Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 11

Nazis, Islamieten en het ontstaan van het moderne Midden Oosten.

Barry Ruben _ Wolfgang G. Schwanitz.

De Christelijke imperialistische strategie van Islamitische


Revolutie. Deel 2 van 2

Toch overdreven Ottomaanse vertegenwoordigers systematisch de


religieuze autoriteit van de sultan om zo de Kaiser te laten denken
zoals hij deed. Zodoende vertelde Shaikh Abdallah de Kaiser, een
geestelijke op de Ottomaanse loonlijst, dat 300 miljoen moslims over
de hele wereld de sultan zagen als hun geestelijk leider en nu ook de
Duitse monarch zagen als hun vriend. De Kaiser was zo onder de
indruk van dit compliment dat hij daarna het '300 miljoen' getal als
maat gebruikte van zijn invloed onder moslims. De overdrijving
waren echter niet allemaal aan n kant. De toespraak van de Kaiser
bij Saladin s graf werd een legende onder sommige moslims, een deel
van het verhaal van de 'al-Hajj Wilhelm', had de christelijke keizer zo
ontroerd door zijn bezoek dat hij zich bekeerde tot de islam. Rond de
kampvuren s avonds en op de markten, werden kleurrijke details
toegevoegd aan dit verhaal. Hoeveel politiek kapitaal dit alles Berlijn
gaf was onduidelijk. Maar nu heeft Duitsland een lange-termijn
strategie voor het Midden-Oosten, en n die ook winstgevend was op
de korte termijn, want Wilhelm' s reis heeft geleid tot een
overeenkomst tussen Duitsland en het Ottomaanse Rijk om
spoorwegen te bouwen. Bij de eeuwwisseling was de invloed van
Berlijn aldaar stijgende en bood serieuze concurrentie tegen GrootBrittanni en Frankrijk. En als het gaat om de creatie van nieuwe
Saladins, trainde Duitsland de officieren van het Rijk en verkocht al
wapens aan de Ottomanen sinds 1880. Als gevolg daarvan was er een
sterk pro-Duitse stem in het Ottomaanse leger. De Britten, bezorgd
over deze verbondenheid, duidde dat soort officieren als in Duitsland

gemaakt'. De gambiet van Duitsland in het Midden-Oosten ging


gepaard met de productie van een uitgebreide literatuur over de regio,
waaronder romans, reizigers rapporten, vertalingen en
wetenschappelijke geschriften. Studenten en academici stroomden
door naar Midden-Oosten studies. Tegen 1900 had Duitsland
zevenenvijftig leerstoelen op dat gebied op eenentwintig
universiteiten. In datzelfde jaar ontving de Kaiser van Oppenheim
vorstelijk en feliciteerde hem om een dergelijke succesvolle strategie
te hebben voorgesteld en van Oppenheim trok zich in 1909 terug van
de diplomatieke dienst met zijn beleid als Duitsland s eigen. Maar het
succes van Duitsland in het Midden-Oosten had, zoals van Bismarck
voorzag, gevaarlijke tegenstellingen gewekt bij de Britten, Fransen en
Russen. Het Britse satirische weekblad Punch bespotte de Kaiser die
een strategie volgde van 'Duitsland boven Allah', een schouwspel over
het Duitse volkslied, 'Deutschland ber alles' (Duitsland boven alles).
De Britse pers publiceerde scherpe artikelen over de Kaiser s
bekering tot de islam, zoekend naar een marinebases die de Britse
voorrang uitdaagt in de Middellandse Zee, of landen overnemend in
de woorden van een kop, 'Germanen koloniseren Mesopotami!' (de
naam die wordt gebruikt voor Irak op het moment). Het idee van een
Duits-ondersteunende spoorweg van Berlijn naar Bagdad is uitgebreid
naar Irak in 1914 hoewel het Bagdad niet bereikte tot 1940,- werd het
symbool voor de Britse en Franse dreigende invloed van hun rivaal in
het gebied. De Duitsers probeerden deze angsten te sussen, behalve op
n slip na door de Kaiser door te verwijzen naar een vaste voet van
Duitsland in Mesopotami', bleven ze volhouden dat hun strategie niet
kolonialistisch was. Kanselier Bernhard van Blow benadrukte dat
Duitsland geen politieke belangen had in het Midden-Oosten.
Duitsland zou geen economisch monopolie zoeken in Turkije wat ook
niet het belang van Turkije was', drong een Duitse artikel er in 1898
op aan. Sommige Europese diplomaten aanvaarde het idee dat de
Duitse ambities beperkt waren tot economische kansen in plaats van
op zoek naar nederzettingen. Later uitte de geleerden dit ook, die

