Professional Documents
Culture Documents
Kwaliteitsreeks Nr. 121 Jaarverslag BCD 2006
Kwaliteitsreeks Nr. 121 Jaarverslag BCD 2006
Kwaliteitsreeks Nr. 121 Jaarverslag BCD 2006
Cordinatie
GMP+ : 2006 certificatie
Productschap Diervoeder
Jaarverslag 2006
Cordinatie
GMP+ : 2006 certificatie
Kwaliteitsreeks nr.121
April 2007
Productschap Diervoeder
Stadhoudersplantsoen 12
2517 JL Den Haag
Telefoon 070 370 85 03
pdv@hpa.agro.nl
www.pdv.nl
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................................................................................2
SLOTOPMERKINGEN ........................................................................................................13
Pagina 1 van 15
Inleiding
Dit rapport geeft een overzicht van de belangrijkste activiteiten van het Bureau Cordinatie
Diervoedercertificatie en controle (BCD) van het jaar 2006 met betrekking tot de certificatie
volgens het GMP+ : 2006 certificatieschema diervoedersector. De ontwikkelingen ten aanzien
van certificatie van bedrijven en acceptatie van certificatie-instellingen worden getalsmatig gerelateerd aan de voorafgaande jaren. Bovendien wordt een analyse gemaakt van een aantal
aspecten van het auditeren volgens het GMP+: 2006 certificatieschema door de certificatieinstellingen.
Het handhavingsbeleid was gedurende de afgelopen periode relatief sterk gericht op het gebruik van gecertificeerd wegtransport. Naar aanleiding van klachten bestond de indruk dat er
regelmatig gebruik werd gemaakt van niet gecertificeerd wegtransport. Naast de getalsmatige
ontwikkeling van het GMP+: 2006 certificatieschema is een kwalitatieve analyse uitgevoerd ten
aanzien van het gebruik van niet gecertificeerd wegtransport. Een analyse op basis van de
PDV database wordt toegelicht.
Ook naar aanleiding van de ervaringen van 2006, geconsolideerde CI rapportages en indrukken die zelfstandig en door derden zijn ontstaan, is een grondige analyse van de kwaliteit van
het auditeren uitgevoerd. Feitelijk is vastgesteld dat er grote individuele verschillen tussen auditoren bestaan, voor wat betreft het vastleggen van tekortkomingen. Er zijn auditoren die bij
geen enkele audit een tekortkoming vastleggen. Anderen leggen bij elke audit meerdere tekortkomingen vast. Ook zijn er signalen dat een aantal zaken niet goed in orde zijn, die vastgesteld hadden moeten worden tijdens de GMP+ audits.
Een overzicht van de voornaamste bevindingen en analyses wordt gepresenteerd. Tevens
worden een aantal ervaringen tijdens de toezichtactiviteiten toegelicht en wordt op basis van
die ervaringen een indicatie voor het handhavingsbeleid 2007 voorgesteld.
Pagina 2 van 15
In onderstaande tabel 1 is een overzicht gegeven van het aantal gecertificeerde bedrijfslocaties per GMP standaard. Daarbij moet opgemerkt worden dat n bedrijfslocatie voor meerdere standaarden gecertificeerd kan zijn.
GMP standaard
Aantal bedrijfslocaties
2003
2004
2005
2006
2053
2950
3584
334
505
586
640
71
83
103
122
12
558
691
698
33
658
701
706
88
119
164
183
20
1290
2222
2850
271
101
179
36
23
47
98
121
11
42
50
50
2135
2815
3308
388
163
168
172
13
27
25
22
12
12
14
1131
2979
306
2635
Pagina 3 van 15
GMP standaard
Aantal bedrijfslocaties
2003
2004
2005
2006
150
555
29
110
23
15
46
Een rechtstreekse vergelijking met het aantal gecertificeerde bedrijfslocaties is moeilijk te maken vanwege de introductie van het nieuwe GMP+: 2006 certificatieschema in de loop van
2006. Een heel groot gedeelte van de bedrijfslocaties heeft het oude GMP certificaat ingetrokken om over te stappen op het nieuwe certificatieschema. Hierdoor is de presentatie van de
data over ingetrokken en nieuwe certificaten benvloed en hebben de cijfers hierover geen
waarde om een beeld te krijgen over de werkelijke ontwikkelingen ten aanzien van het GMP+:
2006 certificatieschema. Wel is gebleken dat het aantal gecertificeerde locaties is gegroeid en
thans boven de 7000 ligt.
