlijst

Pasar Gambir jaarlijks terugkerende tentoonstelling in


Batavia waar onder andere voorwerpen
van inheemse kunst werden gepresen-
teerd en verkocht
pasar malam jaarmarkt
paseban audiëntie- of ontvangstzaal
perkenier bezitter van een specerijtuin in de Moluk-
ken
pasantren, pesantren islamitische godsdienstschool
penghoeloe desahoofd; hoogste moskeebeambte
perkoetoet koerduif
pisang banaan
poeri tempelcomplex
poesaka erfstuk
poetri dochter, prinses, vorstin
Politiële Acties benaming voor het ingrijpen van de Ne-
derlandse troepen in Indonesië in juli
1947 en december 1948
pondok primitief (vakantie)huisje, schuur, loods
prang sabil, Perang Sabil heilige oorlog
prauw lange smalle boot, bootje
Javaanse adel of hogere stand
Raden Mas adellijke titel voor een man
radja vorst, dorpshoofd
rampassen wegkapen, wegroven
ram pokkers roversbende, bandieten
rasphuis gevangenis, tuchthuis
Ratoe Loro Kidoel, Ratoe Roro Kidoel Godin van de Zee, ook Njai Loro Kidoel
hoge Javaanse bestuursambtenaar, vaak
regent van vorstelijke afkomst
Europese bestuursambtenaar van hoge
resident rang
Indonesische dwangarbeider die werd
romoesha ingezet voor het Japanse leger
Javaanse straatdanseres, dansmeisje dat
ronggèng tegen betaling op een feest danst
het merg uit de stam van de sagoboom
sago dat het voornaamste voedsel vormt van
de Papoea's
gegist sap van de aren- of suikerpalm,
sagoweer palmwijn
groentesaus, groentesoep
sajoer feestmaaltijd
salamatan, selamatan, slamatan Islamitische organisatie die een belangrij-
Sarekat Islam ke plaats innam in de nationalistische
beweging in Nederlands-Indië
rok
sarong
Woordenlijst 3
7

sawa, sawah rijstveld


schrijver klerk
schuiermaker borstelmaker
senang lekker, prettig
jongeheer; Indo-Europees jongetje of
sinjo jongeman
betelplant waarvan de bladeren als pruim
sirih sirihstel worden gekauwd
schaal waarin de betelnoot of sirihpruim
sirih spugen wordt bewaard en gepresenteerd
het rode sap van de sirihpruim dat wordt
sjabandar, sjahbandaar uitgespuugd
slavernij havenmeester
slavernij werd door de Indische wetgever
in 1860 wettelijk afgeschaft. In gebieden
niet onder Nederlands gezag bleef de
slendang traditionele slavernij nog voortbestaan.
draagdoek waarin de baboe of een vrouw
soeling haar kind draagt
soesoehoenan fluit
soos, sociëteit titel van de vorst van Soerakarta
het trefpunt van de Europese samenleving
waar allerlei feesten, zoals Koninginne-
dag, Sinterklaas en Kerstmis werden
strootje gevierd
sultan inheemse sigaret
TNI titel van een vorst, o.a. van Djokjakarta
Tentara Nasional Indonesia; het Indone-
tandakken; tandakpartij sische leger
inheemse wijze van dansen; in Nederland-
se betekenis ongeduldig staan te
tandoe
wachten, al of niet trappelend
tangsi
draagstoel
tani
kazerne
tempajang
boer, landbouwer
tinka's
stenen kruik
tjalaka besar
grillen, nukken, kuren
tjandi
groot onheil
tjitjak kring
heiligdom, tempel
toeankoe
uitgedroogde hagedis
toewan, toewan blanda
toe(w)an pandeta dorpshoofd
heer, meester; blanke heer
toké, tokèh toko; zendeling, geestelijke, ook pandita,
tokohouder pendita
tolkantoor gekko; grote hagedis
winkel; winkelier
douanekantoor
38 Woordenlijst

totok volbloed Nederlander


traktement loon, salaris
ULO Uitgebreid Lager Onderwijs
vendutie veiling of verkoop van huis en huisraad
van verlofgangers of voorgoed naar
Nederland terugkerende families
wajang schimmenspel
waringin reuzenboom met luchtwortels; heilige
boom van Java
warong, waroeng eetstalletje of eetwinkeltje langs de weg
wedana, wedono Javaans bestuursambtenaar van middel-
bare rang, districtshoofd
Wolanda hitam 'zwarte Hollander', Javaanse benaming
voor negers in Nederlandse krijgsdienst
wong islam de islamieten
zielverkoper, zieleverkoper ronselaar die jongens en mannen over-
haalde om als matroos of soldaat dienst
te nemen in het leger of op de schepen
van de Oostindische Compagnie
Afkortingen van instellingen

AS Archief Uitgeverij Samsom/Sijthoff, Alphen aan den Rijn


BBJ Dienst Bureau Boek en Jeugd, Nederlands Bibliotheek en Lektuur
Centrum, 's-Gravenhage
BN Bibliotheek Museum Nusantara, Delft
BZO Bibliotheek Zendingshuis Oegstgeest, Hendrik Kraemer Instituut
GBR Gemeente Bibliotheek, Rotterdam
KB Koninklijke Bibliotheek, 's-Gravenhage
KDC Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen
KHA Koninklijk Huis Archief, 's-Gravenhage
KIT Koninklijk Instituut voor de Tropen, Amsterdam
KITLV Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, Leiden
MHM Bibliotheek Stichting Moluks Historisch Museum, Utrecht
NBLC Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum, Almere-Stad
OBA Openbare Bibliotheek, Amsterdam
OLBG Openbare Leeszaal en Bibliotheek, 's-Gravenhage
PB Particulier Bezit
PBZ Provinciale Bibliotheek Zeeland, Middelburg
PN Perpustakaan Nasional, Jakarta, Indonesië
SH Stadsbibliotheek, Haarlem
SKCB Stichting Kinderboek-Cultuurbezit, Winsum
UBA Universiteits-Bibliotheek, Amsterdam
UBL Universiteits-Bibliotheek, Leiden
Geannoteerde bibliografie

0001 Oostkamp, J.A. De merkwaardigste Nederlandsche zeerelzen sedert den jare 1594; Voor
de vaderJandsche jeugd; met platen. Amsterdam/Leeuwarden, Beijerinck/Suringar,
[1825]. 2 delen in l band. 1. XXIV, 224 blz. 2. VIII, 200 blz. Vindplaats: KITLV k 45
N

In zijn inleiding schrijft de samensteller dat dit Vader!andsche geschenk' vervaardigd


is voor leergrage landgenoten die de waarheid boven de leugen verkiezen. Met
andere woorden: géén denkbeeldige avonturen. Hij twijfelt er niet aan of de leerlust
zal worden opgewekt! Aan de hand van voorbeelden beschrijft hij een aantal veel
voorkomende aardrijkskundige termen en met het voornaamste scheepsinstrument,
het kompas, eindigt hij om de jeugd uit te nodigen tot het nuttige en aangename dat
in de vele en hoogstmerkwaardige Nederlandse zeereizen is te vinden.
In het eerste deel staan de Indische reizen van Jacob van Heemskerck, Jan Janszoon
Molenaar, Jacob van Neck en Wijbrand van Warwijck. Het eindigt met de eerste
zeereis der Nederlanders om de aardbol van Olivier van Noort en Jacob van
Ependam.
In het tweede deel zijn reizen naar de Oost opgenomen van Pieter Both, Paulus van
Caerden, Joris van Spilbergen, Jacob Le Maire en Willem Schouten, Willem
IJsbrandszoon Bontekoe, Jacob Heremiet en Abel Tasman.
In het exemplaar van KITLV ontbreken de zwart/wit gravures. Deze zijn eruit
gescheurd.

0002 Engelberts Gerrits, G. Het leven en de daden van den doorluchtigen zeeheld J. Psz.
Koen; Gouverneur generaal en voomaamsten grondlegger van Nêerlands uitgebreide
heerschappij in de Oost-Indië; in gesprekken tusschen eenen vader en zijne kinderen; met
portret en platen; [met drie gravures van H.P. Oosterhuis, del. en D. Veelwaard,
sculp.]. Amsterdam, Schalekamp & Van de Grampel, 1826. VIII, 187 blz.
Herdrukken: 2e druk 1832. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk KITLV aa
1536 N

Dialoog tussen een vader en zijn drie zoontjes over het leven van Jan Pieterszoon
Koen en de geschiedenis van de vestiging van het Nederlands bestuur in Indië. Bevat
tevens 'eenige bijzonderheden aangaande het karakter, de leefwijze en de zeden der
Javanen'.

0003 Jong, Cornelius de. Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, enz.; Voor jonge lieden
bearbeid door J[ohannes] Olivier Jz.; met platen; nieuwe uitgave. Amsterdam,
Beijerin[c]k, [1833]. XII, 208 blz. Vindplaats: KITLV 3d 271 N
42 Geannoteerde bibliografie

Het zesde hoofdstuk bevat een paar Indische fragmenten over de eerste schipvaart
van de Nederlanders naar Indië. De overige hoofdstukken gaan over de Kaapkolonie
en zijn bewoners, Ierland, Noorwegen, Zweden en Denemarken. Zwarte gravures,
sommige prenten zijn uitvouwbaar.

0004 Zeeman, H. Het leven, de daden en lotgevallen van Jan Camphuis, gouverneur-generaal
van Neerlands-Indië; met platen. Amsterdam, Schalekamp & Van de Grampel,
[1833].
Herdrukken: [2e druk] idem. Delft, Van Alphen, [1833]. VI, 99 blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk OBA

Romantisch historisch Compagniesverhaal over Joannes Camphuis die als klerk


wordt aangesteld bij de secretarie van de Hooge Regeering te Batavia in 1654. Pas
na elf jaar wordt hij bevorderd tot eerste klerk met koopmansrang. In 1670 vertrekt
hij als opperhoofd naar de handelspost Decima in Japan; na een jaar keert hij weer
terug naar Batavia. In 1684 wordt hij benoemd tot gouverneur-generaal van Neder-
lands-Indië. In december 1690 legt hij deze functie neer. Hij blijft in Batavia wonen
en soms vertoeft hij op het eiland Edam waar hij een huis naar Japans model heeft
laten maken. Hij overlijdt in 1695.

0005 Olivier Jzn., J[ohannes]. Elviro's reis naar en door Java en de Molukkas. Amsterdam,
Weytingh, [1835]. VI, 219 blz., afb. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV a 197

In dit boekje introduceert Olivier zich bij zijn jeugdige lezers onder de naam Elviro
(een letteromzetting van Olivier). Hij vertelt hen uitvoerig over zijn jeugd en hoe hij
onder de bescherming van een scheepskapitein als schrijver bij de marine komt. In
1817 vertrekt Elviro uit Texel naar Oost-Indië. In september gaat hij in Batavia van
boord. Hij vertelt over de vervallen staat waarin de oude stad zich bevindt. Vele
gebouwen zijn gesloopt of verkeren in een bouwvallige staat. De weinige huizen
worden bewoond door arme Portugese, Javaanse en Ambonese gezinnen. De nieuwe
stad daarentegen ligt in een gezonder klimaat. Er staan fraaie huizen, kazernes en
officierswoningen in de stadsdelen Rijswijk, Noordwijk en Weltevreden. Elviro
beschrijft het karakter van de Javaan als zedig en ingetogen. Zelden of nooit hoort
men Javanen schaterend lachen: ze glimlachen. Over het algemeen zijn ze vriendelijk
en beleefd. Ze beledigen elkaar niet met scheldwoorden. De Europeanen die de
Javaanse of Maleise taal nog niet goed spreken of verstaan, moeten geduld met de
zachtzinnige Javanen hebben omdat deze weinig respect hebben voor driftige en
opvliegende meesters.
Indrukken over Buitenzorg, de koffieaanplant, Java's Noordkust volgen elkaar op.
Het laatste hoofdstuk beschrijft in het kort Ambon, Banda en Ternate.

0006 Wiüem IJsbrandsz. Bontekoe; Een geschiedkundig tafereel voor de Nederlandsche jeugd;
met platen; [vijf kopergravures van Sluyter naar tekeningen van [H.P.] Oosterhuis];
tweede druk. Amsterdam, Beijerinck, 1835. II, 72 blz. [Ie druk niet bekend].
Herdrukken: 3e druk verschenen onder de titel Reizen en avonturen van kapitein
Wiüem IJsbrandsz. Bontekoe; Tafereel uit de vaderlandsche geschiedenis der 17e eeuw
Geannoteerde bibliografie 43

voor de Nederlandsche jeugd; met 4 gelithografeerde plaatjes. Leiden/Schoonhoven,


Van den Heuvell & Van Santen/Van Nooten, [1863].
Bevat poëzie.
Vindplaats: 2e druk KITLV cc 2110 N; 3e druk Brinkman

De heer Van Wimpel vertelt aan zijn vier kinderen over de reis van schipper
Bontekoe uit Hoorn die in 1618 met de 'Nieuw Hoorn' naar de Oost vaart. Onder-
weg vliegt zijn schip door ontploffing van een kruitvat in brand. Na barre omstandig-
heden op zee en op Sumatra komt Bontekoe slechts met een klein groepje schepe-
lingen op Java aan.
In opdracht van Jan Pieterszoon Coen wordt Bontekoe op verschillende schepen
geplaatst om in de Indische wateren de Nederlandse vloten van levensmiddelen en
munitie te voorzien, of om muitelingen op de eilanden te bedwingen. Ook maakt hij
een aantal reizen naar China. Na zes jaar en elf maanden is Bontekoe in het
vaderland terug.
Het verhaal wordt regelmatig onderbroken door opmerkingen van de kinderen en
door onderwijzende of godsdienstige vermaningen van hun vader. Op de kinderen
heeft deze geschiedenis zo'n diepe indruk gemaakt dat ze in moeilijke ogenblikken
uitroepen: 'Denkt aan kapitein Bontekoe!'. Dit gezegde beurt hen op of geeft hen
moed.

0007 Olivier Jz., J[ohannes]. Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne',
met platen [gravures van J.W. Kaiser] en eene kaart [van G.J.A. Beijerinck]; in twee
deelen. Zaltbommel, Noman, [1836-1838]. 1. [1836]. XIV, 204 blz., afbn.; 2. [1838].
IV, 196 blz., afbn. en kaart. Herdrukken: Herdrukt in 1840. 2 delen in l band.
Vindplaats: Ie druk KITLV a 119; Herdruk Brinkman

Het eerste deel begint met de zeereis naar Indië, de aankomst in Batavia en de
persoonlijke indrukken van deze stad en haar omgeving. Na de Javanen bevolken de
Chinezen met hun eigen cultuur voor een belangrijk deel Batavia. Volgens Olivier
heeft men in Europa een verkeerde voorstelling van de Javanen. Ze zijn beslist niet
zo heidens en barbaars als men wel denkt. De Javanen hoeven niet voor de Europe-
anen onder te doen. Het ontbreekt hen alleen aan een zorgvuldige opvoeding en
scholing. Ze hebben talent voor muziek. Veel aanzienlijke Europeanen hebben
onder hun bedienden of slaven een aantal bekwame Javaanse muzikanten, die aan
tafel, in de tuin of bij feesten zelfs werken van beroemde componisten kunnen
spelen.
Beschrijvingen over de binnenlanden van Java, Soerabaja, het eiland Madoera, de
Preanger-regentschappen en de Vorstenlanden wisselen elkaar af. Zelfs een hoofd-
stuk over de Java-oorlog (1825-1830) tegen Prins Dipo Negoro ontbreekt niet. Daarna
volgen hoofdstukken gewijd aan Sumatra, Banda, Amboina, Borneo, Celebes,
Bali, Leti en Timor, waartussen ook beschrijvingen voorkomen over Brits-Indië.

0008 Witsen Geysbeek, P.G. De Kleine Zimmerman; Of, De aarde en hare bewoners; Een
leesboek voor de beschaafde jeugd. Amsterdam, Portielje, 18[..]-1838. 3 delen. Derde
deel; nieuwe uitgave met platen. 1838. VI, 164 blz. Vindplaats: KITLV cc 1780 N
44 Geannoteerde bibliografie

In het derde deel staan de hoofdstukken 'Batavia' (blz. 1-36) en 'Het eiland Timor'
(blz. 70-79). Wat betreft Batavia wordt, behalve op geschiedkundige feiten, uitvoerig
ingegaan op de Chinese bevolkingsgroep en de Chinezenmoord van 1740. 'Timor'
vertelt in het kort iets over de bevolking, zoals het karakter ('Zij zijn lui, lafhartig en
valsch'), de kleding en het koppensnellen. Een bijzonder voorval is de vriendschap die
wordt gesloten tussen de Timorese vorst Amadima en de Franse kapitein en
natuuronderzoeker F.G. Péron die dit eiland bezocht.

0009 Robidé van der Aa, C.P.E. Voedsel voor verstand en hart; Voor jonge lieden van
beiderlei kunne; verzameld door -; met platen. Purmerend, Post, [1840]. IV, 148 blz.
Bevat poëzie. Bevat de bijdrage 'De Indische goochelaars; eene mededeeling van
eenen ooggetuige' door Johannes Olivier Jz. Vindplaats: PB

Dit is een bekorte versie van hoofdstuk XXIV 'Goochelaars en toovenaars' uit het
tweede deel van Oliviers Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne
(zie no. 0007). Een beschrijving over de kunststukjes en trucs die fakirs, goochelaars
en acrobaten op Java verrichten. Ze worden vaak gevraagd om voorstellingen te
geven op familiefeesten, zoals een besnijdenis of een huwelijk.

0010 Reizen van Nederlanders rondom de wereld; Van Noor[t], Schouten en Le Maire,
Heremiet, Abel Tasman. 's-Gravenhage, Nederlandsche Maatschappij van Schoone
Kunsten, 1841. 93 blz., afbn. [Bibliotheek voor de jeugd.] Vindplaats: KITLV 3d 258
N (fotokopie)

Een korte samenvatting van historische wereldreizen waarin fragmenten voorkomen


over Nieuw-Guinea, de Molukken en Batavia.

0011 Til, H.N. van. Tafereelen uit het leven van belangrijke Nederlandsche mannen van
vroegeren en lateren tijd. Utrecht, Van der Peet Jr., [1841]. Herdrukken: 2e druk
Utrecht enz., Van der Post Jr., [1850]; 3e druk Leiden, Noothoven van Goor, [c.
1860]. VI, 169 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk
Brinkman; 3e druk KITLV cc 2010 N

Bevat een hoofdstuk gewijd aan Pieter van den Broecke die in 1575 in Antwerpen is
geboren. In 1605 komt hij als koopman in Oost-Indië aan. In 1613 wordt hij als
opperkoopman van de Oost-Indische Compagnie aangesteld. Hij onderneemt dan
reizen naar de Molukken, Ceylon en India. Tussen 1618 en 1619 verblijft hij op Java
waar hij door een list gevangen wordt genomen door Engelsen en Javanen. In 1620
staat Van den Broecke aan het hoofd van een vloot om ten strijde te trekken tegen
Engelse schepen in Straat Soenda. Op 9 juni 1620 komt er een einde aan de
vijandelijkheden. Van 1620 tot 1626 verblijft Van den Broecke als gezaghebber in
Suratte (India) en in 1629 is hij weer terug in Batavia. In 1640 en 1641 neemt hij als
commandeur deel aan het beleg van Malakka, waar hij overlijdt.

0012 Vertellingen van eenen vader aan zijne kinderen, over de Oost-Indien; Een leesboek ten
dienste der lagere scholen. Tiel, Campagne, 1841. 63 blz.
Geannoteerde bibliografie 45

Bevat poëzie.
Vindplaats: PB

Een koopvaardijkapitein uit Dordrecht die op een fregat naar de Oost is geweest,
vertelt aan zijn twee zoontjes Adolf en Antoni eerst iets over scheepszaken, de
zeereis en geschiedkundige feiten over De Houtman, Coen, generaal De Koek, Dipo
Negoro, en het soldatenleven in de Oost. Daarna volgt een beschrijving van Batavia,
de leef- en kleedgewoonten van de Javanen, de levenswijze van de Europeanen. Tot
slot een lofprijzing op de koloniale handelswaar en de wens: 'dat ons nimmer het
ongeluk treft, die zoo allerbelangrijkste kolonie te verliezen.'

0013 Sandwijk, G. van. Prenten-magazijn voor de jeugd; met houtsnee-gravures. Purmerend,


Schuitemaker, [1842-1845]. Vierde jaargang, aflevering 2, 1845. Aardrijkskunde. [36
blz.]. Met kaartjes. I. De Nederlandsche bezittingen in Afrika. II. Java, het voor-
naamste eiland der Nederlandsche bezittingen in Azië. III. De Oost-Indische
eilanden. IV. De Nederlandsche bezittingen in Amerika. Vindplaats: KITLV j 306 N

Willem, bijgenaamd 'De kleine reiziger', is op 7 januari 1844 met zijn vader uit Texel
vertrokken. Aan boord van het korvet 'Dolphijn' maken ze een reis naar Oost- en
West-Indië. Aan zijn vrienden in Holland, Hendrik en Karel, stuurt hij twee brieven
uit Batavia. Op 28 oktober 1844 vertelt hij over zijn tocht per diligence dwars door
Java en op 27 januari 1845 beschrijft hij de zeereis met de stoomboot 'Indiaan' naar
Sumatra. Vanuit Billiton worden Borneo, Celebes, de Molukken, Timor en Bali
bezocht.

0014 [Noothoorn, A.E. van]. Reizen en lotgevallen van Lodewijk Vermeer in de Nederlandsch
Oost-Indische bezittingen; met platen en eene uitvoerige kaart. Amsterdam, Portielje,
1843. VIII, 159 blz. Vindplaats: SH/UBL/KITLV a 214

In zijn voorwoord zegt de schrijver dat dit boekje een aanvulling is op de saaie en
slaapverwekkende aardrijkskundeles en ook bedoeld als 'klein lettergeschenk om ter
belooning op de scholen of bij verjaardagen in de huisgezinnen aan knapen en
meisjes te worden geschonken'.
Op bijna twintigjarige leeftijd vertrekt Lodewijk in januari 1819 voor ƒ 600 naar
Indië. Na drie maanden en zeventien dagen komt hij op Java aan. Hij leert de
'Maleise taal' en maakt met een vriend van zijn oom en diens bedienden Sadien en
Raksa een tocht over Java. Voor de Nederlandsche Handelmaatschappij gaat hij
naar Amboina om specerijen te halen. Na enige jaren op de Molukken te zijn
geweest wordt hij te Batavia aangesteld als pakhuismeester.
Inmiddels is hij getrouwd, heeft twee kinderen en verlangt naar Nederland terug te
gaan. Bij de kust van Afrika lijdt hij schipbreuk en er kan maar een deel van zijn
gespaard fortuin gered worden. Na zeven weken arriveert hij met zijn familie in
Rotterdam en koopt hij een buitenplaats in het schone Gelderland.

0015 Bosch Dsz., D.W. Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van Neêrlands Oost- en
West-Indische bezittingen; Met een aanbeveling van A. van der Swan en W. Oost-
meijer. Amsterdam, Schalekamp, Van de Grampel en Bakker, 1844. VIII, 200 blz.
46 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: UBL

Dit werkje is het antwoord op een door de bestuurders der Taal- en Letteroefenen-
de Maatschappij: Tot Nut der Jeugd uitgeschreven prijsvraag. Oorspronkelijk was
het niet voor de pers bestemd, maar de overtuiging dat een ruimere verspreiding van
dit werk, dat als lees- en leerboek voor de scholen is ingericht, in een bestaande
behoefte kon voorzien, met daarbij gevoegd de aansporing van bevoegde deskundi-
gen, 'dwongen' de auteur om het meer algemeen verkrijgbaar te stellen. Het
geschiedkundige gedeelte bevat een doorlopend overzicht van de voornaamste
lotgevallen van onze overzeese gewesten sedert de vestiging van de Nederlanders
aldaar (1596-1830). Voor het tweede, aardrijkskundige, gedeelte is door de auteur
gebruik gemaakt van de werken van gouverneur-generaal J. van den Bosch, S. en
P.P. Roorda van Eijsinga, R.J.L. Kussendrager, M.D. Teenstra, G.B. Bosch en J.
Olivier Jzn. Als handleiding gebruikte de auteur de fraai bewerkte Kaart onzer
overzeesche bezittingen van J. van Wijk Rz., uitgegeven in Groningen door J. Oom-
kens Jz. [c. 1840].
De bedoeling van de auteur is de jeugd met dit boekje van nut te zijn en hen aan te
sporen tot een meer grondige kennis van onze Overzeese Bezittingen, omdat de
bloei en het verval sedert meer dan twee eeuwen van zoveel invloed is geweest op de
bloei van Nederland en de welvaart van haar bevolking.
Vermoedelijk is dit het eerste uitgebreide boekje over onze koloniën, bestemd voor
de jeugd. Het is zeer gedetailleerd en, voor die tijd, leesbaar geschreven.

0016 Buren Schele, A.D. van. Keur van gedenkwaardigheden; Uit de geschiedenis van
Nederlands Oost- en West-Indische bezittingen; Voor jonge lieden door -; met platen [3
zwart/wit litho's van Steendrukkerij Backer, Dordrecht]. Amsterdam, Ten Brink &
De Vries, [1844]. IV, 202 blz.
Herdrukken: 2e herziene en vermeerderde druk; met gekleurde platen [4 gekleurde
litho's. Naam niet vermeld]. Nijmegen enz., Cohen, [1892]. VIII, 280 blz. Vindplaats:
Ie druk KITLV i 43/KB; 2e herz. druk PB

Bevat een naamlijst van gouverneurs-generaal van Nederlands-Indië en 'Een korte


kroniek der belangrijkste gebeurtenissen in de Oost Indische bezittingen, sedert de
vestiging van ons bestuur'.

0017 Sandwijk, G. van. De kleine reiziger door ons vaderland en onze buitenlandsche
bezittingen, in zamenspraken en in brieven van Wittem en zijne vriendjes; [met 16
kaartjes en 48 plaatjes]. Purmerend, Schuitemaker, [1846].
Herdrukken: 2e druk idem [1848]; 3e druk verscheen onder de titel De kleine reiziger
door ons vaderland en onze buitenlandsche bezittingen; Een lees- en prentenboek voor
de jeugd; opnieuw bewerkt door J.P. Lancel; met 20 gekleurde platen en 2 uitslaande
kaarten. Leiden, Noothoven van Goor, [1865]. [Ongepagineerd; 162 blz.].
Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KB

Bevat het hoofdstuk: 'De Nederlandsche bezittingen in Azië' dat een overzicht geeft
van de geschiedenis van de belangrijkste eilanden in de Indische archipel.
Geannoteerde bibliografie 47

0018 Soest, Jfohannes] van. Oost-Indische bloempjes; Gedichtjes voor de Nederlandsch-


Indische jeugd, door -. Batavia, Ter Drukkerij van het Bataviaasch Genootschap,
1846. VIII, 109 blz.
Herdrukken: 2e verbeterde druk. Batavia, Lange, 1854. VIII, 72 blz.; [3e druk].
Batavia, Lange, [1857]. VI, 108 blz., portret, afbeeldingen [zes kleurenlitho's naar
tekeningen van Auguste van Pers].
Vindplaats: Ie druk UBL; 2e verb. druk KITLV cc 2513 N; 3e druk UBL/KITLV cc
1416 N (fotokopie)

Taferelen uit het dagelijks leven van en voor het Indische kind in Nederlands-Indië,
dat in die tijd voortdurend werd geconfronteerd met onderwerpen en begrippen uit
de Nederlandse leefwereld waarmee het niet bekend was. Met deze versjes verwierf
Johannes van Soest de bijnaam 'de Indische Van Alphen'.
Verschillende van deze versjes zijn indertijd op muziek gezet door de componist C.
Hüne: Oost-Indische bloempjes; Twaalf gedichtjes voor de Nederlandsch-Indische jeugd.
Met muziek voor zang en piano. Haarlem, Derx, z.j. 22 blz. in twee stukjes. Vind-
plaats: PN.

0019 Voormeulen van Boekeren, G.R. Reizen en ontdekkingstogten van Abel Jansz. Tastnan,
van Lutkegast; Met een voorwoord van Th. van Swinderen; uitgegeven door het
Bestuur der Gewestelijke Vereeniging Groningen van het Nederlandsche Onderwij-
zers Genootschap; met plaatjes [3 zwart/wit lithootjes van de Kon. Steendrukkerij
C.W. Mieling]. Groningen, Scholtens, 1849. VI, 124 blz. Vindplaats: UBL

Geschiedkundig leesboek over de in Groningen geboren Abel Tasman met de


nadruk op zijn vele reizen. Wanneer hij op 11 oktober 1638 als schipper van de
'Engel' in Batavia aankomt, is dit niet de eerste keer dat hij in Indië is. Om zijn
grote bekwaamheid wordt Tasman door gouverneur-generaal Van Diemen voor
verschillende reizen in opdracht van de VOC uitgezonden, onder andere naar Japan
en Formosa (Taiwan). Vervolgens wordt Tasman in 1642 als commandeur van vier
schepen van Batavia naar Sumatra gezonden om met de sultan van Palembang te
onderhandelen over het herstel van de wederzijdse handelsbetrekkingen.
Bij Tasmans terugkomst uit Palembang, in datzelfde jaar, wordt hij met de schepen
'Heemskerk' en 'Zeehaan' uitgezonden om de uitgestrektheid van het onbekende
Zuidland (Australië) te onderzoeken. Op zijn terugweg doet hij ook Nieuw-Guinea
aan.
Opnieuw zeilt Tasman in 1644 uit om de zuidpunt van Nieuw-Guinea te zoeken,
maar hij belandt eerst in de Golf van Carpentaria (noordelijk Australië) dat geen
gunstige vooruitzichten biedt voor handelsdoeleinden.
Na 1644 vestigt Tasman zich aan de Tijgersgracht in Batavia en overlijdt aldaar in
oktober 1659. In zijn testament is sprake van een legaat, bestemd voor de armen van
zijn Groningse geboorteplaats Lutkegast.
Het formaat van het boekje is 16 x 10 cm.

0020 Weeda, P[ieter]. Geschiedenis van de togten en ontdekkingen der Nederlanders in


Aziën, Africa, America en Australië; Van het laatst der 16e eeuw tot op onzen tijd; een
leesboek voor de jeugd; met platen; tweede druk. Dordrecht, Blussé & Van Braam,
1849. VIII, 216 blz. Vindplaats: SH
48 Geannoteerde bibliografie

Bevat beknopte historische reisbeschrijvingen van Nederlanders naar de Oost, onder


andere van Jacob van Neck, Olivier van Noort, Willem IJsbrantszoon Bontekoe,
Abel Tasman, Francpis Valentijn en Jacob Roggeveen.
Het is de bedoeling van de samensteller dat de jeugd door het lezen van deze
verhalen 'gemakkelijker en spoediger vorderingen maakt in de aardrijkskunde'.

0021 Noack, W.C. Tafereelen van de zee in verhalen van schipbreuken, reizen en lotgevallen
van beroemde personen; [met 6 gekleurde litho's van de firma F.W.M. Trap].
Rotterdam, Van Gogh, [1850]. IV, 99 blz. Herdrukken: [2e druk, 1854]. idem.
Bevat het verhaal 'Reis van W. IJ. Bontekoe, van Holland naar Oost-Indië'; (Bonte-
koe verhaalt zelf zijn reis) (blz. l t/m 18). Vindplaats: Ie druk Bibl. Museum
Nusantara, Delft; 2e druk Brinkman

0022 Sandwijk, G. van. Onze beroemde mannen, der jeugd ten voorbeeld gesteld; met vele
plaatjes [kleine zwart/wit gravures]. Leyden, Noothoven van Goor, [c. 1850]. 36 blz.
Vindplaats: SH

Bevat een korte levensbeschrijving met gedichtjes over Jan Pieterszoon Koen.
Opnieuw uitgegeven door P.J. Andriessen onder de titel: Neerlands roem (zie no.
0047).

0023 Veegens, Daniël. Merkwaardige karakters en belangrijke verhalen uit de geschiedenis des
vaderlands. Haarlem, Bohn, [c. 1850]. VIII, 164 blz., afbn. Bevat het verhaal 'De
schipbreuk van het stoomschip Willem I'. Vindplaats: KITLV cc 2285 N

Het betreft de ongelukkige zeereis van luitenant-kolonel F.V.H.A. Ridder de Stuers


die in 1837 is benoemd tot gouverneur van de Molukken. Op weg naar zijn nieuwe
bestemming loopt het schip vast op een van de vele koraalrotsen, de Lucipara's.
Daar brengt de bemanning zevenendertig dagen door op een koraalplaat onder de
meest erbarmelijke omstandigheden aleer ze worden opgehaald door de schepen
'Nautilus' en 'Erich' (zie ook no. 0037).

0024 Aa, AJ. van der. Lotgevallen van Willem Heenvliet; Vooral ook op Borneo en Bali;
Voor jonge lieden bewerkt; met platen en kaarten [3 zwart/wit litho's van de firma
Desguerrois & Co, Amsterdam]. Haarlem, Van Brederode, [1851]. XII, 274 blz. Ook
verschenen in Amsterdam, Bom, [c. 1850]. VIII, 274 blz. Zwart/wit steendrukken van
A.P.C Hoffman; Lith. van Hoogstraten. Vindplaats: KITLV a 215

Jongeman uit Delft vertrekt als stuurman naar de Oost. Na schipbreuk in een storm
gaat de reis verder per sloep naar Batavia. Na zijn verloftijd op Java vaart hij uit om
de zeerovers die de Javazee en de Straat van Makassar onveilig maken te bestrijden.
Op Borneo valt hij in handen van zeerovers en wordt bevrijd, maar houdt letsel over
aan zijn arm. In Bandjermasin krijgt hij een baan aan de wal. Tijdens de Balische
Geannoteerde bibliografie 49

Expeditie van 1849 meldt hij zich als vrijwilliger bij een marine-eskader met bestem-
ming Bolèlèng. Na eervol ontslag uit de dienst keert hij naar Nederland terug.

0025 [Bor, L. van den]. Schets van de geschiedenis der Nederlanders in den Oost-Indischen
Archipel; Op rijm gebragt en met de noodige zangwijzen voorzien, ten einde door de
jeugd zingende beoefend te kunnen worden. Arnhem, Nijhoff, 1857. 115 en VII blz.
Gedrukt voor rekening van den auteur en uitgegeven ten voordeele der Algemeene
Armen te Arnhem.
Bevat verklarende aantekeningen, alsmede een lijst van gouverneurs-generaal van
Nederlands-Indië, een tijdtafel van de voornaamste gebeurtenissen en zeven
bladzijden notenschrift met de tekst van de begin- en eindcoupletten van het rijm.
Vindplaats: UBL/KITLV i 241 N (fotokopie)

De auteur zegt in zijn voorwoord dat hij met dit grote rijmwerk geen verheven
dichtstuk heeft gemaakt, maar een eenvoudig verhaal dat eventueel ook gezongen
kan worden. Deze schets geeft een geschiedkundig overzicht (1596-1849) van de reis
van Cornelis de Houtman naar de Oost tot en met A.J. Duymaer van Twist,
gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.

0026 Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.]. Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische


jeugd; [met gekleurde gravures naar aquarellen van Ernest Alfred Hardouin]. Batavia
enz., Van Haren Noman & Kolff enz., 1857. X, 176 blz.
Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder: Oud-Indiër, Een [ps.]. Platen en prenten uit
Nederlandsch-Indië met bijschriften voor de jeugd; Nieuwe uitgaaf met nieuwe plaatjes;
[met gekleurde gravures en vier kleurenlitho's naar aquarellen van Ernest Alfred
Hardouin]. Leiden, Kolff, [c. 1857]. VIII, 176 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV b 352; [Herdruk] KITLV cc 492

Korte hoofdstukjes over allerlei volkstypen en onderwerpen, vergezeld van een


gedichtje of een paar versregels, voor het merendeel van Johannes van Soest (zie no.
0018). Het boekje is een bekorte en bewerkte versie van Java; Tooneekn uit het leven,
karakterschetsen en kleederdragten van Java's bewoners door E(rnest Alfred) Hardouin
met tekst van W.L. Ritter dat in 1855 werd uitgegeven.

0027 Evangeline [ps. van H.M.C, van Oosterzee]. De reis naar Java; Verhaal voor de jeugd;
met gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, [1858]. VI, 127 blz. Herdrukken: [2e druk c.
1880]. Zie: A. van Westrheene Wz. e.a. Prettige verhalen (no. 0083). Vindplaats:
UBA/UBL/KITLV cc 333 N (fotokopie)

Een romantisch verhaal over de elfjarige Klaartje de Bruyn, enig kind van een
welgestelde Amsterdamse koopman. Onverwacht moet haar vader voor zijn handels-
zaak naar Batavia. Hij neemt zijn vrouw en Klaartje mee. Ze betrekken een woon-
huis in Weltevreden, een buitenwijk van Batavia. Om met het echte Javaanse leven
in aanraking te kunnen komen, maakt het gezin een tocht naar een dessa en het
geniet van de overweldigende schoonheid van de natuur. Op haar twaalfde verjaar-
dag krijgt Klaartje er een Javaans pleegzusje bij, Lisa. Omdat mevrouw De Bruyn
nog een vrouwelijke bediende nodig heeft, gaat ook Lisa's moeder - die weduwe is -
50 Geannoteerde bibliografie

mee naar Weltevreden. Klaartje moet wennen aan de manier waarop haar nieuwe
huisgenootje zich beweegt: langzaam, sluipend en met een grote soepelheid. Op haar
beurt moet Lisa wennen aan de knellende Europese kleding, al raakt ze er langza-
merhand aan gewoon. Behalve aan het schoeisel; ze blijft op blote voeten lopen! Voor
het definitieve vertrek naar Nederland gaat de familie De Bruyn naar een koeler
bergklimaat. Dsa kan dan vast wennen omdat ze meegaat naar Europa. Na terugkeer
in Weltevreden krijgen de meisjes huisonderwijs. Als de heer De Bruyn zijn
landerijen voor een goede prijs heeft verkocht, vertrekt hij met zijn gezin naar
Nederland. Lisa en haar moeder gaan mee.
In Amsterdam trekt Lisa op een bal voor jongelui de aandacht door haar verschij-
ning. 'Een kind der Indische zon, geleek zij op haar elfde jaar volkomen op eene
vijftienjarige Europesche, en slechts weinige der aanwezige meisjes overtroffen haar
in gestalte'.

0028 Het nuttige prentenboek; Waarin de spelende jeugd door fraaije platen en bijschriften en
onderhoudende vertellingen geleid wordt tot opmerken en nadenken over allerlei dingen
uit het dierenrijk, de plantenwereld, het delfstoffelijke en de bewerktuigde natuur, en hoe
de menschen dat alles tot hun nut, gemak en voordeel weten aan te wenden. Leyden,
Noothoven van Goor, [1858]. VI, 228 blz.
Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal 'Het gevecht om de schildpad'. Indische
fragmenten in 'Zout en suiker' en 'Nederland en zijne overzeesche bezittingen'.
Vindplaats: UBL

In het exemplaar van UBL ontbreken blz. 58-61 en 160-165; bovendien staat met
potlood op het titelblad 1881.

0029 [H.R. de Breuk.] Java; Schetsen en tafereelen voor de Nederlandsche jeugd; met
gekleurde plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1859. VIII, 126 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd door Een
Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0026).

0030 Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.]. Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische


jeugd; Tweede bundel; [met zwart/wit gravures]. Batavia enz., Van Haren Noman &
Kolff enz., 1859. V, 142 blz.
Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder: Oud-Indiër, Een [ps.]. Typen en tafereelen uit
Nederlandsch Indië, geschreven voor de jeugd; Nieuwe uitgaaf met nieuwe plaatjes
[gekleurde gravures]. Leiden, Kolff, [1859]. V, 142 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie
druk KB; [Herdruk] Bastin en Brommer, blz. 181, no. 556

Afbeeldingen en beschrijvingen van allerlei beroepen en volkstypen, zoals bijvoor-


beeld 'De kwee-poetie verkoopster', 'De slavin en de sinjo', 'Een Chinees in een
tandoe'. Alle onderwerpen eindigen met een al of niet moraliserend rijmpje.
Geannoteerde bibliografie 51

0031 Andriessen, P.J. De weezen van Vlissingen; Of, Hoe onze Republiek onafhankelijk werd;
Een verhaal uit het derde tijdperk van den Tachtig]arigen Oorlog, 1609-1648. Amster-
dam, Tielkemeijer, [1861]. 225 blz., afbn.
Herdrukken: 4e druk. Leiden, Sijthoff, [1881]; 6e druk met illustraties van A.
Ronner. Leiden, Sijthoff, [1900]. VIII, 184 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk
BBJ; 5e druk KB; 6e druk NBLC Almere

Bevat het hoofdstuk 'Wat Jeroen in de Oost-Indien overkwam'. Met de Oostindië-


vaarder 'Zwarte Leeuw' vertrekt begin april 1618 het scheepsmaatje Jeroen naar
Indië waar het schip wordt overmeesterd door een Engels fregat. Jeroen ziet kans
om met twee kameraden in een bootje te ontsnappen aan de Engelsen en ze komen
in Bantam aan. Eenmaal aan land worden ze gevangen gehouden maar kunnen in
augustus 1619 met de 'Walvisch' de rede van Jacatra verlaten om naar huis terug te
keren.

0032 [H.R. de Breuk.] Java; Nieuwe schetsen voor de Nederlandsche jeugd; met gekleurde
plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1861. VIII, 128 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd; Tweede


bundel; door Een Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0030).

0033 [H.R. de Breuk.] Java; Nieuwe tafereelen voor de Nederlandsche jeugd; met gekleurde
plaatjes. Leiden, Sijthoff, 1861. VIII, 106 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Een bewerking van Java; Prentenboek voor de Nederlandsch-Indische jeugd; Tweede


bundel; door Een Oost-Indisch Oudgast (zie no. 0030).

0034 Kessel, O. v[an]. Bombonnel, de pantherjager; Wiüiam Rice, de tijgerjager en andere


reis- en jagtavonturen voor de jeugd; met 14 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van
Goor, [1862]. 112 blz. Vindplaats: OBA

William Rice, een Engels officier, vertelt zijn belevenissen met wilde dieren in de
oerwouden van Sumatra en Java in het hoofdstuk 'Toestanden der jagt op de Sunda-
eilanden'. Ongevallen met krokodillen waren in die tijd geen zeldzaamheid. Er zijn
in die tijd talloze soldaten, die aan de oever van de rivier van Sinkel (Sumatra) hun
kleding wasten of water haalden, door krokodillen omgekomen. Ook de tijgergevech-
ten die als een belangrijk schouwspel aan de hoven van de vorsten van Solo en
Djokjakarta worden gehouden, komen ter sprake.

0035 Kessel, O. van. Van Java naar Borneo en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd;
met 12 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1862]. II, ongepagineerd,
[190 blz.].
52 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: PB

Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Bombonneï, de pantherjager; Wiüiam Rice, de


tijgerjager en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd (zie no. 0034).

0036 [Meyer, A.]. Dja-Ogot. Rotterdam, Van den Briel Gz., 1862. 24 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: BZO/KITLV cc 1085 N (fotokopie). In facsimile opgenomen in Poeze
1986; blz. 8-11.

Aandoenlijk en waar gebeurd verhaal over een (dertienjarige) Batakjongen die wordt
ontvoerd en als slaaf zeven keer voor een steeds hogere prijs doorverkocht. Tenslot-
te koopt de Ermelose zendeling G. van Asselt Dja-Ogot voor ƒ 96 vrij. Om Dja-Ogot
een betere ontwikkeling te geven reist hij (in 1860) naar Nederland. Hij wordt in het
huisgezin van bovengenoemde schrijver te Rotterdam opgenomen waar hij in 1862
aan tering overlijdt.

0037 Bergh, S.J. van den. De schipbreukelingen van de Lucipara en andere hoogst belangrijke
zee- en landavonturen; Naar het Fransch van F. Denis en V. Chauvin; met 16
gekleurde plaatjes. Leiden, Noothoven van Goor, [1863]. [H, 123 blz.]. Vindplaats:
KITLV cc 2155 N

Het titelverhaal is een beknopt verslag over de ongelukkige zeereis van luitenant-
kolonel F.V.H.A. Ridder de Stuers. In Soerabaja gaat hij op 26 april 1837 met zijn
gezin en de bonne (kinderjuffrouw) aan boord van het stoomschip 'Willem I'. De
bestemming is Amboina, waar De Stuers tot gouverneur van de Molukken is
benoemd. In de nacht van 5 op 6 mei loopt het schip vast op een klip (Koraaleilan-
den in de Bandazee). Met moeite kunnen de opvarenden een koraalbank bereiken.
Een groot deel van de mondvoorraad is in zee verdwenen. Met het restant moet
zuinig worden omgegaan. De Stuers probeert onder de honderdveertig schipbreuke-
lingen de orde te handhaven. De voorschriften zijn voor allen gelijk, ook voor zijn
hoogzwangere vrouw en hun vier kinderen.
De omstandigheden zijn hopeloos: men is overgeleverd aan regen, wind en zonne-
hitte. Bovendien wordt de sterke branding door alle scheepvaartverkeer gemeden.
Herhaalde pogingen om een sloep op verkenning te sturen mislukken. Op 7 juni
komt het oorlogsschip 'Nautilus' uit Amboina opdagen en op 9 juni de 'Erich'.
Sloepen worden naar het rif uitgezonden, maar de onstuimige zee bemoeilijkt de
inscheping. Midden op de dag moet zelfs het overbrengen van de schipbreukelingen
worden gestaakt door de hevige branding. Hierbij verongelukt één man, een
Javaanse matroos. De overlevenden hebben zevenendertig dagen op de koraalbank
doorgebracht als ze op 12 juni Amboina bereiken.
Het oorspronkelijke verslag van De Stuers verscheen in het Frans dat in die tijd in
Nederland de voertaal was in de hogere kringen.
Het vierde verhaal 'De schipbreuk van den Duroc op het Mell sh-rif, 1856-1862'
bevat een paar korte Indische fragmenten over Timor en Java. Het betreft hier een
Frans zeil- en stoomschip dat een wetenschappelijke expeditie onderneemt om
verschillende zeestromen te onderzoeken.
Geannoteerde bibliografie 53

0038 Weyhenke, J.A. Lesjes en vertellingen; Tweede leesboekje voor de Nederlandsch-


Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1863. 38 blz. Herdrukken: 7e druk 1880; 9e druk
1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p 128; 7e druk PN; 9e druk Groeneboer

Heel korte leerzame stukjes over het dagelijks leven in Nederlands-Indië, geschreven
voor jonge kinderen.

0039 Weyhenke, J.A. Tante Geertruida; Derde leesboekje voor de Nederlandsch-Indische


jeugd. Batavia, Kolff, 1863. 72 blz. Herdrukken: 6e druk 1880; 8e druk 1885
Vindplaats: Ie druk KITLV p 128; 6e druk PN; 8e druk Groeneboer

Een tante uit Semarang verhuist naar Batavia waar haar nichtjes en neefjes wonen,
ledere woensdag en zaterdag mogen zij bij haar komen om hun huiswerk te maken
en daarna gaat tante verhaaltjes vertellen.

0040 Weyhenke, J.A. Vertellingen; Vierde leesboekje voor de Nederlandsch-Indische jeugd.


Batavia, Kolff, 1863. 80 blz. Herdrukken: 5e druk 1879; 7e druk 1885 Vindplaats: Ie
druk KITLV p 128; 5e druk PN; 7e druk Groeneboer

Verhaaltjes met een moraliserend karakter die zich voor het merendeel op Java
afspelen en sociale toestanden beschrijven zoals in 'De brave zoon', dat vermoedelijk
in een Indisch milieu speelt.

0041 Duys, P. Vermaarde Nederlanders, geschetst voor de jeugd; met drie platen. Kampen, Van
Nes, 1864. 95 blz. Vindplaats: KITLV cc 2438 N

Bevat twee hoofdstukken uit de geschiedenis van Nederlands-Indië. 'De stichter van
Batavia (Jan Pieterszoon Koen)' en 'De negende gouverneur-generaal van Neder-
landsch-Indië (Anthonie van Diemen)'.

0042 Sandwijk, G. van. Een kijkje in Batavia en omstreken; Of, Beschrijving van de gebruiken
en levenswijze hunner bewoners; Een leer-, lees- en prentenboek voor de jeugd van -;
verzameld door J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van
Goor, [c. 1865]. 34 blz.
Vervolgd als: Een uitstapje in Samarang en omstreken (zie no. 0043).
Vindplaats: UBL/KITLV b 1298 N (fotokopie)

Door de ogen van een Nederlandse landmeter, die naar de Oost is uitgezonden,
wordt een beeld geschetst van zowel de inheemse bevolking als van de Europeanen
die in Batavia en omgeving wonen. Hij logeert in het Marine Hotel en bezoekt S.,
een officier die verbonden is aan het Topographisch Bureau, en die al veel opme-
tingen heeft verricht op Java en Sumatra. De heer S. staat hem met raad en daad bij
als ze de binnenlanden van Java intrekken voor terreinopmetingen. De jonge
landmeter beleeft daarbij avonturen met slangen en een tijger. Hij maakt ook een
54 Geannoteerde bibliografie

korte, zware aardbeving mee die veel schade aanricht. Tegelijkertijd wordt Banda-
neira (Molukken) getroffen door een zware aardbeving met vloedgolven waarbij
honderden mensen omkomen (1852).
Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken,
geschetst in tafereelen uit hun dagetijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051).

Sandwijk, G. van. Een kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika en


Amerika, [c. 1865]. Zie no. A001.

0043 Sandwijk, G. van. Een uitstapje in Samarang en omstreken; Of, Beschrijving van de
gebruiken en levenswijze hunner bewoners; Voor het Prentenmagazijn van -; verzameld
door J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c.
1865]. 34 blz.
Vervolg van: Een kijkje in Batavia en omstreken (zie no. 0042).
Vervolgd als: Timor, Sumatra en Borneo's Westkust (zie no. 0044).
Vindplaats: UBL/KITLV b 261 N (fotokopie)

De jonge landmeter heeft opdracht gekregen om enkele opmetingen te doen in de


omgeving van Samarang. Tijdens zijn verblijf wordt hij uitgenodigd voor een
fantastisch feest ter ere van de resident, die een ridderorde heeft ontvangen van
Koning Willem III. Aan het souper maakt de landmeter kennis met de Javaanse
kunstschilder Raden Sidin Alan (Raden Saleh) die geruime tijd in Berlijn heeft
gewoond en hem in het Duits aanspreekt. Met een paar Fransen die hij op dit feest
heeft ontmoet, maakt hij later een prauwtocht naar het eiland Karimoendjawa waar
het gezelschap door de kapala-kampong wordt ontvangen met een slamat(an) en een
tandakpartij met rijkelijk vloeiende angor poef oftewel champagne. In het hoofdstuk
'Onder de zeeroovers op de Soloo-eilanden' wordt de landmeter uitgezonden naar
Djailolo (Halmahera) en nog een aantal kleinere eilanden. Hij stapt aan boord van
de bark 'De schoone Amalia'. In Straat Makassar wordt het schip door zeerovers
overmeesterd en in brand gestoken. De passagiers gaan als gevangenen mee naar de
Soloo- (Soeloe-)eilanden en worden daar overgeleverd aan de zeeroversvorst Sidin-
ben-Hamet. Een ontvluchtingspoging slaagt en het gezelschap belandt op het eiland
Sangir. De bewoners varen de Hollanders met een snelle prauw over naar Menado.
Van hieruit vervolgt de landmeter zijn reis naar Djailolo waar hij zes maanden later
aankomt dan verwacht.
Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken,
geschetst in tafereelen uit hun dagelijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051).

0044 Sandwijk, G. van. Timor, Sumatra en Borneo's Westkust; Of, Vertellingen over hunne
bewoners, gebruiken en levenswijze; Een leer-, lees- en prentenboek voor de jeugd van -;
verzameld door J.J.A. Goeverneur; met 4 gekleurde platen. Leiden, Noothoven van
Goor, [c. 1865]. 34 blz.
Vervolg van: Een uitstapje in Samarang en omstreken (zie no. 0043). Bevat vier op
zichzelf staande hoofdstukken: 'Leila; een geschiedenis van het eiland Timor';
'Tusschen de tanden van een kaaiman'; 'Fragment eener reize langs de Kapoeas
(Borneo's Westkust)'; 'Brief van een soldaat op Java'. Vindplaats: UBL/KITLV a 407
N (fotokopie)
Geannoteerde bibliografie 55

'Leila; een geschiedenis van het eiland Timor' is de geschiedenis van een Timorese
huishoudster (huishoudster in de betekenis van njai) van een kapitein van het
Nederlands-Indische leger. Na een innerlijke strijd met zichzelf te hebben gevoerd,
waarschuwt ze de kapitein dat haar volk met een groep Baliërs een overval beraamt
op het fort. Als de overval mislukt en de rust is teruggekeerd, wordt Leila door haar
broer doodgestoken.
'Tusschen de tanden van een kaaiman' vertelt over Mahomad Taijp, een handwerks-
man die in Palembang aan de rivier de Moesi woont. Als hij 's morgens na een bad
in de rivier zijn door de Koran voorgeschreven gebeden verricht en overeind wil
gaan staan, wordt hij door een krokodil het water ingesleurd. Wanneer het monster
vermoeid door zijn vracht naar de oever zwemt, ontsnapt Mahomad. 'Fragment eener
reize langs de Kapoeas (Borneo's Westkust)'. Hier is de jonge landmeter (zie nos.
0042 en 0043) weer aan het woord die met een aantal roeiers en een jongen (een
bediende) een tocht over de Kapoeas maakt met bestemming Sintang. Onderweg
doen ze een gehucht met een lange naam aan: Tandjak-ketoed-joe. Het telt drie
bewoonde boomhutten met ongastvrije ouden van dagen! Na zijn dagtaak eet de
landmeter met zijn bediende en roeiers in het donker aan de rivieroever en
speelt de djoeragan een weemoedige melodie op zijn fluit. De landmeter is blij
Sintang aan te doen waar hij de assistent-resident zal bezoeken. 'Een man die in
het vaderland, een eenvoudig burger zou zijn, maar hier heerscher is over een
gebied, grooter dan Nederland.'
'Brief van een soldaat op Java'. Vanuit Samarang schrijft een militair naar Neder-
land over een expeditie in Badjoea (Badjoa, 1859) in Zuid-Celebes waar zijn bataljon
aan het strand met een 'duivels moordgehuil' wordt verwelkomd door inlanders die
op hen afstormen. Maar de ergste vijanden zijn de tijgers, die zijn kameraden in het
donker overvallen, buikloop en gele koorts. Het drinkwater is slecht en de fourage
steeds hetzelfde gezouten eten: spek of vlees met rijst. De jonge mensen die pas uit
Europa komen, zijn niet opgewassen tegen dit ruige leven en sterven vroegtijdig. Het
grootste bezwaar voor een Europeaan vindt hij de vele talen die er worden
gesproken: Arabisch, Boeginees, Chinees, Javaans, enzovoort. De plunderende
bendes bezorgen de soldaten veel werk. Ze vallen Europeanen aan, roven en
mishandelen hen op een beestachtige manier. Vooral plantagebezitters en rijke
kooplieden zijn het slachtoffer. Voor de hulp van de militairen zijn de Europeanen
dan ook heel dankbaar en zij onthalen hen gastvrij.
De soldaat - de briefschrijver - is een tevreden mens. De marsen bevallen hem
uitstekend, vooral als hij daarbij zijn pijp kan roken en zijn veldfles gevuld is met
helder rivierwater.
Zie ook: J.J.A. Goeverneur. Nederlandsen Indië; Of, De bewoners dezer streken
geschetst in tafereelen uit hun dagelijksch leven, zeden en gebruiken (no. 0051)

0045 Weyhenke, J.A. Iets voor jonge kinderen. Batavia, Kolff, 1865. 42 blz.
Herdrukken: 7e druk 1880; 8e druk 1885 Vindplaats: Ie druk KITLV p
127; 7e druk PN; 8e druk Groeneboer

Eenvoudige korte verhaaltjes met een moraliserende inslag. Uit 'De Bluffer' en 'Het
opstel van Leentje' blijkt dat deze stukjes in Nederlands-Indië spelen.

0046 Zwart, A.C. de. Tafereelen uit de geschiedenis der zending voor school en huisgezin.
Groningen, Schierbeek, 1866. VIII, 112 blz.
56 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie. Bevat de Indische verhalen: 'Pagandja'; 'De Dajakkers'; 'Frederik


Bekker'; 'Bekker in Palingkau'; 'Stroomop, stroomaf; 'Johannes Java'; 'De zendeling
Van Hasselt'. Vindplaats: PB

0047 Andriessen, P.J. Neerlands roem; Vertellingen voor de Nederlandsche jeugd uit het leven
van eenige beroemde mannen die ons vaderland heeft opgeleverd; met 16 gekleurde
platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1867]. 131 blz. Vindplaats: UBL

Bewerking van Onze beroemde mannen door G. van Sandwijk. Bevat korte schetsen
over Willem IJsbrandsz. Bontekoe, Jan Camphuis en Jan Pietersz. Koen (zie no.
0022)
Zie ook: P.J. Andriessen Beroemde mannen; geheel omgewerkt door G.L. Kepper
(no. 0121).

0048 Koopmans van Boekeren, R. Strooi-avonden; Novellen voor jonge lieden; [met vier
gekleurde litho's van G.J. Bos]. Leiden, Sijthoff, [1867]. IV, 175 blz. Herdrukken: 2e
druk [1883]; 3e verbeterde druk fc. 1886]. VIII, 150 blz.; 4e verbeterde druk [c. 1890].
VI, 176 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2195 N; 2e druk Brinkman; 3e verb. druk UBL; 4e
verb. druk PB

Het verhaal 'De tocht naar het Krabbeneiland' bevat een paar Indische fragmenten
over een groepje Nederlandse zeelieden op Java's noordoostkust, in de buurt van
Probolinggo.

0049 Looman, T.M. Si Padi; De geschiedenis van een Battakind op Sumatra; Eene pinkster-
gave. Uitgegeven voor rekening van het Amsterdamsche Kindergenootschap, ten
behoeve der Zendingszaak. Amsterdam, Höveker, 1867. 22 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KIT/KITLV cc 2571 N (fotokopie)

Een Bataks slavenjongetje, Si Maria Hoeta, later Si Padi genaamd, wordt verkocht
aan de wrede vorst van Angkola met de bijnaam Patoean Noga, de drakenkoning.
Hij laat zijn slaven en slavinnen om 't minste of geringste mishandelen, onder wie
ook Si Padi. De controleur van Angkola grijpt namens de Nederlandse regering in
en brengt Si Padi bij de zendeling Van Asselt. Daar krijgt hij onderwijs en wordt hij
de kok van de zendeling en diens jonge vrouw. Op 11 juni 1865 wordt Si Padi
gedoopt en ontvangt hij een nieuwe naam: Johannes.

0050 Moeders schoot; Godsdienstige en zedelijke verhalen en versjes voor kinderen; [met 6
kleurenlitho's]. Schoonhoven, Van Nooten, 1868. IV, 96 blz. [Moeders Schoot.
Nieuwe serie; dertiende deel.]
Bevat het verhaaltje 'De baboe' door C.E. van Koetsveld [met een kleurenlitho van
G.J. Bos, lith. Steendruk van H.L. van Hoogstraten, 's-Grav.]. Vindplaats: PB
Geannoteerde bibliografie 57

Het verhaaltje speelt in Nederland waar een Hollands plantersgezin uit de Oost
korte tijd verblijft om de grotere kinderen achter te laten voor hun opvoeding. Uit
een christelijke achtergrond worden de bekrompen vooroordelen van Nederlanders
ten opzichte van het Maleise ras beschreven. In dit geval over de baboe van boven-
genoemd gezin, die haar eigen leven niet spaart om dat van haar kleine nonna Mary
te redden.

0051 Goeverneur, JJ.A. Nederlandsch Indië; Of, De bewoners dezer streken, geschetst in
tafereelen uit hun dageUjksch leven, zeden en gebruiken verzameld door -; met 12
gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1870]. II, 96 blz. Vindplaats: KITLV
cc 2574 N

Eerder verschenen in drie delen. Zie: G. van Sandwijk. Een kijkje in Batavia en
omstreken; Een uitstapje m Samarang en omstreken en Timor, Sumatra en Borneo's
Westkust (nos. 0042, 0043 en 0044).

0052 Koetsveld, C.E. van. Op de wandeling en bij den haard; Vertellingen aan mijne jeugdige
vrienden door -; met platen [gekleurde litho's van Steendrukkerij P.W.M. Trap].
Schoonhoven, Van Nooten, 1870. VI, 212 blz.
Bevat twee verhaaltjes met Indische fragmenten: 'De baboe'; 'Een oom uit de Oost'.
Vindplaats: KB

Het eerste verhaal 'De Baboe' werd eerder opgenomen in Moeders schoot, 1868 (zie
no. 0050). Bij dit verhaal werd in deze uitgave geen plaatje opgenomen. Het tweede
verhaal 'Een oom uit de Oost' beschrijft op moraliserende toon het eigenwijze
en egoïstische neefje voor wie oom een aap heeft meegebracht.

Voor onzen kleinen in Indië, [c. 1870-1880]. Zie no. A002.

0053 Andriessen, P.J. Insulinde; Of, De lotgevallen van Wouter van Doom; [met vier
gekleurde litho's van Tresling & Co., Hof lith., Amsterdam]. Amsterdam, Centen,
1872. 224 blz.
Herdrukken: 2e druk [1878].
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1834 N; 2e druk KITLV cc 1436 N (fotokopie)

Twee wezen - een broer en een zus - worden door een kapiteinsfamilie geadopteerd
en gaan met het gezin mee op reis naar de Oost. In de Indische archipel beleven ze
allerlei denkbare avonturen en verschrikkingen: aardbevingen, schipbreuken, een
vulkaanuitbarsting, slangen, tijgers en zeerovers.
Als leidraad voor dit verhaal maakte de auteur gebruik van In the Eastem Seas; A
tale for boys door William H.G. Kingston (London 1871; in Bibliotheek Rijksmuseum
van Natuurlijke Historie te Leiden).

0054 Cheribon [ps.]. De zwarte jager; Avonturen in de wildernissen, wouden en zeeën van
Neêrlandsch Indië; [met 4 gekleurde plaatjes]. Amersfoort, Slothouwer, [1872]. IV, 236
blz.
58 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk. Haarlem, Schalekamp, [1877]. 224 blz.; 3e herziene druk.


Amsterdam, Veen, [1888]. 216 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 635; 2e druk Brinkman; 3e druk UBL

De held van deze romantische geschiedenis die zich omstreeks 1832 afspeelt in en
rond Batavia, is een Afrikaan. Via het werfdepot aan de kust van Guinea (Ghana),
het fort St. George Delmina, is hij zijn moordzuchtige broer ontvlucht. Als korporaal
van de negercompagnie* doet hij dienst in Batavia. In het stamboek van de
compagnie staat hij onder de naam Jan Prins ingeschreven omdat hij in
werkelijkheid ook van prinselijke bloede is. Maar hij noemt zichzelf Wamba. Wamba
wordt beschuldigd van moord op een Europese luitenant en veroordeeld tot de galg.
Op het moment van de terechtstelling kan hij ontsnappen. Van nu af aan is hij
vogelvrij en vindt hij nergens rust. Zijn geliefde Nira, een jonge negerslavin, in dienst
bij de resident van Batavia, probeert Wamba vrij te kopen.
Op zijn vlucht vindt hij een tijdelijke schuilplaats bij Estella Zorgvliet, een nonna.
Haar vader bekleedt een hoge functie bij het gouvernement en wil zich ontdoen van
de 'zwarte schurk'. Wamba ontsnapt en houdt zich in leven met katjoe- (kètjoe-)
partijen tesamen met een groep Javaanse bandieten.
Als de grond te heet onder zijn voeten wordt wijkt hij uit als bootsman op een
Chinese zeeroversjonk die het schip 'Orion' overvalt. Behalve een groepje Neder-
landse militairen bevinden zich ook Estella en haar vader, die nu resident van Tagal
(Tegal) is, aan boord. Ze verliezen elkaar uit het oog. Per sloep ontvluchten Wamba
en Estella de zeeroversjonk. Na een moeizame zwerftocht bereiken ze Tegal. Tot
hun grote verrassing zien vader en dochter elkaar terug, dankzij de goede zorgen van
Wamba. Uit een gesprek met een hoofdofficier van het Indische leger verneemt de
vader van Estella dat Wamba onschuldig is veroordeeld en dat deze het Nederlandse
gouvernement een grote dienst zou kunnen bewijzen door terug te keren naar de
kust van Guinea, waar een Nederland vijandig gezinde overweldiger zich op de troon
heeft gezet van de vermoorde koning van Bournou die tot Wamba's familie behoorde.
Wamba zal de troon gaan veroveren. Met een eervol paspoort vaart Wamba op het
zeilschip 'Salamander' naar Batavia waar ook zijn geliefde Nira aan boord komt: de
aanstaande gemalin van de koning van Bournou.
De vier plaatjes in de eerste druk zijn in de herziene druk teruggebracht tot twee
totaal andere afbeeldingen, vermoedelijk omdat de fysionomie van de Javaan te veel
op die van een neger geleek.
*) De werving van Afrikaanse recruten voor het leger in Nederlands-Indië begon in
1830 onder de regering van gouverneur-generaal Johannes van den Bosch. Op
aandringen van Engeland dat hierin een Vermomde slavenhandel' zag, kwam in 1848
hieraan een eind. Op de Wollanda hitam, de zwarte Hollanders, zoals de negers in
Nederlands-Indië werden genoemd, keek de Javaan met verachting neer.

0055 Andriessen, P.J. Eva; met 4 gekleurde platen. Deventer, Van den Sigtenhorst, [1873].
Herdrukken: 3e druk met 4 platen van L.W.R. Wenckebach. Amsterdam, Veen,
[1893]. 207 blz.; 4e druk idem. [1904]. 202 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e
druk KITLV cc 778 N; 4e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een aantal Indische fragmenten over een gepensio-
neerd oud-militair die aan de Bali-expeditie (1849) heeft deelgenomen. Hij bewoont
met zijn schatrijke en heerszuchtige Indische vrouw - die in sarong en kabaja gekleed
gaat en gebrekkig Nederlands spreekt - een villa, 'Rembang' genaamd. Onverwacht
Geannoteerde bibliografie 59

komt hij op het spoor van zijn verloren gewaande nichtje Eva. Haar vader heeft in
de Oost als luitenant gediend onder zijn bevel.

0056 Uilkens, J.A. De lotgevallen van Djahidin; Leesboek voor de Indische jeugd. Batavia,
Kolff, 1873. 73 blz.
Herdrukken: 2e verbeterde druk. 1878. 77 blz.; 3e verbeterde druk. 1880. 75 blz.; 4e
druk. 1891.
Vindplaats: Ie druk Groeneboer; 2e verb. druk UBL; 3e verb. druk UBL; 4e druk
onvindbaar.

Djahidin, een Soendanese jongen, is de enige zoon van een welgestelde landbezitter
uit de dessa Pasaoeran, in de residentie Banten op West-Java. Na ruzie met een
vriendje loopt hij van huis weg. In Batavia krijgt hij onderdak en werk bij een rijke
Chinese tokohouder, wiens broer een vrachtboot bezit, de 'Bintang-Barat'. Hij neemt
Djahidin in dienst en ze varen naar Singapore. Op een tochtje door deze stad
verdwaalt Djahidin. Hij valt in handen van een Chinese ronselaar die hem meelokt
en bedwelmt met opium. Als Djahidin ontwaakt bevindt hij zich als matroos op een
andere vrachtboot, op weg naar Japan. Het schip blijft een maand in Yokohama
voor het laden en lossen van goederen, waarna de reis naar Amerika zal gaan. In een
vliegende storm vergaat het schip en Djahidin spoelt aan land op de noord-kust van
Nieuw-Guinea, waar hij een aantal jaren onder de Papoea's verblijft en als een vorst
wordt behandeld. Een stoomboot met Europese natuuronderzoekers die op Nieuw-
Guinea vreemde planten- en diersoorten zoeken, neemt Djahidin mee terug naar
Batavia. Hoewel hij bang is herkend te worden vanwege de ruzie met zijn vriend,
is het verlangen naar zijn ouders en Pasaoeran zo groot, dat hij naar huis teruggaat.
Na het onverwachte weerzien met zijn ouders, blijft Djahidin in Pasaoeran, wordt
rijsthandelaar en trouwt met de dochter van de koewoe.

0057 Louwerse, P[ieter]. Mannen van sta-vast; Of, De Oost-Indische Compagnie onder den
gouverneur-generaal Jan Pietersz. Koen; Een verhaal voor 't jonge Nederland; [met twee
gekleurde plaatjes]. Amsterdam, Hassels, 1874. VI, 203 blz.
Herdrukken: 2e verbeterde druk verscheen met de ondertitel: Geschiedkundig verhaal
voor oud en jong Nederland; [met vier gekleurde plaatjes]. Schiedam, Roelants,
[1882]. VI, 213 blz.
Bevat poëzie en een lijst van aantekeningen van de noten in de tekst.
Vindplaats: Ie druk KITLV i 546; 2e druk KITLV i 588

Het boekje is een lofzang op de daden van Jan Pieterszoon Coen. In zijn voorbericht
bij de tweede verbeterde druk schrijft Louwerse dat de nadruk ligt op Coen die als
gouverneur-generaal van de Oost-Indische Compagnie het Nederlands gezag in de
Oost vestigde. Als bronnenmateriaal diende De opkomst van het Nederlandsch gezag
in Oost-Indië van J.K.J. de Jonge (1862-1865). Voor het beschrijven van de Indische
taferelen kreeg Louwerse hulp van zijn vriend J.F.W. Winterberg, een Oostindisch
ambtenaar die met verlof in Nederland verbleef.
Historisch romantisch avontuur van vijf Hoornse vrienden, van wie er vier in 1617
naar Bantam, op Java, uitzeilen. Ze zijn betrokken bij de verovering van de vesting
Jacatra en de stichting van de stad Batavia in 1619 door Jan Pieterszoon Coen. De
vijfde vriend blijft in Nederland en gaat in Leiden rechten studeren. Na 27 jaar zien
de vijf vrienden elkaar in Hoorn terug. Twee van hen zijn schepen van de stad Hoorn
geworden en de derde zal tot burgemeester van deze stad worden benoemd.
60 Geannoteerde bibliografie

De in Nederland achtergebleven vriend is jurist en bewindhebber van de West-


Indische Compagnie in Hoorn. De vijfde is kapitein van het fregat 'de Koen', dat
eigendom is van de vier genoemde Hoomse notabelen. Bij de tweede behouden
thuisreis van de kapitein uit Indië bieden zijn vier Hoornse vrienden hem een portret
van Coen aan, bestemd voor zijn kajuit.

0058 Wijma, J. en J.C Sander. Bezoek aan Nederlandsch-Indië; Leesboek voor de lagere
school, burger- en avondschool en het huisgezin; met eene voorrede van P.J. Veth.
Schiedam, Odé, 1874.
Herdrukken: 4e herziene druk met medewerking van J.M. Rosskopf. 1880.
Vindplaats: Brinkman

Onvindbaar.

0059 Bergen, H. van. Melattikrans; Versjes voor de Ned. Ind. jeugd. Semarang, De Groot
[en] Kolff, 1876. 50 blz.
Herdrukken: 2e druk 1876; 7e (?) druk 1885 (zie Groeneboer 1991).
Vervolgd als: Katja Püing (zie no. 0060). Vindplaats: 2e druk
KIT/KITLV cc 1438 N (fotokopie)

In deze gedichtjes is het dagelijks leven van het Indische kind verwerkt, zoals het
familieleven en de bedienden, huisdieren, een arme invalide man wiens benen in de
(Atjeh-)oorlog zijn afgeschoten en de viering van de verjaardag van Koning Willem
III.

0060 Bergen, H. van. Katja Piring; Versjes voor de Ned. Ind. jeugd; Vervolg op den Melatti-
krans. Semarang, De Groot [en] Kolff, [1876]. 74 blz. Herdrukken: 4e druk ca. 1885;
6e druk 1893 (zie Groeneboer 1991). Vervolg van: Melattikrans (zie no. 0059).
Vindplaats: Ie druk PN; 4e druk KIT/KITLV cc 1437 N (fotokopie)

Hoewel deze gedichtjes zijn bedoeld om de Indische schooljeugd meer kennis van
het Nederlands bij te brengen, geven ze een indruk hoe men in die tijd dacht over
de oorlog op Sumatra (Atjeh), het belang van het klein-ambtenaarsexamen, een
amokmaker die wordt doodgeschoten en een gelukzoeker uit Holland die op Java
aan cholera overlijdt.

0061 Duisdeiker Lz., J.H. Thomas de Blinde; Of, Vriendentrouw in lief en leed; met vier
gekleurde plaatjes. Amsterdam, Duisdeiker LJrsz., [1877]. VIII, 152 blz. Vindplaats:
PB

Verhaal dat grotendeels in Nederland speelt en fragmenten bevat over het militaire
leven in de Oost. Door armoede gedreven trekt Thomas Laanders, een fatsoenlijke
jongeman, als koloniaal naar Nederlands-Indië. Tijdens een reddingspoging om zijn
luitenant uit het water te halen raakt Thomas blind aan beide ogen. Met ƒ 633 op
zak keert Thomas als gepasporteerd militair terug naar Nederland. Onverwacht zit
het geluk hem toch nog mee en krijgt hij van de familie van de geredde luitenant en
van de overheid een pensioen toegekend. Hoewel Thomas nu terug in het vaderland
Geannoteerde bibliografie 61

is heeft hij regelmatig contact met militairen uit het Indische leger. Jaren later krijgt
hij een uitnodiging om voorgoed naar Indië terug te keren. Daar ontmoet hij een
schuiermaker uit Holland die hem indertijd heeft opgelicht en nu als militair voor de
Oost heeft getekend. Deze schuld wordt nu vereffend.

0062 Goeverneur, J.J.A. De avonturen van een kleermakersgezel in vier werelddeelen; Een
boek voor onze Nederlandsche jeugd [van] Onkel Torn nageschreven door -; met 6
gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [1877]. IV, 126 blz. Herdrukken:
Nieuwe uitgave verscheen in Heusden, Veerman, [c. 1887]. Precies dezelfde
uitvoering en aantal blz. en platen. Vindplaats: KITLV cc 1478 N; Nieuwe uitgave
UBL

Gewapend met een landkaart, getekend volgens Mercators projectie, verlaat de


tweeëntwintigjarige Andreas Jelky in 1754 zijn Hongaarse geboortestad Baja, op
zoek naar wereldzeeën, schipbreuken en woeste avonturen. In 1757 verbindt hij zich
voor vier jaar als militair in het leger van de Oost-Indische Compagnie en komt zijn
kleermakerskunst te pas bij gouverneur-generaal Van der Parra te Batavia. Hij
trouwt een Hollands meisje en wordt als luitenant naar Ceylon gestuurd voor het
herstel van de orde. Van hier reist Andreas naar de Molukken (onder andere
Temate) en maakt hij ongewild kennis met opium, animisme, Papoea's (vermoede-
lijk Alfoeren) en koppensnellers. Terug in Batavia wordt hij ontslagen uit de
krijgsdienst en komt hij bij de burgerwacht met behoud van zijn rang. Later wordt
hij benoemd tot gezant aan het hof van de Japanse keizer in Jeddo (Tokio) en zijn
tweede diplomatieke tocht voert naar Banda waar hij de zoon van de stokoude vorst
tot koning kroont. In 1776 keert Andreas als weduwnaar met zijn twee dochters naar
Europa terug, waar hij in 1783 in Hongarije overlijdt.

0063 Gram, Johan. Een tocht met hindernissen; Avonturen van Jan en Agnes de Molenaere;
met 40 platen. 's-Gravenhage, IJkema, 1877. VIII, 176 blz. [Geïllustreerde Biblio-
theek voor Jonge Lieden.] Vindplaats: KITLV cc 1785 N

In Brits-Borneo in de omgeving van Serawak aan de rivier de Simoenjan woont een


Nederlandse directeur van de kolenmijnen met zijn vrouw, hun twee kinderen Jan en
Agnes en de Javaanse baboe Tinka. De opzichter van de mijn, een Chinees, is
bevriend met de kinderen. In zijn vrije tijd schuift hij opium in het huis van baboe
Tinka's vader die hiervoor een speciaal vertrekje heeft ingericht. Uitvoerig wordt
verteld hoe het opium voor gebruik wordt toebereid en hoe het van de Chinees een
heel ander mens maakt. Jan en Agnes zijn al zo groot dat ze voor hun verdere
scholing naar Nederland zullen gaan. Voor dit vertrek beleeft Jan een ongewoon
griezelig avontuur met een orang-oetan of mensaap*. Onder de hoede van een
kapitein reizen de kinderen eerst naar familie in Engeland, waar ze worden ontvoerd
en gedwongen worden op te treden in een kinderpantomime. Tijdens een uitvoering
worden ze door hun familie herkend.
Het laatste en derde deel speelt in Nederland waar de kinderen kennismaken met
hun oom Tobias in Voorburg. Omdat zijn huishoudster geen drukte van kinderen
kan velen gaan Jan en Agnes ieder apart naar een pension in Delft. Jan kan zich
prima handhaven op het pensionaat tot verbazing van zijn medeleerlingen. Hij is hen
in alles de baas! Agnes woont op een zolderkamertje bij een 'deftige' familie zonder
fortuin. Om hun geldkist te spekken zijn ze 'in Oostersche kinderen gaan doen'. Het
62 Geannoteerde bibliografie

leven in dit pension is voor Agnes ondraaglijk. Ze vlucht naar oom Tobias. Na vijf
jaar komen hun ouders voorgoed uit Borneo naar Nederland.
* De auteur heeft voor dit voorval gebruik gemaakt van Elie Berthet, l'Homme des
bois; en voor de natuurbeschrijvingen van Borneo het werk van R.A. Wallace,
vertaald door professor PJ. Veth.

0064 Andriessen, Suze. Hoe raar een bal soms rollen kan; Een verhaal voor meisjes.
Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1878].
Herdrukken: 4e druk [c. 1904]; met twee platen van C. Koppenol [naar tekeningen van
Jan Sluyters]. 60 blz. Ook opgenomen in Suze Andriessen, Bosch en duin; Drie
verhalen voor jongens en meisjes; vierde druk; met zes platen van C. Koppenol [naar
tekeningen van Jan Sluyters]. Amsterdam, Becht, [1903]. 58 blz.. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 4e druk Brinkman; herdruk in Bosch en duin PB

Bevat poëzie en een Indisch fragment over een Hollands meisje dat haar ouders bij
een scheepsramp heeft verloren, op een kostschool in Gelderland zit en bij toeval in
contact komt met haar grootmoeder.

0065 Praasterink, H.W. en R. Thierbach. Stekjes; tweede stukje; Leesboek voor de Indische
scholen. Semarang, Bisschop, 1878. VI, 44 blz. Herdrukken: 2e druk 1878; 9e druk
1894 (zie Groeneboer 1991). Vervolgd als: Knopjes (zie no. 0066). Vindplaats: Ie druk
niet gevonden; 2e druk KITLV p 158

Korte stukjes over het dagelijks leven van schoolkinderen in Nederlands-Indië. Zoals
de ochtend- en avondstemming rondom het Indische woonhuis, waar bedienden de
kinderen aankleden of naar bed brengen, de lamp aansteken en muskieten verdelgen.

0066 Praasterink, H.W. en R. Thierbach. Knopjes; derde stukje; Leesboek voor de Indische
scholen. Semarang, Bisschop, 1878. IV, 48 blz. Herdrukken: 2e druk 1878; 9e druk
1894 (zie Groeneboer 1991). Vervolg van: Stekjes (zie no. 0065). Vindplaats: Ie druk
niet gevonden; 3e druk KITLV p 118

In deze korte verhaaltjes zijn twee Indische dierenfabels opgenomen, 'De schildpad
en de aap' en 'De kantjil en de tijger'. In het hoofdstukje 'Spook' wordt de kleine
Karel, die 's avonds niet in slaap kan komen, door een oude baboe bang gemaakt.
Ze vertelt griezelige verhalen over een spook dat op het erf in de waringinboom
huist.

0067 Het aardige Indisch A.B.C, voor aardige jong-Indiërs; Vervaardigd en uitgegeven door een
paar aartstiefhebbers van Indië; 13 platen met bijschrift. Leiden, Kolff, [1879].
Vindplaats: UBL/KITLV cc 1095 N (fotokopie)

Simpele tweeregelige versjes (met hier en daar Maleise woordjes) vergezeld van
kleurenlitho's over het leven van de Javaan en de Europeaan. Hoewel 'aardig' van
kleur en sfeer, zijn de afgebeelde Europese kinderen letterlijk 'misbaksels'.
64 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk [1896]. 252 blz., afbn.; 3e druk [1902]; met ülustraties van [L.]
W.R. Wenckebach. Alkmaar, Kluitman; 5e druk [1917]. idem, 183 blz. [In de
Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie B, Meisjesboeken]; 6e druk [c.
1920]. idem, 189 blz.; 7e druk [1926]. idem, 192 blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman/PB; 2e druk KB; 3e druk Brinkman; 5e druk KB; 6e
druk KITLV cc 766 N; 7e druk KB

Speelt eerst in Batavia (tempo doeloe) en daarna in Nederland. De chef van een
groot handelshuis in Batavia bewoont met zijn gezin en een stoet van bedienden een
ruim huis in de rijke omgeving van het Koningsplein. Onverwacht raakt hij bankroet,
het huis wordt verkocht en er wordt vendutie gehouden, zelfs van het speelgoed van
zijn dochtertje Angeline. De familie verhuist naar een kleine woning en alleen de
kokkie en de kebon worden aangehouden. Kort daarop overlijdt de moeder en wordt
Angeline naar een tante in Holland gestuurd, waar ook haar oudere broer Rudolf
woont. Tegen zijn zin wordt hem door zijn vader een studierichting opgedrongen en
hij loopt weg.
Ook Angeline verlaat haar tante en gaat naar familie op het platteland. Op een
deftig meisjespensionaat wordt Angeline geconfronteerd met een zeer standsbewust
klasgenootje uit Batavia en raakt ze tevens in een moeilijk parket over de verblijf-
plaats van haar gevluchte broer.

0072 Tjebbes, A.C. Korte vertellingen voor de jeugd in Nederl.-Indië. Semarang, Van Dorp,
1879. VIII, 103 blz.
Herdrukken: 3e druk 1883 (zie Groeneboer 1991).
Vindplaats: KB/KITLV p 124

Leesboekje voor huis en school voor kinderen die niet in een Nederlandse omgeving
zijn opgegroeid en moeite hebben om de taal te begrijpen. De verhaaltjes hebben
een moraliserend karakter en spelen in een Javaans milieu.

0073 Visser, A[rnold] de. Onder vrienden en vijanden; [met vier gekleurde platen].
Deventer, Van den Sigtenhorst, [1879]. IV, 215 blz.
Herdrukken: [2e druk]. Amsterdam, Veen, [1891]; [3e druk]. Arnhem, Ten Brink,
[1923]. IV, 249 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk Brinkman; 3e druk
KITLV cc 2397 N

Speelt voor het overgrote deel in Nederland en vertelt over Willem, een weesjongen,
die door familie wordt grootgebracht. Daarna moet hij in een benepen kruideniers-
wereldje zijn brood verdienen. Een sociaal voelende zakenman bezorgt Willem een
goede betrekking op een handelskantoor in Rotterdam.
Verregaande jaloezie van een collega drijft Willem naar de Oost. Daar vervangt hij
een zieke administrateur van een tabaksplantage in Pasoeroean (Java). Hij werkt
hard en is overal een graag geziene gast. Ook bij de regent die hem uitnodigt voor
een jacht op wilde bantèngs. Op een van zijn tochten in het binnenland raakt Willem
gewond en wordt hij verpleegd door Leonie, een jonge Indische vrouw. Haar vader
is een planter met veel landerijen, haar moeder 'eene schatrijke inlandsche vrouw'.
Willem trouwt met Leonie en komt aan het hoofd te staan van een grote zaak. Voor
herstel van zijn gezondheid gaat Willem met zijn Indische vrouw naar Nederland en
vestigt zich te Velp. Hij ontvangt daar zijn oude weldoeners en hoewel Leonie geen
Geannoteerde bibliografie 63

Dekker, J. Rozeknopjes, 1879. Zie no. 0076.

0068 Gambar-gambar ukan peladjaran dan kasoekaan anak-anak dan iboe-bapanja.


Nederlandsch-Indische prenten. Dikaloewarkan olèh Toewan [G.] Kolff, jang
dahoeloe di negeri Batawi. Arnhem, Lithographische druk van G.J. Thieme, [1879].
24 blz.
Vindplaats: KITLV dd 259, berust op de Prentenverzameling van DGI (20.101 t/m
20.124)

Op iedere bladzijde staat een aantal zaken afgebeeld, als beroepen en gebruiksvoor-
werpen enzovoort, die in het dagelijks leven in Nederlands-Indië voorkwamen. Zie
voor een uitvoerige beschrijving van de prenten: Entjik Pemboenji [ps. van H.C.
Klinkert]. De Oost te kijk! Voor oud en jong; Of, De Neerlandsch-Indische prenten met
Hoüandsche en Maleische onderschriften, nader beschreven (no. 0087).

0069 Karssen, H. Sia; Of, De Indische baboe op het Kerstfeest. Utrecht, Van Peursem,
[1879]. 16 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Na drie jaar huwelijksgeluk keert de negentienjarige Javaanse Sia terug in het huis
van haar moeder te Batavia omdat haar man aan dobbelen en drank is verslaafd.
Om in haar levensonderhoud te voorzien verhuurt Sia zich als baboe bij een gezin
van een Oostindisch ambtenaar dat voor twee jaar naar Nederland gaat. De familie
vestigt zich op een bovenhuis in een Gelders stadje. Sia moet de kinderen altijd naar
de Zondagsschool brengen hetgeen ze niet graag doet omdat ze wordt achtervolgd
door kinderen voor wie haar huidskleur en haar kleding vreemd zijn. Wél gaat Sia
naar het Kerstfeest van de Zondagsschool, maar ze leent Hollandse kleren en
poedert haar gezicht wit om er maar zo Europees mogelijk uit te zien zodat de
aandacht van de kinderen niet teveel wordt afgeleid.

0070 Louwerse, P[ieter]. Een Delfshavensche kwajongen; Geschiedkundig verhaal voor oud en
jong Nederland. Schiedam, Roelants, (Leiden, Sijthoff), [1879]. Herdrukken: 2e
verbeterde druk verscheen onder de titel: Een Delftshavensche kwajongen; Of, Het
leven van luitenant-admiraal Piet Heyn; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong
Nederland. Leiden, Sijthoff, [1890]. VIII, 208 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1572 N

Bevat Indische fragmenten over de Oostindiëvaarder 'De Muskaatboom' die in 1608


van Rotterdam uitzeilt met bestemming Amboina, op welk eiland in die tijd de
voornaamste handel werd gedreven door de Oost-Indische Compagnie. Het schip
komt echter niet zover, want in Ceylon is de lading zo rijk dat men besluit naar het
vaderland terug te keren.

0071 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Angeline's beloften; Een boek voor meisjes;
[met 4 platen]. Leiden enz., Blankenberg enz., [1879]. 227 blz.
Geannoteerde bibliografie 65

schoonheid is, wordt zij door de armen uit de omgeving mooi genoemd, met een
hart van goud.

0074 Weijhenke, RJ.L. Brieven voor de Indische jeugd; Uitgegeven ten voordeek van de
Bewaarschool te Batavia. Batavia, Kolff, 1879. IV, 64 blz. Vindplaats: KTTLV p
120

Briefwisseling tussen opgroeiende jongelui over hun dagelijks leven in Batavia en


ergens in de binnenlanden.

0075 Andriessen, PJ. Het heidebloempje; Een verhaal uit onzen tijd; met platen van Wilm
Steelink. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [c. 1880]. Herdrukken: 2e druk
[1887]; 3e druk [1896]. IV, 256 blz. [Geïllustreerde Leliebibliotheek; deel 1],
Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1536 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een kinderloos welgesteld oud-
Indisch echtpaar dat met hun twee bedienden in Den Haag woont. Ze hebben een
jonge domineesdochter - het heidebloempje - uit de provincie geïnviteerd.
Mevrouw is een 'Oostersche' (Indische) en zou het jonge meisje graag voorgoed bij
zich willen houden, zoals wel vaker gebeurt in Indische kringen. Het meisje en haar
ouders staan verstomd door deze vraag.
Al spoedig komt in haar plaats een beeldschoon Indisch meisje van Franse adellijke
afkomst. Door familieomstandigheden is ze naar Nederland gekomen, waar ook haar
oudere broer rondzwerft die uit het leger is gedeserteerd. Samen zijn ze op een
suikeronderneming in Java opgegroeid en hebben door een treurig ongeval hun
Franse vader op jonge leeftijd verloren.

0076 Dekker, J. Rozeknopjes; Leesboekje voor de Indische jeugd. Batavia, Kolff, 1879. 47 blz.
Herdrukken: 2e druk 1880; 4e druk 1888 (zie Groeneboer 1991).
Vindplaats: PN; 2e druk KITLV p 115

Verhaaltjes over kinderen op Java in een Nederlands en een Indo-Europees milieu.


Soms geven ze een scherp beeld van het sociale leven uit die tijd, zoals bijvoorbeeld
de verhouding van kinderen tot bedienden; maar ook over 'Een weesjongen'. Hij
heeft een inlandse moeder en een Hollandse vader die als korporaal in de Atjeh-
oorlog sneuvelt.

0077 Geïllustreerd Nederlandsch Indisch alphabet; Ten dienste van kinderen, die het Maleisch
verstaan, en aan wie men met behulp van die taal, de waarde en klank der Nederland-
sche letters wil leeren. Batavia, Visser, [1880]. 24 blz.. Vindplaats: PN Jakarta/PB

In dit alfabet ontbreken de letters Q, U en de X. ledere letter bestaat uit een kleine
letter en een hoofdletter, geïllustreerd met kleine afbeeldingen waarin de betreffende
letter voorkomt in de Maleise woorden. Naast de Hollandse vertaling zijn ook de
Maleise woorden in Arabische karakters gedrukt.
66 Geannoteerde bibliografie

De illustrator of samensteller is niet bekend. Aankondiging in de rubriek Nieuwe


uitgaven in Nederlandsch-Indië van 'De Indische Gids' van 1881, derde jaargang, blz.
339.

0078 Maas Jr., J.P. van der. In de Oost; Kerstverhaal voor jongelieden. Delfzijl, Haan,
[1880]. 20 blz.
Vindplaats: Onvindbaar. Aankondiging in de rubriek Nieuwe uitgaven in Nederland
van 'De Indische Gids' van 1881, derde jaargang, blz. 338.

0079 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Kijkjes in onze Oost. Leiden, Sijthoff, [1880].
3 losse deeltjes. 1. [Het leven van de Javaan]. 14 blz., afbn. 2. [Kinderspelen]. 14 blz.,
afbn. 3. [Korte schetsjes over Europese en Javaanse kinderen]. 14 blz., afbn.
Vindplaats: AS/KITLV cc 301 N+ (fotokopie)

Per deeltje staan er zes pagina's kleurenlitho's tussen de tekst. De afbeeldingen van
de personen, vooral van de Javanen, zijn tamelijk gebrekkig. Er komen nogal wat
Maleise woorden voor in de verhaaltjes waarvan onderaan de bladzijden verklarende
voetnoten staan. Naam van de illustrator en lithograaf zijn niet vermeld. Eveneens in
1880 verscheen bij dezelfde uitgever en in dezelfde uitvoering de driedelige serie van
W.F. Oostveen: Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden (zie no. 0080), maar
met een andere tekst.

0080 Oostveen, W.F. Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden. Leiden, Sijthoff,
[1880]. 3 losse deeltjes. 1. [Het leven van de Javaan]. 14 blz., afbn. 2. [Kinderspelen].
14 blz., afbn. 3. [Korte schetsjes over Europese en Javaanse kinderen]. 14 blz., afbn.
Vindplaats: AS

Om beurten vertellen twee jongens op een belerende toon over het leven op Java.
Per deeltje staan er zes kleurenlitho's tussen de tekst. De afbeeldingen van de
personen, vooral van de Javanen, zijn tamelijk gebrekkig. Naam van de illustrator en
lithograaf zijn niet vermeld.
Eveneens in 1880 verscheen bij dezelfde uitgever en in dezelfde uitvoering de
driedelige serie van Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]: Kijkjes in onze Oost (zie
no. 0079), maar met een andere tekst.

0081 Op de reede van Batavia. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1880. 20 blz.


Herdrukken: [2e druk met een tekening van Frans van Noorden]. 's-Gravenhage,
Voorhoeve, [1905]. 16 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 2082 N

Een Rotterdamse jongeman - enige zoon van een weduwe - is aan de drank geraakt.
Hij monstert aan als halfwas-matroos op een vrachtboot met bestemming Batavia,
waar hij bij aankomst overlijdt.

0082 Tante Margot [ps.]. De vriendelijke koopman en andere verhalen; met 4 plaatjes.
Haarlem, De Haan, [c. 1880]. 64 blz.
Geannoteerde bibliografie 67

Vindplaats: KB

Het titelverhaal vertelt over een Hollandse smidsknecht die naar Indië is getrokken
om daar fortuin te maken. Hij komt bij 'Indianen' (!) in de kost, een echtpaar: 'maar
ofschoon zij zwart waren, zat er in beiden, zoowel de man als de vrouw, een goed
hart en beiden werkten op het land'. Hun achttienjarige dochter trouwt met de
Hollandse smidsknecht en ze krijgen een zoontje. Door een ongeluk in de smederij
wordt een been van de jonge vader verbrijzeld waardoor hij ongeschikt is voor zijn
werk. Hij neemt zijn vrouw en kind mee naar Holland en begint in zijn geboorte-
plaats een winkel in ijzerwaren.

0083 Westrheene Wz., A. van, A. Ising en Gerard Keiler. Prettige verhalen. Amsterdam,
Brinkman, [c. 1880]. 226 blz.
Bevat 'De reis naar Java; verhaal voor de jeugd' door Evangeline [ps. van H.M.C,
van Oosterzee]. [2e druk]. Niet geïllustreerd (zie no. 0027). Vindplaats: KB

0084 Balen, J. Hendrik van. De adelborst van de 'Hoüandia'; Of, De weg naar de Oost,
1595-1597; met 4 platen [4 gekleurde litho's van Tresling & Co, Amst.]. Amsterdam,
Leendertz, [1881]. 222 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land,
Ie serie; no. L]
Herdrukken: 2e druk [1884].
Vervolgd als: De avonturiers (zie no. 0085).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2366 N; 2e druk Bibl. Museum Nusantara, Delft

Op 2 april 1595 verlaat een kleine Nederlandse vloot, bestaande uit vier schepen, de
rede van Texel om de weg naar Oost-Indië te zoeken die zo angstvallig door de
Portugezen verborgen werd gehouden. Cornelis de Houtman is de kapitein-majoor
die bij aankomst in Bantam op Java het eerste handelsverdrag sluit met de Rijksbe-
stierder, de sultan van Bantam.
Hoofdpersoon in dit verhaal is de bootsman Joost Adriaensz die indertijd aan de
Portugezen is ontsnapt. In Bantam verneemt hij van een hem bekende Portugese
stuurman dat de soesoehoenan van Mataram door de Portugezen is omgekocht om
de schepen van de Nederlanders te overrompelen.

0085 Balen, J. Hendrik van. De avonturiers; De grondleggers van den Nederlandschen handel
en de eerste vestiging in de Oost, 1598-1603; met 4 platen [4 litho's van Gebr. Braa-
kensiek]. Amsterdam, Leendertz, [1881]. 196 blz. [De Nederlanders in Oost en West,
te Water en te Land, Ie serie; no. II.] Herdrukken: 2e druk [c. 1890].
Vervolg van: De adelborst van de 'Hollandia' (zie no. 0084).
Vindplaats: KITLV cc 884 N/OBA/OBLG

Bootsman Joost Adriaensz heeft op zijn thuisreis uit Indië met het Zeeuwse
Compagnieschip de 'Leeuw' schipbreuk geleden. Ter hoogte van Sint Helena - een
druk bezochte aanlegplaats voor schepen op weg naar Indië - wordt Joost met een
tweetal maats opgepikt door de 'Amsterdam', onder bevel van admiraal Jacob van
Neck die met zijn vloot op weg is naar de specerij-eilanden. Joost wordt als boots-
man aangesteld en begint nu aan zijn derde reis naar de Oost. Op zijn tweede reis
68 Geannoteerde bibliografie

voer hij mee met Cornelis de Houtman, die op verraderlijke wijze door de sultan van
Atjeh werd vermoord.
Met zijn vloot koerst Van Neck naar de Molukken, waar Ternate wordt bezocht.
Daar ziet Joost een bekende terug, de jonker Frank van der Does. Hij woont al
geruime tijd op Ternate waar hij is aangesteld als koopman van het eerste Hollandse
handelskantoor dat door Wijbrand van Waerwijck in 1599 werd gesticht. Op Tidore
raakt de Hollandse vloot in gevecht met de Portugezen en Van Neck wordt versla-
gen. Joost komt er goed van af. De Hollandse vloot zeilt terug naar Ternate. Van
hier zeilt men naar Macao, Patani (Malakka) en Bantam, waar admiraal Wolfert
Harmensz de Spaanse vijandelijke vloot verslaat en de Nederlanders wordt toege-
staan een factorij te stichten. Ook Van Neck vestigt er een handelskantoor voor hij
naar het vaderland vertrekt.

0086 Balen, J. Hendrik van. De Roode Paradijsvogel; Eene handelsreis naar Nederlandsen
Nieuw-Guinea; met 12 houtgravuren van Ch. Rochussen. Rotterdam, Robbers,
[1881]. IV, 168 blz. [Avontuurlijke Reizen door Alle Werelddeelen; [no. III].]
Herdrukken: 2e herziene druk verscheen onder de titel: De Roode Paradijsvogel;
geïllustreerd door B. en J.[J.] Midderigh-Bokhorst. Alkmaar, Kluitman, [1919]. 208
blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1781 N; 2e druk KITLV cc 595

In 1871 vertrekt een groepje Nederlanders en Maleiers met een stoomschip van
Ternate om een handelsreis te maken langs de kust van Nederlands Nieuw-Guinea.
Ze bezoeken Sorong, de Dore- en de Geelvinkbaai, het eiland Japen en de Hum-
boldtbaai. In de kampongs worden produkten gekocht, of contracten gesloten. Tijdens
een tocht in het woud, op zoek naar insekten en vlinders, ontmoet het Nederlandse
gezelschap de Papoea Séboem, bijgenaamd 'Roode ParadijsvogeP. Hij spreekt Maleis
en is hen tot gids bij de jacht op casuarissen en paradijsvogels. Bovendien redt hij
het leven van een zwaargewonde Nederlandse zendeling, die in de omgeving van de
Torres Straat door een groep koppensnellende Papoea's wordt gevangen gehouden.

0087 Entjik Pemboenji [ps. van H.C. Klinkert]. De Oost te kijk! Voor oud en jong; Of, De
Neerlandsch-Indische prenten met Hoüandsche en Maleische onderschriften, nader
beschreven door -. Leiden, Kolff, 1881. IV, 123 blz. Vindplaats: KITLV dd 291

H.C Klinkert (1829-1913), een geboren en getogen Amsterdammer, heeft vele jaren
in Indië gewerkt. Eerst als zendeling en later als taalgeleerde voor het Nederlandsch
Bijbel Genootschap. Terug in Nederland schreef hij De Oost te kijk! In zijn woord
vooraf schrijft Klinkert dat het niet voor iedereen mogelijk is om naar Indië te gaan,
maar men kan wel het nodige over onze koloniën te weten komen. Voor hen is dit
boek dan ook bedoeld. Eén voor één worden de prenten door levendige en uitvoerige
beschrijvingen toegelicht, ontleend aan zijn eigen indrukken of ervaringen waarin ook
de humor een ruime plaats is toebedeeld.
Deze tekstuitgave behoort bij het prentenboek Gambar-gambar akan peladjaran dan
kasoekadn anak-anak dan iboe-bapanja (zie no. 0068).
Geannoteerde bibliografie 69

0088 Ferwerda, R. De koloniaal en zijn stervend kind; Een waar verhaal voor jong en oud;
[met l plaat]. Harderwijk, Berends, [1881]. Vindplaats: Brinkman

0089 Koetsveld, C.E. van. Op de wandeling; Vertellingen aan mijne jeugdige vrienden; met
plaatjes [4 gekleurde litho's vervaardigd door de Fa. Emrik & Binger, Haarlem].
Schoonhoven, Van Nooten, [1881]. VIII, 164 blz. Bevat het Indische verhaaltje: 'Een
oom uit de Oost'. Vindplaats: BBJ/UBL

Het Indische verhaaltje: 'Een oom uit de Oost' werd eerder opgenomen in Op de
wandeling en bij den haard; Vertellingen aan mijne jeugdige vrienden (zie no. 0052).

0090 Balen, J. Hendrik van. De avonturen van Jacob Everts; Olivier van Noort; De eerste reis
der Nederlanders rondom de wereld, 1598-1601; met 4 platen [4 litho's in bruin en
blauw van Lith. Gebr. Braakensiek, Amsterdam]. Amsterdam, Leendertz, [c. 1882].
182 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; [Ie serie; no. V].]
Vindplaats: UBL

Bevat een fragment over de Westkust van Borneo.

0091 Balen, J. Hendrik van. De trompetter van Admiraal Spilbergh; De eerste Nederlanders op
Ceylon, 1601-1604; met 4 platen [4 bruinzwarte litho's van Tresling & Co,
Amsterdam]. Amsterdam, Leendertz, [1882]. 208 blz. [De Nederlanders in Oost en
West, te Water en te Land; no. III.] Herdrukken: 2e druk [c. 1884]. VI, 208 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ/KITLV cc 1255 N

Bevat in de laatste hoofdstukken fragmenten over Atjeh en Bantam.

0092 Bomhoff, H.J. Liefde loont; [met 4 platen]. Maassluis, Van der Endt, [1882]. VI, 375
blz. [Geïllustreerde Kinderlectuur; Ie serie, deel 3.] Vindplaats: KB

Op Java ontfermt een jonge Nederlandse officier zich over een elfjarig Javaans
jongetje van wie de familie tijdens een hongersnood is omgekomen. Hij neemt
Achmet mee als 'geschenk' voor zijn veel jongere zusje Margot. Ze worden samen
opgevoed en volgen huisonderwijs van een Schotse gouvernante. Natuurlijk zijn er wat
aanpassingsproblemen die soms tot koddige situaties leiden. Onder invloed van zijn
pleegzusje neemt Achmet het christelijk geloof aan en ontvangt hij de doopnaam
George. Voor zijn verdere studie gaat hij naar de polytechnische school en in
Engeland raakt hij vertrouwd met de nieuwste techniek op het gebied van de
stoomspinnerij en -weverij. Terug in Nederland wordt hij de eigenaar van een
textielfabriek en trouwt hij met zijn pleegzusje Margot.
70 Geannoteerde bibliografie

0093 Obdeyn, H.G.P. fSnderpret; Versjes en liedjes voor kleine en groote Indische kinderen.
Batavia, Kolff, 1882. 110 blz. Vindplaats: PBZ/KITLV cc 783 N (fotokopie)

Eenvoudige alledaagse rijmpjes waarin nu en dan Maleise woorden - die niet zijn
vertaald - de sfeer bepalen van de Indische kinderwereld.

0094 Balen, J. Hendrik van. De schipbreukelingen; De avontuurlijke reizen van kapitein


Wiüem IJsbrandtsz. Bontekoe, 1618-1625; met 4 houtgravuren van Wilm Steelink.
Amsterdam, Leendertz, [1883]. 182 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water
en te Land; deel VIII.] Vindplaats: PB

Bewerkt naar het oorspronkelijke reisjournaal van kapitein Bontekoe.

0095 Balen, J. Hendrik van. De twee musketiers; Het beleg van Malakka; De Nederlanders in
de Molukken, 1606-1608; met 4 platen. Amsterdam, Leendertz, [1883]. 180 blz. [De
Nederlanders in Oost en West,.te Water en te Land; Ie serie; no. VI.] Vervolgd als:
Lorengo da Süva (zie no. 0100). Vindplaats: KITLV i 620

In 1605 zendt de Oost-Indische Compagnie een vloot onder bevel van admiraal
Cornelis Matelief naar Indië. Met zijn strijdmacht wil hij de stad Malakka op de
Portugezen veroveren. Na vier maanden komt er een Spaans-Portugese vloot om de
stad te ontzetten. De Nederlanders moeten zich tevreden stellen met de factorij in
Djohor. Onder de Nederlandse soldaten bevindt zich de Vlaming Huydecoper, die
jacht maakt op de Spanjaard Lorengo da Silva. Hij is de aanvoerder geweest van een
troep moordenaars die in 1597 in het Kempenland heeft huisgehouden tijdens de
Tachtigjarige Oorlog. Huydecopers vrouw en kind kwamen hierbij om het leven. Als
Tidore en Temate in handen van de Spanjaarden zijn gevallen, wendt Matelief de
steven naar de Molukken. Daar hoopt Huydecoper wraak te kunnen nemen als hij
hoort dat Da Silva in Tidore verblijft.

0096 Fransen Jz., P. Te land en ter zee; Reis- en jachtavonturen; met plaatjes*. Tiel,
Campagne, [1883]. IV, 124 blz. Vindplaats: PB

Het eerste deel 'De eerste reis van een scheepsjongen' gaat over de twaalfjarige
Willem Kroonstuiver, zoon van een scheepstimmerman, die in 1856 uitvaart met de
brik 'Zeemeeuw' geladen met katoenen goederen bestemd voor Batavia. Onder
geleide van een bootsman bekijkt hij het oude en nieuwe Batavia, waar vooral de
kampong der Chinezen hem verbaast. Op een uitstapje met de kapitein ziet Willem
een Javaanse bruiloftsstoet en worden ze uitgenodigd voor het feestmaal. Aan tafel
worden de gasten opgeschrikt door een amokmaker, een Javaanse bediende.
Bedwelmd door opium vermoordt hij met zijn kris een vijand die hem vals heeft
beschuldigd.
*) Er komt één plaatje in voor tegenover de titelpagina. Ook Brinkman's Catalogus
vermeldt: met l plaatje.
Geannoteerde bibliografie 71

0097 Kepper, George. De worstelstrijd in de Vorstenlanden; Lotgevallen van Karel Bronk-


horst. 's-Gravenhage, Belinfante, 1883. 187 blz. Vindplaats: KITLV cc 378

Episode uit de Javaoorlog (1825-1830). Een romantisch historisch verhaal over een
Amsterdamse notariszoon, Karel Bronkhorst, die tegen de wil van zijn vader officier
wordt. Het gamizoensleven in Den Bosch vindt hij maar saai. Zijn oppasser, Stam, is
dezelfde mening toegedaan en gaat als koloniaal naar de Oost: 'daar is nog 'res wat
te verhapstukken'. Als het leger in Indië officieren vraagt die daar gedetacheerd
willen worden, biedt Karel zich aan. Hij vertrekt met de 'Zeemeeuw' naar Batavia,
waar hij al spoedig te horen krijgt dat er in de Vorstenlanden een einde moet
worden gemaakt aan de guerrillaoorlog die door Prins Dipo Negoro op gang is
gebracht. Karel wordt in het hart van het vijandelijk gebied geplaatst, in een benting
te Kedoe, waar ook de oppasser Stam van de partij is. De benting wordt herhaalde
keren door Javaanse muitelingen aangevallen. Als de situatie onhoudbaar wordt,
gaat oppasser Stam, verkleed als Javaan, 's nachts op weg om hulptroepen te halen
bij overste Cleerens. De Javanen worden verslagen.

0098 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Bloemensprookjes. Batavia, Kolff, 1883. 2
delen in een band. Eerste twaalftal. IV, 56 blz. Tweede twaalftal. IV, 101 blz. Bevat
in het eerste deel 'De lombok' (I 1-9); 'De kembang-spatoe' (III 1-4); 'Het viooltje'
(VIII 1-4); 'Manga en kenanga' (IX 1-4); 'Witte rozen en kleine klokjes' (XII 1-5).
In het tweede deel 'Het tjemaraboompje' (XV 1-9); 'De kina' (XVIII 1-3) en 'Een bal
in de bloemenwereld' (XXIV 1-28). Vindplaats: KB/KITLV cc 483 N (fotokopie)

Een bundel eenvoudige verhaaltjes waarin bovengenoemde Indische bijdragen zijn


opgenomen.

0099 Agatha [ps. van Reina de Goeje]. Jonge meisjes; Een verhaal van -; [met l plaat].
Leiden, Brill, [1884]. VIII, 245 blz. Vindplaats: KB

Bevat fragmenten over een Indisch meisje dat op jonge leeftijd haar ouders heeft
verloren. Ze is door baboes grootgebracht en 'bedorven'. Ze woont bij haar familie
in Nederland en wil zich graag nuttig maken in de maatschappij.

0100 Balen, J. Hendrik van. Lorengo da Silva; De avonturen van Tholinx en Huydecoper
(vervolg van de twee musketiers); De Nederlanders in de Molukken; De verovering van
de Banda eilanden en Batsjian, 1608-1610; met 4 platen [4 kleurenlitho's van Tresling
& Co, Amst.]. Amsterdam, Leendertz, [1884]. 144 blz. [De Nederlanders in Oost en
West, te Water en te Land; [Ie serie; no. IX].] Vervolg van: De twee musketiers (zie
no. 0095).
Bevat bijgebonden: De Ronselaars; Het beleg van het Kasteel van Mozambique door
Pieter Wiüemsz. Verhoeven, 1608 (blz. 145-198). Vindplaats: KITLV cc 2350 N
72 Geannoteerde bibliografie

De invloedrijke Spaanse officier Da Silva houdt de Nederlandse musketier van de


Compagnie, Huydecoper, gevangen in het Spaanse fort op het eiland Tidore in de
Molukken. Huydecoper heeft Da Silva al jarenlang vanuit Nederland naar de Oost
achtervolgd en hij rust niet voordat de Spanjaard uit de weg is geruimd. Da Silva is
schuldig aan de dood van Huydecopers vrouw en kind die hij in 1597 in koelen
bloede heeft laten ombrengen in het Brabantse Kempenland. De persoonlijke vete
wordt bij de verovering van het Spaanse fort op het eiland Batsjian (Batjan) door
soldaten van de Compagnie op een wrede wijze beslecht.

0101 Balen, J. Hendrik van. Een ruiter van de Compagnie; De Engelschen op Amboina; Het
beleg van Batavia, 1619-1630; met 4 platen [4 kleurenlitho's van Tresling & Co,
Amst.]. Amsterdam, Leendertz, [1884]. 182 blz. [De Nederlanders in Oost en West,
te Water en te Land; [Ie serie; no. XII].] Vindplaats: KTTLV cc 2348 N

Beschrijft de nederlaag van de Engelse Compagnie in de Molukken en de strijd van


de Nederlandse Compagnie op Java, waar het leger van de soesoehoenan van
Mataram, onder aanvoering van toemenggoeng Boereksa, Batavia probeert te
veroveren. In dit bloedige oorlogstafereel staan de jonge Javaanse vrouw Adinda en
de Hollandse cavalerist Hessel centraal.

0102 Balen, J. Hendrik van. De verovering van Jacatra; Pieter van den Broeck in Azië; Jan
Pietersz. Coen en de stichting van Batavia, 1618-1619; met 4 platen. Amsterdam,
Leendertz, [1884]. 173 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land;
Ie serie; no. X.] Vindplaats: KITLV i 575

In 1619 besluit Coen om zijn manschappen, schepen en hoofdkantoor van Bantam


naar Jacatra te verplaatsen. Hij laat de factorij ommuren en versterken door een
aarden wal omdat hij een samenzwering tegen de Hollanders door de soesoehoenan
van Mataram niet uitsluit. De Engelsen krijgen ook toestemming van de sultan van
Jacatra om een pakhuis te bouwen. Zij spannen met de eerste sultan van Bantam en
Jacatra samen tegen de Hollanders. Als dan plotseling de vloot van de Engelse
admiraal Thomas Dale verschijnt om de Hollanders uit de Indische archipel te
verjagen, geeft Coen het bevel om tegen de vijandelijke scheepsmacht te strijden. Hij
gaat zelf naar de Molukken om hulp te halen.
Pieter van den Broecke krijgt de leiding over de factorij in Jacatra. De Engelsen
laten de sultan van Jacatra Pieter van den Broecke verraderlijk gevangen nemen en
willen hem tot overgave van de factorij dwingen. Van den Broecke weigert standvas-
tig. Eind mei 1619 komt Coen terug en verovert de stad Jacatra. Pieter van den
Broecke wordt benoemd tot commandeur en directeur van de handelskantoren in
India, Perzië en Arabië.
In juli 1619 wordt in Londen een verbond gesloten tussen de Engelse en de Neder-
landsche Oost-Indische Compagnie. De overeenkomst heeft tot doel de Portugezen
en de Spanjaarden uit Indië te verdrijven en de in- en verkoopprijzen van de diverse
handelsartikelen voor beide partijen gelijk te stellen. Tot grote ergernis van Coen.
Geannoteerde bibliografie 73

0103 Frank, M.C [M.C. Vanger-Frank]. Bruintje; Een verhoed voor de jeugd. 's-Graven-hage,
Visser, 1884. IV, 327 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Bruintje; Een verhaal voor meisjes; met
4 platen [van O. Geerling]. Rotterdam, Bolle, 1910. IV, 269 blz.. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 503; 2e druk KB

Al op jonge leeftijd heeft Gonda van Bergen haar Javaanse moeder verloren en is ze
grootgebracht door baboe Nina. Wanneer haar Hollandse vader tegenslag krijgt met
zijn koffieondememing en bovendien nog ziek wordt vertrekken ze samen naar
Europa.
Bij een verre armelijke neef van Gonda's vader en zijn vrouw in Den Haag gaan ze
in pension. Na een kort ziekbed overlijdt Gonda's vader en is ze wees. Haar tante
-een simpele poetsvrouw - vindt haar een 'onwelkome lastpost'. In dit gezin wordt
Gonda voortdurend gediscrimineerd en uitgebuit.

0104 Louwerse, P[ieter]. Janmaat in de Oost; Of, Vestiging van het Nederlandsen gezag op
Celebes; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Leiden, Sijthoff, [1884].
196 blz., afbn.
Herdrukken: 2e veel verbeterde druk [1894]. VIII, 220 blz., afbn.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk KITLV i 685/UBL

Lotgevallen van twee Haarlemse broers die in 1658 als matroos met de 'Leerdam'
naar de Oost vertrekken. In Batavia gaan ze aan wal en tijdens een Chinees
volksfeest raakt een van hen slaags met een Javaanse amokmaker. In opdracht van
de Oost-Indische Compagnie gaan ze scheep met de 'Koning van Polen' naar de
specerij-eilanden (Molukken). Daarna trekken ze op naar Zuid-Celebes waar ze de
Portugezen moeten verjagen om de Makassaren voor zich te winnen met het oog op
de vestiging van de Oost-Indische Compagnie aldaar. In Celebes zien de broers hun
doodgewaande vader terug die indertijd dronken is gevoerd door ronselaars voor het
leger van de Oost-Indische Compagnie.

0105 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Eigen schuld; Een verhaal voor meisjes.
's-Gravenhage, Ewings, [1884]. IV, 189 blz., afbn. [Bibliotheek voor Meisjes; deel 3.]
Vindplaats: BN

Bevat slechts een opmerking over het meisje Emma van wie de ouders in Indië zijn
overleden en dat nu bij haar familie in Holland woont.

0106 Visser, Afrnold] de. Het zonnetje van binnen; met vier platen. Leiden, Blankenberg
(Firma Couvée & Co.), [1884].
Herdrukken: 2e druk. Het zonnetje van binnen; Een verhaal voor meisjes; met vier
platen. Amsterdam, Veen, [1888]. 202 blz. [Bibliotheek voor Meisjes.] Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 2e druk UBL

Bevat een fragment over de zevenjarige Leo, een Indisch ventje, met 'zwart kroes-
haar en met zoo'n bruine tint, maar met zoo'n paar heimweeachtige oogen, die altijd
weer spraken van verlangen naar de Oost'. Na de dood van zijn Hollandse vader
-over zijn inheemse moeder wordt niet gesproken - die verkeerd en dwaas heeft
74 Geannoteerde bibliografie

gehandeld, werd de kleine Leo als een lastig postpakketje uit de binnenlanden van
Java afgeleverd bij zijn tante in Nederland. Leo spreekt gebrekkig Nederlands, is
ernstig ziek en overlijdt na enkele dagen. Van een reisgenoot hoorde zijn tante 'dat
de jongen altijd een zwak plantje was geweest; daarom wilden ze in Indië er wel
graag van af.

0107 Agatha [ps. van Reina de Goeje]. Vertel eens wat; Praatjes bij plaatjes. Rotterdam,
Robbers, [1885]. IV, 46 blz., afbn. Bevat het Indische verhaaltje 'Wat Elize zeide'.
Vindplaats: KITLV qq 1271 N

Klein meisje dat in Indië is geboren ziet samen met haar baboe voor het eerst
sneeuw tijdens de winter in Nederland.

0108 Flint, Kapitein [ps.]. Jacht- en krijgstafereelen; Naverteld door -; met een plaat, 's-
Gravenhage, Nierstrasz, [1885]. VI, 144 blz. Vindplaats: KITLV cc 2153 N

Bevat het verhaal 'Moed en trouw; Een schoon voorbeeld uit onze Indische geschie-
denis' (blz. 111-122). Een beschrijving van de felle strijd die een groep Nederlandse
en inheemse soldaten in 1841 heeft geleverd bij de verdediging van hun fort in Goe-
goer-Malintang, op de Westkust van Sumatra, tegen een hevig plaatselijk oproer
(een laatste opleving van de Padriopstand van door de Islam geïnspireerde Minang-
kabauers).

0109 Holle, K.F. De aap en de schildpad; Eene Soendaneesche fabel voor de Hollandsche
jeugd; naverteld door -. Batavia, Kolff, 1885. 29 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats:
NBLC-Almere/UBL

In deze fabel staan geestige hoofdstukken over een aap die telkens probeert om een
schildpad bij de neus te nemen.
De illustraties zijn van de hand van een Soendanees wiens naam niet in de uitgave
staat vermeld. In tegenstelling tot veel prenten uit die tijd zijn de personages goed
getroffen; ze lijken niet alleen op Javanen, maar het zijn Javanen!
In het exemplaar van de UB Leiden ontbreken een paar bladzijden tekst.

0110 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Waarheen? Amsterdam, Leendertz, [1885].
Herdrukken: 2e herziene druk Rotterdam, Bolle, [1906]. IV, 201 blz. Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 2e herziene druk KITLV cc 1014 N

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland. Een Nederlandse jongeman uit


een welgesteld militair milieu heeft schulden gemaakt en om deze te kunnen dekken
geld verduisterd van zijn patroon. Zijn vader stuurt hem naar Java om te werken op
een koffïeplantage, maar voor dit werk is hij ongeschikt. Hij gaat in militaire dienst,
maakt de veldtocht mee naar Atjeh, brengt het tot officier en wordt later onder-
scheiden met de Militaire Willemsorde.
Geannoteerde bibliografie 75

0111 William, Kapitein [ps.]. De gefopte koningstijger; [met zes kleurenlitho's]. Amsterdam,
Koster, [c. 1885]. 12 blz. Vindplaats: KITLV cc 2126 N+

Van de Nederlandse regering heeft de rijke Amerikaan Dolly een vergunning


gekregen om op Java naar petroleumbronnen te zoeken. Zijn landgenoot Sandham
vergezelt hem op de reis. Tijdens een picknick worden de vrienden door een tijger
overvallen. Dankzij een oude geschiedenis 'Van een tijger in de ton' slaagt het
tweetal erin hun leven te redden. Zie ook: JJ.A. Goeverneur. Het vertelsel van den
tijger en de ton (no. 0125).

0112 Koopmans van Boekeren, R. Haafner's reisavonturen; Voor jongelieden bewerkt door -;
met 4 platen. Zwolle, Tjeenk Willink, [1886]. VIII, 174 blz. Vindplaats: UBL

In zijn 'Voorrede' vermeldt de bewerker dat de kennismaking met Haafhers


pennevruchten zich bepaalt tot brokstukken uit de verschillende werken (onder
andere: Lotgevallen op eene reize van Madras over Tranquebaar naar het eiland Ceilon,
1806 en Reize naar Bengalen en terugreize naar Europa, 1822). 'Bij de keuze van die
fragmenten heb ik mij vooral jeugdige lezers voorgesteld, en getracht een bundeltje
naar hunnen smaak en genoegen te bezorgen.'
Het eerste hoofdstuk, 'Korte levensschets van Jacob Haafner' (1755-1809), bevat een
fragment over Haafners verblijf in Batavia. Hij werd geboren in Halle (Saksen) en
kwam op achtjarige leeftijd met zijn ouders naar Amsterdam. Op elfjarige leeftijd
gaat hij met zijn vader - een opperchirurgijn - mee op een schip van de Oost-
Indische Compagnie om troepen, bestemd voor Batavia, over te brengen. Zijn vader
overlijdt bij Kaap de Goede Hoop. Jacob komt als elfjarige jongen berooid op Java
aan. De beloofde plaatsing op een handelskantoor van de Compagnie in Batavia gaat
niet door. Om in zijn levensonderhoud te voorzien vervult hij de ondankbare taak
van huisonderwijzer.
Terug in Kaap de Goede Hoop komt hij in dienst van een slavenhandel aar en
vervolgens is hij kapiteinsklerk of kajuitwacht op verschillende schepen van de Oost-
Indische Compagnie. Van zijn elfde tot zijn achttiende jaar overleeft Haafner
schipbreuken, doodsgevaren en rampen van allerlei aard.
Als kajuitwachter op het Compagnieschip 'Comelia Jacoba' vertrekt hij in 1773 uit
Batavia naar Bengalen. Hij maakt reizen door India en Ceylon die hij later in zijn
boeken beschrijft.

0113 Louwerse, Pfieter]. Janmaat en zijne vriendjes; met 4 plaatjes. Alkmaar, Kluitman,
[1886].
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Janmaat en zijn vriendjes; met twee
plaatjes van Louis Landré. [1909]; 3e druk; geïllustreerd. [1917]; 4e druk idem. [c.
1920]. 79 blz. [Geïllustreerde Bibliotheek.].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk Brinkman; 4e druk KITLV
cc 2025 N (fotokopie)

Twee jongens uit de Oost zijn in Nederland op kostschool. Hun zomervakantie


kunnen ze dit keer niet bij familie in Nederland doorbrengen. De onderdirecteur van
de school neemt de beide jongens mee naar zijn zomerhuisje aan het strand. Daar
vertelt een oud-matroos - Janmaat - hen over zijn zeemansavonturen. In het
76 Geannoteerde bibliografie

hoofdstuk 'Op een vlot in den Oceaan' ziet Janmaat een groep van honderdvijftig
militairen, die als koloniaal naar de Oost gaan, bij een storm op zee omkomen. Het
laatste hoofdstuk 'De scheeps-aap' (zie ook no. 0172) gaat over de bark 'Albert
Willem' die voor herstel van averij van Straat Malakka richting Noord-Sumatra
koerst. Midden in de nacht overvallen Atjehse strandrovers de bark. Een dappere
Hollandse matroos, bijgenaamd 'De Scheeps-aap', ontsnapt en roept de hulp in van
een Amerikaans koopvaardijschip. Na een stevig gevecht en kanongebulder worden
bark en bemanning uit handen van de Atjehers bevrijd.

0114 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Sprookjes en vertellingen door -; met 4 plaatjes
door W[ilm] Steelink. Leiden, Brffl, 1886. VI, 243 blz. Bevat poëzie. In deze bundel
staan verhalen over de natuur van Indië, zoals 'Uilengeschiedenissen';
'Geschiedenissen uit de bergen'; 'Nihil'; 'Vertellingen van de maan', waarin de
uitbarsting van de Krakatau ter sprake komt; 'De kikkers'; 'Titi'; 'De vrucht van den
arbeid'; 'Een reisje met St. Nikolaas'. Vindplaats: UBL/KITLV cc 2127 N (fotokopie)

'De vrucht van den arbeid' vertelt over een schoolmeisje dat haar traagheid overwint
door een prijsvraag van de Indische Kinder-Courant op te lossen. Met de te winnen
premie wil ze een arm klasgenootje helpen.
'Een reisje met St. Nikolaas' gaat over een afgunstig Hollands jongetje dat in Indië
woont. Sinterklaas laat hem het armelijke bestaan zien van dessakinderen, en hoe 5
december op een sociëteit in de binnenlanden van Java wordt gevierd, waar de
Europese schooljeugd afhankelijk is van de liefdadigheid van de meer gegoede
burgers, zoals dit ook in Nederland het geval is.

0115 Andriessen, Suze. Het leven op den Erckensteijn; Een verhaal voor meisjes; geïllu-
streerd door Johan Braakensiek. Amsterdam, Warendorf Jr., [1887]. II, 196 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1443 N

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over een oud-
Atjeh-soldaat en familieverwikkelingen rond een aangenomen zoon van wie de
ouders in Indië zijn overleden toen hij nog heel jong was.

0116 Roosjes zonder doornen; Vertellingen voor jongens en meisjes door Melati van Java [ps. van
N.M.C. Sloot], W.F. Oostveen, J. Gijlstra e.a. Purmerend, Muusses, 1887. II, 144 blz.,
afbn.
Bevat de Indische verhalen: 'Het oog van Tomis' door Melati van Java; 'Wat liefde
vermag; een waar verhaal' door Een Moeder [ps.]. Vindplaats: KB

Het eerste verhaal gaat over Paul, een verwend en tyranniek enig kind van Holland-
se ouders. Hij behandelt zijn Javaanse speelmakkertjes meer als slaven dan als
vriendjes. Zijn gedrag loopt zo uit de hand dat hij in zijn drift een van de jongens
oogletsel toebrengt. Tegelijkertijd zit in deze korte geschiedenis maatschappelijke
onvrede verweven wanneer een hadji en een kettingganger Paul ontvoeren en van
plan zijn een kètjoepartij aan te richten bij de Hollandse administrateursfamilie. Het
tweede verhaaltje vertelt het treurige lot van een Indische jongen. Na het
overlijden van zijn Hollandse vader reist hij alleen per boot terug naar Indië onder
Geannoteerde bibliografie

toezicht van een zelfzuchtige zeebaboe die meer een kwelgeest en een cipier is dan
zijn natuurlijke verzorgster. Een alleen reizende dame ontfermt zich over de lastige
jongen en bij aankomst in Indië is het resultaat verbluffend want de jongen blijkt
dan een lief kereltje te zijn.

0117 Rop, Ant. L. de. Otto en Zwart; Een verhaal voor jongelieden; met 4 platen. Tiel,
Campagne, [1887]. VI, 223 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2267 N

Bevat een paar Indische fragmenten uit het leven van twee Amsterdamse zeelieden.
De één wordt na een nacht passagieren in Batavia invalide en moet in Nederland als
poppenkastspeler in zijn levensonderhoud voorzien. De ander, een stuurman wiens
vrachtschip in de Indische wateren averij heeft opgelopen, brengt zijn noodge-
dwongen verlof door op Sumatra. Daar ontmoet hij een voormalige buurjongen - een
opzichter van de posterijen - die hem uitnodigt op zijn inspectietocht naar de
Padangse Bovenlanden.

0118 Voor oog en hart; Door de dames M.E. Pijnappel, Christin[e] Doorman, Marie Soer
e.a. Leiden, Blankenberg, [1887]. IV, 88 blz., afbn. Bevat het verhaaltje 'Torn en Sim'
door Titia van der Tuuk. Vindplaats: KB

Een Hollandse zeekapitein neemt uit Indië een aapje mee dat het speelkameraadje
wordt van zijn zoontje Torn.

0119 Soer, Marie. Frieda en Kitty Sanders; Twee verhalen voor jonge dames. Rotterdam,
Nijgh & Van Ditmar, [1888]. VI, 202 blz. Vindplaats: KITLV cc 1768 N

In haar voorwoord zegt de schrijfster dat deze verhalen aan de werkelijkheid zijn
ontleend.
Het eerste verhaal bevat de treurige lotgevallen van het Indische meisje Frieda
Nielsen, dochter van een assistent-resident en een Javaanse moeder die is overleden.
Op jonge leeftijd is Frieda door haar vader naar Nederland gebracht.Voor haar
opvoeding is ze op een particuliere meisjeskostschool. Wanneer haar vader
-inmiddels hertrouwd met een Nederlandse gouvernante - op reis is naar Holland,
overlijdt hij aan boord. Spoedig daarop komt Frieda's stiefmoeder met zeven
kinderen naar Nederland en neemt haar intrek op een bovenhuis in Rotterdam.
Daar haar pensioen niet toereikend is voor Frieda's kostschool komt ze bij haar
stiefmoeder in huis. Bij een onverwacht bezoek van een der dames van de kostschool
treft deze Frieda in een allerellendigste situatie aan. Ze neemt Frieda mee voor
herstel van haar gezondheid. Wanneer ze is aangesterkt wordt ze kinderjuffrouw bij
een welgestelde Haagse familie.
Het tweede verhaal bevat een Indisch fragment en speelt in Rotterdam. De hoofd-
persoon - Kitty Sanders - raakt verloofd met een jongeman die in Delft voor zijn groot-
ambtenaarsexamen studeert. Wanneer hij is geslaagd vertrekken ze naar de Oost.
78 Geannoteerde bibliografie

0120 Verhagen Jr., J. Voor moeder, Een verhaal. 's-Gravenhage/Amsterdam, Nier-


strasz/Vlieger, [1889]. 16 blz. [Kerstboekjes; no. 4.] Vindplaats: KITLV cc
1778 N (fotokopie)

Bevat een Indisch fragment. Een Hollandse jongen vaart als kajuitsjongen naar de
Oost om zijn moeder financieel te steunen omdat zijn vader aan de drank is. Door
zijn godsdienstige aard en zijn rechtschapen gedrag neemt een sociaalvoelend
bevrachter te Batavia hem in dienst. Hij laat de jongen onderrichten in de stuur-
manskunst waardoor hij later zelfs kapitein wordt en in die rang naar Nederland
terugkeert. De inhoud van het verhaal heeft geen betrekking op het Kerstfeest. De
kleurenlitho tegenover de titelpagina is van Lith.Mij.Dij. Bogaerts, Vucht
(Vught).

0121 Andriessen, P.J. Beroemde mannen; geheel omgewerkt door G.L.Kepper; vijfde druk. 's-
Gravenhage, Haagsche Boekhandel- en Uitgevers-Maatschappij, [c. 1890]. 278 blz.,
afbn.
Bevat poëzie.
Vindplaats: OBA

Bevat korte hoofdstukken waarin opgenomen 'Jan Pietersz. Koen', 'Willem Us-
brandsz. Bontekoe', 'Jan Camphuis' en 'Karel van der Heijden' en hun betekenis
voor de geschiedenis van Nederlands-Indië. Zie ook: P.J. Andriessen. Neerlands roem
(no. 0047).

0122 Balen., J. Hendrik van. In dienst van den Grooten Mogol; Historisch verhaal van de
wonderbare avonturen en omzwervingen der bemanning van het Oost-Indisch jacht
'Terschelling', 1661-1663; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz,
[1890]. 173 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no.
II.]
Bevat 'Een Nederlandsche zeeroover; Historisch verhaal van de schipbreuk van de
'Batavia' in het jaar 1628, op de kust van Nieuw-Holland' (blz. 141-173). Vindplaats:
KITLV cc 1923 N/BMN

Het tweede verhaal 'Een Nederlandsche zeeroover' beschrijft de gruwelijke muiterij


door de bemanning van het Compagnieschip 'Batavia' onder bevel van Frangois
Pelsaert, dat in juni 1629 bij Australië op de klippen is gelopen. Zie ook: Johan
Diepstraten. De ondergang van de Batavia (no. 1229)

0123 Balen, J. Hendrik van. De kroon van Mataram; Historisch verhaal van den eersten
krijgstocht der Nederlanders in de binnenlanden van Java; met 12 platen van Wilm
Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1890]. 199 blz. [De Nederlanders in Oost en West,
te Water en te Land; 2e serie; no. L] Vindplaats: KITLV i 542

Het leger van de Compagnie is naar Kediri (Oost-Java) getrokken om de zoon van
de oude soesoehoenan op de troon te zetten en de strijdmacht van de Madoerese
veroveraar, prins Troeno Djojo, die al half Java in zijn macht heeft, te verslaan. Met
de Makassaren heeft hij een verbond gesloten om de gehate Hollanders uit Java te
verdrijven. In deze geschiedenis speelt een drietal Hollandse soldaten een rol. Ze
Geannoteerde bibliografie

zijn overgelopen naar het leger van Troeno Djojo. Eén doet dienst als kanonnen-
bouwer; de andere twee als raadgevende officieren voor de Javaanse en Madoerese
manschappen, maar zij keren later weer terug in het Compagniesleger. Onder
aanvoering van kapitein Tack wordt de slag bij Kediri gewonnen. In het vorstelijk
verblijf van Troeno Djojo ontdekt hij de rijkssieraden van de soesoehoenan van
Mataram, waaronder de beroemde koninklijke kroon van Madjapahit. De
veroverde kroon wordt door de bevelhebber Anthonio Hurdt plechtig overhandigd
aan Amangkoerat II, de zoon van de oude soesoehoenan, die een verbond sluit met
de Compagnie.
Troeno Djojo is verslagen en gevlucht naar Kappar (Kakappar). Een van de oorza-
ken van zijn nederlaag is het overlopen van de verschillende Javaanse afdelingen
naar het leger van Amangkoerat II. Alle aanbiedingen om vrede te sluiten met de
nieuwe soesoehoenan slaat Troeno Djojo af.
In het strijdgewoel vinden een wapensmid en zijn zoon elkaar terug. De vader werd
als krijgsgevangene gedwongen dienst te doen als blanke lijfwacht van Troeno Djojo
omdat hij weigerde wapens voor hem te smeden. De Hollandse kanonnenbouwer
wordt aan het eind van de oorlog op wrede wijze vermoord door Indra, een Javaanse
ronselaar uit het leger van Troeno Djojo, die de Hollandse soldaten omkocht. Kort
daarop wordt Indra verscheurd door een koningstijger!

0124 Brons Middel, R. Losse schetsen over Nederlandsch Oost-Indië; Leesboek voor school
en huis. Groningen, Noordhoff, 1890-1891. 2 dln. 1. 1890. IV, 96 blz. 2. 1891. IV, 91
blz. Vindplaats: UBA; KITLV (fotokopie van deel 2)

Beknopte beschrijving van de verovering van Nederlands-Indië, haar verschillende


bevolkingsgroepen en de islam als de belangrijkste godsdienst. Het hoofdstuk 'De
Europeaan in Indië' (deeltje 2) geeft praktische informatie over de Indische
maatschappij, gekenmerkt door een sterk ambtelijk standsbewustzijn. Ook wordt in
hetzelfde hoofdstuk ingegaan op de omgang van Europeanen met de inheemse
bevolking en de positie van de njai (inlandse huishoudster) waaruit de Indo-Europese
bevolkingsgroep is ontstaan.

0125 Goeverneur, J.J.A. Het vertelsel van den tijger en de ton; 3e druk; [met 6 platen:
gekleurde litho's van de fa. P.W.M. Trap. Ook het omslag is een kleurenlitho].
Utrecht, Van der Post, [c. 1890]. IV, 12 blz. [Rijmen en Vertelsels voor de Kinder-
kamer.]
Herdrukken: Ie en 2e druk niet bekend; 3e druk ook verschenen in Leeuwarden,
Suringar, z.j. Vindplaats: Ie en 2e druk niet in de Brinkman; 3e druk KB

Berijmd verhaal over twee Hollandse matrozen op Java die onverwachts door een
tijger worden overvallen, maar door een slimme truc zich van dit gevaarlijke beest
weten te ontdoen.
De auteur noemt zichzelf in dit verhaaltje 'Oom Jan'.
Zie ook: Kapitein William. De gefopte koningstijger (no. 0111).

0126 Louwerse, Pfieter]. Een reisje van Bontekoe en andere verhalen in proza en berijmd;
Verzameld door -. Zutphen, Van Belkum, [c. 1890]. II, 92 blz., afbn.
80 Geannoteerde bibliografie

Bevat 'Te laat berouw' door Piet Jansen Jz. (blz. 25-32); 'Een reisje van Bontekoe'
door Walter [ps.] (blz. 67-89). Vindplaats: KITLV cc 2321 N

Het titelverhaal 'Een reisje van Bontekoe' beschrijft de bootreis en de schipbreuk


van een ernstig zieke Nederlandse ambtenaar die met zijn gezin uit Borneo op weg
naar Java is. De stoomboot 'Zeemeeuw' raakt onklaar en ze stappen over op de
'Kendang'. In een storm vergaat dit schip en komen ze opnieuw aan boord van de
herstelde 'Zeemeeuw' die de haven van Mangkasar (Makassar) aandoet. Van hieruit
reist de inmiddels herstelde ambtenaar met zijn familie via Java naar Nederland,
waar hij na een medisch onderzoek voorgoed wordt afgekeurd. Hij vestigt zich in
een van de mooiste villadorpen. Zijn kinderen denken nog vaak terug aan die
heerlijke tijd op Borneo.
'Te laat berouw' speelt in Nederland, waar de schooljongen Jan jaloers is op zijn
neefje George die uit Indië komt en zo prachtig landkaartjes kan tekenen. Door
ruzie ontstaat een breuk in de familieband die pas veel later wordt hersteld.

0127 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Johan 's avontuur; Een vertelling uit Indië.
Schoonhoven, Van Nooten, 1890. Afbn. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd, 4e
serie; no. 2.]
Herdrukken: 3e druk. Heusden, Veerman, [c. 1910]. 93 blz., afbn. [naam illustrator
niet vermeld]. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd. Serie IV; no. 2.]; 4e druk [met
tekeningen van B. Reith]. Baarn, Bosch Jbzn., [1922]. 119 blz. [Stamperius-biblio-
theek.].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KB; 4e druk KIT/KITLV cc 693 N

Johan is een verwend en driftig Nederlands jongetje uit Bodjong, het Europese
stadsdeel van Semarang. Als hij het vriendinnetje van zijn zusje met een steen heeft
verwond, wil hij zijn straf ontlopen. Hij laat zich door Pan Sintro, een hadji,
meevoeren naar diens kampong, gelegen op de glooiing van de berg Oenarang
(Oengaran). Zijn Europese kleren moet hij verwisselen voor Javaanse, zodat hij op
een kleine inlander lijkt. Johan woont nu in het Koranschooltje. Pah Sintro haat
Europeanen. Hij wil Johan als een Javaan opvoeden om hem later te kunnen
gebruiken in de strijd tegen de Hollanders die hij uit Indië wil verdrijven. Met het
Javaanse jongetje Birin, die het hier ook niet naar zijn zin heeft, ontsnapt Johan uit
het kostschooltje. Een Javaanse familie ontfermt zich over hen en als Pah Sintro zijn
Hollandse leerling onder bedreigingen komt opeisen, grijpt een Nederlandse planter
in. Johan komt veilig thuis en zijn ouders nemen de zorg voor Birin op zich, aan wie
hun zoontje zoveel te danken heeft.

0128 Philopaedion [ps. van D. Harting]. Oranjebloesems; Versjes en liedjes voor de jeugd.
Groningen, Noordhoff, [1890]. 80 blz., pit. Het boekje is opgedragen aan het
koningskind, Prinses Wilhelmina van Oranje-Nassau.
Bevat drie Indische versjes: 'Mijn kakatoea'; 'De lont in 't kruit (Aan de nagedach-
tenis van majoor Mulder)' en 'De genezing (Eene vertelling)'. Vindplaats: BN

'Mijn kakatoea' vertelt over een kind dat zijn papegaai heeft verwaarloosd en daar
spijt van heeft.
Geannoteerde bibliografie

'De lont in 't kruit' is een postume hulde aan de in Nederland onbekende majoor
Mulder (Muller), commandant van Lunette no. 2 bij Meester Cornelis (West-Java).
In augustus 1811 heeft hij zich dapper verzet toen het Engelse leger Java binnenviel.
'De genezing' is de geschiedenis van Jan die op dertienjarige leeftijd zonder zijn
ouders van Java naar Nederland reist, waar hij medicijnen gaat studeren. Hij wordt
oogarts en bij terugkeer in Batavia kan hij door een operatie zijn blind geworden
vader zijn gezichtsvermogen teruggeven.

0129 Pijnappel, M.E. Een klaverblad van vier, met penteekeningen van A. Ogterop. Z. pi.
en uitg., [c. 1890]. IV, 119 blz. Vindplaats: KB/BBJ

Het verhaal 'Goudhaantje' vertelt over een moederloos vierjarig Indisch meisje,
Nonnie genaamd. Ze is door haar vader naar zijn familie in Nederland gebracht,
waar ze als een welkom pleegzusje wordt opgenomen.

0130 Schuurman, M. Jakobus Chalmers; De bode des vredes op Nieuw-Guinea; met een
plaatje [kleurenlitho]. Leiden, Donner, [1890]. 40 blz. Vindplaats: Archief van
Uitgeverij Callenbach

De zendeling Chalmers en zijn vrouw komen in 1867 op het eiland Rarotonga in de


Zuidzee aan. In 1877 vertrekken zij naar (Australisch) Nieuw-Guinea waar de vrouw
overlijdt. In 1886 keert hij alleen terug naar Engeland.

0131 Tuuk, Titia van der. Het neefie uit de Oost; Een verhaal voor meisjes; met plaatjes.
Deventer/Amsterdam, Van den Sigtenhorst/Vlieger, [c. 1890]. 66 blz. Vindplaats:
KITLV cc 1713 N (fotokopie)

Bevat Indische fragmenten over een majoor van het Indische leger uit Atjeh. Hij is
met zijn vrouw en zoontje Willem met verlof in Brussel. Wanneer zijn vrouw
overlijdt gaat hij met Willem naar zijn familie in Nederland. Daar is het nichtje Suze
hogelijk verbaasd dat haar neefje Willem er helemaal niet Oosters uitziet. Ze denkt
dat alle mensen die uit Nederlands-Indië komen 'zwart' zijn. Haar kinderjuffrouw
oppert bezwaren tegen de komst van Willem: 'En Indische kinderen zijn toch al zoo
lastig; die zijn zoo gewoon te bevelen en ze zijn haast altijd driftig ook'. Willem
bewijst het tegendeel. Wanneer zijn verloftijd om is neemt de majoor ontslag uit de
militaire dienst. Hij besluit voorgoed met Willem in Nederland te blijven. Dit verhaal is
ook opgenomen in Rijk en arm; Twee verhalen voor meisjes door Titia van der Tuuk
(zie no. 0132).

0132 Tuuk, Titia van der. Rijk en arm; Twee verhalen voor meisjes; met plaatjes. Deven
ter/Amsterdam, Van den Sigtenhorst/Vlieger, [c. 1890]. 66 blz.
Bevat 'Het neefje uit de Oost' (zie no. 0131).
Vindplaats: PB

0133 Vlies-van Hogendorp, v[an] d[er]. Gezellige uurtjes; [met 4 gekleurde plaatjes].
Utrecht, Idema Greidanus, [c. 1890]. VIII, 125 blz.
82 Geannoteerde bibliografie

Bevat 'De stiefmoeder'; 'De geschiedenis van een cent'; 'Wat grootmama alzoo
vertelde'.
Vindplaats: KITLV cc 2240 N

Bevat Indische fragmenten en verhalen.


'De stiefmoeder' vertelt de geschiedenis van Marietje, die in Indië op vijfjarige
leeftijd haar moeder verliest. Haar tweede moeder doet geen pogingen om dit verlies
te vergoeden. Ook niet als er een zusje wordt geboren. Haar vader lijdt hieronder,
maar is niet tegen zijn nieuwe vrouw opgewassen. Uiteindelijk mag Marietje naar
Holland en gaat bij een tante in Haarlem wonen. Ze wordt later hoofd van een
school en neemt haar stiefmoeder en -zusje bij haar in huis als haar vader in Indië is
overleden.
'De geschiedenis van een cent'. Na een bloedig avontuur in Nederland belandt een
cent in de zak van een matroos die naar de Oost vaart. In Batavia gaat de zeeman
aan wal en het geldstuk geeft commentaar op alles wat het onderweg 'ziet':
'Wat keek ik vreemd op, toen ik daar al die leelijke zwarte inlanders zag, met lippen
zoo dik, dat ik er met gemak op had kunnen liggen en met neuzen zoo plat, dat men
zou denken dat ze er allen een fermen slag op gehad hadden. De menschen die een
lange staart aan hun hoofd hadden, en van wie ik later hoorde dat het Chineezen
waren, zagen er niet zoo donker en ook lang niet zoo dom uit, ook schijnen ze niet
zoo lui te zijn, want 't viel me op, dat ze allen zoo veel harder liepen'.
Nadat de matroos geschenken heeft gekocht bij een Chinees blijft de cent daar met
een massa ander geld in een kistje liggen en vertelt:
'Ik heb daar toen heele rare dingen gezien, bijv. hoe die lange staarten eten; ze
gebruiken dan in de plaats van een vork twee dunne stokjes, en daar krijgen ze de
boel gauw mee naar binnen, 's Avonds gingen ze allen op en om de tafel zitten en
dan rookten ze uit lange pijpen; een andere cent vertelde me, dat ze geen tabak
maar opium rookten, en dat ze daar dronken en slaperig van werden, en dat was
waar ook, want al heel spoedig kon men ze horen snurken'.
Van de Chinees verhuist de cent naar een Hollandse huisvader die met zijn gezin
naar Nederland vaart.
'Wat grootmama alzoo vertelde'. Een grootmoeder vertelt aan haar kleinkinderen in
Nederland over haar jeugd in Indië waar haar vader resident was. Ze groeide op in
een heerlijk huis met een grote tuin. Er was een Hollandse juffrouw voor de
huishouding die niet gemakkelijk was voor de twintig inheemse bedienden. Zo
haalde ze zich de wraak van kokkie op haar hals door haar uit te schelden omdat het
eten niet lekker was.
Kokkie probeerde haar te vergiftigen, maar Sidin, de huisjongen, waarschuwde
bijtijds. Een onderzoek wees uit dat er vergif in haar eten zat en kokkie moest naar
de gevangenis. De oude baboe daarentegen redde het leven van haar Hollandse
mevrouw toen die door een slang in haar voet was gebeten. Baboe nam de voet in
haar hand, zoog de wond uit en spuugde het vocht telkens uit zodat het leven van
haar mevrouw was gered. Baboe kreeg toen een kamertje in het grote huis en werd
tot aan haar dood liefderijk verzorgd door de Hollandse familie.

0134 Balen, J. Hendrik van. Het geheim van mijnheer Tukker; De opstand van het Kakihan-
verbond op Ceram in 1860; Indische zeeroovers; met 12 platen van Wilm Steelink.
Amsterdam, Leendertz, [1891]. 194 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water
en te Land; 2e serie, no. IV.] Vindplaats: KITLV cc 2006 N
Geannoteerde bibliografie

De dertigjarige handelsman Willem Tukker is niet alleen naar Indië gekomen om


fortuin te maken, maar ook om de hand van zijn vroegere buurmeisje dat in
Makassar woont te vragen. Haar vader, assistent-resident, wijst zijn aanzoek af.
Tukkers vermogen biedt geen vooruitzichten. Bovendien moet hij zijn handelson-
derneming nog op touw zetten. Hij gaat zijn geluk beproeven en hij reist af met een
Boeginese prauw met een inheemse bemanning, waaronder zijn Javaanse bediende
Ali en een Makassaarse kok, Baso.
Voor de kust van Ceram slaat het schip lek en hun aankomst op dit eiland wordt
wreed verstoord door een bende vijandige Alfoeren. Soldaten van het Nederlands-
Indische leger grijpen op tijd in en nemen de schipbreukelingen mee naar hun bivak.
Willem Tukker sluit zich bij het leger aan en neemt met zijn bediende Ali deel aan
een strafexpeditie tegen de opstandige Alfoerse bergbevolking die zich verzet tegen
het Nederlandse gouvernement. Tukker laat het bij deze ene krijgstocht. Hij vertrekt
met zijn gerepareerde prauw richting Aroe-eilanden. Op zijn tocht door de Bandazee
is er een voortdurende strijd tegen zeerovers, Alfoeren en Papoea's, en redt hij het
leven van een gefortuneerde Amerikaan die compagnon wordt van Tukkers handels-
onderneming in tripang (zeekomkommer of eetbare zeeslak die wordt gekookt,
gedroogd en gerookt).
Hierna volgt een kort op zichzelf staand verhaal 'Aan den menscheneters ontsnapt'.
Het bevat geen Indische fragmenten en speelt zich af op het eiland Nieuw-
Caledonië.

0135 Balen, J. Hendrik van. De page van de sultane; Historisch verhaal van den oorlog met
Bantam in 1682; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1891].
IV, 181 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, deel
V-]
Vervolgd als: De verborgenheden van Tirtyassa (zie no. 0136).
Vindplaats: KITLV cc 72 N

In 1682 ontbrandt de strijd tussen de oorlogszuchtige sultan Ageng van Bantam en


zijn oudste zoon, sultan Hadji. De zoon is voor vrede en samenwerking met de
Compagnie. Dit is tegen de zin van zijn vader, die alle Hollanders uit Java wil
verdrijven. Sultan Hadji roept de hulp in van resident Caeff, die een dappere
musketier, Dirks, naar Batavia laat gaan om aan de regering aldaar hulptroepen te
vragen. Tegelijkertijd laat ook de sultane, de vrouw van sultan Hadji, haar page
Atjong een brief in Batavia bezorgen om steun te vragen voor haar man. De twee
ijlboden, de musketier Dirks en de page Atjong, bereiken hun doel. Dirks gaat terug
met een oorlogsschip en Atjong loopt met een troepenmacht mee naar Bantam.
Onderweg sluit Atjong vriendschap met een Hollandse militaire wondheler, meester
Machielszoon. Bezeten van de Indische natuur heeft hij plaatsing aangevraagd bij
het veldleger om zo onderweg in de vrije natuur aan zijn trekken te kunnen komen.
Als Machielszoon en Atjong te ver van hun konvooi afdwalen, worden ze door een
groep vijandige Makassaren gevangen genomen om aan sultan Ageng te worden
overgeleverd. Na allerlei gruwelijke en bloedige avonturen komen Atjong en meester
Machielszoon in Tirtyassa (Tirtajasa) aan, het buitenverblijf van sultan Ageng.
Bantam is inmiddels in handen gevallen van het leger van de Compagnie, waar
sultan Hadji nu heer en meester is in het kasteel van Bantam.
Zowel de sultane als Atjong zijn blij zich te kunnen wreken op sultan Ageng.
Indertijd heeft sultan Ageng de vader van Atjong en zijn familie, die onschuldig
waren, laten uitmoorden. Alleen Atjong is in leven gebleven, dankzij de goedheid
van een vrouwelijke bediende die Atjong voor haar zoon heeft laten doorgaan,
84 Geannoteerde bibliografie

totdat hij bij de jonge vrouw van sultan Hadji in dienst werd genomen. Zij is de
enige die Atjongs achtergrond kent; sultan Ageng weet echter niets af van Atjongs
verleden.

0136 Balen, J. Hendrik van. De verborgenheden van Tirtyassa; (vervolg van De page van de
sultane); met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1891]. 183 blz.
[De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. VI.] Vervolg
van: De page van de sultane (zie no. 0135). Vindplaats: KITLV cc 628 N

Sultan Ageng van Bantam blijft een onbuigzame tegenstander van de Compagnie.
Hij wil Java vrijmaken van de vreemde overheersing en schuwt dan ook geen enkel
middel dat hem tot dat doel zou kunnen voeren. Hij is uitgeweken naar zijn
buitenverblijf Tirtyassa (Tirtajasa), waar zijn tweede zoon, zijn oogappel, prins
Poerbaja ernstig ziek ligt. Hij is de hoop van Bantam.
Sultan Ageng laat een gevangen genomen Hollandse militaire wondheler, meester
Machielszoon, bij zich roepen. Onbevreesd verschijnt Machielszoon voor de sultan;
hij heeft de Javaanse jongen Atjong met zich meegenomen. Hij is de page van de
sultane van Bantam en is op haar verzoek de hulp van de Compagnie gaan inroepen
in Batavia, toen sultan Ageng de stad Bantam in brand liet steken. Atjong is door
sultan Ageng ter dood veroordeeld, omdat hij verraad heeft gepleegd aan vorst en
volk.
Meester Machielszoon kan prins Poerbaja genezen en de sultan vraagt de genees-
heer wat hij verlangt nu zijn zoon beter zal worden. Machielszoon wil slechts zijn
vrijheid terug en hij pleit er ook voor dat Atjongs leven behouden blijft. Sultan
Ageng stemt hierin toe en hij laat Atjong onderbrengen bij een groep Europese
zeelieden van verschillende nationaliteit.
Onder toezicht van een Arabische slavenopzichter moet er gewerkt worden aan de
versterkingen langs de kust van Bantam. Een gevangen genomen Javaan, Wongso,
wijst Atjong een geheime onderaardse gang in Tirtyassa, waar sultan Ageng kruit
heeft opgeslagen om oorlog te kunnen voeren. Ook ligt er geld en goud dat hij van
zijn onderdanen heeft afgeperst.
Het Compagniesleger onder kapitein Tack en de Ambonese soldaten onder kapitein
Jonker veroveren de versterkingen van Bantam en rukken op naar Tirtyassa. Als
sultan Ageng dit hoort, neemt hij Atjong mee om hem buiten Tirtyassa levend te
begraven. Daarna vlucht hij met prins Poerbaja naar Lebak. Intussen heeft de Javaan
Wongso het kruit in de onderaardse gang van Tirtyassa in brand gestoken. Atjong
wordt bijtijds uit zijn levensgevaarlijke toestand bevrijd door een Hollandse matroos.
Met de val van Tirtyassa is de tegenstand van sultan Ageng gebroken. Bantam valt in
handen van de Compagnie, waar zijn zoon sultan Hadji aanblijft onder dit opper-
bestuur.

0137 Doorman, Christine. Appelbloesems; Schetsen voor jongens en meisjes; geïllustreerd


door J.A.S.Z.-D.K. Utrecht, Van der Post, [1891]. VI, 127 blz. Bevat het verhaaltje
'Een Indische jongen'. Vindplaats: OBA

Een tienjarige Indische jongen, Theo, neemt afscheid van Indië, van zijn zusje
Nonnie en van Sidin, een oudere bediende. Theo komt in Holland in een kosthuis
Geannoteerde bibliografie 85

met drie andere jongens. Aan Sidin schrijft hij over zijn ervaringen en zijn heimwee,
gedateerd l maart 1890.

0138 In 's levens opgang; Een boek voor jongelieden onder redactie van G. van Rossem; met
medewerking van J.A. Beijerman, J.A. Böhringer, H.G. Hagen e.a. 's-Gravenhage,
Couvée, 1891. VIII, 216 blz., afbn. Herdrukken: 3e druk 1907.
Bevat poëzie. Bevat de Indische bijdrage 'In het ouderlijk huis; Onder den werien-
gien [waringin]' door P. Heering (blz. 68-79). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1425 N;
3e druk KITLV cc 2457 N

Overpeinzingen van Heering over zijn jeugd te Pasoeroean op Java.

0139 Reule Nzn., Ant.S. Door Oost en West; Avontuurlijke verhalen; met 6 gekleurde
plaatjes. Almelo, Hilarius, [1891]. IV, 287 blz.
Bevat de Indische verhalen 'De dappere verdediging'; 'In het leven terug'.
Vindplaats: PB

'De dappere verdediging' speelt zich af op Sumatra waar een Nederlands militair
fort door inlanders wordt belegerd, geplunderd en verwoest. Een oud-Indisch officier
die hier heeft gevochten is voor zijn dapper gedrag onderscheiden met de Militaire
Willemsorde. Het verhaal 'In het leven terug' bevat een Indisch fragment over
Sumatra en speelt verder in Brits-Indië.

0140 Balen, J. Hendrik van. Het verraad van den soesoehoenan; Einde van den Bantam-
schen opstand; Aan het hof van den soesoehoenan, 1683-1686; met 12 platen van Wilm
Steelink. Amsterdam, Leendertz, [1892]. 181 blz. [De Nederlanders in Oost en West,
te Water en te Land; 2e serie; no. VIL] Vindplaats: KB/KITLV cc 906 N

Na de verovering van Tirtyassa (Tirtajasa) vluchten de oproerige oude sultan Ageng


van Bantam en zijn lievelingszoon Poerbaja met een groot aantal volgelingen naar de
zuidelijk gelegen bergen. Toch laat hij zich gevangen nemen als een groot deel van
zijn aanhang hem in de steek laat. Zijn zoon Poerbaja blijft met de Makassaarse
priester Sjeikh Yoessoef en een aantal fanatieke aanhangers zich verzetten tegen de
Compagnie. In de wouden van de Preanger heeft prins Poerbaja zich verschanst; hij
overvalt en plundert met zijn bende de omliggende kampongs. Wanneer een
Hollandse verkenningstroep de prins zoekt, komt ze in contact met een slaaf die uit
Batavia is gevlucht, de Baliër Soerapati. De regering kan deze roverhoofdman
gebruiken als patrouillecommandant.
Met zijn roversbende vormt Soerapati nu een keurige Compagniesbrigade. Hij spoort
prins Poerbaja op, maar omdat er ook een Hollandse vaandrig in zijn buurt komt en
zij ruzie krijgen over de gevangenneming van Poerbaja, overrompelt Soerapati met
zijn troep de Hollandse patrouille en moordt een deel van hen uit. De gewezen slaaf
keert terug tot zijn oude beroep: roverhoofdman!
Generaal Couper verslaat de bende, maar hij krijgt Soerapati niet in handen. Hij is
naar Kartasoera gevlucht waar hij bescherming krijgt van Amangkoerat II, de
soesoehoenan van Mataram. Soerapati wordt aangesteld als bevelhebber van een
kleine Balische krijgsmacht. Majoor Tack wordt door de regering van Batavia hierop
86 Geannoteerde bibliografie

afgestuurd en vraagt om uitlevering van Soerapati. Voordat Tack in Kartasoera


komt, bericht Amangkoerat II hem dat hijzelf ook jacht maakt op de Baliër. Maar
Tack wordt misleid. Soerapati is met een paar honderd Baliërs in de kraton en heeft
tijdens Tacks afwezigheid de niets vermoedende Hollandse soldaten overvallen en
afgemaakt. Als Tack weer met zijn afdeling voor de kraton verschijnt, wacht hem
eenzelfde lot. Een overmacht van Baliërs doet een verwoede uitval en richt een
verschrikkelijke slachting aan. Onder de doden bevindt zich ook majoor Tack. Dit
alles gebeurt zonder ingrijpen van Amangkoerat II om deze moordpartij te
beletten. Integendeel, hij speelt dubbel spel. Hij betuigt wel zijn spijt aan de regering
van Batavia, maar hij geeft Soerapati intussen de gelegenheid om naar Oost-Java te
trekken.

0141 Noordwal, Cornélie. O, die lastige juf!; Een boek voor meisjes van 13-16 jaar, geïllu-
streerd door A. Rünckel. 's-Gravenhage, Blankwaardt & Schoonhoven, [1892].
Herdrukken: 4e druk Utrecht, Bruna, [1906]. VIII, 316 blz.; 5e druk idem [1913].
Vindplaats: Ie en 5e druk Brinkman; 4e druk SH

In een moederloos notarisgezin in Den Haag is een strenge en bedilzieke kinder-


juffrouw. Tante Gien - een Indische dame - heeft een goede invloed op de sfeer in
huis en de kinderjuf krijgt haar ontslag.

0142 Woude, Johanna van der [ps. van S.M.C, van Wermeskerken-Junius]. Mijn vertelsel-
boek; Keur van nieuwe, oorspronkelijke vertellingen van de beste auteurs, voor school en
huis, bijeengebracht door -. Deventer, Kluwer, [1892]. VIII, 310 blz. Herdrukken: 2e
druk verscheen onder de titel: Mijn vertelselboek; Keur van nieuwe, oorspronkelijke
vertellingen van de beste auteurs, bijeengebracht door -; met penteeke-ningen van E.S.
Witkamp Jr.; [deel] II. Deventer, Kluwer, [c. 1892]. IV, 224 blz.; 3e druk idem;
geïllustreerd door J.A.S.Z.D.K. en E.S. Witkamp Jr. Deventer, Kluwer, [1892]. IV,
354 blz.
Bevat twee verhalen van Thérèse Hoven: ' 't Is nu eenmaal een gewoonte' (blz. 47-
56) en 'De geschiedenis van een kokosnoot' (blz. 155-161). Vindplaats: Ie druk KB;
2e druk KITLV cc 1332 N; 3e druk Brinkman

Het eerste verhaal speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment over een
gouvernante die uit Indië is teruggekeerd. Het tweede verhaal speelt in het noord-
westen van Sumatra en bevat een paar korte opmerkingen over de Atjeh-oorlog.

0143 Balen, J. Hendrik van. De avonturen van kapitein De Roy; In de binnenlanden van
Bomeo, 1691; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Vlieger, [1893]. 176 blz.
[De Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, no. XL] Vervolgd
als: Onder de Dayakkers (zie no. 0144). Vindplaats: KITLV cc 993 N/OBLG

De bij de Compagnie in ongenade gevallen officier Jacob Janszoon de Roy zeilt met
een handjevol Nederlanders, Chinezen en Javanen op een Hollands scheepje van
Batavia richting Malakka. Na een dagenlange storm strandt het gezelschap voor de
kust van Borneo op het eiland Karimata. Men houdt zich onder andere in leven met
zwaluwnestjes, waarover uitvoerig door de Chinezen wordt verteld. Wanneer men
langs de zuidkust van Borneo verder trekt, blijkt het daar te wemelen van zeerovers.
Geannoteerde bibliografie

Bovendien gaat op een onbewaakt moment een deel van de Chinese en Javaanse
bemanning er met het scheepje vandoor.
Kapitein De Roy met de achtergebleven schepelingen, onder wie een groepje
Javaanse vrouwen en kinderen, maken een noodgedwongen tocht vol ontberingen
door het oerwoud. Bij de kust aangekomen biedt een kapotte prauw, die wordt
opgelapt, uitkomst. Een groepje Dajaks pikt hen onderweg op in hun prauw. Met
levensgevaar worden De Roy en zijn gevolg meegenomen in de richting van Bandjer-
masin.

0144 Balen, J. Hendrik van. Onder de Dayakkers; Vervolg van de avonturen van kapitein De
Roy; met 12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Vlieger, [1893]. 176 blz. [De
Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie, no. XII.] Vervolg van:
De avonturen van kapitein De Roy; In de binnenlanden van Bomeo, 1691 (zie no. 0143).
Vindplaats: KITLV cc 993 N

Als haveloze ballingen komen De Roy en zijn schepelingen op het vaste land van
Borneo aan. Aanvankelijk wacht een gunstige ontvangst bij de sultan van Bandjer-
masin. Maar de anti-blanke sjahbandar wekt bij de bevolking een vijandige houding
op. Alleen de Chinese koopman Pak-ho komt De Roy spontaan te hulp en geeft
hem werk als kanonnenmaker.
Intussen weet De Roy het vertrouwen te winnen van de sultan van Bandjermasin.
Met een uitgeruste vloot trekken ze over de Barito en bezoeken allerlei negorijen
waar de voornaamste rijkdommen van het land, goud en peper, zijn te halen.
Hierdoor groeit er afgunst en vijandschap bij de hovelingen tegen De Roy. Ze
stellen hem voor de keus: 'Mahomedaan' (moslim) worden, of sterven! De Roy's
poging om te ontvluchten mislukt. Hij wordt gevangen gehouden en ziet hoe zijn
twee trouwe Hollandse metgezellen worden gesneld (vermoord). Met een Engels
schip kan De Roy uit deze gevaarlijke omgeving wegkomen naar Malakka. Met de
eerste de beste scheepsgelegenheid vertrekt hij naar Atjeh waar het uit Borneo
meegebrachte goud hem goed van pas komt.

0145 Stamperius, J[acob]. Abel Tasman; [met platen]. Haarlem, Van Nooten, [1893]. 120
blz., kaart. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd.]
Herdrukken: 2e druk. Heusden, Veerman, [c. 1910]. [De Nieuwe Bibliotheek voor de
Jeugd; Serie VII, no. 4.] Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk Uitg. cat.

Bevat een Indisch fragment en beschrijft de tocht naar het Zuidland (Australië) die
op 14 augustus 1642 op de rede van Batavia begint en op 14 juni 1643 - na tien
maanden - is volbracht.

0146 Fabius-Cremer Eindhoven, [M.E.]. Een oom met vijf neven; Een boek voor jongens;
met 4 gekleurde platen. Amsterdam, Allert de Lange, [1894]. VIII, 175 blz. Vervolgd
als: Jongens lief en leed (zie no. 0156). Bevat poëzie. Vindplaats: UBL
88 Geannoteerde bibliografie

Bevat slechts een kort fragment over 'twee Oost-Indische neefjes, Gijs en Jaap', die
bij familie in Nederland worden grootgebracht.

0147 Gram, Johan. Een hoorn van overvloed; Verhalen voor onze jongens en meisjes', met
vier platen. Tiel, Campagne, [1894]. IV, 239 blz. Bevat het verhaal 'Aan boord van de
"Mars" ' (blz. 148-199). Vindplaats: KITLV cc 2522 N

'Aan boord van de "Mars" ' beschrijft een bootreis van Hongkong naar Batavia. Aan
boord bevinden zich een honderdvijftig Chinese dekpassagiers, zogenaamde koelies
die door een rijke Chinese koopman worden meegenomen naar zijn plantage op
Java. Maar deze passagiers ontpoppen zich later als zeerovers en proberen het schip
en zijn bemanning te overmeesteren.

0148 Louwerse, P[ieter]. Krijgsman en koopman; Of, Hoe het eiland Formosa voor de O.-I.
Compagnie verloren ging; Geschiedkundig verhaal voor oud en jong Nederland. Leiden,
Sijthoff, [1894]. VIII, 188 blz., afbn. Herdrukken: 2e druk [1895]. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 1108 N (fotokopie); 2e druk Brinkman

Bevat een Indisch fragment.

0149 Otto, Willem. Torn. Doesburg, Van Nooten, [1894]. 123 blz., afbn. [De Nieuwe
Bibliotheek voor de Jeugd, [Serie VIII; no. 1].] Vindplaats: OBA

Na de dood van zijn verongelukte vader - een leidekker - moet de dorpsjongen Toni
de kost verdienen voor zijn moeder. Wanneer ze worden gedwongen te verhuizen,
tekent Torn voor koloniaal bij het Nederlands-Indische Leger te Harderwijk. Van het
handgeld dat hij ontvangt koopt hij een huisje voor zijn moeder en Torn vertrekt
naar de Oost. In Batavia wordt hij al spoedig opgeroepen om zich in te schepen voor
Atjeh. Torn wordt gelegerd in de omgeving van Kota-Radja, waar een oude sergeant
een stukje geschiedenis vertelt over de Atjeh-oorlog vanaf 1873 tot heden (1877). Bij
een gevecht redt Torn het leven van zijn luitenant, maar houdt zelf een stijve knie
over. Torn wordt afgekeurd voor de dienst en keert als een invalide naar Nederland
terug. De dankbare familie van de geredde luitenant zorgt er voor dat Tom een
eigen zaak kan beginnen.

0150 Schaap, J.M. Twee jaar op den Rozenhof; Verhaal voor meisjes. Leiden, Bril], [1894].
VI, 232 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1573 N (fotokopie)

Buiten zijn schuld raakt een Hollandse zakenman in Batavia failliet. Hij moet zijn
bezittingen verkopen en werk zoeken in de binnenlanden van Java. Zijn enig
dochtertje Ellie kan niet bij hem blijven omdat hij financieel aan de grond zit en
bovendien weduwnaar is. Ellie is grootgebracht door baboe Nana en heeft huison-
derwijs genoten. Haar vader stuurt haar naar zijn zuster in Nederland. Tante is een
Geannoteerde bibliografie

kille en hardvochtige vrouw die haar nichtje alle vreugde ontneemt. Het enige
lichtpuntje voor Ellie is een logeerpartij bij Indische vrienden in Den Haag.

0151 De zevenster, Verhalen van Chrfistine] Doorman, Thérèse Hoven, Truida Kok e.a.;
geïllustreerd door J.A.S.Z.D.K. Deventer, Kluwer, [1894]. 116 blz. [Zestig cents-
bibliotheek; Lectuur voor Jongens en Meisjes.] Bevat het verhaal 'Betaald gezet'
door W. Mets Tzn. (blz. 92-97). Vindplaats: KB

Kort zeemansverhaaltje over een vete tussen twee matrozen aan boord van een
koopvaardijschip op weg naar Nederlands-Indië, dat eindigt in de haven van
Soerabaja.

