Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e)
Niels van Kemenade
Klas
B
Stageschool Basisschool de Boschuil
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Stellen

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Tine den Blanken-Snyers

10-3-2015
1/2B
25

Persoonlijk leerdoel: Ik ben duidelijker voor de kinderen, in de zin van wat wel en niet kan. Ik wil dat de kinderen tijdens mijn lessen alleen op mij gefocust zijn. Ik heb
de kinderen dus goed in de gaten zodat ik ze erop kan aanspreken. Ik wil dat ik direct handel naar een voor de les ongepaste situatie.
Lesdoel(en): Productdoel: Kerndoel 9: De leerlingen krijgen plezier in
het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en
informatieve teksten. De kinderen kunnen verhalende prentenboeken en
informatieve prentenboeken onderscheiden, en aangeven waarom ze dan
denken.

Evaluatie van lesdoelen: DIT IS MIJN NIET GEGEVEN LES

Procesdoel: De kinderen proberen stil te zijn wanneer iemand anders aan

het woord zijn.
Beginsituatie:
- voorkennis en kunde: De kinderen zullen wel weten wat een verhalende prentenboek is, niet iedereen zal weten wat een informatieve prentenboek is.
- betrokkenheid: Ik verwacht dat de kinderen erg betrokken zullen zijn, de kinderen vinden het leuk om voorgelezen te worden. Omdat het over het thema gaat,
verwacht ik een grote betrokkenheid.
- relevante actualiteit: De boeken gaan over het thema, de boeken gaan namelijk over de boerderij/dieren.
- didactisch instrumentarium: De kinderen zijn vaker voorgelezen, ze zitten dan altijd in de kring.
Er zijn kinderen die het lastig vinden om zo lang stil te zijn. Ik zal tijdens het boek vragen gaan stellen waar het over gaat. Wanneer ik de plaatjes zal laten zien, zullen
er kinderen blijven aangeven dat ze het niet goed kunnen zien. Kinderen kunnen dan op elkaar gaan reageren, waardoor er onrust kan ontstaan.

Lesverloop
Tijd
+/- 5 min.

Leerinhoud Didactische handelingen

Leraar
Introduceren Ik begin de les met het Na een deel
terughalen van het
voorgelezen te hebben
thema. Waar denken
van het eerste boek
we aan als we aan
start ik het verhalende
dieren denken? Ik kan prentenboek. Ik vraag
de kinderen sturen
vooraf waar de
door te zeggen: Maar kinderen aan denken
wat als een dier van de als ze de kaft van het
boerderij ziek is, waar boek zien. Daarna
gaat deze dan naar
start ik het voorlezen
toe?. Ik probeer zo
van het tweede boek.
naar het woord
dierenarts te gaan. En
waar denk je aan bij
een dierenarts? Ik start
het voorlezen.

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)
De kinderen gaan na wat het thema is en wat er allemaal bij
hoort. Ze gaan na waar ze aan denken als ze aan dieren
denken. En waar gaan ze naartoe als ze ziek zijn? De
kinderen denken mee met de gestelde vragen, ze steken
hun vingen op en mogen het zeggen als ze van mij een
beurt krijgen.

Materialen / Organisatie
We zitten in de kring, ik
heb de twee boeken bij me
die ik ga voorlezen.

+/- 15 min.

Kern

Ik ga het boek de
dierenarts voorlezen.
(niet helemaal, het
boek heeft namelijk 26
paginas en aangezien
ik nog een boek ga
voorlezen is dat wel
erg veel voor deze
groep) Het is een
informatief
prentenboek. Een
samenvatting van het
boek is: Een leuk
informatief boek over
wat er allemaal bij
komt kijken om een
goede dierenarts te
zijn. wat doet een
dierenarts, welke
kleding heb je nodig bij
dit beroep? Het boek is
geschikt voor de
kleuters. Tussentijds
stel ik vragen aan de
kinderen over het
boek, zo probeer ik de
aandacht erbij te
houden.

Ik ga het boek Dikkie

dik op de boerderij
voorlezen (deze lees ik
helemaal uit, het boek
heeft namelijk maar 10
paginas). Een
samenvatting van het
boek is: Er komt een
moment in het leventje
van alle baby's dat
'kiekeboe!' het
favoriete spelletje is.
Jezelf verstoppen,
papa of mama die zich
verstoppen, een
knuffel die opeens van
onder de tafel te
voorschijn komt - het
blijft leuk. Dit
kartonboekje speelt
hier slim op in met
spannende flappen die
kinderen zelf kunnen
omslaan, met
daarachter herkenbare
dieren of. hun eigen
vriendje Dikkie Dik, die
achter de laatste flap
verstopt zit en echt
begint te miauwen!
Tijdens het lezen stel
ik de kinderen af en
toe wat vragen, om zo
de aandacht erbij te
houden.

De kinderen lezen naar het verhaal dat wordt voorgelezen.

Als ik een vraag stel gaan ze na wat het antwoord kan zijn,
als ze het weten steken ze hun hand op en mogen het
antwoord zeggen als ze een beurt van mij krijgen. Wanneer
iemand anders aan het woord is, is de rest stil.

We zitten in de kring, ik
heb het boek bij me dat ik
ga voorlezen.

+/- 3 min.

Slot

We bespreken kort waar de boeken over

De kinderen gaan na waar de verhalen over gingen. Daarna
gingen, daarna gaan we kijken wat voor verhaal gaan ze na wat voor soort verhaal het was.
het is. Wat wordt er besproken? Zou het dan
iets zijn om van te leren, of gewoon omdat het
leuk is om te leren.

We zitten nog steeds in de

kring.