Levensverhaal

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Ik wilde niemand kwaad doen, ik was gewoon een avonturier

Fragmenten uit het levensverhaal van Adriaan Kuyper [gefingeerde


naam, AS], opgetekend door Aagtje Smid
@ 2014

[]
Legioen Speer
In het najaar van 1944 werd het openbaar vervoer van Nederland lamgelegd. Er
was geen eten meer, geen drinken meer, theaters waren dicht, alles was kortom
lamgelegd. Toen ik begin 1945 door Amsterdam liep, kwam er een groep jongelui,
Hollanders, aangemarcheerd. Als je met ze meeging kreeg je brood en worst, zo
vertelden ze. Daarmee lokten ze je. Vanuit treinstation de Rietlanden in
Amsterdam vertrokken treinen richting bestemming onbekend. Ik ging mee,
vanwege het eten dat in het vooruitzicht was gesteld. En vanwege het avontuur,
dat ook.
Via Groningen kwamen we in Duitsland; de eerste overnachting was in
Paderborn. Vervolgens hebben we er drie dagen over gedaan om in Berlijn aan te
komen. Dat ging met horten en stoten: er waren zoveel bombardementen dat de
trein onderweg noodgedwongen veel stil stond. Er werd veel s nachts gereden.
Aankomst in Berlijn: 20 of 25 januari 1945.
Het bleek dat ik me bij het Legioen Speer had aangesloten, bij een afdeling die
stellingen, kazenmatten en loopgraven etc. moest bouwen. Dat heb ik absoluut
niet in de gaten gehad. Het Legioen Speer is een onderdeel van het
Transportkorps Speer, waarvan het personeel bestond uit Europese, niet-Duitse
vrijwilligers die voor het nationaalsocialisme streden. Ze moesten een
persoonlijke eed op Hitler zweren. Het Legioen bestaat nog steeds: elk jaar
marcheren ze tijdens de nationale feestdag Quatorze Juillet door Frankrijk.

Berlijn
In Berlijn was het n grote hel. We zaten meer in de schuilkelders dan
daarbuiten, en in die kelders ontstond een groot zuurstofgebrek. In Berlijn
moesten we puinruimen. Het was verschrikkelijk, niets dan ellende. De hele stad
was platgebombardeerd en toch bleven de bommen maar komen, en overal, ook
gewoon aan de kant van de weg, lagen lijken. Stapels. De stank en chaos waren
onverdraaglijk.

[]

Op 10 mei 1945 kwam ik weer thuis, waar ik uiteraard een stevige reprimande
van mijn ouders kreeg. Later is dat, in ieder geval met mijn ouders en n broer

en n zus, wel weer goed gekomen, maar destijds was ik de schande van de
familie, het zwarte schaap. Het is zoals Merijntje Gijsen zegt: Iedereen heeft een
hekel aan me, maar ik heb het er zelf naar gemaakt Door het vertellen van
mijn levensverhaal bedenk ik me steeds meer wat voor een domme dingen ik
heb gedaan. En wat ik mijn ouders heb aangedaan. Zomaar opeens verdwijnen
Dat kan natuurlijk helemaal niet. Ik was me helemaal niet bewust van de idioterie
die ik uithaalde. Aan de andere kant heb ik geen spijt: ik wilde niemand kwaad
doen, ik was gewoon een avonturier.

[]

We hadden een heel, heel goed huwelijk. Mijn vrouw was een lieverd die altijd
voor iedereen klaar stond. Ook naar mij toe was ze altijd heel meelevend, terwijl
ze nogal wat met me te stellen had. We gaven elkaar wederzijds de vrijheid om
de dingen te doen die voor ons belangrijk waren. We hadden dan ook nooit ruzie.
Wel waren we heel verschillend. Mijn vrouw zei altijd: Jij hebt geen hersens,
omdat ik heel impulsief was en nooit ergens over prakkiseerde.

[]

Jaap [gefingeerde naam, AS] werd geboren op 6 april 1955 [gefingeerde datum,
AS]. In Opperdam [gefingeerde plaats, AS], zoals alle kinderen. Jaap was als een
paling in een emmer met snot, z ongrijpbaar, van jongs af aan al. Tegenwoordig
zouden ze het ADHD noemen nou, hij had het driedubbel Hij was altijd in
beweging en had altijd ongelukjes. Ook de onderwijzers konden hem niet
beteugelen. De twee oudste jongens waren heel rustig. Jaap heeft meer van mij.
Op zijn zestiende ging hij aan het werk in een fabriek, maar hij voelde zich
opgesloten. Toen is hij, nog steeds zestien, op mijn aanraden gaan varen. Wat
van de wereld zien, om zijn onrust kwijt te raken. Hij voer op Zuid-Amerika. Dan
was hij zes weken weg en een paar dagen thuis. Op een gegeven moment is hij in
het scheepsruim gevallen en daarna afgekeurd. Zijn kortetermijngeheugen is
aangetast. Nu werkt hij al ongeveer dertig jaar in de schoonmaakdienst van een
bejaardentehuis hier in Alkmaar. Daar lopen ze allemaal met hem weg. Hij is erg
dienstbaar. Hij is nooit getrouwd, heeft nooit verkering gehad. Niet dat ik weet
tenminste.

[]

Van 1952 tot 1960 [gefingeerde jaartallen, AS] heb ik in een fabriek hier in
Alkmaar gewerkt. Vreselijk. Een straf vond ik het. Het zat me tot her. Ik kon niet
tegen de discipline. Ze klokten daar zelfs hoe lang je op de wc zat Toen ben ik
gaan varen. Ik werkte als scheepskok en zat op de kustvaart. Maar dat vond mijn
vrouw helemaal niks. Ze zei: Of je kiest voor mij, f voor het varen! Dat is de

enige keer geweest dat we ruzie hadden. Maar ik ben wel met varen gestopt, dat
wel

[]

Een jaar na het overlijden van mijn vrouw heb ik voor het eerst sinds jaren weer
afgesproken met Janneke [gefingeerde naam, AS], mijn eerste liefde. We hebben
al die jaren contact gehouden, dat wist niemand, ook mijn vrouw niet want ik
wilde haar niet kwetsen, maar ik belde haar eens in de twee drie maanden, en
nu zien we elkaar weer af en toe. Ze woont nu in een bejaardentehuis in Utrecht
[gefingeerde plaats, AS]. De afgelopen keer heeft mijn zoon me gebracht.

You might also like