Ned HFTST 2 Deel 2 Nazi Islam

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 10

Nazis, Islamieten en het ontstaan van het moderne Midden Oosten.

Barry Ruben _ Wolfgang G. Schwanitz.

De Christelijke imperialistische strategie van Islamitische


Revolutie. Deel 2 van 2

Toch overdreven Ottomaanse vertegenwoordigers systematisch de religieuze


autoriteit van de sultan om zo de Kaiser te laten denken zoals hij deed.
Zodoende vertelde Shaikh Abdallah de Kaiser, een geestelijke op de Ottomaanse
loonlijst, dat 300 miljoen moslims over de hele wereld de sultan zagen als hun
geestelijk leider en nu ook de Duitse monarch zagen als hun vriend. De Kaiser
was zo onder de indruk van dit compliment dat hij daarna het '300 miljoen' getal
als maat gebruikte van zijn invloed onder moslims. De overdrijvingen waren
echter niet allemaal aan n kant. De toespraak van de Kaiser bij Saladin s graf
werd een legende onder sommige moslims, een deel van het verhaal van de 'alHajj Wilhelm', had de christelijke keizer zo ontroerd door zijn bezoek dat hij
zich bekeerde tot de islam. Rond de kampvuren s avonds en op de markten,
werden kleurrijke details toegevoegd aan dit verhaal. Hoeveel politiek kapitaal
dit alles Berlijn gaf was onduidelijk. Maar nu heeft Duitsland een lange-termijn
strategie voor het Midden-Oosten, en n die ook winstgevend was op de korte
termijn, want Wilhelm' s reis heeft geleid tot een overeenkomst tussen Duitsland
en het Ottomaanse Rijk om spoorwegen te bouwen. Bij de eeuwwisseling was
de invloed van Berlijn aldaar stijgende en bood serieuze concurrentie tegen
Groot-Brittanni en Frankrijk. En als het gaat om de creatie van nieuwe
Saladins, trainde Duitsland de officieren van het Rijk en verkocht al wapens aan
de Ottomanen sinds 1880. Als gevolg daarvan was er een sterk pro-Duitse stem
in het Ottomaanse leger. De Britten, bezorgd over deze verbondenheid, duidde
dat soort officieren als in Duitsland gemaakt'. De gambiet van Duitsland in het
Midden-Oosten ging gepaard met de productie van een uitgebreide literatuur
over de regio, waaronder romans, reizigers rapporten, vertalingen en
wetenschappelijke geschriften. Studenten en academici stroomden door naar
Midden-Oosten studies. Tegen 1900 had Duitsland zevenenvijftig leerstoelen op
dat gebied op eenentwintig universiteiten. In datzelfde jaar ontving de Kaiser
van Oppenheim vorstelijk en feliciteerde hem om een dergelijke succesvolle

strategie te hebben voorgesteld en van Oppenheim trok zich in 1909 terug van
de diplomatieke dienst met zijn beleid als Duitsland s eigen. Maar het succes
van Duitsland in het Midden-Oosten had, zoals van Bismarck voorzag,
gevaarlijke tegenstellingen gewekt bij de Britten, Fransen en Russen. Het Britse
satirische weekblad Punch bespotte de Kaiser die een strategie volgde van
'Duitsland boven Allah', een schouwspel over het Duitse volkslied, 'Deutschland
ber alles' (Duitsland boven alles). De Britse pers publiceerde scherpe artikelen
over de Kaiser s bekering tot de islam, zoekend naar een marinebases die de
Britse voorrang uitdaagt in de Middellandse Zee, of landen overnemend in de
woorden van een kop, 'Germanen koloniseren Mesopotami!' (de naam die
wordt gebruikt voor Irak op het moment). Het idee van een Duitsondersteunende spoorweg van Berlijn naar Bagdad is uitgebreid naar Irak in
1914 hoewel het Bagdad niet bereikte tot 1940,- werd het symbool voor de
Britse en Franse dreigende invloed van hun rivaal in het gebied. De Duitsers
probeerden deze angsten te sussen, behalve op n slip na door de Kaiser door te
verwijzen naar een vaste voet van Duitsland in Mesopotami', bleven ze
volhouden dat hun strategie niet kolonialistisch was. Kanselier Bernhard van
Blow benadrukte dat Duitsland geen politieke belangen had in het MiddenOosten. Duitsland zou geen economisch monopolie zoeken in Turkije wat ook
niet het belang van Turkije was', drong een Duitse artikel er in 1898 op aan.
Sommige Europese diplomaten aanvaarde het idee dat de Duitse ambities
beperkt waren tot economische kansen in plaats van op zoek naar
nederzettingen. Later uitte de geleerden dit ook, die uitdrukkingen gebruikten als
'het imperialisme van de vrije handel' of spraken van 'ethisch imperialisme' of
'vreedzame imperialisten', waarbij het doel slechts winstgevende spoorwegen
bouwen was. Uit hedendaagse interne Duitse regeringstukken blijkt dat dit
Inderdaad waar was.