0152 Arme Louise. Z. pi. en uitg., [c. 1895]. 59 blz. Uitgave in eigen beheer.
Vindplaats: KITLV cc 2367 N (blz. 25-32 ontbreken)

Een Indisch meisje, Louise, woont met haar ouders binnen de kraton (paleis van de
vorst van Atjeh door de Nederlandse militairen veroverd, 23 januari 1874) van Kota-
Radja in Atjeh. Om wat bij te verdienen maakt haar moeder japonnen voor de
officiersvrouwen en houdt haar vader, die sergeant is, de boekhouding bij van een
tokohouder. Als haar moeder aan cholera overlijdt en haar vader zijn dagtaak heeft
in de kazerne, is Louise vaak de gast van kapitein Van der Belt en zijn vrouw die
zelf kinderloos zijn.
Wanneer Louise's vader heelhuids is teruggekomen in Kota-Radja van een opstand
in Edi, blijkt de rust van korte duur. Op 25 en 26 juli 1889 moeten alle officieren en
onderofficieren opnieuw aantreden in Kota-Pahama waar opstandige Atjehers vanuit
een bèntèng aanvallen doen op militairen die daar zijn gelegerd. Aan beide zijden
vallen veel slachtoffers, onder wie ook de vader van Louise, die met inzet van zijn
eigen leven dat van kapitein Van der Belt heeft gered. Met de andere gesneuvelde
militairen wordt de vader van Louise in een monument bijgezet. Door een
onbeduidend wondje houdt kapitein Van der Belt een stijve arm over, zodat hij
voor alle militaire diensten wordt afgekeurd. Hoewel zij op andere plaatsen in Indië
prettig heeft gewoond, is zijn vrouw blij Atjeh te kunnen verlaten. Ze heeft steeds in
angst geleefd dat haar man onverwacht zou worden opgeroepen om te vechten
tegen de Atjehers, het volk dat ondanks zijn vele gebreken en ondeugden toch haar
bewondering afdwong om zijn vrijheidszin.
Gepensioneerd in de rang van majoor gaat Van der Belt met zijn vrouw en Louise
voorgoed naar Nederland. Daar zullen zij hun pleegkind een goede opvoeding geven,
zodat ze later 'een fatsoenlijk stuk brood kan verdienen'.

0153 Balen, J. Hendrik van. Het beleg van Kappar; De oorlog met de Makassaren in 1679; met
12 platen van Wilm Steelink. Amsterdam, Leendertz, [c. 1895]. 178 blz. [De
Nederlanders in Oost en West, te Water en te Land; 2e serie; no. VIII.] Vervolgd
als: Troeno Djojo (zie no. 0154). Vindplaats: KITLV cc 372 N/BMN/UBL

In Kediri is de Madoerese prins en veroveraar, Troeno Djojo, door zijn Makassaarse


bondgenoten in de steek gelaten. De Makassaren hebben zich in de Brantas-delta
verscholen en zich daar sterk gemaakt. Het duurt bijna een jaar voordat het leger
90 Geannoteerde bibliografie

van de Compagnie hen uit hun schuilhoeken in Kappar (Kakappar) kan verdrijven.
In het Compagniesleger zijn het vooral de hulptroepen van Aroe Palakka met zijn
Boeginezen en Kapitein Jonker met zijn Ambonezen die zich onderscheiden. Temidden
van dit strijdtoneel is een Javaanse jongen, Wira, de held van dit verhaal. In
Soerabaja waar hij woonde, heeft hij zijn ouders op wrede wijze zien vermoorden
door een troep Makassaren die hem als gevangene hebben meegevoerd. Hij wordt
gevonden door een paar Nederlandse soldaten en een militaire geneesheer neemt
hem als knechtje. in de goede zin van het woord, aan.
Wira wil zich wreken op de aanvoerder van de Makassaren, een Europeaan. Het
blijkt een Hollander van goeden huize te zijn met een misdadig verleden. Onder de
Engelse naam Browne vecht hij in het leger van de Makassaarse prins Kraeng
Galesoeng tegen de Hollanders. Als de Makassaren aan de verliezende hand zijn laat
hij hen in de steek en zoekt hij zijn heil bij het leger van prins Troeno Djojo. Er zijn
11 platen in plaats van 12 opgenomen.

0154 Balen, J. Hendrik van. Troeno Djojo; Einde van den opstand van Troeno Djojo; De
oorlog met den priestervorst van Giri, 1679-1680; met 12 platen van Wilm Steelink.
Amsterdam, Leendertz, [c. 1895]. 179 blz. [De Nederlanders in Oost en West, te
Water en te Land; 2e serie; no. IX.] Vervolg van: Het beleg van Kappar (zie no.
0153). Vindplaats: KITLV cc 905 N/UBL

Browne, de Hollander met de Engelse naam, is vanuit Kappar (Kakappar) naar prins
Troeno Djojo gevlucht. Hij geeft de prins advies en inspecteert diens bentings
Limbangan en Rarato voor de toekomstige aanval van de soldaten van de Compag-
nie en het Ambonese leger onder bevel van kapitein Jonker.
Commandant Couper doet een geslaagde poging en verovert de versterkingen van
Troeno Djojo, die nu in de macht is van zijn vijand, de soesoehoenan van Mataram,
Amangkoerat II. Het lijkt er op dat de soesoehoenan van Mataram hem in genade
aanneemt. Hij verheft de prins zelfs tot Adipati Malaja. Maar dit staat de hof-
houding van de soesoehoenan niet aan. Tijdens een onderhoud trekt de vorst zijn
kris en steekt Troeno Djojo dood.
Als het leger van de Compagnie de bentings van Troeno Djojo heeft veroverd, vlucht
Browne naar de panembahan, een priestervorst, van Giri in Grissee (Gresik). De
priestervorst wil geen eer betuigen aan Amangkoerat II, de soesoehoenan van
Mataram. Hij pleegt verzet en wordt hierin versterkt door de komst van Browne, die
de panembahan en zijn bevolking opzweept tegen de soesoehoenan en het leger van
de Compagnie. De priestervorst raakt zwaar gewond. Hij wordt gevangen genomen
en op last van de soesoehoenan gedood. Wira, de Javaanse jongeman die dienst doet
in het leger van de Compagnie als helper van een militaire geneesheer, brengt met
zijn kris Browne dodelijke verwondingen toe. Nu de oorlog is afgelopen en hij de
dood van zijn ouders heeft gewroken, verlaat hij het leger van de Compagnie. In
Soerabaja krijgt hij een vertrouwensfunctie bij een chef van de Hollandse factorij.

0155 Dijkstra, H. Kom en zie.' Verhalen uit de zending in Oost-Indië. Leiden, Donner,
[1895]. IV, 156 blz. Vindplaats: KITLV q 82

De bundel begint met de bootreis naar Indië, waarin de schrijver het opneemt voor
de Javaanse bedienden aan boord, die door veel Nederlandse passagiers met
Geannoteerde bibliografie 91

minachting worden bekeken. Maar ook de soldaten, die vermoedelijk naar Atjeh
zullen gaan, hebben nogal wat praats.
Eenmaal aan wal op Sumatra volgen verhalen over bekende zendelingen die hier
hebben gewerkt, zoals J. Dornsaft en L. Nommensen. Daarna steekt de schrijver
over naar Java, en geeft een overzicht van bekeringsgeschiedenissen in de Soenda-
landen. Hij vertelt hoe plantage-eigenaren hun christelijk werkvolk zeven dagen per
week laten werken, zodat ze zondags niet naar de kerk kunnen gaan. Over Midden-
Java staan een paar karakteristieke verhaaltjes, zoals over de tijger, een slangebeet
en de verering van Ratoe Loro Kidoel, de godin van de zee. Alhoewel de zending
tegenwerking ondervindt van de islam, hebben er tal van opmerkelijke bekerings-
geschiedenissen onder Chinezen en Javanen plaatsgevonden.
De schrijver licht toe dat de adat een hinderpaal is voor de verbreiding van het
christendom (het betreft hier vooral de offers die aan de geesten moeten worden
gebracht en de plechtigheden die er aan verbonden zijn). Er is voor de Javaan heel
wat moed nodig om de adat niet meer te volgen. De Javaan die christen wordt, is
een vreemdeling in zijn dorp, een uitgestotene van zijn familie, een man die men
mijdt en veracht.

0156 Fabius-Cremer Eindhoven, [M.E.]. Jongens lief en leed; Een boek voor jongens in
hetwelk de lezers van 'Een oom met vijf neven' eenige oude bekenden aantreffen',
geïllustreerd met 4 gekleurde platen door Jacoba. Amsterdam, Allert de Lange,
[1895]. VIII, 154 blz.
Vervolg van: Een oom met vijf neven (zie no. 0146).
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1583 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee neefjes uit de Oost die
bij familie worden grootgebracht. Ze maken kennis met een luitenant van het
Indische leger die met verlof is. De luitenant vertelt de jongens hoe hij - vergezeld
van zijn trouwe Javaanse bediende Waringo - in Atjeh heeft gevochten. Beiden
werden ze onderscheiden met de Militaire Willemsorde: de luitenant met het kruis
en Waringo met de medaille.

0157 Hilgers, ThJ.A. Onze helden van Lombok; De oorlog op het eiland Lombok; Voor de
jeugd bewerkt door -. Samarang, Van Dorp, 1895. IV, 119 blz., prtn., afbn. en krtn.
Herdrukken: Ook verschenen in Amsterdam, Scheltema & Holkema, 1895. Bevat
poëzie. Vindplaats: UBL

Beknopte beschrijving van de twee Lombok-expedities van 1894, waarbij aan de kant
van het Nederlands-Indische Leger gevoelige verliezen werden geleden. Dit boekje
werd dan ook geschreven ter ondersteuning van het 'Lombokfonds' ten behoeve van
invalide militairen en weduwen en wezen van de gevallen slachtoffers. In zijn
voorwoord schrijft de auteur dat hij voor dit werkje gebruik heeft gemaakt van de
berichtgevingen uit de 'Java Bode' en andere nieuwsbladen.

0158 Hoven, Thérèse. Nonnie en andere verhalen. Tiel, Campagne, [1895]. II, 178 blz.,
afbn.
92 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk. Amsterdam, Campagne, [1895]. VI, 234 blz., afbn.; 3e druk
[1902].
Bevat 'Nonnie' (blz. 3-75).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 403; 2e druk Bibl. Nusantara, Delft; 3e druk Brinkman

Frida Valkers (Nonnie), is een verwend en onhandelbaar tienjarig Indisch kind. Ze is


het dochtertje van een strenge Hollandse koffieplanter en een toegeeflijke Indische
moeder.
Ondanks de lessen van haar gouvernante spreekt Nonnie gebrekkig Nederlands.
Haar vader wil dat Nonnie naar Holland gaat om bij zijn familie in Den Haag te
worden opgevoed. Na véél tegenstribbelen gaat Nonnie met haar gouvernante te
Batavia aan boord van de 'Wilhelmina'. Onderweg overleven ze een schipbreuk en
ontsnappen bijtijds aan de gevaren op het eiland Socotra.

0159 Mets Tzn., W. Op den baren; Zeemansvertellingen uit den ouden en nieuwen tijd.
Alkmaar, Kluitman, [1895]. IV, 148 blz., afbn.
Bevat de verhalen 'Gevaarlijke passagiers' (blz. 1-15), 'Avontuur van kapitein Bligh'
(blz. 72-94), 'Flip de Haaiendooder' (blz. 95-110). Vindplaats: KITLV cc 2101
N/UBL

Het eerste verhaal 'Gevaarlijke passagiers' vertelt van de reis van het koopvaardij-
schip 'Admiraal Jan Evertsen' dat in 1858 naar Batavia koerst. Aan boord bevindt
zich een groep kolonialen - waaronder ook gespuis - uit alle windstreken van
Europa. Zij brengen de tijd door met kaartspelen, zingen en vertellen. Tijdens een
toneeluitvoering probeert een aantal muiters onder hen bemanning en schip te
overmeesteren.
Het vierde verhaal 'Avontuur van kapitein Bligh' bevat een Indisch fragment over
het verblijf van Bligh met zijn uitgeputte schepelingen op Nederlands-Timor. Daar
wordt hij (op 12 juni 1789) in Koepang gastvrij ontvangen door de resident (toenter-
tijd opperkoopman en opperhoofd genoemd) Willem Adriaan van Este. Het vijfde
verhaal 'Flip de Haaiendooder' bevat eveneens een Indisch fragment over twee
lichtmatrozen die tijdens een zwempartij in de haven van Soerabaja door haaien
worden aangevallen.

0160 Hilgers, Th.LA. De avonturen van Paul Kreutzer; Een verhaal uit het Indische krijgs-
leven. Deventer, Kluwer, [1896]. 162 blz., afbn., kit.
Herdrukken: 2e druk [1900]. Op de titelpagina staat vermeld: Met 5 platen en een
terreinkaartje. Toegevoegd is een voorbericht, waarin wordt medegedeeld dat
hoofdstuk VIII is bewerkt naar 'De veldtocht tegen Edi' uit J.P. Schoemaker's
Schetsen uit den Atjeh-oorlog, 1887; Tegelijkertijd verscheen dezelfde uitgave voor
Nederlands-Indië in de reeks: Bibliotheek voor de Indische Jeugd; serie C, no. 1.
Vindplaats: Ie druk KITLV s 369; 2e druk PB; Gegevens Bibliotheek voor de
Indische Jeugd gevonden in Brinkman

Aan lager wal geraakte Berlijnse jongeman van goeden huize geeft zich op bij het
Koloniaal Werfdepot in Harderwijk. Als recruut wordt hij naar Sumatra uitgezon-
den. Het soldatenleven bevalt hem wel en hij maakt goede vorderingen met de
Nederlandse en Maleise taal. Na verloop van tijd wordt hij gedetacheerd in Atjeh en
daar slaagt hij voor zijn korporaalsexamen. In 1889 gaat hij met een bataljon
Geannoteerde bibliografie

Ambonese militairen op expeditie naar Edi, waar een vreselijke slachtpartij plaats-
vindt tussen Atjehers en het Nederlands-Indische leger. Paul, de hoofdpersoon, raakt
zwaar gewond en wordt overgebracht naar een groot militair hospitaal te Kota
Radja. Trouwe ziekentroosters zijn pastoor Verbraak en de Ambonese prediker
Patisilana. Wanneer Paul verneemt dat hij blijvend invalide is zorgt pastoor Ver-
braak dat hij een geschikte betrekking als fotograaf in Nederland krijgt.

0161 In onze Oost; [uitg. door Gereformeerd Traktaatgenootschap 'Filippus']. Breukelen,


Drukkerij De Vecht, 1896. 10 blz., afbn.
Bevat poëzie. Bevat de Indische verhaaltjes: 'De Dajakkers'; 'De zendelingen'; 'De
moord'. Vindplaats: PB

0162 Andriesse, K. Vóór den grooten mast; Van vier jonge matrozen. Heusden, Veerman,
[1897]. 111 blz., afbn. [De Nieuwe Bibliotheek voor de Jeugd; [Serie XI, no. 3].]
Bevat poëzie. Bevat drie Indische hoofdstukken: 'Op reis met de Soenda' (X 76-86);
'In de wateren van Atjeh' (XI 86-95) en 'Tamiang' (XII 95-109). Vindplaats:
KB/KITLV cc 1747 N (fotokopie)

Na een opleiding aan de Kweekschool voor de Zeevaart in Leiden en de praktijk op


een marine-opleidingsschip zien vier Hollandse zeelui elkaar terug op de rede van
Oleh-leh (Atjeh). Ze worden allen op verschillende oorlogsschepen geplaatst die de
kust van Atjeh moeten blokkeren om de handel van de Atjehers, zoals munitie en
wapens, tegen te gaan. Maar ook moet de Nederlandse marine in de rivier de
Tamiang een versperring van de Atjehers wegruimen. Bij de verovering van een
bèntèng op de Atjehers in Seroewai raakt een van de Hollandse zeelui zwaar
gewond en overlijdt in het hospitaal. Zijn vader die in 1866 als constabel (onder-
officier bij de marine die als commandant optreedt bij de bediening van het geschut)
op de 'Doggersbank' in de wateren van Atjeh heeft gevochten tegen Atjehse
slavenhalers, kwam er iets beter vanaf. Hij raakte invalide en ontving een onder-
scheiding, het kruis van de Militaire Willemsorde.

0163 Dea Lize [ps.] en Th.J.A. Hilgers. De tooverspiegel en andere verhalen. Deventer,
Kluwer, [1897]. 95 blz., afbn. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie B, no. 1.]
Bevat poëzie. Bevat behalve het titelverhaal van Dea Lize twee verhalen van Th.J.A.
Hilgers: 'Een krans van melati's' (blz. 30-55) en 'Een lief vriendinnetje' (blz. 56-93).
Vindplaats: KITLV cc 1522 N

Drie korte verhalen uit 'tempo doeloe' waar vooral in het eerste discriminatie en
standsbesef worden aangeroerd wanneer het Indische meisje Mientje van een rijk
Nederlands meisje krijgt te horen dat 'zij zich moet schamen voor haar moeder die
maar een Javaansche vrouw is.'
De andere twee verhaaltjes spelen in een Nederlands milieu op Java. 'Een krans van
melati's' gaat over een sterfgeval van een klein meisje. 'lïen lief vriendinnetje' laat
heel treffend het standsverschil uitkomen tussen de dochtertjes van de president van
de landraad en het enige dochtertje van een overleden eerste machinist van een
suikeronderneming.
94 Geannoteerde bibliografie

0164 Hilgers, ThJ.A. Gewond voor den vijand; Verhalen voor de Indische- en Nederlandsche
jeugd. Soerabaia, Van Ingen, 1897. IV, 102 blz., afbn.
Bevat de verhalen 'Gewond voor den vijand' (blz. 1-81) en 'Een tijgergeschiedenis'
(blz. 82-102). Vindplaats: PN XL 410/KITLV cc 2347 N (fotokopie)

Het titelverhaal is de geschiedenis van het legerpaard Vos dat voor alle militaire
diensten is afgekeurd. Van Java is hij met zijn eigenaar, een kapitein, naar Atjeh
gegaan om in de omgeving van Kota-Radja te vechten tegen de oorlogszuchtige
Atjehers. Zijn baas gaat voor herstel naar de Preanger op Java, maar moet uiteinde-
lijk toch naar Holland. Een majoor (en paardenliefhebber) koopt Vos en neemt hem
mee naar Lombok, op expeditie tegen de Baliërs. In de strijd valt Vos in handen van
de Baliërs die hem bij de zoon van de oude vorst K'toet brengen. Vos krijgt kans om
te ontsnappen, verlaat Lombok en ziet in Malang zijn oude meester, de majoor, weer
terug. Al spoedig wordt zijn baas opgeroepen om in Atjeh de wapens op te nemen
tegen het verraad van Toekoe Oemar. Vos raakt gewond door een kogel in zijn dij
en wordt voor een prikje verkocht aan een particulier in Fort de Koek. Zijn meester
vertrekt naar Holland met ziekteverlof.
'Een tijgergeschiedenis' vertelt van de dappere Javaan Pa-Hir die met zijn vrouw en
zoontje op het erf van de koffieonderneming Goenoeng-Krikil woont. Hij verzorgt
het rijpaard van zijn heer, de Hollander Westerman, die als een vader voor zijn
werkvolk is. Pa-Hir is onbevreesd voor tijgers, maar uiteindelijk moet hij toch het
onderspit delven als hij het leven van zijn zoontje Doelah uit de klauwen van een
tijger weet te redden. Met toestemming van zijn moeder komt Doelah bij Wester-
man in huis, waar die hem lezen, schrijven en vele andere nuttige zaken leert. Op
achttienjarige leeftijd komt hij bij Westerman in dienst als mandoer en later
hoofdmandoer. Hij krijgt een eigen huisje waar hij de kris van vader als een kostbare
poesaka bewaart; de bevolking spreekt tot ver in de omtrek met eerbied en ontzag
over dit wapen.

0165 Joop [ps.]. De avonturen van Langstaart; geïllustreerd. Almelo, Hilarius Wz., [1897], IV,
48 blz. Zie ook: Nieuwe vertellingen en prentjes van Joop (no. 0190). Vindplaats: KB

Verhaaltjes over dieren en kinderen in Nederlands-Indië met een moraliserende


inslag.

0166 Tuuk, Titia van der. De geschenken van een dwerg; Een sprookje; met vier gekleurde
platen. Deventer, Kluwer, [1897]. 51 blz. Vindplaats: PB

Nadine's Javaanse moeder Moesina is bijna altijd ziek. Ze leiden een armoedig
bestaan. Als Nadine in het bos hout sprokkelt helpt ze een aardmannetje met een
verstuikte enkel.
Als dank mag ze kiezen tussen mandjes met geld of een geneeskrachtige toverdrank.
Nadine kiest de geldmandjes en krijgt nu een rijk bestaan met haar moeder die ziek
blijft. De brouwsels van de kruidenvrouw Perita helpen haar niet en ook het
ziekenhuis biedt geen kans op beterschap. Nadine keert terug naar het bos en ruilt
de geldmandjes in voor de toverdrank.
Geannoteerde bibliografie 95

De plaatjes in dit sprookje werden ook opgenomen in De tooverspiegel en andere


verhalen door Dea Lize [ps.] en ThJ.A. Hilgers (zie no. 0163).

0167 Ahn-de Jongh, L. Goede kameraads. Deventer, Kluwer, [1898]. afbn.


Herdrukken: 2e druk met 6 lichtdrukken van C. Koppenol. Deventer, Kluwer, [c.
1900]. IV, 113 blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB

Frans, een muzikale Indische jongen is voor zijn HBS-opleiding in Nederland. Het
pleeggezin waarbij hij in huis is, dringt er bij zijn vader in Indië op aan dat Frans
muzieklessen mag nemen. Wanneer de zaken van zijn vader in Indië achteruit gaan,
moet hij zijn vioollessen staken. Een onverwachte muzikale ontmoeting heeft tot
gevolg dat hij toch doorzet en violist wordt.

0168 Cremer, A.F. Op expeditie tegen de Dajaks; met platen van J. van Oort. Amsterdam,
Van Dantzig, [1898]. 223 blz. Herdrukken: 2e druk [c. 1900]. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 40 N; 2e druk PB

Na een schipbreuk komen twee jonge circusartiesten, Max en Jack, op Java terecht.
Om in hun levensonderhoud te voorzien melden ze zich als vrijwilligers bij het
Nederlands-Indische Leger te Batavia. Max en Jack komen bij de reservetroepen en
worden al spoedig naar Borneo gestuurd.
Tijdens een gevecht worden ze door Dajaks gevangen genomen en naar hun dorp
meegevoerd. Daar wacht hen zeker de marteldood, maar omdat Max het zoontje van
het opperhoofd uit de muil van een krokodil redt mogen de soldaten in leven
blijven. Door tussenkomst van een rondreizende Chinese koopman wordt een
ontsnappingsplan beraamd. Op hun vlucht ontdekken ze ruwe diamanten waarmee
Max en Jack zich in Batavia uit de militaire dienst kopen en naar Amerika vertrek-
ken.

0169 Dea Lize [ps.]. Gezellige uurtjes bij -; met illustraties van I. Fokker. Deventer,
Kluwer, [1898]. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd, Serie B; no. 2.] Vindplaats:
Uitgeverscat./Brinkman

0170 Lingen, S[uze] van. Toetie's avonturen en Mariëtta; met 6 gekleurde platen. Almelo,
Hilarius, [1898]. II, 89 blz. [Jong Holland Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.]
Herdrukken: Dezelfde uitgave met een andere omslag verscheen in Deventer,
Kluwer, [1898]. IV, 89 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd, Serie B; no. 4.]; [2e
bewerkte en herziene druk] verscheen onder de titel: Toetie's avonturen en trouwe
vriendinnetjes; met 6 gekleurde platen. Deventer, Kluwer, [1899]. IV, 92 blz. [Lectuur
voor Jongens en Meisjes.]; [Bewerkte en herziene druk] verscheen onder de titel:
Toetie's avonturen; geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [1920].
IV, 151 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B
-Meisjesboeken; deel 18.]
Bevat tevens het Indische verhaal 'Mariëtta', dat eerder verscheen onder de titel
'Trouwe vriendinnetjes'.
96 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk (Hilarius) PB; Ie druk (Kluwer) KITLV cc 1528 N; 2e [bew. en


herz. druk] KITLV cc 780 N; [Bew. en herz. druk] PB

In de eerste twee uitgaven van 1898 staan in het verhaal 'Mariëtta' (blz. 43-89) ter
verduidelijking voor de jeugd in Nederlands-Indië een paar toegevoegde verklarin-
gen. In de tweede druk is het verhaal 'Trouwe vriendinnetjes' (blz. 49-92) een
bewerking van 'Mariëtta' waar de Indische fragmenten zijn weggelaten. Over een
ondernemend zesjarig meisje gaat het titelverhaaltje uit 'tempo doeloe'. Wanneer
Toetie - een Hollands meisje - regelmatig van huis wegloopt of bijna in een put
verdrinkt, vinden haar ouders het hoog tijd worden dat ze naar de grote school gaat.
Thuis heeft ze van haar moeder al leren lezen en schrijven.

0171 Loenen, Johan van. Drie vrienden; met 4 platen van [H.M. Krabbé]. Utrecht, Den
Haan, [1898]. 211 blz. Vindplaats: KITLV cc 2469 N

Het verhaal speelt in het gezin van een Nederlandse marineofficier in Den Helder,
die zojuist naar Atjeh is vertrokken. Zijn vrouw is met hun twee zoons en een
Indische neef achtergebleven. De neef is enig kind. Zijn Indische moeder is overle-
den en zijn vader is bestuursambtenaar in het pas voor de cultuur opengestelde Deli.
De vakanties worden doorgebracht op de buitenplaats 'Insulinde' bij Apeldoorn,
waar een oom woont, een gepensioneerd overste uit Indië. De Indische neef gaat
later studeren in Wageningen en komt op Java in de bosbouw terecht. Bevat verder
fragmenten met betrekking tot de Atjeh-oorlog.

0172 Louwerse, P[ieter]. Van dichtbij en verre; Verhalen voor jongens en meisjes; met 4 pltn.
Alkmaar, Kluitman, [1898]. VI, 160 blz.
Bevat twee verhaaltjes met Indische fragmenten: 'Een verbeuzeld leven' en 'De
scheeps-aap'. Vindplaats: UBL

Het eerste verhaaltje gaat over een Nederlandse militair die als koloniaal naar de
Oost gaat en na zijn dienstjaren in Nederland terugkeert en door luiheid en drank-
zucht in een inrichting (De Ommerschans) terechtkomt.
Het tweede verhaaltje betreft een heldhaftige matroos die in Sumatra de bemanning
van zijn schip bevrijdt uit handen van Atjehse zeerovers.

0173 Rije, AJ. van, en E.C. Houbolt. Herman 's eerste zeereis; [met illustraties van A.
Wything]. Amsterdam, Allert de Lange, [1898]. IV, 166 blz. Vindplaats: KITLV cc
1344 N/SH

Herman van Kniphuijsen uit Hoorn gaat in 1618 met schipper Willem IJsbrandszoon
Bontekoe mee naar de Oost. Als een van de weinigen keert hij behouden in
Nederland terug.

0174 Verre landen en vreemde volken', Een boek vol vertellingen, verzen en platen voor de
jeugd; ingeleid door AJ. Hoogenbirk. Amsterdam, Kirchner (Fernhout), [c. 1898]. 240
blz.
Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1461 N

Een bloemlezing van zendingsverhalen - voor het merendeel uit Nederlands-Indië


-met als doel 'zendingsvrienden' in Nederland te verwerven en begrip te kweken voor
de gebieden waar zendelingen werkzaam zijn.

0175 Brouwer, P. God zoekt het verlorene; [met 3 gekleurde platen]. Nijkerk, Callenbach,
[1899].
Herdrukken: 2e druk [1913]; 3e druk geïllustreerd door O. Geerling. Nijkerk,
Callenbach, [1924]. 94 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e
druk KITLV cc 1710 N

Jongeman uit een sociaal zwak milieu heeft geld weggenomen van het bedrijf waar
hij werkt om zijn speelschulden terug te kunnen winnen. Hij krijgt op staande voet
ontslag en raakt aan lager wal. Ten einde raad tekent hij voor zes jaar als koloniaal
naar de Oost. Zijn eerste dienstjaar brengt hij op Java door; daarna vertrekt hij met
een legeronderdeel naar Atjeh. Bij het veroveren van een bèntèng raakt hij zwaar
gewond en belandt hij in het hospitaal te Kota Radja. Een christelijke officier is met
het lot van de jonge gewonde militair begaan. Hij brengt hem tot het geloof van zijn
prille jeugd terug. Genezen, maar verder ongeschikt voor de militaire dienst, verlaat
hij Atjeh en keert naar Nederland terug.

0176 Coolsma, S. Ismaïl en Moerü; De eerstelingen uit de Soendaneezen. Rotterdam,


Bredée, [1899]. 34 blz., afbn. [Lichtstralen op den Akker der Wereld; Ie jrg., no. VI.]
Herdrukken: [2e] nieuwe druk; [omslagtekening van W. Hoogenbos]. Rotterdam,
Bredée, [1911]. 63 blz., afbn., krt.; 3e druk; [omslagtekening van C. Oudenaarden].
Rotterdam, Bredée, [1931]. 64 blz., afbn., krt.
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV q 450; 3e druk Brinkman

Een waar gebeurd zendingsverhaal uit Tjiandjoer (West-Java).


Onder felle tegenwerking van de hen omringende islamitische gemeenschap gaat een
Soendanees echtpaar, Ismail en zijn vrouw Moerti, omstreeks 1867 over tot het
christelijk geloof. Het is jammer dat de Bijbel nog niet in hun taal, het Soendanees,
is gedrukt (in 1877 verscheen Coolsma's vertaling van het Nieuwe Testament in het
Soendanees).
Wanneer zendeling Coolsma (die hen heeft begeleid en gedoopt) met zijn gezin
wordt overgeplaatst naar Buitenzorg, komen Ismail en Moerti bij hen logeren. Daar
worden ze in 1869 op het paleis ontboden door gouverneur-generaal Mijer en zijn
vrouw. Het zendingswerk heeft hun intense belangstelling en ze willen graag met
deze eerste twee Soendanese christenen kennismaken.

0177 Ila [ps.]. Lief en leed uit een meisjesleven', [met drie gekleurde platen]. Nijkerk,
Callenbach, [1899]. 64 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1924 N (fotokopie)

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Een Nederlandse procuratie-


houder verliest buiten zijn schuld zijn betrekking. Hij vertrekt met zijn gezin naar
Batavia, waar hem een baan op een handelskantoor is aangeboden. Zijn oudste
98 Geannoteerde bibliografie

dochter Louise moet bij familie in Nederland achterblijven voor haar schooloplei-
ding. Als haar vader in Indië komt te overlijden, keert haar moeder met het gezin
terug naar Nederland. Alle zorgen komen nu op Louise neer totdat ze jaren later
met een ingenieur trouwt en met hem naar Indië gaat.

0178 Kok, Truida. Twee zusjes; Een verhaal voor meisjes van 9-12 jaar, geïllustreerd door
Wilm Steelink. Amersfoort, Valkhoff & Van den Dries, [1899]. 212 blz. Herdrukken:
2e druk geïllustreerd door Nettie Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf,
[1906]. 173 blz. [Neerlands Jeugd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; nr. III.]; 4e
druk idem, [c. 1930]. IV, 172 blz. Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk OBA; 4e druk
OBA

Ouders gaan voor zaken naar Indië en hun kinderen komen bij grootmoeder in huis.
Bevat een Indisch fragment.

0179 Lingen, Sfuze] van. Polfy's gedenkschriften; De levensgeschiedenis van een poes door -.
Bandoeng, De Vries & Fabricius, 1899. VI, 114 blz., ills. Bevat poëzie. Vindplaats:
Bibl. Museum Nusantara, Delft

Jong poesje wordt geboren en grootgebracht bij een Hollandse familie te Semarang.
Wanneer het gezin met verlof naar Nederland gaat wordt poes naar Salatiga
vervoerd en komt door allerlei avonturen terecht in het gezin van een Javaanse
kebon. Hier krijgt hij niet zo'n uitgelezen behandeling en fijne kostjes te eten als bij
zijn Hollandse familie. Hij vervalt dan ook al gauw tot een lelijke en verwaarloosde
'kampongkat'. Via een omweg komt hij weer bij zijn eerste familie in Semarang
terug.

0180 Weruméus Buning, A. Sidin en ik; Een reisje over Java; [met foto-illustraties tussen de
tekst]. Amsterdam, Cohen, 1899. 195 blz. Vindplaats: KITLV b 187

Twee jonge matrozen, de Javaan Sidin en een Nederlandse jongeman, deserteren


van de Oost-Indiëvaarder 'Suzanna Cornelia' aan Java's noordkust. De Nederlandse
matroos verkleedt zich in sarong en baadje en zo vluchten ze het binnenland in, naar
de kampong waar Sidins familie woont.
Gewaarschuwd door een waronghoudster dat men de deserteurs op het spoor is,
moeten ze de kampong snel verlaten. Onderweg redt de Nederlandse matroos het
enig dochtertje van een planter van de verdrinkingsdood. De planter zorgt door
bemiddeling van een bestuursambtenaar dat de twee matrozen worden 'afgemon-
sterd' en ze komen in dienst op zijn suikeronderneming. Vanaf dat moment wordt
tussen blank en bruin, hoewel ze de beste vrienden blijven, het 'standsverschil' een
feit. De Nederlandse jongeman volgt de planter op als deze voorgoed naar Europa
vertrekt en trouwt diens dochter die hij het leven heeft gered. Op een gegeven
moment bepeinst hij zijn verhouding tot Sidin: 'Ja, zoo gauw raakt men gewend aan
een verheven positie in de maatschappij. Sidin, die naast den voerman of koetsier
voorop zat, op het verlengde van den bodemkar, rekende ik dus eigenlijk al niet
meer mee. Ik was nu de toewan blanda, de heer, en hij maar een gewone Javaan'.
Geannoteerde bibliografie

Behalve zijn eigen herinneringen heeft de auteur gegevens gebruikt uit tal van
artikelen en boeken om zijn verhaal zo levendig mogelijk te houden.

0181 Blekkink, E.J. Kees Huisman; geill. door C. Koppenol. Amsterdam, Becht, [1900]. IV,
228 blz.
Herdrukken: 2e druk [c. 1935]. 182 blz. [Voor Rakkers en Bengels.]
Bevat Indische fragmenten in het derde deel: 'Naar Indië'. Vindplaats:
Ie druk KITLV cc 486; 2e druk BBJ

Als boekhouder wordt Kees ten onrechte van diefstal beschuldigd. Er wordt geen
zaak van gemaakt, maar hij wordt op staande voet ontslagen. Uit wanhoop gaat hij
naar het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk en meldt zich bij het Indische Leger.
Tijdens een expeditie in Atjeh raakt hij zijn rechterarm kwijt. Terug in Holland
wordt hij gerehabiliteerd.

0182 Brouwer, W. Karel van der Heijden; met 12 illustraties. Amsterdam, Veen, [1900]. XI,
140 blz. Vindplaats: KITLV aa 291

Deze biografie legt de nadruk op de militaire loopbaan van de in 1826 te Batavia


geboren Indische generaal. In de vorige eeuw nam hij deel aan de belangrijkste
expedities, zoals in de jaren 1848-1849 in Bali, in 1850 in Palembang en in 1859 aan
de Bandjermassinsche Krijg. Veel later aan de Atjeh-oorlog in 1877. Tijdens de
verovering van een bèntèng bij Samalangan (Samalanga) raakt een kogel zijn
linkeroog. De onderwerping van Samalanga maakt diepe indruk op alle hoofden in
Atjeh en de rust keert terug. In 1878 wordt Van der Heijden tot generaal-majoor en
tevens tot gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden benoemd. Voor zijn uitste-
kende verdiensten krijgt hij de rang van luitenant-generaal. In 1879 legt hij de eerste
steen van de missigit te Kota-Radja die geheel voor rekening van de Nederlandse
regering zal worden gebouwd.
Zijn eervol ontslag als gouverneur van Atjeh en als militair bevelhebber aldaar wordt
hem afgedwongen omdat er in Batavia veel klachten over hem de ronde doen. Deze
zijn ongegrond. Van der Heijden vertrekt op 23 mei 1881 naar Nederland, waar hij
wordt gerehabiliteerd en benoemd tot Ridder-Grootkruis in de Orde van de
Eikenkroon. Op 5 november 1887 wordt Van der Heijden benoemd tot commandant
van het Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis 'Bronbeek' in Arnhem. Hij
vestigt zich daar tot zijn dood in januari 1900. Twee zonen van Van der Heijden
treden in zijn voetspoor en dienen ook in het Indische leger. Ze nemen beiden deel
aan de Lombok-expeditie van 1894, waarbij de jongste zoon Hubert sneuvelt en
Eduard een onderscheiding krijgt.

0183 Brouwer, W. Vriendschap - dankbaarheid; Twee verhalen voor jongens; geïllustreerd


door Wilm Steelink. Rotterdam, Wenk & Birkhoff, [1900].
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Vriendschap; geïllustreerd door A.
Rünckel. Alkmaar, Kluitman, [1909]. 155 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor
Jongens en Meisjes. Serie A - Jongensboeken; deel 5.]. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KB
100 Geannoteerde bibliografie

Het verhaal speelt voor het overgrote deel in Nederland en bevat Indische fragmen-
ten. Een tabakshandelaar/planter moet voor zijn zaken naar Indië. Omdat zijn vrouw
is overleden brengt hij zijn zoon Johan onder bij een hoofd van een lagere school
die nog twee jongens in de kost heeft. Hij leidt hen op voor het toelatingsexamen
HBS en gymnasium. Uit brieven blijkt dat Johans vader niet uit Indië zal terugkeren.
Johan studeert af als jurist en vertrekt naar Indië, waar hij na enige tijd eigenaar
wordt van een tabaksplantage.

0184 Dea Lize [ps.]. Indische vertellingen; met [twee] gekleurde platen. Almelo, Hilarius,
[1900]. 48 blz. [Dertig Cents-bibliotheek; no. 21.]
Bevat drie verhaaltjes: 'Ami' (blz. 1-30); 'Wat de kraaien al zoo vertelden' (blz. 31-
42) en 'De sirih-kaja' (blz. 43-48). Vindplaats: PB/KITLV cc 2022 N (fotokopie)

Het eerste verhaaltje speelt in Soerabaja waar vier schoolmeisjes op een gewelddadige
manier van hun sieraden worden beroofd door een Madoerees. Ami, de hond van een
van de meisjes, komt de dief op het spoor. Hij krijgt tien jaar dwangarbeid. De
schrijfster zegt aan het eind van dit avontuur over de hond: 'Zijn haat tegen de
inlanders was nu zoo sterk geworden, dat zelfs Clara hem zonder ketting niet meer
mee durfde nemen'.
Het daaropvolgende verhaaltje bestaat uit twee aparte vertellingen: een sprookje
over de melatibloesem en de geschiedenis van de Javaan Pah Darman, die zó gierig
is, dat zijn vrouw en kinderen van de honger weglopen.
Het derde verhaaltje vertelt over het ontstaan van de naam van een vrucht, de sirih-
kaja. Een arme Javaanse jongen, Kassim genaamd, gaat voor zijn moeder blaadjes
zoeken van de sirihplant, zodat zij haar sirihpruimpje kan blijven kauwen. Ze heeft
namelijk teveel schuld bij de waronghoudster om nog een sirihpruimpje te kunnen
vragen. Kassim vindt in het bos een verwelkte plant, waarvan de vruchten later
zoveel geld opbrengen dat ze er een rijk bestaan door krijgen. Behalve twee gekleurde
platen staat er in het boekje ook nog een aantal onscherpe zwartwit tekeningetjes. De
naam van de illustrator is niet vermeld.

0185 Gobius, T. Het Indische nichtje; [verhalen]; geïllustreerd door [L.W.R.] Wenckebach.
Amsterdam, Van Dishoeck, [1900]. VI, 162 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen als T. de Kruyff-Gobius; geïllustreerd door L.W.R.
Wenckebach. Alkmaar, Kluitman, [1909]. 167 blz. [Bibliotheek 'Ons Leesuurtje'.]; 4e
druk geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [c. 1928]. 160 blz.
[Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes. Serie B - Meisjesboeken; no.
6.]; 5e druk verscheen als T. Gobius; geïllustreerd door Willem Hardenberg. Alkmaar,
Kluitman, [1928]. 159 blz. [Bibliotheek 'Ons Genoegen', Serie B, Meisjes-boeken; no.
6.]. Vindplaats: Ie en 2e druk Uitg.cat; 4e druk KITLV cc 342 N; 5e druk BBJ

Alleen het titelverhaal bevat Indische fragmenten (blz. 3-51).


Tilly, een verwilderd Indisch meisje met een gevoelig karakter, komt voorgoed uit
Indië om bij haar Hollandse familie in Amsterdam te wonen. Haar tante heeft alle
begrip voor haar aanpassingsmoeilijkheden, vooral met haar Indisch-zijn op school.
Geannoteerde bibliografie 101

0186 Hilgers, ThJ.A. Op een koffieland; Een verhaal uit Java's binnenlanden; met 4 platen.
Deventer, Kluwer, [1900]. IV, 175 blz.
Herdrukken: Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Vacantie herinneringen uit
Java's binnenlanden (zie no. 0188). Vindplaats: KITLV cc 90

Twee Hollandse jongens van een onderwijzersfamilie uit Banjoewangi (Oost-Java)


logeren in de schoolvakantie op een koffieonderneming in Djamboe. De planter is
een goede vriend van hun vader. Ze zijn samen uit Nederland naar Java getrokken.
De planter legt zijn belangstellende logeetjes tot in details uit hoe eerst de woeste
gronden werden ontgonnen, hoe de verzorging van de koffietuinen plaatsvindt en
hoe de koffievruchten worden verwerkt tot koffiebonen.
Met hun gastheer maken de jongens een uitstapje naar de hoogvlakte van Idjen. In
de pondok, waar ze overnachten, komen een djaksa, een assistent-wedono en een
aantal politie-oppassers hen gezelschap houden. Ze zijn op zoek naar drie ontvluchte
Chinese opiumsmokkelaars. De volgende dag maken de jongens met de planter een
voettocht naar het blauwgroene kratermeer van Kawa, 7200 voet boven de zeespie-
gel. De laatste dag van de vakantie komen de ouders hun jongens ophalen. Onder-
weg zien ze drie zwaar geboeide mannen onder politiebegeleiding; het zijn de
Chinezen over wie de djaksa heeft verteld.
Bevat een legende over de heuveltop de Doodkist, zoals die indertijd door een
Javaan aan de koffieplanter werd verteld.

0187 Hilgers, ThJ.A. De schat van den Javaan; met 4 platen. Deventer, Kluwer, [1900].
IV, 163 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd. Serie C, no. 3.] Herdrukken: In
Brinkman vermeld onder de titel: De poesaka; Of, Het wonderwapen van de
Javaansche familie; met 4 platen. Deventer, Kluwer, [1900]. Vindplaats: KITLV cc
91/Brinkman

Geschiedenis van de Javaan Ardjo-di-Wirijo uit kampong Wangkal in de omgeving


van Banjoewangi. Van oudsher bezit zijn familie een prachtige kris waarvan het heft
is vervaardigd van fijn been, ingelegd met zuiver goud. Hij is zeer gehecht aan dit
wapen en wil dit dan ook voor geen prijs missen. Het is een erfstuk, een 'poesaka',
waarmee heel vroeger een tijger is gedood. Zo lang de kris in huis hangt ondervindt
zijn gezin en zelfs de gehele kampong geluk en bescherming. Toen nu op een keer
Ardjo-di-Wirijo de kostbare kris meenam naar een familiefeest te Glagah brak er
tijdens zijn afwezigheid brand in zijn dorp uit.
Volkomen geruïneerd keert Wirijo naar kampong Wangkal terug. Zijn eerlijkheid is
zo groot dat hij meteen al zijn land in pacht geeft aan Hollandse planters en bij hen
in dienst treedt om alle schulden terug te betalen aan de kampongbewoners die hem
indertijd hun geld en hun sieraden in bewaring hadden gegeven. Dit alles is nu door
het vuur vernietigd. Een rijke Chinees die de grote armoede ziet waarin Wirijo is
vervallen, maakt hem de kris op een listige manier afhandig. Door tussenkomst van
een assistent-resident ontvangt Wirijo zijn kris terug en daarmee ook zijn voorspoed.
De schrijver beoogt met dit verhaal de verschillende denkwijzen te verduidelijken,
namelijk de Javaanse opvatting die een beschermende kracht toekent aan de kris, en
de Europese die uitgaat van het eerlijke karakter van de persoon in kwestie die door
zijn grote hulpvaardigheid de macht bezit om ook anderen gelukkig te maken.
102 Geannoteerde bibliografie

0188 Hilgers, TH.J.A. Vacantie herinneringen uit Java's binnenlanden; met 4 platen.
Deventer, Kluwer, [1900]. IV, 175 blz. [Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie C,
no. 2.]
Herdrukken: Tegelijkertijd verschenen onder de titel: Op een koffieland; Een verhaal
uit Java's binnenlanden (zie no. 0186).
Vindplaats: KITLV cc 1439 N (fotokopie)

0189 Homoet, J.C. De bruine prins en zijne vrienden; Een verhaal uit de eerste jaren der
Oostindische Compagnie; met 8 platen [van A. Rünckel]. Nijkerk, Callenbach, [1900].
212 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 378 N

Historisch-romantisch verhaal dat op Java speelt tijdens de regering van sultan


Agoeng van Mataram en het Nederlandse bewind van Jan Pieterszoon Coen in
Batavia.
Een adellijke Javaanse jongeman, Boetolowo genaamd, raakt bevriend met een
Chinese kunstenaar die is verbonden aan het hof van sultan Agoeng, en met prins
Wira, een zoon van de legeraanvoerder van de sultan. Tijdens een toernooi in de
kraton heeft Boetolowo zonder dit te weten de sultan beledigd door het dragen van
een gele sarong. Hier staat de doodstraf op, maar Boetolowo kan nog ontsnappen.
Hij vlucht naar Batavia en wordt opgenomen in het huisgezin van de zendeling-
predikant Sebastiaan Dankaerts.
Ds. Dankaerts brengt Boetolowo de eerste beginselen bij van de christelijke gods-
dienst en zendt hem met zijn dochter Betje naar de school aan de Tijgersgracht.
Kinderen van Europeanen, Javanen en Maleiers ontvangen daar naast gewoon
onderwijs ook godsdienstlessen.
De drie vrienden - Boetolowo, Tsjiqua de Chinees en prins Wira - zijn elkaar even
uit het oog verloren, maar ontmoeten elkaar bij het politieke gebeuren van 1629 in
Batavia en omgeving. Het Javaanse leger onder bevel van prins Wira's vader - de
toemenggoeng Boereksa - valt de stad Batavia binnen om deze te veroveren voor
sultan Agoeng. Tijdens deze belegering ondervinden niet alleen Boetolowo, maar
ook zijn familie en vrienden bescherming van Ds. Dankaerts.

0190 Joop [ps.]. Nieuwe vertellingen en prentjes van -. Deventer, Kluwer, [c. 1900]. II, 61 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1362 N

Eerder verschenen onder de titel: De avonturen van Langstaart (zie no. 0165). In
deze bundel is toegevoegd het verhaaltje 'Baboe Sina' (blz. 52-61) dat een aandoen-
lijk beeld geeft van een vrouwelijke bediende en de aan haar zorg toevertrouwde
kinderen.

0191 Kramer, J.G. De kajuitsjongens van Admiraal Heemskerk; [tekeningen van H.M.
Krabbé]. Leiden, Sijthoff, [1900]. 214 blz.
Herdrukken: Herdrukt onder de titel: Met Heemskerk naar de Oost; met tekeningen
van Pol Dom. Amsterdam, De Gulden Ster, [1927]. 232 blz.; 2e druk [1929].
Vindplaats: Ie druk SKCB/KITLV cc 2410 N (fotokopie); 2e druk KB
Geannoteerde bibliografie 103

Geromantiseerd historisch verhaal over Andries van Merkenbach, een ontvoerde


zoon van een welgestelde Antwerpse koopman, die in april 1601 als kajuitsjongen op
de vloot van Heemskerk naar Indië zeilt. Op 6 februari 1602 valt het anker op de
rede van Bantam om een lading goederen in te nemen. Op weg naar de Molukken
doen ze Japara aan, waar ze door de vorst worden gevangen gehouden. In ruil voor
schietlood wordt een deel van de schepelingen vrijgelaten. Maar in de nacht worden
ze door Javanen overvallen. Andries kan met een paar maats ontsnappen om te voet
terug te keren naar Bantam. Onderweg, in de residentie Cheribon op de grens van
Krawang, houden ze rust. Een oude Javaanse grootmoeder die aan haar kleinkinde-
ren een sprookje vertelt over de herkomst van de namen van de bergen in de
omtrek, ontfermt zich over de Hollandse zwervers.
Voor ze Bantam terugzien overvalt een tijger de oudere matroos Krelis die, voor hij
zijn ogen voorgoed sluit, aan Andries bekent hem als klein kind te hebben ontvoerd
om later losgeld van zijn vader te eisen. In Bantam liggen nog een paar schepen van
de vloot van Heemskerk die naar het vaderland vertrekken. Andries gaat aan boord
en in Amsterdam volgt het gelukkig weerzien met zijn ouders.

0192 Lekkere krummels voor kleine hummels; Verhalen en versjes voor jongens en meisjes
door Thérèse Hoven, Ida Corn, Tfruida] Kok e.a.; verzameld door Thérèse Hoven;
met 4 gekleurde platen en 100 houtgravures. Amsterdam, Robbers, 1900. 130 blz.
Bevat 'Ons nieuw vriendje' Vindplaats: KB

Bevat een kort verhaal in briefvorm: 'Ons nieuw vriendje', waarin twee Nederlandse
kinderen in Batavia vriendschap sluiten met een voornaam Chinees jongetje. De
auteur van dit verhaaltje is niet bekend.

0193 Sint-Nicolaas; Geïllustreerde verhalen en versjes voor jongens en meisjes door Thjerèse]
Hoven, Chr[istine] Doorman, Truida Kok, Afgatha] Snellen, Th.[J.A.] Hilgers e.a.;
met gekleurde platen en illustraties. Zutphen, Van Belkum, [c. 1900]. 377 blz. Bevat
Indische verhaaltjes en Indische fragmenten. 'Recht houden. (Een ware
geschiedenis)' door Thérèse Hoven; 'Wonderlijke geleipotjes' door Truida Kok;
'Tommy' en 'Onze Baroe' door Nonnie Mary [ps.]; 'Ons nieuw vriendje' [auteur niet
vermeld]. Vindplaats: UBL

0194 Trio [ps.]. De ongelukkige tuinjongen. Deventer, Kluwer, [c. 1900]. 27 blz., afbn.
[Bibliotheek voor de Indische Jeugd; Serie A, no. 3.]
Bevat ook een gedicht 'De ongelukkige tuinjongen'; op muziek en woorden van G.H.
Prinsen Geerligs. Vindplaats: KITLV cc 1714 N (fotokopie)

Mevrouw Verheul zal ter ere van koninginnedag een klappertaart (kokostaart)
bakken voor haar kinderen Erna en Frits. Ali, de oude kebon, wordt gevraagd wat
klappers (kokosnoten) te halen. Omdat Ali niet meer zo jong is, ziet hij tegen dit
karweitje op. Tijdens het plukken valt hij uit de boom en hij breekt zijn been. Ali wil
geen dokter laten komen, maar de doekoen. Hij kan Ali echter niet genezen, zodat
de familie Verheul toch de dokter er bij haalt.
104 Geannoteerde bibliografie

Maar dan is het te laat: Ali's been wordt geamputeerd. Voortaan moet Ali zich
behelpen met een houten been en een kruk om op te steunen. Na dit ongeval blijft
Ali bij de familie Verheul in dienst, behoudt zijn loon en wordt door het gezin op
handen gedragen.

0195 Hilgers, ThJ.A. Uit zonneland; Land- en volkenkundige schetsen voor de jeugd in
sprookjes en vertellingen. Deventer, Kluwer, [1901]. 130 blz., ills. Vindplaats:
KITLV cc 495 N (fotokopie)

De schrijver van dit boekje wordt voor zijn werk overgeplaatst van Batavia naar
Malang. Tijdens de treinreis vertelt hij zijn gezin over de bijzonderheden van het
landschap. Onderweg, tussen Wlingi en Malang, ontstaat er oponthoud. Er heeft een
kolossale aardverschuiving plaatsgevonden. Om de tijd te doden vertelt een Malang-
se koffïeplanter een sprookje over de heilige waringin, het ontstaan van de stad
Malang en de vulkaan de Brorao.
Na verloop van een aantal uren kan de reis worden hervat en arriveert men in
Malang, de plaats van bestemming. Daar raakt het zoontje van de schrijver bevriend
met de oude schoolbediende Amat, die goed Hollands spreekt en schrijft, maar ook
prachtig sprookjes kan vertellen, onder andere over de Bromo en de Zandzee. Later
brengt het gezin een bezoek aan de koffieonderneming Madoeardjo van de Malang-
se koffïeplanter.
Samen met hem maken ze een voettocht door het Tenggergebergte. Een kamitoea
uit deze omgeving vertelt hen het sprookje van 'De wonderbare genezing van de
schoone prinses Dinar'.

0196 Naeff, Top [A. van Rhijn-Naeff]. De tweelingen; met 8 platen naar teekeningen van A.
Klinkhamer. Amsterdam, Becht, [1901]. Herdrukken: 4e druk [1906]; 7e druk [1915].
IV, 294 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk Brinkman; 7e druk PB

Het verhaal van Non (Abramine, ook wel 'Bram' voor intimi) die met haar even
oude zusje Annie op jonge leeftijd uit Indië naar Nederland is gekomen. Ze wonen
in huis bij hun grootvader - een gepensioneerd advocaat - en een zuurzuinige tante.
Non is donker van uiterlijk en wordt door grootvader liefkozend 'mijn nikkerkind'
genoemd. In tegenstelling tot haar blonde en meegaande zusje Annie is Non een
echte rakker. Ze wordt van school gestuurd en moet naar een meisjespensionaat in
Brussel om een 'jongedame' te worden. Omdat Non impulsief van aard is komt de
directrice van het pensionaat met de stereotype opmerking: 'Alle Indische kinderen
zijn driftkopjes'. Wanneer grootvader onverwacht overlijdt moeten de zusjes
voortaan in hun eigen levensonderhoud voorzien.

0197 As, G. van. In veilige haven. Nijkerk, Callenbach, [1902]. 111 blz., afbn.
Vindplaats: KITLV cc 355 N (fotokopie)

Een jonge timmermansknecht met een Verleden' tekent voor zes jaar Atjeh als
koloniaal. Zijn leefwijze wordt er echter niet beter op. Wanneer hij zwaar gewond
raakt kan zelfs zijn beste vriend hem niet op zijn geloofsweg helpen. Dood gewaand
blijkt hij nog in leven te zijn. Berooid en ziek komt hij in Nederland aan.
Geannoteerde bibliografie 105

0198 Boschma, Hilbrandt. Blank en bruin; (met illustraties van A. Rünckel). Rotterdam,
Daamen, [1902]. VIII, 213 blz. [Bibliotheek voor Hoofd en Hart.] Herdrukken: 2e
druk. 's-Gravenhage, Daamen, [1912]. VIII, 182 blz.; 3e druk. [omslagtekening van
J.G.K. en illustraties van A. Rünckel]. 's-Gravenhage, Daamen, [c. 1920]. VII, 180 blz.
Bevat woordenlijst. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 380 N; 2e druk OBA; 3e druk PB

Voor zijn opvoeding komt de weesjongen Leo, zoon van een Javaanse moeder en
een Nederlandse zendeling, naar Holland. Hij wordt begeleid door Bamboe, een
oudere Javaan die hem ook verzorgt. Wanneer Leo en Bamboe in het stadje
arriveren waar ze gaan wonen, worden ze door schooljongens uitgemaakt voor:
'menscheneter, heiden, schoorsteenveger'. De zachtmoedige Leo moet vernederingen
en gemene pesterijen verduren van zijn verwende Hollandse neef Rudolf. Later,
wanneer Rudolf door de Lombok-expeditie van 1894 invalide is geworden verzoent
hij zich met Leo die dan zendeling is.

0199 Brug, O. van der. Aan 't strand der Java-Zee. Rotterdam, Bredée, [1902]. 16 blz.,
prtn. [Korenhalmen; Vertellingen voor de Jeugd; no. 26.] Vindplaats: KITLV cc
2403 N (fotokopie)

In het kort wordt verteld over de komst van de islamitische godsdienstleraar Sjeiq
Ibn Maulana die in de 15e eeuw voet aan wal zette in de havenstad Cheribon.
Daarna volgt de geschiedenis van het christelijk zendingswerk in dezelfde stad en
haar omgeving vanaf 1864 toen de eerste zendeling, A. Dijkstra, daar aankwam. In
1866 was hij zover met het Javaans gevorderd dat hij zijn eerste openbare gods-
dienstoefening kon houden. Tot aan zijn dood in 1893 heeft hij onder Chinezen en
Javanen gearbeid die vaak veel haat en vijandschap moesten verduren van hun
familie.

0200 Hoekendijk, CJ. Een bezoek aan Indramajoe. Rotterdam, Bredée, [1902]. 16 blz., prtn.
[Korenhalmen; Vertellingen voor de Jeugd; no. 25.] Vindplaats: KITLV cc 2402 N

Aan de heer Z., een zendingsvriend, vertelt zendeling Hoekendijk over het ontstaan
van de eerste christelijke gemeente in Indramajoe (residentie Cheribon, West-Java)
waar de Chinees Ang Boeng Swi door het lezen van een Javaanse uitgave van het
Nieuwe Testament tot het christelijk geloof komt. In 1858 wordt hij met zijn familie
en enkele vrienden gedoopt door de predikant van Cheribon. In 1864 vestigt
zendeling DJ. van der Linden zich te Indramajoe. Om gezondheidsredenen wordt hij
in 1871 opgevolgd door zendeling J.L. Zegers onder wiens leiding de Lemahabang-
kerk wordt gebouwd. Van 1890-1899 is zendeling O. van der Brug (zie Aan 't strand
der Java-Zee door O. van der Brug (no. 0199)) in Indramajoe en vinden door zijn
werkzaamheid treffende bekeringen plaats. Midden in de buurt van de Chinezen
wordt een tweede kerk gebouwd, geschonken door de ouderling Tjan Hiang Eng.
Zendeling Hoekendijk komt begin 1900 naar Indramajoe als Van der Brug naar
Cheribon wordt overgeplaatst.
De zendingsvriend Z. bezoekt met Hoekendijk tijdens een samenkomst het nieuwe,
goedgevulde bedehuis, waarbij de voorganger een glimlach bemerkt op het gezicht
van zijn gast. 'en dat kon ik hem niet kwalijk nemen, want het zingen is in één
106 Geannoteerde bibliografie

woord slecht. Het gelijkt soms meer op noodkreten van schipbreukelingen dan op
een lied ter eere Gods.'

0201 Hoogenbirk, A.J. Op de hoogeschool des levens; Een verhaal. Nijkerk, Callenbach,
[1902]. 112 blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1863 N

Op zoek naar avontuur stapt Nicolaas Pietersz in juni 1600 aan boord van het
koopvaardijschip 'De Zwarte Arend'. Hij vaart mee als carga (cargadoor/ladingmeester)
en boekhouder in dienst van de Nieuwe Brabantsche Compagnie met bestemming
de handelspost Bantam op Java. Het wordt een rampzalige reis en zodra Nicolaas
voet aan wal op Java zet ziet hij kans om weer spoedig naar Nederland terug te
keren met de 'Dordrecht'. Hij heeft nauwelijks iets van de Oost gezien. Terug in
het vaderland wordt hij aangesteld als opziener en boekhouder op het kantoor van
de Oost-Indische Compagnie in Amsterdam.
(Naam zwart/wit illustrator niet bekend; slap kaftje in kleurendruk met initialen AR
(A. Rünckel?)).

0202 Jaeger, F.A.W. Reinout; [bandtekening en illustraties van Louis Raemaekers].


Groningen, Wolters, 1902. IV, 260 blz. Vindplaats: KITLV cc 2149 N/UBL

Op het deftige internaat 'Heiderust' in Gelderland zijn twee jongens uit Java: de
donkere Emil Lansing, zoon van een Indisch landheer, en de blonde Reinout
Stadama, zoon van een koopvaardijkapitein. Beiden volgen middelbaar onderwijs en
hun vakanties brengen ze door op het internaat omdat ze geen familie in Nederland
hebben. Op een van hun tochtjes in de omtrek komen ze in aanraking met de heer
Warental, de eigenaar van villa 'Insulinde'. Hij is een rijke Indische suikerplanter uit
Oost-Java.
De heer Warental heeft Reinouts vader goed gekend toen die nog aan het Konings-
plein in Batavia woonde. Reinout kan zich daar niet veel meer van herinneren. Van
zijn vader weet hij nauwelijks iets af; zijn moeder overleed toen hij nog heel jong
was. Op villa 'Insulinde' ontmoet Reinout de grootgrondbezitter Braun, die onge-
woon veel belangstelling voor hem heeft en zelfs zijn studie wil financieren. Met goed
resultaat verlaat Reinout op zestienjarige leeftijd het internaat. Hij gaat in Amsterdam
in pension en volgt daar de handelsschool. Maar wie zijn financiën beheert, is hem
niet duidelijk. Totdat kapitein Reeving - een vriend van zijn vader -onverwacht
opduikt. Deze onthult de geheimzinnigheid rond zijn inmiddels overleden vader die
indertijd een eigen schip, de 'Hollandia' bezat. Samen voeren zij met een Javaanse
bemanning naar de kust van Atjeh. Daar was na de opheffing van de blokkade veel
vraag naar Europese goederen. Op de kust van Simajoe laat een sjahbandar
kapitein Stadama in de val lopen. Bij controle door de havenpolitie worden oude
voorlaadgeweren aan boord gevonden. Een Atjeher heeft zich in het schip laten
opsluiten om 's nachts deze wapens binnen te kunnen smokkelen. Kapitein Stadama
wordt opgebracht naar het plaatselijke hoofd, Toekoe Amat van Simajoe, een door
opiumgebruik ontaarde hadji. Achteraf geen onbekende voor Stadama, die deze
Arabische fanatiekeling meemaakte toen hij als zeeofficier diende bij de
onderwerping van Simajoe door het Nederlandse gezag. De sjahbandar en Toekoe
Amat spelen onder één hoedje om Stadama te ruïneren. Na een hevig
Geannoteerde bibliografie 107

gevecht ontsnapt Stadama. Met Reeving en een handjevol Javaanse matrozen vlucht
hij met een sloep de haven uit.
Als doodgewaande vluchteling probeert Stadama bemoeienissen met het Nederland-
se gouvernement uit de weg te gaan. Op Oost-Celebes gaat hij nu voor rekening van
inheemse reders, rijke Arabieren en Makassaren, varen. Stadama wordt weer een
gefortuneerd man. Terug in Europa vestigt hij zich onder de naam Braun op Duits
grondgebied, in de buurt van villa 'Insulinde', dichtbij Reinout. Op zijn laatste reis
vindt hij het zeemanskerkhof.
Met deze geschiedenis van kapitein Reeving ontvangt Reinout uit handen van de
heer Warental het testament van zijn vader.

0203 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Van de reis mee thuisgebracht; Vertrouwelijk
gekeuvel met grootere kinderen. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1902]. 299 blz. 3
losse deeltjes. Deel 1. [1902]. 87 blz. (no. 8). Bevat ook poëzie en notenschrift. Deel
2. [1902]. blz. 88-192. (no. 9). Met foto's tussen de tekst waarop Nellie's kinderen
staan. Deel 3. [1902]. blz. 193-299. (no. 10). Met foto's tussen de tekst waarop
Nellie's kinderen staan. [De Volks-kinderbibliotheek van Nelllie; 2e groep, nos. 8, 9
en 10.] Vindplaats: KITLV cc 1681 N

In het eerste deeltje staan een paar opmerkingen over Indië toen Nellie en haar man
op Java verbleven.

0204 Osselen-van Delden, [B.E.] van. Twee vrinden. Amsterdam, Allert de Lange, [1902].
Herdrukken: 2e geïllustreerde druk Amsterdam, Allert de Lange, [1914]. 156 blz..
Vervolgd als: Grootmoeder en kleinzoon (zie no. 0223). Vindplaats: Ie druk Brinkman;
2e druk KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten over de Hollandse jongen Arthur die uit
Indië is gekomen en voor zijn HBS-opleiding bij zijn grootmoeder in Nederland
woont.

0205 Brouwer, P. Uit nood en dood gered; [met twee chromolitho's van A.P.]. Nijkerk,
Callenbach, [1903]. 80 blz.
Herdrukken: 2e druk [1910; met illustraties van O. Geerling]. 78 blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 395 N

De reis van schipper Willem IJsbrandtzoon Bontekoe met het schip 'Nieuw Hoorn'
op weg naar Java in opdracht van de Oost-Indische Compagnie. Onderweg vergaat
het schip en worden onmenselijke ontberingen geleden. Slechts een handjevol
schepelingen bereikt Java.

0206 Melati van Java [ps. van N.M.C. Sloot]. Het boschmeisje; met 4 illustraties. Amster-
dam, Vivat, [1903]. 159 blz.
Herdrukken: 2e druk Amsterdam, Veen/De R.K. Boekcentrale, [1920]. 197 blz. [geen
illustraties]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1505 N; 2e druk Brinkman
108 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt grotendeels in Frankrijk, waar een totaal


verwilderde jonge vrouw wordt ontdekt in de tuin van een landgoed. Wanneer het
meisje door de bewoners van het kasteel tot een niveau van beschaving is gekomen
laat men haar in Parijs testen door een wetenschapsman. Het blijkt een Hollandse te
zijn, afkomstig uit Menado (Celebes). Het schip waarmee zij met haar ouders van
Indië naar Europa reisde is voor de Franse kust vergaan. Vóór zij echter bij haar
gefortuneerde grootouders in Amsterdam komt, tracht een neef die tot dan toe de
enige erfgenaam was haar uit de weg te ruimen.

0207 Vries, W.P. de. Midan de Dajak; Een oorspronkelijk verhaal uit de binnenlanden van
Borneo; met 8 illustraties van L. Groen. Amsterdam, Uitgeversmij Vivat, [1903]. 158
blz.
In vertaling verscheen dit boek onder de titel: Hikajat Midan, orang Dajak; Maleise
vertaling van F.B. Sanders. Amsterdam/Soerabaia, Graauw, z.j. 176 blz., afbn.
Vindplaats: KITLV cc 1531 N/BMN; Maleise vertaling KITLV hh 1407

Oud-zeeofficier Van Haaien (oom Henk) vertelt aan zijn neefje Koos de geschiede-
nis van de jonge Dajak, Midan, die hij in Pontianak uit handen van valsspelende
Maleiers heeft gered. Midan wil graag met Van Haaien mee als bediende. Ze varen
met de stoomboot - waarvoor Midan in het begin doodsbang is vanwege de boze
geesten - naar de rivier de Sambas. Ze reizen verder naar Montrado waar Midan
verbaasd is over het grote aantal Chinezen dat hier werkt aan de ontginning van de
goudmijnen.
Er tussendoor vertelt oom Henk aan zijn neefje Koos over de Chinezenopstand
tegen het Nederlandse gezag (2 juni 1853). Hij weet hoe Chinese kooplieden
argeloze Dajaks kunnen uitbuiten door hun bosprodukten op een slimme manier
afhandig te maken. Waar Chinezen in de meerderheid zijn proberen ze Dajaks vaak
uit te roeien. Ook rondzwervende Maleiers bedriegen en bestelen Dajaks en ze
aarzelen niet om graven van voorname Dajaks leeg te plunderen. Midan maakt een
oversteek mee naar Batavia. Van hieruit vaart Van Haaien naar Borneo om een
kruistocht tegen zeeroof te ondernemen in de Celebeszee. Als het schip in
Bandjermasin aanlegt en Midan terug wil naar het binnenland, hoort hij dat dit
levensgevaarlijk is. Er zijn hadji's die de kampongs afreizen en ontevreden
Maleiers opzetten tegen de Dajaks en de 'Kompenie'. Tegen beter weten in wil
Midan naar zijn kampong terugkeren. Hij vraagt Van Haaien om raad. Op zijn
oorlogsschip neemt hij Midan mee tot Koetei, waar ze afscheid nemen. In veiligheid
kan Midan nu zijn kampong bereiken.

0208 Flier, A. van der. Van Jacatra tot Batavia; Historisch romantisch verhaal; [bandtekening
en illustraties van A. Rünckel]. Nijkerk, Callenbach, [1904]. 154 blz. Vindplaats:
KITLV cc 1659 N

Om de financiële nood van zijn moeder (die weduwe is) te lenigen, vertrekt de
vijftienjarige klerk Jan Willemsz uit Hoorn in 1618 naar de Oost. In Jacatra komt hij
onder Jan Pieterszoon Coen te werken die is verwikkeld in de strijd tegen de eerste
sultan van Bantam, de Engelsen en de koning van Jacatra, pangeran Wizia Garama.
Jan komt in contact met pangeran Mian, een jeugdige pleegzoon van de pangeran
van Bantam. Mian blijkt een verwende en despotische jongeling te zijn. Na de
vestiging van Batavia op de puinhopen van Jacatra heeft Jan door zijn kordaat
optreden de rang van onderkoopman gekregen. Tijdens de belegering van Batavia
Geannoteerde bibliografie 109

door de troepen van de soesoehoenan van Mataram wordt Jan opnieuw geconfron-
teerd met Mian als deze in het kasteel van Batavia zijn laatste adem uitblaast.
Voortdurend wordt de tegenstelling opgeroepen tussen christendom en islam. Het
verhaal eindigt in 1629 met de dood van Jan Pieterszoon Coen en de terugtrekking
van het leger van de soesoehoenan van Mataram.

0209 Gerth van Wijk, A.M. De jeugd van Djimin. Batavia, Kolff, 1904. II, 35 blz. Bekroonde
novelle voor de prijsvraag, uitgeschreven door de Groep Nederlandsen Indië van het
Algemeen Nederlands Verbond (A.N.V.). Vindplaats: KIT/KITLV cc 1058 N
(fotokopie)

De Verheffing van de Inlander' Djimin, zoontje van een huisbediende, dat opgroeit
met de jongste zoon van een Nederlandse controleursfamilie op Java. Djimin
ontwikkelt zich zó goed dat de controleur meer van hem wil maken dan een gewone
huisjongen. Dikwijls laat hij Djimin schrijfwerk verrichten en brieven bezorgen, zodat
hij betrokken raakt bij bestuurszaken. Via Djimin verneemt hij dan regelmatig wat er
onder de mensen in de dessa leeft. Samen met de familie reist Djimin per boot naar
Nederland, echter niet als bediende, maar als passagier. In Nederland is hij onder
andere getuige van de kroning van Koningin Wilhelmina. Bij de terugreis naar Indië
zegt Djimin vol dankbaarheid tegen de familie dat ze 'van een kleine inlandse jongen
een mens hebben gemaakt!'

0210 Hoven, Thérèse. Knap Suusje - blauw vlindertje. Alkmaar, Kluitman, [1904].
Herdrukken: 4e druk verscheen onder de titel: Knap Suusje en andere verhalen; [met
illustraties van A. Rünckel]. Alkmaar, Kluitman, [1918]. 160 blz. [Ons Genoegen;
Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B. Meisjesboeken; no. 11.] ; 5e druk
[1926]. idem. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 1312 N; 5e druk
Brinkman

Alleen het titelverhaal 'Knap Suusje' bevat een paar Indische fragmenten. Het
verhaaltje speelt in Nederland waar de getrouwde zus van de tweeling Suusje en
Truus voor herstel van haar gezondheid uit Indië overkomt.

0211 Hoven, Thérèse. Tante Stanny; met 20 illustratiën naar foto's door Henri A. Fuik. 's-
Gravenhage, Fuik, [1904]. IV, 253 blz. Vindplaats: KITLV cc 771 N

Onverwacht wordt het rustige Haagse leventje van een dertigjarige ongehuwde tante
verstoord door de komst van vier weesjes. Het zijn de kinderen van haar aan cholera
overleden broer en schoonzus die in de binnenlanden van Indië zijn opgegroeid. Ze
begrijpt niets van hun aanpassingsproblemen, het verdriet om hun ouders en het
heimwee naar het Indische leven. Hadden de kinderen vroeger een (lijf)baboe, nu
hebben ze een afstandelijke kinderjuf. Tante denkt dat een goede verzorging meer
dan voldoende is.

0212 Kooy-van Zeggelen, M.C. Jong Java's lief en leed; Drie verhalen voor kinderen van 10-
15 jaar, met een inl. van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Rotterdam,
Masereeuw & Bouten, [1904]. IV, 106 blz., afbn. [Volks-kinderbibliotheek; no. 32.]
110 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk met oorspr. teekn. van G.B. Hooijer. 1910. VIII, 112 blz.; 3e
druk verscheen onder de naam: Marie [C] van Zeggelen. 1921. 99 blz.
Bevat de verhalen 'Pa Kromo' (2e druk blz. 1-16; 3e druk blz. 11-23); 'Rama' (2e
druk blz. 17-39; 3e druk blz. 24-41); 'Een desajongen' (2e druk blz. 40-112; 3e druk
blz. 42-99).
Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 617; 3e druk KITLV cc 251 N

Pa Kromo is een bejaarde huisbediende. Hij kan er maar niet toe besluiten met zijn
werk te stoppen. Pas wanneer hij voelt dat de arbeid hem te zwaar wordt wil hij
graag bij zijn getrouwde zoon gaan inwonen. Maar zover zal het niet komen omdat
plotseling een bandjir (overstroming) de gehele rijstoogst van zijn zoon heeft
vernietigd. Pa Kromo moet nu wel doorgaan met werken. Hij mag blijven wonen op
het erf van de Hollandse familie bij wie hij in dienst is.
Rama hoedt iedere dag de geitjes van haar grootmoeder, samen met haar buur-
jongen Nassid die koeien weidt voor een rijke Javaan. Eens gaat Rama met groot-
moeder mee naar de stad waar ze eigengemaakte koekjes verkoopt aan een rijke
Hollandse familie. Het verwende enig dochtertje Louise wil dat Rama bij haar blijft.
Nu Rama de weelde heeft gezien bij Louise wil ze graag bij haar in huis wonen.
Onder dwang van Louise wordt Rama aangespoord tot het stelen van allerlei
lekkers. Wanneer ze op heterdaad wordt betrapt, vlucht ze naar haar grootmoeder.
Nassid is blij dat zijn vriendinnetje terug is. Hij had Rama tevoren gewaarschuwd:
'Je zult wel zien dat je niet bij blanke mensen hoort'.
'Een desajongen'. Ming, een kleine Javaanse kippen- en koekjesverkoper, is een
leergierige jongen. Hij onderneemt van alles om maar te leren lezen en schrijven.
Zijn oudere zusje Jem die werkt in het huis van de Javaanse regent probeert hem te
helpen, zó zelfs dat haar baantje op het spel komt te staan.

0213 Noordwal, Cornélie. Nina Donker, [met tekeningen van Meta Cohen Gosschalk].
Utrecht, Bruna, [1904]. 303 blz. Herdrukken: 3e druk [1917]. idem. Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1442 N

Bevat fragmenten over twee Indische jongetjes, weesjes, van wie de vader als
kapitein in Atjeh is gesneuveld, en die in Nederland zijn geadopteerd.

0214 Sterkenburg, O.G. Insulinde en de zending; Een leesboek voor huls en school. Rotter-
dam, Bredée, 1904. VIII, 168 blz., prtn., afbn. en krtn.
Herdrukken: 2e herziene druk Rotterdam, Bredée, [1908]. VIII, 185 blz., prtn., afbn.
en krtn. Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk BZO

Korte schetsen over zendelingen en hun arbeid op de zendingsvelden in Nederlands-


Indië en Suriname, 1596-1902.

0215 Tervooren, Lina. Sprookjes uit Indië; geïllustreerd door Agnieta Gijswijt. Alkmaar,
Kluitman, [1904]. 118 blz. Herdrukken: 2e druk [1904]. Bevat een vertaling van de
Maleise woorden. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 78 N+
Geannoteerde bibliografie 111

Een achttal korte vertellingen waarin de Javaanse invloed overheerst en de dieren-


wereld een schakel is tussen Europeanen of Javanen.
Aan het verhaal 'De Pontianak' is hier een andere betekenis gegeven dan de
gebruikelijke. Het betreft geen vrouwelijk spook dat als 't donker wordt op zoek gaat
om onschuldige kinderen te roven, maar de ziel van een gestorven moeder die in de
gedaante van een vogel naar de aarde terugkeert om haar kind te kunnen zien. 'Bij
de dwarsneuzen' vertelt hoe rijst het hoofdvoedsel van de Javaan is geworden.

0216 Tuuk, Titia van der. Met verlof in 't vaderland; [met illustraties van Leo Gestel].
Amsterdam, Vennootschap 'letteren en Kunst', [1904]. 239 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1424 N

Hollandse houtvester komt uit Indië met verlof bij zijn zuster in Gelderland. Hij
brengt haar gezin in contact met twee Nederlandse kinderen - broer en zus - uit
Java. Ze zijn naar Nederland gekomen omdat hun moeder ziek is en hun vader te
veel in beslag wordt genomen door zijn suikeronderneming. Zie ook: Lydia van der
Mark. Het logeetje uit Indië (no. 0613)

0217 Hermanna [ps. van A.H. Schlüter]. De zusjes van de Berkenhoeve; geïllustreerd door
A. Rünckel. Alkmaar, Kluitman, [1905]. 191 blz. [In de vacantie; Bibliotheek voor
Jongens en Meisjes; Serie B - Meisjesboekjes. Deel 1.]
Herdrukken: 2e druk [c. 1908]. 207 blz.; 3e druk [1918]. 176 blz.; 5e druk [1926]. 194
blz.
Vindplaats: Ie druk BBJ; 2e druk KITLV cc 2157 N; 3e druk Brinkman; 5e druk
Brinkman

Het verhaal speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee Hollandse
schoolmeisjes, van wie de ouders in Indië verblijven. Ze logeren bij hun oma, die in
een dorp in een bosrijke omgeving woont. Eén van hun poppen heet Sidin, de
Indische bediende, waarmee ze buiten spelen. Tijdens hun spel horen ze ineens
fjuitmuziek, waarop ze een dansje maken. De muzikant is een straatarme Joodse
jongen die in een plaggenhut woont. Hij rammelt van de honger en benijdt pop Sidin
die koek krijgt voorgezet: ' 'k Wou, dat ik die bruine was. Hij heeft geen honger en
krijgt toch wat!'
Als hun ouders langer in Indië blijven dan is afgesproken, gaan de zusjes in pension
in de stad om daar hun schoolopleiding voort te zetten.

0218 Jehu, Felicie. Nel, de ontembare. Almelo, Hilarius, [1905]. afbn.


Herdrukken: 3e druk met bandontwerp van J. Gabriëlse en illustraties van A.
Rünckel. Utrecht, Bruna, [c. 1920]. 216 blz.; 4e druk geïllustreerd door Netty
Heyligers. Alkmaar, Kluitman, [1925]. 189 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor
Jongens en Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e
druk KITLV cc 1346 N; 4e druk Brinkman

Speelt in Nederland waar de zestienjarige onhandelbare Nel zich heeft misdragen


tegenover haar gouvernante. Ze wordt naar een pension voor jongedames in
Amsterdam gestuurd. Daar kan haar gedrag niet meer worden beïnvloed door Toet,
112 Geannoteerde bibliografie

haar Indische vriendin. Toet is een grote baas en door en door verwend door de
toegeeflijkheid van haar moeder.

0219 Keiler, Ida. Ismaël's eerste zendingsreis. Nijkerk, Callenbach, [1905]. 157 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel -.Ismaëls eerste zendingsreis; Verhaal
voor de jeugd; [met vier platen van W. Hoogenbos]. Nijkerk, Callenbach, [1913]. 158
blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1751 N; 2e druk KB

Bevat een paar Indische fragmenten over Ismaël en Benjamin, twee zoontjes van een
zendelingsechtpaar uit Batavia die met de 'Elviera' uit Tandjong Priok naar Neder-
land vertrekken voor hun opvoeding. Later keert Ismaël als zendeling terug naar
Java.

0220 Marie [ps.]. Bijna gestrand; Een verhaal; [omslag en illustraties van A. Rünckel].
Nijkerk, Callenbach, [1905]. 48 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten over de jongeman Albert die door omgang met een
slechte kameraad van huis wegloopt. Hij tekent voor soldaat bij het Indische leger.
Aan boord ontmoet hij een degelijke christelijke soldaat die hem tot zelfs in Indië
op het rechte pad probeert te houden. Albert krijgt later een eervolle vermelding
voor zijn krijgsverrichtingen in Atjeh. Aan een van deze gevechten houdt hij een stijf
been over en is hij ongeschikt voor de militaire dienst. Als de Verloren zoon' keert
Albert naar Nederland terug.

0221 Melati van Java [ps. van N.M.C Sloot]. Orchidee. Utrecht, Bruna, [1905]. 285 blz.,
afbn.
Herdrukken: 2e druk idem; [met illustraties van A. Rünckel, 1905]. 285 blz.; 3e druk.
Amsterdam, De R.K. Boek-Centrale, 1915. IV, 185 blz. Vindplaats: Ie druk KHA; 2e
druk KITLV cc 801 N; 3e druk KITLV cc 426 N

Speelt in Utrecht en bevat Indische fragmenten over een bestuursambtenaar uit de


Molukken die voor zijn gezondheid en voor de studie van zijn enige dochter
Orchidee naar Holland is gekomen. Ook een oude Javaanse baboe die erg aan
Orchidee is gehecht, woont bij hen. Vader en dochter gaan zó in hun studie op dat
ze niet alleen zichzelf, maar ook de baboe verwaarlozen die longontsteking krijgt en
overlijdt. Hun vroegere leefwijze op het eenzame eiland Makau (bij Banda) heeft
vader en dochter vervreemd van de maatschappij. Een levendige student in de
medicijnen doorbreekt hun tobberig bestaan.

0222 Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Van blond en bruin; Kinder-levensbeeldjes
bijeengebracht door -. Amsterdam, Cohen, [1905]. 323 blz. Bevat het Indische
verhaal: 'Hoe geluksvogeltjes kweelen; Uit het Dagboek van Mama N'.
Vindplaats: OBA
Geannoteerde bibliografie 113

0223 Osselen-van Delden, [B.E.] van. Grootmoeder en kleinzoon; (Vervolg van 'Twee
vrinden'); met plaatjes. Amsterdam, Allert de Lange, [1905]. Herdrukken: 2e
druk idem, [1919]. 176 blz. Vervolg van: Twee vrinden (zie no. 0204).
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk PB

Arthur komt uit Indië en woont al twee jaar bij zijn grootmoeder in huis voor zijn
schoolopleiding. Om gezondheidsredenen komen zijn ouders met zijn zusjes en
kleine broer onverwacht naar Nederland en brengen ook Sipa, een Soendanese
baboe, mee. Sipa is een niet alledaagse verschijning in het dorp. Op een wandeling
met het jongste broertje in haar slendang heeft ze veel bekijks. Sipa weet dat de
dorpsjongens haar nalopen en lachen, maar daar is ze best tegen opgewassen. Een
vriend van Arthur maakt dan de opmerking: 'Neen, ze zijn hier zoo kwaad niet, in
de stad zijn ze heel anders'.

0224 Penning, L. Onder de vlag van Jan Pz. Coen; met een honderdtal illustraties naar
penteekeningen van J.H. Isings Jr. Rotterdam, Daamen, 1905. VI, 327 blz.
Herdrukken: 2e druk 1917. Vindplaats: Ie druk KITLV i 539; 2e druk Brinkman

Een romantisch historisch verhaal rond de persoon van Jan Pieterszoon Coen en
twee van zijn Hoornse jeugdvrienden, de opperkoopman Reinier Trouw en de
schoolmeester Izaak Wolders. Alle drie gaan ze naar Java, Coen en Trouw voor de
VOC naar Bantam; Wolders naar de Compagniesschool te Batavia, waar hij
kinderen van Javanen en Mardijkers les geeft in lezen, schrijven, rekenen en hen de
eerste beginselen bijbrengt van de christelijke godsdienst.
Coen en Trouw worden het slachtoffer van list en intriges door de eveneens uit
Hoorn afkomstige opperkoopman van de VOC, de half-Portugees Pedro Ewouts. Hij
staat in nauw contact met prins Boereksa, de aanvoerder van het leger van sultan
Agoeng van Mataram. De sultan wil Batavia veroveren en de Hollanders uit Java
verdrijven. In dit leger bevindt zich een pupil van Izaak Wolders, de Javaanse
jongeman Prawira. Onder de banier van de islam trekt hij ten strijde tegen de
Hollanders en sneuvelt.

0225 Schmidt auf Altenstadt, A. von. Jack's gedenkschriften; met illustraties van J.B.
Midderigh-Bokhorst. Haarlem, Loosjes, 1905. VIII, 144 blz. Vindplaats: KITLV
cc 1511 N

Belevenissen van een hondje dat uit Amsterdam een zeereis maakt naar Batavia. Het
moet wennen aan het tropische land en aan zijn tehuis bij een gegoede Hollandse
familie. Na terugkeer in Nederland is Jack een 'Indische' hond geworden. Hij heeft
het land aan de beperkte leefruimte en aan de deuren in het bijzonder.

0226 Korff, A.B. Een vacantie-reisje van een Hoüandschen jongen naar Java; Een oorspron-
kelijk jongensboek; [met foto-illustraties en tekeningen van A. Rünckel en Joh[an]
Braakensiek]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1906]. IV, 256 blz.
Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel: Een Hoüandsche jongen naar Java;
[met] illustraties van W[am] Heskes. Dordrecht, Pieters, [c. 1928]. 157 blz.; [3e druk]
verscheen onder de titel :Een vacantiereisje naar Java; [met illustraties van W.
114 Geannoteerde bibliografie

Heskes], Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1930]. 178 blz. [Tip-Top Serie; no.
7.].
Vindplaats: Ie druk Bibl. Museum Nusantara, Delft; 2e druk KITLV k 257; 3e druk
KITLV cc 295 N

De eerste druk verschilt van de latere drukken. In de derde druk is een tekening van
W. Heskes opgenomen die niet in de tweede druk voorkomt, namelijk een op de
Javaanse overvallers schietende Piet, de Hollandse jongen, die met zijn vader op een
suikeronderneming logeert.
Piet, een vijftienjarige HBS'er, gaat met zijn vader uit Nederland op zakenreis door
Java. Ze bezoeken allerlei cultuurondernemingen. In de omgeving van Djokjakarta
maken ze een kètjoepartij mee bij een suikerfabrikant. Het hoogtepunt van hun reis
is het bezoek aan de regent van Blitar en zijn vrouw.

0227 Savornin Lohman, Anna de. In den opgang; Boek voor jonge meisjes; geïllustreerd door
Willy Sluiter. Alkmaar, Kluitman, [1906]. IV, 219 blz. Vindplaats: KITLV cc 1975 N

Speelt in Den Haag en bevat een paar fragmenten over tante Poppie (Adèle) - een
Indische dame - getrouwd met een Hollandse zeeofficier. Tante loopt thuis altijd in
sarong en kabaai rond en ze heeft een hekel aan 'die echt-Hollandsche zuinigheden'.

0228 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. De tante van het duinveld; met
teekeningen van C. Rovers. Amsterdam, Veen, [1906]. IV, 211 blz. Herdrukken:
[Herdruk]. Dordrecht, Morks, [1910]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1547 N;
[Herdruk] Brinkman

Speelt op de grens van Den Haag en Scheveningen. Bevat Indische fragmenten over
een familie die uit Java is gerepatrieerd, scholieren uit Indië die voor hun opvoeding
in Nederland wonen en de hoofdpersoon die met een pas afgestudeerde ingenieur
trouwt en met hem naar Indië vertrekt.

0229 Bassecour Caan, [H.B.] de la. Samoea en Ronto; [met illustraties van O. Geerling].
Nijkerk, Callenbach, [1907]. 54 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV q 742

Beschrijft het dagelijks leven van de Toradjabevolking tussen 1887 en 1907, waar
toen nog regelmatig koppen werden gesneld.
In 1892 arriveren de zendeling Albert C. Kruyt en zijn vrouw. Hij probeert hun taal,
het Barée, te leren. De bevolking beschouwt Kruyt als een spion van de 'Kompanie'.
Men probeert Kruyt en zijn vrouw door goena-goena ziek te maken. Als dit niet het
gewenste resultaat heeft, wil men hem laten vermoorden. Maar ook deze poging
mislukt. Naderhand komt het zendelingsechtpaar Adriani-Gunning over om een
school in Posso op te zetten. In 1906 komt er een militaire expeditie in de Posso-
streek om de Toradja's en andere stammen te bevrijden van de heerschappij van de
vorst van Loewoe, die ook de Hollanders wil verjagen. Het rijk van deze vorst wordt
aan de Nederlands-Indische regering onderworpen.
Geannoteerde bibliografie 115

Het verhaal bevat gegevens over het dodengebruik bij de Toradjakoppensnellers, het
ceremonieel bij de rijstoogst, een aantal raadsels en een muizenfabel.

0230 [Borst, L.]. Aan de leden van het Rotterdamsch Kinder-Zendingsgenootschap. Rotter-
dam, Van Sijn, [1907]. 16 blz., prt. Vindplaats: BZO

Brief van zendeling L. Borst uit Weltevreden (Batavia) aan de kinderen van boven-
genoemd zendingsgenootschap. Reisverslag van Rotterdam met de boot 'Kawi' en
zijn aankomst in Batavia.

0231 Elizabeth [E. Kuipers-van der Koogh]. Twee vriendinnen; met illustraties van Jan
Sluyters. Amersfoort, Valkhoff, [1907]. 132 blz. Vindplaats: KITLV bb 193 (In:
Katalogus van leesboeken. Batavia, 1913)

Jet wordt door haar ouders uit Indië naar een Hollandse kostschool gestuurd. Ze
sluit vriendschap met een gehandicapt meisje.
Volgens een recensie doen de illustraties van Jan Sluyters de tekst geen eer aan.

0232 Junius, S.H. Twee Hoüandsche jongens op reis. Rotterdam, Boogaerdt Jr., 1907. VIII,
195 blz., afbn., kit. Vindplaats: KITLV cc 2088 N

Bevat Indische fragmenten over de Keeling- of Cocoseilanden waar de twee Hol-


landse zeelui na geleden schipbreuk belanden en geholpen worden door de jonge
mevrouw Ross, die getrouwd is met de kleinzoon van de bekende J.G. Qunies Ross,
gouverneur van dit eilandenrijkje. Op Java maken zij kennis met een Hollandse
theeplanter die hen gastvrij onthaalt. De jongelui komen in aanraking met kina-
planters met wie ze een uitstapje maken in de omgeving van Lembang en de vulkaan
Tangkoeban Prahoe beklimmen.

0233 Slooten, Augusta van. Lucie van Hees; geïllustreerd door Jan Sluyters. Amsterdam,
Becht, [1907]. VIII, 341 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1298 N

Bevat een Indisch fragment over een weduwnaar die voor drie jaar naar Indië gaat
en zijn twee dochtertjes in Holland moet achterlaten.

0234 Been, Joh. H. Uit ons heldentijdperk; geïllustreerd met oorspronkelijke historiepren-
ten onder toezicht van G. van Rijn. Amsterdam, Van Looy, 1908. XII, 285 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel: Van Neêrlands helden; geïllustreerd
met oorspronkelijke historieprenten. Amsterdam, Uitgeversmij 'Groot Nederland',
[1929]. IV, 192 blz. [Jongensboeken van 'Groot Nederland'.]. Bevat vier
hoofdstukken met betrekking tot Nederlands-Indië: 'De noordelijke doorvaart'; 'De
weg naar Indië'; 'Een waagstuk'; 'Nog eens Indië'.
116 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk KB/OBA; 2e druk KB

'De noordelijke doorvaart'. De mislukte poging om een andere zeeroute via de


Noordpool naar Indië te vinden door Willem Barentsz en Jacob van Heemskerck,
1596-1597.
'De weg naar Indië'. De reis van Jacob van Heemskerck naar Java in 1598 en de
strijd aldaar tegen de Portugezen en de Bantammere.
'Een waagstuk'. De oorlog die Jan Pieterszoon Coen voert tegen de Engelsen en de
Javanen in 1619. De stichting van Batavia.
'Nog eens Indië'. Sultan Ageng (Agoeng), de soesoehoenan van Mataram, belegert
in 1628 en 1629 Batavia. Coen leidt de verdediging, maar sterft onverwachts in de
nacht van 20 op 21 september 1629.

0235 Deun, J. van. Twee vrienden; De levensgeschiedenis van een karrepaard en een kam-
ponghond; geïllustreerd naar photo's en penteekeningen van de schrijfster. Weltevre-
den, Visser, 1908. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KB

Lotgevallen van Bruin, een te vroeg afgejakkerd paard, eigendom van een Javaanse
koetsier uit Soerabaja. 's Avonds heeft Bruin gezelschap van een uitgemergelde
zwerfhond. Ze vertellen elkaar hun levensverhaal waarin volwassenen vaak wreed en
ongevoelig zijn, kinderen daarentegen niet. Vooral de hond treft het goed wanneer
hij door een blind Hollands meisje regelmatig wordt gevoerd. Ze mag hem houden
als verjaarsgeschenk en hij krijgt de Javaanse naam Klito, hetgeen 'trouw' betekent.
Klito blijft zijn vriend Bruin 's avonds opzoeken totdat deze van ellende bezwijkt.

0236 Kooy-van Zeggelen, M.C. Feestavonden; Drie verhalen voor kinderen van 8 tot 10 jaar.
Inleidend woord [van] Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]. Rotterdam, Mase-
reeuw & Bouten, [1908]. IV, 96 blz. [Volks-Kinderbibliotheek; no. 66.] Herdrukken:
Herdruk verscheen onder Marie C. van Zeggelen. Feestavonden. Amsterdam,
Uitgeversmij 'Groot Nederland', [c. 1930].
Bevat twee Indische verhaaltjes: 'Sint Niklaasavond (Een Indische geschiedenis)'
(blz. 3-22) en 'Kerstmis' (blz. 23-54). Vindplaats: KITLV cc 1612 N; herdruk PB

Het eerste verhaal vertelt over een afgelegen garnizoensplaats (vermoedelijk op


Celebes) waar het Nederlands officierszoontje Frans met zijn moeder Javaanse en
Soendanese kazemekindertjes op Sinterklaasavond een verrassing bezorgt. De tweede
vertelling speelt zowel in Indië als in Nederland. Om beurten vertellen de maan en de
zon aan de schrijfster hoe een Hollandse schooljongen uit Indië in Nederland voor
het eerst een Kerstavond bij zijn familie meemaakt, maar ook hoe zijn ouders, broer
en zusjes in Indië dit feest gewoonlijk vieren. De maan zegt tegen de schrijfster:
'Och, menschenkind, als ik in Indië schijn, dan kan ik bijna huis aan huis zoo'n
waterlandertje ontdekken om een lief zoontje of dochtertje dat ver weg is. Als we al
die tranen van Vaders en Moeders bij elkaar konden doen zou er misschien al een
heele rivier zijn!'
Geannoteerde bibliografie 117

0237 Kooy-van Zeggelen, M. G De gouden kris; Een verhaal uit de nieuw veroverde streken
van Zuid-Celebes; Voor kinderen van 12 jaar en daarboven; met een inleidend woord
van Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey]; met teekeningen van de schrijfster en
foto-illustraties. Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1908]. 315 blz. [Volks-kinderbi-
bliotheek; no. 68-71.]
Herdrukken: 2e druk met een inleidend woord van C. van Vollenhoven; met 9 platen
[van M.C Kooy-van Zeggelen en J.G. Sinia]. Amsterdam, Scheltema & Holkema,
[1919]. XII, 212 blz.; 3e druk verscheen onder de naam Marie [C.] van Zeggelen,
[1928]; Herdruk met platen van E.J. Veenendaal. Amsterdam, Uitgeversmij 'Groot
Nederland', [c. 1930]. 211 blz.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1500 N/BMN; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV e
155; herdruk PB

Het jongetje La Ballo wordt opgevoed door zijn oom Aroe Lipa, stammend uit een
oud vorstelijk Boeginees geslacht. Aroe Lipa, een rechtschapen en geliefd man, heeft
zich onderworpen aan het Nederlands bestuur waardoor zijn macht nu beperkt is tot
de functie van districtshoofd. Hij is de halfbroer van La Ballo's vader, Deng Pabéle,
een bergrover die zich niet aan de blanda's wil onderwerpen. Na een zware twee-
strijd belooft Aroe Lipa de roversbende, onder wie zich ook Deng Pabéle bevindt,
uit te leveren. Zijn gouden kris laat hij als onderpand achter bij de Nederlandse
gezaghebber. Wanneer La Ballo de kris probeert te bemachtigen wordt hij door La
Tjoebo, een listige oproerkraaier, ontvoerd. La Tjoebo zet zijn bergvolk aan tot een
roekeloos verzet, waardoor het Nederlandse leger wordt gedwongen tot het onderne-
men van een strafexpeditie. Er vallen slachtoffers onder de opstandelingen. Deng
Pabéle vlucht, maar vindt zijn dood in de 'Kuil van Satan', een ravijn. Zijn zoontje
La Ballo wordt gered en de gouden kris teruggevonden.

0238 Kramer, J.G. Met Roggeveen de wereld om; Historisch verhaal uit de 18e eeuw;
geïllustreerd door Tjeerd Bottema; met een kaart van Roggeveens reis. Bussum, Van
Dishoeck, 1908. VIII, 259 blz.
Herdrukken: 2e druk. Alkmaar, Kluitman, [c. 1925].
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2529 N; 2e druk KB/OBA

In zijn voorbericht vermeldt de auteur dat hij onder andere gebruik heeft gemaakt
van Roggeveens 'Dagverhaal' (1721-1722) dat in 1838 door het Zeeuwsch Genoot-
schap der Wetenschappen werd uitgegeven. Het boek bevat drie Indische hoofdstuk-
ken: 'Roggeveen had gelijk'; 'Over hardvochtigheid en koffie' en 'Batavia in de
achttiende eeuw'.

0239 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. De jongens van de club; met 'n zestal plaatjes naar
teekeningen van Jan Visser. 's-Gravenhage, Daamen, [1908]. 260 blz. Vindplaats:
KITLV cc 2100 N

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over de vijftienjarige schooljongen Henk,


die tot zijn zesde jaar in Indië heeft gewoond. Zijn vader, die vroeger in Holland
timmerman was, is nu zendeling op Java. Zijn moeder is in Indië overleden. Henk
woont bij familie in Amsterdam en wil ook zendeling worden.
Zijn vriend Pim die het boek Blank en Bruin van Hilbrandt Boschma (zie no. 0198)
heeft gelezen, raakt zo onder de indruk van Henks verhalen over het zendeling zijn
in Indië, dat hij ook naar de Zendingsschool wil gaan. Voor beide vrienden loopt het
118 Geannoteerde bibliografie

anders af. Henk wordt zó ziek dat hij overlijdt en huiselijke omstandigheden
dwingen Pim om zijn liefste wens op te geven.

Stamperius, J. Neêrland weer vrij, 1908. Zie no. 0524

0240 Bassecour Caan, H.B. de la. Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis. Doetin-
chem, Drukkerij Misset, [1909]. 46 blz., afbn., pit. Vindplaats: BZO

Bewoners van het eiland Banggai (Celebes) worden door zeerovers overvallen,
weggevoerd en vermoord. Jongetje dat alleen is overgebleven wordt als pleegzoon
opgenomen in het gezin van een zendeling op Ternate. Later wordt hij verpleger in
het Diaconessenhuis in Batavia. Dit is een waar gebeurd verhaal. Zie ook: M.C.
Kooy-van Zeggelen. Het zeerooversjongetje (no. 0333)

0241 Betsy [ps. van B. de Heer]. Het Oostersche nichtje; Een paaschverhaal. Nijkerk,
Callenbach, [1909]. 47 blz., afbn.
Herdrukken: 3e opnieuw bewerkte druk; met illustraties van O. Geerling. Nijkerk,
Callenbach, [1922]. 47 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2105 N

Nanny wordt na de dood van haar Indische moeder door haar Hollandse vader naar
zijn familie in Nederland gestuurd. In het begin is er geen land met haar te bezeilen.
Nanny is zowel door haar moeder als door haar baboe bedorven. Wanneer ze
terloops een bijgelovig praatje opvangt van dienstbode Jaantje over een blanke huid,
maakt ze een geheim plannetje. Als dit mislukt brengt dominee Velthof met een
psalmtekst Nanny tot betere gedachten.

0242 Brouwer, C. Mijn oom Torn. [Neerbosch], Neerbosch' Boekhandel, [1909]. 39 blz.,
afb.
Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV cc 1964 N

Bevat een Indisch fragment. Omstreeks 1854 vaart een jonge matroos uit Hellevoet-
sluis op een geladen driemaster naar Batavia en vervolgens naar de Wijnkoopsbaai
(Zuid-Java) om koffie te laden. Op een tochtje te paard in het binnenland zorgt een
troep wilde varkens voor een angstig avontuur.

0243 Heijden, J. van der. Indisch prentenboek. Amsterdam, De Bussy, [1909]. 14 blz. Deel
1. Bedienden en beroepen. [Verdere delen niet verschenen.]. Vindplaats: KITLV
Prentenverzameling 3/240 (incompleet; 2 afbn. ontbreken)

Gekleurde prenten met een onderschrift in het Maleis en in het Nederlands.

0244 Slooten, Augusta van. 't Pension van tante Saar, geïllustreerd door Jan Sluyters.
Amsterdam, Becht, [1909]. VI, 321 blz.
Geannoteerde bibliografie 119

Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1637 N/OBA

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over het Indische meisje Lili van den Berg.
Ze is in pension omdat haar ouders - die in Indië wonen - haar een lastig en
moeilijk opvoedbaar kind vinden. Lili wordt nogal eens uitgescholden om haar
bruine huid en ze krijgt daardoor een ingewortelde hekel aan haar eigen donker
gezichtje. Vooral wanneer een troep straatjongens haar sarren met: 'Nikker, zwart
monster, roetmop, Chinees, bruine boon' en 'Nikker met je bruine knikker!' Dan is
de maat vol en gooit ze in haar grote woede een steen door een winkelruit.

0245 Wehl, Nannie van [ps. van S.J.A. Lugten-Reys]. Vooruitgestuurd; met teekeningen van
G. van Doorn. Amsterdam, Veen, [1909]. IV, 175 blz. Vindplaats: KITLV cc 741 N

Hartje winter komt de Indische Frida ['nonnie'] met haar oude lijfbaboe Amina in
Holland aan. Voor haar schoolopleiding gaat Frida bij grootmoeder wonen aan de
Laan van Meerdervoort in Den Haag. Frida is opgegroeid op een koffie-onderne-
ming bij Bandoeng. Haar moeder is overleden en haar vader en jongere zusje zijn
achtergebleven. In de gezellige sfeer van familie en vrienden wordt Frida direct
opgenomen en heeft ze nauwelijks heimwee naar Indië. Door haar familie- en
kennissenkring wordt Frida om haar mooie stem gevraagd niet alleen Europese
liedjes te zingen, maar vooral 'het Maleise lied, de Stamboel'. Ze doet dat op een
voortreffelijke manier.
Wanneer de zelfmoord (zelfverdrinking) van een zeebaboe ter sprake komt die door
haar mevrouw niet alleen tekort is gedaan in salaris, maar die bovendien kou en
honger heeft geleden gaat Frida op haar kordate manier naar die vrouw toe en gaat
daar driftig tekeer. Het tweede huwelijk van haar vader maakt haar woedend en
opstandig. Een telegram uit Indië met het doodsbericht van haar jongere zusje
brengt Frida tot inkeer en ze is bereid haar tweede moeder en haar stiefzusje te
accepteren.

0246 Buul, T. van. Kardi en andere verhalen. Bussum, Van Dishoeck, [c. 1910]. 176 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1607 N

Bloemlezing waarin twee korte Indische verhalen 'Vendutie' (blz. 138-143) en 'Kardi'
(blz. 165-167) zijn opgenomen, afkomstig uit Heilig Indië van J.B. Ruzius welk boek
in 1905 bij bovengenoemde uitgeverij verscheen.
Beide verhaaltjes spelen op Java. Het eerste beschrijft de veiling van een inboedel
van een vertrokken controleur en het tweede de toewijding van een Javaanse
bediende.

0247 Hasselt, F.J.F. van. Petrus Kafiar, de Biaksche evangelist. [Utrecht], Utrechtsche
Zendings-Vereeniging, [c. 1910]. 62 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BZO/KITLV q
3851 N (fotokopie)
120 Geannoteerde bibliografie

De schrijver, zendeling te Kwawi in Nieuw-Guinea, begint met de korte geschiedenis


over de ontdekking in 1616 van het Schouteneiland, nu Biak genaamd, dat door de
Nederlanders Schouten en Le Maire is ontdekt. Daarna volgt een beschrijving van de
natuur en van de bewoners van het dorp Maudorri, waarvan omstreeks 1880
Singhadji Oerembo het hoofd is. Wanneer hij in 1885 overlijdt, overvallen mannen
uit Koredo onverwacht het dorp omdat ze weten dat de bewoners er op uit zijn om
voorbereidingen te treffen voor het dodenmaal. Na de inval blijkt dat Nosseni, de
zoon van Singhadji, is geroofd om als slaaf verkocht te worden. Als koopwaar gaat
hij van hand tot hand, totdat hij bij een ambeer (vreemdeling) uit Ternate komt. Het
is een christen-timmerman die nog een paar vrijgekochte pleegkinderen in zijn huis
heeft opgenomen.
Nosseni wordt in 1887 gedoopt door zendeling J.L. van Hasselt (de vader van de
schrijver) en krijgt de naam Petrus. Het is in 1894 dat de schrijver van dit verhaal
Petrus ontmoet in Depok (Java), waar hij wordt opgeleid tot zendelinghelper om
later in zijn geboortedorp Maudorri het evangelie te verbreiden. Zie ook: J.L.D. van
der Roest. Van slaaf tot evangelist; 'Petrus Kafiar' (no. 0272).

0248 Ljoen, Julie van. De onafscheidelijken; Een verhaal voor bakvisschen. Amsterdam,
Uitgeversmij 'Vivat', 1910. VIII, 230 blz. Vindplaats: KITLV cc 2361 N

De hechte band tussen twee HBS-meisjes in Den Haag: de Indische Non van Lanen
en haar Hollandse vriendin. Behalve een korte beschrijving van Nons uiterlijk wordt
er verder niet gesproken over haar Indische achtergrond.

0249 Mets Tz[n]., W. De goochelaar, met illustraties van Jan Rinke. Buitenpost, Kalis, [c.
1910]. 214 blz. Vindplaats: KITLV cc 1664 N

De jonge Hollandse bootsman en goochelaar Piet ontmoet op zijn zeereis naar Indië
een Engelsman die is geïnteresseerd in zijn goochelkunst. In Java gaan ze van boord
en reizen samen langs de belangrijkste stadjes: Piet als goochelaar, de Engelsman als
zijn impresario. Aan het einde van de toernee blijkt dat de Engelsman Piet heeft
bestolen en met de noorderzon is vertrokken. Ten einde raad monstert Piet aan op
een Duits schip met bestemming Cooktown in Australië. Onderweg loopt het schip
op een rif te pletter. Met een sloep bereikt Piet de kust van Nieuw-Guinea, waar
Papoea's het op zijn leven hebben voorzien. Dank zij zijn goochelkunst weet hij zijn
leven veilig te stellen. Nu hij gedwongen is hier te blijven leert hij de Papoea's
netten te boeten, fuiken in kreken te plaatsen en meer praktische zaken waardoor
hij in hun achting stijgt. De hoofdman wil zelfs zijn dochter aan Piet uithuwelijken.
Voor het echter zo ver komt is Piet hen ontsnapt op een Engels oorlogsschip dat de
kuststreek van Nieuw-Guinea in kaart brengt. Piet komt in Cooktown terecht en hij
gaat in het binnenland van Australië zijn geluk beproeven op de goudvelden. De
zeer primitieve omstandigheden, het grote drankmisbruik en de weinige goudkorrels
doen Piet besluiten voorgoed naar zijn vaderland terug te keren.

0250 Mets Tz[n]., W. De pleegkinderen. Amsterdam, Cohen, [c. 1910]. IV, 180 blz., afb.
Vindplaats: PB; Niet in Brinkman
Geannoteerde bibliografie 121

Bevat Indische fragmenten. Bootsman Jaap Kraling wordt na de dood van zijn
scheepsmaat Hein Baarhof voogd over diens dochter en zoon. Zijn pleegzoon komt
als scheepsjongen bij hem aan boord; zijn pleegdochter gaat naar de kweekschool.
Wanneer zij is geslaagd dwingen omstandigheden haar om een betrekking buitens-
lands te zoeken. Ze wordt gouvernante van twee Hollandse meisjes op een afgelegen
plantage op Java. Het toeval wil dat ze in Batavia haar doodgewaande pleegvader en
haar broer terugziet.

0251 Vletter, A.C.C de. De roode molen; met platen van Nelly Spoor. Meppel, Ten Brink,
[1910]. IV, 172 blz. [Juliana Bibliotheek; no. IV.] Herdrukken: 2e druk [1920].
Vindplaats: Ie druk SH; 2e druk KB

Loerie, een Indische jongen, woont in Nederland voor zijn schoolopleiding. Hij is bij
een leraar in huis en zit op het gymnasium. Loerie is driftig van aard en daagt
iedereen uit om met hem te vechten. Ook Pim van de dokter. Ze blijken even sterk
te zijn en sluiten vriendschap. Loerie wordt opgenomen in de vriendenkring van Pim.
Een oude vervallen molen bezorgt hen een paar opwindende maanden.

0252 Wehl, Nannie van [ps. van S.J.A. Lugten-Reys]. Do en Lo Verster, met platen van
Louis Raemaekers. Meppel, Ten Brink, [1910]. IV, 179 blz. Herdrukken: 2e druk
[1919]. [Juliana Bibliotheek; no. III.]; 3e druk [c. 1922]. 182 blz. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1392 N

Hoewel de twee hoofdpersonen Nederlandse kinderen zijn, bevat het verhaal voor
het merendeel Indische fragmenten.
In de Delistraat in Den Haag houdt juffrouw Bergsma haar pension voor 'eenzame
kinderen', veelal scholieren van wie de ouders in Indië wonen en werken. Juffrouw
Bergsma staat uitstekend bekend bij de Indische families die hun kinderen zelf
kwamen brengen of ze vooruit stuurden. Nu wonen de Indische meisjes Stientje en
Loesje bij haar, van wie de moeder naar Indië teruggaat. Ze weet de bedroefde
kinderen te troosten. Op een dag arriveert het Indische meisje Non die al negen
pensions heeft 'afgewerkt'! Maar ook bij juffrouw Bergsma heeft ze het in de kortste
keren verbruid. Non dwingt door haar onmogelijk gedrag af dat ze terug kan naar
Indië; een baboe komt haar ophalen. Daarna komen Elly en Toetie, twee Hollands
uitziende zusjes, van Ambon waar ze een vreselijke aardbeving (1898) hebben
meegemaakt. Over vijf jaar zal hun vader, die officier-machinist is bij de gouverne-
mentsmarine, voorgoed naar Nederland terugkeren. Op de Haagse voorjaarskermis
ontmoeten de meisjes twee reisgenootjes van de boot: de Javaanse prinsjes Raden
Mas Sasra Kartana en Raden Mas Hoessein (Djajadiningrat) die bij een statige
kolonelsweduwe in pension zijn.

0253 Alkema, B. Kiekjes uit de Soendalanden; Geschreven voor kinderen. ['s-Gravenhage],


Nederlandsche Zendingsvereeniging, 1911. 231 blz., afbn.
Herdrukken: 2e verbeterde en aangevulde druk [1914]; 3e druk Rotterdam. [1917].
Vindplaats: Ie druk UBL; 2e druk KITLV b 321
122 Geannoteerde bibliografie

Een oud-zendeling vertelt over het Soendanese landschap, de rijstbouw en het


dagelijks leven van de inheemse bevolking, en over de islam als de godsdienst
waarmee de zending wordt geconfronteerd.

0254 Bassecour Caan, H.B. de la. Kamo en Rano; Met een inleidend woord door Jan
Ligthart. 's-Gravenhage, Bootsma, [1911]. VIII, 84 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc
129

Twee Javaanse vriendjes krijgen een verschillende godsdienstige opvoeding. Rano


komt na het overlijden van zijn moeder bij een christelijke oom te Modjowarno in
huis. Karno gaat naar zijn grootvader Kjai Abdoerahman te Sidoardjo en wordt
onderricht in de Koran. Zijn grootvader staat onder invloed van een zogenaamde
mahdi (profeet), genaamd Kassan Moekmin.
Deze is fel gekant tegen de Nederlandse regering. Hij organiseert een opstand die
door de resident en zijn hulptroepen wordt neergeslagen. Er vallen slachtoffers,
onder wie Karno's grootvader. Als Karno weer thuis is bij zijn vader valt de beslis-
sing dat hij in dezelfde christendessa naar school zal gaan als zijn vriendje Rano.

0255 Hoogenbirk, AJ. Uit verlies winst; Een verhaal; [omslag en illustraties van O.
Geerling]. Nijkerk, Callenbach, [1911]. 109 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Bevat een kort Indisch fragment en speelt omstreeks 1782. De Hollandse weesjongen
en scheepsmaat Jan Velders is op de thuisreis aan boord van de Oostindiëvaarder
'Amsterdams Welvaren' die door een Engels schip wordt overvallen voor de Spaanse
kust.

0256 Jehu, Felicie. Wies Ongeluk; geïllustreerd door Nelly Spoor. Alkmaar, Kluitman,
[1911].
Herdrukken: 3e druk [1925]. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes;
Serie B, Meisjesboeken.]; 4e druk geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluit-
man, [1928]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B,
Meisjesboeken.]; 5e druk geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1934].
idem.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 1761 N; 5e
druk Brinkman

Speelt in Nederland. Bevat een paar korte fragmenten over een zeeofficier die voor
drie jaar zijn gezin verlaat om in Indië dienst te doen.

0257 Louise v.d. E. [ps.]. Philip's loopbaan; [omslagtekening en illustraties van J.G.
Gerstenhauer]. Rotterdam, Bredée, [1911]. 72 blz. Op de omslag staat de
schrijfster vermeld onder het pseudoniem Louisa. Vindplaats: KITLV cc 1871 N

Bevat Indische fragmenten over de jonge Hollandse scheepsmonteur Philip die voor
drie jaar naar Java gaat. Aan boord sluit Philip vriendschap met een zendeling en
Geannoteerde bibliografie 123

zijn gezin van wie de drie oudste jongens in een Zendingshuis in Nederland zijn
achtergebleven voor hun opvoeding. Bij deze familie is hij later regelmatig een
welkome gast tijdens zijn vrije dagen. Wanneer de postbode een brief uit Indië aan
Philips vader overhandigt merkt hij op: 'Ze zeggen, dat 't in Indië, voor de jongelui
een gevaarlijk land is, en dat zij aan zooveel verzoekingen blootstaan. Maar onze
Philip zal zich een Christen toonen, dat geloof ik zeker.' Over Java en zijn bewoners
wordt als zodanig niets verteld. Het gaat hier duidelijk om de christelijke boodschap.

0258 Bassecour Caan, [H.B.] de la, en Aletta Hoog. Kijkjes in een ver land; [omslag en
illustraties van J.G. Gerstenhauer]. Nijkerk, Callenbach, 1912. 79 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 137

Dit verhaal beschrijft de komst van de zending naar het kustplaatsje Lobbo op één
van de Talaudeilanden, ten noordoosten van Celebes (boven Menado). Voor die tijd
wordt het eiland nog overvallen door koppensnellers uit Siauw en zetten Chinese of
andere handelaars, die de bevolking bedriegen of afpersen, voet aan wal. De
bevolking wordt overgehaald tot het drinken van arak en aangezet tot dobbelen. Zo
komen de Lobboërs in de schuld te staan en worden ze als slaven aan een radja
verkocht.
Wanneer op een van de omliggende eilanden een pokkenepidemie uitbreekt, wordt
een geestenprauwtje, voorzien van tabak en etenswaren, met de ziektegeest, aan de
zee geofferd. Het dobbert richting Lobbo, maar door het getij wordt het weggedre-
ven. Toch wordt Lobbo door de pokken geteisterd. Velen sterven.
De nieuwe denti volgt zijn aan pokken overleden voorganger op. Hij is door de radja
aangesteld, maar het heeft hem wel een centje gekost. Dit heeft hij verdiend bij de
toewan pendita waar hij nootmuskaatvruchten hielp plukken. Aan de zendeling heeft
hij toen ook beloofd geen druppel sagoweer meer te drinken. Zo heeft hij leren
sparen.
Hij heeft bovendien gemerkt dat de kinderen naar school gaan en de volwassenen
door toedoen van de zendeling nu goed kunnen rekenen en Maleis spreken.
Voortaan zullen ze niet meer door Chinese of andere handelaars worden afgezet of
misbruikt. Ze hebben geen angst meer voor de geesten en ze zijn ook niet bang voor
de dood.
Veertig jaar later zijn er ook christenen op Lobbo. De zoon van de denti kijkt met
dankbaarheid terug op de veranderingen ten goede in zijn huis en in zijn dorp.

0259 Bauer, C[lémence] M.H. Een Indisch troepje; met bandteek, en 10 platen van Rie
Cramer. Gouda, Van Goor, [1912]. V, 182 blz. Herdrukken: 2e druk 1918. 190 blz.;
3e druk 1920. 190 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk OBA; 2e druk KITLV cc
500 N; 3e druk PBL

Verloftijd van een Hollandse ingenieur, zijn Indische vrouw, hun vier kinderen en de
baboe in Den Haag. Ze wonen dichtbij grootmoeder en haar kleindochtertje Aukje.
Als het gezin naar Soerabaja teruggaat, blijft Etty, het oudste meisje, achter voor
haar schoolopleiding. Ze komt bij oma in huis en zo krijgt Aukje gezelschap.
124 Geannoteerde bibliografie

0260 Bauer, Clémence M.H. Een nieuwe wereld in; Verhalen voor kinderen van 6-12 jaar,
met bandteekening en 10 platen van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor,
[1912]. 159 blz. [Voor 't kleine volkje.] Herdrukken: 2e druk [1917]. Bevat het
verhaal: 'Van Pim en Peter' (blz. 59-84). Vindplaats: Ie druk OBLG; 2e druk
Brinkman

In het verhaal: 'Van Pim en Peter' komen Indische fragmenten voor.

0261 Ovink-Soer, E. [Marie C.E.]. De Canneheuveltjes; Een verhaal uit het Indisch kinderle-
ven; met platen van Rie Cramer. Gouda, Van Goor, [1912]. VIII, 177 blz.
Herdrukken: Ook verschenen onder: Mevrouw Ovink-Soer. De Canneheuveltjes; Een
verhaal uit het Indisch kinderleven; met plaatjes van Rie Cramer. 's-Gravenhage,
Dickhoff, 1913. 177 blz. (In deze uitgave ontbreekt de inhoudsopgave); 2e druk.
Gouda, Van Goor, [1917]; 4e druk. Idem [1927]. 160 blz. en verscheen in een
genummerde reeks onder de titel: [Canneheuveltjes-serie; no. 1.]; 5e druk. Idem
[1932].
Vervolgd als: De Canneheuveltjes in Holland (zie no. 0283). Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 253 N; [Herdruk 1913, PB]; 2e druk Brinkman; 4e druk BBJ; 5e druk
KITLV cc 252 N

Een moederloos Hollands gezin in Soerabaja heeft verschillende kinderjuffrouwen


gehad totdat de goedhartige Nonna Duijk, oftewel Tante Letje - een Indische
juffrouw - de kinderen komt verzorgen. Baboe Tidjem neemt de kleinere kinderen
vaak mee naar de kampong, waar haar moeder, Bok Sidin, hen op allerlei lekkers
trakteert. Vooral de wandeling door de kampong vinden de kleintjes knus en
gezellig. Met Wongso, de huisbediende en met Wiro, de koetsier hebben de kinderen
ook een goede verstandhouding. Wanneer de vader, een zakenman, voor zijn werk
naar Nederland moet en met zijn tweede vrouw naar Indië terugkeert, wordt het
evenwicht in het gezin hersteld. Als uit dit huwelijk een tweeling is geboren en later
één van hen overlijdt, wordt de band met de nieuwe moeder inniger. Het klimaat van
Oost-Java blijkt niet zo gezond te zijn voor de oudste kinderen en ook de moeder
verliest haar krachten. Een vakantie in de bergen bij Sinkir doet hen goed. Tenslotte
nemen de ouders een weloverwogen beslissing: voor het klimaat en voor de studie
van de kinderen zullen ze voorgoed in Nederland gaan wonen.

0262 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. Toen moeder weg was...; Een verhaal voor jongens
en meisjes. 's-Gravenhage, Daamen, [1912]. [2e druk [c. 1914]. 301 blz., afbn.]
Vervolgd als: In 't Geuze-huis (zie no. 0301). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk
OBA

Speelt in Den Haag in een Hollands gezin en bevat Indische fragmenten. De vader,
een ingenieur, wordt naar een onontgonnen gebied op Java uitgezonden voor de
aanleg van een spoorweglijn. Dit betekent dat hij vier of vijf jaar van huis is.
Plotseling krijgt het gezin bericht uit Djember dat vader een ernstig ongeluk is
overkomen. De kinderen komen bij grootvader in huis en moeder vertrekt naar
Indië. Wanneer ze samen voor zijn herstel naar Nederland terugreizen, overlijdt hij
aan boord van de 'Soenda'.
Geannoteerde bibliografie 125

0263 Schuil, J[ouke] B[roer]. De Katjangs; geïllustreerd door O. Geerling. Amsterdam,


Becht, [1912]. IV, 355 blz.
Herdrukken: 10e druk geïllustreerd door A. van Bommel. [1962]. 234 blz.; lle druk
[1967]; 14e druk geïllustreerd door Reindert de Jong. [1981]. 234 blz.; 15e opnieuw
bewerkte druk door Suzanne Braam; [omslagontwerp Jan Wesseling]. Haarlem,
Gottmer, [1987]. 223 blz.
Vervolgd als: Hoe de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen (zie no. 0494).
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 10e druk BBJ/KITLV cc 325 N; lle druk BBJ; 14e
druk Brinkman; 15e druk KITLV cc 1653 N

Torn en Thijs Reedijk, twee Hollandse jongens, opgegroeid in Pontianak (Borneo)


waar hun vader assistent-resident is, worden door hun ouders naar Batavia gebracht.
Hier nemen ze hartroerend afscheid van elkaar omdat de jongens voor hun HBS-
opleiding naar Nederland vertrekken. Ze reizen onder de hoede van een luitenant en
komen in Nederland bij twee oude tantes in huis. De eerste schooldag worden ze
uitgemaakt voor 'katjang' en 'pisang'. Toni en Thijs moeten zich invechten, maar
door hun sportieve houding worden ze meteen door de klas geaccepteerd.

0264 Stamperius, J[acob]. De reis van schipper Bontekoe en andere verhalen; bijeengebracht
door -; [met tekeningen van o.a. Albert Hemelman en B. Midderigh-Bokhorst].
Amsterdam, Veen, [1912]. IV, 159 blz.
Bevat poëzie. Bevat behalve de avonturen van schipper Bontekoe (blz. 1-36) nog het
verhaal 'Het verdwenen zusje' (blz. 79-118) door Aleida [ps.]. Vindplaats: KB/KITLV
cc 2039 N+

'Het verdwenen zusje'. Een Hollandse kostschooljongen uit Indië krijgt bericht dat
zijn ouders met zijn twee zusjes, de baboe en de gouvernante naar Nederland
komen. Hun reis wordt vertraagd door een spoorwegongeluk nabij Genua. Zijn
ouders en oudste zusje zijn ongedeerd, maar baboe Kassima heeft een gebroken arm
en Emmy, het jongste zusje, is zoekgeraakt. Het gezin en de baboe reizen zonder
zusje naar Nederland. Emmy is intussen door een oude Italiaanse vrouw ontvoerd
die haar verkoopt aan een Frans echtpaar.

0265 Vletter, A.C.C de. Pipper valt door de aarde; geïllustreerd door Frans Lazarom.
Utrecht, Bruna, [1912]. 285 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen te Alkmaar, Kluitman, [1928]. 258 blz.
Vindplaats: Ie druk Uitg.cat; 2e druk KB

In dit Jules Verne-achtige verhaal komen een paar zeer korte Indische fragmenten
voor over een Hollandse ingenieur die op de bodem van de Zuiderzee een koker wil
plaatsen die door de aarde gaat en uit moet komen op een eilandje ten zuidwesten
van Sumatra.

0266 Bauer, Clémence M.H. Vriendinnetjes; Een verhaal voor meisjes; met titelplaat.
Zutphen, Van Belkum, [1913]. II, 256 blz.
Herdrukken: 2e druk [1923]. IV, 235 blz.; 3e druk geïllustreerd door Anneke
Polderman. Lochem, De Tijdstroom, [1937]. 165 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc
1523 N; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 501 N
126 Geannoteerde bibliografie

Beschrijft het sociale gedrag van schoolmeisjes in een kleine plaats op Oost-Java.
Het verhaal ademt nog de sfeer van 'tempo doeloe' en vertelt over het Indische
meisje Rosina. Ze woont met haar moeder - die weduwe is - niet in de Europese
buurt, maar ver weg aan de rand van de kampong. Door haar afkomst en haar
gebrekkige Nederlands wordt Rosina het mikpunt van discriminatie en spotternij. Zó
hevig, dat ze wegloopt van school.
In dit verhaal zitten allerlei aspecten verweven van de inheemse cultuur en leef-
wereld, zoals het optreden van een doekoen, goena-goena, het bidden op heilige
moslimgraven, een cholera-epidemie waarbij een Hollands jongetje door Pah Kromo
met zijn kruidenbehandeling weer beter wordt en de feestelijke selamatan ter ere
van zijn genezing.

0267 Been, Joh. H. Winteravondverteüingen; geïllustreerd door O. Geerling. Alkmaar,


Kluitman, [1913]. 160 blz.
Herdrukken: 2e druk [1927]. 160 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes, Serie A, Jongensboeken.]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1606 N; 2e druk
Brinkman

In het eerste verhaal 'De surprise van den ouden majoor' (blz. 5-22) staan Indische
fragmenten over de Atjeh-expeditie onder generaal Van Swieten.

0268 Dane, Ari. Jongens en meisjes van alk-dag. Nijkerk, Callenbach, [1913]. 190 blz., afbn.
Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1602 N

Bevat een kort fragment over een neefje uit Indië en over een zendingsvereniging
die geld nodig heeft om een Hollandse zendeling uit te sturen naar een zendingspost
aan de Humboldtbaai in Nieuw-Guinea.

0269 Hoog, A[letta]. Van een kleinen Papoea; Met medew. van H.B. de la Bassecour Caan;
geïll. door W[illem] Hardenberg. Arnhem, Ten Brink, 1913. [Leesboek voor School
en Huis.]
Herdrukken: 2e druk 1917. 74 blz., kaartje; 3e druk 1923. 72 blz., kaartje. Vindplaats:
Ie druk Brinkman; 2e druk BZO/KITLV cc 1053 N (fotokopie); 3e druk KITLV qq
1817 N

Het zoontje van een gestorven opperhoofd wordt ontvoerd en als slaaf verkocht aan
een andere Papoeastam. Door een ongeval (buiten zijn schuld) moet hij levend
begraven worden. Op tijd weet hij te ontvluchten door het oerwoud naar de zee.
Daar vindt hij aan de kust een leeg prauwtje om naar de tegenoverliggende kust
over te steken. Hij komt nu op het eiland Mansinam waar hij door de zending een
ander mens wordt.
Aan de orde komen: angst voor witte mensen en antropologische beschrijvingen
(onder andere beeldjes, 'korwars' voor de voorouderverering, het bevechten van de
zee, doodsvergelding, enzovoort). Als er iemand door een ongeluk sterft moet er nog
een van de levenden worden geofferd.
Geannoteerde bibliografie 127

0270 Koning, J.C. de. Van strijd en overwinning; Verhalen uit de geschiedenis der zending;
[met een voorbericht van de Zendings Studie Raad: J.W. Gunning Jhzn., B. Berends
ten Kate, A.J. Drewes e.a.]. Utrecht, Kemink, [1913]. IV, 148 blz., afbn. Herdrukken:
4e herziene druk [1929]. IV, 126 blz., afbn.
Bevat de Indische verhalen: 'Van heiden tot christen-leeraar'; 'Ama Gahonoa'; 'De
geschiedenis van den Djonggol'; 'Eerstelingen van den oogst'; 'Als een mosterdzaad';
'Op reis met hadji's'; 'Een harde strijd'; 'Iets uit de Minahassa'; 'Een brief van een
vergelegen eiland'; 'De eilanden wachten naar zijn leer'; 'In het uiterste oosten'.
Vindplaats: Ie druk BZO; 4e druk Brinkman

Korte schetsen over de Bataklanden, Nias, Borneo, Java (islam en zending), Celebes,
Halmaheira, Timor en Nieuw-Guinea (Mansinam).

0271 Kooy-van Zeggelen, M.C. De schat van den armen jongen. Amsterdam, Scheltema &
Holkema, [1913]. VI, 220 blz., afbn.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de naam Marie [C.] van Zeggelen. [1922]. VI,
220 blz., afbn.; [3e druk; met illustraties van F. Gebhard. [c. 1925]. 158 blz.].
Vervolgd als: Din en Aroe naar het land van beschaving (zie no. 0360). Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 290; 3e druk Antiquar. cat.

Speelt op Zuid-Celebes onder de Boeginezen, waar het schrandere weesjongetje Din


het slaafje is van het domme prinsje Aroe La Tanroewa. Ze zijn even oud en groeien
samen op, totdat Din overhaast uit het dorp moet vluchten omdat hij uit bijgeloof
een paar bekkens heeft gestolen. Hij valt in de handen van de Pagorra, een primitief
boomvolk en voor een deel een roversbende. Als hij hen rijst leert verbouwen wordt
hij als een meerdere, als een leider, erkend. Op last van het Nederlands gezag gaan
Aroe en zijn vorstelijke vader de schuilplaats van de Pagorra zoeken. Het boomvolk
wil hen overrompelen en als Din dit ontdekt, slaat hij alarm. Aroe en zijn vader
worden gered en het boomvolk krijgt vijftien jaar dwangarbeid opgelegd. Din wordt
in genade aangenomen door Aroe's vader. Hij keert terug naar zijn geliefde
landstreek waar hem een grote beloning wacht: een reis naar Java met Aroe.

0272 Roest, J.L.D. van der. Van slaaf tot evangelist: 'Petrus Kafiar'; Naverteld door -; [met
een inleiding van J.W. Gunning Jhzn.]. Utrecht, Utrechtsche Zendings Vereeniging,
[1913]. 61 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 3777 N

Een waar gebeurd verhaal dat rond de eeuwwisseling op Nieuw Guinea speelt.
Na de dood van zijn vader - een moedig dorpshoofd - wordt Nossensi (in de
oorspronkelijke uitgave wordt hij Nosseni genoemd), een jonge Papoea uit het dorp
Maudorri op het eiland Biak, door naburige Papoea's geroofd. Als slaaf wordt hij
voor ƒ 50 verkocht aan een christelijk Papoeagezin in Mansinam dat nog meer
lotgenoten, geroofde jongens en meisjes, heeft opgenomen. Allen zijn ze door hun
pleegouders vrijgekocht en ze worden als zonen en dochters behandeld.
In zijn nieuwe tehuis ziet Nossensi geen korwars, kleine houten afgodsbeeldjes
waarin de geest van de voorouders door een tovenaar kan worden aangeroepen. Wél
ziet hij voor het eerst blanken: de zendeling J.L. van Hasselt en zijn vrouw. Nossensi
gaat nu naar school, wordt gedoopt en krijgt de naam Petrus.
Omdat zijn pleegvader als timmerman te weinig verdient, neemt hij Petrus mee naar
het binnenland om op paradijsvogels te jagen. Door de omgang met vreemdelingen
128 Geannoteerde bibliografie

ziet Petrus hoe de Papoea's met de handel in deze vogels slechte dingen wordt
geleerd: dobbelen en drinken. Zijn pleegvader ziet in dat Petrus liever weer naar
school gaat. De zendeling zorgt er voor dat hij in 1892 een plaats krijgt op de
Zendingskweekschool in Depok (West-Java), zodat hij later onder zijn eigen mensen
kan werken.
In 1896 is Petrus in Mansinam terug. Hij gaat niet bij zijn pleegouders wonen, maar
bij zendeling Van Hasselt om als onderwijzer in zijn school te werken. Later gaat
Petrus een tijdje werken onder de Arfakkers, Papoea's uit het binnenland. Van 1903
tot 1907 keert Petrus als helper op de zendingspost in Mansinam terug, waar ook
zijn echte 'heidense' moeder dikwijls bij hem is.
Op 25 april 1908 komt hij in zijn geboortedorp Maudorri terug, de plaats waar hij
als kind werd geroofd en als slaaf weggevoerd. De zoon van zendeling Van Hasselt,
ook zendeling, is met Petrus meegekomen. Zijn dorpsgenoten breken met het
heidendom: 72 korwars worden weggegooid of verbrand. Uit Koredo komt een oude
man naar Petrus. Hij heeft Petrus als kind geroofd en hij heeft berouw van zijn
daad. Ook hij neemt het evangelie aan.
Dit boekje is een bewerking van Petrus Kafiar van de zendeling F.J.F. van Hasselt
dat rond 1910 door de Utrechtsche Zendings Vereeniging werd uitgegeven. Het
werd indertijd gunstig ontvangen, maar eiste in sommige opzichten teveel van de
lezer, vooral van de jeugdige lezer, aldus de besprekingen (zie no. 0247).

0273 Smelders, Miep. Nonnie Dorsvliet; Het leven van een Indisch meisje in Holland',
bandteekening en 4 illustratiën van Daan Hoeksema. Amsterdam, Schellens &
Giltay, [1913]. IV, 216 blz. Vindplaats: KITLV cc 756 N

De veertienjarige Toosje (Nonnie) Dorsvliet is in een kleine garnizoensplaats op


Java geboren. Haar Nederlandse vader is kapitein in het leger; haar Indische
moeder, dochter van een koffieplanter, is overleden. Nonnie heeft op school weinig
Europese vriendinnetjes. Het merendeel wordt gevormd door inheemse kinderen.
Thuis wordt ze door haar oude lijfmeid, baboe Sarina, verzorgd en verwend. Een
kinderjuffrouw was al weer snel vertrokken; ze had geen macht over dat koppige
Indische ding. Wanneer haar vader naar Atjeh wordt overgeplaatst, vertrekt Nonnie
onder geleide van een Nederlandse gouvernante naar Holland. Ze komt in huis bij
twee ongetrouwde tantes - zusters van haar vader - die in Den Haag wonen. Op
school raakt Nonnie bevriend met Jo Welders, een Indisch meisje. Haar vader was
officier van gezondheid in Indië; haar oudere broer Louis studeert medicijnen in
Leiden. Bij de familie Welders voelt Nonnie zich thuis.
Kapitein Dorsvliet komt voor een jaar naar Nederland met verlof. Hij trouwt met de
Hollandse gouvernante die Nonnie naar Nederland heeft vergezeld. Als Nonnie van
school afgaat wordt ze leerling-verpleegster. Na een ongelukkig misverstand trouwt
ze met dokter Louis Welders. Ze gaan samen naar Indië.

0274 Steunenberg, D.J. Een Hoüandsche zeeman uit den Franschen tijd; met bandteekening
en elf illustraties van G.D. Hoogendoorn. Utrecht, Cenijn & Van Strien, [1913].
Herdrukken: 2e druk [c. 1916]. VIII, 230 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk
KITLV cc 1663 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten.


Geannoteerde bibliografie 129

0275 Tervooren, Lina. Mia van Randwijck. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1913]. 192 blz.
Vindplaats: Uitgeverscat.

Een Indisch meisje gaat naar haar familie in Holland waar ze allerlei moeilijkheden
ondervindt, zoals tegenwerking bij haar verloving. Uiteindelijk loopt alles goed af.

0276 Bokma, T. De Indische oom. Rotterdam, Bredée, [1914]. 88 blz., afb.


Vindplaats: KITLV cc 1542 N

Na de dood van hun zoontje repatrieert een Nederlandse arts met zijn vrouw en hun
baboe van Java naar Nederland. Ze gaan logeren bij zijn broer en diens gezin die
een boerderij bezit in de omgeving van Woerden. Vooral de kinderen van zijn broer
zijn nieuwsgierig naar de baboe, want ze denken dat dit een baby is. De Indische oom
vestigt zich in Overijssel en in de zomervakantie komen de kinderen daar
logeren. De jongens krijgen tijdens het spelletje 'Atjeh-oorlog' de schrik van hun
leven als er een bosbrand ontstaat.

0277 Hoog, Aletta. Eeuwfeest; [1814-1914]; Uitgave van het Nederlandsch Bijbelgenoot-
schap. Amsterdam, Drukkerij Spin, [1914]. 47 blz., afbn., prtn. en facs. Vindplaats:
KITLV q 1995 N

Fragmenten uit de geschiedenis van de zending op Borneo, Celebes (met de bekende


taalkundige dr. N. Adriani) en Java.

0278 Loon, Mary van. Het geheim van het oude huis; geïllustreerd door O. Geerling.
Amsterdam, Becht, [1914].
Herdrukken: 2e druk [1925]. IV, 250 blz. [De 'Radio' Serie.]
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2165 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een zestienjarig Neder-


lands/Engels meisje, Edith. Na de dood van haar ouders komt ze uit Soerabaja naar
Nederland en is ze geheel aangewezen op een eenzelvige oom. Hij bewoont een
verwaarloosd buiten en wijst alle persoonlijk contact met zijn nichtje af. Op de HBS
wordt Ediths vriendschap zwaar op de proef gesteld door een kwaadwillige klasgenote
die mompelt: 'Dat zal ik je betaald zetten, Indische mop!' en waarschuwt: 'het
Indische kind niet te vertrouwen' en daarbij staaltjes geeft van 'den lelijken aard van
zulk soort schepsels'. Dan ontpopt oom zich als een zorgzaam en meelevend man.

0279 Nittel-de Wolff van Westerrode M. Indisch kinderleven; [met illustraties van Menno
van Meeteren Brouwer]. Groningen, Römelingh, [1914]. 2 delen. 1. [1914] ... blz. 2.
[1914]. II, 192 blz. Vindplaats: KITLV cc 817 N (alleen deel 2)

Het eerste deel is onvindbaar.


Deel twee bevat korte verhalen over het dagelijks leven op Java en Batavia. Ze zijn
gesitueerd in een Nederlands milieu waarin Maleis de omgangstaal is tussen
130 Geannoteerde bibliografie

kinderen en hun inheemse bedienden. Huisdieren spelen een belangrijke rol in het
leven van de kinderen.

0280 Graaff-Wüppermann, Annie de. Bakvischjes; geïllustreerd door O. Geerling. Amster-


dam, Becht, [1915]. VI, 240 blz.
Herdrukken: [Herdruk] met andere bandtekening; geïllustreerd door O. Geerling.
Amsterdam, Becht, [1915]. VI, 240 blz. [Lelie- en Rozeknoppen; Bibliotheek voor
Meisjes, deel 1.]. Vindplaats: Ie druk KB; [Herdruk] KB

Speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment over een vader die plotseling
naar Indië moet voor zijn werk. Hij is genoodzaakt zijn dochtertje in een pension
onder te brengen omdat zijn vrouw ziek is.

0281 Muijlwijk, J. van. West-Nieuw-Guinee; Met de 'Jong Holland' op reis. Oegstgeest,


Zendingsbureau, [1915]. 96 blz., foto's. Vindplaats: KITLV g 457

Avonturen van een zendeling met zijn motorbootje, 'Jong Holland', dat hij van de
leden van het Nederlandsch Jongelings-Verbond cadeau heeft gekregen.

0282 Osenbruggen, Cor van. Wilde Jo; met vier platen en bandteekening van B. Midde-
righ-Bokhorst. Gouda, Van Goor, [1915]. Herdrukken: 2e druk [1919]. 144 blz.; 3e
druk [1925]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 998 N; 3e druk
Brinkman

Bevat fragmenten over een weduwnaar die met zijn enig dochtertje voor een kort
verlof uit Indië overkomt. Als zijn verloftijd om is laat hij zijn kleine meisje voorlo-
pig achter bij familie in Amsterdam. Wanneer hij echter een vriendin van zijn
overleden vrouw ontmoet die als verpleegster in Indië werkt gaat hij zijn dochtertje
terughalen.

0283 Ovink-Soer, Marie [CE.]. De Canneheuveltjes in Holland; met bandteekening en


platen van Rie Cramer. Gouda, Van Goor, [1915]. 191 blz.
Herdrukken: 2e druk [1919]; 4e druk [1929]. 164 blz. [Canneheuveltjes-serie; no. 2.].
Vervolg van: De Canneheuveltjes; Een verhaal uit het Indisch kinderleven (zie no.
0261).
Vervolgd als: Puck (zie no. 0300). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 254 N; 2e druk
Brinkman; 4e druk Brinkman

De uit Soerabaja gerepatrieerde familie Canneheuvel heeft zich in Utrecht gevestigd,


waar de oudste zoon medicijnen studeert en de andere kinderen schoolgaan. Door
het gezellige gezinsleven dat de tweede moeder weet te scheppen, heeft geen van
hen heimwee naar Java. De grootmoeder (moeder van de overleden eerste moeder)
is blij dat haar kleinkinderen voorgoed in Holland wonen. Wél is ze door goede
vrienden voorbereid en gewaarschuwd voor een ontgoocheling: 'Die Indische aapjes
gedroegen zich meestal nog al ongemanierd, schuw en verlegen, als ze niet luidruch-
tig en overmoedig waren. Daarbij zagen zij er niet voordeelig uit met hun gele, door
Geannoteerde bibliografie 131

de zon verbrande snoetjes' Alleen dit laatste was uitgekomen. Grootmoeder is


verrukt van haar kleinkinderen die zichzelf nu moeten leren behelpen bij gebrek aan
het vroegere vele huispersoneel in Soerabaja.
Het is een groot feest als baboe Tidjem hen komt bezoeken. Ze is nu als zeebaboe
met een familie meegekomen die met verlof is in Den Haag. Alleen Betje de
dienstbode is niet zo blij met haar komst: 'Als dat zwarte mirakel maar uit m'n
keuken blijft, ik wil'
Onverwacht moet mijnheer Canneheuvel naar Indië vertrekken. Zijn compagnon in
Soerabaja is aan cholera bezweken. Het zal wel een jaartje duren eer hij weer terug
in Holland is. Uit Indië brengt hij het dochtertje van zijn overleden compagnon mee;
haar moeder was al eerder overleden. Het is een Indisch meisje, Jootje van Vorden,
bijgenaamd Puckie. Omdat haar vader weinig aandacht aan haar heeft besteed is het
een moeilijk en ongezeglijk kind. Puckie regeerde de inheemse bedienden. Ze dreef
haar willetje door en deed waar ze zin in had.

0284 Schotje [ps. van A. van der Meer-Brondgeest]. Meisjes van de H.B.S.; Herinneringen uit
vijf B van -; geïllustreerd. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1915]. IV, 220 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1485 N+

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten over een meisje dat
tussentijds de HBS verlaat. Financiële problemen thuis dwingen haar een betrekking
te accepteren als boekhoudster in Soerabaja.

0285 Visscher, G.J. Sprekende dieren; geïllustreerd [met foto's]. Amsterdam, Van Holkema
& Warendorf, [1915]. 173 blz.
Bevat de hoofdstukken 'De Indische olifant' (blz. 5-22) en 'De tijger' (blz. 23-36).
Vindplaats: KITLV cc 1088 N

Een jonge olifant vertelt hoe zijn kudde door de voortdurende oorlog uit Atjeh
wordt verdreven. In Deli brengt de kudde schade toe aan rijstvelden en neemt de
vlucht naar het oerwoud. Daar wordt het jong gevangen door een Europeaan die zijn
tienjarige zoon wagentje laat rijden met de nieuwe huisvriend. Door een verkeerd
commando rijdt de jonge olifant een bamboehut van een Sumatraan in elkaar,
waarna de olifant cadeau wordt gedaan aan 'Artis', de Amsterdamse dierentuin. De
Javaanse koningstijger wordt in een tijgerval gelokt, naar Soerabaja getransporteerd
en naar Hamburg overgevaren, waar de dierenhandelaar Hagenbeck hem
inspecteert en hem onderbrengt in zijn dierenpark te Stellingen, dichtbij Hamburg.

0286 Bauer, Clémence M.H. Kleine Sarina; Een schets uit het leven van een Inlandsch
meisje; met bandteekening en platen van B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor,
[1916]. 162 blz.
Herdrukken: 2e druk [1921]. 152 blz.
Bevat een verklarende woordenlijst
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 557; 2e druk Uitgeverscat.

Een Javaans meisje - praktisch nog een kind - wordt baboe van twee Hollandse
kinderen in Soerabaja. Wanneer ze de huwbare leeftijd bereikt bezit ze geen geld
132 Geannoteerde bibliografie

voor de bruidsschat. Deze wordt haar beloofd door de Hollandse familie onder
voorwaarde dat ze voor een jaar meegaat naar Nederland. In Holland (in de
omgeving van Den Haag) valt het leven Sarina zwaar. Als ze hoort dat de familie
langer in Holland wil blijven krijgt ze ontzettend heimwee. Op haar manier zoekt
Sarina een uitweg om naar Java terug te gaan.
Sociale schets over de machtsverhouding tussen Europeanen en de inheemse
bevolking. Dit komt heel duidelijk naar voren in de dialogen en de gedachtengang
van de verschillende personen.

0287 Blinde, J.H. Wat de heilige kris vertelde; Opgevangen en naverteld door -; [omslag-
tekening van W. Hoogenbos en een foto-illustratie van een Javaanse krissensmede-
rij]. [Rotterdam, Nederlandsche Zendingsvereeniging, c. 1916]. IV, 16 blz.
Herdrukken: [2e herziene druk met tekeningen van D.H.]. Oegstgeest, Zendings-
bureau, [1926]. IV, 16 blz. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk BZO/KITLV q 676

Eerst wordt verteld hoe een heilige kris wordt vervaardigd. Vooraf wordt een offer
gebracht om de geesten gunstig te stemmen, daarna wordt door de (islamitische)
priester een goede dag uitgezocht om te gaan smeden. In dit verhaal, dat echt is
gebeurd, bestaat de heilige kris uit fijne laagjes gewoon staal en meteoorstaai die om
en om zijn aangebracht. Dat meteoorstaai geeft de kris een 'ziel' die een grote
kracht bezit, ten goede of ten kwade. Het motief dat op deze kris ontstaan is, wordt
Sekar Pala genoemd. De figuren lijken op de bloemen van de notemuskaatboom. Als
de kris klaar is, wordt hij naar het huis van een Javaanse vorst gebracht en is nu een
vorstenkris. Na de dood van de vorst komt de kris in het bezit van een hadji. In
oktober 1902 gebruikt hij de kris om een brand in zijn kampong, Tjitepoes te
Bandoeng, te kunnen keren. Met de kris steekt hij naar de vlammen en de wind
draait van zijn huis af!
De beroemde kris verandert van eigenaar en komt in het bezit van een hadji te
Rangkasbitoeng. Hij is een rijke stoffenhandelaar en voelt zich met de Sekar Pala-
kris in huis onbevreesd. Totdat op 21 mei 1915 ook hier een brand uitbreekt. Als het
vuur de hadji de baas wordt, gooit hij de kris in de vlammen. Zijn huis en inboedel
zijn verwoest en de macht van de heilige kris is gebroken.

0288 Hoog, Aletta. De blijde boodschap brengen. [Amsterdam], Nederlandsch Bijbel-


genootschap, 1916. 15 blz., prtn., afb. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV q 3617 N

Korte stukjes over een afgevaardigde van het Nederlandsch Bijbelgenootschap die
met zijn vrouw naar Celebes gaat om daar een nog onbekende taal te bestuderen;
over het leven van Toradjase pleegkinderen van de taalkundige Adriani en over twee
dochtertjes van een zendeling in Oost-Java die met hun kippen geld sparen (eieren
verkopen) voor het zendingswerk van het Bijbelgenootschap in Amsterdam.

0289 Hoog, Aletta. Tombo, het Soendaneesje; (leesboek voor school en huis); geïllustreerd
door W[illem] Hardenberg. Arnhem, Ten Brink, [1916].
Herdrukken: 2e herziene druk [1919]. 77 blz. [Mijn Bibliotheek; no. 14.]; 3e herziene
druk [1922]. 76 blz.; 4e druk [1930]. 76 blz.
Geannoteerde bibliografie 133

Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e herz. druk KITLV cc 755 N; 3e herz. druk


BZO/Bibl. Museum Nusantara, Delft; 4e druk Brinkman

Een tante die voor de zending in de Soendalanden heeft gereisd vertelt bij thuis-
komst in Nederland aan haar nichtje over de leefwijze van een Soendanees jongetje
uit een islamitisch milieu dat christen wordt. Bevat ook Soendanese kinderspelen en
twee sprookjes.

0290 Krayer van Aalst, H. Van een Ceramschen jongen, 's-Gravenhage, Boekhandel van den
Zendingsstudie Raad, [1916]. 54 blz., afbn.
Herdrukken: Opnieuw uitgegeven onder de titel: Solé en zijn vriendjes (zie no. 0488).
Vindplaats: BZO

Uit het dagelijks leven van een Alfoerenjongetje in Noord-Ceram dat een 'christen-
goeroe' wordt. Aan de orde komen kinderarbeid voor de ouders door de meisjes
terwijl jongens veel vrijer worden gelaten, niet hoeven te werken en lekker kunnen
gaan spelen. Men leeft van de visvangst en hertenjacht. Er komt een krijgsdans in
voor en op de invloed van de zending wordt ingegaan.

0291 Oost, Jan. Onder de koppensneüers van Bomeo; met platen van Willem Hardenberg
en een kaartje van Westerafdeeling van Borneo. Arnhem, Ten Brink, 1916. IV, 177
blz. [Juliana-Bibliotheek; no. XIV.] Vindplaats: KITLV cc 447 N

Oud-koloniaal Kees Smit gaat met zijn Dajakse bediende Marti op zoek naar
diamanten die zijn overleden kameraad Jan Verveer bij een bepaalde rivier in het
oerwoud van West-Borneo heeft verborgen. Vóór Kees de schat in handen krijgt zijn
er allerlei hindernissen te nemen om over de Goenoeng Lawit te komen en raakt hij
betrokken bij koppensnellende Sibaoe- en Kenjaoe-Dajaks. Bovendien is het geheim
van de diamanten de Maleier Amat, de huisjongen van zijn overleden vriend te
Pontianak ter ore gekomen.

0292 Rutten-Pekelharing, C.J. Verhalen over Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes;
Uitgave van het Koloniaal Instituut te Amsterdam. Amsterdam, Drukkerij De Bussy,
[1916]. 140 blz., afbn., krtn.
Herdrukken: 2e druk. 1925. 143 blz., krtn., afbn., plgr.
Vindplaats: Ie druk KITLV a 254; 2e druk KIT

Uitvoerige beschrijving met praktische opmerkingen voor Europese kinderen over


Nederlands-Indië, zoals bijvoorbeeld het leven van allerlei insekten in en om huis,
het inheemse en het Europese woonhuis, de bedienden, het straatleven.

0293 Schuyt-Mansvelt, A.M. Padjangko; een Toradja-'boefje'; Met een woord vooraf door
A[lbert] C. Kruyt; en 10 ills. 's-Gravenhage, Boekhandel van den Zendingsstudie
Raad, [1916]. 76 blz. Vindplaats: KITLV e 68
134 Geannoteerde bibliografie

Een Toradja-jongetje wordt in Posso (Celebes) opgenomen in het gezin van de


familie Schuyt.

0294 Slooten, Augusta van. Op haar post; [bandtekening en illustraties van Frans van
Noorden]. Utrecht, Bruna, [1916]. 274 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1593 N

Bevat Indisch fragment. Rens heeft haar studie opgegeven om de plaats van haar
overleden moeder in te nemen en te zorgen voor haar jongere broers en zusjes. Hun
vader moet voor een tijd naar zijn filiaal in Semarang.

0295 Bieger, J.N. De zendingsklok; Een verhaal uit den zendingsarbeid op Nias; [omslag en
illustraties van Johan Prins]. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1917. 48 blz. Herdrukken:
2e druk 1918. Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV q 2789 N (fotokopie); 2e druk KITLV q 2789 N
(fotokopie)

In de jaren 1883-1915 ondervond het werk van de Nederlandse zendelingen van het
Rijnsch Zendingsgenootschap een geweldige weerstand onder de koppensnellende
bevolking van Bawo-Lowalangi (Bawelawalani) in het zuiden van het eiland Nias. Het
verhaal bevat een beschrijving over de zeden en gebruiken van de bewoners van Zuid-
Nias, zoals het houden van slaven, de Boro-Nadoe (priesterkoning die de
bewaarder of hoeder is van het afgodsbeeld), het koppensnellen en de rituelen bij
huwelijk en dood.

0296 Blomberg-Zeeman, W. Nonnie; geïllustreerd door Jan Franse. Arnhem, Ten Brink,
[1917]. 60 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 27.] Herdrukken: 2e druk [1923].
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1742 N; 2e druk Brinkman

Van Java komt een Hollandse suikeremployé om gezondheidsredenen naar zijn


familie in Nederland. Hij brengt zijn Indische vrouw Lina en hun enig kind, de
negenjarige Nonnie mee. Omdat het gezin uren buiten Batavia woont, heeft Nonnie
nooit school kunnen gaan. Ze kreeg onderwijs aan huis van een gouvernante. Nu
wordt het tijd dat ze in Holland onder leeftijdsgenootjes wordt opgevoed, want haar
gedrag is onaangepast door verwennerij van haar toegeeflijke moeder. Dit onder-
vindt haar nichtje Bets die met Nonnie in dezelfde klas zit. Met overredingskracht
weet Bets de onderwijzeres te bewegen dat Nonnie op het Kerstfeest mag komen en
dat ze niet naar een strenge kostschool hoeft wanneer het verlof van haar vader om
is.

0297 Hoog, Aletta. Bert z'n Kerstvacantie; geïllustreerd door Jan Franse. Arnhem, Ten
Brink, [1917]. 23 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 24.] Vindplaats: OBA

Bevat Indische fragmenten over de aanpassingsproblemen van de schooljongen Njo


-zo wordt Paul genoemd - die van Java komt en bij zijn grootouders woont. Hij mist
Geannoteerde bibliografie 135

zijn ouders en zusjes, maar ook de bedienden, want de dienstboden in Holland


'bedienen' (verwennen) hem niet. Vergeleken met Indië komt alles hem hier in
Nederland klein voor. 'Is me dat hier 'n land! Je boemelt overal tegenaan!' Gezel-
schap van een even oude schooljongen doet Njo opleven wanneer ze een bazaar
organiseren. Vooral wanneer hij een 'Indische tentoonstelling' mag houden van zijn
krissen, dolken en gouddoorstikte gewaden en hij daarbij verkleed gaat als een echte
Raden Mas (Javaans hoofd of adellijke heer).

0298 Kramer, J.G. Dertien jaar krijgsgevangen; geïllustreerd door J.H. Isings Jr.; tweede
druk. Alkmaar, Kluitman, [1917]. 71 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens
en Meisjes; Serie A, Jongensboeken; deel 9.]
Herdrukken: Ie druk opgenomen in J.G. Kramers verhaal Een Hollandsche jongen in
China (zie no. 0514). Vindplaats: Ie en 2e druk BBJ

Verhaal uit de tijd van de VOC. Bevat een Indisch fragment over Hollandse
schepelingen die op weg naar Japan in 1655 door Chinezen gevangen worden
gehouden totdat een Hollands schip uit Batavia hen in 1668 komt bevrijden.

0299 Osenbruggen, Cor van. Tante Doortje's erfenis; met vier platen en bandteekening van
B. Midderigh-Bokhorst. Gouda, Van Goor, [1917]. 236 blz. Herdrukken: 2e druk
[1923]. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk Brinkman

Vanaf hoofdstuk IX: 'De Indische komt'. Fragmenten over een Indisch schoolmeisje
('Kitty van Walzen, een snoes om te zien, wat een prachtige ogen en tanden en wat
is ze beeldig gekleed') dat voor een halfjaar in Amsterdam komt wonen omdat haar
ouders een reis door Europa maken. Ze is verwend en ijdel en brengt in haar
jaloezie tweespalt in een bestaande vriendschap.

0300 Ovink-Soer, Marie [C.E.]. Puck; met bandteekening en platen van Johanna Coster.
Gouda, Van Goor, [1917].
Herdrukken: 2e druk [1925]. 191 blz.; 3e druk [1928]. 192 blz. [Canneheuveltjes-serie;
no. 3.].
Vervolg van: De Canneheuveltjes in Holland (zie no. 0283). Vervolgd als:
Hoe Puck een Canneheuveltje werd (zie no. 0335). Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KB; 3e druk KITLV cc 2196 N

De familie Canneheuvel is verhuisd naar Den Haag. De tienjarige Puck, Jootje van
Vorden, is na de dood van haar vader uit Soerabaja meegenomen door de heer
Canneheuvel. Het is een eigenzinnig en verwend Indisch meisje dat zich nu moet
leren aanpassen. Vlagen van heimwee naar Indië en naar haar baboe Ralina maken
Puck opstandig.
De oudste zoon van de Canneheuveltjes is getrouwd met een vriendin van zijn
jongere zus. Kort na zijn huweljk is hij met zijn vrouw naar Semarang vertrokken,
waar hij zich als arts heeft gevestigd. De tweede zoon van Canneheuvel gaat na zijn
handelsopleiding ook naar Indië. Hij werkt in Soerabaja voor dezelfde zaak als
voorheen zijn vader.
136 Geannoteerde bibliografie

0301 Schrijver, G. [ps. van G.J. van As]. In 't Geuze-huis; geïllustreerd door Jan Rinke. 's-
Gravenhage, Daamen, [1917]. 319 blz. Vervolg van: Toen moeder weg was... (zie no.
0262). Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Grootvader vertelt zijn kleinkin-


deren over Kota-Radja (Atjeh) waar hij als kapitein met zijn patrouilletroepen was
gelegerd.
Een 'koloniaal', een verlopen student uit een goed en gelovig milieu, zegt: 'Ik ben
naar Indië gegaan om me te laten doodschieten, kapitein. Geef me de gevaarlijkste
baantjes maar, U doet mij er een pleizier mee, sterven moet ik toch, en of een kogel
of een klewang mij vandaag vindt of morgen, 't is me precies gelijk.' Hij krijgt
inderdaad een kogel, wordt afgekeurd voor de dienst en gaat met 'n klein pensioen-
tje naar Holland. Jaren later keert hij terug naar Indië als zendeling.

0302 Stoop-Snouck Hurgronje, J. Het zijden hemdje en andere vertellingen; met platen en
omslagteekening door Tjerk Bottema. Dordrecht, Boekhandel Blussé & Van Braam,
1917. 128 blz.
Bevat 'In de Soerabajasche bioscoop. (Heusch gebeurd)' (blz. 59-61).
Vindplaats: PB

Een dierenverzamelaar bezoekt met zijn twee orang-oetangs een filmvoorstelling.

0303 Tervooren, Lina. Toetie Roetmop; met vier oorspronkelijke penteekeningen van
W[am] Heskes. Amsterdam, Querido, 1917. IV, 271 blz. Herdrukken: 2e druk
idem. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1923]. Vindplaats: Ie druk SH;
2e druk KITLV cc 396

De elfjarige Toetie van Bazel is opgegroeid in de omgeving van Medan, op Tanah


Moeda, een tabaksplantage van haar Nederlandse vader. Toetie is enig kind en na
de plotselinge dood van haar Indische moeder gaat ze naar een katholieke kost-
school in Weltevreden (Batavia). Haar vader heeft intussen plannen gemaakt om
Toetie voor haar middelbare schoolopleiding naar zijn familie in Nederland te
vergezellen, maar op 't laatste moment kan hij niet meegaan. Toetie maakt nu de
bootreis alleen, maar wordt in Genua door een nichtje afgehaald. Bij aankomst in
Amsterdam roept een jonger neefje ondoordacht uit: 'Wat een roetmop!' Toetie
voelt dat dit niet gemeen is bedoeld, want de ontvangst thuis bij de familie is
allerhartelijkst. Later, in een spiegel kijkend, zegt ze tegen een van haar nichtjes:
'Roetmop! Je broer heeft gelijk, Bertha. Bij jullie vergeleken bén ik net 'n roetmop.'
Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog komen veel Belgische vluchtelingen
naar Amsterdam. Het dreigende oorlogsgevaar in Nederland maakt Toetie bang,
vooral nu haar vader zo ver weg zit. Uit opgevangen gesprekken en daarbij haar
eigen angst ziet ze in haar verbeelding hoe Indië wordt overstroomd door
Japanners die de mensen onderwerpen aan hun wil. Toetie droomt zelfs dat een
Japanse tokohouder in Medan haar vader dreigend toeschreeuwt! Een verrassing is
dan ook de aankomst van een kostschoolvriendin met haar Indische moeder. Ze
logeren voorlopig in een hotel, maar durven vanwege de drukte op straat niet naar
buiten te gaan. Kennissen hebben ze niet in Holland, zodat de Indische moeder
opmerkt: 'De menschen zijn hier héél anders dan in Indië, ja?
Geannoteerde bibliografie 137

Niemand bemoeit zich met je. - Als er bij ons zoo'n vrouwtje uit Holland aankomt,
dan zijn alle dames uit de buurt dadelijk in de weer, om haar te helpen met alles!
-En hier kijkt niemand naar je om - zoo verlaten voel je je dan, ja?' Toetie is
geschokt als haar vader inmiddels is hertrouwd en nu voorgoed naar Nederland zal
komen met haar nieuwe moeder. Ze koestert wrok en als het passagiersschip waarop
haar vader zal reizen op een mijn is gelopen, voelt ze zich de moordenares van haar
vader. Op de lijst van vermisten komt hij echter niet voor; door een ongeval in
Medan heeft haar vader deze ongeluksboot gemist.

0304 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. Constance trok van huis tot huis; met
platen en bandteekening van Enna F. Nieuwenhuis. Arnhem, Ten Brink, 1917. IV,
238 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten. Een Hollandse gouver-
nante is voor twee jaar met verlof uit Indië gekomen. Omdat de haar toevertrouwde
Indische kinderen naar school gaan heeft ze een betrekking aangenomen om een
Hollands meisje, van wie de ouders in het buitenland verblijven, bij te werken voor
het toelatingsexamen van de HBS. Intussen leeft ze erg mee met 'haar Indische
kinderen', hun moeder en de baboes die voor het eerst in Holland zijn. Ze moeten
wennen aan de kou en aan een Hollandse huishouding.

0305 Abramsz, S. e.a. Wie leest wordt wijs; met 69 [foto]-illustraties. Velp, Van Belkum Az.,
[c. 1918]. II, 140 blz.
Bevat de Indische bijdragen: 'Een onvergetelijke week' door Totok [ps.]; Hoofdstuk
'Bont allerlei', I, no. c 'Een pisangplantage' [auteur niet bekend]. Vindplaats: KB,
ook het schoolleesboek

Het verhaaltje van Totok beschrijft een tocht van Padang naar de omstreken van
Paja Kombo (Pajakoemboeh).
Eerder verschenen in de serie leesboeken voor de hoogste klas van de lagere school
onder de titel: Kennis is macht, 1916, deel II.

0306 Brinkgreve-Wicherink, Tine. De zusjes Breesma; geïllustreerd door Netty Heyligers.


Alkmaar, Kluitman, [1918].
Herdrukken: 3e druk [1924]. 159 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e
druk KITLV cc 1756 N

Speelt in Nederland en beschrijft het familieleven van twee onafscheidelijke zusjes.


Hun vader is als zeeofficier voor een paar jaar naar de Oost vertrokken, maar
overlijdt al gauw na zijn aankomst in Nederlands-Indië aan cholera.

0307 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Tineke; Een verhaal uit het Indische kinderleven;
met een inleiding van R.A. Schotman; illustraties van Winnie van Leeuwen-Kruse-
man. Weltevreden, Visser, 1918. VIII, 193 blz.
140 Geannoteerde bibliografie

meer wilden erkennen en er een strijd ontlaaide onder de leuze: Timor voor de
zwarte Portugezen!'

0312 Tervooren, Lina. De drie vacantieboomen; [bandteekening van Wam Heskes]; met 13
teekeningen van P. van Geldorp. Amsterdam, Querido, [1918]. IV, 188 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1432 N

Speelt in een Nederlands dorp waar een gezinnetje uit Nederlands-Indië met hun
Javaanse baboe tijdelijk bij particulieren zijn ondergebracht na een auto-ongeval.
Grappige verwikkelingen tussen een oude knorrige dienstbode die geen Maleis
verstaat en de hulpvaardige baboe die gebrekkig Hollands spreekt. Baboe lacht zelfs
nog vriendelijk tegen de dorpsjeugd die telkens voor het huis samenschoolt om "t
zwarte wief te zien.

0313 Ufkes, Jo. Bremheuvel; met illustraties van B. en J.[J.] Midderigh-Bokhorst. Amers-
foort, Valkhoff, [1918]. 215 blz. Vindplaats: KITLV cc 1375 N+

Else Sanders is in Indië geboren en getogen. Toen ze met haar ouders voorgoed
naar Nederland ging is haar moeder tijdens de reis overleden. Nu woont ze met haar
vader in Noord-Brabant waar hij rentmeester is van het familielandgoed en een
studie schrijft over de Indische cultures. Hij heeft weinig tijd voor Else omdat hij
teveel in zijn bezigheden opgaat. Naaste familieleden hebben dit in de gaten en
proberen het 'heideplantje' uit haar isolement te halen.

0314 Wehl, Nannie van [ps. van SJ.A. Lugten-Reys]. De vriendschap van Bertha en Beata;
met teekeningen van Frida Langeler. Amsterdam, Veen, [1918]. VI, 228 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1446 N

Speelt in Den Haag aan het einde van de vorige eeuw. Bevat Indische fragmenten
onder andere over twee vrienden die na hun studie voor Indisch ambtenaar te Delft
een betrekking krijgen op de secretarie te Batavia. Hun meisjes, Bertha en Beata,
komen als 'handschoentjes' uit.

0315 Alkema, B. Twaalf Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hoüandsche kinderen


naverteld door -. Amsterdam, De Bussy, 1919. 100 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV cc 153

De samensteller van deze bundel, een leraar aan de Middelbare Koloniale Land-
bouwschool in Deventer, geeft de oorspronkelijke bronnen op waarvan hij gebruik
heeft gemaakt.
Van het hoofdstuk 'De aap en de schildpad' verscheen in 1885 een geïllustreerde
uitgave verzorgd door K.F. Holle (zie no. 0109).

0316 Hana, H.J. De verdwaalde bal; Opnieuw bewerkt door W. Wijker; geïllustreerd door
Willem Hardenberg. Alkmaar, Kluitman, [1919]. 79 blz.
Geannoteerde bibliografie 141

Bevat het verhaal 'De Sirih-Kaja' (Een Oostersche vertelling). De auteursnaam is


niet vermeld. Vindplaats: SKC

Zie Indische vertellingen door Dea Lize (no. 0184) waarin bovengenoemd verhaaltje
eerder is verschenen.

0317 Hazevoet, Jac[oba]. Jaap vloog uit; [bandillustratie en tekeningen van Henk Poeder].
Nijkerk, Callenbach, [1919]. 125 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. Vindplaats: Ie
druk KITLV cc 927 N; 2e druk KB

De achttienjarige Jaap voelt zich teveel opgesloten in het christelijk milieu van zijn
ouders. Hij verlangt naar een avontuurlijk bestaan in het buitenland. Wanneer de
zaak van zijn vader achteruitgaat, grijpt hij zijn kans. Jaap vertrekt als koloniaal naar
Java en van het geld dat hij verdient kan zijn zusje de opleiding voor apothekersas-
sistente volgen.
Het kazerneleven in de Oost valt Jaap niet mee. Bovendien ervaart hij dat een
militair niet in alle openbare gelegenheden welkom is. Zijn vrije tijd brengt hij door
bij een kinderloos echtpaar, van wie de man een oud-Atjeh-militair is. Zij houden
open huis voor jonge Nederlandse militairen van allerlei gezindten. Van een
houtvestersfamilie krijgt Jaap morele steun, zodat zijn ouders in Nederland zich geen
zorgen over hem behoeven te maken.

0318 Henri, Oom [ps. van H.C Catenius]. De geschiedenis van Boentoeng en andere
verhalen uit het werkelijke dierenleven in Indië; Voor jongens van 8 tot 12 jaar. Batavia,
Kolff, [1919]. IV, 90 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 513

Een oud-militair van het Indische leger vertelt in Holland aan zijn neefje Karel over
zijn belevenissen met verschillende huisdieren, waaronder zelfs hagedisjes, een grote
spin en een hert. De verhaaltjes geven tevens een indruk over het leven van een
militair in Indië (1866-1885) met zijn vele overplaatsingen op Java en naar Sumatra,
waaronder ook Atjeh.

