Professional Documents
Culture Documents
Fragment Romeo en Julia
Fragment Romeo en Julia
sterrenhemel
Julia wordt zichtbaar
ROMEO
Kan het zijn dat een echt lichaam uit een droom ontstaat?
Kan huid zo blank zijn dat ze je met zoete blindheid slaat?
Ben jij een nieuwe zon?
Laat mij dan van je warmte drinken.
Kom op en dood de maan
die als een galblaas in de lucht hangt,
vaal en ziek.
Aanbid die maan niet, huil niet
naar dat leverkleurig oog.
Dat oog dat jou zonder te knipperen volgt
omdat het hoopt iets van jouw schoonheid te stelen.
Zoals ook de sterren drinken van je ogen
en zo zat zijn van je ogen
dat ze de hemel oplichten,
zodat de vogels de nacht voor een dag nemen
en zingen, zingen.
Uit ivoor ben je gesneden.
Vliesdun.
Teer.
Je gezicht als een bloem oprijzend uit de vaas van je hals.
Wie heeft die roos laten bloeien in je gezicht?
Wie heeft die lippen zo gemaakt
dat ze passen bij die van mij?
Dat ze me opvullen met zoete pijn.
Alsof ik mijn mond heb gebrand
en met elke kus meer verlang naar het vuur.
Wie heeft dat lichaam van jou zo geboetseerd
dat het precies in mijn handpalmen past?
Kijk hoe ze haar hoofd
in de kom van haar handen legt.
Was ik maar een handschoen aan die vingers.
Tebaldo cirkelt om een imaginair lichaam als een minnaar /
moordenaar
ondertussen trekt hij zijn kleren uit zoals bodybuilders dat doen
hij zal allerlei oefeningen uitvoeren die zijn spieren laten zwellen
hij zal zich oppompen met bloed / haat als een bodybuilder
hij zal van zijn lichaam een moorddadig wapen maken
JULIA
Romeo.
Romeo Montecchi.
Een naam, zacht als room voor mijn tong
en tegelijk bitter als venijn.
Waarom heet hij Romeo
Montecchi?
Een naam die hier, in dit huis, de messen
te voorschijn tovert.
Montecchi. Montecchi.
Het geluid van lemmeten die scherp gewreven worden
op leren riemen.
Ik werd geboren om hem te haten.
Hun soort: brak water. En wij? Vuur.
Nee.
Zijn woorden zetten mj in vuur en vlam.
Romeo Montecchi.
Ontken je vader.
Ontdoe je van je naam.
Als jij niet wilt, zeg dat je mij bemint
en ik ben niet langer een Capuletti.
Want wat is een naam?
Toch geen hand, geen gezicht, geen lichaamsdeel.
Alsof een roos niet even zoet zou geuren
mochten we haar anders noemen.
Wie is daar?
ROMEO
Ik had een naam.
Maar die heb ik afgelegd.
Zoals wie ik liefheb, wil ik heten.
Ik ben maar een pelgrim.
JULIA
Jij?
Montecchi?
ROMEO
Dat was ik, ja.
JULIA
ROMEO
Jouw ogen zijn scherper dan hun messen.
ROMEO
Kom dan naar beneden
en leg me het zwijgen op.
JULIA
Ssst.
Eerlijk, Romeo Montecchi.
Hou je van mij?
Ja?
Luister goed. Doe alsof je dit niet hoort.
Ik ben verliefd.
ROMEO
Als mijn hart zich ooit van je afkeert
JULIA
ROMEO
Zoals wij?
JULIA
ROMEO
Kijk.
Mijn mond.
JULIA
ROMEO
Ik herinner me de smaak.
En hier, mijn vingers
JULIA
Ja. Je vingers.
Wat is dat?
Ga weg, Romeo. Ga Slapen.
ROMEO
Ik wil bij je komen.
Ik wil mijn woorden voelen.
En kus.
JULIA
ROMEO
Laat mij dan die woorden proeven.
VOEDSTER
Julia!
JULIA
ROMEO
Negen uur?
JULIA
Goed.
Nog zeven uur.
Ik wilde je nog iets vragen,
maar ik ben vergeten wat.
ROMEO
JULIA
VOEDSTER
Julia! Julia!
JULIA
Nee.
Het is beter dat je gaat.
Maar ga niet verder dan ik wil.
Vergeet het niet.
Je bent van mij.
ROMEO
Vogel in een kooi.
JULIA
ROMEO
Doe maar.
VOEDSTER
Julia!
TEBALDO
Dag jongen.
Niet de kleren maken de man,
maar de spieren.
Die kabels onder je vel.
Die inwendige kleren.
Die zich volpompen met bloed.
Die hard zijn als een boksbeugel.
Scherp als een machete.
Zie je mij?
Vind je mij mooi, Montecchi?
Ik heb me voor jou mooi gemaakt.
Als een beeldhouwwerk.
Gladgewreven marmer.