uitdrukkingen gebruikten als 'het imperialisme van de vrije handel' of


spraken van 'ethisch imperialisme' of 'vreedzame imperialisten',
waarbij het doel slechts winstgevende spoorwegen te bouwen was. Uit
hedendaagse interne Duitse regeringstukken blijkt dat dit Inderdaad
waar was.

Figuur 6
De kaart toont het oostelijk deel aan van de spoorweg Berlijn naar
Bagdad, gebouwd tussen 1903-1940 en die zon duizend mijl door het
hedendaagse Turkije, Syri en Irak rijdt. Een langdurige Duits project
voor het verkrijgen van invloed in de regio, wat de achterdocht wekte
van al haar imperialistische rivalen.
De Duitse economische push ging veel verder dan de bouw van een
spoorlijn. In 1906 werd de Duitse Orint Bank gevestigd in Berlijn,
onder leiding van twee joodse bankiers, Eugen en Herbert M.
Gutmann, om zakelijke banden met het Midden-Oosten te
ontwikkelen. Het was een groot succes en werd de toonaangevende
regionaal georinteerde bank ter wereld, met projecten in Egypte,
Marokko, Soedan en het Ottomaanse Rijk. Drie jaar later opende
Duitslands de gigantische Deutsche Bank, een vestiging in Istanbul
die direct verbonden waren met Ottomaanse financile instellingen.
Het volgende jaar bracht een deal met Britse bankrente de Deutsche
Bank financiering van de olieproductie in Iran. In de aanloop naar de

Eerste Wereldoorlog, was Duitsland, na Groot-Brittanni en Frankrijk,


de derde grootste handelspartner van het Ottomaanse Rijk. Deze
nadruk op commercile banden, leek toen in de traditie van vanBismarck te zijn, die zijn afkeer voor 'Franse stijl koloniale
veroveraars' en prefereerde in plaats daarvan economische
betrekkingen. Toch sprak de strategie tegen van-Bismarck s
waarschuwing om zelfs de schijn van agressieve intenties of anders
risico oorlog te zaaien te vermijden. Om van Bismarck' s ergste vrees
tot bloei te brengen, vormden Londen en Parijs een alliantie met
Rusland in 1907, gericht tegen Duitsland. De Duitsers konden goed
beargumenteren dat dit oneerlijk was. De Fransen en Britten hadden
Afrika opgedeeld; de Russen en Britten hadden de olierijkdom van
Perzi verdeeld tussen hen terwijl Duitsland kolonies misgunt of zelfs
de controle van overzeese bronnen. Maar oneerlijke of niet, Duitsland
werd gezien en uitgebeeld door anderen als de agressieve nieuwkomer
in het Midden-Oosten. De Kaiser 's bezoek aan Marokko Maart 1905
bijvoorbeeld, was een ontmoeting met Brits en Frans geroep over
'Duits imperialisme'. Gefrustreerd door de groeiende macht van
Frankrijk sprak Marokko-de belofte van Parijs naar een open deur is er
te behouden voor alle Europese landen tegen, evenzeer-de Duitsers
hun kanonneerboot Panther op bezoek stuurden in Juli 1911. Deze
'sprong van de Panther', zoals het werd genoemd in de Britse pers,
zette opnieuw de alarmbellen af in Londen en Parijs. Een nog grotere
schok voor de Duitse concurrenten, zij het een op basis van verkeerde
beoordeling, was het idee dat Duitsland de volledige controle had
verworven over het Ottomaanse Rijk. In juli 1908 was er een revolutie
van de Jonge Turken, meestal Duits opgeleide jonge officieren. Velen
van hen zagen Duitsland als een rolmodel van hoe een enkele etnische
groep (in die tijd de term die meestal gebruikt werd was 'ras') zich zou
verenigen in een enkele Natiestaat. Leiders van het nieuwe regime
aanbeden het hoofd van de trainingsmissie van het Duitse leger,
generaal Colmar van der Goltz, als hun vader figuur en bekeken zijn
geschriften over oorlog als heilige teksten. De Jong-Turken waren niet