0319 Hoogenbirk, AJ. Bij God verkoren; geïllustreerd door Frans van Noorden. Nijkerk,
Callenbach, [1919]. 155 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1495 N

levensverhaal van een jonge vrouw, een kind van circusartiesten, die haar ouders
verliest bij een schipbreuk op weg naar Indië. Zij wordt opgevoed in Zuid-Afrika en
trekt daarna als dame van gezelschap naar Indië. Op Java komt zij in een zendings-
milieu terecht.

0320 Hueting, A. Van zeeroover tot christen. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1919]. 31 blz.,
afbn., krt.
144 Geannoteerde bibliografie

gaan. In mei 1620 keert het schip terug in het Goereese Zeegat en is 'Witte'
ondertussen een volleerd matroos en korporaal geworden.

0329 Graaf-Wüppermann, Afnnie] de. Roetmop; geïllustreerd door Ina Rahusen. Nijkerk,
Callenbach, [1920]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 1513 N

Na de dood van haar ouders komt het Indische schoolmeisje Vera bij familie in
Holland voor haar opvoeding. Haar tante Pauline is afwezig en ligt in een herstel-
lingsoord. Tante wordt vervangen door een juffrouw voor de huishouding. Een
bekrompen vrouw, die bij voortduring tegen Vera zegt: 'Och stumpert, jij kunt ook
niet helpen dat je bruin ziet.' En op straat wordt ze uitgejouwd. Vera krijgt een
gevoel of ze tot een veracht soort mensen behoort. Vera's even oude nichtje, met
wie ze naar school gaat, staat onder invloed van een jaloers vriendinnetje, dat de
komst van 'die roetmop' als een bedreiging ziet.
Van haar oude baboe Sarina heeft Vera een talisman gekregen. Aan een lintje hangt
het om haar hals. Het zal haar helpen als ze in het vreemde verre Holland in nood
zit.
Vera stort haar hart uit bij de eenvoudige vrouw Withuis, die de was verzorgt. Ze
vertelt dat kinderen haar uitlachen om haar gezicht. Ook op de zondagsschool. Vera
twijfelt zelfs of de Heere Jezus Indische kinderen wil helpen. Op plaatjes in de
kinderbijbel ziet ze nooit kinderen met Indische gezichten staan. Vrouw Withuis
stuurt een brief over Vera's omstandigheden aan tante Pauline. Na haar bezoek in
het herstellingsoord bij tante Pauline krijgt Vera haar gevoel van eigenwaarde terug.

0330 Hoven, Thérèse. 't Eha-Boek; Kinden-eizen en verhaaltjes. Doetinchem, Misset, [1920].
VI, 183 blz., afbn., facs. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1466 N

Bootreis naar Indië van een Nederlandse mijningenieur, zijn vrouw, hun enig
dochtertje Elsa en haar baboe Timah. Vanuit Java reizen het gezin en de baboe met
een eenvoudige kustboot (met veel kakkerlakken!) naar de noordpunt van Celebes,
waar een mijn ligt. In deze uithoek valt weinig meer te beleven dan huiselijke
gezelligheid. Elsa heeft geen speelkameraadjes, slechts nu en dan een dokterstwee-
ling of een kleindochtertje van een radja. Van haar moeder krijgt Elsa huisonderwijs
en uit angst dat ze alleen naar Holland moet voor haar schoolopleiding durft ze
hierover nauwelijks te praten. Maar wanneer haar vader ernstig ziek wordt moet hij
op doktersadvies naar Nederland. Het gezin vestigt zich in Den Haag waar Elsa voor
het eerst van haar leven naar school gaat. Graag wil Elsa nu een Maleise brief aan
baboe Timah schrijven, maar die kan helaas niet lezen! 'Tegenwoordig zijn er wel
scholen voor Inlandsche kindertjes, maar vroeger leerden ze niets', zegt Elsa's
moeder.

0331 Hoven, Th[érèse]. Elsies' werk en andere vertellingen. Deventer, Kluwer, [1920]. IV, 48
blz.
Bevat een Indisch verhaal: 'De geschiedenis van een kokosnoot' (blz. 23-27).
Vindplaats: UBA
Geannoteerde bibliografie 145

Dit verhaaltje zinspeelt op de oorlog in Atjeh.

0332 Jehu, Felicie. De kinderen van haar jongen; met illustraties van Chr. Damen. Utrecht,
Bruna, [1920]. IV, 284 blz. Vindplaats: PB

Een grootmoeder in Den Haag neemt haar vier kleinkinderen uit Indië bij zich in
huis. Haar zoon, een ingenieur, blijft nog twee jaar voor zijn werk met zijn vrouw in
Indië achter. Het viertal reist per boot onder begeleiding van een gewezen gouver-
nante naar Nederland. Aan boord flirt het oudste meisje Irene wat met een jonge
zeeofficier, haar jongere zusje Alex leert een dove Indische jongen te spreken met de
vingers door middel van het vingeralfabet. Hun jongere broertje Bob en zusje Lili
amuseren zich met het plagen van passagiers. Bij grootmoeder moeten ze leren zich
aan te passen aan het leven in Holland. Vooral de kleine Bob die het kindermeisje
aanspreekt met Svitte Boe' (baboe). Het een keer per week in de kuip gaan in plaats
van elke dag te mandiën doet hem spontaan zeggen 'dat de menschen hier echte
vieserikken waren'.

0333 Kooy-van Zeggelen, M[arie] C. Het zeerooversjongetje; met platen van Henriëtte
Hubregtse-Lansing. Gouda, Van Goor, [1920]. 110 blz. [Van Goor's Keurbibliotheek
voor Jongens en Meisjes.]
Herdrukken: 4e druk verscheen onder M.[C] van Zeggelen. Met platen van H.
Verstijnen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 127 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek
voor Jongens en Meisjes.]; 5e druk [1934]. [Na de School; no. 6.]; 8e druk met
omslagtekening en illustraties van T. van der Zee. 's-Gravenhage, Van Goor, [1958].
80 blz. [Zilverserie; no. 7.]; Herdruk verscheen onder Marie van Zeggelen. Het
zeeroversjongetje; Indisch jeugdboek; ingeleid en toegelicht door Rob Nieuwenhuys.
Schoorl, Conserve, 1989. 107 blz., kit. [Indische Letteren-reeks; no. 9.]. Vindplaats:
Ie druk KITLV cc 206 N; 4e druk KITLV cc 299; 5e druk Brinkman; 8e druk Bibl.
Museum Nusantara, Delft; Herdruk KITLV cc 2001 N

De geschiedenis speelt zich af op het eiland Banggai, bij Celebes. Wanneer de


mannen zijn weggetrokken om elders sagopalmen te kappen, worden 's nachts hun
vrouwen en kinderen onverwachts overvallen door Alfoerse zeerovers die hun
menselijke buit in hun kora-kora meenemen en als slaven aan de sultan van Ternate
verkopen. Enkele slaven, onder wie het jongetje Bo, komen in dienst van de
kimalaha, een Alfoers dorpshoofd op Halmahera. Als Bo in aanraking komt met de
'sterke witte man', een Nederlandse zendeling, worden op diens voorspraak alle
slaven in vrijheid gesteld.
Zie ook: H.B. de la Bassecour Caan. Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis (no.
0240).

0334 Looman, C.N. Vrede op aarde; Zendingsboekje met een plaatje', uitgegeven door de
Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging. Amsterdam, Egeling, [c. 1920]. 48 blz.
Vindplaats: BZO

Taakbeschrijving van de zending. Bevat het onderwerp 'Iets van Nederlandsch-Indië".


148 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KTTLV cc 1261 N

Egoïstische kwajongen uit de provincie wordt als stokersleerling op het schip 'Banka'
geplaatst. In Batavia krijgt hij hevige malaria-aanvallen, komt in een hospitaal
terecht en heeft de tijd om daar zijn verleden te overdenken. Als een beter jongmens
keert hij voorgoed naar Nederland terug.

0343 Horst-van Doorn, Gjerda] C. van der. Een Hollandsch gezin in Indië; met platen van
Sijtje Aafjes. Gouda, Van Goor, [1921]. 176 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/KTTLV cc 317 N

Om zijn positie te verbeteren vertrekt vader Frank met vrouw en kinderen uit
Utrecht naar Batavia. De familie moet wennen aan het nieuwe vaderland, vooral de
moeder die overdag, als man en kinderen weg zijn, te veel tijd heeft om te piekeren.
Vriendschap met een administrateur van een thee-onderneming leert hen Indië beter
begrijpen en waarderen. Zijn opmerking over de doorsnee-totok die niet veel wijzer
uit Indië naar Holland terugkeert maakt hen beschaamd.

0344 Nanda [ps. van Fernanda M.B. Trautwein]. 'n Wildzang; [met illustraties van C.
Damen]. Utrecht, De Haan, [1921]. 240 blz. Vindplaats: SH/KITLV cc 1294 N

Voor haar gezondheid is de elfjarige Nederlandse Emmy uit Indië naar Holland
gekomen. In Amsterdam woont ze bij drie degelijke tantes met een saai neefje.
Wanneer ze nogal wat kattekwaad heeft uitgehaald en een slecht rapport krijgt
ontpopt het saaie neefje zich als een trouwe bondgenoot.

0345 Ophof-Sterk, Tine. Een moeilijk jaar voor de Van Heerdentjes; Een meisjes-verhaal uit
het Bataviaasch familieleven; met illustraties van B. en J.J. Midderigh-Bokhorst.
Weltevreden/Amersfoort, Boekhandel Visser/Valkhoff, [1921]. 212 blz. Herdrukken:
2e druk [c. 1925]. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 1849 N

Speelt in een Nederlands milieu in Weltevreden (Batavia) waar kort na de geboorte


van haar tweeling mevrouw Van Heerden overlijdt. Haar echtgenoot, een welgestelde
zakenman, blijft met vijf kinderen achter. Er komt tijdelijk hulp, maar na haar
eindexamen neemt de oudste dochter de huishouding op zich. Zo'n Indisch huishou-
den valt haar niet mee, want ze moet de bedienden voortdurend controleren in hun
bezigheden. Haar jongere zus wordt terloops geconfronteerd met de situatie van
'kampong-Europeanen', die vaak buiten hun schuld aan lager wal zijn geraakt en
waarvan de doorsnee gegoede families in Indië geen weet hebben.

0346 Roest, J.L.D. van der. Van een Papoesch slavenkind; Een vertelling voor kinderen.
Oegstgeest, Zendingsbureau, 1921. 27 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV cc
1020 N
Geannoteerde bibliografie 149

Papoea-meisje is door haar moeder verstoten en wordt door een zendeling bevrijd
uit de handen van een Temataans koopman.

0347 Slooten, Augusta van. De trossen los!; met illustraties van J.G. Kesler. Utrecht,
Bruna, [1921]. 297 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat een Indisch fragment over een afgestudeerde jongeman van de T.H. Delft die
voor vijfjaar naar Bandoeng gaat.

0348 Tuiten-Huvers, J. Naar het land van de Sangireezen; Reisverhaal voor kinderen.
Oegstgeest, Zendingsbureau, 1921. 31 blz., ills. Vindplaats: KB/KITLV cc 2114 N

Een zendelingsvrouw vertelt van de bootreis die zij met haar man naar Indië maakt,
op weg naar het zendingsgebied. Voor zij doorreizen naar hun bestemming doen ze
Java aan. Haar intense belangstelling gaat in Batavia naar de Chinese bevolkings-
groep uit, vooral naar het lot van opiumschuivende Chinezen, voor wie een Anti-
Opium Hospitaal (in 1890 werd de Anti-Opiumbond opgericht) is opgericht. Ook
geeft zij het culturele verschil aan tussen een 'rare Chinees' en een Hollander. Uit
Batavia gaat de reis per boot verder via Makassar en Paleleh (Celebes) naar één van
de Sangireilanden, waar het zendelingsechtpaar - in november 1913 - door zingende
schoolkinderen wordt verwelkomd. Hier wacht hun taak.

0349 Feith, Louise. Het huis bij den toren; geïllustreerd door Netty Heyligers. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf, [1922]. 287 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc
1440 N

Bevat Indische fragmenten over een Hollands gezin in Groningen. Op verzoek van
de regering wordt de vader - een ingenieur - naar Java uitgezonden om een brug te
bouwen. Het gezin gaat niet mee. Naar vier maanden keert de vader al weer terug
naar Nederland omdat hij niet tegen het klimaat is bestand.

0350 Hoekendijk, C.J. De Soendaneesche hemelling; geïllustreerd door Frans van Noorden.
Nijkerk, Callenbach, [1922]. 91 blz. Vindplaats: KITLV cc 687 N

Beschrijft de moeizame taak van een Nederlandse zendeling die zich heeft gevestigd
in de Soendalanden (West-Java). De inheemse (islamitische) bevolking vertelt elkaar
de dolste verhalen als zou de zendeling soldaten komen werven voor het Nederlands-
Indische Leger of koelies voor de tabaksplantages in Deli. Intussen mogen er al wat
kinderen naar het zendingsschooltje gaan. De zevenjarige Abdoerahman wil er ook
heen, maar zijn vader is er op tegen. Wanneer Abdoerahman door een slang is
gebeten, roept hij toch maar de hulp van de zendeling in. Abdoerahman geneest en
mag nu ook naar school toe. Onverwacht breekt cholera uit. De islamitische
dorpsgeestelijke geeft de schuld aan de komst van de zendeling die wordt tegen-
gewerkt. De moeder van Abdoerahman wordt ziek en sterft een kalme dood door
152 Geannoteerde bibliografie

0358 Sonnega Ez., H.W. Henk en Bert; Avonturen van twee Indische jongens op de reis en in
Holland; geïllustreerd door Jeanne Fauré. Arnhem, Ten Brink, [1922]. 176 blz.
[Juliana-bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Herdrukken: 2e druk idem [c. 1924].
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 368 N; 2e druk Brinkman

Van hun wederzijdse ouders moeten Bert (uit Batavia) en Henk (uit Soerabaja) naar
Nederland voor hun HBS-opleiding. Ze komen in huis bij een oom van Henk in
Amsterdam. Bert voelt zich al gauw 'senang', maar Henk heeft aanpassingsmoeilijk-
heden en komt dan soms driftig uit de hoek, vooral op school.

0359 Starrenburg, D.B. Op de rotsen geworpen. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1922. 16 blz.,


afbn. Vindplaats: BZO/KITLV g 1114 N

Een zendeling-leraar van de Utrechtsche Zendings Vereeniging vertelt over het


zendingswerk onder de Papoea's op het eiland Roon in de Geelvinkbaai (Nieuw-
Guinea) en de zeer primitieve omstandigheden waarin hij met zijn gezin moet leven.

0360 Zeggelen, Marie [C.] van. Din en Aroe naar het land van beschaving; met 20 platen.
Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1922]. 215 blz. Vervolg van: De schat van den
armen jongen (zie no. 0271). Vindplaats: KITLV cc 477

De twee Boeginese jongens gaan aan boord van de 'Zeemeeuw' die hen via Lombok
en Bali naar Java brengt. Ze reizen onder geleide van een Nederlandse bestuurs-
ambtenaar die naar Java terugkeert met zijn gezin en zijn Javaanse secretaris, een
man van adel, die Din en Aroe Javaans leert. Ze zullen een half jaar wegblijven om
van allerlei zaken kennis te nemen: ambachten, landbouw en nijverheid, maar ook
om de technische Svonderen' te aanschouwen. Het gezelschap logeert op een
suikeronderneming en later geniet men de gastvrijheid bij een prins in Djokjakarta.
De jongens ondergaan hier de Javaanse cultuur ten volle: ze horen de klanken van
de gamelan waarbij wajangspelers hun voorstelling geven. Din raakt nog verwikkeld
in een avontuur waarin de Sarekat Islam een rol speelt, wanneer hij een kostbare
bloem voor een archeoloog moet zien te bemachtigen op een tocht naar de zuidkust
van Java.

0361 Blinde, J.H. Karon, de kleine verschoppeling. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1923. 37 blz.,
afbn. Vindplaats: BZO/KITLV q 556

Een ware gebeurtenis.


In de Soendalanden doolt een Javaanse vrouw met haar zoontje Larti. Ze is op zoek
naar haar man die haar in de steek heeft gelaten. Op haar zwerftocht door de
achterbuurt van Bandoeng wordt de argeloze vrouw aangeklampt door een Javaanse
koeliewerver. Hij haalt haar over om naar Deli te gaan om daar op de tabaksplanta-
ges te werken. Haar zoontje laat ze achter bij een kinderloos echtpaar. Larti groeit
niet voldoende en zijn pleegmoeder koopt voor hem bij een *wijze man' een nieuwe
Geannoteerde bibliografie 153

naam: Karon. Die naam moet hem meer geluk aanbrengen. Wanneer hij acht jaar is
hoort hij bij toeval dat zijn echte moeder hem heeft verlaten. Karon gaat piekeren
en komt zó onder de uitslag te zitten dat zijn pleegvader hem de deur wijst. Karon
komt in een zendingsziekenhuis terecht waar hij wordt verpleegd. Als hij genezen is
wordt hij als pleegzoon aangenomen door een kinderloos echtpaar, Soendanese
christenen, in het dorpje Palalangon.

0362 Bout-Muller, A.K. Geen verworpene meer. Oegstgeest, Zendingsbureau, 1923. 24 blz.,
ills. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1336 N

Blinde Papoeajongen, Kan-Kanem (betekent 'de verworpene') genaamd, uit de


omgeving van Fak-Fak wordt in 1918 als pleegkind opgenomen bij het zendelings-
echtpaar Bout-Muller. Zijn naam wordt veranderd in het Nederlandse Niko. Als het
echtpaar Bout naar Holland gaat komt Niko in Bandoeng op een blindeninstituut
waar hij een christelijke opvoeding zal krijgen.

0363 Hazevoet, Jac[oba]. Keesje's leertijd in de tropen; geïllustreerd door Henk Poeder.
Nijkerk, Callenbach, [1923]. 94 blz. Vindplaats: KITLV cc 382 N

Op Java leren een Nederlandse weesjongen en zijn tante hoe zij hun levens in
Holland inhoud kunnen geven op een christelijke grondslag. Zie ook: Winterbloemen
(no. 0372).

0364 Hilgers, Th.J.A. Indische sprookjes; [met illustraties van Netty Heyligers en W.K. de
Bruin]. Rijswijk, Blankwaardt & Schoonhoven, [1923]. 144 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV a 635

In deze sprookjes die zich voornamelijk op Java afspelen, maar ook op Sumatra,
Celebes en de Molukken, hebben bloemen en dieren een belangrijke functie. Het
hindoeïsme en de islam voeren in de ruimste religieuze betekenis de ondertoon:
hadji's en kluizenaars bezitten macht of beschikken over een bovennatuurlijke gave
om de eenvoudige kampongbewoners uit te buiten of belangeloos te helpen.

0365 Hoe een kleine jongen 'goeroe' is geworden. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1923]. 16
blz., afb., prt. Vindplaats: KITLV 1619 N (fotokopie)

Zendingsverhaaltje uit Celebes waar een inheemse goeroe, Joost Kaligis, afkomstig
uit de Minahassa, in opdracht van de zendeling A.C. Kruyt naar Midden-Celebes
trekt om daar de bevolking te leren in hun levensonderhoud te voorzien en het
evangelie te verkondigen.

0366 Hoog, Aletta. Het boek voor alle volken; [omslag van R. Gerbrands]. Amsterdam,
Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1923. 15 blz..
154 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV q 3874 N

Bevat fragmenten over de Toradja-bevolking .op Celebes.

0367 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Ktty's leed en vreugde; Van Indisch meisjesleven;
met platen en bandteekening van A.J. van 't Hoff. Gouda, Van Goor, [1923]. 171 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV
cc 487 N

Kitty 'kruidje-roer-me-niet' - een Hollands meisje - groeit in Batavia op. Zowel het
huwelijk van haar zusje als dat van Nella, de Ambonese hulp laten een leegte achter.
Maar de plotselinge dood van haar veel jongere broertje is een blijvend gemis. Na
haar HBS-opleiding trouwt ze al spoedig met een jonge beheerder van een kleine
rubberonderneming op Java.

0368 Keiler, Ida. Niet met handen gemaakt; geïllustreerd door O. Geerling. Nijkerk,
Callenbach, [1923]. 110 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1629 N

Bevat Indische fragmenten.


Aan boord van de 'Amalia' maakt Arie, een scheepsmaatje van dertien jaar, zijn
eerste zeereis naar Indië. Hij is de armoede van thuis ontvlucht. Onderweg maakt hij
kennis met de jonge mevrouw Wensel en haar pasgeboren zoontje David. Zij is de
vrouw van een vermogend suikerplanter uit Oost-Java. Hij komt haar in Soerabaja
afhalen.
Na zeven jaar vaart Arie weer met dezelfde boot naar Indië en ziet hij David terug,
die door zijn ouders naar Holland wordt gestuurd voor zijn schoolopleiding. Het
afscheid is zwaar, maar zijn ouders vinden dat het tijdelijk afstand doen van je
kinderen nu eenmaal aan het leven in Indië verbonden is. Als twee jaar later
mijnheer Wensel overlijdt, keert zijn vrouw naar Nederland terug om voorgoed bij
David te blijven. Op meerderjarige leeftijd gaat David naar Indië terug om de
bezittingen van zijn vader, die een oom tijdelijk heeft beheerd, over te nemen. Zie
ook: Winterbloemen (no. 0372).

0369 Ophof-Sterk, Tine. Morgennevelen; met boekversiering van W. Ising. Weltevreden


enz., Visser enz., [1923]. 208 blz. Herdrukken: 2e druk [1923]. Bevat een verklarende
woordenlijst. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV cc 453

Het verhaal is gesitueerd vlak na de Eerste Wereldoorlog en geeft een karakter-


beschrijving van twee jonge meisjes uit een verschillend milieu. Beiden zijn uit
Nederland naar Java teruggekeerd, waar hun ouders wonen. Vera Dumas, een
Hollands meisje, heeft in Utrecht haar lager-onderwijsakte gehaald. Op de bootreis
naar Indië deelt ze een hut met Nelly Mesgert, een Indisch meisje. Zij is een
verwend enig kind van een Hollandse kolonel en een eenvoudige Indische moeder.
Geannoteerde bibliografie 155

Voor veel geld is Nelly in huis geweest bij een Haagse familie die zich richtte op het
uitgaansleven en waar alles draaide om uiterlijke zaken, zoals geld en aanzien. Voor
beide meisjes brengt het leven in hun vaderland ingrijpende veranderingen. Vera's
ouders zijn van een royaal huis met een grote tuin in Batavia verhuisd naar een
eenvoudig huis in Bandoeng. Haar vader is tijdens haar verblijf in Holland
ernstig ziek geweest en werd gedwongen met vervroegd pensioen te gaan. Zijn
financiën waren niet toereikend om hetzelfde leefpatroon voort te zetten, zodat hij
in Bandoeng toch nog een betrekking heeft moeten zoeken. Vera ziet in dat ze geen
luxe leventje kan leiden van uitgaan en pretjes. Zij vindt al spoedig een baan als
onderwijzeres. Nelly Mesgert, die inmiddels op de hoogte is van de financiële situatie
van Vera's vader, laat haar weten dat zij als kolonelsdochter geen verdere omgang
met haar wil omdat dit beneden haar stand is.
Wanneer kolonel Mesgert een dodelijke val te paard maakt, worden Nelly en haar
moeder liefderijk opgevangen door Vera's ouders, die hen tijdelijk onderdak
verlenen. Er is financieel weinig eer meer te behalen omdat het kolonelsgezin op te
grote voet heeft geleefd. Moeder en dochter gaan voorgoed naar Nederland, waar
Nelly in Den Haag op een kantoor gaat werken om in haar levensonderhoud te
voorzien.
Een eenvoudige jonkheer die Vera op de boot naar Indië heeft leren kennen, wordt
na wat misverstanden over en weer haar levensgezel. Hij werkt als assistent op het
koffieland van de onderneming 'Pasir Mas', waar Nelly met haar ouders de vakantie
doorbrengt.

0370 Tabai, de blinde Papoea-jongen; Verhaal naar aanleiding van eenige berichten van
zendeling [D.CA.] Bout. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1923]. 15 blz., afbn.
Bevat poëzie. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1537 N

De blinde wees Tabai wordt als pleegzoon opgenomen in het gezin van een zende-
ling.

0371 Vémor, Ella [ps. van Annie van Essen-Bosch]. Sonja; geïllustreerd door Sijtje Aafjes.
Alkmaar, Kluitman, [1923]. 208 blz. Vindplaats: Uitgeverscat./PB

Bevat een Indisch fragment en speelt in Nederland.


Tweejarig meisje (Indisch?) blijft in Nederland achter wanneer haar ouders voor
dringende zaken naar Indië worden teruggeroepen. Door omstandigheden in
Nederland verliezen de ouders het contact met hun dochtertje.

0372 Winterbloemen; Verhalen voor de jeugd door C. van Dort, Heleen [ps.], W.G. van de
Hulst, Jac[oba] Hazevoet, Ida Keiler. Nijkerk, Callenbach, 1923. [IV, 375 blz.], afbn.
[36ste serie, derde deel.]
Bevat de Indische verhalen: 'Keesje's leertijd in de tropen' door Jac[oba] Hazevoet
[en] geïllustreerd door Henk Poeder; 'Niet met handen gemaakt' door Ida Keiler
[en] geïllustreerd door O. Geerling (zie ook nos. 0363 en 0368). Vindplaats: PB
156 Geannoteerde bibliografie

0373 Wijsman-Goedkoop, E. Op den rand van het nest; geïllustreerd door Netty Heyligers.
Alkmaar, Kluitman, [1923]. 199 blz. Vindplaats: KITLV cc 1764 N

Speelt in Nederland en bevat een kort fragment over de situatie van een geïsoleerd
geraakt gezin uit Nederlands-Indië. De vader, een mijningenieur, heeft daar bij een
ontploffing zijn gezichtsvermogen verloren. Hij tiranniseert zijn jonge Indische vrouw
en hun enig dochtertje.

0374 Adams, Eva [ps. van J. Tersteeg-Frank]. Tusschen de vijftien en achttien; bandteeke-
ning en illustraties van Piet C. Wagner. Leiden, Leidsche Uitgeversmij, [1924]. 229
blz.
Herdrukken: 2e druk [1926]. idem. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie
druk BBJ/KB/NBLC-Almere; 2e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. De eigengereide bakvis Tonia


maakt kennis met de nieuwe buren, de Indische familie Drummei en hun baboe.
Tonia's spontaan gedrag komt haar echter duur te staan wanneer ze haar zakgeld in
'bewaring' geeft aan mevrouw Drummei die verslaafd is aan snoepen en lekker eten.
De aanstaande zwager van Tonia heeft plannen om naar zijn 'puissant' rijke oom in
Indië te gaan, maar hij ziet er vreselijk tegenop om uit Holland weg te gaan. Hij
staat onder druk van zijn moeder die bang is 'dat oom daar nog eens met een zwarte
vrouw trouwt en die het geld nalaat'.

0375 Fabricius, Johan. De scheepsjongens van Bontekoe; teekeningen van den schrijver, 's-
Gravenhage, Leopold, 1924. XII, 569 blz.
Herdrukken: 7e-8e druk [1956-1960]. Met tekeningen van Hylke van der Harts. 436
blz.; 9e druk [1965]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 415 blz.; lle herziene druk
[1969]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 401 blz.; 18e druk verscheen in Amster-
dam, Leopold, [1989]. Met tekeningen van Dick de Wilde. 401 blz. Bevat poëzie en
een kantjilverhaaltje.
Vindplaats: Ie druk KITLV hh 8137 N; 8e druk BBJ; 9e druk Brinkman; lle
herziene druk KITLV cc 835 N; 17e druk PB; 18e druk Brinkman

Het verhaal is ten dele gebaseerd op het oorspronkelijke scheepsjournaal van


schipper Willem Ysbrantszoon Bontekoe uit Hoorn. In 1618 vertrekt de schipper uit
Texel naar Java met het VOC-schip 'Nieuw Hoorn'. Aan boord bevinden zich Rolf,
een neef van Bontekoe, met twee Hoornse vrienden, Hajo en Padde, die met
Harmen, een wat oudere bootsman en de hond Joppie, elkaar onder alle omstandig-
heden trouw zullen blijven.
De reis loopt in het begin voorspoedig, tot er bij de Kaap scheurbuik uitbreekt
onder het scheepsvolk. Bij een baai wordt vers drinkwater ingenomen en voedsel
bemachtigd. Gesterkt zeilt men verder naar het eiland Santé Marie waar met de
inheemse bevolking een levendige ruilhandel wordt gehouden: Hollandse voorwerpen
tegen gevogelte en vruchten. Bij het brandewijn pompen veroorzaakt Padde met zijn
brandende kaars een onblusbare brand die zich uitbreidt naar de kruitkelder,
waardoor het schip de lucht in vliegt. Schipper Bontekoe dobbert met een groep
overgebleven schepelingen, onder wie de vier vrienden en hun hond, zonder kompas
Geannoteerde bibliografie 157

onder barre omstandigheden op zee rond. Op de stand van de zon en de sterren


koersen ze, meer dood dan levend, op de kust van Sumatra aan. In het tweede deel
worden de schipbreukelingen vijandig ontvangen door de Suma-traanse bevolking.
Een aantal van hen wordt zelfs gedood en slechts een klein groepje weet later
Batavia te bereiken. Het tweede deel wijkt af van het oorspronkelijke scheepsjournaal,
waarin van vier achterblijvers nooit meer iets wordt vernomen. De vier
scheepsjongens nemen nu hun plaats in en maken een avontuurlijke tocht door
Sumatra. Onderweg is Dolimah, een weggelopen dochtertje van een Suma-traans
dorpshoofd, hun gids.
Zij vertelt hen over de geneeskracht van planten, vertelt een kantjilverhaaltje en een
legende over hoe het vuur op aarde is gekomen. Als de jongens geen vuur kunnen
maken, komt het schriele jongetje Saleiman hen te hulp. Op zijn soeling tovert hij de
mooiste melodietjes. Als Padde ziek wordt en ijlt over een brand, haalt Saleiman er
een doekoen bij, Pak Samirah. Hij beheerst de geesten en door zijn eentonig
klankloos geprevel geneest Padde. Ze trekken verder tot ze bij een rivier komen die
volgens Dolimah in zee moet uitmonden. De jongens bouwen een stevig vlot en als
het klaar is, vlucht Dolimah 's nachts weg, terug naar haar dorp. Met het vlot
bereiken de jongens Straat Soenda en steken binnen een paar dagen over naar
Batavia. Daar worden ze aan boord gehesen van de 'Nieuw Zeeland' door een
maatje afkomstig van de 'Nieuw Hoorn'. Schipper Bontekoe ligt ook in de haven
met de 'Berger Boot', waar de jongens heenvaren om af te monsteren en waar ze
hun gage in ontvangst nemen.
Hajo, Harmen en Padde monsteren aan op de 'Nieuw Zeeland' die naar het
vaderland terug zal gaan. Rolf gaat met Bontekoe mee om te worden opgeleid voor
stuurman. Aan wal gaan ze passagieren in Batavia, waar een nog in leven zijnde
scheepsmaat hen opwacht. Hij neemt hen mee naar zijn huis. Intussen is hij ge-
trouwd met een Javaanse, die op dat moment afwezig is. Door zijn maats overge-
haald laat hij haar in de steek om ook aan te monsteren op de 'Nieuw Zeeland'. Voor
hun maaltijd bezoeken ze een Chinees eethuis, doen hun inkopen voor thuis en
bestellen zeemanskisten. Ze zwerven nog wat rond op de Pasar Malam, waar ze hun
ogen uitkijken naar al die verschillende Oosterlingen die er rondlopen. Ze komen
onder de indruk van Javaanse ronggèngs, die op gamelanmuziek hun dansen uitvoeren,
ze zien een wajangspel en, naar hun mening, een wreed hanengevecht. Begin maart
1620 zeilt de 'Nieuw Hoorn' uit Batavia weg en eind december van datzelfde jaar
komen het schip en zijn bemanning behouden in Vlissingen aan. Een bewerking als
stripverhaal verscheen c. 1970 (no. 1131).

0376 Hazevoet, J[acoba]. Het engeltje van kampong Rhanka; geïllustreerd door Henk
Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1924]. 78 blz. Vindplaats: KITLV cc 506 N

Sandy, het zoontje van een Nederlandse garnizoensarts, en de Christen-Ambonnees


Saleika spelen een belangrijke rol bij de oprichting van een zendingsziekenhuisje op
Java.

0377 De kleine gids; Vijf verhalen door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D.
Troelstra-Bokma de Boer], L[ode] Baekelmans, J.S. Brandts Buys e.a.; versierd met
origineele houtsneden van Chris Lebeau. Santpoort enz., Mees enz. , 1924. 128 blz.
Bevat een Indische bijdrage van Marie C. van Zeggelen, 'Een kleine gids' (blz. 85-
106).
158 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1550 N+

In de wouden van Groot-Atjeh zwerft Tjoet Adin, de blinde vrouw van de overleden
Atjehse roofridder Toekoe Oemar, rond. Toekoe Oemar was een geduchte tegen-
stander van het Nederlandse gezag in Atjeh en sneuvelde (1899) in de Atjeh-oorlog.
Tjoet Adin heeft haar bezittingen verlaten, maar haar bedienden zijn haar trouw
gebleven. In haar gevolg bevindt zich het jongetje Amat, dat door een patrouille
soldaten van het Nederlands-Indische leger wordt meegenomen. Een officier
probeert Amat uit te horen naar de verblijfplaats van Tjoet Adin. Amat weigert, en
wil terug naar zijn dorp, maar hij weet dat als hij terugkomt Tjoet Adin hem
eigenhandig zal doodschieten wegens verraad aan de 'Kompanie'. Een van de officieren
geeft Amat een brief mee. Bij thuiskomst wordt de inhoud voorgelezen aan Tjoet
Adin door Abdoellah, haar oude raadsman. In de brief staat dat Amat werd
gedwongen met de soldaten mee te gaan en dat hij heeft geweigerd de verblijfplaats
van Tjoet Adin te verraden. Amats leven wordt gespaard. Zie voor de figuur van
Tjoet Adin de historische roman van M.H. Székely-Lulofs Tjoet Nja Din; De
geschiedenis van een Atjehse vorstin. (Eerste druk 1948; tweede druk 1985).

0378 Max [ps.]. De wonderlijke reizen van Meelmuts en Roetkop; teekeningen van [O.]
Roland; versjes van -. Amsterdam, Van Campen, [1924]. 44 blz. [Derde serie.]
Vindplaats: KITLV cc 109 N

Een veredeld stripverhaal op rijm gezet met avonturen op zee, Sumatra en Java.

0379 Menno's Indisch prentenboek [Menno van Meeteren Brouwer]; Uit het dageüjksche
Indische leven van het Indische kind; Met versjes voor de jeugd; 12 groote gekleurde
platen en 24 kleinere tusschen den tekst. Utrecht, De Haan, [1924]. 25 blz.
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1452 N (fotokopie)

In een twaalftal rijmpjes is een aantal woordjes en Maleise uitdrukkingen verwerkt


waarin het kleine meisje Non en haar broertje Piet met hun baboe de hoofdpersonen
vormen.

0380 Meijboom-Italiaander, J[os]. Javaansche sagen, mythen en legenden; verzameld door -;


[met illustraties van Menno van Meeteren Brouwer]. Zutphen, Thieme, 1924. XII,
323 blz.
Herdrukken: Fotografische herdruk, opnieuw geïllustreerd door Mick Kamper,
[1977].
Bevat een verklarend register. Vindplaats: Ie druk
KITLV b 326; Herdr. Brinkman

Mythen en legenden zoals de schrijfster ze uit de volksmond heeft gehoord. Het zijn
eenvoudige volkssagen zoals die door de kakès en de nènèks aan hun kleinkinderen
worden verteld. Behalve Javaanse verhalen over mensen, reuzen, de natuur en de
sagen van Ratoe Loro Kidoel, komen er ook mythen van Borneo en de Kei-eilanden
in voor.
Geannoteerde bibliografie 159

0381 Scherpenzeel, J. van. Klein Jantje van Grisee; met prentjes van Jan Wiegman. Batavia
enz., Kolff, 1924. 107 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1825 N

Beschrijft het dagelijks leven van een Hollands gezin op Oost-Java, waarin ook de
bedienden zoals de baboe, de kebon, de kokkie een rol spelen. Het verhaal is
afgestemd op de kinderen in Nederlands-Indië door de vele onvertaalde Maleise
woordjes en uitdrukkingen. Zie ook: J. van Es. Sinjo Jan; Klein Jantje in de tropen
(no. 0814).

0382 Snellen, Agatha. Timon en Matjan; Een Indisch sprookje; met illustratiën van CJ.
Mension. 's-Gravenhage, Drukkerij Voortvaren, [1924]. 99 blz. Herdrukken: 3e
druk [c. 1926]
Vervolgd als: Timon's avontuurlijke vliegtochten (zie no. 0448).
Vindplaats: Ie druk KITLV a 750; 3e druk Antiquariaatscat.

Timon, een kleine jongen die in Probolinggo (Java) woont, is op het ruime erf
rondom zijn huis opgegroeid met allerlei dieren. Graag zou hij de dierentaal
verstaan zodat hij met alle dieren kan praten. Deze wens wordt tijdelijk vervuld
wanneer hij door een oud Javaans vrouwtje de kroon van de slangenkoning aan zijn
vinger krijgt geschoven. Op een tocht te paard naar de vulkaan de Bromo en de
Zandzee verlaat Timon het gezelschap van zijn ouders. Voorbij de Mungalpas begint
zijn avontuur als hij op de rug van Matjan de tijger naar het apenwoud wordt
gereden. Dit sprookje is opgedragen aan Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana.

0383 Visscher, G.J. Onverwacht wederzien; met platen van Henk Poeder. Gouda, Van Goor,
[1924]. 126 blz.
Herdrukken: 2e druk [1928]. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.].
Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk BBJ/NBLC-Almere

Bevat een kort Indisch fragment over een Nederlandse stuurman op de 'wilde vaart'.
Na het overlijden van zijn vrouw komt hun enige schoolgaande jongen bij een
inhalige oom en tante in huis.

0384 Zeggelen, Marie [C.] van. Het kippendagboek; teekeningen van Alexander de Haas Jr.
Rotterdam, Masereeuw & Bouten, [1924]. 38 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2440
N+ (fotokopie)

Een met veel fantasie en humor geschreven verhaaltje dat in Indië speelt. Oom Jan
laat aan zijn neefje Hans een vuil grijspapieren pakje zien, dat de kebon in het
kippenhok heeft gevonden. Kleine bekraste papiertjes. Aan de hanepoten kan oom
zien dat het een kippendagboek is. 's Avonds leest hij zijn neefje voor uit 'Dagboek
van Hanestaart en familie', waarin de kippen neerkijken op Grauwbekje, een
soepkip, die in hun hok is gesmeten.
160 Geannoteerde bibliografie

0385 Amerika, J.L. en A. Soeardi. Javaansche sagen en legenden, zeden en gewoonten;


Leesboek voor de hoogste klassen der lagere scholen en de laagste klassen der scholen
voor voortgezet lager onderwijs in Nederland en Indië; met illustraties van Yang Lain
[ps.]. Gouda, Van Goor, 1925. 111 blz. Vindplaats: KITLV b 504

In deze bundel staan ondermeer de legende van de Tangkoeban Prahoe, de verhalen


over de zoutbronnen te Koewoe Grobogan, het ontstaan van het Javaanse alfabet en
de legende van Dewi Sri, de godin van de rijst.

0386 Berg, W. van den. De koning van Tjilatjap; met 4 platen en bandteekening van Rob.
Graafland; uitgegeven onder goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche
Jeugdlectuur. 's-Hertogenbosch enz., Malmberg, [1925]. 195 blz. [Malmberg's
Jeugdlectuur; no. 46.] Vindplaats: KITLV cc 1405 N

De titel en de inhoud van dit jongensboek (een missieverhaal) hebben niets met
Nederlands-Indië te maken, maar met het voormalige Brits-Indië. Het verhaal speelt
in katholieke kringen in Nederland, waarin een Brits-Indiër van hoge afkomst zijn
levensverhaal vertelt en zijn overgang tot het christendom. De naam 'Tjilatjap' is een
scheldnaam van Hollandse jongens die zijn moeilijke Indische naam niet kunnen
uitspreken.

0387 Beijl, K. de. Klaas Hamer, met 4 illustraties van C. Damen. Amsterdam, Veen,
[1925]. 168 blz. Vindplaats: KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten.

0388 Bonnema, Tine [ps. van Tine de Vries-Vrisou]. Oude en nieuwe vertellingen; geïllu-
streerd door W.G. van de Hulst Jr. 's-Gravenhage, Daamen, [1925]. 191 blz. Bevat
poëzie. Bevat de Indische verhaaltjes en sprookjes: 'Op visite'; 'De droom van Onno';
'Hoe Betty haar les leert'; 'De kleine tuinman'; 'Het geweer'; 'Verboden waar'; 'Het
sprookje van de mangga's'; 'De moeite wel waard'; 'Onvoorzichtig'. Vindplaats:
OBA/KB

De verhaaltjes, waarin het pedagogische element sterk overheerst, spelen op Java in


een Nederlands milieu.

0389 Brinkgreve-Wicherink, Tine. De Meiclub uit kampeeren; geïllustreerd door Netty


Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1925]. 228 blz. Bevat
poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1762 N

Speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment.


Geannoteerde bibliografie 161

0390 Hoven, Th[érèse]. Een meisjesdetective; met vier platen van Ella Riemersma. Gouda,
Van Goor, [1925]. 239 blz. [Serie Meisjesleven.] Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/OBLG/KITLV cc 1292 N

Uit Soerabaja komt de impulsieve Wilna haar stijfdeftige Amsterdamse familie


bezoeken. Tijdens haar verblijf valt een antiek bord in gruzelementen. Goede raad is
duur... Wilna gaat op 'rooftocht' bij twee tantes in Overveen en Den Haag. Wanneer
ze eindelijk zo'n zelfde bord eerlijk heeft gekregen en dit aan haar familie in
Amsterdam overhandigt komt hun oude dienstbode met een bekentenis.

0391 Liefde, J.L.F. de. Toch naar Holland; Zendingsverhaal; geïllustreerd door Jeanne
Faure. Arnhem, Ten Brink, [1925]. 34 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 91.]
Vindplaats: KITLV cc 1556 N/cc 2266 N

Wim, enig kind van een zendelingsechtpaar uit de binnenlanden van Java, zal voor
zijn schoolopleiding naar Nederland gaan. Hijzelf, maar ook zijn ouders zien tegen
deze scheiding op. De vriendschap met het manke jongetje Oentoeng maakt dat
Wim zijn belofte om naar Holland te gaan niet verbreekt.

0392 Volksverhalen uit Oost-Indië (Sprookjes en fabels); Verzameld door Jan de Vries.
Zutphen, Thieme, 1925-1928. 2 delen. 1. Met illustraties van G.J. Overbeek. 1925. XI,
388 blz. 2. Met illustraties naar foto's. 1928. XII, 416 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV a 342 (In deel l ontbreken de illustraties)

Fabels en sprookjes die voorheen in handschrift werden bewaard zijn in deze


uitgaven voor het eerst in druk verschenen. Bevat een lijst van geraadpleegde
bronnen en aantekeningen.

0393 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Een Indisch meisje en andere Indische
verhalen; geïllustreerd door P. van Geldorp en Rob. Graafland; uitgegeven onder
goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur. 's-Hertogenbosch enz.,
Malmberg, [1925]. 163 blz.
Bevat behalve het titelverhaal nog de verhalen: 'Uit het land van over de zee' (blz.
51-107); 'Oorsprong van 't Javaansche letterschrift' (blz. 108-118); 'Jopo' (blz. 119-
141) en 'Te Redjo Sarie' (blz. 142-161) die allemaal op Java spelen.
Vindplaats: KITLV cc 89 N

Het titelverhaal gaat over het Indische meisje Jo dat in Weltevreden op een
kostschool zit bij de zusters Ursulinen. Haar vader - administrateur op een thee-
onderneming bij Bandoeng - en haar (Indische) moeder sturen de dertienjarige Jo
voor haar HBS-opleiding naar een peettante in Holland. Daar ziet Jo voor het eerst
van haar leven een Hollandse koetsier, een Hollandse tuinman en een Hollands
keukenmeisje, in tegenstelling tot Indië waar je inheemse bedienden ziet. Ook moet
Jo leren zichzelf te helpen. In Indië was ze gewend dat de baboe alles voor haar
deed.
162 Geannoteerde bibliografie

'Uit het land van over de zee' en 'De oorsprong van 't Javaansche letterschrift' zijn
twee bewerkte legenden; de eerste over de geldgodin Kjai Belorong en de tweede
over de vorst Adji Soko.
'Jopo' is een aapje dat als huisdier wordt gehouden in een Nederlands gezin. Het
diertje wordt door de huisbediende Amat getreiterd en getraind om te leren stelen
bij dit zelfde gezin.
'Te Redjo Sarie' speelt op een Kendalse koffïe-onderneming in de residentie
Semarang. Daar woont een jonge Haagse administrateursvrouw met haar zoontje Jan
die speelt met Wiro, een Javaans dessajongetje. Wiro bekent dat hij graag katholiek
wil worden en wanneer hij zijn vriendje Jan redt ten koste van zijn eigen leven,
wordt hij nog bijtijds gedoopt voor hij zijn ogen voorgoed sluit. Wiro wordt niet
begraven op het algemene Javaanse kerkhof, maar hij krijgt een mooi plekje in de
tuin van de koffïe-onderneming.

0394 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Javaansche legenden. 's-Hertogenbosch enz.,
Malmberg, 1925. 174 blz. Vindplaats: KDC/KITLV b 336

liegenden over de waringinboom, de orchidee, hoe de wind ontstond, over verschil-


lende Javaanse steden en zelfs nog een heel bijzondere legende uit Nieuw-Guinea.

0395 Benard, Emmy. Bakvtschjes lief en leed; met illustraties van Freddie Langeler.
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1926]. IV, 234 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over een Amsterdamse huisarts die met zijn gezin voor
een tijd naar Indië gaat. De vijftienjarige dochter Mies blijft in Nederland achter op
een particulier meisjesinternaat in de provincie.

0396 Beijl, K. de. Henk Halbers; Een reis door het Panamakanaal naar Indië; met platen en
omslagteekening van Menno van Meeteren Brouwer. Gouda, Van Goor, [1926]. 159
blz. [G.B.-serie; deel VIL]
Vervolgd als: Onder de tropenzon; of, Henk Halbers in Indië (zie no. 0432).
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 83 N

Door financiële verliezen en geen uitzicht op salarisverhoging heeft de vader van


Henk Halbers een benoeming als gemeentesecretaris aanvaard in Toeloeng-Benteng
op Java. In 1917 vertrekt het gezin met de 'Grotius' uit Amsterdam. De scheepsrou-
te loopt vanwege het Duitse duikbotengevaar via de Westindische eilanden, Panama,
San Francisco, Japan en Hongkong naar de haven van Tandjong Priok.

0397 Crevels, H.H. en T. van Buul. De twee rijstaren en andere verhalen voor kinderen van 6-
8 jaar, geïllustreerd door Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Bussum, Van Dishoeck,
[c. 1926]. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: PB
Geannoteerde bibliografie 163

Het titelverhaal vertelt over de trotse lege rijstaar die rechtop staat en de diep
gebogen rijstaar, zwaar van de vele rijstkorrels. Bevat naast de Indische verhaaltjes
een Javaanse bewerking van het sprookje van 'Vrouw Holle'.

0398 Croes, J.W. en W. Vink. Uit polder- en zonneland; Proeve van briefwisseling tusschen
Nederlandsche en Indische kinderen van de hoogste klasse eener lagere school', met 180
plaatjes en 3 kaartjes. 's-Gravenhage, Ykema, 1926. 104 blz. Vindplaats: KITLV cc
1836 N

Schoolkinderen uit Probolinggo (Oost-Java) schrijven naar een klas in Capelle a/d
IJssel over hun dagelijks leven in de tropen en het schoolreisje naar Tosari met een
rit te paard naar de Zandzee en de Bromo.

0399 Droomfee en andere verhalen; Samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer; met
medewerking van Clémence [M.H.] Bauer, Elis[abeth] van Beymerwerdt, Willy
Brinkgreve en anderen; met illustraties van Sijtje Aafjes, Rie Cramer, J. Gabriëlse en
anderen. Utrecht, De Haan, [1926]. 191 blz. [Zonneschijntjes; deel II.] Bevat poëzie
en muziek. Bevat het verhaal 'De patiënten van dokter Kras' door Jan Wagenaar dat
een paar korte Indische fragmenten bevat, en 'Hernieuwde vriendschap en 't treurig
einde van Oesoep de karbouw' door Marie Ovink-Soer. Vindplaats: OBA

Onder het hoofdstuk 'Uit Indisch en Inlandsch kinderleven' staat het verhaal
'Hernieuwde vriendschap en 't treurig einde van Oesoep de karbouw' door Marie
Ovink-Soer dat zich afspeelt in het gezin van een Hollandse theeplanter op Java.

0400 Gunning, C.P. Indië en jong-Nederland; Bijdragen uit veler pen, beoogende ons
opgroeiend geslacht Indië beter te doen kennen en begrijpen; verzameld en ingeleid
door -; met een aanbevelend woord van J.C. Koningsberger; geïllustreerd met 54
foto's. Amsterdam, Kosmos, [1926]. 239 blz. Vindplaats: KITLV a 350

Informatief naslagwerk voor de oudere jeugd.

0401 Hans, Doe. De Knalchtb van 3A; Met een inleidend woord van H.A. Meerum
Terwogt; met penteekeningen van Menno [van Meeteren Brouwer] en bandteeke-
ning van Louis Bron. Rotterdam, Handel-Mij Stokvis, [c. 1926]. 232 blz..
Vervolgd als: Zonnebloem; Nieuwe lotgevallen van de Knaldub van 3A (zie no. 0415).
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1281 N

Bevat een Indisch fragment over een HBS'er, afkomstig uit de Oost die voor zijn
schoolopleiding bij twee tantes in Rotterdam woont. Door zijn klasgenoten wordt hij
vriendschappelijk 'De Rookworst' genoemd.

0402 Hasselt, F.J.F. van. In het land van de Papoea's. Utrecht, Kemink & Zoon, [1926]. 151
blz., afbn. kit. en prtn.
164 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV g 103 N

Zendingsverhalen over Nieuw-Guinea, waar de ouders van de schrijver, een zende-


lingsechtpaar, ruim vijfenveertig jaar werkzaam zijn geweest. De schrijver werkte er
op zijn beurt meer dan dertig jaar met zijn vrouw.
Vooraf wordt in het kort iets verteld over de geschiedenis van Nieuw-Guinea, dat in
1526-1527 door de Portugees George Menezes werd ontdekt. Daarop volgt een
uitvoerige beschrijving van de Papoeabevolking, hun natuurlijke omgeving, hun
behuizing, hun zeden en gewoonten en een aantal korte schetsen over Papoea's die
tot het christendom zijn overgegaan.
Zendeling A.J. de Neef, die ook lange tijd in Nieuw-Guinea heeft gewerkt, maakte
de tekeningen voor deze bundel.

0403 Hazevoet, Jacfoba]. Van twee Indische meisjes; met teekeningen van E.J. Veenendaal.
Nijkerk, Callenbach, [1926]. 92 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 443 N

Omdat haar ouders veel uit gaan wordt Marianne door haar Javaanse baboe
grootgebracht, 's Avonds voor ze gaat slapen vertelt baboe (die 'een Mohammedaan-
sche' is) allerlei griezelige verhalen waarvan de kleine meid benauwde dromen krijgt
en bang en bijgelovig wordt. Wanneer haar ouders bij een auto-ongeluk om het
leven komen wordt Marianne door baboe naar een christelijk weeshuis gebracht.
Daar gaat ze om met Laura die overwicht op haar heeft en Marianne 'een kleine
heiden' vindt. Een plotseling tragisch ongeval maakt een einde aan hun vriendschap.

0404 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Gulden weken; met platen, band- en omslag-
teekening van Johanna Coster. Gouda, Van Goor, [1926]. 207 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 492 N (fotokopie)

Hollands gezin uit Batavia met twee schoolgaande meisjes, Non en Deetje, brengt
met hun baboe Inem de grote vakantie door bij familie op een rubberonderneming
in de Soendalanden. De stadskinderen ravotten in de natuur, zien de inheemse
bevolking aan het werk op de onderneming, raken onder de indruk van heilige
bomen, huiveren bij een inlands kerkhof en zien een grappige Soendanese komedie.
Hun moeder die tobberig van aard is ziet dat op een afgelegen onderneming vaak
van alles geïmproviseerd moet worden en waardeert ondanks de hitte het stadsleven.

0405 Horst-van Doom, Gerda C. van der. Tante Noep; met platen, band- en omslagteeke-
ning van J.H. Isings [Jr.]. Gouda, Van Goor, [1926]. 164 blz. [Serie Voor 'Bakvisch-
jes'.]
Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV cc 511

Tante Noep is het kind van een Javaanse vrouw en een Hollandse fuselier, opge-
groeid in de tangsi. Ze woont in een gang in het Batavia van 'tempo doeloe'. Na de
dood van haar ouders heeft ze een nichtje in huis genomen. Tante zorgt voor het
Geannoteerde bibliografie 165

levensonderhoud met het maken van Indische lekkernijen. Als haar nichtje van
school komt wordt ze verkoopster bij toko 'Onderlinge Hulp' en ze laat tante na
haar huwelijk niet in de steek.

0406 Jehu, Felicie. Zonnekind; geïllustreerd door W[am] Heskes; (leeftijd 10-15 jaar).
Alkmaar, Kluitman, [1926]. 272 blz. Vindplaats: SH/KITLV cc 2228 N

Bakvisverhaal met een Indisch fragment.


Meta belooft haar vader haar bijnaam 'zonnekind' eer aan te doen als hij voor zaken
naar Indië moet en de omstandigheden thuis in Nederland niet meer zo rooskleurig
zijn.

0407 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkeesj. 'Huize Levenslust'; met platen en bandteeke-
ning van Sijtje Aafjes. Gouda, Van Goor, [1926]. 143 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek
voor Jongens en Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 1334 N

Bevat een paar Indische fragmenten.

0408 Krienen, Ch[arles]. Twee echte jongens; met vier illustraties van M.L. Middelhoek.
Alkmaar, Kluitman, [1926]. 174 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes, Serie A, Jongensboeken.] Herdrukken: 5e druk [c. 1930]. idem. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1481 N

In een Gelders dorp moeten twee Indische broers, Max en Henry, zich letterlijk en
figuurlijk 'invechten' op hun eerste schooldag in Nederland. Daarna sluit Max
vriendschap met Ernst, de zoon van een fabrieksarbeider. Door toedoen van de
vader van Max gaan de jongens naderhand samen naar Sumatra om daar te worden
opgeleid in de tabakscultuur.

0409 De Kruisvlag in top, [I]; Zendingsvertelboek voor school en huisgezin; in opdracht van
de Onderwijzers Zendingscommissie samengesteld en van inleidingen en aanteke-
ningen voorzien door J. Hobma, H.A. van den Hoven van Genderen en Annie C.
Kok; met een voorwoord van P. Oosterlee. Zwolle, Kok, 1926. XVI, 399 blz., afb.
Bevat de Indische verhalen: 'Van Sojo en zijn broertje' door H.A. v.d. Hoven van
Genderen (blz. 26-43); 'Din's eerste schooldag' door Anna Ooms (blz. 44-57);
'Maniosi' door Fien van Hasselt en aantekeningen van J. Rauws (blz. 58-67); 'Gods
wegen' door A. ten Kate-ten Kate (blz. 68-77); 'Bando, de vioolspeler' door P.
Schuyt (blz. 117-131); 'Het wee van Ceram' door H.A. v.d. Hoven van Genderen
(bewerking naar 'Van wee en vree' door H. Krayer van Aalst) (blz. 165-177); 'In het
oerwoud van Sumatra' door L. Bodaan (blz. 178-195); 'Bataksche kinderen' door
Aletta Hoog (blz. 196-203); 'Kijkjes op Windessie' door J. Hobma (blz. 204-223);
'Van marskramer tot zendingsorganisator' door J. Hobma (blz. 289-303); 'Ludwig
Nommensen, de apostel der Bataks' door J.N. Bieger (blz. 304-328); 'Dr. J.G.
Scheurleer, de pionier van de medische zending op Java' door J.H. Kuyper (blz. 329-
166 Geannoteerde bibliografie

341); 'Hoe Moertinah op de Koningin Wilhelminaschool kwam' door J.H. Kuyper


(blz. 342-351); 'De Bijbel en de zending' door H.A. v.d. Hoven van Genderen (blz.
353-368); 'Van het eiland Bali' door P. Lok (blz. 369-379). Vindplaats: KITLV q 3236
N

Verhalen over zendelingen en het zendingswerk op Java, Bali, Celebes, Ceram,


Nieuw-Guinea en Sumatra.

0410 Masdorp, D. Bram Boeije; Of, De reis naar de maan in 2 uur - 55 min. - 12 sec.; [vier
platen, titel- en omslagteekening van Henk Poeder]. Gouda, Van Goor, [1926]. 136
blz. [G.B.-serie; no. VIII.] Vindplaats: KITLV cc 1477 N

Fantasieverhaal met Indische fragmenten over een Hollandse schooljongen uit Java
die naar Nederland gaat voor een technische studie.

0411 Masdorp, D. Frits Verster en zijn vrienden in patria en op Celebes; met vier platen,
band- en omslagteekening van Henk Poeder. Gouda, Van Goor, [1926]. 168 blz.
[G.B.-serie; deel 6.] Herdrukken: 2e druk [1928]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 340 N; 2e druk Uitgeverscat.

De hoofdpersoon, Frits Verster, gaat met drie vrienden voor een wetenschappelijk
doel naar Nederlands-Indië. Frits gaat naar de sterrenwacht in Bandoeng als
assistent van een professor. Zijn vriend Gerard gaat als botanicus werken in 's Lands
Plantentuin te Buitenzorg. De andere twee kameraden, Jan en Piet, gaan mee op
een wetenschappelijke expeditie door de binnenlanden van Celebes om de zeden en
gewoonten van de Toradja's te bestuderen. Op hun tocht hebben zij een ontmoeting
met een zonderlinge figuur die bij nadere kennismaking een gedeserteerde Neder-
landse officier blijkt te zijn. Hij reist met hen terug naar Java en Nederland wanneer
zijn desertie is verjaard.

0412 Meijboom-Italiaander, Jos. Kerstvertellingen; met gekleurde en zwarte platen van Rie
Cramer. Utrecht, De Haan, [1926]. IV, 192 blz. Vindplaats: KB

In het verhaal 'Het devies' staat een kort fragment over een vader die ruim drie jaar
in Indië is geweest als zeeofficier en met een groot oorlogsschip naar Nederland is
teruggekomen.

0413 Veen-Spieth, L. van der. Een Godgewijd leven. Amsterdam, Jeugdcommissie van het
Nederlandsch Bijbelgenootschap, [1926]. 15 blz., prtn., afbn. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV aa 1525 N (fotokopie)

Korte levensbeschrijving van de taalgeleerde dr. N. Adriani (1865-1926) die door het
Nederlandsch Bijbelgenootschap in 1894 met zijn vrouw naar Nederlands-Indië werd
Geannoteerde bibliografie 167

uitgezonden als bijbelvertaler. Hij vestigde zich onder de Bare'e sprekende Toradja's
van Midden-Celebes, waar hij het grootste deel van zijn leven doorbracht (J.
Fortgens, Toea Boba, zie no. 0509).
Met zijn vrouw, M.L. Adriani-Gunning, legde hij de grondslag voor de kerstening
van dit gebied, mede door zijn vertaling van de Bijbel in de taal van de Toradja's.
Hij overleed op l mei 1926 te Poso.

0414 Het gulden jongensboek; Samengesteld door A.B. van Tienhoven; met medewerking
van Bato [ps.], D.L. Daalder, E.L.B. van Heeckeren van Waliën e.a.; illustraties van
J.W. Bloem, Pol Dom, H.L. de Hoog e.a. Utrecht, De Haan, [1927]. 208 blz. Bevat
poëzie, toneel- en muziekstukjes. Bevat de Indische verhalen 'Soekarjo' (blz. 37-49)
door D.L. Daalder met illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer] en 'Een
dappere daad' (blz. 107-112) door J. Treffers met illustraties van [J.W.M.] Wins.
Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 2247 N+

Soekarjo is een overgevoelige dessajongen die in een grote stad, aan de kust van
Java, middelbaar onderwijs volgt. Zijn klasgenoten komen uit een overwegend
Javaans aristocratisch milieu. Eén Hollandse leraar begrijpt hun achtergrond en hij
luistert aandachtig als de jongelui vertellen over hun idealen, Boedi Oetomo* en de
Sarekat Islam (S.I.)**. Hij wordt overgeplaatst naar Bandoeng. In zijn plaats komt
een andere Nederlandse docent, een bullebak. Soekarjo houdt het niet uit op school.
Hij reist naar Bandoeng, waar hij zijn vroegere leraar met zijn komst overrompelt.
Hij mag nu in Bandoeng naar school en verblijft in een kosthuis, 's Avonds is hij te
vinden bij zijn Hollandse leraar waar hij zijn huiswerk maakt en hem deelgenoot
maakt van zijn gedachten en toekomstdromen.
De leraar weet dat Soekarjo lid is van de Sarekat Islam, maar hij weet niet dat
Soekarjo deel uitmaakt van een misdadig complot. Een ambtenaar van politie komt
hem waarschuwen: 'In de huizen van de hoogere ambtenaren en officieren hebben
de laatsten tijd allerlei Inlanders zich ingedrongen als huisbedienden, die behooren
tot de revolutionaire afdeeling van de S.I. Op een bepaalde dag zullen ze die
blanda's vergiftigen, in het kampement zal door ontploffing brand gesticht worden en
dan breekt het oproer los.'
Met tact probeert de leraar Soekarjo te overreden, zonder ook maar iets te zeggen
over hetgeen hij al weet. Hij spreekt over goedwillende Hollanders die een roeping
hebben te vervullen en over het langzaam rijp maken van Nederlands-Indië voor
zelfbestuur. 'Maar er zijn zo weinig Hollanders, die het goede willen', zegt Soekarjo
verbitterd. Hij loopt weg en keert niet meer terug naar de schoolbanken. Later duikt
Soekarjo op in Djokja en stuurt hij zijn leraar een ongetekend briefje: 'Als wij
winnen, wordt u gespaard. Want u is goed voor ons.'
Jaren later, met verlof in Nederland, leest de leraar in de krant dat bij onlusten in
Bantam drie verzetslieden zijn omgekomen, onder wie de bekende leider Soekarjo
naar wie al geruime tijd werd gezocht.
'Een dappere daad' vertelt over de Nederlandse schooljongen Wim, die nog maar
kort in Weltevreden (Batavia) woont. Hij moet wennen aan zijn klasgenoten die zó
verschillen in uiterlijk en kleding: de Javaan Boerhamoedin die slecht Nederlands
spreekt, een sarong draagt en met zijn tenen een penhouder opraapt; de Indo-
Europese Hein met de deftige Hollandse naam die allerlei ringen draagt en de
Chinees Liang die onder de les stilletjes een boek leest. Door een misverstand raakt
Wim op gespannen voet met zijn onderwijzer - hij heeft Boerhamoedin uitgelachen
168 Geannoteerde bibliografie

om zijn krom Nederlands - en krijgt strafwerk. Het komt weer goed als Wim op
straat het leven redt van zijn onderwijzer.
* Vereniging van Javaanse intellectuelen, hoofdzakelijk uit de aristocratie, opgericht
in 1908 die streefde naar verheffing van het Javaanse volk.
** Islamitische organisatie die een belangrijke plaats innam in de nationalistische
beweging in Nederlands-Indië.

0415 Hans, Doe. Zonnebloem; Nieuwe lotgevallen van de Knalclub van 3A; [met illustraties
van Menno van Meeteren Brouwer]. Rotterdam, Handel-Mij Stokvis, [c. 1927]. 232
blz.
Vervolg van: De Knalclub van 3A (zie no. 0401).
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1204 N

Max Doelestein, afkomstig uit Medan, is voor zijn HBS-opleiding bij twee tantes in
Rotterdam in huis. Om zijn uiterlijk: kort, dik en bruin, krijgt hij op school de
bijnaam 'Rookworst'. Met een paar klasgenoten - ook al met toepasselijke bij-
namen - heeft hij een hechte vriendschapsband.

Heleen [ps.]. Ver van huis. [1927]. Zie no. A003

0416 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Ik wil; met platen en bandteekening van J.H.
Isings [Jr.]. Gouda, Van Goor, [1927]. 222 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc
496 N

Elly, een Nederlands meisje met een voetgebrek, groeit uit van een 'lelijk jong
eendje' tot een muzikale talentvolle jonge vrouw. Haar vader, een officier, is in
Atjeh gesneuveld en zij heeft hem nooit gekend. Met een klein pensioen en met
naaiwerk probeert haar moeder te Batavia in hun beider levensonderhoud te
voorzien. Doorzettingsvermogen en de wil tot volharding brengen Elly tenslotte op
het podium van 'Concordia'.

0417 Kramer, J.G. Ton en Kees op 'n sleepboot naar Singapore; geïllustreerd door Pol
Dom. Alkmaar, Kluitman, [1927]. 286 blz. Vindplaats: KITLV cc 15% N/OBA

Twee Amsterdamse HBS'ers maken noodgedwongen een avontuurlijke zeereis naar


Arabië en Colombo met als eindbestemming Sabang.

0418 Loman, Mies. Loekie's proeftijd; geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam, Becht,
[c. 1927]. IV, 168 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Vindplaats: KITLV cc 1284 N

Bevat nu en dan een Indisch fragment. Speelt in Nederland in een Nederlands


milieu waarin een paar neefjes uit Indië ter sprake komen.
Geannoteerde bibliografie 169

0419 Loman, Mies. Miep ter Haar, geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam, Becht,
[1927]. 188 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1605
N

Bevat een paar korte Indische fragmenten over een welgestelde Nederlandse
zakenman. Na financieel verlies is hij naar zijn petroleumonderneming in Indië
gereisd om te zien of er nog iets te redden valt. Zijn gezin blijft achter en moet
voortaan een sober leven leiden.

0420 Loman, Mies. Zieltjes zonder zorg; geïllustreerd door Hfenri] Pieck. Amsterdam,
Becht, [1927]. 192 blz. [Voor Rakkers en Bengels.] Vindplaats: KITLV cc 1697 N

Speelt in Nederland en bevat Indische herinneringen van het twaalfjarige moeder-


loze (Indische) meisje Pop (Betty) Freser.
Ze is met haar vader, een zakenman, uit Indië naar Europa gekomen en ze leiden
een zwervend bestaan. Wanneer haar vader voor zaken naar Java terugkeert laat hij
Betty bij familie achter. Eerder dan gepland keert hij naar Nederland terug om Betty
te verrassen: hij is inmiddels op Java getrouwd met een verpleegster die een lieve
moeder voor haar zal zijn.

0421 Het meisjes-jaarboek; Tweede jaar. 's-Gravenhage, Leopold, [1927]. 167 blz., ills.
Bevat het verhaal: 'Niny van Wijk in Indië' (blz. 99-107) door Ant. Meyer met
tekeningen van W.F. Westenenk. Bevat poëzie en toneel. Vindplaats: KITLV cc
1838 N+

Beschrijft het gewenningsproces van een achtjarig Hollands meisje dat met haar
ouders in Batavia is komen wonen. Door haar Indische klasgenootjes wordt ze in het
begin uitgemaakt voor 'anak totok' en 'kedjoe'. Ze ervaart het verschil tussen haar
Hollandse kindermeisje Jannetje en baboe Mahani. In een brief aan oma in Neder-
land vertelt ze over de bedienden, zoals de kokkie die latah is, een bezoek aan de
kampong waar de djait woont en de afkeer van honden die de bedienden hebben.

0422 Meijboom-Italiaander, Jos. Connie en haar stiefzusje; met teekeningen van Pol Dom.
Amsterdam, De Gulden Ster, [1927]. 239 blz. Vindplaats: KB/KITLV cc 2089 N

Op de koffieonderneming 'Soeka Oentoeng' (Vreugde-Geluk), gelegen op een van


de hellingen van de vulkaan Kawi in Oost-Java, groeit Connie de Perronne op als
enig kind van een Frans-Nederlandse vader en een Indische moeder. Ze heeft geen
tinka's en is door haar lijfbaboe Moenah niet verwend. Op haar achtste verjaardag
krijgt ze van haar moeder een aapje en gaat die dag met haar naar Malang om bij
oom Johan en tante Kootje de grote optocht te zien van de Chinezen die het
Lentefeest vieren.
Tante Kootje is een halfzuster van mevrouw De Perronne. Hoewel tante's vader een
volbloed Europeaan was, lijkt ze meer op een Javaanse vrouw. Bijna iedereen denkt
dat ze een baboe is. Ze loopt altijd rond in een kleurig gebatikte sarong waarover ze
170 Geannoteerde bibliografie

een witte met kant gegarneerde kabaja draagt. Haar kleine bruine voeten zijn
gestoken in fluwelen met gouddraad beslikte muiltjes. Bovendien spreekt ze het
liefst Maleis of Javaans. Haar Nederlands is zó gebrekkig dat het vaak grappig is om
aan te horen.
Na een kort ziekbed overlijdt Connies moeder. Met baboe Moenah gaat Connie een
tijdje naar familie op Borneo. Bij terugkeer op Java is haar vader hertrouwd met een
Hollandse weduwe. Het is een koele trotse vrouw die met haar verwende dochtertje
Elsa voortaan de scepter zwaait op 'Soeka Oentoeng'. Als een vuurproef ondergaat
Connie deze ingrijpende verandering. Haar stiefmoeder, haar stiefzusje Hsa en haar
vader kiezen niet onmiddellijk partij voor haar. Zo raakt Connie in een isolement.
Alleen baboe Moenah begrijpt wat er in Connie omgaat. Ze voelt precies aan wat de
blanke mevrouw van plan is. Ook tante Kootje doorziet de situatie. De stiefmoeder
wil Connie beletten dat ze omgaat met Indo's en Javanen. En Connies vader schikt
zich naar de wil van zijn vrouw.
Baboe Moenah moet voortaan kokkie in de keuken helpen en wordt vervangen door
Elsa's baboe die op de hand is van de nieuwe mevrouw. De goede oude bedienden
Sidin en Kromo willen weg. Ze hebben genoeg van de situatie. Mevrouw is altijd
boos op hen. 'Ze zegt, dat ze alles verkeerd doen en lui zijn.' Ook Kario, de
chauffeur, gaat zijn ontslag nemen. Hij is moe van het werken bij de nieuwe
mevrouw die hem beveelt.
Mevrouw kan geen Indo's uitstaan en de Javaanse bedienden beschouwt ze als een
noodzakelijk kwaad. Wanneer dit alles tante Kootje ter ore komt, is ze furieus. Ze
gaat niet naar het huis van haar zwager, maar zoekt hem op in de koffietuinen. Daar
leest ze hem eens flink de les: 'Jij Ru, jij jouw Con niet meer bij ons wil geven. Nou
jij bent getrouwd met tótök-vrouw, jij vergeet ik Mies' zuster ben, en Con, zij is mijn
nicht. Waarom jij alles vergeet, Ru? Waarom die Con, zij niet meer komen mag bij
Johan en mij?' Tante Kootje gaat verder en zegt: 'Neen, Ru, ik wil niet meer komen
in jouw huis. Jouw vrouw onbeleefd, erg onbeleefd met mij. Jouw vrouw denkt, zij,
tötök, te hoog, veel te hoog voor Indomenschen. Ik geef haar mijn hand, ja, zij wil
niet zien die hand; zij denkt: bruine hand van Indo is vuil, is leelijk, maar zij nog
niet begrijpt, dat hart van bruine Indo dikwijls veel meer wit, dan hart van witte
tötöks.' Connie en haar vader zijn echter altijd welkom bij tante Kootje, maar niet
zijn trotse vrouw die 'niet wil zien bruine liplap hand'.
Ook Elsa maakt het leven van Connie ondraaglijk. Connies aapje laat ze op een
wrede manier ombrengen en moedwillig vernielt ze de rozen die bestemd zijn voor
het graf van haar moeder. Intussen heeft haar stiefmoeder het plan beraamd om
Connie voor haar opvoeding naar Europa te zenden. 'Alles, wat bruin is en hier in
Indië is opgevoed, heeft nukken en leelijke streken, Connie. Alleen door een strenge
Europeesche opvoeding, kunnen die karakterfouten worden verbeterd. Ten minste,
als de kinderen bijtijds naar Europa worden gezonden.'
Een verboden uitstapje moet Elsa bijna met de dood bekopen. Dankzij Connies
moedig optreden blijft ze in leven. Als bij toverslag verandert nu de houding van
haar stiefmoeder die spijt heeft van haar liefdeloosheid en haar vooroordeel ten
opzichte van bruine mensen. Bevat twee korte legenden, over de kembodjaboom en
de perkoetoet.

0423 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. Moderne bakvischjes; Een boek voor jonge
meisjes; met vier platen en bandteekeningen van Anny Leusink. Gouda, Van Goor,
[1927]. 144 blz.
Vervolgd als: 's Levens lentetijd (zie no. 0491).
Bevat poëzie.
Geannoteerde bibliografie 171

Vindplaats: KITLV cc 1293 N

Franzi, dochter van een officier die in Atjeh is gesneuveld, en Maud, dochter van
een schatrijke rubberplanter worden schoolvriendinnen in Nederland.

0424 Voorst van Beest, M. van, en V[alerie] Witte Eechout. Van broertjes en zusjes uit
verre landen; [met een voorwoord van] J.H. Gunning Wz; met plaatjes van Mia van
Oostveen en anderen; uitgegeven uit naam van de Vereeniging voor Godsdienstige
Opvoeding. Assen, Drukkerij Floralia, [1927]. 60 blz. [Westhill-Bibliotheek; no. 5.]
Bevat poëzie. Bevat twee Indische zendingsverhaaltjes: 'Jantje's gave' en 'Verhaaltjes
over Papoea; De cocosnoot en San, een Papoesch meisje'. Vindplaats: OBA/BZO

0425 Wilde, G.K. de. Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman; [omslag en illustraties
van Louis Bron]. 's-Gravenhage, Van Bleek (Booysma & Co.), [1927]. 208 blz.
Herdrukken: 2e druk [1929]. Vindplaats: KITLV cc 1613 N

Bevat een paar Indische fragmenten over Batavia ten tijde van de Oost-Indische
Compagnie waar Krijn Touw, een neefje van Abel Tasman, woont die graag wil
varen. In 1642 gaat hij met oom Tasman mee op de 'Heemskerck'. Op hun tocht
naar het Zuidland (Australië) ontdekt de bemanning de doodgewaande vader van
Krijn.

0426 Zeeuw JGz., P. de. Zonneglans in schaduwland; Vertellingen uit de zending in Ned[er-
landsch] Oost-Indië; met illustraties. Arnhem, Ten Brink, [1927]. 32 blz. [Nieuwe
Zondagsschool-serie; no. 104.]
Bevat poëzie. Bevat drie verhaaltjes: 'Om 't kranke kind. Een zendingsverhaal van
Midden-Java' (blz. 3-11); 'Boloe, de kleine Soendanees' (blz. 12-21); 'De kleine
Kasimin met de puisten' (blz. 22-32). Vindplaats: KIT/KITLV q 5008 N

'Om 't kranke kind. Een zendingsverhaal van Midden-Java'. De rijstbouwer Paq
Kerta zit financieel aan de grond door misoogsten en zijn buffel die is gestorven. Hij
is gedwongen zijn geit en kippen te verkopen. Maar als de oogst weer tegenvalt gaat
hij naar een rijke Chinees aan wie hij zijn huis in onderpand geeft. Als Djoehro, een
van de dochtertjes van Paq Kerta, ziek wordt raakt al zijn geld op. De Chinees
verkoopt het huis van Paq Kerta en voor het beetje dat Paq Kerta ervan krijgt kan
hij nog net een klein bamboehuisje kopen in Poerworedjo.
Maar hier werken, waar zijn dessamensen hem zouden zien, daar schaamt Paq Kerta
zich voor. Ten einde raad verkoopt hij zijn huisje en trekt naar Deli met zijn gezin.
Daar vindt hij werk als koelie op een tabaksplantage. Maar zijn zieke dochtertje
Djoehro wordt niet toegelaten. Zijn vrouw Saihah gaat met de kinderen terug naar
Java en probeert met batikken geld te verdienen. Dit levert bijna niets op. Ten einde
raad gaat ze naar het zendingshospitaal, waar Djoehro wordt opgenomen. Als ze
genezen is keert Sai'nah met de kinderen naar Deli terug.
'Boloe, de kleine Soendanees' is het zoontje van een eenvoudige en hardwerkende
Javaanse rijstbouwer, die de galerij van zijn huis beschikbaar stelt voor de zendeling
uit Holland om de dessabewoners te onderrichten.
172 Geannoteerde bibliografie

'De kleine Kasimin met de puisten' is de oudste zoon van een Javaanse boer in Solo
die genezing vindt in het hulphospitaal van de gereformeerde zending in Wonosari.
Tot grote opluchting van zijn vader die zegt: 'En met den godsdienst is het mee-
gevallen. Ze hebben heelemaal niet gezegd, dat ik geen Mohammedaan mocht
blijven!'

0427 Zonneschijn en andere verhalen; Met medewerking van Clémence Bauer, Elis[abeth]
van Beymerwerdt, Willy Brinkgreve e.a.; met illustraties van Sijtje Aafjes, Rie
Cramer, J. Gabriëlse e.a.; samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer. Utrecht, De
Haan, [1927]. IV, 192 blz. [Zonneschijntjes; deel VI.]
Bevat onder het hoofdstuk 'Uit Indisch en Inlandsen kinderleven' het verhaal
'Baboes kind' (blz. 56-64) door Clémence [M.H.] Bauer dat is geïllustreerd door
Netty Heyligers. Vindplaats: KITLV cc 1371 N+

Dini is een verwaarloosd Indisch kind, dochtertje van een Hollandse vader en een
inheemse moeder (vermoedelijk baboe Tima). Wanneer Dini in Nederland komt
voor haar opvoeding brengt haar grootmoeder haar onder bij een onderwijzersgezin
in Den Haag waar ze een prettig tehuis krijgt.

0428 Zoomers-Vermeer, J.P. Stormvogeltje; met illustraties van Freddie Langeler. Amster-
dam, Van Holkema & Warendorf, [1927], 244 blz. Vindplaats: KITLV cc 1563 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een vereenzaamd school-


meisje uit Indië. Na de dood van haar moeder is ze bij twee tantes in huis gekomen.
Haar vader is sergeant-majoor in het leger in Indië. Op school wordt ze door haar
klasgenootjes gediscrimineerd omdat ze niet deftig genoeg is, totdat 'stormvogeltje'
bij haar in de klas komt en haar vriendinnetje wordt.

0429 Als de school uit is; Verhalen, versjes, liedjes met muziek, gezelschapsspelletjes, raadsels,
rebussen, grapjes, puzzles, schaduwbeelden enz. samengesteld door C.M. van Hille-
Gaerthé; met medewerking van Eelco ten Harmsen van der Beek, Freddie Langeler,
Nfienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer]; geïllustreerd
door Henri Pieck. Amsterdam, Becht, [1928]. IV, 183 blz. Bevat het verhaal: 'Een
oud vertelseltje van de Papoea's' door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje
Troelstra-Bokma de Boer]. Vindplaats: PB

Legende over het bouwen van de eerste 'grashuisjes'.

0430 Belinfante-Belinfante, Emmy. In het gareel; geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar,
Kluitman, [1928]. 208 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten.


Corry, een meisje uit Tebing Tinggi (Sumatra), volgt een tekenopleiding aan een
academie in Parijs. Wanneer ze trouwt met de broer van haar beste vriendin komen
Geannoteerde bibliografie 173

haar ouders met verlof over. Het huishouden kan haar niet boeien omdat ze graag
wil blijven tekenen.

0431 Berg, W. van den. Snoes; geïllustreerd door Jan Wiegman. Alkmaar, Van Putten &
Oortmeijer, [1928]. 223 blz. Vindplaats: KITLV cc 728 N/OBLG

Ernst, een jonge katholieke accountant, wordt door zijn firma in Amsterdam naar
haar cultuuronderneming in Medan uitgezonden om de boekhouding te controleren.
Tijdens een jachtpartij bij het Tobameer raakt de boekhouder van de onderneming
zwaar gewond en bekent hij aan Ernst zijn geknoei met de cijfers. De directeur van
de Medanse onderneming blijkt een oude schoolkameraad van Ernst te zijn die
indertijd onder druk van zijn schoonfamilie vrijmetselaar is geworden. Om zijn enige
zoon Bert ('Snoes') toch een katholieke opvoeding te geven laat hij hem onverwacht
met Ernst mee teruggaan naar Nederland. Bert wordt priester en gaat als
missionaris werken op Borneo.

0432 Beijl, K. de. Onder de tropenzon; Of, Henk Halbers in Indië; met platen en omslag-
teekening van Menno van Meeteren Brouwer. Gouda, Van Goor, [1928]. 152 blz.
[Jongensbibliotheek Minerva; G.B.-serie; no. XIV.]
Vervolg van: Henk Halbers; Een reis door het Panamakanaal naar Indië (zie no.
0396). Vindplaats: KITLV cc 83 N/OBLG

Beschrijft het eerste jaar in Indië van de Hollandse scholier Henk Halbers die met
zijn ouders op Midden-Java woont.

Blokker, Wilhelmina. Twee pleegzusjes. [1928]. Zie no. A004

0433 Blomberg-Zeeman, W. Villa 'Flora', het spookhuisje; met illustraties van Jeanne
Faure. Arnhem, Ten Brink, [c. 1928]. 93 blz. [Nieuwe Zondagsschool-serie; no. 114.]
Vindplaats: KITLV cc 1545 N (fotokopie)

Om te herstellen van malaria, komt een Hollandse dame met haar vier dochtertjes
en de baboe uit Indië naar Nederland. Het gezin betrekt een huis dat lange tijd
onbewoond is geweest. Baboe Sarina kan niet wennen en zij wordt bovendien
vreselijk bang als ze 's nachts geluid hoort. Door haar angst raakt ze overspannen en
wordt het gezin gedwongen om naar het dorpslogement te verhuizen. Tijdens een
hevig onweer wordt een dakloze marskramer - de nachtelijke insluiper - op heter-
daad betrapt.

0434 Geerke, H.P. Onder Van Heutsz; Het leven van drie Hollandsche jongens in Indië;
[illustraties van Merjenburgh]. Amsterdam, Meulenhoff, 1928. 272 blz.
Vindplaats: KITLV i 665

Drentse schoolvrienden zien elkaar na jaren terug op Sumatra tijdens de Atjeh-


oorlog. Henk Verser is luitenant te Kota-Radja en neemt deel aan de expedities
174 Geannoteerde bibliografie

naar Pidië en Meulaboh. Intussen ontmoet hij Kees Verdonk die in de cultures is
verzeild geraakt, maar overstapt naar het leger en onderluitenant wordt. Wanneer
Atjeh is gepacificeerd keert hij terug in de tabakscultuur en maakt carrière als
administrateur. De andere klasgenoot, Jan Postma, zit ook 'in de tabak' en brengt
het tot commissaris van diverse cultuurondememingen.
Van Heutsz wordt beschreven als een beminnelijk persoon. Hij was goed voor zijn
manschappen, had een vooruitziende blik en oog voor details. Op 9 juni 1927 zijn de
drie vrienden getuige van de plechtige herbegrafenis van Van Heutsz in Amsterdam.

0435 Gruys-Kruseman, S. Tusschen licht en donker; Een kippenhistorie; verzameld door -;


met medewerking van A.A.H. Horsting-Boerma, Tine Brinkgreve-Wicherink, A. de
Vries (Lealini) en anderen; met illustraties van Pol Dom. Alkmaar, Kluitman, [1928].
II, 83 blz.
Bevat het Indische verhaal 'Njootje' (blz. 48-50) door A.H. Lemei-Rencker.
Vindplaats: KITLV cc 1486 N

Schooljongetje van wie de ouders zijn overleden komt uit Indië naar Nederland en
wordt door zijn familie als eigen kind aangenomen. Wanneer Njootje zijn neefjes
allerlei verhalen uit Indië heeft verteld, laat hij zich door hen bruin schilderen zodat
hij op een inheemse bediende lijkt.

0436 Het gulden meisjesboek; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; met medewerking
van Adacee [ps. van A. Citroen], Tine Kool, Nan Copijn e.a.; met illustraties van
Adri Alindo, Hans Borrebach, Rie Cramer e.a. Tweede deel. Utrecht, De Haan,
[1928]. 253 blz.
Bevat het Indische verhaal 'Moederland' (blz. 60-70) door E[lisabeth] Zernike.
Vindplaats: KB/KITLV cc 1787 N+

Na de dood van haar moeder komt de zeventienjarige Fenna uit Indië bij haar
grootmoeder in Nederland wonen. In haar strijden twee leefwerelden: het open en
wat oppervlakkige leven in Indië met zijn feestjes tegenover het stille intieme
huiskamerleven in Nederland bij grootmoeder. Nu begrijpt ze hoe ongelukkig
moeder zich in Indië heeft gevoeld toen ze eens tegen vader zei: 'Ik heb een heel
leven achtergelaten'.

0437 Koekoek, P. De avonturen van Max en Kees; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,
Kluitman, [1928]. 189 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over de ULO-scholier Kees die bij zijn oom en tante in
Den Haag woont. Zijn ouders hebben hem bij hun laatste verlof uit Indië achtergela-
ten. Wanneer zijn vader - die ambtenaar bij het Binnenlands Bestuur is - naar
Batavia wordt overgeplaatst gaat Kees terug naar huis.
Als Kees een hele tijd geen brief van thuis krijgt maakt hij zich zorgen: 'Indië is een
vreemd, geheimzinnig land. Je weet, dat mijn vader bij het binnenlandsch bestuur is.
Als zoo'n inlander meent, verongelijkt te zijn, of onschuldig veroordeeld te zijn,
neemt hij vaak wraak met een dolk, of met vergif (blz. 176).
Geannoteerde bibliografie 175

0438 Kok, Truida. In veilige haven; geïllustreerd door Henri Pieck. Alkmaar, Kluitman,
[1928]. 174 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie B,
Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 1754 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten. Een Hollandse ingenieur die weduwnaar
is, wordt voor twee jaar naar Bandoeng uitgezonden voor zijn werk. Zijn kinderen
komen onder de hoede van familie.

0439 Koning-Coeterier, Jeanne. Lousje's kunstreis door Indlë; met platen en bandteekening
van J.H. van Ingen Jr. en E. van Ingen-Reerink. Gouda, Van Goor, [1928]. 192 blz.
[Meisjesleven; deel 9.] Vindplaats: KITLV cc 288 N

Om een zangeres/voordrachtskunstenares te begeleiden gaat Loes, een conservato-


riumstudente uit Amsterdam, met haar mee op tournee door Indië. Ze treden op
voor allerlei soorten clubs, scholen en verenigingen op Java en Sumatra en in
Makassar. Gedurende een korte rustperiode in Malang ontmoet Loes de Nederland-
se journalist Bob die een grote leegte achterlaat als hij eerder met verlof naar
Holland gaat.
Vrolijk geschreven verhaal, waarin weinig over kunst of muziek in het algemeen
wordt gesproken.

0440 Koopmans, Marie, 'n Indisch student in Holland; Verhaal voor jongens; geïllustreerd
door Frans van Noorden. Utrecht/Amsterdam, St. Gregoriushuis/R.K Boek-Centra-
le, 1928. VIII, 174 blz. [Gregoriaantjes; no. 12.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc
583

Okko Geenhof - zoon van een Hollandse koffieplanter en een Javaanse moeder
-komt uit Bandoeng bij zijn familie in Baarn te wonen. De ontvangst is niet bepaald
hartverwarmend en het weer is grauw en vochtig. Wanneer Okko heimwee heeft
warmt hij zich aan de naburige residentsfamilie en hun baboe. Ongewild brengt de
komst van de Indische neef veranderingen ten goede binnen de familiekring. Vooral
neef Hent die zijn Indische neef heeft gekleineerd en gediscrimineerd onder andere
door Okko uit te maken voor 'bruinvis' en 'bruintje'. Wanneer Okko op een keer
door de vrienden van zijn neef wordt uitgedaagd in een discussie dan krijgen de
Hollandse jongelui van hem nog een lesje te leren over Java en de Javanen. Voor
zijn opleiding vertrekt Okko naar de Landbouwhogeschool in Wageningen. De studie
geeft hem geen voldoening. Hij wil graag priester worden om in zijn geboorteland
onder zijn eigen mensen te kunnen werken.
Het verhaal speelt in een katholiek milieu en heeft als ondergrond het thema missie
en priesterroeping.
Verwarrend in dit verhaal werkt de beschrijving van de Indische jongeman Okko, die
nu eens als 'Indiër' en dan weer als 'Javaan' wordt bestempeld.

Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Eef Hubrechts. [1928]. Zie no. A005
176 Geannoteerde bibliografie

0441 Loon, K van. Keesje Eénarm; [bandontwerp van Jan Wiegman; illustraties van Hein
Kray]. Rotterdam, Bredée, [1928]. 143 blz. [Jeugdbibliotheek.] Vindplaats: KITLV cc
1546 N

Nederlandse straatjongen Kees vertrekt na zijn militaire dienstplicht naar Indië. Hij
komt te werken op een zaagafdeling van een houtonderneming in Padang (Sumatra's
Westkust). Daar maakt hij kennis met het 'half-heidens, half mohamedaansch' geloof
van de koelie Patti en vertelt de oude vader van Patti aan Kees de legende van Kjiai
Belorong en Pak Saridji. Wanneer Kees het dochtertje van zijn directeur uit de
klauwen van een tijger redt gaat dit ten koste van zijn arm. Ongeschikt voor zijn
werk keert hij naar Nederland terug, leidt een zwerversbestaan en bekeert zich tot
het christendom.

0442 Masdorp, D. Gerbrand Douma's reis om de wereld; met platen van O[tto] Verhagen.
Gouda, Van Goor, [1928]. 141 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 445 N

Bevat twee hoofdstukken met Indische fragmenten over Java en Celebes.

0443 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Huize Onrust; geïllustreerd
door Netty Heyligers. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1928]. 235 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1688 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een administrateurszoontje


uit Indië. Voor zijn schoolopleiding wordt hij naar Nederland gestuurd, maar zijn
grootvader wil niets van hem weten. (Het betreft hier geen Indische jongen. Het gaat
om een standsverschil. De vader is indertijd met een smidsdochter getrouwd en naar
Indië vertrokken.) Bij een artistieke familie vindt hij een prettig tehuis.

0444 Pikoe Matti en andere verhalen; Samengesteld door Marie [C.E.] Ovink-Soer; met
medewerking van Clémence [M.H.] Bauer, E[lisabeth] van Beymerwerdt, Willy
Brinkgreve e.a.; met illustratiën van Sijtje Aafjes, Rie Cramer, J. Gabriëlse e.a.
Utrecht, De Haan, [1928]. IV, [195] blz. [Zonneschijntjes; deel III.] Bevat poëzie en
notenschrift. Bevat de Indische verhalen: 'Zonder moeder' door Cl[émence] M.H.
Bauer (blz. 598-609); 'De baljurk' door S. Gruys-Kruseman (blz. 654-664); 'Nonnie
en haar baboe', uit Indisch en Inlandsen kinderleven door Marie Ovink-Soer (blz.
666-682). In de rubriek Anecdoten en Grapjes: 'Eigenaardige gebruiken' (blz. 630),
'De Zeeduivel' (blz. 732) en 'Gevecht met een tijger' (blz. 733-734) door Peter Hans.
Vindplaats: KITLV cc 1675 N+

Hoewel het titelverhaal 'Pikoe Matti' Indisch lijkt, is dit niet het geval. Het is een
Zweeds verhaal.
Het eerste verhaal 'Zonder moeder' door Clémence Bauer gaat over een klein
Indomeisje dat na de dood van haar (inheemse) moeder voor de verzorging is
aangewezen op haar lijfbaboe Timah die aan haar grillen en nukken gehoorzaamt,
tot wanhoop van haar Hollandse vader.
Geannoteerde bibliografie 177

'De baljurk' door S. Gruijs-Kruseman bevat Indische fragmenten, maar speelt in


Nederland. Een schoolmeisje komt bij familie in huis wanneer haar ouders voor een
aantal maanden naar Batavia gaan.
'Nonnie en haar baboe' door Marie Ovink-Soer beschrijft de situatie van een
gehandicapt moederloos Hollands meisje. Ze is aan de zorgen toevertrouwd van haar
baboe Sarina die haar echter in alles toegeeft waardoor ze lastig en onhandelbaar is.
Haar vader besluit haar naar familie in Holland (Den Haag) te brengen samen met
baboe Sarina. Tijdens de bootreis wordt baboe zó ziek dat ze in verwarring over-
boord springt.

0445 Reitsma-Brutel de la Rivière, M.E. Aan moeders schoot; Wondere sprookjes en


vertellingen; met gekleurde platen van O[tto] Verhagen. Gouda, Van Goor, [1928]. 96
blz. [De Wónder-serie; deel III.] Vindplaats: KB/KITLV cc 273 N

Negen eenvoudige verhaaltjes die in Nederlands-Indië zijn gesitueerd. Het meren-


deel ervan is gericht op de liefde en zorg voor plant en dier. De in de tekst voorko-
mende Maleise woorden en korte zinnetjes worden in voetnoten verklaard.

0446 Romein-Verschoor, Annie [H.M.]. Aan den Oedjoeng', geïllustreerd door W.K. de
Bruin. Santpoort, Mees, 1928. 235 blz. Vindplaats: KITLV cc 422

Lien ten Dam is op Sumatra op de verafgelegen koffieonderneming 'Batoe Merah'


opgegroeid als enig kind van Hollandse ouders. Haar vader is administrateur. Na de
dood van haar moeder regelt Lien het huishouden met baboe Smienten en leidt ze
verder een verwilderd bestaan. Haar vader is een neurotische en weltfremde man die
maatschappelijk is mislukt, in Nederland en in Indië. Bij vlagen sluit hij zich
dagenlang op in zijn kamer. Tegen deze situatie is Lien niet opgewassen. Een familielid
uit Semarang stelt haar vader voor de keus: Lien naar Holland sturen voor haar
schoolopleiding, of een administratieve betrekking aannemen bij de marinewerf in
Soerabaja. Haar vader kiest voor het laatste. Lien komt voor het eerst onder
leeftijdsgenoten als ze naar de HBS gaat. Ook nu drukt weer de verantwoording van
het huishouden en de zorg voor haar vader op Lien. Aan Floor, een jongen van
school die ook weinig vreugde beleeft aan zijn ouders, heeft ze een goede
kameraad. Beiden ondervinden veel hartelijkheid in het gezin Gerber, waar ze steeds
welkom zijn.
Op een keer dat Lien haar vader bewusteloos aantreft in zijn kamer, komt ze er
achter dat hij is verslaafd aan verdovende middelen. Op doktersadvies besluit hij
naar een verpleeginrichting te gaan. Zover komt het niet, want even later overlijdt
hij aan een overdosis morfine. In deze situatie is de jonge marinearts Jaap Fernhout
een geweldige steun voor Lien. Onder zijn hoede reist ze - na nog een tijdje in huis
te zijn geweest bij het gezin Gerber - voorgoed naar Nederland. Lien gaat bij haar
grootmoeder in Zwolle wonen, vervolgt haar schoolopleiding en wordt onderwijzeres.
Als Jaap Fernhouts diensttijd bij de marine om is, neemt hij een praktijk over in
Friesland en trouwt met Lien.

0447 Schuil, Jfouke] B[roer]. Doodverklaard; geïllustreerd door H[enri] Pieck. Amsterdam,
Becht, [1928]. IV, 261 blz.
178 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel Rob en de strooper van Tjot-Idï, met
illustraties van H. Pieck. Amsterdam, Becht, [1932]. 261 blz.; 5e druk geïllustreerd
door Rein van Looy. Amsterdam, Becht, [1969]. 250 blz.; 6e druk geïllustreerd door
Reint de Jong. Amsterdam, Becht, [1976]. 250 blz.; 8e opnieuw bewerkte druk door
Suzanne Braam; [omslagontwerp Jan Wesseling]. Haarlem, Gottmer, [1987]. 267 blz.
Vindplaats: Ie druk BBJ/Bibl. Museum Nusantara, Delft; 2e druk Brinkman; 5e druk
KITLV cc 274 N; 6e druk BBJ; 8e druk KITLV cc 1654 N

Vriendschap in Nederland tussen de middelbare scholier Rob wiens vader als officier
in Atjeh is gesneuveld en de oud-fuselier Dirk met zijn herinneringen aan de Atjeh-
expedities waarvoor hij is onderscheiden met de Militaire Willemsorde. Samen
redden Rob en Dirk een paar jongens van de verdrinkingsdood waarvoor ze
feestelijk worden gehuldigd.

0448 Snellen, Agatha. Timon 's avontuurlijke vliegtochten; Een verhaal voor kinderen van 6-9
jaar, met gekleurde platen van Oftto] Verhagen. Gouda, Van Goor, [1928]. 87 blz.
[De Wónder-serie; deel V.]
Vervolg van: Timon en Matjan; Een Indisch sprookje (zie no. 0382).
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 689 N

Opnieuw ontvangt Timon, die bij familie in Djokja zal gaan logeren, van het oude
Javaanse vrouwtje de kroon van de slangenkoning om daarmee de taal van de dieren
te kunnen verstaan. Wanneer het vrouwtje op een fluitje blaast komen Timons
vrienden tevoorschijn: Matjan de tijger en Sim het aapje. Maar nu komen er ook
kalongs aangevlogen.
Een toverstafje zorgt er voor dat Timon met grote snelheid door een der vleermui-
zen op Zuid-Sumatra belandt. Daar ontmoet hij de inheemse jongen Ketjil met zijn
Maleise beer Biroeang. Met behulp van de vleermuizen brengen ze een kudde
olifanten in veiligheid. Voordat Timon naar Java teruggaat wil hij Palembang zien,
de stad waar zijn vader voor zijn trouwen heeft gewoond. Wanneer Timon na een
paar dagen uit zijn betovering ontwaakt, komt zijn familie hem ophalen.

0449 Son, L.D.A.P. van. De stem in het bosch; [geïllustreerd door Harmsen van Beek].
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1928]. 230 blz. [Serie Bekroonde Boeken.]
Vindplaats: KITLV cc 2171 N

Bob Heuveling is een uit Indië afkomstige HBS'er die sinds kort in een dorpje in
Nederland woont. Zijn klasgenoten noemen hem onder elkaar 'theeplanter' of
'koelie', maar zijn sportief optreden dwingt respect af. Zijn moeder heeft hij niet
gekend. Op jonge leeftijd is hij met vreemden mee naar Indië gereisd, waar zijn
vader op de thee-onderneming van zijn oom werkte. Zijn vader overleed toen Bob
tien jaar was; hij kreeg met de drie jongens van zijn oom huisonderwijs van een
Nederlandse gouverneur. Op den duur kon hij niet tegen het tropische klimaat,
zodat hij nu voorgoed in Nederland is. Hij woont bij een leraar in huis. Het geld dat
zijn vader hem heeft nagelaten is door een vriend van zijn vader - een oud-notaris
-verduisterd. Samen met de leraar werkt Bob op een geheimzinnige, maar doeltref-
fende manier op het geweten van deze zwendelaar, die zich ontpopt als een goede
vriend.
Geannoteerde bibliografie 179

0450 Tervooren, Lina. Bep doet de huishouding; geïllustreerd door W. Huysmans.


's-Hertogenbosch, Malmberg, [1928]. 219 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV cc 1441 N

Uitgegeven met goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur. Bevat
een Indisch fragment over een Hollandse jongen die uit Indië komt om in
Nederland medicijnen te studeren.

0451 Vlasveld, C. Ditje Wessels in Holland; [voorwoord van N.W. van Diemen de Jel];
geïllustreerd door H. Cano. Groningen/Den Haag, Wolters, 1928. 64 blz. [Juliana-
serie; eerste deeltje.] Vindplaats: PB

Het Indische meisje Ditje (Edith) woont sinds kort met haar Indische moeder en
Hollandse vader in Nederland. Ze gaat naar de lagere school ergens in de provincie.
In het begin wordt ze door de jongens van school nageroepen: 'Ditje, kolenkitje',
omdat ze zulk zwart haar heeft. Maar daar blijft het bij.

0452 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]. Sarina; illustraties van Rob Graafland;
uitgegeven onder goedkeuring van den Keurraad voor Roomsche Jeugdlectuur, 's-
Hertogenbosch, Malmberg, [1928]. 30 blz.
Bevat naast het titelverhaal ook het verhaal 'Wat een klein Indisch meisje deed, of
Anneke's suikervarkentje' (blz. 21-30).
Vindplaats: KITLV cc 594

Javaans schoolmeisje uit de omgeving van Bandoeng trekt in haar eentje naar
Batavia waar zij de hulp inroept van een Nederlandse familie, zodat haar oude
grootmoeder in haar huisje kan blijven wonen. Het tweede verhaal speelt in de
omgeving van Parapattan en vertelt hoe een arm Javaans meisje een treinontsporing
weet te voorkomen en haar liefste wens in vervulling ziet gaan.

0453 Zeggelen, Marie C. van. Averij; geïllustreerd door Tjeerd Bottema. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf, [1928]. 236 blz. [Serie 'Bekroonde Boeken'.] Herdrukken: 3e
druk geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf,
[1939]. 184 blz. [Knal-serie]; 4e druk geïllustreerd door Rein van Looy. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf, [1951]. 224 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 328 N; 3e
druk KB; 4e druk KB

Bevat Indische fragmenten over twee Hollandse jongens van wie de vader officier
van gezondheid is in Bandoeng. Voor hun schoolopleiding wonen ze bij hun familie
in Nijmegen. Wanneer Ru, de oudste broer, is geslaagd voor zijn eindexamen
gymnasium mag hij van zijn ouders nog een half jaar naar Indië komen. Daarna
komt hij met zijn ouders voorgoed naar Nederland terug. Zijn jongere broer Kees
die moet achterblijven duikt onverwacht op als verstekeling op de boot waarmee Ru
reist. Wanneer Kees als 'blinde passagier' is ontdekt krijgt het schip door dichte mist
een aanvaring met een Engelse boot. Consternatie onder passagiers die naar
Engeland moeten terugkeren om daar op een andere boot naar Indië te wachten.
180 Geannoteerde bibliografie

0454 Zeggelen, Marie C. van. Dona Alve; met illustraties en bandteekening van J.
Gabriëlse. Amsterdam, Scheltema & Holkema, [1928]. IV, 218 blz. Vindplaats:
KITLV cc 504

Opgegroeid temidden van de natuur op een koffie-onderneming in Oost-Java gaat


Dona, een zeventienjarig Indisch meisje, met haar Hollandse oom - een broer van
haar vader - naar Batavia voor haar opvoeding. Met veel verdriet neemt ze afscheid
van haar Javaanse moeder Embok Ajoe en haar baboe Isa. Haar vader, een Holland-
se koffieplanter is dan nog maar net een jaar geleden gestorven. Bij haar Hollandse
familie aan het Koningsplein te Batavia is Dona niet direct een welkome huisgenote.
Omdat tante haar als een kampongkind beschouwt, wordt Dona in de 'behulplogeer-
kamer' van de bijgebouwen ondergebracht. De raadgeving van een jonge Nederland-
se heilgymnastieklerares dat ze zich niet moet schamen voor haar Javaanse moeder,
neemt Dona ter harte.
Dona begint haar nieuwe leven op het kantoor van haar oom, die een koffiegroot-
handel heeft. Tijdens ooms afwezigheid wordt Dona in het nauw gedreven door de
Indoklerk Tobis die communistisch gezind is en ook door het geraffineerde gedrag
van de aan opium verslaafde Javaanse huisjongen Cromo.
Het nichtje Corrie neemt Dona mee naar een zangkoor. Bij een solopartij van Dona
wordt haar muzikaliteit ontdekt door de componist-dirigent. Dit heeft tot gevolg dat
Dona voor haar zangstudie naar Europa vertrekt en later in Den Haag een concert
geeft. Podiumangst en haar heimwee naar Java maken dat Dona uiteindelijk besluit
de vrouw te worden van een 'koffieboer'.
Ook verschenen als vervolgverhaal in 'Droom en daad'; Maandblad voor Jonge
Meisjes. Jaargang VI, 1928.

0455 Zeggelen, M[arie] C. van. De fabel van het dwerghert; geïllustreerd door E. van Rees;
uitgegeven door E. Dunlop & Co., vertegenwoordigers van Biscuitfabriek 'Patria'.
Amsterdam, [c. 1928]. 43 blz. Vindplaats: KB

Kantjil, het dwerghertje, gaat op aanraden van de plagerige aap Kila-Kila naar de
berg Indrakila om uit naam van alle dieren op te treden als een wijze vredesrechter
tussen Koning Tijger en de Opperste der Geiten.

0456 Zeggelen, M[arie] C. van. Pim's verjaardag; met vele plaatjes van E[lla] Riemersma.
Amsterdam, Meulenhoff, [1928]. 97 blz. [De Zonne-bibliotheek voor Onze Kinde-
ren.] Vindplaats: KITLV qq 1921 N

Speelt in Nederland in een Nederlands milieu en bevat Indische fragmenten over


een vader die voor zijn werk in Indië is. Op de verjaardag van zijn zoontje Pim
stuurt hij als cadeautje het Indische verhaal 'De geschiedenis van het dwerghertje'.
Maar de mooiste verrassing (die zijn moeder tot het laatst geheim heeft weten te
houden) is dat vader 's avonds op Pims verjaardag uit Indië thuiskomt.

0457 Bauer, Cl[émence] M.H. en K. Breebaart. De passagiers van de blauwe tram; met
platen en bandteekening van Hans Borrebach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 323
blz.
Geannoteerde bibliografie 181

Vindplaats: KITLV cc 1687 N

Beschrijft een groepje scholieren onder wie de Indische zusjes Daisy en Non die
tijdelijk in Nederland wonen; het Hollandse meisje Blanche trouwt een oudere
schatrijke Indischman die ze in Scheveningen heeft ontmoet en gaat naar Batavia.

0458 Bauer, Clémence M.H. Twee Adri's; met platen van Sijtje Aafjes. 's-Gravenhage, Van
Goor, [1929]. 87 blz. [Gezellige Uurtjes; no. XXXII.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1166
N (fotokopie)

Twee nichtjes met dezelfde naam, maar verschillend van karakter en uiterlijk. Na het
overlijden van haar vader komt de Indische Adri* met haar moeder en jongere
zusjes naar Nederland. Slechte financiële omstandigheden dwingen hun moeder
pension te houden. Adri moet flink meehelpen ondanks dat ze nog op school zit.
Hollandse Adri schaamt zich voor haar Indische nichtje en heeft bovendien nog
commentaar op haar bril, kleding en serieus gedrag. Wanneer Hollandse Adri een
ongeluk overkomt beseft ze pas hoe lelijk ze heeft gedaan.
*) Vermoedelijk is Indische Adri een Voorkind' van haar Hollandse vader en
geboren uit een Indonesische moeder omdat ze donker van uiterlijk is en bovendien
stukken ouder dan haar drie veel jongere en blonde zusjes.

0459 Een boek vol avontuur uit 'Stavast'; [met medewerking van David Tomkins, J.A.
Slemkes, P. van der Lijn e.a.; illustraties van Hans Borrebach, H. Verstijnen, Menno
van Meeteren Brouwer e.a.]. Utrecht, De Haan, [1929]. VIII, 474 blz., krtn. ['Sta-
vast'-boekerij.]
Bevat poëzie en notenschrift. Bevat het verhaal 'Negen maanden op Krakatau' door
B.L. Kailola met illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer].
Vindplaats: PB

Samengesteld uit de afleveringen van de eerste halve jaargang van het jongenstijd-
schrift 'Stavast'. De volgorde van het pagineren wijkt af. (Zie het 'Woord vooraf). In
het kort wordt verteld over de vulkaanuitbarsting van 1883 en de geologische
gesteldheid van het eiland na deze natuurramp. Eind 1917 vestigt zich tijdelijk een
groepje Europeanen op Krakatau, onder wie een civiel ingenieur met zijn twee
kinderen en een aantal koelies. Hij wil op het eiland puimsteen gaan winnen om dit
te verwerken als bouwmateriaal voor inheemse woningen op Java. Zijn plannen
worden door het lijdelijk verzet van de koelies tegengewerkt.

0460 Feith, Jan. Het Indische monster; Een jongensboek; omslag en teekeningen van den
schrijver. 's-Gravenhage, Boek en Periodiek, [1929]. 419 blz., krtn. Herdrukken: 2e
druk [1929]. Vindplaats: KITLV cc 226 N+

Fantasierijk verhaal over een voorwereldlijk monster, 'Bront' genaamd. Ongemerkt


reist het zijn jonge vriend en meester Pim en zijn oom Harry achterna naar Java. De
komst van het monster zaait overal paniek en verschrikking, zowel onder de
inheemse bevolking als onder bestuurders en wetenschappers. De zee aan Java's
zuidkust buldert en de Javanen denken aan de wraak van de godin Njai Loro Kidoel.
Bijna alle vulkanen, zelfs de gedoofde kraters, beginnen tijdelijk te werken. Wanneer
182 Geannoteerde bibliografie

er echter levensgevaar voor Pim dreigt door de op een mensenoffer beluste


Brahmaanse priesters in Midden-Java, waarschuwt het monster zijn kleine meester.
Het verhaal eindigt met een grootscheepse klopjacht op het monster door land- en
zeemacht. Maar het slimme reuzenmonster bepaalt tot het laatst toe zijn eigen leven,
ook zijn eigen ondergang in vuur en rook.
Eerder verschenen als vervolgverhaal onder de titel: 'Het Indische monster; Of, Het
geheim van den Boeroeboedoer; Een fantastisch verhaal'; met teekeningen van den
schrijver in: Jong Nederland; Weekblad voor Hollandsche Jongens en Meisjes, 1924.
Jaargang 8, no. 1-26.

0461 Geerke, H.P. Jan Pieterszoon Coen; De baanbreker in ons Indië. Utrecht, De Haan,
[1929]. IV, 253 blz., prtn., afbn. en krtn. [De Roman van Groote Levens.]
Vindplaats: KITLV aa 396

Geschiedkundig verhaal over de stichter van Batavia en zijn tijdgenoten.

0462 Hazevoet, Jac[oba]. Bram's ontdekkingstocht; teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk,
Callenbach, [1929]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 940 N

Speelt op Java en schetst het karakter van de veertienjarige HBS'er Bram Verbeek
-zoon van een arts - die zich laatdunkend gedraagt tegenover de huisbediende
Satiman. Ook Brams houding ten opzichte van de inheemse bevolking geeft te
denken. Hij spreekt op een neerbuigende toon over 'roetmoppen'. In Nederland is
een hevige watersnood uitgebroken (Borculo, 1925). Op Brams school, maar ook
bij de inheemse kerkgemeenschap wordt voor de slachtoffers gecollecteerd. Hiervan
zijn Bram en zijn vriend Jan getuige. Ze vinden de inheemse kerkdienst boeiender dan
de Europese. Tijdens de dienst zien ze altijd een zonderlinge Javaan achteraan
zitten. Dit prikkelt de twee vrienden om de Javaan na kerktijd te volgen. De man
woont ver van de kampong, waar hij vooral op tijgers jaagt. Indertijd heeft hij een
zoontje verloren dat door een tijger werd overvallen en door dit verlies loopt hij met
wraakzuchtige gedachten rond. De goeroe kent deze man niet persoonlijk, maar hij
vermoedt dat de man een geheim heeft. Wanneer de goeroe dit van Bram verneemt,
zegt hij dat hij geen rust zal hebben voor hij die man begrijpt en wanneer hij zich
eenzaam mocht voelen de man een welkome gast in zijn huis zal zijn.

0463 Heijermans-Jurgens, Annie. De club der onafscheidelijken; geïllustreerd door W[am]


Heskes. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1929]. 262 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1492 N

Bevat fragmenten over een Indische jongeman die in Nederland is voor zijn studie
en die zich met een Hollands meisje verlooft. Ze moeten allebei nogal wat kritiek
verdragen, maar de opmerking 'die klapperboomvent', die niet grievend bedoeld is,
komt toch wel hard aan. De jongeman voelt het wel als zodanig en hij maakt zich
sterk dat alle jongens die een 'inlandse' moeder hebben zich vernederd zouden
voelen. Buiten verwachting komt alles door tactvol optreden in orde en worden de
jongelui de beste vrienden.
Geannoteerde bibliografie 183

0464 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Indische sprookjes, legenden en fabelen; geïllus-
treerd door Suzon Beinon. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 136 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV b 470

Betoverde prinsen en prinsessen, armoede en rijkdom, de natuurelementen en de


dierenwereld wisselen elkaar af in deze voor het merendeel uit Java afkomstige
sprookjes.

0465 Kok, Truida. Jona en San; geïllustreerd door Adri Alindo. Alkmaar, Kluitman,
[1929]. 151 blz. [Stamperius-Bibliotheek; Nieuwe Uitgaven en Herdrukken, Meisjes-
boeken.] Vindplaats: KITLV cc 1753 N

Speelt in Nederland en vertelt over de omzwervingen van twee ouderloze zusjes.


Verlangend wachten ze op de komst van hun familie uit Indië bij wie ze tenslotte
een prettig en veilig tehuis vinden.

Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Met z'n drieën en een oom. [1929]. Zie no.
A006

0466 Langerhorst, Tine. Gravinnetje, een verhaal voor meisjes; geïllustreerd door Jan Post.
Rotterdam, Van Waesberge, [1929]. 150 blz. [Na Les en Spel.] Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1959 N

Speelt in Nederland en bevat een paar korte fragmenten over een uit Indië terugge-
keerde gefortuneerde 'Indischman' (in dit geval is er sprake van een volbloed
Hollander) met zijn veeleisende en verwende dochter.

0467 Marxveldt, Cissy van [ps. van S. van Beek-de Haan]. Marijke; met teekeningen van
Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff, [1929]. 238 blz.
Herdrukken: opgenomen in de trilogie genaamd Marijke; [omslag en illustraties van
Anke van Dun-Verstegen]. Hoorn, Uitgeversmij West-Friesland, [1970]. 383 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KB; Trilogie KB

Bevat een paar korte Indische fragmenten onder andere over het zusje van Marijke
dat met een planter uit Indië trouwt.

0468 Nauta, Annie. Wlüem; Een kerstvertelling; [omslag van L. Pinkhof]. Den Helder,
Drukkerij Egner, 1929. 59 blz. Uitgave ten bate van het Helden-der-Zee-Fonds
'Dorus Rijkers' te 's-Gravenhage. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1540 N
184 Geannoteerde bibliografie

De enige zoon van een Friese architect-aannemer uit Indië gaat naar Nederland
voor een opleiding tot stuurman. Wanneer zijn moeder ernstig ziek is breekt hij zijn
studie af en gaat hij terug naar huis. Spoedig daarop overlijdt zijn moeder en wordt
hij compagnon van zijn vader.

0469 Saerdam, W. van. Jan Jansen Struys; De omzwervingen van een Zaansch zeilmaker;
eerste reis 1648-1651; platen en bandteekening van Oftto] Verhagen. 's-Gravenhage,
Van Goor, [1929]. 180 blz. Vindplaats: KITLV cc 632

Bevat het hoofdstuk 'Opgebracht naar Batavia', alsmede hoofdstukken over Siam,
Formosa en Japan.
Dit verhaal is gebaseerd op Aenmerckelijke reizen en ontmoetingen van de Zaankanter
Jan Jansen Struys. De auteur heeft gebruik gemaakt van de diensten van de Zaan-
landsche Oudheidkamer (Zaanlands Museum) in Zaandijk.

0470 Schroo Jr., H. Dapat, de meester van den wonderzwaan; Oorspronkelijk sprookje; met
illustraties van Tjfeerd] Bottema. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1929],
230 blz.
Bevat een verklaring van de Maleise woorden.
Vindplaats: PBL/KITLV cc 331 N

Een fantastisch verhaal dat zich afspeelt op Java, in Europa en in Brits-Indië. In een
Javaanse kampong is een jongetje te vondeling gelegd. Zijn pleegouders noemen
hem Dapat (Maleise woord voor vinden). Na de dood van zijn pleegmoeder laat zijn
pleegvader hem achter bij een Javaans gezin, waar hij een ellendige jeugd heeft en
bovendien onschuldig in de gevangenis belandt. Zodra Dapat vrij komt, trekt hij
het binnenland van Java in. Op zijn tocht is hij de gast van een zonderlinge oude man
die hem in het Javaans aanspreekt, maar geen Javaan is. Door toedoen van deze
grijsaard komt Dapat in het bezit van een wonderlijke stok van houtsnijwerk en een
ivoren fluitje. In moeilijke situaties zullen deze voorwerpen Dapat van pas komen.
Ook een plantenzoeker, een Hollandse professor, kruist zijn pad. Hij raadt Dapat
aan om een opleiding in Nederland te volgen. Daar studeert hij af als jurist, wordt
benoemd tot burgemeester en trouwt met Ina, de dochter van de professor.
Als Nelly, hun dochtertje, ernstig ziek wordt kan alleen een mild klimaat haar
genezen. Met vrouw en kind gaat Dapat tijdelijk naar Java terug. Ze verblijven op
het eilandje in het meer waar Dapat indertijd de oude zonderlinge man heeft
ontmoet. Juist op dat moment probeert een Javaans vorst het eilandje in te nemen.
Volgens zeggen zouden er geweldige schatten zijn te vinden. Grote moeilijkheden en
geheimzinnige tegenslagen beletten hem zijn doel te bereiken. Inmiddels is Nelly
weer zo gezond als een vis. Bij een stoeipartij trekt ze een Japans kastje omver,
waarin een geheime lade zit die Engelse documenten bevat waartussen een portret
ligt van een mooie jonge Hindoestaanse prinses. Het raadsel van Dapats afkomst is
hiermee opgelost.

0471 Wielenga, D.K. Loda het Soembaneesche weesmeisje; met illustraties van Jeanne
Faure. Arnhem, Ten Brink, [1929]. 96 blz. [Leesboek voor School en Huis.]
Vindplaats: KITLV cc 2023 N
Geannoteerde bibliografie 185

De moeder van de kleine ziekelijke Loda is in de rivier door een krokodil veronge-
lukt. Het meisje blijft alleen met haar knorrige vader achter. Nu moet zij al het werk
van haar moeder doen. Ze raakt hierdoor zó uitgeput en ziek, dat Lapoe, haar
vader, haar te vondeling legt. Een Nederlandse zendingsverpleegster vindt Loda en
neemt haar op in het ziekenhuis. Voor Loda gaat ineens een totaal andere wereld
open: ze krijgt veel aandacht en liefde. Na haar herstel blijft ze op eigen verzoek in
het huis van de verpleegster wonen en leert het Europese huishouden. Op een dag
komt Lapoe zijn dochtertje opeisen. Hij wil haar uithuwelijken waarvoor hem een
grote bruidsschat in het vooruitzicht is gesteld. Loda weigert mee te gaan; voor haar
vader is ze nu 'gestorven'. Wanneer een jonge inheemse onderwijzer, Habokoe, met
brandwonden in het zendingsziekenhuis wordt opgenomen, blijkt hij een neef van
Loda te zijn. Ze wordt zijn vrouw en gaat met hem mee naar een verafgelegen
zendingspost.
Bevat de fabel 'Waarom de muizen en de katten vijanden zijn', een tweetal liedjes
met refrein en een paar raadsels.

0472 Zee, D. van der. De stad van Coen; Vertellingen en schetsen uit de geschiedenis van
Batavia; Geïllustreerd leesboek voor school en huis door -; geïllustreerd door L.C.
Bouman. Groningen enz., Wolters, 1929. 148 blz., plgrn. Vindplaats: KITLV i 2585
N

De schrijver, de toenmalige gemeentesecretaris van Batavia, geeft een uitvoerig


overzicht van drie eeuwen Nederlands bewind (1596-1928), waaronder het oude
Soenda Kalapa of Jacatra is uitgegroeid tot de moderne stad Batavia, die voor de
ontwikkeling van Nederlands-Indië van grote betekenis is geweest.

0473 Bernardsz, Daan. Joost Dircksz. onder de vrijbuiters; [met illustraties van Albert Hahn
Jr.]. Amsterdam, De Arbeiderspers, [1930]. 139 blz. Vindplaats: KB

Romantisch historisch verhaal over de zeereis naar Indië door de zeeman en


ontdekkingsreiziger Olivier van Noort in de jaren 1598-1601.
Een grootvader vertelt zijn kleinzoon hoe hij als jongen in 1598 als verstekeling aan
boord gaat van de 'Mauritius' onder bevel van Olivier van Noort. Het doel is om via
Zuid-Amerika een zeeroute naar Indië te ontdekken. Rond Kerstmis 1600 bereikt
men de Baai van Broenei (Noord-Borneo). Van hieruit zeilt men naar Java. In de
Straat van Madoera wordt het plaatsje Joertan (Jortan, Gresik), een uitvoerhaven
van specerijen, aangedaan. De lading valt tegen, maar een tocht naar de Molukken
om nootmuskaat en kruidnagelen in te nemen is op dat tijdstip te riskant. De
thuisreis gaat nu via een andere route: langs de Afrikaanse kust naar Kaap de
Goede Hoop. Op 28 augustus 1601 bereikt het schip de haven van Rotterdam.

0474 Bieger, N.K. Flips Indische lotgevallen; met ills. van P[ol] Dom. Alkmaar, Kluitman,
[1930]. 205 blz. Vindplaats: KITLV cc 560

Flip, een Indische schooljongen, woont bij een broer van zijn Hollandse vader in
Nederland. Destijds is zijn vader als koloniaal naar Indië gegaan en daar overleden.
186 Geannoteerde bibliografie

Met zijn Javaanse moe sr die in Indië is gebleven en een kleine onderneming
beheert, heeft Flip geen contact. Zonder aanwijsbare reden koestert Flips tante een
haat tegen alles wat Indisch is. Wanneer dit tot een climax komt ontvlucht Flip
Nederland als hutbediende op een mailboot naar Indië. In Batavia informeert Flip
naar het adres van zijn moeder. Wanneer hij haar heeft gevonden blijft hij bij haar
en krijgt hij de leiding op haar onderneming.
Op blz. 196 komt het minderwaardigheidscomplex van Flip naar boven als hij een
huwelijksaanzoek doet aan zijn Hollandse vriendin Irene: 'En dan Irene... ik ben
maar een Indo, een liplap...' enzovoort.

0475 Boelkens, Cato M. Emmy's eerste voordracht; met illustraties. Z.pl. en uitg., [c. 1930].
157 blz.
Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De Indische reis en De HBS-tijd van
Emmie Hoogland (zie no. 0592 en 0476). Vindplaats: BBJ

Voor haar HBS-opleiding komt het Hollandse meisje Emmy uit Java bij haar tante
in Amsterdam wonen. Met een lezing over haar Indische reis voor de clubavond van
de Meisjes-HBS oogst ze zoveel succes dat ze dezelfde lezing mag houden voor de
Huisvrouwenbond.

0476 Boelkens, Cato M. De HBS-tijd van Emmie Hoogland; met illustraties. Z.pl. en uitg.,
[c. 1930]. 157 blz.
Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De Indische reis en Emmy's eerste
voordracht (zie nos. 0592 en 0475). Vindplaats: Antiq. catalogus

0477 Chits-Rosen, R Zonnekind; met illustraties [van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c.
1930]. 158 blz. [Serie 113.] Vindplaats: PB

Voor haar schoolopleiding én om haar moeders zorgen te verlichten komt het


Indische meisje Nelly na de dood van haar vader naar Holland. Ze woont bij familie
in huis. Plagend zegt oom tegen Nelly 'koffieboontje' om haar bruin gezichtje, maar
het is niet kwaad bedoeld. Wanneer Nelly's moeder met de kinderen voorgoed naar
Holland komt, en ze het zonder hulp van bedienden moet stellen, is Nelly een grote
steun voor haar. Achterstand op school en heimwee naar Indië vormen de aanpas-
singsmoeilijkheden van haar broertje Wim. Zie ook E. Chits-Rosen. Een gezellige
winter (no. 0593)

0478 Crevels, H.H. en T. van Buul. Toon en andere verhalen voor kinderen van 6-7 jaar,
geïllustreerd door Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Bussum, Van Dishoeck, [c.
1930]. 64 blz. Vindplaats: PB

Korte afgeronde verhaaltjes over een Hollands gezin met drie kinderen en hun
dagelijks leventje in Nederlands-Indië waarin de huisbediende Karto een belangrijke
rol speelt.
Geannoteerde bibliografie 187

0479 Crevels, H.H. en T. van Buul. Vrooüjke Frans door de Gebr. Grimm en andere
verhalen uit Oost en West en eigen land voor kinderen van zeven tot tien jaar, verzameld
en bewerkt door -; illustraties van Tjeerd Bottema en Albert Geudens. Z.pl. en uitg.,
[c. 1930]. 112 blz.
Vindplaats: KITLV cc 2326 N

De verhaaltjes zijn op een enkele uitzondering na allemaal gesitueerd op Java. Niet


duidelijk is of het een schoolleesboekje betreft of een ongedateerd recensie-exem-
plaar.

0480 Delachaux, A. De voetbalclub Volharding'; met illustraties. Z.pl. en uitg., [c. 1930].
158 blz. [Serie D.]
Vindplaats: PB

Speelt in de voetbalwereld in Nederland en Nederlands-Indië. Hein Spekkerd, een


kantoorbediende van een lm- en Exportmaatschappij wordt uitgezonden als employé
naar het kantoor in Kisaran op Sumatra. Met de 'Marnix van St. Aldegonde' reist hij
via Medan naar het hulpkantoor in Kisaran. Hij wordt als een goede Hollandse
voetbalspeler binnengehaald en hij moet het kampioenschap van Sumatra's Oostkust
verdedigen. Hein wordt een van de beste spelers in Asahan (omgeving Kisaran). Zijn
vriend Jan Versluis, een ingenieur die ook in Medan voetbalt, wordt naar de
binnenlanden van Atjeh overgeplaatst waar een spoorweg zal worden aangelegd.
Maar bij de komst van de Hollanders beginnen Atjehse oproerlingen het 'Jan
Compagnie', zoals zij het Nederlandse gezag noemen, lastig te maken. Jan zit in een
gebied waar hij de enige blanke is. Als hij ernstig ziek wordt komt zijn Javaanse
kokkie Hein Spekkerd om hulp vragen. Samen met kokkie en een oud-militair die
Indië door en door kent, trekt Hein naar zijn zieke vriend. Als ze Jan naar Medan
willen rijden ontstaat er een levensgevaarlijk gevecht met een groep Atjehers
waaraan ze ternauwernood kunnen ontsnappen.
Hein krijgt door de economisch slappe tijd zijn ontslag en moet met een halfjaar
salaris en een vrije overtocht terug naar Holland. Hij vindt door de crisis die ook in
de koloniën heerst geen andere baan. Aan boord van de 'Johan de Witt', in een derde-
klas-hut, overpeinst hij zijn situatie als werkloze. Onder de passagiers treft hij zijn
sportvriend Jan Versluis, die ziekteverlof heeft en eerste klas reist. Een invloedrijke
oom van Jan bezorgt Hein een vaste betrekking bij een bank in Nederland.

0481 Dietz, Henr[iëtte], Cath[arina] van Rennes, A.C. Kuiper, e.a. Weggeloopen; Vertel-
lingen voor jongens en meisjes; met platen van Netty Heyligers, C. Damen, A.
Tinbergen e.a.; Voor kinderen van 6-10 jaar. Amsterdam, Veen, [c. 1930]. IV, 64 blz.
[Ons Thuis-serie.]
Bevat het verhaaltje 'Dapper!' (blz. 1-7) van A.C. Kuiper met een illustratie van
Netty Heyligers. Vindplaats: KITLV cc 1559 N

In 'Dapper!' komt een Indisch fragment voor over een schoolmeisje uit Indië dat bij
haar tante in Holland woont.
188 Geannoteerde bibliografie

0482 Gieber, Karel [ps. van N.K. Bieger]. Het booze oog; Avonturen op de Veluwe; met 8
illustraties en bandteekening van W[am] Heskes. Rotterdam, Bolle, [1930]. IV, 183
blz. [Goede Jeugd-lectuur.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1406 N

Bevat Indische fragmenten van een Nederlands oud-militair uit onder andere Fort
de Koek die na zijn diensttijd in een Gelders dorpje nachtwaker is. Door de
dorpelingen wordt hij 'Indische kieker' genoemd, een scheldnaam voor gepasporteer-
de Indische militairen.

0483 Hou zee!; Eerste Christelijk jeugd-jaarboek onder redactie van Q.A, de Ridder en P.J.
Risseeuw. Kampen, Kok, 1930. IV, 283 blz.
Bevat het verhaal 'Katongoe' van D.K Wielenga met illustraties van Pol Dom (blz. 1-
19). Vindplaats: KITLV cc 1638 N

Katongoe, een jongeman op Soemba, breekt zijn opleiding aan een zendingsschool
af. Hij zoekt een leven van geld en plezier. Wanneer hij ernstig ziek wordt krijgt hij
berouw over zijn gedrag. Na zijn herstel blijft hij in het ziekenhuis en wordt opgeleid
tot verpleger.

0484 Hoven, Thérèse. Op den daktuin; met één plaat en bandteekening van Hans Borre-
bach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1930]. 180 blz. [Gulden-bibliotheek.] Vindplaats:
KITLV cc 1398 N

Twee zusjes uit de Achterhoek vinden een werkkring in het warenhuis 'De Bijenkorf
in Den Haag en bewonen een paar zolderkamertjes bij een weduwe die door haar
dienstbode wordt getiranniseerd. Onverwacht komt haar enige dochter met man (een
theeplanter uit de Preanger) en kinderen met verlof. Om hun moeder uit 'de greep'
van de dienstbode te verlossen vragen ze het oudste zusje als gezelschapsdame voor
hun moeder die ze mee terugnemen naar Java.

0485 Hulst, W.G. van de. De gescheurde Bijbel; met plaatjes van N[ettie] Kerkhoven-
Heyligers; uitgegeven door de Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenoot-
schap. Amsterdam, Nederlandsch Bijbelgenootschap, [1930]. 13 blz. Vindplaats:
KITLV cc 484 N (fotokopie)

Een beschadigde Bijbel 'in ruste' vertelt wat hem in Neder!ands-Indië overkwam
toen hij - jaren geleden - het eigendom was van een zendeling. De bijgelovige
bevolking zag de Bijbel letterlijk als een toverboek.

0486 Kingmans, Hugo. De kajuitsjongen van Heemskerck; met 4 penteekeningen van Jan
Wiegman. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1930]. 176 blz.
Herdrukken: 2e druk. [1944]. 152 blz.; 3e druk. [1945]. 152 blz.; Herdruk. Hierden-
Harderwijk, Reijnders, [1980]. 152 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KB;
3e druk Brinkman; Herdruk BBJ
Geannoteerde bibliografie 189

Over de poging om via 'de Noord' een kortere zeeroute naar China en Indië te
vinden.

0487 Knuttel-Fabius, Elize [Johanna Christina Frederika]. Hans en Hannie; omslag en


teekeningen van Lida von Wedell. 's-Gravenhage, Boek en Periodiek, 1930. 118 blz.
Vindplaats: GBR

In het hoofdstuk 'Hannie' komt een logeetje voor, een onhandelbaar meisje uit
Indië, dat na de dood van haar moeder naar Nederland is gekomen.

0488 Krayer van Aalst, H. Solé en zijn vriendjes; met plaatjes. 's-Gravenhage, Algemeene
Boekhandel voor Inwendige en Uitwendige Zending, [1930]. 47 blz. Nieuwe herziene
uitgave van: Van een Ceramschen jongen (zie no. 0290). Vindplaats: BZO/KITLV cc
1019 N (fotokopie)

0489 Labberton, Mien. Een jaar bij de familie De Bloeme; Een boek tot religieust; inwijding
voor kinderen van 7-12 jaar door -; muziek van Eveline Sypkens; teekeningen van
G.D. Hoogendoorn. Zeist, Ploegsma, 1930. 297 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Een verhaal over een Hollands doktersgezin in Den Haag. Het bevat een paar korte
Indische fragmenten over Han - een neefje uit Indië - die tijdelijk bij hen woont
voor zijn schoolopleiding.

0490 Het meisjes-jaarboek; Vijfde jaar, [met bijdragen van Diet Kramer [D.M. Muller-
Kramer], E[mmy] Belinfante-Belinfante, Catharina Bronsveld en anderen; illustraties
van Hermy Kalis, Freddie Langeler, Jan Lutz en anderen]. 's-Gravenhage, Leopold,
[1930]. 168 blz.
Bevat het Indische verhaal 'Kembodja; een verhaal van heimwee' door Willy Corsari
[ps. van W.A. Douwes-Schmidt]; met illustraties van Titus Leeser.
Vindplaats: KB

Nini, een Hollands meisje, geboren op Sumatra woont met haar ouders op een
rubberonderneming ver van Medan. Voor haar schoolopleiding gaat ze naar een
tante in Nederland. Ondanks Nini's uiterlijke aanpassing wordt ze door een ver-
langen naar Indië overmand. Eenmaal terug bij haar ouders krijgt ze heimwee naar
Nederland.

0491 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. 's Levens lentetijd; Vervolg op 'Moderne
bakvischjes'; met vier platen van Netty Heyligers. Amsterdam, Veen, [c. 1930]. 152
blz.
Vervolg van: Moderne bakvischjes (zie no. 0423).
Vindplaats: KITLV cc 1861 N

Bevat Indische fragmenten en speelt in Amsterdam, waar het meisje Franzi kennis-
maakt met de nieuwe buurkinderen. Hun vader is eerste luitenant en voor zijn
190 Geannoteerde bibliografie

leverkwaal met verlof uit Java naar Holland gekomen. Zijn vrouw is overleden en
zijn dochtertje Nonnie en zoon Njootje zijn daardoor op hun toegeeflijke baboe
aangewezen. Met vriendinnen organiseert Franzi kindermiddagen waar zij haar
Indische buurkinderen mee naar toe neemt. Tot groot verdriet gaat hun baboe met
een andere familie terug naar Java en blijven zij in Holland voor hun schooloplei-
ding.

0492 Oom Bert [ps. van Albert J. de Neef). Van kleine Papoeas; Versjes en prentjes van -.
Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1930]. 16 blz. Vindplaats: BZO/KITLV 2177 N

Een zestal eenvoudige versjes over het dagelijks leven van gekerstende Papoeakinde-
ren, bestemd voor de jeugd in Nederland. In 'Bettie's brief verzoekt een Papoea-
meisje het zendingswerk te blijven steunen.

0493 Op reis en thuis; Winterboek voor de Nederlandsche jeugd. Amsterdam, Stella-editie,


1930. 160 blz., afbn., krt.
Bevat de Indische verhalen: 'Hantoe, de spooktijger' door Boreas [ps.] en 'De
wreede macht' door Dikon [ps.]. In deze bundel staat een beschrijving van het
passagiersschip 'M.S. Baloeran; 'n Prachtboot van den Rotterdamschen Doyd',
waarbij de auteursnaam niet is vermeld. Vindplaats: PB

Het eerste korte verhaal speelt zich af op een koffieonderneming op Java; de tweede
vertelling, eveneens op Java, gaat over een huis waar onder de vloer schatten
verzameld zouden liggen en dat heeft toebehoord aan een rijke suikerplanter.

0494 Schuil, J[ouke] B[roer]. Hoe de Katjangs op de kostschool van Builde kwamen;
geïllustreerd door T[itius] Leeser. Amsterdam, Becht, [1930]. IV, 256 blz.
Herdrukken: 5e druk [1954]. 256 blz.; 7e druk geïllustreerd door Reint de Jonge.
[1976]. 256 blz.; 9e druk idem. [1981]. 258 blz. Vervolg van: De Katjangs (zie no.
0263).
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk BBJ/KITLV cc 1552 N; 7e druk Brinkman; 9e
druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over de twee
broers Torn en Thijs Reedijk, bijgenaamd 'de Katjangs' die van Den Haag zijn
verhuisd naar een kleinere stad. Hun ouders zijn na hun verlof teruggereisd naar
Java, waar de heer Reedijk is benoemd tot Raad van Indië. De jongens zijn in
pension bij een zuur en vrekkig kinderloos echtpaar, van wie de man - een oud-
onderwijzer - bij de jeugd bekend staat als 'de Kachelpijp'.

0495 [Slinger, N.]. Een reis naar Indië; [bandontwerp en penteekeningen van G. Röling].
Zaandam, Keg's Theehandel, [c. 1930]. 38 blz. tekst en 20 blz. gekleurde ingeplakte
plaatjes, 2 kaarten. Vindplaats: KITLV k 263 N+
Geannoteerde bibliografie 191

Album over een bootreis met de 'Jan Pieterszn Coen' naar Insulinde. Het eerste deel
vertelt over de landen en steden waar de mailboot langs vaart. Het tweede deel geeft
een beknopte beschrijving van Nederlands-Indië.

0496 Soest, Ems LH. van. De pauw; Een verhaal van modem meisjesleven in Indi'é; geïllu-
streerd door Annie van de[r] Ruit. Alkmaar, Kluitman, [1930]. 272 blz. Herdrukken:
2e druk met illustraties van Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1944]. 189 blz.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 736 N; 2e druk Bibl. Museum Nusantara, Delft

Op jonge leeftijd is Inka met haar ouders uit Nederland naar Java gekomen. Om
haar familie financieel te steunen werkt ze als secretaresse. Op buitenstaanders komt
Inka stug en trots over en ze is kieskeurig in haar vriendschappen. In haar vrije tijd
schrijft ze gedichten en verhalen. Haar talent krijgt door toedoen van een vriend, de
journalist Paul, een kans en haar werk verschijnt regelmatig in de krant.

0497 Tante An [ps.]. Robbedoes; Een verhaal voor de jeugd. [Semarang enz., Van Dorp], [c.
1930]. IV, 63 blz. Vindplaats: KITLV cc 2147 N

De ouders van het schoolmeisje Willy, bijgenaamd Robbedoes, gaan om gezond-


heidsredenen van Java een Molukkenreis maken. Willy logeert bij een bevriend
echtpaar met wiens zoontje Theo zij allerlei streken uithaalt. Ze ontpopt zich als een
wildebras.
Het verhaal is afgestemd op kinderen in Nederlands-Indië omdat de Maleise
woorden niet worden verklaard en bepaalde situaties zijn toegespitst op de Indische
samenleving.

0498 Terwinde, Pam. Luuk's laatste schooljaar, met teekeningen van Hans Borrebach.
Amersfoort, Valkhoff, [1930]. 241 blz. Vindplaats: KITLV cc 327 N

Over een Hollands meisje dat op Midden-Java woont en in de eindexamenklas van


de kweekschool zit.

0499 Vos, Daan. Bonte dagen uit het leven van Bram Schenk; (Voor jongens van 8 tot 14
jaar); geïllustreerd. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 93 blz. [Serie CD.]
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc N (kopie)

Bevat Indische fragmenten over een Nederlandse hofmeester uit Den Helder die
met de 'Indrapoera' en de 'Berandina' op Indië heeft gevaren.

0500 Vos, Daan. Om den voetbalbeker, geïllustreerd. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 60 blz. [Serie
HM.]
Herdrukken: Ook verschenen onder de titel Voetbalvictorie. Z.pl. en uitg., [c. 1930]. 60
blz. [Serie DK].
192 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1538 N (fotokopie)

Dokter De Vletter is met zijn Javaanse vrouw, hun zeventienjarige zoon Jan en hun
huisjongen AH naar Nederland gekomen waar hij een bloeiende praktijk heeft
overgenomen. Bij zijn entree op de HBS wordt Jan al direct door zijn klasgenoten
uitgemaakt voor 'katjang'. De directeur is woedend en neemt de klas onder handen,
maar Jan is diep teleurgesteld. Discriminatie en plagerijen blijven voortduren totdat
hij met het schoolelftal een overwinning behaalt. Door zijn integere houding heeft
hij eindelijk de plaats veroverd die hem toekomt.

0501 Arends, W.F. Wildebrassen; bandteekening door Pol Dom; illustraties van H[enri]
Pieck. Rotterdam, Bolle, [1931]. 203 blz. [Goede Jeugd Lectuur.] Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en bevat een kort Indisch fragment over het Indische nichtje
Thee (afkorting van Thea) dat door haar ouders uit Indië naar Holland is gebracht.
Ze woont bij familie en gaat met haar even oude Hollandse nichtje naar de Mulo.

0502 Bieger, N.K. De jongen van de plaggenhut; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,
Kluitman, [1931]. 192 blz. [Bibliotheek 'In de Vacantie'; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes; Serie A, Jongensboeken.] Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment over 'de Zandzee' met de
legende van de Goenoeng Batok.

0503 Brinkgreve-Entrop, J.H. Betty en haar neven; geïllustreerd door C. Oudenaarden.


Alkmaar, Kluitman, [1931]. 189 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 2048 N

Speelt in Nederland waar Betty, een Indisch meisje, na de dood van haar Javaanse
moeder bij haar vaders familie woont. Haar vader - een volbloed Europeaan - woont
in Indië waar hij een uitgebreide handelszaak bezit. Hij heeft Betty op zesjarige
leeftijd naar zijn moeder in Breukelen gebracht voor haar opvoeding. Nu ze naar de
HBS gaat verhuist ze naar zijn getrouwde zus in Utrecht. Op weg naar school - met
een iets te klein regenhoedje op - wordt Betty aangestaard en uitgescholden voor
'nikker'. Een van haar neefjes grijpt in.

0504 Dijk, A. van. Pa Oï, die Christus wet vervulde. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1931]. 40
blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 464

In de Preanger (West-Java) voert een eenvoudige Soendanese boer een strijd met
zichzelf om tot het christelijk geloof over te gaan.
Geannoteerde bibliografie 193

0505 Dijk, A. van. Sadjem, het sloofje uit de waroeng. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1931].
48 blz., afbn. Vindplaats: KITLV q 465

Na veel tegenstand van haar islamitische familieleden komt het verwaarloosde meisje
Sadjem, een Soendanese, tot het evangelie.

0506 Dijk, A. van. Een Soendaneesche droom en zijn uitlegging. Oegstgeest, Zendings-
bureau [1931]. 48 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV q 466

Sarijoen, een jonge Soendanees uit een islamitisch milieu, ondervindt alom tegen-
stand wanneer hij christen is geworden. Hij overwint en wordt zelfs voorganger in de
ontstane zendingsgemeente.

0507 Fortgens, J. Salóka; [inleiding van D. Wouters]; geïllustreerd met platen naar
oorspronkelijke foto's. Groningen, Noordhoff, 1931. 95 blz. [Vrij en Blij; Leesboek
voor de Christelijke Scholen, 7e leerjaar.]
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 267 N/OLBG

Dit verhaal is indertijd door het Zendingsbureau te Oegstgeest uitgegeven voor


volwassenen onder de titel Het volle koren (1924). Zendeling Fortgens bewerkte het
voor de jeugd. Op een indrukwekkende wijze vertelt hij over de cultuur en leefwijze
van de bevolking in Sidangóli, het eerste christendorp op de westkust van Halmahe-
ra. Hij beschrijft de angst en de eerbied van de dorpelingen als ze vernemen dat
Koning Pokken, hun benaming voor de pokken, in aantocht is. De medicijnmeester
Dalakoe trekt met witte kalk grenslijnen bij de in- en uitgang van het dorp om de
ziekte een halt toe te roepen. Het is stil in het anders zo rumoerige dorp. Er kraait
geen haan meer; ze zijn allemaal gedood. De kippen zijn naar de tuinhuizen
gebracht en de jachthonden geïsoleerd. Dalakoe zingt met angstaanjagende stem zijn
bezweringen tot de geesten van zijn voorouders.
Toch is de epidemie niet tegen te houden. Er vallen slachtoffers, onder wie de goede
echtgenoot en vader, Salaka. Hij is een van de trouwste leerlingen van de goeroe die
hij met veel toewijding heeft geholpen bij het verplegen van de zieken. Salaka zweeft
tussen leven en dood. Hij herstelt, maar is blind geworden. Als zijn gezichtsvermo-
gen ten dele is teruggekeerd en Salaka op een zondagmorgen de dienst van de
goeroe waarneemt, vertelt hij over zijn lichamelijke en geestelijke duisternis en de
verhoring van zijn gebed.

0508 Fortgens, J. Toea Boba; [inleiding van H.A. van den Hoven van Genderen en G.W.
Beumer]; geïllustreerd met platen naar oorspronkelijke foto's. Groningen, Noord-
hoff, 1931. 96 blz. [Vrij en Blij; Leesboek voor de Christelijke Scholen, 6e leerjaar.]
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV p 568/OLBG

Een verhaal over de taaigeleerde-zendeling dr. N. Adriani, geschreven door zijn


zwager die getrouwd is met de jongere zus van Adriani. In 1901 varen zendeling
Fortgens en zijn vrouw met de 'Pieter Both' van Gorontalo (Celebes) naar het
194 Geannoteerde bibliografie

kustplaatsje Posso in het zuidoosten, waar in de wildernis van het binnenland dr.
Adriani met zijn vrouw woont en werkt. Daar wordt dr. Adriani door de Toradja's
aangesproken met Toea Boba - de heer met het kale hoofd. Verschillende Toradja-
gezinnen worden bezocht, waarmee de familie Adriani vriendschap heeft gesloten. Al
acht jaar wordt hier het evangelie gepredikt door een goeroe uit de Minahassa, maar
nog geen enkele Toradja heeft de grote stap gewaagd om het heidendom vaarwel
te zeggen. Het invloedrijke stamhoofd Papa i Woenté is nog gehecht aan de
voorouderverering en het koppensnellen. Dit gebeurt niet uit moordlust of bloeddor-
stigheid, maar om zeker te zijn van een lang leven, waartoe men zich de levenskracht
van een ander mens moet zien toe te eigenen, met de bedoeling diens levenskracht
op de eigen stam over te brengen. Van alle lichaamsdelen is het hoofd het meest
voorzien van levenskracht. In de lobo, dit is het 'godshuis', tevens raadhuis en
herberg voor vreemdelingen, die in elk groot dorp is te vinden, hangt het vol met
gesnelde schedels. Op hun tocht naar de Spelonkenberg (Boejoembajaoe) overnach-
ten dr. Adriani en Fortgens in zo'n lobo, waarvan sommige palen zijn versierd met
gebeeldhouwde figuren van een man en een vrouw, van apen en hagedissen, en van
krokodillen die een aap in de bek houden. (Alb. C. Kruyt, De krokodil in het leven
van de Posoërs, zie no. 0609). Ze hebben allemaal hun eigen betekenis. Kerstmis 1909
is een gedenkwaardige dag. In het school-kerkgebouw worden niet alleen het
Toradjahoofd Pépa i Woenté en zijn familie gedoopt tot christenen, maar ook een
groot aantal volwassenen, jongelui en kinderen. Totaal 167 zielen. Vlak voor zijn
overgang naar het christendom zei Papa i Woenté tot zijn mensen dat ze het christen-
worden moesten bespreken onder elkaar. 'Dit is mijn woord. Het is geen bevel van
de Kompania [Nederlands-Indische regering] -, ons hart moet beslissen.' Ruim dertig
jaar heeft dr. Adriani met zijn vrouw onder de Toradja's gewerkt. Zijn buitengewoon
sterke geest won het van zijn zwakke gezondheid. Na jaren van rusteloze arbeid
gaat hij in 1926 afscheid nemen van zijn mensen in Toradjaland om naar het
vaderland terug te gaan. Dit was te veel voor zijn wankele gezondheid. Hij wordt
zwaar ziek, overlijdt op l mei 1926 en wordt de volgende dag in Posso begraven.

0509 Franke, S. Si Taloe, de dessajongen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman,
[1931]. 187 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 695 N

Si Taloe is het oudste zoontje van een Javaanse rijstbouwer. Wanneer onverwachts
een vulkaanuitbarsting plaatsvindt blijft zijn familie ongedeerd, maar hun huisje en
dessa zijn vernield. Si Taloe gaat dan naar de stad en hij vindt werk als kebon bij de
resident. Nu kan hij met zijn verdiende geld zijn ouders helpen. In zijn vrije tijd
slentert hij door de stad met de huisjongen Tjaminta die hem probeert te verleiden
tot het dobbelspel.
De enige zoon van de resident, Willem, is een treiteraar. Hij pest niet alleen de
huisdieren, maar ook de bedienden, in het bijzonder Si Taloe, die door zijn onder-
geschikte positie niets terug kan doen. Als Willem op een keer Si Taloe tot het
uiterste heeft getergd, geeft Si Taloe hem een geduchte aframmeling. Hierdoor
belandt Si Taloe in de cel tussen allerlei geboefte. De resident laat Si Taloe uit de
gevangenis halen en Willem moet in het bijzijn van zijn vader vergiffenis vragen voor
het onrecht dat hij Si Taloe heeft aangedaan.
Een Indonesische vertaling/bewerking verscheen onder de titel Talu Anak Desa;
Saduran sjair. [omslag en tekeningen van Pol Dom]. Djakarta, Penerbit Buku
Tehnik/De Technische Uitgeverij H. Stam, 1951. 128 blz. (KITLV hh 8366 N)
Geannoteerde bibliografie 195

0510 Hazevoet, J[acoba]. Ella's eerste tropenjaar, geïllustreerd door Sierk Schröder.
Nijkerk, Callenbach, [1931]. 110 blz. Vindplaats: KITLV cc 401 N

Dochtertje van een Nederlandse zendeling-arts komt op Java tot de ontdekking waar
haar roeping ligt.

0511 Hazevoet, Jacoba. Grootmoeders tuin; geïllustreerd door C. Oudenaarden. Alkmaar,


Kluitman, [1931]. 156 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes;
Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1684 N

Speelt in Den Haag en bevat fragmenten over twee Indische broertjes die na de
dood van hun moeder door hun vader naar Nederland zijn gebracht. Ze logeren bij
een tante en maken kennis met Hollandse buurkinderen.

0512 Hertog, A. den. De nar van Jacatra; Een verhaal uit den tijd van Jan Pieterszoon Coen;
met bandteekening en platen van J.W.M. Wins. 's-Gravenhage, Van Goor, [1931].
307 blz., plgrn. Vindplaats: KITLV cc 167

Een verhaal uit de VOC-tijd over de wederwaardigheden van Pieter Weert, een
Amsterdamse jongen die tegelijk met een gevluchte Franse jongeman wordt geron-
seld als matroos op een Oostindiëvaarder. Na een reis van negen maanden komen ze
in Bantam waar ze onverwachts met Jan Pieterszoon Coen worden geconfronteerd,
die dan nog boekhouder is op de Bantamse factorij. Beide jongens worden als klerk
door hem in dienst genomen. Na drie jaar gaan ze met Coen mee naar Jacatra waar
hij is bevorderd tot gouverneur-generaal (1618). Hier raken ze betrokken bij de strijd
tegen de Bantammers en de Engelse vloot.

0513 Hes, Wim. De koksmaat van de 'Graaf Zeppelin'. Amsterdam, 'De Steenuil', [1931].
186 blz., afbn. Vindplaats: KB

Bevat een paar Indische fragmenten.


'Aapie' (Albert), een Amsterdamse jongen, maakt een luchtreis via New York
richting Nederlands-Indië met bestemming Bandoeng.

Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Razende Koeltje. [1931]. Zie no. A007

0514 Kramer, J.G. Een Hoüandsche jongen in China; [omslag van Willem Hardenberg;
geïllustreerd door J.H. Isings Jr.]; tweede druk. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 157 blz.
[Stamperius-bibliotheek.]
Bevat ook het verhaal van J.G. Kramer: 'Dertien jaar krijgsgevangen' (zie no. 0298)
Vindplaats: Ie druk onvindbaar; 2e druk BBJ
196 Geannoteerde bibliografie

Geromantiseerd historisch verhaal over een verwilderde Amsterdamse knaap die op


het schip 'Hollandia' kajuitsjongen wordt. Aan boord maakt hij kennis met de kok,
Joan Nieuhof, die bekend is geworden door zijn reisbeschrijvingen. Van Amsterdam
gaat de reis via Batavia, van waar een gezantschap van de gouverneur-generaal
meereist, naar China.

0515 Kramer, J.G. Jan Pieterszoon Coen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman,
[1931]. 186 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie A
-Jongensboeken.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1377 N

Geromantiseerd levensverhaal over J.P. Coen, gouverneur-generaal van Nederlands-


Indië.

0516 Nanda [ps. van Fernanda M.B. Trautwein]. Netteke Dottemans; geïllustreerd door
Henri Pieck. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 219 blz. Vindplaats: OBA

Bevat een Indisch fragment over een Nederlands meisje van wie de moeder is
overleden en de vader zijn werk in Nederlands-Indië heeft. Ze wordt in Nederland
door twee tantes opgevoed.

0517 Neüie's groote vertelselboek; Sprookjes en vertellingen van mevrouw [J.M.P.] van Kol-
Porrey]; bijeengebracht door N[ienke] van Hichtum [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-
Bokma de Boer]; met zwarte en gekleurde platen van Tjeerd Bottema; met een
voorrede van L. Schaank-van Kol. 's-Gravenhage, Van Goor, 1931. [442 blz.]. Bevat
'Een reisje met St. Nikolaas' uit de bundel Sprookjes en vertellingen door Neüie (zie no.
0112). Vindplaats: KB/BBJ/NBLC-Almere

0518 Oom Pol [ps.]. Sobat Amat; Mijn vriendje Amat; verteld door -; [bandtekening en
illustraties van Rie Reinderhoff]. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1931. 160 blz.
Vindplaats: KIT/KITLV cc 364

Op Hari-Rajah (grote islamitische feestdag) ontmoet de twaalfjarige Minangkabause


dorpsjongen de Hollandse Njo Willem met zijn vader, een koffiehandelaar uit
Padang. Amat wil graag uit zijn kampong weg om de wijde wereld te verkennen. Hij
krijgt van zijn familie toestemming om met Willem en zijn vader mee te gaan naar
Padang. Een stoet van inheemse dragers - voor de opgekochte goederen - trekt door
de wildernis met hen mee naar Bangkinan, waar een aantal karren voor verder
vervoer klaar staat. Hun gids is Ali, die geen onderwijs heeft genoten, maar wel van
alle markten thuis is. Hij heeft overal rondgezworven: in de bossen om bruikbare
waar op de markt te verkopen, hij heeft goud gezocht, peper geplant in Malakka, ijs
verkocht in een warong in Semarang. Bovendien spreekt hij een mondje Frans
doordat hij jarenlang op Franse schepen van Saigon naar Marseille heeft gevaren,
waarbij hij zijn ogen goed de kost heeft gegeven.
Ali ontfermt zich over Amat; en hij ontnuchtert hem door te vertellen hoe de door-
snee-Europeaan zijn inheems personeel behandelt. Onderweg met de trein naar
Geannoteerde bibliografie 197

Padang Pandjang leest Ali een stel onbehouwen Nederlanders de les, wanneer een
van hen opmerkt: 'Als wij, Europeanen, niet zorgen baas te blijven, worden die
Maleiers ons de baas!' Maar Ali schroomt ook niet om de vrome islamitische
geestelijke Sajjid Abdoel Hassan ben Mahid als een bedrieger en afperser van
pelgrims te ontmaskeren in het bijzijn van Amat.
Aan het einde van zijn verhaal heeft de schrijver het over het ontgroend zijn van
Amat en Willem. Onder het toeziend oog van de oudere en wereldwijze Ali heeft
Amat het gedrag van de blanken leren onderscheiden en de bedrieglijkheid ingezien
van sommige islamitische geestelijken. Willem daarentegen heeft een lesje gehad om
voortaan niet meer zo geringschattend over de 'domme Maleiers' te oordelen.

0519 Osenbruggen, Cor van. Doortrappen!; met illustraties en bandteekening van Nans van
Leeuwen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1931]. IV, 212 blz. Vindplaats: KITLV cc 1597
N

Speelt tijdens de crisisjaren in Nederland en bevat Indische fragmenten. Het verhaal


vertelt over de offers die een gezin zich moet getroosten wanneer de vader naar een
broer in Nederlands-Indië vertrekt om daar werk te zoeken. De moeder die ver-
pleegster is blijft achter om in het levensonderhoud te kunnen voorzien en de vier
kinderen worden bij verschillende familieleden ondergebracht. Het oudste dochtertje
komt in aanraking met een invloedrijke zakenman uit Java die met zijn gezin en hun
baboe met verlof in Nederland verblijft. Hij steunt de moeder en haar kinderen bij
het vertrek naar Indië waar de vader intussen een betrekking heeft gevonden bij een
handelszaak in Djokjakarta.

0520 Randers, Hellen. Hoe Tineke Tine werd; met platen van Hans Borrebach. 's-Graven-
hage, Van Goor, [1931]. 111 blz. [De Nieuwe Serie; no. XVII.] Vindplaats:
KB/KITLV cc 1203 N/OLBG

Bootreis van een vijfjarig Hollands meisje dat met haar ouders en broertje op weg is
naar Indië. Daar gaat het gezin in Djokjakarta wonen en vertelt de trouwe baboe
Amina verhaaltjes aan Tineke, zoals onder andere het sprookje van de Merapi, of de
heks van Kalioerang. Op elfjarige leeftijd gaat Tineke naar een meisjeskostschool in
Nederland en groeit ze op tot een onuitstaanbaar wicht. Bevat ook 'Het sprookje van
Guardafui'.

0521 Randers, Hellen. Jimmy en ik; geïllustreerd door Anni[e] van de[r] Ruit. Alkmaar,
Kluitman, [1931]. 185 blz. Vindplaats: KITLV cc 1011 N/OLBG

Twaalfjarig Nederlands meisje reist met haar vader die schrijver is en haar trouwe
hond Jimmy over Java. Uit Soerabaja keren ze per boot terug naar Europa.

0522 Rijkhoek, D. Hoe wij onze vacantie op Samosir doorbrachten. Amsterdam enz.,
Versluys, 1931. 117 blz., afbn., krtn. Vindplaats: KITLV c 503
198 Geannoteerde bibliografie

Groepje Hollandse scholieren reist onder leiding van een zendeling per boot uit
Nederland naar Sumatra. Ze gaan naar het Tobameer waar ze de zendingsposten op
het eiland Samosir bezoeken en kennismaken met het dagelijks leven van de
Batakbevolking.
Bevat een Batakse legende, genaamd 'De strijd van de zon en de maan'.

0523 Soest, Ems LH. van. Op den achtergrond; geïllustreerd door Annie van der Ruit.
Alkmaar, Kluitman, [1931]. 217 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 966 N

Gritty en Carrie zijn twee Hollandse zusjes die op Java wonen. Het valt Gritty niet
mee om voortdurend in de 'schaduw' van haar jongere en vlotte zusje Carrie te
moeten leven. Met steun van een lerares probeert ze haar talenten te ontwikkelen
door het schrijven en illustreren van kinderverhalen.

0524 Stamperius, J[acob]. De bootsman op het Gardameer, geïllustreerd door L[ouis]


Landré; derde druk. Alkmaar, Kluitman, [1931]. 158 blz. [Stamperius-bibliotheek.]
Herdrukken: Eerder verschenen in Meerland weer vrij; met platen van W.K. de Bruin;
[omslag van D.A. Bueno de Mesquita]. Alkmaar, Kluitman, [1908]. 200 blz. [Ons
genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes. Serie A - Jongensboeken.].
Vindplaats: Ie druk PB; 3e druk BBJ/KB/KITLV cc 877 N

Bevat Indische fragmenten in Hoofdstuk I, 'Op Sumatra'.


Nederlands gezin vertrekt uit Indië naar Europa. Alvorens definitief naar Nederland
terug te keren verblijft de familie een poosje in Italië voor de gezondheid van de
vader.

Amerika, J.L, Alleen van huis. 1932. Zie no. A008

0525 Beijl, K. de. Anton Romijn; De avonturen van een Hoüandsche jongen in Indië; met
illustraties van Menno van Meeteren Brouwer. Laren, Schoonderbeek, [c. 1932]. 152
blz.
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 629

Van Solo verhuist Anton met zijn ouders naar Sumatra. Zijn vader is voor zijn werk
bij de PTT naar Brandan overgeplaatst. Anton gaat in Medan op de HBS en is bij
een Hollandse familie in pension. Als de verloftijd van zijn vader aanbreekt gaat het
gezin van Belawan per boot naar Genua. Per boottrein zetten ze de reis voort naar
hun familie in Amsterdam.

0526 Bieger, N.K. Avonturen op Zonnehoek; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,
Kluitman, [1932]. 207 blz. [Bibliotheek 'In de Vacantie'; Serie A, Jongensboeken.]
Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat Indische herinneringen van oom Frans, een bestuurs-
ambtenaar in de Buitenbezittingen (Savoe), waar nog kinderhuwelijken worden
gesloten.
Geannoteerde bibliografie 199

0527 Breevoort, Johanna [ps. van M.G. Bakhoven-Michels]. Cosmo, de generaal. Amster-
dam, Bosch JBzn, [1932]. 185 blz., ills. Vindplaats: KTTLV cc 752 N

Speelt in de provincie in Nederland waar een Hollandse oud-kapitein, door een


duistere moord op zijn dochter op Java gepleegd, aan vervolgingswaanzin lijdt.
Tegen alles wat Javaans, Indisch en donker getint is, gaat hij tekeer. Ook tegen
Fer(dinand) die met zijn jonge Javaanse moeder in Olmenhove woont. Kort na de
terugkeer uit Java is Fers Hollandse vader, een ingenieur, overleden. Fer en zijn
moeder leiden een teruggetrokken leven waardoor ze zich afsluiten van de dorps-
gemeenschap. Fer haat alles wat Hollands en luidruchtig is. Hij heeft ontzettend
heimwee 'naar zijn mooie land, waar de palmen wuiven en de pisangs groeien, waar
hij de meerdere was onder de dienende Javanen. Hij onderging dat niet uit te
spreken weemoedige van een vreemde te blijven onder de blanda's. "Maar toch óók
onder de bruinen", stelde hij verdrietig vast.'
Tegelijkertijd is er het gezinsleed van een huisschilder die door de economische
teruggang aan de .drank is geraakt. Om wat bij te verdienen helpt zijn vrouw Fers
moeder in het huishouden. Haar zoontje Leo die goed kan leren probeert Fer bij te
werken voor school. Door zijn dromerigheid en laksheid kan Fer niet meekomen in
de klas, maar dat komt ook doordat hij zijn vader mist. Hij is artistiek van aanleg en
hij kijkt met een zekere minachting op deze Hollandse familie neer die door zijn
moeder wordt betaald. Als de overgangsrapporten worden uitgereikt zijn door een
vergissing de achternamen van Fer en Leo verwisseld. Leo is blijven zitten en Fer is
overgegaan. De dramatische gebeurtenissen op Java en in Nederland sluiten als een
cirkel in elkaar en de oplossing wordt gevonden in de verzoening en aanvaarding
door het christelijk geloof.

0528 Dina [ps.]. Offers; [met penteekeningen van Henk Poeder]. Nijkerk, Callenbach,
[1932]. 125 blz. Herdrukken: 2e druk [1935]. Vindplaats: KITLV cc 1394 N; 2e
druk Brinkman

De jonge onderwijzeres Marie gaat in haar vrije tijd helemaal op in het werk van de
zendingskring 'Kasihan Goesti', zodat zelfs haar broertje Frans nieuwsgierig wordt.
Tijdens een groot landelijk zendingsfeest wordt Marie zich bewust van haar taak. Na
een innerlijke strijd om hetgeen ze moet achterlaten vertrekt ze als zendingsonder-
wijzeres naar Indië. Ook Frans ziet zijn bestemming en volgt jaren later als zende-
ling.

0529 Dolores, [Zuster] M[aria] [ps.] Kinderen uit het land der zon; geïllustreerd door Rob
Graafland. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1932]. 140 blz. Vindplaats: KITLV cc 420
N (ingenaaid); KITLV cc 868 N (gebonden)

Een missieverhaal uit Midden-Java.


Het meisje Soetimah zit op de katholieke Hollandsch-Inlandsche School van de
zusters in Mendoet; haar oudere broertje Cyprianus (voorheen Sidik genaamd) is op
het Xaverius-college van de paters in Moentilan. Diep in hun hart hebben hun
ouders geen bezwaar dat de kinderen naar een katholieke school gaan. Maar ze
staan onder druk van Dirdjodipoero, de nieuwe hadji, die de dessabewoners
aanspoort om lid te worden van de Sarekat Islam. Voor deze vereniging haalt de
200 Geannoteerde bibliografie

hadji ook geld op. Hij waarschuwt Pak Sidik, de vader van Cyprianus en Soetimah,
dat zijn kinderen geen christenschool mogen bezoeken. Ze zijn wong islam (islamie-
ten) en moeten islamitisch worden opgevoed.
Door toedoen van de Sarekat Islam is de vader een fanatiek hater van de wong
londo (Hollanders) geworden en financieel zo uitgeknepen door deze vereniging dat
hij tot bittere armoede is vervallen. Wanneer zijn vrouw, Mah Karto, onverwacht
overlijdt wordt Soetimah tot haar groot verdriet door hem van school gehaald. Hij
brengt haar naar een onbekende tante in een andere dessa. Tante Sedamirah is
doekoen. Ze ziet er uit als een toverkol. Soetimah griezelt van haar en is in het
begin doodsbang. Tante verwaarloost haar nichtje, laat haar in vuile vodden rondlo-
pen en buit haar werkkracht uit. Gelukkig voor Soetimah komt een kennisje uit
Mendoet op bezoek. Zij is getrouwd met een goeroe en woont in de omgeving. Ze
weet tante te overtuigen dat Soetimah bij haar man op school moet gaan. Maar in
de dessa waar Soetimah schoolgaat heeft zich opeens een hadji, Reksatmodjo,
gevestigd. Hij heeft een Koranschooltje geopend en alle dessabewoners om kinderen
voor zijn school gevraagd. Er ontstaat een schoolstrijd, waarin de rol van tante
Sedamirah nogal twijfelachtig is. Ze heeft een hekel aan Reksatmodjo. Ze probeert
de hadji met haar geheimzinnige kunsten onschadelijk te maken. Aan de andere
kant is ze gebeten op de goeroe die gratis medicijnen verstrekt en haar op die
manier in de wielen rijdt.
Met de hadji beraamt ze een plan om de goeroe uit de weg te ruimen. Sedamirah is
intussen schatrijk geworden. In een onbewaakt moment ziet de hadji waar ze haar
geld heeft verborgen. Op haar sterfbed vermaakt tante haar geheime spaarpot aan
Soetimah. Ze kan het geld gebruiken om verder te leren op de zusterschool in
Mendoet. Na de begrafenis wil Soetimah voorzichtig het spaargeld uit de geheime
bergplaats halen, maar dan is het verdwenen. Toch krijgt ze een plaatsje in Mendoet.

0530 Dijk, Rie van. Het nichtje uit de rimboe; met bandteekening en 31 illustraties van Jan
B. Kempers. Amsterdam, Smit, [1932]. 250 blz. Vindplaats: KITLV cc 763 N

De zesjarige Rizzi Roelofs is grootgebracht op een thee-onderneming op Oost-Java


en wordt voor haar opvoeding naar een tante in Holland gestuurd. Rizzi's moeder,
een Javaanse, is bij haar geboorte overleden. Haar Hollandse vader, een theeplanter,
blijft op Java. Hij denkt dat er van Rizzi niet veel meer terecht zou komen dan een
wilde ongemanierde robbedoes als ze onder de hoede bleef van de oude baboe. Ze
moet een kind van haar vader worden en 'niet een als die vele uitgeworpen half-
casts'.
Bij haar tante in Den Haag krijgt Rizzi een exclusieve opvoeding, samen met haar
neefje Cees. Door de komst van haar 'bruine' nichtje wordt tante door haar vrienden
in de steek gelaten. Pas veel later wordt dit contact hersteld en wordt Rizzi spontaan
in de vriendenkring opgenomen. Na verschillende buitenlandse kostscholen bezocht
te hebben gaat Rizzi voor haar pianostudie naar het conservatorium. Haar eerste
concert geeft ze in Den Haag in 'Diligentia'. Wanneer haar neef Cees door haar
vader is aangesteld als zijn compagnon brengt ze hem samen met haar tante naar
Indië. Na verloop van tijd draagt haar vader de thee-onderneming aan Cees over en
keert hij voorgoed naar Nederland terug. Cees heeft om de hand van zijn nichtje
Rizzi gevraagd. Rizzi geeft haar toekomst als pianiste op en trouwt met de hand-
schoen om naar haar geboortegrond terug te gaan.
Geannoteerde bibliografie 201

0531 Feitsma, J. De goudschatten van Siam; met platen en bandteekening van L. Hanff.
Amsterdam, 'De SteenuU', [1932]. 226 blz. Vindplaats: PB

Bevat een Indisch fragment en betreft de internationale jacht op een kostbare


scheepslading van een gestrand schip uit Siam waarvan de schatten op een van de
Cocos- of Keeling Eilanden moeten liggen.

