Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 48

Practicumboek blok 2.

7
Arbeidsrecht

Inhoud
INLEIDING ............................................................................................................ 4
DOELSTELLING ....................................................................................................... 5
ACTIVITEITEN TIJDENS HET BLOK ............................................................................... 6
VOORKENNIS ......................................................................................................... 7
BEOORDELING ........................................................................................................ 8
DOSSIER 1: POSTARBEIDER OF POSTONDERNEMER? ...................................................... 9
DOSSIER 2: EEN KAT IN HET NAUW ........................................................................... 19
DOSSIER 3: MET EEN SLOK OP ACHTER HET STUUR..? .................................................... 29
VERVANGENDE OPDRACHT: EEN JUISTE NORM? ............................................................ 44

Inleiding
Het vaardighedenonderwijs staat dit blok (evenals volgend blok) in het kader van de Moot
Court. Een aantal van jullie zal dit blok deelnemen aan de pleitworkshops en de
eindzittingen van de Moot Court. Ter ondersteuning van en ter voorbereiding op het pleiten
voor de Moot Court, zal in de practica voor dit blok aan de hand van arbeidsrechtelijke
dossiers geoefend worden met het schriftelijk beargumenteren en bepleiten van een zaak.
Dit practicumboek bevat drie arbeidsrechtelijke dossiers die het uitgangspunt vormen voor
de practica. Elk dossier heeft een verschillend onderwerp, te weten:
1. Kwalificatie van de arbeidsovereenkomst
2. Werkgeversaansprakelijkheid
3. Ontslagrecht
Dit blok is zo opgebouwd dat de onderwerpen waar je in de practica mee te maken krijgt,
eerst aan de orde zijn gekomen in het onderwijs dat je volgt. Je wordt dus geacht
inhoudelijk voorbereid te zijn op de practica, zodat je je kunt concentreren op de
vaardigheid om uit een dossier de juiste informatie te halen afhankelijk van het
standpunt dat je verdedigt en dat standpunt vervolgens op een juiste wijze te
onderbouwen. Bij ieder dossier hoort namelijk een schrijfopdracht die je dient te maken.
Het oefenen met deze dossiers en het pleiten voor de Moot Court geven je voor het eerst
echt een kijkje in de keuken van een praktijkjurist. We hopen dat jullie hier veel plezier
aan zullen beleven!

Doelstelling
Na deze practica kun je:
Een (fictief) arbeidsrechtelijk dossier beoordelen vanuit een bepaald perspectief en op
basis daarvan een notitie, een advies en een conceptvonnis schrijven.

Activiteiten tijdens het blok


Zoals in de inleiding al vermeld, bevat dit practicumboek drie dossiers. Bij elk dossier hoort
een schrijfopdracht. Iedere week, behalve in de eerste week en de laatste week van het
blok, dien je een schrijfopdracht te uploaden. De eerste keer de schrijfopdracht bij dossier
1, de tweede keer de schrijfopdracht bij dossier 2, enzovoorts. Je mag de schrijfopdrachten
thuis maken op een moment dat jou dat uitkomt, zij het dat aan iedere schrijfopdracht
wel een upload-deadline verbonden is.
De schrijfopdrachten dienen steeds uiterlijk maandagavond 23.59u. te worden gepload
op LawWeb in de daarvoor aangemaakte uploadboxen. Zorg ervoor dat je in de koptekst
van het document je studentnummer, je naam en het nummer van het practicum invult.
Datzelfde doe je als je je document een naam geeft, voor je het op LawWeb zet. Gebruik
ook hiervoor je studentnummer, naam en het nummer van het practicum (het nummer
van het practicum correspondeert met het nummer van het dossier, dus dossier 1 =
practicum 1). Voor het eerste practicum gebruik je dus de volgende bestandsnaam:
studentnummer_naam_practicum1.doc.
Schematisch zien de upload-deadlines voor het uploaden van de drie schrijfopdrachten
behorende bij de practica er als volgt uit:
Opdracht

Uiterlijk uploaden

1 Schrijfopdracht dossier 1

Maandag 2 mei 2016, 23.59.00u.

2 Schrijfopdracht dossier 2

Maandag 9 mei 2016, 23.59.00u.

3 Schrijfopdracht dossier 3

Maandag 16 mei 2016, 23.59.00u.

Na het sluiten van de uploadbox komt per dossier een webcast online te staan waarin
feedback op de betreffende schrijfopdracht wordt gegeven. Let op: er vinden dit blok dus
geen verplichte practicumbijeenkomsten en geen aparte practicumhoorcolleges plaats.

Voorkennis
Je zult merken dat dit blok enige kennis vereist van het contractenrecht en het
bestuursrecht, waarmee wordt voortgebouwd op de blokken 1.2 (Inleiding Privaatrecht),
1.3 (Inleiding Staats- en Bestuursrecht) en 2.4 (Verbintenissenrecht).
Voor de practica in het bijzonder geldt dat die steeds kennis vereisen die je in het onderwijs
dit blok voorafgaand aan het betreffende practicum hebt op moeten doen. De bronnen die
je voor de schrijfopdrachten bij de practica kunt gebruiken (boeken, jurisprudentie) zijn
dan ook dezelfde als die je voor het onderwijs dat je volgt hebt geraadpleegd.
In het kader van de Moot court raden wij je wel aan altijd op zoek te gaan naar extra
bronnen in de vorm van wetenschappelijke artikelen en jurisprudentie. De dossiers die
worden gebruikt zijn dikwijls afgeleid van of genspireerd op bestaande rechterlijke
uitspraken.