De geografische spreiding van de GMP standaard is de afgelopen jaren toegenomen. Het
zwaartepunt van het aantal gecertificeerde bedrijfslocaties blijft liggen in Nederland en Duitsland. Nederland heeft in 2006 ten opzichte van Duitsland iets aan terrein teruggewonnen. Dit
komt vooral door de certificatie van de binnenvaart.
Ook het aantal gecertificeerde bedrijfslocaties in andere landen nam toe. Er zijn een viertal
nieuwe landen waarin gecertificeerde bedrijfslocaties zijn gevestigd: Algerije, India, Mozambique en Tanzania. Opvallend is de prille ontwikkeling op het Afrikaanse continent.
Pagina 4 van 15
2003
2004
2005
2006
Algerije
Argentini
35
34
35
42
Australi
Belgi
180
200
171
104
Bolivia
Brazili
105
123
128
129
Canada
44
32
33
35
China
13
Cuba
Denemarken
10
20
37
60
1604
2718
3614
3378
Estland
Faerer Eilanden
Filippijnen
15
15
17
Finland
Frankrijk
91
143
166
140
Griekenland
Groot-Brittanni
23
30
24
26
Hongarije
17
23
44
72
Ierland
17
16
12
13
India
Indonesi
30
28
22
17
Iran
10
Isral
Itali
10
16
Japan
Kroati
Luxemburg
10
10
13
28
Maleisi
41
53
54
54
Mauritius
12
12
Monaco
Mozambique
1668
1995
2097
2532
Nieuw Zeeland
Noord Ierland
Noorwegen
Duitsland
Nederland
Pagina 5 van 15
Land
2003
2004
2005
2006
Oostenrijk
20
27
Pakistan
12
12
24
29
Paraguay
Peru
15
29
45
Polen
12
16
20
53
Singapore
Sloveni
Slowakije
15
30
34
30
Soedan
Spanje
20
24
26
Tanzania
Thailand
34
34
18
26
Tsjechi
23
66
Turkije
Uruguay
146
129
116
87
Zuid Afrika
Zweden
10
Zwitserland
11
10
4174
5767
6865
7563
Verenigde Staten
Een positieve ontwikkeling wordt in de cijfers tot uiting gebracht. Het aantal gecertificeerde
bedrijfslocaties neemt toe en de geografische spreiding wordt versterkt met een zwaartepunt in
Nederland en de direct aangrenzende buurlanden.
Pagina 6 van 15
Geaccepteerde certificatie-instellingen
2003
2004
2005
2006
Canada
Denemarken
Duitsland
13
15
17
16
Finland
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Ierland
Indonesi
Nederland
14
14
14
12
Peru
Tsjechi
Verenigde Staten
TOTAAL
35
35
37
32
In het afgelopen jaar is het aantal geaccepteerde CIs afgenomen. Ook is de concentratie van
CIs in Nederland en Duitsland licht toegenomen. Dit werd verder versterkt doordat een aantal
CIs in Duitsland met elkaar is gefuseerd. De afname in het totale aantal wordt hier goeddeels
door verklaard. Een andere oorzaak daarvoor is de intrekking van acceptaties door het PDV op
advies van het CCvDD.
In tabel 4 is het aantal geaccepteerde auditoren naar land van vestiging weergegeven.