islamisten, maar de modernisering van de etnische nationalisten die


hun land wilde, net als Duitsland. Echter zag de Kaiser hen ten
onrechte als islamieten in de politiek en nam de revolutie als bewijs
dat hij gelijk had over de opkomst van islamitische politieke macht. .
Hij gebruikt zelfs de term 'islamisme'. Als de grootmachten zich
zouden blijven mengen in het Midden-Oosten, speculeerde de Kaiser,
konden de Ottomaanse sultans slechts de groene vlag van de islam
hangen en zouden de moslims in alle uithoeken van Azi en Afrika,
'Allahu Akbar' roepen en zouden christenen, althans de niet-Duitse,
uit de regio verdreven worden. De Kaiser dacht dat als dit waar was
het met de christenen, althans de niet Duitse, in de Ottomaanse landen
gedaan was. Maar het idee dat christenen en andere minderheden
kunnen worden-afgeslacht zoals met de Armenirs en Grieken was
gebeurd op een aantal gelegenheden in de laat negentiende eeuw, heeft
de Duitse strategie van de bevordering van Islamisme en
bondgenootschap met de Ottomanen niet ontmoedigt. Een van de
meest krachtige Jonge Turken was Ismail Enver Pasha, militair attach
in Berlijn van 1908-1911 en een sterke Duitsgezinde. Hij werd
minister van oorlog in 1913 en n van de regerende Young Turk
trojka op de leeftijd van eenendertig. Als gevolg daarvan, werden de
relaties tussen Duitsland en het Ottomaanse Rijk strakker dan ooit. In
december 1913 kwam General Otto Liman van Sanders met veertig
officieren om inspecteur-generaal van het Ottomaanse leger te
worden. Hij reorganiseerde het en zette Duitse adviseurs in
sleutelposities. Zo werd de weg geffend voor de Eerste
Wereldoorlog: Duitsland zou zijn rol spelen met de Ottomaanse
moslims en hoopten dat de oproep van de sultan voor de jihad de
Franse en Britse kolonies van Algerije zou destabiliseren via Egypte
door naar India. De geallieerden zouden reageren door het
nationalisme van de Arabieren, Joden en Armenirs te steunen. De
meeste Arabische officieren bleven trouw aan de Ottomanen maar
over het algemeen was de geallieerde strategie veel succesvoller. Maar
in de geschiedenis is er altijd een langere termijn. Nog voor de eerste