Figuur 6
De kaart toont het oostelijk deel aan van de spoorweg Berlijn naar Bagdad,
gebouwd tussen 1903-1940 en die zon duizend mijl door het hedendaagse
Turkije, Syri en Irak rijdt. Een langdurige Duits project voor het verkrijgen van
invloed in de regio, wat de achterdocht wekte van al haar imperialistische
rivalen.
De Duitse economische push ging veel verder dan de bouw van een spoorlijn. In
1906 werd de Duitse Orint Bank gevestigd in Berlijn, onder leiding van twee
joodse bankiers, Eugen en Herbert M. Gutmann, om zakelijke banden met het
Midden-Oosten te ontwikkelen. Het was een groot succes en werd de
toonaangevendste regionaal georinteerde bank ter wereld, met projecten in
Egypte, Marokko, Soedan en het Ottomaanse Rijk. Drie jaar later opende
Duitslands de gigantische Deutsche Bank, een vestiging in Istanbul die direct
verbonden waren met Ottomaanse financile instellingen. Het volgende jaar
bracht een deal met Britse bankrente de Deutsche Bank financiering van de
olieproductie in Iran. In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog, was Duitsland,
na Groot-Brittanni en Frankrijk, de derde grootste handelspartner van het
Ottomaanse Rijk. Deze nadruk op commercile banden, leek toen in de traditie
van van-Bismarck te zijn, die zijn afkeer voor 'Franse stijl koloniale veroveraars'
had en prefereerde in plaats daarvan economische betrekkingen. Toch sprak de
strategie tegen van-Bismarck s waarschuwing om zelfs de schijn van agressieve
intenties of anders risico oorlog te zaaien te vermijden. Om van Bismarck' s
ergste vrees tot bloei te brengen, vormden Londen en Parijs een alliantie met
Rusland in 1907, gericht tegen Duitsland. De Duitsers konden goed
beargumenteren dat dit oneerlijk was. De Fransen en Britten hadden Afrika
opgedeeld; de Russen en Britten hadden de olierijkdom van Perzi verdeeld