0532 Groen-Zeegers, B[é] van der. Jim; geïllustreerd door Sijtje Aafjes. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf, [1932]. 139 blz. Vindplaats: KITLV cc 299 N

Een Hollandse kleuter op Java dwaalt tijdens een gezamenlijke wandeling weg van
zijn kleinere zus en hun baboe Kario. Na enige omzwervingen door de kampong en
over de pasar sluipt hij stilletjes de dierentuin binnen. Daar gaat hij op zoek naar
zijn vriendje, het aapje Jimmy, dat hem met zijn scherpe tanden laat kennismaken.
Ondanks deze pijnlijke ontmoeting wordt Jimmy naderhand zijn beste huisvriend.

0533 Hazevoet, J[acoba]. Kawina; [bandtekening en illustraties van Hans Borrebach].


Alkmaar, Kluitman, [1932]. 191 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en
Meisjes; Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KB/OLBG

Een Hollands meisje is geboren op reis van Indië naar Nederland aan boord van het
schip 'Kawi'. Op verzoek van de kapitein wordt ze Kawina gedoopt. Met deze naam
wordt ze later op school in Holland geplaagd. Op de titelpagina staat abusievelijk
gedrukt: Geïllustreerd door Rie Reinderhoff.

0534 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Een jaar van huis; Wat Wongso, Willem en Way
medemaakten, op reis en in Holland. Amsterdam, Bosch JBzn., [1932]. 176 blz., afbn.
Herdrukken: Hilversum, Uitgeverij Aldus, [1932]. Vindplaats: KITLV cc 486 N

Uit Tandjong Priok vertrekken drie schooljongens met de 'Prinses Juliana' naar
Nederland voor hun opvoeding. De Chinese jongen Way, zoon van een zakenman,
de Javaanse jongen Wongso, zoontje van een Javaans districtshoofd bij Poerwokerto
en de Nederlandse Willem, zoon van een suikeradministrateur op Midden-Java. Vlak
voor hun vertrek uit Batavia worden ze onverwachts eigenaars van een aapje, Kees,
dat.aan boord voor de nodige opschudding zorgt. In Amsterdam worden de jongens
afgehaald door de eigenaar, Vader', van het pension voor Indische kinderen in
Baarn.
De oudste twee jongens, Willem en Way, gaan naar het (Baarns) lyceum; Wongso
die twaalf jaar is gaat naar de lagere school. Voor ze naar school gaan bezoeken ze
met hun Vader' Amsterdam, waar ze inkopen doen in De Bijenkorf en Wongso zich
doodschrikt van een opgezette tijger. Op het leven in Holland reageren ze alle drie
verschillend in de brieven aan hun ouders. Ze hebben het best naar hun zin. Als de
zomervakantie aanbreekt gaan ze bij een boer in Bunschoten logeren en in de
nazomer maken ze met hun Vader' een tochtje naar Den Haag en Scheveningen en
tot besluit gaan ze rijsttafelen bij 'Warong Djawa'. Nog voor de winter om is
202 Geannoteerde bibliografie

ontvangen Willem en Way belangrijk nieuws van thuis. Willems vader moet voor
zaken een tijdje naar Cuba. Zijn vrouw en Willem zullen van de partij zijn. Way
moet terug naar Java omdat zijn oudste broer gaat trouwen, zodat Wongso met hen
mee terugreist. Kees, hun aapje, heeft de winter niet overleefd.

0535 Hoe Paulus Tampilang van mohammedaan christen werd; Door hemzelf verhaald;
vertaald door G.J. Ellen. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1932]. 47 blz., afbn.
Vindplaats: KITLV q 459

Speelt op de Sangir-eilanden ten noorden van Celebes. Het ware verhaal van een
islamiet die tot het christendom komt en evangelist wordt in de afdeling Tobelo op
het eiland Halmahera.

0536 Hoekstra, I.R. Gouden vacantiedagen; met 24 illustraties en bandteekening van Netty
Heyligers. Amsterdam, Nederlandsche Keurboekerij, 1932. 231 blz. Vindplaats:
KITLV cc 1639 N

Speelt in Nederland waar drie scholieren een fietsvakantie houden. Op hun tocht
ontmoeten ze een oud-opzichter van een rubberplantage die jarenlang in Indië heeft
gewoond. Hij vertelt dat hij veel boeken over Indië bezit en hij verhaalt hen de
geschiedenis van 'Ki Satoe en Ki Doea' (twee Soendanese jongelingen). Wanneer de
jongens hem later een bezoek brengen horen ze nog de fabel 'De aap en de
schildpad' (zie ook: K.F. Holle. De aap en de schildpad (no. 0109) en B. Alkema. Twaalf
Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hollandsche kinderen naverteld (no. 0315)).
Op titelblad: Ter herinnering aan de Groote Vacantie 1932. Aangeboden door het
Sluis Bakkertje.

0537 Hou zee!; Tweede Christelijk jeugd-jaarboek onder redactie van Q.A. de Ridder en P.J.
Risseeuw. Kampen, Kok, 1932. 207 blz., afbn.
Bevat het verhaal 'Luthers jongen' van M.A.M. Renes-Boldingh met illustraties van
[Henk] Poeder (blz. 17-36). Vindplaats: KITLV cc 1638 N

Moeara is het zoontje van een jong christen-Batak echtpaar. Zijn vader is kok bij
een Europese familie in Taroetoeng. Het loopt tegen kerstmis en Moeara verlangt
naar de lichtjesboom in de kerk van Pea Radja. Maar dit jaar kan hij er niet naar
toe. Hij ligt met een gebroken been alleen thuis, want zijn vriendjes zitten niet graag
in de warme donkere hut. Zijn vader is naar het werk en zijn moeder is naar de
markt om inkopen te doen. Moeara is zó verdrietig, dat de oude datoe op zijn
klagend geluid afkomt en hem graag wil helpen. Hij neemt zich voor boven op de
berg een denneboompje te halen voor Moeara. Wanneer moeder thuiskomt schrikt
ze als Moeara vertelt dat de datoe op bezoek is geweest. Ondanks dat ze christen is,
kan ze haar angst voor de toverpriester maar niet kwijtraken. De datoe brengt niet
alleen het denneboompje, maar haalt ook nog kaarsjes en versiering bij de Hollandse
arts in Pea Radja. Als de lichtjes zijn aangestoken en Moeara zijn Bijbelspreuk
opzegt, komt de heidense toverpriester onder de indruk van hetgeen hij heeft gezien
en gehoord.
Geannoteerde bibliografie 203

0538 Kanter, F. de. Jo-Jo, 't grappige Javaantje; [met plaatjes van de schrijver]. Alkmaar,
Kluitman, [1932]. 49 blz. Vindplaats: KITLV cc 828 N

Supergrote letters bij geestige plaatjes over de avonturen van een Javaans jongetje,
zijn ouders, een tijger en andere gevaarlijke dieren.

0539 De Kruisvlag in top [II]; Zendingsvertelboek voor school en huisgezin; in opdracht van
de Qnderwijzers-Zendingscommissie samengesteld en van inleidingen en aanteeke-
ningen voorzien door Truus Beumer, J. Hobma en H.A. van den Hoven van
Genderen; Nieuwe bundel; met een voorwoord ter inleiding van C.W.Th, van
Boetzelaer van Dubbeldam. Zwolle, Kok, 1932. XI, 397 blz., afbn. Bevat de Indische
verhalen: 'Van een Soembaneeschen jongen' door G. Berg-Miedema (blz. 27-33);
'Op de zendingsschool' door J.C Hes (blz. 62-74); 'De diamanten kris' door H.A.
van den Hoven van Genderen (blz. 90-101); 'Moeder en kind' door J. Fortgens (blz.
102-133); 'De arme Saridjah' door A.P. Ketel (blz. 134-142); 'De man, die deed, wat
pemali was' door W.G. van de Hulst (blz. 143-152); 'De kleine ziekenverpleger' door
Truus Beumer (blz. 165-173); 'In de donkere dessa' door P. Lok (blz. 186-199);
'Vader Van Hasselt en zijn Papoea's' door Annie C. Schakel-Kok (blz. 212-223); 'Pa
Sarmi' door J.H. Blinde (blz. 262-273); 'In groot gevaar' door P. Vink (blz. 287-298);
'De ploeger' door D.B. Starrenburg (blz. 311-322); 'Van de Marapoe's tot Jezus' door
A. Wapenaar (blz. 323-349). Vindplaats: KITLV q 2146 N

Verhalen over zendelingen en het zendingswerk op Java, Celebes, Sumatra, Nieuw-


Guinea en Soemba.

0540 Meijboom-Italiaander, J[os]. Sagen, mythen en legenden uit den Oost-Indischen


Archipel; Verzameld door -; [met foto-illustraties van het Koloniaal Museum te
Amsterdam]. Zutphen, Thieme, 1932. XII, 392 blz. Bevat een bronnenopgave en
een verklarend register. Vindplaats: KITLV a 404

Alleen het eerste deel van deze bundel, 'Sagen en legenden van Java en Madoera',
heeft de schrijfster uit de volksmond vernomen. Voor de overige eilanden is gebruik
gemaakt van in het Nederlands vertaalde en gedrukte bronnen afkomstig van
missionarissen en zendelingen.

0541 Soest, Ems LH. van. Harriët; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar,
Kluitman, [1932]. 256 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1427 N

Harriët, een Hollands meisje, woont in pension in Semarang waar zij op kantoor zit
om de studie van haar broer te bekostigen. Het kantoorleven is een sleur en tussen
haar collega's voelt ze zich niet thuis. Haar leven krijgt weer fleur als haar familie
ook naar Semarang verhuist. De ontmoeting met huisvriend Clement is bepalend
voor haar toekomst.
204 Geannoteerde bibliografie

0542 Sutorius, Anna. De kinderen van 'Het Btoemenhuis'; met platen van Nans van
Leeuwen. 's-Gravenhage, Van Goor, [1932]. 132 blz. [Na Schooltijd; Bibliotheek voor
Jongens en Meisjes.] Vindplaats: BBJ

Bevat een Indisch fragment over Dolf, alias 'Kuif, een schooljongen uit Indië. Voor
zijn opleiding is hij in Nederland en woont bij een familie in pension die hem nogal
verwaarloost. Vriendschap met de kinderen van 'Het Bloemenhuis' van wie de
ouders onverwacht voor zaken naar Indië gaan.

0543 Valkhoff, Rein. Commandant Padje. Amsterdam, Meulenhoff, [1932]. 196 blz. [De
Gulden Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1524 N

Bevat fragmenten over twee Indische jongens, zonen van een theeplanter, bijge-
naamd Sjang en Sjing of kortweg 'de Siamezen'. Ze zitten in Nederland op de
handelsschool en brengen de zomervakantie in de Zwitserse Alpen door waar de
zoon van hun pensionhoudster voor zijn gezondheid een kuur ondergaat. Hier en daar
wat spottende/plagende opmerkingen tegenover de tweelingen, maar altijd in de
goede zin bedoeld.

0544 Wagenaar, Jan. Tusschen kannibalen en kokospalmen; met bandteekening en platen


van Jo Schrijnden 's-Gravenhage, Van Goor, [1932]. 263 blz. [Voor Jongeren en
Ouderen.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1649 N

Avonturen in de Grote of Stille Oceaan die eindigen met een Indisch fragment.

0545 Berendsen, G.A. en W. van Leuven. Hoe Kees sparen leerde en andere bijdragen;
Bewerkt naar inzendingen op een prijsvraag van de Postspaarbank; [met] illustraties van
J.W. den Hartog e.a. [Batavia, Landsdrukkerij], [1933]. 32 blz. Vindplaats:
KIT/KITLV cc 2315 N (fotokopie)

Propagandaboekje voor Europese kinderen dat op de scholen werd verspreid door


bemiddeling van de Directeur van Onderwijs en Eeredienst. Het was bestemd voor
de hoogste klassen van de lagere school.
'Hoe Kees sparen leerde' is een pedagogisch verhaaltje dat zich afspeelt in een
lagere schoolklas in een grote stad op Java. Een snoeplustige leerling, Kees, wordt
door zijn onderwijzeres tot sparen aangezet. Enige tijd later komt de onderwijzeres
met spaarkaarten en spaarzegels voor de dag, waarmee haar klas in staat wordt
gesteld het zakgeld voortaan bij de Postspaarbank onder te brengen.

0546 Boom, Bob van den. Langs den luchtweg van Amsterdam naar Batavia; [omslag en
illustraties van E.M. ten Harmsen van der Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1933].
64 blz., krt.
Vindplaats: KITLV 332 N+

Een plaatjesalbum met bijbehorend reisverhaal.


Geannoteerde bibliografie 205

De HBS'er Aart Verheest, geboren op Java, is voor zijn schoolopleiding bij zijn oom
in Nederland. In de grote vakantie krijgt Aart van zijn oom een vliegretour naar
Indië om zijn ouders te bezoeken.

0547 Carla [ps.]. Het Indische neefje; geïllustreerd door Jan Lutz. Delft, Meinema, [1933].
75 blz. [Bibliotheek voor Zondagsschool, School en Huis; no. 72.] Vindplaats: KITLV
cc 2093 N (fotokopie)

Tijdens de crisisjaren in Nederland komt in een onderwijzersgezin een Hollands


neefje uit Indië in huis voor zijn opvoeding. Hij is enig kind van een zendelingsecht-
paar. De jongen is driftig van aard en moet zich leren aanpassen. Verlangend ziet hij
uit naar de komst van zijn ouders, die hun verloftijd in Nederland komen doorbren-
gen.

0548 Feijter, J.M. de en A. Viruly. Met de K.L.M. naar Indië. Groningen enz., Noordhoff,
1933. IV, 223 blz., afbn., krt.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel Met de K.L.M. naar Indië; Leesboek
voor school en huis; tweede druk. Groningen enz., Noordhoff, 1934. IV, 224 blz., prt.,
afbn. en krt. Vindplaats: Ie druk UBA; 2e druk KB

Vliegreis van de 'Duif, een Fokker F XII, van Schiphol naar Batavia. De laatste
hoofdstukken gaan over Nederlands-Indië. De reis wordt gemaakt door een zaken-
man uit Middelburg die een bezoek brengt aan Medan, Batavia en Bandoeng. De
inhoud van de tweede druk heeft hier en daar een kleine verbetering ondergaan en
er staan een paar andere foto's in afgedrukt, onder andere van de beroemde
Pelikaanbemanning.

0549 Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber]. Indische Joop; [met teekeningen van Sierk
Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1933]. 223 blz. Vervolgd als: Indische jongens (zie
no. 0629). Vindplaats: OLBG/KITLV cc 1027 N

Bootreis van twee Nederlandse schooljongens en hun ouders naar Batavia. Aan
boord sluiten ze vriendschap met een koffieplanter uit Ambarawa en een jonge
Javaanse hutbediende. Deze laatste speelt een heldenrol door een kleine passagier
van de verdrinkingsdood te redden.

0550 Heerkens s.v.d., Piet. Sinjo, de slimme aap; [illustraties van J. Rothvic]. [Uden,
Boekhandel Sint Willibrordus], [1933]. 45 blz. Vindplaats: KITLV h 103

Op het eiland Flores krioelt het van de apen. De aardigste apeverhaaltjes uit allerlei
delen van Flores zijn hier bij elkaar gebracht.
206 Geannoteerde bibliografie

0551 Kieviet, C. Joh. Benito, de jongen zwerver, Deel III; [illustraties van P[iet] van der
Hem]. Rotterdam, Paul C. Kaiser Biskwie-, Koek- en Beschuitfabrieken, [1933]. IV,
93 blz., met portret van de schrijver. Vindplaats: KITLV cc 480

Dit deel vormt, evenals het eerste en tweede deel, een compleet verhaal. Rondreis
over Java van de dertienjarige weesjongen Benito met zijn pleegvader, Arnold
Foestingh, de Javaanse chauffeur Sidin en het Afrikaanse slavenjongetje Samba.
Benito en mijnheer Foestingh, een zakenman, logeren in Hotel des Indes te Batavia,
maken een tocht naar de Planten- en Cultuurtuin in Buitenzorg en lossen in Bandoeng
een spookgeschiedenis op bij het huis van een familielid. Ze trekken verder naar
Djokjakarta, bezoeken de Boroboedoer, logeren op een suikeronderneming waarvan
de heer Foestingh mede-eigenaar is en waar avonturen worden beleefd met een
krokodil. Vandaar wordt de tocht voortgezet naar Oost-Java waar ze onderweg
getuige zijn van de vangst van een octopus en bij nacht een onverwachte ontmoeting
hebben met een tijger.

0552 Moussault, Mies en Dola de Jong. Pieter loopt een blauwtje; 'n Bakvisch roman; met
teekeningen van Co Enter. Amsterdam, Strengholt, [1933], 202 blz. Herdrukken: 2e
druk [c. 1936]. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk KITLV cc 2479 N

Op een humoristische manier wordt verteld over twee vriendinnen die in Nederland
hun HBS-opleiding hebben voltooid. Samen reizen ze met het passagiersschip 'Fugi-
Yamen' naar Indië. Adri, een residentsdochter, gaat naar haar ouders in Batavia, en
Marianne gaat daar een baan zoeken omdat ze haar familie niet langer tot last wil
zijn. Diefstal aan boord en later bij Adri thuis - door baboe Aitja ontdekt - wordt op
een tactvolle wijze opgelost.

0553 Munnik, Ch. A. de. De groote vlinderreis van Aoesa; omslagteekening van Nico Baak;
met 6 kleurendrukplaten van vlinders van Java, op ware grootte en 6 afbeeldingen
van vlinders om na te kleuren. Bloemendaal, Dunlop, [1933]. 16 blz. Bevat een lijst
met gegevens over de vlinders in dit boekje. Vindplaats: KITLV cc 1773 N
(fotokopie)

Vlindermoeder Aoesa ontdekt op een dag dat haar eieren zijn verdwenen. Koem-
bang, de mesttor, komt haar te hulp. Hij brengt Aoesa naar de kampong. Daar
woont Simin, een Javaanse jongen, die eieren van torren en vlinders verzamelt voor
een professor in Batavia (W. Roepke, die in 1932 De vlinders van Java publiceerde).

0554 Munnik, Ch. A. de. Een Sumatraansche olifanten-geschiedenis en andere verhalen;


[met] bandteekening en illustraties door den schrijver]. Amsterdam/Batavia enz.,
Hollandsen Uitgeversfonds/Dunlop, 1933. 119 blz. Vindplaats: KITLV cc 919 N

Een Hollandse jager die op een rubberplantage woont neemt een jonge olifant die
van de kudde is afgedwaald, als huisdier op in zijn eenzaam bestaan. Het olifantje
blijkt een uitstekende werkkracht te zijn en een prettige kameraad. Samen onderne-
men ze een tocht door het oerwoud naar Padang. Daar moet de jager echter zijn
Geannoteerde bibliografie 207

huisdier overdragen aan een plaatsvervanger omdat hij voorgoed naar Nederland
wordt teruggeroepen door zijn familie.
Het bijzondere van dit verhaal is dat het ook als spel gespeeld kan worden. De
schrijver heeft voorbeelden gegeven om de dieren die in dit verhaal voorkomen na te
maken.
Het verhaal 'De chrysanten-hoedjes' (blz. 89-94) bevat een Indisch fragment. Een
straatarme Chinese koelie krijgt in Oost-Java een slim idee zodat hij voortaan geen
honger meer hoeft te lijden.

0555 Musbach, Dora [ps. van Mia Smelders]. Hoe Josientje schrijfster werd; band en
illustraties van B.J. Kempers. Amsterdam, Meulenhoff, [1933]. 190 blz. [De Gulden
Serie.]
Herdrukken: [2e druk]. 's-Gravenhage, Letteren en Kunst, [c. 1950]. 159 blz. [L.K.
Jeugdserie.].
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1829 N; 2e druk PB

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten. Josientje is een
Indisch meisje, het enig dochtertje van een Hollandse administrateur van een
rubberonderneming. Haar moeder is overleden. Omdat Josientje in Indië
voortdurend last had van malaria is ze 'in penson' bij haar vaders familie in Amster-
dam, waar ze naar de HBS gaat. Josientjes ruime kostgeld is een welkome aanvul-
ling, vooral in deze crisistijd nu de zaken van haar oom niet meer floreren. Na
verloop van tijd komt Josientjes vader om gezondheidsredenen naar Nederland en
gaat ze met haar vader in Den Haag wonen.

0556 Nissen-Franken, C.C. en G.A. Berendsen. De talisman; Arme Isah en andere bijdragen
bewerkt naar inzendingen op een prijsvraag van de Postspaarbank; [met] illustraties van
L. van Suchtelen[-Leembmggen] en L. Eykman-Walther e.a. [Batavia, Landsdrukke-
rij], [1933]. 32 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 2310 N (fotokopie)

Propagandaboekje voor kinderen van 'andere landaard' dat op de H.I.S. werd


verspreid door bemiddeling van de Directeur van Onderwijs en Eeredienst. Het was
bestemd voor de hoogste klassen van de lagere school.
'De talisman' is een klein leren zakje dat de inheemse schooljongen Soen aan een
koordje om zijn hals draagt en gekregen heeft van een oude kiaji. ledere dag moet
Soen de laatste woorden die zijn vader op zijn sterfbed tot hem sprak herhalen en
overdenken: 'Wees eerlijk, werkzaam en vooral spaarzaam'. Hij voelt zich hierdoor
gesterkt. Op school vertelt de onderwijzer dat alle kinderen van de klas een spaar-
kaart van het postkantoor kunnen krijgen. Voor verschillende bedragen, zoals een
gobang, een dubbeltje of een kwartje zijn er zegels te koop die ze moeten inplakken
op de spaarkaart. Soen zorgt dat hij een baantje vindt na schooltijd in een bioscoop
waar hij chocolade en sigaretten verkoopt, zodat hij zijn verdiende geld in spaarze-
gels kan omzetten. Als hij van school afgaat heeft Soen tweehonderd gulden bij
elkaar. Een oom bezorgt hem een baantje op een handelskantoor, waarvan hij later
aandelen krijgt. Soen wordt een welgesteld man. Nieuwsgierig naar wat er nu wel in
zijn talisman zit, maakt hij hem open en vindt hij alleen maar een stukje papier
waarop in verbleekte Arabische letters de laatste woorden van zijn vader staan
geschreven! Maar de Postspaarbank heeft Soen daadwerkelijk geholpen.
208 Geannoteerde bibliografie

'Arme Isah' is een baboe die, na een dagje uit in Soerabaja in haar huisje in de
kampong teruggekeerd, ziet dat al haar sarongs en baadjes uit haar klerenkist zijn
verdwenen. Ook de vijfentwintig gulden die ze met veel moeite bij elkaar heeft
gespaard en verstopt lagen onder haar sirihstel. De Nederlandse 'njonja' heeft
medelijden met haar trouwe baboe. Ze vertelt Isah voortaan haar geld naar de
Postspaarbank te brengen. Daar is het veilig en je krijgt nog rente op de koop toe.
Mevrouw laat een boekje op Isahs naam openen met tien gulden inleg. Bij het
bedrag dat Isah van nu af spaart legt haar mevrouw er telkens even veel bij tot ze
aan de vijfentwintig gulden komt. Daarna moet Isah zelfstandig leren sparen.

0557 Norel-Straatsma, A. Een kindeke geboren; Bundel kerstverhalen samengesteld door -;


[bandontwerp van A. Visser en een kleurenplaat van Tjeerd Bottema]. Kampen,
Kok, 1933. 239 blz.
Bevat het verhaal 'Het eerste Kerstfeest te Kasigoentjoe' door J. Hobma (blz. 94-
111). Vindplaats: KITLV cc 2070 N

Een verhaal uit Midden-Celebes, waar de zendelingen Hobma en Kruyt werken


onder de Toradja's. Wanneer na jaren van innerlijke strijd en twijfel het dorpshoofd
Papa i Woente zich met vrouw en kinderen laat dopen volgen ook de overige
dorpelingen. Een ware gebeurtenis die plaatsvond op Eerste Kerstdag 1909.

0558 Renes-Boldingh, M.A.M. Annetjes geluk; [omslagillustratie van C. Laus]. Kampen,


Kok, 1933. 140 blz. Vindplaats: KITLV cc 1103 N

Vereenzaamd moederloos elfjarig meisje woont met haar vader, die gouvemements-
arts is, bij het Tobameer. Door een logeerpartij bij vrienden in Medan komt zij uit
haar isolement. Vriendschap met een onderwijzeres leidt tot een zonnige toekomst
voor haar en haar vader.

0559 Renes-Boldingh, M.A.M. Van een schooljongen in Batakland; [met penteekeningen


van Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1933]. 110 blz., afbn. Vindplaats: KITLV
cc 174 N

Tomahon, zoontje van een goeroe uit Nias, komt op een zendingsinternaat in de
omgeving van Sibolga (Sumatra). Hij heeft zo'n heimwee naar huis dat hij ziek
wordt. Van zuster Hedwig, die ook op Nias heeft gewerkt, krijgt hij een kiekje van
zijn familie en leert zo over zijn heimwee heen te komen.

0560 Schippers, W. De wapenbroeders; met teekeningen van W. Broggel. 's-Gravenhage,


Voorhoeve, [1933]. 160 blz.
Herdrukken: Herdruk. Leiden, Groen, [1956]. 148 blz. Vindplaats:
Ie druk KITLV cc 1193 N; 2e druk KITLV cc 1193 N

Amsterdamse slagerszoon, Jeroen van Burkel, heeft een tijdje vastgezeten in het
spinhuis (gevangenis). Als hij vrijkomt tekent hij als soldaat bij de Oost-Indische
Compagnie. Nauwelijks te Bantam aangekomen moet hij zich inschepen om met de
Geannoteerde bibliografie 209

troepen van gouverneur-generaal Van Diemen de opstand in de Molukken te


bedwingen. Op Amboina sluit Jeroen vriendschap met twee Ambonese broers,
Assidin en Nogari, en hun zestienjarige zuster Sarita. Hun vader was dorpshoofd van
een kustplaats en door jarenlange handel zijn ze vertrouwd geraakt met de gewoon-
ten van de Hollanders. Nu staan ze onder bescherming van het Nederlandse leger.
Als Jeroen en Sarita van elkaar blijken te houden wordt hun liefde wreed verstoord
door Krotang Itoe, zoon van een dessahoofd uit Ternate.

0561 Sibbelee, DJ. Katjoeng Poetih's thuisreis; [met teekeningen van Rie Reinderhoff].
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1933]. 174 blz. [Oranje-bibliotheek voor
Jongens en Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 364 N

Na de dood van haar man die arts was te Balikpapan (Borneo) reist mevrouw
Wouterse met haar dochtertje Maudi en zoontje Huub naar Soerabaja. Daar gaan ze
aan boord van de 'Ferdinand Huyck' om voorgoed naar Europa terug te keren met
Den Haag als woonplaats. Onderweg wordt Huub - een vrolijke kwajongen - dikke
maatjes met de chef-marconist 'Oom Lex'. Deze dwingt Huub als het ware om Indië
nooit te vergeten en zegt: 'De menschen die hier komen en hier werk vinden,
worden na eenigen tijd heel anders. Ook de kinderen die hier geboren worden, zijn
anders, héél anders dan Hollandsche kinderen'.

0562 Soest, Ems LH. van. Astrid; geïllustreerd door Annie van der Ruit. Alkmaar,
Kluitman, [1933]. 244 blz. Bevat poëzie, Vindplaats: KITLV cc 392 N

Hollands gezin op Oost-Java waarvan de vader pas is overleden. Astrid, een van de
dochters, werkt op kantoor om haar moeder financieel te steunen. De baan bevalt
haar matig. In haar vrije tijd schrijft ze verhaaltjes en gedichten. Als ze in contact
komt met de hoofdredacteur van 'Het Weekblad' gaat haar wens in vervulling.

0563 Tollenaar, Emmy. Nannie van Heusde; geïllustreerd door Nans van Leeuwen.
Alkmaar, Kluitman, [1933]. 189 blz. [In de Vacantie; Serie B, Meisjesboeken.]
Vindplaats: KITLV cc 2026 N

Dit verhaal speelt in Nederland tijdens de economische malaise. Het bevat een paar
korte Indische fragmenten. Een moederloos dertienjarig meisje uit Den Haag moet
met haar jongere broertje tijdelijk bij familie in Haarlem wonen wanneer hun vader
voor zaken naar Indië vertrekt. Na zijn terugkeer trouwt hij met een Nederlandse
onderwijzeres die hij in Batavia heeft ontmoet.
Bevat een fragment over werkloze Chinese matrozen en scheepsstokers die in hun
levensonderhoud moeten voorzien als pindaman of bananenverkoper.

0564 Wermeskerken, Henri van. Jojo, de Sumatraan; De geschiedenis van een olifant; rijk
geill. door Piet van der Hem. Vlaardingen, Lever's Zeepmaatschappij, [1933]. VI, 75
blz. Vindplaats: KITLV cc 82 N+
210 Geannoteerde bibliografie

Jonge olifant, opgegroeid in het oerwoud van Sumatra, komt op een plantage als
huisdier bij een Hollandse familie. Wanneer de onderneming van eigenaar wisselt,
wordt Jojo naar Europa verscheept en aan een circus verkocht.

0565 Westen, Ina van. De Indische club; geïllustreerd door Daan Hoeksema; Voor jongens
en meisjes van 11-16 jaar. Z.pl., Vroom & Dreesmann, [c. 1933]. 186 blz..
Vindplaats: KITLV cc 1071 N

Wel en wee van een groepje Hollandse scholieren in Balikpapan, hun gezamenlijke
bootreis naar Nederland om daar een voortgezette schoolopleiding te volgen, de
aanpassingsproblemen in Nederland en het verwerken van het plotseling overlijden
van een clubgenoot.

0566 Wielenga, D.K. Het groote boek; Uitgegeven door de Jeugdcommissie van het Neder-
landsch Bijbelgenootschap Amsterdam. Amsterdam, De Bussy, 1933. 16 blz., ills.
Vindplaats: KITLV cc 1337 N

Bakoe, zoontje van een dorpshoofd op Soemba, overwint zijn angst voor de 'Witte
Heer' (zendeling) en gaat als eerste van zijn dorp naar de zendingsschool.

0567 Akker, W. van de. Van weesjongen tot gouverneur-generaal; met 17 ills. van M.CA.
Meischke. Delft, Meinema, [1934]. 147 blz. Herdrukken: 2e druk idem. Vindplaats: Ie
druk Brinkman; 2e druk KITLV 366 N

Uit het leven van gouverneur-generaal Rijcklof van Goens (1619-1682), die al op
jonge leeftijd met zijn ouders naar Batavia ging. Zijn loopbaan in dienst van de Oost-
Indische Compagnie op Ceylon en Java en in Voor-Indië.

0568 Avonturen van Katoetie, De; Uitgegeven door de NIROM [Nederlandsch-Indische Radio
Omroep]. Batavia, Kolff, 1934. Vindplaats: Ockeloen

0569 Beyer, Rie. Aapje; geïllustreerd door F. Manders Tzn. [Helmond, Boek- en Handels-
drukkerij 'Helmond'], [1934]. 157 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 17.] Vervolgd als: De
firma Buitje en Aapje (zie no. 0591). Vindplaats: KITLV cc 1099 N+

Aapje is de troetelnaam voor een veertienjarig Hollands meisje dat met haar zieke
moeder uit Balikpapan naar Amsterdam is gekomen. Kort daarop overlijdt haar
moeder. Na eerst bij een akelige tante in huis te zijn geweest, komt ze bij een
eenvoudig gezin in pension waar ze zich gelukkig voelt.
Geannoteerde bibliografie 211

0570 Hazevoet, J[acoba]. Marianne's thuisreis; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar,
Kluitman, [1934]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes;
Serie B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 770 N

Omdat haar vader is overgeplaatst naar een suikeronderneming bij een grote stad op
Java waar ook een HBS is, verlaat de zestienjarige Marianne met tegenzin Neder-
land. De bootreis maakt ze in gezelschap van een onderwijzersgezin. Bij aankomst te
Batavia is ze gedwongen hier nog te blijven omdat haar familie een besmettelijke
ziekte heeft opgelopen. Intussen ontmoet ze een kennis van het zangkoor uit
Holland die nu in het weeshuis 'Roema-Waringin' werkt en een ontstellend heimwee
heeft. Marianne is bang voor insekten, vooral voor de grote kodok (kikker) die in
haar zitkamer huist. Onverwacht komt Marianne's vader haar ophalen en gaat ze
eindelijk naar huis.

0571 Heerkens, Nor. Met de 'Uiver' naar Melbourne; Een actueel boek voor de Nederland-
sche jeugd; verlucht met origineele foto's en kaarten. [Helmond, Boek- en Handels-
drukkerij 'Helmond'], [1934]. 124 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 36A.] Vindplaats:
KITLV cc 1379 N+

Bevat een paar Indische fragmenten uit de geschiedenis van de Oost-Indische


Compagnie met betrekking tot de ontdekking van Australië door de Nederlanders,
en over de Indië-route voor de KLM die in oktober 1934 een feit werd.

0572 Heerkens, Nor. Het Pelikaantje; Een koen vliegersverhaal; [illustraties van Frans
Mandos Tzn.]. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 153 blz.,
kit. [Jeugdbibliotheek; no. 32.]
Bevat het gedicht 'Pelikaan' van Melis Stoke [ps. van H. Salomonson]
Vindplaats: KITLV cc 2092 N+

Een Brabantse notariszoon maakt van een hobby zijn beroep: vliegen. In december
1933 volgt hij met spanning de krante- en radioberichten over het KLM-vliegtuig de
'Pelikaan' die met kerstpost op weg is naar Indië. Na de HBS gaat hij naar de
luchtvaartschool, waar hij 'Het Pelikaantje' wordt genoemd.
Als verkeersvlieger wordt hij bij de KLM aangenomen en vliegt nu zelf menig keer
de Indië-route. In opdracht van de ministers van oorlog en koloniën maakt hij met
Iwan Smimoff (de beroemde vliegenier uit die tijd) een voor hen geheimzinnige
recordvlucht met de 'Albatros' naar Indië, die verband houdt met de toestand in de
Oost. Er dreigt gevaar door het steeds oorlogzuchtiger optreden van Japan. De
terugreis eindigt met een officiële huldiging op Schiphol en een ridderorde voor deze
topprestatie.

0573 Heerkens, Nor. Het zwarte kaperschip; Een spannend verhaal voor jongens. [Helmond,
Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 158 blz., afbn. [ Jeugdbibliotheek; no.
37.] Vindplaats: KITLV cc 2316 N+
212 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt in de tijd van de beruchte Duinkerker kapers


die voortdurend in gevecht waren met de handelsvloten van de Oost-Indische
Compagnie.

0574 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De Uiver, Frits Ruyver en een nikkelen stuiver,
geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1934]. 155 blz. [Meinema's
Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; no. 31.] Vindplaats: KITLV cc 1813 N

Bevat geen echte Indische fragmenten, maar beschrijft de vliegrace Londen-Mel-


bourne die in oktober 1934 plaatsvond en waaraan de KLM met de DC-2 'Uiver'
deelnam.

0575 Klaveren, Tine van. Freule Thea; Een verhaal voor jonge meisjes; geïllustreerd door
C[harles] Boost. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 156 blz.
[Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no. 22.] Vindplaats: KITLV cc 1181 N+

Verwend hooghartig meisje - dochter van een rubberemployé uit West-Java - leert
tijdens de verlofperiode met haar familie in Nijmegen wat armoede is als haar vader
in de crisistijd plotseling zijn baan in Nederlands-Indië verliest. Hun trouwe baboe
Sarmih komt dan met een fantastisch plan voor de dag, maar een telegram brengt
uitkomst.

0576 Lindeman, Cor. Verschoppelingetje; Een boek voor jonge meisjes; geïllustreerd door
Frans Mandos Tzn. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1934]. 158
blz. [Meisjesbibliotheek; no. 16.] Vervolgd als: Nonnie's tweestrijd (zie no. 0611).
Vindplaats: KITLV cc 1988 N+

Bevat Indische fragmenten en speelt in Den Haag. Na twintig jaar wonen en werken
in Indië repatrieert de Nederlandse planter en weduwnaar Otto van Wemeldinge als
een welgesteld man uit Bandoeng naar zijn vaderland. Zijn enig kind, Nonnie, is
bedlegerig en ziet tegen het nieuwe leven op. Voordat ze op zichzelf gaan wonen
nemen zij eerst hun intrek bij familie, waar een aangenomen nichtje wordt uitgebuit.

0577 Matthijsse, S J. Kalif Ooievaar en andere vertellingen voor de jeugd; verzameld en


naverteld door -. Kampen, Kok, 1934. 223 blz.
Bevat de Indische verhalen: 'Wat de kleine sawah voortbracht; Een Javaanse
legende' (blz. 64-68); 'Rob' (blz. 69-78); 'De scheepsaap; Een vertelling uit het
dagboek van een ouden zeerob' (blz. 112-122). Vindplaats: KITLV cc 1949 N

'Wat de kleine sawah voortbracht' vertelt van een arme Javaanse dagloner die door
zijn rijke werkgeefster wordt weggestuurd als de rijstoogst niets oplevert. Hij zwerft
rond en komt aan de slag bij een arme vrouw met een kleine sawah. Zijn geduld
wordt op de proef gesteld alvorens de sawahgeest de rijstaren heeft gevuld met
goudkorrels.
Geannoteerde bibliografie 213

'Rob'. Een zoontje van een Hollandse ingenieur die bij de staatsspoor- en tramwe-
gen werkt, weet een trein veilig naar het station van bestemming te brengen wanneer
een krankzinnig geworden stoker de machinist van de in volle vaart rijdende
locomotief bewusteloos slaat.
'De scheepsaap; Een vertelling uit het dagboek van een ouden zeerob'. Een Neder-
lands schip wordt bij Sumatra door Atjehse strandrovers overvallen. Een jonge
matroos brengt met inzet van zijn eigen leven uitkomst in de situatie. Over dit zelfde
onderwerp gaan no. 0114 en no. 0172.

0578 Renes-Boldingh, M.A.M. De oUfantennacht; [met teekeningen van Sierk Schröder].


Nijkerk, Callenbach, [1934]. 61 blz. Vindplaats: KITLV cc 452

Wanneer een kudde olifanten rijstvelden en een dorpje heeft vernield, brengt een
Batakse schooljongen de radja en de datoe tot het christelijk geloof. Zie ook het
verhaal 'Kerstnacht in de wildernis' in de bundel Om de kribbe van Bethlehem
(no. 1030), en Kerstvertellingen (no. 1078).

0579 Renes-Boldingh, M.A.M. Het verhaal van een ouden koning; penteekeningen van
Nettie Kerkhoven-Heyligers. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap, 1934. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 407 N

Zendingsverhaaltje dat onder de Christen-Bataks speelt op Sumatra.

0580 Rover, P.A. de. Wolken en zon; Een boek voor jongens en meisjes van 8 tot 14 jaar.
Hoorn, Drukkerij Edecea, [1934]. 153 blz. [Edecea Editie; no. 7.] Herdrukken: 2e
druk [1938]; 3e druk geïllustreerd door Jaap Veenendaal. [19..]. 127 blz. Vindplaats:
Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ; 3e druk KITLV cc 2564 N

Bevat een fragment over een oom die met verlof uit Indië naar Nederland is
gekomen. Hij is officier in het Indische leger en vertelt aan een neefje, dat in het
ziekenhuis ligt, over zijn militaire patrouille in Atjeh die het tegen een grote groep
bandieten en tweehonderd kampongbewoners moest opnemen.

0581 Smit, Annie. 't Getij verandert...; gekleurde omslagteekening van Rie Cramer. 's-
Gravenhage, Van Goor, [1934]. 176 blz. [De Meisjes Roman.] Vindplaats:
KITLV cc 1283 N

Bevat een paar Indische fragmenten en speelt in Nederland tijdens de crisisjaren.


Een Hollands meisje van wie de verloofde in Semarang een betrekking heeft, gaat
met de handschoen trouwen.

0582 Soest, Ems LH. van. Het bergkoninginnetje; geïllustreerd door Annie van der Ruit.
Alkmaar, Kluitman, [1934]. 259 blz. Bevat poëzie.
214 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 389 N

Na haar HBS-diploma blijft Myra thuiswonen bij haar ouders op de thee-onderne-


ming Bariloko in de Preanger; ze leidt een plezierig leventje. Wanneer ze de
artistieke en zelfstandige Lenny ontmoet daagt Myra zichzelf uit. Ze gaat een
kantooropleiding volgen in de stad en woont daar bij vrienden in huis. Ze vindt een
baan, maar ze valt uit de toon bij haar collega's. Met steun van Lenny slaat ze zich
er doorheen en vindt ze bovendien haar 'happy-end'.

0583 Soest, Ems LH. van. Pauli's leerschool; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1934]. 240 blz. Vindplaats: KITLV cc 1000 N

Nederlands meisje uit Midden-Java zit met tegenzin op de kweekschool en haar


illusies gaan in rook op als haar vriend van een ander houdt. Door het beste ervan te
maken overwint ze zichzelf en vindt ze uiteindelijk toch haar geluk.

0584 Venema, S. Een onderwijzersgezin in Indië; met ills. van J.J. Midderigh. Gouda, Van
Goor, [1934]. 128 blz. Vindplaats: KITLV p 4067 N (fotokopie)

Een kijkje in het dagelijks leven van een Nederlands gezin in Djokjakarta. Uitvoerige
beschrijvingen over wetenswaardigheden en de uitstapjes die voornamelijk op Java
worden gemaakt.
Ook verschenen als: Aardrijkskundig leesboek over Indië. Den Haag, Van Goor, 1932.
Deel I.

0585 Voorhoeve, Rudy. Tiliauw, de Sawia; met teekeningen van Nelly Bodenheim.
Amsterdam enz., De Spieghel enz., [1934]. 126 blz.
Herdrukken: Herdruk. Met illustraties van F. van Bemmel. Amsterdam, Veen,
[1950]. 177 blz.; Herziene druk verscheen onder de titel: Tiliauw de jager. Amsterdam
enz., Elsevier, 1962. 158 blz. [Elsevier Jeugdpockets; no. Jl.]. Vervolgd als: De jagers
van de Tamirivier (zie no. 0645) Vindplaats: Ie druk KITLV cc 176; Herdruk
Brinkman; Herz. druk KITLV cc 578 N

De jonge bospapoea Tiliauw die behoort tot de Sawiastam uit het noord-oosten van
Nederlands Nieuw-Guinea, heeft twee belangrijke zaken van zijn vader geleerd:
jagen en oorlog voeren. Als zijn vader wordt gedood door de koppensnellende
Wari's, wordt Tiliauw geroofd door Hassan. Hij is afkomstig uit Halmahera en jaagt
op paradijsvogels die hij aan een Chinese handelaar in een kustdorp verkoopt.
Hassan kan Tiliauw goed gebruiken omdat hij de 'speelbomen' aanwijst van deze
veel begeerde vogels. Hij koopt voor Tiliauw een jonge jachthond, Frao genaamd,
maar als Hassan in een dronken bui de hond een schop geeft, steekt Tiliauw Hassan
met een mes en loopt weg. Een Papoea-zendeling en zijn vrouw nemen Tiliauw op
in hun huis en school. Zij zorgen er ook voor dat Frao bij Tiliauw terugkomt. De
drang naar het vrije leven in het bos en de jacht zijn zó sterk dat Tiliauw samen met
Jacob, ook een bospapoea en een pleegkind van de zendeling, wegloopt. Met Hassan
gaan ze terug naar het dorp van Tiliauw, Sawia-Arso. In Hoofdstuk VI staat een
aardige overlevering over de Maleovogel.
Geannoteerde bibliografie 215

0586 Wielenga, D.K. De verbannen prins; met teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk,
Callenbach, [1934]. 142 blz. Vindplaats: KTTLV cc 535

Op het eiland Soemba komt onverwachts de radja van Waloe aan zendeling Van
Noord vragen of zijn zoontje Oemboe Dai voor zijn opvoeding bij hem in huis mag
wonen. Dit is een hele overwinning voor de radja omdat hij het zendelingswerk jaren
heeft gedwarsboomd. De jonge prins heeft moeite zich aan te passen in het gezin
van de zendeling omdat hij thuis was gewend te bevelen en zijn eigen zin te doen.
Wanneer hij tot het christelijk geloof overgaat jaagt zijn vader hem uit het stamdorp
weg.

0587 Wilkens, Duco. De verlaten kampong; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluit-
man, [1934]. 190 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie A,
Jongensboeken.] Vindplaats: KITLV cc 369 N

De jonge Nederlandse planter Wil en zijn vriend Frans trekken onder leiding van de
oudere Javaan Pa Wiro te voet naar zijn geboortedorp aan Java's zuidkust. Ook zijn
zoon Amat is van de partij, benevens een aantal koelies onder wie Tahir die een
koningstijger doodt en de snorharen afsnijdt voor een djiniat en voor medicijn.
Wanneer Pa Wiro met de planter Wil bij de plaats van bestemming komt - een
onderaardse grot - krijgt Wil de schrik van zijn leven bij de aanblik van een drietal
geraamten. Voor Pa Wiro echter wordt door deze ontdekking een duistere zaak
opgelost. De goudkorrels die ze aantreffen laten ze liggen. Er rust een vloek op.

0588 Zwegers, B[roeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Mensen en wilde dieren; geïllustreerd
door [J.] Rothvic. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1934]. 246 blz. [Het Boeiende
Avontuur; no. 4.] Vindplaats: PB

Bevat twee Indische hoofdstukken: 'De wraak van de orang oetans' beschrijft een
levensgevaarlijke tocht door het oerwoud in de omgeving van Deli. 'De gevangen
tijger' speelt zich af in een bos bij een kina-onderneming waar een jager in een
tijgerkuü valt. Hij rookt zich misselijk aan sigaren om een tijger van zich af te
kunnen houden.

0589 Beek, E. van. De jongens van de Z-Club S.K.; geïllustreerd door Menno van Meete-
ren Brouwer. Delft, Meinema, [1935]. 158 blz., krt. Herdrukken: 3e druk [1939]; 4e
druk [1942]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1069
N; 4e druk Brinkman

Een groepje schooljongens in Nederland richt een zendingsclub op. Tegelijkertijd


beloven ze elkaar nooit in de steek te zullen laten. Eén van hen komt als beroeps-
onderofficier in het Nederlands-Indische leger te Medan (Sumatra). Aan een
clubgenoot in Nederland schrijft hij over het militaire leven en een tocht door de
Bataklanden waar hij bij de Karo-Bataks een geestenbezwering meemaakt, maar
waar hij ook het werk ziet van een Nederlandse zendeling in de melaatsenkampong
216 Geannoteerde bibliografie

Lao Si Momo. Bij de terugtocht wordt hij als scherpschutter ingeschakeld voor een
olifantenjacht op een rubberonderneming waar deze dieren schade hebben aange-
richt.
Onverwacht komt er een nieuwe luitenant bij zijn compagnie. Deze blijkt een oud-
clubgenoot te zijn, die met het zendingswerk heeft afgerekend en zegt: ' 'k Hou niet
van die eh - gemoderniseerde Inlanders! Waarom bemoeien wij ons eigenlijk met
die lui d'r godsdienst?! Laat ze gelukkig blijven met wat ze hebben.' Op een
patrouilletocht door de rimboe loopt de luitenant door zijn eigenwijs gedrag een
krokodillebeet op en moet hij een been missen, waarna hij tot inkeer komt.

0590 Bevers, Ad. Plicht gebood; [met een voorwoord van] Kees Spierings; geïllustreerd door
Jan Lutz. Uitgave voor de Federatie der Diocesane Bonden van Katholieke
Coöperatieve Vereenigingen. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [c. 1935]. 141 blz.
Vindplaats: PB

Tijdens de crisisjaren moet de oudste zoon van een rooms-katholiek gezin in Brabant
na de dood van zijn vader van school af om als arbeider te gaan werken. Hij heeft
zijn verlangen om naar het klooster te gaan moeten opgeven. Als zijn moeder later
hertrouwt, kan hij aan zijn roeping gehoor geven en vertrekt hij als missiebroeder
naar de Oost.

0591 Beyer, Rie. De firma Buitje en Aapje; geïllustreerd door F. Manders Tzn. [Helmond,
Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 159 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 25.]
Vervolg van: Aapje (zie no. 0569). Vindplaats: KITLV cc 1382 N+

Bevat Indische fragmenten en speelt in Amsterdam waar Aapjes vader, die uit
Balikpapan is overgekomen, in pension woont. Met haar 'pleegzusjes' begint Aapje
een modezaak, terwijl haar vader ondertussen een betrekking in Den Haag heeft
aangenomen. Achteraf geeft dit werk hem geen voldoening. Onverwacht krijgt hij
een aanbod voor een baan in Batavia die meer in zijn lijn ligt. Aapje moet deze
grote beslissing van haar vader eerst verwerken om te kunnen begrijpen wat dit voor
hem betekent. Ze is flink genoeg om de scheiding te kunnen verdragen nu ze haar
eigen bestaan in Nederland heeft opgebouwd.

0592 Boelkens, Cato M. De Indische reis; [omslag van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c. 1935].
157 blz., ais.
Herdrukken: Ook verschenen onder de titels: De HBS-tijd van Emmie Hoogland en
Emmy's eerste voordracht (zie nos. 0476 en 0475). Vindplaats: KITLV cc 1124 N

0593 Chits-Rosen, E. Een gezellige winter; (Een boek voor meisjes); met illustraties [en
bandtekening van Rie Stoffers]. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 158 blz. Herdrukken:
Eerder verschenen onder de titel: Zonnekind (zie no. 0477). Vindplaats: KITLV
cc 1297 N
Geannoteerde bibliografie 217

0594 Clercq Zubli, F. de. 't Rimboekind; met illustraties van Rie Reinderhoff. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf, 1935. 189 blz. [De Knal-serie.] Herdrukken: [2e druk]
Amsterdam, Becht, [1948]. 192 blz. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk KITLV cc 467

Op de Westkust van Sumatra leidt de zestienjarige Puck een geïsoleerd leventje op


de theeonderneming Tanah Baroe (Barisangebergte), waar haar vader administrateur
is. Van haar ouders krijgt ze huisonderwijs volgens de methode-Clerkx, zodat ze in
Nederland naar de eindexamenklas van de HBS kan gaan. Met verlangen ziet ze
hiernaar uit omdat ze het contact met leeftijdsgenoten erg mist. Haar twee broers
zijn al in Nederland; de oudste voor zijn universitaire studie, de andere voor zijn
HBS-opleiding. Ze hebben steun aan elkaar in den vreemde. Eerder dan gepland
moet Puck met haar ouders naar Nederland vertrekken, definitief. Door de economi-
sche malaise heeft haar vader plotseling ontslag gekregen. De onderneming wordt
gesloten. De rijke theetuinen en alle nieuwe ontginningen zullen verwilderen. Het
werk van jaren in één klap weg. Op een laatste paardrijtocht met haar vader door de
omgeving vertelt hij Puck over zijn moeilijke eerste jaren op Java. Hij werkte toen
onder een tirannieke chef die zijn humeur op de koelies botvierde en daarbij niet
schroomde een vermoeide gehandicapte theeplukster met de rottan te slaan.

0595 Constant, B. 'k Wou je wat vertellen over Indië; met talrijke illustraties. 's-Hertogen-
bosch, Malmberg, [1935]. 141 blz. Vindplaats: KITLV a 760

Hoewel de titel van het boekje over Indië spreekt is de inhoud ervan geheel aan
Java en de Javaanse cultuur gewijd. In verhaalvorm wordt op instructieve wijze
verteld over de verschillende godsdiensten, de dierenwereld, Javaanse dansen, over
de Koningin van de Zuidzee (Njai Roro Kidoel), de vulkanen, het Javaanse alfabet
en de legende over de oorsprong van de Javaanse taal. Het laatste hoofdstuk
beschrijft het gedrag van de Hollander 'oude' en 'nieuwe' stijl, gezien door de ogen
van een Javaan.

0596 Dolores, Zuster M[aria] [ps.]. Bij oom in Indië; Jeugd-uitgave; [bandtekening en
illustraties van Rob Graafland]. Haarlem, De Spaarnestad, [1935]. 160 blz.
Vindplaats: KITLV cc 597

Voor zijn opvoeding komt Leo, een schuchtere Hollandse weesjongen, bij een
ongetrouwde oom die kapitein is bij het Nederlands-Indische leger op Oost-Java.
Leo is een boekenwurm en oom vindt hem geen 'kerel'! Maar zodra Leo met
Hollandse buurkinderen speelt en met hen naar school gaat, dan staat hij zijn
mannetje.
Het verhaal beschrijft het dagelijks leven van kinderen van militairen in de garni-
zoensplaats Ngawi, bij het Fort Van den Bosch. Ze maken een bandjir mee en zien
hoe op een krokodil wordt geschoten. Ze zijn te gast op een kinderpartij bij de
resident en maken tijdens een logeerpartij op een suikerfabriek een spannende
tijgerjacht mee.

0597 Door de lucht naar Indië. Amsterdam, uitgave van Ph. van Amerongen, [c. 1935]. 6
blz.
218 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: PB

Twee bladzijden tekst en vier bladzijden illustratiemateriaal, dat wil zeggen insteek-
figuren zoals vliegtuigen, zeppelins en schepen en de reis van de 'Postduif naar
Indië. Op het omslag in aparte inzet 'Koppens aankomst - Batavia'. (Luitenant
Koppen vervoerde in 1927 2092 poststukken naar Nederlands-Indië en vloog met
4642 stukken terug naar Nederland.)

0598 De feeënopstand en andere verhalen; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; met


medewerking van Adacee [ps. van A. Citroen], Clémence [M.H.] Bauer, D.L.
Daalder en anderen; met illustraties van Sijtje Aafjes, Adri Alindo, Jan Bloem en
anderen. Utrecht, De Haan, [c. 1935]. II, 192 blz. [Zonneschijntjes; deel XXVIII.]
Bevat vier Indische bijdragen: 'Verhalen uit Indië' door Annie Ie Comte (blz. 46-50);
'De kleine wereld' door Bé van der Groen-Zeegers (blz. 161-164); 'Djamoeran; Een
spel in Indië' door S. Oenoen (blz. 15); 'Onverschillige Jaap' door Agatha Snellen
(blz. 52-59). Vindplaats: KITLV cc 1448 N+

'Verhalen uit Indië' vertelt van het Javaanse weesjongetje Makno uit een bergdorpje
op Midden-Java. Hij woont bij een oom, Pa Soero. Hij is mandoer van een grote
pasanggrahan. De komst van een Nederlandse controleur en zijn gezin brengt wat
opschudding teweeg. De Javanen, onder wie Makno, zien voor het eerst blanken. Ze
staan verbaasd over het uiterlijk van die Hollanders en denken zelfs dat ze blind zijn
omdat ze lichtblauwe ogen hebben.
'De kleine wereld' is het dagelijks leventje van een Hollandse kleuter die op een
rubberonderneming woont. Door de komst van haar pasgeboren zusje kan haar
moeder niet die aandacht aan haar besteden die ze gewend was. Nu wordt ze aan de
baboe overgelaten die haar taak gemakkelijk opvat.
'Djamoeran; Een spel in Indië' beschrijft een kringspelletje waarbij een groepje
kinderen allerlei soorten paddestoelen uitbeeldt.
'Onverschillige Jaap' is de geschiedenis van de zoon van een metselaarsbaas die bij
zijn vader in de zaak werkt. Jaap heeft geen plezier in het metsel aarsvak; hij wil naar
zee. Dankzij de hulp van een onderwijzer komt Jaap als kelner te werken op een
passagiersschip van de Rotterdamsche LJoyd dat op Java vaart. Aan boord wordt
Jaap door een zakenman ten onrechte van diefstal verdacht. Bij aankomst in Batavia
is hij zijn baantje kwijt. Samit, een Javaanse hutbediende, is overtuigd van Jaaps
onschuld. Uit solidariteit neemt hij zijn ontslag. Jaap neemt zijn intrek in een
eenvoudig hotel in Batavia, waar 's nachts zijn beurs en horloge worden gestolen. Hij
krijgt onderdak bij Samits familie die in de kampong woont. ledere dag gaat Jaap er
op uit om werk te zoeken, zonder succes. Tenslotte slaagt Samit er in te regelen dat
ze allebei in dienst komen van de zakenman die Jaap van diefstal aan boord heeft
verdacht, maar inmiddels overtuigd is van zijn onschuld.

0599 Franke, S. Djojo uit de kampong; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Amsterdam,
Becht, [1935]. 151 blz. Vindplaats: KITLV cc 332

Na een bandjir staat de tienjarige Javaanse jongen Djojo alleen op de wereld: zijn
dessa is weggevaagd en zijn familie is omgekomen. Een arm vrouwtje, 'm Bok
Geannoteerde bibliografie 219

Soeroe, neemt Djojo op in haar schamele huisje. Djojo wil graag voor haar zorgen
en hij gaat met een Chinese koopman mee naar de stad (Batavia). De Chinees
brengt Djojo echter aan bij een havenkantoor en Djojo komt als djongos op een
Hollandse mailboot. Aan boord voelt hij zich verlaten tussen allemaal vreemde
Javanen met wie hij de si aapruimte moet delen: een magere oude man zit stiekem
opium te schuiven, anderen zijn aan het dobbelen. De kok en de mandoer hebben
losse handen, zodat Djojo nog wel eens wordt geslagen. Als troost heeft hij een
aapje en zijn fluit. Een Hollandse roerganger heeft met Djojo te doen en neemt het
steeds voor hem op. Wanneer het schip Amsterdam binnenloopt is het bar winter-
weer. De roerganger neemt Djojo mee naar zijn gezin in Amsterdam, dat hem
hartelijk ontvangt. Op straat wordt Djojo door jongens uitgescholden voor 'Chinees,
neger, bokkenees'. Ze vallen hem aan, rukken zijn hoofddoek af en lachen om zijn
lange haar. Het wordt zó erg dat de politie er aan te pas komt. Terug aan boord
heeft hij longontsteking, maar hij komt er bovenop. Djojo is blij om naar Java terug
te varen en in zijn hart blijft hij stilletjes hopen op een weerzien met zijn dessa.

0600 Franke, S. Jan Blok en de vliegtocht; met talrijke [foto-]illustraties. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf, [1935]. 216 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1224 N

Over een Amsterdamse schooljongen die bezeten is van vliegtuigen. In dit verhaal is
de vliegtocht van 'De Uiver' verweven. Bevat twee Indische hoofdstukken, te weten
'Te Batavia' (blz. 114-127) en 'Over Java' (blz. 154-162).

0601 Geraerds, Netty. De lotgevallen van Dikkie Duizendpoot; tekeningen van Cobi
Gonggrijp. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 94 blz.
[Kinderbibliotheek; no. 17.]
Vervolgd als: Dikkie en Eddie bij de apen (zie no. 0602).
Bevat poëzie. Vindplaats: OBA

Een duizendpoot en een egel kruipen als verstekelingen aan boord van een passa-
giersschip dat naar Indië vaart. Bij aankomst worden ze verwelkomd door de
Javaanse dwerg Pa Kromo.

0602 Geraerds, Netty. Dikkie en Eddie bij de apen; tekeningen van Cobi Gonggrijp.
[Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 94 blz. [Kinderbiblio
theek; no. 18.]
Vervolg van: De lotgevallen van Dikkie Duizendpoot (zie no. 0601).
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1229 N

Om familie op Java te bezoeken zijn een duizendpoot en een egel naar Indië
gereisd. Door tussenkomst van kabouter Pa Kromo worden ze wegwijs gemaakt in
het oerwoud en beleven ze angstige avonturen met de oude wijze aap Si Orang.
Wanneer de twee vrienden in de tropische natuur heimwee krijgen keren ze naar
Holland terug.
220 Geannoteerde bibliografie

0603 Haaren, Harry van. Een avontuurlijke vaart; [illustraties van Ben Horsthuis]. Delft,
Delftsche Uitgevers-Mij, [c. 1935]. 198 blz. [De Bourdon; Afdeling Jeugd- en
Ontspanningslectuur.]
Herdrukken: [2e herziene druk] met illustraties van Anneke Polderman. Lochem, De
Tijdstroom, [1947]. 187 blz. Vindplaats: Ie druk KB; 2e herziene druk KITLV cc
1974 N

Bevat een paar korte Indische fragmenten. Op zolder bij hun oom ontdekken twee
broers een kast met een geheime lade. Hierin ligt een scheepsjournaal over een reis
om de wereld, gemaakt met het kleine driemastfregat 'Bernard Hertog van Saxen
Weimar' in de jaren 1852-1854.

0604 Heerkens, Nor. Amsterdam-Batavia in 24 uur, Een spannend verhaal voor jongens;
geïllustreerd door Frans Mandos Tzn. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij
'Helmond'], [1935]. 125 blz. [Jeugdbibliotheek; 38A.] Vindplaats: KITLV cc 882
N

Avontuurlijk verhaal met Indische fragmenten over een gefortuneerde Nederlandse


tabaksplanter uit Deli die zich met zijn gezin in Weltevreden op Java heeft gevestigd.
Zijn enige zoon is een verwoed sportvlieger, wat in die jaren iets uitzonderlijks is.
De vader houdt zich nu bezig met de handel in konijnenpelzen die hij uit Australië
en Tasmanië betrekt voor Europa. Door de uitstekende vliegkunst van zijn zoon kan
een misdadig concurrentieplan worden ontmaskerd.

0605 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Het sultanskind; geïllustreerd door Jan Lutz.
Delft, Meinema, [1935]. 147 blz. Herdrukken: 4e druk [1940]. 142 blz. Vindplaats: Ie
druk OLBG; 4e druk KITLV cc 1070 N

Raden Mas Wardjono groeit op in twee werelden: de Javaanse kratonwereld thuis en


de Europese wereld van de Hollandsch-Inlandsche School overdag. Hij raakt
bevriend met een zendelingsfamilie. Zijn vader, een sultan, is hier tegen. Tezelf-
dertijd wordt er een islamitisch-politieke opstand beraamd tegen de zendeling en het
Nederlands bestuur, geleid door Hadji Abdoelrachman. (Zijn vader was een vriend
van Toekoe Oemar, de Atjehse vorst die 'verraad' pleegde tegen de Hollandse
regering.) Dit oproer wordt tijdig ontdekt voor er slachtoffers vallen. In Wardjono
speelt zich een tweestrijd af tussen islam en christendom. Als toekomstig bestuurder
van zijn volk zal hij hiermee moeten leren leven.

0606 Hulzen, Johfan] van. Kees; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1935]. 32
blz.
Herdrukken: 3e druk [1951]. 28 blz.; 5e druk [1957]. 24 blz. Vindplaats: Ie druk
Uitgeverscat.; 3e druk KITLV cc 1906 N; 5e druk Brinkman

Vertelt op simpele wijze over een Hollands jongetje op Java. Wanneer hij op een
avond met zijn moeder naar de passar gaat mag Kees, zijn hondje, met hen mee.
Onder het winkelen loopt Kees ongemerkt een andere hond na waardoor hij het
spoor bijster raakt. Zwervend zoekt Kees zijn weg door de natte moesson.
Geannoteerde bibliografie 221

0607 Kerstboek van Zonneschijn 1935; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap. Utrecht,
De Haan, 1935. IV, 49 blz.
Bevat het verhaal 'Kerstmis in Indië' door M. Wally-Roelofsma met een illustratie
van Adri Alindo (blz. 10-13). Vindplaats: KITLV cc 1369 N+

Zwitsers gezin op Sumatra waarvan de moeder door reuma en heimwee wordt


geplaagd en van haar Hollandse buurvrouw leert hoe ze met eenvoudige middelen
toch voor een sfeervolle Kerst kan zorgen.
Opmerking van de Nederlandse buurvrouw tegen de Zwitserse huisvrouw: 'Je bent
nooit echt in Indië geweest, al woon je er nu al 12 jaar. Je hebt je hart in Europa
gelaten en dan zie je niet, wat hier óók nog goed is.'

0608 Klaveren, Tine van. Het meisje in de rimboe; Een verhaal voor jonge meisjes; geïllu-
streerd door Gerrit de Morée. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'],
[1935]. 154 blz. [Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no. 27.] Vindplaats: KITLV cc
880 N+

Nederlandse cultuurtuinopzichter op Sumatra's Oostkust heeft zich onrechtmatig


geld van zijn werkgever toegeëigend voor speculaties en zit in de gevangenis van
Medan. Zijn half-Javaanse vrouw en Indisch dochtertje Annie zijn daardoor zwaar
gedupeerd. Ze leiden een bestaan als kampong-Europeanen, hetgeen armoede,
discriminatie en vernedering betekent. Bij een cholera-epidemie in de kampong
overlijdt Annies moeder. Ze wordt op een armoedig (islamitisch) kampongkerkhof
begraven, terwijl ze door haar geboorte recht heeft op een graf op een Europese
begraafplaats. Doordat Annie het leven redt van de dochter van haar vaders werkge-
ver, wordt haar vader gratie verleend. Ook krijgt hij een eigen kebon waarmee een
'ereschuld' wordt ingelost.
Geeft een scherpe kijk op de sociale verhoudingen op een afgelegen plaats in de
buitengewesten en de positie van Indo-Europeanen.
Jammer dat de illustraties niet aan de tekst beantwoorden, want Annie heeft geen
kort haar, maar 'haar matgeteint gelaat, omkransd door lange, donkere vlechten'
(blz. 137).

0609 Kruyt, Alb[ert] C. De krokodil in het leven van de Posoërs; [met foto-illustraties].
Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1935]. 24 blz. Vindplaats: KITLV e 125

De zendeling Kruyt vertelt over de grote plaats die de krokodil in het leven van de
bewoners van Poso, Midden-Celebes, inneemt. Ze beschouwen dit koudbloedige dier
als een bloedverwant, alleen zijn uiterlijke vorm is anders; innerlijk is het dier net als
de mens. Op een krokodil wordt door een Posoër niet gejaagd of geschoten. De
manier waarop een krokodil zijn prooi beloert, er op afschiet en haar pakt, is een
voorbeeld voor de krijger. In de godenwereld, de rechtspraak en in de volksverhalen
speelt de krokodil een belangrijke rol. Eerder verschenen in 'Wolanda-Hindia';
jaargang 8, 1934-1935; nos. 2-8.
222 Geannoteerde bibliografie

0610 Leeuw, Hendrik de. Ank en Hans in de rimboe; Bewerkt door A.A. Robertson-Klaar;
[band, kaartje en illustraties van K. Wiese]. Amsterdam, Van Holkema & Waren-
dorf, [1935]. 188 blz. Vindplaats: KTTLV cc 35 N

Een oude rubberplanter op Sumatra - oom Hendrik - heeft zijn assistent met vrouw
en twee kinderen, Ank en Hans, te logeren. In de ruime planterswoning worden de
logeetjes naar de keuken gebracht waar een oude inheemse grootvader hen allerlei
kantjil- en dierenverhalen vertelt. Oom Hendrik neemt de kinderen ook mee naar
zijn onderneming waar hij hen laat zien hoe de rubber (latex) uit de bomen wordt
getapt. Hij vertelt over zijn tochten naar het binnenland waar het oerwoud wordt
ontgonnen voor de rubbercultuur. Tijdens hun logeerpartij worden Ank en Hans met
verschillende kinderen mee uitgenomen naar de kampong waar ze een Chinese
optocht voorbij zien trekken en een echte Javaanse wajangvoorstelling zien. Daarna
mogen ze tot diep in de nacht luisteren naar rimboeverhalen van een dorpsverteller
waarin de kantjil een belangrijke rol speelt. Als het ochtendgloren aanbreekt worden
Ank en Hans slapend naar huis gedragen zoals het bij een echte inheemse voorstel-
ling gebeurt.

0611 Lindeman, Cor. Nonnie's tweestrijd; geïllustreerd door Gerrit de Morée. [Helmond,
Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1935]. 157 blz. [Meisjesbibliotheek; no. 26.]
Vervolg van: Verschoppelingetje (zie no. 0576). Vindplaats: KITLV cc 1380 N+

Speelt in Nederland waar de gefortuneerde zakenman en weduwnaar Otto van


Wemeldinge met zijn verwende dochter Nonnie is teruggekeerd uit Indië. Onver-
wacht wordt Van Wemeldinge voor zaken naar Indië teruggeroepen waar hij zijn
tweede vrouw leert kennen. Wanneer ze samen naar Nederland komen betekent dit
voor Nonnie dat zij voortaan niet meer nummer één is voor haar vader, maar haar
plaats moet delen met haar nieuwe moeder.

0612 Mark, Lydia v.d. Haar reis naar huis. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 120 blz., afbn. [Serie
Kolos.]
Bevat bijgebonden het verhaal van Daan Vos Mieke (zie no. 0618)
Vindplaats: KB

Het titelverhaal verscheen in 1904 onder de titel Met verlof in 't vaderland door Titia
van der Tuuk (zie no. 0216). Daarna is het opnieuw uitgegeven omstreeks 1935
onder de titel Het logeetje uit Indië door Lydia v.d. Mark (zie no. 0613).

0613 Mark, Lydia v.d. Het logeetje uit Indië. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 116 blz., afbn. [Serie
V.B.] Vindplaats: KITLV cc 1324 N

Dit verhaal is een verkorte versie van Met verlof in 't vaderland door Titia van der
Tuuk (zie no. 0216).
Geannoteerde bibliografie 223

0614 Roelofs, Jac. Met de 'Hollandsch-Diep' op avontuur, geïllustreerd door P[iet] Stempels.
Amsterdam, Meulenhoff, [c. 1935]. 185 blz. [Serie 'Jeugdleven'.] Vindplaats: KITLV
cc 988 N

In plaats van zijn HBS af te maken wordt een Nederlandse scholier scheepsjongen
op een wilde-vaart-boot met bestemming Nederlands-Indië. Opiumsmokkel, ziekte
onder de bemanningsleden en een hachelijk avontuur op een eilandje in de Zuid-
Chinese Zee volgen.

0615 Soest, E[ms] LH. van. 't Stuur in handen; geïllustreerd door Hans Borrebach.
Alkmaar, Kluitman, [1935]. 237 blz. Herdrukken: 2e druk idem [1945]. 187 blz.
Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 1001 N/GBR

Sportief Nederlands meisje zonder ouders woont bij haar tante op Java die pension
houdt. Ze kan daardoor te weinig aandacht schenken aan haar nichtje. Een sympa-
thiek echtpaar neemt haar als pleegdochter aan. Er duiken wat problemen op met
een vriend die een auto bezit. Ze gaat terug naar Nederland voor het diploma van
apothekersassistente en er is een happy-end in het verschiet.

0616 Tesselhoff, P. Bootsman Krans; [omslag van N[etty] H[eyligers]]; met illustraties [van
Jo Tromp]. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 160 blz. [Serie no. 1387.] Vindplaats: KITLV cc
1690 N

Bevat een kort Indisch fragment en speelt later in Brits-Indië.

0617 [Veer, W.C.P. van der]. Met vacantie in de bergen van West-Java. [Amsterdam],
Uitgave van den Nederlandschen Spaarbankbond, [c. 1935]. 32 blz., tekn. en kaartjes.
Vindplaats: KITLV k 420 N (fotokopie)

Een Hollands gezin met vier kinderen reist (uit Batavia) naar een pondok op de
hoogvlakte van Pengalengan (Priangan). Omdat het verlof naar Holland steeds is
uitgesteld gaan ze een maand 'naar boven' om een 'koude neus' te halen, dat wil
zeggen met vakantie. Eerst met de trein naar Bandoeng en verder per taxi. Ketjil, de
bediende, volgt hen in een vrachtauto met de grote bagage. In het holst van de nacht
komt hij aan omdat hij onderweg met de chauffeur verschil van mening heeft gehad
over de te volgen weg. De kinderen valt de omgeving tegen: ze vervelen zich dood.
Er zijn geen speelkameraadjes. Ze zijn balorig, halen allerlei kattekwaad uit. Vader
vindt dat ze zich moeten proberen in te denken dat moeder en hij het hele jaar door
hard voor hen werken en dat ze een paar rustige weken nodig hebben. Moeder vindt
het heerlijk eens helemaal zonder bedienden in een gesloten kamer met haar gezin
te eten; dat heeft ze als moeder nog niet beleefd. In een kustplaats is het in een
gesloten kamer niet uit te houden en kan men de bedienden zelfs geen avond
missen.
De kinderen hebben een huis, 'De Burcht' zoals ze het noemen, ontdekt dat hoger
ligt dan hun pondok. Ze willen op onderzoek uit en krijgen toestemming er heen te
wandelen. Onderweg overvalt hen een tropische regenbui. Doornat komen ze bij het
grote huis aan. Ze worden direct binnengelaten door een Europese mevrouw die
geen woord Nederlands verstaat. De bedienden spreken Soendanees of een beetje
224 Geannoteerde bibliografie

stads-Maleis. De Engels sprekende mevrouw begrijpt hen wel. Haar chauffeur brengt
de kinderen veilig thuis.
Uitgave waarin losse plaatjes behoren te worden ingeplakt.

0618 Vos, Daan. Mieke. Z.pl. en uitg., [c. 1935]. 118 blz., afbn. [Serie V.B.]
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 811 N

Tijdens de crisisjaren in Nederland woont Mieke met haar ouders bij haar oma in
Baarn omdat haar vader zonder werk is. Via een relatie krijgt hij voorlopig voor zes
jaar een baan als personeelschef in Batavia aangeboden. Mieke gaat met haar ouders
mee naar Indië en is daar sneller gewend dan haar moeder die het overdag nogal
eenzaam heeft gehad in het begin als man en dochter naar kantoor en school waren.
Wanneer oma in Holland jarig is telefoneert de familie met haar vanuit een speciale
studio in Batavia, hetgeen voor die tijd iets geweldigs was. Een van de grote
schoolvakanties wordt op een thee-onderneming in Soekaboemi (West-Java) doorge-
bracht. Na zes jaar gaat de familie met verlof naar Nederland en de kokki die zo aan
Mieke is gehecht gaat met hen mee.
Dit verhaal verscheen bijgebonden bij Lydia v.d. Mark: Haar reis naar huis (zie no.
0612).

0619 "Winter, Minnie de. De drie; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman,
[1935]. 222 blz. Vindplaats: KITLV cc 1689 N

Speelt in een Nederlands artsengezin in Bandoeng met opgroeiende dochters. De


vader wordt volkomen door zijn praktijk in beslag genomen en de moeder is een
uithuizige en prikkelbare vrouw. Wanneer de oudste dochter op haar bestemming
raakt probeert zij een scheiding tussen haar ouders te voorkomen. Bevat een
fragment over kinderen van de Hollandsch-Chineesche kleuterschool.

0620 [Witzenburg, A.HJ. van]. De schat van de Boroboedoer, [uitgegeven door de Kruis-
vaarders van St. Jan]. Rijswijk (Z-H), Nieuwvoorde, [1935]. 152 blz., ills. [Leesboek
voor de Hogere Klassen der Katholieke Lagere School; no. 2.] Vindplaats: KITLV
cc 400 N (titelpagina met volledige gegevens ontbreekt)

Science-fictionachtig verhaal. Bevat Indische fragmenten over de ontdekking van een


geheime inscriptie op een afbeelding van de Boroboedoer. Gegevens hierover liggen
in een klooster te Lhasa in Tibet.

0621 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Twee Hollanders in het oerwoud; [geïllus-
treerd door Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1935]. 142 blz. Herdrukken: 2e
druk [1937]. Vervolgd als: Onder de Papoea's (zie no. 0717). Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 114 N

De vriendschap tussen de ervaren Zeeuwse zendeling Harpert Kozijnse en de jonge


bestuursambtenaar Gijsbert Hardeman, door iedereen kortweg Habébé genoemd. Ze
Geannoteerde bibliografie 225

werken in het gebied van Waropen en Awek. Hun opvattingen ten aanzien van het
bestraffen van het koppensnellende stamhoofd Diramaoe verschillen hemelsbreed.
De jonge bestuursambtenaar komt daardoor in een levensgevaarlijke situatie te
verkeren omdat geweld en gezag niets uithalen om de Papoeabevolking aan het
Nederlands bestuur te onderwerpen. Hij leert inzien dat de adat hen doet moorden
uit vrees. Alleen een liefdevol optreden is de basis tot samenwerking. Een jonge
christen-Papoea, een goeroe, vertelt aan de bestuursambtenaar het
scheppingsverhaal van Urib en Tawai en geeft een verslag van zijn inwijdingsritueel
van jongen tot man toen hij werd opgenomen als 'slangenridder' van zijn stam.
Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschoolvereeniging.

0622 Zanden, P. van der. Geurt Boots vaart naar Indië; Historisch verhaal voor jongens over
de eerste zeereis naar Oost-Indië; geïllustreerd door Charles Boost. Helmond, Boeken
Handelsdrukkerij 'Helmond', [1935]. 157 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 44A.]
Vindplaats: KITLV cc 1048 N+

Veertienjarige Amsterdamse zeemanszoon mag in 1595 mee op de vloot van


Cornelis de Houtman, op zoek naar Oost-Indië. De reis is vol ontberingen en de
noordkust van Java is onveilig. Alleen op Bali worden contacten gelegd. In 1597
komen de schepen behouden terug in Amsterdam.

0623 Zeggelen, M[arie] C. van. Een dessajongen; Vrij naverteld door L. Gerlach; met tekn.
van A. Boumeester. Assen, Van Gorcum, [1935]. 46 blz. [Naar 't Zonlicht Toe; no.
25.]
Herdrukken: 2e druk [1949]; Oorspronkelijk verschenen in 1904 onder de titel Jong
Java's lief en leed door M.C Kooy-van Zeggelen (zie no. 0212). Vindplaats: Ie druk
Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 617 N

0624 Zimmerman, A. [ps. van C. Kijdsmeir Jr.]. Wij kijken omhoog; Een Indisch jongens-
boek over vliegen en vliegers; met een voorwoord van H. Nieuwenhuis. Amsterdam,
Kolff, [1935]. 147 blz., afbn., facs., kit., tekn. en prtn.
Herdrukken: Ook verschenen in 1936 te Amsterdam, Blitz. 298 blz., afbn., krt.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV u 335

Bevat een korte inleiding over de uitvinding en de ontwikkelingen van het vliegen en
de vliegmachine. Daarna komt de nadruk te liggen op de Indische luchtvaartgeschie-
denis, de oprichting in 1928 van de Koninklijke Nederlandsch Indische Luchtvaart
Maatschappij (KNILM) te Batavia met de verschillende luchtlijnen over Java en
Sumatra en de Indische Marinevliegdienst te Soerabaja. Ook wordt uitvoerig
ingegaan op de keuring en opleiding van beroepsvliegers. Tot slot komt de sportvlie-
gerij nog ter sprake en de eerste solovlucht.

0625 Beek, Henk van. Toewan Tijger, 2e druk; [stofomslag en] tekeningen van Gerrit de
Morée. [Helmond], Boekdrukken) 'Helmond', 1936. 64 blz. [Lief en leed uit het
leven der dieren; serie Uitheemse Dieren, deel II A.] Vindplaats: Ie druk onvindbaar
(1936); 2e druk OBA/KITLV cc 1786 N (fotokopie)
226 Geannoteerde bibliografie

In het noordoostelijk deel van Sumatra worden de inwoners van een kleine kam-
pong, maar ook Nederlandse kolonisten, voortdurend belaagd door een tijger. Het
eerste slachtoffer is het zoontje van Sai'dja. Op een inheemse manier gaat Sai'dja het
bloeddorstige dier letterlijk te lijf.

0626 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn; (Een roman voor oudere meisjes). Zutphen, Thieme,
1936. 324 blz.
Herdrukken: 3e druk Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1957]. 240 blz.;
Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 183 blz., afbn.
[Witte Raven Jeugdpockets; no. M 134.]. Vervolgd als: Hermelijn's huwelijk (zie no.
0684). Vindplaats: Ie druk BBJ; 3e druk KITLV cc 1270 N; Herdruk KITLV cc 1040
N

Marian Manders ('Hermelijn') is met haar familie uirlndië naar Nederland gerepa-
trieerd. Ze voelt zich onwennig en verloren op het lyceum, maar de komst van een
nieuwe leraar brengt daar verandering in.

0627 Franke, S. Kantjil, het dwerghertje; geïllustreerd door H. Verstijnen. Alkmaar,


Kluitman, [1936]. IV, 192 blz. [Serie 'Paedagogische Boeken'.] Herdrukken: 2e
druk [c. 1938].
Bevat 'De legende van den waringin', ontleend aan Jos. Meijboom-Italiaander,
Javaansche sagen, mythen en legenden (zie no. 0380). Vindplaats: OLBG/BBJ

Speelt in een dessa op Midden-Java, onder de rook van de vulkaan Merapi, waar de
jager en dessaman Pah Kariman een moederdwerghert heeft gevangen voor een rijke
Chinees. Nina, zijn dochtertje, ziet aan de ogen van het dwerghert dat het een jong
heeft. Ze gaat naar het bos en vindt Kantjil, het dwerghertejong. Het volgt haar naar
de dessa. Op de pasar in de stad raakt ze Kantjil kwijt. Een Chinese jongen neemt
het mee voor Sun, zijn zieke zusje, die door de komst van het dwerghertje geneest.
Nina krijgt bezoek van Kwi-Hang-Li, de vader van Sun. Hij biedt zijn verontschuldi-
gingen aan en vertelt hoe zijn zieke dochtertje naar een dwerghertje heeft verlangd.
Hij wil het diertje kopen, maar Nina voelt daar niets voor. Sun mag het dwerghertje
van haar houden. Na maanden komt er een pakje voor Nina: een portret van Sun
met Kantjil, gevat in een sierlijk en kunstig bewerkt medaillon. De komst van Kantjil
heeft niet alleen Sun genezing gebracht, het heeft ook haar hooghartige Chinese vader
en broer milder gestemd ten opzichte van de eenvoudige Javaanse mensen, en Nina
en Sun tot twee gelukkige vriendinnen gemaakt. Het verhaal ademt een sfeer
waarin het karakteristieke van de Javaanse en Chinese samenleving tot uiting komt.

0628 Franken, Nanny. Nonnie's proeftijd; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Alkmaar,
Kluitman, [1936]. 192 blz. [In de Vacantie; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes; Serie
B, Meisjesboeken.] Vervolgd als: Zuster Nonnie (zie no. 0652). Vindplaats: KITLV cc
428 N

De zestienjarige verwende Nonnie van Kol, afkomstig uit een Nederlands zaken-
milieu, is naar Nederland gekomen om haar HBS-opleiding te voltooien. Als
Geannoteerde bibliografie

betalend logé woont ze bij een leraarsgezin in Den Haag. Door het prettige tehuis
weet ze haar aanpassingsproblemen te overwinnen.

0629 Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber]. Indische jongens; [met pentekeningen van
Sierk Schröder]. Nijkerk, Callenbach, [1936]. 157 blz., krtn. Vervolg van: Indische
Joop (zie no. 0549). Vindplaats: KTTLV cc 601

Nederlandse schooljongens uit Weltevreden (Batavia) gaan logeren op een koffie-


plantage bij Ambarawa. Van daaruit maken zij een uitstapje naar de haven van
Semarang en de Boroboedoer. Ook zijn ze aanwezig bij een tijgerjacht. Twee van de
jongens reizen door naar Celebes, waar ze in de Toradja-landen een dodenfeest en
een hanengevecht meemaken en in aanraking komen met het werk van de zending.

0630 Groot, ThJoh. de. De zwarte zeerover, geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1936]. IV, 188 blz. Vindplaats: PB

Bevat een Indisch fragment en speelt ten tijde van de VOC. Marius, een wees,
vertrekt als scheepsjongen in 1613 met de 'Stadt Hoorn' uit Amsterdam naar de
Specerij-eilanden (de Molukken). Voorbij het Kanaal wordt de Oostindiëvaarder
door een Spaans kaperschip overmeesterd en tot zinken gebracht. Marius en een
aantal overgebleven bemanningsleden komen tezamen met de meest kostbare lading
aan boord van het kaperschip. De kapitein kiest Marius uit om opgeleid te worden
tot zeerover; de overige Hollandse bemanningsleden worden in Algerije als slaven
verkocht. Het kaperschip zeilt naar het vasteland van Zuid-Amerika om van daaruit
scheep te gaan naar Oost-Indië. Na veel omzwervingen strandt het schip bij de
Galapagos-eilanden, waar muiterij ontstaat. Marius en de Nederlandse schepeling
Livio blijven achter.
Ruim twee jaar later komt een konvooi van Nederlandse schepen in de baai te
liggen. Marius en Livio worden aan boord gehaald waar zich ook Jan Pieterszoon
Coen bevindt. Hij neemt de beide jongemannen mee naar Jacatra waar ze in 1619
meehelpen om de factorij te verdedigen tegen de Engelsen en de Bantammere.

0631 Hilgers, Th.J.A. Als de gamelan speelt; Roman uit het Indische jeugdleven. 's-Graven-
hage, Veenstra, [1936]. 286 blz. Vindplaats: KITLV cc 660

Deze jeugdroman is opgedragen aan de nagedachtenis van Raden Adjeng Kartini.


Haar ideaal - de educatie van de inheemse bevolking - is het thema van dit verhaal.
Daarbij komt ook het opiummisbruik en het opkomend nationalisme ('Indië los van
Holland') uitvoerig ter sprake in een groepje middelbare scholieren van verschillend
milieu en ras op West-Java.
Een ervaren Hollandse koffieplanter stimuleert deze jongelui om het ideaal van
Kartini te verwezenlijken. Op zijn onderneming richten zij een 'Kartini Paviljoen' op
waar ze zieken kunnen verplegen en een eenvoudig schooltje huisvesten om prakti-
sche vakken, zoals handenarbeid en tuinbouw, aan inheemse kinderen te onderwij-
zen.
228 Geannoteerde bibliografie

Ook de wederzijdse gevoelens van de jonge mensen worden beschreven, speciaal die
van het Nederlandse meisje Rie en van de aristocratische Javaan Ismangoen. De
koffieplanter houdt een vurig betoog tegen Ismangoen over het zinvol dienen van
zijn land en volk, in plaats van toe te geven aan opstandige nationalistische gedach-
ten die slechts leiden tot verbanning naar Nieuw-Guinea.

0632 Hölscher, To. Niek en Miek uit Indië; geïllustreerd door Johanna Bijvoet. 's-Herto-
genbosch, Mosmans, [1936]. 66 blz. Vindplaats: KDC/KITLV cc 1078 N

Verloftijd van een Nederlands katholiek gezin uit Indië (Java) in Holland. Korte
beschrijvingen van de bootreis, het leven aan boord en het verblijf bij familie.

0633 Kerstboek van Zonneschijn 1936; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap. Utrecht,
De Haan, 1936. 48 blz., ills.
Bevat de Indische verhalen: 'Stemmen uit Indië' door M. Doekes-de Wilde met
illustraties van Nans van Leeuwen (blz. 33-36) en 'Pierewiets heerlijkste Kerstfeest'
door M. Wally-Roelofsma met illustraties van Nans van Leeuwen (blz. 43-48).
Vindplaats: KITLV cc 1370 N+

'Stemmen uit Indië'. Twaalfjarig Hollands meisje is voor haar schoolopleiding bij
familie in Nederland en viert voor het eerst een witte Kerstmis. Als verrassing komt
op het postkantoor een telefoongesprek met haar ouders in Indië. 'Pierewiets
heerlijkste Kerstfeest'. Aan huis van een kapiteinsgezin in Atjeh wordt voor de
Hollandse militairen met hun inheemse vrouwen en kinderen uit de kazerne een
onvergetelijk Kerstfeest gevierd.

0634 Koning, Johan. 600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen; met illustraties en
bandtekening van Jo Spier. 's-Gravenhage, Van Goor, [1936]. 207 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1372 N+

Bevat Indische fragmenten en vertelt over een bootreis van Nederlandse middelbare
scholieren die langs de Noorse kust varen met de 'Tarakan', een schip dat ook dienst
doet voor Mekkagangers. De afdeling toiletten wordt door de jongelui gekscherend
omgedoopt tot 'Mekka' omdat de pelgrims op de hadj van Priok naar Djeddah niet
veeleisend zijn wat betreft scheepsaccommodatie. Aan de Noorse wal vindt een
ontmoeting plaats met het Indische meisje Toetie Weber, afkomstig uit Batavia.
Adressen worden uitgewisseld want na Noorwegen gaat Toetie naar het Haags
conservatorium. Zie ook: Dick Laan. Tarakanner tegen wil en dank (no. 0635).

0635 Laan, Dick. Tarakanner tegen wil en dank; [bandtekening van Rein van Looy];
geïllustreerd [met foto's]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1936]. 268 blz.
[De Goede Kameraad; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes.] Bevat poëzie.
Vindplaats: KB
Geannoteerde bibliografie 229

Een pelgrimsboot voor Mekkagangers uit Nederlands-Indië doet nu dienst als


kampeerschip voor Hollandse middelbare scholieren die een reis naar Noorwegen
maken.
Zie ook: Johan Koning. 600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen (no. 0634).

0636 Nachenius-Roegholt, A.M. De wereld draait om Jessie; geïllustreerd door Rie


Reinderhoff. Alkmaar, Kluitman, [1936]. III, 203 blz. [ Meisjes-roman-serie.]
Herdrukken: 2e druk [c. 1939]; 3e druk geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1950]. 200 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk SKBQ 3e druk
Brinkman

Het verhaal speelt in Nederland in een Hollands milieu. Het bevat een paar korte
fragmenten over een jongeman die na zijn studie Indisch recht en Maleis een baan
in Indië krijgt in de zaak van zijn vader. Wanneer hij met vrouw en baby in Neder-
land aankomt, maakt een dienstmeisje opmerkingen over de baboe, zoals: 'Al bracht
ze Papoea's en Hottentotten mee, mijn is het best, hoor! Maar ik zal dat zwartje in
de gaten houden, als ze bij de kleine meid is.' En even verder: 'Denkt U nou
werkelijk ook, dat zoo'n mensch niet afgeeft, mevrouw?'

0637 Oehmke, T.R.L. Waar kris en klewang dreigden; Een episode uit den heldenstrijd op
Atjeh, 1895-1897; met een voorwoord van C.J. Snijders. Amsterdam, Noord-Holland-
sche Uitgevers-Mij, 1936. X, 243 blz., krt. Vindplaats: KITLV c 493

Een oud-adjudant-onderofficier van het KNIL vertelt dit historisch-romantisch


verhaal. De belangrijkste personages zijn aan de werkelijkheid ontleend. Drie
jongemannen vertrekken in 1896 als koloniaal naar Indië. Eén van hen geeft aan
boord blijk van crimineel gedrag en eenmaal in Atjeh aangekomen deserteert hij uit
het leger. Hij sluit zich aan bij de vijand, een groep rebellerende Atjehers.
Intussen is de Atjeh-oorlog in volle gang en beleven de twee andere militairen een
benarde situatie. De benteng waarin zij zijn gelegerd wordt bestormd door Atjehers,
bedwelmd door opium; zij zijn opgehitst door de roemruchte Panglirna Toekoe
Oemar. Een dappere inheemse soldaat van het KNIL stelt zich beschikbaar als
koerier om versterkingen te vragen aan de stafchef, Van Heutsz. Na afloop van de
strijd krijgen de twee soldaten de Militaire Willemsorde opgespeld door Van Heutsz
en worden ze opgenomen in het zojuist opgerichte 'Corps Marechaussee'. Dit verhaal
is speciaal voor de rijpere jeugd geschreven, zowel voor jongens als meisjes, om
hun aandacht te vestigen op hetgeen de Nederlandse, de Nederlands-Indische, de
Javaanse en de Ambonese soldaat in Atjeh aan dapperheid en trouw heeft bewezen.

0638 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Tinker's vrienden; met tekn. van
Hans Borrebach. Amersfoort, Valkhoff, [1936]. 194 blz.
Herdrukken: 3e druk met omslagtekening en illustraties van Hans Borrebach. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1954]. 156 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat; 3e
druk BBJ/KITLV cc 1172 N

Omdat haar vader majoor is bij het leger in Indië en haar moeder overleden, woont
Katinka ('Tinker') bij haar stijf-deftige grootouders in Nederland. Haar saaie leventje
230 Geannoteerde bibliografie

wordt doorbroken door de vriendschap met een klasgenootje wat verrassende


gevolgen heeft.

0639 Renes-Boldingh, M.A.M. Vaders held; geïllustreerd door G.A. Femhout. Rotterdam,
Voorhoeve, [1936]. 111 blz. Vindplaats: KITLV cc 442

Dirk, enig kind van een Hollandse houtvester op Sumatra, gaat met zijn Batakse
klasgenoten kamperen. Een levensgevaarlijke dwaaltocht door het oerwoud en het
doortastend optreden bij het auto-ongeluk van zijn vader maken hem tot een flinke
knaap.
Goedgekeurd door de Jury der Prijsvraag voor het beste christelijke jeugdverhaal.

0640 Reijnen, Gertrud [ps. van A. Berkvens-Hulsmans]. De brief uit Indië; Een spannend
verhaal voor jonge meisjes; geïllustreerd door Gerrit de Morée. [Helmond, Boek- en
Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1936]. 155 blz. [Geïllustreerde Meisjesbibliotheek; no.
46.]
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV
cc 2372 N+

Na de dood van haar moeder moet Nonnie Slotemakers van haar vader, die
inspecteur is te Soerabaja, naar Holland. Daar komt ze bij twee ongetrouwde zusters
van haar moeder in huis. De tantes hebben begrip voor haar heimwee en zorgen dat
ze eerst aansterkt alvorens ze naar de middelbare school gaat. Wanneer Nonnie zich
zorgen maakt over het uitblijven van een brief van haar vader is ze ondertussen
gewend aan het leven in Nederland.

0641 Schoonevelt, Fine. Siti, het waroengmeisje; bandontwerp en illustraties van M.CA.
Meischke Jr. Delft, Meinema, [1936]. 91 blz. Herdrukken: 5e druk [1952]. 86 blz.; 8e
druk [1957]. 78 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk KITLV cc 320 N en cc
876 N; 8e druk Brinkman

Bij een suikeronderneming op West-Java drijft de Javaanse Maryam met haar


dochtertje Siti een goedlopende waroeng, totdat een auto de waroeng ondersteboven
rijdt en Maryam om het leven komt. Haar man hertrouwt en Siti wordt door haar
stiefmoeder voor ƒ 50 verkocht als werkmeisje aan een gierige, wrede Arabier. Siti
loopt weg naar njonja De Lange van de suikerfabriek, die haar niet als baboe, maar
als pleegdochter aanneemt. Als de malaise in de suikercultuur uitbreekt verhuist
de familie naar Bandoeng waar Siti naar de zendingsschool gaat en omgang heeft met
leeftijdsgenoten. De economische toestand op Java verslechtert. Mijnheer De Lange
kan geen andere betrekking vinden. De familie wil terug naar Nederland, maar ze is
erg gehecht aan Siti. Op advies van de directeur van de zendingsschool blijft Siti in
Bandoeng achter, omdat Indië jonge vrouwen nodig heeft die wat voor hun volk
kunnen betekenen. Onverwachts staat Siti oog in oog met haar vader. Hij ziet er ziek
en haveloos uit en vraagt om hulp, want zijn tweede vrouw is weggelopen. Siti brengt
een groot offer: ze verlaat de school en gaat voor haar vader zorgen. Daarnaast begint
ze een waroeng, waar ze niet alleen eetbare zaken verkoopt, maar
Geannoteerde bibliografie 231

tegelijkertijd probeert de kinderen van haar klanten met het evangelie in aanraking
te brengen.

0642 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Tussen sawahs en bergen; met tekeningen van Rie
Reinderhoff. Amersfoort, Valkhoff, [1936]. 152 blz. Vindplaats: KITLV cc 556

Na een kort verblijf in Nederland komt een Hollands gezin terug in Bandoeng. De
kinderen gaan als vanouds weer naar school, maken uitstapjes en vieren een
'Hollandse Kerst'. De omgang met de bedienden is op vertrouwelijke voet. Op
uitnodiging van hun kokkie mogen ze naar de selamatan voor het besnijdenisfeest
van haar kleinzoon in een nabij gelegen kampong.

0643 Soest, Ems LH. van. Joke wordt mensch; Meisjesroman uit Indië; geill. door B. Midde-
righ-Bokhorst. Alkmaar, Kluitman, [1936]. IV, 237 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc
1170 N

Hollands meisje uit Midden-Java, zonder levenservaring en met een ouderwets


beschermde jeugd, logeert in een mondain zakenmilieu te Soerabaja. Door het
oppervlakkige leventje leert ze haar eigen familie waarderen. Liefde voor een jurist
brengt haar tot volwassenheid.

0644 Tervooren, Lina. Een rare familie. Haarlem, Drukkerij 'De Spaarnestad', [1936]. 160
blz., ills. [Jeugdbibliotheek; no. 95.] Vindplaats: PB

In de crisisjaren brengt een Hollands ingenieursgezin uit Soerabaja met hun baboe
de verloftijd in Nederland door. In het dorpje waar ze wonen valt hun origineel en
spontaan gedrag op. Hun houding heeft een positieve uitwerking op de roddelende
dorpsgemeenschap.

0645 Voorhoeve, R[udy]. De jagers van de Tamirivier; Avonturen in de oerwouden van


Nieuw-Guinea; [met een voorwoord van J. Tideman]; met illustraties van F. Ockerse.
Amsterdam, Veen, [1936]. 191 blz.
Herdrukken: Herdruk. [Met l kleurenplaat van F. van Bemmel]; illustraties van F.
Ockerse. Amsterdam, Veen, [1950]. 215 blz.; Herziene uitgave verscheen onder de
titel: Tiliauw en de medicijnman. Amsterdam enz., Elsevier, 1962. 159 blz. [FJsevier
jeugdpockets; no. J 2.].
Vervolg van: Tiliauw, de Sawia (zie no. 0585).
Vervolgd als: Tiliauw en het geheim van de kloof (zie no. 0735).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 863 N; Herdruk KITLV cc 376 N; Herz. uitg. BBJ

Tiliauw is terug in zijn dorp, Sawia-Arso. Na de dood van zijn vader is de medicijn-
man Ratunasoa tijdelijk stamhoofd geweest. Nu is Tiliauw het hoofd en dat zint
Ratunasoa niet. Hij is jaloers op Tiliauw en heeft hem zijn hond Frao afgetroggeld.
Ratunasoa vlucht naar de Njao's, een vijandige stam. Tiliauw gaat hem achterna,
maar wordt gevangen gehouden door het dorpshoofd van de Njao's. Taoeri, het
dochtertje van het dorpshoofd, bevrijdt Tiliauw die kort daarop Ratunasoa onscha-
232 Geannoteerde bibliografie

delijk maakt en Frao weer terug heeft. Slechts voor korte tijd, want ze wordt door
een krokodil gepakt. Met een groep mannen en vrouwen van zijn dorp trekt Tiliauw
naar de kust en sticht daar een nieuw dorp, Tanah Poeti (Witte Aarde), waar geen
vijandige buren zijn.
De kustpapoea's schakelen de politie in. Ze hebben het niet zo begrepen op de
bospapoea's die hun kokosnoten wegroven. Bovendien bezit Tiliauw een geweer en
dat is verboden. Hassan de jager, die de Sawia's aan wapens heeft geholpen moet de
gevangenis in en Tiliauw komt er door bemiddeling van zijn goeroe goed af. In de
herziene pocketuitgave ontbreekt het voorwoord van J. Tideman.

0646 Winter, Minnie de. Mamma Inez; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1936]. 220 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: OLBG/KITLV cc 1208 N

In een Nederlands milieu in de omgeving van Bandoeng heeft na de dood van haar
moeder en haar schoonzusje de vierentwintigjarige Inez de zorg voor beide huishou-
dens op zich genomen. Door haar opofferingsgezindheid zou ze bijna haar eigen
levensgeluk verspelen.

0647 Artz, Marcel J.A. Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde; met illustraties en bandteke-
ning van Hans Borrebach. 's-Gravenhage, Van Goor, [1937]. 252 blz. Herdrukken:
Herdrukt onder de titel: Met Dikke Gijs het luchtruim in; met tekeningen van Hans
Borrebach en Piet Stempels. 's-Gravenhage, Van Goor, [1943]. 408 blz. 3 delen in l
band. Deel 1. Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde. Deel 2. Met Dikke Gijs over
de Equator. Deel 3. Dikke Gijs geeft opnieuw contact. Vindplaats: Ie druk
Uitgeverscat.; Herdruk KITLV cc 1474 N

Het eerste deel bevat een Indisch fragment over een vliegtocht van Nederland naar
Nederlands-Indië via Duitsland, Rusland en China.

0648 Boone-Swartwolt, I.C de en A. Hamaker-Willink. Het nieuwe omnibus-boek voor onze


kinderen; Tweede rit; met veel plaatjes en tekeningen; samengesteld door -.
Amsterdam, Meulenhoff, [1937]. 148 blz.
Bevat het Indische verhaal 'Hoe Marto een fiets kreeg' door L. van Suchtelen-
Leembruggen. Vindplaats: PB

Bij een bandjir op Midden-Java redt de dessajongen Marto het leven van het
karbouwenhoedertje Kromo.

0649 Bree, L. van. Joost, de 'Indiaan'; Een verhaal voor jongens en meisjes; illustraties van
Nans van Leeuwen. Rotterdam, Van Nelle, 1937. 152 blz. Vindplaats: KITLV cc 1529
N

In Indië heeft Joost op school achterstand opgelopen door ziekte en doordat zijn
vader is overgeplaatst naar een klein dorp in de rimboe. Zijn ouders sturen hem
naar familie in Nederland voor een goede schoolopleiding. Het royale en ruime
Geannoteerde bibliografie 233

leven in de Oost tegenover het eenvoudige leven op een Amsterdams bovenhuis


maakt dat Joost in de ogen van zijn familieleden en klasgenoten vaak opschept en
overdrijft. Door de tijd heen leert Joost zich aan te passen in gezins- en school-
verband.

0650 Cramer-Schaap, D.A. Kerstboek van Zonneschijn; Samengesteld door -. Utrecht, De


Haan, 1937. 47 blz., ills.
Bevat het Indische verhaal van R[udy] Voorhoeve: 'Ga het licht tegemoet, dan
blijven de schaduwen achter je' (blz. 19-22). Vindplaats: KITLV cc 1315 N

Kort verhaal over een Nederlandse jongeman die tijdens een jachtpartij in het
oerwoud van Sumatra verdwaalt.

0651 Entrop, G[errit] en N[ico]. Met onze kano naar Indië; De avonturen van twee Indië-
vaarders. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1937]. 224 blz., prtn. en afbn. Vindplaats:
KIT/KITLV 2413 N

Een reisverslag van twee Haarlemse jongemannen die in 1935, ondanks welgemeen-
de raad en bezwaren van familie en kennissen, met hun eigengebouwde kano 'Kali
Mas' naar Indië peddelen. Door de economische malaise zijn ze beiden werkloos
geworden en hopen nu in Indië een bestaan te kunnen opbouwen. Na twee jaar
zetten ze voet aan wal in de haven van Tandjong Priok. Gerrit krijgt een baan als
typograaf in Batavia en Nico gaat aan de slag bij een grote industriële onderneming
in Soerabaja.
Hoe het verder allemaal is afgelopen staat in het artikel van Rudie Kagie 'Koene
peddelaars van de jaren dertig' in NRC-Handelsblad van zaterdag 18 mei 1985. Uit
bovengenoemd artikel blijkt dat Gerrit en Nico in Soerabaja zijn geboren. Hun vader
bekleedde een hoge rang bij de marine. Door een noodlottig ongeval in een
scheepsruim kwam hij te overlijden. In 1923 kwam de weduwe Entrop met haar
kinderen naar Nederland en vestigde zich in Haarlem.

0652 Franken, Nanny. Zuster Nonnie; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1937]. 191 blz. [Serie 'De Nieuwe Leeskring'.] Vervolg van: Nonnie's
proeftijd (zie no. 0628). Vindplaats: KITLV cc 1385 N

Na haar eindexamen HBS in Den Haag gaat Nonnie van Kol terug naar haar ouders
in Batavia. Aan boord van het passagiersschip maakt ze kennis met de scheepsarts
Joop Gerlings. Wanneer Nonnie weer is opgenomen in het uitgaanswereldje van
Batavia krijgt ze onverwacht een brief van Joop. Ze neemt dan haar besluit en gaat
terug naar Nederland om in Amsterdam een verpleegstersopleiding te volgen.
Indonesiërs komen alleen als bedienden ter sprake: bijvoorbeeld een dansavond aan
boord. 'De zwartjes hadden 't druk met 't ronddienen van allerlei verfrisschenden
dranken, cocktails en sandwiches.' (blz. 24).

0653 Ginkel, A.J. van, en T. van Buul. Het luchtvaartboek voor de jeugd; Een leesboek over
de luchtvaart voor het gezin, de hoogste klassen van lagere scholen en voor het voortgezet
234 Geannoteerde bibliografie

onderwijs; verlucht met talrijke foto's, pentekeningen en kaarten. Bussum, Van


Dishoeck, [1937]. VI, 156 blz. Vindplaats: KITLV u 490 N

Bevat het hoofdstuk 'De luchtweg naar Indië' (blz. 111-128). Een Hollandse ULO-
scholier maakt met zijn oom - een welgesteld zakenman - tijdens de kerstvakantie
een retourvlucht naar Batavia met een Douglas DC III van de KLM. De reis is door
oom betaald en bedoeld als een grote repetitie van de aardrijkskundeles over Azië.
Over het verblijf op Java wordt weinig informatie gegeven.
Tegelijkertijd verscheen een zelfde editie onder de naam: Een leesboek over de
luchtvaart voor het gezin, de hoogste klassen van lagere scholen en voor het voortgezet
onderwijs.

0654 Groothedde, I[vo] F.J. De avontuurlijke vacantie van Fer en Nonnie; [bandontwerp en
illustraties van Mies Deinum]. Haarlem, De Spaarnestad, [1937]. 160 blz. [Jeugdbibli-
otheek; no. 83.] Vindplaats: KITLV cc 1515 N

Over samenzwering en wraak van het vroegrijpe zoontje van een Nederlandse
bestuursambtenaar en zijn Chinese klasgenoot. Met behulp van een inheemse
bediende laten zij op een misdadige manier Nonnie, het dochtertje van de Neder-
landse hoofdonderwijzer in Lota (omgeving van Menado op Celebes), ontvoeren. Dit
verhaal schetst het isolement van Europese kinderen op een kleine plaats in de
Buitengewesten, zoals de tweeling Fer en Nonnie, die sterk op eikaars gezelschap
zijn aangewezen.

0655 Groothedde, I[vo] F.J. De tijger van Kloemboeng; [bandtekening en illustraties van
Frans Piet]. Haarlem, De Spaarnestad, [1937]. 167 blz. [Jeugdbibliotheek; no. 88.]
Vindplaats: KITLV cc 1256 N

Op geheimzinnige wijze verdwijnen geiten en karbouwen uit een Javaanse dessa.


Tovenaar Bagiro zegt dat de tijger die hieraan schuldig is niet mag worden gedood.
Bovendien eist hij dat de bevolking meer moet offeren aan de geesten. Kees, zoontje
van een Hollandse suikerplanter, heeft dit gehoord van Sidin die op de suikerfabriek
werkt. Dan gaat Kees met zijn vader en een groepje Javanen op onderzoek uit. Met
veel moeite krijgt men de 'tijger' in handen. Er volgt een grote slamatan die eindigt
met een kètjoe-partij bij de suikeronderneming.

0656 Heijden, J.H. van der. Hoe Menko over de brug kwam; platen van Ko Koster.
[Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 107 blz. [Serie: Waar is
Menko Minkema?; no. 1.]
Vervolgd als: Menko ontmaskert den 'Bonze' (zie no. 0657).
Vindplaats: KITLV cc 2371 N+

Menko Minkema is uit Hollandse ouders geboren in het binnenland van Nieuw-
Guinea waar zijn vader een grote houtzagerij beheert waar Papoea's en Chinezen
werken. Het klimaat is voor de kleine Menko funest en zijn moeder brengt hem naar
Nederland waar ze hem achterlaat bij haar familie in Den Haag die een pension
houdt. Als Menko dertien jaar is moet hij in zijn vrije tijd meewerken om de gasten
Geannoteerde bibliografie 235

te bedienen. Hij voelt zich misbruikt en zijn heimwee naar zijn geboorteland wordt
versterkt tijdens het huwelijksfeest van prinses Juliana. Op straat ziet hij mensen uit
Indië, zoals een groepje kolonialen met gebruinde gezichten, baboes in sarong en
kabaja met kinderen aan de hand... De drang om naar Indië te gaan is zó groot dat
hij het kosthuis van zijn oom en tante ontvlucht.

0657 Heijden, J.H. van der. Menko ontmaskert den 'Bonze'; [met] platen van Ko Koster.
[Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 117 blz. [Serie: Waar is
Menko Minkema?; no. 6.]
Vervolg van: Hoe Menko over de brug kwam (zie no. 0656).
Vervolgd als: Het vliegtuig in de rimboe (zie no. 0658).
Vindplaats: KITLV cc 1859 N+

Bevat Indische fragmenten.


In Nederlands Nieuw-Guinea wonen de ouders van Menko Minkema. Zijn vader
houdt zich bezig met de ontwikkeling van katoenplantages en raakt op een tocht
door het binnenland gewond. Menko die in Nederland woont wordt verzocht naar
huis te komen. Intussen heeft hij nog kans gezien in het pension in Den Haag waar
hij verbleef een geheime bende te tippen. Van Amsterdam reist Menko met de
mailstomer 'Johan van Oldenbarneveldt' naar Singapore. Daar stapt hij over op een
Chinese vrachtboot die hem dwars door de wateren van Nederlands-Indië naar
Merauke voert waar zijn ouders hem verwelkomen.

0658 Heijden, J.H. van der. Het vliegtuig in de rimboe; platen van Ko Koster. [Helmond,
Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 121 blz. [Serie: Menko in den
vreemde; no. 1.]
Vervolg van: Menko ontmaskert den 'Bonze' (zie no. 0657).
Vervolgd als: De geheimzinnige Yamadan (zie no. 0659).
Vindplaats: KITLV cc 2317 N+

De veertienjarige Menko is thuis bij zijn ouders in Nieuw-Guinea, waar zijn vader in
de omgeving van Merauke een stuk oerwoud ontgint voor een aan te leggen
katoenplantage. Gerdes, zijn assistent, wil dolgraag weg uit deze verlaten negorij,
waar behalve Marindinezen (Papoea's) nog een aantal Chinezen werkzaam is. Vooral
als er een 'koei' - een koppensnellersfeest - wordt gevierd door Papoea's van
Sangasee.
De noodlanding van een Junker-vliegtuig dat Nieuw-Guinea verkent voor een
Amerikaanse katoenindustrie, brengt Menko in zijn element omdat hij vliegenier wil
worden. Met veel handigheid repareert hij een defect onderdeel. De piloot haalt
Gerdes over om op de plantage te blijven, zodat Menko voor een vliegeniersoplei-
ding naar Batavia kan gaan. Daar zal de Chinees Tai Fa Min hem op weg helpen.
Alvorens naar het adres van de Chinees te gaan loopt Menko langs de grote Pasar
Gambir, een kleurrijke jaarmarkt waar hij zijn ogen uitkijkt.
Tai Fa Min woont aan de brede doorgang naar Pasar Baroe, waar Menko de kluts
kwijt raakt door de vele Chinese poorten. Geheel onverwacht staat hij al in het huis
van Tai Fa Min die inmiddels is overleden en staat opgebaard. Van een oude
Chinees krijgt Menko de uitnodiging dat hij welkom is bij de uitvaart van zijn zoon
in het dodenhuis op het kerkhof van Djatti. Menko keert onverrichterzake terug op
straat, waar hij doodmoe op een bank in slaap valt.
236 Geannoteerde bibliografie

0659 Heijden, J.H. van der. De geheimzinnige Yamadan; platen van Ko Koster. [Helmond,
Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1937]. 119 blz. [Serie Menko in den
Vreemde; no. 2.]
Vervolg van: Het vliegtuig in de rimboe (zie no. 0658).
Vindplaats: KITLV cc 2394 N (fotokopie)

In Batavia is Menko aanwezig bij de uitvaart van de welgestelde en invloedrijke


Chinees Tai Fa Min, die zou bemiddelen voor een opleiding tot vliegenier. Op het
Chinese kerkhof wordt Menko opgesloten in de dodenschuur door Djaoud Pingsi,
een vertegenwoordiger van de begrafenisonderneming Hong Gie Soen. Het kantoor
van genoemde firma huisvest echter ook nog een speelhol, een opiumkit en een
kantoor van de Japanse spion Yamadan San. Door tussenkomst van Djaoud Pingsi
wordt Menko door Yamadan geronseld voor de Japanse staatsdienst. De keuring
voor de Japanse militaire luchtvaartdienst valt positief uit voor Menko, maar na
lezing weigert hij het zesjarig contract te ondertekenen.

0660 Heymans, Justus. Als sportvlieger naar Indië en terug; Gevlogen en verteld door -;
geïllustreerd [door Bernard van Vlijmen]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf,
[1937]. 182 blz., krt., foto-ills., tabn. [De Goede Kameraad; Bibliotheek voor Jongens
en Meisjes.]
Vindplaats: KITLV k 223 (verkeerd gebonden exemplaar; ontbreken blz. 18, 19, 22,
23, 26, 27, 30 en 31)

Met zijn eigen vliegtuig, de Leopard Moth van De Havilland Aircraft Co., vertrekt
de schrijver op 23 oktober 1936 van Schiphol naar Nederlands-Indië waar hij op 8
november 1936 landt op het vliegveld Tjililitan bij Batavia. Na een kort verblijf in
Bandoeng en een bootreisje naar Bali, vliegt hij weer terug naar Nederland.

0661 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Wongo's offer, Een Indisch kinderverhaal door -.
Hoorn, Drukkerij Edecea, [1937]. 103 blz., afbn. [Edecea-editie voor de Jeugd; no.
5.] Vindplaats: KITLV cc 422 N

Het enig dochtertje Nonnie (Catrien) van de Hollandse zakenman Van Dongen uit
Tjirebon (Cheribon) heeft een zwakke gezondheid. Ze gaat bij vrienden in Buiten-
zorg logeren waar de koelere berglucht haar zal aansterken. De zorgzame oude
huisbediende Wongo heeft bij een doekoen een djimat gekocht die de kleine Nonnie
moet beschermen tegen ziekte en gevaar op reis. Hij heeft de djimat tussen een rand
van haar koffer gestopt. Tijdens een uitstapje loopt Nonnie een dodelijke slangebeet
op. Ondanks snelle hulp blijft ze in levensgevaar verkeren. Wongo is zó met Nonnies
lot begaan dat hij zonder toestemming verlof neemt. Hij heeft behoorlijk gespaard
en met dat geld vliegt hij van Batavia naar Singapore. Daar bezoekt hij de beroemde
Chinese wonderdokter, Wong Po. Tegen een fors bedrag ontvangt Wongo de
medicijnen.
Als hij na drie dagen terugkomt en verslag uitbrengt aan mijnheer Van Dongen,
gelooft hij Wongo niet. De behandelende arts die Chinees kent en de Chinese
medicijnen ziet staan brengt klaarheid in de zaak. De ouders vragen Wongo
vergeving voor hun wantrouwen en niet ontroering wordt Wongo in zijn eer hersteld.
Geannoteerde bibliografie

0662 Hulzen, Johan van. Een jongen in de tropen; [met bandteekening en illustraties van F.
Funke]. Hoorn, Drukkerij 'Edecea', [1937]. 100 blz. [Edecea-editie voor de Jeugd;
no. 9.] Vindplaats: KB/KITLV cc 1945 N

Een Hollandse familie woont nog maar kort in Bandjermasin (Borneo) waar de
vader een betrekking heeft bij het boswezen. Vaak gaat hij met een prauw op
tournee door de rimboe. Zijn oudste zoontje Chris gaat naar de lagere school en
moet in het begin wennen aan de uitspraak van de Maleise woorden en de klanken
van de aardrijkskundige namen. Hij sluit vriendschap met Carl, het zoontje van een
Duitse zendeling. Door klasgenoten wordt dit niet op prijs gesteld omdat er in
Europa voortdurend schermutselingen zijn met de Duitsers. Pas wanneer de
zendeling mensen redt bij een brand wordt hij in ere hersteld en zelfs een 'held'
genoemd.
Het leven in dit gebied van Nederlands-Indië is niet altijd even geriefelijk. Water
kost geld en de familie heeft bij huis een aantal martavanen (stenen potten) om
daarin het regenwater op te vangen. Maar grote droogte brengt ook gevaar mee:
krokodillen die nu dicht bij de kampongs komen. Per prauw mag Chris met zijn
vader mee over de rivieren de Martapoera en de Barito naar het apeneiland op weg
naar een krokodillenjacht.
Na ongeveer een jaar wordt de vader overgeplaatst naar Magelang (Midden-Java)
waar het gezin een rampzalige uitbarsting meemaakt van de vulkaan Merapi.
Wanneer Chris dertien jaar is wordt hij voor zijn gymnasiumopleiding naar zijn
grootvader in Utrecht gezonden en reist hij onder de hoede van een predikantsfami-
lie naar Nederland.

0663 Jeanne Marie [ps. van M. Marijs-Visser]. Sterke Jo; met tekeningen van Annie van
de[r] Ruit. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 121 blz. Herdrukken: 2e druk [1940]. idem.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman: 2e druk KITLV cc 2156 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over het gezin van een suikerem-
ployé uit Java dat met verlof naar Nederland komt. De familie gaat in pension bij
een weduwe, van wie de oudste dochter Jo bezwaren maakt tegen de komst van de
Indische verlofgangers. Vooral met Grace, het oudste meisje dat trots en nuffig
overkomt, heeft Jo veel moeite. Achteraf blijkt dat Grace op de afgelegen suiker-
fabriek, waar ze praktisch Engelstalig is opgevoed en huisonderwijs kreeg, weinig
omgang heeft gehad met jongelui van haar eigen leeftijd.

0664 Kraan-van den Burg, G. De mensen van boven. Nijkerk, Callenbach, [1937]. 24 blz.,
afbn.
Herdrukken: 2e druk [1939].
Vindplaats: Uitgeverscat.

Een Indische moeder verblijft met haar twee zoontjes in Holland; de vader is op zee.

0665 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Roeland Westwout; Roman voor jonge mensen.
Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1937]. 228 blz.
238 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 9e druk [met omslag- en titelpagina-tekening van J.H. Moriën].


Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1960]. 229 blz.; 10e druk [1966]. Vervolg
van: Razende Roehje (zie no. A007 ). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 9e druk
KITLV cc 1169 N; 10e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over jongelui uit Java die in
'Heidehuis', een familiepension, wonen en een HBS-opleiding volgen: Timo, de zoon
van een administrateur die zijn eerste twaalf levensjaren op een suikeronderneming
heeft doorgebracht, en de zusjes Paula en Lientje die in Batavia op een kostschool
hebben gezeten. Ze zijn opgegroeid in Garoet waar hun vader administrateur is van
een thee-onderneming. Ze zijn Vooruitgestuurd' omdat hun ouders over twee jaar
voorgoed naar Nederland komen. De schuchtere Lientje lijdt onder het arrogante
gedrag van Paula, die vindt dat ze te weinig aandacht krijgt. Ze moet zich door de
omgang met de andere huisgenoten leren aanpassen.

0666 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. De zilveren vogel; geïllustreerd


door L van Suchtelenf-Leembruggen]. Amsterdam, Meulenhoff, [1937]. 187 blz. [De
Gulden Serie.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 300 N

Wanneer Alex voor de Landbouwschool is geslaagd keert hij terug naar Soengei
Pasir, de onderneming van zijn oom, op Borneo. Bij aankomst hoort hij dat zijn
nichtje Nora en haar hond Toetoel door een krokodil zijn overvallen en gedood.
Alex kan dit niet geloven en vraagt aan de Dajak Maying - een oude doekoen - om
raad. Maying vertelt Alex dat Nora door een groepje gevaarlijke Dajaks is ontvoerd
om als mensenoffer te dienen aan hun geheime afgod. Ze besluiten Nora te gaan
bevrijden.

0667 Marijo [ps.]. De Indische armband; [bandteekening en illustraties van R.W. Snapper].
Nijkerk, Callenbach, [1937]. 107 blz. Vindplaats: KITLV cc 1661 N

Tijdens de crisisjaren in Nederland verkoopt een schoolmeisje haar armband met


wajangfïguurtjes om het schoolreisje van haar broer te kunnen bekostigen.

0668 Menkens-van der Spiegel, D. Nikkertje; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Rotter-
dam, Voorhoeve v/h Bredée, [1937]. 199 blz. Herdrukken: 2e druk [1938]. [Banier-
serie.]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KB; 2e druk KITLV cc 1636 N

Na de verlofperiode in Nederland met haar familie, blijft de twaalfjarige Ebby van


Ravesteyn achter voor haar HBS-opleiding. Ebby is de oudste dochter van een
Hollandse koffieplanter en een Indonesische moeder die voor haar trouwen onder-
wijzeres was. Haar vader had graag gewild dat ze in Den Haag op de HBS zou gaan
omdat men in die stad is gewend aan Indischen, dat wil zeggen: donkere mensen.
Maar Ebby en haar moeder geven de voorkeur aan hun Hollandse domineesfamilie
in de Gelderse Achterhoek. Ze gaat daar met haar even oude nichtje Bep naar
school. Bep verwaarloost haar Indische nichtje opvallend door vriendschap te sluiten
Geannoteerde bibliografie 239

met een klasgenootje dat Ebby discrimineert en bovendien een gemene opmerking
maakt over haar Indische afkomst. Wanneer Ebby ook nog eens van diefstal op
school wordt verdacht komt het tot een crisis, waarna alles ten goede keert.

0669 Merwe, H. te [ps. van N. Heiner]. Vertellingen voor kerstfeest en posen; verzameld door
-. Delft, Meinema, [1937]. 172 blz.
In het hoofdstuk Paasverhalen staat onder VI. het Indische verhaal van E. van Beek
'Poeangko's opstanding' (blz. 115-139). Vindplaats: KITLV cc 2456 N

Een ambtenaar van het Binnenlands Bestuur in Indië is met verlof in Nederland. Op
uitnodiging van een zondagsschool komt hij de jongens vertellen van zijn ervaring in
het binnenland van Celebes. Daar wordt hij voor het paasfeest van zijn kantoor in
Rantepao weggeroepen naar het gehucht Simboeang. Het hoofd van deze kampong
vraagt om hulp. Er zou een opstandige beweging zijn, gericht tegen het Nederlandse
gezag, onder aanvoering van Poeangko, een oude en beruchte Toradja. Omstreeks
1907 toen de Kompenie in Toradjaland was gekomen, had hij zijn hoofd moeten
buigen, na hardnekkig verzet. In zijn hart was hij een onverzoenlijke vijand gebleven,
die al wat blank was, fel haatte. Op een paasdienst van de christen-Toradja's ziet de
Nederlandse bestuursambtenaar ook de oude en zieke Poeangko zitten, die aan het
eind van deze paasdag het tijdelijke met het eeuwige verwisselt.

0670 Neef, Albjert] J. de. Papoealand; Het arbeidsveld van de Utrechtsche Zendings-
Vereeniging; tekst en illustratieve bewerking van -; uitgave van het Zendingsbureau,
Oegstgeest. Rotterdam, Drukkerij Van de Rhee, [1937]. 119 blz., afbn., prtn. en
kaart. [Onze Zendingsvelden; no. 1.] Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 246

Beschrijft de geschiedenis van de zending, voornamelijk op Noord-Nieuw-Guinea, de


zendingspioniers, de ontginning van het land, de komst van het gouvernement en de
primitieve cultuur van de Papoeabevolking, zoals het koppensnellen, waarmee de
zendelingen vaak werden geconfronteerd. Het boek bevat een naamlijst van de
zendelingen en hun dienstjaren doorgebracht op Nieuw-Guinea, van 1855-1937.

0671 Norel, K[laas]. De grote gouverneur, met pentekeningen van J.H. Isings Jr. Nijkerk,
Callenbach, [1937]. 195 blz. Vindplaats: KITLV cc 1067 N

Geromantiseerd levensverhaal over de eerste gouverneur-generaal van Indië, Jan


Pieterszoon Coen.

0672 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienhoven-Mulder]. Brenda weet uitkomst; geïllu-
streerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1937]. II, 204 blz. [ Meisjesroman-
serie.] Vindplaats: KB
240 Geannoteerde bibliografie

Bevat Indische fragmenten en speelt in Den Haag in een Nederlands milieu. De


ouders van Brenda zijn financieel aan lager wal geraakt. Om uit de zorgen te raken
zijn ze van plan een tijgerbeeldje te verkopen. Een koloniaal, die indertijd betrokken
was bij de verovering van de kraton van Atjeh, heeft dit beeldje aan de familie van
Brenda's moeder geschonken. Een jeugdvriend van Brenda's vader die lange tijd in
Indië heeft gewoond, herkent dit type beeldje. Oorspronkelijk zijn er zes van zulke
tijgertjes geweest. Een van de oude vorsten van Atjeh liet voor zijn zes zonen, na de
gelukkige afloop van een tijgerjacht, zo'n talisman maken. Met goud uit de schatkist
vervaardigde een goudsmid een afbeelding van de tijger waarop zij hadden gejaagd.
Hoewel het beeldje een fortuin waard is besluit de familie, ondanks hun mindere
welstand, het niet te verkopen.

0673 Soest, Ems LH. van. Alleen in 't volle leven. Alkmaar, Kluitman, [1937]. 235 blz., afb.
Vindplaats: KITLV cc 1503 N

Tegen de zin van haar familie verlooft het meisje Hans zich met de in Indië geboren
Charles die in Holland is afgestudeerd. Hij is door de crisistijd zijn baan kwijtgeraakt
en werkt als taxichauffeur in Den Haag. Met geld van Hans kan hij zijn overtocht
naar Indië betalen om daar een bestaan op te bouwen. Later dan gepland reist ook
Hans naar Indië en wanneer Charles haar afhaalt in Tandjong Priok werkt hun
weerzien zó ontnuchterend dat ze al gauw hun verloving verbreken. Hans zoekt
moeizaam haar eigen weg in Batavia en komt als modiste/verkoopster in een
exclusieve hoedenzaak.
Wanneer het jonge gezinnetje waar ze bij inwoont naar Midden-Java moet verhuizen
trekt ze in een pension. Op zichzelf aangewezen neemt ze een radicaal besluit: ze
keert naar Nederland terug.

0674 Soest, E[ms] LH. van. Jonge zwervers; Moderne meisjesroman; geïll. door Hans
Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1937]. IV, 236 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 250 N

Over twee Hollandse vriendinnen uit Java van verschillend milieu. Lennie gaat met
haar familie met verlof naar Europa. Ze maakt een uitgebreide tour door het Spanje
van vlak voor de Burgeroorlog en reist dan door naar Parijs waar ze haar ex-
verloofde onverwachts ontmoet. Marian blijft op Java en werkt op het kantoor van
de griffie om haar moeder financieel te steunen. Na een pijnlijke ervaring in de
liefde ontdekt ze de ware levenskameraad.

0675 Stille nacht, heilige nacht; Een bundel kerstverhalen door Bert Bakker, Johanna van
Broekhuizen, J.A. van Heuven e.a. 's-Gravenhage, Voorhoeve, 1937. 191 blz., afbn.
Bevat twee Indische verhalen: 'Oesop' door Nalo Kamu en 'Kerstfeest in Papoea-
land' door Alb[ert] J. de Neef. Vindplaats: OBA

'Oesop'. De schooljongen Oesop, uit de Minahassa (Noordoost-Celebes), is teleurge-


steld over zijn kerstgeschenk van de zondagsschool. Hij had zo graag het liedboek
waarin het 'Malam Koedoes' (Stille Nacht) stond willen hebben. Als hij van de njora
Geannoteerde bibliografie 241

een boek meekrijgt dat voor zijn moeder is bestemd, blijkt tot zijn grote vreugde dit
mooie kerstlied erin te staan.
'Kerstfeest in Papoealand'. Zendeling Albert de Neef vertelt hoe hij het Kerstfeest
doorbrengt in het paaldorp Mantenboe in het bergland van Nieuw-Guinea. Hij
logeert bij Papoeagoeroe Christiaan en zijn gezin, 's Avonds vertelt de goeroe over
de angsten en de vrees die onder de bevolking leven voor 'De Sprekende Steen', een
geweldig stuk koraalsteen op een van de hoogste toppen van het gebergte. Papoea's
die in de nabijheid van deze steen komen worden stom, ziek en moeten sterven.
Zelfs een karero (medicijnman) kan niets meer voor hen doen. Zendeling De Neef
begrijpt de strijd van goeroe Christiaan, die ook niet los kan komen van de gedachte,
dat die steen grote macht bezit over de geesten van de mensen. Hij vertelt goeroe
Christiaan van de overwinning van de vrijgekomen slaven over de stenen muren van
Jericho. Zolang de Papoea's blijven geloven in de kracht van 'De Sprekende Steen',
gaat de angst niet weg. Goeroe Christiaan is diep getroffen. Op kerstavond vertelt
hij dit bijbelse verhaal aan zijn mensen in de schoolkerk.

0676 Tjoklat sagen; Indische vertellingen; [met illustraties van F. van Bemmel]. Uitgave van
de N.V. Hollandsch-Zwitsersche Chocoladefabriek, Amsterdam, 1937. Haarlem,
Drukkerij De Spaarnestad, [1937]. IV, 60 blz. Vindplaats: NBLC, Almere

De sagen zijn ontleend en vrij bewerkt naar de volgende uitgaven: Volksverhalen uit
Oost-Indië door Jan de Vries, Javaansche sagen, mythen en legenden en Sagen, mythen
en legenden uit den Oost-Indischen Archipel door Jos. Meyboom-Italiaander, Volks-
dichtung aus Indonesien door K. [T.J.] Bezemer.

0677 Wielenga, D.K. De brand in het zendingshuis; geïllustreerd door Menno [van Meete-
ren Brouwer]. Delft, Meinema, [1937]. 24 blz. Herdrukken: 2e druk [1941].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 485 N

Op het eiland Soemba wordt tegelijk met een nieuwe zendingspost een militair
kampement gebouwd om orde en rust tussen de verschillende inheemse bevolkings-
groepen te handhaven. De bergbevolking echter voelt zich door de aanwezigheid van
de militairen bedreigd.

0678 Aardweg, H[ans] P. van den. De klawirit; Of, Mijnheer Lans en zijn leerlingen doen een
uitvinding; Oorspronkelijk spannend jongensboek; [illustraties van Jos [ps.]]. Amster-
dam, Uitgave 'Goede lectuur', [c. 1938]. 222 blz. Vindplaats: PB

Het verhaal speelt in Nederland en bevat een Indisch fragment.


Bakker Hemert overpeinst tijdens een koude wintermaand hoe goed zijn broer Dirk
het heeft in Indië. Hij woont in Semarang en heeft fortuin gemaakt. Op de foto's die
hij stuurt zie je een huis als een paleis, met pilaren en zo! En zijn vrouw Mien houdt
er drie bedienden op na. Bakker Hemert betreurt het dat hij niet het voorbeeld van
zijn ondernemende broer heeft gevolgd die indertijd op de bonnefooi naar Indië is
gegaan.
242 Geannoteerde bibliografie

0679 Amstel, Max van [ps. van J. Blinxma]. Straat Soenda; De zeer avontuurlijke reis van W.
Ysbrantszoon Bontekoe naar Nederlands-Oost-Indië; Historisch jongensboek; geïll. door
Ch[arles] Boost. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Helmond'], [1938]. 107 blz.
[Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 82.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 390

Twee Hoornse jongens monsteren aan op het schip 'Nieuw-Hoorn' dat met schipper
Bontekoe naar de Oost gaat. Op hun reis beleven ze de ene rampspoed na de
andere alvorens ze met Bontekoe behouden op Java aankomen.

0680 Asperen van der Velde, C.P. Van binnen uit; geïllustreerd door Nans van Leeuwen.
Alkmaar, Kluitman, [1938]. IV, 219 bl/. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over een oom Leo - administrateur op een tabaksonder-
neming op Sumatra - die tijdens zijn verlof in Nederland veel optrekt met zijn jonge
nichtjes en neefjes en voor hen een wajangvoorstelling organiseert.

0681 Beek, E. van. Guus de durfal; geïllustreerd door Jan Lutz. Delft, Meinema, [1938].
151 blz.
Herdrukken: 2e druk [1938]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 2376 N (fotokopie)

Een onderwijzer uit de Krimpenerwaard krijgt zijn broer met gezin uit Indië over,
een koffie- en rubberplanter uit Pematang Siantar (Sumatra's Oostkust). Diens zoon
Frans geniet van de verloftijd en kan zijn verhalen over Indië kwijt aan de jongens
van de indianenclub, onder wie zijn neef Wim en zijn vriend Guus, die zo'n heel
andere voorstelling van de Oost hebben. Vooral Guus, zoon van een overleden
sergeant, wordt door die verhalen zó enthousiast dat hij later naar Indië wil gaan.
Als hij van school afgaat kan hij door zijn waaghalzerij nauwelijks geschikt werk
vinden. Eenmaal in dienst als huzaar wil hij graag tekenen om voor een aantal jaren
als koloniaal naar de Oost te gaan. Dit wordt hem afgeraden. Door toedoen van zijn
onderwijzer wordt hij uitgezonden als employé op een nieuw aan te leggen tabaks-
plantage in Silaudjawa (Sumatra's Oostkust). Zijn Nederlandse collega's dagen Guus
op alle mogelijke manieren uit, maar hun jongere makker is niet vatbaar voor hun
plagerijen. Wel is de verleiding tot kaartspelen en bierdrinken erg groot. Bovendien
gedraagt hij zich uitermate roekeloos onder alle omstandigheden, op jacht of tijdens
een bandjir. Dit komt hem duur te staan. Bij een malaria-aanval zweeft hij tussen
leven en dood. Zijn oude schoolkameraden staan aan zijn ziekbed: Frans, de zoon
van de koffie- en rubberplanter, die intussen bestuursambtenaar is in Padang en
Wim, de onderwijzerszoon uit de Krimpenerwaard, die zendeling is. Hij brengt Guus
weer op het rechte spoor.

0682 Blijde lichten; Kerstvertelboek; samengesteld onder redactie van Anne de Vries; met
medewerking van N[etty] Faber-Meynen, Johan van Hulzen, C.Th. Jongejan-de Groot
en anderen. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 203 blz.
Geannoteerde bibliografie 243

Bevat twee Indische verhalen. 'Met de Kerstvloot naar de Oost' door Johan van
Hulzen (blz. 61-81) en 'De stille ster; een Kerstverhaal van Noord-Nieuw-Guinee'
door Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef] (blz. 11-34). Vindplaats: KITLV cc
2497 N

'Met de Kerstvloot naar de Oost' schetst de situatie van een Amsterdamse weeshuis-
jongen die als soldaat wordt geronseld door een 'zielverkoper' voor een der schepen
van de VOC
'De stille ster' beschrijft de gevaarlijke tocht met een prauw over zee van een
Papoeavader met zijn zieke kind om genezing te vinden bij de zendeling op het
eiland Mansinam. Met verbazing en angst zien ze voor het eerst blanke mensen.
Maar die vrees blijkt ongegrond. Het zieke Papoeajongetje geneest van zijn kwaal en
bewaart een onvergetelijke herinnering aan het. kerstfeest dat hij mee mag vieren.
Bevat behalve enige poëzie ook een mythe over Sampari, de stille ster van de dood.

0683 Het boek voor de jeugd; Samengesteld door Cor Bruijn, Arie Pleysier, Age Scheffer
en anderen; ingeleid door R. Casimir. Amsterdam, Amsterdamse Boek- en Courant-
maatschappij, 1938. 768 blz., afbn. Herdrukken: 5e druk 1947.
Bevat de Indische verhalen: 'Saïdjah en Adinda' (blz. 31-48) en 'De Japanse
steenhouwer' (blz. 301-302) door Multatuli [ps. van E[duard] Douwes Dekker]; 'De
sawah van Ranjah Dermah' door Cor Bruijn (blz. 341-343); 'Pa Kromo' door Marie
[C] van Zeggelen (blz. 249-256). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1469 N+; 5e druk
Brinkman

Drie van de vier verhaaltjes spelen op Java; 'De Japanse steenhouwer' bevat Maleise
woorden.
De twee verhalen van Multatuli zijn eerder verschenen in zijn boek Max Havelaar.
Het verhaaltje van Cor Bruijn is genomen uit de bundel van N. van Hichtum en Cor
Bruijn Uit het sagenland (zie no. 0887). Het verhaal van Marie van Zeggelen is
afkomstig uit M.C Kooy-van Zeggelen Jong Java's lief en leed (zie no. 0212).

0684 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn's huwelijk; [band en illustraties van Hans Borre-
bach]. Zutphen, Thieme, 1938. IV, 270 blz.
Herdrukken: 3e druk Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1957]. IV, 206 blz.;
Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 151 blz., afbn.
[Witte Raven Jeugdpockets; no. M 135.]. Vervolg van: Hermelijn (zie no. 0626).
Vervolgd als: Welkom thuis, Hermelijn (zie no. 1024). Vindplaats: Ie druk KITLV cc
290 N; 3e druk BBJ; Herdruk Brinkman

Kort na haar huwelijk is Marian naar Indië vertrokken waar haar man Henri is
benoemd tot leraar aan een middelbare school in Bandoeng. Marian voelt zich
alweer snel thuis in Indië, haar man daarentegen wordt overweldigd door heimwee
en maakt een crisis door.

0685 Driel, Agnes van. De zendingsvriendinnen; bandomslag en tekeningen van Henk


Poeder. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 93 blz. Vindplaats: BZO
244 Geannoteerde bibliografie

Schoolkinderen in Nederland zetten zich in voor het zendingswerk en mogen


deelnemen aan de jaarlijkse Zendingsdag. Nederlands-Indië komt niet ter sprake.

0686 Fokker, Aafje. Twee kleine meisjes in Holland; Een geschiedenis die echt gebeurd is;
illustraties van Aafje Bruyn. Assen, Van Gorcum, 1938. 94 blz. [Van Gorcum's
Verhalenbundels; no. 12.] Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1760 N

Hollands gezin komt uit Bandoeng om de verloftijd bij grootmoeder door te


brengen. De zusjes moeten wennen aan dikke kleding en lange kousen. Ze verbazen
zich over de hoge gebouwen in de stad, ze vieren Sinterklaas en Kerstmis en maken
de feestelijkheden mee bij het huwelijk van prinses Juliana. Vlak voor de terugreis
naar Indië genieten ze onverwacht van sneeuwpret.

0687 Franke, S. Si Ardjoe en zijn buffel; band en tekeningen van Nancy Schotel. Amster-
dam, Wereldbibliotheek, 1938. 193 blz. [Wereldbibliotheek voor Jongens en Meisjes.]
Herdrukken: 3e druk 1959. 230 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc
1888 N; 3e druk KITLV cc 938 N

De Javaanse jongen Si Ardjoe woont met zijn familie en hun karbouw in de dessa.
Een oude vrouwelijke doekoen voorspelt Si Ardjoe dat de karbouw tegenspoed zal
brengen, maar naderhand véél geluk. Ze heeft dit aan zijn hoorns gezien. Zo gebeurt
het ook. Wanneer de vader van Si Ardjoe zijn schulden niet kan betalen omdat zijn
rijstoogst is mislukt, is hij gedwongen de karbouw te verkopen aan een Chinees.
Deze verkoopt de karbouw weer door aan een Arabier. Telkens gaat Si Ardjoe zijn
trouwe viervoeter achterna, maar bij de gierige Arabier wordt hij ten onrechte van
diefstal beschuldigd en weggejaagd. Onderweg ontmoet hij een kokkie die bij een
Nederlandse familie in dienst is. Zij ontfermt zich over Si Ardjoe en hij wordt kebon
bij dezelfde Nederlandse familie. Nu kan Si Ardjoe sparen om zijn karbouw terug te
kunnen kopen. Dit gebeurt eerder dan hij kan vermoeden en als een held keert Si
Ardjoe met de karbouw terug naar zijn dessa.

0688 Franken, Nanny. Tehuis voor meisjes; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1938]. IV, 203 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vervolgd als: Met vatten en
opstaan (zie no. 0742). Vindplaats: PB

Speelt in Amsterdam in een pension voor studerende meisjes waar de eenzame


Indische Lonnie van Rossum zich prettig voelt, alhoewel ze vanwege haar donkere
uiterlijk nog wel eens last heeft van een minderwaardigheidsgevoel. Haar moeder,
een inheemse, heeft ze niet gekend en haar vader heeft nooit met Lonnie over haar
gesproken. Op dertienjarige leeftijd heeft hij Lonnie naar een kostschool in Zwitser-
land gezonden.
Ondertussen is haar vader hertrouwd met een dame uit Den Haag die hij op de
terugweg naar Indië heeft leren kennen. Wanneer Lonnie als achttienjarige naar
Indië terugkeert is ze van haar vader vervreemd en behandelt haar stiefmoeder haar
met een neerbuigende vriendelijkheid. Ze wil weg van huis, terug naar Holland, om
Geannoteerde bibliografie 245

zich door studie onafhankelijk te maken. Haar vader stemt hierin toe en nu volgt ze
een opleiding voor gymnastieklerares. Pas wanneer ze voor een operatie in het
ziekenhuis ligt wordt de verstandhouding met haar vader hartelijker.

0689 Goens, R. van. Met de V.O.C, naar Voor-Indië; [met illustraties van V. Trip].
Amsterdam enz., Kolff, 1938. 351 blz., krt. Bevat een woordenlijst en een
lijst van geraadpleegde literatuur. Vindplaats: KITLV i 436

Het eerste deel van dit historisch-romantische verhaal speelt in 1657 te Batavia waar
voorbereidingen worden getroffen om de Portugezen uit Ceylon en Voor-Indië te
verdrijven, waartoe een speciale vloot wordt uitgezonden met admiraal Rijcklof van
Goens aan het hoofd.

0690 Groothedde, I[vo] F.J. De Sanggau diamant; [omslag en] illustraties van J[o] Schrijn-
der. Alkmaar, Van Putten & Oortmeijer, [1938]. 191 blz. Vindplaats: KB

De heer Ermelo bezit een diamantmijn in de omgeving van Sanggau (Wester-


afdeeling van Borneo). Hij komt tot de ontdekking dat de mijn zó weinig stenen
oplevert dat er sprake moet zijn van diefstal. Op de Chinese voorman kan hij geen
greep krijgen en de Chinese koelies worden met de dag brutaler. Dit komt door de
slechte invloed die uitgaat van de nieuwe Nederlandse chef-bedrijfsleider die zelfs
het huispersoneel van de familie Ermelo opstookt. Het gedrag van de bedienden, dat
altijd correct was, verandert in een houding van lijdelijk verzet met uitbarstingen van
agressie. De vier kinderen worden bedreigd en één van zijn dochtertjes wordt met
haar huisonderwijzer door Chinese koelies ontvoerd. Ze hebben het voorzien op de
grote ruwe diamant die Ermelo bezit, maar waarvan de vindplaats niet bekend is.
Een Dajak die op vogeljacht is ontfermt zich over Ermelo's ontvoerde dochtertje en
de huisonderwijzer. Een regiment soldaten dat de omgeving verkent en waarvan de
officier een oude vriend is van Ermelo, komt op tijd te hulp.

0691 Güthschmidt, M. Hompie Smeergraag in Nederlands-Oost-Indië. [Woerden], uitgege-


ven door ERU Kaasfabriek, [c. 1938]. 14 blz., afbn. en een kleurplaat. [Serie Hompie
Smeergraag; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 1275 N

Koning Eru en Hompie Smeergraag reizen met hun vliegende koe Mekkie-Boe naar
de Oost. Ze maken hun opwachting bij de gouverneur-generaal in Batavia en
brengen een bezoek aan een sultan. Hompie verkoopt voor de grap pakjes smeer-
kaas op de passar in Bali.

0692 Hertog, A. den. Van drie vrienden en een koningin; [omslagteekening en illustraties van
Johfan] Prins. [Rotterdam], Rotterdamsch Nieuwsblad, 1938. 152 blz., prt. Vindplaats:
BMN/KITLV cc 1514 N
246 Geannoteerde bibliografie

Levensgeschiedenis van drie jongens uit het Burgerweeshuis van Amsterdam. Eén
van hen meldt zich op achttienjarige leeftijd aan bij de Koloniale Reserve in
Harderwijk. Tijdens een bivak in Atjeh raakt hij gewond aan zijn schouder en wordt
voor de dienst afgekeurd. In Medan beproeft hij zijn geluk op een tabaksonderne-
ming; daarna trekt hij naar Midden-Java om carrière te maken op een suikeronder-
neming in Poerworedjo.
Uitgave ter gelegenheid van het veertigjarig regeringsjubileum van H.M. Koningin
Wilhelmina.

0693 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Het beeld in de tempel; geïllustreerd door
Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 20 blz. Herdrukken: 2e
druk [1940]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 494 N (fotokopie); 2e druk
Brinkman

De dessajongen Kromo woont met zijn moeder die weduwe is op Midden-Java.


Overdag zwerft hij rond terwijl zijn moeder op een tabaksplantage van een Chinees
werkt. Kromo raakt bevriend met de tempelwachter (vermoedelijk de Ciwatempel
van Tjandi Prambanan), Pa Karta. Hij vertelt Kromo oude hindoeïstische godenver-
halen, zoals over Ciwa, en over de held Ardjoeno.
Intussen heeft Kromo kennis gemaakt met de njonja (vrouw van de zendeling) toen
hij in het zendingshospitaal lag met een gebroken been. Bijna elke week zoekt hij de
njonja op die hem dan voorleest uit het Nieuwe Testament. Maar de imam (islami-
tisch geestelijke) vindt dat het tijd wordt dat Kromo de Koranspreuken leert. Hij
vindt Pa Karta maar een oude praatjesmaker en Kromo moet niet naar de njonja
luisteren. Kromo is een Javaanse jongen. Hij moet Javaans, dat wil zeggen de
profeet Mohammed trouw blijven. Kromo echter vindt de oude hindoeverhalen en
het Nieuwe Testament veel boeiender dan de Koranspreuken.
Onverwachts sterft Pa Karta en neemt Kromo zijn werk tijdelijk waar, maar hij is
doodsbang geworden van die grote tempelbeelden. Wanneer er geen geschikte djaga
is, vraagt de Oudheidkundige Dienst of Kromo de plaats van Pa Karta wil innemen.
Kromo weigert, want hij wil niet meer onder invloed van afgoden staan. Alhoewel hij
geen christen is, wordt hij verpleeghulp in het zendingshospitaal. Van dezelfde auteur
verscheen een uitgebreide variant op dit verhaal: De tempel-wachter van Plamboen
dat in 1939 verscheen (zie no. 0727).

0694 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De korporaal van Peeldorp; Een verhaal van de
grens; [bandtekening en illustraties van V.J.]. Hoorn, Edecea, [1938]. 111 blz.
[Edecea-editie voor de Jeugd; no. 22.] Vindplaats: KB/KITLV cc N (fotokopie)

Een oud-koloniaal van het Nederlands-Indische leger - korporaal Jan Willem


Dirksen - is na zijn diensttijd met zijn Javaanse vrouw naar Nederland teruggekeerd.
Hoewel hij drager is van het Atjeh-kruis en de Militaire Willemsorde, moet hij van
een klein pensioen rondkomen. Zijn vrouw die een mooie en betekenisvolle Javaanse
naam heeft, wordt door hem Mina genoemd. Ze houdt zich het liefst op de achter-
grond. Als ze goed gehumeurd is, bakt ze voor de dorpsjongens, die haar wel eens
plagen, bananenkoekjes die door Dirksen 'smeerproppen' worden genoemd. Wanneer
de jongens baldadigheden uithalen wacht Dirksen hen op. Hij laat hen allerlei
exercities en oefeningen doen. Na afloop speelt hij 'Indisch oorlogje' met hen. De
bosrijke omgeving van Brabant waar Dirksen woont, dichtbij de Belgische
Geannoteerde bibliografie 247

grens, leent zich goed voor dit spel. Over zijn afkomst laat hij niets los. Pas wanneer
hij buiten zijn schuld bij een smokkelpartij wordt betrokken vertelt hij over zijn
Amsterdamse jeugdjaren en hoe hij na zijn vader bestolen te hebben, in Atjeh
verzeild is geraakt.

0695 Kaal, H. Jong Batakbloed; geïllustreerd door Menno van Meeteren Brouwer. Delft,
Meinema, [1938]. 94 blz., krtn. Herdrukken: 2e druk [1939].
Bevat poëzie en een 'Bijschrift' waarin een korte opsomming wordt gegeven van het
zendingswerk onder de Bataks. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk
BBJ/KITLV cc 293

Vertelt over Masintan, kortweg Mas genoemd, een Batakse jongen. Hij zit in de
zevende klas van de Hollandsch-Bataksche Zendingsschool te Naroemonda in Toba-
land (Sumatra). Met de klas maakt hij een bustocht naar de grot die als schuilplaats
diende voor de Batakheld en priestervorst Singamangaradja die tegen het Hollandse
gezag in opstand kwam (± 1877). De onderwijzer ontdekt tekens op de wand (een
onbekende Batakse sage over het scheppingsverhaal van de wereld) en de jongens
vinden een geweer en een oude pot vol Spaanse matten. In de paasvakantie gaat
Mas naar huis. Bij een brand redt hij zijn buurmeisje uit de vlammen. Met zijn vader
bezoekt hij zijn zwaar zieke grootvader. Voor de stervende zijn ogen sluit vraagt hij
Mas en zijn vader voor hem te bidden totdat hij met moeite uitbrengt: 'Alles licht!'
Hoewel grootvader als een christen is gestorven, wordt hij op aandrang van de
overige familieleden op Batakse wijze begraven. Van nu af aan weet Mas dat hij
hulpzendeling wil worden.

0696 Kingmans, Hugo. Met Van Riebeeck naar de Kaap; geïllustreerd door Menno van
Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 190 blz. Herdrukken: 2e druk
[1950]. 186 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1400 N

Bevat Indische fragmenten.

0697 Lelie, Frans. Kapers op Nieuw-Guinea; geïllustreerd door [Rein] van Looy; leeftijd 12-
16 jaar. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1938]. 198 blz. [De 'Knarserie.]
Vindplaats: KITLV cc 575

Een Nederlandse bestuursambtenaar op een eenzame post in Nieuw-Guinea krijgt


onverwacht zijn jongere broer en diens vriend over. In deze crisisjaren konden ze in
Nederland geen betrekking vinden. Ze hebben zich agrarisch geschoold en Maleis
geleerd om zich als kolonisten in Nieuw-Guinea te vestigen. Van het gouvernement
hebben ze voor tien jaar een stuk grond in huur gekregen. Het land valt hen bitter
tegen, alles moet nog ontgonnen worden. Van de Papoeabevolking krijgen ze
nauwelijks medewerking ook al bieden ze een goede beloning. Met een handjevol
Javaanse koelies gaan ze aan de slag.
Tijdens zijn jaarlijkse inspectietocht door de dorpen ondervindt de bestuursambte-
naar ineens opvallend veel tegenstand en vijandigheid van de Papoeahoofden. Hij
beleeft een hachelijk avontuur, waarbij ook zijn broer en diens vriend betrokken
248 Geannoteerde bibliografie

raken. Een nieuwe tovenaar heeft de Papoeabevolking tegen de 'blanke toeans'


opgezet. Bij gevangenneming blijkt deze opruier geen Papoea te zijn, maar een
beruchte Chinese zeerover. Om in hun gebied te kunnen infiltreren wilde hij de
Papoea's op zijn hand hebben.

0698 Luinenburg, O. Java; Illustratieve bewerking van Albjert] J. de Neef; uitgave van het
Zendingsbureau, Oegstgeest. Rotterdam, Drukkerij Van de Rhee, [1938]. 92 blz.,
afbn., prtn. en krtn. ['Onze Zendingsvelden'; no. 2.] Vindplaats: KITLV b 442 N

Beschrijft de geschiedenis van de zending op Java, maar vertelt ook wetenswaardig-


heden over de Javaanse cultuur, zoals de adat, het werk van een doekoen, de
geschiedenis van de islam en de vestiging van deze religie op Java. Bevat tevens een
aantal Javaanse legenden die zijn opgenomen in het hoofdstuk 'Van talen en
vertalen'.

0699 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. Bij de laatste koppensneüers; Een verhaal uit
de rimboe; [met illustraties van Gerrit de Morée]. Helmond, Boek- en Handelsdruk
kerij 'Helmond', [1938]. 154 blz.
Herdrukken: Herdruk verschenen onder de gewijzigde titel: Bij de laatste koppensnel-
lers; Een verhaal uit de rimboe door detective -; [bandtekening van Carol Voges en
illustraties van Gerrit de Morée]. Helmond, Uitgeversmij Helmond, [1950]. 155 blz.
[Kroonserie; no. 1.]; 2e druk idem. Amsterdam enz., Forum enz., [1952]. 155 blz.
[Kroonserie; no. 1.]. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; Herdr. KITLV cc 1080 N; 2e
druk Brinkman

Een 'orang polisie' vertelt over zijn verblijf in de omgeving van Merauke (Zuid-Nieuw-
Guinea) en zijn contacten met de Marindinezen, een Papoeastam. Daarbij komt ook
nog de bevrijding van een Amerikaanse geleerde die door een wraakzuchtige Dajak
en een groepje pygmeeën gevangen werd gehouden.

0700 Moedjoer, Benger. De geschiedenis van een klappemoot. Groningen, Wolanda-


uitgaven, [c. 1938]. 16 blz., afbn. [Ken je Indië?]
Vindplaats: KITLV cc 1631 N+

Een kokosnoot vertelt hoe hij in de aarde wordt geplant en uitgroeit tot een hoge
kokospalm die op zijn beurt weer vruchten voortbrengt. Zie ook no. 0701.

0701 Moedjoer, Benger. De geschiedenis van een klappemoot; Hoe Roesa gevangen werd;
Hoe Matjan in Artis kwam. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. [Ken je Indië?;
deel 1.] Vindplaats: Gegevens van het omslag van deel 2

Van het eerste verhaal 'De geschiedenis van een klappemoot' is een aparte uitgave
verschenen (zie no. 0700).
Geannoteerde bibliografie 249

0702 Moedjoer, Benger. Pimmie's reis met de K.P.M.; Hoe bouwt Amat z'n huisje?; Boe-aja,
de rover in de rivier, met vele illustraties. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 56
blz. [Ken je Indië?; deel 2.] Vindplaats: KITLV cc 2377 (fotokopie)

'Pimmie's reis met de K.P.M.' Met zijn ouders maakt de schooljongen Pimmie een
bootreis. Zijn vader is voor zijn werk overgeplaatst van een grote havenplaats naar
een kleine buitenpost. Daar kan de boot nergens aanleggen, want er is geen dam of
pier. Een grote prauw brengt het gezin naar de wal, en omdat het eb is dragen de
roeiers vader, moeder en Pimmie naar het strand. Daar worden ze verwelkomd door
zingende schoolkinderen.
'Hoe bouwt Amat z'n huis?' In een kampong op de Molukken heeft 's nachts een
hevige aardbeving plaatsgevonden. Aminah's man en dochtertje zitten beklemd
tussen de puinhopen van hun huisje, maar ze leven nog. Met vereende krachten
bouwt Amat, haar man, met zijn broer Abdullah en alle kampongbewoners een
nieuw huis. Als het gereed is wordt het feestelijk ingewijd, eerst met een feestmaal
voor de bouwers en later voor de gasten die op de maat van de muziek van trommel
en fluit gaan dansen.
'Boe-aja, de rover in de rivier'. Een krokodil heeft bij een kampong aan een rivier
een jongen meegesleurd en gedood. Als er bijna een tweede slachtoffer valt komt de
controleur, die op dienstreis is, de kampong bezoeken. Met een goed getroffen schot
worden de bewoners van het gevaarlijke monster verlost.

0703 Moedjoer, Benger. Joesoef in de boei; De avonturen van Roda; Bandjir. Groningen,
Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 55 blz., afbn. [Ken je Indië?; deel 3.] Vindplaats: KITLV
cc 51 N

Het eerste verhaaltje gaat over Joesoef, de sagoverkoper wiens handen nogal los aan
zijn lijf zitten, waardoor hij in de boei (gevangenis) terechtkomt. Het tweede stukje
is het avontuur van de hond Roda die met zijn baas op toernee gaat, en het derde
stukje beschrijft de angst van een echtpaar uit de dessa dat op het punt staat hun
kindje te verliezen.

0704 Moedjoer, Benger. 'Lang leve onze Koningin!'; Oom Marcus blaast de reveille; Blank
en bruin vieren feest; met vele illustraties. Groningen, Wolanda-uitgaven, [c. 1938]. 55
blz. [Ken je Indië?; deel 4.] Vindplaats: KITLV cc 2193 N

In een garnizoensplaats [vermoedelijk Ambon] ergens op de Molukken wordt op 31


augustus koninginnedag gevierd door jong en oud. Jan, enig kind van de Nederland-
se controleur (bestuursambtenaar), geniet 's morgens vroeg van de parade die zijn
vader afneemt. Het is een grote groep Molukse oud-militairen. Bijna allemaal dragen
ze een ereteken op de borst.
Daarna volgt een kerkdienst met een receptie ten huize van de controleur. Na dit
officiële gedeelte begint het feest voor de Maleise en Nederlandse schooljeugd.
Gezamenlijk wordt het Wilhelmus gezongen en daarna geven ze om beurten
uitvoeringen, waarbij de inheemse schooljongens een uitbundige Alfoerendans ten
beste geven, 's Avonds eindigt koninginnedag met een lampionoptocht, waarin ook
Jan meeloopt met zijn verlichte tijgerlampion.
250 Geannoteerde bibliografie

De volgende dag, l september, zijn er nog festiviteiten voor de volwassenen. Op de


pier bij het strand spelen fluitorkesten en liggen er beschilderde en versierde
prauwen gereed voor de roeiwedstrijden. De aloon-aloon voor het huis van Jans
vader is nu veranderd in een feestterrein. Na de prauwwedstrijd worden hier tot
besluit allerlei spelen gehouden.

0705 Nachenius-Roegholt, A.M. In gelijke pas; geïllustreerd door Hans Borrebach;


meisjesboek. Alkmaar, Kluitman, [1938]. 176 blz. ['De Nieuwe Leeskring'.]
Vindplaats: KITLV cc 1476 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over twee zusjes die voor hun
opvoeding bij twee verschillende tantes in huis wonen.

0706 Renes-Boldingh, M.A.M. Begijntjes \vonderjaar, [bandteekening van K[arel] Hoeken-


dijk]. Baam, Bosch & Keuning, [1938]. 230 blz. [Opgang-serie, 7e jrg.; no. 8.] Bevat
poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1008 N

Annemarie, een onderwijzeres uit de provincie, gaat voor een jaar naar het gezin van
haar broer op Sumatra. Onderweg aan boord maakt ze een innerlijke strijd door die
ze met de kracht van haar christelijk geloof weet te overwinnen. Van nabij ziet ze
hoe het tropenleven in het van de buitenwereld afgesloten Simara soms een negatieve
uitwerking heeft op haar schoonzusje. Aan de andere kant geniet ze met volle
teugen van het Batakse land en maakt ze kennis met de vrijbuiter Joost, een filoloog,
die in eenzaamheid werkt aan een Nederlands-Bataks woordenboek.

0707 Renes-Boldingh, M.A.M. De blauwe bende; geïllustreerd door Sierk Schröder.


Rotterdam, Voorhoeve, [1938]. 192 blz. Herdrukken: 2e druk [1938]. Vindplaats:
Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 60t

Groepje Nederlandse schooljongens in Taroetoeng (Bataklanden) vormt een hecht


clubje. Een jonge enthousiaste zendingsarts wordt hun 'president'. Hij dringt er op
aan dat het buitenbeentje Flip lid wordt van de club met alle gevolgen van dien...

0708 Renes-Boldingh, M.A.M. Edelsteentje; pentekeningen van Rein Stuurman. Nijkerk,


Callenbach, [1938]. 31 blz. [Zilverserie.] Herdrukken: 3e druk idem, 1951. 39 blz.
Vindplaats: KITLV cc 423

De ouders van het blind geboren Batakse jongetje Hoemala (Edelsteentje) zijn
wanhopig, totdat een zendingsarts door een operatie maakt dat Hoemala kan zien.
Bekroond door de Nederlandsche Zondagsschool-Vereeniging.

0709 Rive Box, Hans de la. Maarten Wouters' zeereis; De avonturen van een Hoüandschen
jongen tijdens de eerste tocht der Nederlanders naar Indië onder leiding van Comelis de
Geannoteerde bibliografie 251

Houtman; [platen en bandversiering naar teekeningen van E.M. ten Harmsen van der
Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1938]. 64 blz. Vindplaats: KITLV 1823 N+

Plaatjesalbum waarbij de avonturen worden beschreven van een Amsterdamse


weesjongen die in 1595 als scheepsmaatje zijn eerste reis naar de Oost (Java en Bali)
maakt.
Voor dit verhaal werden de historische gegevens ontleend aan: De eerste schipvaart
der Nederlanders naar Oost-Indlë door G.P. Rouffaer en J.W. Ijzerman. 's-Gravenha-
ge, Nijhoff, 1915, 1925 en 1929. 3 delen. [Werken uitgegeven door de Linschoten-
Vereeniging; deel VII, XXV en XXXII.].

0710 Schoonevelt, Fine. De berg spreekt...; geïllustreerd door Menno van Meeteren
Brouwer. Delft, Meinema, [1938]. 20 blz. Vindplaats: OBA/KITLV cc 492 N
(fotokopie)

Een luchthartige Soendanese weduwe hertrouwt met een Javaanse prijaji die
schrijver is bij een assistent-resident. Hij wil haar enig dochtertje Risa niet in zijn
huis opnemen. Het meisje blijft bij haar grootvader wonen waar ze moet meewerken
op de sawah. Ze bezoekt haar moeder als haar stiefvader naar kantoor is. Tijdens de
werking van de vulkaan de Tjiremai (Tjaremé) wordt de zieke Risa door een
Nederlands zendelingsechtpaar liefdevol opgenomen en verpleegd. Wanneer ze beter
is zal ze aansluiting zoeken bij een kring van inheemse christenen.

0711 Schoonevelt, F[ine]. Lambon, het meisje uit de poeri; Een verhaal van Bali; geill. door
Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1938]. 128 blz. Herdrukken: 3e
druk [1948]; 5e druk [1952]. Bevat verklarende voetnoten. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 821 N; 3e druk KITLV h 195; 5e druk Brinkman

Tegen de traditie in breekt een jong Balinees meisje uit de poeri haar opleiding voor
lègongdanseres af. Ze is gedwongen naar familie in een ander dorp te vluchten. Ook
daar is haar leven niet veilig. Ze loopt weg en ontmoet tijdens de tempelfeesten een
Chinese vrouw die haar in aanraking brengt met het christendom. Bij haar mag ze in
huis wonen, maar ook daar wordt ze nog achtervolgd. Er komt een oplossing: ze gaat
met een controleursfamilie mee naar Java.
In Bandoeng krijgt ze gelegenheid een opleiding voor inlandse onderwijzeres te
volgen. Wanneer ze naar Bali terugkeert is ze een zelfstandige jonge vrouw. Ze richt
een christelijk schooltje op en neemt haar moeder - die nog in de poeri woont - bij
haar in huis.

0712 Slooten, Augusta van. Waar het bamboe ruischt; bandteekening naar het ontwerp van
Sjoukje Tiemersma. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1938]. 300 blz.. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 496

Ine, een Hollands meisje, zit in Amsterdam op de kweekschool. Als haar vader
-kapitein in het Indische leger - overlijdt, hertrouwt haar moeder met een administra-
teur van een suikeronderneming. Na haar studie wil Ine graag in Nederland blijven,
252 Geannoteerde bibliografie

maar ze moet naar Java terugkomen. Het leven op de suikeronderneming bevalt


haar niet: alles draait om carrière maken en tantièmes. Haar Indische halfbroer voelt
zich door zijn vader tekort gedaan. Op aanraden van Ine gaat hij naar Nederland,
waar hij liefdevol wordt opgevangen. Wanneer de crisis uitbreekt volgen ingrijpende
veranderingen. Ine wordt onderwijzeres in Bandoeng en neemt afscheid van haar
ouders die voorgoed naar Europa terugkeren.

0713 Soest, Ems LH. van. De wereld die wij veroveren moeten; [stofomslag en titelvignet van
Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1938]. IV, 236 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc
1454 N/UBA

Mine, een Hollands meisje uit Semarang, heeft de moed gevonden om haar verloving
te verbreken en vertrekt naar familie in Nederland.

0714 Sutorius, Anna. Meisjes-idylle; met illustraties van Willi Breedijk en Jac. Kerkmeester.
Rijswijk, Kramers, [1938]. 228 blz. Vindplaats: PB

Het verhaal speelt in Den Haag en bevat een Indisch fragment over het meisje Non.

0715 Velsen-Quast, Margreet. Kruispunt. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland', [1938]. 230


blz.
Herdrukken: 2e druk [1948]. 258 blz. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 332 N

Wendie, een Hollands meisje uit een zakenmilieu, zit in de hoogste klas van de
kweekschool in Batavia. Voor een relatie van haar vader gaat ze een verplichting
aan. De man leeft gescheiden van zijn vrouw en ziet geen kans om zijn verwaarloosde
zoontje op te voeden. Wendie komt bij hem aan huis om de jongen bij te werken en
uit zijn isolement te halen. Op een gegeven moment leidt dit regelmatig contact tot
spanningen als Wendie verliefd wordt op de heer des huizes. Dank zij de steun van
haar ouders kan ze nog op tijd haar keus bepalen en vertrekt ze naar Holland.

Verbrugh, Tippy. De droom van Liesje. [c. 1938]. Zie no. A009

0716 Veren, M. [ps. van M. van de Zwan-Nelck]. Eva's zending; [met illustraties van Pol
Dom]. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 31 blz. Herdrukken: 2e druk [1939]. [Zilver
Serie.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1074 N

Een veertienjarig moederloos meisje dat in Indië is opgegroeid, moet afscheid


nemen van haar vader, haar lijfbaboe en Java. Voor haar opvoeding gaat ze naar
Den Haag waar de ouders van haar overleden moeder wonen. Door zich aan te
leren passen overwint ze haar heimwee en worden de conflicten met haar grootmoe-
der bijgelegd.
Geannoteerde bibliografie 253

0717 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Onder de Papoea's; [geïllustreerd door Jaap
Veenendaal]. Nijkerk, Callenbach, [1938]. 237 blz. Vervolg van: Twee Hollanders in
het oerwoud (zie no. 0621). Vervolgd als: Pioniers en Papoea's (zie no. 0758). Bevat
poëzie. Vindplaats: KITLV cc 936 N

Zendeling Harpert Kozijnse, geplaatst aan de kust van het eiland Awek, is over-
werkt. Om rust te vinden trekt hij er tussenuit met zijn schilderskist. Zijn vriend Gijs
Habébé, de bestuursambtenaar, krijgt van zijn baas, de resident van Ternate, de
opdracht alle uitvoer van goederen te controleren, speciaal de smokkel van paradijs-
vogelhuiden.
Op het pinksterfeest in Awek komen van alle kanten christen-Papoea's de open-
luchtsamenkomst bijwonen en de pinkstermarkt, de pasar-Indjil. Honderden hebben
hun gaven bij elkaar gebracht om eikaars goederen te kopen. Kozijnse levert een
schilderij in waarvoor een Chinese handelaar het hoogste bedrag biedt. Chinese
handelaars maken intussen handig gebruik van de Ambonees Jong Salmon die bij
hen in de schuld staat. Hij laat zich overhalen om met een groepje bospapoea's op
paradijsvogeljacht te gaan. Tofoi, de huisjongen van de bestuursambtenaar Habébé,
wie dit ter ore komt, loopt weg om de Papoea's onder wie zich ook zijn vader
bevindt te waarschuwen, maar wordt zelf het slachtoffer van geweld. Bij controle op
bootdag blijkt de holle lijst van Kozijnse's schilderij de smokkelplaats van
paradijsvogelhuiden te zijn tussen Awek en Makassar.

0718 Amstel, Hans van. De wraak van den Javaan; geïllustreerd door R.W. Snapper.
's-Hertogenbosch, Malmberg, [1939]. 207 blz. [Malmberg's Nieuwe Jeugdserie.] Her-
drukken: 2e druk [1956]. 160 blz.; 3e herziene uitgave [1956]. 158 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KDC; 2e druk BBJ; 3e druk KITLV cc 1245 N

Speelt niet in Nederlands-Indië, maar in Suriname. Natiman, weesjongen van wie de


Javaanse vader als contractarbeider op weg naar Suriname is gestorven en de
moeder korte tijd er na, komt als pleegzoon bij een Hollands kinderloos echtpaar in
Paramaribo. Daar wordt hij verwend en is totaal onhandelbaar. Wanneer zijn
pleegouders voorgoed naar Nederland vertrekken mag hij niet met hen mee.

0719 Belinfante-Belinfante, Emmy. We slaan er ons door, met tekeningen van Els Bode.
Amersfoort, Valkhoff, [1939]. 227 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Amsterdam tijdens de economische malaise en bevat Indische fragmenten.