Pagina 7 van 15
2003
2004
2005
2006
Argentini
Australi
Belgi
Brazili
14
10
Canada
China
Denemarken
Duitsland
57
107
106
123
Estland
Filippijnen
Finland
Frankrijk
11
13
Groot Brittani
Hongarije
Ierland
Indonesi
Itali
Japan
Maleisi
Mauritius
Nederland
90
107
87
141
Nieuw Zeeland
Noorwegen
Pakistan
Paraquay
Peru
Polen
Slowakije
Spanje
Thailand
Tsjechi
10
Uruquay
Verenigde Staten
Zuid Afrika
Zweden
162
315
291
363
Totaal
Pagina 8 van 15
Het aantal geaccepteerde auditoren is in 2006 toegenomen met ongeveer 20%. De toename
heeft plaatsgevonden over de hele linie. In Nederland is sprake van een explosieve groei van
87 in 2005 naar 141 auditoren in 2006. Deze sterke toename van meer dan 50% werd vooral
veroorzaakt door de acceptatie van inspecteurs/auditoren voor de binnenvaart.
De fluctuatie in aantallen door de jaren is aanzienlijk. Ook blijkt er nogal wat verloop onder de
auditoren te bestaan. Echter, er is ook sprake van een groep auditoren die zeer stabiel genoemd kan worden en die een belangrijk aandeel in het certificatieproces hebben. Uit geconsolideerde rapportages van certificatie-instellingen is in sommige gevallen duidelijk naar voren
gekomen, dat een kleine groep auditoren het grootste deel van de audits voor zijn rekening
neemt.
Pagina 9 van 15
Toezicht op certificatieproces
In dit hoofdstuk wordt een overzicht van de voornaamste bevindingen tijdens toezichtactiviteiten en analyses van data over het certificatieproces gepresenteerd. Het betreft achtereenvolgens:
1. Geconsolideerde CI rapportages
2. Nihil gebruik van niet gecertificeerd transport.
3. Buitenlandse auditoren zijn even accuraat als hun Nederlandse collegas
4. Het GMP+ certificaat en certificatiesysteem is geen papieren tijger.
4.1
Het BCD heeft een serie CI rapportages aan het CCvDD voorgelegd. De rapportages waren
samengesteld op basis van bevindingen van CI kantooraudits, bijwoningen, parallel audits,
gegevens uit de PD database en het harmonisatieoverleg. Deze rapportages geven inzicht en
overzicht over de activiteiten van de betreffende certificatie-instelling en de kwaliteit van de
certificatiewerkzaamheden. De tekortkomingen die door het BCD werden vastgesteld in het
certificatieproces en de getroffen verbetermaatregelen geven een goed inzicht over de kwaliteit
en de aandachtspunten, die in het handhavingsbeleid van belang waren.
In een drietal gevallen heeft de geconsolideerde rapportage geleid tot het besluit van het
CCvDD om de acceptatie van de certificatie-instelling in te trekken. Het betrof twee kleinere
certificatie-instellingen, die voornamelijk vanwege hun werkvolume in het GMP+: 2006 niet in
staat bleken om aan de verplichtingen te voldoen. In n geval betreffende een grote CI bleek
het gebrek aan kwaliteit van uitvoering en het ontbrekende initiatief om verbetermaatregelen te
treffen aanleiding om de acceptatie in te trekken. In deze zaak was er sprake van ernstig in
gebreke blijven ten aanzien van het certificatieproces. Pas nadat de acceptatie was ingetrokken en een hernieuwde acceptatie op basis van een nieuwe aanvraag had plaatsgevonden,
werden de noodzakelijke corrigerende maatregelen goed ingevoerd. De werkwijze en bereidheid om verbeteringen in te voeren kan nu als zeer goed worden beschouwd.