tussen hen terwijl Duitsland kolonies misgunt of zelfs de controle van overzeese
bronnen. Maar oneerlijke of niet, Duitsland werd gezien en uitgebeeld door
anderen als de agressieve nieuwkomer in het Midden-Oosten. De Kaiser 's
bezoek aan Marokko Maart 1905 bijvoorbeeld, was een ontmoeting met Brits en
Frans geroep over 'Duits imperialisme'. Gefrustreerd door de groeiende macht
van Frankrijk sprak Marokko de belofte van Parijs een open deur voor alle
Europese landen te behouden tegen, evenzo de Duitsers hun kanonneerboot
Panther op bezoek stuurden in Juli 1911. Deze 'sprong van de Panther', zoals
het werd genoemd in de Britse pers, zette opnieuw de alarmbellen af in Londen
en Parijs. Een nog grotere schok voor de Duitse concurrenten, zij het op basis
van een verkeerde beoordeling, was het idee dat Duitsland de volledige controle
had verworven over het Ottomaanse Rijk. In juli 1908 was er een revolutie van
de Jonge Turken, meestal Duits opgeleide jonge officieren. Velen van hen zagen
Duitsland als een rolmodel van hoe een enkele etnische groep (in die tijd was de
term die meestal gebruikt werd 'ras') zich zou verenigen in een enkele Natiestaat.
Leiders van het nieuwe regime aanbeden het hoofd van de trainingsmissie van
het Duitse leger, generaal Colmar van der Goltz, als hun vader figuur en
bekeken zijn geschriften over oorlog als heilige teksten. De Jong-Turken waren
geen islamisten, maar de modernisering van de etnische nationalisten die hun
land net als Duitsland wilden. Echter zag de Kaiser hen ten onrechte als
islamieten in de politiek en nam de revolutie als bewijs dat hij gelijk had over de
opkomst van islamitische politieke macht. Hij gebruikt zelfs de term 'islamisme'.
Als de grootmachten zich zouden blijven mengen in het Midden-Oosten,
speculeerde de Kaiser, konden de Ottomaanse sultans slechts de groene vlag van
de islam hangen en zouden de moslims in alle uithoeken van Azi en Afrika,
'Allahu Akbar' roepen en zouden christenen, althans de niet-Duitse, uit de regio
verdreven worden. De Kaiser dacht dat, als dit waar was, het met de christenen,
althans de niet Duitse, in de Ottomaanse landen gedaan was. Maar het idee dat
christenen en andere minderheden kunnen worden-afgeslacht zoals met de
Armenirs en Grieken was gebeurd verschillende keren in de laat negentiende
eeuw, heeft de Duitse strategie van de bevordering van Islamisme en
bondgenootschap met de Ottomanen niet ontmoedigt. Een van de meest
krachtige Jonge Turken was Ismail Enver Pasha, militair attach in Berlijn van
1908-1911 en een sterke Duitsgezinde. Hij werd minister van oorlog in 1913 en
n van de regerende Young Turk trojka op de leeftijd van eenendertig. Als
gevolg daarvan, werden de relaties tussen Duitsland en het Ottomaanse Rijk
strakker dan ooit. In december 1913 kwam General Otto Liman van Sanders met

veertig officieren om inspecteur-generaal van het Ottomaanse leger te worden.