Toet Numan is met haar zestiende jaar uit Indië naar Holland gekomen. Ze heeft
haar akte MO-Engels behaald en is intussen verloofd geraakt met een apotheker.
Door ernstige ziekte van haar vader - een ondernemingsarts - repatriëren haar
ouders naar Nederland. Zijn frivole vrouw en zijn lichtzinnige zoon jagen er veel
geld doorheen, zodat Toet gedwongen wordt met haar eigen spaargeld hun schulden
te voldoen.
254 Geannoteerde bibliografie

0720 Bieger, N.K. Karel lost het op; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman,
[1939]. 160 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.]
Herdrukken: Ook verschenen te Batavia, Kolff, [1941]. 160 blz. met illustraties van
Pol Dom. Vindplaats: KB; Indische uitgave Ockeloen

Speelt in Nederland en bevat hier en daar wat korte Indische opmerkingen.

0721 Bieger, N.K. Onder de vliegdennen; geïllustreerd door Pol Dom. Alkmaar, Kluitman,
[1939]. 144 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.] Vindplaats: KB

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten van een opzichter B.O.W.


(Burgerlijke Openbare Werken) te Fort de Koek op Sumatra die langs telepathische
weg het doodsbericht van zijn broer op Java doorkrijgt. In hoofdstuk VII 'Het spook
van Poerworedjo' wordt een diefachtige kokkie met haar sirih-spugen ontmaskerd.

0722 Brinkgreve-Entrop, J.H. Op de kunstijsbaan; geïllustreerd door Miep de Feijter.


Alkmaar, Kluitman, [1939]. 159 blz. [Serie 'De 4 Jaargetijden'.] Vindplaats:
KITLV cc 1763 N

Speelt in Den Haag en bevat fragmenten over het lagere schoolmeisje uit Indië, Non
Gemers. Ze is teleurgesteld als er nieuwe Indische klasgenootjes komen omdat ze
blank zijn. Non had gedacht dat ze nog donkerder zouden zijn dan zij zelf. Met
enige zelfspot zegt ze dan ook: 'Ik ben en blijf de enige Moriaan hier'. Non woont
met haar moeder en broertjes voorgoed in Nederland. Haar moeder is weduwe en
moet van een klein pensioen rond zien te komen. Het Sinterklaasfeest kan thuis niet
worden gevierd en evenmin kunnen er een paar schaatsen voor Non af. Op haar
tocht door de stad ontmoet ze een vriendelijke oude heer met een lange witte baard.
Hij vraagt Non of ze tegen betaling voor Zwarte Piet wil spelen. Zijn voorgaande
'knecht' kwam uit de West en studeerde in Leiden. Nu is hij afgestudeerd en is
vertrokken. 'En nu zag ik jou... ook een bijna echte Zwarte Piet. Of beledig ik je?'
Eén ogenblik voelt Non zich kriegelig worden, maar ze stemt toe. Ze kan op deze
manier geld verdienen om Sinterklaascadeautjes voor haar moeder en vier broertjes
te kopen.

0723 Franke, S. Sinjo-Juul. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1939]. 295 blz.
Vindplaats: KITLV cc 193

Juul is het enige kind van een Javaanse moeder en een van oorsprong Nederlandse
vader die employé is op een suikeronderneming op Midden-Java. Wanneer zijn
vader overlijdt moet de twaalfjarige Juul met zijn moeder van de onderneming naar
de kampong verhuizen. Hij gaat niet meer naar school en zwerft met Kertosomo
-het zoontje van het dorpshoofd - in en rond de kampong. Sinjo-Juul past zich snel
aan. Onverwacht komt zijn tante Emilie - een zus van zijn overleden vader - hem
opeisen. Juul gaat mee naar de stad en woont bij zijn kinderloze oom en tante die
hem zijn inlandse gewoonten proberen af te leren. Hij gaat nu weer naar school en
hij doet zijn uiterste best omdat de onderneming van zijn vader een beurs in het
vooruitzicht heeft gesteld. Na een aardbeving die zijn kampong verwoest komt ook
Geannoteerde bibliografie 255

Juuls moeder bij oom en tante wonen: in de bijgebouwen bij de bedienden. Juul
voert een innerlijke strijd met zijn gevoelens en eerlijkheid ten opzichte van zijn
Javaanse moeder, het Indische milieu van oom en tante en zijn Europese klasgeno-
ten die hem uitschelden voor 'blauwe' en 'liplap'. De onderwijzer, mijnheer De
Groot, is een steun voor Juul. Hij moedigt hem aan vooral goed Nederlands te
spreken. Over het rassenverschil zegt hij tegen Juul: 'Het zit dieper, Juul. De kleur
van de huid doet er niets toe en ook niet de taal, welke iemands moeder spreekt.
Het komt aan op het karakter. Als dat maar van de goeie kleur is, dan is het in
orde.' Juul slaagt als tweede voor zijn eindexamen en hij krijgt de beurs om in
Nederland techniek te gaan studeren. Bevat 'De legende van de Prambanan'. Eervolle
vermelding van de Garoeda prijsvraag voor de oudere jeugd.

0724 Goens, R. van. Avonturen in Bomeo; [met illustraties van J. Korver]. Bandoeng,
Kleijne, [1939]. 239 blz.
Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel: Het meermonster; Verhaal uit
Borneo's merengebied; omslag en platen van Dick Lammere. 's-Gravenhage enz., Van
Goor, [1947]. 204 blz. Bevat lijst van vreemde woorden Vindplaats: Ie druk KJTLV cc
2264 N; Herdruk KITLV cc 277

Een Nederlandse handelaar in huiden en bosprodukten te Bandjermasin trekt met


zijn neef door een bijna onbetreden oerwoudgebied van Borneo waar ze in aanra-
king komen met koppensnellende Dajaks.

0725 Hagers, Freddy. De schouders er onder, geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1939]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 1595 N

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten over het meisje Lexje de
Winter uit Indië, die na haar studie aan de tekenacademie een reclamebureau is
begonnen.

0726 Heerde-van Schreven, C.M. van. Mia's perikelen in de tropen. Baarn, Hollandia,
[1939]. 232 blz. [Ster-serie.] Vindplaats: KIT/KITLV cc 1415 N (fotokopie)

Jong getrouwd stel vertrekt tijdens de crisisjaren in Nederland naar Indië waar de
echtgenoot voor vijf jaar is benoemd als leraar Nederlands aan een HBS in Batavia.
Zijn vrouw ziet vreselijk tegen het nieuwe leven op. Ze mist haar familie in Leiden
en het Hollandse klimaat. Naarmate de tijd verstrijkt begint ze te wennen en vindt
ze Indië geen moeilijk, maar een heerlijk land.

0727 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. De tempelwachter van Plamboen; [met illustraties
van F. v.d. B.]. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1939]. 96 blz. [Edecea-editie voor de
Jeugd; no. 24.]
Herdrukken: 3e druk [1942]; 4e druk [c. 1943]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 561; 3e
druk KITLV cc 802 N; 4e druk Brinkman
256 Geannoteerde bibliografie

Pa Karta, een wajangpoppensnijder uit de kraton van Djokjakarta is overleden. Zijn


vrouw M'bok Oera en zijn zoontje Ardjo verlaten de sultanstad. M'bok Oera gaat
zich vestigen in de dessa Plamboen waar ze een stukje sawahgrond heeft gekocht.
Als haar rijstoogst mislukt verkoopt ze het land en gaat ze werken op een suikerfa-
briek. Ardjo heeft vriendschap gesloten met Si-Toewah, een oude tempelwachter
(van de Ciwatempel, Tjandi Prambanan). Hij houdt van Ardjo als van zijn kleinzoon
en vertelt hem de verhalen over de oude Hindoegoden, speciaal over Ciwa. Wanneer
Ardjo het strenge gelaat van dit beeld ziet, gaat er een rilling door hem heen. Si-
Toewah waarschuwt dat hij hierover nooit mag spreken met de imam en ook niet
moet vertellen over zijn Javaanse kinderbijbel die hij van de doktersvrouw van het
zendingshospitaal heeft gekregen.
Si-Toewah wordt ernstig ziek en hij wordt verpleegd in het zendingshospitaal. Ardjo
wordt door de wedono tijdelijk als tempelwachter aangesteld. Voor Si-Toewah sterft
heeft hij nog een gesprek met Ardjo en vertelt hij hem dat hij christen is geworden.
Hij wordt ook als een christen begraven. Wanneer Ardjo de aanstelling als tempel-
wachter krijgt is zijn moeder voldaan. Ze hoeft dan niet meer op de suikerfabriek te
werken. Maar Ardjo neemt het aanbod niet aan en zijn moeder is zó kwaad dat ze
hem verstoot. Hij vindt onderkomen bij de doktersfamilie en wordt christen. In
Djokjakarta gaat hij naar de opleidingsschool voor inlandse helpers. Na zijn studie
werkt hij in het zendingshospitaal in Plamboen en wanneer zijn moeder als patiënt
wordt binnengebracht komt hun verhouding weer goed. Ze gaat bij Ardjo inwonen,
maar ze wordt geen christen.
Van dezelfde auteur verscheen in 1938 een korte variant van dit verhaal onder de
titel Het beeld in de tempel (zie no. 0693).

0728 Hilst, M. van der [ps. van K. Papke]. Kètap, de jongen van Rawoe; Een verhaal uit de
Molukken; geïllustreerd door Jaap Veenendaal. Meppel, Huisman, [1939]. 151 blz.
[Neêrlands Jeugdbibliotheek; no. 3.] Vindplaats: BBJ/OLBG/BMN

Controleursgezin uit Wajaboela (Morotai) strandt met een gouvernementsstomer op


het eiland Rawoe. De controleursvrouw is behoorlijk ziek en alleen Loepang, de
Alfoerse medicijnman, kan haar van de pijn af helpen. Hun zoontje Frits sluit
vriendschap met Kètap, de 'pleegzoon' (slaafje) van Loepang. De controleur koopt
Kètap van zijn stiefvader en hij gaat met de familie mee naar Java. In Bandoeng
komt hij op het zendingsinternaat. Tegelijkertijd verdwijnt ook Loepang - als
verstekeling - van Rawoe en komt in Soerabaja terecht. Hij wil veel geld verdienen
en door toedoen van een slimme Chinees komt Loepang in de opiumsmokkel
terecht. Hij loopt in de val en belandt in de gevangenis in Semarang. Als hij zijn
straf heeft uitgezeten opent hij in Bandoeng een kleine warong, maar de plaatselijke
bevolking wil niets van hem weten. Ten einde raad trekt hij naar Batavia, wordt ziek
en is gedwongen naar Djailolo (Halmahera) terug te keren. Wanneer jaren later
Kètap als zendelinghelper naar Djailolo terugkomt, ziet hij in het zendingshospitaal-
tje Loepang terug.

0729 Jongejan-de Groot, C.Th. Goudhaantje; tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk,
Callenbach, [1939]. 149 blz.
Herdrukken: 2e druk [1940]; 3e druk [1954]. 128 blz. Vindplaats:
Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk BBJ; 3e druk Brinkman
Geannoteerde bibliografie 257

Hollands schoolmeisje Elsje ('Goudhaantje') komt bij familie in Den Haag wanneer
haar vader, die leraar is, voor een aantal lezingen en een studiereis naar Indië
vertrekt.

0730 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Vacantie-avonturen op Goe-


noeng Tiga; omslagtekening, band en illustraties van Willy Schermelé. Amsterdam,
Meulenhoff, [1939]. 158 blz. [U.N.I. Serie.] Vindplaats: KITLV cc 32 N

Nora en Wim gaan met hun vader, die inspecteur voor het inlands onderwijs is, een
paar dagen mee op tournee. Samen met de chauffeur Sidin rijden ze door de
Preanger en logeren ze in een Indisch pension of een pasanggrahan. Op deze route
ligt ook het vakantieadres van de kinderen: de thee-onderneming van oom Jan. De
weken die ze daar doorbrengen zijn vol belevenissen met allerlei dieren. Soms is het
zelfs griezelig, wanneer de oude kluizenaar Mahmoed met zijn fluit achttien slangen
bezweert en weglokt uit huis en tuin. Door de inheemse bevolking wordt hij dan ook
Kiai, heilige of wijze, genoemd.

0731 De lichte nacht; Een bundel kerstverhalen door Guido van Deth, J. van der Heide, Piet
Korthuys e.a. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1939]. 190 blz., afbn.. Bevat poëzie en de
verhalen 'De liefde is uit God' door M.A.M. Renes-Boldingh (blz. 90-113); 'Advent'
door Piet Korthuys (blz. 124-143); 'Hij die gekomen is; Kerstverhaal uit het oerwoud
van Papoealand' door Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef] (blz. 145-163).
Vindplaats: KITLV cc 1767 N

'De liefde is uit God' speelt in Nederland. Twee kinderen van een theeplanter uit
Indië wonen bij een tante in huis waar ze warmte en begrip ontberen. Het verhaal
'Advent' geeft het schrijnende beeld van een werkloze Hollandse machinist van
een suikerfabriek uit Java's Oosthoek die met zijn gezin in de kampong van
Batavia woont en langs de huizen van Europeanen vent met postpapier,
tandenborstels en zeep.
'Hij die gekomen is' vertelt over kustpapoea's (uit de omgeving van het eiland
Japen). Hun stamhoofd Mantabori is zo ziek, dat zelfs de medicijnman hem niet kan
genezen. De houtsnijder Nanasi gaat met een paar dorpsgenoten per prauw de zee
over om de hulp in te roepen van de zendeling die in de baai van Jobi woont. Alleen
hij is nog in staat hun stamhoofd beter te maken.
Bevat poëzie en een verhaal over de held Mansren-Manggoendi die bij alle Papoea-
stammen op Noord-Nieuw-Guinea bekend is. Zie ook Albert Zaaier. Papoea's in de
branding (no. 0757).

0732 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De wraak van Stalen Hand. [Amsterdam], De
Volkskrant enz., [c. 1942]. 146 blz., ills. [Volkskrant Bibliotheek.] Vervolg van: De
detective in de rimboe (zie no. 0788). Vindplaats: KITLV cc 1225 N

Opnieuw voert detective Hans een strijd op leven en dood in de oerwouden van
Borneo. Dit keer bevrijdt hij Radjang, het jonge opperhoofd van de Boekatstam, en
zijn gezin uit handen van zijn tegenstander. De priester-tovenaars vinden dat
258 Geannoteerde bibliografie

Radjang teveel westerse ideeën heeft overgenomen die in strijd zijn met het
animisme van de stamgenoten.

0733 Putten, Ans van der. Luister uurtjes; Derde deel; Veertig vertellingen voor kinderen van
8-10 jaar. Haarlem, Drukkerij De Spaamestad, [1939]. 321 blz. Bevat poëzie en het
verhaal: 'Hoe Dodo en Nini hun moeder in Indië verrasten' (blz. 133-140).
Vindplaats: KITLV cc 2207 N+

Twee Indische zusjes, voor hun schoolopleiding tijdelijk bij familie in Holland, laten
gelukwensen voor hun jarige moeder in Indië vastleggen op een grammofoonplaatje.

0734 Renes-Boldingh, M.A.M. Storm over Toba; geïllustreerd door C. Leeflang-Oudenaar-


den. Rotterdam, Voorhoeve v/h Bredée, [1939]. 63 blz. Herdrukken: 2e druk [c.
1940]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 505 N (fotokopie); 2e druk KITLV cc 2175 N

Als Toempak, een Batakse schooljongen, met vakantie thuiskomt wacht hem weinig
vreugde. Zijn moeder die graag christen wil worden is bang voor de wraak van de
bégoe's. 's Nachts gaat Toempak in een prauwtje door de storm over het Tobameer
om hulp te halen.
Eerder verschenen in: Ferme jongens; Een boek voor jongens van twaalf tot zestien jaar,
samengesteld door P.A. de Rover. Hoorn, Drukkerij Edecea, [1935]. Blz. 84-104,
foto-ills. Vindplaats OBA.

Tersoest, Alex. De terugkeer van X. [1939]. Zie no. 0790

0735 Voorhoeve, R[udy]. Het geheim van de kloof; Avonturen in de oerwouden van Nieuw-
Guinea; met illustraties van F. van Bemmel. Amsterdam, Veen, [1939]. 202 blz., krt.
Herdrukken: Herdruk. Amsterdam, Veen, [1950]. 246 blz.; Herziene druk verscheen
onder de titel: Tdiauw en het geheim van de kloof. Amsterdam enz., Elsevier, 1962.
160 blz.
Vervolg van: Tdiauw en de medicijnman (zie no. 0645).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 178; Herdruk Brinkman

Het is een zware slag voor Tiliauw geweest dat hij zijn geweer bij de politie van het
kustdorp moest inleveren. Hij wil naar de vijandelijke stam, de Njao's, waar hij
vroeger gevangen heeft gezeten. Daar heeft hij acht jaar geleden Taoeri, het slanke
katachtige meisje met de 'brandende ogen', leren kennen. Maar zonder geweer durft
hij de tocht niet aan. De komst van twee Nederlandse onderzoekers geeft hem een
kans als gids te dienen. Van hen krijgt hij een geweer, precies zoals hij het verlang-
de. Op hun tocht over de Tamirivier ontdekken de Nederlanders een kloof in een
rotswand waarin een zwart houten beeld staat, beschilderd met rode en witte aarde,
met ogen van groene stenen. Er omheen liggen overal beenderen en schedels
verspreid en resten van houtvuren. De wanden zijn versierd met tekeningen van
vreemdsoortige dieren en er is ook een afbeelding van de zon die een belangrijke rol
in de eredienst van de vroegere bewoners moet hebben gespeeld.
Geannoteerde bibliografie 259

Tiliauw ziet het beeld en zegt dat het een korwari is. Even later vindt een van de
Hollanders goudkorrels, waarover hij zwijgt. Als ze op voor Tiliauw bekend terrein
komen, zijn vroegere dorp Sawia-Arso, knijpt hij er op een gegeven moment
tussenuit en gaat naar de vijandelijke Njao's, waar hij Taoeri met een donderende
krijgslist ontvoert. In Sawia-Arso wordt ter ere van Tiliauw en Taoeri een groots
feest gevierd. Ondertussen vertelt de Nederlandse onderzoeker over de goudvondst.
Ze besluiten geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven, maar het goud te gebruiken
voor de kosten van hun verdere studie en om iets voor hun zwarte vrienden te doen
zonder dat dit opzien baart.
De schrijver is een van de twee onderzoekers die een jaar aan de Humboldtbaai
onder deze Papoeastammen hebben geleefd.

0736 Voorhoeve, R[udy]. Harimau; De geschiedenis van een Sumatraansche tijger, omslag-
teekening van Gunter. Antwerpen/Amsterdam, Het Kompas/De Spieghel, [1939]. 147
blz.
Herdrukken: 2e druk. Amsterdam, Veen, [1955]. 128 blz.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 181; 2e druk BMN

De schrijver, een jager, vertelt hoe hij met een groepje Sumatranen drie maanden
aan één stuk de tijger Harimau achtervolgde in de Padangsche Bovenlanden.
Telkens is de tijger hen te slim af. Tenslotte moeten de jagers tot een wrede en
bovendien gevaarlijke methode van jagen hun toevlucht nemen: een klem.

0737 Vries, Gijsbert de. Pak Ibrahim, de blinde van Blondo; geïllustreerd door Menno [van
Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1939]. 110 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc
399

Getroffen door blindheid wordt de Javaanse dagloner Pak Ibrahim tot de bedelstaf
gedwongen. Noch de op geld beluste vrouwelijke doekoen, noch de djimat van zijn
uitgekookte neef kunnen hem helpen. Zijn hardvochtige vrouw jaagt hem voortdu-
rend op, buit hem uit en laat hem tenslotte in de steek. Dankzij Marto, een Javaanse
christen, komt Pak Ibrahim op een blindeninstituut op Midden-Java waar hij een
menswaardiger leven kan leiden.

0738 Winter, Minnie de. Alles om Renee; geïllustreerd] door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1939]. 220 blz. Vindplaats: KITLV cc 729 N

Speelt op Java tijdens de crisisjaren in een Nederlands milieu. Wanneer Renee's


verloofde Max door de economische malaise als suikeremployé is ontslagen neemt
hij genoegen met een eenvoudige betrekking in Semarang. Deze baan blijkt van
korte duur te zijn. Max voelt zich zo bezwaard dat hij Renee geen toekomst kan
bieden dat door spanningen en misverstanden de verloving wordt verbroken.

0739 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Carl's kerstfeest in Papoea-land; Een
zendingsverhaal; tekeningen van J[aap] Veenendaal. Nijkerk, Callenbach, [1939]. 109
blz., krt. [Zilver-serie.] Herdrukken: 2e druk [1940].
260 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 848 N

In 1857 worden in de Geelvinkbaai drie jonge Duitse schipbreukelingen door


Papoea's gevangen genomen. Door het moedig optreden van zendeling Geissler
worden zij bevrijd.

0740 Beem-Paleologo, T. van. Een nachtelijk avontuur; [met illustraties van Willy Scher-
melé]. Rotterdam, Rotterdamsche Verzekerings-Sociëteiten (R.V.S.), [c. 1940]. 15 blz.
Vindplaats: KITLV cc 762 N

Tom gaat logeren bij zijn oom die administrateur is van een tabaksonderneming.
Tegen beter weten in gaat Tom met zijn neefje Bob proberen de nacht door te
brengen in de tent die op het erf staat.

0741 Franke, S. De wajangpop. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1940]. 228 blz., afbn.
Vindplaats: KITLV cc 200

Si Oentoeng, een achtjarig Javaans jongetje, heeft een wajangpop uit hout gesneden
en beschilderd. Hij brengt zijn pop naar de oude dalang en hoopt dat deze hem kan
gebruiken. Wanneer de dalang de pop afwijst als 'een kunstig gesneden stuk hout' is
Si Oentoeng teleurgesteld.
Alleen de tovenaar Ngabi Soliman kan zijn pop tot leven brengen. Hij doet dit door
Si Oentoeng te laten verdwijnen in de wajangpop die nu tot leven komt. De pop
moet de wereld in om wijze lessen te leren waardoor hij een bruikbare wajangpop
wordt en Si Oentoeng doet ervaring op die nodig is om later de oude dalang te
kunnen vervangen.
Bekroond met de Garoeda-prijs voor de oudere jeugd.

0742 Franken, Nanny. Met vallen en opstaan; geïllustreerd] door Hans Borrebach.
Alkmaar, Kluitman, [1940]. IV, 203 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vervolg van:
Tehuis voor meisjes (zie no. 0688). Vindplaats: KITLV cc 1575 N

In het laatste jaar van haar studie aan de Academie voor Lichamelijke Opvoeding te
Amsterdam komt Lonnie voor problemen te staan: de definitieve terugkeer uit Indië
van haar ernstig zieke vader én de financiële terugslag die dit tot gevolg heeft.

0743 Haskos Vader, J. De wildernis in; Een zendingsverhaal voor jongens en meisjes; [met
illustraties van Corrie van der Baan]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1940]. 96 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1113 N

Met zijn vader die zendeling is en een groepje Papoea's maakt de schooljongen Jim
een tocht vol gevaren per prauw en te voet door het oerwoud van Nieuw-Guinea. Ze
gaan op zoek naar een plek voor een nieuw te stichten zendingspost.
Geannoteerde bibliografie 261

0744 Huisman-Schippers, J.H. Toen Go bij oom en tante was; geïllustreerd door Menno
[van Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1940]. 54 blz. Herdrukken: 3e druk
[1952]. 48 blz.; 5e druk 1961. Vindplaats: Ie druk BBJ; 3e druk KITLV cc 2096 N;
5e druk Brinkman

Tijdens een verlofperiode in Holland wordt de vader van Go door zijn firma naar
Indië teruggeroepen. Zijn enig dochtertje Go moet hij bij familie achterlaten. Go's
heimwee naar Indië wordt versterkt door de gemene streken die haar nichtje Annie
haar levert. Wanneer Go door haar vader wordt opgehaald om naar Indië terug te
keren zijn ze echter echte vriendinnen geworden.

0745 Kerstboek voor jong Indië; Een bundel Indische kerstverhalen; met medewerking van S.
Oegema, J. Lodder, N. Setjo e.a. Batavia, Kolff, 1940. IV, 90 blz. Bevat poëzie en de
verhalen: 'Kerstfeest in de dessa' (blz. 23-30); 'Hoe Loeki haar angst verloor' (blz.
31-46); 'Het Kerstfeest van Jopie en Pietje' (blz. 47-54); 'Hoe zal ik U ontvangen?'
(blz. 56-66); 'Kerstfeest in Papoealand' (door Aflbert] J. de Neef) (blz. 67-90).
Vindplaats: KITLV cc N

De bundel begint met twee verhalen in een bijbelse sfeer; de daarop volgende vijf
vertellen hoe het kerstfeest in verschillende milieus in Indië wordt gevierd.
'Kerstfeest in de dessa'. Een Javaanse weduwe moet hard werken voor het levens-
onderhoud van haar gezin. Haar zoontje Min wil dolgraag naar de kerstboom van de
kapanditan gaan kijken, maar hij bezit geen behoorlijke kleren voor het feest. 'Hoe
Loeki haar angst verloor'. De hulpeloosheid van een Indisch schoolmeisje dat zich
altijd vermoeid of ziek voelt. Haar moeder en haar Javaanse oma denken dat ze
onder invloed staat van goena-goena. Op aanraden van haar Nederlandse klasseon-
derwijzer gaat ze naar het ziekenhuis. Na onderzoek blijkt dat ze door verkeerde
voeding beri-beri (een vitaminegebrek) heeft.
'Het Kerstfeest van Jopie en Pietje'. In het gezin van een Nederlandse koffieplanter
wordt kerstavond samen met alle bedienden gevierd. Ook de zieke djaït die in de
kampong woont en eenzaam in haar huisje ligt, wordt niet vergeten. 'Hoe zal ik U
ontvangen?' Door de oorlogssituatie in Nederland ontvangt een Hollands gezin
in Indië geen kerstpakjes van opa en oma. Ondertussen treft de moeder
voorbereidingen voor een groots kerstfeest met vrienden en kennissen, maar de
malaria-aanval van haar zoontje Jan gooit roet in het eten. Voor hem wordt het nu
een kerstfeest waar hij naar heeft verlangd: eenvoudig en stil. 'Kerstfeest in
Papoealand'. Een verhaal van de zendeling A.J. de Neef, wiens vrouw en kinderen al
met verlof naar Nederland zijn. Hij verlaat Seroei om het kerstfeest bij de
bergpapoea's in kampong Mantenboe te vieren. De bevolking leeft hier nog onder de
macht van bijgeloof en vrees omdat ze de 'heidense' denkbeelden niet kan loslaten.

0746 Kesteren, J. van. De held van Jacatra; geïllustreerd door Gerrit de Morée. Helmond,
Drukkerij 'Helmond', [1940]. 122 blz. [Nederlandsche Jeugdbibliotheek; no. 111A.
Serie: Hollandsche Helden; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 576

Doorkneed in boekhoudkundige zaken en ingewijd in het koopmanschap te Rome


keert de jeugdige Jan Pieterszoon Coen terug naar Hoorn. Als opperkoopman wordt
262 Geannoteerde bibliografie

hij door de Heren Zeventien van de Oost Indische Compagnie naar het eiland
Banda gestuurd om daar orde op zaken te stellen in de factorij. Evenzo op het eiland
Ambon, waar alles uit de hand is gelopen omdat de Nederlandse
Compagniesdienaren zich te buiten zijn gegaan aan drank en de inheemse bevolking
door hen is mishandeld en beroofd. De grootste boeven krijgen de doodstraf en
de overigen legt Coen een ijzeren tucht op.
Na veel strijd tegen de Engelsen en Javanen vestigt hij in 1619 op de puinhopen van
deze nederzetting de stad Batavia, het knooppunt voor de handelsbelangen van de
Oost Indische Compagnie.

0747 Kingmans, Hugo. Veertien man in een boot; pentekeningen van G.D. Hoogendoorn.
Nijkerk, Callenbach, [1940]. 153 blz. Vindplaats: KITLV cc 1328 N

Historisch verhaal uit 1657 waarin opperstuurman Abraham Leeman in Batavia


opdracht krijgt van de Oostindische Compagnie om bij het Zuidland (Australië) te
zoeken naar overlevenden, maar vooral naar de tachtigduizend gulden van het
scheepswrak van 'De Vergulde Draeck'.
Zie over dit onderwerp ook: Klaas van der Geest Op 't Zuydlandt gestrand (no. 0840)
en Chr. A. Meijer De klauw van de Draak (no. 1029).

0748 Langs verre kust; Twaalf zendingsverhalen voor de jeugd; met medewerking van A. van
Dijk, N. Heertjes, Joh[an] van Hulzen, H. Krayer van Aalst, P.M. Legêne, J.H.
Meerwaldt Jr., M.A.M. Renes-Boldingh, A.M. Schuyt-Mansvelt, H. Vuurmans en
Albert Zaaier [ps. van Albert J. de Neef]. Bandversiering en gekleurde platen van
AJ. de Neef. Oegstgeest, Zendingsbureau, [1940]. 93 blz. ['Onze Zendingsvelden';
no. 3.]
Bevat tien verhalen over Nederlands-Indië: 'Naar Indië' (auteursnaam niet vermeld)
(blz. 3-10); 'Een hertenjacht' door [H.] Krayer van Aalst (blz. 11-16); 'De twee
wondervissen' door Albert Zaaier [ps. van A.J. de Neef] (blz. 17-21); 'De eerste
kennismaking' door M.A.M. Renes-Boldingh (blz. 23-32); 'Batakleven' door H.
Vuurmans (blz. 43-54); 'Merkwaardig gebeuren' door Albert Zaaier [ps. van AJ. de
Neef] (blz. 55-64); 'De geestenboom' door J.H. Meerwaldt Jr (blz. 63-69); 'Hoe
Widjaja de Bijbel vond!' door A. van Dijk (blz. 70-76); ' "Volleerd", "Uit"geleerd,
Afgestudeerd' door N. Heertjes (blz. 77-86); 'Terug naar 't vaderland' door A.M.
Schuyt-Mansvelt (blz. 87-92). Vindplaats: KITLV q 598

'Naar Indië' beschrijft de reis van het jonge onderwijzersechtpaar Mierevelt dat in
1915 naar Sumatra gaat om op de zendingspost Naroemonda (Bataklanden) aan een
kweekschool te gaan werken.
'Een hertenjacht'. In Loki (West-Ceram) schenkt een Benoengkoeman, die genezen
is van een kogelwond, een hertebokje aan het zoontje van de pendeta die hem heeft
genezen.
'De twee wondervissen'. In Nieuw-Guinea gaan christen-Papoea's uit vissen. Het
dorpshoofd offert echter drinkwater aan 'Woria', de zeegeest. Een jonge Papoea,
Abjatar, keurt dit heidense offer af. Met een paar stamgenoten gaat hij zijn eigen
weg, maar de vangst levert niet veel op, in tegenstelling tot die van het dorpshoofd,
waarbij vis in overvloed wordt binnengehaald. In een droomgezicht ziet Abjatar de
schoolkerk waar links en rechts van de opengeslagen Bijbel een gouden vis hangt.
Geannoteerde bibliografie 263

'De eerste kennismaking'. De datoe Si Ala Piso heeft een grondige hekel aan de
witogen (blanken) die met hun zendelingen het volk tot slaven wil maken van de
'Kompenie'. Dit verhaal is een fragment uit De zoon van de Witte Olifant, blz. 158-
182, van M.A.M. Renes Boldingh (zie no. 0902).
'Batakleven'. Een zendeling reist naar Liang, een Bataks dorp, waar de goeroe Pa
Ngapoeli hem ontvangt. De goeroe vertelt hoe zijn vader een dobbelaar en een
zwerver werd, zijn gezin te gronde richtte, maar op een kerstavond tot inkeer kwam.
'Merkwaardig gebeuren'. De Ambonees Jong-Salmon komt naar Waropen-Kai
(Nieuw-Guinea) om koelies te werven voor een Chinese planter. Met sarongs en
tabak probeert hij fortuin te zoeken onder de Papoea's. Per prauw trekt hij door het
oerwoud met een konoor (medicijnman) als gids. Onderweg zijn ze de onzichtbare
toeschouwers van een groots dodenritueel van een fanatieke Papoeastam, de
Sajatiërs (zie ook: Albert Zaaier Onder de Papoea's, no. 0717). 'De geestenboom'.
Zendeling P.H. Johannsen komt in 1866 naar Silidoeng in de Bataklanden. Een
stamhoofd, Ompoe Siantar, is tegen zijn komst. Natuurgeweld en een voorspellende
droom doen hem de heidense godsdienst de rug toekeren. Aan Johannsen hebben de
Bataks het te danken dat ze het Oude Testament in hun eigen taal bezitten.
'Hoe Widjaja de Bijbel vond!'. De Soendanees Widjaja woont in de Arabische wijk
van Indramajoe. Zijn geestelijk leven is op de achtergrond geraakt toen hij districts-
hoofd was. Nu leidt hij een ambteloos bestaan om dit verzuim in te halen. Hij leest
de Koran, bezoekt de moskee en de pasantren zo veel hij maar kan. Een familielid
brengt hem aan het twijfelen over een paar verzen in hoofdstuk 2 van de Koran ten
aanzien van de wet en het Evangelie.
' "Volleerd", "Uit"geleerd, Afgestudeerd'. Een jongen uit Nias die bij een zendeling
heeft gewerkt en geleerd gaat naar de kweekschool in Depok (West-Java) om tot
goeroe te worden opgeleid. Terug op Nias ondervindt zijn christelijke gemeente
zoveel haat dat het Nederlands bestuur moet ingrijpen en hij het slachtoffer wordt
als hij op zijn post blijft.
'Terug naar 't vaderland'. Korte schets van een zendelingsechtpaar dat direct na hun
huwelijk (1908) naar Toradjaland (Celebes) wordt uitgezonden waar ze vijftien jaar
hebben gewerkt.

0749 Lentinck, Rona. Marianne's verlangen; [bandtekening en foto-illustratie van Hans


Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1940]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.]
Vindplaats: KITLV cc 1601 N

Uitgekeken op het welgestelde provinciale milieu van haar ouders vertrekt Marianne
naar Indië. In Batavia heeft ze een baan aangenomen als secretaresse op het kantoor
van een theecultuurmaatschappij. Eigenlijk te snel naar haar zin raakt ze verloofd
met haar ambitieuze afdelingschef die slechts geïnteresseerd is in zijn carrière.
Wanneer Marianne ziet hoe oppervlakkig en berekenend hij is, en dat hij bovendien
speelschulden heeft gemaakt, verbreekt zij het contact. Haar toekomst wordt bepaald
door een hardwerkende jonge Hollandse planter.

0750 Muijen, Clementine van. Van zeebloem en meermin; Sprookjes van hier en elders
verteld door -; geïllustreerd door A. v[on] Czernicki. Soerabaia, Drukkerij Van Ingen,
1940. 107 blz.
Bevat poëzie en twee verhalen met Indische fragmenten: 'Ramboetans' (blz. 75-84)
en 'De sawoh-manilla' (blz. 85-92).
264 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1765 N+

'Ramboetans'. Een oude ramboetanboom haalt herinneringen op over zijn leven


waarin hij het middelpunt vormde van een Hollandse familie.
'De sawoh-manilla'. Een nieuwsgierige sawoh op Java wordt met andere soortgeno-
ten naar Nederland verscheept. De vruchten komen op een handkar van een
straatventer. Tenslotte komen ze op tafel bij kinderen die door de geur van de
vrucht terugdenken aan hun tuin in Indië.

0751 Norel, K[laas]. Jonker op de vloot van Houtman; [pentekeningen van Jan Lutz].
Nijkerk, Callenbach, [1940]. 135 blz. Herdrukken: 2e druk [1943]. Vindplaats: Ie
druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 1453 N

Wanneer er met de Amsterdamse koopmanszoon, Lambert Biesman, geen land meer


te bezeilen valt wordt hij door zijn vader gedwongen naar zee te gaan. Hij komt aan
boord van de 'Mauritius' en wordt door alle tegenslagen die hij op de reis naar Indië
ondervindt een volwassen man.

0752 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Hanneke op reis naar Indië; [omslag en een] illustratie
[van J.C Basart]. Z.pl., z.uitg„ [c. 1940]. 75 blz. [Serie no. 607.] Bevat bijgebonden
het verhaaltje 'De koene ruiter' dat in Noord-Amerika speelt. Vindplaats: KITLV cc
430 N

Een Hollandse weduwe reist met haar enig dochtertje op de 'Jan Pietersz. Coen'
naar Java, waar ze voorgoed zullen gaan wonen bij een broer van haar overleden
man. Uitvoerig wordt het leven op het kinderdek aan boord beschreven, waar de
jeugd wordt beziggehouden. Het laatste hoofdstuk vertelt over een uitstapje in de
omgeving van Sabang op het eiland Poel au We.

0753 Veren, M. [ps. van M. van de Zwan-Nelck]. Udo's eerste kostschooljaar; [tekeningen
van G.D. Hoogendoorn]. Nijkerk, Callenbach, [1940]. 92 blz. Herdrukken: 2e druk
[1940]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1608 N

Speelt in Nederland en bevat fragmenten over de Indische jongen Daan die op een
kostschool zit in Utrecht. Kort voor zijn vertrek naar Nederland is zijn moeder
overleden. Op school is hij een saaie 'roetmop'. Een paar oudere Indische jongens
vertellen 'dat Daans moeder niet eens een "dame" was geweest, zo maar gewoon een
Javaanse vrouw en erg bruin. Ze sprak een klein beetje Hollands en anders alleen
Maleis. Op Java wilde haast niemand met zulke mensen omgaan.' Daan sluit
vriendschap met zijn klasgenoot Udo - enig kind van een huisarts - bij wie hij de
weekends en de vakanties doorbrengt.

0754 Vries, Gijsbert de. Masora; De geschiedenis van een Alfoerse jongen; geïllustreerd door
Menno van Meeteren Brouwer. Delft, Meinema, [1940]. 96 blz.. Herdrukken: 3e druk
[1948]. 94 blz. Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 733 N; 3e druk
Brinkman
Geannoteerde bibliografie 265

Een verhaal uit de Molukken. Na allerlei tegenslagen komt de Alfoerse bergjongen


Masora tot het christendom. Hij is pienter, gaat naar school en hij speelt in een
fluitorkest. Omdat hij een goed handschrift heeft, wordt hij schrijver op het kantoor
van de Nederlandse gezaghebber in de hoofdplaats aan de kust. Ten onrechte wordt
hij daar van diefstal beschuldigd.

0755 Warnsinck, Margot. Het sein staat veilig. Alkmaar, Kluitman, [c. 1940].
Herdrukken: 2e druk [1944]. 176 blz. Vindplaats: Ie druk niet bekend;
2e druk PB

Speelt in Amsterdam en bevat een summier fragment over een meisje dat door een
misverstand in de liefde naar een baan in Nederlands-Indië wil solliciteren.

0756 De windroos; Onder redactie van C. Boudens-van Heel, Broeder Gummarus [ps.], To
Hölscher e.a. Utrecht, Het Spectrum, 1940. 410 blz., afbn. [Jaarboek voor de
Katholieke Jeugd.]
Bevat het Indische verhaal van Fr. Fritschy: 'Jongens van de zee' met illustraties van
Gerard Huysser (blz. 131-154). Vindplaats: KITLV cc 1671 N

Speelt onder Indonesische vissersjongens van het dorpje Koemoe in de Minahassa


op Celebes.

0757 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef). Papoea's in de branding; Een verhaal uit
Nieuw-Guinea. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1940]. 93 blz., afbn. Vindplaats:
KIT/KITLV g 464

Papoea's van het eiland Jappen komen in aanraking met de westerse maatschappij,
maar leven nog volgens hun eigen cultuurpatroon. Nanasi, de houtsnijder, ervaart
het verschil tussen de held Mansren Manggoendi uit een oude Papoea-overlevering
en de verlosser Mansren Jesoes.

0758 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Pioniers en Papoea's; Een verhaal uit het
binnenland van Noord-Nieuw-Guinea; [met illustraties van Jaap Veenendaal]. Nijkerk,
Callenbach, [1940]. 189 blz.
Herdrukken: 2e druk [1940].
Vervolg van: Onder de Papoea's (zie no. 0717).
Bevat poëzie.
Vindplaats: BZO/MTLV g 812 N

Twee Nederlanders, de zendeling Harpert Kozijnse en de bestuursambtenaar


Gijsbert Hardeman (alias Habébé) zien zich voor de moeilijke taak geplaatst om
twee vijandige dorpen, Sikowai en Saberi, op het eiland Koeroedoe met elkaar te
verzoenen.
In het verhaal wordt uitvoerig de denk- en leerwereld van de Papoea's beschreven.
266 Geannoteerde bibliografie

0759 Aardweg, H[ans] P. van den. Generaal van Heutsz; Oorspronkelijk jongensboek;
geïllustreerd door L. de Swart. [Helmond, Drukkerij 'Helmond'], [1941]. 123 blz.
[Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 113 A. Serie: Hollandse Helden.] Vindplaats:
KTTLV aa 79 N+

Geromantiseerd jongensverhaal over de jeugd en de militaire loopbaan van Jan van


Heutsz in het opstandige Atjeh en zijn benoeming tot gouverneur-generaal van Oost-
Indië.

0760 Brings, Alice. Zon, zee... en zeilen. Djokjafkarta], Ribbens Boekendepót, [1941]. 164
blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 2021 N (fotokopie)

Dit verhaal speelt op Zuid-Celebes tijdens de Tweede Wereldoorlog. Pim is het


enige kind van welgestelde Hollandse ouders. Hij woont met zijn mondaine moeder
in Makassar; zijn vader woont op Java. Hij lijdt onder de scheiding van zijn ouders.
Nieuwe buren brengen verandering in zijn leven. Het is een eenvoudig, maar
hartelijk gezin waarvan de vader voor zijn werk van Djokjakarta naar het kantoor in
Makassar is overgeplaatst. Pim trekt met de oudste kinderen, Ruud en Merijntje, op.
Aan de boulevard komen ze in aanraking met Bangai, een blinde inheemse jongen.
Om wat te verdienen speelt hij op een soeling en verkoopt hij eigengemaakte
spulletjes. Tijdens een verboden zeiltocht stranden Pim en Ruud in het avondduister
op een van de kusteilandjes. Het is daar dat Bangai hen aantreft. Ondanks zijn
blindheid kan hij hulp bieden. Als tegenprestatie voor zijn reddingsactie ondergaat
Bangai een tweetal oogoperaties, waarna zijn gezichtsvermogen terugkeert. Ook aan
Pims verdrietige situatie komt een eind; hij vertrekt met zijn moeder naar Java waar
zijn ouders zich zullen herenigen.

0761 Dordt, A. van. Allemaal echt waar; Versjes; teekeningen van E. Weski. Batavia, Kolff,
[1941]. 28 blz. Vindplaats: Ockeloen

Onvindbaar. Indisch?

0762 Dordt, A. van. Tropenkindjes; Versjes; teekeningen van E. Weski. Batavia, Kolff,
[1941]. 30 blz. Vindplaats: Ockeloen

Onvindbaar.

0763 Etten, Ine van [G.B.M, van Etten-Sjoukes]. Idylle in de archipel; met tekeningen van
Willi Bredyk. Amersfoort, Valkhoff, [1941]. 197 blz. Vindplaats: KITLV cc 577

In de crisisjaren solliciteert de achttienjarige Dorrit Feerstra met haar gymnasium-


opleiding naar een betrekking als gezelschapsdame voor het gezin van een directeur
van een grote olie-onderneming in Nederlands-Indië. Ze heeft geluk en wordt
aangenomen. Ze vliegt met de KLM naar Batavia. Daar stapt ze op de boot naar de
Geannoteerde bibliografie 267

plaats van bestemming, Poela Sikat. Er is weinig gelegenheid voor heimweegevoe-


lens, haar dagen zijn gevuld met de zorg voor een ziekelijke directeursvrouw en haar
zoontje. Door de sociale contacten met het personeel van de onderneming doorziet
ze de kleine wereld waarin deze mensen dagelijks verkeren en waarin wordt gerod-
deld tot in het oneindige, maar waarin ook - wat betreft Dorrit - nog romances
voorkomen.

0764 Feenstra, Fenna. Neüeke's opvoeding; geïllustreerd door Rein van Looy. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf, [1941]. 236 blz.
Herdrukken: 2e druk [1941]; 3e druk [1949]. 240 blz.; 4e druk [1951]; 5e druk [1954];
[Herdruk]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1970]. 192 blz., afbn. [Witte
Raven-pockets; no. M 202.].
Vervolgd als: Maar die vlag verlaten... nooit! (zie no. 0815). Vindplaats: Ie druk
BBJ; 2e druk KITLV cc 1061 N; overige drukken Brinkman

Nederlands schoolmeisje dat wees is, groeit op tussen haar veel oudere broer en zijn
studievriend. Deze vriend, die veel voor haar gaat betekenen, wordt voor drie jaar
naar Nederlands-Indië uitgezonden als marine-arts.

0765 Feenstra, Fenna. Een zomer op Heidehoeve; Voor oudere meisjes. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf, [1941]. 219 blz.
Herdrukken: 2e druk [1949]. 254 blz.; 3e druk [1952]. 254 blz.; 5e druk [c. 1956]. 236
blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 1213 N; 3e druk Brinkman; 5e
druk NBLC Almere

Administrateur van een suikeronderneming uit Oost-Java is met zijn gezin naar
Nederland verhuisd omdat de suiker niets meer opbrengt. Zijn zoon Han, pas
afgestudeerd ingenieur, probeert tijdens de crisisjaren aan werk te komen. Noodge-
dwongen wordt hij particulier chauffeur bij een gegoede familie. Later krijgt hij op
voorspraak een goede betrekking bij Java's Electrisch Bedrijf te Soerabaja en ziet hij
ook zijn geliefde Mieke weer terug.

0766 Gerritsen, Gerda. Een wereld van wit en groen; Roman voor jonge mensen; omslagte-
kening, band en illustraties van Mohr. Amsterdam, Meulenhoff, [1941]. 244 blz.
Vindplaats: PB

Bevat fragmenten over de Indische student Han Keurman afkomstig uit Medan die
voor zijn studie indologie in Utrecht op kamers woont. Hij leidt een tamelijk
eenzaam bestaan en wordt door zijn Hollandse vrienden voor 'mystiekeling' versle-
ten. Wanneer Han op de Velpse rodelbaan beide benen breekt en een eenzaam
verblijf in het ziekenhuis doormaakt waardeert hij de vriendschap van Nederlandse
jongelui en komt hij uit zijn isolement.

0767 Goens, R. van. Het spookschip der Celebes-Zee; met platen van M. Thomassen. 's-
Gravenhage, Van Goor, [1941]. 231 blz. Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV cc 1373 N+
268 Geannoteerde bibliografie

In 1656 vaart schipper Pieter Braems met het fluitschip 'Bonte Voghel' in opdracht
van de VOC naar het eilandje Poeloe Batoe Besie (Riouw-archipel). Ruim een eeuw
tevoren is daar door Spaanse en Portugese zeelui een schat begraven. Braems
ontdekt de kostbaarheden, maar gewapende inboorlingen verhinderen dat de lading
aan boord gehaald wordt. Dan begint Braems aan zijn tweede opdracht voor de
VOC: het opsporen van de 'Zwarte Dood'. Jarenlang heeft dit Spaanse galjoen
schade toegebracht aan de Nederlandse handelsvloot in de druk bevaren route van
de Celebeszee. Schipper Braems ziet kans dit machtige schip te veroveren. Op de
terugreis moet Braems nog strijd leveren tegen Makassaarse zeerovers. Bij
thuiskomst in Batavia wordt hij op het Kasteel ontboden om zijn reis toe te
lichten. De heren van de VOC nemen geen genoegen met zijn reisverslag en
handelwijze. Braems wordt na bijna veertig jaar trouwe dienst ontslagen; alleen van
gouverneur-generaal Maetsuycker ondervindt hij steun en waardering.

0768 Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp, J[acoba] H. De grote vondst van Juul en Peter.
Batavia, Unie-Bibliotheek, 1941. VI, 180 blz., afbn.
Herdrukken: 2e druk [met omslagtekening van F. van Bemmel en illustraties en
bandstempel van C. Neytzell de Wilde]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 183 blz. ;
3e druk [met omslagtekening en illustraties van H. Veenstra]. 's-Gravenhage,
Kramers, [1959]. 223 blz. Vindplaats: Ie druk Ockeloen; 2e druk KITLV cc 858 N; 3e
druk BBJ

Met veel warmte worden de belevenissen verteld van een Nederlands gezin met
jonge kinderen en hun huisdieren in Djokjakarta. In de grote vakantie logeert het
gezin in de bergen vlakbij de kwekerij van hun grootouders. Oma vertelt over haar
jeugd op Java waar ze met haar vader, die dominee was, haar moeder en haar
broertjes en zusjes woonde. Op twaalfjarige leeftijd ging ze met haar familie per
zeilschip naar Nederland voor haar opvoeding.
Tijdens hun spel ontdekken Juul en Peter onder het huis (dat op neuten staat) een
haveloze jongen, gewikkeld in een Javaanse sarong, en zijn herdershond. Hij wordt
in het gezin opgenomen en aan de moeder vertelt hij zijn trieste lot. Hij heet Dirk
en is een Hollandse jongen die met zijn ouders uit Nederland is gekomen omdat zijn
vader daar in de crisistijd geen werk kon vinden. Vaders broer op Java zou hem wel
aan een baan helpen, maar dit liep op niets uit. Bovendien begon zijn vrouw te
sukkelen. Slechts korte tijd vond hij werk in een garagebedrijf. Tenslotte vertrok hij
alleen naar Nieuw-Guinea. Kort daarop stierf zijn vrouw en leidde Dirk met zijn
hond een zwerversbestaan totdat hij door Juul en Peter werd 'ontdekt'. Tijdens een
flinke vechtpartij tussen Peter en Dirk loopt de laatste beschaamd weg en gaat op
zoek naar het tehuis van Pa van der Steur*. Net als Dirk de eerste dag goed en wel
door Pa is opgenomen, komen zijn 'pleegouders' met Juul en Peter hem terughalen.
Dirks vreugde kent geen grenzen wanneer hij op Sinterklaas een brief in zijn schoen
vindt van zijn vader die na veel tegenslag werk heeft gevonden in Soerabaja.
*) Johannes van der Steur, meer bekend als 'Pa van der Steur' (Haarlem, 10 juli
1865 - Magelang, 16 september 1945), was een Nederlandse filantroop en zendeling
die zich speciaal het lot aantrok van de in concubinaat geboren kinderen van
Europese KNIL-militairen. In zijn gesticht te Magelang werden van 1893 tot 1942
zo'n 7000 kinderen onder zijn leiding opgevoed.
Geannoteerde bibliografie 269

0769 Hulzen, Joh[an] van. Onze Indische geschiedenis; Verteld door -; met tekeningen van
Menno van Meeteren Brouwer. Kampen, Kok, [1941]. 308 blz. Bevat een tijdtafel en
een register op persoons- en plaatsnamen. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV i 450

In verhalende vorm worden de uiteenlopende gebeurtenissen beschreven die zich


afspeelden op de voornaamste eilanden in de Indonesische archipel, van de komst
van de Hindoes in ± 100 na Chr. tot en met de muiterij op de 'Zeven Provinciën' in
het crisisjaar 1933. Het accent ligt vanzelfsprekend op de geschiedenis van
Nederlands-Indië, 1596-1933.

0770 Hulzen, Joh[an] van. Om de Zuid naar de Oost; geïllustreerd door Menno van
Meeteren Brouwer; omslag van Rein van Looy. Meppel, Roelofs van Goor, [1941].
191 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV k 177

Bootreis van een Hollands gezin naar Indië met de 'Oldebarneveldt' van Amsterdam.
Door de politieke situatie (1939-1940) met Duitse duikboten en mijnen is een
andere vaarroute noodzakelijk. Met veel oponthoud en een zinkend schip onder de
Franse kust, gaat de reis via de Azoren richting Kaapstad en Durban naar Sabang
met bestemming Batavia.

0771 Jongejan-de Groot, C. Th. De kerstvacantie van de Kortenaertjes; [omslag en teke-


ningen van Pol Dom]. Nijkerk, Callenbach, [1941]. 91 blz. Herdrukken: 2e druk
[1941]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc N; 2e druk Brinkman

Drie dokterskinderen logeren bij hun tante in Amsterdam. Met haar halen ze een
Indisch neefje van de boot dat door zijn ouders naar Nederland is vooruitgestuurd.
Het beeld dat de kinderen van hun Indische kameraad hebben gevormd, valt tegen.
Nono is geen branieachtige jongen, maar een tenger en schuw kereltje dat boordevol
heimwee zit. Zijn Hollandse nichtje en neefjes hebben er geen idee van, wat er in
Nono omgaat. Ze laten tijdens een schaatspartij Nono letterlijk en figuurlijk in de
kou staan; zijn aapje Jimmy moet het eveneens ontgelden door hun plagerij. Als ze
berouw krijgen van hun liefdeloosheid bekent Nono dat hij het best kan begrijpen
dat ze hem een vervelend jochie vonden.

0772 De jongste lichting; Eerste uitgave; samengesteld door P J.G. Huincks. Baam, Hollan-
dia, [c. 1941]. 216 blz., afbn., prtn. [Werk van Jongeren onder de Twintig] Bevat het
Indische verhaal 'Werdino's wraak' door Madzy van Lennep. Vindplaats: PB

Op de pasar verneemt de kreupele Javaan Werdino dat zijn zuster Soekardi van de
suikerfabriek is weggestuurd omdat ze een fout heeft gemaakt. Werdino komt in
opstand tegen de 'Nederlandse toean' en steekt in een vlaag van verstandsverbijste-
ring de rietvelden in brand.
270 Geannoteerde bibliografie

In het voorwoord staat dat deze bundel in oorlogstijd is uitgekomen. Madzy van
Lennep was tweeëntwintig jaar toen ze dit verhaal schreef en volgde een opleiding
voor secretaresse in Amsterdam.

0773 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Eindexamen 1940. Batavia, Kolff, [1941]. 230 blz.
Herdrukken: 2e verbeterde druk [1941]. Vindplaats: Ie druk
GBR/KITLV cc 1024 N/OLBG; 2e verb. druk PB

Bertie de Lank, een zeventienjarig meisje uit een Hollands zakenmilieu op Midden-
Java, zit in de hoogste klas van de HBS. Thuis en op school wordt ze voortdurend
geconfronteerd met de Duitse bezetting in Nederland én de NSB'ers met hun
sympathisanten in Nederlands-Indië. Dit leidt tot conflicten in de huiselijke kring en
op school. Tussen de bedrijven door werkt Bertie aan een kinderverhaal waarmee ze
een eerste prijs wint. Het overlijden van haar vader en de oorlogssituatie in Europa
dwingen Bertie er toe om haar letterenstudie in Nederland op te geven. Volgens
ingewijden is dit verhaal een bewerking van Stans van de vijfjarige. Door de
oorlogssituatie kon dit boek niet in Nederland worden uitgegeven.

0774 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Het geheim van de gesloten kamer; [band en
illustraties van F. van Bemmel]. Bandoeng, Vorkink, 1941. Herdrukken: [2e druk]. 's-
Gravenhage, Van Hoeve, [1947]. 132 blz.; Ook als schoolleesboek voor de 6e klas
verschenen. Batavia, Noordhoff-Kolff, [c. 1947]. 132 blz. [Wilde Wingerd Serie.].
Vindplaats: Ie druk Ockeloen; 2e druk KITLV cc 582; schooleditie KITLV 2062 N

Al op de eerste dag van hun vakantie krijgen Hollandse schoolkinderen het vermoe-
den dat het niet pluis is rond de bungalow van de koffie-onderneming waar ze
logeren. Wirio, de Javaanse huisbediende, schijnt er meer van te weten.

0775 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Lodewijk de rattenvanger, [band en illustraties van
Freddie Langeler]. Bandoeng, Vorkink, [1941].
Herdrukken: 2e druk. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 112 blz. 3e druk. idem, 1949.
5e druk met band en illustraties van W[im] A. van de Walle. Baarn, Hollandia, 1961.
107 blz. [Hollandia Jeugdboeken.]. Vervolgd als: Lodewijk de mensenredder (zie no.
0936). Vindplaats: Ie en 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 928 N; 5e druk BBJ

Avonturen van een jonge teckel (dashond) bij een Hollandse familie op Java.

0776 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Vijf rovers en een rovershol; geïllustreerd door
Tilly Dalton; bandtekening van Van Mierop. Bandoeng, Vorkink, [1941]. 144 blz.
Herdrukken: [3e druk met band en illustraties van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage,
Van Hoeve, [1949]. 130 blz. Vindplaats: Ie druk BMN; 3e druk KITLV cc 257 N

Speelt op Java waar Hollandse schoolkinderen een vervallen en alleenstaand huis


ontdekken. Volgens hun djongos is het een spookhuis dat spoedig zal worden
Geannoteerde bibliografie 271

afgebroken. De tuin er omheen is dichtgegroeid zodat het van de weg af niet is te


zien. Voor de kinderen een ideaal oord om te kunnen griezelen en te spelen. Het
wordt dan ook hun vaste plek waar ze bijna iedere middag naar toe trekken.
Wanneer twee van de jongens op een avond stilletjes wegsluipen naar hun speelplek
barst er een geweldig onweer los. De vader die er achter komt baant zich met een
oudere zoon een weg naar het spookhuis. Dan is het voorgoed afgelopen met de
pret. Maar wanneer vaders reiswekkertje is verdwenen - het ligt in het spookhuis
-zitten de jongens in de piepzak omdat de bedienden er van worden verdacht dat ze
het gestolen hebben. Dit moet worden voorkomen en dan gaat een van de meisjes
het klokje uit het rovershol terughalen.

0777 Lentinck, Rona. De reis naar het geluk; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1941]. IV, 187 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 991 N

Jonge Nederlandse verpleegster ontvlucht haar stijve provinciale milieu om in een


sanatorium in Nederlands-Indië te gaan werken. Aan boord van het schip wordt ze
tot een vlotte jonge vrouw omgevormd en voor ze aan wal stapt in Batavia is ze al
verloofd.

0778 Marle-Hubregtse, MJ. van. Ams houdt van Indië; [band en illustraties van Menno
van Meeteren Brouwer; omslagtekening van H. Molenaar]. Deventer, Van Hoeve,
1941. 199 blz., plgr.
Vervolgd als: Ams' ongeweten afscheid (zie no. 0851).
Vindplaats: KITLV cc 559

Beschrijft het intieme gezinsleven van een Hollandse familie die in de bovenstad van
Semarang woont. (Op blz. 16 staat een plattegrond van het huis met de bijgebou-
wen.) Uitvoerig wordt de omgang met de bedienden beschreven; soms leidt het tot
misverstanden door wederzijds onbegrip van eikaars cultuur. De vader - een
zakenman - begrijpt niet veel van het Javaanse karakter en zegt op een gegeven
moment: 'Het zijn toch moeilijke mensen, die Inlanders'.
Het oudste meisje - de vijftienjarige Ams - zou aanvankelijk voor haar schooloplei-
ding in Holland blijven, maar haar ouders zagen tijdens hun verlofperiode in
Nederland ook de nadelen van het moeten achterlaten van hun dochter. Hoewel
Ams op een gemengde HBS zit en er tijdens de schooluren een saamhorigheids-
gevoel is, valt dit na schooltijd weg omdat de leerlingen van verschillende landaard
zijn, zoals Chinees, Javaans, Nederlands en Indo-Europees. Buiten de school blijft
ieder in zijn eigen kringetje.
Het is in de kerstvakantie dat Ams met haar familie in aanraking komt met Soedar-
so, haar Javaanse klasgenoot. Hij is de zoon van een wedono uit de omgeving van
Pekalongan. Behalve de dagelijkse omgang met de bedienden heeft het gezin nooit
contact gehad met Javanen van gelijkwaardig niveau. Ams' moeder merkt op: 'Het is
voor het eerst sinds ik in Indië ben, dat ik een dergelijken Javaan ontmoet. Behalve
onze bedienden hebben we geen contact met Javaanse families.'

0779 Over een klein Bataks meisje; [uitgave van het Zendingsnoodbestuur Batavia C.].
Batavia, De Unie, [1941]. 20 blz., prtn. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1457 N
(fotokopie)/OBA
272 Geannoteerde bibliografie

Dochtertje van jonge Batak-christenen gaat naar een zendingsinternaat te Sigompoe-


lon (omgeving Tobameer). Ondanks dat ze ver van huis is heeft ze nog angst voor de
oude boze datoe die haar indertijd heeft vervloekt toen ze werd gedoopt.

0780 Renes-Boldingh, M.A.M. Een huis op wielen; geïllustreerd door Jaap Veenendaal.
Meppel, Huisman, [1941]. 186 blz. [Neêrlands Jeugdbibliotheek.] Herdrukken: 2e
druk met illustraties van Rein van Looy. Meppel, Roelofs van Goor, [1948]. 221 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1758 N; 2e druk Brinkman

Speelt in Nederland en bevat een paar korte Indische fragmenten over een Hollands
gezin dat een tijd in Nederlands-Indië heeft gewoond. De vader is weer voor drie
jaar naar Nederlands-Indië teruggegaan voor zijn werk in Soerabaja.

0781 Sibbelee, Nora. Wie luistert en kijkt mee?; met tekeningen van de schrijfster. [Bata-
via, Unie-Bibliotheek], [1941]. 35 blz.
Bevat twee Indische bijdragen: 'Naar de Plantentuin' en 'Mijn Kimono'.
Vindplaats: PB

Het verhaal 'Naar de Plantentuin' vertelt over een Nederlandse moeder en haar
twee dochtertjes die een wandeling maken in de beroemde botanische tuin in
Buitenzorg. 'Mijn Kimono' is een gedichtje.

0782 Soest, Ems [I.H.] van. Magda bezint zich; geïllustreerd door Hans Borrebach.
Alkmaar, Kluitman, [1941]. IV, 188 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats:
KITLV cc 1759 N

Jonge Hollandse schrijfster/journaliste Magda uit Java woont met haar familie onder
moeilijke financiële omstandigheden in Brussel. Later als de Tweede Wereldoorlog
uitbreekt verhuist ze naar Den Haag. Wanneer haar Hollandse vriend, een nuchter
zakenman uit Soerabaja, overkomt met verlof heeft ze haar keus bepaald.

0783 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Djaidin; [met tekeningen van de schrijfster; band en


bandomslag van S. Kunst]. Deventer, Van Hoeve, [1941]. 180 blz. Herdrukken: 2e
druk met tekeningen van P. Velthuysen. 's-Gravenhage, Kramers, [1959]. 164 blz.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 218; 2e druk BBJ

Met zijn ouders en zusje transmigreert Djaidin van de Soendalanden naar Sumatra.
Daar krijgt zijn vader in de Lampongse Districten een ladang om zijn rijst te kunnen
verbouwen. Bij het verkennen van de omgeving raakt Djaidin verdwaald in het
oerwoud. Door een groepje bosmensen, Koeboes, wordt hij meegenomen. Samen
met hen trekt hij door het oerwoud en deelt hun hachelijk bestaan. Naderhand komt
deze ervaring Djaidin van pas wanneer de resident hem aanstelt tot bosopzichter.
Bekroond met een eerste prijs van de Garoeda-prijsvraag 1941.
Geannoteerde bibliografie 273

0784 Vries, Gijsbert de. Pang Paneu, de Toenonger, [bandontwerp en teekeningen van
Ronald Frijlingj. Deventer, Van Hoeve, [1941]. 263 blz.
Herdrukken: [2e druk 1948]. 272 blz.; [Herdruk z.j.]. 272 blz. met foto-illustraties van
het Koloniaal Instituut, Amsterdam. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KIT; 2e druk
PB; Herdruk KITLV c 504

Avonturenroman over de strijd die voorafging aan de vestiging van het Nederlands
gezag in Atjeh. Si Paneu, 'de Lange', zoon van een dorpshoofd en landbouwer uit
het Toenonggebergte, is taai en sterk. Hij is een meester in het hanevechten. Als hij
de haan van zijn tegenstander klopt, probeert die Si Paneu tijdens een ratèb
sammaan (godsdienstoefening waarbij men door opwinding in extase of trance raakt)
een hak te zetten. Si Paneu ruikt lont, rekent op een dodelijke manier met hem af
en vlucht naar het oerwoud. Na omzwervingen wordt Si Paneu leerling van Sjech
Abdoel Kadier, een beroemde goeroe in de geheime wetenschap van het ijzer. Zijn
leerlingen zijn allen krijgslieden, voorvechters of bendehoofden die meer dan eens
slaags zijn geweest met de 'Kompeunie'. Sjech Abdoel Kadier is een dweepzieke
godsdienstfanaat. Zijn geliefde onderwerp is de 'prang sabil'. Hij waarschuwt Si
Paneu voor de Oelanda's, die steeds verder in zijn streek, het Toenonggebergte,
doordringen. Nu ontwaakt ook Si Paneu's haat tegen de kaphé's. Voor de 'Kompeunie'
is Sjech Abdoel Kadier geen onbekende. Men weet dat hij de mannen opstookt tegen
het Nederlands gezag. Van nu af aan leidt Si Paneu een bende djahats, die met
regelmaat soldaten van de 'Kompeunie' bestookt. Ze rampassen geweren, munitie
en fourage van de slachtoffers. Telkens weer weten ze brigades zo gevoelig te treffen,
dat Si Paneu 'de Schrik der Bergen' wordt genoemd. Door zijn heldhaftigheid huwt hij
de dochter van een voorname Atjehse bestuurder. Na diens onverkwikkelijke dood,
een vergiftiging, erft Si Paneu de titel panglima van zijn schoonvader, afgekort: pang.
Jaloezie en verraad leveren Pang Paneu en zijn getrouwen uit in handen van de
'Kompeuni'. Als held leefde Pang Paneu voort in de herinnering van de Toenonggers
en zijn heldendaden worden door de barden bezongen.
Bekroond met de eerste prijs van de Garoeda-prijsvraag (voor de oudere jeugd),
1941.

0785 Brugmans, W. Korang oewang (zonder geld). 's-Gravenhage, Voorhoeve, [c. 1942]. 211
blz., afbn. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 312 N

Tijdens de Duitse bezetting in Nederland ontvangt een groepje studerende jongelui


uit Indië en de Antillen geen studietoelage en kostgeld meer. Gezamenlijk zoeken ze
een oplossing voor hun problemen.

0786 Franke, S. De kortste weg; (Overwintering van Heemskerk en Willem Barents op Nova
Zembla); illustraties van Wim [A.] van der Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers,
1942. 216 blz. Vindplaats: KITLV cc 1180 N+

Bevat een Indisch fragment.


274 Geannoteerde bibliografie

Onder leiding van dominee Plancius worden te Amsterdam voorbereidingen


getroffen om een nieuwe zeeweg naar Indië te ontdekken. Op 10 mei 1596 vertrekt
een tweetal zeilschepen om via de Noordelijke IJszee deze route te verkennen.

0787 Jager-Meursing, T. Illusies worden werkelijkheid; geill. door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1942]. 204 blz., afb. Vindplaats: KITLV cc 618

Voor een zeventienjarig alleenstaand meisje dat van een klein salaris moet rondko-
men, gaat een wereld open wanneer zij kennis maakt met een gefortuneerde planter
op leeftijd. Hij is met ziekteverlof in Nederland en hij vraagt haar mee te gaan naar
Oost-Java waar hij suiker- en theeondememingen bezit. Overweldigd door dit
aanbod stemt ze toe. Ze wordt dame van de huishouding en daarnaast zijn privé-
secretaresse.

0788 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De detective in de rimboe; geïllustreerd door
J[an] Lutz. 's-Hertogenbosch, Malmberg, [1942]. 206 blz. Vervolgd als: De wraak van
de Stalen Hand (zie no. 0732). Vindplaats: KITLV cc 1226 N

Letterlijk en figuurlijk gewapend trekt een Nederlandse particuliere detective de


oerwouden van Borneo in. Hij spreekt de Boesangtaal vloeiend en is uitstekend op
de hoogte van de adat van de verschillende Dajakstammen. Zijn opdracht is het
bevrijden van de dochter van een rijke Chinees uit Sinkawang. Zij is ontvoerd en
verkocht als slavin aan een Dajakhoofdman in Apo Kajan (Centraal Borneo).
Tegelijkertijd redt de detective ook het leven van een Hollands meisje en dat van
een jonge avontuurlijke Engelsman.

Lynch, Hans. De wraak van de Stalen Hand, c. 1942. Zie no. 0732.

0789 Pothast-Gimberg, C.E. De akker wordt bereid; illustraties van Rie Kooyman. Amster-
dam, A.R.B.O., 1942. 190 blz. Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten.


Na verloftijd in Holland keert een Nederlands gezin terug naar Medan, maar
noodweer in de Golf van Biscaje brengt het mailschip tot zinken. Margje is het enige
overlevende gezinslid. Ze wordt in Nederland opgevangen door twee tantes en volgt
een 'stoomcursus' voor onderwijzeres.

0790 Tersoest, Alex. De terugkeer van X; Een spannend verhaal voor jongens; geïllustreerd
door Gerrit de Morée; derde druk. [Helmond, Boek- en Handelsdrukkerij 'Hel-
mond'], [c. 1942]. 121 blz. [Nederlandse Jeugdbibliotheek; no. 102A. Serie: De Reis
om de Wereld van een Amsterdamsen Straatjongen; no. 4.] Herdrukken: Ie druk
[1939]. 121 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1582 N+
Geannoteerde bibliografie 275

Detectiveverhaal waarvan de laatste hoofdstukken zich afspelen in Nederlands


Nieuw-Guinea. Een viertal Nederlanders probeert daar een internationale spion te
ontmaskeren, maar op hun speurtocht krijgen ze met vijandelijke Papoea's te maken.

0791 Aardweg, Hans P. van den. Het nichtje uit Indië; Verhaal voor meisjes; [omslag en
illustratie van Rie Stoffers]. [Amsterdam], [Goede Lectuur], [c. 1943]. 93 blz. [Serie
no. 141.]
Herdrukken: [2e druk c. 1946] met bijgebonden 'Op de schaats' door Max van
Amstel [ps. van J. Blinxma] dat geen Indische fragmenten bevat. 114 blz., afbn. [Serie
no. 505.] Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk KITLV cc 781 N

Gonnie, een enig kind, is uit het veld geslagen wanneer haar ouders vertellen dat
haar even oude nichtje Gerrie uit Batavia tijdelijk bij hen in Amsterdam komt
wonen. Maar als Gerrie er eenmaal is, en zich aan het Hollandse schoolleven heeft
aangepast, verloopt alles hoe langer hoe plezieriger.

0792 De brug over de Djambi; De strijd tegen het bijgeloof op Sumatra. Amsterdam, Van
Ditmar, [c. 1943]. 32 blz., afbn., krt. [Jan Stavast Reeks; no. 27.] Vindplaats:
KITLV cc 1662 N

Een Nederlandse firma trekt in de crisisjaren een werkloze Duitse ingenieur aan die
de opdracht krijgt een brug te bouwen in Moeara Kompee (Moearakompe). Bij zijn
arbeid ondervindt hij tegenwerking van de toeankoes. Alleen Chinezen worden door
het hoge loon aangetrokken. Op een listige manier wordt later alsnog door de
dorpshoofden een aantal Sumatranen 'beschikbaar' gesteld. Ze hebben de opdracht
gekregen de Chinezen door bijgelovige praatjes op te ruien en door sabotage de
aanleg van de brug onmogelijk te maken.

0793 [Hart, George H.C.]. Het sprookje van de kleine prinses, het arme waschmeisje en de
vlinder, met een voorwoord van Jeannie R. Gleesen-Hart en Dorothy E. van Holst
Pellekaan-Hart; [met gekleurde platen van Ger.P. Adolfs]. Melbourne, z.uitg., 1943. 18
blz.
Herdrukken: Volgens Ockeloen is dit sprookje omstreeks 1920 verschenen te Batavia
bij De Unie.
Bevat drie Indische hoofdstukken: 'De wijze tokèh' (blz. 4-9); 'De avonturen van
Gajatri' (blz. 10-13); 'Hoe het Sarina en Sri Biroe verging' (blz. 14-18). Vindplaats:
KITLV cc 1389 N+

Wanneer 's nachts in de tuin van een Javaanse pangéran de tokèh zeven keer roept,
gaan tijdens de slaap de wensen van zijn dochtertje, hun wasmeisje en een blauwe
vlinder in vervulling. Wanneer ze ontwaken ontstaan er allerlei verwikkelingen en
misverstanden.

0794 Kars, Co. Roetmop; Roman voor oudere meisjes; illustraties Alfred Mazure. 's-
Gravenhage, 'De Kern', [1943]. 272 blz. Herdrukken: 2e druk [1943]. 254
blz.
276 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 408 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten over een Hollands gezin dat in
Indië heeft gewoond. Het kapitaal dat de vader in Indië heeft belegd geeft geen
rente meer omdat door de oorlogstijd de verbindingen zijn verbroken. Een etage van
het huis wordt verhuurd aan een gepensioneerde kolonel en de jongste dochter
Renée ('Roetmop') gaat het huis uit. Ze wordt kinderjuffrouw van een moederloos
Hollands meisje afkomstig uit Medan waar haar vader arts is. Het blijkt een lastig
karaktertje te zijn en de grootmoeder bij wie ze in huis woont tolereert alles van
haar kleinkind. Ook het standsverschil speelt een belangrijke rol in dit verhaal.
Zodra de grootmoeder te weten komt wat voor positie Renée's vader in Indië heeft
bekleed - hoofdmanager van een bekende rubbermaatschappij in Deli - stijgt Renée
in haar achting.

0795 Schaveren, J. van. Een jongen vaart het leven in; Jeugdroman uit den tijd van de
Compagnie. Hoorn, Uitgeversmij West-Friesland, [1943]. 242 blz. Vindplaats:
KITLV cc 56 N

Beschrijving van de eerste zeereis van de weesjongen en leerling-chirurgijn Nicolaus


de Graaff (1617-1701) aan boord van de Oostindiëvaarder 'Hollandia'. Ondanks het
harde, ruwe en ontnuchterende leven aan boord, blijft Nicolaus in zijn ideaal
geloven. De reis verloopt onder de meest gruwelijke omstandigheden: scheurbuik,
gebrek aan vers drinkwater, honger en tenslotte de waanzin. Door de ontberingen
waarvoor hij kwam te staan en zijn grote toewijding wordt Nicolaus tot opperchirur-
gijn benoemd nog vóór Indië is bereikt.
Zie ook: Johan van Hulzen. De avontuurlijke reizen van een scheepsdokter (no. 0844).
Voor meer bijzonderheden zie: Reisen van Nicolaus de Graaff; gedaan naar alle
gewesten des werelds, beginnende 1639 tot 1687 incluis. Uitgegeven en toegelicht door
J.C.M. Warnsinck. 's-Gravenhage, Nijhoff, 1930. (Werken uitgegeven door de
Linschoten-Vereeniging; deel XXXIII).

0796 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het eigenwijze Fantje; [illustraties van de schrijfster].


Deventer, Van Hoeve, [1943]. 49 blz. Vindplaats: Brinkman

Onvindbaar.

0797 Verlaten op eenzame kusten. Amsterdam, Van Ditmar, [c. 1943]. 32 blz., afbn. [Jan
Stavast Reeks; no. 22.] Vindplaats: gegevens uit prospectus

Reisverhaal uit de VOC-tijd waarin Nederlandse schipbreukelingen op het Zuidland


(Australië) zijn gestrand. Ze worden gered en naar Java gebracht.

0798 Zeggelen, M[arie] C. van. Het zwarte zand van Palé; Hoe een klein meisje vrede
stichtte; met Ulustraties van Anneke Polderman. Assen, Van Gorcum, [1943]. 20 blz.
[Akkerklokjes; no. 10.] Vindplaats: KITLV cc 735 N
Geannoteerde bibliografie 277

Een Boeginese geschiedenis uit Zuidwest-Celebes. In de omgeving van het meer van
Tempé leeft het volk van Bila al jaren lang in tweedracht met de bewoners van het
land van Palé. De leenheer van Palé heeft de vorstin van Bila bedrogen, maar deze
heeft aarde meegenomen van Palé, hetgeen als een zwaar vergrijp wordt beschouwd.
Door tussenkomst van lyolle, het kleindochtertje van de vorstin van Bila, overhan-
digt een Nederlandse bestuursambtenaar zes kokosnoten gevuld met zwart zand aan
de bewoners van Palé. Met dit rituele gebaar wordt de vrede tussen de naburige
landen getekend. Dit verhaal berust vermoedelijk op een oude legende.

0799 Bij de koppensnetters op Borneo. Amsterdam, Van Ditmar, [c. 1944]. 16 blz., afbn. [Jan
Stavast Reeks; no. 45.] Vindplaats: KITLV cc 2516 N

Met een klein groepje inheemse helpers verblijft de Nederlandse baron Van Flessen
aan de Kajanrivier in Centraal-Borneo voor een etnografische studie over de
Dajakbevolking, onder meer het filmen van een wetenschappelijke documentaire
over de tot dan toe weinig bekende Poenanstam.

0800 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het apenboekje; Drie stoute aapjes; [met illustraties
van de schrijfster]. Deventer, Van Hoeve, [1944]. 49 blz. Vindplaats: OBA

Avonturen van de aapjes Iki, Toto en Diederik die in de kampong en in het bos
allerlei kattekwaad uithalen. Toto ontmoet het apemeisje Adolfientje zodat ze
voortaan met z'n vieren zijn.

0801 Walther, A.C.B. Eerst de H.B.S. en dan...!; geïllustreerd door Tilly de Roos. Amster-
dam, Van Holkema & Warendorf, [1944]. 192 blz. Vindplaats: KITLV cc 1600 N

Over tweelingzusjes uit een Hollands notarisgezin in het Bandoeng van vóór de
Tweede Wereldoorlog met hun school- en liefdesperikelen. Ze verschillen nogal van
aard en aanleg: Aat (Mathilde) is nuchter en evenwichtig, Lex (Alexandra) is
dromerig en opvliegend, maar muzikaal begaafd. Wanneer het gezin voor een jaar
met verlof naar Nederland komt, slaagt Lex voor haar toelatingsexamen aan het
Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Aat echter heeft intussen haar hart aan
Indië verpand, want daar wacht een jonge Hollandse theeplanter op haar terugkeer.

0802 Achterhoek, E. van [ps. van Manuel van Loggemj. Koen Houdtcooper; Avonturen van
een scheepsjongen. Amsterdam, 'Goede Lectuur', [c. 1945]. 158 blz., afb. Herdrukken:
[2e druk] verscheen onder de titel: Koen vaart om de Kaap; Avonturen van een
scheepsjongen; [omslag en tekeningen van Baten]. Spekholzerheide, Bindels, [c.
1950]. 164 blz.; [3e herziene druk]. Heemstede, 'Jeugdland', [c. 1955]. 200 blz., afbn.
[Giraf Reeks.]. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 520 N; 2e druk PB; 3e druk KITLV cc
1171 N
278 Geannoteerde bibliografie

Een Amsterdamse jongen die in een winkel in scheepsvictualiën (levensmiddelen)


werkt gaat in 1595 als verstekeling aan boord van een van de schepen van Cornelis
de Houtman. Via Kaap de Goede Hoop voert de reis naar Java om van daaruit
specerijen te halen. Voor de terugreis wordt er door de Hollanders nog een gevecht
geleverd tegen de Portugezen die beslag op de Nederlandse scheepslading willen
leggen.
Zie ook: Manuel van Loggem. De avonturen van Koen Scheepsbeschuit (no. 1046).

0803 Franke, S. De wegwijzer, Met Jan Huyghen van Linschoten naar Portugees Indië;
illustraties van Wim [A.] van de Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers, 1945. 192 blz.
Vindplaats: KITLV aa 555

In 1583 maakt de Enkhuizense jongen Jan Huyghen van Linschoten zijn eerste
zeereis van Lissabon naar Goa (Portugees-Indië). De vaarroute en alle weder-
waardigheden schrijft hij op in zijn aantekenboekje. In Goa werkt hij een aantal
jaren in het aartsbisschoppelijk paleis en moet hij rekeningen optellen en stukken
overschrijven. In zijn vrije tijd maakt hij aantekeningen van alles wat hij ziet en
hoort. Terug in Enkhuizen schrijft hij zijn bekende reisjournaal dat vooral de
belangstelling trekt van prins Maurits. De prins nodigt Jan uit naar Den Haag te
komen en zegt dat zijn reisboek waardevolle gegevens bevat die de Verenigde
Nederlanden van pas zullen komen. Als de vloot van Cornelis de Houtman voor
vertrek naar Java gereed is ontvangt deze het eerste deel van het reisjournaal en
wordt de vaarroute naar Indië gevonden.

0804 Lentinck, Rona. Dus toch...; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman,
[1945]. 174 blz. [Meisjes-roman Serie.] Vindplaats: KITLV cc 547 N

Carla Marees heeft haar Nederlandse sleurleventje vaarwel gezegd in ruil voor een
baan in Indië. Ze is directiesecretaresse bij een Hollandse firma. Ze heeft wat
aanpassingsmoeilijkheden met haar nieuwe bestaan, het wonen op een kamer in een
ongezellig Indisch hotel met zijn roddels en gebrek aan privacy.

0805 Met Piet Bosman door Nederlandsch Oost-Indië; tekst en reproducties naar originele
schilderijen van L.[J.] Eland; pentekeningen van M. Eland. Z.pl., z.uitg., [c. 1945]. 42
blz. Vindplaats: KITLV k 174

Acht jaar geleden is Piet Bosman van Bandjermasin (Borneo) met zijn ouders naar
Holland gegaan omdat hij leed aan malariakoortsen. Zijn ouders lieten hem bij
familie achter om aan te sterken. Nu reist Piet weer met zijn ouders en zusje - na
hun verloftijd - naar Indië. De heer Bosman is kapitein in het Indische leger en in
Bandoeng ontvangt hij instructies voor een geheime militaire opdracht van vier
maanden in de Molukken. Piet mag met zijn vader mee naar Ambon. Van Soerabaja
reizen Piet en zijn vader met een boot van de KPM via Boelèlèng (Bali) naar
Ampenan (Lombok), waar grootvader Bosman indertijd als militair betrokken was
bij de Lombok-expeditie van 1894 en er heelhuids van af is gekomen. Op Soembawa
maken Piet en zijn vader een strandwandeling. Na een week varen valt het anker
voor korte tijd in de baai van Endé van het eiland Flores. Van hieruit
Geannoteerde bibliografie 279

gaat de reis naar Timor Koepang en eindigt bij Ambon. Vader Bosman kent Ambon
bijna niet terug, zó is de stad veranderd. Hij is als kind in 18% uit Ambon vertrok-
ken. In 1898 werd de stad verwoest door een zeebeving en alleen de poort van het
oude Fort Victoria bleef toen overeind.

Monster, A.C. Om nooit te vergeten! [1945]. Zie no. A010

0806 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Een vondeling in Papoealand; Verhaal van
-; [met illustraties van de schrijver]. Z.pl. en uitg., [c. 1945]. 59 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV g 506/UBL

In Noord-Nieuw-Guinea vindt de oude doekoen Widarépi tussen de koraalstenen bij


de kust een pasgeboren jongetje. Hij is de helft van een tweeling. Zijn Papoea-
ouders hebben hem weggedaan omdat het tweede kind wordt beschouwd als een
boze geest. Widarépi voedt het jongetje op en noemt hem Bonsoren (Vrucht der
Zee). Als Bonsoren groter is wordt hij het mikpunt van plagerijen door de kampong-
bewoners en gaat hij zwijgzaam en stil zijn weg. Dan begint Widarépi hem in te
wijden in haar geheime toverkunsten op hun weg door het oerwoud. Wanneer zij
sterft aan de wonden van een krokodillebeet blijft Bonsoren als een eenzame
zwerver achter. Als er plotseling drie kampongbewoners achter elkaar overlijden
krijgt Bonsoren hiervan de schuld. Het stamhoofd brengt na rijp beraad Bonsoren
naar de 'toean pandeta' die over deze kwestie een uitspraak moet doen.

0807 Aardweg, Hans P. van den. Als stewardess naar Indië; Oorspronkelijk meisjesboek.
Amsterdam, Goede Lectuur, [c. 1946]. 108 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc 786
N/OLBG

Sollicitatie en werkzaamheden spelen zich in Nederland af. Indië komt nauwelijks ter
sprake.

0808 Broekman-ten Doesschot, Annie. De wereldreis van Freddy van Zanden; Tekeningen en
versjes van -. Amsterdam, Allis, [c. 1946]. 32 blz. Vindplaats: KITLV cc 1314 N

Bevat een Indisch fragment in vier versregels.

0809 Buunk, Elisabeth. Bruine jongen; [illustraties van W.G. van de Hulst jr.]. Nijkerk,
Callenbach, [1946]. 107 blz.
Herdrukken: [2e gewijzigde druk 1949] verscheen onder de titel: Een bruine jongen;
[met illustraties van V.]. 137 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 761 N; 2e druk PB

Batakse weesjongen wordt in het huisgezin van een Nederlandse zendeling opgeno-
men. Samen met zijn pleegzusje gaat hij naar Holland voor zijn schoolopleiding.
Aanpassingsmoeilijkheden, discriminatie en een gevoel van eenzaamheid overweldi-
280 Geannoteerde bibliografie

gen hem. Vriendschap met een invalide jongen en een verkeersongeluk maken dat
hij zich niet meer alleen voelt.

0810 Comte, A[nnie] A. Ie. Het begon met een zeiltocht. Bussum, Het Goede Boek, 1946.
229 blz. ills. Vindplaats: KITLV cc 767 N

Groepje Nederlandse jongelui uit Batavia maakt een zeiltochtje voor de kust van
Java. Tijdens een gedwongen overnachting op een onbewoond eilandje komen ze
een bende opiumsmokkelaars op het spoor. Een Chinees die het opium Java
binnensmokkelt heeft een toko in Bandoeng. Hij probeert leegstaande huizen in
Buitenzorg goedkoop te bemachtigen door het er te laten spoken.

0811 Dreijer, G.K. Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman; 3e druk. 's-Gravenhage,
Voorhoeve, [1946]. 191 blz., afbn. Vindplaats: Ie druk niet in Brinkman; 3e druk BBJ

In Batavia woont de zestienjarige Krijn met zijn moeder die als wasvrouw voor hun
levensonderhoud zorgt. Haar broer, Abel Tasman, neemt Krijn als scheepsjongen
mee op de 'Heemskerk' op zijn tocht naar het Zuidland (Australië). Tijdens deze
uitputtende reis ontdekken ze bij toeval op het eiland Amsterdam (Tongataboe) de
vader van Krijn die indertijd als vermist werd beschouwd.

0812 Dungen, Fr. van den. De dappere Makassaar; Een verhaal uit de strijd om Nederlands
Oost-Indië; geïllustreerd door P[iet] Broos. Helmond, Drukkerij 'Helmond', [1946].
136 blz.
Vervolgd als: De eer van de vlag (zie no. 0839).
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 468

Met zijn prauw bewijst Sidi Barangoeï de Nederlandse marine grote diensten
wanneer de Japanse vlootstrijdkrachten de Straat van Makassar binnenvaren, het
petroleumeilandje Tarakan bombarderen en Balikpapan bezetten. Bij de verdediging
van zijn geboortestad - Makassar - sterft Sidi de heldendood.

0813 Durkstra, E. Bastiaan, de kleine Timorees; Een verhaal uit de zending op het eiland
Timor, [met een inleiding van R. Oostra]; illustraties van Lies Veenhoven naar
originele foto's. Assen, Van Gorcum, 1946. [Akkerklokjes; no. 11.] Vindplaats:
KITLV cc 688 N

Het jongetje Bési wil ondanks zijn gebrekkige handjes naar het zendingsschooltje.
Zijn vader is er op tegen, maar als Bési ernstig ziek wordt en de toverpriester steeds
meer dierenoffers eist, brengt een zendeling de juiste medicijnen. De vader geeft dan
zijn toestemming en Bési mag naar school. Hij wordt tegelijk met zijn ouders
gedoopt. Van nu af aan heeft Bési een andere naam: Bastiaan. Dankzij een operatieve
ingreep kan hij later al zijn vingers gebruiken die hij zo nodig heeft bij het
schrijven en tekenen. Bastiaan wil graag goeroe worden en komt in huis bij de
zendeling die hem samen met zijn vrouw hiervoor opleidt.
Geannoteerde bibliografie 281

0814 Es, J. van. Sinjo Jan; Klein Jantje in de tropen; Voor Holland bewerkt naar de
Indische uitgave; 5-8 jaar. Amsterdam enz., Kolff, [1946]. 79 blz., afbn.
Vindplaats: KTTLV cc 1623 N (fotokopie)

Bewerking van J. van Scherpenzeels verhaal Klein Jantje van Grisee uit 1924 (zie no.
0381). Hierin ontbreekt het hoofdstuk 'Rupsen bewaren'.

0815 Feenstra, Fenna. Maar die vlag verlaten... nooit!; geïllustreerd door Nettie Hendriks.
Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1946]. 234 blz.
Herdrukken: 2e druk [1949]. 234 blz.; 3e druk [1951]. 224 blz.; 4e druk [1955]. 224
blz.; [Herdruk] met omslagillustratie van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1972]. 175 blz. [Witte Raven-pocket; S 215.];
[Herdruk] met omslagillustraties van Herson. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland',
[1980]. 177 blz.
Vervolgd als: Terug in het vaderland (zie no. 0930).
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1195 N+; 2e, 3e, 4e druk Brinkman; Herdruk KITLV
cc 793 N

Door haar huwelijk komt Nelleke in het marinemilieu van Den Helder en Soerabaja
terecht. Ze raakt bevriend met Marijke, de dochter van een marinecommandant, die
een steun voor haar is bij haar aankomst in Indië. Marijke is voortdurend met haar
omgeving in conflict door haar pacifistisch ideaal. Dit geeft spanningen in haar
vriendschap met de adelborst Frank die op een onderzeeër in de Indische wateren
oefeningen houdt met de marine.

0816 Franke, S. De juiste weg; De eerste tocht naar Indië; geïllustreerd door W.A. van de
Walle. Amsterdam, De Arbeiderspers, [1946]. 211 blz. Vindplaats: KITLV k 150

Avonturen van Krein, een jonge Amsterdamse scheepsbouwer/schipper, die meevaart


met de vloot van Cornelis de Houtman die in 1595 de eerste tocht naar Java
onderneemt met behulp van het reisjournaal van Jan Huyghen van Linschoten. In
Bantam kopen ze specerijen voor de Compagnie van Verre in Amsterdam, maar de
Portugezen hebben het op de Hollanders voorzien. Ze stoken de Javanen op en
verjagen de Nederlandse vloot. Als De Houtman dan naar de Molukken wil wordt
hem dit afgeraden. Op Bali is men een welkome gast en van hieruit keert de vloot
terug naar Nederland. Hoewel het geen voordelige reis is geweest heeft men toch de
weg naar Indië gevonden.

0817 Franke, S. Si Boeroeng; Bij de Javaanse vogelnestjesplukkers; ills. van L. Frank.


Haarlem, De Gulden Pers, 1946. 214 blz. Vindplaats: KITLV cc 454

Op de dag dat Si Boeroeng tien jaar wordt is hij naar de Javaanse adat een 'man'
geworden. Hij gaat voor het eerst met zijn vader de tocht ondernemen naar het
Zuiderstrand. Daar leert hij (eetbare) zwaluwnestjes uit de rotsen te plukken. Een
Chinese zakenman, bij wie de ouders van Si Boeroeng diep in de schulden staan,
koopt deze nestjes op. Het aapje Si Monjet is er de oorzaak van dat Si Boeroeng
282 Geannoteerde bibliografie

door zijn eigengereidheid een ongeluk krijgt, maar ook dat hij wordt gered. Dat dit
zou gebeuren werd door een vrouwelijke doekoen aan Ma Kariman, de moeder van
Si Boeroeng, voorspeld.
Een Indonesische uitgave verscheen onder de titel Si Burung; (Tjeritera pemetik
sarang burung lajang-lajang). Diusahakan dalam Bahassa Indonésia N.St. Iskandar,
[omslag en tekeningen van L. Frank]. Djakarta, Penerbit Buku Tehnik H. Stam, [c.
1951]. 254 blz. (KITLV hh 8444 N)

0818 Grift, Cornelis van der. Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping;
met illustraties van Reder. 's-Gravenhage enz., Van Goor, 1946. 120 blz., krtn.
Vindplaats: KITLV aa 554

Gedurende de eerste maanden van de Japanse bezetting op Java lukt het drie jonge
Nederlanders om op 6 juli 1942 met een klein zeewaardig bootje de haven van Pasar
Ikan, ongezien door de Japanse bewaking, te verlaten. Via Straat Soenda zeilen ze
onder de nodige ontberingen naar het geplande doel, het eilandje Rodriguez, waar
ze op 5 augustus 1942 de haven van Port Mathurin binnenlopen. Van hieruit sluiten
ze zich aan bij de invasietroepen om de Japanners in Nederlands-Indië te kunnen
bevechten.

0819 Horst-van Doorn, Gerda C. van der. Wim Terhorst en zijn vriend Sarip; Een jongens-
leven in Indië; [omslag en illustraties van M. Numans]. Amsterdam, Kuurstra, 1946.
215 blz. Vindplaats: KITLV cc 296 N

Bij het gezin Terhorst in Batavia is een nieuwe bediende gekomen: Sarip. Hij is nog
een katjong die door de oudere bediende Kardi wordt ingewerkt. Wim is heel
verbaasd, maar ook nieuwsgierig. Hij leert Sarip fietsen en zelfs lezen zodat hij thuis,
in de kampong, wordt bewonderd. Maar Wim komt er achter dat hij niet zijn eigen
Nederlandse maatstaven kan aanleggen bij Sarip; bovendien schieten ze allebei
tekort in kennis en in eikaars taal. Toch leert Wim de leefwereld van Sarip kennen
als ze er samen op uittrekken of de Pasar Gambir bezoeken. Wanneer Wim hem
uitlegt waarom hij voor zijn verdere opleiding naar Nederland moet gaan, kan Sarip
zich zoiets niet indenken omdat hij er een andere 'levensfilosofie' op nahoudt.

0820 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Om het goud in Nieuw-Guinea;


[band en omslag van Ronald Frijling; illustraties van L. van Suchtelen-Leembruggen].
's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946]. 183 blz. Vindplaats: KITLV g 445

Spannende tocht van een groepje Nederlanders en Dajaks die samen dwars door de
oerwouden van Nieuw-Guinea trekken om het 'zwarte goud' (steenkool) te bemach-
tigen.

0821 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. Het maanboek; [met illustraties van de schrijfster].
's-Gravenhage, Zuid-Hollandsche Uitgeversmij, [1946]. 80 blz. Vindplaats: KITLV cc
1257 N+
Geannoteerde bibliografie 283

Bevat een Indisch hoofdstuk (blz. 67-76) waarin de Indonesische grootmoeder Asri
aan haar kleinkinderen Amat en Soeria het sprookje van de zeeprinses Soemidia
vertelt.

0822 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. Het zonneboek; [met illustraties van de schrijf-
ster]. 's-Gravenhage, Stok enz., [1946]. 77 blz. Vindplaats: KITLV cc 1526 N+

Op de rug van de zonnevogel Soeria vliegt het Indische meisje Elleke met haar pop
Minka naar Afrika, China en Indonesië (blz. 42-60). Bevat een paar Indonesische
sprookjes zonder titel.

0823 Lith-van Schreven, Marijke [A.E.] van. De avonturen van Knibbeltje en Knabbeltje;
Een Indische muizengeschiedenis; geïllustreerd door F[rieda] Nieuwenhuys-[van
Bommel]; leeftijd 5-10 jaar. [Bandoeng], [Visser], [c. 1946]. 46 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 1548 N (fotokopie)

Over een muizenechtpaar op Java dat in de garage van een Hollands gezin zijn
onderkomen heeft gevonden. Zodra er gevaar dreigt van katten worden Knibbeltje
en Knabbeltje gedwongen te verhuizen. Samen met hun muizenvrienden bedenken
ze een slim plannetje om de katten onschadelijk te maken. De Maleise woorden en
begrippen zijn niet in het Nederlands vertaald.

0824 Menkens-van der Spiegel, D. Eenlingetje; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk,
Callenbach, [1946]. 123 blz. Herdrukken: 2e druk [1955]. 125 blz. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 2345 N

Bevat fragmenten over een Hollands meisje uit Indonesië. Ze is voor haar schoolop-
leiding naar Nederland gekomen en woont bij familie. In Indonesië woonde ze 'in de
rimboe' en kreeg ze thuis onderwijs van haar moeder.

0825 Norel, Kflaas]. O 16; met tekeningen van Jan Lutz. Nijkerk, Callenbach, [1946].
73 blz.
Herdrukken: 5e druk [1977]. 77 blz.; 6e druk [1980]. Bevat een
verklarende woordenlijst. Vindplaats: Ie en 6e druk Brinkman; 5e
druk KITLV cc 1073 N

Joost, een Hollandse jongen, tekent als vrijwilliger bij de marine. Wanneer hij goed
en wel in Indië is aangekomen breekt de oorlog met Japan uit. Hij wordt overge-
plaatst op een onderzeeboot en wat hij dan moet doormaken is verschrikkelijk.

0826 Renes-Boldingh, M.A.M. Hoog in de bergen; illustraties van Jan Lutz. Nijkerk,
Callenbach, [1946]. 175 blz. Vindplaats: KITLV cc 81 N
284 Geannoteerde bibliografie

In het gezin van een Hollandse theeplanter op Sumatra's Westkust komen door
toedoen van een bevriende zendeling plotseling twee moeilijk hanteerbare kinderen
in huis. Met elkaar beleven ze allerlei angstige avonturen zoals hevige aardschokken,
de komst van een tijger op het erf en het zoekraken van een der pleegkinderen.
Tenslotte de bekering van de oude in au g tot het christendom.

0827 Reijsen, Kees van. Varend vaderland; Een verhaal over de eerste zeereis der Hollanders
naar Indië, 1595-1597. Naarden, Rutgers, 1946. 315 blz., afbn. en krtn. Vindplaats:
KITLV k 221

Jan Berendsz, een kleermakersjongen uit Enkhuizen, monstert aan als kajuitjongen
op de 'Hollandia'. Het tweede deel van dit boek, genaamd 'Kruitdamp onder de
tropenzon' speelt zich geheel af in Nederlands-Indië.

0828 Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. Twee Tadema-kinderen op Java; [geïllustreerd door M.


Numansj. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946]. 122 blz., afbn. Vindplaats: KITLV cc
310

In de bergen van West-Java woont een Friese familie die een boerderij en een
bloemenkwekerij bezit. Hun dochtertje Tjitske komt in contact met het Indische
meisje Ali, dat dezelfde Friese achternaam draagt, maar onder totaal andere
omstandigheden opgroeit.

0829 Soest, FJHS LH. van. Een wajang in Gods handen. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1946].
126 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 420

Wanda, een meisje uit een gegoed Hollands zakenmiiieu op Java, verlooft zich tegen
de zin van haar moeder met een eenvoudige Amsterdamse jongeman. Tijdens de
Japanse internering verliezen ze elkaar uit het oog. Na de kamptijd en de terugkeer
naar Nederland blijft ze hopen op een weerzien.

0830 Suchtelen-Leembruggen, L. van. Het kikkerboekje; De geschiedenis van Kodok


Bangkong; [met gekleurde tekeningen van de schrijfster]. Deventer, Van Hoeve,
[1946]. 49 blz.
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1137 N

Avonturen van een Indisch kikkertje op Java.

0831 Sutorius, Anna. De vierde Mulo; tekeningen van Nel Wiebenga. Rijswijk, Kramers,
[1946]. 214 blz. Vindplaats: OBA

Bevat een paar korte Indische fragmenten over een groepje Nederlandse jongelui die
na de Duitse bezetting naar Indië vertrekken.
Geannoteerde bibliografie 285

0832 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. De hemelprauw; Een verhaal van binnen-
landers in nood op Noord-Nieuw-Guinea. ['s-Gravenhage], [Blommendaal], [1946]. 62
blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV g 249

Papoea's in het binnenland moeten honger lijden door een aanhoudende droogte.
Ook hun medicijnman weet geen raad meer. Een kleine jongen van hun stam gaat
zelf op zoek naar eten, maar hij verdwaalt. Aan de kust komt hij in aanraking met
een paar huisjongens van een zendeling. Tenslotte brengt de zendeling redding voor
de uitgehongerde Papoea's.
Aan de orde komen: angst voor witte mensen, de 'slangenvrouw' (de vrouw van de
dominee die een vlecht om haar hoofd draagt!) en voorouderverering door de
medicijnman.

0833 Ages-van Weel, Aleid. De bakvis; geïllustreerd door Hugo Kriens. Rijswijk, Kramers,
[1947]. 185 blz. Vindplaats: KITLV cc 1551 N

Speelt in Nederland en bevat een paar Indische fragmenten. Op kosten van een
welgestelde oom die voorgoed uit Indië is teruggekeerd kan de zestienjarige Josje
die zangtalent heeft naar het conservatorium. Haar oudere zusje Wiek verlooft zich
met een jonge Nederlandse arts die de praktijk van zijn vader in Indië zal overne-
men wanneer deze met zijn vrouw naar Nederland repatrieert.

0834 Boogaard, W. van den. Het geheim van Kebon-Barat; [band- en omslagtekening van
Ronald Frijling; illustraties van de schrijver en Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van
Hoeve, 1947. 183 blz. Vindplaats: KITLV cc 523

De schrijver vertelt in zijn voorwoord dat vele gebeurtenissen in dit boek historisch
zijn. Het verhaal speelt in de omgeving van Bandoeng en gaat over drie jongens die
samen een geheim delen: een onderaardse gang behorend bij een oud Indisch huis.
Deze ruimte wordt tijdens de Japanse bezetting gebruikt als schuilplaats. De drie
jongens ondergaan ieder op hun manier de oorlog, maar ze blijven elkaar trouw
onder alle omstandigheden. De Hollandse Niek komt met zijn vader in een mannen-
kamp in Bandoeng terecht, zijn Indische neef Henk kan zich nog een tijdje buiten de
kampen handhaven door zijn uiterlijk, om, verkleed als Javaanse tani, contact te
houden tussen de schuilplaats en het mannenkamp. Tenslotte is er Nadi, een
Javaanse dessajongen, die door de bezetter is geronseld en als heiho te werk is
gesteld. Nadi buit zijn positie uit om zijn twee vrienden en hun familie binnen en
buiten het kamp te helpen.

0835 Chattel, C.J.H. du en P.J. Zonruiter. Boven sawah en oerwoud; ills. van Max van der
Wissel. Assen, Born, 1947. 255 blz. Vindplaats: KITLV cc 119 N

Vliegtuigavonturen van Hollandse jongens op Sumatra, Borneo en Java aan het


begin van de Japanse bezetting.
286 Geannoteerde bibliografie

0836 Clarom, Bep. PU staat pal; [omslag en tekeningen van F.J.D. Boers]. Baarn, De
Boekerij, [1947]. 175 blz. [Giraffe-serie; no. 2.] Bevat een verklarende
woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 777 N/OLBG

Avonturen van Pit, een administrateursdochtertje op een rubberonderneming aan de


noordoostkust van Sumatra. Pit draagt zorg voor haar vader die weduwnaar is en
regelt de huishouding met de bedienden. Omdat ze te ver van een middelbare school
woont, krijgt ze huisonderwijs van haar vader. Af en toe heeft ze een uitje naar
Medan of is er een feestelijke opening van een nieuw fabrieksgebouw met een
selamatan voor het inlandse personeel en een rijsttafel voor de Europese medewer-
kers. Na een korte vakantie in Brastagi (in de omgeving van Medan) volgt er thuis
op de onderneming een traumatisch gebeuren. Een Javaanse mandoer probeert met
zijn kris Pit overhoop te steken. Hij wil zich wreken op Pits vader, die hem heeft
ontslagen omdat hij knoeide met de lonen van de koelies. Ze durfden niet te klagen.
De Javaan leeft van afpersing en diefstal en hij dobbelt en drinkt. Kort na dit voorval
gaat Pit met haar vader voor drie maanden met verlof naar Nederland. Ze
vertrekken met een vliegtuig van de KLM.

0837 Claudius [ps. van CC Küpfer?]. De verovering van Venus; met teekeningen van
Menno [van Meeteren Brouwer]. Haarlem, Boom-Ruygrok, 1947. 228 blz. [Vliegwe-
reld Bibliotheek; no. 5.] Vindplaats: KITLV cc 498 N

Speelt in 1942 tijdens de Japanse bezetting op Java (Bandoeng en Papandajan).


Populair-technische uiteenzettingen over het vliegen in de verre toekomst. Humor,
fantasie, een satirische kijk op de maatschappij en wat romantiek.

0838 Dreijer, G.K De ondergang van 'De Sperwer'; illustraties van G. Douwe; 2e druk. 's-
Gravenhage, Voorhoeve, 1947. 190 blz. Herdrukken: Ie druk niet bekend.
Vindplaats: 2e druk KITLV cc 1378 N

Historisch verhaal over de factorij op het eiland Formosa (Taiwan), dat onveilig
wordt gemaakt door Chinese zeerovers. Bevat een kort Indisch fragment. Zie over
dit onderwerp ook: C. Wilkeshuis. Hollanders op Korea (no. 1111).

0839 Dungen, Fr. v[an] d[en]. De eer van de vlag; Een boek voor de jeugd over de strijd in
Indië tijdens de Japanse bezetting; met illustraties van Piet Broos. Helmond, Boek-
drukkerij 'Helmond', [1947]. 126 blz. Vervolg van: De dappere Makassaar (zie no.
0812). Vindplaats: KITLV cc 134 N

Twee Makassaarse broers, Omar en Ali, leveren met hun aapje Torn een belangrijk
aandeel om de gevangenen van het vrouwen- en kinderkamp in Long Iram (Cen-traal-
Borneo) te helpen, op straffe van de dood. Maar het hoofd van de Koetei Dajaks,
het Nederlands-Indische leger, de Chinese bevolking en een paar Hollandse
Geannoteerde bibliografie 287

schooljongens werken ook eensgezind om de Japanse militairen in een hinderlaag te


lokken.

0840 Geest, Klaas van der. Op 't Zuydlandt gestrand; illustraties van M.CA. Meischke.
Meppel, Roelofs van Goor, [1947]. 228 blz. Herdrukken: 2e druk [1955]. 201 blz.
Bevat een lijst van scheepstermen. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk
KITLV cc 1483 N

Historisch verhaal over de gruwelijke belevenissen van de bemanning van het schip
'De Waeckende Boey' onder leiding van Abraham Leeman die in 1657 samen met
schipper Sam Volkertsen van de 'Eermeloort' uitvaart. In opdracht van de Oost-
Indische Compagnie worden beide schepen uitgezonden om te zoeken naar de
kostbare lading en overlevenden van de verongelukte 'Vergulde Draeck'. Dit schip
was in 1655 uit Amsterdam vertrokken naar Batavia. Door een navigatiefout kwam
het op de westkust van het Zuidland (Australië) terecht, sloeg lek op de rotsen voor
de kust en zonk.
Zie over dit onderwerp ook: Hugo Kingmans, Veertien man in een boot (no. 0747) en
Chr. A. Meijer, De klauw van de Draak (no. 1029).

0841 Goens, R. van. De vallei der spinnen; omslagtek. en platen van Dick Lammere. 's-
Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. 224 blz. Vindplaats: KITLV cc 731
N/OLBG

Avonturen in het gebied Boven-Kapoeas op Borneo.

0842 Goens, R. van. Vuren op de bergen; De ondergang der Bandanezen; omslagtek. en pltn.
van D[ick] Lammere. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1947]. 227 blz. Vindplaats:
KITLV cc 278

Het leven van de perkeniers op Banda ten tijde van de Oost-Indische Compagnie.

0843 Heem, Rody van 't. Een maand in een drijvend hotel; Een boek voor meisjes; [band en
illustratie van Greetje Kroone]. Hoorn, Uitgeveremij 'West-Friesland', [1947]. 179 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1618 N

Bevat een paar Indische fragmenten over de reis van het passagiersschip 'Hugo de
Groot' naar Indië. Aan boord bevindt zich een gezin uit Amsterdam, waarvan de
vader in Batavia tot directeur van een bijkantoor van een nationale bankvereniging is
benoemd. Zijn tweelingdochtertjes hadden graag hun poes mee willen nemen. Een
buurjongen die adelborst is vindt een geschikte oplossing: poes komt als verstekeling
aan boord.

0844 Hulzen, Johan van. De avontuurlijke reizen van een scheepsdokter, [illustraties en
bandomslag van Menno van Meeteren Brouwer]. Meppel, Roelofs van Goor, [1947].
180 blz.
288 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 1100 N+

Levensverhaal van de scheepschirurgijn Nicolaus de Graaff met daarin vervlochten de


bewerking van zijn Reysen van Nicolaus de Graaff na Asia, Africa, America en
Europa (1639-1687). Veel van zijn reizen waren in dienst van de Oost- en West-Indi-
sche Compagnie.
Zie ook: J. van Schaveren. Een jongen vaart het leven in; Jeugdroman uit den tijd van
de Compagnie (no. 0795).

0845 Hulzen, Johan van. Nederlandse wereldreizigers; met platen van Tjeerd Bottema.
Kampen, Kok, 1947. 256 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 165 N

Bevat de Indische hoofdstukken: 'De eerste schipvaart naar Indië' (Cornelis de


Houtman) (blz. 87-107); 'Op zoek naar het Zuidland' (Abel Tasman) (blz. 150-166);
'Een verkenning van de Stille Oceaan' (Jacob Roggeveen) (blz. 170-184) en 'De
eerste Hollandse luchtreis naar Indië' (Amsterdam-Batavia met de F VII van de
KLM in het najaar van 1924) (blz. 187-209).

0846 Inah Ratoe [ps. van N.J.G. Engelkamp-Caesar]. Hariati; [band en bandomslag van
Widija Boedi]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1947. 117 blz. Bevat poëzie en een
verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 251

De schrijfster heeft getracht de diepste gedachten en gevoelens weer te geven van


het Javaanse meisje Hariati dat op het internaat van een Hollands-Inlandse Kweek-
school op Midden-Java zit. Om in Indië vooruit te komen moet men de Nederlandse
taal goed beheersen, zodat Hariati beter Nederlands kent dan Javaans, haar
moedertaal. Haar vader is hoofd van een dessaschool en heeft in Nederland
gestudeerd. Hij is niet gebonden aan een bepaalde godsdienst of politieke partij en
hij houdt er slechts één vrouw op na. Hariati's schoolvriendin Soemami maakt haar
opleiding niet af. Ze wordt de tweede vrouw van een Javaanse schoolopziener.
Wanneer ze echter kinderloos blijft wordt ze door hem verstoten. Hariati heeft een
dromerige aard en gevoel voor poëzie. Ze wordt verliefd op Hartono, een Javaanse
intellectueel, getrouwd met een Hollandse vrouw.
Er voltrekt zich een ramp in de omgeving van Hariati's woonplaats. Bij een vulkaan-
uitbarsting zijn haar ouders, haar jongere zusje en ook Soemarni omgekomen.
Hariati blijft met haar jongere broer achter. Wanneer Hartono een halfslachtig
voorstel doet aan Hariati, maar niet van zijn Hollandse vrouw wil scheiden, ver-
breekt ze het contact. Met genegenheid uit de tweede hand neemt Hariati geen
genoegen. In één maand heeft ze alles wat haar dierbaar was verloren. Door
tussenkomst van een oom-regent kunnen Hariati en haar broer hun studie voltooien.

0847 Kiek, Reggie E. Engelandvaarder en andere verhalen. 's-Gravenhage enz., Van Goor,
[1947]. VI, 65 blz., afbn. Vindplaats: PB
Geannoteerde bibliografie

Bevat een Indisch verhaaltje over de Japanse invasie op Nieuw-Guinea, getiteld:


'Hoeplakeetje helpt een handje bij de landing op Hollandia'.

0848 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. 't Boek van Bob en Bep; [band- en omslag-
tekening van Freddie Langeler; illustraties van Tilly Dalton]. 's-Gravenhage, Van
Hoeve, 1947. 188 blz. Herdrukken: 2e druk 1950. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1239
N; 2e druk BBJ

Twee Hollandse kleuters op Java. Het jongetje Bob logeert in de stad bij het meisje
Bep. Wanneer zijn moeder is hersteld mag Bep logeren bij Bob die in de bergen op
een thee-onderneming woont.

0849 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Van verschillende stam;


[omslagtekening van L. van Suchtelen-Leembruggen; illustraties en bandtekening van
Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1947]. 198 blz. Vindplaats: KITLV cc
633

Aan de kust van Celebes ontmoet Batjo, een Makassaarse jongen, zijn buurmeisje
Langkati. Hij redt haar leven als ze met haar prauwtje omslaat wanneer ze op zee
aan het vissen is. Langkati is geen doorsneemeisje dat slaafs de traditie van de
vrouwen wil volgen. Zo leert ze stiekem paardrijden, hetgeen haar later van pas
komt. Haar vader wil haar aan de gewetenloze handelaar Taleba uithuwelijken. Maar
Batjo's grootvader Daëng Manoewa heeft intussen een slim plan beraamd en tijdens
een hanengevecht wordt Taleba als een bedrieger ontmaskerd.

0850 Lentinck, Rona. Parade voor Viola. Bussum, Van Dishoeck, 1947. 268 blz.
Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 311 N

Verwikkelingen tussen een groepje ongehuwde assistenten op een rubberonderne-


ming op Sumatra door de komst van een jonge kinderjuffrouw uit Nederland. Ze is
aangesteld voor het gezin van de administrateur wiens vrouw om gezondheidsrede-
nen elders verblijft. Het is een oerdegelijk meisje dat door één van de assistenten
wordt uitgemaakt voor 'tjitjak kring', maar door Minah, de huismeid, wordt omgeto-
verd tot een aantrekkelijke jonge vrouw.
De twee huisbedienden, Minah en Sidin, worden op een rake en realistische wijze
getypeerd.

0851 Marle-Hubregtse, M.J. van. Ams' ongeweten afscheid; [met illustraties van Menno van
Meeteren Brouwer; omslagtekening van R. Basoeki Abdullah]. 's-Gravenhage, Van
Hoeve, 1947. 212 blz., plgr. Vervolg van: Ams houdt van Indië (zie no. 0778).
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 439 N

Door het onverwachte contact met haar klasgenoot Soedarso raakt Ams bevriend
met zijn zusje Roebiah. Zij zit op de Van Deventerschool - een speciale meisjes-
school - waar de ideeën van Kartini* in praktijk worden gebracht. Op een bazaar van
290 Geannoteerde bibliografie

haar school laat Roebiah aan Ams en haar vriendin Els allerlei lokalen zien waar de
karakteristieke Javaanse cultuur wordt onderwezen, zoals het bespelen van de
gamelan, het leren batikken en het instuderen van Javaanse dansen. De Hollandse
meisjes komen onder de indruk en zijn vol bewondering.
De ouders van Ams zijn niet alleen begaan met het financiële wel en wee van hun
bedienden, zoals het leren sparen voor een eigen huisje, maar Ams moeder helpt
ook als leidster de Roemer Visscher-vereniging die in armoede geraakte (Indo-)
Europese vrouwen van naaiwerk voorziet.
Haar laatste vakantie in Indië brengt Ams met haar familie in de bergen van Oost-
Java door. Het verbaast haar daar twee vreemdelingen te zien. 'Jappen', dacht Ams,
die hun gebuig grappig vond. 'Komen die ook al boven met vakantie? Het wordt hier
een wereldstad.' Met haar vrienden komt ze op het spoor van een spionagecomplot,
waarbij een Japanse tokohouder uit Semarang betrokken is die in werkelijkheid een
mijningenieur/militair van hoge rang blijkt te zijn.
Binnen niet al te lange tijd gaat Ams met haar familie voorgoed naar Nederland,
waar haar vader is benoemd tot directeur van het handelshuis waarvoor hij in
Semarang werkzaam was.
*) Raden Adjeng Kartini (1879-1904), een Javaanse regentsdochter, die als eerste
pleitte voor de ontwikkeling van het Javaanse meisje. Haar idealen hebben vorm
gevonden in de Kartinischolen, waar meisjes tot veertien jaar een opleiding krijgen.
De Van Deventerschool is een voortzetting van de Kartinischool. Mr. C. Th. van
Deventer, 'de Vriend van Indië', heeft met zijn echtgenote en een aantal vrienden
gezorgd voor de oprichting van speciale meisjesscholen om de ideeën van Kartini te
verwezenlijken.

0852 Neilen s.c.j., Pater M. Avontuur in de desa; [omslag en illustraties van J. Schoenaker].
Rotterdam, Missieprocuur, [1947], 63 blz. Vindplaats: KITLV q 3438 N

Een Nederlandse missionaris beschrijft zijn ervaringen met een groep Javaanse
kolonisten en landverhuizers die zich nog maar pas op Sumatra hebben gevestigd om
een beter bestaan op te bouwen.

0853 Renes-Boldingh, M.A.M. De geheimzinnige gast; [tekeningen van Rie Reinderhoff].


Nijkerk, Callenbach, [1947]. 125 blz. Vindplaats: KITLV cc 1227 N

Vlak na de Tweede Wereldoorlog brengen een gerepatrieerd gezin van een zendingsarts
uit Java en een Nederlandse oorlogsweduwe met haar invalide zoon uit Groningen
hun vakantie door op Ameland. Allen hebben trauma's te verwerken: van de Duitse
bezetting, van de Japanse kampen, of zoals het Indische pleegbroertje Tonny dat
steeds van Indonesische rampokkers droomt.
De vriendschappelijke omgang van de jongens met de invalide knaap brengt ook de
beide moeders tot elkaar die samen een oplossing vinden voor de toekomst.

0854 Renes-Boldingh, M.A.M. 'Ik kom terug', zegt Loes; illustraties en omslag van Bep
Wagner. Meppel, Roelofs van Goor, [1947]. 300 blz.
Herdrukken: 3e druk met illustraties van R. Basoeki Abdullah. [1948]. 324 blz.. Bevat
een verklarende woordenlijst.
Geannoteerde bibliografie 291

Vindplaats: Ie druk KITLV cc 249 N; 3e druk Brinkman

Loes, dochter van een bestuursambtenaar, is op Sumatra opgegroeid. Vlak voor het
uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wordt haar vader overgeplaatst naar Java als
assistent-resident in de omgeving van Bandoeng. Daar sluit zij vriendschap met
Coen, een Indische jongen. Tijdens de Japanse bezetting moeten zij hun studie aan
de Geneeskundige Hogeschool te Batavia afbreken. De ellende van het kampleven
blijft hen niet bespaard. Na de bevrijding maken zij plannen voor hun toekomst in
het 'nieuwe Indië'.

0855 Ward, Fred. [ps. van W.G.G. Jansen]. Los van de amkdidvel; geïllustreerd door J. de
Visser; voor 12-16 jaar. Maastricht, Schenk, [1947]. 160 blz. Vindplaats: KITLV cc
274

Een onderwijzer die hopman is bij de padvinderij vertelt over zijn kampeeravonturen
in Indië. Hij is begaan met het lot van de Chinese weesjongen Fred die - onder
hypnose gebracht door zijn stiefvader - tot smokkelen en stelen wordt gedwongen en
mishandeld wordt als hij niet meewerkt. Wanneer de politie ingrijpt komt Fred op
een katholiek jongensinternaat, waar hij zich gelukkig en veilig voelt. Een andere
Chinese padvinder, Lau Seng, moet thuis flink aanpakken. Zijn moeder is weduwe
en vaak ziek. Grootmoeder woont bij hen in huis en ze zet Seng voortdurend aan
het werk. Hij mag van haar niet alle bijeenkomsten van de padvinderij bijwonen en
ze is er bovendien op tegen dat Seng katholiek wil worden. Op een kritiek moment
-Sengs sterfbed - gebeurt dit toch dankzij de hechte vriendschap tussen Fred en Seng.
De karakterbeschrijving van deze twee Chinese padvinders uit de zelfkant van de
inheemse samenleving werd in 1942 aan de schrijver verteld in de Palembangse
gevangenis tijdens de Japanse bezetting.

0856 Zeeman, P. Haantje en z'n kornuiten; Jongensboek 10-15 jaar, [omslagtekening en


illustraties van H. Bierman]. Hengelo, Uitgave Loek/Apeldoom, Drukkerij Boeijinga,
1947. 213 blz.
Bevat verklarende voetnoten van Maleise woorden en zinnen.
Vindplaats: KITLV cc 1599 N

Speelt in Vlissingen waar een gepensioneerd zeekapitein het 'spookhuis', dat lang
heeft leeggestaan, komt bewonen. Hij brengt zijn Indische vrouw, drie kinderen en
een paar bedienden mee. Zijn twee zoontjes worden al gauw opgenomen in een
clubje Hollandse schooljongens waarmee ze allerlei kattekwaad uithalen.

0857 Zeeuw JGzn., P. de. De kajuitsjongen van Frederik de Houtman; Een verhaal over de
tweede tocht naar Indië; [bandontwerp en illustraties van Jan Kampman]. Amsterdam,
Bottenburg, [1947]. 128 blz. Vindplaats: KITLV cc 1910 N

Door tussenkomst van dominee Plancius gaat de Amsterdamse Jaap Bestebouw in


1597 als scheepsjongen mee met de 'Leeuwin', een van de schepen van de gebroe-
ders De Houtman. De bestemming is Atjeh waar in 1599 het anker valt en waar men
met Sultan Aloëdin (Al'-ad-din) een pepercontract wil afsluiten. Door list en verraad
van de Portugezen worden de Hollandse schepelingen door de Atjehers overvallen.
292 Geannoteerde bibliografie

Cornelis de Houtman wordt vermoord, zijn schip gaat verloren en tal van beman-
ningsleden sneuvelen. Met moeite weten de overgebleven schepen zich te bevrijden
om behouden naar Nederland terug te keren.

0858 Zutphen, Chr. van. De Vuurbal; Een alkravontuurlijkst jongensboek; illustraties van
Cor Driessen. Heerlen, Leufkens, [1947]. 179 blz. Vindplaats: KITLV cc 2103 N

Beschrijft het korte leven van een roodharige jongen ('Vuurbal'). Hij is geboren en
getogen op de schoener van zijn vader, een Nederlandse kapitein. Samen bereizen ze
de Zuidzee-eilanden, China en Australië. Na de dood van zijn vader komt hij voor
het eerst in Nederland, in Rotterdam, voor zijn Mulo- en scheepvaartopleiding. Bij
het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog meldt hij zich als vrijwilliger bij de
marine. In februari 1942 bevindt hij zich aan boord van de 'Java'. In de Straat van
Makassar wordt het schip door een Japanse torpedojager tot zinken gebracht.

0859 Zwegers, Bjroeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Tijger-eiland; Een avonturen-verhaal


uit Indië; geïllustreerd door H. Kluytmans. Maastricht, Schenk, [1947]. 211 blz.
Vindplaats: KITLV cc 2013 N

Twee Hollandse vrienden hebben in Malakka op allerlei dieren gejaagd. Ze worden


ingescheept op de 'Goentoer'. Onderweg naar Belawan (Noord-Sumatra) slaat er
een aantal overboord tijdens een orkaan, maar er blijven nog genoeg exemplaren in
leven voor de dierentuinen in Amerika en Europa. Thuis, in Belawan, gaan ze met
bevriende rubberplanters uit Medan op olifantenjacht, waarvan ook de plaatselijke
Batakbevolking profijt heeft.
Wanneer de vrienden in de Alaslanden en in de omgeving van Palembang voldoende
dieren hebben verzameld, besluiten ze naar Nederland te vertrekken. Met de 'Kiang',
een Chinees stoomschip, vertrekken ze via Belawan naar Singapore. De Chinese
kapitein vraagt een extra hoog verzekeringsbedrag, maar wanneer de dieren in goede
staat arriveren krijgen de vrienden de helft van de premie terug. Er zijn geen
passagiers aan boord en de marconist is een Amerikaan. Intussen heeft de Chinese
kapitein het schip onklaar gemaakt en verdwijnt met de sloepen. De marconist blijft
aan boord en helpt de vrienden met hun dieren. Ze kunnen het zinkende schip
verlaten op een groot houten vlot. Ze drijven naar een onbewoond eilandje waar ze
angstige uren hebben voordat ze door een Nederlands oorlogsschip worden opgepikt.

0860 Zwerver, Koert. Loek doet haar plicht; bandontwerp van J. de Vries. Meppel,
Stenvert, [1947]. 200 blz. Vindplaats: KITLV cc 1830 N

Aan haar klasgenootje Loek vertelt het gerepatrieerde Indische meisje Tine dat
Holland een paradijs is vergeleken met de vier jaren doorgebracht in de Japanse
kampen. Uitvoerig maakt ze Loek deelgenoot van de ellende en de honger die ze
heeft moeten doorstaan. Toch hoopt Tine terug te keren naar haar geboorteland
met de vele dierbare herinneringen, zoals de eenvoudige kantjilvertellingen die ze
van haar baboe heeft gehoord.
Geannoteerde bibliografie 293

0861 Arti Poerbani [ps. van A.P. Djajadiningrat]. Widijawati, het Javaanse meisje; met een
inleiding van Dirk de Vries. Amsterdam, 'Keizerskroon', 1948. 228 blz. Bevat enige
poëzie en een 'Verklaring van de Javaanse en Maleise woorden'. Vindplaats: KITLV
cc 581

Autobiografisch verhaal van een meisje uit de hogere kringen van Midden-Java. Het
geeft een uitvoerige beschrijving over de rijke culturele traditie, zoals allerlei
feestdagen en plechtigheden. Het thema van dit boek is idealistisch: studeren om je
landgenoten met je kennis vooruit te helpen. De jonge vrouw huwt een man van
haar eigen stand die in Nederland heeft gestudeerd en echt van haar houdt.

0862 Boogaard, W. van den. De oude, wijze kakatoe; Indonesische sprookjes; [illustraties van
Ronald Frijling]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 160 blz. Vindplaats: KITLV a 21
N

Deze bundel sprookjes is ontstaan op Indonesische bodem en de sfeer is geheel


Indonesisch. Het zijn oorspronkelijke verhalen waarin oude overleveringen zijn
verweven. Planten en dieren spelen hierin een belangrijke rol.

0863 Capelle, M.C. Towasi, het slaaf/e; [met ills. van Eddy Pater]. Baarn, Zendingscentrum
der Gereformeerde] Kerken in Nederland, [1948]. 63 blz. [Jeugdzendingsboekjes; no.
1.]
Herdrukken: 2e druk [1950]. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 499 N; 2e druk PB

Een jongetje op Soemba ontvlucht met zijn zusje de kampong, waar de bevolking het
zwaar te verduren heeft onder het nieuwe wrede kamponghoofd. Op hun zwerftocht
krijgen ze hulp van een zendeling die hen onderdak verleent en later bij hun ouders
terugbrengt.

0864 Dalton, Tilly. Freekje uit zonneland; Een verhaal over een klein jongetje uit Indonesië;
met omslag en tekeningen van de schrijfster. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1948].
64 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1715
N (fotokopie)

Beschrijft het leven van een Nederlands jongetje dat is geboren in Batavia en daar
tot kleuter opgroeit. Het Chinese buurjongetje Tjeng-Ho wordt zijn vriendje. Met
zijn ouders maakt Freekje een bootreis naar Nederland waar de verloftijd bij
grootmoeder zal worden doorgebracht. In Suez gaat hij met zijn ouders naar Atakah
- een plaatsje aan de rand van de woestijn - om zich te voorzien van warme kleding
voor de Hollandse winter. De verloftijd is voor Freekje een aaneenschakeling van
plezierige dingen: Sinterklaas, de eerste sneeuwpret, Kerstmis, de jaarwisseling en
tenslotte nog zijn vijfde verjaardag. Kort daarop wordt zijn vader voor zijn kantoor
teruggeroepen en vaart het gezin terug naar huis, naar Batavia.
294 Geannoteerde bibliografie

0865 Eyk, Henriëtte van. Avonturen op de Willem Ruys'; Een spannend verhaal voor jonge
mensen; met tekeningen van Nita Veeren. Rotterdam, Rotterdamse Lloyd, [1948].
119 blz.
Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel: De reis van de saffieren ster, [teke-
ningen van Nita Veeren]. Baarn, Het Wereldvenster, 1957. 119 blz. Vindplaats: Ie
druk antiquariaatscat.; Herdruk KITLV cc 1357 N

Bevat Indische fragmenten over de thuisreis (Tandjong Priok - Rotterdam) van het
passagiersschip de 'Willem Ruys' waar een detective-achtige toestand ontstaat wan-
neer een oude excentrieke dame ontdekt dat een kostbaar sieraad uit haar hut is
verdwenen. Ze reist samen met haar moederloze nichtje Ferry uit Bandoeng die naar
een meisjespension in Amsterdam gaat omdat haar vader in Amerika lezingen moet
houden voor zijn werk.

0866 Groenevelt, Adri. Carla, secretaresse van Mr. P.G. Roogers; Roman voor oudere
meisjes. Haarlem enz., 'De Sleutel', 1948. 208 blz. Vindplaats: KITLV cc 1640 N

Na haar schooltijd en Schoeversopleiding in Amsterdam keert Carla terug naar Java,


waar haar vader een rubberonderneming beheert. Op zijn verzoek gaat Carla als
secretaresse tijdelijk in dienst bij een Amerikaans directielid van een Nederlandse
rubbermaatschappij. Wanneer de Duitsers in 1940 Nederland bezetten, organiseert
Carla met haar tennisclub allerlei activiteiten om vanuit Nederlands-Indië de
Hollandse marine te steunen.

0867 Hulzen, Johan van. Het boek van de kantjil, het Indische dwerghert; [band en tekenin-
gen van Ronald Frijling]. Deventer, Van Hoeve, [1948]. 77 blz., afbn. Vindplaats:
KITLV a 749

In zijn voorbericht schrijft de samensteller dat deze dwerghertverhalen zijn bewerkt


tot een doorlopend verhaal en dat hij zich bij de keuze heeft laten leiden door zijn
oordeel over de geschiktheid voor de jeugd.

0868 Hulzen, Johan van. Indische volksverhalen voor de jeugd verteld door -; [illustraties en
omslagtekening van Menno van Meeteren Brouwer]. 's-Gravenhage, Van Hoeve,
1948. 248 blz.
Bevat een verklarend woordenlijstje.
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1307 N

Bewerkte legenden en vertellingen uit Bali, Borneo, Celebes, Halmahera, Java en


Madoera.

0869 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Thuisvaart. Amsterdam, Uitgeversmij 'Holland',


[1948]. 263 blz.
Herdrukken: 4e druk [c. 1960]. idem; 6e druk [1965]. 229 blz. [Parel-paperbacks; no.
5.]. Vindplaats: Ie druk KB; 4e druk KITLV cc 534 N; 6e druk Brinkman
Geannoteerde bibliografie 295

In de persoon van Marja van den Oever - opgegroeid op een kleine suikeronderne-
ming op Java - ondergaat men de sfeer in het vrouwenkamp van Ambarawa. Door
de aftakeling en de dood van haar gelovige moeder sluit Marja zich van de buiten-
wereld af. Na de 'bevrijding' ontmoet ze haar zusje uit een ander kampblok, dat kort
daarop door Javaanse extremisten wordt doodgeschoten. Marja repatrieert met
vrienden naar Holland, jonge mensen die de meest gruwelijke ervaringen hebben
ondergaan in het kamp en in de bersiaptijd. Als ontheemden verlaten zij Java, waar
ze hun jeugdherinneringen en familiegraven achterlaten zonder haat te koesteren
tegen de eigenlijke bevolking. Na vier jaar kamptijd Van vechten om eten, zien
gappen en leren gappen, bedriegen, lasteren en verraden, vloeken en vuilbekken zijn
de jongelui achterdochtig en wantrouwend tegenover de volwassenen die slechts voor
hun eigen hachje opkwamen' (blz. 167).
Op de boot maken ze plannen voor hun toekomst in Nederland. Als repatrianten
ondervinden ze in Nederland weinig begrip voor hun doorstane ellende en worden
ze beschouwd als 'koloniale uitbuiters'. Marja komt in huis bij een getrouwde zus in
Amsterdam, maar de sfeer benauwt haar. Ze gaat op zichzelf wonen, maar door dit
vrijwillig gekozen isolement vereenzaamt ze nog meer totdat ze haar geloof in het
leven terugvindt.

0870 Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-Leembruggen]. Twee Indische meisjes; [illustra-
ties en omslagtekening van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 187
blz.
Bevat een verklaring van gebruikte Maleise woorden.
Vindplaats: KITLV cc 465

Ina is een Indisch meisje uit de Preanger. Haar moeder is overleden en haar vader is
administrateur van de thee-onderneming 'Gedong Waringin'. Ze woont bij familie in
Batavia voor haar HBS-opleiding. Ina's Hollandse tante heeft weinig begrip voor
haar in tegenstelling tot een lerares die zich over haar ontfermt. In de vakantie
logeren Ina en haar lerares op 'Gedong Waringin'. Ook haar Soendanese vriendin
Joeti (Sri Joewati, een regentsdochter) met haar Nederlandse gouvernante komen na
het overlijden van Joeti's vader naar de onderneming.
Ina's vader is nu voogd geworden over Joeti, tegen de zin van haar oom, pangeran
Artawidjojo. Op een listige manier laat hij zijn welgestelde nichtje naar zijn huis in
Djokjakarta ontvoeren. Na een goed doordacht plan kan men Joeti - die op het punt
staat uitgehuwelijkt te worden - bevrijden.
Na dit avontuur vertrekken Joeti en Ina voor een tijdje naar Europa. Samen nemen
ze hun intrek in een gemeubileerd huis in Den Haag. In hun nieuwe vriendenkring
ontmoet Joeti de Javaanse student Indisch recht Pradeksa en ontdekt Ina dat haar
toekomst eveneens op Java ligt.

0871 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. De held van de rimboe. 's-Hertogenbosch,
Malmberg, [1948]. 176 blz., afbn. Vindplaats: PB

Speelt op Sumatra waar een blanke kapitein van de resident van Palembang de
opdracht krijgt een onderzoek te doen naar de leefwijze van de weinig bekende en
geheimzinnige Koeboes. Tot nu toe kon deze nomadengroep die in de oerwouden
leeft aan ieder politioneel toezicht ontsnappen zodat men niet wist of hun gedra-
gingen in overeenstemming waren met het wettelijk gezag.
296 Geannoteerde bibliografie

0872 Numans, M. Wat Oeü hoorde vertellen; Indische verhalen voor Hollandse kinderen;
[omslag en illustraties van de auteur]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, [1948]. 26 blz.
Vindplaats: BBJ/K1TLV cc 411 N

Hein Javaans jongetje luistert naar een paar oude Indonesische volksverhalen die
door een dalang worden verteld.

0873 Soest, Ems LH. van. Het komt allemaal in orde; Roman voor jongeren; [omslag en
illustraties van Hans Borrebach]. Alkmaar, Kluitman, [1948]. 191 blz. Vindplaats:
KITLV cc 1112 N

Bevat Indische fragmenten. Jongelui, onder wie ook het Indische meisje Toppie,
zoeken in het naoorlogse Nederland hun weg.

0874 Stroh, Freddy. En waarom ben ik anders?; band en illustraties door Hans Borrebach.
Baarn, Hollandia, [1948]. 274 blz. [Ster-serie.] Bevat poëzie. Vindplaats: UBL

Wel en wee in de crisisjaren van meisjes voor en na hun eindexamen van de


kweekschool in Nederland en hun toekomstplannen die anders zullen uitpakken. De
vlotte Indische Jos Heemskerk, dochter van een suikerplanter uit Malang, blijft
degelijk getrouwd in Nederland wonen. De Hollandse Li Marlot daarentegen
vertrekt als secretaresse naar Pangoeroeran, op het eiland Samosir (Sumatra), voor
een project medische hulpverlening aan ooglijders onder de inheemse bevolking.
Daarna trekt de medische ploeg naar Oost-Java waar Li haar broer Gerard opzoekt
die op een suikeronderneming in Poerworedjo werkt. Wanneer de tournee is
afgelopen ontmoet D een oude bekende, piloot bij de KLM, die haar levensgezel
wordt.

0875 Vries, Gijsbert de. Dimin de dwangarbeider, [illustraties van I.F. Steevensz; omslag en
bandtekening van F. van Bemmel]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1948. 189 blz.
Vindplaats: KITLV cc 306 N

Verhaal met een historische achtergrond. De jonge Javaan Dimin komt in opstand
tegen zijn werkgever, een Javaanse grootgrondbezitter. Dimin moet vluchten, komt
in Soerabaja terecht en wordt koelie. Gelokt naar een speelhol verliest hij zijn
spaarcenten. Hij komt in aanraking met een gemeen sujet die hem opruit om mee te
doen aan een kètjoepartij bij zijn gewezen werkgever, de grootgrondbezitter. Dimin
belandt in de boei en wordt veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf. Om het
eentonige gevangenisleven te doorbreken krijgt Dimin een kans om als vrijwilliger
mee te gaan op een militaire expeditie. De tocht gaat naar Ceram, waar rebellerende
Alfoeren (in Honitetoe en Wahai, ca. 1905) het Nederlandse gezag ondermijnen.
Door zijn uitzonderlijk gedrag, zijn inzet en kameraadschap tussen 'blank en bruin',
meerderen en minderen, krijgt Dimin algehele kwijtschelding van zijn nog resterende
straftijd.
Geannoteerde bibliografie

0876 Vries, Sjoerd de. 2 x Wiüem Gaertman; Een boek voor jongens. 's-Gravenhage, Stok,
[1948]. 191 blz., afbn. Vindplaats: KB/KITLV cc 1969 N

Avontuurlijk verhaal over goudsmokkel. Bevat tegen het einde enige Indische frag-
menten.

0877 Vuyk, Beb [E. de Willigen-Vuyk]. De kinderen van Boeton Leon; [met illustraties van
B. Abdullah]. Amsterdam, De Boer Jr., 1948. 223 blz. [Jeugdserie 'Vrije Vaart'.]
Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1015 N

Beschrijft het gezins- en familieleven van de planter Van Merle, zijn Ambonese
vrouw en hun kinderen in een kleine kustplaats op de Molukken, voor de Tweede
Wereldoorlog. Wanneer Van Merle gedwongen rust moet houden voor zijn gezond-
heid komt zijn zoon Boy plotseling uit Batavia over. Hij heeft de HBS in de steek
gelaten om zijn vader te helpen op diens copra-onderneming. Met zijn broertjes gaat
Boy per prauw naar de klappertuin. Daar leert hij kokosnoten open te kappen en
het zachte vruchtvlees uit de harde bolster te halen zonder dat dit verkruimelt. In de
grote vakantie komt Harry, een Hollandse HBS-vriend uit Batavia, bij Boy logeren.
Samen maken ze met de familie een tocht per prauw langs de kust van Ceram,
verblijven in een Alfoerse kampong, beleven avonturen met een krokodil en maken
een karbouwenjacht mee. Wanneer de vakantie op een eind loopt is vader Van
Merle weer hersteld. De kinderen gaan terug naar hun scholen in Ambon en
Batavia. Boy mag op Ambon naar de Mulo-school zodat hij iedere vakantie kan
thuiskomen om zijn vader te helpen.
Op bladzijde 203 staat een opmerking over Japanse zeeofficieren die vermomd als
vissers de kust in kaart brengen.

0878 Beers, Ton van. Hou vol, Govert!; Nieuwe avonturen van stuurman Govert Pits; met
tekeningen van Pieter Kuhn. Amsterdam, 'Nieuwe Wieken', 1949. 200 blz..
Vindplaats: KITLV cc 1044 N

In het laatste deel stappen de jonge stuurman van de koopvaardij en zijn vrienden
over op een olietanker. Deze wordt ingezet als bevoorradingsschip voor de Neder-
landse marine tijdens de Japanse invasie. Na een zeegevecht stranden ze op Bali.
Een jonge Balinees loodst hen op slimme wijze naar de kust terug waar ze per prauw
ontsnappen aan de vijand.

0879 Bergen, Marian van. Het meisje voor het raam; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft,
Meinema, [1949]. 77 blz. Herdrukken: 4e druk [1961]. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie
druk KITLV cc 1535 N; 4e druk Brinkman

De tienjarige Indische Warlientje is uit Java gerepatrieerd en ligt ziek bij haar
deftige grootvader in een Hollands dorpje. Haar vader is in Japanse krijgsgevangen-
schap gestorven en haar moeder heeft ze in het kamp verloren. Een groepje
298 Geannoteerde bibliografie

schoolmeisjes van haar leeftijd sluit vriendschap met Warlientje. Als ze hersteld is,
wordt ze opgenomen in de christelijke schoolgemeenschap.
Vermoedelijk een kerstgeschenk van de zondagsschool omdat in dit verhaal de
viering van het kerstfeest centraal staat.

0880 Bongers, H. Het testament van Sachidananda; Verhaal van een H.B.S.-er, [omslag en
illustraties van W.S. Bitter]. 's-Gravenhage, Van Hoeve, 1949. 306 blz. Vindplaats:
KITLV cc 186 N

In deze avonturenroman lopen waarheid en fantasie door elkaar. Het tijdsverloop is


verdeeld over twee perioden, 1924-1926 en 1938-1945.
'1924-1926'. Na een fikse ruzie met zijn ouders over slechte resultaten op de HBS,
besluit de achttienjarige Rob van Renselaer Schuyler, zoon van een theeplanter uit
de Preanger (West-Java), naar een kostschool in Nederland te gaan. Daar zal hij zijn
HBS-opleiding voltooien. Met de 'Coen' vertrekt hij zonder zijn ouders uit Tandjong
Priok. Aan boord oefent een oude Brits-Indiër, Sachidananda, een vreemde aantrek-
kingskracht op hem uit. Hij kan Robs gedachten lezen. Sachidananda is schatrijk en
hij nodigt Rob uit om met zijn filmploeg mee te gaan naar Japan en Amerika. Rob
laat zijn reis naar Nederland schieten en schrijft zijn ouders over zijn plannen. In
een filmstudio in Hollywood verongelukt Sachidananda. Rob staat nu alleen en
zonder geld op straat. Hij vindt werk, maar het leven in Amerika bevalt hem niet.
Met de 'Madioen' verlaat hij als matroos zonder gage New York en verdient zijn
kost als schoonmaker op het schip. Zonder problemen arriveert hij in Tandjong
Priok, waar zijn vader hem afhaalt.
'1938-1945'. Rob heeft toch zijn eindexamen HBS gehaald en is in Delft geslaagd als
radio-ingenieur. Daarna heeft hij een studiereis door Europa gemaakt, speciaal op
het gebied van televisie-onderzoek. Hij is naar Java teruggegaan en bewoont een
groot eigen huis, waarin een laboratorium is ondergebracht. Hier werkt Rob in het
diepste geheim aan zijn uitvinding: een televisietoestel, dat zijn voltooiing nadert. Dit
alles kan Rob zich veroorloven door een vermogen dat hij van Sachidananda heeft
geërfd. Rob trouwt een Hollands meisje. Hun huwelijksreis op Midden-Java moeten
ze afbreken. Een 'neef van Sachidananda heeft het testament aangevochten en
beslag gelegd op Robs bezittingen en financiën. Als de tekeningen van zijn uitvin-
ding veilig in een kluis in Bandoeng liggen, vertrekt Rob met zijn vrouw naar
Amerika, waar hij een baan krijgt bij General Electrics. In 1941 rukt het Japanse
leger op naar Nederlands-Indië. Hals over kop reizen Rob en zijn vrouw naar Java.
Zijn laboratorium is nu niet meer veilig voor de Japanners. In de grootst mogelijke
haast demonteert Rob alle apparatuur en hij vlucht met zijn vrouw en zijn familie
naar Australië. Maar de Japanners en hun Nederlandse handlangers weten Rob te
vinden; ze ontvoeren zijn vrouw naar Japan. Rob gaat naar Batavia, waar hij naar
een goede Japanse vriend gaat (uit de tijd van Sachidananda's filmopnamen in
Japan) die tot een geheime organisatie behoort die het oneens is met het Japanse
regime. Hij helpt Rob in Japan zijn vrouw op te sporen en laat hen via Rusland
ontsnappen naar Amerika. Na de capitulatie van Japan komt Rob met zijn vrouw en
zoontje naar Java terug, waar zijn ouders reeds in Bandoeng verblijven. Hun huizen
zijn platgebrand; de tuinen vernield. Rob en zijn vrouw zien hun trouwe djongos
Kario weer terug, sterk vermagerd en verward. Hij is alles kwijtgeraakt in de oorlog:
zijn vrouw en kinderen zijn gedood, zijn huis is verwoest, zijn bezittingen gestolen.
Voorlopig vindt hij bij Rob een goed tehuis. Met elkaar gaan ze, ondanks de
onzekere bersiaptijd, een nieuw bestaan opbouwen.
Geannoteerde bibliografie 299

0881 Brandt, Willem [ps. van W.S.B. Klooster]. Ambrosius de toverspin; Een oosterse
vertelling; illustraties van Ronald Frijling. 's-Gravenhage, Van Goor, 1949. 88 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 489 N

In het schemeruurtje op de voorgalerij van zijn huis krijgt Oom Wim (de auteur)
inspiratie. Hij schrijft de twee sprookjes 'Prinses Hemelsblauw' (blz. 5-45) en 'In het
rijk van de gouden tamarinde' (blz. 49-88) voor de lezertjes van zijn krant.
Oorspronkelijk verschenen in de Deli Courant [c. 1940] waarvan Brandt hoofdredac-
teur was.

0882 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Ursula trouwt in Singapore; Roman
voor oudere meisjes; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1949].
220 blz.
Herdrukken: 2e druk [1957]. 158 blz. [Sneeuwbal-serie.]; 3e druk [1959]. idem.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 789 N; 3e druk Brinkman

Detectiveverhaal dat zich voornamelijk afspeelt bij het Tobameer op Sumatra waar
een Nederlandse nylonkousenfabrikant zijn dochter dwingt om hals over kop te
trouwen, zodat patenten en octrooien worden veiliggesteld tegenover concurrenten.

0883 Eerdmans, Rie. Carla wordt lid van de club; [omslag en illustraties van Dirk Hart].
Amsterdam, Uitgeverij 'Relpi', [1949]. 223 blz. Vindplaats: KITLV cc 2433 N
(fotokopie)

Met haar ouders is Carla de Jong uit Indonesië gerepatrieerd. Haar moeder is een
Indische njonja; ze voelt zich eenzaam en onwennig in het nieuwe vaderland, evenals
Carla. Ze wonen nog maar kort in Amsterdam, waar hun man en vader is geboren
en getogen. Hij heeft zich veel voorgesteld van de terugkeer, maar het was moeilijk
om een geschikte betrekking te vinden. Hij moet genoegen nemen met een baan op
een bank. Door de ontmoeting met een Hollands meisje raakt Carla uit haar
isolement waardoor ze de drang krijgt om iets te gaan presteren. Ook haar vader
vindt dat het plantenleventje dat veel Indische meisjes leiden niet in Holland
voortgezet kan worden. Ze moeten hun eigen brood kunnen verdienen en zelfstandig
worden. Carla vindt een baan als assistente in een boekhandel waar ze het naar haar
zin heeft.
Haar Hollandse vriendin introduceert haar in de meisjesclub 'De Zonnebloemen' die
- na een voorstelling van Indische dansen bijgewoond te hebben in de Stadsschouw-
burg - van Carla een lezing willen horen over Javaanse danskunst. Later wordt ze
gevraagd om een feestavond op touw te zetten voor kinderen van het Genootschap
'Nederland - Indië'. Samen met de clubleden wordt een Indisch programma in elkaar
gezet. Carla geeft aanwijzingen voor een Javaanse dans die ze vaak door Sidjo, hun
Javaanse bediende, heeft zien dansen. Hij danste dan alleen in de bijgebouwen op de
klank van de gamelan die 's avonds uit de naburige dessa hoorbaar was. Carla wordt
de spil van deze feestavond waarin Indische volkssprookjes worden verteld en
Indische liedjes gezongen.

0884 Erics, Linda. Mijn vriend de pindaman; tekeningen van W.G. van de Hulst Jr.
Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1949. 16 blz.
300 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KTTLV cc 1363 N

In Nederland komt de Javaanse christen-Chinees Li, die als straatventer in zijn


onderhoud moet voorzien, in contact met een Hollandse doktersfamilie van wie hij
een Javaanse Bijbel cadeau krijgt.

0885 Franke, S. In de desa. Haarlem, De Gulden Pers, [1949]. 94 blz., afbn.


Vindplaats: KITLV cc 450

Beschrijft de dagelijkse belevenissen van een vijfjarige Javaanse tweeling, het meisje
Tjinta en het jongetje Soeka met hun verschillende huisdieren. Na verloop van tijd
komt een hadji op bezoek en moet Soeka naar de Koranschool. Tjinta blijft thuis bij
moeder en gaat soms al mee naar de markt.

0886 Hartogh, Nietha den. Op onze schouders; met een 'ten geleide' van E. Kroeskop;
geïllustreerd door George Schulein. Haarlem, Boom-Ruygrok, [1949]. 166 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2412 N (fotokopie)

Bevat Indische fragmenten en beschrijft de situatie van een groepje Nederlandse en uit
Indonesië gerepatrieerde jongelui in het na-oorlogse Rotterdam. Het Indische meisje
Jackie zegt dat de Indo-Europeanen nu geen vaderland meer hebben: 'In Indonesië zijn
wij niet meer gewenst en in Nederland zijn wij slechts gasten. Soms graag gezien; vaak
ook gasten die men liever ziet vertrekken. Dit laatste ligt dikwijls aan onszelf, en er zijn
er veel die zich totaal niet aanpassen.' Jackie werkte eind november 1945 als
verpleegster in het Homanziekenhuis in Bandoeng waar Indonesische extremisten de
dijken doorstaken. Er ontstond een bandjir en veel mensen kwamen om het leven. Ook
Jackie's ouders die dicht bij de kali woonden. Na een kantoorbaantje in Batavia is ze
met haar schoonzus en haar kinderen naar Holland . gekomen. Zij is de weduwe van
Jackie's broer die in Indonesië is gesneuveld. Volgens Jackie begrijpen de
Hollanders niets van Indonesië, zijn cultuur en zijn bewoners, van wie de Indo-
Europeanen een belangrijke groep vormen. In Nederland is wel honderd maal aan
Jackie gevraagd: 'Gunst, spreekt U Hollands?' Ze zegt: 'Ik lach er maar om, maar is het
niet treurig?' Door heimwee geplaagd, keert Jackie terug naar Indonesië om dienst te
doen bij het Rode Kruis. Ze komt op Midden-Java terecht waar ze enige tijd later aan
tyfus overlijdt.
Bevat verder nog een aantal korte Indische fragmenten, onder andere over een
schoolmeisje dat door het leven in een interneringskamp wantrouwend en schuw is
geworden. Op haar eerste schooldag in Nederland wordt ze met spot en nieuws-
gierigheid bekeken. Door tactvol optreden van de onderwijzeres verandert de
houding van de klasgenootjes tegenover dit kampkind.

0887 Hichtum, Nienke van [ps. van Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer] en Cor
Bruijn. Uit het sagenland; Nederland, Indonesië en Suriname, Europa [en] andere
werelddelen; illustraties van S. Pennink, J. Gabriëlse en J.H. Isings Jr. Amsterdam,
Ploegsma, 1949. 406 blz.
Herdrukken: [Herdruk]; illustratieve verzorging en bandontwerp J.G.J. Verheul. 's-
Gravenhage, Schellens & Giltay, [1973]. 406 blz.; 2e druk; idem. Delft, Elmar,
1977. 406 blz.
Geannoteerde bibliografie 301

Vindplaats: Ie druk KB; Herdruk KB; 2e druk KITLV cc 562 N

Gecombineerde uitgave van N. van Hichtum Uit het sagenland (Ie druk 1928) en Cor
Bruijn Nederlandse sagen (Ie druk 1946).
Bevat verhalen over Java (waaronder enkele kantjil- of dwerghertsagen), Sumatra,
Borneo, Celebes, Nieuw-Guinea en de eilanden Billiton, Timor, Kei en Halmahera.

0888 Huizinga, D.M. Oostinjevaarders; De verbinding tussen Nederland en Indonesië in de


loop der eeuwen; [platen en bandversiering naar tekeningen van E.M. ten Harmsen
van der Beek]. Kampen, Kanis & Gunnink, [1949]. 60 blz., krtn., prt. Vindplaats:
KITLV k 333 N+

Plaatjesalbum met bijbehorend verhaal dat een overzicht geeft van de ontwikke-
lingen die in de loop der tijden hebben plaatsgevonden op het gebied van het
scheep- en luchtvaartverkeer tussen Nederland en Indië, van Cornelis de Houtman,
Willem IJsbrantszoon Bontekoe tot en met de vliegroute van de KLM.

0889 Hulzen, Johan van. Dambing; [illustraties van Toos Koedam]; uitgegeven door het
Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum Baam. 's-Gravenhage, Voor-
hoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 642

Dambing, een Dajakjongetje uit de binnenlanden van Borneo, gaat op familiebezoek


in de 'bewoonde wereld'. Vol bewondering kijkt hij naar de huizen, het kerkje en de
school. De onderwijzer van zijn neefjes haalt hem over om hier te blijven, zodat hij
ook naar school kan gaan.

0890 Hulzen, Johan van. Noerma; [illustraties van Toos Koedam]; uitgegeven door het
Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum Baam. 's-Gravenhage, Voor-
hoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 641

Dit verhaaltje speelt op Java. Van haar eigen verdiende centjes heeft het Javaanse
meisje Noerma voor haar vader een nieuwe perkoetoet gekocht. Op haar beurt mag
zij van haar vader iets voor zichzelf kiezen. Haar liefste wens gaat in vervulling: ze
mag naar school.

0891 Kamma, F.C. Badesiw, de schrik der wouden; [met tekeningen van Jan Lutz]. Nijkerk,
Callenbach, [1949]. 109 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1267 N

Beruchte koppensneller uit de omgeving van Manokwari en behorend tot de stam


der Kebars komt tot het christelijk geloof wanneer hij tijdens een kerstdienst zijn
eigen mensen naast hun vijanden, de Karoners, ziet zitten.
302 Geannoteerde bibliografie

0892 Kerstboek van Zonneschijn 1949; Samengesteld door D.A. Cramer-Schaap; met
illustraties van B. Midderigh-Bokhorst, Adri Alindo en C. Winkel. Utrecht, de Haan,
1949. 56 blz.
Bevat het Indische verhaal 'Geen sprookje, toch een sprookje' door S. Franke.
Vindplaats: PB

Op aanraden van een Chinese koopman is de kleine Javaanse rijstboer Pa Alie naar
Sumatra getransmigreerd. Daar kan hij als koelie op een rubberplantage een beter
bestaan opbouwen. Ook zijn zoontje Alie werkt mee en de mandoer vindt hem
geschikt voor het tappen van de latex.
Als de Tweede Wereldoorlog in Nederland en ook in Nederlands-Indië is afgelopen,
kan Alie zijn lang begeerde katoenen jasje kopen. Dat is in Twente gesponnen door
een Hollandse jongen die voor zijn fiets nieuwe banden koopt waarvoor Alie de
latex heeft gewonnen.

0893 Kok, Truida. Dinie neemt de leiding; geïllustreerd door Nans van Leeuwen. Alkmaar,
Kluitman, [1949]. 184 blz. Vindplaats: Uitgeverscat.

Bevat Indische fragmenten over een Nederlandse arts die zijn gezin voor anderhalf
jaar verlaat om in Buitenzorg medische hulp te verlenen.

0894 Lange-Praamstra, Max de. Mieke van de Rozenlaan; bandtekening en illustraties van
Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 192 blz. Herdrukken: 2e druk [1952].
181 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1463 N (titelpagina ontbreekt); 2e druk
Brinkman

Bevat Indische fragmenten over Non, een Hollands meisje, dat met haar ouders de
Japanse kampen heeft overleefd en naar Nederland is gerepatrieerd. Het gezin is bij
grootmoeder in huis vanwege de naoorlogse woningnood. Hoewel Non veel heeft
meegemaakt in het kamp, wil ze er toch niet over praten. Al na een paar weken is ze
door haar spontaan en hulpvaardig gedrag volkomen geaccepteerd en ingeburgerd
bij de kinderen uit de laan. Zaken waar haar vriendinnetjes waarde aan hechten,
hebben voor Non geen betekenis. Ze heeft door haar 'kampverleden' geleerd de
betrekkelijkheid van alles in te zien.

0895 Maerlo, J. van. Joesa; Een negermeisje naar Holland; [omslag en illustratie van Jos [ps.]
]. Z.pl. en uitg., [c. 1949]. 156 blz. Vindplaats: KITLV cc 1800 N (fotokopie)

Een Afrikaans weesmeisje wordt door een welgestelde Nederlander geadopteerd en


meegenomen naar Batavia. Wanneer haar pleegvader voor zaken uit Nederlands-
Indië vertrekt, komt Joesa op een kostschool voor meisjes in Batavia. Diefstal op
school gepleegd door een Hollandse jongen brengt Joesa in aanraking met het gezin
van een ontslagen suikeremployé dat van de steun moet leven. Haar pleegvader
biedt uitkomst. Op bijna zestienjarige leeftijd, als zij haar schooltijd heeft afgesloten,
ziet Joesa haar pleegvader terug. Hij vertelt Joesa over haar afkomst en de omstan-
digheden waaronder zij Afrika moest verlaten. Met haar pleegvader reist Joesa naar
Nederland om zich daar voor te bereiden op een universitaire studie.
Geannoteerde bibliografie 303

In de spelling van de auteursnaam op het omslag is een fout geslopen, namelijk J.


van Mearlo (in plaats van J. van Maerlo).

0896 Nimpoeno, Raden S. De slimme kantjil; Een verzameling oude Javaanse sprookjes;
[met illustraties van Sajuti Karim]. Amsterdam enz., Versluys, [1949]. 87 blz.
Vindplaats: UBIVKITLV cc 1632 N (fotokopie)

Speciaal geschreven voor de kinderen in Nederlands-Indië/Indonesië. Vertelt over de


avonturen van een dwerghertje.

0897 Norel, K[laas]. Stille nacht; [omslag en illustraties van Corrie van der Baan]. Nijkerk,
Callenbach, [1949]. 53 blz. Herdrukken: 2e druk [1960]. Vindplaats: Ie druk KITLV
cc 578; 2e druk Brinkman

Twee bange Javaanse dessakinderen worden in de bersiaptijd door een Nederlandse


militair ontdekt in hun schuilplaats doordat ze zichzelf hebben verraden door het
zingen van een bekend kerstlied. Hun angst voor een rondtrekkende inheemse
guerrillabende verdwijnt en vol vertrouwen nemen ze de blanda mee naar het
kerstfeest van de Javaanse christengemeente.

0898 Norel, K[laas]. Stuurman Aart; omslag en illustraties van G.D. Hoogendoorn.
Meppel, Roelofs van Goor, [1949]. 207 blz. Herdrukken: 2e druk [1951]; 3e druk
[1953].
Bevat poëzie en een lijst met scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats:
Ie druk OBA; 2e druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2356 N

De Enkhuizer scheepsmaat Woeltje is opgeklommen tot stuurman. Hij wordt nu


weer Aart genoemd, 's Winters krijgt Aart met een aantal zeelui in de doopkapel
van de (Wester)kerk te Enkhuizen onderricht van de beroemde kaartmaker Lucas
Jansz. Wagenaar.
In opdracht van de Enkhuizer Kamer van de Verenigde Compagnie wordt een
Oostindiëvaarder gebouwd, de 'Maagd van Enkhuysen'. Op dit schip gaat Aart als
tweede stuurman mee naar Bantam. Zijn eerste reis naar de Oost. De reis gaat via
de Kaap en onderweg worden onbekende kusten in kaart gebracht, ook door Aart.
Hij ontdekt zelfs een kortere vaarroute voor de uitvaart (heenreis). In de factorij van
Bantam wordt hij hiervoor gehuldigd. Van Bantam vaart men langs de noordkust
van Java, waar in Japara peper wordt ingeladen en op het eiland Banda foelie en
kruidnagelen. Op het eiland Lontor gaat het mis; de vorst bedriegt de Hollanders.
Er ontstaat een gevecht dat eindigt met het platbranden van de kampong. Via Bantam
keert de 'Maagd' naar Europa terug. Vlakbij huis wordt de Oostindiëvaarder door
Duinkerker kapers overvallen die het op de rijke buit hebben voorzien. Met verlies
van een flink aantal bemanningsleden is de 'Maagd' binnen anderhalf jaar - een
record - in Enkhuizen terug.

0899 Omnibus voor de jeugd; samengesteld door Annie Winkler-Vonk; ingeleid door Rien
Marsman; geïllustreerd door Nederlandse tekenaars. Amsterdam, Amsterdamsche
Boek- en Courantmij, 1949. 528 blz.
304 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie en twee Indische bijdragen: 'Het geheim van het spookhuis' door M.
Revis (blz. 9-17) en 'Kantjilfabelen' door S. Franke (blz. 421-434). Vindplaats:
KITLV cc 2107 N

'Het geheim van het spookhuis'. Op een HBS op Java (Soerabaja) wordt herhaalde-
lijk gestolen. Ook nu is er weer een fiets uit de stalling verdwenen. In een gesprek
over 'stille kracht' met een groepje klasgenoten gaat een HBS'er een weddenschap
aan om 's nachts een verlaten achttiende-eeuws landhuis binnen te gaan. Dit pand
blijkt de verzamelplaats te zijn waar de gestolen goederen van school worden
bewaard.
'Kantjilfabelen'. Vier avonturen van het dwerghertje dat een tijger en een slang te
slim af is. Maar wanneer hij op het land van Pa Kromo van de komkommers heeft
gegeten is het uit met zijn vrijheid.

0900 Pothast-Gimberg, C.E. Rondom de toren; geïllustreerd door F. van Bemmel. Amster-
dam, De Arbeiderspers, 1949. 239 blz. Vindplaats: OBA

Speelt in Nederland in een Hollands milieu en bevat een paar Indische fragmenten
over een oom die in Indië in een interneringskamp heeft gezeten. Na een paar
maanden voor zijn gezondheid in Australië te hebben doorgebracht komt hij naar
Nederland om verder op te knappen. Hij is kapitein bij de KPM en brengt zijn
ziekteverlof door bij zijn getrouwde zus met twee schoolgaande kinderen.

0901 Renes-Boldingh, M.A.M. Hoe Apoel haar vriend vond; [illustraties van Toos Koe-
dam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum
Baam. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 640

Ziek Batakmeisje wordt door een familielid meegenomen naar het stadje Balige om
daar beter te worden. Daar komt ze in aanraking met het christelijk geloof.

0902 Renes-Boldingh, M.A.M. De zoon van de Witte Olifant; illustraties van Menno [van
Meeteren Brouwer]. Nijkerk, Callenbach, [1949]. 192 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 1114 N

Deze geschiedenis dateert van omstreeks 1877 en speelt zich af in de omgeving van
het Tobameer. Daar groeit Si Ala Piso op tot een gevaarlijke datoe en een voorvech-
ter van de priestervorst van de Bataks, Si Singa Mangaradja.
De *witogen' (blanken) die dit gebied betreden worden vermoord. Ook de zende-
lingen Metzier en Puse worden met de dood bedreigd, maar krijgen bijtijds bescher-
ming van het leger van de 'Kompenie'. Wanneer Si Ala Piso met een zendeling in
aanraking komt voert hij een geweldige strijd met zichzelf om met zijn oude
leefwijze te breken.

0903 Smaal-Meeldijk, Rie. Zilvervosje; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema,
[1949]. 69 blz.
Geannoteerde bibliografie 305

Herdrukken: 5e druk [1955]. 63 blz.; Herdruk [1959]. 94 blz. [Bloesempockets; no.


14.].
Vindplaats: Ie druk KB; 5e druk KITLV cc 2097 N; Herdruk Brinkman

Bevat een paar korte fragmenten over de Indische schooljongen Leo die tijdelijk in
Nederland woont. Met zijn moeder en zijn zusje heeft hij in een interneringskamp
gezeten. Zijn Indo-Europese vader was militair bij het KNIL en sneuvelde tijdens de
Japanse bezetting.

0904 Vermeer, C. Het geheim van de blauwe steen. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 176
blz., afbn. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1098 N

In 1600 vaart Jacob van Neck met zijn vloot uit naar de Oost om de tegenstand der
Portugezen te breken en de handelsbetrekkingen voor Nederland te versterken. Een
blauwe diamant afkomstig uit de tempel van Patana (Malakka) en gestolen door de
Portugezen komt in handen van een Hollandse schepeling. Hij beleeft weinig plezier
van de steen. Bevat Indische fragmenten over Temate.

0905 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Het feest van de vijftig buffels; [illustraties
van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zen-
dingscentrum Baarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949], 16 blz. Vindplaats: KITLV cc
820 N

Talassa, het trotse zoontje van een dorpshoofd op Celebes gaat met zijn vader mee
naar het Possomeer waar een plechtige ontvangst wordt gevierd ter ere van het
nieuwe inheemse regeringshoofd. Bij de jongens die in deze streek wonen en die
kunnen lezen en zingen voelt Talassa zich een 'binnenlander'. Hij vraagt zijn vader
of de blanke toean-pandeta ook naar hun dorp wil komen om een school op te
richten.

0906 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. Idris gaat het huis schoonmaken; [illustra-
ties van Toos Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zen-
dingscentrum Baarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc
1266 N

Papoeajongetje Idris woont in een paaldorp ergens aan de kust van Nieuw-Guinea.
Hij bezoekt een christelijk schooltje en thuis zingt hij zijn nieuw geleerde versjes bij
zijn zieke grootvader.

0907 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neefj. De vuurberg; [illustraties van Toos
Koedam]; uitgegeven door het Zendingsbureau Oegstgeest en het Zendingscentrum
Baarn. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1949]. 16 blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 694 N
306 Geannoteerde bibliografie

Op het eiland Ternate woont het achtjarige invalide jongetje Séhé met zijn ouders.
Tijdens een vulkaanuitbarsting wordt hun stadje Ternate verwoest. Er komt hulp
opdagen van de Nederlandse regering. Een jonge arts neemt Séhé per boot mee
naar Celebes waar hij van zijn hinkelvoet zal worden genezen.

0908 Douma, S. en M.C. Capelle. Groot vertelboek van de zending. Baarn, Bosch &
Keuning, [c. 1950]. 175 blz., afbn., prtn., krtn.
Bevat de hoofdstukken 'Zending der Oostindische Compagnie - ondergeschikt aan
handelsbelangen' (blz. 56-63); 'Ludwig Nommensen - apostel der Bataks' (blz. 96-
112); 'Dr. Albert Kruyt - zendeling en ethnoloog' (blz. 113-125); 'Adat - een
weerstand der zending' (blz. 126-131); 'Koppensnellen' [Ceram] (blz. 132-136) en 'Dr.
J.G. Scheurer - apostel der liefde' [Midden-Java] (blz. 137-144). Vindplaats:
BZO/KITLV q 2127 N+

Geschiedenis van de zending en de zendelingen in Nederlands-Indië, Afrika en


Japan.

0909 Duynen, Toet van. Het meisje met de groene mantel; Oorspronkelijk meisjesboek.
[Amsterdam, NHH.V], [c. 1950]. 128 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: BBJ/KITLV
cc 1624 N

Tijdens een inspectietocht over Java verongelukken een Hollandse bestuursambte-


naar en zijn vrouw. Hun enig dochtertje Lies blijft in Soerabaja achter onder de
hoede van baboe Nonna en een particulier onderwijzeres. Op haar dertiende jaar
moet ze van haar voogd naar Nederland voor haar schoolopleiding. Ze komt in
Amsterdam te wonen bij een zus van haar overleden moeder.

0910 Franke, S. Harimau, het üjgerjong; tekeningen van P[ieter] Kuhn. Amsterdam enz., Van
Ditmar enz., [1950]. 42 blz. [Avontuur en Techniek Reeks; no. 13.] Vindplaats:
KITLV cc 334

In het oerwoud van Sumatra wordt een jonge tijger, geplaagd door honger en
nieuwsgierigheid, in een val gelokt. Per vliegtuig moet hij zijn geboortegrond
verlaten en komt tenslotte in een dierentuin in Europa terecht.

0911 Franke, S. De zilveren lepel; geïllustreerd door H. Perdok. Amsterdam, De Arbeiders-


pers, 1950. 216 blz. [AP Jeugdserie.] Vindplaats: KITLV cc 1586 N

Bevat een paar Indische fragmenten en beschrijft de moeilijke jeugdjaren van Jan
Pieterszoon Coen in Amsterdam wanneer zijn vader - Govert Coen - niet met de
retourvloot uit Java terugkeert en zijn moeder kort daarop overlijdt. Tenslotte
belandt J.P. Coen in een gesticht voor verwaarloosde jongens. Na zijn leertijd in het
weeshuis vertrekt Coen naar Java.
Geannoteerde bibliografie 307

0912 Keerde, G. van. Wan van de Koeboes; illustraties van Henk Poeder. Groningen,
Haan, [1950]. 74 blz. Herdrukken: 3e druk [1960]. 89 blz. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 3e druk KITLV cc 1211 N

Wan, een jongetje van de Koeboes op Sumatra, loopt weg van zijn ouders. Hij
ontdekt de *wereld' die achter het oerwoud ligt. Samen met zijn vriendje Donkan
wordt hij gekerstend door een zendeling die onder de Bataks werkt.