daad-een eerste wereld oorlog- van het drama begonnen was, werd een
scenario voorbereid voor de tweede ronde. Twee jonge mannen
benvloed door het beleid van de Kaiser zouden een centrale rol spelen
in de toekomstige ontwikkelingen. De eerste was een jonge
Oostenrijker genaamd Adolf Hitler. Geboren in 1889, hetzelfde jaar
dat de Kaiser voor het eerst de Ottomanen bezocht, kwam hij in
Wenen aan om schilderkunst te studeren. Als middelbare school dropout, zakte hij voor het toelatingsexamen voor de Academie voor
Schone Kunsten. Boos, bitter, en zonder beroep, richtte hij zijn
aandacht op de architectuur, theater en politiek. Opgegroeid in een
dorp, werd hij gefascineerd door keizerlijke gebouwen van Wenen
zoals het Museum Hof, de opera en het parlement. Urenlang staarde
hij naar de horizon en voelde een 'betovering van de Duizend-en-nnacht'. Hitler voelde zich verrassend vaak aangetrokken tot beelden uit
het Midden-Oosten en het Midden-Oosten is de meest verwaarloosde
invloed op het denken van deze meest bestudeerde persoon in de
moderne geschiedenis. Hij stond te popelen om zijn leven te wijden
aan een hogere missie. Maar wat zou dat zijn? Met zijn niet zon
indrukwekkende lichaamsbouw, onvaste ogen, bleke gezicht en
neiging tot tierende monologen, leek hij de meest onwaarschijnlijke
persoon ooit om een grote rol te spelen in publieke gebeurtenissen.
Hitler leefde in een armenhuis gebouwd door donaties van twee
Joodse families, het echtpaar Gutmann, die de Duitse Orint Bank had
gevestigd, en de Rothschilds. De worstelende schilder, gewend aan
een grondig etnisch Duits milieu, kreeg een cultuurschok in de
kosmopolitische stad waar Duits, Tsjechisch, Italiaans, Roemeens,
Hongaars, Jiddisch, en Russisch werd gesproken in de straten en zelfs
het Parlement. Voor hem, was Wenen een ' Babylon van talen en
rassen' zonder samenhang. Hij zag de stad die hem in feite had
afgewezen gevuld met 'vuiligheid, prostitutie en tuig'. Waarom was hij
verarmd en zijn genialiteit niet gezien, terwijl al die anderen zich
voordeden als heren die rijkdom en eer onder zich verdeelden? Het
antwoord dat hij vond was dat de steden gevaarlijke gemixte taal

zones' waren en die 'de-germanisering' van het leven heeft geleid tot
'Judasering, Slavisering, bastaardering en ver-negering'. Met het oog
op het nabijgelegen Duitse Rijk, dacht hij over een 'Arische en panDuitse' alternatief 'raciaal zelfbewustzijn', benvloed door Charles
Darwin de oorsprong van Soorten. De sfeer in Wenen voedde deze
houdingen. Hij woonde debatten bij over de 'zigeuners pest' en hoorde
voorstellen om ze gedwongen naar werkkampen te sturen met tattoo
nummers op hun armen. In eerste instantie was hij gunstiger gestemd
richting de Joden en zag ze als de eerste geciviliseerde natie die van
polythesme naar monothesme gingen, als intelligente mensen die
elkaar ondersteunden en slaagde in de politiek en cultuur. Wanneer
Joden arriveren die gevlucht zijn voor de Russische pogroms, ontmoet
Hitler t voor het eerst een orthodoxe Jood in een zwarte kaftan en
vroeg zich af: 'Is dit een jood of een Duitser? Hij miste een kans zijn
ambitie voort te zetten om kunstenaar te worden, toen hij schrok dat
hij door een joodse professor Alfred Roller werd genterviewd. Hitler
concludeerde dat noch assimilatie of bekering een Jood kan
veranderen in een niet-Jood; Joden in verband bracht met het
socialisme, het marxisme en anti nationalistisch denken en geloofde in
een sociaal darwinisme waarbij het sterkste ras overleeft en de
zwakken uitvallen'. Hitler beschreef zichzelf als een 'fanatieke Duitse
nationalist'. . Dit alles is veel besproken, maar minder naar waarde
geschat is een ander element in zijn evolutie: een romantische
fascinatie voor het Midden-Oosten en met de islam. Een belangrijke
rol werd gespeeld door Karl May, dezelfde man wiens avontuurlijke
verhalen over het Wilde Westen en het exotische Oosten Friedrich
Rosen sarcastisch vergeleek met van Oppenheim s ideen over het
in de hand werken van jihad. In May' s boeken, die Hitler liefdevol
verslond, ontdekte hij de wereld van de moslims, Turken en Arabieren
die 'de magische spreuk uitoefenden' van Mekka, zoals hij later
memoreerde. Hij was verknocht aan zulke boeken als Een tocht door
de woestijn, en las zelfs 's nachts bij kaarslicht of met een vergrootglas
met behulp van de maan als zijn lantaarn.