Hij reorganiseerde het en zette Duitse adviseurs in sleutelposities. Zo werd de
weg geffend voor de Eerste Wereldoorlog: Duitsland zou zijn rol spelen met de
Ottomaanse moslims en hoopten dat de oproep van de sultan voor de jihad de
Franse en Britse kolonies van Algerije zou destabiliseren via Egypte helemaal
door naar India. De geallieerden zouden reageren door het nationalisme van de
Arabieren, Joden en Armenirs te steunen. De meeste Arabische officieren
bleven trouw aan de Ottomanen maar over het algemeen was de geallieerde
strategie veel succesvoller. Maar in de geschiedenis is er altijd een langere
termijn. Nog voor de eerste daad-een eerste wereld oorlog- van het drama
begonnen was, werd een scenario voorbereid voor de tweede ronde. Twee jonge
mannen benvloed door het beleid van de Kaiser zouden een centrale rol spelen
in de toekomstige ontwikkelingen. De eerste was een jonge Oostenrijker
genaamd Adolf Hitler. Geboren in 1889, hetzelfde jaar dat de Kaiser voor het
eerst de Ottomanen bezocht, kwam hij in Wenen aan om schilderkunst te
studeren. Als middelbare school drop-out, zakte hij voor het toelatingsexamen
voor de Academie voor Schone Kunsten. Boos, bitter, en zonder beroep, richtte
hij zijn aandacht op de architectuur, theater en politiek. Opgegroeid in een dorp,
werd hij gefascineerd door keizerlijke gebouwen van Wenen zoals het Museum
Hof, de opera en het parlement. Urenlang staarde hij naar de horizon en voelde
een 'betovering van het Duizend-en-n-nacht' . Hitler voelde zich verrassend
vaak aangetrokken tot beelden uit het Midden-Oosten en het Midden-Oosten is
de meest verwaarloosde invloed op het denken van deze meest bestudeerde
persoon in de moderne geschiedenis. Hij stond te popelen om zijn leven te
wijden aan een hogere missie. Maar wat zou dat zijn? Met zijn niet zon
indrukwekkende lichaamsbouw, onvaste ogen, bleke gezicht en neiging tot
tierende monologen, leek hij de meest onwaarschijnlijke persoon ooit om een
grote rol te spelen in publieke gebeurtenissen. Hitler leefde in een armenhuis
gebouwd door donaties van twee Joodse families, het echtpaar Gutmann, die de
Duitse Orint Bank had gevestigd, en de Rothschilds. De worstelende schilder,
gewend aan een grondig etnisch Duits milieu, kreeg een cultuurschok in de
kosmopolitische stad waar Duits, Tsjechisch, Italiaans, Roemeens, Hongaars,
Jiddisch en Russisch werd gesproken in de straten en zelfs het Parlement. Voor
hem, was Wenen een ' Babylon van talen en rassen' zonder samenhang. Hij zag
de stad die hem in feite had afgewezen gevuld met 'vuiligheid, prostitutie en
tuig'. Waarom was hij verarmd en werd zijn genialiteit niet gezien, terwijl al die
anderen zich voordeden als heren die rijkdom en eer onder zich verdeelden?

Het antwoord dat hij vond was dat de steden gevaarlijke gemixte taal zones'
waren en dat die 'de-germanisering' van het leven heeft geleid tot 'Judasering,
Slavisering, bastaardering en ver-negering'. Met het oog op het nabijgelegen
Duitse Rijk, dacht hij over een 'Arisch en pan-Duitse' alternatief 'raciaal
zelfbewustzijn', benvloed door Charles Darwin de oorsprong van Soorten. De
sfeer in Wenen voedde deze opstellingen. Hij woonde debatten bij over de
'zigeuners pest' en hoorde voorstellen om ze gedwongen naar werkkampen te
sturen met tattoo nummers op hun armen. In eerste instantie was hij gunstiger
gestemd richting de Joden en zag ze als de eerste geciviliseerde natie die van
polythesme naar monothesme gingen, als intelligente mensen die elkaar
ondersteunden en slaagde in de politiek en cultuur. Wanneer Joden arriveren die
gevlucht zijn voor de Russische pogroms, ontmoet Hitler voor het eerst een
orthodoxe Jood in een zwarte kaftan en vroeg zich af: 'Is dit een jood of een
Duitser? Hij miste een kans zijn ambitie voort te zetten om kunstenaar te
worden, toen hij schrok dat hij door een joodse professor Alfred Roller werd
genterviewd. Hitler concludeerde dat noch assimilatie of bekering een Jood
kan veranderen in een niet-Jood; Joden in verband bracht met het socialisme,
het marxisme en anti nationalistisch denken en geloofde in een sociaal
darwinisme waarbij het sterkste ras overleeft en de zwakken uitvallen'. Hitler
beschreef zichzelf als een 'fanatieke Duitse nationalist'. Dit alles is veel
besproken, maar minder naar waarde geschat is een ander element in zijn
evolutie: een romantische fascinatie voor het Midden-Oosten en met de islam.
Een belangrijke rol werd gespeeld door Karl May, dezelfde man wiens
avontuurlijke verhalen over het Wilde Westen en het exotische Oosten
Friedrich Rosen sarcastisch vergeleek met van Oppenheim s ideen over het
in de hand werken van jihad. In May' s boeken, die Hitler liefdevol verslond,
ontdekte hij de wereld van de moslims, Turken en Arabieren die 'de magische
spreuk uitoefenden' van Mekka, zoals hij later memoreerde. Hij was verknocht
aan zulke boeken als Een tocht door de woestijn, en las zelfs 's nachts bij
kaarslicht of met een vergrootglas met behulp van de maan als zijn lantaarn.
May werd geboren in 1842 in een arm arbeidersgezin met veertien kinderen, van
wie negen stierven voor de volwassenheid. Zijn carrire als leraar werd vernield
door een beschuldiging dat hij een horloge van een collega had gestolen. Na
tweemaal gevangen gezet te zijn en een zenuwinzinking te hebben gehad begon
hij in de gevangenis te schrijven in de jaren 1870. Zijn verbeelding steeg
grenzen voorbij wanneer hij verhalen verzon over mensen van ver en
dramatische avonturen die zijn Duitse helden tegenkwamen. Voor zijn Midden-