0913 Joecheü; Verhaknboek voor de jeugd, [deel 1]; geïllustreerd door Gerrit de Morée.
[Kaatsheuvel], Missionarissen van de Heilige Familie, [1950]. 144 blz. Bevat twee
verhalen uit Borneo: 'Met de duivel op jacht' (blz. 27-32) en 'De sterkste; verhaal uit
de missie van Borneo' (blz. 127-131) door Pater J.A. Ogier m.s.f. Vindplaats: KITLV
cc 1909 N+

Dajakse kinderen die op de missieschool zitten worden nog voortdurend geconfron-


teerd met de heidense leefwereld van bijgeloof, tovenarij en voortekens.

0914 Jongejan-de Groot, C.Th. Greetje-Margriet; pen tekeningen van Rie Reinderhoff.
Nijkerk, Callenbach, [1950]. 192 blz.
Herdrukken: 2e druk [1953]; 6e druk [1978]. Omslag van Geeske van Tienhoven. 203
blz. [Goudenregen Reeks.].
Vervolgd als: Greetje-Margriet wordt Margriet (zie no. 1076). Vindplaats: Ie druk
Uitgeverscat.; 2e druk BBJ; 6e druk BBJ/KITLV cc 1182 N

De ouders van het Hollandse schoolmeisje Greetje wonen in Bandoeng. Voor haar
opvoeding is zij in Nederland; eerst bij haar grootouders, naderhand in het gezin van
een tandarts.

0915 Joswari, D.A. Met de 'Madjoe' langs de kust van Nieuw-Guinea; [met 32 ingeplakte
kleurenplaatjes naar tekeningen van Menno van Meeteren Brouwer]. Oegstgeest,
Zendingsbureau, [c. 1950]. 16 blz., krt. Vindplaats: KITLV g 1196 N

Een Nederlandse zendeling/arts, werkzaam op het eiland Japen, ziet in 1940 met de
komst van de Duitse bezetter in Nederland zijn taak verdubbelen: er komen geen
nieuwe zendelingen aan en hij blijft van geld en goederen verstoken die eerst
regelmatig werden verstuurd.
Een zendeling die met verlof naar Java gaat stelt hem tijdelijk zijn motorboot
'Madjoe' ter beschikking, zodat hij nu op een snellere manier meer zendingsposten
kan bezoeken dan voorheen met een trage prauw. Op zijn reis van Seroei naar
Noemfoor, de Dorehbaai, de eilanden Mansinam en Meos Noem, mijmert hij over
de geschiedenis van de zending in Nieuw-Guinea en de grote moeilijkheden waar-
voor de allereerste zendelingen zich in 1855 zagen geplaatst. Na vijfentachtig jaar
evangelisatie ziet hij dat de meeste Papoea's heidenen zijn gebleven.

0916 Kars, Co. De boog vol belofte; [illustraties van Ena van Es]. 's-Gravenhage, Stok,
[1950]. 258 blz. [Cultuurserie.]
308 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.
Vindplaats: BBJ

Na de Japanse bezetting is Janke Huyssens naar Nederland gerepatrieerd. Haar


moeder heeft ze nauwelijks gekend en haar vader is in een kamp in Siam overleden.
Janke woont in Wassenaar bij een artistieke halftante en haar zoon Siebold met wie
ze vaak ongewild overhoop ligt. Ondanks het gezellige tehuis heeft Janke heimwee
naar Indië. Herinneringen aan haar ouderlijk huis in Bandoeng en de oorlogsjaren
doorgebracht in de kampen Tjipahit en Kampong Makassar komen telkens weer
boven. In de late avonduren en 's nachts zet ze haar kampervaring op papier. Een
geïnteresseerde uitgever is na lezing zó enthousiast dat haar werk in boekvorm zal
verschijnen.

0917 Koen-Conrad, Netty [Antoinette Hendrika]. Hoe het na 1000 weken werd; Een roman
voor oudere meisjes; met tekeningen van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-
Friesland', [1950]. 207 blz.
Herdrukken: 2e druk [c. 1953]. 190 blz.; [Herdrukken]. Alkmaar, Kluitman, [1960 en
1964]. [Kluitman-jeugdserie; no. 38.]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV
cc 2223 N; Herdrukken Brinkman

Het verhaal bevat Indische fragmenten en speelt zich hoofdzakelijk in Amsterdam


af, waar een jonge Nederlandse arts meegaat niet een wetenschappelijke expeditie
naar Nieuw-Guinea om daar onderzoek te verrichten onder de dwergpapoea's. Zijn
vrouw moet in Nederland achterblijven; ze neemt haar Indische schoonzusje zolang
in huis.

0918 Kuppeveld, Martin van. De witte geest van de Boroboedoer, [omslag en illustraties van
H. Alleman]. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', [c. 1950]. 157 blz., krtn. [Kroonserie;
deel 8.] Vindplaats: KB/KITLV cc N

Dit verhaal werd geschreven in Japanse krijgsgevangenschap in de grote strafgevan-


genis te Pekalongan (Midden-Java).
Twee Nederlandse HBS'ers, de broers Jan en Thijs, trekken in de grote school-
vakantie met hun tent naar Midden-Java. Met toestemming van de plaatselijke
autoriteiten zetten ze hun tent op aan de voet van de Boroboedoer. Een oude
Javaanse djongos, Nomo, waarschuwt de jongens dat ze daar niet moeten overnach-
ten, dat brengt 'tjelaka besar'. Hij vertelt hen de gruwelijke lotgevallen van een
sultanszoon uit vroeger tijden die nu nog als een witte geest bij volle maan over
tjandi Boroboedoer rondwaart.
Tijdens hun verblijf op het tempelcomplex beleven de broers spannende avonturen
met twee 'Argentijnse professoren' die zich hier met 'wetenschappelijke' doeleinden
bezighouden. Door hun typisch gedrag worden ze door de broers ontmaskerd en
herkend als lang gezochte en beruchte juwelendieven afkomstig uit de Philippijnen.

0919 Mulders, J. van. De gedenkwaardige reis naar Oost-Indiê van Willem Ysbrantszoon
Bontekoe; Bewerkt door -; met plaatjes van M. Moniquet. Brussel, Didier, [c. 1950]. 45
blz. [Nederlandse Lectuur voor de jeugd; no IX.] Vindplaats: KITLV cc 2378 N
(fotokopie)
Geannoteerde bibliografie 309

Bevat in het kort de hoogtepunten uit het scheepsjournaal van Bontekoe.

0920 Neilen s.c.j., Pater M. Legenden en verhalen uit Zuid-Sumatra naverteld door -. Bergen
op Zoom, Juvenaat [van de Congregatie van de Priesters van het] H. Hart, [c. 1950].
96 blz., afbn. en facs. notenschrift. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1735 N

Bevat onder meer 'Vertelsel van Lidapait of Bittere Tong'; 'Orakata, of hoe de
Krakatau ontstond' en 'Nog een Engganese legende'.
'Marsim of de brugbouwer; Legende uit de Lampongsche Districten' verhaalt over
de uit Bantam afkomstige Javaan Marsim. Om het mooiste meisje te kunnen huwen
moet hij een brug slaan tussen Katapang in het Lampongse en Java, zijn geboorte-
land.
'Taboet; Ontroerende sage van Hasan en Hoesain' gaat over de oorsprong van dit
islamitische volksfeest dat vooral in Benkoelen populair is.

0921 [Reith, B.AJ.]. Monki op Bati. [Haarlem, De Spaarnestad], [1950]. 111 blz., ills.
Vindplaats: KITLV cc 67 N+

Op rijm gebracht verhaal over de omzwervingen van het aapje Monki door Bali.
Door de pottenbakker Djoera wordt het aangezien voor de incarnatie van zijn in zee
verdronken zoon Keraken. Djoera neemt Monki mee langs allerlei tempels waar hij
vervolgens raad vraagt aan een dorpspriester, een tovenaar en een padanda (priester
van hoge kaste), die het allemaal op Monki's leven hebben voorzien. Tenslotte
neemt een dalang hem mee naar Singaradja waar een Chinese familie zich over
Monki ontfermt.
'Monki op Bali' is deel 4 van een achtdelig stripverhaal dat eerder [c. 1947] werd
opgenomen in het jeugdtijdschrift 'Sjors'.

0922 Roofdierjacht op Sumatra. [Amsterdam, Van Ditmar], [1950]. 16 blz., afbn. [Jan
Stavast Reeks; no. 41.] Vindplaats: KITLV cc N

Hoewel dit verhaaltje in een naoorlogse omslag is uitgegeven, dateert het, gezien de
oude spelling, van vóór de Tweede Wereldoorlog.
Dwars door de oerwouden van Sumatra jagen een groepje Europeanen met hun
inheemse helpers op apen, neushoornvogels, panters en tijgers die per boot naar
Europa worden verzonden.

0923 Soest, lïms [I.H.] van. Fenny krijgt het gedaan; Een meisjesroman; omslag en teke-
ningen van Lida von Wedell. 's-Gravenhage, 'Boek en Periodiek', [1950]. 194 blz.
Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten en enige poëzie, onder andere een gedicht van Sanoesi
Pané, vertaald in het Nederlands.
310 Geannoteerde bibliografie

0924 [Swaan-Koopman, COi.CJ.]. Bij de rivier. [Oegstgeest, Zendingsbureau], [c. 1950]. 16


blz., afbn. Vindplaats: PB

Een zendingsverhaaltje van Java voor kinderen van zes tot acht jaar.

0925 Twaalf tropenstrips; De gordel van smaragd om het kampvuur in de nacht; samengesteld
door de Sectie Algemene Zaken van het Bureau Algemene Voorlichting [van de]
Kon[inklijke] Ver[eeniging] Indisch Instituut. Amsterdam, Kon[inklijk] Instituut voor
de Tropen, [c. 1950]. 25 blz. Vindplaats: KIT/KITLV cc 1616 N+ (fotokopie)

Geen stripverhalen in de gewone zin van het woord, maar een bundel korte geloof-
waardige en fantastische verhaaltjes uit verschillende delen van Nederlands-Indië;
onder andere over een poesakakris, tijgers, krokodillen, een spookhert, een hanenge-
schiedenis en een herinnering aan de Japanse bezetting in de omgeving van Mano-
kwari, Nieuw-Guinea. Gestencilde uitgave.

0926 Wal, Jo van der. Het lied van de Kokila; met tekeningen van Hans Borrebach. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1950]. 224 blz. [De Zonne-reeks voor Oudere
Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 448 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten.


Nonnie (Edda) Wilmers heeft met haar ouders in Indië gewoond. Haar vader - een
Hollandse huisarts - was dol op de komedie Stamboel, de Indische opera. Voor een
Indische culturele avond wordt Nonnie gevraagd in te vallen voor een pianiste. Ze
begeleidt een paar Javaanse dansen met speciaal hiervoor aangepaste pianomuziek
omdat er geen gamelan is.

0927 Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]. De goede gids; [met illustraties van Eva
[ps.]]. Oegstgeest, Zendingsbureau, [c. 1950]. 103 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
KITLV g 252

Het Papoeajongetje Wompi groeit op in het paaldorp Randawaja, gelegen aan een
kleine baai op het eiland Japen. Als de 'ziektegeest' Wompi in zijn macht heeft,
wordt hij door zijn vader en een groepje mannen, onder wie de medicijnman, naar
de Waropenkust gebracht. Daar is genezing te vinden bij de bintanggoerboom die de
zieke nieuwe levenskracht zal schenken.
Nog maar net aan land wordt Wompi door een Papoea, vergezeld van een blanke
man, 'toean Salmon', geroofd. De blanke is een avonturier die jacht maakt op
paradijsvogels. Wompi wordt door het goede eten dat hij krijgt weer gezond. Hij is
het huisslaafje van 'toean Salmon', een verwoed dobbelaar en drinker. Bij een vals
spel raakt Salmon tijdens een vechtpartij gewond. Hij stuurt Wompi naar de
Papoeagoeroe om medicijnen. Pitjar, de huisjongen van de goeroe, vertelt Wompi
over de blanke 'toean pandeta'. Wanneer deze in het dorp aankomt, ziet Wompi
kans hem te ontmoeten. Hij wil met alle geweld met de zendeling meereizen, maar
Geannoteerde bibliografie 311

Salmon laat hem niet gaan; hij bindt Wompi zelfs vast. Toch komt Wompi als
verstekeling op het schip van de zendeling en vaart mee naar zijn woning, waar hij
als moerid wordt aangenomen op zijn school. Geheel onverwacht ziet Wompi zijn
vader terug die de zendeling is komen waarschuwen voor de zoon van de medicijn-
man uit Randawaja, die bang is zijn macht te verliezen én de winst van zijn tovenarij
als de bevolking zich inlaat met de witmens. De zoon van de medicijnman bedenkt
een listig plan om Wompi uit de weg te ruimen. Dit mislukt; zijn macht wordt
gebroken. Later reist Wompi met een stoomboot naar de Wandammenbaai, naar het
plaatsje Miei. Op een speciale opleidingsschool leert Wompi daar voor goeroe. Hij
wordt gedoopt; zijn nieuwe naam is Willem. Hij is de eerste christen-Papoea van
Randawaja.
In dit verhaal is een korte legende verweven van de goede gids Sampari, de stille
ster, die de schimmen van de gestorvenen door het hiernamaals leidt.

0928 Bartlema-van Ginkel, C.W. Kila's wraak; [met illustraties van Menno van Meeteren
Brouwer]. Nijkerk, Callenbach, [1951]. 31 blz. Vindplaats: KITLV cc 45 N

Op klaarlichte dag wordt het Dajakjongetje Sim van de Kenjastam door een
koppensneller van de Bahaustam gedood. Kila, zijn oudere broertje, trekt met zijn
bootje over de Barito op zoek naar de moordenaar. Het loopt anders dan hij had
verwacht.

0929 Capelle, M.C Wraak in Batakland; geïllustreerd door Menno [van Meeteren
Brouwer]. Delft, Meinema, [1951]. 86 blz. Herdrukken: 3e druk [1955].
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 313 N; 3e druk BBJ

Over het leven van de zendeling Ludwig Nommensen in de Bataklanden op Sumatra


en de geweldige tegenstand die hij bij het brengen van het evangelie ondervond.

0930 Feenstra, Fenna. Terug in het vaderland. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf,
[1951]. 256 blz.
Herdrukken: 3e druk [1956]. 256 blz.; [Herdruk]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-
Friesland', [1972]. 197 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 127.]. Vervolg van: Maar die
vlag verlaten... nooit! (zie no. 0815). Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1155 N; 3e druk
Brinkman; Herdruk Brinkman

Uit Indië keren de marinearts Jan, zijn vrouw Nelleke en hun kinderen terug in het
naoorlogse Nederland. Ze proberen de ellende van de Japanse bezetting te boven te
komen, maar er zijn nogal wat aanpassingsmoeilijkheden in hun huwelijk.

0931 Glissenaar, J. De jeep-expres Java-Hoüand; 25.000 kilometer avontuur, met foto's van P.
Pennarts. Amsterdam, Schellens & Giltay, [1951]. 240 blz. Vindplaats: KITLV k
258/OBA
312 Geannoteerde bibliografie

Bevat een kort Indisch fragment over een sportieve thuisreis van vier gedemobili-
seerde Nederlandse militairen die in 1950 uit Indonesië met een jeep door Azië en
Europa trekken.

0932 Groot kinderkerstboek; [met medewerking van] Jaap Beekman, D. Bos, D.A. Cramer-
Schaap en anderen. ['s-Gravenhage], [Voorhoeve], [1951]. 128 blz., afbn. Bevat 'Het
Kerstfeest voor de menseneters; Een verhaal uit Nieuw-Guinea' door Babs Kamma.
Vindplaats: OBA

0933 Jong, André de. Pietertje Ztwig; illustraties van J.W. Heyting. 's-Gravenhage enz., Van
Goor, [1951]. 176 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 1757 N+

Bevat twee hoofdstukken met Indische fragmenten en beschrijft de eerste zeereis van
een veertienjarige Rotterdamse dekjongen. Zijn reis voert hem via Sabang naar
Singapore en de grote havens aan de noordkust van Java.

0934 Jong, Gjalt de. Bonar, het melaatse Batakjongetje; tekeningen van W.G. van de Hulst
Jr. Amsterdam, Jeugdcommissie van het Nederlandsch Bijbelgenootschap, 1951. 16
blz.
Vindplaats: KITLV cc 1709 N

Bij de eerste sporen van zijn melaatsheid wordt Bonar, een tienjarige weesjongen, op
bevel van de toverpriester uit het huis van zijn oom en tante weggejaagd. Uit zichzelf
gaat hij naar de leprozenkolonie Hoeta Salem (Vrededorp) van de zending, waar hij
wordt verpleegd en gekerstend. Na verloop van een jaar keert hij genezen naar zijn
familie terug.

0935 Kamma, Babs. Sporen onder de waringin; [met een voorwoord van F.C. Kamma];
tekeningen van H.C van Eek. [Oegstgeest], Zendingsbureau 'Oegstgeest', [c. 1951].
79 blz.
Vindplaats: KITLV cc 871 N

Ware gebeurtenissen die zich afspelen vóór de Japanse bezetting op Nieuw-Guinea


en die de schrijfster zelf heeft meegemaakt of heeft horen vertellen. Twee kinderen
van een zendeling gaan met hun vader en een aantal Papoea's met de zendingsboot,
de schoener 'Bantara' (Heraut), de zendingsposten bezoeken. Omdat er in die
dorpen geen winkels zijn nemen ze kisten met proviand, schoolmateriaal, medicijnen
en kleding mee. Ook ontbreken er ziekenhuizen zodat hun vader zo'n beetje voor
dokter moet spelen. De kinderen maken voettochten mee over bergplateaus, door
het oerwoud en leren verschillende Papoeastammen kennen.

0936 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Lodewijk de mensenredder, band en illustraties


van W[im] A. van de Walle. Baarn, Hollandia, 1951. 132 blz. [Hollandia Jeugdboe-
ken.] Herdrukken: 14e druk. 1968.
Geannoteerde bibliografie 313

Vervolg van: Lodewijk de rattenvanger (zie no. 0775).


Vindplaats: Ie druk Brinkman; 14e druk PB

Beschrijft de bootreis naar Nederland en de repatriëring van een teckel die op Java
is opgegroeid bij een Hollandse familie.

0937 Kunst, Jaap. Begdjd, het gamelan jongetje; met platen van Sjuwke Brinkgreve-Kunst.
Batavia enz., Moderne Boekhandel Indonesië, [1951]. 30 blz. [Badjing Boeken voor
de Jeugd; no. 2.] Vindplaats: KITLV b 40 N

Musicoloog Jaap Kunst vertelt hoe een jongetje uit Midden-Java de gamelanmuziek
als het ware met de paplepel krijgt ingegoten. Hij groeit op tussen de muziekinstru-
menten waarvan zijn moeder de gendèr (instrument met bronzen toetsen) bespeelt
en waarbij zijn vader als dalang de wajangpoppen hanteert.
BegdjS hoort vertellen over de symboliek en het ritueel van de instrumenten en wat
de taak is van een bepaald gamelanorkest. Wanneer hij zeven jaar is geworden mag
hij voor het eerst meespelen in het wajangorkest van zijn vader.

0938 [Ladislaus, Broeder (ps.)]. Eeuwige jeugd; Een feestelijke uitgave over jongens, mannen
en mannenbroeders bij het eerste eeuwfeest van de Congregatie van de Broeders van
Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten, 1851-1951. Amsterdam, Drukkerij Spin, 1951.
123 blz., afbn.
Bevat het verhaal 'Nieuwe taak in Merauke; Uit een dikke luchtpostbrief door
Broeder Stanislaus (blz. 97-101 en 116-123). Vindplaats: PB

Aan deze bundel werkten verschillende broeders mee, onder wie een missionaris die
over zijn werk op Nieuw-Guinea vertelt.

0939 Lynch, Hans [ps. van J.N. van Helvert]. In de schemering der oerwouden; [illustraties
van Hans de Jong]. Helmond, Uitgeversmij 'Helmond', [1951]. 151 blz. [Kroonserie;
no. 3.) Vindplaats: KITLV cc 1156 N

Met een Zuidafrikaanse jongeman en een Nederlands meisje dat als jong kind door
een Dajakstam werd ontvoerd trekt detective 'Stalen Hand' door het oerwoud van
Borneo. Onder de meest gruwelijke omstandigheden gaan ze op zoek naar blanke
goudzoekers die door de Olon Maanjans, een Dajakstam, worden gevangen gehou-
den.

0940 Panen, G.J. Liar, de wilde; [omslag en illustraties van Rein van Looy]. Haarlem/Ant-
werpen, Uitgeverij 'De Sleutei'/Gottmer, [1951]. 212 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en bevat herinneringen van een Nederlandse houtvester die met
zijn gezin uit Sumatra is gerepatrieerd. Wanneer hun oude hond wordt vervangen
door een jonge wolfshond noemt de vader de nieuwe huisgenoot Liar, een Maleis
314 Geannoteerde bibliografie

woord voor wild. De houtvester is voor de gezondheid van zijn vrouw uit Indië
teruggekeerd, maar ook omdat zijn werk afmattend was en zwaar, want de Maleiers
waren geen gemakkelijke werklieden. Aan zijn kinderen vertelt hij van een tocht
door de rimboe, waar in de omgeving van Fort de Koek plotseling een tijger opduikt
die, voor er slachtoffers vallen, wordt overmeesterd.

0941 Pigeaud-van Zijp, Th. [Pigeaud] en A. De Javaanse Vorstenlanden; [met illustraties


van T. van der Zee]. Djakarta enz., De Moderne Boekhandel Indonesia, [1951]. 28
blz. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 8.] Vindplaats: KITLV b 466

Geeft een overzicht van de geschiedenis, zeden en gewoonten van de Midden-


Javaanse vorstendommen Surakarta en Yogjakarta.

0942 Pijl, L. van der. Bloemen en planten; met platen van Ojong Surjadi. Djakarta, De
Moderne Boekhandel Jjidonesia, [1951]. 30 blz. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no.
7.] Vindplaats: OBA

Een aantal veel voorkomende bloemen en planten wordt op een aardige manier in
het kort beschreven met daarbij duidelijke afbeeldingen in fraaie kleuren. De
Badjing-serie werd in Amsterdam uitgebracht door Van der Peet.

0943 Soest, Ems [I.H.] van. Het dolle gebeuren in de club; Roman voor oudere meisjes;
[stofomslag en illustraties van Hans Borrebach]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Fries-
land', [1951]. 215 blz. [De Zonne-reeks voor Oudere Meisjes.] Vindplaats: BBJ

Bevat een enkele Indische opmerking en speelt voornamelijk in Spanje.

0944 Timmermans, Alphons. Een reis voor de Compagnie; met tekeningen van Gerrit de
Morée. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', 1951. 44 blz. [Ons Volk in Leven en
Streven; deel 15.] Vindplaats: KITLV cc 1944 N

Een populaire beschrijving van de avontuurlijke reis van Willem IJsbrantszoon


Bontekoe die in 1618 van Nederland voor de Oostindische Compagnie naar Indië
vaart met de 'Nieuw Hoorn'.

0945 Uyldert, Erik. Bontekoe; met platen van Jan Beverdam; omslagtekening van J.W.
Heyting. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1951]. 176 blz., kit. [Serie Avontuurlijke
Reizen.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1075 N

De schipvaart van de 'Nieuw Hoorn' op 28 december 1618 uit Nederland met


bestemming Batavia. Voor dit doel is bereikt hebben schipper Bontekoe en zijn
bemanning de grootste beproevingen moeten doorstaan. Na zijn opwachting bij
Geannoteerde bibliografie 315

gouverneur-generaal J.P. Coen te Batavia gaat Bontekoe in de Indische archipel


varen om onder andere de forten op Ternate van proviand en munitie te voorzien.
Later krijgt hij de opdracht om de stad Macao uit handen van de Portugezen te
bevrijden. Wanneer dit op een mislukking uitdraait keert Bontekoe naar zijn
vaderland terug waar hij op 16 november 1625 in Zeeland aan wal stapt.

0946 Zwegers, B[roeder] V[igilius] [Johan Zwegers]. Geheimzinnige machten; geïllustreerd


door H. Ramaekers; leeftijd 12-16 jaar. Maastricht, Schenk, [1951]. 191 blz.
Vindplaats: PB

Avonturen in de Zuidchinese Zee van twee Nederlandse schipbreukelingen, op weg


van Hongkong naar Singapore. Eén van hen, Walter, haalt herinneringen op. Na zijn
opleiding aan de Koloniale Landbouwschool in Deventer vertrok hij naar Sumatra
en vond hij in Blang Pedir (Atjeh) het graf van zijn vader die daar als officier is
gesneuveld. Walter is op een tabaksonderneming in Deli gekomen en heeft daar met
zijn vrouw en twee kinderen tot 1942 veilig gewoond. Tijdens de Japanse bezetting
werd hij op transport gesteld om te werken aan de 'dodenspoorweg'. In 1945 heeft
hij van het Rode Kruis vernomen dat zijn vrouw en kinderen nog in leven waren.

0947 [Arps, B.]. Een moslimjongen wordt predikant. Oostburg, Drukkerij Bronswijk, [c.
1952]. 8 blz., afbn. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1052 N (fotokopie)

Zendeling Arps te Soekaboemi neemt een jonge islamiet als pleegzoon aan. De
jongen voelt veel voor het christendom ondanks de moeilijkheden die hij met zijn
familie krijgt en de gevaren tijdens de Japanse bezetting. Omstreeks 1950 wordt hij
in het predikambt bevestigd te Meester Cornelis (Djatinegara).

0948 Bemmelen, R.W. van. De vulkanen op Java; illustraties van L.J. Eland. Batavia enz.,
Moderne Boekhandel Indonesië, [1952]. 32 blz., krt. [Badjing Boeken voor de Jeugd;
no. 5.] Vindplaats: KITLV j 248 N/OBA

Beschrijving van Java's grootste vulkanen: Merapi, Keloed en Krakatau met duidelijke
illustraties.

0949 Bik-Meima, J. Roekminah; geïllustreerd door Henk Poeder. Delft, Meinema, [1952].
60 blz.
Herdrukken: 2e druk Groningen, Haan, [1957]. 75 blz.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1072 N; 2e druk Brinkman

Wanneer haar vader door een aardbeving is omgekomen en haar moeder en zusje bij
een verkeersongeval zijn gedood wordt een Javaans meisje liefdevol opgenomen in
het christelijke gezin van haar oom. Haar islamitische grootvader wil haar van dat
'christengedoe' afbrengen.
316 Geannoteerde bibliografie

0950 Brinkgreve, Suze [ps. van Charles Krienen]. Tmeke van het postkantoor, met tekenin-
gen van Thea Gregoor; voor meisjes van 8-10 jaar. Rijswijk, Kramers, [1952]. 123
blz. Vindplaats: KITLV cc N (de blz. 77-78 en 97-98 ontbreken)

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland. De directeur van het postkantoor


te Laag-Keppel krijgt onverwacht bezoek van een jeugdvriend die met verlof uit
Indonesië is overgekomen. Zijn (Javaanse) vrouw en hun Indische dochtertje Nonni
vergezellen hem. De komst van de Indische familie in het dorp wordt met grote
nieuwsgierigheid en luidruchtig commentaar gadegeslagen: 'Kijk die twee bruinen',
'Uit het apenland komen ze zeker!' en 'de twee koffiebonen'.
Een oud-koloniaal die door de dorpelingen wordt onderschat, stijgt in hun achting
wanneer hij Nonni in vloeiend Maleis aanspreekt.

0951 Broekhals, F.J. Geheimzinnige lichten in het Diëng-gebergte; [met illustraties van P.
Nijmans]. Hoorn, West-Friesland, [1952]. 174 blz. Vindplaats: KITLV cc 294/OLBG

Twee HBS'ers, Fred en Harry, gaan hun vakantie doorbrengen bij een oom van Fred
die administrateur is van de koffieonderneming 'Sukoredjo' op Midden-lava. Op weg
naar hun logeerbestemming ontdekken ze in de trein een slapende Chinees die een
revolver op zak heeft. Het is het begin van een avontuur waarin Fred op het spoor
komt van Chinese opiumsmokkelaars die de omgeving onveilig maken met hun
onderlinge schietpartijen.

0952 Broekhals, F.J. In de greep van het oerwoud; [met illustraties van P. Nijmans]. Hoorn,
West-Friesland, [1952]. 174 blz., krt. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 591

Fred en Harry, twee vrienden, trekken samen met Freds oom naar de oerwouden in
Zuid-Bantam op Java's Zuidwestkust. Ze gaan op zoek naar nieuwe cultuurgronden
en nemen de gids Ali, een Bantammer, mee op hun tocht. Onderweg gebeuren
allerlei geheimzinnige dingen die worden toegeschreven aan Njai Loro Kidul, de
Godin van de Zee.

0953 Capelle, M.C. Domoe, de zoon van het dorpshoofd; [geïllustreerd door Bert Bouman].
Baarn, Bosch & Keuning, [1952]. 148 blz. Herdrukken: 2e druk [1952].
Schooluitgave. [Lentehof-serie.] Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk BBJ/KITLV cc
690 N; 2e druk Brinkman

In een kampong op het eiland Soemba wordt het leven van de bevolking beheerst
door een sluwe dorpspriester die speculeert op haar angst en goedgeefsheid. Wan-
neer zijn medicijn niet blijkt te helpen, roept men de hulp van de zendeling-arts in.
De dorpspriester is hierover verbolgen, maar nog meer als hij hoort dat het zoontje
van het kamponghoofd naar de zendingsschool gaat. Met allerlei listen probeert hij
de jongen te overtuigen dat hij trouw moet blijven aan de marapoes van zijn voorou-
ders.
Geannoteerde bibliografie 317

0954 Capelle, M.C 't Was maar een kleine nietsnut; geïllustreerd door Henk Poeder.
Groningen, Haan, [1952]. 24 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel :Een kleine nietsnut?; [met illustraties
van Beekman]. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1962]. 32 blz. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 1206 N

Verlamd Indonesisch meisje uit de Buitengewesten is door haar ouders en dorpsge-


noten verstoten. Een rondreizende Indonesische goeroe neemt haar mee naar het
zendingsziekenhuis in zijn woonplaats. Haar leventje verandert bij toverslag als ze
een invalidenwagentje krijgt dat door schoolkinderen in Nederland bij elkaar is
gespaard.

0955 Capelle, M.C Het weggeworpen toversnoer; Een verhaal van Ds. D.K. Wielenga, voor de
jeugd bewerkt door -; [met] illustraties van Menno [van Meeteren Brouwer]. Delft,
Meinema, [1952]. 94 blz.
Herdrukken: 3e druk [c. 1955]; Herdruk 1958. [Bloesem-pockets; no. 6.]
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 760 N; 3e druk Brinkman; Herdruk Brinkman

Slavengezin op Soemba, in dienst van de oemboe, heeft een kleine zieke jongen.
Regelmatig brengen ze offers bij de dorpspriester. Op het laatst zijn ze helemaal
berooid en de jongen blijft ziek. Omdat het kind 's nachts voortdurend huilt wordt
het gezin naar een hutje buiten het dorp verbannen. Een 'Oude van Dagen' (bejaar-
de man) die bij hen komt inwonen is redder in de nood. Door hem komen ze in
aanraking met een zendeling-arts die hun zoontje geneest en voor zijn toekomst zal
zorgen.

0956 Dengel, Kees van. Stan Tieman van Bosschenhoven; Golven breken op de kust;
illustraties van Jacques Henkus. Rotterdam, De Forel, [1952]. 159 blz.
Vindplaats: BBJ

Met enorme tegenzin vertrekt de scholier Stan uit Java naar Nederland voor zijn
schoolopleiding. Aan boord van de 'Slamat' overdenkt hij nog eens alle fijne dingen
die hij in Indië heeft moeten achterlaten. Hij sluit met Eddie vriendschap die in
Holland wordt voortgezet als ze samen op dezelfde school in Haarlem zitten.

0957 Frinsel, J.J. De erepoort; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1952]. 46
blz.
Herdrukken: 2e druk [1954]; 5e druk [1965]; 6e druk [1968].
Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 5e druk BBJ/KITLV cc 1349 N
(fotokopie); 6e druk Brinkman

De schooljongen Ab treft feestelijke voorbereidingen voor de thuiskomst van zijn


oudere broer die in Indonesië als militair heeft gevochten tijdens de Indonesische
dekolonisatiestrijd.

0958 Hartogh, Nietha den. Frank komt terug; geïllustreerd door Hans Borrebach. Alkmaar,
Kluitman, [1952]. 151 blz. [Meisjesroman-serie.]
318 Geannoteerde bibliografie

Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 2432 N (fotokopie)

Na drieëneenhalf jaar militaire dienst komt Frank uit Indonesië naar Nederland
terug. Hij heeft daar gevochten tijdens de dekolonisatiestrijd. Zijn vriendin Mariëtte
heeft al die jaren op hem gewacht. Het wordt een hartverwarmende thuiskomst en
twee maanden lang leiden Frank en Mariëtte een onbezorgd leventje van feesten en
uitgaan. Mariëtte heeft wat moeite met zijn vriendenkring, jonge mensen die ook in
Indonesië dienst hebben gedaan als militair of verpleegster. Ze gedragen zich nogal
vrij en vinden Holland te klein en te benauwd. Ze moeten wennen aan de woning-
nood. Een vriend van Frank, wiens huwelijk is stukgelopen toen hij als soldaat in
Indonesië gelegerd was, emigreert naar Australië. Ook Frank moet zich leren
aanpassen. Hij kan, na veel strubbelingen, de boekhandel van zijn bejaarde vader
overnemen.

0959 Hoffman, Willem. Kaja-kaja; [band- en tekstversiering van Renaat Demoen].


[Uitgegeven door het] Davidsfonds, Leuven. St. Niklaas, Drukkerij Scheerders van
Kerchove, [1952]. 160 blz. [Jeugdreeks van het Davidsfonds; no. 69.] Vindplaats:
KITLV cc 1793 N (fotokopie)

Historisch verhaal uit het leven van de Vlaamse missionaris pater Vertenten die
werkzaam was onder de Marind-Anim of Marindinezen aan de zuidkust van
Nederlands Nieuw-Guinea, omgeving van Merauke. Deze Papoea's werden door de
blanke vreemdelingen 'kaja-kaja' (vrienden) genoemd. Ze hingen sterk aan hun
oerreligie, waarin een gruwelijk bijgeloof, bloedwraak, koppensnellen en dema's hun
doen en laten beheersten.
Pater Vertenten heeft er voor gezorgd dat de Nederlandse regering voor dit volk
modeldorpen ging bouwen met een strenge geneeskundige controle en dat zij zo
onder leiding van missionarissen een nieuwe manier van leven leerden opbouwen.

0960 Joecheif; Verhalenboek voor de jeugd, deel 2; [geïllustreerd door Gerrit de Morée].
[Kaatsheuvel], [Uitgave Missionarissen van de Heilige Familie], [1952]. 175 blz.
[Katholieke Keurraad voor Jeugdlectuur; no. 1494.]
Bevat de verhalen 'Wat Luhat er van dacht! Een verhaal uit de binnenlanden van
Borneo' en 'Pidang; een verhaal uit de binnenlanden van Borneo' door [Pater] J.A.
Ogier, m.s.f. Vindplaats: PB

Een missionaris vertelt hoe Dajakse schoolkinderen in aanraking komen met het
christelijk geloof.

0961 Renes-Boldingh, M.A.M. Maddy zoekt haar weg. Meppel, Ten Brink, [1952]. 252 blz.,
afbn.
Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 2557 N

Nederlandse piattelandsdokter verlaat zijn gezin om voor een jaar in Indonesië te


werken. Met een artsenteam verleent hij medische hulp aan de bevolking op Java
waar dan nog veel Nederlandse militairen zijn gelegerd. Intussen wordt zijn praktijk
Geannoteerde bibliografie 319

door een jonge arts waargenomen die na geplaag en geharrewar in de familiekring


tf*rt*r>ht tr\Tvit
terecht komt.

0962 Soest, Ems LH. van. Het mooiste beroep; geïllustreerd door H. van Ingen. Baarn,
Hollandia, [1952]. 243 blz. [Ster-serie.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 2099 N

Frieda, in Indië opgegroeid, is tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland


werkzaam bij het 'Aardrijkskundig Instituut' en schrijft artikelen over de rijstcultuur,
over Borneo enzovoort. Wanneer ze is getrouwd vindt ze dat het beroep van
huisvrouw dat van schrijfster overtreft.

0963 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Alle volken zullen komen; Vijf ware verhalen uit de
wereldkerk; bijeengebracht door -; [met tekeningen van [H.C.] van Eek]. Oegstgeest,
Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1952]. 32 blz.
Bevat de Indische verhalen Timotheus' door C.Ch.CJ. Swaan-Koopman (blz. 14-17);
'Het verhaal van het schild' door F.C Kamma (blz. 18-26); 'Vriend of vijand' door
CCh.CJ. Swaan-Koopman (blz. 27-31).
Vindplaats: BZO/KITLV q 3239 N

Het eerste en het derde verhaal spelen op Java tijdens de Indonesische Revolutie;
het tweede verhaal speelt op het eiland Biak in Nederlands Nieuw-Guinea. 'Timotheus'.
Een geschiedenis uit Oost-Java, waar in 1948 communistische opstandelingen de boel
onveilig maken. Gewapend trekken ze door de dorpen, waar ze moorden, roven en
brandstichten. Uit zo'n dorp is jaren geleden de Javaan Moedi weggegaan om in
Malang werk te zoeken. Bij een Nederlands zendelingsechtpaar is Moedi tot aan de
Japanse bezetting tuinman geweest en christen geworden onder de naam Timotheus.
Nu woont hij weer in zijn geboortedorp, waar de bewoners in angst leven voor de
communistische rebellen. Door zijn rotsvast geloof weet Timotheus zijn
dorpsgenoten gerust te stellen. Als ze hem allerlei vragen gaan stellen loopt hij in
verwarring de weg op, waar op dat moment een Javaanse predikant naar hun dorp
komt die door de opstandelingen uit zijn woonplaats is verdreven.
'Het verhaal van het schild'. Een oude Papoea vertelde dit verhaal aan ds. F.C
Kamma die in de zomer van 1952 in Nederlands Nieuw-Guinea reisde. De geschie-
denis speelt zich af aan de zuidkust van het eiland Biak, in het dorp Wardo. Vóór de
komst van de zending beschermt een groot schild, Kanken Koreri genaamd, de
bewoners tegen de stammen uit het binnenland. Als de zending haar intrede doet,
wordt een Papoeaslaafje, een jongen van de familie Kafiar, aan zendingsmensen bij
de Dorehbaai verkocht. Hij wordt de eerste goeroe, Petrus Kafiar (zie no. 0247 en
0272).
Zendeling F.J.F, van Hasselt komt met hem naar Biak, waar Petrus Kafiar wordt
aangesteld in de kampong waar hij eens werd weggeroofd. Als een leugen wordt de
boodschap van het evangelie afgewezen door de bewoners van Wardo. Bij hun roof-
en sneltochten wordt het schild van Kanken Koreri weer in gebruik genomen. Als
een goeroe is vermoord, grijpt het gouvernement in; de beruchte Papoeaheid Aweko
wordt ter plaatse doodgeschoten. Voor de Papoea's is het verboden om eigen
rechter te zijn. Dan komt de eerste goeroe in Wardo, Abrams, een Ambonees.
Geleidelijk aan leren de bewoners het evangelie kennen en raakt het schild van
Kanken Koreri in onbruik. Totdat de roep om de heidense heilstaat van de 'Messias'
320 Geannoteerde bibliografie

Manarmakeri opnieuw klinkt. Het gekerstende dorp Wardo wordt, omdat men deze
heilstaat afwijst, bedreigd met moord. De aanvoerder van de heilstaat hoort in een
visioen zeggen de bevolking van Wardo niet te straffen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de Japanners met de mitrailleur de
Koreribeweging uitgeroeid. De bewoners van Wardo worden gedeporteerd, vluchten
de bossen in of moeten als koelies voor de Japanners dienst doen op gevaarlijke
plaatsen. De opbrengst van hun tuinen gaat naar de Japanse troepen. Honderden
Papoea's sterven van ellende en honger, anderen door het oorlogsgeweld. Langs de
stranden van de Vogelkop vinden zij de dood.
'Vriend of vijand?' Luitenant Goverts is gedetacheerd in de bergen van Soekaboemi
(West-Java). Voor zijn vertrek naar Indonesië heeft hij zijn meisje verteld hoe ze die
brutale inlanders wel eens mores zouden leren. Zijn meisje is furieus en leest hem de
les. Dan komt het moment waarop een spion van de TNI, Soesanto genaamd, wordt
opgepakt; een schamel geklede Soendanees. Soesanto is kolonel, spreekt voortreffe-
lijk Nederlands en heeft in Engeland en Frankrijk gestudeerd. Luitenant Goverts
komt onder de indruk van kolonel Soesanto, die vertelt dat hij zijn land en volk wil
dienen door zijn ontwikkeling en ervaring in dienst te stellen van de bevrijding van
Indonesië. Bovendien is hij een christen.

0964 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Uit alle streken; Vijf ware verhalen uit de wereldkerk
bijeengebracht door -; [met tekeningen van [H.C.] van Eek]. Oegstgeest, Zendingsbu-
reau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1952]. 32 blz.
Bevat twee ware gebeurtenissen uit Indonesië: 'De brug' door H. Biersteker en
'Chinese bruiloft' door C.Ch.CJ. Swaan-Koopman. Vindplaats: BZO

'De brug'. De auteur doet dienst als militair in de bersiaptijd in Tjepoe (Oost-Java).
Hij vertelt hoe een tengere christen-Javaan op Goede Vrijdag zware balken helpt
sjouwen van een door de Indonesische extremisten verwoeste brug. 'Chinese bruiloft' is
een verhaal uit de Chinese christelijke kerk in Djakarta. Het beschrijft de
moeilijkheden van een Chinees christenpaar dat de 'Hau', de traditionele Chinese
kinderplicht ten opzichte van de ouders, doorbreekt.

0965 Voorhoeve, Rudolf. De pionier van Sentani; Geschreven voor de jeugd van 12 jaar en
ouder, [met illustraties van H. Rotgans]. Haarlem, De Spaarnestad, [c. 1952]. 208 blz.
Vindplaats: KITLV cc 862 N/UBL

Een Nederlandse militair uit Bandoeng heeft deelgenomen aan een geheime
expeditie in het Cycloopgebergte op Nederlands Nieuw-Guinea, waar goud in de
bodem is aangetroffen. Er worden geen stappen tot ontginning genomen. Terug in
de kazerne op Java blijft hij met plannen rondlopen naar dit gebied terug te gaan.
Hij neemt vervroegd pensioen en trekt met zijn vrouw en hun aangenomen Javaanse
weesjongen naar de Humboldtbaai om daar een nieuw bestaan op te bouwen. De
bestuursambtenaar in Hollandia is door een brief uit Batavia op de hoogte gebracht
van de komst van de oud-militair met het verzoek hem in de gaten te houden omdat
hij met pensioen niet naar Nederland, maar naar Nieuw-Guinea is gegaan. Zijn
koloniseren wordt als een voorwendsel beschouwd.
Op een handige manier maakt de bestuursambtenaar gebruik van de plannen en de
werklust van de kolonist, die echter zijn geheim niet prijsgeeft. Bij zijn overplaatsing
doet hij geen moeite om de samenwerking op dezelfde voet te laten doorgaan. De
Geannoteerde bibliografie 321

nieuwe bestuursambtenaar houdt zich aan de letter van de wet en spant zich al
helemaal niet in om de Papoea's vooruit te helpen. Hij laat de gangen van de oud-
militair bespioneren.
Als de goudkoorts de oud-militair toch te pakken krijgt, vertrekt hij naar Java met
zijn vrouw - zijn pleegzoon is inmiddels overleden - en later naar Nederland om de
goudvondst aan te kaarten. Het uitbreken van de Duitse bezetting belet hem terug te
keren naar Nieuw-Guinea. Na de oorlog, die hij dankzij het goud dat hij bezat heeft
kunnen overleven, worden er concrete plannen gesmeed voor een deskundige aanpak
van de goudontginning door een bekende industrieel.

0966 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Het meisje José; geïllustreerd door
Hans Borrebach. Alkmaar, Kluitman, [1953]. 159 blz. Vindplaats: PB

Speelt in Nederland en in Engeland. Nu en dan komen Indische fragmenten voor


van twee h artsvriend innen die hun jeugd op Java hebben doorgebracht en in
hetzelfde interneringskamp hebben gezeten. In Amsterdam proberen ze een nieuw
bestaan op te bouwen. Onverwacht doen zich verwikkelingen voor als een van hen
een rijke erfgename blijkt te zijn.

0967 Broekhals, F.J. De slapende vulkaan; Een boek voor jongens; [omslag en illustraties
van G. Wijstand]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 160 blz., krt.
Vindplaats: KITLV cc 1365 N+

Twee Nederlandse HBS'ers uit Tegal beklimmen met een groepje Javaanse vulkano-
logen en politiemensen de Goenoeng Slamet die een verhoogde werking zou
vertonen. Als de expeditie boven komt dreigt er geen gevaar, maar de jongens
komen op een spoor van afdrukken van blote voeten dat leidt tot een griezelige
ontdekking: een mensenoffer aan de vulkaangeest.

0968 Ersebeek, Eva. Eindelijk thuis; Boek voor jonge meisjes; illustraties, band en omslag
door Rein van Looy. Haarlem enz., Uitgeverij 'De Sleutel', 1953. 176 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1299 N

Na drie jaar interneringskamp te Batavia repatrieert een Hollands gezin uit Indone-
sië naar Nederland. De vader - die commissaris van politie is - heeft nog geen baan
en het gezin beschikt ook nog niet over een eigen woning, zodat ze voorlopig bij
familie inwonen.
Rietje, het dochtertje, heeft het hier te kwaad mee en ze verlangt naar een eigen
plek. Op haar eerste schooldag wordt ze geplaagd omdat ze uit dat 'apeland' komt.
Eenmaal gewend aan het nieuwe leven vindt ze het wel prettig. Tijdens een aard-
rijkskundeles mag ze zelfs over haar ervaringen in het kamp vertellen. Na een
periode van wachten en onzekerheid wordt de vader benoemd tot commissaris van
politie in Den Bosch en is het woningprobleem ook opgelost.

0969 Feenstra, Fenna. Langs eigen wegen; Roman voor jonge mensen. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf, [1953]. 328 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1960].
322 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1968 N/NBLC Almere; 3e druk KB

Twee Hollandse jongelui, Joek en Bob, zijn in Nederlands-Indië (Java) grootge-


bracht als dochter van een koffieplanter en zoon van een marineman. Tijdens het
uitbreken van de Tweede Wereldoorlog wonen ze in Nederland. Ze maken elk op
hun eigen manier de Duitse bezetting mee. Na de bevrijding komen ze in het roerige
Indonesië terecht. Joek als Nica-employé voor welfarewerk en Bob bij de marine.
Voor ze elkaar ontmoeten zijn ze door een dal van ellende gegaan. Realistische
beschrijving van de uiterst moeilijke omstandigheden waarin landmacht en marine in
de naoorlogse periode in Indonesië verkeerden.

0970 Franke, S. Gevleugelde paarden; Indonesische legenden; omslag en illustraties van F.


van Bemmel. Hoorn, West-Friesland, [1953]. 213 blz. Vindplaats: KITLV a 707

Bevat voor het merendeel Javaanse legenden waarin dieren, planten en vulkanen een
rol spelen. De oorsprong van deze legenden is niet vermeld.

0971 Hazevoet, Jacoba. Een winter achter het hoge duin; met illustraties van Lies Veenho-
ven. Assen, Van Gorcum enz., 1953. 108 blz. [Akkerklokjes; no. 20.] Vindplaats: BBJ

Speelt in Nederland. Kinderen uit een weeshuis, onder wie het guitige Indonesische
jongetje Freddie, logeren in de kerstvakantie in een vissersdorpje. Freddie haalt een
ondeugende streek uit door stilletjes een aapje mee te lokken naar zijn logeeradres.

0972 Kamma, Babs. De witte slang; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach,
[1953]. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 1527 N

Wirri, een Papoeajongetje, wil graag meehelpen bij het versieren van de kerk, als de
goeroe iedereen van het dorp uitnodigt voor het kerstfeest. De vader van Wirri, het
dorpshoofd, is hier fel op tegen, mede onder invloed van een islamitische handelaar.
Op kerstavond moet Wirri met zijn vader mee in de prauw om te vissen bij de kust.
De vangst valt tegen en ze keren terug. Op weg naar huis worden ze plotseling
achtervolgd door een grote giftige slang zodat ze noodgedwongen de kerk in moeten
vluchten waar het kerstfeest in volle gang is.

0973 Kis, Sandor [ps. van L.G. Weldering en Mariska Weldering-Fekete]. De gouden lotus.
Haarlem, De Spaarnestad, [1953]. 127 blz., ills. Herdrukken: 2e druk [1957]. 132 blz.,
ills.; 3e druk [1960]. idem. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1340 N; 2e druk KDC
Nijmegen; 3e druk Brinkman

Schatrijke Nederlandse suikerfabrikant uit Oost-Java en zijn Javaanse vrouw die


verwant is aan het hof van Soerakarta gaan in 1918 met verlof naar Holland. Ze
gaan aan boord van de 'Soemba' en nemen hun dochtertje Trudy en haar baboe
mee. Onderweg voor de Franse kust loopt het schip op een mijn. De ouders
overleven de ramp, de baboe verdrinkt en Trudy valt in handen van een Franse
Geannoteerde bibliografie 323

zeeschuimer die haar ontvoert. Na jaren van ontberingen ziet Trudy die inmiddels
een bekende artieste is geworden haar ouders in het Kurhaus in Scheveningen terug.

0974 Lentinck, Rona. Ergens wacht het geluk; [omslag en illustraties van Hans Borrebach].
Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 253 blz.
Herdrukken: Herdruk idem, [1963]. 175 blz. [Witte Raven-pockets; no. M 58.].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 1122 N

Na de verschrikkingen van de Japanse bezetting waarbij haar ouders zijn omgeko-


men, repatrieert Lily naar Nederland. Ze heeft zich voorgenomen haar verleden te
vergeten en vertier te zoeken. In huis bij haar tante wordt ze echter voortdurend
geconfronteerd met het oorlogsverleden van een aantal jonge mannen onder wie ook
haar jeugdvriend.

0975 Naaykens, Jan. De grootste veroveraar, [omslag en illustraties van H.W. Lengs].
Nijmegen, Uitgeverij Brakkenstein, [1953]. 94 blz. [Serie 'Rijke Lading'; no. 3.]
Vindplaats: KITLV cc 2369 N+

Levensbeschrijving van de Spaanse edelman don Francisco Xavier y Jassu


(1506-1552) die in 1537 in Rome tot priester werd gewijd. Uit Lissabon vertrok hij in
1541 naar het oosten en verkondigde tien jaar lang in India en Japan vol ijver het
evangelie. Op nieuwjaarsdag 1546 ging hij met een Portugese koopman scheep naar
Amboina, waar hij de bewoners met hun blaaspijpen, speren en vergiftige pijlen
overrompelde door zijn kwetsbare opstelling en zijn kennis van de Maleise taal. Na
Amboina bezocht hij Ternate en het 'Eiland der Moren' (Morotai). In 1547 werd hij
op zijn terugreis naar India gedwongen langer in Malakka te blijven omdat een
Atjehse zeeroversvloot deze stad wilde plunderen en de haven blokkeerde.

0976 Noort, Annie van. De woudloper van Sumatra; Het leven van Ludwig Ingwer Nommen-
sen; tekeningen van J. de Vries. Oegstgeest, Zendingsbureau der Nederlandse
Hervormde Kerk, 1953. 71 blz. Herdrukken: 9e druk [1964]. Vindplaats: Ie druk
BZO/KITLV cc 937 N; 9e druk Brinkman

Historisch verhaal over de strijd die de zendeling Nommensen in Sumatra moet


voeren tegen slaven- en woekerhandel, kannibalisme en oorlogszucht onder de
Batakbevolking. Vooral de voortdurende tegenwerking van de priestervorst Singa-
mangaradja die het op het leven van Nommensen heeft voorzien maakt het hem
moeilijk. Hij is fel gekant tegen de Nederlandse regering en duldt geen "witogen" in
zijn gebied. Ook persoonlijk leed blijft Nommensen niet bespaard: zijn vrouw
overlijdt bij een tyfusepidemie in Sigoempar, en zijn zoon, die graag zendingsarts wil
worden, sneuvelt in Europa tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tot aan zijn levenseinde
blijft Nommensen zijn zendingswerk trouw. Hij mag nog beleven dat de Ompoe
Radja Poetih, de grote heerser van Samosir die nooit wilde buigen voor de nieuwe
macht die in zijn gebied kwam, zich op het pinksterfeest in 1918 overgeeft en
christen wordt.
Ludwig Ingwer Nommensen werd op 6 februari 1834 geboren in Nordstrand (Slees-
wijk-Holstein) en overleed op 23 mei 1918 in Sigoempar (Sumatra). In 1862 werd hij
324 Geannoteerde bibliografie

door de Rheinische Missionsgesellschaft naar Sumatra uitgezonden. In 1904 verleende


de universiteit van Bonn aan Nommensen een eredoctoraat.

0977 Passier o.c.r., P.M. Tarcisius. Miranca's avonturen in de missie; Deel II; illustraties Rie
Schouten; bandtekening van Frfater] Raphaël o.c.r. Achel, Cisterciënser-Abdij, [1953].
72 blz. Vindplaats: KITLV q 3852 N

Een geadopteerd circusmeisje dat bij een katholieke familie in Nederland opgroeit,
vindt haar bestemming als medische missiezuster onder de Javaanse en Chinese
bevolking op Java. Het verhaal speelt vlak voor de Tweede Wereldoorlog.

0978 Soest, Ems [I.H.] van. Ekbeths vuurproef; Roman voor oudere meisjes; bandtekening
en illustraties van Hans Borrebach. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1953]. 208
blz.
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1860 N

Als de economische malaise uitbreekt wordt de thee-onderneming van Elsbeth's


vader verkocht en gaat het gezin weg uit de paradijselijke omgeving van de Merba-
boe. Haar vader begint in Semarang een autoverhuurbedrijf en in huis komen paying
guests. Bovendien moet Elsbeth op een handelskantoor gaan werken om in haar
eigen onderhoud te voorzien.

0979 Stouthamer, P. Samo leert het verkeer, [tekeningen van R. Westra]. Alphen aan den
Rijn, Samsom, 1953. 32 blz. [Sarno leert het verkeer; deel L] Herdrukken: 2e druk
1954; 3e druk 1955. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV qq 1874 N; 3e
druk Brinkman

De achtjarige Sarno, een Indonesisch weesjongetje, is door een Nederlands pleeg-


gezin geadopteerd en woont in Amsterdam. Hij moet erg wennen, vooral aan het
drukke stadsverkeer. Spelenderwijs wordt Sarno door zijn pleegfamilie wegwijs
gemaakt aan de hand van allerlei verkeersregels.

0980 Stouthamer. P. Samo leert het verkeer, [tekeningen van R. Westra]. Alphen aan den
Rijn, Samsom, 1953. 51 blz. [Sarno leert het verkeer; deel IL] Herdrukken: 3e druk
1955; 5e druk 1957. Vindplaats: Ie en 3e druk Brinkman; 5e druk KITLV qq 1874 N

Op zijn tiende verjaardag krijgt Sarno een nieuwe fiets van zijn pleegouders. Hij
voelt zich al helemaal thuis in Amsterdam. Wel heeft hij moeite met het onbeschaaf-
de gedrag van de Nederlanders. Op school dringen de jongens hem altijd opzij bij
het fonteintje en bij de tramhalte kruipen passagiers vaak voor hun beurt.

0981 Swaan-Koopman, C. [Ch.CJ.]. Het vuurtje op de berghelling. Oegstgeest, Zendings-


bureau der Nederlands[e] Hervormde Kerk, 1953. 31 blz., afbn. Bevat een verklarende
woordenlijst.
Geannoteerde bibliografie 325

Vindplaats: BZO/KITLV cc 384 N

Soepardi en Oereh, zoontje en dochtertje van een Javaanse goeroe, wonen op het
erf van de zendingsschool. Wanneer hun moeder een ziek familielid gaat helpen,
worden de twee kinderen naar het dorp van grootmoeder - die ouderling is
-gestuurd. Daar raken ze bevriend met een oudere jongen, Salim, de zoon van een
hadji die bezig is een vuurtje te stoken met de Kitab Indjil (Bijbel). De bladzijden
gebruikt hij om er zijn sigaretten van te draaien. Toch gaat Salim met Soepardi mee
naar de zendingsschool om daar het kerstfeest te vieren.

0982 Uit hoge hemel; Nieuw kerstvertelboek; Nieuwe verhalen en enkele gedichten voor jonge
en oudere kinderen; samengesteld onder leiding van Aart Romijn; [illustraties van
Bert Bouman]. Meppel, Roelofs van Goor, [1953]. 268 blz. Bevat het Indische
verhaal 'Kerstfeest in de tropen' door Johanna E. Kuiper. Vindplaats:
Antiquariaatscat.

Op kerstavond zijn drie Hollandse kinderen op Java alleen thuis. Hun ouders zijn
naar een kerstdiner bij de directeur van de suikerfabriek, waar hun vaders werkzaam
zijn. De kinderen vieren op hun eigen manier het kerstfeest. Ze laten baboe kaarsen
en tjimaratakken halen en een van de kinderen voert met speelgoed en een paar
wajangpoppen het kerstgebeuren op. Tot slot luisteren ze vol aandacht naar baboe,
een diepgelovige vrouw, die hen het kerstverhaal vertelt en ze met 'Nu sijt welleko-
me...' in slaap zingt.

0983 Bik-Meima, J. Het geschenk van opa; geïllustreerd door Menno [van Meeteren
Brouwer]. Delft, Meinema, [1954]. 82 blz. Herdrukken: 3e druk [1954].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1341 N

In de crisisjaren vertrekt het Hollandse gezin De Kruyf naar Nederlands-Indië. Van


hun grootvader hebben de kleinkinderen Han en Nel een kinderbijbel als afscheids-
cadeau meegekregen. Vader komt te werken op de rubberonderneming Boemi-djawa
in Banjoemas (Midden-Java). Er is geen school in de omgeving zodat moeder Han
en Nel tezamen met Amat en Siti, de kinderen van de mandoer, thuis onderwijst.
Wanneer de Japanse bezetting uitbreekt wordt de familie gescheiden en in verschil-
lende kampen ondergebracht waar Nel door gebrek aan medicijnen overlijdt. Na de
bevrijding keert het gezin voorgoed naar Nederland terug met de kinderbijbel die
door Amat zorgvuldig was bewaard.

0984 Brink, Lea van den. Een meisje in de rimboe. Amsterdam, Mulder, [1954]. 127 blz.,
afbn. Vindplaats: KITLV cc 297 N

Nederlands meisje wordt door haar kantoor uitgezonden naar een tabaksonderne-
ming in Lasem (Java).

Capelle, M.C. en A. Goudswaard. Onder alle heidenen uw heil, [1954]. Zie no. A011
326 Geannoteerde bibliografie

0985 Droppers, J.A. Wat dokter Slamet vertelt; tekeningen van Anny Rot. Nijkerk, Callen-
bach, [1954]. 40 blz. Vindplaats: KTTLV cc 343 N/BN

Gerepatrieerd Hollands gezin uit Java krijgt onverwacht bezoek van hun Javaanse
vriend. Hij is arts en komt een lezing houden over zijn zendingsziekenhuis te
Malang. De oudste zoon Jan herinnert zich met heimwee hun leven op Java waar de
Japanse bezetting abrupt een eind aan heeft gemaakt.

Faber-Meynen, Netty. Een nieuw begin, [1954]. Zie no. A012

0986 Hoogeveen, H. Toen de Amboneesjes kwamen; tekeningen van Nans van Leeuwen.
Nijkerk, Callenbach, [1954]. 45 blz. Vindplaats: KITLV cc 303 N

Speelt op het platteland van Nederland en bevat fragmenten over twee Ambonese
schoolkinderen, Orpa en Daniël. Met hun ouders zijn ze om politieke redenen uit
Indonesië naar Holland gekomen waar ze zijn gehuisvest in een speciale woonwijk
(kamp) voor Ambonese militairen en hun gezinnen.
Orpa en haar broertje Daniël raken al gauw bevriend met twee Hollandse klas-
genootjes die met hen meegaan naar het Ambonezenkamp. Daar krijgen ze een
gevoel of ze heel ver van huis zijn, in een onbekend land.

0987 Hoorn, Henri van. Avonturen op zee; Oorspronkelijk spannend jongensverhaal uit het
leven van Jan Pieterszoon Coen. Amsterdam, Mulder, [1954]. 63 blz., afbn. Vindplaats:
KITLV cc 510 N

Geromantiseerd verhaal over een episode uit het leven van Jan Pieterszoon Coen die
op eenendertigjarige leeftijd wordt bevorderd tot gouverneur-generaal van Neder-lands-
Indië.

0988 Kuiper, Johfanna] E. Het bootje van de regenboog; [omslag en illustraties van W.G.
van de Hulst Jr.]. Amsterdam, 'Comité voor Jeugd en School' van het Nederlandsch
Bijbelgenootschap, [1954]. 19 blz. Vindplaats: SKCB/KITLV cc 2404 N (fotokopie)

Reo Tiwoloe is een klein meisje dat op Celebes woont. Ze kan lezen noch schrijven.
Ze stelt haar moeder allerlei vragen over het uiteinde van de aarde en de sterren.
Op één vraag krijgt ze geen antwoord: over het verbroken contact tussen de
hemelgeest en de mensen op aarde. De zendeling en taaigeleerde dr. N. Adriani die
in Reo's dorpje komt werken, leert haar lezen om het antwoord te kunnen vinden in
de Bijbel. Reo was het eerste meisje op Celebes dat de letters kende. Zodra dr.
Adriani een deel van het Nieuwe Testament had vertaald, kon Reo het lezen. Zie
hierover ook Hoe een Posso'sch schoolmeisje den Bijbel hielp vertalen door M. Adriani-
Gunning (no. 0325).
Geannoteerde bibliografie 327

0989 Noort, Annie van. Wardjo's grote plan; tekeningen van Gunhild Kristensen. Oegst-
geest, Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, [1954]. 47 blz. Bevat
poëzie en een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 952 N

Beschrijft het leven van een Javaans gezin in Bandjermasin (Borneo) waarvan de
vader op een scheepskantoor werkt. Met zijn familie heeft hij geen contact sinds hij
met zijn vrouw en twee kinderen tot het christelijk geloof is overgegaan. Wanneer de
vader een flinke malaria-aanval heeft en het bovendien tegen kerstmis loopt,
brengen onverwacht zijn twee kinderen een bezoek aan zijn familie en halen ze hun
grootmoeder over om het kerstfeest bij hen te komen vieren.

0990 Ouden, Mieke den. Vacantie in de Bovenlanden. Blaricum, Bigot & Van Rossum,
[1954]. 156 blz. [Hazelaar-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 414

Speelt in een Nederlands christelijk milieu en beschrijft het wel en wee van een
groepje middelbare scholieren uit Medan, dat onder begeleiding van een jonge leraar
vakantie houdt in de Padangse Bovenlanden. Vlak voor hun eindexamen breekt in
Europa de Tweede Wereldoorlog uit. In Indië hangt de dreiging van Japan.

0991 Spoor, Peter. De nieuwe Albatros; Een verhaal van kapitein Judocus; met illustraties en
omslag van de schrijver. Rhenen, Paters van de H. Geest, [1954]. 137 blz.
Herdrukken: 3e druk [c. 1955]; 5e druk [c. 1960]. [Kruisboeken; no. 15.].
Vindplaats: Ie druk PB; 3e druk KITLV cc 1973 N; 5e druk PB

Een missieverhaal waarin een kapitein aan twee jongens in Nederland vertelt over
zijn avonturen met een plezierjacht waarmee een Engelse miljonair en zijn gezin
vakantie houden.
Aan de kust van Sumatra ontvoeren Javaanse deserteurs (uit het leger van na de
oorlog met Japan) de miljonair en zijn butler. Een slimme Koeboe (onder deze
naam leeft een bevolkingsgroep in de oerwouden van Sumatra) en een Hollandse
missionaris lossen de zaak op.
In het binnenland van Borneo vaart men over de rivier de Kapoeas naar een kolonie
Dajaks bij een missiepost. Belust op avontuur wordt de reis voortgezet naar de
zuidkust van Nieuw-Guinea, bij Merauke. Onder geleide van een Papoeagoeroe van
de missie gaat men over de rivier de Digoel naar de Mappiërs, een stam die nog op
sneljacht (koppensnellen) gaat, en die het voorzien heeft op de dochter en de
gouvernante van de miljonairsfamilie. Door een krachtig ingrijpen van een Neder-
landse missionaris vallen er geen slachtoffers.
Hoewel dit een leesboek is voor de lagere school geeft de inhoud een beeld van de
situatie tijdens de eerste jaren van Indonesië's onafhankelijkheid en van de missie,
die veel tegenwerking ondervindt van de regering die op alle mogelijke manieren de
missionarissen buiten het land wil houden.

0992 Verschoor-van der Vlis, Nel. Ver van elkander; [met tekeningen van Mies Bloch].
Nijkerk, Callenbach, [1954]. 77 blz. Herdrukken: 2e druk [1960]. 77 blz. Vindplaats:
Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2024 N
328 Geannoteerde bibliografie

Bevat een paar fragmenten over Nederlands Nieuw-Guinea waar de ouders van twee
in Nederland achtergebleven kinderen werkzaam zijn als predikant en verpleegster
op een zendingspost.

0993 Wilkeshuis, C. De gouden keten van de Compagnie; geïllustreerd door P. van der
Maaden. Haarlem, Boom-Ruygrok, [1954]. 172 blz. [De Pionier-serie.]
Vindplaats: KTTLV cc 386 N

Geromantiseerd verhaal over Steven van der Haghen (1563-1624), een van de
grondleggers van het Nederlandse gezag in de Molukken. De laatste hoofdstukken
spelen in de Oost.
In 1599 wordt hij door de Amsterdamse Oostindische Compagnie als bevelhebber
van drie schepen naar de Molukken uitgezonden, waar hij een verdrag sluit met de
Ambonezen die hem de alleenhandel afstaan van hun produkten: kruidnagelen en
muskaatnoten. Daarbij belooft Van der Haghen hen te beschermen tegen de
Portugezen die de streek onveilig maken. Hij laat een versterking bouwen, het
Kasteel van Verre.
In 1603 zendt de Verenigde Oostindische Compagnie een tweede vloot uit onder
bevel van Steven van der Haghen. Nauwelijks in Bantam aangekomen wordt zijn
bescherming ingeroepen door de Ambonezen tegen de Portugezen, volgens zijn
vroeger gesloten verdrag. Van der Haghen zeilt naar Ambon (1605), valt de Portu-
gese bezetting aan en neemt de vesting, het Kasteel van Verre, in. Ter nagedachtenis
aan deze overwinning krijgt het fort nu de naam Kasteel Victoria. In 1615 levert
Steven van der Haghen als admiraal van een oorlogsvloot slag tegen de Portugezen
en Spanjaarden bij Straat Malakka. Het wordt een overwinning voor de Hollanders.
Zijn taak in Indië is volbracht als hij in 1619 de Engelse vloot verdrijft die voor
Jacatra ligt. Terug in het vaderland krijgt Steven van der Haghen in 1620 een
gouden ketting met een waarde van 2000 karoligulden door de Heren XVII uitge-
reikt. In 1624 sterft Van der Haghen te Utrecht en wordt begraven in de protestant-
se Jacobikerk aldaar.

0994 Bakker, Piet. Bali in kleuren; kleurenfoto's van Wim Berssenbrugge; omslag, kaart
van Bali, illustraties en lay-out van F. ten Have; illustratief materiaal voor het omslag
van het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Joure/Utrecht, Douwe Egberts, [c.
1955]. 72 blz. Vindplaats: KITLV h 141

Plaatjesalbum.
Journalistieke indrukken van twee Balireizen, aangevuld met gegevens uit het boek
Bali van J. Kersten (1941) over de karakteristieke cultuur van dit eiland en zijn
bewoners.

0995 Bullema, W.A. Kano, het gelukskind; geill. door J. Huizinga. Groningen, Haan,
[1955]. 204 blz. [Haan's Bibliotheek voor de Jeugd.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc
1129 N

Beschrijving van het dessaleven van een arm gezin in Midden-Java, en zijn betrok-
kenheid bij de rijstoogst en de aankoop van een vechthaan. Beschrijft een feestelijke
Geannoteerde bibliografie 329

Lebaran die een tragische afloop heeft, waarbij slechts de twee jongste kinderen een
ongeval overleven. Deze worden in een christelijke omgeving grootgebracht.

0996 Capelle, M.C Een eiland wordt veroverd; geïllustreerd door Rie Reinderhoff.
Groningen, Haan, [1955]. 88 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 999 N

Een jonge Nederlandse zendeling en zijn vrouw zijn naar Soemba gekomen om een
oud en ziek zendelingsechtpaar op te volgen. Het eiland blijkt in alle opzichten een
moeilijk zendingsterrein: zowel het onherbergzame land waar nooit een blanke één
voet heeft gezet, als de bevolking zélf. Er is veel tegenwerking en bijgeloof. Hoewel
de Soembanezen de zendeling na verloop van tijd niet meer als een vreemdeling
beschouwen, blijven ze vasthouden aan de verering van de marapoes, de geesten,
ledere kampong heeft zijn eigen marapoe waarvoor offers op een paar stenen
worden neergelegd. De bevolking heeft het niet begrepen op de soldaten die op het
eiland zijn gekomen om voortaan het koppensnellen en stelen tegen te gaan. De
Soembanezen moeten zich van nu af aan onderwerpen aan het Nederlands gezag.
Alleen één radja weigert: Oemboe Pomboe. Maar wanneer de zendeling zijn eigen
leven in de waagschaal stelt voor dat van de vorst onderwerpt Oemboe Pomboe zich
en krijgt het evangelie een kans in zijn kampong waar hij nu als vrij man is terugge-
keerd.
Dit verhaal berust deels op historische feiten en speelt zich aan het begin van deze
eeuw af. De zendeling is vermoedelijk D.K. Wielenga.

0997 Capelle, M.C. De kleine brandstichter, geïllustreerd door Menno [van Meeteren
Brouwer]. Delft, Meinema, [1955]. 94 blz. Herdrukken: 2e druk [1958]. 94 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1128 N/OLBG; 2e druk Brinkman

Twee Soembase jongens komen op een zendingsinternaat, ver van hun kampong van-
daan. Kaoemboe, de zoon van het kamponghoofd, bevalt het nieuwe leven goed.
Rondja, zijn vriendje, kan niet wennen. Hij verlangt terug naar het ongebonden
leventje van vroeger.

0998 Cortenbach, A. Paul. Mickey achter prikkeldraad; [voorwoord van G.J.F. Statius
Muller; omslag en illustraties van Rudy van Giffen]. 's-Gravenhage, Voorhoeve,
1955. 159 blz. Vindplaats: KITLV i 666

Beschrijft de periode direct na de Japanse capitulatie: de bersiaptijd. Een eenvoudig


Indo-Europees gezin ondergaat opnieuw de oorlogssituatie in Soerabaja. De vader
wordt door de Indonesische extremisten gevangen genomen; de moeder met vier
kleine kinderen meegevoerd naar een kamp midden in de stad. Na korte tijd worden
ze naar kamp Tjeweng bij Djombang (80 km van Soerabaja) vervoerd. Na acht
maanden van ellende en honger komt er een levensteken van hun man en vader. Hij
leeft. Daarna volgt de echte bevrijding, gezinshereniging en repatriëring naar
Nederland.
330 Geannoteerde bibliografie

0999 Grisnigt, J.W. Lengko, de karbouwenjongen; naar gegevens van G.C van der Hooff
en A.P. van der Kooy; [omslag en illustraties van Ben Horsthuis]. Z.pl., Uitgave van
de Gereformeerde] Zendingsbond in de Nederlandse] Herv[ormde] Kerk, [1955].
48blz. Vindplaats: KITLV cc 2387 N (fotokopie)

Een ziek karbouwenhoedertje in Toradjaland (Celebes), Lengko, heeft geen baat bij
de kruiden van de plaatselijke doekoen. Stiekem loopt hij van huis weg om met zijn
vriendje Dadoe en diens grootvader mee te gaan naar het zendingsziekenhuis in
Rantepao.
Daar vallen ze van de ene verbazing in de andere als ze een pyama aankrijgen en in
een ledikant moeten liggen. In hun kampong slapen ze op matjes en een pyama
vinden ze maar raar. Lengko en Dadoe worden geopereerd en ze keren genezen
terug naar hun kampong. De grootouders van Lengko die eerst afwijzend stonden
ten opzichte van het ziekenhuis en de zending zien hoe gezond Lengko is terugge-
keerd. Ze vergeten hun boosheid.

1000 Keerde, G. van. Matjan, de tijger. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1955]. 46 blz., afbn.
Herdrukken: 3e druk [1965]; 5e druk [1968]. Vindplaats: Ie druk OLBG; 3e druk
PB; 5e druk KITLV cc 872 N

Zendingsverhaaltje voor kleinere kinderen. Speelt op Sumatra in een Indonesisch


milieu.

1001 Kamma, Babs. Feest in Papoea-land; Een panorama in kleuren; uitgegeven door het
Zendingsbureau der Nederlands Hervormde Kerk. 's-Gravenhage, La Rivière &
Voorhoeve, [c. 1955]. 28 blz., afbn., krt. Herdrukken: 4e druk 1961. Bevat poëzie.
Vindplaats: Ie druk KITLV g 836 N+ (titelpagina ontbreekt); 4e druk PB

Zendingsverhaal, tevens kleur- en knutselboek om een panorama te maken van een


christelijk kustdorpje en zijn bewoners op Nieuw-Guinea.

1002 Keizer, W.G.N. de. Naar de tropen; kleurenfoto's van Wim Berssenbrugge en A.
Hustinx; aangevuld met fotomateriaal van de Stoomvaartmij 'Nederland' en Holland
Afrikalijn; omslag, routekaart, illustraties en lay-out van F. ten Have. Joure/Utrecht,
Douwe Egberts, [c. 1955]. 74 blz. Vindplaats: KITLV k 206

Plaatjesalbum.
Beschrijft in het kort de geschiedenis van de zee- en luchtvaart naar Indië en bevat
een kort hoofdstuk 'Indonesië' waarin gezinspeeld wordt op een goede samenwer-
king tussen Nederland en Indonesië.

1003 Kinderen in Indonesië. Amsterdam/Oegstgeest, Hervormde Jeugdraad/Zendings-


bureau der Nederlands Hervormde Kerk, [c. 1955]. 99 blz., afbn. en notenschrift.
Geannoteerde bibliografie 331

Bevat twee verhaaltjes: 'In en om de kampong' door S. Franke (blz. 9-65) en 'De
bandjir' door Annie van Noort (blz. 81-90). Vindplaats: KITLV cc 402 N

Deze uitgave, bestemd voor onderwijzend personeel, jeugdleid(st)ers en zondags-


schoolleid(st)ers, is speciaal gericht op Java en bevat behalve Javaanse kinderspelen,
liedjes en handenarbeid nog twee verhaaltjes: 'In en om de kampong' en 'Bandjir'. Het
verhaaltje van S. Franke beschrijft het dagelijks leven van het jongetje Kerto en zijn
zusje Din waarin vooral de nadruk ligt op het oogsten van de rijst. In het
verhaaltje van Annie van Noort ligt het accent op het christelijk geloof wanneer de
moeder van de elfjarige Pai'di bij een overstroming om het leven is gekomen. Hij
wordt liefdevol opgenomen in het huis van de onderwijzer die ook evangelist is.
Illustraties overgenomen uit J.A. Mulder, In en om de Javaanse desa. Deel I van de
Tropen-serie uitgegeven door het Koninklijk Instituut voor de Tropen te Amsterdam
en verschenen te Amsterdam/Djakarta, Versluys, [1951].

1004 Lokman, Henk. Sergeant Boest van de X-14; [omslag en illustraties van F. van
Bemmel]. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, [1955]. 214 blz. Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 869 N

Jonge Nederlandse marineman beleeft avonturen met een vliegboot tijdens een
patrouillevlucht boven Nederlands Nieuw-Guinea, waar hij op zoek moet gaan naar
een weerspannig Papoea-opperhoofd dat zijn stamgenoten tot koppensnellen aanzet.
Bovendien raakt hij nog betrokken bij een speurtocht naar een bende internationale
parelsmokkelaars in Dobo, een parelstadje op het eiland Wokam in de Bandazee.

1005 Norel, K[laas]. Op de grote vaart; omslag en illustraties van Wim A. van de Walle;
[kaart en schetstekeningen van H. Koops Jr.]. Meppel, Roelofs van Goor, [1955]. 208
blz.
Bevat een verklarende lijst van gebruikte scheepstermen.
Vindplaats: OBA

Na de zeevaartschool maakt een Katwijkse vissersjongen zijn eerste reis mee op een
vrachtboot naar Azië. Twee hoofdstukken spelen in Indonesië, onder meer in
Djakarta en in de Riouwarchipel waar een Nederlandse zeeman door een slimme
Chinees betrokken raakt bij opiumsmokkel. Hij verdwijnt van boord om niet meer
terug te keren.

1006 Ons jeugdboek, Deel II; Samenstelling A.D. Hildebrand; met vele illustraties van Charles
Boost, Gerard van Straaten, Henk Sprenger e.a. [Amsterdam], Het Parool/De Nieuwe
Pers, [1955]. 208 blz.
Bevat het Indische verhaal van H.Th. de Booy: 'Hr. Ms. Halmaheira zorgt voor een
verrassing' (blz. 7-17). Vindplaats: KITLV cc 1333 N

Tijdens vlootoefeningen van de Koninklijke Marine in Nederlands-Indië krijgt een


luitenant ter zee een lumineus idee om zijn schip onopgemerkt te laten blijven voor
de vijandelijke partij.
332 Geannoteerde bibliografie

1007 Samsudi. Pasundan; illustraties Otto Djaya. Djakarta enz., Moderne Boekhandel
Indonesië, [c. 1955]. [Badjing Boeken voor de Jeugd; no. 9.] Vindplaats:
Uitgeverscat.

Een beschrijving van de Soendalanden, een deel van West-Java.

1008 Smaal-Meeldijk, Rie. Mop; geïllustreerd door Adri Alindo. Delft, Meinema, [1955].
148 blz.
Herdrukken: 2e druk [1957]. 146 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KB/KITLV cc N (fotokopie)

Als haar vader een jaar na zijn terugkeer uit een Japans kamp is overleden, repatri-
eren het Indische meisje Mop en haar moeder naar Nederland. Ze wonen in Den
Haag. Omdat ze van een klein pensioen moeten leven, is Mops moeder weer als
onderwijzeres gaan werken. TA wil haar dochter, die op de HBS zit, een goede
opleiding geven. Ze heeft weinig contact met haar collega's die haar hebben
geholpen zoveel ze konden. Maar ze voelt zich niet thuis in hun kringetje en ze
houdt zich afzijdig. Mop daarentegen maakt gauw vrienden op de HBS, maar ze
blijft naar haar geboorteland verlangen. Dit uit zich tijdens een schoolavond, waar ze
een paar Javaanse dansen uitvoert die ze van haar Indonesische pleegzusje heeft
geleerd. Toen haar ouders in de Japanse interneringskampen zaten, was Mop
ondergebracht bij een bevriende inheemse familie. Haar heimwee komt vooral naar
boven als ze wordt aangezet tot het lezen van Orpheus In de dessa van Augusta de
Wit en 'Saïdjah en Adinda' van Multatuli. Als ze in een geloofscrisis komt, mist ze
de geestelijke leiding van haar vader.
Een brief uit Indonesië brengt verandering. Tijdelijk gaan Mop en haar moeder
terug naar Java. Een gegoede - Hollandsgezinde - Indische familie heeft Mops
moeder een baan aangeboden. Ze wordt belast met de opvoeding van hun twee
jongetjes van acht en tien jaar. In Nederland wacht een collega-onderwijzer op hun
terugkeer. Hij zal een goede vader en echtgenoot zijn voor Mop en haar moeder.

1009 Tiel, Gré van. 'Vader!... Komt toch!'; illustraties van Rie Reinderhoff. Nijkerk,
Callenbach, [1955]. 125 blz. Vindplaats: KITLV cc 1342 N

Omdat hun vader nog voor onbepaalde tijd in Indonesië blijft werken en hun
moeder is overleden komen Wim en Josje bij een stijve kinderloze oom en tante in
huis. Ze verlangen erg naar de thuiskomst van hun vader en na een fikse ruzie
tussen tante en Wim komt er onverwachts een oplossing.

1010 Uit kinderhand voor kinderland; onder redactie van P. Wardekker; samengesteld door
A.J.W. Langeler. Groningen, Dijkstra, [1955]. 32 blz., afbn. Deel C 1. Peters grote
reis.
Herdrukken: 4e druk [c. 1960]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk
KITLV cc 2362 N (fotokopie)

Uit Genua vertrekt Peter met zijn ouders met de 'Oranje' naar Indonesië, waar zijn
vader voor een tijdje op Nieuw-Guinea zal gaan werken. Onderweg vertelt vader aan
Geannoteerde bibliografie 333

Peter over de eerste zeereizen naar de Oost van De Houtman en De Keyser. In


Djakarta gaat het gezin van boord en wordt de reis naar Nieuw-Guinea per vliegtuig
voortgezet.
Dit boekje werd samengesteld uit teksten en tekeningen van een groep leerlingen
derde klas van een lagere school, leeftijd acht tot negen jaar.

1011 Wardekker, P. Het verhaal van Nieuw-Guinea; Samengesteld door -. Groningen,


Dijkstra, [1955]. 32 blz., afbn. en krtn. [Uit kinderhand voor kinderland; deel F 1.]
Herdrukken: 3e druk [c. 1960]. 64 blz.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1361 N

Uit Hollandia beantwoordt oom Jan, die bestuursambtenaar is, vragen van zijn
nichtjes en neefjes uit Nederland die bezig zijn met een werkstuk over Nieuw-
Guinea. Zijn verhalen hebben zo'n indruk op de kinderen gemaakt dat oom Jan
tijdens zijn verlof in Nederland ziet met hoeveel fantasie en overgave er 'papoea'tje'
wordt gespeeld. Bedoeld als schoolboekje.

1012 Zwaanswijk, Ton. Het geheim van de stalen kistjes; Een boek voor jongens van 10-14
jaar, illustraties van F. Wijnand. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1955]. 153 blz.
Vindplaats: KITLV cc 1603 N

Speelt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op de Oostkust van Sumatra
(Brastagi). Tijdens hun vakantie komt een groepje middelbare scholieren in aanra-
king met Amerikaanse gangsters en Duitse spionnen van de Geheime Inlichtingen-
dienst. Beide partijen maken jacht op de waardevolle papieren van een Amerikaanse
professor/uitvinder die van groot strategisch belang zijn voor de toekomst van
Europa.
Het verhaal staat vol Maleise woorden (die in de noten zijn vertaald) en Indische
uitdrukkingen.

1013 Broekhals, F.J. Het geheim van de haaiendoder, met illustraties van J. Giling. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1956]. 176 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 2148
N/OLBG/SH

Twee Nederlandse jongens in Indonesië ondernemen na hun eindexamen HBS een


boottocht. Van Semarang reizen ze als passagiers door de Indonesische wateren met
eindbestemming Australië. Met Djajoes, een Indonesische bootsman, raken ze
betrokken bij een internationale wapensmokkel.

1014 Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp, Jacoba [H.]. Sprookjes en verhalen van Bali; met
33 illustraties van Balische kunstenaars. 's-Gravenhage enz., Van Hoeve, 1956. X,
290 blz. Vindplaats: KITLV h 180

Voor de Tweede Wereldoorlog heeft de schrijfster met haar gezin een aantal jaren
als enige Europeanen in een Balisch bergdorp gewoond, waar haar man als taal-
334 Geannoteerde bibliografie

geleerde onderzoek deed. Als ze een Balisch verhaal aardig of mooi vond, vertelde
ze dat aan haar kinderen. Op het Europese schooltje in die omgeving werden haar
verhalen gebruikt als voorleesstof. Met deze verhalen, maar dan in een aangepaste
vorm, heeft ze vertelmiddagen en -avonden gehouden voor kinderen en volwassenen
toen ze geïnterneerd was in een Japans kamp op Java.
De sprookjes en verhalen spelen niet in een vage wonderwereld, maar in het
dagelijks leven op Bali: op de woonerven, op de rijstvelden en in de bossen. Gewone
vertelsels, vaak met sappige, volkse humor.
De kunstschilder Rudolf Bonnet (1895-1978), die jarenlang op Bali heeft gewoond, is
de bemiddelaar geweest om de beste Balische tekenaars aan het werk te zetten voor
de illustraties bij deze verhalen.

1015 Krijger, Ab. Het raadsel van de rubberplantage. Apeldoorn enz., Stenvert enz., 1956.
32 blz., afbn. [Non-stop Reeks; no. 18.] Vindplaats: KITLV cc 2194 N

Op de rubberondememing van een Hollandse planter op Midden-Java worden bij


voortduring bomen ernstig beschadigd. Hij vermoedt dat een bende rondtrekkende
bandieten er de oorzaak van is, maar hij sluit ook zijn inheemse personeel niet uit.
Tijdens een nachtelijke inspectietocht komt hij tot de ontdekking dat noch het een,
noch het ander het geval is.

1016 Laan, Piet van de. Dick en de WELO-stralen; omslag van John Hummel; platen van E.
Leegstra. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1956]. 152 blz. [Fantasia Reeks.]
Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1127 N

Indische schooljongen woont in Nederland bij een excentrieke oom die uitvinder is.
Wanneer geheime documenten over een nieuw soort stralingsenergie uit zijn
laboratorium verdwijnen komt zijn neefje in actie.

1017 Misschien?; met bijdragen van M.A.M. Renes-Boldingh, Tinie de Vries, A. Kroese en
Babs Kamma; illustraties en bandontwerp Dea de Vries. Amsterdam, Nederlandsche
Zondagsschool Vereeniging, [1956]. 120 blz.
Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaaltje van Babs Kamma: 'Lauren's overwinning'
(blz. 109-120). Vindplaats: KITLV cc 1409 N

Een melaatse Papoeajongen wordt tijdelijk door de zending in een internaat


opgenomen. Wanneer hij genezen wordt verklaard blijft hij daar om de oude goeroe
te kunnen opvolgen.
Uitgegeven in het lustrumjaar van de Nederlandsche Zondagsschool Vereeniging
1866-1956.

1018 Ons jeugdboek, Deel III; samenstelling A.D. Hildebrand; met vele illustraties van
Charles Boost, Gerard van Straaten, Henk Sprenger e.a. [Amsterdam], Het Pa-
rool/De Nieuwe Pers, [1956]. 202 blz.
Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal van H.Th. de Booy: 'Branding op Duivels-
eiland' (blz. 9-27).
Geannoteerde bibliografie 335

Vindplaats: KITLV cc 1333 N

Het marine-opnemingsvaartuig 'Hr. Ms. Halmaheira' vaart met een groepje beman-
ningsleden en Javaanse matrozen naar de Molukse Zee om daar een vergeten
eilandengroepje in kaart te brengen.

1019 Schouten, N.M. De meisjes van Sparrelaan 33; tekeningen van Rie Reinderhoff.
Nijkerk, Callenbach, [1956]. 62 blz. Vindplaats: KITLV cc 1578 N

Bevat korte Indische fragmenten over een Hollands gezin uit Indonesië dat met
verlof in Nederland is. Als pensiongasten brengen ze hun vakantie door in een
dorpje aan de kust. Hun enige dochter zal na de verlofperiode in Nederland moeten
blijven voor haar HBS-opleiding, maar ook omdat de situatie op dat moment niet
veilig is in Indonesië.

1020 Soedarma-Aten, A.M. Soejoeds pinksterfeest. [Oegstgeest], [Raad voor de Zending van
de Nederlandse Hervormde Kerk], [1956]. 15 Hz. Vindplaats: KITLV cc 491 N/OBA

Zendingsverhaaltje uit Indonesië.

1021 Theresita, Zuster [ps.]. Soetilah; met een voorwoord van M.E. Smiggels; omslag van
Pan Beekman en illustraties van Flor Silvester. Rhenen, Paters van de Heilige Geest,
1956. 78 blz. [St. Paulus Boeken/Kruisboeken.] Vindplaats: KDC/KITLV cc 1263 N

Javaans dessameisje wordt plotseling wees en komt in een internaat bij missiezusters.
Daar kan ze niet wennen aan het regelmatige bestaan. Ze verlangt naar het vrije
dessaleventje en ze loopt weg. Als hulpje werkt en woont ze bij een waronghoudster.
Maar als ze uitgroeit tot een jonge vrouw en lastig wordt gevallen door een fanate
jongeling slaat ze op de vlucht. Onderweg krijgt ze een ongeluk en het toeval wil dat
ze bij dezelfde nonnetjes terugkomt. Soetilah kan zich nu gemakkelijker aanpassen.
Ze gaat over tot het katholieke geloof en vindt haar bestemming bij een Javaanse
onderwijzer.

1022 Bik-Meima, J. Kinderen in een brandend land; geïllustreerd door Corrie van der
Baan. Delft, Meinema, [1957]. 70 blz. Herdrukken: 2e druk [1958]. Vindplaats:
Ie druk KITLV cc 302 N; 2e druk PB

Tijdens de Indonesische Revolutie komt Kardi, een islamitisch schooljongetje uit de


omgeving van Bandoeng, door een oude Javaanse vrouw die christen is in aanraking
met de Bijbel.
336 Geannoteerde bibliografie

1023 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Hanna zoekt haar vader, met tekenin-
gen van Hans Borrebach. Hoom, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1957]. 210 blz. [De
Zonne-reeks voor Oudere Meisjes.] Vindplaats: KITLV cc 521 N

Weggevlucht bij haar moeder reist de zeventienjarige Hanna Holt als kinderjuffrouw
met een Hollands gezin naar Sumatra. Ze wil ten koste van alles de verblijfplaats
van haar avontuurlijke vader vinden die ze nooit heeft gekend. Hanna's speurtocht
leidt haar dwars door Sumatra, naar Java en de Molukken om tenslotte in Nieuw-
Guinea te eindigen bij het graf van haar vader.

1024 Bruyn-Ouwehand, Mia. Welkom thuis, Hermelijn. Amsterdam, Van Holkema &
Warendorf, [1957]. 239 blz.
Herdrukken: Herdrukken. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1966, 1969]. 192
blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 136.]. Vervolg van: Hermelijn's
huwelijk (zie no. 0684). Vervolgd als: Hermelijn's dochter (zie no. 1072). Vindplaats:
Ie druk Brinkman; Herdruk KITLV cc 977 N

Marian komt met haar man Henri en de kinderen met verlof uit Java naar Neder-
land. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kunnen ze nog op tijd met een
boot naar Indië terugkeren.

Capelle, M.C en A. Goudswaard. Er gaat door alle landen, [1957]. Zie no. A013

1025 Degreef, J.D. De held van de Javazee. Helmond, Uitgeverij 'Helmond', [1957]. 90 blz.
[Heldenserie; no. 10.] Vindplaats: KITLV aa 48 N

Korte levens- en karakterbeschrijving van de schout-bij-nacht Karel Doorman (1889-


1942), die voortkwam uit een familie van generaals en admiraals. Ook Karel is deze
familietraditie trouw gebleven. Met een vooruitziende blik zag hij aankomen dat
Japan het op Nederlands-Indië had voorzien. De nadruk ligt in dit boekje op de
periode van de Japanse aanval, de verdediging van de Indische archipel en de
ondergang van de kruiser 'De Ruijter', waarbij Doorman omkwam.

1026 Emburg, PJ. van. Li'ing, de kleine Dajak; met omslag en ills. van J. van der Sanden.
Hoom, West-Friesland, [1957]. 149 blz. Vindplaats: KITLV d 172

Aan de oever van een rivier in Borneo groeit de kleine jongen Goehé op. Bij een
oogstfeest maakt zijn vader Goeha's ware naam bekend: Li'ing. Wanneer zijn ouders
wegtrekken naar de ladangs wordt hij door een oude Dajak verzorgd die hem van
alles bijbrengt wat nodig is voor het leven aan en op de rivier. Wanneer Li'ing bij
een bandjir zijn been heeft gebroken gaat hij met een watervliegtuigje naar het
ziekenhuis van een Amerikaanse zendeling. Het leven in de stad bevalt Li'ing zo
goed dat hij van plan is daar naar school te gaan.
Geannoteerde bibliografie 337

1027 Hildebrand, A.D. Pete Johnson, de jongen uit de wildernis; met illustraties van G. van
Straaten. Amsterdam, Meulenhoff, [1957]. 157 blz.
Herdrukken: 2e druk; met illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn,
'West-Friesland', [1974]. 142 blz. [Witte Raven-pockets; J 515.]. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 847 N

Blanke jongen - zoon van een Engelse planter - leeft temidden van Papoea's in de
jungle van Australisch Nieuw-Guinea. Drie Amerikaanse militairen die een vlieg-
ramp in het binnenland hebben overleefd komen met hem in contact.

1028 Maren, G.H. van. Julia en het toversteentje; geill. door H[enk] Poeder. Groningen,
Haan, [1957]. 62 blz.
Herdrukken: 2e druk. 's-Gravenhage, Voorhoeve, [1966]. 62 blz.; 4e druk [1973].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 849 N

Van de eerste witmens die ze in haar leven ontmoet krijgt Julia, een Papoeameisje
uit West-Irian, een glazen stuiter. Ze ziet dat de witmens zieken kan genezen. De
stuiter is voor haar een kostbaar kleinood. Als Nokawa, de dorpsmedicijnman, de
stuiter ziet wil hij Julia dwingen deze aan hem af te staan. Julia weigert, maar
Nokawa is haar te slim af. Toch ziet Julia kans de stuiter uit zijn hut weg te halen.
Een opgelopen schram aan haar been gaat zo hevig ontsteken dat Nokawa er aan te
pas moet komen. Opnieuw dwingt hij Julia de stuiter aan hem af te staan, maar ze
weigert weer. 's Nachts vluchten Julia en haar vader per prauw naar de zendeling.
Hij alleen kan genezing brengen. Na een dagenlange uitputtende tocht wordt Julia
behandeld door de zendeling. In haar knuistje ligt de glazen stuiter...

1029 Meijer, Chr. A. De klauw van de Draak; [met tekeningen van Hein Kray; band- en
omslagontwerp van J. de Vries]. Kampen, Kok, 1957. 136 blz. Vindplaats: KITLV cc
926 N

Historisch verhaal over de speurtocht naar de overlevenden en de geldkisten van de


verongelukte 'Vergulde Draeck' bij de kust van het Zuidland (Australië) in april
1656.
Bevat Indische fragmenten.
Zie over dit onderwerp ook: Hugo Kingmans Veertien man in een boot (no. 0747) en
Klaas van der Geest Op 't Zuydlandt gestrand (no. 0840).

1030 Om de kribbe van Bethlehem; Kerstvertelboek; [onder redactie van Foka van Loon;
illustraties van Nellie Donker; omslagontwerp van J. de Vries]. Zwolle, La Rivière &
Voorhoeve, [1957]. 208 blz.
Bevat poëzie. Bevat een Kerstspel 'De Kerstplaat' door Joke van Mierlo-Kuipers,
waarin een Indisch meisje, Sarina, voorkomt en twee Indische verhalen: 'Feest in de
kampong' van Jo Kalmijn-Spierenburg, en 'Kerstnacht in de wildernis' door M.A.M.
Renes-Boldingh.
Vindplaats: PB

'Feest in de kampong'. In Nieuw-Guinea komen twee Papoeakinderen die nog in het


'stenen tijdperk' leven in aanraking met blanken. Ze vieren met hen het kerstfeest en
338 Geannoteerde bibliografie

verbranden een houten afgodspopje dat geen geneeskracht bezit, waardoor ze bevrijd
worden van een van hun vele angsten.
'Kerstnacht in de wildernis' is een bekorte versie van het verhaal De olifantennacht
van M.A.M. Renes-Boldingh uit 1934 (zie no. 0578).

1031 Overzee, Jan van. Het wrak van Palmeneiland; omslag en pltn. van Th. J. Mathijsen. 's-
Gravenhage, Van Goor, [1957]. 144 blz. Vindplaats: KITLV cc 1117 N

Verscholen in de baai van een eilandje bij de zuidkust van Nieuw-Guinea ligt een
scheepswrak met kostbare lading. Een groepje Hollanders haalt met hulp van een
aantal Papoea's de schat naar boven, maar wordt door Chinese piraten overvallen.

1032 Teutscher, H.J. Van twee grote klokken in een ver land; geïllustreerd door Menno [van
Meeteren Brouwer]. Delft, Meinema, [1957]. 62 blz. Herdrukken: 3e druk [c. 1965];
4e druk idem, [1969].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 1083 N; 4e druk KITLV cc
1083 N

Uit Nederland gaan twee kerkklokken per boot naar een zendingskerkje in Seroei op
Nieuw-Guinea. Daar overleven ze het geweld van de natuur en de Tweede Wereld-
oorlog.

1033 Water, H.J. de. Jan Pieterszoon Coen; met bandtekening en illustraties van F.
Wijnand. Hoorn, 'West-Friesland', [1957]. 141 blz. [Klimop-reeks.] Vindplaats:
KITLV cc 925 N

Geschiedkundig verhaal over de onderkoopman van de Oost-Indische Compagnie


die er in slaagde de specerij-eilanden onder het directe gezag van de Compagnie te
brengen. In 1619 stichtte Coen de stad Batavia; hij was gouverneur-generaal van
Indië in de perioden 1619-1623 en van 1627 tot zijn dood in 1629. Opmerking van de
auteur, blz. 141 (slot): 'Het kolonialisme heeft een einde gemaakt aan de vreselijke en
bloedige onderlinge oorlogen der inlanders en hen bekend en vertrouwd gemaakt met
zeden en gewoonten van het blanke ras, dat hen in ontwikkeling ver vooruit was. Dat
is, voor een niet onbelangrijk deel, het werk van enkele pioniers geweest.'

1034 Beek, Alice ter. Ida uit Indonesië; 4 tekeningen en bandomslag van Ben Fokker.
Bussum, Het Goede Boek, [1958]. 146 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1126 N

Door de slechte situatie voor de Nederlanders in het na-oorlogse Indonesië en het


overlijden van haar moeder wordt Ida door haar vader vooruitgestuurd naar zijn
familie in Holland. Het eenvoudige provinciale milieu leidt in het begin tot bot-
singen tussen Ida en haar nichtjes.

1035 Eerdmans, Rie. Muiterij op de Bontekoe. Haarlem, Eykenhof, [c. 1958]. 59 blz., ills.
Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 2337 N

Een dertienjarige Amsterdamse patriciërszoon, Arjan Sanders, gaat als verstekeling


aan boord van de Oostindiëvaarder 'Bontekoe'. Omdat de koopman die altijd
meereist het op het laatste moment heeft laten afweten, wordt Arjan door de
kapitein belast met de goederen die zich aan boord bevinden. Als het scheepsvolk
onderweg in opstand komt, verdedigt Arjan de kapitein. In Jacatra wordt Arjan
officieel benoemd tot koopman van de Oost-Indische Compagnie. Hij komt na vier
jaar terug in Amsterdam.

1036 Franke, S. Het grote huis; geill. door F. van Bemmel. Amsterdam, De Arbeiderspers,
1958. 211 blz. [A.P.-jeugdserie.] Vindplaats: KITLV cc 202 N

Verhaal over een generatie Hollandse perkeniers van een nootmuskaatplantage op


het eiland Banda ten tijde van de Oost-Indische Compagnie.
Rein, geboren uit Hollandse ouders op Banda, is de zoon van een perkenier die aan
lager wal is geraakt. Om gezondheidsredenen verlaat zijn moeder het eiland; zijn
vader wordt gevangen genomen wegens smokkel. De nootmuskaatplantage wordt
verkocht. Rein komt bij een Bandanese familie in huis. Door hard werken kan hij
naderhand de plantage terugkopen en trouwt hij met Mirjam, de dochter van de
Bandanese familie.

1037 Jeanne Marie [ps. van M. Marijs-Visser]. Geen vreemd kind; met illustraties van Rie
Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1958]. 31 blz. Vindplaats: KITLV cc 1530 N

Speelt op een lagere school in Nederland, waar Annelies een nieuw klasgenootje
naast haar in de bank krijgt. Het is Deetje, een Papoeameisje uit Nieuw-Guinea, die
bij Hollandse pleegouders woont. In het begin hebben de kinderen uit de klas kritiek
op haar uiterlijk en lachen ze om haar uitspraak.
Annelies voelt zich opgelaten, maar door een gesprek met haar ouders verandert
haar gedrag en ook dat van de klas ten opzichte van Deetje. Later wanneer Annelies
volwassen is blijft ze met Deetje bevriend die als zendingszuster naar Nieuw-Guinea
vertrekt.

1038 Kamadjojo, Indra [ps. van J.L. Broekveldt]. De avonturen van 'Kantjil', het stoute
dwerghertje; met tekeningen van Wim Burger. Alkmaar, Kluitman, [1958]. 42 blz.
[Kluitman Kinder-televisie.] Vindplaats: KITLV cc 408

Dwerghertverhaaltjes uit Java die worden verteld aan de Nederlandse jeugd. De


auteur was jarenlang verbonden aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen, waar
hij in het Tropenmuseum als danser en verteller deze kantjilverhalen voor het
voetlicht bracht. Ook op de televisie bracht hij deze verhalen.

1039 Kasberg, P. De gouden amulet; Avonturen in Nieuw-Guinea. 's-Gravenhage, Voorhoeve,


[1958]. 191 blz., afbn.
340 Geannoteerde bibliografie

Vindplaats: KITLV cc 111 N

Omzwervingen van drie Papoeajongens, behorend tot een Vredelievende' stam, door
de binnenlanden van Nieuw-Guinea. Wanneer ze in handen vallen van een oorlogs-
zuchtige groep Papoea's en hun vijandige medicijnmeester, worden de jongens
gedwongen tot koppensnellen. Na een spannende tocht worden ze gered door een
zendeling en ontmoeten ze een Nederlandse emigrant uit Australië die op jacht is
voor dierentuinen in Australië en Europa. Hij wil de jongens helpen zoeken naar
hun geboortedorp, maar vraagt als tegenprestatie naar het riviertje waarin het goud
is te vinden waarvan amuletten worden gemaakt.

1040 Luister... we gaan vertellen!; Een bundel kerstverhalen samengesteld door J. W. Ooms;
verhalen van Kflaas] Norel, J.W. Ooms, P.A. de Rover e.a. Groningen, Haan, 1958.
88 blz.
Bevat poëzie. Bevat het zendingsverhaal: 'Een koppensneller naar Bethlehem' door
P.A. de Rover. Vindplaats: PB

'Een koppensneller naar Bethlehem' vertelt over de kerstening van Papa i Woente,
het hoofd van de To Pebatostam van de Toradja's uit Midden-Celebes.

1041 Rover, P.A. de. De kerk op mars; Vertel- en voorleesboek van de geschiedenis der
zending; met een voorwoord van J.H. Bavinck. Groningen, Haan, 1958. 486 blz.,
afbn., prtn., krt. Vindplaats: KITLV q 3410 N

Hoofdstuk D. 'De zendingseeuw: ± 1800-1918' behandelt de zending op Java,


Bomeo, Sumatra (Batakland), Celebes, Soemba en Nieuw-Guinea. (blz. 204-270).

1042 Teutscher, H.J. Een gulden van Simon; prentjes [van] Jenny Dalenoord. Oegstgeest,
Raad voor de zending der Nedferlandse] Herv[ormde] Kerk, [1958]. 28 blz.
Vindplaats: BZO/KITLV cc 1043 N (fotokopie)

In zijn wanhoop doet een Papoeajongetje iets verkeerds om aan geld te komen voor
het grote kinderzendingsfeest in Seroei. De dorpsgoeroe neemt hem onder handen
en geeft de jongen een kans om het goed te maken.

1043 Tisna, Udeyana Pandji en Jef Last. I Bontot en I Koese; De avonturen van twee
Batische jongens; [illustraties van H. de Vos]. Amsterdam, Van der Peet, [1958]. 216
blz.
Herdrukken: Herdruk verscheen onder Jef Last en Udeyana Pandji Tisna. Bontot en
Koese; Avonturen van twee Balinese jongens. Nijkerk enz., Callenbach enz., [1971]. 216
blz., afbn.
Vervolgd als: Tjoebek in het Tijgerbos door Jef Last (zie no. 1135).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 631 en cc 94 N; Herdruk Brinkman

Dit verhaal speelt zich af op Bali tijdens de eerste jaren van de Republiek Indonesië.
Het beschrijft de vriendschap tussen de Balise boerenjongen I Bontot en de zoon
Geannoteerde bibliografie 341

van een goesti, I Koese. Ze zitten op dezelfde dorpsschool 'nieuwe stijl': jongens en
meisjes, ongeacht hun rang of stand, zitten in één klas bij elkaar. Op een dag neemt I
Koese zijn schoolvriendje mee naar de poeri waar hij woont. I Bontot komt onder de
indruk en is verbaasd: I Koese heeft een eigen kamer, bezit een kist met
wajangpoppen en speelt in een gamelanorkestje. Zijn moeder vindt I Bontot geen
geschikte jongen om mee om te gaan. I Koese wordt naar een school in de stad
gestuurd en komt bij een kinderloze oom en tante in huis. Het steekt I Bontot
geweldig dat hij niet meer met I Koese kan omgaan. Hij loopt weg van huis naar de
stad en zoekt daar een school. Om zijn schoolgeld te kunnen betalen gaat hij op
werk uit. Zijn eerste baantje is bij een Chinees voor wie hij ijslollies verkoopt;
daarna wordt hij hulp in een Arabisch eethuis en tenslotte komt hij bij een Indo-
Europese veehandelaar. Diens vrouw - een Balise - is om 't minste of geringste uit
haar evenwicht. Het echtpaar heeft in Japanse kampen gezeten, waar ze twee
kinderen hebben verloren. De vrouw heeft hieraan een zenuwziekte overgehouden.
In een vlaag van woede gooit ze een bijl naar I Bontot die gewond raakt en in het
ziekenhuis wordt opgenomen. Hij knapt op en vindt werk bij een Joodse
kunsthandelaar die schilderijen en houten beeldjes verkoopt aan toeristen. In het
dorp van I Bontot en I Koese komt een vervolgschool. I Dajoe - tempeldanseresje en
dochtertje van de hogepriester - wil hier graag naar toe om verder te leren. Haar
vader is erop tegen, maar na het lezen van een artikel over de idealen van Kartini
(zie noot bij no. 0851) stemt hij toe.
Inmiddels is I Koese terug bij zijn ouders. In de stad heeft hij zó vaak van school
gespijbeld dat hij is weggestuurd; I Bontot is van heimwee naar zijn dorp terugge-
keerd. Het dorp komt in de belangstelling te staan wanneer een Hollandse pro-
fessor - chef van de Archeologische Dienst - met zijn zoontje Henk uit Bandoeng is
gekomen. Ze logeren bij de ouders van I Koese. De professor heeft zijn vakantie
gecombineerd met zijn archeologisch werk: het zoeken naar een heel oud heiligdom.
Henk gaat met I Koese en I Bontot ook op zoek. Onder het zand ontdekt I Bontot
een groot plat dak waarin Sanskritletters staan. Dit is het verzonken klooster waar
geleerden vijftien jaar tevergeefs naar hebben gezocht.

1044 Bruyn-Ouwehand, Mia. Marieke en haar vriendje; met plaatjes van Rie Kooyman. 's-
Gravenhage, Van Goor, [1959]. 33 blz. [Marieke-serie.] Herdrukken: 4e druk [1964].
35 blz. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 4e druk KITLV cc 2333 N

Eenvoudig verhaaltje over het (Indonesische) jongetje Hans, dat zijn eerste school-
dag in Nederland meemaakt en zijn klasgenootje Marieke mee naar huis neemt.
Hans woont bij zijn (Indonesische) tante in huis. Vol verbazing ziet Marieke dat de
huiskamer geen behang heeft. Op de kale muren hebben de kinderen van tante van
alles en nog wat getekend. Op de planken vloer staat midden in de kamer een kist
waarover een zeiltje is gedekt. Marieke mag blijven eten en gaat met de kinderen
om de kist zitten. Tante schept rijst met sajoer in kommen in plaats van op borden.
Het smaakt Marieke lekker, maar haar keel wordt ontzettend heet. Een nieuwe
wereld is voor haar opengegaan.

1045 Covens, Goos en Dora van der Meijden-Coolsma. Als één van ons; 25 Advents-
verhaaltjes voor jonge kinderen; omslag en illustraties van Lies Veenhoven. Assen,
Van Gorcum, 1959. 49 blz. ['Naar 't zonlicht toe'; no. 61.] Vindplaats: KITLV q
4961 N
342 Geannoteerde bibliografie

Het adventsverhaaltje van 8 december, 'Indonesië', speelt op Java. Kromo, het


zoontje van een dalangspeler, houdt zoveel van een bepaalde wajangpop dat hij zijn
vader vraagt hem niet meer te vertonen omdat hij anders stuk gaat.

1046 Loggem, Manuel van. De avonturen van Koen Scheepsbeschuit; [omslagontwerp en


tekeningen van Pim van Boxsel]. Amsterdam, De Kern, [1959]. 128 blz. [Kempockets
voor de Jeugd; no. 23.]
Herdrukken: Van bovengenoemd verhaal verschenen eerder drie drukken onder de
naam E. van Achterhoek [ps. van Manuel van Loggem]. De titel veranderde, maar
de inhoud van het verhaal is hetzelfde gebleven.
Vindplaats: PB

Zie ook: E. van Achterhoek [ps. van Manuel van Loggem]. Koen Houdtcooper; Avon-
turen van een scheepsjongen en Koen vaart om de Kaap; Avonturen van een scheepsjon-
gen (zie no. 0802).

1047 Loon, Foka van. Het nieuwe vaderland; [omslag en tekeningen van Frits Klein].
Kampen, Kok, 1959. 142 blz. Vindplaats: KITLV cc 259 N

Mevrouw Verbruggen, een Javaanse, is met haar zes kinderen uit Indonesië gerepa-
trieerd. Ze is een eenvoudige weduwe, opgegroeid in de kampong en ze spreekt nog
gebrekkig Nederlands. Haar Hollandse man (vermoedelijk een militair) is tijdens de
Japanse bezetting overleden. In Nederland aangekomen wordt het gezin onderge-
bracht op de zolderverdieping van een hotel, waar de kinderen weinig bewegingsvrij-
heid hebben en er conflicten komen met de hoteleigenares. Onverwacht krijgt de
familie een woning toegewezen ergens in een dorpje in Noord-Holland. Door haar
kinderlijk christelijk geloof houdt de weduwe de moed er in om zich aan te passen
aan het Nederlandse klimaat én de moeilijke levensomstandigheden. Haar opgroei-
ende dochter Lidy heeft het soms erg te kwaad: ze voelt zich eenzaam en gediscrimi-
neerd. Pas nadat ze zijn ingeburgerd bij de dorpsgemeenschap kan Lidy de nieuwe
situatie aanvaarden.

1048 Noort, Annie van. Sidja, een meisje van Java; tekeningen van Karel Hoekendijk.
Oegstgeest, Zendingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, 1959. 43 blz.
Herdrukken: 2e druk 1964. Vervolgd als: Sidja speelt mee (zie no. 1098).
Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 918 N; 2e druk Brinkman

Een Javaanse grootmoeder is ernstig ziek. Zelfs een doekoen kan haar niet genezen.
Als haar kleindochtertje Sidja tijdelijk in een (zendings)ziekenhuis wordt verpleegd,
komt er ook voor grootmoeder medische hulp. Zij voelt zich enigszins bevrijd van de
druk die zowel de doekoen als de godsdienstplichten van de islam op haar uitoefe-
nen. Ze begint vertrouwen te krijgen in het geloof van de christenen.

1049 Alers-Speldekamp, T.G. Een restje tropenkolder. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland',


[c. 1960]. [Zonnereeks.]
Geannoteerde bibliografie 343

Herdrukken: [Herdr.] verscheen onder: Ellen Proos [ps. van T.G. Alers-Spelde-
kamp]. 1969. 176 blz., afbn. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M 217.]. Vindplaats:
Ie druk Uitgeverscat.; Herdr. KITLV cc 268 N

Aanpassingsproblemen van een jong Hollands echtpaar dat uit Indonesië naar
Nederland is gerepatrieerd.

1050 Algra, Arend. De generaal; geïllustreerd door Rie Reinderhoff. Groningen, Haan,
[1960]. 82 blz. Vindplaats: KITLV cc 1210 N

Batoe, zoon van een Dajakse koppensneller, vlucht met zijn vader uit hun dorp. Na
veel ontberingen komen ze terecht op een boot van de KPM waar de vader matroos
wordt en Batoe hutjongen. Met het uitbreken van de Japanse bezetting zijn ze terug
op Borneo.
Batoe vormt dan een leger van Iban-Dajaks - tot welke stam hij ook behoort - om te
vechten tegen de Japanse overheersers. Na de bevrijding ontvangt Batoe voor zijn
moedig gedrag een onderscheiding van de Nederlandse regering. Maar zijn grootste
wens gaat pas in vervulling als er een zendingsschool in zijn dorp komt en hij vrede
vindt in zijn nieuwe geloof.

1051 Berg, Phia van den. Dorcas en de kinderen van Toeroe; met illustraties van Corrie van
der Baan. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 64 blz., afbn. Bevat woordenlijst Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 383 N

Over kinderen van een zendingsschooltje op het eiland Japen (Nieuw-Guinea) die in
een kleine kampong aan de kust wonen in de omgeving van Seroei. Met de schrijf-
ster - die daar toen onderwijzeres was - bereiden ze zich voor op het kerstfeest.

1052 Capelle, M.C. en anderen. Naar de koningsburcht en andere verhalen; met een woord
vooraf door A. Rigters; uitgegeven door de Onderwijs Zendingscommissie van de
Nederlandsche Zendingsraad, Amsterdam. [Goes], [Oosterbaan & Le Cointre], [c.
1960]. 190 blz., afbn.
Bevat de Indische verhalen: Annie van Noort 'Hoe een klein dorp veranderde' [Java]
(blz. 21-27); M.C. Capelle 'Een kleine prins' [Soemba] (blz. 74-86); 'Het avontuur
van vader Karoen' [Java] (blz. 119-126); H. Krayer van Aalst 'Nani maakt zich boos'
[Molukken] (blz. 127-136); M.C Capelle 'Zó begon het in de Stille Zuidzee...'
[Nieuw-Guinea] (blz. 167-185). Vindplaats: KITLV cc 1233 N

Korte zendingsverhaaltjes.
'Hoe een klein dorp veranderde' vertelt van Javaanse dessabewoners die hun bestaan
vinden in de verkoop van aardewerk en fruit op de passar in de nabijgelegen stad.
Door de heersende armoede is er dikwijls onenigheid tussen de ouders van het
jongetje Mudi. Zijn moeder bezoekt regelmatig, tegen de zin van zijn vader, een
christelijke samenkomst. Ze neemt ook Mudi mee. Er gaat een gunstige invloed uit
van de goeroe, waardoor de dessabewoners elkaar helpen en er voor iedereen
voldoende eten en kleding beschikbaar is.
344 Geannoteerde bibliografie

'Een kleine prins' speelt zich af op het paardeneiland Soemba. De radja is de rijkste
man en bezit de meeste paarden. Hij is bezorgd over de gezondheid van zijn zoontje,
prins Katongoe. Zijn knecht Kattoe raadt hem aan de jongen naar de blanke toean-
dokter te brengen. Maar de angst voor de marapoes weerhoudt de radja. Na lang
aarzelen brengt hij zijn zoontje toch naar het zendingsziekenhuis. Katongoe valt van
de ene verbazing in de andere. Hij wordt voor het eerst van zijn leven gewassen. De
verpleegster moet door vier lagen vuil heenwrijven voor de patiënt schoon is. In de
kampong zijn de mensen zuinig met water, ze spoelen er alleen hun mond en
handen mee. Na een paar weken is Katongoe hersteld en mag hij naar huis. De
afkeer van zijn vader voor de vreemde dokter is verdwenen.
'Avontuur van vader Karoen'. Een arme en ongeletterde Javaanse rijstboer, Karoen,
staat diep in de schuld bij de geldschieter Si Manoe. Als schadeloosstelling probeert
deze Karoen zijn stukje bouwland afhandig te maken. Dankzij een snelle cursus
lezen, georganiseerd door een goeroe, blijft Karoen de woekeraar Si Manoe de baas.
'Nani maakt zich boos'. Een verhaal uit de Molukken, waar de huisvader Nani door
onbeheerst gedrag zijn dochtertje per ongeluk verwondt, en later zelf in levensgevaar
komt te verkeren door zijn drankzucht. Hij raakt invalide en schenkt de kerk een
geldbedrag waarbij hij belooft nooit meer sterke drank te gebruiken. 'Zó begon het in
de Stille Zuidzee...'. In 1877 wordt de wens van de zendeling James Chalmers vervuld.
Hij wordt als pionier naar het onbekende Nieuw-Guinea uitgezonden, waar hij met
zijn vrouw voortdurend in levensgevaar verkeert. Toch slaagt Chalmers er in twintig
jaar lang zendingsposten te bouwen langs de moerassige kust. Totdat hij op een dag
niet meer thuiskomt als hij naar een onbekende en gevaarlijke groep koppensnellers
gaat.

1053 Mulder-van Hasselt, F. Kiki, het Papoea-meisje; met tekeningen en omslag van Jenny
Dalenoord. Assen, Van Gorcum enz., 1960. 31 blz. [Naar 't Zonlicht Toe; no. 65.]
Vindplaats: KITLV cc 88 N

Een waar gebeurd verhaal over een klein Papoeameisje dat door Papoea's bij haar
moeder wordt weggeroofd en in handen valt van Indonesische slavenhandelaars. Als
ze een jaar of vijf is wordt ze door een blanke politieman meegenomen en gaat ze
terug naar Nieuw-Guinea. In het gezin van een zendeling wordt ze als pleegkind
opgenomen.

1054 Noort, Annie van. Van land tot land... van kind tot kind...; Een bundel zendingsverha-
len bewerkt door -; met een inleiding van J. Blauw; uitgegeven door de Onderwijs
Zendingscommissie. Zeist, Dijkstra, [c. 1960]. 103 blz. Herdrukken: 2e druk [1963].
Bevat het verhaal: 'Vrienden helpen elkaar'. Vindplaats: BZO

Verhaaltje uit Indonesië over een Javaanse jongen die predikant wil worden.

1055 Renes-Boldingh, M.A.M. 't Perkoetoet mysterie; [met omslagillustratie van Hans
Borrebach]. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 191 blz. [Ster-reeks.] Vindplaats: KITLV
cc 1086 N
Geannoteerde bibliografie 345

Jong getrouwd stel in Nederland komt door de naoorlogse woningnood in huis bij
een oud-planter/administrateur uit Java. Geheimzinnige avonturen volgen bij het
opduiken van zijn tijdens de Japanse bezetting vermiste zoon.

1056 Steen-Pijpers, Co van der. Heimwee naar Nieuw-Guinea; met illustraties van Rie
Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1960]. 149 blz. Bevat poëzie. Vindplaats:
BBJ/KITLV cc 1036 N

Leo, een Hollandse schooljongen uit Manokwari (Nieuw-Guinea), is voor zijn


gezondheid en studie in Nederland. Hij woont bij een oude vitterige tante in huis
van wie hij niet veel mag. Heimwee knaagt aan hem. Een leraar heeft begrip voor
zijn situatie en brengt uitkomst.

1057 Surink-Groen, Annie. Waar de wind mij drijft...; [omslag en illustraties van Coby C.M.
Krouwel]. 's-Gravenhage, Kramers, [1960]. 196 blz.
Herdrukken: 2e druk met illustraties van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1970]. 143 blz. [Witte Raven Jeugdpockets; no. M
272.]. Vindplaats: Ie druk KB/KITLV cc 2436 N (fotokopie); 2e druk NBLC-Almere

Het verhaal speelt in Nederland en bevat fragmenten over een Hollandse rubber-
planter die met de 'Oranje' uit Indonesië is gerepatrieerd. Hij logeert tijdelijk als
paying guest in het gezin van een vriend, waar hij zijn herinneringen en verhalen
kwijt kan. Hij vertelt over zijn opleiding aan de Tropische Landbouwschool te
Deventer, zijn ontgroening als jonge planter bij zijn aankomst op Sumatra en het
werk op de rubberonderneming. Na bezetting en internering wordt de situatie in
Indonesië onhoudbaar voor de Europeanen en zijn maatschappij stuurt hem terug
naar Holland. Ondanks zijn uitstekende opleiding en ervaring lopen zijn sollicitaties
telkens op een teleurstelling uit. Als hij ten einde raad op de bonnefooi naar Afrika
besluit te gaan, krijgt hij een fantastische baan in Ghana aangeboden.

1058 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. Tot de einden der aarde; Vijf ware verhalen uit de
wereldkerk bijeengebracht. Oegstgeest, Zendingsbureau van de Ned[erlandse] Her-
vformde] Kerk, 1960. 32 blz., vignetten.
Bevat de Indische verhalen 'Wat de oude goeroe vertelde' (blz. 16-20) en 'De
vreemde vergelding; Een verhaal uit Nieuw-Guinea' (blz. 28-32).
Vindplaats: KITLV q 3614 N (fotokopie)

Het eerste verhaal speelt op Oost-Java en vertelt hoe het meisje Tidjah uit een
islamitisch milieu wordt verstoten door haar familie als ze tot het christelijk geloof
overgaat.
Het tweede verhaal beschrijft de spanning tussen de koppensnellende Papoeastam
Japsi en de Nimbrongs, een groep Papoea's die in aanraking is gekomen met een
zendeling.

1059 Vliet-Ligthart Schenk, A. van. Lichtjes in de mist; [geïllustreerd door M. Bosch van
Drakestein]. Delft, Meinema, [1960]. 32 blz.
346 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: 2e druk [1964].


Vindplaats: Ie druk KTTLV cc 2098 N; 2e druk Brinkman

Een Ambonese (staat niet in het verhaal vermeld; wél in de uitgeverscatalogus)


tweeling maakt in Nederland voor het eerst de winter mee en verdwaalt op een
schaatstocht.

1060 Benschop, B. Pluisje. Kampen, Kok, 1961. 146 blz.


Vindplaats: KITLV cc 260 N

Hollands meisje, opgegroeid in Bandjermasin, repatrieert na de Japanse bezetting


naar Nederland. Als ze volwassen is wordt de heimwee naar Indië zó sterk, dat ze op
het punt staat een verkeerde beslissing te nemen.

1061 Berg, Phia van den. Het kind dat niemand hebben wou; met ills. van Corrie van der
Baan. Oegstgeest, Raad voor de zending van de Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk,
1961. 77 blz.
Herdrukken: 2e druk 1967. Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: Ie druk BZO/HTLV cc 855 N; 2e druk Brinkman

Jozua, een Papoeavondeling, groeit op in het gezin van een inheemse pandita op
Nieuw-Guinea. Op school in Seroei sluit hij vriendschap met Jefta die sprekend op
hem lijkt. Tijdens een vakantie gaan ze naar Jefta's dorpje. Daar vindt een ontkno-
ping plaats waaruit blijkt dat de band tussen beide jongens meer is dan vriendschap.

1062 Berg, Phia van den. Solo en de rode zeep; geïllustreerd door Toon de Haas. Oegst-
geest, Raad voor de Zending van de Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk/Zendingsbu-
reau, 1961. 60 blz. Herdrukken: 2e druk 1969. Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc
1621 N; 2e druk Brinkman

Over het Papoeameisje Salo(mina) dat voortdurend tegenstribbelt als ze zich moet
wassen met de speciale zeep die haar moet genezen van haar huidziekte.

1063 Butner, C[onstant]. Van schoolbank tot schietstoel; [omslag en illustraties R.N. Bar en
J. van Reek]. 's-Gravenhage, Van Goor, [1961]. 180 blz. Vindplaats: KB

Bevat een kort Indisch fragment over de naar Nederland gerepatrieerde Indische
jongen Frans Pawiro die een opleiding volgt voor leerling-vlieger op verschillende
Nederlandse militaire vliegbases.

1064 Hartingsveldt, A. van. Woudlopers in Papoealand; geïllustreerd door Ben Horsthuis.


Delft, Meinema, [1961]. 70 blz. Herdrukken: 2e druk [1964]. Vindplaats: Ie druk
KITLV cc 686 N; 2e druk Brinkman
Geannoteerde bibliografie 347

Zendingsverhaaltje uit Nieuw-Guinea, waar het Papoeajongetje Oendi voor het eerst
van zijn leven blanke mensen ontmoet. Wanneer zijn vader, de hoofdman van de
stam, ernstig is getroffen door een slangebeet wordt hij genezen met medicijnen van
de blanken. Als dank mag Oendi van zijn vader met de blanken mee naar de
zendingsschool in Hollandia. In die nieuwe leefwereld heeft Oendi tot verbazing van
het schoolbestuur zó goed zijn best gedaan dat hij de eerste prijs van zijn klas heeft
verdiend: een horloge.

1065 Kloek, Dolf. Liselot. Delft, Meinema, [1961]. 183 blz., ills. [Mei-pocket; no. 41.]
Vindplaats: KITLV cc 1123 N

Omdat haar ouders tijdens de Japanse bezetting op Java (Bandoeng) zijn omgeko-
men is Liselot bij haar tante in Holland in huis gekomen. Ze zit voor haar eind-
examen HBS en verlangt er naar een zelfstandig leven te leiden. Door het ziekbed
van haar tante en de vriendschap met een klasgenoot gaat deze wens in vervulling.

1066 Kloek, Dolf. Marja en het bruine kind; met illustraties van Corrie van der Baan.
Nijkerk, Callenbach, [1961]. 39 blz. Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1348 N

Op een christelijke lagere school komt een nieuw (Indisch) meisje. Juf vraagt of ze
aardig voor haar willen zijn, want Jolanda komt uit een ver warm land. Bij Marja
wekt dit wrevel op en ze stookt de meisjes van de klas op om Jolanda te plagen.
Wanneer Marja door eigenwijsheid een verkeersongeluk overkomt heeft ze op haar
ziekbed tijd om over haar gedrag na te denken.

1067 Norel, K[laas]. Van varen en vechten; Onze marine en koopvaardij in de oorlog
1940-1945; illustraties Rein van Looy. Amersfoort, Roelofs van Goor, [1961]. 438 blz.
Deel II. Hondenwacht; In het stikkedonker. 128 blz. Deel III. Dagwacht; Naar het
licht. 160 blz.
Herdrukken: 9e druk [1964]; 10e en lle druk. Amsterdam, Hsevier, [1972-1975]. 3
losse delen. [Apollo-pockets.].
Bevat een literatuuropgave.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1634 N/OBA; 9e druk Brinkman; 10e en lle druk
Brinkman

Bovengenoemde delen beschrijven in romanvorm de strijd van de Nederlandse


marinemannen tegen de Japanners in de wateren van Nederlands-Indië.

1068 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo, de jonge Papoea; illustraties van J[aap]
Kramer. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 175 blz.
Herdrukken: 2e druk. Groningen, Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1979]; 3e druk. [1988].
Vervolgd als: Wambo, de zwarte zwerver (zie no. 1069). Vindplaats: Ie druk Brinkman;
2e druk KITLV cc 629 N; 3e druk Brinkman

Met veel kennis van zaken wordt tot in de kleinste bijzonderheden het dagelijks
leven beschreven van koppensnellende Papoea's. Ze wonen in het zuiden van
348 Geannoteerde bibliografie

Nederlands Nieuw-Guinea en hun gebied is nog niet door het Nederlandse gouver-
nement in kaart gebracht. Hier heerst de wet van eten en gegeten worden. Het leven
wordt beheerst door angst voor boze geesten, tovenarij en bezweringen. De tovenaar-
medicijnman Sendivar is afgunstig op de sterke en onverschrokken Hassewiets die
een prachtige ijzeren bijl heeft gekregen van de *witte mannen'. Sendivar moet niets
van die vreemdelingen hebben en Hassewiets is in zijn ogen een verrader. Zijn kop
moet gesneld worden en zijn vlees zal gegeten worden om de geesten te
verzoenen.
Koresio moet, in opdracht van Sendivar, met zijn zoon Wambo de ontvluchte
Hassewiets te pakken zien te krijgen. Als ze niet gehoorzamen zal een vloek hen
treffen. Koresio en Wambo komen met lege handen terug en een tijdje later sterft
Koresio's dochtertje Melania aan hoge koortsen. Als Wambo met zijn vader op jacht
is ontdekken ze een meisje van een andere stam. Sirja is door een roofzieke
Papoeastam bij haar ouders weggehaald. Zij neemt nu de plaats in van de gestorven
Melania. Sirja heeft al contact gehad met de witte mensen en vertelt Wambo
verhalen uit het evangelie. Ook denkt Sirja heel anders dan haar pleegfamilie.
Sendivar heeft het echter niet op dit kind begrepen. Hij spoort zijn mannen aan om
koppen te snellen in het dorp Kitoe om zo weer nieuwe zielekracht voor hun stam te
krijgen, zodat de witte mannen hen niet kunnen overheersen. De sneltocht mislukt
en Sendivar beschuldigt Koresio van deze tegenslag. Maar de mannen nemen het op
voor Koresio.
De bewoners van Kitoe ondernemen een wraaktocht en onverwachts klinkt hun
snelhoorn in het dorp. De overrompeling is in het voordeel van de mannen van
Kitoe. Alleen de kinderen blijven in leven en worden meegenomen naar Kitoe, waar
ze nieuwe ouders krijgen toegewezen tijdens een groot avondfeest. Wambo ontsnapt
en gaat op zoek naar de witte mannen die zijn zusje Mawi en zijn pleegzusje Sirja
moeten bevrijden.

1069 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo, de zwarte zwerver, [illustraties van Jaap
Kramer]. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 179 blz. Herdrukken: 2e druk. Groningen,
Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1983]. Vervolg van: Wambo, de jonge Papoea (zie no.
1068). Vervolgd als: Wambo vindt het geluk (zie no. 1070). Vindplaats: KITLV cc
2349 N; 2e druk Brinkman

Wambo is uit het dorp Kitoe gevlucht en de achtervolging is mislukt. In het oerwoud
leert hij zichzelf behelpen om te overleven en vindt hij zijn platgebrande dorp terug.
Hij installeert zich in een varkenshok dat hem enige beschutting biedt. Uitgeput en
ziek van de malaria treft Hassewiets, die indertijd dit dorp ontvlucht is, Wambo aan.
Ze zijn de enige overlevenden. Hassewiets neemt Wambo mee in zijn prauw naar de
witte mensen die hem zullen genezen.

1070 Prins, Piet [ps. van P. Jongeling]. Wambo vindt het geluk; [illustraties van Jaap
Kramer]. Rotterdam, Groenendijk, [1961]. 189 blz. Herdrukken: 2e druk.
Groningen, Uitgeverij 'De Vuurbaak', [1983]. Vervolg van: Wambo, de zwarte
zwerver (zie no. 1069). Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 983 N

Op een zendingspost is Wambo van de malaria genezen en in dit dorp opgenomen.


Hij voelt zich hier veilig en leert het evangelie kennen, waardoor de duistere macht
Geannoteerde bibliografie 349

van het geestengeloof op de achtergrond raakt. Toch ervaart hij op een zwerftocht
de bezwering van een verre stamgenoot, de tovenaar Kwamalo. Hij houdt Wambo in
zijn macht om de zendingspost te kunnen overvallen. Na tussenkomst van een
Nederlandse krokodillenjager biedt een detachement Papoeapolitiemannen bescher-
ming. Nu vertelt Wambo aan de zendeling over de kinderen van zijn dorp die in
Kitoe gevangen worden gehouden. Een politiepatrouille maakt hier een eind aan.

1071 Bootsma-Klein, F.G. Ramoeni zoekt een school; [met] tekn. van Corrie van der Baan.
Oegstgeest, Raad voor de Zending der Ned[erlandse] Herv[ormde] Kerk, 1962. 39
blz.
Herdrukken: 3e gewijzigde druk Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1970. 39
blz.
Bevat een verklaring van de Indonesische woorden.
Vindplaats: Ie druk BZO; 3e gew. druk KITLV cc 1250 N

Een blind (Javaans) meisje uit Soerabaja krijgt de gelegenheid om een christelijke
school voor blinde kinderen te bezoeken.

1072 Bruyn-Ouwehand, Mia. Hermelijn's dochter. Amsterdam, Van Holkema & Waren-dorf,
[1962]. 194 blz.
Herdrukken: Herdruk. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1967]. 144 blz., afbn.
[Witte Raven Jeugdpockets; no. M 161.]. Vervolg van: Welkom thuis, Hermelijn (zie
no. 1024). Vindplaats: Ie druk BBJ; Herdruk KITLV cc 1963 N

Over Marjan (Hermelijn), haar man Henri en hun dochter Nélie tijdens de Japanse
bezetting. Na de oorlog keren ze naar Nederland terug en vindt Nélie haar bestem-
ming.

1073 Geest, Klaas van der. Helikopter Bell 37-D vermist; met illustraties van G. Gremmen.
Nijkerk, Callenbach, [1962]. 157 blz. [ATO-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 1269 N

Door zijn handicap afgekeurd voor piloot kan Stephan Landers wél bestuurder
worden van een helikopter. In dienst van een Amerikaanse oliemaatschappij beleeft
hij in de Vogelkop van Nieuw-Guinea een avontuur dat hij gelukkig nog kan
navertellen.

1074 Hilten-Brouwer, Ifmmy] van. Wat Dahlia kreeg; met tekeningen van de schrijfster.
Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nedferlandse] Herv[ormde] Kerk, 1962.
32 blz.
Herdrukken: 2e druk met omslagtekening van Corrie van der Baan, 1968.
Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV cc 1016 N

Indonesisch meisje komt in het ziekenhuis van de zending in aanraking met het
christendom.
350 Geannoteerde bibliografie

1075 Hulzen, Johan van. De tweeling van de plantage; [band en omslag van Hans Borre-
bach; illustraties van Hein Kray]. Kampen, Kok, [1962]. 165 blz. [Iris-reeks; no. 5.]
Bevat poëzie. Vindplaats: KTTLV cc 1842 N

Gezin van een Hollandse koffieplanter uit Oost-Java is met verlof op weg naar
Nederland. Halverwege de bootreis komt het bericht dat Nederland door de Duitsers
is bezet. Het passagiersschip keert naar Java terug. Het jaar daarop vallen de
Japanners Nederlands-Indië binnen. De vader wordt als krijgsgevangene weggevoerd
om aan de Birmaspoorweg te werken; de moeder en de tweeling, een jongen en een
meisje, komen in een vrouwenkamp bij Semarang. Later wordt de tweelingbroer naar
een mannenkamp overgebracht. Wanneer de Japanse bezetting is afgelopen vinden
de moeder en de kinderen elkaar terug. Tijdelijk gaan ze naar de koffie-onderne-
ming en vertrekken dan naar Bangkok. Daar wacht hen het weerzien met hun sterk
vermagerde vader. Met veel moeite krijgen ze een plaats in een vliegtuig dat hen
voorgoed naar Nederland brengt.

1076 Jongejan-de Groot, C.Th. Greetje-Margriet wordt Margriet; met illustraties van Rie
Reinderhoff. Nijkerk, Callenbach, [1962]. 190 blz. Herdrukken: 2e druk [1979]. 187
blz. [Goudenregen Reeks.] Vervolg van: Greetje-Margriet (zie no. 0914). Vindplaats:
Ie druk Brinkman; 2e druk BBJ

Greetjes ouders moeten haar opnieuw voor een tijd in Holland achterlaten als zij
naar Nieuw-Guinea vertrekken. Greetje komt bij haar vroeger pleeggezin terug.

1077 Loon, Chris van. Tuan G/OM; Een avonturenverhaal in Kalimantan; [met een inleiding
van pater W. Demarteau, m.s.f.]; tekeningen van Ben Horsthuis. Tilburg, Zwijsen,
[1962]. 108 blz., krtn. [Roodstaart Reeks.] Vindplaats: BBJ/KITLV cc 1077 N/SH

Met een aantal Daya's onderneemt een jonge Nederlandse missionaris een gevaarlij-
ke tocht dwars door Borneo om afgelegen missieposten te bezoeken. Van Samarinda
varen ze per prauw over de rivieren de Koetai en de Mahakam en trekken zo
richting Pontianak.

1078 Renes-Boldingh, M.A.M. Kerstverteüingen; illustraties van Laura Gerding. Nijkerk,


Callenbach, [1962]. 160 blz.
Bevat drie korte Kerstverhalen uit de Bataklanden: 'Het Kerstkindje van het grote
huis' (blz. 111-124); 'Zij zagen de ster' (blz. 125-140); 'Kerstnacht in de wildernis'
(blz. 141-159). Vindplaats: KB/BBJ

'Het Kerstkindje van het grote huis' vertelt van een jonge Batakvrouw die met haar
pas geboren dochtertje vlucht voor haar man die het kindje wil doden omdat de adat
dit vereist. Op kerstavond is ze op weg naar het zendingsziekenhuis waar ze bescher-
ming zoekt. Meer dood dan levend bereikt ze het ziekenhuis. Wanneer ze kort
daarop overlijdt, blijft het kindje achter in de veilige handen van de verpleegsters.
Geannoteerde bibliografie 351

'Zij zagen de ster'. Overpeinzingen op kerstavond van drie Nederlanders: een


geoloog, een olifantenjager en een planter. Gezeten op de voorgalerij van het kleine
plantershuis op het Barisangebergte zien ze in het duister de draagbare lichtjes van
de inheemse bevolking die onder klokgelui naar de kerk in Si Patoer gaan. 'Kerstnacht
in de wildernis' is een bekorte versie van De oüfanténnaeht (no. 0578). Zie ook Om
de kribbe van Bethlehem (no. 1030).

1079 Sluyser, Meyer. Door storm en duisternis; Avonturen van Dirk Poldervaert; [bandomslag
en illustraties van Wim Bijmoerj. Amsterdam, Het Parool, [1962]. 191 blz. Bevat
twee hoofdstukken over de Japanse bezetting: 'Japan slaat toe' en 'Indië in nood*.
Vindplaats: BBJ

1080 Spoor, Peter. Auki, de dwergpapoea; met illustraties van de schrijver. Rhenen, Paters
van de H. Geest, [1962]. 118 blz. [Kruisboeken.]
Vindplaat*: KITLV cc 2086 N

Een missieverhaal dat zich afspeelt bij de Wisselmereti in Nieuw-Guinea. Daar


woont de Papoea Mote met zijn vrouw Nawifa, hun zoon Auki en dochtertje Ekatje.
Bij zijn werk gebruikt Mote een ijzeren bijl - een geschenk van de blanken - die de
hebEueht opwekt van de tovenaar Kagati. Hij wil Mote dwingen de bijl aan hem af te
staan. Mote geeft niet toe. Kagati dreigt hem met geesten én de dood. Mote en
Nawifa worden vermoord. Hun kinderen Auki en Ekatje gaan bij een oom wonen.
Ook hen maakt Kagati baflg met de enca's, de geesten. Maar Auki gelooft niet in
zijn praatjes.
De adat Verplicht hem zich te wreken op de moordenaar van zijn ouders. Auki's
vader was bevriend met blanken voor wie hij heeft gewerkt. Om hen om hulp te
vragen onderneemt hij een barre tocht. Onderweg valt hij letterlijk in handen van
een Nederlandse bestuursambtenaar die hem bij een missionaris onderbrengt. Na
drie jaar keert Auki, nu Mozes genaamd, als catechist/godsdienstleraar naar zijn
dorp terug met een nieuwe missionaris uit Holland. Daar wijst zijn zusje Ekatje hem
op zijn plicht: wraak nemen op Kagati de tovenaar. Onder invloed van de missionaris
gebeurt dit zonder bloedvergieten. Kagati en zijn geesten worden ontmaskerd. De
tovenaar vlucht naar het land van de Ndanis, waar nog geen missionarissen zijn
doorgedrongen.

1081 Velsen-Quast, Margreet. Hoor ik er wel bij?; [omslag en illustraties van Addie Horn].
Amsterdam, Ploegsma, 1962. 120 blz.
Vindplaats: KITLV cc 261 N

Aanpassingsproblemen, dagdromen en heimwee van het vijftienjarige meisje Atie


(Hatie*) Beekman die op haar negende jaar met haar ouders naar Holland is
gerepatrieerd. Haar vader beheerde een thee-onderneming in het bergland van
Celebes en haar moeder was een Menadonese onderwijzeres. In de bersiaptijd moest
het gezin alles achterlaten en naar Java vluchten. Van hieruit werd per boot naar
Nederland vertrokken. Nog binnen het jaar van repatriëring overlijdt Hatie's
moeder. Ondanks het feit dat haar vader hertrouwt met een Nederlandse vrouw, die
veel begrip heeft voor Hatie, blijft er toch een speciale verbondenheid met haar
vader bestaan door hun gemeenschappelijk verleden. Het knelpunt is de ULO-school
352 Geannoteerde bibliografie

waar Hatie niet helemaal door haar klasgenoten wordt geaccepteerd, behalve door
een gehandicapte boekhandelaarszoon.
*) Maleis woord voor hart, hartje, liefje.

1082 Woldendorp, H[enk]. Guru Christiaan; Een kerstverhaal voor ouderen; [met] ills. van
Elly van Beek. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Ned[erlandse] Hervform-
de] Kerk, 1962. 68 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: BZO/KITLV
cc 1050 N

Bijgeloof, angst, ziekten en mensenoffers zijn de dagelijkse problemen waarmee een


jonge Papoeagoeroe te maken krijgt in de binnenlanden van Nieuw-Guinea. Zo
hevig zelfs dat zijn leven in gevaar komt.

1083 Butner, C[onstant]. Voor de wind rond de wereld; illustraties van Rudy van Giffen. Den
Haag/Antwerpen, Van Goor/De Nederlandsche Boekhandel, 1963. 164 blz.
Vindplaats: BBJ

De familie Albada doet met haar zeiljacht mee aan een zeerace rond de wereld.
Onderweg wil mijnheer Indonesië aandoen waar hij voor de Japanse bezetting heeft
gewoond in Batavia. Zijn vrouw en kinderen hebben in het kamp gezeten en hijzelf
werd naar Birma gestuurd als krijgsgevangene. De politieke situatie tussen Indonesië
en Nederland is nog gespannen. Nederlanders die niet op tijd konden repatriëren
naar Nederland leven in een miserabele toestand. Er is geen toekomst meer voor
hen. Ze zijn beroofd van hun huis, raakten hun baan kwijt en wonen meestal in de
kampong, de Javaanse wijk, in een bamboehutje.
De heer Albada ziet een vervallen en vuil Djakarta; zijn vroegere huis is verwaar-
loosd en uitgewoond. Met moeite vindt hij het adres van zijn oude vriend Remmers
die vroeger administrateur was van een grote onderneming. Ook hij is aan lager wal
geraakt en woont in de kampong. Zijn zoon Hans gaat niet meer naar school. Hij
wordt door de Indonesische jeugd geplaagd en met stenen bekogeld omdat hij blank
is én omdat zijn vader het schoolgeld niet meer kan opbrengen. Mijnheer Albada
schrikt als hij zijn Nederlandse vriend terugziet; zijn vrouw is van verdriet en
ontbering overleden. Het lukt hem Hans als bemanningslid aan boord te krijgen op
zijn jacht. In de haven van Priok roept een vrouwenstem: 'Vertel ze in Holland dat
er hier veel Nederlanders van honger en ellende omkomen!'

1084 Heinen-van der Meulen, Lyda. Halima blijft niet alleen; met illustraties van Corrie van
der Baan. Nijkerk, Callenbach, [1963]. 93 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 322 N

Speelt in Nederlands Nieuw-Guinea waar een Papoeameisje, Halima, afkomstig uit


een (islamitische) kampong het hulpje wordt van het domineesgezin Renjani in de
stad. Hier gaat het heel anders toe dan bij haar thuis in de kampong. Ze krijgt
moeilijkheden met haar ouders wanneer ze tegen hun verbod in naar de zondags-
school is geweest. De dominee gaat naar haar ouders en Halima krijgt toestemming.
'Maar wees lief voor je moeder', zegt de dominee dan nog. 'Ze begrijpt het allemaal
niet goed. Ze denkt dat je niet meer naar haar wilt luisteren en alles anders wilt
doen.'
Geannoteerde bibliografie 353

1085 Hoest-Bliek, F.E. de. Waar blijft Pa Sidin?; met illustraties van Jenny Dalenoord.
Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk/Zendings-
bureau, 1963. 47 blz. Vindplaats: BZO/KITLV cc 1104 N

In een kinderziekenhuis van de zending, ergens op Java, wacht een klein meisje dat
al beter is op haar vader. Maar voor hij haar komt ophalen wil hij eerst nog een
belofte nakomen.

1086 Jansonius, Hella. Toetie's moeilijke eerste jaar, [omslag en illustraties van Hans
Borrebach]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1964]. 141 blz. [Butterfly-reeks.]
Vindplaats: KITLV cc 2035 N

Toetie, met een tikkeltje Indisch bloed, repatrieert alleen uit Indonesië naar haar
familie in Rijswijk. Haar moeder is in een Japans kamp overleden en haar vader,
administrateur van een suikeronderneming, blijft voorlopig in Bogor (Java) zolang de
suikerfabriek nog niet door de Indonesiërs wordt genationaliseerd. Hoewel Toetie veel
hartelijkheid van haar familie ondervindt heeft ze toch enorm heimwee. Op sommige
momenten ervaart Toetie sterk het contrast tussen het gemoedelijke leven op Java
en het koude, ongastvrije Holland.

1087 Vries, Johan de. Onheil bij Kaap Hoorn; [omslag en illustraties van M. Oortwijn].
Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1964]. 155 blz. Bevat een bronvermelding.
Vindplaats: KITLV cc 497 N

Historisch verhaal over de reis van Jacob Le Maire en Willem Schouten die met hun
schepen 'De Eendracht' en 'De Hoorn' in 1616 uit Nederland vertrekken om via de
Atlantische Oceaan en de Straat van Magelhaes het Zuidland (Australië) te vinden.
Bevat Indische fragmenten.

1088 Woldendorp, H[enk]. Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea; met tekeningen van
Jenny Dalenoord. Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlands[e] Her-
vormde Kerk, 1964. 51 blz.
Herdrukken: 2e druk verscheen onder de titel Waikri. Amsterdam, Nederlandse
Zendingsraad, 1969.
Vervolgd als: Waikri's jachtavontuur (zie no. 1089).
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 264 N

Beschrijving van de leefwereld van een vijfjarige Bospapoea, Waikri, die opgroeit in
Karoon (West-Irian). Met zijn ouders maakt hij een lange voettocht dwars door het
oerwoud naar oom Samuel. Hij vertelt hoe hij door de komst van de pendeta zijn
angst en bijgeloof heeft overwonnen.
In heel veel kampongs is al een goeroe en soms is er ook een school. Waikri's dorp
ligt ver van de kust en is moeilijk te bereiken. Maar er komt een goeroe en er wordt
een huis voor hem gebouwd. De kepala kampong maakte zich al zorgen omdat de
jonge mensen naar de stad trekken om te werken. Ze komen terug en vertellen van
allerlei vreemde dingen. Er is een nieuwe tijd aangebroken.
354 Geannoteerde bibliografie

1089 Woldendorp, H[enk]. Waikri's jachtavontuur, met tekeningen van Jenny Dalenoord.
Oegstgeest, Raad voor de Zending van de Nederlandse Hervormde Kerk, 1964. 62
blz.
Vervolg van: Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea (zie no. 1088).
Vindplaats: KTTLV cc 1051 N

Wilde varkens vreten de tuinen kaal. Met de kepala kampong, een groepje mannen
en zijn vader gaat Waikri mee op varkensjacht. Door het plotseling niezen van
Waikri ontsnapt hun prooi. Hij wordt daar in het dorp om uitgelachen door de
jongens. In opdracht van de Nederlandse bestuursambtenaar trekt een aantal
mannen als drager naar de kust om de blanke dokter op te halen. Waikri loopt ook
mee. Op de terugtocht sjouwen ze zware blikken met medicamenten naar hun
kampong. Op 'doktersdag' neemt oom Jacob, die een geweer draagt, Waikri mee.
Hij plaagt Waikri die zijn speer van huis haalt. Bij een kaalgevreten tuin schiet oom
Jacob op een slapend varken dat woedend op hem toe rent. Nog net op tijd raakt
Waikri met zijn speer de tuinverwoester en redt hiermee het leven van zijn oom. Aan
dit verhaal gaat de legende van de jager 'Metien Kalem, de vogeljager' vooraf.

1090 Zeeuw JGzn., P. de. Een band-recorder voor Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-
land; met tekeningen van Corrie van der Baan. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond
[in de Nederlandse Hervormde Kerk], [c. 1964]. 62 blz. Herdrukken: 2e druk [c.
1964].
Vervolgd als: De toverdoos van Ambe'Roeroe (zie no. 1095).
Bevat poëzie. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV
cc 965 N

Wanneer messemaker Ambe'Roeroe uit de dessa Kanoeroean christen is geworden


en bij de Hollandse dominee in Rantepao een bandrecorder hoort spelen vat hij een
plan op. Van zijn extra verdiende geld maakt hij een geheim spaarpotje om zo'n
wonderkistje te kopen. Zijn geheim wordt echter door So'Sere, het zoontje van het
dorpshoofd, ontdekt.

1091 Blei-Strijbos, CB. Ruby en het konijn; met illustraties van Tiny van Asselt. Nijkerk,
Callenbach, [1965]. 53 blz. Herdrukken: 2e druk [1972]. 51 blz. Vindplaats: BBJ

Het Indische schooljongetje Ruby is nog maar kort geleden met zijn moeder uit
Indonesië naar Nederland gerepatrieerd; zijn vader verblijft daar nog. Met twee van
zijn klasgenootjes ontstaat onenigheid. Ruby was de eerste die het konijn van Frans,
een boerenzoon, wilde kopen. Maar Frans geeft de voorrang aan Wout, die zegt de
oudste rechten te hebben. Ruby is verdrietig en opstandig. Hij gedraagt zich schuw
en zondags in de kerk zit hij helemaal alleen. Dit valt zijn klasgenootjes op. Wout
voelt zich schuldig en Frans heeft spijt. Met kerstmis staat voor Ruby een mand met
daarin het konijn onder de kerstboom in de kerk.
Geannoteerde bibliografie 355

1092 De dag van Bethlehem; Kerstvertellingen onder redactie van P J. Risseeuw, Jacoba M.
Vreugdenhil, N. Warner, met illustraties van Bert Bouman. Nijkerk, Callenbach,
[1965]. 139 blz.
Bevat poëzie. Bevat, twee Indische verhalen. 'Het Kerstkleedje' door A.G. Lameris-
Holt en 'Geen plaats in de herberg' door K[laas] Norel. Vindplaats: OBA

'Het Kerstkleedje' speelt zich in 1944 af tijdens de Japanse bezetting in het kamp
Halmahera (Java) waar een Hollandse moeder met haar kinderen zit. De vader is
naar Birma verscheept.
'Geen plaats in de herberg' beschrijft de politieke situatie in december 1957 in
Indonesië. Het gezin van een Nederlandse administrateur van een thee-onderneming
op Java wordt gedwongen de onderneming te verlaten. Deze wordt door de nationa-
listen opgeëist en de gebouwen worden in brand gestoken. Een Javaanse predikant
verleent de familie onderdak.

1093 Meijer, C[hr.].A. We zijn niet bang; De reis van Mahu en De Cordes (1598-1601);
[geïllustreerd door Ben Horsthuis]. Delft, Meinema, [1965]. 188 blz. [Mei-pocket; no.
70.]
Vindplaats: PB

Weesjongen Joris Adriaensz ziet kans om als kajuitjongen mee te varen naar de
Oost. De route gaat via de Straat van Magelhaes naar Ternate. Van hieruit probeert
men op het eiland Tidore specerijen te halen, maar de bemanning valt in handen
van de Portugezen. Gebaseerd op historische gegevens.

1094 Thomson, Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson]. Setengah mati (half dood). Amsterdam,
Van Ditmar, 1965. 113 blz. [Van Ditmar Paperback.]
Herdrukken: [2e druk] verscheen onder de titel Setengah mati; Kind in een Jappen-
kamp. Met een woord vooraf van Margaretha Ferguson [M.D. Ferguson-Wigerink].
's-Gravenhage, Lecpold, [1975]. 127 blz.; [3e druk] idem. [1983]. 127 blz. Vervolgd
als: Naar het verre, koude land (zie no. 1223).
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 100 N; 2e druk KB/NBLC Almere; 3e druk KB/ NBLC
Almere/OBA

Herinneringen van een Nederlands meisje dat van haar negende tot haar dertiende
jaar de Japanse bezetting meemaakte op Java. De oorlogsdreiging begint met het
luchtalarm, de schuilkelder bij school en bij huis in Soerabaja. Met het bombarde-
ment op de fabriek van haar vader is de oorlog een feit geworden en zijn onverwachte
afscheid maakt een eind aan het gezinsleven. Eliza blijft met haar moeder en twee
zusjes achter totdat de bezetter beslag legt op hun huis. Van dat moment af begint
het leven in de vrouwenkampen. Eerst het kamp 'Bangkong' in Soerabaja en later
kamp 'Halmahera' in Semarang, waar hongeroedeem Eliza op het randje van de
dood brengt.
Het einde van de internering komt niet als een echte bevrijding. Wel ontvangt het
gezin bericht dat hun man en vader leeft en bij het Amerikaanse leger is. De
terugkeer naar Soerabaja betekent opnieuw angst en spanning door voortdurende
dreiging van gewapende inheemse opstandelingen. Hun huis is onbereikbaar
geworden. Ze gaan opnieuw op transport en maken een levensgevaarlijke tocht naar
356 Geannoteerde bibliografie

de haven van Soerabaja waar ze per boot naar Singapore worden gebracht. Daar
worden moeder en kinderen onverwacht met hun man en vader herenigd.
In 1964 bekroond met een prijs van de Indische Kulturele Kring.
Vanaf de derde druk wordt Setengah mati; Kind in een Jappenkamp uitdrukkelijk als
jeugdliteratuur aangemerkt door de uitgever.

1095 Zeeuw JGzn., P. de. De toverdoos van Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-land;
met tekeningen van Corrie van der Baan. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond [in de
Nederlandse Hervormde Kerk], [1965]. 62 blz.
Vervolg van: Een band-recorder voor Ambe'Roeroe (zie no. 1090).
Vervolgd als: Het grote verdriet van Ambe'Roeroe (zie no. 1099).
Vindplaats: KITLV cc 965 N

Messemaker Ambe'Roeroe die christen is geworden bezit een bandrecorder waarop


hij gezangen en verhalen kan beluisteren samen met zijn dorpsgenoten. De dorps-
priester Ne'Bontong is jaloers en voelt zich bedreigd.

1096 Algra, A[rend]. Saka, de vluchteling uit Ambon; [met] ills. van Menno [van Meeteren
Brouwer]. Delft, Meinema, [1966]. 96 blz. Herdrukken: 2e en 3e druk [1971]. 93 blz.
Vindplaats: Ie druk Uitgeverscat.; 2e druk KITLV cc 293 N; 3e druk Brinkman

Belevenissen van een Ambonese jongen tijdens de Japanse bezetting van de Moluk-
ken. Onder barre omstandigheden vlucht hij met een kruis-aroembai (ook wel
gespeld orembaai of aroebai, een vaartuig voor transportgebruik) over de Bandazee
naar Australië. Van hieruit vertrekt hij naar Nederland waar hij een veilig thuis
vindt.

1097 Land, Sipke van der. Ik heb een mes; met illustraties van Bert Bouman. Nijkerk,
Callenbach, [1966]. 135 blz. Vindplaats: KITLV cc 2106 N

Twee Indische broers, Rob en Rino, zijn met hun moeder uit Indonesië naar
Nederland gerepatrieerd. Ze wonen in een dorp. Hun vader, een maatschappelijk
mislukt man, is in Djakarta achtergebleven. Met Soeki, ook een Indische jongen,
worden ze opgepakt wegens joy-riding. De twee broers worden in een christelijk
(gezins)vervangend tehuis in Den Haag geplaatst. Rob, de oudste, is tegendraads en
zorgt voor de nodige opschudding in het tehuis. Wanneer hij voor 'zwarte bosjesman'
wordt uitgescholden is de maat vol. Woedend steekt hij zijn aartsvijand met een kris.
Na deze uitbarsting wordt Rob vertrouwelijker tegen Rino en zegt: 'Weet je waarom
ze ons altijd moeten hebben? Omdat we Indo's zijn. Ze kunnen voor mijn part
allemaal naar de pomp lopen hier in Holland. Meermans ook met zijn vrome
smoesjes. Als je je mond kunt houden, zal ik je zeggen wat ik ga doen. Ik ben zowat
zestien. Van de zomer smeer ik 'm naar Rotterdam en ik laat me aanmonsteren op
een boot naar Indonesië. Ik ga naar vader. Wij horen hier niet in dit land. Jij bent
nog te jong. Maar dan weet je alvast wat ik doe. Denk erom: mondje dicht, want als
je je mond voorbijpraat, loopt alles in 't honderd en dan ben je nog niet jarig. Je
bent gewaarschuwd. En... ik wou dat mes (kris) mee hebben; het is van vader,
daarom. Goed?'
Geannoteerde bibliografie 357

Rino kan het allemaal niet zo goed verwerken. Een gesprek met Meermans, de
directeur van het tehuis, stelt hem gerust. Tijdens het zomerkamp waarin Robs
zestiende verjaardag valt, vertelt de directeur hem dat hij als leerling-automonteur
geplaatst zal worden in een grote garage in Amersfoort. Hij zal in een kostgezin
worden opgenomen; een Indisch gezin, goede kennissen van zijn moeder. Dit boek
werd bekroond met een eerste prijs in Callenbachs Landelijke Prijsvraag voor
Jeugdlectuur.

1098 Noort, Annie van. Sidja speelt mee; tekeningen van C. Elzenga. Oegstgeest, Zen-
dingsbureau der Nederlandse Hervormde Kerk, 1966. 64 blz. Herdrukken: 2e druk
1966.
Vervolg van: Sidja, een meisje van Java (zie no. 1048).
Vindplaats: Ie druk BZO/KITLV cc 902 N; 2e druk Brinkman

Onverwacht krijgt Sidja buren. Haar grootmoeder is verbaasd: de familie houdt geen
selamatan als ze het nieuwe huis gaan bewonen. Ze begrijpt er niets van, tot ze
hoort dat ze christenen zijn. Op aandringen van Parta, de buurjongen, mag Sidja ook
naar school. Uit grootmoeders dorp komt familie vertellen dat ze de zoon van de
inmiddels overleden doekoen naar het (zendings)ziekenhuis hebben gebracht. Hij
wilde zijn vader opvolgen. Maar deze heeft hem nog voor zijn dood gewaarschuwd
en gezegd dat hij alleen doekoen moet worden als hij zeker weet dat het goed is. Hij
heeft zijn zoon aangeraden eerst te gaan praten met de dokter van het ziekenhuis.
Voor grootmoeder klinkt het bijna ongeloofwaardig, maar hiermee is haar angst voor
de nieuwe doekoen voorgoed weggenomen.

1099 Zeeuw JGzn., P. de. Het grote verdriet van Ambe'Roeroe; Een verhaal uit Toradja-land',
met tekeningen van Ben Horsthuis. Zeist, Gereformeerde Zendingsbond [in de
Nederlandse Hervormde Kerk], [1966]. 61 blz. Vervolg van: De toverdoos van
Ambe'Roeroe (zie no. 1095). Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 2386 N (fotokopie)

Omdat de heidense dorpspriester van Kanoeroean zo'n hekel heeft aan de christe-
nen die daar wonen, is hij tegen zijn zin naar kampong Büalang verhuisd. Hij laat de
tovenaar Kalondji met zijn vriend Tonjadji het zoontje van de christen geworden
messemaker Ambe'Roeroe ontvoeren. De losprijs die hij vraagt is de toverdoos
(bandrecorder). Ambe'Roeroe stemt hierin toe, maar bedenkt dat dominee Van Dijk
uit Rantepao aan dit apparaat heeft meebetaald. Dominee lacht de bezwaren weg en
zorgt ervoor dat Ambe'Roeroe zijn zoontje én de bandrecorder terugkrijgt.

1100 Beer, Ad P.M. de. De Scheepshal en de koningen van Borr, [met illustraties van Freek
van Vliet]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1967]. 152 blz. [Delta-reeks.] Vindplaats:
KITLV cc 1403 N

Avonturen van de scheepsjongen Reinboud van Utrecht, bijgenaamd de Scheepskat.


Aan boord van de 'Zeearend' doorkruist hij de Oriënt. Het schip zal als oorlogsbo-
dem bescherming bieden aan een konvooi van de Verenigde Oostindische Compag-
nie, op weg van Batavia naar Amsterdam. Zie ook no. 1113.
358 Geannoteerde bibliografie

1101 Kraay, Gerty en Tinie Visser. Indonesië. Purmerend, Muusses, [1967]. 24 blz., afbn.
[Serie 'Van Verre Landen'; deeltje 2.] Vindplaats: KTTLV qq 1424 N

Eenvoudig verhaaltje waarin het jongetje Amat die op het platteland van Java woont
vertelt over zijn dagelijkse belevenissen.

1102 Middelkoop, A. Tot ziens, Achmad; Van Hollandse jongens in Japanse tijd. 's-Graven-
hage, Voorhoeve, [1967]. 158 blz., afbn. Herdrukken: 2e druk [1968]. Vindplaats: Ie
druk BBJ/KITLV cc 914 N; 2e druk Brinkman

Als de Japanse troepen Sumatra binnenvallen moet ook de Hollandse zakenman


Verheul uit Medan als reservekapitein onder de wapenen komen. Zijn zoontje Hans
is nog een schooljongen die met zijn klasgenoten de wereldpolitiek bespreekt. Maar
hun klasgenootje Sachloel Simandjoentak houdt er een afwijkende mening op na en
blijkt een spion voor Japan te zijn. Hans is getuige van het bombardement op het
vliegveld van Medan en als hij de slachtoffers ziet heeft hij daar jaren later nog
angstdromen van.
Vóór de familie wordt geïnterneerd krijgen de bediende Achmad en de baboe Eba
extra geld toegestopt, maar ook de laatst gekomen kokkie en tuinjongen krijgen hun
deel en de levensmiddelen worden onder hen allen verdeeld. Moeder en de zusjes
gaan naar het vrouwenkamp. Hans moet naar het mannenkamp evenals zijn vriendje
Wim. Door hun vindingrijkheid leren de jongens allerlei afval opnieuw te gebruiken,
zoals lege klapperdoppen, conservenblikjes en oude spijkers. Naast het kamp zitten
de Nederlandse militairen gevangen, onder wie de vader van Hans. Hans ziet nog
kans om het Bijbeltje met daarin een brief van moeder aan vader te geven. Plotse-
ling wordt het kamp opgebroken en worden ze ver weg gevoerd naar een afgelegen
onderneming waar minder voedsel en vrijheid is voor de gevangenen. Ongemerkt
kunnen Hans en Wim naar Medan lopen om medicijnen te halen voor hun zwaar
zieke onderwijzer.
Het laatste kamp waar ze naar toe worden getransporteerd ligt in de rimboe; de
rantsoenen zijn sterk verminderd en medicijnen ontbreken. Het aantal doden neemt
toe en dat is nu juist de bedoeling van de Japanse bezetter. Ook maakt Hans nog
eens kennis met zijn klasgenoot Simandjoentak die nu openlijk als heiho met de
vijand samenwerkt en geniet van zijn macht tegenover de Europese gevangenen. Het
gezin Verheul is door een wonder gespaard gebleven, want zelfs vader die in Birma
aan de 'dodenspoorweg' moest werken, komt behouden terug. Achmad en Eba
komen de familie opzoeken en Achmad wil vader geld geven dat hij heeft
gespaard. Vader weigert, en moeder zegt dat hij daarvoor een fiets moet kopen
omdat zijn fiets destijds door de Japanners is gestolen. Begin maart 1946 vertrekt de
familie Verheul via Belawan naar Nederland. Veel bagage hebben ze niet, want al
hun bezittingen zijn door de Japanners gestolen, maar ze hebben zich nog nooit zo
rijk gevoeld.
In dit verhaal staan enkele onjuistheden. Zo wordt op blz. 14 Pearl Harbor gesitu-
eerd in de Philippijnen in plaats van op Hawaii. Op blz. 128 wordt de benaming hajo
gebruikt in plaats van heiho.
Geannoteerde bibliografie 359

U03 Norel, K[laas]. Zarco de zeevaarder, [omslag en tekeningen Dick de Wilde]. Amers-
foort, Roelofs van Goor, [1967]. 184 blz.
Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam
enz., Elsevier, [1979]. 183 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 1.]. Bevat lijst van
scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats: Ie druk KB/OBA; Herdruk
Brinkman

In 1487 vertrekt uit Lissabon de vloot van Bartholomeus Dias om de scheepsroute


naar Indië te ontdekken. Bevat een kort Indisch fragment over Java en de Molukken
en beschrijft de carrière van een Portugese boerenjongen die opklimt tot de rang van
kapitein.

1104 Berg, Phia van den. Oleng en Ateng; [geill. door Han Hehuat]. Delft, Meinema,
[1968]. 94 blz.
Herdrukken: 2e druk [1971].
Vindplaats: KITLV cc 292 N

Dagelijkse belevenissen in Nederland van twee Ambonese schooljongetjes uit een


militair milieu. Beschrijft de sfeer van de Molukse families in het kamp Schattenberg
bij Westerbork.

1105 Berg, Phia van den. Die vrinden van Bobbel; [illustraties van Corrie van der Baan].
Delft, Meinema, [1968]. 112 blz.
Herdrukken: 3e druk [1973].
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 3e druk KITLV cc 2066 N

Bevat een paar korte fragmenten over Nieuw-Guinea waar het gezin van een
Nederlandse landbouwdeskundige een paar jaar heeft gewoond.

1106 Dreckmeier, W. Suwarto en de toverstokjes; met tekeningen van Jenny Dalenoord.


Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1968. 38 blz. Herdrukken: 2e druk 1972.
Vindplaats: Ie druk BBJ/KITLV cc 277 N; 2e druk PB

De Indonesische schooljongen Suwarto komt met vakantie thuis van een zendings-
internaat. In de moestuin van zijn moeder ziet hij dat er aan de vier hoeken van de
tuin stokken in de grond staan, waaraan bundels gras en droge bladeren zijn
bevestigd. Die stokken moeten bescherming bieden tegen diefstal. Hoewel zijn
moeder christen is, hecht ze nog waarde aan de oeroude adat. Suwarto haalt de
stokken weg, want christenen gebruiken geen tovermiddelen. Als Suwarto ziek wordt,
haalt zijn bijgelovige moeder er een doekoen bij. Zijn vader kan niet tegen zijn
moeder op. Tenslotte vraagt Suwarto aan zijn vader om naar Pedro te gaan, een
goeroe die de toevlucht en vraagbaak is van alle christenen in het dorp.

1107 Dreux, Dick. De Stormvogel van Edam; met illustraties van Carl Hollander. Amster-
dam, De Arbeiderspers, 1968. 182 blz. [AP-Jeugdserie.] Vindplaats: BBJ
360 Geannoteerde bibliografie

Op een scheepswerf in Edam wordt ten tijde van de Verenigde Oost-Indische


Compagnie een nieuw type schip gebouwd, wat met tegenwerking gepaard gaat.
Uiteindelijk kan het schip toch het zeegat kiezen.

1108 Norel, K[laas]. Vuur onder de golven; omslag en tekeningen van Reint de Jonge.
Amersfoort, Roelofe van Goor, [1968]. 198 blz. Vindplaats: KTTLV cc 2502 N

Bevat fragmenten over Nieuw-Guinea. De HTS'er Wessel is technisch tekenaar bij


Rijkswaterstaat. Hij voelt zich gevangen in deze eentonige baan. Als hutbediende
gaat hij varen in het Caraïbisch gebied. Aan boord ontmoet hij Veerman, een
olieboormeester uit Venezuela. Op zijn aanraden solliciteert Wessel bij een olie-
maatschappij. Als assistent-boormeester vliegt Wessel met Veerman naar Nieuw-
Guinea. Via Biak en Sorong reizen ze naar het binnenland om proefboringen te
doen. De Ambonees Paulus is hun kokkie. Voor de Papoea's die later als hun gidsen
dienen heeft Veerman een doos spiegeltjes meegenomen.