May werd geboren in 1842 in een arm arbeidersgezin met veertien


kinderen, van wie negen stierven voor de volwassenheid. Zijn carrire
als leraar werd vernield door een beschuldiging dat hij een horloge
van een collega had gestolen. . Na tweemaal gevangen gezet te zijn en
een zenuwinzinking te hebben gehad begon hij in de gevangenis te
schrijven in de jaren 1870. Zijn verbeelding steeg grenzen voorbij
wanneer hij verhalen verzon over mensen van ver en dramatische
avonturen die zijn Duitse helden troffen. Voor zijn Midden-Oosten
romans, creerde May een eerste-karakter als Duitse verteller, Kara
Bin Nimsi en zijn moslim dienaar al-Hajj kalief Umar. Achter elkaar
reisden ze via; De olie Prince (1877), Reisavonturen in Koerdistan
(1882) , De drieluik In het Land van de Mahdi (1891-1896), Van
Bagdad naar Istanbul (1892), De zwarte Perzische (1892) en In de
woestijn (1892). In 1899 reisde May daadwerkelijk door het MiddenOosten. Hitler' s fascinatie met May versterkte toen hij een lezing door
de auteur bijwoonde in Maart 1912. In een discussie terug in zijn
hostel die avond, verdedigde Hitler de literaire kwaliteit van May s
werk. Tien dagen later overleed May plotseling. Hitler leek zich de
begunstiger van May s laatste boodschap te voelen evenzo de
erfgenaam van zijn visie. May verkondigde geen politieke doctrine.
Onder zijn fans waren de humanitaire zendeling dokter Albert
Schweitzer, de antifascistische schrijver Herman Hesse en de Joodse
natuurkundige Albert Einstein. May bewonderde de Indianen, had
geen duidelijke antisemitisch vooroordeel en schreef invoelend
-alhoewel met overmatige fantasie-over een breed scala van nietEuropese volkeren. De enige joodse karakter in May s boek Een
tocht door de woestijn, is echter Sir David, een verengelste Jood die
een Brits-agent is. Hitler zou Groot-Brittanni en de Joden later zien
als zijn gezamenlijke vijand. May zelf was iets van een pacifist, die
aan het einde van zijn carrire een wat mystieke, utopische geest
bleek. Terwijl hij schreef over geweld, benadrukte hij dat zijn helden
alleen iemand zouden doden als het absoluut noodzakelijk was.
Inderdaad, de enige keer dat Hitler May zag spreken over deze

zienswijze was via de titel van zijn lezing; Opwaarts naar het Rijk
van de Nobele Man', op basis van zijn mystieke idee van hoe iedereen
zich van materialistische Ardistan kon verlichten (pidgin Arabisch
voor het land van de aarde) naar het adellijke Jinnistan (May' s
pseudo-Arabisch voor het hoge land van de geest). Terwijl men kan
zien hoe dit mystieke idealistische denken speelde in het latere
nazisme, zou May s moralistische gedachte sterk verdraait moeten
worden om dat ook te zijn. De belangrijkheid voor Hitler van May
toen, had niets te maken met de ideologie van het nazisme als zodanig,
maar met een aantal andere aspecten van zijn werk, meer in verband
met de tactiek, de stijl en wat idealisering van de stam zou kunnen
worden genoemd. De basis van beide May' s Midden-Oosten en Westromans was altijd hetzelfde. Een groep van adellijke, dappere
inboorlingen vechten tegen lokale, tribale vijanden. De Duitse
ontdekkingsreiziger maakt een alliantie met hen om hun vijanden te
vernietigen. Dit was het model dat Hitler zou gebruiken in het
vrienden maken met Arabieren en moslims door hen te helpen tegen
de Joden. Een ander effect van May op Hitler en veel van zijn latere
volgelingen was om hun Walter Mitty-achtige hoofden te vullen met
een dorst naar avontuur, het breken van de flegmatieke burgerlijk
conformisme dat zo sterk aanwezig was in de Duitse samenleving. In
deze context zou Hitler zelfs van May' s gebrek aan ervaring met de
plaatsen en volkeren waarover hij schreef een plus maken. Jaren later
vertelde hij senior assistenten dat May' s schrijven bewees dat 'Het
niet nodig was om de woestijn te kennen om troepen het (Noord)
Afrikaanse theater van de oorlog in te sturen ...... Het was niet nodig te
reizen om de wereld te leren kennen'. Ten slotte functioneerde May s
geschriften voor Hitler wat boeken en verzendingen van Van
Oppenheim betekend hadden voor de Kaiser, waardoor hij het gevoel
kreeg dat hij alles wat nodig was te weten over de Arabieren en de
islam al kende. May heeft zelfs van Oppenheim ontmoet in Caro
ontmoet in 1899. In van Oppenheim s huis in Bab al-Luq, spraken zij
uitgebreid over Midden-Oosten heersers, moslim broederschappen en