Oosten romans, creerde May een eerste-karakter als Duitse verteller, Kara Bin
Nimsi en zijn moslim dienaar al-Hajj kalief Umar. Achter elkaar reisden ze via;
De olie Prince (1877), Reisavonturen in Koerdistan (1882) , De drieluik In het
Land van de Mahdi (1891-1896), Van Bagdad naar Istanbul (1892), De zwarte
Perzische (1892) en In de woestijn (1892). In 1899 reisde May daadwerkelijk
door het Midden-Oosten. Hitler' s fascinatie met May versterkte toen hij een
lezing door de auteur bijwoonde in Maart 1912. In een discussie terug in zijn
hostel die avond, verdedigde Hitler de literaire kwaliteit van May s werk. Tien
dagen later overleed May plotseling. Hitler leek zich de begunstiger van May s
laatste boodschap te voelen evenzo de erfgenaam van zijn visie.
May verkondigde geen politieke doctrine. Onder zijn fans waren de humanitaire
zendeling dokter Albert Schweitzer, de antifascistische schrijver Herman Hesse
en de Joodse natuurkundige Albert Einstein. May bewonderde de Indianen, had
geen duidelijke antisemitisch vooroordeel en schreef invoelend -alhoewel met
overmatige fantasie-over een breed scala van niet-Europese volkeren. De enige
joodse karakter in May s boek Een tocht door de woestijn, is echter Sir David,
een verengelste Jood die een Brits-agent is. Hitler zou Groot-Brittanni en de
Joden later zien als zijn gezamenlijke vijand. May zelf was iets van een pacifist,
die aan het einde van zijn carrire een wat mystieke, utopische geest bleek.
Terwijl hij schreef over geweld, benadrukte hij dat zijn helden alleen iemand
zouden doden als het absoluut noodzakelijk was. Inderdaad, de enige keer dat
Hitler May zag spreken over deze zienswijze was via de titel van zijn lezing;
Opwaarts naar het Rijk van de Nobele Man', op basis van zijn mystieke idee
van hoe iedereen zich van materialistische Ardistan kon verlichten (pidgin
Arabisch voor het land van de aarde) naar het adellijke Jinnistan (May' s
pseudo-Arabisch voor het hoge land van de geest). Terwijl men kan zien hoe dit
mystieke idealistische denken speelde in het latere nazisme, zou May s
moralistische gedachte sterk verdraait moeten worden om dat ook te zijn. De
belangrijkheid voor Hitler van May toen, had niets te maken met de ideologie
van het nazisme als zodanig, maar met een aantal andere aspecten van zijn werk,
meer in verband met de tactiek, de stijl en wat idealisering van de stam zou
kunnen worden genoemd. De basis van beide May' s Midden-Oosten en Westromans was altijd hetzelfde. Een groep van adellijke, dappere inboorlingen
vechten tegen lokale, tribale vijanden. De Duitse ontdekkingsreiziger maakt een
alliantie met hen om hun vijanden te vernietigen. Dit was het model dat Hitler
zou gebruiken in het vrienden maken met Arabieren en moslims door hen te
helpen tegen de Joden. Een ander effect van May op Hitler en veel van zijn