1109 Van land tot land; Een bundel zendingsverhalen; [Eerste bundel; samengesteld door de
Publicatie Commissie van de Nederlandse Zendingsraad, Amsterdam. Kampen, Kok,
1968. 112 blz., afbn.
Bevat verhalen uit Indonesië: 'Een, twee, drie, vergeet mij niet' door G. Gilhuis-
Smitskamp; 'De moeilijke opdracht' door F.C. Kamma; 'Pieter komt thuis' door HJ.
Teutscher; 'De kali bandjirt (de rivier stroomt over)' door Janny Sierat-de Jong.
Vindplaats: BZO

Het eerste verhaaltje speelt op Java, de andere op Irian Barat, vroeger Nederlands
Nieuw-Guinea.
'Een, twee, drie, vergeet mij niet'. Het pinksterfeest van Javaanse christenen in een
dorpsschool die als kerkje dienst doet. Twee Javaanse dominees en een Nederlandse
dominee leiden een doopdienst waarbij honderden mensen worden gedoopt,
volwassenen en kinderen.
'De moeilijke opdracht'. Drie Papoeajongens uit het kustdorp Arefi aan Straat
Dampier steken in hun kleine prauw deze gevaarlijke zeestraat over om aan de
goeroe van Jenbekwan kaarsen te brengen voor het kerstfeest.
'Pieter komt thuis'. De Papoeajongen Pieter gaat met twee klasgenoten van de
evangelistenschool in Ransiki op weg om rotan te kopen voor het vlechten van
manden. Ze komen in het dorp van Pieter, wiens verbaasde vader hen in zijn hut
ontvangt, 's Nachts, als zijn twee klasgenoten al slapen, vertelt zijn vader over de tijd
dat Pieter nog een klein ventje was. Met zijn ouders woonde hij in het dorp Irai bij
de Anggimeren (in het oosten van de Vogelkop). Japanse militairen staken de
huizen in brand en de bewoners vluchtten het bos in. Na de Japanse bezetting stierf
Pieters moeder die door een vijandelijke stam werd vergiftigd. Pieter werd door een
oom uit Ransiki meegenomen die hem een thuis gaf en voor zijn schoolopleiding
zorgde.
'De kali bandjirt'. De Bergpapoea Seppie gaat met zijn vader, die chauffeur is van de
plaatselijke arts, naar het doktershuis. Ze halen de dokter op en gaan gedrieën met
de jeep een zieke baby ophalen in het huis van de goeroe. De rivier die ze moeten
oversteken is buiten zijn oevers getreden. De brug is weggeslagen door het kolkende
water. Van de slingerplanten, die langs de hoge bomen hangen, knopen Seppie en
zijn vader een kabel die ze over de rivier spannen. Voor de baby wordt van takken
Geannoteerde bibliografie 361

een draagbaar gevlochten en onder grote inspanning schuift Seppie de kostbare


lading over de woeste rivier. Vader en zoon nemen de draagbaar tussen hen in en
spoeden zich door het bos. Ze halen op tijd het vliegtuig dat de baby naar het
ziekenhuis brengt.

1110 Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-van Heemskerk]. Om en bij de kleine anglo; met
een inleiding van Tjalie Robinson [ps. van JJ.Th. Boon]. 's-Gravenhage, Tong Tong,
[1968]. VIII, 97 blz. [Moesson-reeks.] Vindplaats: KITLV cc 190 N

Herinneringen aan een zorgeloze jeugd van een meisje uit een Indo-Europees
milieu. Ze groeit op in de Vorstenlanden (Djokjakarta) waar haar vader eigenaar is
van een zeepfabriek. Van haar kindermeid, baboe Gemoek, hoort zij allerlei
sprookjesachtige verhalen uit de Indonesische godenwereld. Een Indisch meisje
-juffrouw Jetje - houdt toezicht op de kinderen en de bedienden. Ze is een meisje
van Pa van der Steur (zie noot bij no. 0768).
Het gezin is bevriend met de plaatselijke regentsfamilie die hen regelmatig uitnodigt,
bijvoorbeeld voor het bijwonen van een wajangvoorstelling. Op de traditionele
Nieuwjaarsreceptie van de gouverneur zien ze de sultan van Djokjakarta en zijn
echtgenote in de gouden koets hun opwachting komen maken. In de vakanties zijn
er logeerpartijen bij familie op een theeonderneming in de Soendalanden (West-
Java). Het leven van alledag wordt nu en dan onderbroken door uitjes naar de
'soos', het centrum van feestelijkheden in de sultansstad, of de paardenraces. Tijdens
de malaise van de dertiger jaren is het gezin genoodzaakt te verhuizen en worden de
poorten van het kinderparadijs voorgoed gesloten. Eerder verschenen in het dagblad
'Het Vaderland', 1968.

1111 Wilkeshuis, C. Hollanders op Korea; Een historisch verhaal; [omslag en illustraties van
Freek van Vliet]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1968]. 130 blz. [Delta-pocket.]
Vindplaats: KITLV cc 1216 N

Historisch verhaal over de schipbreuk van 'De Sperwer' die op weg is van Batavia
naar Nagasaki. Bevat een kort Indisch fragment.
Zie over dit onderwerp ook: G.K. Dreijer. De ondergang van 'De Sperwer' (no. 0838)
en A.G. Eggebeen. De boekhouder van de Oost Indische Compagnie (no. 1126).

1112 Woldendorp, H[enk]. Permenas' grote reis; met tekeningen van Jenny Dalenoord.
Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1968. 46 blz. Vindplaats: KITLV cc 271
N

Op Booteiland - een eilandje in de Ceramzee dichtbij het vasteland van Irian Barat
-woont de christelijke Papoeaschooljongen Permenas. In de kerk kondigt de goeroe
aan dat er in Gam, op het eiland Misool, voor het eerst een groot pinksterfeest zal
worden gevierd. Iedereen moet iets eet- of bruikbaars meenemen dat op het feest
wordt verkocht. Het geld is bestemd voor de kerk. Van Booteiland is het per prauw
drie dagen varen naar Gam. Met zijn ouders en zijn vriendje Kaleb gaat Permenas er
ook heen. Na de openluchtsamenkomst volgt de lélang van de meegenomen
goederen. Permenas en Kaleb hebben een senat (vloermat) gemaakt die het
eigendom wordt van de goeroe van Gam.
362 Geannoteerde bibliografie

1113 Beer, Ad P.M. de. De Scheepskat in Japan; [met illustraties van Freek van Vliet;
omslag van H.W. Rutgers]. 's-Gravenhage enz., Van Goor, [1969]. 144 blz. [Delta-
pocket.]
Vindplaats: KITLV cc 1160 N

Bevat een Indisch fragment en speelt ten tijde van de Verenigde Oostindische
Compagnie. Reinboud van Utrecht, alias Boudje de Kater (de Scheepskat) vaart als
matroos met de 'Zeearend' uit om de Hollandse handelsvloot te beschermen tegen
de Chinese zeeschuimer Tai-Ming. Zie ook no. 1100.

1114 Breda, Ans van [Johanna Thieme-van Breda]. Het meisje van Java; [omslag van
Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1969]. 192
blz. [Witte Raven-pocket; no. S 125.]
Herdrukken: Eerder verschenen als Das Madchen aus Java. Uit het Duits vertaald
door Johan de Vries.
Vindplaats: KITLV cc 307 N

Een speurdersroman die zich aan boord van het passagiersschip 'Boroboedoer'
afspeelt dat op weg is van Tandjong Priok naar Nederland. Als de boot de haven van
Belawan heeft verlaten duikt er geregeld een 'blinde passagier' op die belang heeft
bij aandelen en een patent van een rubbermaatschappij.

1115 Brunet, Beata. Als de krekels sjlrpen; [omslag en illustraties van Herson [ps. van
H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1969]. 172 blz.
Herdrukken: Herdruk [1979]. 168 blz., ill. [Witte Raven-pockets; M 440.].
Vindplaats: PB

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland en Frankrijk. Annette is de dochter


van een Nederlandse planter uit Java. Met haar Javaanse moeder heeft ze buiten
het Japanse kamp als Javaanse geleefd. Haar vader heeft in Birma krijgsgevangen
gezeten. Na de oorlog zijn haar ouders overleden. Annette gaat met een vriend van
haar vader naar Nederland. Hij is na de oorlog uit Nederland naar Java
teruggegaan. Hij neemt Annette mee naar Europa.

1116 Haas-Westerkamp, M. de. Victoria vaart over; met illustraties van L. Bombeeck-
Landzaat. Nijkerk, Callenbach, [1969]. 125 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten over het gezin van een Hollandse rubberplanter die uit
Indonesië naar Nederland is gerepatrieerd en geen geschikt werk kan vinden. Helaas
moet hij genoegen nemen met een kantoorbaan in een groot warenhuis. Hij mist de
vrije natuur en vindt het vreselijk de hele dag opgesloten te zitten. Bovendien kan
zijn gezin ternauwernood rondkomen van zijn salaris. Op aanraden van een goede
vriend emigreert het gezin naar Nieuw-Zeeland.
Geannoteerde bibliografie 363

1117 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. De menseneter van Tjarinti; [omslag en illustraties
van The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1969]. 126 blz. Bevat een
verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 272 N

Een verhaal uit midden Oost-Sumatra, waar de Indonesische student Timo Hanak
met de boot over de Indragiririvier in Rengat aankomt. Hij is met vakantie uit Java
gekomen, waar hij op de bestuursschool zit. Zijn oude schoolvriend Hasim, die bij de
douane is, haalt hem af. Met zijn jeep brengt hij Timo naar zijn ouders in Tjarinti.
Het is een lange, eenzame rit door oerwoud en duisternis. Onderweg verschijnt
plotseling in het felle licht van de koplampen een reusachtige tijger die een menselij-
ke prooi over de weg sleept... Dit wordt het begin van een bloedstollend avontuur
dat Timo met zijn oude vriend, de jager en spoorzoeker Pak Pusut, gaat beleven. De
tijger heeft al meer dan achtendertig mensen overvallen en gedood. De beloning die
door de regering is uitgeloofd voor het uitschakelen van de beruchte menseneter
deelt Timo met Pak Pusut, zijn oude vriend en leermeester.
Met grote kennis en liefde geeft de schrijver een indringend beeld van het dierenle-
ven in de tropische wildernis: rivier en oerwoud.

1118 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. Verhaal voor Subandï, [omslag en illustraties van
The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1969]. 142 blz. Vervolgd als:
Nieuw verhaal voor Subandi (zie no. 1127). Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV cc 276 N

Spontane vriendschap tussen de Javaanse jongen Subandi, wiens vader krani is op


een suikerfabriek op Oost-Java, en de Hollandse jongen Mart. Diens vader is
administrateur van de suikerplantage. Met hun katapult stropen ze de omgeving af
en zwerven ze door de riettuinen. Ze worden door de oude kokkie Umar bang
gemaakt als ze hen waarschuwt niet over de rand van de waterput te kijken, want
daar huist de gandruwoh (groot zwart spook dat kindervlees eet). Mart is verbaasd
als Subandi een reusachtige waringin aanspreekt met 'Goedendag, grootvader',
alvorens iets te ondernemen. In deze oeroude boom huist een goede wijze geest
die over alles en iedereen waakt.
Het jagen op een duif brengt hen bij de oude hadji Salim. De jongens schrikken
hevig als ze zien hoe een python zijn witte geitje heeft verorberd. Nog spannender is
het als ze de panter ontdekken die de omgeving onveilig maakt. Door de volwasse-
nen wordt jacht op het dier gemaakt, maar door het medelijden van Subandi en
Mart wordt het leven van de matjan tutul gespaard: ze wordt met haar jongen naar
een dierentuin overgebracht.

1119 Norel, K[laas]. Krojoto's wonderbare reis; illustraties van L. Hengeveld-Beks. Nijkerk,
Callenbach, [1969]. 53 blz.
Bevat een toelichting op enkele gebruikte woorden.
Vindplaats: KITLV cc 1076 N

Door de komst van een watervliegtuigje verandert het leven van een groep Bos-
papoea's. Het brengt hen in contact met de Vitmensen', onder wie een zendeling die
hun zieken verzorgt. Om een weg naar hun dorpje aan te leggen moeten er bomen
364 Geannoteerde bibliografie

worden gekapt. Ze staan verbaasd over het gereedschap en de machine, een ijzeren
monster dat onder luid gegrom de bomen stuk bijt!
Wanneer de kleine Papoeajongen Krojoto een ongeluk overkomt, wordt hij per
vliegtuig naar het hospitaal vervoerd. Hij waant zich nu al in de hemel en wil
eigenlijk niet meer naar zijn dorpje terug.

1120 Sluis, Corinne van. Prinses Morgenster en andere Indische sprookjes; geschreven en
geïllustreerd door -. Amsterdam enz., Agon Hsevier, 1969. 243 blz. Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 212 N

Deze nog nooit in boekvorm verschenen sprookjes werden opgetekend in de tijd dat
de schrijfster haar jeugdjaren doorbracht op de koffie-onderneming van haar vader,
gelegen op de hellingen van de vulkaan Merbaboe op Midden-Java. Uit de mond
van vertellers en vertelsters - plantagebedienden van haar vader - hoorde zij wondere
verhalen over betoverde prinsen en prinsessen, heksen en feeën.

1121 Van land tot land; Een bundel zendingsverhalen; Tweede bundel', [samengesteld door
de Publicatie Commissie van de Nederlandse Zendingsraad, Amsterdam]. Kampen,
Kok, 1969. 123 blz., afbn.
Herdrukken: 2e druk 1971.
Bevat twee verhalen uit Indonesië: 'Het examen van Yok en Yoram' door Phia van
de[n] Berg en 'Guna-Guna (zwarte kunst)' door H. Goudswaard. Het eerste verhaal
is herdrukt, zie no. 1149.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk BZO

'Het examen van Yok en Yoram'. Op het eiland Japen (Irian Jaya) hebben twee
vriendjes, Yok en Yoram, uit Ambokari examen gedaan voor de vervolgschool. Yok
dreigt het slachtoffer te worden van een jarenlange vete binnen zijn dorpsgemeen-
schap, die onderling verdeeld is over de houding en de huisvesting van de goeroe die
ook hun dominee is. Onopvallend verdwijnt Yoram naar de hoofdinspecteur van
onderwijs die er voor zorgt dat de goeroe niet wordt afgeranseld en dat de vrede
wordt getekend.
'Guna-Guna (zwarte kunst)'. Papoeajongens van de opleidingsschool voor dorps-
onderwijzers in Fakfak (Irian Jaya) zien op hun internaatsterrein een haveloos
Papoeamannetje met een cent over zijn ogen wrijven; hij laat het geldstuk daarna
met een plechtig gebaar op de grond vallen. Hij heeft een besmettelijke oogziekte en
de kruiden die hij heeft gebruikt helpen niet. Hij gelooft nu stellig dat iemand die de
cent opraapt waarmee hij over zijn ogen heeft gestreken zijn oogziekte zal krijgen,
zodat hij zelf beter wordt. De dienstdoende onderwijzer maakt de angstige jongens
duidelijk dat dit niets heeft te maken met zwarte kunst. Alleen de ziektekiemen die
aan de cent kleven, kunnen de oogziekte overbrengen.

1122 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko en de witte man; [omslagillustratie van Ben
Horsthuis en tekeningen van de schrijfster]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1969].
107 blz.
Vervolgd als: Tekko in het vreemde dorp (zie no. 1134).
Vindplaats: KITLV cc 1003 N
Geannoteerde bibliografie 365

Met zijn ernstig zieke zusje vlucht de Papoeajongen Tekko uit zijn dorp. De kruiden
van de tovenaar-medicijnman Wemale hebben niet geholpen. Hij vraagt hulp aan de
Svitte tovenaar', een Nederlandse zendeling-arts, dokter Hunting. Door zijn vader en
een groepje mannen wordt Tekko achtervolgd. Zijn vader eist zijn twee kinderen
onmiddellijk op, maar alleen Tekko gaat met hem mee. Het zusje wordt door de
zendeling-arts teruggebracht als ze genezen is. Wemale, de tovenaar, is woest omdat
zijn macht wordt ondermijnd. Hij beveelt een groots feest aan te richten met
gebraden varkens en dansende mannen om zo de geest van de witte man te kunnen
verdrijven. Van nu af aan wordt het dorp bewaakt, zodat dokter Hunting geen kans
krijgt om binnen te komen. Doet hij dat toch, dan zal Wemale hem eigenhandig
pijlen en ook het zusje van Tekko! Door zijn Papoeaverpleger Ano met het zusje
van Tekko vooruit te sturen, lukt het de zendeling ongezien het dorp binnen te gaan.
Hij geneest Tani, het zoontje van het dorpshoofd Graniki, die ook geen baat heeft
gevonden bij de kruiden van Wemale. Bovendien eiste Wemale telkens een varken
voor zijn moeite. Als Wemale toch dokter Hunting in het dorp ziet, probeert hij hem
en zijn verpleger Ano uit de weg te ruimen. Tekko heeft zijn plan doorzien en kan
voorkomen dat ze worden vergiftigd.

1123 Zanen, Hilletje van. Tmi en Tomi; verteld door - bij plaatjes van Mieke S.D.; met
een nawoord van J. Blommendaal. Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1969. 40
blz.
Herdrukken: 2e druk 1972.
Vindplaats: Ie druk BZO; 2e druk KITLV qq 1722 N

Uit het leven van alledag van twee Papoeakinderen in West-Irian.

1124 Bosma, Nanne J. Tochtgenoten; met illustraties van H.H. Prahl. Nijkerk, Callenbach,
[1970]. 188 blz., krt. Vindplaats: KITLV cc 1149 N

Een historisch verhaal uit 1665 waarin fragmenten over de VOC voorkomen. Twee
Rotterdamse weesjongens bevaren de wereldzeeën: Jacob in dienst van de West-
Indische Compagnie; zijn broer Arie beleeft een lange en gevaarlijke thuisreis aan
boord van de Oostindiëvaarder 'Rijzende Zon'.
In zijn nawoord vermeldt de schrijver dat hij voor bovengenoemd verhaal veel
bijzonderheden heeft ontleend aan het reisjournaal van de scheepschirurgijn Wouter
Schouten, Oost-Indische Voyagie. Amsterdam, J. Meurs en J. van Someren, 1676. 2
delen in één band.

1125 Brunet, Beata. Parasol en klamboe; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]].
Hoorn, Uitgeverij 'West-Friesland', [1970]. 159 blz. [Witte Raven-pocket; no. S 190.]
Vindplaats: KITLV cc 270 N

Bij het opruimen van haar koffers vindt een grootmoeder van over de tachtig haar
dagboek terug dat dateert van rond de eeuwwisseling. Ze beschrijft daarin haar leven
als zestienjarig meisje uit een residentsfamilie op Oost-Java. Het dagboek eindigt bij
haar negentiende jaar wanneer ze is getrouwd met een officier uit het Indische leger.
Het geheel roept de sfeer op van 'tempo doeloe'. Grootmoeder woont intussen al
366 Geannoteerde bibliografie

lang in Nederland en stuurt het dagboek naar haar kleindochter die belangstelling
heeft voor het oude Nederlands-Indië.

1126 Eggebeen, A.G. De boekhouder van de Oost Indische Compagnie; Een historisch
verhaal naar gegevens van het scheepsjournaal (1653-1666) van Hendrik Hamel,
boekhouder van de Oost Indische Compagnie. Vianen, Uitgeverij 'De Banier', [1970].
96 blz., afbn., fac., prt. [Banier Pocketboeken voor de Jeugd.] Vindplaats: KITLV cc
1645 N

Bevat een Indisch fragment en beschrijft de schipbreuk van 'De Sperwer' bij de
Koreaanse kust. Op 18 juni 1653 was dit schip uit Batavia vertrokken naar Japan in
opdracht van de Oost-Indische Compagnie. Een deel van de bemanning overleeft de
ramp en wordt ruim dertien jaar gevangen gehouden in Korea, totdat een aantal van
hen kans ziet naar Japan te ontsnappen.
Dit verhaal is gebaseerd op het oorspronkelijke reisjournaal van Hendrik Hamel,
afkomstig uit Gorcum, dat in Rotterdam werd gedrukt en uitgegeven door Johannes
Stichter in 1668.

1127 Maran, Tim [ps. van A.L. Schilling]. Nieuw verhaal voor Subandi; [omslag en
illustraties van The Tjong Khing]. Blaricum, Bigot & Van Rossum, [1970]. 171 blz.
Vervolg van: Verhaal voor Subandi (zie no. 1118). Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV cc 275 N

De natte moesson, de regentijd, is aangebroken waardoor Mart en Subandi niet veel


kunnen uitrichten. De woest kolkende kali kan hen niet weerhouden om op een
ronddrijvende pisangstam te klimmen. Al direct gaan ze kopje-onder en worden in
dolle vaart meegesleurd. Hun hulpgeroep wordt gehoord door een zonderlinge figuur
die bij het Chinese kerkhof bivakkeert. Hij spreekt geen woord, maar wijst hen wel
de weg terug naar huis.
Als de lang verwachte bandjir losbreekt worden alle kampongbewoners met hun vee
op het terrein van de suikerfabriek ondergebracht. Subandi komt met zijn moeder en
zusje bij Mart logeren. Kokkie Umar vertelt 's avonds een griezelgeschiedenis over
een rijke Chinees die door hard werken zijn rijstpellerij tot grote bloei heeft
gebracht. Zijn enige zoon brengt hem geen geluk. Als hij dood wordt thuisgebracht
laat hij zoveel schulden na dat ook zijn vader kort daarop overlijdt. Nu waart zijn
geest als een vals spook over het Chinese kerkhof.
Ondertussen zijn er in de kampong allerlei kostbare zaken gestolen, zoals gouden
sierspelden, Djokjasarongs en een koperen sirihstel dat pusaka is van de vrouw van
het dorpshoofd. Later blijkt de dief de zonderlinge man bij het Chinese kerkhof te
zijn. Hij komt van het eiland Madura en heeft daar een naar leven achter de rug van
pesterijen omdat hij door zijn halve tong niet goed kan praten. Als hij wordt
vrijgesproken krijgt hij een selamatan voor zijn nieuwe huisje en werk op de
suikerplantage, maar ook een Javaanse naam: Ingih hetgeen 'Ja' betekent. Bevat een
kantjilverhaaltje.

1128 Norel, K[laas]. Spion of pionier, [met l illustratie van Reint de Jonge]. Amsterdam,
Deltos Elsevier, [1970]. 212 blz.
Geannoteerde bibliografie 367

Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam
enz., Elsevier, [1979]. 208 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 2.]. Bevat een lijst
van scheepstermen en vreemde woorden. Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk
KITLV cc 1167 N

In 1581 wordt de Enkhuizer jongen Pieter Gerrits naar Lissabon uitgezonden door
de reder/koopman 'sinjeur' Semeyns, de geneesheer/regent Maelson en de karto-
graaf/zeevaartkundige Lucas Jansz. Wagenaar. Onder valse naam monstert Pieter
aan op een Portugese Oostindiëvaarder om de handelsroute naar het Verre Oosten
te verkennen. Zeven jaar is hij onderweg naar factorijen in India, Ceylon, Malakka,
de Molukken en China. Met gevaar voor eigen leven keert Pieter met aantekeningen
en kaarten terug in Enkhuizen.
In het hoofdstuk 'Naar de specerij-eilanden' staan een paar korte fragmenten over
Bantam en Lontor.

1129 Norel, K[laas]. Secretaris op de vloot van Houtman; [omslag en illustraties van Reint
de Jonge]. [Amsterdam], Deltos Elsevier, 1970. 180 blz.
Herdrukken: Herdruk [met een omslagontwerp van Freek van Vliet]. Amsterdam
enz., Elsevier, [1979]. 176 blz. [Zeevaarders en Kooplieden; deel 3.]. Bevat een lijst
van scheepstermen en uitheemse woorden. Vindplaats: Ie druk KITLV cc 1271 N;
Herdruk KB/SH

Pieter Gerrits, die in dienst van de Portugezen al eerder in Indië is geweest, gaat in
1595 met opperkoopman Cornelis de Houtman mee op diens eerste reis naar de
Oost voor de Compagnie van Verre. Met behulp van Portugese kaarten wordt de
vaste route verkend.

1130 Riphagen-Hamoen, Bep. God is toch liefde; omslag en illustraties Anneke J. Abma.
Zeist, Gereformeerde Zendingsbond in de Ned[erlandse] Hervormde Kerk, [c. 1970].
55 blz.
Vindplaats: KITLV q 3945 N (fotokopie)

In de omgeving van Rantepao in Toradjaland (Midden-Celebes) zijn Tuti en haar


jongere broertje Rante alleen achtergebleven. Hun ouders zijn na een begrafenis-
feest niet teruggekeerd. Een buurman eigent zich Rante toe als karbouwenhoeder.
Hij krijgt meer slaag dan eten. Tuti is gaan zwerven. Een oude marktkoopvrouw
zorgt dat ze in een christelijk weeshuis wordt opgenomen. Daar krijgt Tuti te horen
dat haar moeder in het ziekenhuis ligt. Op de terugreis van het begrafenisfeest is
haar vader verongelukt. Wanneer Tuti's moeder is hersteld keert ze met haar twee
kinderen terug naar huis en komt de oude marktkoopvrouw bij hen wonen.

B
Rutgers van der Loeff, An. Wrak onder water, 1970. Zie no. 1152

1131 De scheepsjongens van Bontekoe. Amsterdam, Nederlandse Rotogravure Mij, [c.


1970]. 64 blz. [Televisie Favorieten; no. 3.]
Vindplaats: KITLV cc 329 N+

Stripverhaal naar het gelijknamige boek van Johan Fabricius (zie no. 0375).
368 Geannoteerde bibliografie

1132 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Het leven van Beraja; Twaalf korte zendingsverhalen;
omslag en illustraties van de schrijfster. Uitgave [van de] Zending Gereformeerde
Gemeenten. [Rotterdam, Drukkerij Tupos], [c. 1970]. 52 blz. Vindplaats: KITLV cc
2390 N

Alle twaalf verhaaltjes zijn gesitueerd in Nieuw-Guinea (Irian Barat) waar Papoea's
-kinderen en volwassenen - een innerlijke strijd voeren om het oude bijgeloof los te
laten en zich open te stellen voor het evangelie.

1133 Blauwere, Frank. De witte Papoea; [band en illustraties van Edwig Goyvaerts].
Hasselt, Heideland-Orbis/Heerlen, Zuider Boekcentrale, [1971]. 80 blz., krtn. [Het
Fonteintje.]
Vindplaats: KITLV cc 2411 N (fotokopie)

Twee Belgen, een journalist en een cineast, reizen met een etnoloog naar het
Carstenszgebergte in Nieuw-Guinea om de rituelen vast te leggen van een groep
Dwergpapoea's, de Amoehoepi's. Onderweg bij een bivak wordt de cineast opge-
schrikt door een wilde blanke man die een speer naar hem gooit. Tijdens een
stammenoorlog van Amoehoepi's en Kagana's duikt deze blanke wilde opnieuw op.
Hij blijkt een piloot uit Nieuw-Zeeland te zijn die met zijn toeristenvliegtuigje boven
Nieuw-Guinea een noodlanding heeft gemaakt. Niet alleen de hevige shock, maar
ook het leven als wilde in een gevaarlijk en onbekend land heeft hem in deze
deplorabele toestand gebracht.

1134 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko in het vreemde dorp; [omslagillustratie van
Dubbelman en tekeningen van de schrijfster]. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1971].
101 blz.
Vervolg van: Tekko en de witte man (zie no. 1122).
Vervolgd als: Tekko komt terug (zie no. 1137).
Vindplaats: KITLV cc 1002 N

Wemale, de tovenaar-medicijnman, heeft wraak genomen: hij heeft Jaïra, het zusje
van Tekko, vergiftigd. Ondanks de komst van de Nederlandse zendelingsarts, dokter
Hunting, is de invloed van Wemale gebleven. Op een feestmaal deelt Wemale mee
dat de geesten van de voorouders vertoornd zijn op de witte man. Hij deelt aan de
mannen stukken boomschors uit waarop zij moeten kauwen. Het sap dat in de schors
zit veroorzaakt een ontembare wildheid. Wemale wil namelijk Tekko en zijn ouders
laten pijlen. Bijtijds kunnen zij ontsnappen naar een nabijgelegen dorp, waar de
bewoners het christelijk geloof hebben aangenomen. Ze vertellen Tekko dat de
zendingsarts met verlof is naar zijn vaderland. Op aandringen van het christen
geworden meisje Marindajo doet Tekko afstand van zijn amulet, een snoer varkens-
tanden.
Als Ano, de Papoeaverpleger, in het dorp patiënten bezoekt, mag Tekko met hem
mee naar de zendingsarts. Ruim een jaar verblijft Tekko bij de pendita, gaat naar
school en leert 's avonds in de Bijbelklas. Hij mag bij Ano wonen. Tekko rekent er
op eens naar zijn geboortedorp terug te keren. Maar zolang Wemale daar de dienst
uitmaakt, blijft dit een gevaarlijke zaak. Op een dag komen het dorpshoofd Graniki
en zijn zoon Tani, Tekko's vriend, bij de zendeling. Ze vertellen dat de tovenaar
Wemale is gestorven.
Geannoteerde bibliografie 369

1135 Last, Jef. Tjoebek in het Ttjgerbos; Avonturen van twee Balische jongens; [omslag en
illustraties van Frans Mettes]. Naarden, Strengholt, 1972. 156 blz..
Vervolg van: ƒ Bontot en I Koese door Udeyana Pandji Tisna en Jef Last (zie no.
1043).
Vindplaats: KITLV cc 330 N

Twee vrienden, Bontot en Koese, ontmoeten een groepje Javaanse padvinders uit
Madioen die op Bali de nationale feestdag van de Republiek Indonesië (17 augus-
tus) komen meevieren. Ze gaan met de padvinders mee op hun trektocht. Bij het
kampvuur luisteren ze geboeid naar een kantjilverhaal dat wordt verteld door een
wonderlijke jongen, Tjoebek genaamd, die in dit gebied woont en daar een oude
tijger als 'huisdier' verzorgt.

1136 Ruyter, Jan de. Dammes' avonturen op de wereldzeeën; Scheepsmaat in Oost en West.
Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1972]. 188 blz., krtn. [Scheepsmaat-serie; no. 2.]
Vindplaats: KITLV cc 1268 N

Dammes is de veertienjarige zoon van een Texelse vuurtorenwachter die met alle
geweld naar zee wil. Als scheepsjongen zeilt Dammes in augustus 1658 met het
VOC-schip 'Baarn' naar Indië. Bij de Spaanse kust wordt het schip overvallen door
Algerijnse zeerovers. Gehavend moet het terugkeren naar Nederland waar het wordt
hersteld in Goeree.
In december kan de 'Baarn' opnieuw uitvaren richting Kaap de Goede Hoop en
daarna Batavia, waar in maart 1659 kruidnagelen en andere specerijen worden
ingenomen. Een brand echter verwoest de 'Baarn'. Er zijn veel slachtoffers en met
moeite weet Dammes zijn leven te redden. Hij wordt nu op de 'Nieuw Hoorn'
geplaatst, een groter schip onder bevel van Theodor van Diemen. Aan boord heerst
een slechte sfeer en de reis gaat niet zoals gedacht naar de Kaap, maar met een
geheime opdracht van de VOC naar Formosa en Japan om handelsbetrekkingen aan
te knopen. Op weg wordt de 'Nieuw Hoorn' verrast door een tropische orkaan en
het overleeft het natuurgeweld niet. Dammes en zijn maatje Gompert worden bijtijds
in een sloep gehesen. Dagenlang drijven ze rond onder een brandend hete zon, zonder
drinkwater en voedsel. Er zijn veel doden. De overlevenden worden opgepikt door
het fregat 'Heivoet' dat op weg is naar Batavia. Op 20 mei 1659 gaan Dammes en
Gompert met een retourvloot richting Holland aan boord van de 'Reyger'. Bij
Padang zien ze een zwarte rookkolom. Gompert legt aan Dammes uit dat daar de
VOC bezig is landerijen plat te branden om haar handelsmonopolie veilig te stellen
en zo concurrerende buitenlanders te weren. Plantages worden in brand gestoken en
de bevolking die zich er tegen verzet wordt gedood. Soms worden hele dorpen
weggevaagd. Ook scheepsvolk van een toevallig binnenlopend schip of van een
afgemeerd schip wordt vaak gedwongen aan zo'n hongitocht deel te nemen.
De reis loopt via Colombo naar de Kaap, waar op 27 juli 1659 de ankers worden
gelicht. Bij een bocht loopt de 'Reyger' vast voor de Afrikaanse kust. In plaats van
regelrecht naar Holland te varen komen Dammes en Gompert terecht op een
ogenschijnlijk keurig Nederlands koopvaardijschip. De kapitein is een berucht
slavenhandelaar die negers van de Afrikaanse kust weghaalt en ze zonder eten en
drinken in een veel te klein scheepsruim bergt. Hij brengt ze naar de overkant van
de oceaan waar hij hen voor veel geld aan plantagebezitters verkoopt. Het wordt een
gruwelijke tocht en met een grote omweg komen Dammes en Gompert na bijna drie
jaar terug in hun vaderland.
370 Geannoteerde bibliografie

1137 Vogelaar-van Amersfoort, Alie. Tekko komt terug; [geïllustreerd door de schrijfster].
Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1972]. 97 blz. Vervolg van: Tekko in het vreemde
dorp (zie no. 1134). Vindplaats: KITLV cc 1004 N

Na de dood van Wemale wordt er geen nieuwe tovenaar-medicijnman gekozen. Tani,


de zoon van het dorpshoofd Graniki, vraagt Tekko met de zendingsarts dokter
Hunting naar zijn dorp te komen, waar een schoolhut is gebouwd en een woonhut
voor Tekko en zijn ouders. Intussen heeft Tekko bij dokter Hunting zoveel geleerd,
dat hij nu zijn eigen dorp kan onderwijzen en ook de zieken kan verzorgen. Het
wordt een zware taak, temeer daar Kroesoto - een leerling van de overleden
tovenaar Wemale - het op zijn leven heeft gemunt. Kroesoto had graag de plaats van
Wemale willen innemen. Nu is Tekko het middelpunt en zijn medicijnen hebben een
goede uitwerking.
Het nieuwe dorpshoofd wordt Tani, die zijn oog heeft laten vallen op het meisje
Beraja. Maar ook Stroeboko, die al twee vrouwen bezit, wil Beraja tot zijn vrouw.
Door tussenkomst van Tekko stemt Stroeboko er mee in dat Beraja Tani's vrouw
wordt. Hoewel Stroeboko op het punt staat om christen te worden, kan hij zijn twee
vrouwen behouden, want dat was al van vóór die tijd. Hij mag er niet één van
wegsturen.
Kulene, een man van het dorp, houdt Kroesoto voortdurend in de gaten. Hij weet
dat Kroesoto boordevol haat zit tegenover Tekko. Op een onverwacht ogenblik
schiet Kroesoto een giftige pijl op Tekko af, die zijn doel mist. Bij een tweede
poging raakt Tekko zwaar gewond. Kulene slaat Kroesoto dood en samen met Tani
brengt hij Tekko naar het dorp van de zendingsarts, dokter Hunting. Daar ziet
Tekko het meisje Marindajo terug. Ze wordt door dokter Hunting opgeleid tot
verpleegster. Ze heeft er indertijd bij Tekko op aangedrongen zijn amulet weg te
doen.
Als Tekko hersteld is keert hij naar zijn dorp terug, waar tot zijn grote verrassing
een echte kerk is gebouwd. Bij de kerk ligt een stapel hout en veel mensen komen
daar omheen staan. Het hout wordt in brand gestoken. Op een dorpsvergadering
heeft Tani verteld over het nieuwe leven. De mannen hebben toen besloten alles van
hun oude leven op te ruimen. Als eerste gooit Tani zijn amulet in het vuur, daarna
volgt Kulene met varkensstaarten en een zwart gerookte mensenschedel. Eén voor
één gooien de dorpelingen hun afgoden in het vuur: stenen, amuletten, stukjes pijl,
schedels en haar van overwonnen vijanden. Niet lang daarna komt de zendingsarts
dokter Hunting naar het dorp omdat Tekko gaat trouwen met Marindajo. Maar
eerst heeft dokter Hunting nog de ouders van het meisje moeten ompraten omdat
Tekko van een ander dorp is. Bovendien had Tekko geen bruidsschat. Dat is nu
allemaal geregeld. Tegelijkertijd wordt ook het huwelijk van Tani met Beraja
voltrokken. Het nieuwe leven brengt andere regels. Vroeger ging de vrouw bij haar
man wonen als de bruidsschat was betaald. Nu gaan ze eerst naar de kerk om
gezamenlijk te bidden.

1138 Brunet, Beata. In de lijnen van haar hand; [omslag van Herson [ps. van H.G.M.
Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1973]. 160 blz. [Witte Raven-
pockets; no. S 232.]
Geannoteerde bibliografie 371

Vindplaats: KITLV cc 815 N

Huwelijksproblematiek van een op Java geboren Hollandse vrouw uit een officiers-
milieu. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is ze met haar man en
kinderen op verlof in Den Haag. Ze krijgt veel persoonlijke verliezen te verwerken.

1139 Meijden-Coolsma, Dora van der. Anders dan anderen; Niet als andere kinderen en
toch net als andere kinderen; tekeningen [van] Jan R. Hofman. Amsterdam, Neder-
landse Zendingsraad, 1973. 16 blz. Vindplaats: KITLV cc 405 N

Een doof Indonesisch jongetje dat leert luisteren en spreken dankzij een goede
school en een gehoorapparaat.

1140 Quiko-Samay, S. 'Sjééééi'; [met illustraties van Corrie van der Baan]. Amsterdam,
Nederlandse Zendingsraad, 1973. 20 blz. Vindplaats: KITLV cc 404 N

Zendingsverhaaltje uit Enggros, een paaldorp in West-Irian waar Sientje, een


achtjarig doofstom Papoeameisje, woont. Door haar gebrek kan ze niet naar school.
Ze helpt haar moeder bij het water halen met de prauw, werkt in de moestuin en
doet mee bij het loskloppen van de sago uit de stam van de sagoboom. Soms wordt
Sientje gepest door de dorpsjongens, zelfs op een gemene manier, maar ze weet zich
uitstekend te handhaven. Op een avond 'luistert' ze naar de sprookjesvertelster die een
verhaal vertelt over de maan die door een oud vrouwtje in een tempajang werd
bewaard.
In de kersttijd is het hele dorp in de weer: de kerk wordt opgeknapt, vrouwen en
meisjes maken allerlei soorten gebak klaar en er zijn repetities voor het kerstspel dat
het hoogtepunt wordt van een heerlijk Kerstfeest. Op het titelblad staat abusievelijk
vermeld: S. Quiko-Kamay.

1141 Vermeiren, Leopold. Bontekoe en het brandende schip; [illustraties van Stef van
Stiphout]. Antwerpen, Standaard, [1973]. 162 blz. [Zegel-vikings; no. 18.]
Vindplaats: KITLV cc 2389 N (fotokopie)

Het verhaal is gebaseerd op het reisjournaal van Willem IJsbrandtszoon Bontekoe


en bevat Indische fragmenten.

1142 Brunet, Beata. In het verleden ligt het heden; [omslag en illustraties van Herson [ps.
van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1974]. 144 blz. [Witte
Raven-pockets; no. M 328.] Vindplaats: KITLV cc 543 N

Bevat Indische fragmenten over een jong meisje van Franse afkomst dat met haar
pleegvader, een rijke Amsterdamse koopman, naar de Oost gaat. Voor de haven van
Soerabaja overlijdt haar vader. Ze wordt opgenomen in het gezin van het hoofd van
de Wees- en Boedelkamer van deze stad.
372 Geannoteerde bibliografie

1143 Brunet, Beata. Het moest zo zijn; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]].
Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1974]. 160 blz. [Witte Raven-pockets; no. S
259.] Vindplaats: KITLV cc 816 N

Over vriendschap voor het leven tussen een Chinese en een Hollandse familie in
Batavia, hun wederzijdse ervaringen tijdens de Japanse bezetting en hun hereniging
in Nederland na de oorlog.

1144 Fahner-Vos, G. In de ban van Sorawa; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht,
Uitgeverij 'De Banier', [1974]. 122 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel L]
Vervolgd als: De grote vogel (zie no. 1145). Vindplaats: KITLV cc 2408 N (fotokopie)

Het Papoeastamhoofd Narlimo en zijn zoon Doealin trekken met een groep mannen
en vrouwen naar het dorp Oelawo. Bij de dorpspoort, het geestenhuis genaamd,
schrikt Doealin als hij ongevraagd contact krijgt met een geest. In deze omgeving
leert Doealin om op ratten te jagen, vergezeld van de hond Blaffer die het spoor
zoekt. Voor een groots varkensfeest trekt de groep verder naar het dorp Jakimo,
waar Doealin met een aantal jongens tot man wordt ingewijd. Narlimo en zijn
mannen zoeken met een aantal mensen uit Jakimo naar een nieuw terrein dat ze
bewoonbaar gaan maken. Ze bouwen woonhutten en leggen tuinen aan en noemen
hun dorp Pantali. Het grenst echter aan het gebied van een vijandelijke stam. Het is
de plicht van iedere man om te strijden, want buren zijn ook vijanden tegen wie
gestreden moet worden. Het is de wet van de voorvader Sorawa die de mannen in
een knellende greep houdt.
Narlimo wil de strijd zo lang mogelijk uitstellen. Maar dan valt de vijandige Ahoeli-
stam als eerste aan en legt Pantali in de as.

1145 Fahner-Vos, G. De grote vogel; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht, Uitgeverij 'De
Banier', [1974]. 124 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel II.] Vervolg van:
In de ban van Sorawa (zie no. 1144). Vervolgd als: Het nieuwe woord (zie no. 1146).
Vindplaats: KITLV cc 2364 N

Met vereende krachten hebben het Papoeastamhoofd Narlimo en zijn zoon Doealin
een nieuw dorp Pantali gesticht nadat het vorige door een vijandelijke stam was
vernietigd. In dit nieuwe dorp heerst vrede, hoewel de mensen in de ban van
Sorawa, de grote voorvader, leven. Dat wil zeggen: met het bevel om altijd te
strijden, want dat is de reden van hun bestaan.
Een vliegtuigje, in de ogen van de Papoea's 'een grote vogel', heeft in het dorp
Karlegma pakketten met bijlen gedropt juist als Doealin daar verblijft. Het zijn
geschenken voor de bevolking. In de grote hut van Narlimo bevindt zich een klein
houten kastje waarin de heilige stenen van de voorouders liggen. Bij het raadplegen
van de stenen voorspelt de tovenaar-medicijnman dat de komst van de grote vogel
een gunstig voorteken is. Drie Amerikaanse zendelingen zijn met een watervliegtuigje
gekomen om door middel van geschenken, zoals bijlen en messen, met de
bevolking in aanraking te komen. Met een paar mannen van Karlegma bouwt
Doealin mee aan een houten huis voor de witte mannen die het nieuwe woord
komen brengen.
Geannoteerde bibliografie

Op blz. 25 staat een scheppingsverhaal over het ontstaan van de voorouders van
Narlimo en Doealin.

1146 Fahner-Vos, G. Het nieuwe woord; [illustraties van Ben Horsthuis]. Utrecht, Uitgeve-
rij 'De Banier', [1974]. 123 blz. [Doealin de Zoon van het Stamhoofd; deel III.]
Vervolg van: De grote vogel (zie no. 1145). Vervolgd als: Arike van het groene woud
(zie no. 1206). Vindplaats: KITLV cc 2365 N

Na de ontmoeting met de Amerikaanse zendelingen bouwt Doealin een groot huis


buiten de omheining van zijn dorp om het geleerde in praktijk te brengen. Ook heeft
hij de Ahoelistam kunnen overtuigen dat zijn dorp, Pantali, met hen in vrede wil
leven. Het vanouds vijandige stamhoofd geeft Doealin een varken mee als teken van
vriendschap. In Pantali is een aantal mannen het hier niet mee eens. Zij hangen nog
de oude traditie aan van voorvader Sorawa dat er altijd oorlog gevoerd moet
worden. Als Oerbi, het jongere broertje van Doealin, in de geheimen van zijn stam
moet worden ingewijd, protesteert Doealin tegen zijn vader. Na een vistocht wordt
Oerbi zó ziek dat hij naar de 'witte mannen' in Karlegma wordt gebracht. Daar vindt
hij genezing. Narlimo is zo gelukkig dat zijn zoontje weer gezond is, dat hij aan de
zendelingen toestemming verleent om in zijn dorp te komen. Doealin volgt zijn
vader als leider op en een nieuwe tijd breekt aan.

1147 Lidow [ps. van Alida A.C. Walther]. De ring van zeven; Oosterse sprookjes van -;
illustraties van Anton Pieck. 's-Gravenhage, Stok, [1974]. 131 blz. Bevat twee
Indonesische sprookjes: 'De maskers van Soekahati' en 'De drie betoverde
kapokpitjes'. Vindplaats: KB

'De maskers van Soekahati' vertelt van een kunstenaar die zó in zijn werk opgaat,
dat zijn houten maskers een eigen leven gaan leiden.
'De drie betoverde kapokpitjes' is de geschiedenis van een jonge prins die in een
zwarte aap is veranderd.

1148 De Moor, Bob. Onder de vlag van de Compagnie. Doornik, Casterman, 1974. 64 blz.
[Cori de Scheepsjongen.]
Herdrukken: Herdruk. Breda, Brabantia Nostra, [1986]. 64 blz. [Avonturen van Cori,
de Scheepsjongen; (Ciso 18).] Vindplaats: Ie druk Brinkman; Herdruk SH

Ballonstrip. De strijd van de VOC-schepen tegen de Portugezen en Spanjaarden.


Bevat een fragment over de ontdekking van het Sneeuwgebergte op Nieuw-Guinea
door kapitein Jan Carstenz, die daar op 16 februari 1623 met de 'Pera' langs zeilt.

1149 Berg, Phia van den. Het examen van Yok en Yoram; Uitgave van de Onderwijs-
zendingscommissie te Amsterdam. Goes, Drukkerij Oosterbaan & Le Cointre, [c.
1975]. 20 blz.
Vindplaats: KITLV cc 2409 N (fotokopie)
374 Geannoteerde bibliografie

Het verhaal verscheen eerder in de bundel zendingsverhalen Van land tot land;
Tweede bundel (zie no. 1121).
In deze uitgave volgen achter dit verhaaltje 'Suggesties voor de lessen' en een
beknopt overzicht van de geschiedenis van Nieuw-Guinea/Irian Jaya.

1150 Capelle, M.C. Over alk grenzen; (Zendingsverhalen); [met illustraties van Dubbel-
man]. Utrecht, 'De Banier', [c. 1975]. 164 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat het Indische verhaaltje 'Hij heette Sumarmo' dat het trieste lot beschrijft van
een Javaanse jongen die tijdens de Japanse bezetting op Midden-Java opgroeit. Zijn
overleden ouders heeft hij niet gekend en hij weet niet of hij nog familie heeft. Een
politiecommissaris in Magelang neemt Sumarmo op in zijn gezin en stuurt hem naar
een christelijke school.
Enkele jaren later wordt zijn pleegvader overgeplaatst. Hij kan Sumarmo niet
meenemen naar zijn nieuwe standplaats. Van nu af aan leidt Sumarmo een zwervend
bestaan: dakloos, eenzaam, ondervoed en werkloos. Het lukt hem Djakarta te
bereiken, waar hij een tehuis vindt bij de eigenaar van een winkel van de Christelijke
Lektuurdienst.

1151 [Kamma, F.C]. De geheimzinnige steen; Uitgave van de Onderwijszendingscommissie


te Amsterdam. Goes, Drukkerij Oosterbaan & Le Cointre, [c. 1975]. 15 blz.
Vindplaats: KITLV cc 2405 N (fotokopie)

Zendeling Christiaans maakt met een groepje Papoea's een tocht per prauw om een
tempeltje te zoeken waarin een heilige steen ligt. Vroeger werd deze steen met
offers vereerd door de bewoners van Waujai, een dorp op het eiland Waigeo (Nieuw-
Guinea). Wanneer de zendeling met zijn mannen veilig terugkeert van de tocht en
foto's van het tempeltje met de steen door een Papoease evangelist aan het dorpshoofd
van Waujai laat zien, mag hier het evangelie worden gebracht omdat 'God sterker
is dan de geest van de steen'.
Achter het verhaal volgt voor de leerkracht een 'Korte schets van de geschiedenis
van de zending en kerk in Irian-Barat'.

1152 Rutgers van der Loeff[-Basenau], An. Wrak onder water; [omslag en tekeningen van
Fiel van der Veen]. Amsterdam, Ploegsma, [1970]. 204 blz., fac. en krt. Deel 1. Op
weg naar 'De Liefde', blz. 1-125. Deel 2. Schatduikers bij 'De Liefde', blz. 126-204.
Herdrukken: 2e druk [1978]. 204 blz.; In 1988 verscheen een heruitgave in pocket-
vorm van Deel l onder de titel Ramp op zee (zie no. 1225). Bevat een verklaring van
de vreemde woorden. Vindplaats: Ie druk PB; 2e druk SH

Het eerste deel 'Op weg naar "De Liefde"' bevat Indische fragmenten en is een
historisch-romantisch verhaal uit 1711.
Twee zoons van een Zeeuwse dominee worden als scheepsjongens verhuurd,
bestemd voor de Oost-Indië-vaart. Ze besluiten hun vader na te reizen die, voor een
diefstal veroordeeld, onder dwang als busschieter voor de Compagnie naar de Oost
is gestuurd.
Geannoteerde bibliografie 375

In Middelburg gaan de broers aan boord van de Oostindiëvaarder 'De Eenhoorn',


maar die loopt vast voor de kust bij Egmond. Ze vluchten naar Amsterdam waar ze
in handen vallen van een zielverkoper. Ze monsteren aan op het Compagnieschip
'De Liefde', dat om Franse oorlogsschepen en kapers te ontwijken benoorden
Schotland naar de Atlantische Oceaan koerst, maar in een storm bij de Shetland-
eilanden jammerlijk vergaat.

1153 Ruyter, Jan de. De ontdekkingsreis van Steven Corf; Op zoek naar het geheimzinnige
Zuidland. Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1975]. 190 blz., krtn. [Scheepsmaat
-serie; no. 5.] Vindplaats: KB/KITLV cc 2057 N/OBA

Beschrijft de historische reis van mr. Jacob Roggeveen. Onder zijn bevel vertrekt het
vlaggeschip 'Arend' in juli 1721 om in het belang van de West-Indische Compagnie
het Zuidland (Australië) te gaan ontdekken. De veertienjarige Amsterdamse Steven
Corf maakt als scheepsmaat de reis mee. Het Zuidland wordt niet gevonden. De
laatste twee hoofdstukken beschrijven de aankomst van Roggeveen te Japara (Java)
in september 1722. Daar wordt hij echter door de VOC als een indringer en vijand
beschouwd omdat hij het heeft gewaagd om met zijn schepen van de West-Indische
Compagnie de wateren van de VOC te bevaren. Van gouverneur-generaal Hendrik
Zwaardekroon krijgt hij toestemming naar Batavia door te zeilen. Daar wacht
echter de gevangenis en na vrijspraak wordt hem bevolen onmiddellijk naar Nederland
terug te keren.

1154 Ruyter, Jan de. Scheepsmaat Eric en de boekanier; Scheepsmaat op een piratenschip.
Zwolle, La Rivière & Voorhoeve, [1975]. 163 blz. met l kaart. [Scheepsmaat-serie; no.
4.] Vindplaats: KITLV cc 896 N/OBA

Een verhaal uit de VOC-tijd dat speelt in de jaren 1774-1777.


Eric, een Hollandse jongen die schipbreuk heeft geleden met de 'Adelaer' - een
Oostindiëvaarder - wordt gedwongen als kajuitjongen dienst te nemen bij een
beruchte zeerover, Roodbaerd genaamd. Deze maakt de Indische wateren onveilig
voor de rijk beladen schepen van de Verenigde Oostindische Compagnie. Wanneer
Roodbaerd wordt overmeesterd gaat hij, maar ook Eric, naar Batavia waar ze voor
de VOC worden geleid. Roodbaerd krijgt de galg en Eric wordt vrijgesproken omdat
hij door Roodbaerd tot zeeschuimerij werd gedwongen. Hij keert naar Nederland
terug op de 'Snoek' onder bevel van Jozef van Riemsdijk, een familielid van de
toenmalige gouverneur-generaal van Nederlands-Indië, Jeremias van Riemsdijk.

1155 Bergmans, Wilko. Geheim agent Daan Kaper; Bandieten op Balt; omslag van Gerard
van Straaten. Alkmaar, Kluitman, [1976]. 158 blz., met foto van de schrijver.
[Sneeuwbal serie.] Vindplaats: KITLV cc 846 N

Een James Bondachtig verhaal over een jonge Nederlandse geheime agent die onder
het mom van journalist naar Jakarta vliegt. Via een Chinese zakenman probeert hij
inlichtingen in te winnen over het spoorloos verdwijnen van een KLM-stewardess die
376 Geannoteerde bibliografie

op Bali op vakantie was. Maar ook de zakenman staat voor hetzelfde raadsel, omdat
één van zijn vrienden - een Chinese textielmagnaat - op raadselachtige wijze op Bali
is verdwenen. De zogenaamde journalist reist af naar Bali waar hij, door het
schaduwen van een jonge Baliër, het geheim ontsluiert van een oude magische
Balische cultus. Zie ook: 3 x Daan Kaper, waarin 'Bandieten op Bali' is opgenomen
(no. 1210).

1156 Brunet, Beata. Het groene slange-oog; omslag Herson [ps. van H.G.M. Behrens].
Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1976]. 142 blz. [Witte Raven-pockets; S 277.]
Vindplaats: KITLV cc 1288 N

Bevat Indische fragmenten over een perkeniersfamilie uit Banda.

1157 Jong, Gjalt de. Vijftig jaar bij gevaarlijk bergvolk; geïllustreerd door A.J. Siertsema.
Amsterdam, Vereeniging tot Verspreiding der Heilige Schrift, [1976]. 109 blz.
Vindplaats: KITLV cc 522 N

Biografie van de zendeling dr. Ludwig Nommensen die van 1862-1918 in de Batak-
landen op Sumatra heeft gewerkt.

1158 Land, Sipke van der. Wat een wereld; Op avontuur met de zending. Kampen, Kok,
[1976]. 175 blz., ills.
Bevat de verhalen: 'Het andere Indonesië; waar het leven een gok is'; 'Primitief
Nieuw-Guinea I; tussen koppensnellers en kannibalen'; 'Primitief Nieuw-Guinea II;
de vallei van de menseneters'. Vindplaats: BZO

Een reisverslag van het zendingswerk in een wereldstad als Djakarta, waar de
ellende massaal op je afkomt als je de sloppen intrekt. In Djokjakarta wordt het
christelijk weeshuis 'Reksa Putra' bezocht, dat ondanks zijn slechte behuizing een
goede naam bezit dankzij de toewijding en het geloof van de leiding. In Pakem, een
dorpje in de buurt van Djokjakarta, is een centrum voor geestelijk gehandicapte
kinderen die uit alle delen van Indonesië komen. Het exploitatietekort wordt
opgevangen door de vrouwenorganisaties in Indonesië.
In Djakarta heeft Van der Land een gesprek met generaal T.B. Simatupang, die
doceert aan de militaire academie, maar geen militair meer is. Hij is indertijd
generaal geworden om zijn land vrij te maken. Nu ligt zijn taak binnen de kerken en
is hij voorzitter van de Raad van Kerken in Indonesië.
Irian Jaya, het vroegere Nederlands Nieuw-Guinea, is een onherbergzaam land.
Zonder vliegtuig kun je dit gebied moeilijk bereizen. Van der Land bezoekt verschil-
lende zendingsposten, onder ander Ewer, in het moerassige zuidoosten waar de
Asmat wonen. Daar vertelt een Amerikaanse bisschop over zijn ervaringen met
koppensnellers die het op zijn leven hadden voorzien. Hij heeft het voor elkaar
gekregen dat er nu geen sneltochten meer worden gehouden. Een paar uur vliegen
hier vandaan, in de Jalimovallei, ziet Van der Land bij aankomst een stammenoorlog
en maakt hij het dagelijks leven in de zendingspost Anggeruk mee. In een andere
grote vallei in het centrale bergland ligt de Baliem die in 1938 is ontdekt. Hier
wonen de Dani's, Bergpapoea's, die pas na jaren het evangelie hebben aangenomen,
nadat ze hebben gebroken met hun oorlogen en andere vreselijke gebruiken.
Geannoteerde bibliografie 377

1159 Nènèk Dongeng [ps. van W.F.H. Steevensz-Pas]. Indonesische sagen en legenden; [met
een inleiding van J.M. Knaud en een korte biografische schets van de schrijfster door
Lilian Ducelle; omslag en illustraties van P. van der Maaden]. 's-Gravenhage, Tong
Tong, [1976]. 152 blz., prt. [Moesson-reeks.] Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV a 356 N+

De schrijfster hoorde deze verhalen indertijd vertellen door een oude man die een
nachtwake hield bij een overledene. Behalve 'Rama en Sinta; Verhaal uit de wajang'
zijn alle verhalen Javaans van oorsprong. Volgens de inleider vormen ze een
welkome aanvulling op de Javaansche sagen, mythen en legenden die door J. Meij-boom-
Italiaander werden verzameld (zie no. 0380).

1160 Brunet, Beata. Het amulet; omslag van Herson [ps. van H.G.M. Behrens]. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 144 blz. [Witte Raven-pockets; no. S 296.]
Vindplaats: KITLV cc 1350 N

Nederlandse overlevende van de Birmaspoorweg keert naar Java terug en ontfermt


zich daar over het dochtertje van zijn overleden vrienden in Soerabaja. Door de
onhoudbare situatie in het nieuwe Indonesië is hij gedwongen naar Nederland te
repatriëren. In Den Haag bouwt hij moeizaam een nieuw bestaan op.

1161 Hilten-Brouwer, Immy van. Sidih, een jongen uit de dessa; [met tekeningen van Bert
Bouman]. Z.pl., Zendingscentrum Gereformeerde Kerken in Nederland, 1977. 16 blz.
Vindplaats: BZO

Een schooljongetje uit een dorpje op Java helpt op zijn manier mee bij de bouw van
een kerkje.

1162 Neggers-van der Vaart, M.H. De avonturen van Sinjoto en Soeparmi; [omslag en
illustraties van Margriet Burgers]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 122
blz.
Bevat poëzie.
Vindplaats: KITLV cc 548 N

Op het platteland van Java komen twee schoolvriendjes door hun waaghalzerij in
allerlei levensgevaarlijke situaties terecht als ze proberen te zwemmen bij een
waterval, een slang gaan bezweren en door een kolkende bandjir worden overvallen.
Bevat een kantjilverhaal.

1163 Neggers-van der Vaart, M.H. Het meisje van de waterval; [omslagillustratie van
Herson [ps. van H.G.M. Behrens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1977]. 141
blz. [Witte Raven Pockets; no. S 287.] Vindplaats: KITLV cc 978 N
378 Geannoteerde bibliografie

Vlak voor het uitbreken van de Japanse bezetting leert het Indische meisje Maureen,
die met haar vader in Prigen (Oost-Java) woont, Dave kennen. Hij is de zoon van de
nieuwe buren en is in dienst bij de Marine. Hun samenzijn wordt door de oorlog
verstoord. Maureen vlucht met haar vader naar Australië, maar ze komen uiteinde-
lijk in Nieuw-Guinea terecht. Wanneer Maureen daar van een doodgeboren
dochtertje bevalt, is het de Javaanse arts Sidjojo die zich over haar ontfermt. Dave
belandt na torpedering van zijn schip op Borneo. Hij beleeft een avontuur met een
jonge Dajakse en wordt krijgsgevangen gemaakt door de Japanners. Na de
oorlog zien Dave en Maureen elkaar terug en is Dave woedend dat Maureen
intussen gekozen heeft voor Sidjojo, een 'inlander', die onder de Papoea's werkt
omdat hij op het overgeciviliseerde Java geen praktijk kon opbouwen.

1164 Roetemeijer, H.J.M. De laatste reis van de 'Cap Frio'; [illustraties van A.D. Dekkers].
Harderwijk, Uitgeversmij 'De Eekhoorn', [1977]. 105 blz. Herdrukken: 2e druk
[1977]. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk KITLV cc 2392 N (fotokopie)

Een avontuurlijk verhaal waarin een Indische jongeman, Rudi Borgesius, de hoofdrol
speelt. Hij is op Timor geboren uit een Indische vader en een Timorees-Portugese
moeder. Na de capitulatie van Japan repatriëren zijn moeder, broertjes en zusjes
naar Nederland. Rudi en zijn vader reizen eerst nog naar Brazilië om diamanten op
te halen. Daar komt Rudi's vader te overlijden. Een Hollandse avonturier heeft het
op de diamanten voorzien als Rudi de bootreis naar Nederland via Lissabon maakt.
Een jonge Nederlandse assistent-purser, die eveneens zijn jeugd in Indië heeft
doorgebracht, neemt Rudi in bescherming.

1165 Schouten, Alet. Kantjil, dwerghert bij het Tobameer; illustraties van P.A. Wessels.
Bussum, Van Holkema & Warendorf, 1977. 92 blz. Vindplaats: KITLV ee 359 N

De slimme streken die het grappige dwerghertje uithaalt op Sumatra.

1166 Brunet, Beata. De porseleinen cupido; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Beh-
rens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1978]. 160 blz. [Witte Raven-pockets;
no. S 307.]
Vindplaats: KITLV cc 861 N

Speelt in Nederland en bevat Indische fragmenten. Een grootmoeder vertelt aan


haar kleindochter over haar jeugdjaren in Soerabaja, over haar man die is omgeko-
men bij de slag in de Javazee en over de Japanse bezetting.

1167 Fabricius, Johan. Toontje Poland onder de tropenzon; illustraties van Dick de Wilde.
['s-Gravenhage], Leopold, [1978]. 221 blz.
Herdrukken: Herdruk. Utrecht/Antwerpen, Het Spectrum, [1984]. 221 blz. [Prisma
Juniores.].
Vervolg van: Toontje Poland; een Alkmaarse jongen in de dagen van Napoleon.
Vindplaats: Ie druk KITLV cc 606 N; Herdruk Brinkman
Geannoteerde bibliografie 379

Deze levensgeschiedenis van een Alkmaarse kruideniers/oon, Theodorus Poland


(1795-1857), is een bewerking naar het gelijknamige boek van W.A. van Rees dat in
1867 werd uitgegeven. Hoewel deze versie van Johan Fabricius is bestemd voor de
oudere jeugd, is dit verhaal qua inhoud afgestemd op volwassenen. In oktober 1815
vertrekt Toontje met zijn vrienden als militair naar de Oost. Na oponthoud in
Engeland en in Kaapstad komen ze in mei 1817 te Batavia aan. Daar ervaren ze dat
het kazerneleven heel anders is dan in Nederland. Veel soldaten met een langere
staat van dienst wonen samen met een inheemse vrouw die voor hen zorgt en hun
kinderen groeien op in de kazerne.
Na het bedwingen van een opstand in Cheribon begint het eigenlijke militaire leven.
Toontje rolt van de ene militaire expeditie in de andere, van Malakka naar de
Riouwarchipel waar Boeginese zeerovers de zaak onveilig maken. Terug in Batavia
ontmoet Toontje de jonge Javaanse vrouw Fien die in de keuken van het militaire
hospitaal werkt. Ze wordt zijn trouwe levensgezellin, hetgeen betekent dat Toontje
nu een eigen kamer binnen de kazerne krijgt. Op bijna alle expedities trekt Fien met
Toontje mee. Ze krijgen drie kinderen, een meisje en twee jongens. Ook is Toontje
betrokken bij de Java-oorlog (1825-1830) met Prins Diponegoro aan het hoofd van de
opstandelingen. Toontje wordt bevorderd tot eerste luitenant. Met inheemse
hulptroepen, trouwe Madoerezen, is Toontje de oorlog doorgekomen. Hij zorgt er
voor dat de soldaten in hun uniform behoorlijk voor de dag kunnen komen. Samen
met zijn troepen trekt hij op naar Madoera waar hen een feestelijke thuiskomst
wordt bereid door de sultan in Bangkalan. Daarna wordt Toontje weer ingezet voor de
Padri-oorlog op Sumatra, waarbij hij door een kogel ernstig gewond raakt aan zijn
been. Toontje wordt onderscheiden met de Nederlandse Leeuw en heeft het gebracht
tot kapitein. Van nu af aan slijt hij zijn dagen als adjudant van de sultan van
Madoera en wordt hij instructeur van zijn manschappen en commandant van de
kratonwacht. Op blz. 93 vertelt Fabricius over de positie van de njai.

1168 Ligthart, Jan en H. Scheepstra. Ot en Sten; Voor de scholen in Nederlandsen Oost-Indië


bewerkt door A.F.Ph. Mann; met de oorspronkelijke plaatjes van C. Jetses; veertiende
druk. Alphen aan den Rijn, Sijthoff, 1978. 317 blz. Herdrukken: Opnieuw uitgegeven
naar de oorspronkelijke editie van 1911. Bevat poëzie. Vindplaats: 14e druk KITLV
qq 604 N; Oorspr. editie Brinkman

De tekst, waarin hier en daar wat Maleise woordjes zijn verwerkt, en de illustraties
zijn geheel aangepast aan de Indische sfeer. Deze veertiende druk is géén school-
boek, maar een nostalgische uitgave. Als bijzonderheid kan worden vermeld dat C.
Jetses nooit in Nederlands-Indië is geweest.

Dorrestein, Miek. Geesten houden niet van regen, [1979]. Zie no. AOW

1169 Er gaat door alle landen; met bijdragen van M.C. Capelle, A. van der Jagt-Zwijnen-
burg, E. Kuijt e.a.; met illustraties van A. van der Spek. Rotterdam, Werkgroep
Christelijk Boekenweekgeschenk, 1979. 80 blz.
Bevat het verhaal van C.G. Vreugdenhil: 'Vrede op aarde' (blz. 72-80).
Vindplaats: KITLV 3p 1043 N
380 Geannoteerde bibliografie

Het verhaaltje van C.G. Vreugdenhil speelt op Nieuw-Guinea waar door de komst
van de zending vrede wordt gesticht tussen twee Papoeadorpen.

1170 Ferwerda, Ynskje. Mensen in de pot; [omslag en illustraties van Will Berg]. Hoorn,
Uitgeversmij 'West-Friesland', [1979]. 150 blz. Bevat een woordenlijst. Vindplaats:
KITLV cc 1029 N

Avonturen van twee Papoeameisjes die door wilde Bospapoea's worden overvallen,
gevangen genomen en op het punt staan gedood te worden. Ze zien kans te
ontsnappen en beleven nog spannende momenten voor ze heelhuids in hun dorpje
aankomen.

1171 Kortenaar, Marijke ten, en Ton Smits. Kinderen van overal: werken; Uitgegeven in
opdracht van PMK-Nederland. Tilburg, Zwijsen, 1979. 32 blz., foto-ills., kit. Bevat
een verhaaltje door beide auteurs uit Indonesië: 'Wilt u een hoedje, mijnheer?' (blz.
29-31), dat speelt in Djakarta. Vindplaats: BZO

1172 Maspe, Wian [ps. van Wim B.M. Spekking en Anny M.G. Spekking-Matti]. De
boogschutter in het ravijn; [omslag en tekeningen van Nicoline Nieuwenhuis].
Amsterdam, Ploegsma, [1979]. 110 blz. Vindplaats: PB

Hoewel niet bij name genoemd, spelen de meeste verhalen zich af op Irian Jaya,
vroeger Nederlands Nieuw-Guinea waar het schrijversechtpaar heeft gewoond en
gewerkt. Ze vertellen over het dagelijks leven van de Papoea's, waarin de oude
cultuur en leefgewoonten moeten wijken voor nieuwe invloeden, praktische kennis
en de opbouw van het land. De strijd tegen de elementen, zoals een aardbeving, de
burgeroorlog na het uitroepen van de onafhankelijkheid en het gewelddadige verzet
tegen de komst van een grote houtzagerij komen alle aan de orde.

1173 Mobach, M.J. Mei Lan's overwinning; [omslag en illustraties van Joh. Kollaard].
Houten/Utrecht, Den Hertog, 1979. 109 blz. Herdrukken: 2e druk 1983.
Vindplaats: Ie druk Brinkman; 2e druk OBA

De uit China gevluchte rijstbouwer Thio woont met zijn gezin op Midden-Java. Hij
kan nauwelijks rondkomen van de opbrengst van zijn land. Bovendien moet hij strijd
leveren tegen een Chinese concurrent en tegen de elementen, zoals een bandjir. Als
zijn dochter Mei Lan veertien jaar is, moet ze meehelpen op de sawah. Bij de
ceremoniën van het oogstfeest treft tijdens het drakenspel een van de klauwen Mei
Lans rechter oog. Goed bedoelde hulp van een doekoen verslechtert haar gezichts-
vermogen. In het ziekenhuis blijkt dat ze aan beide ogen blind is. Een bevriende
Javaanse familie zorgt dat door tussenkomst van een zendingspredikant Mei Lan op
een blindeninternaat wordt geplaatst. De Chinese religieuze levensbeschouwing van
thuis biedt haar geen uitzicht. Ze neemt het christelijk geloof
Geannoteerde bibliografie 381

aan en leert haar situatie aanvaarden. Later wordt ze helpster in een verpleeghuis
voor gebrekkige bejaarden.

1174 Schouten, Alet. De hertesprong; [omslag van Lidia Postma]. Bussum, Van Holkema &
Warendorf, [1979]. 118 blz. Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 827 N

Hoewel het niet expliciet in dit boek wordt vermeld, speelt het verhaal in de
Bataklanden op Sumatra, in de omgeving van het Tobameer.
Selido, zoon van een vorst, schaakt het meisje Suriga. Dit samen weglopen, de
hertesprong genaamd, moeten de ouderen later wel goedvinden. Hun huwelijk blijft
kinderloos. De plaatselijke datoe, aan wie Suriga was beloofd, kan hen niet helpen.
Selido en Suriga gaan onverwacht op reis: drie dagen lopen door de wildernis naar
een machtiger datoe, een beroemd ziener, geestenbezweerder en groot mensenken-
ner. Binnen een jaar wordt een meisje, Djagar, geboren. Na zes maanden overlijdt
Suriga. Selido trouwt opnieuw en hij verstoot Djagar. Ze mag niet in het grote
familiehuis opgroeien. Djagar komt te wonen in een eenzame hut bij Nan Hik, een
sibaso, een vrouw die met geesten spreekt. Een geheimzinnige en angstige wereld,
waar de boenians (onzichtbaren) een belangrijke rol spelen. In deze omgeving
ontmoet ze Lali, de zoon van een vijandelijke vorst die in haar dorp gevangen wordt
gehouden.
Een inleiding of een verklarende woordenlijst met betrekking tot de cultuur en de
leefwijze van de Bataks ontbreekt.
De schrijfster heeft vermoedelijk gebruik gemaakt van C.M. Pleyte Wzn. Bataksche
vertellingen; verzameld door -. Utrecht, Honig, 1894. XI, 312 blz.

1175 Swüste, Wim. Kinderen van overal: geloven; Uitgegeven in opdracht van PMK-
Nederland. Tilburg, Zwijsen, 1979. 30 blz., foto-ills., krtn. Bevat een verhaaltje uit
Bali: 'Siti Solasteri danst voor de rijstgod' (blz. 15-17). Vindplaats: BZO

1176 Tadema Sporry, Bob. Avontuur op Bali; [omslagtekening en illustraties Auke A.


Tadema]. Amsterdam enz., Van Goor Jeugdboeken, 1979. 125 blz. Bevat een
verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 623 N

Twee Balische jongens werken in een beeldhouwersatelier in hun dessa. Een


griezelig monster en een aardbeving geven de nodige spanning aan dit verhaal, dat
eindigt met een groot tempelfeest.

1177 Vries, Jaap [J.] de. Peter in het verre land; met tekeningen van Geeske van Tienhoven.
Nijkerk, Callenbach, [1979]. 54 blz. Vindplaats: KITLV cc 2236 N/OBA

Met zijn ouders en broertje vertrekt Peter naar Sulawesi, vroeger Celebes genaamd,
waar zijn vader les gaat geven aan dominees en hulppredikanten in Ujung Pandang,
vroeger Makassar. Ze krijgen een huis op palen en ze worden ontvangen door de
382 Geannoteerde bibliografie

familie Lumual met hun kinderen met wie Peter en zijn broertje bevriend raken. Ze
gaan samen naar de christelijke Indonesische school. Peter kan zelfs de onderwijzer,
die langzaam spreekt, al verstaan. Onverwacht krijgt Peter ruzie met zijn klasgenootje
Ahmed die een beweging naar hem heeft gemaakt die hij als slaan opvat. Een
misverstand, want hier betekent dit gebaar dat je iemand roept. Het verhaal eindigt
met een verrassing voor Peter: de overkomst uit Holland van oma.

1178 Bons-Storm, Riet. Waar vulkanen de wacht houden; [met foto's van de schrijfster en
Pim Bons]. Oegstgeest enz., Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde
Kerk enz., [c. 1980]. 36 blz., krtn. Vindplaats: KTTLV e 66 N+

Een reis van Jakarta naar Noord-Celebes. In een van de dorpen in de Minahassa
woont Jusak, zoontje van een Indonesische dominee. Samen met zijn Hollandse
vriendje Jaap maakt hij een tocht naar het eilandje Langga.

1179 Brunet, Beata. Een toevallige gelijkenis; [omslag van Herson [ps. van H.G.M. Beh-
rens]]. Hoorn, Uitgeversmij 'West-Friesland', [1980]. 160 blz. [Witte Raven-pockets;
no. S 348.] Vindplaats: KITLV cc 823 N

Lotgevallen van twee jonge mensen, een Indische jongen en een Hollands meisje, die
elkaar op Java hebben leren kennen en telkens door allerlei omstandigheden elkaar
uit het oog verliezen. Beschrijft de periode vóór de Tweede Wereldoorlog in Indië
en Nederland, de Japanse bezetting en de capitulatie van Japan.

1180 Capelle, M.C Heb je 't al gehoord?; Zendingsverhalen voor jonge kinderen; omslagont-
werp en tekeningen [van] Ben Horsthuis. Utrecht, 'De Banier', [1980]. 155 blz.
Bevat twee korte Indische verhaaltjes: 'Dat komt ervan' en 'Wie had dat gedacht'.
Vindplaats: BBJ

'Dat komt ervan' gaat over het Javaanse jongetje Kerto dat een rijstveld bewaakt
tegen de rijstvogeltjes.
'Wie had dat gedacht' is een verhaaltje uit Nieuw-Guinea.

1181 Drie verhalen van de Kai-eilanden; [bewerkt door W.E. Westerman]; uitgegeven door
de projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken], [Christelijk
Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 29 blz., afbn., krt.
Bevat 'Het sterretje Ngimas'; 'Hoe Hian en zijn broers naar de aarde kwamen'; 'De
bruinvis'. Vindplaats: KITLV f 286 N

'Het sterretje Ngimas' is een verhaal dat grootouders aan hun kleinkinderen
vertellen als ze een vallende ster zien. Ze roepen dan: 'Ga vlug naar binnen. Blijf
niet buiten. Er valt een ster op de aarde. En als die een kind ziet, neemt hij dat mee
terug naar de hemel.'
'Hoe Hian en zijn broers naar de aarde kwamen' vertelt over drie hemelbewoners
die langs een koord afdalen naar de aarde, waar ze met de bewoners van het dorp
Geannoteerde bibliografie

Mastoer wedstrijden aangaan die ze winnen. Daardoor krijgen ze toestemming hier


te blijven wonen. Ze trouwen ieder met een vrouw uit Mastoer en krijgen alle drie
zeven zonen.
'De bruinvis' gaat over mensen die na hun dagelijkse arbeid op de ladang visse-
huiden aantrekken, in bruinvissen veranderen en in zee springen. Onder hen bevindt
zich een mooie jonge vrouw. Een tapper van palmwijn verstopt haar vissehuid, zodat
ze niet naar zee terug kan keren en trouwt met haar. Als hij het later niet met haar
eens is over het gedrag van hun enige zoon vlucht ze terug naar de zee. Ze doet pas
voorgoed afstand van haar vissehuid als haar man belooft in het vervolg beter naar
haar te luisteren.

1182 Korpershoek-van Wendel de Joode, A. Kleine Toean; [illustraties Joh. Kollaard].


Utrecht, Den Hertog, 1980. 60 blz. Vindplaats: KITLV cc 719 N

Mirko, een Papoeajongen, is bevriend met een Nederlands zendelingsechtpaar en


hun zoontje. Mirko brengt voor de zendeling een zalfje naar de oude vrouw Noeriah
die een ontstoken been heeft. Noeriah is boos en weigert de zalf. Voor het zieken-
huis werd gebouwd was zij de doekoen van het dorp naar wie de zieken toe kwamen.
Ze is de enige dorpeling die nog een amulet bezit. Mirko ziet kans de amulet op een
onbewaakt ogenblik uit haar hut te halen en in de rivier te gooien. Tijdens een hevig
onweer gaat de zendeling naar Noeriah omdat hij weet hoe bang ze is zonder
amulet. Zijn gebed heeft een kalmerende uitwerking op haar gemoedsrust. Ze heeft
allang begrepen dat Mirko haar amulet heeft weggehaald, maar ze is niet kwaad op
hem. Ze vraagt zelfs of Mirko haar wil voorlezen uit de Bijbel.

1183 Planten, dieren, mensen; Zeven verhalen van het eiland Ceram; bewerkt door W.E.
Westerman; uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers.
[Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 15 blz., afbn.
Vindplaats: KITLV f 288 N

De herkomst van muizen op de Molukken; bananen die in kinderen veranderen; hoe


de casuaris een loopvogel werd; het jongetje Manusane dat bij een roofvogel
opgroeit en door zijn ouders wordt teruggehaald; een doodgewaande krab; een aal
die zijn vissehuid uittrekt en een jongeman wordt; een manga die in een beeldschoon
meisje verandert.

1184 Toewale en de mensen en dieren op aarde; Verhalen van de Zuid-Molukken bewerkt


door W.E. Westerman; uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs
Molukkers. [Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 20 blz.,
atb. Vindplaats: KITLV cc 2108 N

Voor de bewerking van deze verhaaltjes werd gebruik gemaakt van mondelinge
informatie op Ambon. Als bronnenmateriaal werd geraadpleegd O.D. Tauern
Patisawa und Patalima (1918) en G. de Vries Bij de Berg-Alfoeren op West-Ceram
(1927).
384 Geannoteerde bibliografie

1185 Vandersteen, Willy. De nare varaan. Antwerpen enz., Standaard Uitgeverij, [1980]. 58
blz., afbn. en tekst. [De Avonturen van Suske en Wiske; deel 153.] Vindplaats:
BN/KITLV cc 1238 N+

Om tante Sidonia van haar eenzaamheid af te helpen reizen Suske en Wiske naar
het 'Drakeneiland' in Indonesië. Daar vangen zij voor tante een betoverde prinselijke
varaan op het eiland Komodo. Achtervolging en ontvoering op Bali, opschudding thuis
in Europa.

1186 Vermeer-van Berkum, Carla. Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn; Dagboek uit
Japanse kampen '44-'45. Amsterdam/Brussel, Elsevier/Van Goor, 1980. 215 blz., afbn.,
prtn., facs. en krt. [Van Goor Jeugdboeken.]
Bevat behalve een naschrift en een toelichting ook een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV cc 659 N

Aantekeningen gemaakt tijdens de Japanse bezetting door een Nederlands meisje


dat op dertienjarige leeftijd met haar moeder en broertjes wordt geïnterneerd in
kamp Lampersarie aan de buitenkant van Semarang.

1187 Vogelaar-van Amersfoort, Aflie]. Twee zusjes in het oerwoud; met illustraties van Ben
Horsthuis. Utrecht, Uitgeverij 'De Banier', [1980]. 64 blz. Herdrukken: 2e druk
[1984]. Vindplaats: lè druk KITLV cc 2400 N; 2e druk Brinkman

Een verhaal uit Irian Jaya, waar Arna en Erna wonen, een tweeling die dankzij de
komst van de witte mensen nog in leven is. De traditie eist nu eenmaal dat bij de
geboorte van een tweeling één van hen moet sterven. Het kind wordt in het oerwoud
gelegd, of in de rivier gegooid. De oude Majemba, de medicijnman-tovenaar,
mompelt 'Twee is één te veel...' als hij Arna en Erna ziet. Op een dag gaat hij op
zoek naar de giftigste knolwortels die er bestaan. Op de terugweg breekt hij zijn
been en kan niet meer opstaan. Als Arna en Erna hem zo aantreffen halen ze de
zendingsarts en een paar dragers. Als de dokter de uitgegraven wortels herkent, gaat
hem een licht op. Hij waarschuwt de ouders van Ama en Erna voor de duistere
plannen van Majemba.

1188 Vreugdenhil, C.G.; met medewerking van LA. Kole. Kinderen op het zendingsveld.
Goes, Hoekman, [1980]. 122 blz., prtn., afbn.
Herdrukken: [Herdruk] verscheen onder de titel Kinderen van het oerwoud; [illustraties
van Joh. Kollaard]. Houten/Utrecht, Den Hertog, 1983. 112 blz. Vindplaats: Ie druk
PB; Herdruk KITLV cc 972 N

Een lees- en leerboek over de Jali's, een groep Papoea's die in het centrale bergland
ten oosten van de Baliemvallei in Irian Jaya wonen. Tot in de kleinste details wordt
er over hun dagelijks leven verteld, zoals de geboorte en dood van een klein meisje,
het inwijdingsritueel van een tienjarig jongetje en het raadplegen van de tovenaar-
medicijnman bij een ziekte. De kinderen van zendeling Vreugdenhil die schoolgaan
en spelen met de Jalikinderen raken vertrouwd met die andere leefwereld.
Geannoteerde bibliografie 385

1189 Wako wako [ps.]. Het leven van Daan en Boetje op Rumah Tiga; Eerste deel.
's-Gravenhage, Front Pemuda Maluku, Bagian Cultuur, [c. 1980]. 20 blz., afbn.
[Mutiara Maluku; no. 4.]
Vindplaats: MHM/KITLV N (fotokopie)

Hoewel in deze tijd uitgegeven, geeft het verhaaltje de vooroorlogse situatie weer op
het eiland Ambon. In het kustplaatsje Rumah Tiga woont de Zuidmolukse school-
jongen Daan met zijn vader, die visser is, zijn moeder en twee zusjes. Het verhaaltje
wordt gekenmerkt door een pedagogische en sterk idealistische ondertoon: 'Daan
wil knap worden, heel veel leren om later naar de HBS in Soerabaja te gaan, en
om later zijn land vooruit te brengen'. Daarvoor moet hij Nederlands leren. Dit
gebeurt buiten schoolverband. Met zijn vriend Boetje krijgt Daan extra Nederlandse
les van mijnheer Lina, die deze taal goed kent. De vele Ambons-Maleise uitdrukkingen
en zinnetjes zijn niet vertaald. Het boekje is duidelijk bestemd voor de Molukse jeugd
in eigen kring.

1190 Vervallen.

1191 Zo komt het dat...; [Acht verhalen uit West Ceram bewerkt door W.E. Westerman];
uitgegeven door de Projektgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers. [Hoevelaken,
Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], [c. 1980]. 18 blz., afbn., krt. Vindplaats:
KITLV f 287 N

De herkomst van het moederland Ceram; vechtende bergen die nu verspreid over
het eiland liggen; vijandschap tussen herten en honden; de eerste zoete knollen of
aardappelen; hoe de mensen aan vuur kwamen; de strijd tussen de dorpen Okute en
Makubala; de kat en de kokosnoot; hoe de mensen de palmwijn ontdekten.

1192 Bloem, Marion. Matabia; [omslag Maarten Koopman en illustraties van de schrijf-
ster]. Baarn, De Fontein, 1981. 107 blz.
Herdrukken: Herziene uitgave verscheen onder de titel Matabia; Of, Een lange
donkere nacht. Amsterdam, Leopold, 1990. 155 blz. Vindplaats: Ie druk KITLV cc
992 N; Herziene druk KITLV cc 2328 N

Het Indische meisje Sylvia, in Nederland geboren en getogen, past voor de eerste
keer op haar jongere broertje en zusje omdat haar ouders 's avonds naar een feest
gaan. Als het buiten en ook in huis donker wordt haalt ze zich allerlei muizenissen
in het hoofd en bekruipt haar de angst. Ze kan pas rustig slapen wanneer ze haar
schelpje (de matabia) bij zich heeft dat haar zal beschermen tegen boze dromen en
geesten.
De schrijfster - een Indo-Europese jonge vrouw - heeft met dit verhaal over haar
eigen jeugd de karakteristieke Indische leefwereld dichterbij gebracht. Ze laat zien
wat het Indisch-zijn betekent: opgroeien tussen twee culturen. Haar quasi-naïeve
tekeningen geven een duidelijke ondersteuning aan de tekst.

1193 Chagoll, Lydia. Zes jaar en zes maanden; Herinneringen van een kind dat aan de Nazi's
is ontsnapt, maar in Japanse kampen terecht is gekomen. Antwerpen enz., Standaard
Uitgeverij enz., [1981]. 196 blz.
386 Geannoteerde bibliografie

Herdrukken: Herdruk verscheen onder de titel Buigen in Jappenkampen. Leuven/Pur-


merend, Infodok, [1986].
Vindplaats: KITLV cc 1212 N; Herdruk KITLV cc 1488 N

Gevlucht uit België, opgejaagd en zwervend door Frankrijk, Spanje, Portugal,


Mozambique en Zuid-Afrika komt de elfjarige Lydia met haar ouders en zusje in
Batavia aan. Het gezin wordt ondergebracht in een kamp voor vluchtelingen uit
Europa. Het is dan 8 november 1941. In december begint de Japanse aanval. Op een
zeer plastische wijze vertelt Lydia tot in de intiemste details over haar leven in vijf
achtereenvolgende vrouwenkampen en hoe zij uitgroeit tot een moeilijk te hanteren
puber. Ze kan onder deze omstandigheden haar gevoelens van angst en onmacht
niet op een normale manier uiten. In Adek, het vijfde en laatste kamp wordt Lydia
de prooi van 'het wachten op het verdwijnen'. Uitgeput door honger en pijn kan ze
alleen nog maar liggen wachten totdat het leven uit haar wegkruipt. Uiteindelijk
heeft ze het gered.
Eind oktober 1945 ontdekken Lydia, haar moeder en haar zusje via het 'Oranjeblad'
dat ze onder ogen krijgen, dat hun vader nog leeft. Ze ontdekken zijn naam als de
uitgever van het krantje dat in Singapore is verschenen. Met een rammelend
vliegtuig vertrekken ze naar Singapore waar ze elkaar na vier jaar terugzien en naar
Nederland repatriëren. Het inwonen bij familie in Amsterdam is in wezen een
afscheid - een dodenherdenking - van hun overige familieleden die in Sobibor en
Auschwitz zijn omgekomen.
In november 1946 gaat de wensdroom uit het kamp in vervulling. Het gezin keert
terug naar Brussel, naar hun eigen huis. In die zo vertrouwde omgeving lukt het hen
niet de draad van het verleden weer op te pakken. De ouders en de kinderen zijn
van elkaar vervreemd. 'Niets was meer zoals vroeger...'

1194 Ongelogen waar, [een bundel verhalen van Hans Bloemendal, Hans Dorrestijn, Hans
Hagen e.a.; omslagontwerp Max Velthuijs en illustraties van Anneke van Oers,
Alfons van Heusden, Robert Nix e.a.]. Amsterdam enz., Kosmos, [1981]. 119 blz.
Bevat poëzie. Bevat het Indische verhaal 'Amanda op Poelau Pandjang' door Anny
[M.G.] Matti en Wim [B.M.] Spekking. Vindplaats: BBJ

Een schoolmeisje uit Nederland droomt over haar onbaatzuchtige hulp aan een
verlamde Indonesische jongen op een eiland bij Ceram.

1195 Roetemeijer, Marinus. De avonturen van Wim Grotegoed; [met illustraties van J.W.
Stil]. Amsterdam, Buijten & Schipperheijn, 1981. 82 blz. Vindplaats: KITLV cc 1192
N

Bevat Indische fragmenten over een jonge Amsterdamse lichtmatroos die in 1842 op
zijn eerste zeereis in Batavia zijn fregat voor de terugreis mist. Als verstekeling komt
hij aan boord van het barkschip 'De Nijverheid'. Bij noodweer vergaat het schip,
maar hij overleeft de ramp en keert behouden huiswaarts.

1196 Rooy, Peter de. De duvelstoejager van Het Wapen van Hoorn; [omslagtekening van Rudi
van Giffen]. Amsterdam enz., Van Goor Jeugdboeken, 1981. 189 blz. Vindplaats:
KITLV cc 1274 N
Geannoteerde bibliografie 387

Zeventiende-eeuwse weesjongen en schoenmakersleerling uit Hoorn gaat als


verstekeling aan boord van een Oostindiëvaarder. Hij vaart niet alleen naar Java,
maar ook naar Ceylon, Formosa en Japan. Na ruim vier jaar keert hij terug in
Nederland als lichtmatroos en stuurmansleerling in dienst van de Verenigde Oost-
Indische Compagnie.

1197 Tjepkema, Almar. Sandra en Thijs zoeken zelf een broertje; [met foto's van Frank
Greiner en Almar Tjepkema]. Amsterdam, Van der Velden, 1981. 78 blz.
Vindplaats: KITLV cc 758 N+

Twee Nederlandse kinderen ontvoeren een Indonesisch jongetje om hem als


pleegbroertje mee te nemen naar Nederland. Dit plan mislukt, maar hun ouders
adopteren op afstand een zusje in India via het Foster Parents Plan. Eerder
verschenen als vervolgverhaal in het blad 'Samsam'.

1198 Velvis, H. Siatjoe uit het land van de Digoel; [omslag en illustraties van Jaap Kramer].
Groningen, De Vuurbaak, [1981]. 74 blz. Vindplaats: KITLV cc 712 N

Langs de rivier de Digoel in zuidoost Irian Jaya wordt een zwaar gewonde Papoea-
jongen, Siatjoe, in zijn prauwtje aangetroffen door een Nederlandse zendingsonder-
wijzer en zijn twee Papoeahelpers. Ze brengen hem naar de zendingspost, waar hij
wordt geopereerd. Tijdens zijn herstel leren de zendingsmensen de stamtaal van
Siatjoe, die op zijn beurt Indonesisch leert. De Nederlandse zendingsonderwijzer en
zijn Papoeahelpers brengen Siatjoe naar zijn dorp; onderweg vinden ze Siatjoe's
prauwtje en pagaai terug waarmee hij nu de zendingsmensen vooraf gaat om hun
bezoek voor te bereiden. De witte man die Siatjoe's leven heeft gered is welkom en
wordt van boord gehaald. De witte man spreekt hun taal en deelt geschenken uit.
Jaren verstrijken en Siatjoe heeft leren lezen en schrijven. Hij beheerst in korte tijd
het Indonesisch. Nu is Siatjoe goeroe in zijn geboortedorp. Na een zendingsbijeen-
komst raakt Siatjoe gewond bij een vliegtuigongeluk. Gedurende zijn wekenlang
verblijf in het ziekenhuis praat Siatjoe veel met Maraka, een verpleegster uit zijn
eigen volk. Maraka wil Siatjoe graag helpen bij de opbouw van zijn dorp; ze wordt
zijn vrouw.
1199 Dorrestein, Miek. Paabvormen of pindakaas; met tekeningen van Hanna Benthem.
Amsterdam, Ploegsma, [1982]. 127 blz. Vindplaats: KITLV cc 799 N

Na de dood van zijn moeder wordt de Papoeajongen David in het gezin van een
Nederlandse bestuursambtenaar grootgebracht. Wanneer de familie Nieuw-Guinea
verlaat, blijft David achter. Hij zoekt teleurgesteld zijn weg temidden van zijn
Papoease familie in zijn geboortedorp, maar daar wordt hij niet zonder meer
geaccepteerd. Dan neemt hij zich voor om naar de schoolbanken terug te keren om
later bestuursambtenaar te worden.
388 Geannoteerde bibliografie

1200 Van ver klinkt de tifa; Een leesboek voor kinderen van 10-13 jaar. Amsterdam,
Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tropenmuseum, 1982. 55 blz., ills.
Vindplaats: KITLV f 171 N+

Drie Molukse schoolkinderen van de tweede generatie Molukkers in Nederland


brengen een bezoek aan hun familie in Ujung Pandang (het voormalige Makassar),
Ambon, Ullath, Tulehu en Surabaya. Uitvoerig wordt ingegaan op de leefwijzen van
de verschillende Molukse gemeenschappen - christelijk en islamitisch - in Indonesië
en in Nederland. Gepubliceerd als onderdeel van het project Leerkits Molukse
Minderheid.

1201 Woldendorp, Henk. Op reis door Vier-Koningen-Land; [met foto's van Henk van der
Leeden en Lolke Osinga]. Oegstgeest enz., Raad voor de Zending der Ned[erlandse]
Hervormde Kerk en de Zending van de Gereformeerde Kerken in Nederland,
[1982]. 32 blz., krtn. Hoofdstuk l werd met hulp van F.C. Kamma geschreven.
[Platenboek no. 2; Irian Jaya, Indonesië.] Vindplaats: KITLV g 902 N+

Uit het dagelijks leven van de Papoeabevolking op de eilanden voor de Vogelkop die
door de broertjes Timo en Jason, hun vader, die goeroe is, en de penetua (ouder-
ling) worden bezocht. Ze zijn op weg per prauw naar Sorong om hun koopwaar aan
de man te brengen en van de opbrengst materiaal te kopen voor de bouw van een
kerkje in hun dorp op een van de Ayau-eilanden. Onderweg luisteren de kinderen
naar oude Papoease overleveringen en wetenswaardigheden. In Sorong ervaren ze de
grote sociale tegenstellingen van kampong en stad.

1202 Colijn, Marianne. Het Finlandhuis; met tekeningen van Lidia Postma. Baarn, De
Fontein, 1983. 89 blz. Vindplaats: BBJ

Bevat Indische fragmenten en speelt in Nederland en aan de Oostzeekust, waar het


meisje Odiel in aanraking komt met 'Oma Bali', Yasmina, een artistieke Indische
vrouw. Haar vader was een Hollandse kunstschilder die een tijdje op Bali werkte en
een Balische, haar moeder, trouwde. Ze kregen één dochter, Yasmina, die op oudere
leeftijd naar Nederland ging. Haar ouders waren toen al overleden. Ze bewoonde
een klein huisje met een atelier op zolder, waar ze batikte en schilderde. Een oude
zeekapitein die haar ouders heeft gekend, biedt Yasmina zijn huis aan dat aan de
Oostzee (Baltische kust) ligt.
Odiel, die thuis problemen heeft, logeert bij 'Oma Bali' in haar Finlandhuis aan de
Oostzee. 'Oma Bali' geeft haar tekenles en vertelt Odiel de Javaanse legende van
Nyai Roro Kidul, de godin van de zee bij de Wijnkoopsbaai en het Balische verhaal
van de goede tijger Barong en de boze heks Rangda.

1203 Manuhuwa, Diane. Diane op Allang; geschreven en getekend door -; redactie Dity
Manuhuwa-van Wijk. Hoevelaken, Christelijk Pedagogisch Studiecentrum, 1983. 63
blz., prt. Vervaardigd in opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning
Onderwijs Molukkers. Vindplaats: KITLV cc 981 N
Geannoteerde bibliografie 389

In de zomer van 1982 maakt de zevenjarige Diane Manuhuwa uit Bome (Overijssel)
een reis naar haar stokoude overgrootmoeder (94) die in het dorpje Allang woont,
op het eiland Ambon. Haar Molukse vader, haar Nederlandse moeder, haar jongere
broertje en haar Molukse grootouders die in Nederland wonen, gaan ook mee.
Diane logeert bij een tante die ze een handje helpt bij het huishoudelijk werk dat
minder geriefelijk is dan in Holland. Ze gaat een dagje mee naar school met haar
neefjes. Oom neemt hen mee de bergen in waar zijn dusun (tuin) met vruchtbomen
ligt. Een andere wereld waarin Diane volop geniet, maar zich ook blijft verbazen.

1204 Wonink, Harry. Speurtocht naar vliegende slangen; illustraties van Albert Wessels.
Rijssen, Ligtenberg, 1983. 137 blz. Vindplaats: KITLV cc 1611 N

Speelt in de bersiaptijd in Indonesië waar een Groningse professor in de biologie


met zijn zoon Mark en diens studievriend Han een wetenschappelijke expeditie
maakt door de binnenlanden van Sumatra. Op hun tocht krijgen ze bescherming van
een Nederlandse luitenant omdat er gevaar dreigt van de soldaten van de TNI, het
leger van de Indonesiërs. De drie wetenschappers worden de gast van Amad, een
Sumatraans dorpshoofd, nadat ze een tijgerin hebben neergelegd die zijn kampong
terroriseerde. Als een ervaren gids loodst Amad zijn gasten door de rimboe naar de
plek waar vliegende slangen voorkomen. In deze wildernis wordt het gezelschap
geconfronteerd met een drama dat zich rond een krankzinnig geworden jonge
Nederlandse planter en diens vrouw heeft afgespeeld.

1205 Dorrestein, Miek. Vogelvrij verklaard. Amsterdam, Ploegsma, [1984]. 128 blz.
Bevat poëzie. Vindplaats: KITLV cc 1168 N

Over fel verzet van de Papoeabevolking uit West Nieuw-Guinea, die door de
Indonesische ambtenaren en militairen onder de voet wordt gelopen, gemarteld en
uitgebuit.
Gruwelijk en realistisch verhaal over het leven van Bertos, een jonge halfbloed-
Papoea. Het is een aanklacht tegen de houding van de Indonesiërs en zijn Neder-
landse vader die hij nooit heeft gekend.

1206 Fahner-Vos, G. Arike van het groene woud; [illustraties Ben Horsthuis]. Utrecht,
Uitgeverij 'De Banier', [1984]. 142 blz. Vervolg van: Het nieuwe woord (zie no.
1146). Vindplaats: KITLV cc 2363 N

In Goeriba, een dorp van de Ahoelistam, beplant het eigenzinnige Papoeameisje


Arike zelf een lapje grond en schendt hiermee de traditionele regels. Haar oudere
broer Labo die al is ingewijd en tot de mannen behoort trekt met hen ten strijde
tegen de mannen van Wochinoe, die aan de overkant van de rivier het nieuwe dorp
Pantali hebben gebouwd.
Labo raakt in deze strijd gewond en moet een oog missen. De tovenaar-medicijnman
probeert hem te genezen en houdt Labo tegelijkertijd in zijn macht, 's Nachts
vernielen zij de tuin van Arike en geven de geesten hiervan de schuld. Labo maakt
dit openlijk bekend als er vrede is gesloten met de mannen van Wochinoe, van wie
390 Geannoteerde bibliografie

Doealin de leider is. Door de komst van het nieuwe woord zal het geloof in de
geesten uit hun dorp verdwijnen.

1207 Joyce, een Moluks meisje; foto's van Otto Tatipikalawan; tekst van Aleida Anakotta.
[Hoevelaken], [Christelijk Pedagogisch Studiecentrum], 1984. 147 blz. Vervaardigd in
opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning Onderwijs Molukkers.
Bevat een losse bijlage 'Informatie voor de leerkracht', 17 blz. Vindplaats: KITLV f
194 N

De achtjarige Joyce Jempormiasse behoort tot de 'derde generatie Zuid-Molukkers'


in Nederland. Ze vertelt over haar dagelijks leven op school en thuis in Appingedam.
Haar ouders die afkomstig zijn van de Tanimbar-eilanden, houden hun christelijk-
Molukse traditie in ere. In tegenstelling tot haar opa en oma wonen Joyce en haar
ouders niet meer in een Molukse wijk.

1208 Overal op aarde; Verhalen voor kinderen; [samengesteld door M.C Romein-Vroegin-
dewey, A. Doeland en R. Bartels; tekeningen van H. van Voorst]. [Uitgave van de
Nederlandse Hervormde Zondagsscholenbond op Gereformeerde Grondslag].
Amersfoort, Uitgeverij Echo, [1984]. 96 blz.
Bevat drie verhaaltjes uit de Toradjalanden, Celebes: 'Karanna's wens' (blz. 26-41) en
'Wat Biti beleefde' (blz. 84-86) door H.C. Plaisier-Wendt, en 'Gehoorzaamheid' door
T. Eikelboom (blz. 68-83). Vindplaats: KITLV cc 2393 N (fotokopie)

'Karanna's wens' wordt vervuld als hij bij zijn oom in Rantepao mag komen om daar
niet alleen naar school te gaan, maar ook naar de zondagsschool. Zijn ouders wonen
op het platteland en kunnen het schoolgeld met de daarbijkomende kosten voor
kleding niet betalen.
'Wat Biti beleefde' is een verhaaltje over een speels jongetje dat met zijn vriendje op
een karbouw meerijdt. Biti vergeet de tijd en hij rent naar de zondagsschool die net
is begonnen. In zijn haast heeft hij zijn roepiah voor de collecteschaal vergeten.
'Gehoorzaamheid'. Ratu moet op zijn grootouders passen omdat zijn moeder met
een zangkoor naar Rantepao gaat voor een grootse christelijke samenkomst. Met
zijn vriendje Aris loopt Ratu van huis weg; ze willen ook naar Rantepao. Daar
ontdekt hij al gauw zijn moeder. Na het feest bezoekt Ratu met zijn moeder en Aris
het graf van de zendeling Antony Aris van de Loosdrecht (1885-1917) én dat van
zijn moordenaar Paulus Pong Masanka.

1209 Prins, Johanna. Erik, Toto en Jacinta; illustraties [van] Lucy Keijzer. Baarn, Elzenga,
[1984]. 127 blz. Vindplaats: OBA

De ouders van de Nederlandse schooljongen Erik hebben twee kinderen uit de


Derde Wereld financieel geadopteerd: Tato, een Javaanse jongen in Indonesië en
Jacinta, een meisje in Peru. Erik verlangt er naar om zijn pleegbroertje en -zusje
eens echt te ontmoeten. Een 'gesjeesde' onderwijzeres, die veel heeft gereisd en
hierover boeken heeft geschreven, helpt Erik om zijn plan te verwezenlijken. In de
grote vakantie vliegt Erik naar Indonesië, waar ook Jacinta naar toe komt gevlogen.
In gezelschap van een Indonesische archeoloog reizen de kinderen naar Tato's dorp.
Geannoteerde bibliografie 391

Twee nichtjes van de archeoloog treden op als tolk Spaans en Nederlands voor
Jacinta en Erik.
Na kennismaking met Tato's familie brengt de archeoloog de drie kinderen en zijn
nichtjes van Java met een boot naar een eiland. Daar nemen ze voorlopig afscheid
van hem voor een kampeervakantie aan het strand. Ze beleven een spannend
avontuur waarna Erik onverwacht de Nederlandse onderwijzeres terugziet, die een
goede vriendin blijkt te zijn van de Indonesische archeoloog.

1210 Bergmans, Wilko. 3 x Daan Kaper; Misdaad in Mexico; Bandieten op Bali; Dieven en
diamanten. Vaassen, Sanders Boekprodukties, [c. 1985]. 327 blz. Vindplaats: BBJ

In deze omnibus is het eerder verschenen verhaal Bandieten op Bali opgenomen (zie
no. 1155).

1211 Kuijer, Guus. Het land van de neushoornvogel; band van The Tjong Khing en Barbara
van Dongen Torman. Amsterdam, Querido, 1985. 143 blz. Bevat poëzie van de Iban-
Dajaks. Vindplaats: KITLV cc 1301 N

De middelbare scholier Mark Zevenster uit Noord-Holland ontdekt thuis op zolder


voorwerpen van zijn grootvader die nooit uit Bomeo is teruggekeerd. Mark komt
door een wereld van droom en werkelijkheid terecht bij de Iban-Dajaks op Borneo.
Deze Dajaks zien hun cultuur en milieu verdwijnen door de rigoureuze houtkap van
de tropische regenwouden. Ze raken ontheemd en worden daardoor gedwongen om
abrupt de twintigste eeuw binnen te stappen met alle verloedering die daarbij hoort.

1212 Pattikawa, Terry. Een vakantie op de Molukken; Dagboek van Terry; bewerking van
Aleida Anakotta. Hoevelaken, Pedagogisch Studiecentrum, [1985]. 44 blz., foto-ills.,
krtn. Vervaardigd in opdracht van de pgOOM, de projectgroep Ondersteuning
Onderwijs Molukkers. Vindplaats: KITLV f 221 N

In dagboekvorm vertelt een twaalfjarige Molukse jongen over zijn eerste bezoek aan
Ambon en Haruku waar hij zijn vakantie met zijn ouders en broertjes bij familie
doorbrengt. Hij is in Nederland geboren en behoort tot de derde generatie Moluk-
kers in Nederland.
In 1986 verscheen de brochure Aan het werk met Terry bij dezelfde instelling.
Suggesties en achtergrondinformatie bijeengebracht door Aleida Anakotta.

1213 Timmermans, Gert-Jan. Latifa op de Molukken. Weesp, Het Wereldvenster, [1985]. 31


blz., foto-ills., krtn. [Het Dagelijks Leven in de Derde Wereld voor de Jeugd.]
Vindplaats: KITLV f 214 N

Over een islamitisch schoolmeisje en haar omgeving in Tulehu, een havenstadje op


Ambon. In dit verhaaltje wordt ook de historische achtergrond en de positie van
Molukkers in Nederland toegelicht.
392 Geannoteerde bibliografie

1214 Bloem, Marion. Brieven van Souad; omslagillustratie van Irene Wolfferts. Haarlem, In
de Knipscheer, [1986]. 97 blz. Vindplaats: KITLV cc 1462 N

Het dertienjarige Indische meisje Bianca ontvangt brieven waarin een even oud
Marokkaans schoolmeisje - dat in Nederland woont - vertelt over haar leefwereld en
familieproblemen.

1215 Chimbu-mensen, De; Getekend en verteld door Chimbu-kinderen; vertaald en van een
inleiding voorzien door M.M. Huis in 't Veld; omslagtekening van Jenny Dalenoord.
Amsterdam, Nederlandse Zendingsraad, 1986. 11 blz. Vindplaats: KITLV g 417 N+

Jongens van de Lutherse Zendingsstreekschool in Kundiawa (Oost Nieuw-Guinea)


vertellen over hun dagelijks leven.

1216 Colijn, Marianne. Niet bang voor krokodillen; [omslagtekening van I Ketut Ngetis].
[Baarn], [De] Fontein, [1986]. 123 blz., afbn.
Bevat een naschrift over het ontstaan en de organisatie van het Poster Parents Plan.
Vindplaats: KITLV cc 1471 N

Op indringende wijze wordt verteld over de problemen van drie Indonesische


kinderen uit een Javaanse dessa. Na de dood van hun vader helpen de twee broertjes
Subroto en Daryanto hun moeder om iets bij te verdienen. Wanneer Daryanto door
het slechte drinkwater steeds weer ziek wordt, gaat Subroto naar Yogyakarta om
daar als betjakrijder geld te verdienen.
Intussen zit hun nichtje Sinta met een ander probleem: ze heeft geen verplicht
schooluniform. Omdat haar ouders hiervoor geen geld hebben wordt ze door
buurmeisjes gepest. Tenslotte vallen haar ouders in handen van een gemene
woekeraarster die Sinta bovendien nog bang en ziek maakt. Een doekoen helpt het
gezin uit deze benarde situatie en een kaké weet via de loerah te bemiddelen dat
door het Poster Parents Plan geld beschikbaar komt.

1217 Schouten, Alet. Zoete meisjes en een tijger; Een klein meisje in Nederlands-Indië,
1920-1929; omslag en tekeningen van Dick van der Maat. Baarn, De Fontein, 1986.
119 blz.
Bevat een verklarende woordenlijst, genaamd 'Moeilijke woorden'.
Vindplaats: KITLV cc 1459 N

Herinneringen aan het oliedorp op de noordoostkust van Sumatra waar de schrijfster


met haar vader (marineofficier), moeder en drie jongere zusjes opgroeit. Wanneer
het gezin met verlof in Nederland verblijft wordt ze zó gepest door een jongen uit
haar klas dat ze op een lumineus idee komt en hem een flinke aframmeling geeft.
Terug op Sumatra vertelt ze over het reilen en zeilen van de Nederlandse gemeen-
schap, vooral over de angstige situatie bij het uitbreken van de pokken wanneer ze
stilletjes met haar baboe Siti de kampong heeft bezocht. Ook het plagen van de
kinds geworden Atjehvechter Rasip en het milieu van een Nederlandse jager, zijn
Sumatraanse vrouw en hun halfbloed zonen roepen een bijzondere sfeer op.
Geannoteerde bibliografie 393

1218 Vervloed, Peter. De kris danst; tekeningen van Frank ter Horst. [Tilburg], Zwijsen,
[1986]. 48 blz. [Zoeklicht: Griezelen; no. 6. Serie: Makkelijk lezen.] Herdrukken: 2e
druk [1991] Vindplaats: Ie druk KITLV cc 2535 N; 2e druk Brinkman

De Indische oom Nono woont in Nederland en bezit een kris met geheime krachten.
Niemand mag de kris aanraken, zelfs zijn nieuwsgierige neefje Devi niet. Twee
onbekende neven proberen oom Nono de magische kris afhandig te maken. Aan
Devi vertelt oom hoe hij de kris (tijdens de bersiaptijd) uit Indonesië naar Holland
heeft gesmokkeld. Bij een inbraak in ooms huis - door dezelfde neven - doet de kris
spectaculaire dingen. Op zijn sterfbed schenkt oom de kris aan Devi.

1219 Joustra, Job [ps. van Rob Claassen en Cees-Jan van Golen]. In de schaduw van de
rijzende zon; [omslag en illustraties Jan Wesseling]. Kampen, La Rivière & Voorhoe-
ve, [1987]. 102 blz. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1598
N+

Nadat Gertjan op de zolder van zijn grootouders in Bilthoven papieren heeft ontdekt
over de Japanse bezetting in Nederlands-Indië, wordt zijn nieuwsgierigheid gewekt.
Hij koopt een schrift en maakt aantekeningen van de verhalen die hij hoort van zijn
grootouders, zijn tantes en een oom. Tenslotte vertelt Gertjans vader zijn kamperva-
ringen waar hij nooit over heeft willen praten. De schrijver heeft van dit verhaal een
kleine familiekroniek gemaakt, waarin kampervaringen op Java, Timor, de 'Doden-
spoorweg' in Burma en de atoomaanval op Nagasaki ter sprake komen.

1220 Kalmijn, Ida. Gekooid kind; Herinneringen aan het Jappenkamp; tekeningen en
teksten -; [met een inleiding van G.P. Hartvelt], Kampen, Kok, [1987]. 141 blz. [Serie
'Onvoltooid Verleden Tijd'; no. 4.] Vindplaats: KITLV cc 1590 N

De verwerking van het trauma van de Japanse kampen waarin de schrijfster van haar
vijfde tot haar achtste jaar heeft gezeten.

1221 Multatuli [ps. van Eduard Douwes Dekker]. Saidjah en Adinda; [bewerking van het
zeventiende hoofdstuk van de Max Havelaar, naar de vijfde druk van 1881, door M.
Smit; omslag en illustraties van Fred de Heij], [Hoorn/Helmond, Uitgeversmij]
'Westfriesland', [1987]. 57 blz.
Bevat poëzie en een korte biografie over Multatuli, alsmede een verklarende
woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 1822 N

Het droevige relaas van de twee Javaanse gelieven: de jongen Saïdjah en zijn meisje
Adinda, die het slachtoffer worden van de uitbuiting door hun inheemse vorst en van
het militaire geweld door het Nederlands-Indische leger.
Dit is een bewerking van het zeventiende hoofdstuk uit de Max Havelaar, vijfde druk,
1881.
394 Geannoteerde bibliografie

1222 Tadema-Spony, Bob. Indonesische sagen en verhalen; met tekeningen van Auke A.
Tadema. [Houten], De Haan, [1987]. 160 blz.
Bevat een lijst van Indonesische woorden, belangrijkste goden en personen, benevens
een korte chronologie en een bibliografie. Vindplaats: KITLV cc 1943 N

Het hindoeïsme heeft eeuwenlang het Indonesische eilandenrijk beheerst. Sterk


levende culturele elementen worden vooral op Bali en Java levend gehouden in alle
mogelijke vormen, zoals dans, muziek, toneel, schilder- en beeldhouwkunst. Voor
deze bundel is gebruik gemaakt van de twee beroemde heldendichten van
Indiase oorsprong, de Mahabharata en de Ramayana.

1223 Thomson, Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson]. Naar het verre, koude land. 's-Gravenha-
ge, Leopold, [1987]. 104 blz.
Vervolg van: Setengah mati (half dood) (zie no. 1094).
Vindplaats: KITLV cc 1588 N

Het veertienjarige Hollandse meisje Ellie (Eliza) heeft met haar ouders en zusjes het
Jappenkamp overleefd. Het gezin repatrieert naar Nederland. Ellie moet wennen
aan haar vader die ze in geen vier jaar heeft gezien, maar ook haar ouders moeten
zich aanpassen na die gedwongen scheiding. Door de grote woningnood gaat het
gezin eerst inwonen bij grootouders in Den Haag, alvorens het woonruimte krijgt
toegewezen. Ellie komt als veertienjarige in de eerste klas van een Muloschool. Met
haar Indische achtergrond is ze een vreemde eend in de bijt en ze voelt zich
doodongelukkig. De verhuizing naar Amsterdam brengt verbetering in haar situatie.
Ze gaat naar een middelbare school. Tot haar verwondering wordt ze niet uitge-
lachen, maar gewoon geaccepteerd. Ze krijgt zelfs een schoolvriendinnetje. Ze is
bijna gelukkig, als ze geen heimwee heeft naar het vooroorlogse Java.

1224 Joustra, Job [ps. van Rob Claassen en Cees-Jan van Golen]. Oranda; Een Hollandse
jongen in Japan; illustraties Jan Wesseling. Kampen, La Rivière & Voorhoeve, [1988].
107 blz., krtn. Bevat een verklarende woordenlijst. Vindplaats: KITLV cc 2071 N/OBA

Het eerste hoofdstuk speelt zich af in Batavia, waar in 1786 een Rotterdamse
weesjongen - enig zoontje van een opperkoopman van de VOC - scheep gaat op het
Compagnieschip 'De Stad Delft'. Hij wordt in Desjima (Japan) als schrijver geplaatst
op een factorij.

1225 Rutgers van der Loeff[-Basenau], An. Ramp op zee; [omslag en tekeningen van Fiel
van der Veen]. [Amsterdam], Hema, [1988]. 125 blz., krt.
Herdrukken: Eerder verschenen onder de titel Wrak onder water. Deel 1. Op weg naar
'De Liefde' (zie no. 1152). Vindplaats: KITLV cc N

1226 Lilipaly-de Voogt, Ada. Ena en de vissen; [omslag en tekeningen van de schrijfster].
Baarn enz., De Fontein enz., [1989]. 36 blz.
Geannoteerde bibliografie 395

Bevat een toelichting bij de platen.


Vindplaats: KITLV cc 2072 N

Beschrijft het dagelijks leven in een dorpje aan de kust op de Molukken. Het meisje
Ena gaat met haar broertje in hun prauw de zee op om voor het avondeten enige
vissen te vangen. Als ze naar huis loopt met haar mand raakt ze onderweg bijna al
haar vissen kwijt: door kwajongens, door een hond en door het niet mogen weigeren
als een oude oma om een visje vraagt...
Zeer fraaie prenten van de schrijfster ondersteunen het verhaal, waarbij bovendien
een aparte toelichting wordt gegeven op de Indonesische woorden en de Molukse
leefgewoonten.

1227 Roos, Betty. Kan-niet is dood; Kinderjaren in een Jappenkamp; voorwoord van Joop
van Tijn. Amsterdam, SUA, 1989. 118 blz. Bevat een verklarende woordenlijst.
Vindplaats: KITLV cc 2204 N

Impressies van een vijfjarig Nederlands meisje uit een joods milieu. Met haar ouders,
zusjes en broertje is ze in Samarinda (Zuidoostkust van Borneo) opgegroeid. Achter
het woonhuis begint het oerwoud en stroomt de (Koetai-)rivier. Haar vader (ir. J.
Roos) gaat voor zijn,werk op tournee en brengt bij thuiskomst cadeautjes voor de
kinderen mee. Hoewel er sprake is van een baboe, heeft het gezin een juffie
(kinderjuffrouw).
Als de Japanse bezetting uitbreekt wordt haar vader voor militaire dienst opgeroe-
pen. Met haar moeder, zusjes en broertje en de kinderjuffrouw vaart ze per boot
naar Java, waar ze al spoedig in het kamp Tjihapit worden geïnterneerd. Naderhand
naar kamp Adek in de afdeling voor joodse mensen. Als de bezetting voorbij is
vertrekt ze met haar moeder, zusjes en broertje naar Holland met de 'Johan van
Oldebarnevelt'. Hun vader is gesneuveld, zijn graf onbekend.

1228 Van Mary Jones tot Kruiden Maria; Verhalen van Bijbel en zending; [voorwoord van A.
de Kuiper]; met tekeningen van Anneke van der Jagt. Haarlem/Brussel, Neder-
lands/Belgisch Bijbelgenootschap, 1989. 112 blz.
Bevat twee bewerkte bijdragen over Nederlands-Indië van Albert C. Kruyt: 'De
Toradja vertelt' (naverteld door Jan J. van Capelleveen) (blz. 27-28) en 'Vergeten
"io" te roepen' (door Freek van der Veen) (blz. 29-31). Bevat verder vier verhalen
over zending en christendom uit de beginjaren van de Republiek Indonesië: M.E.
Duyverman: 'Mahmud' (blz. 32-35); M. Duyverman-van Dongen: 'De desa Padang
Roesa' (blz. 36-45); Jan J. van Capelleveen: 'De gestolen Bijbel' (blz. 46-49) en
'Soesilo kon niet lezen' (blz. 50-56). Vindplaats: KITLV cc 1992 N

'De Toradja vertelt'. Een waar gebeurd verhaaltje uit Celebes, waar de taaigeleerde
dr. N. Adriani uit de Bijbel vertelt aan een oud stamhoofd.
'Vergeten "io" te roepen'. Dr Adriani krijgt van een groepje Toradjameisjes raadsels
op en hij wordt door de dorpsverteller gevraagd om af en toe ook eens 'io' te roepen
als hij zijn verhaal mooi vindt.
'Mahmud'. Een jonge betjakrijder afkomstig van het platteland moet zich zien te
handhaven in het harde stadsleven. Een wereld gaat voor hem open als hij wekelijks
een kerkdienst bijwoont. Zijn oom waarschuwt hem voor de guerrilla's die alles
396 Geannoteerde bibliografie

bespieden. Als Mahmud een tijd bij oom wegblijft denkt deze dat zijn neef door de
guerrilla's is ontvoerd. Intussen is Mahmud naar huis gegaan om over de Bijbel te
vertellen in de vergaderplaats van de dorpsoudsten.
'De desa Padang Roesa' vertelt over de moeilijke situatie in de beginjaren van de
Republiek Indonesië, de strijd tegen de guerrilla's en de tegenwerking die de
zending ondervindt.
'De gestolen Bijbel' gaat over een zoekgeraakt zilveren bijbeltje dat een Nederlandse
zendeling van zijn Javaanse gemeente heeft gekregen. Verdachtmaking en vooroor-
deel worden door een oude wijze Javaan uit de weg geruimd. 'Soesilo kon niet
lezen' gaat over een schooljongen die zijn jeugdbijbel spontaan weggeeft aan een
arm klasgenootje.

Vondersteen, Willy. Angst op de 'Amsterdam', [1989]. Zie no A015

1229 Diepstraten, Johan. De ondergang van de Batavia; [omslagillustratie en tekeningen van


Teun Berserik]. Amsterdam, Leopold, [1990]. 157 blz. Vindplaats: KITLV cc 2359 N

Het verhaal is gebaseerd op historische gegevens. In 1628 ligt op de rede van Texel
het nieuwste schip van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de 'Batavia', gereed
voor de reis naar Java. Voor het vertrek wordt in de nabijgelegen herberg nog
werkvolk geronseld met een bord warme pap en een stevige slok brandewijn of rum.
Friso is door zijn dronken gevoerde vader vergokt en wordt als koksmaatje meegeno-
men. De eerste nacht aan boord luistert Friso een gesprek af tussen bemannings-
leden die muiterij beramen. Friso deelt zijn angstige geheim mee aan commandeur
Pelsaert die zijn vermoeden hoort bevestigen.
De schipper wijkt onderweg met opzet van de koers af. Het wordt een rampzalige
reis die in 1629 eindigt met een schipbreuk bij het Zuidland (Australië). Onder
bedreiging van de schipper vertrekt Pelsaert met een aantal bemanningsleden
richting Java. De schipbreukelingen blijven in wanhoop achter op een plaats waar de
wetten van de beschaving niet meer gelden.
Pelsaert die behouden op Java is aangekomen, wordt uit Batavia met de 'Saerdam'
naar het wrak gezonden om te zoeken naar de kostbare lading en de opvarenden.
Aan boord bevindt zich de vader van Friso. Hij kende geen rust en heeft zich laten
ronselen om naar Java te gaan om zijn ontvoerde zoon terug te vinden. Onder de
schipbreukelingen ziet hij Friso levend en wel terug.
Achterin het boek staat een kort historisch overzicht 'Het wrak van de Batavia' en
een verslag over de bouw van de nieuwe 'Batavia' op een scheepswerf bij Lelystad.
Zie ook het verhaal van J. Hendrik van Balen, 'Een Nederlandsche zeeroover' (no.
0122).

1230 Herzen, Frank. De reis van de Zwarte Draeck; [illustraties van Rolf de Bruin en
Ronald Heuninck]. Zeist, Christofoor, [1990]. 264 blz., kit.
Bevat poëzie, scheepstekeningen en een verklarende woordenlijst van scheepstermen.
Vindplaats: KITLV cc 2271 N

Aan de hand van authentieke scheepsjournalen wordt het keiharde leven aan boord
van een VOC-schip beschreven, waarmee een zestienjarige boerenzoon, Benjamin
van Capelle, omstreeks 1650 als hooploper (halfwas zeeman) uitzeilt. Zijn vader is
Geannoteerde bibliografie 397

door misoogsten in financiële problemen gekomen en om hem uit de gevangenis te


kunnen houden heeft Benjamin in Amsterdam op de 'Zwarte Draeck' aangemon-
sterd. Met Benjamins gage kan zijn vader worden vrijgekocht en blijft er nog geld
over om eten te kopen voor zijn moeder, zusjes en broertje.
Als Kaap de Goede Hoop is gepasseerd, loopt door een navigatiefout het schip ten
westen van Australië (het Zuytlandt) op de riffen te pletter. Van het overgebleven
wrakhout wordt een kleiner schip, 'Het Draeckejong', gebouwd waarmee uiteindelijk
Batavia wordt bereikt. Een onderzoeksproces ontheft de schipper van de 'Zwarte
Draeck' van zijn functie en zet hem uit de dienst van de VOC. Benjamin monstert
aan op de 'Salamander', zeilt nog twee jaar op de eilanden van de Indische archipel
en trouwt met een Nederlands meisje dat als dienstmaagd op het Kasteel in Batavia
heeft gewerkt. Met het schip 'Hoeckenaer' keren ze in 1655 naar Holland terug,
waar Benjamin in Hellevoetsluis een winkel in scheepsbenodigdheden begint.

1231 Man, Jos de. Vlucht door het oerwoud; [omslag Rolf de Bruin]. Zeist, Christofoor,
1991. 135 blz. Vindplaats: KITLV cc 2532 N

Een Hollands gezin op Sumatra leeft tijdens de Japanse bezetting gescheiden van
elkaar. De vader die voorheen op een handelskantoor in Simpangpandai werkte, is
voor de militaire dienst opgeroepen. Zijn vrouw, die met de kinderen Leo en Zusje
is geïnterneerd in kamp Padangpoera, overlijdt na drie jaar aan de geleden ontberin-
gen. Haar laatste woorden zijn voor Leo: 'Zorg goed voor Zusje'. Wanneer Leo als
elfjarige naar een mannenkamp zal worden overgeplaatst, vlucht hij met Zusje
ongezien het vrouwenkamp uit. Hij wil de belofte aan zijn moeder nakomen door bij
zijn zusje te blijven. Na een uitputtende zwerftocht geeft een kamponghoofd hen
onderdak: een vervallen hut verborgen in een bosrand. Zijn zoontje Mochtar brengt
hen regelmatig een portie rijst. Op deze plek groeien eetbare knollen en vruchten.
De vluchtelingen vinden hun schuilplaats een paradijs vergeleken met het vrouwen-
kamp: geen vuile w.c.'s met lange rijen wachtenden, geen wasbeurten bij een
druppelend kraantje, geen ratten, wandluizen en ander ongedierte; geen ruzies en
pesterijen.
Als hun schuilplaats door een inheemse jongen, Karto, wordt ontdekt zegt hij dat ze
niet bang hoeven te zijn. Karto komt van Oost-Java, waar hij voor het Japanse leger
als romoesha werd ingezet. Vanuit de haven van Soerabaja ging Karto met duizen-
den Javaanse romoesha's richting Sumatra, waar hun schip 'Raku Maru' voor de
Sumatraanse kust werd getorpedeerd.
Een patrouille Japanse soldaten die de omgeving uitkamt neemt Karto mee en steekt
de schuilhut in brand. Leo en Zusje vluchten door een oerwoud naar de kust. Bij het
oversteken van een rivier verdrinkt Zusje. Leo wordt door een groepje geallieerde
militairen gevonden en meegenomen naar hun schuilbivak. Bij nadere informatie
hoort Leo dat zijn vader nog leeft. Hij is in Ceylon als officier bij dezelfde geheime
militaire organisatie ingedeeld als deze geallieerden. Bij de aflossing vertrekt Leo
met twee militairen op een onderzeeboot naar Ceylon, waar hij na drie jaar zijn
vader terugziet.
Nagekomen titels

AOOl Sandwijk, G. van. Een kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika en


Amerika; Een lees- en prentenboek voor de jeugd door -; Opnieuw bewerkt door J.P.
Lancel; met platen [twee zwart/wit en twee kleurenlitho's]. Amsterdam, Koster, [c.
1865]. [II, 32 blz.]
Ook verschenen onder de titel Onze bezittingen in Azië, Afrika en Amerika; Een lees-
en prentenboek voor de jeugd door -. Opnieuw bewerkt door J.P. Lancel; met vier
gekleurde platen. Leiden, Noothoven van Goor, [c. 1865]. II, 32 blz. en l kaart.
Vindplaats: PB/KITLV cc 2573 N (fotokopie)

Het eerste hoofdstuk 'De Nederlandsche bezittingen in Azië' geeft een uitgebreide
schets van Java en Batavia. In vogelvlucht volgen de voornaamste eilanden van de
Indische archipel waarvan de Molukken bijzonder veel aandacht krijgen. Zoals de
Europees aandoende stad Ambon met haar kerken, liefdadige instellingen, een
kweekschool voor onderwijzers en een schouwburg, en het eiland Haroekoe met de
hoofdplaats Saparoea, waar, niet zoals vermeld in 1809, maar in 1817 de resident
(J.R.) van den Berg met bijna zijn hele gezin werd vermoord door de rebel Thomas
Matulesia (alias Pattimoera) en zijn muitelingen.
In het tweede hoofdstuk 'De Nederlandsche bezittingen in Afrika en Amerika' wordt
verteld over het fort St. George del Mina aan de Goudkust (Ghana), waar negersla-
ven werden uitgevoerd naar plantages in Brazilië en Nederlands-Guiana (Suriname).
Negers werden ook geworven in Nederlands-Indië, als vrije arbeiders en voor de
krijgsdienst. Zij werden Wolanda hitam of Belanda hitam genoemd.

A002 Voor onzen kleinen in Indië; [Kleurenlitho's]. Semarang, Van Dorp, [c. 1870-1880]. 6
losse deeltjes. Vindplaats: Bastin en Brommer

De Eerste Serie bestaat uit zes aparte boekjes, elk met een verschillend vignet op
het titelblad. Elk boekje bevat zes prenten op linnen geplakt. De onderschriften zijn
in het Nederlands en in het Maleis.
Vierentwintig prenten laten Chinezen, Javanen en Nederlanders zien in hun diverse
karakteristieke beroepen; er zijn zes prenten van tropische dieren en zes van
tropische vruchten.
Het is niet bekend of de Tweede Serie is uitgegeven.

A003 Heleen [ps.]. Ver van huis; teekeningen van Henk Poeder. Nijkerk, Callenbach,
[1927]. 110 blz. Vindplaats: KITLV cc 2561 N
Nagekomen titels 399

Het boek gaat over het offer dat een zendingsarts en zijn vrouw moeten brengen als
hun drie kinderen Indië verlaten om onder de hoede van een bevriend echtpaar naar
Nederland te reizen voor hun schoolopleiding. De kinderen komen als betalende
gasten in een Hollands gezin en krijgen ieder van de vrouw des huizes een dagelijkse
huishoudelijke taak opgedragen. Ze zegt: 'Wij helpen jullie ouders door jullie in huis
te nemen en jullie helpen ons weer, is dat niet aardig?' Het meisje Adri weet niet of
ze het wel zo aardig vindt, maar ze durft niets te zeggen. In Indië ging alles zo
anders. Vooral haar jongere broertje mist de nachtzoen van zijn moeder die
mevrouw hem niet geeft. Hij voelt zich eenzaam en 's nachts is hij bang om alleen in
het donkere zolderkamertje te slapen.
Hoewel er niets over het uiterlijk van de kinderen staat geschreven, verlaat een
kostganger die geen grappen kan verdragen van de kinderen het pension met de
opmerking dat hij niet langer met die Indische roetmoppen onder één dak wil
wonen.
Wanneer Adri wordt gevraagd om met een zendingsbusje te collecteren komt ze in
contact met een vriendelijke heer die een kamer zoekt. Hij neemt de plaats in van
de boze pensiongast en ontpopt zich als hun echte oom.

A004 Blokker, Wilhelmina. Twee pleegzusjes; geïllustreerd door Sijtje Aafjes. Alkmaar,
Kluitman, [1928]. 159 blz. [Ons Genoegen; Bibliotheek voor Jongens en Meisjes, Serie
B, Meisjesboeken.] Vindplaats: KITLV cc 2567 N

Bevat een paar Indische fragmenten over een zeekapitein die van Holland op Indië
vaart en na de dood van zijn vrouw hun dochtertje bij familie onderbrengt.

A005 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Eef Hubrechts; met gekleurde platen, omslag-
en bandteekening van B. Midderigh-Bokhorst. 's-Gravenhage, Van Goor, [1928]. 148
blz. [Voor Oudere Meisjes.] Herdrukken: 2e druk [1933]. Vindplaats: Ie druk
Brinkman; 2e druk KITLV cc 2540 N

Het verhaal is gesitueerd in Nederland en bevat een paar korte opmerkingen over
een gepensioneerd Indisch militair. Zijn pleegdochter nodigt een Indisch klasge-
nootje uit dat een liefdeloos tehuis heeft bij een familielid dat het alleen maar heeft
voorzien op het financiële voordeel. Zodra ze voor haar HBS is geslaagd vertrekt ze
naar haar ouders in Indië.

A006 Koster, Maren [ps. van M.J. Jongkees]. Met z'n drieën en een oom; platen van Sijtje
Aafjes. 's-Gravenhage, Van Goor, [1929]. 110 blz. [De Nieuwe Serie; no. V.]
Vindplaats: KITLV cc 2569 N

Weduwe van een in Indië overleden zeeofficier houdt pension om in het levenson-
derhoud van haar gezin te voorzien. Ze hertrouwt met 'Oom Nol' - een pensiongast
-die haar en haar drie jongens meeneemt naar Indië waar hij zijn werk heeft.

A007 Kramer, Diet [D.M. Muller-Kramer]. Razende Roeltje; met illustraties van G.
Wildschut. Baarn, Bosch & Keuning, [1931]. 172 blz.
400 Nagekomen titels

Herdrukken: 3e druk met illustraties van Henk Poeder [1936]; 5e-7e druk [1947-
1949]; 12e druk [1958]; 13e druk [1961]; 14e druk [1961] [BK-boekenkring.].
Schooluitgave met illustraties van Henk Poeder. Baam, Bosch & Keuning, [1934].
172 blz.
Herdrukken schooluitgave: 4e druk [1947]; 9e druk [1956] [Lentehof-serie.]; 14e druk
[1970]; 16e druk [1977] [BK-didact.].
Vervolgd als: Roeland Westwout (zie no. 0665).
Vindplaats: Ie druk KB; 14e druk Schooluitgave SH; Overige drukken Brinkman

Bevat een paar fragmenten over een Hollandse jongen, Timo, die uit Indië naar
Nederland is gestuurd voor zijn HBS-opleiding. Na de slechte ervaringen in zijn
eerste kosthuis woont hij nu in een familiepension op het platteland, waar hij als een
zoon wordt behandeld. Hoewel Timo's uiterlijk niet Indisch is, wordt hij op een
gegeven moment door een molenaarszoon uitgescholden voor 'Liplap, liplap-uit-de-
oost'. Als ze later goede maatjes zijn legt Timo uit wat een liplap is en dat dit niet
zijn bijnaam mag worden.

A008 Amerika, J.L. Alleen van huis; Leesboek voor het hoogste leerjaar der lagere school en
voor vervolgscholen in Nederland en Indië. [Geïllustreerd met tekeningen van Is. van
Mens en foto-illustraties.] Groningen/Batavia, Noordhoff, 1932. 176 blz., krt.
Vindplaats: KTTLV qq 1927 N

Tonny Bruinsma, zoon van een Nederlands houtvestersgezin in Oost-Java moet op


doktersadvies naar Holland om verdere aanvallen van malaria te voorkomen. Onder
geleide van een bestuursambtenaar en zijn vrouw reist hij met de passagiersboot
'Christiaan Huygens' naar Genua. De reis wordt voortgezet met een trein van de
'Nederland-Express'. In Utrecht zal Tonny worden afgehaald door een oom die hem
mee zal nemen naar Groningen, waar hij twee jaar zal blijven om naar de HBS te
gaan.

A009 Verbrugh, Tippy. De droom van Liesje; met illustraties van Tilly Dalton. Batavia/
Bandoeng/Soerabaia, Neijenhuis, [c. 1938]. 29 blz. Vindplaats: KITLV cc 2572 N

Een verhaaltje op rijm dat vermoedelijk in Indië speelt. De illustraties geven


daarover geen informatie, maar wel het woord goedang (schuur) dat onvertaald in
de tekst staat.
Een klein Hollands meisje, moe gespeeld van haar verjaardag, is in de studeerkamer
van haar vader in slaap gevallen. In haar droom komt al haar speelgoed tot leven en
het maakt zo'n kabaal dat het stenen boeddhabeeld van de boekenkast valt en
breekt.

A010 Monster, A.C. Om nooit te vergeten!. [Geïllustreerd door B J. Brienen Jr.] Hoorn,
Edecea, [1945]. 24 blz. [De Oorlog in Vogelvlucht voor onze Jeugd.] Vindplaats:
KITLV 3n 1568 N

Bevat een korte bijdrage 'Indië' (blz. 9-10) over de Japanse bezetting.
Nagekomen titels 401

A011 Capelle, M.C en A. Goudswaard. Onder alk heidenen uw heil; Zendingsleesboek voor
de christelijke scholen voor lager en voortgezet onderwijs. [Illustraties van J. Huizinga].
Assen, Born, [1954]. 144 blz. Herdrukken: 5e druk [1960].
Bevat een viertal schetsen van zendelingen die in Nederlands-Indië hebben gewerkt.
Vindplaats: Ie druk KITLV qq 1470 N; 5e druk Brinkman

'Dr. Albert C. Kruyt; De Toradja een Toradja' (blz. 62-73) beschrijft de grote
moeilijkheden waarvoor zendeling Kruyt en zijn vrouw zich zien geplaatst om de
bevolking van Poso (Midden-Celebes) tot het evangelie te brengen. Kerstmis 1909 is
voor Kruyt de mooiste dag van zijn leven als het oude dorpshoofd Papa i Woente en
zijn familie worden gedoopt en hij toestemming geeft om in zijn dorp een school te
openen.
'Ludwig Nommensen; Een leven in dienst van Jezus' (blz. 96-106). In mei 1864 trekt
de jonge zendeling Nommensen dwars door de Sumatraanse wildernis om voor de
Rijnse zending onder te Batakbevolking te arbeiden. Veel strijd moet hij leveren
tegen de toverpriesters en hun machtige vorst Singa Mangaradja. 'Dr. N. Adriani; Een
leven vol liefde' (blz. 107-112). In 1894 trekt de jonge taalge-leerde Adriani met zijn
vrouw naar Celebes om in opdracht van het Nederlandsch Bijbel Genootschap de
bijbel in de taal van de Toradja's over te brengen. Samen met zendeling A.C. Kruyt
werkt hij aan De Bare'e-sprekende Toradja's van Midden-Celebes dat in 1912 in
Batavia wordt uitgegeven.
'J.F. van Hasselt; Overwinnaar langs een weg van tranen' (blz. 113-123; J.F. van
Hasselt moet zijn J.L. van Hasselt). Met zijn jonge vrouw vertrekt in augustus 1862
in opdracht van de Utrechtse Zendings Vereniging de zendeling Van Hasselt om aan
de Papoea's van Doreh aan de Humboldtbaai (Noord-Nieuw-Guinea) het evangelie
te brengen. Een gebied waar aan alle kanten de dood loert: een vloedgolf, koppen-
snellers, malaria en het verlies van zijn vrouw en kinderen.

A012 Faber-Meynen, Netty. Een nieuw begin; tekeningen van Rie Reinderhoff. Nijkerk,
Callenbach, [1954]. 126 blz. Vindplaats: KITLV cc 2570 N

Speelt in Nederland en bevat een paar fragmenten over een oudere broer die als
militair in een gevaarlijk gebied op Java is gelegerd.

A013 Capelle, M.C en A. Goudswaard. Er gaat door alle landen; Zendingsleesboek voor de
christelijke scholen, [Illustraties van J. Huizinga]. Assen, Born, [1957]. 89 blz. Deel 1.
Derde leerjaar. Herdrukken: 5e druk 1962.
Bevat de Indische verhalen: 'Het geheim van Ratoe en Omar'; 'Een kleine prins'; 'De
zakdoek van Halima' en 'God zorgt'. Vindplaats: Ie druk Brinkman; 5e druk KITLV
qq 1926 N

Eenvoudige vertellingen over het dagelijks leven van Indonesische kinderen in de


Buitengewesten, onder andere Soemba.
'Een kleine prins' is een bekorte/bewerkte versie van hetzelfde verhaal dat is
opgenomen in M.C. Capelle en anderen. Naar de koningsburcht (zie no. 1052).
402 Nagekomen titels

AOW Dorrestein, Miek. Geesten houden niet van regen; [omslag en tekeningen van Jan
Wesseling]. Amsterdam, Ploegsma, [1979]. 128 blz. Vindplaats: KTTLV cc 845 N

Het avontuurlijk verhaal van de Bergpapoea Kiam, een jongen van de Amungme-
stam uit Zuidwest-Irian. Als zijn vader met een groepje mannen uit hun dorp een
voettocht naar de kust onderneemt om ruilhandel te drijven met de bewoners van
het Mimikagebied, sluipt Kiam stilletjes achter hen aan. Als hij door hen wordt
ontdekt, mag hij na enig tegenstribbelen mee naar Koperapoka. Bij het zien van de
eerste Mimikanen wordt Kiam bang. Ze zijn groot van gestalte, ze hebben geen
sieraden in neus en oren, ze hebben geen draagnetten en in plaats van een koteka
dragen ze iets waarvan hij later leert dat het een broek was.
De goeroe van Koperapoka verleent de bergmensen onderdak in de bijgebouwen van
zijn huis. Titus, het zoontje van de goeroe, wordt Kiams beste vriend. Stomverbaasd
is Kiam als hij voor het eerst blanken ziet. Met hen kun je handel drijven als je een
papier met letters hebt. Daarom wil Kiam aan de kust blijven: daar is een school
waar hij kan leren hoe je een brief met toverkracht maakt.
In dit verhaal zijn de jeugdbelevenissen verwerkt van de bekende Mozes Kelangin uit
Akimuga, die als eerste van zijn dorp naar school ging en later goeroe is geworden.*
Eervolle vermelding van de Europese jeugdboekenprijs 1979.
* Rudolf Staverman, 'De derde wereld... maar dan?' Missiehopper, jrg. 4, no. l, dec.
1984, blz. 8.

A015 Vandersteen, Willy. Angst op de 'Amsterdam'; Een nieuw avontuur van Suske en
Wiske. Antwerpen/Weert, Standaard, [1989]. 58 blz. [Suske en Wiske; no. 202.]
Vindplaats: PB

Stripverhaal over de schipbreuk van de 'Amsterdam', een galjoen van de Verenigde


Oostindische Compagnie, voor de kust bij Hastings in januari 1749.
Auteursregister

Aa, A.J. van der 0024 Baekelmans, Lode 0377 Bakhoven-


Aardweg, Hans P. van den 0678, 0759, Michels, M.G. zie Breevoort,
0791, 0807 Abramsz, S. 0305 Johanna [ps. van M.G. Bakhoven-
Achterhoek, R van [ps. van Manuel van Michels]
Loggem] 0802, 1046 Adacee [ps. van Bakker, Bert 0675 Bakker, Piet 0994
A. Citroen] 0436, 0598 Adams, Eva [ps. Balen, J. Hendrik van 0084, 0085, 0086,
van J. Tersteeg-Frank] 0090, 0091, 0094, 0095, 0100, 0101,
0374 0102, 0122, 0123, 0134, 0135, 0136,
Adriani-Gunning, M. 0325, 0327 0140, 0143, 0144, 0153, 0154
Agatha [ps. van Reina de Goeje] 0099, Bartels, R. 1208 Bartlema-van
0107 Ginkel, C.W. 0928 Bassecour Gaan,
Ages-van Weel, Aleid 0833 Ahn-de H.B. de la 0229,
Jongh, L. 0167 Akker, W. van de 0240, 0254, 0258, 0269 Bato [ps.] 0414
0567 Aleida [ps.] 0264 Alers- Bauer, Clémence M.H. 0259, 0260, 0266,
Speldekamp, T.G. zie Proos, Ellen 0286, 0399, 0427, 0444, 0457, 0458, 0598
[ps. van T.G. Alers-Speldekamp] Algra, Bavinck, J.H. 1041 Beekman, Jaap 0932
Arend 1050, 1096 Alkema, B. 0253, Beek, Alice ter 1034 Beek-de Haan, S.
0315, 0325, 0326 Amerika, J.L. 0385, van zie Marxveldt,
A008 Amstel, Hans van 0718 Amstel, Cissy van [ps. van S. van Beek-de Haan]
Max van [ps. van J. Blinxma] Beek, E. van 0589, 0669, 0681 Beek,
0679, 0791 Henk van 0625 Beem-Paleologo, T. van
Anakotta, Aleida 1207, 1212 Andriesse, 0740 Been, Joh. H. 0234, 0267, 0328
K. 0162 Andriessen, P.J. 0031, 0047, Beer, Ad P.M. de 1100, 1113 Beers, Ton
0053, 0055, van 0878 Belinfante-Belinfante, Emmy
0075, 0121 0339, 0430,
Andriessen, Suze 0064, 0115 Arends, 0490, 0719
W.F. 0501 Arps, B. 0947 Arti Poerbani Bemmelen, R.W. van 0948 Benard,
[ps. van A.P. Djajadining- Emmy 0395 Benger Moedjoer
rat] 0861 0700, 0701, 0702,
Artz, Marcel J.A. 0647 As, G. van 0703, 0704 Benschop, B. 1060
0197 As, GJ. van zie Schrijver, G. [ps. Berends ten Kate, B. 0270
van Berendsen, G.A 0545, 0556
G.J. van As] Asperen van der Berg-Miedema, G. 0539
Velde, C.P. 0680
404 Auteursregiste
r

Berg, Phia van den 1051, 1061, 1062, Vrisou] 0388 Bons-Storm, Riet 1178
1104, 1105, 1121, 1149 Berg, W, van Bontekoe, Willem IJsbrandsz. 0006
den 0386, 0431 Bergen, H. van 0059, Boogaard, W. van den 0834, 0862
0060 Bergen, Marian van 0879 Bergh, Boom, Bob van den 0546 Boon, JJ.Th.
S J. van den 0037 Bergmans, Wilko zie Robinson, Tjalie [ps.
1155, 1210 Berkvens-Hulsmans, A. zie van JJ.Th. Boon] Boone-Swartwolt,
Reijnen, I.C de 0648 Bootsma-Klein, F.G. 1071
Gertrud [ps. van A. Berkvens-Huls- Booy, H.Th. de 1006, 1018 Bor, L. van
mans] den 0025 Boreas [ps.] 0493 Borst, L.
Bernardsz, Daan 0473 Betsy [ps. 0230 Bos, D. 0932 Bosch Dsz., D.W.
van B. de Heer] 0241 Beumer, 0015 Boschma, Hilbrandt 0198, 0239
G.W. 0508 Beumer, Truus 0539 Bosma, Nanne J. 1124 Bosman, Piet
Bevers, Ad 0590 Beyer, Rie 0805 Boudens-van Heel, C. 0756 Bout-
0569, 0591 Beijerman, J.A. 0138 Muller, A.K. 0362 Braam, Suzanne
Beijl, K. de 0387, 0396, 0432, 0525 0263, 0447 Brandt, Willem [ps. van
Beymerwerdt, Elisabeth van 0399, W.S.B. Klooster]
0427,0444 0881
Bieger, J.N. 0295, 0409 Bieger, N.K. Brandts Buys, J.S. 0377 Breda, Ans van
0474, 0502, 0526, 0720, [Johanna Thieme-van
0721 zie ook Gieber, Karel [ps. van Breda] 0882, 0966, 1023, 1114 Bree,
N.K. Bieger] Biersteker, H. 0964 L. van 0649 Breebaart, K. 0457
Bik-Meima, J. 0949, 0983, 1022 Breevoort, Johanna [ps. van M.G. Bakho-
Blauwere, Frank 1133 Blei-Strijbos, ven-Michels] 0527 Breuk, H.R. de
C.B. 1091 Blekkink, EJ. 0181 Blinde, 0029, 0032, 0033 Brings, Alice 0760
J.H. 0287, 0361, 0539 Blinxma, J. zie Brink, Lea van den 0984
Amstel, Max van [ps. van Brinkgreve, Suze [ps. van Charles
J. Blinxma] Krienen] 0950
Bloem, Mardon 1192, 1214 Bloemendal, Brinkgreve, Willy 0399, 0427, 0444
Hans 1194 Blokker, Wilhelmina A004 Brinkgreve-Entrop, J.H. 0503, 0722
Blomberg-Zeeman, W. 0296, 0433 Brinkgreve-Wicherink, Tine 0306, 0340,
Blommendaal, J. 1123 Bodaan, L. 0389, 0435
0409 Bodegraven, F. van 0325 Broekhals, F J. 0951, 0952, 0967, 1013
Böhringer, J.A. 0138 Boelkens, Cato M. Broekhuizen, Johanna van 0675
0475, 0476, 0592 Boetzelaer van Broekman-ten Doesschot, Annie 0808
Dubbeldam, C. W.Th. van Broekveldt, J.L. zie Kamadjojo, Indra
0539 [ps. van J.L. Broekveldt]
Bokma, T. 0276 Bomhoff, H.J. 0092 Brons Middel, R. 0124
Bongers, H. 0880 Bonnema, Tine [ps. Bronsveld, Catharina 0490
van Tine de Vries- Brouwer, C. 0242
Auteursregister 40
5

Brouwer, P. 0175, 0205 Cramer-Schaap, D.A. 0436, 0598, 0607,


Brouwer, W. 0182, 0183 0633, 0650, 0892, 0932
Brug, O. van der 0199 Cremer, A.F. 0168 Crevels,
Brugmans, W. 0785 H.H. 0397, 0478, 0479 Croes,
Brunet, Beata 1115, 1125, 1138, 1142, J.W. 0398
1143, 1156, 1160, 1166, 1179 Bruijn, Cor
0683, 0887 Bruyn-Ouwehand, Mia 0626, Daalder, D.L. 0414, 0598
0684, 1042, Dalton, Tilly 0864, A009
1044, 1072 Dane, Ari 0268
Buren Schele, A.D. van 0016 Butner, De Moor, Bob 1148
Constant 1063, 1083 Buul, T. van Dea Lize [ps.] 0163, 0169, 0184
0246, 0397, 0478, 0479, Degreef, J.D. 1025
0653 Buunk, FJisabeth Dekker, J. 0076
0809 Delachaux, A. 0480
Demarteau, W. 1077
Capelle, M.C 0863, 0908, 0929, 0953, Dengel, Kees van 0956
0954, 0955, 0996, 0997, 1052, 1150, Denis, F. 0037
1169, 1180, A011, A013 Capelleveen, Deth, Guido van 0731
Jan J. van 1228 Carla [ps.] 0547 Deun, J. van 0235
Caron, Blanche MJ. zie Walterida [ps. Diemen de Jel, N.W. van 0451
van Blanche M.J. Caron] Casimir, R. Diepstraten, Johan 1229
0683 Catenius, H.C zie Oom Henri [ps. Dietz, Henriëtte 0481
van Dikon [ps.] 0493
H.C Catenius] Chagoll, Lydia Dina [ps.] 0528
1193 Chattel, CJ.H. du 0835 Djajadiningrat, A.P. zie Arti Poerbani
Chauvin, V. 0037 Cheribon [ps.] [ps. van A.P. Djajadiningrat]
0054 Chits-Rosen, E. 0477, 0593 Doekes-de Wilde, M. 0633
Citroen, A. zie Adacee [ps. van A. Doeland, A. 1208
Citroen] Claassen, Rob zie Joustra, Job Dolores, Zuster Maria [ps.] 0529, 0596
[ps. van Doorman, Christine 0118, 0137, 0151,
Rob Claassen en Cees-Jan van Golen] 0193
Clarom, Bep 0836 Claudius [ps. van Dordt, A. van 0761, 0762 Dorrestein,
C.C. Küpfer?] 0837 Clercq Zubli, F. de Miek 1199, 1205, AOW Dorrestijn, Hans
0594 Colijn, Marianne 1202, 1216 1194 Dort, C. van 0372 Douma, S.
Comte, Annie A. Ie 0598, 0810 0908 Douwes Dekker, Eduard zie
Constant, B. 0595 Coolsma, S. 0176 Multatuli
Copijn, Nan 0436 Corn, Ida 0192 [ps. van Eduard Douwes Dekker]
Corsari, Willy [ps. van W.A. Douwes- Douwes-Schmidt, W.A. zie Corsari, Willy
Schmidt] 0490 [ps. van W.A. Douwes-Schmidt]
Cortenbach, A. Paul 0998 Dreckmeier, W. 1106 Dreux, Dick
Covens, Coos 1045 1107 Drewes, A.J. 0270 Dreijer,
G.K. 0811, 0838 Driel, Agnes van
0685 Droppers, J.A. 0985 Ducelle,
Lilian 1159
406 Auteursregiste
r

Duisdeiker Lz., J.H. 0061 Dungen, Fr. Feenstra, Fenna 0764, 0765, 0815, 0930,
van den 0812, 0839 Durkstra, R 0969
0813 Duynen, Toet van 0909 I>uys, P. Feith, Jan 0341, 0460 Feith, Louise
0041 Duyverman, M.R 1228 0349 Feitsma, J. 0531 Ferwerda, R.
Duyverman-van Dongen, M. 1228 0088 Ferwerda, Ynskje 1170 Feijter,
Dijk, A. van 0504, 0505, 0506, 0748 J.M. de 0548 Flier, A. van der
Dijk, CJ. van 0325 Dijk, Rie van 0208 Flint, Kapitein [ps.] 0108
0530 Dijkstra, H. 0155 Fokker, Aafje 0686 Fortgens, J.
0507, 0508, 0539 Frank, M.C. [M.C
R, Louise v.d. [ps.] 0257 Vanger-Frank]
Eerdmans, Rie 0883, 1035 0103 Franke, S. 0509, 0599, 0600, 0627,
Eggebeen, A.G. 1126 0687,
Eikelboom, T. 1208 0723, 0741, 0786, 0803, 0816, 0817,
Elizabeth [ps. van E. Kuipers-van der 0885, 0892, 0899, 0910, 0911, 0970,
Koogh] 0231 1003, 1036
Ellen, GJ. 0535 Franken, Nanny 0628, 0652, 0688, 0742
Emburg, PJ. van 1026 Fransen Jz., P. 0096 Frinsel, J.J. 0957
Engelberts Gerrits, G. 0002 Fritschy, Fr. 0756
Engelkamp-Caesar, N.J.G. zie Inah
Ratoe [ps. van NJ.G. Engelkamp- Geerke, H.P. 0434, 0461
Caesar] Geest, Klaas van der 0840, 1073
Entjik Pemboenji [ps. van H.C Klinkert] Geraerds, Netty 0601, 0602
0087 Gerlach, L. 0623
Entrop, Gerrit 0651 Gerritsen, Gerda 0766
Entrop, Nico 0651 Gerth van Wijk, A.M. 0209
Erics, Linda 0884 Gieber, Karel [ps. van N.K. Bieger] 0482
Ersebeek, Eva 0968 zie ook Bieger, N.K Gilhuis-
Es, J. van 0814 Smitskamp, G. 1109 Ginkel, A.J.
Essen-Bosch, Annie van zie Vémor, Ella van 0653 Gleesen-Hart, Jeannie R.
[ps. van Annie van Essen-Bosch] 0793 Glissenaar, J. 0931 Gobius, T.
Etten, Ine van [G.B.M, van Etten- 0185 Goeje, Reina de zie Agatha [ps.
Sjoukes] 0763 van
Etten-Sjoukes, G.B.M, van zie Etten, Ine Reina de Goeje] Goens, R. van 0689,
van [G.B.M, van Etten-Sjoukes] 0724, 0767, 0841,
0842 Goeverneur, JJ.A. 0042, 0043,
Evangeline [ps. van H.M.C, van Ooster-
0044,
zee] 0027, 0083
0051, 0062, 0125 Golen, Cees-Jan van
Eyk, Henriëtte van 0865
zie Joustra, Job
[ps. van Rob Claassen en Cees-Jan van
F.C.K. 0935
Golen]
Faber-Meynen, Netty 0682, A012
Goudswaard, A. A011, A013
Fabius-Cremer Eindhoven, M.E. 0146,
Goudswaard, H. 1121
0156
Fabricius, Johan 0375, 1167 Fahner-
Vos, G. 1144, 1145, 1146, 1206
Auteursregister 40
7

Gouw, A.C. ter [ps. van A.C. Lafeber] Heerkens, Nor 0571, 0572, 0573, 0604
0549, 0629 Graaff-Wüppermann, Annie Heerkens, Piet 0550 Heertjes, N. 0748
de 0280, Heide, J. van der 0731 Heinen-van der
0329 Meulen, Lyda 1084 Heiner, N. zie
Gram, Johan 0063, 0147 Grift, Cornelis Merwe, H. te [ps. van N.
van der 0818 Grisnigt, J.W. 0999 Heiner]
Groen-Zeegers, Bé van der 0532, 0598 Heleen [ps.] 0372, A003 Helvert, J.N.
Groenevelt, Adri 0866 Groot, ThJoh. de van zie Lynch, Hans [ps.
0630 Groothedde, Ivo F.J. 0654, 0655, van J.N. van Helvert] Hermanna [ps. van
0690 Gruys-Kruseman, S. 0435, 0444 A.H. Schlüter] 0217,
Güthschmidt, M. 0691 Gummarus, 0338
Broeder [ps.] 0756 Gunning, C.P. 0400 Hertog, A. den 0512, 0692 Herzen, Frank
Gunning Jhzn., J.W. 0270, 0272, 0325 1230 Hes, J.C. 0539 Hes, Wim 0513
Gunning Wz, J.H. 0424 Gijlstra, J. Heuven, J.A. van 0675 Heijden, J. van
0116 der 0243 Heijden, J.H. van der 0656,
0657, 0658,
Haaren, Harry van 0603 0659
Haarlem, Jo van 0342 Heijermans-Jurgens, Annie 0463
Haas-Westerkamp, M. de 1116 Heymans, Justus 0660 Hichtum,
Hagen, Hans 1194 Nienke van [ps. van Sjoukje
Hagen, H.G. 0138 M.D. Troelstra-Bokma de Boer] 0377,
Hagers, Freddy 0725 0429, 0517, 0887
Hamaker-Willink, A. 0648 Hildebrand, A.D. 1006, 1018, 1027
Hana, H.J. 0316 Hilgers, Th.J.A. 0157, 0160, 0163, 0164,
Hans, Doe 0401, 0415 0186, 0187, 0188, 0193, 0195, 0364, 0631
Hans, Peter 0444 Hille-Gaerthé, C.M. van 0429 Hilst, M.
Harmsen van der Beek, Eelco ten 0429 van der [ps. van K. Papke]
Hart, George H.C. 0793 0534, 0574, 0605, 0661, 0693, 0694,
Harting, D. zie Philopaedion [ps. van D. 0727, 0728
Hart ing] Hilten-Brouwer, Immy van 1074, 1161
Hartingsveldt, A. van 1064 Hartogh, Hobma, J. 0409, 0539, 0557 Hoekendijk,
Nietha den 0886, 0958 Haskos Vader, J. CJ. 0200, 0350 Hoekstra, I.R. 0536
0743 Hasselt, Fien van 0409 Hasselt, Hölscher, To 0632, 0756 Hoest-Bliek,
F.J.F, van 0247, 0402 Hazevoet, Jacoba F.E. de 1085 Hoffman, Willem 0959
0317, 0363, 0372, 0376, Holle, K.F. 0109 Holst Pellekaan-Hart,
0403, 0462, 0510, 0511, 0533, 0570, 0971 Dorothy E. van
Heeckeren van Waliën, E.L.B. van 0414 0793
Heem, Rody van 't 0843 Heer, B. de zie Homoet, J.C. 0189 Hooff, G.C van der
Betsy [ps. van B. de 0999 Hoog, Aletta 0258, 0269, 0277,
Heer] 0288,
Heerde, G. van 0912, 1000 Heerde-van 0289, 0297, 0338, 0366, 0409
Schreven, C.M. van 0726 Heering, P. Hoogenbirk, A.J. 0174, 0201, 0255, 0319
0138
408 Auteursregiste
r

Hoogeveen, H. 0986 Hoorn, Henri Jongeling] Jongkees, M.J. zie Koster,


van 0987 Hooykaas-van Leeuwen Maren [ps.
Boomkamp, van M.J. Jongkees] Joop [ps.] 0165,
Jacoba H. 0768, 1014 Horst-van 0190 Joswari, D.A 0915 Joustra, Job
Doorn, Gerda C. van der [ps. van Rob Claassen en
0307, 0343, 0367, 0404, 0405, 0416, Cees-Jan van Golen] 1219, 1224
0464,0819 Junius, S.H. 0232
Horsting-Boerma, A.A.H. 0435 Houbolt,
E.C. 0173 Hoven, Thérèse 0142, 0151, Kaal, H. 0695 Kailola, B.L. 0459
0158, 0192, Kalmijn, Ida 1220 Kalmijn-
0193, 0210, 0211, 0330, 0331, 0390, 0484 Spierenburg, Jo 1030 Kamadjojo, Indra
Hoven van Genderen, H.A. van den [ps. van J.L. Broek-
0409, 0508, 0539 Hueting, A. 0320, veldt] 1038 Kamma, Babs 0932,
0351, 0352 Huincks, PJ.G. 0772 Huis in 0935, 0972, 1001,
't Veld, M.M. 1215 Huisman, B. 0321 1017 Kamma, F.C 0891, 0963, 1109,
Huisman-Schippers, J.H. 0744 Huizinga, 1151,
D.M. 0888 Hulst, W.G. van de 0372, 1201
0485, 0539 Hulzen, Johan van 0606, Kamu, Nalo 0675 Kanter, F. de 0538
0662, 0682, Kars, Co 0794, 0916 Karssen, H. 0069
0748, 0769, 0770, 0844, 0845, 0867, Kasberg, P. 1039 Kate-ten Kate, A. ten
0868, 0889, 0890, 1075 0409 Keizer, W.G.N, de 1002 Keiler,
Gerard 0083 Keiler, Ida 0219, 0368,
Da [ps.] 0177 0372 Kepper, George 0097 Kessel, O.
Inah Ratoe [ps. van N.J.G. Engelkamp- van 0034, 0035 Kesteren, J. van 0746
Caesar] 0846 Ising, Ketel, A.P. 0539 Kiek, Reggie E. 0847
A. 0083 Iskandar, N.St. Kieviet, C. Joh. 0322, 0551 Kingmans,
0817 Hugo 0486, 0696, 0747 Kis, Sandor
[ps. van L.G. Weldering en
Jaeger, RA W. 0202 Jager-Meursing, T. Mariska Weldering-Fekete] 0973
0787 Jagt-Zwijnenburg, A. van der 1169 Klaveren, Tine van 0575, 0608 Hei,
Jansen, W.G. G. zie Ward, Fred. [ps. van Jac. v.d. 0354 Klinkert, H.C zie Entjik
W.G.G. Jansen] Jansen Jz., Piet 0126 Pemboenji [ps.
Jansonius, Hella 1086 Jeanne Marie [ps. van H.C Klinkert] Kloek, Dolf 1065,
van M. Marijs-Visser] 1066 Klooster, W.S.B, zie Brandt,
0663, 1037 Willem [ps.
Jehu, Felicie 0218, 0256, 0332, 0406 van W.S.B. Klooster] Knaud, J.M.
Jong, André de 0933 Jong, Cornelis de 1159 Knuttel-Fabius, Elize [Johanna
0003 Jong, Dola de 0552 Jong, Gjalt de Christina
0934, 1157 Jongejan-de Groot, C.Th. Frederika] 0487
0682, 0729,
0771, 0914, 1076 Jongeling, P. zie Prins,
Piet [ps. van P.
Auteursregister 40
9

Koekoek, P. 0437 Kuiper, Johanna E. 0982, 0988


Koen-Conrad, Netty [Antoinette Hendri- Kuiper, A. de 1228
ka] 0917 Kuipers-van der Koogh, E. zie Elizabeth
Koetsveld, CE. van 0050, 0052, 0089 [E. Kuipers-van der Koogh] Kunst,
Kok, Annie C. 0409 Kok, Truida 0151, Jaap 0937 Kuppeveld, Martin van 0918
0178, 0192, 0193, Kuijer, Guus 1211 Kuyper, J.H. 0409
0438, 0465, 0893 Kol-Porrey, J.M.P. Kuijt, E. 1169 Kijdsmeir Jr., C. zie
van 0517 zie ook Zimmerman, A. [ps.
Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey] van C. Kijdsmeir Jr.]
Kole, LA. 1188 Koning, Johan 0634
Koning-Coeterier, Jeanne 0439 Koning, Laan, Dick 0635 Laan, Piet van de
J.C. de 0270 Koningsberger, J.C. 0400 1016 Labberton, Mien 0489 Ladislaus,
Kool, Tine 0436 Koopmans, Marie Broeder [ps.] 0938 Lafeber, A.C. zie
0440 Koopmans van Boekeren, R. 0048, Gouw, A.C. ter [ps.
0112 Kooy-van Zeggelen, M.C. 0212, van A.C. Lafeber] Lameris-Holt, A.G.
0236, 1092 Lancel, J.P. 0017, A001 Land,
0237, 0271, 0333, 0623 zie ook Sipke van der 1097, 1158 Lange-
Zeggelen, Marie C. van Kooy, A.P. van Praamstra, Max de 0894 Langeler,
der 0999 Korff, A.B. 0226 A.J.W. 1010 Langeler, Freddie 0429
Korpershoek-van Wendel de Joode, A. Langerhorst, Tine 0466 Last, Jef 1043,
1182 1135 Leembruggen, C.A. [L. van
Kortenaar, Marijke ten 1171 Korthuys, Suchtelen-
Piet 0731 Koster, Maren [ps. van M.J. Leembruggen] 0666, 0730, 0820, 0849,
Jongkees] 0870
0323, 0407, A005, A006 Kraan-van Leeuw, Hendrik de 0610 Legêne, P.M.
den Burg, G. 0664 Kraay, Gerty 0748 Lelie, Frans 0697 Lemei-Rencker,
1101 Kramer, Diet [D.M. Muller- A.H. 0435 Lennep, Madzy van 0772
Kramer] Lentinck, Rona 0749, 0777, 0804, 0850,
0490, 0665, 0773, 0774, 0775, 0776, 0974
0848, 0869, 0936, A007 Kramer, J.G. Leuven, W. van 0545 Lidow [ps.
0191, 0238, 0298, 0417, van Alida A.C. Walther]
0514, 0515 Krayer van Aalst, H. 0290, 0821, 0822, 1147 Liefde, J.L.F. de
0355, 0409, 0391 Ligthart, Jan 0254, 1168
0488, 0748, 1052 Krienen, Charles Lilipaly-de Voogt, Ada 1226 Lille
0408 zie ook Brink- Hogerwaard, CE. de 0338
greve, Suze [ps. van Charles Krienen] Lindeman, Cor 0576, 0611 Lingen,
Kroese, A. 1017 Kroeskop, E. 0886 Suze van 0170, 0179 Lith-van
Kruyff-Gobius, T. de 0185 Kruyt, Albert Schreven, Marijke A.E. van
C. 0293, 0609, 1228 Krijger, Ab 1015 0823
Küpfer, C.C zie Claudius [ps. van C.C
Küpfer?] Kuiper,
A.C. 0481
410 Auteursregiste
r

Lodder, J. 0745 Loeff-Bokma, A.H. Matti] 1194 zie ook Maspe, Wian [ps.
0308 Loen, Julie van 0248 Loenen, van Wim B.M. Spekking en Anny M.G.
Johan van 0171 Loggem, Manuel Spekking-Matti] Max [ps.] 0378 Meer-
van 1046 zie ook Brondgeest, A. van der zie Schotje
Achterhoek, E. van [ps. van Manuel van [ps. van A. van der Meer-Brondgeest]
Loggem] Meerum Terwogt, H.A. 0401 Meerwaldt
Lok, P. 0409, 0539 Lokman, Henk Jr., J.H. 0748 Meeteren Brouwer,
1004 Loman, Mies 0418, 0419, 0420 Menno van 0379 Melati van Java [ps.
Looman, C.N. 0334 Looman, T.M. van N.M.C. Sloot]
0049 Loon, Chris van 1077 Loon, 0071, 0079, 0105, 0110, 0116, 0127,
Foka van 1030, 1047 Loon, K. van 0206, 0221, 0356
0441 Loon, Mary van 0278 Menkens-van der Spiegel, D. 0668, 0824
Louwerse, Pieter 0057, 0070, 0104, Merwe, H. te [ps. van N. Heiner] 0669
0113, 0126, 0148, 0172 Lugten-Reys, Mets Tzn., W. 0151, 0159, 0249, 0250
S.J.A. zie Wehl, Nannie Meijboom-Italiaander, Jos 0380, 0412,
van [ps. van S.J.A, Lugten-Reys] 0422, 0540
Luinenburg, O. 0698 Lijn, P. van der Meijden-Coolsma, Dora van der 1045,
0459 Lynch, Hans [ps. van J.N. van 1139
Helvert] Meyer, A. 0036 Meyer, Ant. 0421
0699, 0732, 0788, 0871, 0939 Meijer, Chr. A. 1029, 1093 Middelkoop,
A. 1102 Mierlo-Kuipers, Joke van
Maas Jr., J.P. van der 0078 Maerlo, 1030 Mobach, MJ. 1173 Moeder, Een
J. van 0895 Mann, A.F.Ph. 1168 [ps.] 0116 Moedjoer, Benger zie Benger
Manuhuwa, Diane 1203 Manuhuwa- Moedjoer Monster, A.C. A010
van Wijk, Dity 1203 Maran, Tim [ps. Moussault, Mies 0552 Mulder-van
van A.L. Schilling] Hasselt, F. 1053 Mulders, J. van 0919
1117, 1118, 1127 Maren, G.H. van Muller-Kramer, D.M. zie Kramer, Diet
1028 Marie [ps.] 0220 Marijo [ps.] 0667 [D.M. Muller-Kramer] Multatuli [ps. van
Mark, Lydia v.d. 0612, 0613 Marle- Eduard Douwes Dekker] 0683, 1221
Hubregtse, M.J. van 0778, 0851 Marsman, Munnik, Ch. A. de 0553, 0554 Musbach,
Rien 0899 Marxveldt, Cissy van [ps. van Dora [ps. van Mia Smelders]
S. van 0423, 0491, 0555
Beek-de Haan] 0467 Marijs-Visser, M. Muijen, Clementine van 0750
zie Jeanne Marie [ps. Muijlwijk, J. van 0281, 0324, 0325
van M. Marijs-Visser] Masdorp, D.
0410, 0411, 0442 Maspe, Wian [ps. van Naaykens, Jan 0975 Nachenius-Roegholt,
Wim B.M. Spekking A.M. 0636, 0705 Naeff, Top [A. van
en Anny M.G. Spekking-Matti] 1172 Rhijn-Naeff] 0196 Nanda [ps. van
Matthijsse, SJ. 0577 Matti, Anny M.G. Fernanda M.B. Trautwein]
[Anny M.G. Spekking- 0344, 0516 Nauta,
Annie 0468
Auteursregister 41
1

Neef, Albert J. de 0670, 0675, 0698, Oostkamp, J.A. 0001 Oostmeijer, W.