stammen. May was gefascineerd door 'de consul' zoals hij de


diplomaat noemde en van Oppenheim was ook onder de indruk, en
beschreef May als zo mooi, lang en met een volle blonde baard. May
was vertrouwd met de boeken van Van Oppenheim en leek daaruit te
putten voor zijn eigen romans. Net zoals May s held Kara Bin Nimsi
zijn Arabische moslim dienaar al Haii kalief Umar Bin kalief leidde,
zou Hitler dromen hetzelfde te doen voor de moslims en Arabieren in
het algemeen. Vanuit Hitler' s perspectief leken Arabieren trotse
woestijn krijgers bij wie je een glimp kon opvangen een echo van de
oude Germaanse stammen, de ideaal groep waarvan Hitler wilde dat
zijn Arirs dit zouden evenaren. In 1939 zou Hitler een Saoedische
gezant vertellen dat zijn sympathie en steun voor de Arabieren was
begonnen met het lezen van May s romans in zijn vroege jeugd. Hoe
karakteriseerde May de Arabieren.? In zijn werk praten ze veel maar
doen niet wat ze zeggen. Sommige zijn helden, sommige zijn lafaards,
maar ze zijn allemaal zeer religieus zijn-Islam is de belangrijkste
kracht die hen drijft- en ze willen iedereen naar hun godsdienst
bekeren. De strategische invoer van deze gelijkenis was voor Hitler,
net als bij van Oppenheim en de Kaiser, het idee dat wanneer men zich
met de Islam zou verbinden, de politieke sleutel tot succes was in de
regio.
Als eerste kreeg hij een sterke opvoeding in de Islam. Al-Husaini
werd geleerd om de hele al-Qur'an te onthouden en maakte als een
tiener de bedevaart naar Mekka, zijn moeder begeleidend naar de
heilige stad in 1913. Hij had de juiste connecties om een hoog
islamitisch geestelijke te worden, was erfgenaam van n van de
meest krachtige clans van het gebied waarvan de leden vaak dergelijke
posities hielden. De familie al-Huasaini beweerde van een adellijke
afkomst te zijn, volgens zowel de Arabische als islamitische
bepalingen, van Mohammed zelf. Er werd gezegd dat ze West-Arabi
hebben verlaten voor Jaffa en in 1380 zich te hebben gevestigd in
Jeruzalem. Vanaf die tijd diende de gezinsleden vaak als

burgemeesters of, zoals de vader van al-Husaini en zijn broer Kamil,


als moefti's van Jeruzalem.

Vertaling Jolanda Mollema


Bewerking Yaakov Siepman
https://www.scribd.com/doc/292803135/nazis-islamisten-en-hetontstaan-van-het-moderne-Midden-Oosten

https://www.scribd.com/doc/292891008/Nederlands-Hftstuk-1-NazisIslamists-And-the-Making-of-the-Modern-Middle-East

You might also like