latere volgelingen was om hun Walter Mitty-achtige hoofden te vullen met een
dorst naar avontuur, het breken van het flegmatieke burgerlijk conformisme dat
zo sterk aanwezig was in de Duitse samenleving. In deze context zou Hitler zelfs
van May' s gebrek aan ervaring met de plaatsen en volkeren waarover hij schreef
een plus maken. Jaren later vertelde hij senior assistenten dat May' s schrijven
bewees dat 'Het niet nodig was om de woestijn te kennen om troepen het
(Noord) Afrikaanse toneel van de oorlog in te sturen ...... Het was niet nodig te
reizen om de wereld te leren kennen'. Ten slotte functioneerde May s
geschriften voor Hitler wat boeken en berichten van Van Oppenheim betekend
hadden voor de Kaiser, waardoor hij het gevoel kreeg dat hij alles wat nodig was
te weten over de Arabieren en de islam al kende. May heeft zelfs van
Oppenheim ontmoet in Caro ontmoet in 1899. In van Oppenheim s huis in Bab
al-Luq, spraken zij uitgebreid over Midden-Oosten heersers, moslim
broederschappen en stammen. May was gefascineerd door 'de consul' zoals hij
de diplomaat noemde en van Oppenheim was ook onder de indruk, en beschreef
May als zo mooi, lang en met een volle blonde baard. May was vertrouwd met
de boeken van Van Oppenheim en leek daaruit te putten voor zijn eigen romans.
Net zoals May s held Kara Bin Nimsi zijn Arabische moslim dienaar al Haii
kalief Umar Bin kalief leidde, zou Hitler dromen hetzelfde te doen voor de
moslims en Arabieren in het algemeen. Vanuit Hitler' s perspectief leken
Arabieren trotse woestijn krijgers bij wie je een glimp kon opvangen een echo
van de oude Germaanse stammen, de ideale groep waarvan Hitler wilde dat zijn
Arirs dit zouden evenaren. In 1939 zou Hitler een Saoedische gezant vertellen
dat zijn sympathie en steun voor de Arabieren was begonnen met het lezen van
May s romans in zijn vroege jeugd. Hoe karakteriseerde May de Arabieren.? In
zijn werk praten ze veel maar doen niet wat ze zeggen. Sommige zijn helden,
sommige zijn lafaards, maar ze zijn allemaal zeer religieus zijn. Islam is de
belangrijkste kracht die hen drijft- en ze willen iedereen naar hun godsdienst
bekeren. De strategische invoer van deze gelijkenis was voor Hitler, net als bij
van Oppenheim en de Kaiser, het idee dat wanneer men zich met de Islam zou
verbinden, dat de politieke sleutel tot succes was in de regio.
Als eerste kreeg hij een sterke opvoeding in de Islam. Al-Husaini werd geleerd
om de hele al-Qur'an te onthouden en maakte als een tiener de bedevaart naar
Mekka, zijn moeder begeleidend naar de heilige stad in 1913. Hij had de juiste
connecties om een hoog islamitisch geestelijke te worden, was erfgenaam van
n van de meest krachtige clans van het gebied waarvan de leden vaak
dergelijke posities hielden. De familie al-Huasaini beweerde van een adellijke