Over het algemeen is gebleken dat de certificatie-instellingen, waarvan een geconsolideerd
rapport werd opgesteld, het certificatieproces gemiddeld goed uitvoeden. Wel is gebleken dat
er grote onderlinge verschillen bestaan tussen individuele auditoren. Aangaande hetzelfde type
audit is gebleken dat sommige auditoren nooit of praktisch nooit tekortkomingen vastleggen,
terwijl anderen zeer regelmatig tekortkomingen van de 3de en 2de categorie vastlegden. Heiruit
blijkt andermaal, dat de interne harmonisatie en het toezicht daarop, alsook het toezicht op
auditoren van groot belang is. Bovendien lijkt het wenselijk om niet alleen maatregelen te kunnen treffen ten aanzien van de gehele certificatie-instelling, maar ook maatregelen ten aanzien
van het functioneren van individuele auditoren. BCD zal een voorstel ontwikkelen voor een
meer gedifferentieerd handhavingsbeleid.
Een ander punt van aandacht bleek de norm van vijf audits per jaar per standaard. Vooral in de
randen van het geografische bereik van het GMP+ gebied bleek deze norm voor een aantal
certificatie-instellingen moeilijk uitvoerbaar. De afstanden die overbrugd moeten worden om
aan die norm te kunnen voldoen zijn aanzienlijk en zijn kostenverhogend voor de organisatie
en hun klanten.
Pagina 10 van 15
4.2
Er bestonden sterke signalen in het veld dat er regelmatig niet gecertificeerd wegtransport
wordt ingezet. Bij het PDV werden een aantal concrete klachten gemeld ten aanzien van het
gebruik van niet gecertificeerd wegtransport. Die klachten uit de markt over niet gecertificeerd
transport moeten ook als indicatie beschouwd worden, dat de markt zelf regulerend werkt. Immers het niet gecertificeerde transport werd door die ondernemingen niet geaccepteerd. Naar
aanleiding van de klachten werd overigens in het handhavingsbeleid wel nadruk gelegd op dit
onderwerp en specifiek gekeken naar de certificatiestatus van het gebruikte transport.
Uit door het BCD uitgevoerd onderzoek kan gesteld worden, dat niet gebleken is dat er regelmatig niet gecertificeerd transport wordt ingezet. Op basis van ruim 5000 audits gedurende het
jaar 2006 kan vastgesteld worden dat het gebruikte wegtransport in de GMP+ diervoederkolom
praktisch volledig was gecertificeerd. Dat marktpartijen niet gecertificeerd transport signaleren
en niet accepteren heeft een positieve werking en het gehalte gecertificeerd transport blijkt erg
hoog te zijn.
Wel blijkt dat het van belang blijft om het gebruik van rittenstaten, de correcte ladingscategorie
indeling en de juiste reinigingen te controleren. In 5% van de inspecties werd een ernstige tekortkoming bij het gebruikte transport vastgelegd. Voor plusminus 90% hadden die betrekking
op rittenstaten, ladingscategorie en reiniging van het transportmiddel. Deze aspecten verdienen voortgaande aandacht in het certificatieproces en de toezichtactiviteiten door het BCD.
4.3
Een ander aspect betreffende het GMP+: 2006 certificatieschema is het auditeren door de auditoren van certificatie-instellingen en de grote geografische spreiding daarin. Uit geconsolideerde rapportages over certificatie-instellingen is gebleken dat er grote onderlinge verschillen
bestaan tussen auditoren voor wat betreft het vastleggen van tekortkomingen. Tevens bestaat
de indruk binnen het CCvDD dat over het algemeen buitenlandse bedrijven en auditoren de
GMP standaarden minder streng en accuraat toepassen.
Het eerste aspect dat er grote verschillen tussen auditoren onderling bestaat, is komen vast te
staan op basis van gegevens uit de PDV database. Via harmonisatie wordt hier extra aandacht
aan gegeven. Dat buitenlandse auditoren minder accuraat zouden zijn, is echter niet kunnen
worden bevestigd noch weerlegd. Daarom werd een analyse uitgevoerd of dit al dan niet kan
worden onderbouwd. De analyse werd uitgevoerd met gegevens uit de PDV database betreffende checklijsten van 5 standaarden: B 1, B 2, B 3, B 4.1 en B 5.
