Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Niels van Kemenade
Klas
B
Stageschool Basisschool de Boschuil
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Levensbeschouwing
Speelwerkthema / onderwerp: Viering/uitsluiting

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Tine den Blanken-Snyers


10-3-2015
1/2B
25

Persoonlijk leerdoel: Ik ben duidelijker voor de kinderen, in de zin van wat wel en niet kan. Ik wil dat de kinderen tijdens mijn lessen alleen op mij gefocust zijn. Ik heb
de kinderen dus goed in de gaten zodat ik ze erop kan aanspreken. Ik wil dat is direct handel naar een voor de les ongepaste situatie.
Lesdoel(en): Productdoel: Kerndoel 37: De leerlingen leren zicht te
gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en
normen.
De kinderen praten over het buiten een groepje vallen, ruzie maken,
problemen oplossen, goedmaken en vriendjes maken.
Kerndoel 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke
stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een
belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met
seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder
seksuele diversiteit.
De kinderen vertellen over gebruiken thuis, bij familie en vrienden.
Procesdoel: De kinderen luisteren naar mij en naar elkaar, ze zijn dus stil
als iemand anders aan het woord is.

Evaluatie van lesdoelen: We hebben uitvoerig met elkaar besproken hoe je je voelt
als je buiten een groepje valt. Ook hebben we besproken hoe je aan iemand op een
vriendelijke manier kunt zeggen dat je liever niet hebt dat hij/zij meedoet. We
hebben ook besproken hoe je eventuele problemen hierbij kunt oplossen.
De kinderen hebben vertelt hoe zij Pasen vieren, of geen Pasen vieren. Het kwam
erop neer dat ze thuis of bij opa en oma paaseieren gaan zoeken.
De kinderen waren niet altijd even stil wanneer iemand aan het woord was, soms
werd er iets gezegd wat voor kinderen lachwekkend was, waardoor sommigen
erop door bleven gaan.

Beginsituatie:
- voorkennis en kunde: De kinderen hebben al eerder het feest Pasen meegemaakt, ook hebben een aantal kinderen het buitensluiten verhaal meegemaakt.
- betrokkenheid: Niet alle kinderen vinden het even leuk om met zijn alle een gesprek te voeren. Sommige kinderen vinden het juist leuk om in de kring een gesprek
te voeren met zn allen.
- relevante actualiteit: Het gaat over Pasen.
- didactisch instrumentarium: De kinderen hebben al eerder in de kring activiteiten gedaan.
Er zijn een aantal leerlingen die steeds de grens opzoeken, bij vragen zoals: Wat zou jij doen als je wordt buitengesloten?, kunnen vreemde antwoorden komen. Ik zal
daarop alert moeten zijn. Ook zijn er groepjes leerlingen die niet heel de les geconcentreerd kunnen zijn, omdat ze bij bepaalde kinderen zitten. Als we kijken naar de
fases van Erikson, Fowler en Oser kan ik het volgende zeggen:
-

Erikson, bij de kleuters is er een bepaald kernconflict, namelijk: ondernemingslust/sociale druk/schuld.

Fowler, bij de leeftijd van 3 tot 7 jaar is de intutief-projectieve fase. Het denkproces is vloeibaar, het kind kan en wil nog niet logisch denken. In deze fase
ontstaat het eerste bewustzijn van dood, seks en taboes. Belangrijk zijn de gevormde beelden.

Oser, in de fase bij kleuters gaat het voornamelijk over beloning en straf.

Lesverloop
Tijd
+/- 5 min.

+/- 10 min.

+/- 2 min.

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
Introduceren Ik begin de les met wat is het eigenlijk bijna?.
Wat doen jullie allemaal met Pasen. Er zullen
hier verschillende antwoorden komen verwacht
ik. Daarna begin ik met het vertellen van een
verhaaltje. 6 paashazen gaan allemaal naar de
grote paashaas. Ze gaan daar de verstopte
paaseieren zoeken. Plotseling vindt paashaas x
dat paashaas y niet meer mee mag doen, terwijl
paashaas y niets heeft gedaan. (ik neem ook
echt 6 paashazen meegenomen, wat eieren,
etc.)
Kern
Hoe zou de paashaas zich nu voelen, omdat hij
niet meer mee mag zoeken? Zou je dat lief
vinden? Waarom dan? Wie heeft dit ook wel
eens meegemaakt? Hoe voelde je je toen? Wat
deed je om het op te lossen? Daarna gaan we
praten over verschillende manieren om zon
probleem op te lossen. De oplossingen moeten
vanuit het kind komen. Ik kan sturen waarbij
nodig is.
Slot
Tot slot vertellen we even wat we besproken
hebben met elkaar, en wat de conclusies zijn
die we getrokken hebben.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen gaan na wat het bijna is, Pasen. Wat doe ik
eigenlijk als het Pasen is? Daarna luisteren de kinderen
naar het verhaal. Dit doen ze in stilte.

Materialen / Organisatie

De kinderen gaan na hoe de paashaas zich nu kan voelen.


Hoe vind ik dat, en waarom? Heb ik dit ook wel eens
meegemaakt? Hoe voelde ik mij toen? De kinderen gaan na
hoe ze zon probleem kunnen oplossen.

De kinderen zitten in de
kring. Ik heb 6 paashazen
en een x aantal eitjes.

De kinderen gaan na wat we besproken hebben en wat de


conclusies zijn die we getrokken hebben.

De kinderen zitten in de
kring.

De kinderen zitten in de
kring. Ik heb 6 paashazen
en een x aantal eitjes.

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Ik ben duidelijker voor de kinderen, in de zin van wat wel en niet kan. Ik wil dat de kinderen tijdens mijn lessen alleen op mij gefocust zijn. Ik heb de kinderen dus goed
in de gaten zodat ik ze erop kan aanspreken. Ik wil dat ik direct handel naar een voor de les ongepaste situatie.
Wat deed ik?
Ik probeerde de kinderen stil te houden tijdens mijn instructie. Tijdens de instructie wilde S. niet heel de tijd stil zijn. Ik noemde eerst zijn naam, daarna keek ik hem aan
met een mimiek van nu doe je het weer.
Welke betekenis heeft het voorgaande voor mij?
Positieve ervaringen: de kinderen konden denken vanuit eigen meegemaakte gebeurtenissen, ze konden goed indenken hoe ze zich voelde, en hoe ze het zouden
kunnen oplossen.
Wat anders ging: S. gaf als oplossing om te slaan als je niet mocht meedoen. Dus toen vroeg ik of hij dat zou doen als hij in de bouwhoek zou spelen en ik mee zou
willen doen. Toen zij hij ja. Ik vroeg toen hoe ik me dan zou voelen, wat ik zou doen? Hij zei, dat schop je toch gewoon terug. Is dit de enige oplossing S.? Ja zei hij. Ik
vroeg aan de klas of dit een goede manier van oplossen was, de klas vond van niet, U. vertelde een volgens mij/de klas betere oplossing.
Hoe nu verder?
Ik zal mijn persoonlijke doelen behouden, ik ga dus verder waar ik mee bezig ben.

Feedback mentor (inclusief handtekening)

Het verhaaltje over de Paashaas die niet mee mocht zoeken was leuk verteld. Het was jammer dat je het gesprek niet verder hebt
uitgediept door te vragen of zij ook regelmatig niet mee mogen spelen. Hoe voelt dat dan; wat doe je dan? Je moet niet over je heen laten
lopen, maar meteen duidelijk aangeven wat jij wel en niet goed vindt.
Datum:

You might also like