afkomst te zijn, volgens zowel de Arabische als islamitische bepalingen, van


Mohammed zelf. Er werd gezegd dat ze West-Arabi hebben verlaten voor Jaffa
en zich in 1380 in Jeruzalem te hebben gevestigd. Vanaf die tijd diende de
gezinsleden vaak als burgemeesters of, zoals de vader van al-Husaini en zijn
broer Kamil, als moefti's van Jeruzalem. Ook toen leerde hij andere
vaardigheden. In een land dat nog steeds onderworpen werd aan de Ottomaans
Turkse taal, kreeg hij privlessen in Arabisch en Arabische geschiedenis, hem
dus voorbereiden op de Arabische nationalistische beweging. Hij leerde Frans
van katholieke priesters, waardoor hij kon communiceren met Europeanen
zowel taalkundig als sociaal. Later zou hij naar Hitler schrijven in het Frans met
een fijn handschrift. Een ander voordeel was in dit verband dat Amin er zelf
Europees uitzag, met lichte huid, blauwe ogen en een rode baard.
Na zijn vroege opleiding, werd al-Husaini naar al-Azhar in Caro gestuurd om te
studeren, de meest invloedrijke islamitische universiteit in de islamitische
wereld. Hij zat ook op cursussen aan de Caro Universiteit. Al-Husaini begon
ook met politiek activisme, en in 1914 organiseerde hij een bijeenkomst van
twintig Arabieren om een antizionistische groep te vormen. Zoals Hitler de oude
antisemitische concepten had gerfd en deze omvormde, zo deed al-Husaini dat
ook. Hem werd in zijn religieuze onderwijs verteld hoe Joden het heilige boek
welke ze van God hadden gekregen hadden beschadigd en dat ze weigerden
Moslim te worden, en hoe Muhammad-wiens handelen altijd gedefinieerd zijn
als rechtvaardig-Joodse stammen afslachtte, de mannen doodde, de vrouwen en
kinderen verkocht in slavernij, en alle Joden uit-Arabi uitgezet had. Al-Qur'an
vertelde hem geen vrienden met hen te worden of ze vertrouwen.
Een van al-Husaini leraren was de toen leidende Arabische intellectueel die
islamisme, nationalisme en modernisering vermengde. De Syri-geboren Rashid
Rida voerde aan dat door het aannemen van bepaalde elementen van de moderne
wereld en zich te verenigen, moslims het overrompelende Westen konden
weerstaan en terug keren naar het vroege Mohammedanisme van de gouden
eeuw. Amin kregen ruzie met zijn vader, die meer een traditionalist was en niet
van de politisering van de Islam hield die deze nieuwe islamitische beweging
produceerde.
Terug in Duitsland werd, na het pensioen van Van Oppenheim van het ministerie
van buitenlandse zaken, zijn plaats als Kaiser s belangrijkste adviseur over de
Islam en het Midden-Oosten opgevolgd door Ernst Jckh. Deze jonge man,
geboren in 1875 had veel van zijn carrire in de journalistiek doorgebracht en

was niet echt een academische deskundige, sprak weinig of geen Turks, maar
was een sterke liefhebber van het Ottomaanse regime en in het bijzonder de
jonge Turken. Jckh was sinds 1902 de organisator voor Duitslands liberale
beweging. Hij zag de jonge Turken als zielsverwanten, hervormers toegewijd
aan constitutionalisme en modernisering. Er zat waarheid in dit concept, maar ze
waren ook militaristische en chauvinistische nationalisten, aspecten die hij niet
begrepen. Aangezien Duitsland maar over enkele moslims regeerde, stelde
Jckh zich voor dat ze weinig te vrezen hadden voor een jihad tegen de
Europese Christelijke overheersing. In augustus 1914, toen de oorlog begon,
schreef hij dat zodra de Ottomaanse sultan-kalief een jihad verordende, islam
zich tegen Groot-Brittanni, Frankrijk en Rusland zou keren. In Iran staan tien
miljoen moslims klaar om Rusland en Engeland binnen te vallen. Rusland
regeert over meer dan 20 miljoen moslims die zich tegen haar kon keren.
Londen moet rekening houden met 100 miljoen Afro-Aziatische moslims, onder
hen 60 miljoen in India. Het zal een wereldoorlog worden van Marokko door
India en Iran tot de Kaukasus. De fase is ingesteld 'voor het machtige zwaard
van de Islam'. Het leek dat de Kaiser de droom van een tweede front in het
koloniale achterland dat Duitsland naar de overwinning zou brengen zou worden
gerealiseerd. Was dit zo?
Vertaling Jolanda Molleman
Bewerking Yaakov Siepman

You might also like