Uit door het BCD uitgevoerd onderzoek kan worden vastgesteld dat er geen onderling verschil
bestaat tussen de gemiddelde Nederlandse-, Duitse- of overige nationaliteit auditor ten aanzien van het vastleggen van het aantal en de ernst van de tekortkomingen. De indicatoren op
basis waarvan deze analyse is uitgevoerd onderbouwen de conclusie niet dat Nederlandse
auditoren nauwkeuriger auditeren dan hun buitenlandse collegas. Daarom mag geconcludeerd worden dat de gemiddelde Nederlandse auditor en hun buitenlandse collegas even accuraat certificeren volgens het GMP+: 2006 certificatieschema, de nationaliteit van een auditor
is van geen enkele invloed op het vastleggen van tekortkomingen.
Wel blijft onverlet de indicatie bestaan (geconsolideerde rapporten certificatie-instellingen) dat
er onderling grote verschillen tussen auditoren bestaan. Echter deze observatie mag niet worden gecorreleerd aan de nationaliteit van de auditor. Het BCD blijft het harmonisatieproces
invulling geven, om de onderlinge verschillen verder te verkleinen.
Pagina 11 van 15
4.4
Een generaliserende opmerking, die wel eens door sceptici gebezigd wordt, is dat het GMP+
certificatieschema een papieren tijger is. Daarmee wordt onder andere bedoeld, dat geen
sancties worden genomen ten aanzien van bedrijven die niet aan de norm voldoen en dat de
inspecties vooral gericht zijn op het uitvoeren van procedures en de documentatie in plaats van
de kwaliteit van het product zelf. Dergelijke geluiden worden veelal niet onderbouwd, maar
hebben wel een hardnekkige persistentie in de markt. Het imago van het certificatieschema in
zijn totaliteit wordt daardoor geschaad.
Hoewel het GMP+: 2006, medio 2006 door de Raad voor Accreditatie werd erkend als volwaardig certificatieschema waarvoor certificatie-instellingen kunnen worden geaccrediteerd
volgens NEN-EN 45011, zijn de signalen van de sceptici nog niet gestild. Het normdocument
NEN-EN 45011 is de norm waaraan instellingen die product certificatiesystemen uitvoeren
moeten voldoen. Om de beeldvorming van het GMP+: 2006 schema op dit aspect realistisch te
kunnen vormgeven, werd een onderzoek uitgevoerd om op basis van feiten uit de PDV database.
Voor dit onderzoek heeft het BCD resultaten onderzocht van: 1573 audits van de B 1 standaard, 2077 audits voor de B 2 standaard, 402 audits voor de B 3 standaard, 3206 audits voor
de B 4.1 standaard en 142 audits voor de B 5 standaard geanalyseerd. In het onderzoek zijn
vooral de tekortkomingen die ten aanzien van deze standaarden zijn vastgelegd, betrokken.
Uit het onderzoek mag worden geconcludeerd dat het GMP+: 2006 certificatieschema geen
papieren tijger mag worden genoemd. De vastgelegde tekortkomingen in aantal en ook qua
inhoud duiden op een serieuze benadering van de essentie van het certificatieschema: veiligheid van diervoerder. Afwijken van de daarvoor gestelde norm leidt tot consequenties voor het
bedrijfsleven en werd in een beduidend aantal gevallen bepaald. Voor zowel de diervoederproductie standaarden als voor de diensten standaarden werden in totaal 34 categorie 1 tekortkomingen en 1977 categorie 2 tekortkomingen vastgelegd. De consequenties voor het bedrijfsleven zijn significant en komen de kwaliteit en veiligheid van het diervoeder ten goede.