0745 zie ook Oom Bert en Zaaier, 0015 Oostra, R. 0813 Oostveen, W.F.
Albert [ps. van Albert J. de Neef] 0080, 0116 Ophof-Sterk, Tine 0345,
0369 Osenbruggen, Cor van 0282, 0299,
Neggers-van der Vaart, M.H. 1162, 1163 0519 Osselen-van Delden, B.E. van
Neilen, M. 0852, 0920 0204,
Nellie [ps. van J.M.P. van Kol-Porrey] 0223
0098, 0114, 0203, 0212, 0222, 0236, 0237 Otto, Willem 0149 Oud-Indiër, Een [ps.]
Nènèk Dongeng [ps. van W.F.H. Stee- 0026, 0030 Ouden, Mieke den 0990
vensz-Pas] 1159 Nieuwenhuis, H. Overzee, Jan van 1031 Ovink-Soer,
0624 Nieuwenhuys, Rob 0333 Nimpoeno, Marie C.E. 0261, 0283,
Raden S. 0896 Nissen-Franken, C.C. 0300, 0335, 0357, 0399, 0427, 0444
0556 Nittel-de Wolff van Westerrode, M. zie ook Soer, Marie
0279 Noack, W.C. 0021 Nonnie Mary
[ps.] 0193 Noordwal, Cornélie 0141, Panen, G.J. 0940
0213 Noort, Annie van 0976, 0989, 1003, Papke, K. zie Hilst, M. van der [ps. van
1048, K. Papke]
1052, 1054, 1098 Noothoorn, A.E. Passier, P.M. Tarcisius 0977 Pattikawa,
van 0014 Norel, Klaas 0671, 0751, Terry 1212 Pemboenji, Entjik zie Entjik
0825, 0897, Pemboenji
0898, 1005, 1040, 1067, 1092, 1103, 1108 [ps. van H.C. Klinkert]
1119, 1128, 1129 Norel- Penning, L. 0224
Straatsma, A. 0557 Pétillon, Willy [ps. van H.W. van Tienho-
Numans, M. 0872 ven-Mulder] 0443, 0638, 0672
Philopaedion [ps. van D. Harting] 0128
Obdeyn, H.G.P. 0093 Pigeaud, Th. 0941 Pigeaud-van Zijp, A.
Oegema, S. 0745 0941 Plaisier-Wendt, H.C. 1208 Pleysier,
Oehmke, T.R.L. 0637 Arie 0683 Poerbani, Arti zie Arti
Oenoen, S. 0598 Poerbani [ps. van
Ogier, J.A. 0913, 0960 A.P. Djajadiningrat] Pothast-Gimberg,
Olivier Jz., Johannes 0003, 0005, 0007, C.E. 0789, 0900 Praasterink, H.W.
0009 Oom Bert [ps. van Albert J. de 0065, 0066 Prins, Johanna 1209 Prins,
Neef] Piet [ps. van P. Jongeling] 1068,
0492 Oom Henri [ps. van H.C. 1069, 1070
Catenius] Prinsen Geerligs, G.H. 0194 Proos,
0318 Ellen [ps. van T.G. Alers-
Oom Pol [ps.] 0518 Ooms, Anna 0409 Speldekamp] 1049 Putscher-Thomson,
Ooms, J.W. 1040 Oost, Jan 0291, 0309 E.P.A. zie Thomson,
Oost-Indisch Oudgast, Een [ps.] 0026, Eliza [E.P.A. Putscher-Thomson]
0030 Putten, Ans van der 0733 Pijl, L.
Oosterlee, P. 0409 Oosterzee, H.M.C. van der 0942 Pijnappel, M.E.
van zie Evangeline 0118, 0129
[ps. van H.M.C, van Oosterzee]
412 Auteursregister

Quiko-Samay, S. 1140 Rijkhoek, D. 0522

Randers, Hellen 0520, 0521 Ratoe, Saerdam, W. van 0469


Inah zie Inah Ratoe [ps. van Salomonson, H. zie Melis Stoke [ps. van
NJ.G. Engelkamp Caesar] H. Salomonson] Samsudi 1007 Sander,
Rauws, J. 0409 Reith, B.AJ. J.C 0058 Sanders, F.B. 0207 Sandwijk,
0921 G. van 0013, 0017, 0022, 0042,
Reitsma-Brutel de la Rivière, M.E. 0445 0043, 0044, A001
Renes-Boldingh, M.A.M. 0537, 0558, Savornin Lohman, Anna de 0227
0559, 0578, 0579, 0639, 0706, 0707, Schaank-van Kol, L. 0517 Schaap, J.M.
0708, 0731, 0734, 0748, 0780, 0826, 0150 Schakel-Kok, Annie C. 0539
0853, 0854, 0901, 0902, 0961, 1017, Schaveren, J. van 0795 Scheepstra, H.
1030, 1055, 1078 Rennes, Catharina 1168 Scheffer, Age 0683 Scherpenzeel, J.
van 0481 Reule Nzn., Ant. S. 0139 van 0381 Schilling, A.L. zie Maran, Tim
Revis, M. 0899 Reijnen, Gertrud [ps. [ps. van
van A. Berkvens- A.L. Schilling] Schippers, W. 0560
Hulsmans] 0640 Reijsen, Kees van Schlüter, A.H. zie Hermanna [ps. van
0827 Rhijn-Naeff, A. van zie Naeff, Top A.H. Schlüter]
[A. Schmidt auf Altenstadt, A. von 0225
van Rhijn-Naeff] Ridder, Q.A. de Schoonevelt, Fine 0641, 0710, 0711
0483, 0537 Rigters, A. 1052 Riphagen- Schotje [ps. van A. van der Meer-
Hamoen, Bep 1130 Risseeuw, P.J. Brondgeest] 0284 Schotman, R.A.
0483, 0537, 1092 Rive Box, Hans de la 0307 Schouten, Alet 1165, 1174, 1217
0709 Robidé van der Aa, C.P.E. 0009 Schouten, N.M. 1019 Schroo Jr., H.
Robinson, Tjalie [ps. van JJ.Th. Boon] 0310, 0470 Schrijver, G. [ps. van G.J. van
1110 As] 0239,
Roelofs, Jac. 0614 0262, 0301 Schütz, Mevr. 0325 Schuil,
Roest, J.L.D. van der 0272, 0336, 0346 Jouke Broer 0263, 0447, 0494
Roetemeijer, H.J.M. 1164 Roetemeijer, Schuurman, M. 0130 Schuyt, P. 0409
Marinus 1195 Romein-Verschoor, Annie Schuyt-Mansvelt, A.M. 0293, 0748
H.M. 0446 Romein-Vroegindewey, M.C. Seters, A.J.C. van 0325 Setjo, N. 0745
1208 Romijn, Aart 0982 Roos, Betty Sevenhuysen-Verhoeff, C.H. 0642, 0752,
1227 Rooy, Peter de 1196 Rop, Ant. L. 0828
de 0117 Rossem, G. van 0138 Sibbelee, D.J. 0561
Rosskopf, J.M. 0058 Rover, P.A. de Sibbelee, Nora 0781 Sierat-
0580, 0734, 1040, 1041 Rutgers van der de Jong, Janny 1109
Loeff-Basenau, An Slemkes, J.A. 0459 Slinger,
1152, 1225 N. 0495
Rutten-Pekelharing, CJ. 0292
Ruyter, Jan de 1136, 1153, 1154
Rije, A.J. van 0173
Auteursregister 41
3

Sloot, N.M.C. zie Melati van Java [ps. Stoke, Melis [ps. van H. Salomonson]
van N.M.C Sloot] 0572
Slooten, Augusta van 0233, 0244, 0294, Stoop-Snouck Hurgronje, J. 0302
0347, 0712 Stouthamer, P. 0979, 0980
Sluis, Corinne van 1120 Stroh, Freddy 0874
Sluyser, Meyer 1079 Suchtelen-Leembruggen, L. van 0648,
Smaal-Meeldijk, Rie 0903, 1008 0783, 0796, 0800, 0830 zie ook
Smelders, Mia zie Musbach, Dora [ps. Leembruggen, C.A. [L. van Suchtelen-
van Mia Smelders] Leembruggen]
Smelders, Miep 0273 Surink-Groen, Annie 1057
Smiggels, M.E. 1021 Sutorius, Anna 0542, 0714, 0831
Smit, Annie 0581 Swaan-Koopman, C.Ch.CJ. 0924, 0963,
Smit, M. 1221 0964, 0981, 1058
Smits, Ton 1171 Swan, A. van der 0015
Snellen, Agatha 0193, 0382, 0448, 0598 Swinderen, Th. van 0019
Snijders, C.J. 0637 Swüste, Wim 1175
Soeardi, A. 0385
Soedarma-Aten, A.M. 1020 Tadema Sporry, Bob 1176, 1222
Soer, Marie 0118, 0119 zie ook Ovink- Tampilang, Paulus 0536
Soer, Marie C.E. Tante An [ps.] 0497
Soest, Ems LH. van 0496, 0523, 0541, Tante Margot [ps.] 0082
0562, 0582, 0583, 0615, 0643, 0673, Tersoest, Alex 0790
0674, 0713, 0782, 0829, 0873, 0923, Tersteeg-Frank, J. zie Adams, Eva [ps.
0943, 0962, 0978 van J. Tersteeg-Frank] Tervooren, Lina
Soest, Johannes van 0018 0215, 0275, 0303, 0312,
Son, L.D.A.P. van 0449 0450, 0644
Sonnega Ez., H.W. 0358 Terwinde, Pam 0498 Tesselhoff, P.
Spekking-Matti, Anny M.G. zie Maspe, 0616 Teutscher, H.J. 1032, 1042, 1109
Wian [ps. van Wim B.M. Spekking en Theresita, Zuster [ps.] 1021 Thieme-van
Anny M.G. Spekking-Matti] en Matti, Breda, Johanna zie Breda,
Anny M. G. Ans van [Johanna Thieme-van Breda]
Spekking, Wim B.M. 1194 zie ook Thierbach, R. 0065, 0066 Thomson,
Maspe, Wian [ps. van Wim B.M. Spek- Eliza [E.P.A. Putscher-
king en Anny M.G. Spekking-Matti] Thomson] 1094, 1223 Tideman, J.
Sperco, Kapitein [ps.] 0311 0645 Tiel, Gré van 1009 Tienhoven,
Spierings, Kees 0590 A.B. van 0414 Tienhoven-Mulder, H.W.
Spoor, Peter 0991, 1080 van zie Pétil-
Stamperius, Jacob 0145, 0264, 0524 lon, Willy [ps. van H.W. van
Stanislaus, Broeder [ps.] 0938 Tienhoven-Mulder] Til, H.N.
Starrenburg, D.B. 0359, 0539 van 0011 Timmermans, Alphons
Statius Muller, G.J.F. 0998 0944 Timmermans, Gert-Jan
Steen-Pijpers, Co van der 1056 1213 Tisna, Udeyana Pandji
Steevensz-Pas, W.F.H, zie Nènèk 1043 Tjebbes, A.C. 0072
Dongeng [ps. van W.F.H. Tjepkema, Almar 1197
Steevensz-Pas]
Sterkenburg, O.G. 0214
Steunenberg, DJ. 0274
414 Auteursregister

Tollenaar, Emmy 0563 Viruly, A. 0548


Tomkins, David 0459 Visscher, G.J. 0285, 0383
Totok [ps.] 0305 Visschers, D.C 0337
Trautwein, Fernanda M.B. zie Nanda Visser, Tinie 1101
[ps. van Fernanda M.B. Trautwein] Visser, Arnold de 0073, 0106
Treffers, J. 0414 Trio [ps.] 0194 Vlasveld, C. 0451
Troelstra-Bokma de Boer, Sjoukje M.D. Vletter, A.CC de 0251, 0265
zie Hichtum, Nienke van [ps. van Vlies-van Hogendorp, [...] van der
Sjoukje M.D. Troelstra-Bokma de Boer] 0133
Tuiten-Huvers, J. 0348 Tuuk, Titia van Vliet-Ligthart Schenk, A. van 1059
der 0118, 0131, 0132, Vogelaar-van Amersfoort, Alie 1122,
0166, 0216 Tijn, Joop 1132, 1134, 1137, 1187 Vollenhoven, C.
van 1227 van 0237 Voorhoeve, Rudy (Rudolf)
0585, 0645,
Ufkes, Jo 0313 0650, 0735, 0736, 0965 Voormeulen van
Uilkens, J.A. 0056 Boekeren, G.R. 0019 Voorst van Beest,
Uyldert, Erik 0945 M. van 0424 Vos, Daan 0499, 0500,
0612, 0618 Vreugdenhil, C.G. 1169, 1188
Valkhoff, Rein 0543 Vandersteen, Vreugdenhil, Jacoba M. 1092 Vries
Willy 1185, A015 Vanger-Frank, (Lealini), A. de 0435 Vries, Anne de
M.C zie Frank, M.C. 0682 Vries, Gijsbert de 0737, 0754, 0784,
[M.C. Vanger-Frank] Veegens, Daniël 0875 Vries, Jaap J. de 1177 Vries, Jan de
0023 Veen, Freek van der 1228 Veen- 0392 Vries, Johan de 1087, 1114 Vries,
Spieth, L. van der 0413 Veer, W.C.P. van Sjoerd de 0876 Vries, Tinie de 1017
der 0617 Velsen-Quast, Margreet 0715, Vries, W.P. de 0207 Vries-Vrisou, Tine
1081 Velvis, H. 1198 Vémor, Eli a [ps. de zie Bonnema,
van Annie van Essen- Tine [ps. van Tine de Vries-Vrisou]
Bosch] 0371 Venema, S. 0584 Vuurmans, H. 0748 Vuyk, Beb [E. de
Verbrugh, Tippy A009 Veren, M. Willigen-Vuyk] 0877
[ps. van M. van de Zwan-
Nelck] 0716, 0753 Verhagen Jr., J. Wagenaar, Jan 0399, 0544
0120 Verhoeven, Pieter Willemsz. 0100 Wako wako [ps.] 1189
Vermeer, C. 0904 Vermeer-van Berkum, Wal, Jo van der 0926
Carla 1186 Vermeiren, Leopold 1141 Wally-Roelofsma, M. 0607, 0633
Verschoor-van der Vlis, Nel 0992 Walter [ps.] 0126
Vervloed, Peter 1218 Veth, P.J. 0058 Walterida [ps. van Blanche M.J. Caron]
Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-van 0393, 0394, 0452 Walther, A.C.B. 0801
Heemskerk] 1110 Walther, Alida A.C. zie Lidow [ps. van
Vink, P. 0539 Vink, W. Alida A.C. Walther] Wapen aar, A.
0398 0539 Ward, Fred. [ps. van W.G.G.
Jansen]
0855
Auteursregister 41
5

Wardekker, P. 1010, 1011 Warner, Woude, Johanna van der [ps. van S.M.C.
N. 1092 Warnsinck, Margot 0755 van Wermeskerken-Junius] 0142
Water, H.J. de 1033 Weeda, Pieter Wouters, D. 0507 Wijker, W. 0316
0020 Wehl, Nannie van [ps. van Wijma, J. 0058 Wijsman-Goedkoop,
SJ.A. E. 0373
Lugten-Reys] 0228, 0245, 0252, 0304,
0314 Weldering, L.G. zie Kis, Sandor Zaaier, Albert [ps. van Albert J. de Neef]
[ps. van 0621, 0682, 0717, 0731, 0739, 0748,
L.G. Weldering en Mariska Weldering- 0757, 0758, 0806, 0832, 0905, 0906,
Fekete] Weldering-Fekete, Mariska 0907, 0927 zie ook Neef, Albert J. de
zie Kis, en Oom Bert
Sandor [ps. van L.G. Weldering en Zadelhoff-van Heemskerk, Vilma van zie
Mariska Weldering-Fekete] Vilma [ps. van Vilma van Zadelhoff-
Wermeskerken, Henri van 0564 van Heemskerk]
Wermeskerken-Junius, S.M.C, van zie Zanden, P. van der 0622
Woude, Johanna van der [ps. van Zanen, Hilletje van 1123
S.M.C. van Wermeskerken-Junius] Zee, D. van der 0472
Weruméus Buning, A. 0180 Westen, Ina Zeeman, H. 0004
van 0565 Westerman, W.E. 1181, 1183, Zeeman, P. 0856
1184, Zeeuw JGzn., P. de 0426, 0857, 1090,
1191 1095, 1099
Westrheene Wz., A. van 0083 Zeggelen, Marie C. van 0360, 0377,
Weyhenke, J.A. 0038, 0039, 0040, 0045 0384, 0453, 0454, 0455, 0456, 0623,
Weijhenke, R.J.L. 0074 Wielenga, D.K. 0683, 0798 zie ook Kooy-van Zeggelen,
0471, 0483, 0566, 0586, M.C
0677, 0955 Zernike, Elisabeth 0436
Wilde, G.K. de 0425 Wilkens, Duco Zimmerman, A. [ps. van C. Kijdsmeir Jr.]
0587 Wilkeshuis, C. 0993, 1111 William, 0624
Kapitein [ps.] 0111 Willigen-Vuyk, E. de Zonruiter, P.J. 0835
zie Vuyk, Beb [E. Zoomers-Vermeer, J.P. 0428
de Willigen-Vuyk] Winkler-Vonk, Annie Zutphen, Chr. van 0858
0899 Winter, Minnie de 0619, 0646, Zwaanswijk, Ton 1012
0738 Witsen Geysbeek, P.G. 0008 Witte Zwan-Nelck, M. van de zie Veren, M.
Eechout, Valerie 0424 Witzenburg, [ps. van M. van de Zwan-Nelck]
A.H.J. van 0620 Woldendorp, Henk Zwart, A.C. de 0046
1082, 1088, 1089, Zwegers, Broeder Vigilius [Johan
1112, 1201 Wonink, Zwegers] 0588, 0859, 0946
Harry 1204 Zwegers, Johan zie Zwegers, Broeder
Vigilius [Johan Zwegers]
Zwerver, Koert 0860
Illustratorenregister

A.P. 0205 Blauw, J. 1054


Aafjes, Sijtje 0307, 0335, 0343, 0357, Bloch, Mies 0992
0371, 0399, 0407, 0427, 0444, 0458, Bloem, Jan 0598
0532, 0598, A004, A006 Abdullah, B. Bloem, J.W. 0414
zie Basoeki Abdullah, R. Abma, Anneke J. Bloem, Marion 1192
1130 Adolfs, Ger.P. 0793 Alindo, Adri Bode, FJs 0719
0436, 0465, 0574, 0598, Bodenheim, Nelly 0585
0606, 0607, 0879, 0892, 0903, 0957, 1008 Boedi, Widija zie Widija Boedi
Alleman, H. 0918 Asselt, Tiny van 1091 Boers, F.J.D. 0836
Bombeeck-Landzaat, L. 1116
B., F. v.d. 0727 Baak, Nico 0553 Baan, Bommel, A. van 0263
Corrie van der 0743, 0897, 1022, Bons, Pim 1178
1051, 1061, 1066, 1071, 1074, 1084, Bons-Storm, Riet 1178
1090, 1095, 1105, 1140 Boogaard, W. van den 0834
Bar, R.N. 1063 Basart, J.C Boost, Charles 0575, 0622, 0679, 1006,
0752 1018
Basoeki Abdullah, R. 0851, 0854, 0877 Borrebach, Hans 0436, 0457, 0459, 0467,
Baten 0802 Beekman 0954 Beek, Elly 0484, 0496, 0498, 0520, 0533, 0583,
van 1082 Beekman, Pan 1021 Behrens, 0615, 0619, 0630, 0636, 0638, 0646,
H.G.M, zie Herson [ps. van 0647, 0652, 0672, 0674, 0684, 0688,
H.G.M. Behrens] Beinon, Suzon 0464 0705, 0713, 0725, 0738, 0742, 0749,
Bemmel, F. van 0311, 0585, 0645, 0676, 0777, 0782, 0787, 0804, 0873, 0874,
0735, 0768, 0774, 0776, 0870, 0900, 0882, 0917, 0926, 0943, 0958, 0966,
0970, 1004, 1036 Benthem, 0974, 0978, 1023, 1055, 1075, 1086
Hanna 1199 Berg, Will 1170 Bos, G.J. 0048, 0050
Berserik, Teun 1229 Bosch van Drakestein, M. 1059
Berssenbrugge, Wim 0994, 1002 Bottema, Tjeerd 0238, 0397, 0453, 0470,
Beverdam, Jan 0945 Beijerinck, 0478, 0479, 0517, 0557, 0845
G.J.A. 0007 Bierman, H. 0856 Bottema, Tjerk 0302
Bitter, W.S. 0880 Bouman, Bert 0953, 0982, 1092, 10°7,
1161
Bouman, L.C. 0472
Boumeester, A. 0623
Boxsel, Pim van 1046
Braakensiek, Johan 0115, 0226
Breedijk (Bredyk), Willi 0714, 0763
Brienen Jr., BJ. A010
Brinkgreve-Kunst, Sjuwke 0937
418 lüustratorenregister

Broggel, W. 0560
Bron, Louis 0401, 0425 Eva [ps.] 0927
Broos, Piet 0812, 0839 Eykman-Walther, L. 0556
Bruin, Rolf de 1230
Bruin, W.K. de 0364, 0446, 0524 Fabricius, Johan 0375
Bruyn, Aafje 0686 Fauré, Jeanne 0358, 0391, 0433, 0471
Bueno de Mesquita, D.A. 0524 Feith, Jan 0460
Burger, Wim 1038 Fernhout, G.A. 0639
Burgers, Margriet 1162 Feijter, Miep de 0722
Bijmoer, Wim 1079 Fokker, Ben 1034
Bijvoet, Johanna 0632 Fokker, I. 0169
Franke, L. 0817
Cano, H. 0451 Cohen Gosschalk, Meta Franse, Jan 02%, 0297
0213 Coster, Johanna 0300, 0335, Frijling, Ronald 0784, 0820, 0834, 0849,
0404 Cramer, Rie 0259, 0261, 0283, 0862, 0867, 0881
0357, 0399, 0412, 0427, 0436, 0444, 0581 Fuik, Henri A. 0211
Czernicki, A. von 0750 Funke, F. 0662

D.H. 0287 Gabriëlse, J. 0218, 0399, 0427, 0444,


Dalenoord, Jenny 1042, 1053, 1085, 0454, 0887 Gebhard, F. 0271
1088, 1089, 1106, 1112, 1215 Dalton, Geerling, O. 0103, 0175, 0205, 0229,
Tilly 0776, 0848, 0864, A009 Damen, 0241, 0255, 0263, 0267, 0278, 0280,
C. 0332, 0344, 0387, 0481 Deinum, 0368, 0372
Mies 0654 Dekkers, A.D. 1164 Geldorp, P. van 0312, 0393 Gerbrands,
Demoen, Renaat 0959 Deun, J. van R. 0366 Gerding, Laura 1078
0235 Djaya, Otto 1007 Dom, Pol Gerstenhauer, J.G. 0257, 0258 Gestel,
0191, 0256, 0341, 0414, 0417, Leo 0216 Geudens, Albert 0397, 0478,
0422, 0435, 0437, 0474, 0483, 0501, 0479 Giffen, Rudy van 0998, 1083,
0502, 0509, 0515, 0526, 0570, 0587, 1196 Giling, F. 1013 Gonggrijp, Cobi
0716, 0720, 0721, 0771 Dongen 0601, 0602 Goyvaerts, Edwig 1133
Torman, Barbara van 1211 Donker, Graafland, Rob 0337, 0386, 0393, 0452,
Nellie 1030 Doorn, G. van 0245 0529, 0596
Douwe, G. 0838 Driessen, Cor 0858 Gregoor, Thea 0950
Dubbelman 1134, 1150 Dun-Verstegen, Greiner, Frank 1197
Anke van 0467 Gremmen, G. 1073
Groen, L. 0207 Gunter
Eek, H.C van 0935, 0963, 0964 0736 Gijswijt, Agnieta
Hand, LJ. 0805, 0948 Hand, M. 0215
0805 Elzenga, C. 1098 Enter, Co
0552 Es, Ena van 0916 Haas Jr., Alexander de 0384
Haas, Toon de 1062
Hahn Jr. 0473
Hanff, L. 0531
Hardenberg, Willem 0170, 0185, 0269,
Illustratorenregister 41
9

0289, 0291, 0316, 0514 Hardouin, Hulst, W.G. van de 0388


Ernest Alfred 0026 Harmsen van der Hulst Jr., W.G. van de 0809, 0884, 0934,
Beek, E.M. ten 0449, 0988
0546, 0709, 0888 Hart, Dirk 0883 Hummel, John 1016
Hartog, J.W. den 0545 Harts, Hylke van Hustinx, A. 1002
der 0375 Hartvelt, G.P. 1220 Have, F. Huysmans, W. 0450
ten 0994, 1002 Hehuat, Han 1104 Huysser, Gerard 0756
Hem, Piet van der 0551, 0564
Hemelman, Albert 0264 Hendriks, Ingen, H. van 0962 Ingen Jr.,
Nettie 0815 Hengeveld-Beks, L. 1119 J.H. van 0439 Ingen-Reerink,
Henkus, Jacques 0956 Herson [ps. van E. van 0439 Ising, W. 0369
H.G.M. Behrens] 0815, Isings Jr., J.H. 0224, 0298, 0405, 0416,
1027, 1057, 1114, 1115, 1125, 1138, 0514, 0671, 0887
1142, 1143, 1156, 1160, 1163, 1166, 1179
Heskes, W. 0226, 0303, 0312, 0339, 0406, J.A.S.Z.-D.K. 0137, 0142, 0151
0463, 0482 J.G.K. 0198
Heuninck, Ronald 1230 Heusden, Alfons Jacoba 0156
van 1194 Heij, Fred de 1221 Heyde, J. Jagt, Anneke van der 1228
van der 0353 Heyligers, Netty 0178, Jetses, C. 0310, 1168
0218, 0306, 0340, Jong, Hans de 0939
0349, 0364, 0373, 0389, 0427, 0443, Jonge (Jong), Reint de 0263, 0447, 0494,
0481, 0491, 0536, 0616 Heyting, J.W. 1108, 1128, 1129 Jos
0933, 0945 Hilten-Brouwer, I. van 1074 [ps.] 0678, 0895
Hoekendijk, Karel 0706, 1048
Hoeksema, Daan 0273, 0565 Hoff, A.J. Kaiser, J.W. 0007
van 't 0367 Hofinan, Jan R. 1139 Kalis, Hermy 0490
Hollander, Carl 1107 Hoog, H.L. de Kalmijn, Ida 1220
0414 Hoogenbos, W. 0176, 0219, 0287 Kamper, Mick 0380
Hoogendoorn, G.D. 0274, 0489, 0747, Kampman, Jan 0857
0753, 0898 Hooijer, G.B. 0212 Horn, Kanter, F. de 0538
Addie 1081 Horst, Frank ter 1218 Karim, Sajuti 0896
Horsthuis, Ben 0603, 0999, 1064, 1077, Kempers, Jan B. (BJ.) 0530, 0555
1093, 1099, 1122, 1144, 1145, 1146, Kerkhoven-Heyligers, Nettie 0485, 0579
1180, 1187, 1206 Kerkmeester, Jac. 0714
Hoynck van Papendrecht, J. 0322 Kesler, J.G. 0342, 0347, 0354
Hubregtse-Lansing, Henriëtte 0333 Keijzer, ]jucy 1209
Huizinga, J. A011, A013 Klein, Frits 1047
Klinkhamer, A. 0196
Kluytmans, H. 0859
Koedam, Toos 0889, 0890, 0901, 0905,
0906, 0907
Kollaard, Joh. 1173, 1182, 1188
Koopman, Maarten 1192 Koops
Jr., H. 1005 Kooy-van Zeggelen,
M.C 0237 Kooyman, Rie
0789, 1044
420 Ittustratorenregister

Koppenol, C. 0064, 0167, 0181 Meeteren Brouwer, Menno van 0279,


Kortenhorst, L.A. 0356 0380, 0396, 0415, 0432, 0459, 0525,
Korver, J. 0724 0589, 0693, 0695, 0696, 0710, 0754,
Koster, Ko 0656, 0657, 0658, 0659 0769, 0770, 0778, 0844, 0851, 0868,
Krabbé, H.M. 0171, 0191 0915, 0928 zie ook Menno
Kramer, Jaap 1068, 1069, 1070, 1198 Meischke Jr., M.C.A. 0567, 0641, 0840
Kray, Hein 0441, 1029, 1075 Menno [Menno van Meeteren Brouwer]
Kriens, Hugo 0833 0379, 0401, 0414, 0677, 0711, 0737,
Kristensen, Gunhild 0989 0744, 0837, 0902, 0929, 0955, 0983,
Kroone, Greetje 0843 0997, 1032, 1096 zie ook Meeteren
Krouwel, Coby C.M. 1057 Brouwer, Menno van
Kuhn, Pieter 0878, 0910 Mens, Is. van A008
Kunst, S. 0783 Mension, C.J. 0382
Merjenburgh 0434
Lain, Yang [ps.] zie Yang Lain Mettes, Frans 1135
Lammere, Dick 0724, 0841, 0842 Middelhoek, M.L. 0408
Landré, Louis 0113, 0524 Langeler, Midderigh-Bokhorst, B. 0086, 0225,
Freddie 0395, 0428, 0490, 0260, 0264, 0282, 0286, 0299, 0313,
0775, 0848 0323, 0345, 0643, 0892, A005
Langeler, Frida 0314 Laus C. 0558 Midderigh-Bokhorst, JJ. 0086, 0313,
Lazarom, Frans 0265 Lebeau, Chris 0345, 0584
0377 Leeden, Henk van der 1201 Mieke S.D. 1123
Leeflang-Oudenaarden, C. 0734 Mierop, Van 0776
Leegstra, E. 1016 Leeser, Titus 0490, Mohr 0766
0494 Leeuwen, Nans van 0519, 0542, Molenaar, H. 0778
0563, Moniquet, M. 0919
0633, 0649, 0680, 0893, 0986 Morée, Gerrit de 0608, 0611, 0625, 0640,
Leeuwen-Kruseman, Winnie van 0307 0699, 0746, 0790, 0913, 0944, 0960
Lengs, H.W. 0975 Leusink, Anny Moriën, J.H. 0665
0423 Lidow [ps. van Alida A.C. Munnik, Ch. A. de 0554
Walther]
0821, 0822 Neef, A.J. de 0402, 0748 zie ook Zaaier,
Lilipaly-de Voogt, Ada 1226 Looy, Albert [ps. van AJ. de Neef]
Rein van 0447, 0453, 0635, 0697, Neytzell de Wilde, C. 0768 Ngetis, I
0764, 0770, 0780, 0940, 0968, 1067 Ketut 1216 Nieuwenhuis, Fjina F.
Lutz, Jan 0490, 0547, 0590, 0605, 0681, 0304 Nieuwenhuis, Nicoline 1172
0751, 0788, 0825, 0826, 0891 Nieuwenhuys-van Bommel, Frieda
0823
Maaden, P. van der 0993, 1159 Maat, Nix, Robert 1194 Noorden, Frans van
Dick van der 1217 Manders Tzn., F. 0081, 0294, 0319,
0569, 0591 Mandos Tzn., Frans 0572, 0350, 0440
0576, 0604 Manuhuwa, Diane 1203 Numans, M. 0819, 0828, 0872
Mathijsen, ThJ. 1031 Mazure, Alfred Nijmans, P. 0951, 0952
0794
Ockerse, F. 0645
Oers, Anneke van 1194
Illustratorenregister 42
1

Ogterop, A. 0129 Röling, G. 0495


Oort, J. van 0168 Roland, O. 0378
Oortwijn, M. 1087 Ronner, A. 0031
Oosterhuis, H.P. 0002, 0006 Roos, Tilly de 0801
Oostveen, Mi a van 0424 Rot, Anny 0985
Osinga, Lolke 1201 Rotgans, H. 0965
Otto Djaya 1007 Rothvic, J. 0550, 0588
Oudenaarden, C. 0176, 0503, 0511 Rovers, C. 0228
Overbeek, G.J. 0392 Rünckel, A. 0141, 0183, 0189, 0198,
0208, 0210, 0217, 0218, 0220, 0221, 0226
Pater, Eddy 0863 Ruit, Annie van der 0496, 0521, 0523,
Pennarts, P. 0931 0541, 0562, 0582, 0663
Pennink, S. 0887 Rutgers, H.W. 1113 Rijn,
Perdok, H. 0911 G. van 0234
Pers, Auguste van 0018
Pieck, Anton 1147 Sanden, J. van der 1026
Pieck, Henri 0256, 0418, 0419, 0420, Schermelé, Willy 0730, 0740
0429, 0430, 0438, 0447, 0501, 0516 Schoehaker, J. 0852
Piet, Frans 0655 Pinkhof, L. 0468 Schotel, Nancy 0687
Poeder, Henk 0317, 0363, 0372, 0376, Schouten, Rie 0977
0383, 0410, 0411, 0462, 0528, 0537, Schröder, Sierk 0510, 0549, 0559, 0578,
0586, 0685, 0912, 0949, 0954, 1028, 0621, 0629, 0707
A003, A007 Schrijnder, Jo 0544, 0690
Polderman, Anneke 0266, 0798 Schulein, George 0886
Post, Jan 0466 Postma, Lidia Sibbelee, Nora 0781
1174, 1202 Prahl, H.H. 1124 Siertsema, A.J. 1157
Prins, Johan 0295, 0692 Silvester, Flor 1021 Sinia,
J.G. 0237 Sluis, Corinne
Raemaekers, Louis 0202, 0252 van 1120 Sluiter, Willy
Rahusen, Ina 0329 0227 Sluyter 0006
Ramaekers, H. 0946 Sluyters, Jan 0064, 0231, 0233, 0244
Raphaël, Frater [ps.] 0977 Snapper, R.W. 0667, 0718 Spek, A. van
Reder 0818 der 1169 Spier, Jo 0634 Spoor, Nelly
Reek, J. van 1063 0251, 0256 Spoor, Peter 0991, 1080
Rees, E. van 0455 Sprenger, Henk 1006, 1018 Steelink,
Reinderhoff, Rie 0453, 0518, 0561, 0594, Wilm 0075, 0094, 0114, 0122,
0599, 0628, 0636, 0642, 0668, 0729, 0123, 0134, 0135, 0136, 0140, 0143,
0824, 0853, 0894, 0914, 0972, 0996, 0144, 0153, 0154, 0178, 0183 Steevensz,
1009, 1019, 1037, 1050, 1056, 1076, I.F. 0875 Stempels, Piet 0614, 0647 StU,
A012 J.W. 1195 Stiphout, Stef van 1141
Reith, B. 0127 Stoffers, Rie 0477, 0592, 0593, 0791
Riemersma, Ella 0390, 0456 Straaten, Gerard van 1006, 1018, 1027,
Rinke, Jan 0249, 0301
Robertson-Klaar, A.A. 0610
Rochussen, Ch. 0086
422 lüustratorenregister

1155 Voges, Carol 0699


Stuurman, Rein 0708 Suchtelen- Voorst, H. van 1208
Leembruggen, L. van 0556, Vos, H. de 1043
0666, 0783, 0796, 0800, 0820, 0830, 0849 Vries, Dea de 1017
Surjadi, Ojong 0942 Swart, L. de 0759 Vries, Dirk de 0861
Sypkens, Eveline 0489 Vries, J. de 0860, 0976, 1029, 1030

Tadema, Auke A. 1176, 1222 Wagner, Bep 0854


Tatipikalawan, Otto 1207 Wagner, Piet C. 0374
The Tjong Khing 1117, 1118, 1127, 1211 Walle, Wim A. van de 0775, 0786, 0803,
Thomassen, M. 0767 0816, 0936, 1005 Walther, Alida A.C.
Tiemersma, Sjoukje 0712 zie Lidow [ps. van
Tienhoven, Geeske van 0914, 1177 Alida A.C. Walther] Wedell, Lida von
Tinbergen, A. 0481 0487, 0923 Wenckebach, L.W.R. 0055,
Tjepkema, Almar 1197 0071, 0185 Weski, E. 0761, 0762
Trip, V. 0689 Wesseling, Jan 0263, 0447, 1219, 1224,
Tromp, Jo 0616 A014
Wessels, Albert 1204 Wessels, P.A.
V. 0809 1165 Westenenk, W.F. 0421 Westra, R.
VJ. 0694 0979, 0980 Widija Boedi 0846
Veelwaard, D. 0002 Wiebenga, Nel 0831 Wiegman, Jan
Veen, Fiel van der 1152, 1225 0328, 0381, 0431, 0441,
Veenendaal, E.J. 0237, 0403 0486
Veenendaal, Jaap 0580, 0717, 0728, Wilde, Dick de 0375, 1103, 1167
0739, 0758, 0780 Winkel, C. 0892 Wins, J.W.M.
Veenhoven, Lies 0813, 0971, 1045 0414, 0512 Wissel, Max van der
Veenstra, H. 0768 Veeren, Nita 0865 0835 Witkamp Jr., E.S. 0142
Velthuijs, Max 1194 Velthuysen, P. 0783 Wolfferts, Irene 1214 Wijnand, F.
Verhagen, Otto 0442, 0445, 0448, 0469 1012, 1033 Wijstand, G. 0967
Verheul, J.G.J. 0887 Verstijnen, H. Wything, A. 0173
0333, 0459, 0627 Visser, A. 0557 Visser,
Jan 0239 Visser, J. de 0855 Vliet, Freek Yang I^ain [ps.] 0385
van 1100, 1103, 1111, 1113,
1128, 1129 Zaaier, Albert [ps. van A.J. de Neef]
Vlijmen, Bernard van 0660 Vogelaar-van 0806 Zee, T. van der 0333,
Amersfoort, Alie 1122, 0941
1132, 1134, 1137
Uitgeversregister

Agon Hsevier 1120 Blussé & Van Braam 0020, 0302


Aldus 0534 Boek en Periodiek 0460, 0487, 0923
Algemeene Boekhandel voor Inwendige Boekerij, De 0836
en Uitwendige Zending 0488 Allis Boer Jr., De 0877
0808 Alphen, Van 0004 Allert de Lange Boeijinga 0856
0146, 0156, 0173, 0204, Bohn 0023
0223 Bolle 0103, 0110, 0482, 0501
Amerongen, Ph. van 0597 Amsterdamse Bom 0024
Boek- en Courantmaatschappij 0683, Boogaerdt Jr. 0232
0899 Arbeiderspers, De 0473, 0518, Boom-Ruygrok 0837, 0886, 0993
0786, Bootsma 0254
0803, 0816, 0900, 0911, 1036, 1107 Born 0835, A011, A013
A.R.B.O. 0789 Bosch Jbzn. 0127, 0338, 0354, 0527, 0534
Bosch & Keuning 0706, 0908, 0953,
Banier, De 1122, 1126, 1134, 1137, 1144, A007
1145, 1146, 1150, 1180, 1187, 1206 Bottenburg 0857 Brabantia Nostra 1148
Bataviaasch Genootschap 0018 Brakkenstein 0975 Bredée 0176, 0199,
Becht 0064, 0181, 0196, 0233, 0244, 0200, 0214, 0257,
0263, 0278, 0280, 0418, 0419, 0420, 0276, 0441
0429, 0447, 0494, 0594, 0599 Belinfante Brederode, Van 0024 Briel Gz., Van den
0097 Belkum, Van 0126, 0193, 0266 0036 Brill 0099, 0114, 0150 Brink, Ten
Belkum Az., Van 0305 Berends 0088 0073, 0251, 0252, 0269, 0289,
Beijerinck 0003, 0006 0291, 0296, 0297, 0304, 0309, 0358,
Beijerinck/Suringar 0001 Bigot & Van 0391, 0426, 0433, 0471, 0961 Brink
Rossum 0990, 1117, 1118, & De Vries, Ten 0016 Brinkman
1127 0083 Bronswijk 0947 Bruna 0213,
Bindels 0802 Bisschop 0065, 0066 0218, 0221, 0265, 0294,
Blankenberg 0071, 0118 0332, 0347
Blankenberg (Firma Couvée & Co.) Bussy, De 0243, 0292, 0315, 0326, 0566
0106 Buijten & Schipperheijn 1195
Blankwaardt & Schoonhoven 0141, 0364
Bleek (Booysma & Co.), Van 0425 Blitz Callenbach 0175, 0177, 0189, 0197, 0201,
0624 Blommendaal 0832 0205, 0208, 0219, 0220, 0229, 0241,
0255, 0258, 0268, 0317, 0319, 0329,
0342, 0350, 0363, 0368, 0372, 0376,
424 Uitgeversregiste
r

0403, 0462, 0510, 0528, 0549, 0559, 0734, A010 Eekhoorn, De 1164
0578, 0586, 0621, 0629, 0663, 0664, Egeling 0334 Egner 0468 Elmar 0887
0667, 0671, 0682, 0685, 0708, 0716, Elsevier 0585, 0645, 0735, 1067, 1103,
0717, 0729, 0747, 0751, 0753, 0758, 1128, 1129
0771, 0809, 0824, 0825, 0826, 0853, Elsevier/Van Goor 1186
0891, 0894, 0897, 0902, 0914, 0928, Elzenga 1209 Endt, Van
0972, 0985, 0986, 0992, 1009, 1019, der 0092 ERU Kaasfabriek
1037, 1043, 1051, 1055, 1056, 1066, 0691 Ewings 0105
1073, 1076, 1078, 1084, 1091, 1092, Eykenhof 1035
1097, 1116, 1119, 1124, 1177, A003,
A012 Floralia 0424
Campagne 0012, 0096, 0117, 0147, 0158 Fontein, De 1192, 1202, 1216, 1217, 1226
Campen, Van 0339, 0378 Forel, De 0956
Casterman 1148 Forum 0699
Centen 0053 Front Pemuda Maluku, Bagian Cultuur
Cenijn & Van Strien 0274 1189 Fuik
Christelijk Pedagogisch Studiecentrum 0211
1181, 1183, 1184, 1191, 1203, 1207
Christofoor 1230 Gereformeerde Zendingsbond in de Ne-
Cisterciënser-Abdij 0977 derlandse Hervormde Kerk 0999,
Cohen 0180, 0222, 0250 1090, 1095, 1099, 1130
Comité voor Jeugd en School van het Goede Boek, Het 0810, 1034
Nederlandsen Bijbelgenootschap 0988 Goede Lectuur 0678, 0791, 0802, 0807
Conserve 0333 Gogh, Van 0021
Couvée 0138 Goor, Van 0259, 0260, 0261, 0282, 0283,
0286, 0299, 0300, 0307, 0323, 0333,
Daamen 0198, 0224, 0239, 0262, 0301, 0335, 0343, 0357, 0367, 0383, 0385,
0388 0390, 0396, 0404, 0405, 0407, 0410,
Dantzig, Van 0168 Delftsche Uitgevers- 0411, 0416, 0423, 0432, 0439, 0442,
Mij 0603 Deltos Elsevier 1128, 1129 0445, 0448, 0457, 0458, 0464, 0469,
Dickhoff 0261 Didier 0919 Dishoeck, 0484, 0512, 0517, 0519, 0520, 0542,
Van 0185, 0238, 0246, 0397, 0544, 0581, 0584, 0634, 0647, 0724,
0478, 0653, 0850 Ditmar, Van 0792, 0767, 0818, 0841, 0842, 0847, 0864,
0797, 0799, 0910, 0881, 0933, 0945, 1016, 1031, 1044,
0922, 1094 Donner 0130, 0155 1063, 1100, 1111, 1113, A005, A006
Dorp, Van 0072, 0157, 0497, A002 Goor/De Nederlandsche Boekhandel, Van
Douwe Egberts 0994, 1002 1083
Duisdeiker LJrsz. 0061 Dunlop Goor Jeugdboeken, Van 1176, 1196
0553 Dunlop, E., & Co. 0455 Gorcum, Van 0623, 0686, 0798, 0813,
Dijkstra 1010, 1011, 1054 0971, 1045, 1053
Gottmer 0263, 0447
Echo 1208 Graauw 0207
Edecea 0580, 0661, 0662, 0694, 0727, Groen 0560
Uitgeversregister 42
5

Groenendijk 1068, 1069, 1070 0962


Groot en Kolff, De 0059, 0060 Hollandsen Uitgeversfonds/Dunlop 0554
Groot Nederland 0234, 0236, 0237 Huisman 0728, 0780
Gulden Pers, De 0817, 0885
Gulden Ster, De 0191, 0422 Idema Greidanus 0133
Infodok 1193
Haagsche Boekhandel- en Uitgevers- Ingen, Van 0164, 0750
Maatschappij 0121
Haan (Delfzijl) 0078 Jeugdcommissie van het Nederlandsen
Haan (Groningen) 0912, 0949, 0954, Bijbelgenootschap 0366, 0413, 0579,
0996, 1028, 1040, 1041, 1050 0884, 0934
Haan, De 0082, 0344, 0379, 0399, 0412, Jeugdland 0802
0414, 0427, 0436, 0444, 0459, 0461, Juvenaat van de Congregatie van de Pries-
0598, 0607, 0633, 0650, 0892, 1222 ters van het H. Hart 0920
Haan, Den 0171
Haren Noman & Kolff, Van 0026, 0030 Kaiser Biskwie-, Koek- en Beschuitfabrie-
Hassels 0057 ken, Paul C. 0551
Heideland-Orbis 1133 Kalis 0249
Helmond 0569, 0571, 0572, 0573, 0575, Kanis & Gunnink 0546, 0709, 0888
0576, 0591, 0601, 0602, 0604, 0608, Keg's Theehandel 0495
0611, 0622, 0625, 0640, 0656, 0657, Keizerskroon 0861
0658, 0659, 0679, 0699, 0746, 0790, Kemink 0270, 0402
0812, 0839, 0918, 0939, 0944, 1025 Kern, De 0794, 1046
Hema 1225 Kirchner (Fernhout) 0174
Hertog, Den 1173, 1182, 1188 Kleijne 0724
Hervormde Jeugdraad/Zendingsbureau der Kluitman 0071, 0086, 0113, 0159, 0170,
Nederlands Hervormde Kerk 1003 0172, 0183, 0185, 0210, 0215, 0217,
Heuvell & Van Santen/Van Nooten, Van 0218, 0227, 0238, 0256, 0265, 0267,
den 0006 0298, 0306, 0316, 0340, 0371, 0373,
Hilarius 0139, 0165, 0170, 0184, 0218 0406, 0408, 0417, 0430, 0435, 0437,
Hoekman 1188 0438, 0465, 0474, 0496, 0502, 0503,
Hoeve, Van 0768, 0774, 0775, 0776, 0509, 0511, 0514, 0515, 0516, 0521,
0778, 0783, 0784, 0796, 0800, 0820, 0523, 0524, 0526, 0533, 0538, 0541,
0828, 0829, 0830, 0834, 0846, 0848, 0562, 0563, 0570, 0582, 0583, 0587,
0849, 0851, 0862, 0867, 0868, 0870, 0615, 0619, 0627, 0628, 0630, 0636,
0872, 0875, 0880, 1014 0643, 0646, 0652, 0672, 0673, 0674,
Höveker 0049 0680, 0688, 0705, 0713, 0720, 0721,
Holkema & Warendorf, Van 0075, 0178, 0722, 0725, 0738, 0742, 0749, 0755,
0226, 0284, 0285, 0303, 0322, 0349, 0777, 0782, 0787, 0804, 0873, 0882,
0389, 0395, 0428, 0443, 0449, 0453, 0893, 0917, 0958, 0966, 1038, 1155,
0463, 0470, 0532, 0561, 0594, 0600, A004
0610, 0626, 0635, 0660, 0684, 0697, Kluwer 0142, 0151, 0160, 0163, 0166,
0764, 0765, 0801, 0815, 0930, 0969, 0167, 0169, 0170, 0186, 0187, 0188,
1004, 1024, 1072, 1165, 1174 0190, 0194, 0195, 0331
Holland 0665, 0715, 0869 Knipscheer, In de 1214
Hollandia 0726, 0772, 0775, 0874, 0936, Kok 0409, 0483, 0537, 0539, 0557, 0558,
0577, 0769, 0845, 1029, 1047, 1060,
426 Uitgeversregister

1075, 1109, 1121, 1158, 1220 Misset 0240, 0330


Kolff 0026, 0030, 0038, 0039, 0040, 0045, Missieprocuur 0852
0056, 0067, 0074, 0076, 0087, 0093, Missionarissen van de Heilige Familie
0098, 0109, 0209, 0318, 0381, 0624, 0913, 0960 Moderne Boekhandel
0689, 0720, 0745, 0761, 0762, 0773, 0814 Indonesië 0937,
Kompas/De Spieghel, Het 0736 0941, 0942, 0948, 1007
Koninklijk Instituut voor de Tropen Morks 0228 Mosmans
0925 0632 Mulder 0984, 0987
Koninklijk Instituut voor de Tropen/Tro- Muusses 0116, 1101
penmuseum 1200
Kosmos 0400 Nederlands/Belgisch Bijbelgenootschap
Koster 0111, A001 1228 Nederlandsch Bijbelgenootschap
Kramers 0714, 0768, 0783, 0831, 0833, 0288,
0950, 1057 0485
Kuurstra 0819 Nederlandsche Keurboekerij 0536
Nederlandsche Maatschappij van Schoone
Landsdrukkerij 0545, 0556 Kunsten 0010
Lange 0018 Nederlandsche Spaarbankbond 0617
Leendertz 0084, 0085, 0090, 0091, 0094, Nederlandsche Zendingsvereeniging
0095, 0100, 0101, 0102, 0110, 0122, 0123, 0253, 0287 Nederlandsche
0134, 0135, 0136, 0140, 0153, 0154 Zondagsschool Vereeni-
Leidsche Uitgeversmij 0374 ging 1017
Leopold 0375, 0421, 0490, 1167, 1192, Nederlandse Rotogravure Mij 1131
1223, 1229 Nederlandse Zendingsraad 1071, 1088,
Letteren & Kunst 0328, 0555 1106, 1109, 1112, 1121, 1123, 1139,
Letteren & Kunst, Vennootschap 0216 1140, 1215
Leufkens 0858 Neerbosch' Boekhandel 0242 Nelle, Van
Lever's zeepmaatschappij 0564 0649 Nes, Van 0041 Neijenhuis A009
Ligtenberg 1204 NHH.V 0909 Nierstrasz 0108
Loek 0856 Nierstrasz/Vlieger 0120 Nieuwe Wieken
Loosjes 0225 0878 Nieuwvoorde 0620 Noman 0007
Looy, Van 0234 Noordhoff 0124, 0128, 0507, 0508, 0548,
A008
Malmberg 0337, 0386, 0393, 0394, 0450, Noordhoff-Kolff 0774 Noord-
0452, 0529, 0588, 0590, 0595, 0718, 0788, Hollandsche Uitgevers-Mij 0637 Nooten,
0871 Van 0050, 0052, 0089, 0127,
Masereeuw & Bouten 0203, 0212, 0236, 0145, 0149 Noothoven van Goor 0011,
0237, 0384 0017, 0022,
Mees 0377, 0446 0028, 0034, 0035, 0037, 0042, 0043,
Meinema 0547, 0567, 0574, 0589, 0605, 0044, 0047, 0051, 0062, A001
0606, 0641, 0669, 0677, 0681, 0693, Nijgh & Van Ditmar 0119
0695, 0696, 0710, 0711, 0737, 0744,
0754, 0879, 0903, 0929, 0949, 0955,
0957, 0983, 0997, 1008, 1022, 1032,
1059, 1064, 1065, 1093, 1096, 1104, 1105
Meulenhoff 0328, 0434, 0456, 0543, 0555,
0614, 0648, 0666, 0730, 0766, 1027
Uitgeversregister 42
7

Nijhoff 0025 Rotterd amsche Verzekerings-Sociëteiten


(R.V.S.) 0740
Odé 0058 Rotterdamse Lloyd 0865
Oosterbaan & Le Cointre 1052, 1149, Rutgers 0827
1151
Samsom 0979, 0980
Parool, Het 1079 Sanders Boekprodukties 1210
Parool/De Nieuwe Pers, Het 1006, 1018 Schalekamp 0054
Paters van de H. Geest 0991, 1021, 1080 Schalekamp & Van de Grampel 0002,
Pedagogisch Studiecentrum 1212 0004 Schalekamp, Van de Grampel en
Peet, Van der 1043 Bakker
Peet Jr., Van der 0011 0015
Peursem, Van 0069 Scheerders van Kerchove 0959
Pieters 0226 Scheltema & Holkema 0064, 0157, 0237,
Ploegsma 0489, 0887, 1081, 1152, 1172, 0271, 0360, 0454 Schellens & Giltay
1199, 1205, AOW 0273, 0275, 0341,
Portielje 0008, 0014 0651, 0712, 0723, 0741, 0887, 0931
Post 0009 Schenk 0855, 0859, 0946 Schierbeek
Post, Van der 0011, 0125, 0137 Putten & 0046 Schoonderbeek 0525 Schuitemaker
Oortmeijer, Van 0431, 0690 0013, 0017 Sigtenhorst, Van den 0055,
0073 Sigtenhorst/Vlieger, Van den 0131,
Querido 0303, 0312, 1211 0132 Sint Willibrordus 0550 Sleutel, De
0866, 0968 Sleutel/Gottmer, De 0940
Raad voor de Zending der Nederlandse Slothouwer 0054 Smit 0530
Hervormde Kerk en de Zending van de Spaarnestad, De 0596, 0644, 0654, 0655,
Gereformeerde Kerken in Nederland 0676, 0733, 0921, 0965, 0973 Spectrum,
1201 Het 0756, 1167 Spieghel, De 0585 Spin
Raad voor de Zending van de Nederlandse 0277, 0938 St. Gregoriushuis/R.K. Boek-
Hervormde Kerk 1020, 1042, 1061, Centrale
1062, 1071, 1074, 1082, 1088, 1089, 1178 0440
Raad voor de Zending van de Nederland- Stam 0507, 0817 Standaard Uitgeverij
se Hervormde Kerk/Zendingsbureau 1141, 1185, 1193,
1062, 1085 A015
Relpi 0883 Steenuil, De 0513, 0531 Stenvert 0860,
Reijnders 0486 1015 Stok 0822, 0876, 0916, 1147
Rhee, Van de 0670, 0698 Stokvis, Handel-Mij 0401, 0415
Ribbens Boekendepót 0760 Strengholt 0552, 1135 SUA 1227
Rivière & Voorhoeve, La 0486, 1001, Suringar 0125 Sijn, Van 0230 Sijthoff
1030, 1136, 1153, 1154, 1219, 1224 0027, 0029, 0031, 0032, 0033,
R.K. Boek-Centrale, De 0221
Robbers 0086, 0107, 0192
Roelants 0057, 0070
Roelofs van Goor 0770, 0780, 0840,
0844, 0854, 0898, 0982, 1005, 1067,
1103, 1108
Römelingh 0279
Rotterdamsch Nieuwsblad 0692
428 Uitgeversregister

0048, 0070, 0079, 0080, 0104, 0148, Vroom & Dreesmann 0565
0191, 1168 Vuurbaak, De 1068, 1069,
1070, 1198
Thieme 0068, 0380, 0392, 0540, 0626,
0684 Waesberge, Van 0466
Tielkemeijer 0031 Tjeenk Waltman 0308
WUlink 0112,0322 Tong Warendorf Jr. 0115
Tong 1110, 1159 Tupos Wenk & Birkhoff 0183
1132 Tijdstroom, De 0266, Wereldbibliotheek 0687
0603 Wereldvenster, Het 0865, 1213
Werkgroep Christelijk Boekenweek-
Unie, De 0779, 0793 Unie-Bibliotheek geschenk 1169
0768, 0781 Utrechtsche Zendings- West-Friesland 0467, 0626,
Vereeniging 0247, 0272 0638, 0684, 0764, 0795, 0815, 0843,
0917, 0926, 0930, 0943, 0951, 0952,
Valkhoff 0231, 0467, 0498, 0638, 0642, 0967, 0970, 0974, 0978, 1012, 1013,
0719, 0763 1023, 1024, 1026, 1027, 1033, 1049,
Valkhoff/Boekhandel Visser 0353 1057, 1072, 1086, 1087, 1114, 1115,
Valkhoff & Van den Dries 0178 Vecht, 1125, 1138, 1142, 1143, 1156, 1160,
De 0161 Veen 0054, 0073, 0106, 0182, 1162, 1163, 1166, 1170, 1179, 1221
0228, 0245, Weytingh 0005
0264, 0314, 0356, 0387, 0491, 0585, Wolanda-uitgaven 0700, 0701, 0702,
0645, 0735, 0736 0703, 0704
Veen/De R.K. Boekcentrale 0206 Wolters 0202, 0310, 0451, 0472
Veenstra 0631
Veerman 0062, 0127, 0145, 0162 Velden, Ykema 0063, 0398
Van der 1197 Vereeniging tot
Verspreiding der Heilige Zendingsbureau 0281, 0287, 0295, 0320,
Schrift 1157 Versluys 0522, 0896 0321, 0327, 0336, 0346, 0348, 0351, 0352,
Visser 0077, 0103, 0235, 0307, 0369, 0823 0355, 0359, 0361, 0362, 0365, 0370, 0492,
Visser/Valkhoff 0345 Vivat 0206, 0207, 0504, 0505, 0506, 0535, 0609, 0743, 0748,
0248 Vlieger 0143, 0144 Volkskrant, De 0915, 0924, 0927 Zendingsbureau der
0732 Voorhoeve 0081, 0560, 0639, 0675, Nederlandse Hervormde Kerk 0963,
0707, 0964, 0976, 0981, 0989, 1048, 1058, 1098
0731, 0757, 0785, 0811, 0838, 0889, Zendingsbureau 'Oegstgeest' 0935
0890, 0901, 0904, 0905, 0906, 0907, Zendingscentrum der Gereformeerde
0932, 0954, 1000, 1028, 1039, 1102 Kerken in Nederland 0863, 1161
Voorhoeve v/h Bredée 0668, 0734 Zendingsstudie Raad 0290, 0293, 0324
Voortvaren 0382 Vorkink 0311, Zondagsschoolcommissie 0325 Zuid-
0774, 0775, 0776 Vries & Fabricius, Hollandsche Uitgeversmij 0821 Zuider
De 0179 Boekcentrale 1133 Zwijsen 1077,
1171, 1175, 1218
Titelregister

2x Willem Gaertman 0876


3x Daan Kaper 1210
600 jongens met de 'Tarakan' naar Noorwegen 0634
Aan de leden van het Rotterdamsch Kinder-Zendingsgenootschap • 0230
Aan den Oedjoeng 0446
Aan moeders schoot 0445
Aan 't strand der Java-Zee 0199
Aap en de schildpad, De 0109
Aapje 0569
Aardige Indisch A.B.C. voor aardige jong-Indiërs, Het 0067
Abel Tasman 0145
Adelborst van de 'Hollandia', De 0084
Akker wordt bereid, De 0789
Alle volken zullen komen 0963
Alleen in 't volle leven 0673
Alleen van huis A008
Allemaal echt waar 0761
Alles om Renee 0738
Als de gamelan speelt 0631
Als de krekels sjirpen 1115
Als de school uit is 0429
Als één van ons 1045
Als sportvlieger naar Indië en terug 0660
Als stewardess naar Indië 0807
Ambrosius de toverspin 0881
Ams houdt van Indië 0778
Ams' ongeweten afscheid 0851
Amsterdam-Batavia in 24 uur 0604
Amulet, Het 1160
Anders dan anderen 1139
Angeline's beloften 0071
Angst op de 'Amsterdam' A015
Ank en Hans in de rimboe 0610
Annetjes geluk 0558
Anton Romijn 0525
Apenboekje, Het 0800
Appelbloesems 0137
Arike van het groene woud 1206
430 Titetregjster

Arme Louise 0152


Astrid 0562
Auki, de dwergpapoea 1080
Averij 0453
Avonturen in Borneo 0724
Avonturen op de 'Willem Ruys' 0865
Avonturen op zee 0987
Avonturen op Zonnehoek 0526
Avonturen van een kleermakersgezel in vier werelddeelen, De 0062
Avonturen van Jacob Everts, De; Olivier van Noort 0090
Avonturen van 'Kantjil', het stoute dwerghertje, De 1038
Avonturen van kapitein De Roy, De 0143
Avonturen van Katoetie, De 0568
Avonturen van Knibbeltje en Knabbeltje, De 0823
Avonturen van Koen Scheepsbeschuit, De 1046
Avonturen van Langstaart, De 0165
Avonturen van Max en Kees, De 0437
Avonturen van Paul Kreutzer, De 0160
Avonturen van Sinjoto en Soeparmi, De 1162
Avonturen van Wim Grotegoed, De 1195
Avonturiers, De 0085
Avontuur in de desa 0852
Avontuur op Bali 1176
Avontuurlijke reizen van een scheepsdokter, De 0844
Avontuurlijke vaart, Een 0603
Avontuurlijke vacantie van Fer en Nonnie, De 0654

Babbelend water, Het 0327


Badesiw, de schrik der wouden 0891
Bakvis, De 0833
Bakvischjes 0280
Bakvischjes lief en leed 0395
Bali in kleuren 0994
Band-recorder voor Ambe'Roeroe, Een 1090
Bastiaan, de kleine Timorees 0813
Beeld in de tempel, Het 0693
Begdji, het gamelan jongetje 0937
Begijntjes wonderjaar 0706
Beleg van Kappar, Het 0153
Benito, de jongen zwerver 0551
Bep doet de huishouding 0450
Berg spreekt..., De 0710
Bergkoninginnetje, Het 0582
Beroemde mannen 0121
Bert z'n Kerstvacantie 0297
Betty en haar neven 0503
Bezoek aan Indramajoe, Een 0200
Titelregister 431

Bezoek aan Nederlandsch-Indië 0058


Blank en bruin 0198
Blauwe bende, De 0707
Bloemen en planten 0942
Bloemensprookjes 0098
Blijde boodschap brengen, De 0288
Blijde lichten 0682
Boek van Bob en Bep, 't 0848
Boek van de kantjil, het Indische dwerghert, Het 0867
Boek vol avontuur uit 'Stavast', Een 0459
Boek voor alle volken, Het 0366
Boek voor de jeugd, Het 0683
Boekhouder van de Oost Indische Compagnie, De 1126
Bombonnel, de pantherjager; William Rice, de tijgerjager en andere reis- en
jagtavonturen voor de jeugd 0034 Bonar, het
melaatse Batakjongetje 0934 Bonte dagen uit het
leven van Bram Schenk 0499 Bontekoe 0945
Bontekoe en het brandende schip 1141
Boog vol belofte, De 0916 Boogschutter
in het ravijn, De 1172 Bootje van de
regenboog, Het 0988 Bootsman Krans
0616 Bootsman op het Gardameer, De
0524 Booze oog, Het 0482
Boschmeisje, Het 0206 Boven sawah en
oerwoud 0835 Bram Boeije 0410
Bram's ontdekkingstocht 0462 Brand in
het zendingshuis, De 0677 Bremheuvel
0313 Brenda weet uitkomst 0672 Brief
uit Indië, De 0640 Brieven van Souad
1214 Brieven voor de Indische jeugd
0074 Brug over de Djambi, De 0792
Bruine jongen 0809 Bruine prins en
zijne vrienden, De 0189 Bruintje 0103
Bij de koppensnellers op Borneo 0799
Bij de laatste koppensnellers 0699 Bij
de rivier 0924 Bij God verkoren 0319
Bij oom in Indië 0596 Bijna gestrand
0220

Canneheuveltjes, De 0261
432 Titelregister

Canneheuveltjes in Holland, De 0283


Carl's kerstfeest in Papoea-land 0739
Carla, secretaresse van Mr. P.G. Roogers 0866
Carla wordt lid van de club 0883
Casa Bianca 0339
Chimbu-mensen, De 1215
Club der onafscheidelijken, De 0463
Commandant Padje 0543
Connie en haar stiefzusje 0422
Constance trok van huis tot huis 0304
Cosmo, de generaal 0527

Dag van Bethlehem, De 1092


Dambing 0889
Dammes' avonturen op de wereldzeeën 1136
Dapat, de meester van den wonderzwaan 0470
Dappere Makassaar, De 0812
Delfshavensche kwajongen, Een 0070
Dertien jaar krijgsgevangen 0298
Dessajongen, Een 0623
Detective in de rimboe, De 0788
Diane op Allang 1203
Dick en de WELO-stralen 1016
Die vrinden van Bobbe! 1105
Dikkie en Eddie bij de apen 0602
Dimin de dwangarbeider 0875
Din en Aroe naar het land van beschaving 0360
Dinie neemt de leiding 0893
Ditje Wessels in Holland 0451
Dja-Ogot 0036
Djaidin 0783
Djojo uit de kampong 0599
Do en Lo Verster 0252
Dolle gebeuren in de club, Het 0943
Domoe, de zoon van het dorpshoofd 0953
Dona Alve 0454
Doodverklaard 0447
Door de lucht naar Indië 0597
Door Oost en West 0139
Door storm en duisternis 1079
Doortrappen! 0519
Dorcas en de kinderen van Toeroe 1051
Dozijn Hollandsche jongens, Een 0322
Drie, De 0619
Drie vacantieboomen, De 0312
Drie verhalen van de Kai-eilanden 1181
Drie vrienden 0171
Titelregister 433

Droom van Liesje, De A009


Droomfee en andere verhalen 0399
Dus toch... 0804
Duvelstoejager van Het Wapen van Hoorn, De 1196

Edelsteentje 0708
Eef Hubrechts A005
Eenlingetje 0824
Eer van de vlag, De 0839
Eerst de H.B.S. en dan...! 0801
Eeuwfeest; [1814-1914] 0277
Eeuwige jeugd 0938
Eigen schuld 0105
Eigenwijze Fantje, Het 0796
Eiland wordt veroverd, Een 0996
Eindelijk thuis 0968
Eindexamen 1940 0773
Ella's eerste tropenjaar 0510
Elsa-Boek, 't 0330
Elsbeths vuurproef 0978
Elsies' werk en andere vertellingen 0331
Elviro's reis naar en door Java en de Molukkos 0005
Emmy's eerste voordracht 0475
En waarom ben ik anders? 0874
Ena en de vissen 1226
Engelandvaarder en andere verhalen 0847
Engeltje van kampong Rhanka, Het 0376
Er gaat door alle landen 1169, A013
Erepoort, De 0957
Ergens wacht het geluk 0974
Erik, Tato en Jacinta 1209
Eva 0055
Eva's zending 0716
Examen van Yok en Yoram, Het 1149

Fabel van het dwerghert, De 0455


Feeënopstand en andere verhalen, De 0598
Feest in Papoea-land 1001
Feest van de vijftig buffels, Het 0905
Feestavonden 0236
Fenny krijgt het gedaan 0923
Ferme jongens 0734
Finlandhuis, Het 1202
Firma Buitje en Aapje, De 0591
Flips Indische lotgevallen 0474
Frank komt terug 0958
Freekje uit zonneland 0864
434 Titelregister

Freule Thea 0575


Frieda en Kitty Sanders 0119
Frits Verster en zijn vrienden in patria en op Celebes 0411

Gambar-gambar akan peladjaran dan kasoekaan anak-anak dan iboe-bapanja 0068


Gedenkwaardige reis naar Oost-Indië van Willem Ysbrantszoon Bontekoe, De 0919
Geen verworpene meer 0362
Geen vreemd kind 1037
Geesten houden niet van regen AOW
Gefopte koningstijger, De 0111
Geheim agent Daan Kaper 1155
Geheim van de blauwe steen, Het 0904
Geheim van de gesloten kamer, Het 0774
Geheim van de haaiendoder, Het 1013
Geheim van de kloof, Het 0735
Geheim van de stalen kistjes, Het 1012
Geheim van het oude huis, Het 0278
Geheim van Kebon-Barat, Het 0834
Geheim van mijnheer Tukker, Het 0134
Geheimzinnige gast, De 0853
Geheimzinnige lichten in het Diëng-gebergte 0951
Geheimzinnige machten 0946
Geheimzinnige steen, De 1151
Geheimzinnige Yamadan, De 0659
Geïllustreerd Nederlandsch Indisch alphabet 0077
Gekooid kind 1220
Generaal, De 1050
Generaal van Heutsz 0759
Gerbrand Douma's reis om de wereld 0442
Geschenk van opa, Het 0983
Geschenken van een dwerg, De 0166
Gescheurde Bijbel, De 0485
Geschied- en aardrijkskundige beschrijving van Neêrlands Oost- en West-Indische
bezittingen 0015 Geschiedenis van Boentoeng en andere verhalen uit het
werkelijke dierenleven
in Indië, De 0318 Geschiedenis van de togten en ontdekkingen der Nederlanders
in Aziën, Africa,
America en Australië 0020 Geschiedenis van een klappemoot, De 0700
Geschiedenis van een klappemoot, De; Hoe Roesa gevangen werd; Hoe Matjan in
Artis kwam 0701 Getij verandert...,
't 0581 Geurt Boots vaart naar Indië
0622 Gevaren ter zee 0336
Gevleugelde paarden 0970 Gewond
voor den vijand 0164 Gezellige uurtjes
0133
Titelregister 435

Gezellige uurtjes bij Dea Dze 0169


Gezellige winter, Een 0593
God is toch liefde 1130
God zoekt het verlorene 0175
Godgewijd leven, Een 0413
Goede gids, De 0927
Goede kameraads 0167
Goochelaar, De 0249
Gouden amulet, De 1039
Gouden keten van de Compagnie, De 0993
Gouden kris, De 0237
Gouden lotus, De 0973
Gouden vacantiedagen 0536
Goudhaantje 0729
Goudschatten van Siam, De 0531
Gravinnetje 0466
Greetje-Margriet 0914
Greetje-Margriet wordt Margriet 1076
Groene slange-oog, Het 1156
Groot kinderkerstboek 0932
Groot vertelboek van de zending 0908
Groote boek, Het 0566
Groote vlinderreis van Aoesa, De 0553
Grootmoeder en kleinzoon 0223
Grootmoeders tuin 0511
Grootste veroveraar, De 0975
Grote gouverneur, De 0671
Grote huis, Het 1036
Grote verdriet van Ambe'Roeroe, Het 1099
Grote vogel, De 1145
Grote vondst van Juul en Peter, De 0768
Gulden jongensboek, Het 0414
Gulden meisjesboek, Het 0436
Gulden van Simon, Een 1042
Gulden weken 0404
Guru Christiaan 1082
Guus de durfal 0681

Haafner's reisavonturen 0112


Haantje en z'n kornuiten 0856
Haar reis naar huis 0612 Halima
blijft niet alleen 1084 Hanna zoekt
haar vader 1023 Hanneke op reis
naar Indië 0752 Hans en Hannie
0487 Hariati 0846 Harimau 0736
436 Titelregister

Harimau, het tijgerjong 0910


Harriët 0541
HBS-tijd van Emmie Hoogland, De 0476
Heb je 't al gehoord? 1180
Heidebloempje, Het 0075
Heimwee naar Nieuw-Guinea 1056
Held van de Javazee, De 1025
Held van de rimboe, De 0871
Held van Jacatra, De 0746
Helikopter Bell 37-D vermist 1073
Hemelprauw, De 0832
Henk en Bert 0358
Henk Halbers 0396
Herman's eerste zeereis 0173
Hermelijn 0626
Hermelijn's dochter 1072
Hermelijn's huwelijk 0684
Hertesprong, De 1174
Het begon met een zeiltocht 0810
Het komt allemaal in orde 0873
Het moest zo zijn 1143
Hoe Apoel haar vriend vond 0901
Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen 0494
Hoe Dikke Gijs in de cockpit verzeilde 0647
Hoe een kleine jongen 'goeroe' is geworden 0365
Hoe het na 1000 weken werd 0917
Hoe Josientje schrijfster werd 0555
Hoe Kees sparen leerde en andere bijdragen bewerkt naar inzendingen op een
prijsvraag van de Postspaarbank 0545
Hoe Menko over de brug kwam 0656
Hoe Paulus Tampilang van mohammedaan christen werd 0535
Hoe Puck een Canneheuveltje werd 0335 Hoe raar een bal
soms rollen kan 0064 Hoe Tineke Tine werd 0520
Hoe wij onze vacantie op Samosir doorbrachten 0522
Hollanders op Korea 1111 Hollandsen gezin in Indië,
Een 0343 Hollandsche jongen in China, Een 0514
Hollandsche zeeman uit den Franschen tijd, Een 0274
Hompie Smeergraag in Nederlands-Oost-Indië. 0691
Hoog in de bergen 0826 Hoor ik er wel bij? 1081
Hoorn van overvloed, Een 0147 Hou vol, Covert!
0878 Hou zee! 0483, 0537 Huis bij den toren, Het
0349 Huis op wielen, Een 0780
Tttelregister 437

Huize Canneheuvel (De 'Duiventil') 0357


'Huize Levenslust' 0407 Huize Onrust
0443

I Bontot en I Koese 1043


Ida uit Indonesië 1034
Idris gaat het huis schoonmaken 0906
Idylle in de archipel 0763
Iets voor jonge kinderen 0045
Ik heb een mes 1097
'Ik kom terug', zegt Loes 0854
Ik wil 0416
Illusies worden werkelijkheid 0787
In de ban van Sorawa 1144
In de desa 0885
In de greep van het oerwoud 0952
In de lijnen van haar hand 1138
In de Oost 0078
In de schaduw van de rijzende zon 1219
In de schemering der oerwouden 0939
In den opgang 0227
In dienst van den Grooten Mogol 0122
In gelijke pas 0705
In het gareel 0430
In het land van de Papoea's 0402
In het verleden ligt het heden 1142
In onze Oost 0161
In 's levens opgang 0138
In 't Geuze-huis 0301
In veilige haven 0197, 0438
Indië en jong-Nederland 0400
Indisch A.B.C. 0353
Indisch kinderleven 0279
Indisch meisje en andere Indische verhalen, Een 0393
Indisch prentenboek 0243
Indisch student in Holland, 'n 0440
Indisch troepje, Een 0259
Indische armband, De 0667
Indische club, De 0565
Indische jongens 0629
Indische Joop 0549
Indische monster, Het 0460
Indische neefje, Het 0547
Indische nichtje, Het 0185
Indische oom, De 0276
Indische reis, De 0592
Indische sprookjes 0364
438 Titelregister

Indische sprookjes, legenden en fabelen 0464


Indische vertellingen 0184
Indische volksverhalen voor de jeugd verteld door Johan van Hulzen 0868
Indonesië 1101
Indonesische sagen en legenden 1159
Indonesische sagen en verhalen 1222
Insulinde 0053
Insulinde en de zending 0214
Ismaël's eerste zendingsreis 0219
Ismail en Moerti 0176

Jaap vloog uit 0317


Jaar bij de familie De Bloeme, Een 0489
Jaar van huis, Een 0534
Jacht- en krijgstafereelen 0108
Jack's gedenkschriften 0225
Jagers van de Tamirivier, De 0645
Jakobus Chalmers; De bode des vredes op Nieuw-Guinea 0130
Jan Blok en de vliegtocht 0600
Jan Jansen Struys 0469
Jan Pieterszoon Coen 0461, 0515, 1033
Janmaat en zijne vriendjes 0113
Janmaat in de Oost 0104
Java 0026, 0030, 0698
Java; Nieuwe schetsen voor de Nederlandsche jeugd 0032
Java; Nieuwe tafereelen voor de Nederlandsche jeugd 0033
Java; Schetsen en tafereelen voor de Nederlandsche jeugd 0029
Javaansche legenden 0394
Javaansche sagen en legenden, zeden en gewoonten 0385
Javaansche sagen, mythen en legenden 0380
Javaanse Vorstenlanden, De 0941
Jeep-expres Java-Holland, De 0931
Jeugd van Djimin, De 0209
Jim 0532
Jimmy en ik 0521
Jo-Jo, 't grappige Javaantje 0538
Joechei! 0913, 0960
Joesa 0895
Joesoef in de boei; De avonturen van Roda; Bandjir 0703
Johan's avontuur 0127
Jojo, de Sumatraan 0564
Joke wordt mensch 0643
Jona en Sari 0465
Jong Batakbloed 0695
Jong Java's lief en leed 0212
Jonge meisjes 0099
Jonge zwervers 0674
Titelregister 439

Jongen in de tropen, Een 0662


Jongen vaart het leven in, Een 0795
Jongen van de plaggenhut, De 0502
Jongens en meisjes van alle-dag 0268
Jongens lief en leed 0156
Jongens van de club, De 0239
Jongens van de Z-dub S.K., De 0589
Jongste lichting, De 0772
Jonker op de vloot van Houtman 0751
Joost, de 'Indiaan' 0649
Joost Dircksz. onder de vrijbuiters 0473
Joyce, een Moluks meisje 1207
Juiste weg, De 0816
Julia en het toversteentje 1028

'k Wou je wat vertellen over Indië 0595


Kaja-kaja 0959
Kajuitsjongen van Frederik de Houtman, De 0857
Kajuitsjongen van Heemskerck, De 0486
Kajuitsjongens van Admiraal Heemskerk, De 0191
Kalif Ooievaar en andere vertellingen voor de jeugd 0577
Kan-niet is dood 1227
Kantjil, dwerghert bij het Tobameer 1165
Kantjil, het dwerghertje 0627
Kapers op Nieuw-Guinea 0697
Kardi en andere verhalen 0246
Karel lost het op 0720
Karel van der Heijden 0182
Kario, het gelukskind 0995
Karno en Rano 0254
Karon, de kleine verschoppeling 0361
Katja Piring 0060
Katjangs, De 0263
Katjoeng Poetih's thuisreis 0561
Kawina 0533
Kees 0606
Kees Huisman 0181
Keesje Eénarm 0441
Keesje's leertijd in de tropen 0363
Kerk op mars, De 1041
Kerstboek van Zonneschijn 0650
Kerstboek van Zonneschijn 1935 0607
Kerstboek van Zonneschijn 1936 0633
Kerstboek van Zonneschijn 1949 0892
Kerstboek voor jong Indië 0745
Kerstvacantie van de Kortenaertjes, De 0771
Kerstvertellingen 0412, 1078
440 Tttelregister

Kètap, de jongen van Rawoe 0728


Keur van gedenkwaardigheden 0016
Kiekjes uit de Soendalanden 0253
Kiki, het Papoea-meisje 1053
Kikkerboekje, Het 0830
Kila's wraak 0928
Kind dat niemand hebben wou, Het 1061
Kind van Java, Een 0337
Kindeke geboren, Een 0557
Kinderen in een brandend land 1022
Kinderen in Indonesië 1003
Kinderen op het zendingsveld 1188
Kinderen uit het land der zon 0529
Kinderen van Boeton Leon, De 0877
Kinderen van haar jongen, De 0332
Kinderen van 'Het Bloemenhuis', De 0542
Kinderen van overal: geloven 1175
Kinderen van overal: werken 1171
Kinderpret 0093
Kippendagboek, Het 0384
Kitt/s leed en vreugde 0367
Klaas Hamer 0387
Klauw van de Draak, De 1029
Klaverblad van vier, Een 0129
Klawirit, De 0678
Klein Jantje van Grisee 0381
Kleine brandstichter, De 0997
Kleine gids, De 0377
Kleine reiziger door ons vaderland en onze buitenlandsche bezittingen, in
zamenspraken en in brieven van Willem en zijne vriendjes, De 0017
Kleine Sarina 0286 Kleine Toean 1182 Kleine Zimmerman, De 0008
Knalclub van 3A, De 0401 Knap Suusje - blauw vlindertje 0210
Knopjes 0066 Koen Houdtcooper 0802 Koksmaat van de 'Graaf
Zeppelin', De 0513 Koloniaal en zijn stervend kind, De 0088 Kom en
zie! 0155
Kon ik maar weer een gewoon meisje zijn 1186 Koning
van Tjilatjap, De 0386 Korang oewang (zonder geld)
0785 Korporaal van Peeldorp, De 0694 Korte vertellingen
voor de jeugd in Nederl.-Indië 0072 Kortste weg, De
0786 Kranige Hollanders 0309
Titelregister 441

Kris danst, De 1218


Krqjoto's wonderbare reis 1119
Krokodil in het leven van de Posoërs, De 0609
Kroon van Mataram, De 0123
Kruispunt 0715
Kruisvlag in top (I), De 0409
Kruisvlag in top (H), De 0539
Krijgsman en koopman 0148
Krijn Touw, de scheepsjongen van Abel Tasman 0425, 0811
Kijkje in Batavia en omstreken, Een 0042
Kijkje in de Nederlandsche bezittingen in Azië, Afrika en Amerika, Een A001
Kijkjes in een ver land 0258
Kijkjes in onze Oost 0079

Laatste reis van de 'Cap Frio', De 1164


Lambon, het meisje uit de poeri 0711
Land van de neushoomvogel, Het 1211
'Lang leve onze Koningin!'; Oom Marcus blaast de reveille; Blank en bruin
vieren feest 0704
Langs den luchtweg van Amsterdam naar Batavia 0546
Langs eigen wegen 0969 Langs verre kust 0748
Lasso, een verhaal uit de zendingsgeschiedenis 0240
Latifa op de Molukken 1213
Legenden en verhalen uit Zuid-Sumatra naverteld door Pater M. Neilen 0920
Lekkere krummels voor kleine hummels 0192 Lengko, de karbouwenjongen
0999 Lesjes en vertellingen 0038 Leven, de daden en lotgevallen van Jan
Camphuis, gouverneur-generaal van
Neerlands-Indië, Het 0004
Leven en de daden van den doorluchtigen zeeheld J. Psz. Koen, Het 0002 Leven
op den Erckensteijn, Het 0115 Leven van Beraja, Het 1132
Leven van Daan en Boetje op Rumah Tiga, Het 1189
Levens lentetijd, 's 0491 Liar, de wilde 0940 Lichte
nacht, De 0731 Lichtjes in de mist 1059 Lied van de
Kokila, Het 0926 Def en leed uit een meisjesleven
0177 Lief en leed van de Van Doorn's 0354 Liefde
loont 0092 Des en Loek's bakvischtijd 0340 Li'ing,
de kleine Dajak 1026 Liselot 1065
Loda het Soembaneesche weesmeisje 0471
Lodewijk de mensenredder 0936
442 Titelregister

Lodewijk de rattenvanger 0775


Loek doet haar plicht 0860
Loekie's proeftijd 0418
Logeetje uit Indië, Het 0613
Loren§o da Silva 0100
Los van de arakduivel 0855
Losse schetsen over Nederlandsch Oost-Indië 0124
Lotgevallen van Dikkie Duizendpoot, De 0601
Lotgevallen van Djahidin, De 0056
Lotgevallen van een Indisch stuivertje, De 0310
Lotgevallen van Willem Heenvliet 0024
Lousje's kunstreis door Indië 0439
Luchtvaartboek voor de jeugd, Het 0653
Lucie van Hees 0233
Luister uurtjes; Derde deel 0733
Luister... we gaan vertellen! 1040
Luuk's laatste schooljaar 0498

Maanboek, Het 0821


Maand in een drijvend hotel, Een 0843
Maar die vlag verlaten... nooit! 0815
Maarten Wouters' zeereis 0709
Maddy zoekt haar weg 0961
Magda bezint zich 0782
Mamma Inez 0646
Mannen van sta-vast 0057
Marianne's thuisreis 0570
Marianne's verlangen 0749
Marieke en haar vriendje 1044
Marja en het bruine kind 1066
Marijke 0467
Masora 0754
Matabia 1192
Matjan, de tijger 1000
Mei Lan's overwinning 1173
Meiclub uit kampeeren, De 0389
Meisje in de rimboe, Het 0608, 0984
Meisje José, Het 0966
Meisje met de groene mantel, Het 0909
Meisje van de waterval, Het 1163
Meisje van Java, Het 1114
Meisje voor het raam, Het 0879
Meisjes van de H.B.S. 0284
Meisjes van Sparrelaan 33, De 1019
Meisjesdetective, Een 0390
Meisjes-idylle 0714
Meisjes-jaarboek, Het; Tweede jaar 0421
Titelregister 443

Meisjes-jaarboek, Het; Vijfde jaar 0490


Melattikrans 0059
Menko ontmaskert den 'Bonze' 0657
Menno's Indisch prentenboek 0379
Mensen en wilde dieren 0588
Mensen in de pot 1170
Mensen van boven, De 0664
Menseneter van Tjarinti, De 1117
Merkwaardige karakters en belangrijke verhalen uit de geschiedenis des
vaderlands 0023
Merkwaardigste Nederlandsche zeereizen sedert den jare 1594, De 0001 Met
de 'Hollandsch-Diep' op avontuur 0614 Met de K.L.M. naar Indië 0548
Met de 'Madjoe' langs de kust van Nieuw-Guinea 0915
Met de 'Uiver' naar Melbourne 0571 Met de V.O.C, naar
Voor-Indië 0689 Met onze kano naar Indië 0651 Met
Piet Bosman door Nederlandsch Oost-Indië 0805 Met
Roggeveen de wereld om 0238 Met vacantie in de bergen
van West-Java 0617 Met vallen en opstaan 0742 Met
Van Riebeeck naar de Kaap 0696 Met verlof in 't
vaderland 0216 Met verlof naar Holland 0308 Met z'n
drieën en een oom A006 Mia's perikelen in de tropen
0726 Mia van Randwijck 0275 Mickey achter prikkeldraad
0998 Midan de Dajak 0207 Mieke 0618
Mieke van de Rozenlaan 0894 Miep ter
Haar 0419 Miranca's avonturen in de
missie 0977 Misschien? 1017
Moderne bakvischjes 0423 Moeders
schoot 0050
Moeilijk jaar voor de Van Heerdentjes, Een 0345
Monki op Bali 0921 Mooiste beroep, Het 0962 Mop
1008 Morgennevelen 0369 Moslimjongen wordt
predikant, Een 0947 Muiterij op de Bontekoe 1035
Mijn oom Torn 0242 Mijn vertelselboek 0142 Mijn
vriend de pindaman 0884
444 Titelregister

Naar de koningsburcht en andere verhalen 1052


Naar de tropen 1002
Naar het land van de Sangireezen 0348
Naar het verre, koude land 1223
Nachtelijk avontuur, Een 0740
Nannie van Heusde 0563
Nar van Jacatra, Een 0512
Nare varaan, De 1185
Nederlandsch Indië 0051
Nederlandse wereldreizigers 0845
Neefje uit de Oost, Het 0131
Neerlands roem 0047
Neêrland weer vrij 0524
Nel, de ontembare 0218
Nelleke's opvoeding 0764
Nellie's groote vertelselboek 0517
Netteke Dollemans 0516
Nichtje uit de rimboe, Het 0530
Nichtje uit Indië, Het 0791
Niek en Miek uit Indië 0632
Niet bang voor krokodillen 1216
Niet met handen gemaakt 0368
Nieuw begin, Een A012
Nieuw verhaal voor Subandi 1127
Nieuwe Albatros, De 0991
Nieuwe omnibus-boek voor onze kinderen, Het 0648
Nieuwe vaderland, Het 1047
Nieuwe vertellingen en prentjes van Joop 0190
Nieuwe wereld in, Een 0260
Nieuwe woord, Het 1146
Nikkertje 0668
Nina Donker 0213
Noerma 0890
Nonnie 0296
Nonnie Dorsvliet 0273
Nonnie en andere verhalen 0158
Nonnie's proeftijd 0628
Nonnie's tweestrijd 0611
Nuttige Prentenboek, Het 0028

O 16 0825
O, die lastige juf! 0141
Offers 0528
Oleng en Ateng 1104
Olifantennacht, De 0578
Om de kribbe van Bethlehem 1030
Om de Zuid naar de Oost 0770
Titelregister 445

Om den voetbalbeker 0500


Om en bij de kleine anglo 1110
Om het goud in Nieuw-Guinea 0820
Om nooit te vergeten! A010
Omnibus voor de jeugd 0899
Onafscheidelijken, De 0248
Onder alle heidenen uw heil A011
Onder de Dayakkers 0144
Onder de koppensnellers van Borneo 0291
Onder de Papoea's 0717
Onder de tropenzon 0432
Onder de vlag van de Compagnie 1148
Onder de vlag van Jan Pz. Coen 0224
Onder de vliegdennen 0721
Onder en met Papoea's in de prauw en door het bosch 0324
Onder Van Heutsz 0434
Onder vrienden en vijanden 0073
Ondergang van de Batavia, De 1229
Ondergang van 'De Sperwer', De 0838
Onderwijzersgezin in Indië, Een 0584
Ongelogen waar 1194
Ongelukkige tuinjongen, De 0194
Onheil bij Kaap Hoorn 1087
Ons eerste huis 0351
Ons jeugdboek, Deel II 1006
Ons jeugdboek, Deel III 1018
Ontdekkingsreis van Steven Corf, De 1153
Onverwacht wederzien 0383
Onze beroemde mannen, der jeugd ten voorbeeld gesteld 0022
Onze bezittingen in Azië, Afrika en Amerika A001
Onze helden van Lombok 0157
Onze Indische geschiedenis 0769
Oom met vijf neven, Een 0146
Oost te kijk!, De 0087
Oost-Indische bloempjes 0018
Oostersche nichtje, Het 0241
Oostinjevaarders 0888
Op de grote vaart 1005
Op de hoogeschool des levens 0201
Op de kunstijsbaan 0722
Op de reede van Batavia 0081
Op de rotsen geworpen 0359
Op de wandeling 0089
Op de wandeling en bij den haard 0052
Op den achtergrond 0523
Op den baren 0159
Op den daktuin 0484
446 Tüelregister

Op den rand van het nest 0373


Op een koffieland 0186
Op expeditie tegen de Dajaks 0168
Op haar post 0294
Op onze schouders 0886
Op reis door Vier-Koningen-Land 1201
Op reis en thuis 0493
Op reis met den zendeling 0325
Op 't Zuydlandt gestrand 0840
Op vleugels naar Indië 0341
Oranda 1224
Oranjebloesems 0128
Orchidee 0221
Ot en Sien 1168
Otto en Zwart 0117
Oude en nieuwe vertellingen 0388
Oude, wijze kakatoe, De 0862
Over alle grenzen 1150
Over een klein Bataks meisje 0779
Overal op aarde 1208

Pa Oï, die Christus wet vervulde 0504


Paalwormen of pindakaas 1199
Padjangko; een Toradja-'boefje' 0293
Page van de sultane, De 0135
Pak Ibrahim, de blinde van Blondo 0737
Pang Paneu, de Toenonger 0784
Papoea's in de branding 0757
Papoealand 0670
Parade voor Viola 0850
Parasol en klamboe 1125
Passagiers van de blauwe tram, De 0457
Pasundan 1007
Pauli's leerschool 0583
Pauw, De 0496
Pelikaantje, Het 0572
Pension van tante Saar, 't 0244
Perkoetoet mysterie, 't 1055
Permenas' grote reis 1112
Pete Johnson, de jongen uit de wildernis 1027
Peter in het verre land 1177
Petrus Kafïar, de Biaksche evangelist 0247
Philip's loopbaan 0257
Pieter loopt een blauwtje 0552
Pietertje Zwing 0933
Pikoe Matti en andere verhalen 0444
Pim's verjaardag 0456
Titelregister 447

Pimmie's reis met de K.P.M.; Hoe bouwt Amat z'n huisje?; Boe-aja, de rover in
de rivier 0702
Pionier van Sentani, De 0965
Pioniers en Papoea's 0758 Pipper
valt door de aarde 0265 Pit staat
pal 0836 Planten, dieren, mensen
1183 Pleegkinderen, De 0250
Plicht gebood 0590 Pluisje 1060
Polly's gedenkschriften 0179
Porseleinen cupido, De 1166 Prenten-
Magazijn voor de jeugd 0013 Prettige
verhalen 0083
Prinses Morgenster en andere Indische sprookjes 1120
Puck 0300

Raadsel van de rubberplantage, Het 1015


Ramoeni zoekt een school 1071
Ramp op zee 1225
Rare familie, Een 0644
Razende Roeltje A007
Reinout 0202
Reis naar het geluk, De 0777
Reis naar Indië, Een 0495
Reis naar Java, De 0027
Reis van de Zwarte Draeck, De 1230
Reis van schipper Bontekoe en andere verhalen, De 0264
Reis voor de Compagnie, Een 0944
Reisje van Bontekoe en andere verhalen in proza en berijmd, Een 0126
Reizen en lotgevallen van Lodewijk Vermeer in de Nederlandsch Oost-Indische
bezittingen 0014
Reizen en ontdekkingstogten van Abel Jansz. Tasman, van Lutkegast 0019
Reizen naar de Kaap de Goede Hoop, enz. 0003 Reizen van Nederlanders
rondom de wereld 0010 Restje tropenkolder, Een 1049 Rie 0323
Rimboekind, 't 0594 Ring van
zeven, De 1147 Robbedoes 0497
Roekminah 0949 Roeland
Westwout 0665 Roetmop 0329,
0794 Rondom de toren 0900
Roode molen, De 0251 Roode
Paradijsvogel, De 0086
Roofdierjacht op Sumatra 0922
448 Titelregister

Roosjes zonder doornen 0116


Rozeknopjes 0076
Ruby en het konijn 1091
Ruiter van de Compagnie, Een 0101
Rijk en arm 0132

Sadjem, het sloofje uit de waroeng 0505


Sagen, mythen en legenden uit den Oost-Indischen Archipel 0540
Saïdjah en Adinda 1221
Saka, de vluchteling uit Ambon 1096
Salaka 0507
Salo en de rode zeep 1062
Samoea en Ronto 0229
Sandra en Thijs zoeken zelf een broertje 1197
Sanggau diamant, De 0690
Sarina 0452
Samo leert het verkeer 0979, 0980
Schat van de Boroboedoer, De 0620
Schat van den armen jongen, De 0271
Schat van den Javaan, De 0187
Scheepsjongen van 'De Gouden Leeuw', De 0328
Scheepsjongens van Bontekoe, De 0375, 1131
Scheepskat en de koningen van Borr, De 1100
Scheepskat in Japan, De 1113
Scheepsmaat Eric en de boekanier 1154
Schets van de geschiedenis der Nederlanders in den Oost-Indischen Archipel 0025
Schipbreukelingen, De 0094
Schipbreukelingen van de Lucipara en andere hoogst belangrijke zee- en
landavonturen, De 0037 Schouders er
onder, De 0725 Secretaris op de vloot van
Houtman 1129 Sein staat veilig, Het 0755
Sergeant Boest van de X-14 1004 Setengah
mati 1094 Si Ardjoe en zijn buffel 0687 Si
Boeroeng 0817
Si Padi; De geschiedenis van een Battakind op Sumatra 0049 Si
Taloe, de dessajongen 0509 Sia 0069
Siatjoe uit het land van de Digoel 1198
Sidih, een jongen uit de dessa 1161
Sidin en ik 0180 Sidja, een meisje van
Java 1048 Sidja speelt mee 1098
Sinjo, de slimme aap 0550 Sinjo Jan
0814 Sinjo-Juul 0723
Titelregister 449

Sint-Nicolaas 0193
Siti, het waroengmeisje 0641
'Sjééééi' 1140
Slapende vulkaan, De 0967
Slimme kantjil, De 08%
Snoes 0431
Sobat Amat 0518
Soejoeds pinksterfeest 1020
Soendaneesche droom en zijn uitlegging, Een 0506
Soendaneesche hemelling, De 0350
Soetilah 1021
Solé en zijn vriendjes 0488
Sonja 0371
Speurtocht naar vliegende slangen 1204
Spion of pionier 1128
Spookschip der Celebes-Zee, Het 0767
Sporen onder de waringin 0935
Sprekende dieren 0285
Sprookje van de kleine prinses, het arme waschmeisje en de vlinder, Het 0793
Sprookjes en verhalen van Bali 1014
Sprookjes en vertellingen door Nellie 0114
Sprookjes uit Indië 0215
Stad van Coen, De 0472
Stan Tieman van Bosschenhoven 0956
Stekjes 0065
Stem in het bosch, De 0449
Sterke Jo 0663
Stille nacht 0897
Stille nacht, heilige nacht 0675
Storm over Toba 0734
Stormvogel van Edam, De 1107
Stormvogeltje 0428
Straat Soenda 0679
Strooi-avonden 0048
Stuur in handen, 't 0615
Stuurman Aart 0898
Sultanskind, Het 0605
Sumatraansche olifanten-geschiedenis en andere verhalen, Een 0554
Suwarto en de toverstokjes 1106

't Was maar een kleine nietsnut 0954


Tabai, de blinde Papoea-jongen 0370
Tafereel van Oost-Indië, voor jonge lieden van beiderlei kunne 0007
Tafereelen uit de geschiedenis der zending voor school en huisgezin 0046
Tafereelen uit het leven van belangrijke Nederlandsche mannen van vroegeren en
lateren tijd 0011 Tafereelen van de zee in verhalen van schipbreuken,
reizen en lotgevallen van
450 Titelregister

beroemde personen 0021 Talisman, De;


Arme Isah 0556 Tante Doortje's erfenis
0299 Tante Geertruida 0039 Tante Noep
0405 Tante Stanny 0211 Tante van het
duinveld, De 0228 Tarakanner tegen wil en
dank 0635 Te land en ter zee 0096 Tehuis
voor meisjes 0688 Tekko en de witte man
1122 Tekko in het vreemde dorp 1134
Tekko komt terug 1137 Tempelwachter van
Plamboen, De 0727 Terug in het vaderland
0930 Terugkeer van X, De 0790 Testament
van Sachidananda, Het 0880 Thomas de
Blinde 0061 Thuisvaart 0869 Tiliauw, de
Sawia 0585 Timon en Matjan 0382
Timon's avontuurlijke vliegtochten 0448
Timor, Sumatra en Borneo's Westkust 0044
Tineke 0307
Tineke van het postkantoor 0950
Tini en Tomi 1123 Tinker's
vrienden 0638 Tjoebek in het
Tijgerbos 1135 Tjoklat sagen
0676 Toch naar Holland 0391
Toch op 'Veldzicht' 0342 Tocht
met hindernissen, Een 0063
Tochtgenoten 1124 Toea Boba
0508
Toen de Amboneesjes kwamen 0986 Toen Go
bij oom en tante was 0744 Toen moeder weg
was... 0262 Toetie Roetmop 0303 Toetie's
avonturen en Mariëtta 0170 Toetie's moeilijke
eerste jaar 1086 Toevallige gelijkenis, Een
1179 Toewale en de mensen en dieren op aarde
1184 Toewan Tijger 0625 Tom 0149
Tombo, het Soendaneesje 0289 Ton en Kees op 'n
sleepboot naar Singapore 0417 Toon en andere verhalen
voor kinderen van 6-7 jaar 0478
Titelregister 451

Toontje Poland onder de tropenzon 1167


Tooverspiegel en andere verhalen, De 0163
Tot de einden der aarde 1058
Tot ziens, Achmad 1102
Toverdoos van Ambe'Roeroe, De 1095
Towasi, het slaatje 0863
Troeno Djojo 0154
Trompetter van Admiraal Spilbergh, De 0091
Tropenkindjes 0762
Trossen los!, De 0347
Tuan Glou 1077
Tusschen de vijftien en achttien 0374
Tusschen kannibalen en kokospalmen 0544
Tusschen licht en donker 0435
Tussen sawahs en bergen 0642
Twaalf Soendaneesche en Javaansche sprookjes aan Hollandsche kinderen naverteld
door B. Alkema 0315 Twaalf
tropenstrips 0925 Twee Adri's 0458
Twee echte jongens 0408 Twee
Hollanders in het oerwoud 0621 Twee
Hollandsche jongens op reis 0232 Twee
Indische meisjes 0870 Twee jaar op den
Rozenhof 0150 Twee kleine meisjes in
Holland 0686 Twee musketiers, De
0095 Twee pleegzusjes A004
Twee rijstaren en andere verhalen voor kinderen van 6-8 jaar, De 0397
Twee Tadema-kinderen op Java 0828 Twee vrienden 0235 Twee
vriendinnen 0231 Twee vrinden 0204 Twee zusjes 0178 Twee zusjes
in het oerwoud 1187 Tweeling van de plantage, De 1075 Tweelingen,
De 0196 Tijger-eiland 0859 Tijger van Kloemboeng, De 0655

Udo's eerste kostschooljaar 0753


Uit alle streken 0964
Uit het sagenland 0887
Uit hoge hemel 0982
Uit kinderhand voor kinderland 1010
Uit nood en dood gered 0205
Uit ons heldentijdperk 0234
Uit polder- en zonneland 0398
452 Titelregister

Uit verlies winst 0255


Uit zonneland 0195
Uitstapje in Samarang en omstreken, Een 0043
Uiver, Frits Ruyver en een nikkelen stuiver, De 0574
Ursula trouwt in Singapore 0882

Vacantie herinneringen uit Java's binnenlanden 0188


Vacantie in de Bovenlanden 0990
Vacantie-avonturen op Goenoeng Tiga 0730
Vacantie-reisje van een Hollandschen jongen naar Java, Een 0226
'Vader!... Komt toch!' 1009
Vaders held 0639
Vakantie op de Molukken, Een 1212
Vallei der spinnen, De 0841
Van binnen uit 0680
Van blond en bruin 0222
Van broertjes en zusjes uit verre landen 0424
Van de reis mee thuisgebracht 0203
Van dichtbij en verre 0172
Van doorbrekend licht 0355
Van drie vrienden en een koningin 0692
Van een Ceramschen jongen 0290
Van een kleinen Papoea 0269
Van een Papoesch slavenkind 0346
Van een schooljongen in Batakland 0559
Van Jacatra tot Batavia 0208
Van Java naar Borneo en andere reis- en jagtavonturen voor de jeugd 0035
Van kleine Papoeas 0492
Van land tot land 1109, 1121
Van land tot land... van kind tot kind... 1054
Van Mary Jones tot Kruiden Maria 1228
Van schoolbank tot schietstoel 1063
Van slaaf tot evangelist: 'Petrus Kafiar' 0272
Van strijd en overwinning 0270
Van twee grote klokken in een ver land 1032
Van twee Indische meisjes 0403
Van varen en vechten 1067
Van ver klinkt de tifa 1200
Van verschillende stam 0849
Van weesjongen tot gouverneur-generaal 0567
Van zeebloem en meermin 0750
Van zeeroover tot christen 0320
Varen voor de zending 0352
Varend vaderland 0827
Veertien man in een boot 0747
Ver van elkander 0992
Ver van huis A003
Titelregister 453

Verbannen prins, De 0586


Verborgenheden van Tirtyassa, De 0136
Verdwaalde bal, De 0316
Verhaal van een ouden koning, Het 0579
Verhaal van Nieuw-Guinea, Het 1011
Verhaal voor Subandi 1118
Verhalen over Indië voor Nederlandsche jongens en meisjes 0292
Verlaten kampong, De 0587
Verlaten op eenzame kusten 0797
Vermaarde Nederlanders, geschetst voor de jeugd 0041
Verovering van Jacatra, De 0102
Verovering van Venus, De 0837
Verraad van den soesoehoenan, Het 0140
Verre landen en vreemde volken 0174
Verschoppelingetje 0576
Vertel eens wat 0107
Vertellingen 0040
Vertellingen van eenen vader aan zijne kinderen, over de Oost-Indien 0012
Vertellingen voor kerstfeest en pasen 0669
Vertelsel van den tijger en de ton, Het 0125
Victoria vaart over 1116
Vier maanden onder de Jappen op Java en mijn ontsnapping 0818
Vierde Mulo, De 0831
Villa 'Flora', het spookhuisje 0433
Vliegtuig in de rimboe, Het 0658
Voedsel voor verstand en hart 0009
Voetbalclub 'Volharding', De 0480
Vogelvrij verklaard 1205
Volksverhalen uit Oost-Indië (sprookjes en fabels) 0392
Vondeling in Papoealand, Een 0806
Voor de wind rond de wereld 1083
Vóór den grooten mast 0162
Voor moeder 0120
Voor onze kleinen in Indië A002
Voor oog en hart 0118
Vooruitgestuurd 0245
Vrede op aarde 0334
Vriendelijke koopman en andere verhalen, De 0082
Vriendinnetjes 0266
Vriendschap - dankbaarheid 0183
Vriendschap van Bertha en Beata, De 0314
Vroolijke Frans door de Gebr. Grimm en andere verhalen uit Oost en West en
eigen land voor kinderen van zeven tot tien jaar 0479
Vrij en blij 0338 Vulkanen op Java, De 0948 Vuren op
de bergen 0842 Vuur onder de golven 1108
454 Titelregister

Vuurbal, De 0858
Vuurberg, De 0907
Vuurtje op de berghelling, Het 0981
Vijf rovers en een rovershol 0776
Vijftig jaar bij gevaarlijk bergvolk 1157

Waar blijft Pa Sidin? 1085


Waar de wind mij drijft... 1057
Waar het bamboe ruischt 0712
Waar kris en klewang dreigden 0637
Waar vulkanen de wacht houden 1178
Waarheen? 0110
Waikri, een jongetje van Nieuw-Guinea 1088
Waikri's jachtavontuur 1089
Wajang in Gods handen, Een 0829
Wajangpop, De 0741
Wambo, de jonge Papoea 1068
Wambo, de zwarte zwerver 1069
Wambo vindt het geluk 1070
Wapenbroeders, De 0560
Wardjo's grote plan 0989
Wari van de Koeboes 0912
Wat Dahlia kreeg 1074
Wat de heilige kris vertelde 0287
Wat dokter Slamet vertelt 0985
Wat een wereld 1158
Wat Herman en Louis van onze Oost vertelden 0080
Wat Oeli hoorde vertellen 0872
We slaan er ons door 0719
We zijn niet bang 1093
Weezen van Vlissingen, De 0031
Weggeloopen 0481
Weggeworpen toversnoer, Het 0955
Wegwijzer, De 0803
Welkom thuis, Hermelijn 1024
Wereld die wij veroveren moeten, De 0713
Wereld draait om Jessie, De 0636
Wereld van wit en groen, Een 0766
Wereldreis van Freddy van Zanden, De 0808
West-Nieuw-Guinee 0281
Widijawati, het Javaanse meisjes 0861
Wie leest wordt wijs 0305
Wie luistert en kijkt mee? 0781
Wies Ongeluk 0256
Wilde Jo 0282
Wildebrassen 0501
Wildernis in, De 0743
Titelregister 455

Wildzang, 'n 0344


Willem 0468
Willem IJsbrandsz. Bontekoe 0006
Wim Terhorst en zijn vriend Sarip 0819
Windroos, De 0756
Winter achter het hoge duin, Een 0971
Winteravondvertellingen 0267
Winterbloemen 0372
Witte geest van de Boroboedoer, De 0918
Witte Papoea, De 1133
Witte slang, De 0972
Wolken en zon 0580
Wonderlijke reizen van Meelmuts en Roetkop, De 0378
Wongo's offer 0661
Worstelstrijd in de Vorstenlanden, De 0097
Woudloper van Sumatra, De 0976
Woudlopers in Papoealand 1064
Wraak in Batakland 0929
Wraak van den Javaan, De 0718
Wraak van Stalen Hand, De 0732
Wrak onder water 1152
Wrak van Palmeneiland, Het 1031
Wij kijken omhoog 0624

Zarco de zeevaarder 1103


Zeerooversjongetje, Het 0333
Zendingsarbeid 0321 Zendingsklok, De
0295 Zendingsvriendinnen, De 0685
Zes jaar en zes maanden 1193
Zevenster, De 0151 Zieltjes zonder zorg
0420 Zilveren lepel, De 0911 Zilveren
vogel, De 0666 Zilvervosje 0903 Zo
komt het dat... 1191 Zoete meisjes en
een tijger 1217 Zomer op Heidehoeve,
Een 0765 Zon, zee... en zeilen 0760
Zonnebloem 0415 Zonneboek, Het
0822 Zonneglans in schaduwland 0426
Zonnekind 0406, 0477 Zonneschijn en
andere verhalen 0427 Zonnetje van
binnen, Het 0106 Zoon van de Witte
Olifant, De 0902 Zusjes Breesma, De
0306
456 Titelregister

Zusjes van de Berkenhoeve, De 0217


Zuster Nonnie 0652
Zwarte jager, De 0054
Zwarte kaperschip, Het 0573
Zwarte Portugees en zijne toepassing van de wereldenergie, De 0311
Zwarte zand van Palé, Het 0798
Zwarte zeerover, De 0630
Zwervertje 0356
Zijden hemdje en andere vertellingen, Het 0302
Trefwoordenregister

Aanpassingsproblemen 0684, 0726, 0804 0202, 0273, 0301, 0318, 0434, 0480,
Aardbevingen 0042, 0051, 0053, 0195, 0637, 0672, 0694, 0784, 0857
0252, 0702, 0723, 0805, 0826, 0949, Atjeh-oorlog 0059, 0060, 0110, 0115,
1172, 1176 0142, 0149, 0152, 0156, 0160, 0162,
Adat zie Cultuur 0171, 0175, 0181, 0182, 0197, 0202,
Adriani, N. 0229, 0277, 0288, 0413, 0508, 0213, 0220, 0267, 0276, 0285, 0331,
0988, 1228, A011 0377, 0416, 0423, 0434, 0447, 0637,
Adriani-Gunning, M.L. 0229, 0413 0672, 0692, 0694, 0759, 0784, 0946
Ageng, 2e Sultan van Bantam (1651-1682) Australië 0249, 0604
0135, 0136, 0140 Australisch Nieuw-Guinea 1027
Agoeng, Sultan van Mataram 0101, 0102,
0189, 0208, 0224 Baam 0440, 0534, 0618
Alcohol 0069, 0081, 0104, 0120, 0172, Baboes 0050, 0052, 0063, 0066, 0069,
0249, 0258, 0272, 0681, 0746, 0836, 0099, 0103, 0106, 0116, 0133, 0150,
0927, 1052 0190, 0211, 0221, 0223, 0241, 0243,
Amangkoerat II, Soesoehoenan van Mata- 0245, 0252, 0259, 0261, 0264, 0273,
ram 0123, 0140, 0154 0276, 0283, 0286, 0300, 0304, 0312,
Ambon 0005, 0007, 0037, 0252, 0560, 0329, 0330, 0357, 0374, 0377, 0379,
0704, 0805, 0877, 0975, 1189, 1213, 0381, 0393, 0403, 0404, 0421, 0422,
A001 0427, 0433, 0440, 0444, 0446, 0454,
Amok 0060, 0096, 0104 0491, 0519, 0520, 0530, 0532, 0552,
Amsterdam 0027, 0185, 0191, 0201, 0239, 0556, 0575, 0598, 0636, 0644, 0656,
[0244], 0282, 0299, 0303, 0354, 0358, 0716, 0909, 0973, 0982, 1102, 1110,
0390, 0434, 0439, 0491, 0555, 0569, 0591, 1217, 1227
0599, 0649, 0652, 0688, 0694, 0771, 0791, Bali 0007, 0013, 0221, 0364, 0473, 0560,
0869, 0883, 0909, 0979, 0980, 1223 0660, 0691, 0711, 0878, 0921, 0994, 1043,
Apen 0063, 0109, 0118, 0382, 0393, 0422, 1135, 1155, 1175, 1176, 1185, 1202
0448, 0455, 0508, 0534, 0536, 0550, 0588, Bali-expeditie (1849) 0024, 0055, 0182
0599, 0602, 0771, 0800, 0817, 0839, Banda 0005, 0007, 0221, 1036, 1156
0921, 0971 Bandjermasin 0144, 0662, 0928, 0989,
Arabieren 0136, 0202, 0641, 0687 1077
Artsenmilieu 0276, 0300, 0308, 0335, Bandjermassinsche Krijg (1859) 0168,
0357, 0395, 0446, 0462, 0500, 0558, 0182
0561, 0619, 0719, 0764, 0893, 0907, Bandjirs 0596, 0599, 0648, 0681, 0703,
0926, 0930, 0961 0886, 1003, 1026, 1109, 1127, 1162, 1173
Asselt, G. van 0036, 0049 Bandoeng 0393, 0411, 0414, 0440, 0452,
Atjeh 0144, 0152, 0164, 0172, 0175, 0182, 0453, 0513, 0548, 0551, 0619, 0641, 0642,
0646, 0660, 0684, 0686, 0711,
458 Trefwoordenregister

0712, 0728, 0801, 0805, 0810, 0834, Bestuur, inheems 0226, 0229, 0237, 0247,
0854, 0880, 0886, 0965, 1022 0252, 0258, 0269, 0271, 0272, 0287,
Banggai 0240, 0333 0310, 0333, 0360, 0377, 0534, 0560,
Bantam, Ie Sultan van zie Kadir, Abdoel 0566, 0578, 0586, 0605, 0672, 0691,
Barentsz., Willem 0234 0695, 0710, 0723, 0731, 0732, 0778,
Bataklanden 0537, 0558, 0578, 0639, 0792, 0798, 0846, 0863, 0870, 0871,
0695, 0706, 0707, 0708, 0734, 0748, 0898, 0996, 0997, 1052, 1110, 1137,
0901, 0902, 0908, 0934, 0976, 1078, 1157 1144, 1145, 1146, 1151, 1167, 1174,
Batavia (Djakarta) 0004, 0005, 0007, 1204, 1216, 1231
0008, 0012, 0013, 0027, 0039, 0042, Bestuur, Nederlands 0049, 0054, 0119,
0051, 0054, 0056, 0062, 0071, 0074, 0126, 0133, 0134, 0182, 0187, 0209,
0081, 00%, 0097, 0104, 0112, 0117, 0221, 0237, 0246, 0263, 0271, 0360,
0120, 0128, 0135, 0145, 0168, 0192, 0437, 0440, 0494, 0509, 0526, 0552,
0202, 0207, 0208, 0242, 0250, 0263, 0596, 0598, 0621, 0654, 0669, 0681,
0279, 0303, 0308, 0314, 0341, 0342, 0691, 0702, 0703, 0704, 0711, 0717,
0343, 0345, 0348, 0354, 0358, 0367, 0728, 0754, 0783, 0798, 0854, 0909,
0375, 0405, 0416, 0421, 0437, 0444, 0965, 1010, 1080, 1153, 1154, 1199,
0452, 0454, 0457, 0472, 0548, 0549, A001
0551, 0552, 0555, 0563, 0570, 0591, Bevolkingsgroepen Alfoeren 0062, 0134,
0598, 0599, 0600, 0617, 0618, 0624, 0290, 0322, 0333,
0629, 0634, 0651, 0652, 0653, 0658, 0355, 0728, 0754, 0875, 0877, 0908
0659, 0660, 0661, 0673, 0691, 0715, Ambonezen 0136, 0153, 0154, 0160,
0728, 0731, 0763, 0770, 0818, 0819, 0376, 0717, 0877, 0975, 0986, 1189, 1213
0864, 0870, 0875, 0880, 0895, 0964, Atjehers 0113, 0152, 0172, 0202, 0377,
1005, 1083, 1150, 1155, 1158, 1167, 0480, 0577, 0580, 0637, 0784, 0857
1193, A001 Baliërs 0140, 0164, 0711, 0878, 0921,
Batavia, De 0122, 1229 0994, 1043, 1135, 1155, 1175, 1176
Bedienden 0007, 0014, 0027, 0044, 0049, Bataks 0036, 0537, 0578, 0579, 0589,
0054, 0059, 0065, 0071, 0076, 0133, 0695, 0708, 0734, 0748, 0779, 0901,
0134, 0137, 0153, 0154, 0155, 0156, 0902, 0908, 0976, 1174, A011
0164, 0179, 0194, 0195, 0198, 0207, Boeginezen 0153, 0271, 0798 Borneo-
0209, 0212, 0243, 0246, 0261, 0279, bewoners 0207, 0291, 0812 Celebes-
0283, 0291, 0292, 0297, 0310, 0335, bewoners 0365, 0675, 0756,
0345, 0367, 0381, 0384, 0393, 0421, 0988, 0999, 1090, 1095, 1099, 1178
0422, 0435, 0454, 0462, 0477, 0478, Ceram -bewoners 0290 Dajaks 0207,
0480, 0500, 0509, 0518, 0537, 0549, 0291, 0309, 0354, 0666, 0690, 0699,
0551, 0553, 0598, 0599, 0617, 0618, 0724, 0732, 0788, 0799, 0820, 0839,
0641, 0642, 0652, 0654, 0661, 0678, 0889, 0913, 0928, 0939, 0960, 0991,
0687, 0690, 0717, 0721, 0723, 0730, 1026, 1050, 1077, 1163, 1211
0745, 0774, 0776, 0778, 0819, 0836, Javanen 0005, 0026, 0027, 0029, 0030,
0850, 0851, 0856, 0880, 0883, 0918, 0032, 0033, 0067, 0069, 0079, 0080,
1102, 1118, 1127 0101, 0114, 0127, 0133, 0136, 0143,
Bekker, Frederik 0046 0155, 0164, 0166, 0179, 0180, 0184,
Berg, J.R. van den A001 0186, 0187, 0188, 0189, 0199, 0200,
Bereiaptijd (1945-1946) 0853, 0869, 0880, 0208, 0212, 0224, 0226, 0236, 0254,
0886, 0897, 0964, 0969, 0998, 1034,
1081, 1094, 1204, 1218
Trefwoordenregister 45
9

0286, 0310, 0337, 0360, 0375, 0414, Timorezen 0008, 0311, 0813 Toradja's
0452, 0454, 0462, 0470, 0509, 0529, 0229, 0366, 0508, 0557, 0609, 0760,
0538, 0556, 0577, 0587, 0598, 0599, 0908, 0999, 1040, 1130, 1208, 1228,
0605, 0627, 0631, 0641, 0642, 0648, A011
0683, 0687, 0693, 0694, 0697, 0723, Bligh, William 0159
0727, 0737, 0741, 0745, 0772, 0778, Boereksa, Toemenggoeng 0101, 0189
0783, 0817, 0834, 0846, 0851, 0852, Bonnet, Rudolf 1014
0861, 0870, 0875, 0880, 0883, 0885, Bontekoe, Willem IJsbrandszoon 0001,
0890, 0892, 0895, 0908, 0918, 0937, 0006, 0020, 0021, 0047, 0094, 0121,
0949, 0952, 0953, 0963, 0964, 0967, 0173, 0205, 0679, 0888, 0919, 0944,
0977, 0981, 0989, 0995, 1003, 1021, 0945, 1131, 1141
1022, 1045, 1048, 1052, 1054, 1058, Borneo 0007, 0013, 0024, 0044, 0051,
1071, 1085, 1098, 1101, 1106, 1109, 0126, 0143, 0144, 0168, 0354, 0422,
1118, 1127, 1135, 1150, 1158, 1161, 0561, 0565, 0569, 0591, 0666, 0690,
1162, 1163, 1167, 1180, 1209, 1216, 0724, 0732, 0788, 0799, 0839, 0841,
1228, A002 0889, 0913, 0939, 0960, 1026, 1050,
Koeboes 0783, 0871, 0912, 0991 1163, 1211, 1227
Madoerezen 0123, 0184 Borneo (Brits) 0063
Makassaren 0123, 0135, 0153, 0812, Boroboedoer 0551, 0620, 0629, 0918
0839, 0849, 1177 Borst, L. 0230
Maleiers 0207, 0291 Bosbouw 0317, 0639, 0656, 0662, 0783,
Mardijkers 0224 0940, A008
Mestiezen (zwarte Portugezen) 0311 Bosch, Johannes van den 0054
Molukkers 0702, 1052, 1181, 1226 Both, Pieter 0001
Papoea's 0062, 0086, 0134, 0269, 0322, Broecke, Pieter van den 0011, 0102
0324, 0359, 0362, 0370, 0402, 0424, Brug, O. van der 0200
0492, 0585, 0621, 0645, 0656, 0658, Buitenzorg (Bogor) 0411, 0551, 0781
0670, 0675, 0682, 0697, 0699, 0717,
0731, 0735, 0739, 0745, 0748, 0757, Caeff, W. 0135
0758, 0790, 0806, 0832, 0891, 0906, Caerden, Paulus van 0001
0915, 0927, 0932, 0934, 0959, 0963, Camphuis, Joannes 0004, 0047, 0121
0965, 0972, 1004, 1011, 1017, 1027, Carstensz, Jan 1148
1029, 1030, 1031, 1039, 1041, 1051, Celebes 0007, 0013, 0236, 0237, 0271,
1053, 1061, 1062, 1064, 1068, 1069, 0330, 0352, 0364, 0365, 0442, 0798,
1070, 1080, 1082, 1084, 1088, 1089, 0849, 0907, 0988, 0999, 1081, 1090,
1109, 1112, 1119, 1121, 1122, 1123, 1095, 1099, 1177, 1178, A011
1132, 1133, 1134, 1137, 1140, 1144, Ceram 0134, 0355, 0875, 0877, 0908,
1145, 1146, 1151, 1158, 1169, 1170, 1194
1172, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199, Chalmers, James 0130, 1052
1201, 1205, 1206, 1215, A014 Chinezen 0007, 0008, 0030, 0056, 0063,
Soembanezen 0471, 0482, 0863, 0953, 0096, 0104, 0133, 0143, 0144, 0147,
0955, 0996, 0997, 1052 0155, 0168, 0186, 0187, 0188, 0189,
Soendanezen 0056, 0236, 0325, 0361, 0192, 0199, 0200, 0207, 0258, 0298,
0426, 0710, 0748, 0870 0310, 0348, 0375, 0414, 0422, 0426,
Sumatranen 0375, 0518, 0610, 0736, 0534, 0554, 0585, 0599, 0610, 0619,
0792, 0826, 1117 0627, 0654, 0656, 0657, 0658, 0659,
Ternatanen 0346, 0907 0661, 0687, 0690, 0693, 0697, 0711,
460 Trefwoordenregister

0717, 0728, 0748, 0778, 0788, 0792, 0429, 0621, 0645, 0670, 0675, 0682,
0810, 0817, 0839, 0855, 0859, 0864, 0731, 0735, 0745, 0748, 0757, 0758,
0883, 0892, 0951, 0964, 0977, 1031, 0806, 0832, 0927, 0934, 0959, 0963,
1127, 1143, 1155, 1173, A002 deerens, 1011, 1029, 1030, 1039, 1068, 1080,
J.B. 0097 Coen, Jan Pieterszoon 0002, 1082, 1084, 1088, 1089, 1109, 1112,
0006, 0012, 1122, 1132, 1134, 1137, 1140, 1144,
0022, 0031, 0041, 0047, 0057, 0102, 1145, 1146, 1149, 1151, 1170, 1172,
0121, 0208, 0224, 0234, 0512, 0630, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199, 1201,
0671, 0746, 0911, 0945, 0987, 1033 1206, 1215, A011, AOW
Coolsma, S. 0176 Cordes, Simon Pagorra 0271
de 1093 Corf, Steven 1153 Soemba 0471, 0953, 0955, 0996, 1052,
Couper, Jac. 0140, 0154 Cultuur A013
Atjeh 0672, 0784 Soendalanden 0253, 0289, 0361, 0404
Bali 0711, 0868, 0921, 0994, 1014, Sumatra 0364, 0441, 0920, 1117
1041, 1155, 1175, 1176, 1202 Timor 0008, 0526, 0813
Batak 0049, 0522, 0537, 0589, 0695, Toradja 0229, 0366, 0411, 0508, 0609,
0734, 0748, 0779, 1174 0629, 0999, 1130, 1228
Boeginezen 0237, 0271, 0798
Borneo 0380, 0868 Dale, Thomas 0102
Celebes (algemeen) 0258, 0364, 0849, Dankaerts, Sebastiaan 0189
0868, 0988, 0999, 1099, 1177 Delft 0119, 0314, 0347
Deli 0285, 0415, 0588, 0949
Ceram 0290, 1191
Dias, Bartholomeus 1103
Dajaks 0666, 0724, 0732, 0799, 0913,
Diemen, Anthony van 0019, 0041, 0560
0939, 1026
Diemen, Theodoor van 1136
Halmahera 0508, 0868
Dierenverhalen 0028, 0034, 0035, 0066,
Java 0005, 0007, 0009, 0012, 0026,
0109, 0111, 0125, 0164, 0165, 0179,
0027, 0029, 0030, 0032, 0033, 0096, 0235, 0285, 0302, 0318, 0382, 0384,
0127, 0155, 0164, 0180, 0184, 0187, 0399, 0445, 0448, 0532, 0538, 0550,
0189, 0212, 0215, 0223, 0261, 0266, 0553, 0554, 0564, 0588, 0601, 0602,
0286, 0287, 0297, 0310, 0360, 0364, 0636, 0703, 0775, 0800, 0806, 0823,
0375, 0380, 0385, 0404, 0411, 0414, 0830, 0910, 1000, 1184
0421, 0422, 0426, 0432, 0540, 0587, Diponegoro, Prins 0007, 0012, 0097,
0595, 0598, 0610, 0631, 0680, 0687, 1167
0693, 0694, 0698, 0727, 0741, 0817, Discriminatie en vooroordelen 0050,
0846, 0851, 0861, 0868, 0870, 0883, 0052, 0069, 0071, 0103, 0133, 0155,
0885, 0925, 0926, 0937, 0941, 0967, 0163, 0184, 0185, 0196, 0198, 0212,
0995, 1003, 1008, 1021, 1045, 1048, 0223, 0241, 0244, 0263, 0266, 0278,
1098, 1106, 1118, 1120, 1127, 1159, 0283, 0286, 0303, 0312, 0317, 0329,
1216, 1218 0369, 0374, 0414, 0421, 0422, 0428,
Kei-eilanden 0380 0440, 0451, 0454, 0458, 0462, 0463,
Madoera 0868 0474, 0500, 0503, 0507, 0518, 0527,
Molukken 0364, 0702, 0704, 0754, 0530, 0533, 0599, 0608, 0668, 0688,
1181, 1183, 1184, 1213, 1226 0722, 0723, 0753, 0771, 0794, 0809,
Nias 0295 0869, 0886, 0950, 0963, 0968, 1037,
Papoea's 0247, 0249, 0269, 0272, 0402, 1047, 1081, 1083, 1097, 1223, A007
Djajadiningrat, Raden Mas Hoessein
Trefwoordenregister 46
1

0252
Djokjakarta 0226, 0360, 0414, 0448, 0773 0774 0775 0776 0778 0787
0519, 0520, 0551, 0584, 0727, 0768, , , , , , ,
0870, 1158 0788 0801 0804 0805 0810 0815
Dobbelen, kaartspelen 0069, 0258, 0272, , , , , , ,
0337, 0509, 0599, 0659, 0681, 0748, 0818 0819 0820 0826 0828 0829
0836, 0875, 0927 , , , , , ,
Doekoen 0166, 0194, 0266, 0375, 0507, 0834 0839 0842 0848 0850 0851
0529, 0537, 0578, 0655, 0661, 0666, , , , , , ,
0675, 0687, 0697, 0728, 0732, 0737, 0854 0864 0866 0870 0874 0880
0748, 0779, 0806, 0813, 0817, 0832, , , , , , ,
0902, 0913, 0927, 0934, 0953, 0955, 0882 0939 0951
0959, 0999, 1029, 1039, 1048, 1068, ,
1070, 1080, 1098, 1106, 1122, 1134, 0978
1137, 1145, 1173, 1174, 1182, 1187, ,
1188, 1206, 1216, A011 1015,
Doorman, Karel 1025 1094,
Dornsaft, J. 0155 1142,
Duitse bezetting van Nederland 0662, A002
0773, 0785, 0853, 0866, 0915, 0969,
0990, 1012, 1024, 1075 Flores 0550 Poster
Duymaer van Twist, A.J. 0025 Parents Plan 1197, 1209, 1216
Dijkstra, A. 0199
Galesoeng, Prins Kraeng 0153
Economische malaise 0419, 0480, 0519, Geissler, J.G. 0739
0527, 0541, 0547, 0552, 0555, 0562, Gerrits, Pieter 1128, 1129
0563, 0575, 0581, 0590, 0594, 0618, Goena-goena 0229, 0266, 0350, 0721,
0641, 0644, 0651, 0667, 0673, 0697, 0745, 1121, 1218
0712, 0719, 0722, 0726, 0731, 0738, Goens, Rijcklof van 0567, 0689
0765, 0768, 0782, 0792, 0874, 0895, Goudkust 0054, A001
0978, 0983, 1110 Gouverneurs/gouvernantes 0091, 0113,
Este, Willem Adriaan van 0159 0119, 0142, 0158, 0250, 0264, 0273,
Europeanen 0005, 0007, 0012, 0013, 0296, 0304, 0332, 0449, 0690, 0870
0026, 0027, Graaff, Nicolaus de 0795, 0844
0062, 0067, 0082, 0114,
0188, 0189, 's-Gravenhage 0075, 0103, 0141, 0150,
0192, 0194, 0195, 0292,
0308, 0360, 0158, 0211, 0227, 0228, 0245, 0248,
0367, 0369, 0381, 0384,
0388, 0404, 0252, 0259, 0262, 0273, 0283, 0286,
0414, 0416, 0421, 0422,
0432, 0436,
0439, 0446, 0478, 0496, 0300, 0314, 0330, 0332, 0341, 0369,
0518, 0520,
0390, 0401, 0427, 0437, 0444, 0454,
0525, 0541, 0521, 0522, 0523, 0524,
0457, 0484, 0489, 0494, 0511, 0530,
0583, 0606, 0545, 0562, 0564, 0582,
0534, 0561, 0576, 0591, 0628, 0652,
0642, 0643, 0607, 0615, 0619, 0631,
0656, 0657, 0658, 0668, 0672, 0673,
0657, 0658, 0646, 0651, 0654, 0656,
0688, 0714, 0716, 0719, 0722, 0726,
0678, 0681, 0661, 0662, 0673, 0674,
0749, 0782, 1160, 1223
0704, 0706, 0684, 0690, 0697, 0702,
0716, 0721, 0707, 0712, 0713, 0715,
0745, 0749, 0726, 0728, 0730, 0738, Haarlem 0651, 0956 Hadji, Sultan van
0760, 0763, 0765, 0768, Bantam 0135, 0136 Hagenbeck, G.
0285 Haghen, Steven van der 0993
Halmahera 0320, 0585, 0728 Ham,
P.P.H. van 0322 Handschoentjes 0314,
0530, 0581 Harderwijk, Koloniaal
Werfdepot 0149,
0160, 0181, 0692 Hasselt,
F.J.F, van 0963
462 Trefwoordenregister

Hasselt, J.L. van 0046, 0247, 0272, 0402, Huisonderwijs 0027, 0092, 0112, 0158,
A011 0170, 0250, 0296, 0330, 0449, 0594,
Heemskerck, Jacob van 0001, 0191, 0234 0663, 0690, 0824, 0836, 0909, 0983
Heremiet, Jacob (Jacques l'Hermite) Hurdt, Anthonio 0123
0001, 0010
Heutsz, J.B. van 0434, 0637, 0759 Indo-Europeanen 0073, 0076, 0266,
Heijden, Karel van der 0121, 0182 0356, 0369, 0405, 0414, 0422, 0427,
Hindoeïsme 0364, 0460, 0693, 0727, 0454, 0608, 0712, 0723, 0745, 0778,
0730, 0921, 1222 0828, 0834, 0854, 0870, 0877, 0886,
Historische verhalen (algemeen) Ned.- 1110, 1142, 1163, 1164, 1179, 1192
Indië/VOC 0015, 0016, 0017, 0019, Indonesische Revolutie (1945-1949)
0020, 0021, 0022, 0023, 0025, 0028, 0886, 0957, 0958, 0961, 0963, 0969,
0041, 0047, 0057, 0084, 0094, 0095, 1022, 1083, 1092, 1160, 1228, A012
0100, 0101, 0102, 0112, 0121, 0122, Ingenieursmilieu 0259, 0262, 0265, 0330,
0123, 0124, 0135, 0136, 0140, 0143, 0332, 0349, 0373, 0438, 0459, 0480,
0153, 0154, 0182, 0189, 0191, 0205, 0527, 0577, 0644, 0765, 0792, 0880, 1227
0208, 0234, 0238, 0255, 0309, 0328, Islam 0044, 0108, 0116, 0124, 0127, 0140,
0375, 0425, 0461, 0515, 0567, 0571, 0144, 0154, 0155, 0176, 0182, 0199,
0622, 0630, 0637, 0671, 0679, 0689, 0202, 0207, 0208, 0224, 0253, 0254,
0709, 0746, 0759, 0767, 0769, 0786, 0266, 0270, 0287, 0289, 0350, 0355,
0795, 0802, 0803, 0811, 0816, 0840, 0364, 0403, 0414, 0426, 0441, 0505, 0506,
0842, 0844, 0845, 0857, 0875, 0902, 0518, 0529, 0535, 0556, 0605, 0634, 0642,
0904, 0911, 0919, 0944, 0945, 0987, 0693, 0698, 0727, 0730, 0748, 0784, 0846,
0993, 1028, 1033, 1035, 1087, 1093, 0885, 0920, 0947, 0949, 0972, 0981, 0995,
1107, 1124, 1126, 1128, 1129, 1141, 1148, 1022, 1048, 1118, 1200, 1213
1152, 1153, 1154, 1167, 1229, 1230
Bantam 0135, 0136, 0191, 0208, 0224, Jacht 0034, 0035, 0073, 0086, 0096, 0272,
0234, 0328, 0512, 0630, 0816 Batavia 0290, 0431, 0554, 0585, 0627, 0629, 0650,
0208, 0224, 0234, 0238, 0461, 0681, 0717, 0724, 0736, 0748, 0859, 0877,
0472, 0567, 0630, 0689, 0767, 1033 0922, 0927, 1039, 1089, 1117, 1118, 1144,
Kakappar 0123, 0153, 0154 Kediri 1217 Japan (vóór 1940) 0303, 0572, 0659,
0123, 0153 Mataram 0123 0851, 0877, 0880, 0990 Oorlog met Japan
Nederlanders tegen Engelsen 0011, (1941-1942) 0812, 0815, 0818, 0825,
0031, 0101, 0102, 0128, 0208, 0255, 0847, 0858, 0878, 0903, 0963, 1025, 1050,
0309, 0512, 0630, 0746, 0993 1067, 1094, 1102, 1163, 1166, 1219 Japanse
Nederlanders tegen Portugezen 0084, bezetting 0818, 0835, 0837, 0854, 0880,
0085, 0095, 0102, 0104, 0234, 0689, 0925, 0947, 0974, 1025, 1055, 1060, 1065,
0767, 0802, 0816, 0857, 0904, 0993, 1093, 1072, 1079, 1096, 1109, 1115, 1143, 1150,
1148 Nederlanders tegen Spanjaarden 1163, 1179, 1219, 1227, 1231, A010
0085, Intemeringskampen 0829, 0834, 0839,
0095, 0100, 0102, 0767, 0993, 1148 0853, 0854, 0860, 0869, 0879, 0886, 0894,
Tirtajasa 0135, 0136, 0140 Hoekendijk, 0900, 0903, 0916, 0946, 0966, 0968, 0974,
CJ. 0200 Houtman, Cornelis de 0012, 0983, 1008, 1043, 1057,
0025, 0084, 0085, 0622, 0709, 0802, 0816,
0845, 0857, 0888, 1010, 1129
Trefwoordenregister 46
3

1075, 1083, 1086, 1092, 1094, 1102, Jonker, Kapitein 0153, 0154
1160, 1186, 1193, 1219, 1220, 1227,
1231 Kadir, Abdoel, Ie Sultan van Bantam
Java 0007, 0013, 0014, 0027, 0037, 0042, (1596-1651) 0102, 0208 Kampong-
0048, 0054, 0056, 0074, 0076, 0079, Europeanen 0345, 0608, 0723,
0080, 0114, 0164, 0175, 0191, 0195, 0731, 0851, 1083 Kantjilverhalen 0066,
0203, 0209, 0212, 0216, 0219, 0226, 0375, 0455, 0456,
0232, 0242, 0246, 0250, 0254, 0257, 0610, 0627, 0867, 0896, 0899, 1038,
0262, 0266, 0273, 0276, 0279, 0287, 1127, 1135, 1162, 1165 Kartini, Raden
0296, 0297, 0307, 0303, 0310, 0317, Adjeng 0631, 0851 Kelangin, Mozes
0318, 0337, 0339, 0341, 0347, 0348, A014 Kerstfeest 0069, 0236, 0296, 0308,
0349, 0354, 0356, 0360, 0363, 0364, 0607,
0367, 0368, 0369, 0375, 0378, 0381, 0633, 0642, 0675, 0686, 0745, 0864,
0388, 0393, 0396, 0398, 0399, 0403, 0879, 0971, 0981, 0982, 0989, 1109,
0409, 0410, 0411, 0414, 0420, 0422, 1140, A015 Kerstverhaal 0078,
0426, 0432, 0439, 0442, 0448, 0452, 0308, 0537, 0557,
0454, 0459, 0460, 0462, 0464, 0470, 0607, 0682, 0745, 0891, 0897, 0932,
0473, 0474, 0479, 0484, 0491, 0496, 0971, 0972, 1030, 1051, 1078 Keyzer,
0497, 0498, 0507, 0510, 0519, 0520, Pieter de 1010 Kidoel, Ratoe Loro 0155,
0523, 0527, 0529, 0530, 0532, 0534, 0380, 0595,
0538, 0541, 0545, 0549, 0551, 0553, 0952, 1202 Kinderjuffrouw 0037, 0211,
0556, 0562, 0572, 0577, 0582, 0583, 0261, 0273,
0584, 0587, 0592, 0594, 0595, 0596, 1023, 1227
0598, 0599, 0600, 0601, 0602, 0604, Kinderspelen 0598, 0704, 1003 Koek,
0605, 0606, 0615, 0624, 0627, 0631, Hendrik Merkus de 0012 Kolonialen zie
0643, 0648, 0653, 0655, 0661, 0662, Militairen Koppen, G.A. 0597
0674, 0679, 0683, 0684, 0687, 0693, Koppensnellen 0008, 0062, 0086, 0144,
0716, 0723, 0727, 0730, 0737, 0738, 0229, 0247, 0258, 0269, 0295, 0311,
0741, 0745, 0752, 0768, 0772, 0773, 0322, 0355, 0508, 0585, 0621, 0658,
0774, 0775, 0776, 0778, 0782, 0787, 0670, 0724, 0891, 0928, 0932, 0959,
0815, 0817, 0818, 0819, 0828, 0846, 0963, 0991, 0996, 1004, 1039, 1040,
0848, 0851, 0854, 0861, 0864, 0866, 1050, 1052, 1058, 1068, 1158, A011
0870, 0874, 0875, 0880, 0883, 0885, Kostschool (Batavia) 0303, 0307, 0393,
0886, 0890, 0895, 0897, 0899, 0908, 0665, 0895 Kota Radja 0149, 0152,
0909, 0918, 0937, 0949, 0951, 0952, 0160, 0164, 0175,
0953, 0963, 0964, 0965, 0967, 0976, 0182, 0301, 0434 Krokodillen 0034,
0978, 0981, 0982, 0983, 0998, 1003, 0044, 0168, 0471,
1013, 1015, 1021, 1022, 1023, 1024, 0508, 0551, 0589, 0596, 0609, 0645,
1045, 1048, 1052, 1054, 1058, 1071, 0662, 0666, 0702, 0806, 0877, 0925
1072, 1075, 1081, 1083, 1085, 1092, Kruyt, Albert C. 0229, 0365, 0557, 0908,
1094, 1098, 1101, 1106, 1109, 1110, A011
1118, 1125, 1127, 1136, 1142, 1150,
1155, 1158, 1160, 1161, 1162, 1163, Leeman, Abraham 0747, 0840
1167, 1173, 1179, 1180, 1193, 1209, Leti 0007
1216, 1227, 1228, 1229, A001, A008 Linden, DJ. van der 0200
Java-oorlog (1825-1830) 0007, 0097, 1167 Linschoten, Jan Huyghen van 0803, 0816
Johannsen, P.H. 0748
464 Trefwoordenregister

Lombok-expeditie (1894) 0157, 0164, 1021


0182, 0198, 0322, 0805 Loosdrecht, Nieuw-Guinea 0938, 0959, 0991, 1080
Antony Aris van de 1208 Molukken 0013, 0221, 0364, 0473, 0560,
0702, 0728, 0754, 1023, 1052, 1181,
Madoera 0007, 1167 1226, A001
Maelson, Francpis 1128 Muiterij 0097, 0122, 0159, 0630 Muziek
Mahu, Jacques 1093 0018, 0025, 0194, 0245, 0702,
Maire, Jacob Ie 0001, 0010, 1087 0704, 0926, 0937, 1003 Mijer, P. 0176
Makassar 0439, 0760 Mythen en legenden zie Volksverhalen
Malakka 0011
Masanka, Paulus Pong 1208 Nationalisme 0414, 0605, 0631 Neck,
Matelief, Comelis 0095 Jacob van 0001, 0020, 0085, 0904
Maulana, Sjeiq Ibn 0199 Nederland 0069, 0071, 0126, 0223, 0252,
Maurits, Prins 0803 0273, 0276, 0278, 0313, 0329, 0433, 0440,
Medan 0303, 0431, 0525, 0548, 0558, 0446, 0450, 0451, 0453, 0494, 0575, 0644,
0692, 0990 0668, 0879, 0916, 0950, 0968, 1019, 1034,
Medicijnman/vrouw zie Doekoen 1047 Aanpassingsproblemen in 0036,
Merauke 0657, 0658, 0699 0092, 0116, 0119, 0137, 0185, 0211, 0227,
Milieuproblemen 1211, 1216 0241, 0244, 0252, 0275, 0283, 0286, 0296,
Militaire Willemsorde 0110, 0139, 0156, 0297, 0299, 0300, 0303, 0304, 0332, 0335,
0162, 0447, 0637, 0694
0338, 0358, 0369, 0393, 0408, 0433, 0440,
0477, 0490, 0527, 0547, 0565, 0569, 0576,
Militairen 0042, 0043, 0044, 0051, 0054,
0626, 0628, 0640, 0649, 0656, 0686, 0716,
0055, 0061, 0062, 0076, 0088, 0092,
0744, 0766, 0771, 0809, 0869, 0883, 0886,
0097, 0100, 0101, 0104, 0108, 0110,
0916, 0930, 0958, 0966, 0968, 0979, 0980,
0114, 0115, 0123, 0128, 0131, 0134,
1008, 1034, 1047, 1049, 1056, 1060, 1066,
0135, 0136, 0139, 0140, 0143, 0149,
1081, 1086, 1091, 1097, 1116, 1192, 1214,
0152, 0153, 0154, 0155, 0156, 0157,
1217, 1223, A003 Chinezen in 0534,
0159, 0160, 0164, 0165, 0171, 0172,
0563, 1143 Indische kinderen voor
0175, 0181, 0182, 0197, 0220, 0229, onderwijs in 0119, 0129, 0167, 0171,
0236, 0237, 0267, 0273, 0291, 0301, 0196, 0198, 0202, 0244, 0245, 0248, 0251,
0310, 0311, 0317, 0318, 0322, 0338, 0252, 0259, 0273, 0278, 0296, 0300, 0303,
0341, 0354, 0369, 0376, 0377, 0405, 0304, 0329, 0335, 0339, 0393, 0401, 0408,
0411, 0416, 0423, 0428, 0434, 0452, 0415, 0420, 0427, 0428, 0440, 0451, 0454,
0474, 0480, 0482, 0491, 0560, 0580, 0457, 0458, 0463, 0474, 0477, 0481, 0491,
0589, 0596, 0633, 0637, 0638, 0656, 0500, 0501, 0503, 0530, 0542, 0543, 0555,
0669, 0672, 0677, 0681, 0690, 0692, 0668, 0688, 0714, 0722, 0733, 0742, 0753,
0694, 0704, 0712, 0759, 0784, 0805, 0766, 0771, 0853, 0873, 0874, 0879, 1016,
0839, 0871, 0875, 0897, 0902, 0903, 1066, 1086, A003
0931, 0946, 0950, 0957, 0958, 0961, Indo-Europeanen in 0055, 0073, 0075,
0963, 0964, 0965, 0969, 0986, 0996, 0099, 0103, 0106, 0119, 0129, 0137,
1104, 1125, 1167, 1204, 1217, 1231, 0141, 0171, 0185, 0196, 0198, 0202,
A005, A012
Minahassa 0654, 0675, 0756
Missie; missionarissen 0590
Ambon 0975
Borneo 0431, 0960, 0991, 1077 Java
0337, 0393, 0440, 0529, 0977,
Trefwoordenregister 46
5

0213, 0218, 0227, 0244, 0245, 0248, 1200, 1203, 1207, 1212, 1213
0251, 0252, 0259, 0273, 0275, 0278, Nederlandse kinderen voor onderwijs in
0283, 0296, 0299, 0300, 0303, 0304, 0050, 0063, 0064, 0071, 0113, 0126,
0323, 0329, 0332, 0335, 0339, 0369, 0128, 0133, 0150, 0202, 0204, 0211,
0373, 0374, 0393, 0408, 0415, 0420, 0216, 0219, 0221, 0223, 0228, 0231,
0427, 0440, 0451, 0454, 0458, 0463, 0236, 0239, 0252, 0257, 0263, 0264,
0474, 0477, 0500, 0501, 0503, 0511, 0268, 0297, 0312, 0313, 0330, 0332,
0527, 0530, 0542, 0576, 0611, 0634, 0338, 0344, 0358, 0368, 0390, 0391,
0688, 0712, 0719, 0722, 0766, 0856, 0410, 0423, 0435, 0436, 0437, 0443,
0860, 0870, 0874, 0883, 0886, 0917, 0446, 0448, 0450, 0453, 0468, 0489,
0950, 0973, 0998, 1008, 1047, 1063, 0490, 0494, 0516, 0521, 0534, 0546,
1081, 1086, 1091, 1097, 1115, 1164, 0547, 0564, 0565, 0569, 0592, 0615,
1192, 1202, 1214, 1218, A003 0626, 0628, 0632, 0633, 0638, 0640,
Indonesiërs in 0027, 0036, 0069, 0082, 0649, 0652, 0656, 0662, 0665, 0712,
0092, 0198, 0209, 0245, 0252, 0286, 0716, 0731, 0744, 0791, 0824, 0864,
0500, 0527, 0534, 0870, 0971, 0979, 0886, 0894, 0909, 0956, 1019, 1034,
0980, 0985, 1044, 1047 1049, 1056, 1081, 1116, 1143 Papoea's
Indonesische kinderen voor onderwijs in in 1037
0036, 0809, 1044 Verloftijd in 0050, 0052, 0069, 0131,
Kinderen bij familie in huis/pleeggezin 0209, 0216, 0259, 0273, 0282, 0283, 0286,
0177, 0178, 0185, 0196, 0204, 0210, 0296, 0299, 0439, 0484, 0547, 0575, 0580,
0211, 0213, 0217, 0236, 0239, 0241, 0618, 0632, 0644, 0663, 0668, 0669, 0674,
0259, 0262, 0263, 0268, 0273, 0275, 0680, 0681, 0686, 0744, 0864, 0950, 1019,
0276, 0278, 0282, 0283, 0296, 0297, 1024, 1075, 1138, 1217 Nederlandsch
0299, 0300, 0303, 0329, 0332, 0335, Bijbel Genootschap 0087,
0338, 0344, 0357, 0358, 0383, 0390, 0327, 0413, A011 Negers 0054, 0551,
0393, 0401, 0415, 0420, 0428, 0435, 0895, A001 Nias 0295, 0559, 0748
0436, 0437, 0438, 0440, 0443, 0446, Nieuhof, Joan 0514 Nieuw-Guinea 0056,
0477, 0481, 0484, 0489, 0490, 0501, 0086, 0247, 0249, 0269, 0272, 0309, 0359,
0503, 0511, 0516, 0530, 0547, 0555, 0402, 0585, 0621, 0631, 0645, 0656, 0657,
0569, 0576, 0592, 0632, 0633, 0638, 0658, 0670, 0675, 0682, 0697, 0717, 0731,
0640, 0649, 0656, 0662, 0668, 0686, 0735, 0739, 0745, 0748, 0757, 0758, 0768,
0705, 0716, 0729, 0731, 0733, 0744, 0790, 0806, 0820, 0832, 0847, 0891, 0906,
0771, 0791, 0809, 0824, 0853, 0864, 0915, 0917, 0925, 0927, 0932, 0934, 0959,
0909, 0916, 0968, 0979, 0980, 1009, 0963, 0965, 0972, 1001, 1004, 1010, 1011,
1016, 1034, 1037, 1056, 1060, 1065, 1017, 1023, 1029, 1031, 1039, 1041, 1051,
1086, 1193, 1223, A005 1052, 1056, 1058, 1061, 1062, 1064, 1068,
Kinderen in kosthuizen, pensions enz. 1069, 1070, 1073, 1080, 1082, 1084, 1088,
0027, 0036, 0063, 0071, 0103, 0113, 1089, 1108, 1109, 1112, 1119, 1121, 1122,
0137, 0160, 0167, 0171, 0183, 0196, 1123, 1132, 1133, 1134, 1137, 1140, 1144,
0202, 0216, 0217, 0231, 0244, 0251, 1145, 1146, 1148, 1151, 1158, 1163, 1169,
0252, 0257, 0264, 0278, 0339, 0395, 1170, 1172, 1182, 1187, 1188, 1198, 1199,
0427, 0449, 0494, 0520, 0534, 0542, 1201,
0543, 0569, 0628, 0663, 0665, 0688,
0753, 0766, 0971, 1047, 1057, 1097,
A003, A007
Molukkers in 0986, 1059, 1096, 1104,
466 Trefwoordenregister

1205, 1206, 1215, A011, AOW Njai 0576, 0582, 0587, 0596, 0604, 0618,
0044, 0051, 0076, 0124, 1167 Nommensen, 0629, 0631, 0641, 0655, 0663, 0665,
Ludwig Ingwer 0155, 0908, 0692, 0693, 0712, 0723, 0727, 0730,
0929, 0976, 1157, A011 Nooit, 0731, 0749, 0765, 0772, 0774, 0848,
Olivier van 0001, 0010, 0020, 0866, 0870, 0874, 0880, 0973, 0978,
0090,0473 0983, 1015, 1055, 1075, 1086, 1092,
1118, 1127
Oemar, Toekoe 0164, 0377, 0605, 0637 Molukken 0877 Nieuw-Guinea 0656,
Olifanten 0285, 0448, 0554, 0564, 0578, 0657, 0658 Sumatra 0303, 0408, 0423,
0589, 0859 0441, 0446, 0554, 0564, 0594, 0608,
Olivier, Johannes Jzn. 0005, 0007, 0009 0610, 0680, 0681, 0692, 0826, 0836,
Ondernemingen zie Plantersmilieu 0850, 0892, 1057, 1204
Onderwijzersmilieu 0186, 0188, 0369, Poerbaja, Prins 0136, 0140 Poland,
0414, 0547, 0558, 0563, 0570, 0584, 0654, Toontje 1167 Prentenboeken 0067,
0684, 0702, 0706, 0712, 0726, 0729, 0730, 0068, 0077, 0087, 0243, 0353, 0379, A002
0748, 0855, 1008, 1024, 1081 Opium
0056, 0062, 0063, 0096, 0133, 0186, 0188, Reizen
0202, 0337, 0348, 0454, 0599, 0614, 0631, V.O.C. 0001, 0002, 0004, 0006, 0012,
0637, 0659, 0728, 0810, 0951, 1005 0020, 0031, 0084, 0085, 0090, 0091,
Oranjehuis 0043, 0059, 0209, 0656, 0686, 0094, 0095, 0104, 0112, 0113, 0173,
0692, 0704 0201, 0205, 0234, 0255, 0328, 0375,
0473, 0486, 0512, 0514, 0571, 0573,
Paasfeest 0669 0603, 0682, 0746, 0751, 0786, 0795,
Palakka, Aroe 0153 0797, 0802, 0803, 0811, 0816, 0827,
Palembang 0044, 0051, 0182, 0448 0840, 0845, 0857, 0888, 0898, 0904,
Pané, Sanoesi 0923 0919, 0944, 0945, 0993, 1035, 1036,
Parra, Petrus Albertus van der 0062 1087, 1093, 1100, 1124, 1126, 1128,
Patisilana 0160 1129, 1136, 1141, 1148, 1152, 1153,
Pattimura A001 1154, 1196, 1224, 1229, 1230, A015
Pelsaert, Frangois 0122, 1229 V.O.C. Atjeh 0085, 0091, 0857
Péron, F.G. 0008 V.O.C. Australië (Zuidland) 0019,
Pinksterfeest 0717, 0976, 1020, 1109, 0122, 0145, 0425, 0571, 0747, 0797,
1112 0811, 0840, 0845, 1028, 1087, 1153,
Plancius, Petrus 0786, 0857 1229, 1230
Plantersmilieu 0050, 0052, 0183, 0467, V.O.C. Bali 0622, 0816
0536, 0555, 0598, 0668, 0740, 0745 Celebes V.O.C. Banda 0062, 0746, 0842, 0898,
1081 Deli 0361, 0426, 0431, 0434, 0490, 1036, 1129, 1156
0589, 0692, 0946 V.O.C. Bantam 0057, 0084, 0085,
Java 0027, 0073, 0075, 0103, 0116, 0091, 0102, 0201, 0328, 0512, 0560,
0158, 0164, 0180, 0186, 0188, 0195, 0630, 0816, 0898, 1128
0202, 0216, 0226, 0232, 0250, 0273, V.O.C. Batavia 0010, 0057, 0102, 0113,
0296, 0307, 0343, 0360, 0367, 0368, 0208, 0425, 0469, 0512, 0514, 0567,
0369, 0393, 0399, 0404, 0422, 0440, 0630, 0689, 0746, 0811, 0945, 1035,
0448, 0454, 0474, 0484, 0493, 0530, 1136, 1153, 1154
0534, 0543, 0549, 0551, 0570, 0575, V.O.C. Celebes 0104
Trefwoordenregister 46
7

V.O.C. Ceylon 0011, 0062, 0070, 0091, Saleh, Raden 0043


0567, 0689, 1128, 1196 V.O.C. China Sasra Kartana, Raden Mas 0252
0514, 1128 V.O.C. Formosa 0019, Scheurer, J.G. 0908
0469, 0838, Schipbreuk 0014, 0021, 0023, 0024, 0037,
1196 0053, 0056, 0064, 0094, 0112, 0113,
V.O.C. India 0011, 0567, 0689, 1128 0122, 0126, 0134, 0158, 0206, 0232,
V.O.C. Japan 0004, 0019, 0062, 0298, 0319, 0728, 0739, 0747, 0789, 0797,
0469, 1111, 1126, 1196, 1224 V.O.C. 0840, 0946, 0973, 1126, 1136, 1152,
Java 0031, 0057, 0234, 0375, 0567, 1154, 1195, 1229, 1230, A015
0622, 0802, 0898, 1103, 1153, 1196 Schoolleesboekjes 0038, 0039, 0040,
V.O.C. Kaap de Goede Hoop 0003, 0045, 0058, 0059, 0060, 0065, 0065,
0696, 1136 0072, 0074, 0076, 0077, 0093, 0124,
V.O.C. Korea 1111, 1126 V.O.C. 0128, 0310, 0700, 0701, 0702, 0703,
Malakka 0085, 0095, 0904, 0704, 0979, 0980, 1168, A008
1128 Schouten, Willem 0001, 1087
V.O.C. Molukken 0010, 0011, 0062, Schouten, Wouter 0010
0070, 0085, 0095, 0100, 0101, 0104, Selamatan 0043, 0266, 0350, 0642, 0655,
0560, 0630, 0746, 0993, 1033, 1103, 0836, 1098, 1127
1128 Semarang 0043, 0051, 0127, 0179, 0294,
V.O.C. Nieuw-Guinea 0010, 0019 0300, 0541, 0629, 0678, 0713, 0728,
V.O.C. Siam 0469 V.O.C. Sumatra 0738, 0778, 0851, 0978
0019, 0767 V.O.C. Ternate 0062, Semeijns, M. 1128
00885, 0904, Simatupang, T.B. 1158
0945, 1093 Singamangaradja, Si 0695, 0902, 0976,
Repatriëring 0626, 0673, 0694, 0712, A011
0719, 0722, 0742, 0765, 0794, 0853, 0860, Singapore 0056, 0661
0869, 0873, 0879, 0883, 0886, 0894, 0916, Sinterklaasfeest 0114, 0236, 0517, 0686,
0930, 0936, 0940, 0966, 0968, 0974, 0985, 0768, 0864
0998, 1008, 1034, 1049, 1057, 1060, 1063, Slangen 0042, 0053, 0133, 0350, 0382,
1065, 1066, 1072, 1075, 1081, 1086, 1091, 0661, 0730, 0972, 1064, 1162, 1204
1096, 1097, 1102, 1115, 1116, 1143, 1160, Slaven 0007, 0030, 0036, 0049, 0054,
1164, 1192, 1193, 1202, 1223 Riemsdijk, 0112, 0136, 0140, 0162, 0247, 0258,
Jeremias van 1154 Riemsdijk, Jozef van 0269, 0271, 0272, 0295, 0333, 0346,
1154 Roggeveen, Jacob 0020, 0238, 1153 0551, 0630, 0728, 0788, 0863, 0927,
Roofovervallen (kètjoepartij) 0044, 0054, 0963, 1053, 1136
0116, 0226, 0655, 0875 Ross, J.G. Smirnoff, Iwan 0572
Clunies 0232 Rotterdam 0036, 0070, Sociale verhoudingen 0005, 0007, 0018,
0328, 0886 Roy, Jacob Janszoon 0143, 0027, 0082, 0101, 0114, 0116, 0124,
0144 Rijst 0229, 0253, 0271, 0285, 0385, 0133, 0155, 0163, 0164, 0180, 0184,
0397, 0577, 0578, 0687, 0710, 0727, 0783, 0194, 0207, 0209, 0212, 0221, 0261,
0892, 0995, 1003, 1026, 1127, 1173, 1175, 0266, 0286, 0337, 0357, 0391, 0393,
1180 0414, 0422, 0437, 0452, 0454, 0459,
0509, 0518, 0528, 0534, 0556, 0560,
0594, 0595, 0598, 0599, 0608, 0631,
0641, 0642, 0652, 0661, 0723, 0728,
0745, 0753, 0760, 0772, 0778, 0784,
0819, 0834, 0836, 0875, 0881, 0940,
468 Trefwoordenregister

0963, 0983, 1102, 1117, 1118, 1163, Tobelo 0336, 0351 Toradja 0293, 0327,
1167, 1188, 1231 Soemba 0471, 0566, 0411, 0413, 0509, 0557, 0609, 0669, 0908,
0586, 0863, 0953, 1040, 1130,
0955, 0996, 0997, 1052, A013 1208, 1228
Soendalanden 0253, 0289, 0325, 0350, Transmigratie 0783, 0852, 0892 Troeno
0361, 0404, 0426, 0710, 0748, 0783, Djojo, Prins 0123, 0153, 0154 Tijgers
0870, 1007 0034, 0035, 0042, 0044, 0051,
Soerabaja 0007, 0151, 0184, 0235, 0259, 0053, 0111, 0123, 0125, 0164, 0187,
0261, 0278, 0283, 0284, 0285, 0286, 0300, 0191, 0285, 0382, 0441, 0448, 0455,
0335, 0340, 0357, 0358, 0368, 0390, 0446, 0462, 0493, 0534, 0538, 0551, 0587,
0556, 0561, 0624, 0643, 0644, 0651, 0728, 0588, 0596, 0625, 0629, 0655, 0672,
0765, 0768, 0782, 0815, 0875, 0899, 0909, 0736, 0826, 0910, 0925, 0940, 1000,
0998, 1094, 1142, 1160, 1166 Soerapati 1117, 1135, 1204
0140 Solo- (Soeloe) eilanden 0043
Specerijen 0014, 0070, 0085, 0104, 0473, Utrecht 0221, 0283, 0662, 0766
0802, 0816, 0898, 0993, 1128, 1136
Spilbergen, Joris van 0001, 0091 Spoken Vakantie, verlof 0027, 0043, 0186, 0188,
0066, 0215, 0310, 0325, 0403, 0433, 0195, 0242, 0261, 0398, 0404, 0585,
0551, 0721, 0776, 0856, 0899, 0918, 1118, 0617, 0618, 0629, 0639, 0642, 0661,
1127 Sprookjes zie Volksverhalen Steur, 0695, 0730, 0740, 0752, 0768, 0774,
Johannes van der 0768, 1110 Stuers, 0810, 0836, 0851, 0855, 0870, 0877,
F.V.H.A. de 0023, 0037 Sumatra 0007, 0918, 0951, 0952, 0967, 0990, 1012,
0108, 0117, 0172, 0285, 0303, 0305, 1013, 1110, 1135, 1178, 1200, 1203,
0318, 0364, 0375, 0378, 0439, 0441, 0446, 1209, 1212
0448, 0480, 0518, 0524, 0559, 0577, 0594, Valentijn, Francois 0020
0607, 0610, 0624, 0625, 0650, 0721, 0736, Vendutie 0071, 0246, 0308
0763, 0783, 0826, 0836, 0850, 0852, 0859, Verbraak, H. 0160
0871, 0874, 0882, 0892, 0910, 0912, Vergulde Draeck, De 0747, 0840, 1028
0920, 0922, 0990, 0991, 1000, 1005, Vetter, AJ. 0322
1012, 1023, 1057, 1102, 1117, 1136, Vliegreizen 0341, 0546, 0548, 0571, 0572,
1167, 1174, 1204, 1217, 1231 0574, 0597, 0600, 0604, 0624, 0647,
Swieten, J. van 0267 0653, 0658, 0659, 0660, 0661, 0763,
0835, 0837, 0845, 0888, 1002, 1004,
Tack, Fran§ois 0123, 0136, 0140 1010, 1073, 1119
Talisman 0329, 0556, 0587, 0661, 0672, Volksverhalen 0098, 0109, 0114, 0166,
0737, 1039, 1134, 1137, 1160, 1182 0184, 0186, 0188, 0191, 0193, 0195,
Tasman, Abel 0001, 0010, 0019, 0020, 0215, 0222, 0229, 0289, 0310, 0315,
0425, 0811, 0845 Ternate 0005 Timor 0316, 0327, 0364, 0375, 0380, 0382,
0007, 0008, 0013, 0037, 0044, 0385, 0388, 0392, 0393, 0394, 0397,
0051, 0159, 0311, 0813 0422, 0429, 0441, 0445, 0448, 0455,
Timor (Portugees) 0311 0464, 0470, 0472, 0502, 0520, 0522,
Tjoet Nja Din 0377 0536, 0540, 0550, 0577, 0585, 0595,
0621, 0676, 0682, 0695, 0698, 0731,
0741, 0750, 0757, 0793, 0798, 0821,
0822, 0862, 0868, 0872, 0881, 0887,
0920, 0927, 0970, 1014, 1120, 1140,
1145, 1147, 1159, 1181, 1183, 1184,
Trefwoordenregister 46
9

1191, 1201, 1202, 1222 Vorstenlanden 1050, 1067, 1087, 1093, 1100, 1103, 1124,
0007, 0034, 0097, 0941, 1128, 1129, 1136, 1148, 1152, 1153, 1154,
1110 Vrouwenemancipatie 0846, 0849, 1163, 1164, 1166, 1195, 1196, 1217, 1229,
0851, 1230, A006 Zeereizen 0005, 0007, 0024,
0861, 0870 Vulkanen, bergen 0053, 0027, 0053, 0056, 0155, 0158, 0159,
0112, 0186, 0209, 0219, 0220, 0225, 0230, 0242, 0249,
0188, 0195, 0232, 0308, 0309, 0382, 0262, 0263, 0303, 0308, 0332, 0348, 0368,
0385, 0398, 0459, 0460, 0502, 0509, 0369, 0378, 0396, 0444, 0453, 0474, 0495,
0595, 0662, 0710, 0846, 0907, 0948, 0508, 0520, 0522, 0524, 0533, 0534, 0549,
0967, 0970, 1178 0552, 0561, 0565, 0570, 0598, 0599, 0601,
0614, 0632, 0651, 0652, 0657, 0673, 0702,
Wagenaar, Lucas Janszoon 0898, 1128 0706, 0752, 0770, 0777, 0843, 0864, 0865,
Waringin 0066, 0394, 0404, 1118 0888, 0936, 0956, 0973, 1002, 1010, 1075,
Warwijck, Wijbrand van 0001, 0085 1114, 1164, 1167, 1195, A008 Zeerovers
Wielenga, D.K. 0996 With, Witte de 0024, 0043, 0053, 0054, 0113, 0134,
0328 Woente, Papa I 0508, A011 0143, 0147, 0172, 0207, 0240, 0320, 0333,
0577, 0630, 0697, 0767, 0838, 0898, 0975,
Xaverius, Franciscus 0975 1154, 1167 Zegers, J.L. 0200
Zending; zendelingen 0046, 0174, 0214,
Yoessoef, Sjeikh 0140 0268, 0301, 0321, 0334, 0471, 0485,
0522, 0528, 0589, 0681, 0685, 0908,
Zakenmilieu 0071, 0134, 0150, 0167, 0954, 0989, 1003, 1074, 1139, A003
0226, 0261, 0283, 0294, 0300, 0345, Bali 0409, 0711
0357, 0369, 0419, 0420, 0503, 0518, Bataklanden 0036, 0049, 0522, 0537,
0519, 0542, 0551, 0598, 0611, 0628, 0578, 0579, 0589, 0695, 0708, 0734,
0636, 0643, 0653, 0661, 0715, 0744, 0748, 0779, 0901, 0902, 0912, 0929,
0749, 0763, 0778, 0782, 0787, 0794, 0934, 0976, 1078, 1157
0804, 0829, 0843, 0851, 0866, 0882, Borneo 0270, 0277, 0662, 0889, 0928,
0895, 1094, 1102, 1110, 1231 1026, 1041, 1050
Zeelieden 0031, 0048, 0081, 0084, 0085, Celebes 0229, 0258, 0270, 0277, 0293,
0090, 0091, 0094, 0095, 00%, 0104, 0325, 0327, 0333, 0348, 0365, 0366,
0112, 0113, 0117, 0118, 0120, 0122, 0409, 0413, 0508, 0539, 0557, 0629,
0125, 0133, 0136, 0151, 0159, 0162, 0669, 0748, 0988, 0999, 1040, 1041,
0171, 0172, 0173, 0180, 0191, 0202, 1090, 1095, 1099, 1130, 1177, 1208,
0205, 0207, 0227, 0232, 0242, 0249, 1228
0250, 0252, 0255, 0256, 0257, 0298, Ceram 0290, 0355, 0409, 0748
0306, 0322, 0328, 0332, 0340, 0342, Halmahera 0270, 0320, 0336, 0351,
0368, 0375, 0383, 0412, 0446, 0468, 0352, 0507, 0535
0499, 0512, 0514, 0527, 0548, 0561, Java 0155, 0189, 0198, 0199, 0200,
0577, 0599, 0603, 0614, 0622, 0630, 0219, 0230, 0239, 0247, 0254, 0257,
0651, 0664, 0679, 0709, 0751, 0764, 0270, 0272, 0277, 0319, 0362, 0363,
0786, 0795, 0802, 0811, 0812, 0815, 0376, 0391, 0403, 0409, 0426, 0462,
0816, 0825, 0827, 0840, 0843, 0856, 0510, 0539, 0641, 0693, 0698, 0727,
0857, 0858, 0866, 0878, 0898, 0900, 0728, 0737, 0748, 0890, 0924, 0946,
0930, 0933, 0969, 1004, 1005, 1006,
1013, 1018, 1025, 1031, 1035, 1046,
470 Trefwoordenregister

0963, 0964, 0981, 0985, 0995, 1020, 1158, 1169, 1180, 1182, 1187, 1188,
1022, 1041, 1048, 1052, 1054, 1058, 1198, 1201, 1206, 1215, AOW Soemba
1071, 1085, 1098, 1106, 1109, 1150, 0483, 0539, 0565, 0586, 0677,
1158, 1161, 1173, 1180, 1228 0863, 0953, 0955, 0996, 0997, 1041,
Molukken 0754, 1052 Nias 0270, 1052, A013 Soendalanden 0176, 0253,
0295, 0559, 0748 Nieuw-Guinea/Irian 0325, 0350,
Jaya 0086, 0087, 0247, 0268, 0269, 0361, 0426, 0504, 0505, 0506, 0710,
0270, 0272, 0281, 0324, 0325, 0346, 0748 Sumatra 0155, 0270, 0409,
0359, 0362, 0370, 0402, 0409, 0424, 0539, 0559,
0492, 0539, 0585, 0621, 0645, 0670, 0826, 1000, 1041
0675, 0682, 0717, 0731, 0739, 0743, Ternate 0240, 0907
0745, 0748, 0757, 0758, 0806, 0832, Timor 0270, 0813
0891, 0906, 0915, 0927, 0932, 0934, Ziekten
0938, 0963, 0972, 0992, 1001, 1017, Cholera 0060, 0152, 0211, 0266, 0283,
1029, 1030, 1032, 1037, 1041, 1042, 0306, 0307, 0340, 0350, 0608 Lepra
1051, 1052, 1053, 1058, 1061, 1062, 0934 Malaria 0308, 0342, 0433, 0555,
1064, 1068, 1069, 1070, 1082, 1084, 0681,
1088, 1089, 1109, 1119, 1121, 1122, 0745, 0805, 0989, 1069, A011
1123, 1132, 1134, 1137, 1140, 1144, Pokken 0258, 0507, 1217
1145, 1146, 1151, Zwaardekroon, Hendrik 1153

You might also like