Wel lijkt er voor de standaarden voor diensten zoals handel en op- en overslag een teneur te
bestaan, dat de tekortkomingen vaker voor procedurele- en administratieve zaken worden
vastgelegd. In deze standaarden bestaat er een lichte neiging dat de toepassing een administratieve en procedurele zaak blijft. Het is daarom van belang om bij de verdere ontwikkelingen
in deze standaarden (en dat geldt ook in zijn algemeenheid voor de overige standaarden) er
voor te waken dat de regelingen en verbeteringen gefocust blijven op toegevoegde waarde
voor de feitelijke voederveiligheid en dat getracht zal worden om bureaucratische aspecten tot
een minimum te beperken.
Pagina 12 van 15
Slotopmerkingen
Gedurende het jaar 2006 werd een frisse benadering in het toezicht op het certificatieproces
getoond. Inhoudelijke themas werden ingevuld en leidden tot resultaat. Ook werden individuele certificatie-instellingen op hun merites beoordeeld en consequenties daaraan verbonden
indien de situatie dat noodzakelijk maakte. Deze aanpak heeft duidelijke, positieve resultaten
opgeleverd en kent zijn doorwerking in de werkwijze van de certificatie-instellingen. Het GMP+:
2006 certificatieschema is geenszins een papieren tijger, maar een volwaardig, officieel erkend
certificatieschema met breed gedragen normen, waar bedrijfsleven en certificatie-instellingen
naar handelen. Certificatie-instellingen laten zich nu accrediteren voor GMP+: 2006 volgens
NEN-EN 45011, een proces dat afgerond wordt gedurende de tweede helft van 2007.
In de aanpak is de themagerichte handhaving een succesvolle benadering gebleken. Op basis
van signalen uit de markt en de identificatie van een problematisch onderwerp, zijn gerichte
handhavingsactiviteiten ingezet. Deze speerpuntbenadering zal voor het BCD in de toekomst
van belang blijven. De schaarse middelen kunnen op die manier op de meest effectieve en
kostenefficinte wijze worden benut. Identificatie van speerpunten zal plaatsvinden op basis
van analyses, geconsolideerde toezichtrapportages over certificatie-instellingen en signalen uit
de markt. Handhavingsspeerpunten ten aanzien van Salmonella monitoren en de toepassing
van poortwachterprincipes zijn gedentificeerd voor 2007.
De ervaringen in 2006 met het handhavingsbeleid ten aanzien van certificatie-instellingen en
de informatie uit de geconsolideerde CI rapportages leidden tot de conclusie dat een beter
gedifferentieerd handhavingsbeleid gewenst is. Het beleid dat thans beschikbaar is, is beperkt
tot het vastleggen van een tekortkoming en vervolgens het schorsen en/of het intrekken van de
acceptatie van de hele certificatie-instelling voor alle GMP activiteiten. Gebleken is, dat er grote
verschillen bestaan tussen individuele auditoren. Bovendien, is de stap erg groot van een tekortkoming van de 2de categorie zonder consequenties voor de bedrijfsvoering naar een tekortkoming van de 1ste categorie met de consequentie schorsing en/of intrekking acceptatie. Op
basis van de ervaringsfeiten gedurende het jaar 2006, is een fijner, gedifferentieerd handhavingsbeleid wenselijk. BCD zal dit ontwikkelen voor implementatie gedurende het jaar 2007.
Tot slot mag vastgesteld worden, dat het GMP+: 2006 een zeer positief jaar 2006 heeft gekend. Het aantal gecertificeerde bedrijfslocaties is gestegen tot ver boven de 7000 en nog
groeiende. Hoewel de overgang van de 2003 standaarden naar het nieuwe schema extra inspanningen en aanpassingen vergden van het bedrijfsleven en de certificatie-instellingen is de
ontwikkeling kwalitatief en kwantitatief als goed te beschouwen en maakt het schema een positieve ontwikkeling in de markt door. Zorg voor betrouwbaarheid en consistentie in het schema
blijft geboden om deze positieve ontwikkelingen vast te houden en verder te verdiepen.
Pagina 13 van 15