Beoordeling
Om aan het einde van dit blok een geldig tentamencijfer te krijgen, moet je alle practica
naar behoren hebben voltooid. De beoordeling van de vaardigheden die je hebt opgedaan
in de practica bestaat dan ook uit twee elementen: de geploade schrijfopdrachten n de
vaardighedenvraag op het tentamen.

De schrijfopdrachten
Wekelijks wordt gecontroleerd of je daadwerkelijk op tijd een uitwerking van de
schrijfopdracht hebt gepload. Is dat niet het geval, dan krijg je eenmaal (gedurende dit
hele blok!) de kans om een uitwerking van de vervangende schrijfopdracht in te leveren
in de zogenoemde eigen risico-uploadbox. De blokcordinator zal aan het einde van het
blok beoordelen of deze uitwerking voldoet. Je vindt de vervangende schrijfopdracht (een
commentaar bij een rechterlijke uitspraak) achterin dit practicumboek.
Let op: voldoet de uitwerking van de vervangende opdracht niet, of heb je meer
dan eenmaal niet op tijd een uitwerking van de schrijfopdracht (en niet wat
anders) gepload, dan is de consequentie dat een eventueel behaald
tentamencijfer voor dit blok ongeldig is.
N.B. Alle opdrachten die je op LawWeb uploadt, worden automatisch op plagiaat
gecontroleerd. Indien er sprake is van plagiaat zal de examencommissie hiervan op de
hoogte worden gesteld.

Het tentamen
Het blok wordt afgesloten met een tentamen. Het tentamen vindt plaats op zaterdag 28
mei 2016 van 9.30 tot 12.30 uur in het M-gebouw. Het tentamen zal voor 20% (zijnde
n open vraag) aan de practica gewijd zijn. Deze vaardighedenvraag op het tentamen
zal vergelijkbaar zijn met een van de schrijfopdrachten die je in het kader van de practica
hebt moeten maken.

Dossier 1: Postarbeider of postondernemer?


Opdracht
Lees onderstaand dossier (beginnend op de volgende pagina) door. Stel een notitie op
voor Robin van Slooten waarin je de vraag uitwerkt of er volgens jou sprake is van een
arbeidsovereenkomst tussen Joris de Haan en PostSnel. Besteed in deze notitie in ieder
geval aandacht aan het arrest Groen/Schoevers (HR 14 januari 1997, NJ 1998, 149) en
aan de elementen van artikel 7:610 BW.
N.B. alle elementen uit het arrest Groen/Schoevers en artikel 7:610 BW moeten worden
toegepast op dat wat in het dossier naar voren komt. Waar advocaten zich in de praktijk
in sommige gevallen alleen zullen richten op die elementen die ter discussie staan, dien je
hier (en op het tentamen) alle elementen na te lopen om te laten zien dat je begrijpt wat
deze elementen inhouden en of ze van toepassing zijn of niet.

Vereisten
De notitie moet in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
-

De notitie heeft een logische opbouw, en bevat in ieder geval een inleiding, een
juridisch betoog en een conclusie.

De notitie moet een doorlopend verhaal zijn; het puntsgewijs behandelen van
argumenten volstaat niet.

De notitie dient in correct Nederlands te zijn opgesteld.

De notitie bestaat minimaal uit n A4 met tekst in lettertype Times New Roman,
lettergrootte 12.

Uploaden
Upload uiterlijk maandag 2 mei 2016 23.59.00u. jouw persoonlijke uitwerking van
bovenstaande opdracht.

Je werkt bij Legal Advisory B.V., een bedrijf dat gespecialiseerd is in het verlenen van
juridisch advies met een persoonlijk tintje. Je werkt voor de afdeling Arbeidsrecht onder
teammanager Robin van Slooten. Op zekere dag krijg je het onderstaande bericht van
hem met betrekking tot een nieuw dossier.
From: R.vanSlooten@legaladvisory.nl
Sent: woensdag 30 maart 2016 09:13
To:
you
Subject: FW: PostSnel
Goedemorgen,
Ik heb onderstaande e-mail onlangs ontvangen. Kun jij dit oppakken? Ik wil weten
of de overeenkomst tussen De Haan en PostSnel moet worden gezien als
arbeidsovereenkomst. Ik forward zijn bericht en de meegestuurde bijlage. Laten
we voor morgenmiddag even een afspraak inplannen waarin je je bevindingen aan
mij voorlegt. Graag ontvang ik ter voorbereiding op dat overleg een notitie van je.
Groet,
Robin
----Original Message----From: jdehaan84@gmail.com
Sent: maandag 28 maart 2016 22:08
To: info@legaladvisory.nl
Subject: PostSnel
Geachte meneer/mevrouw,
Mijn naam is Joris de Haan en ik zou graag gebruik willen maken van uw juridische
kennis. Ik heb namelijk een arbeidsrechtelijke vraag. Ik denk dat het handig is als
ik u eerst wat vertel over mezelf en de reden waarom ik uw hulp nodig heb. Ik zal
proberen mijn situatie zo uitgebreid mogelijk te schetsen.
In augustus 2008 heb ik de HBO-opleiding vrijetijdsmanagement afgerond. Ik ben
nog steeds ontzettend trots op mijn diploma, maar helaas bleek al snel in de
praktijk dat het vinden van een baan die aansluit op mijn diploma niet heel
makkelijk was. Daarom ben ik maar aan de slag gegaan in een andere branche. Zo
ben ik vanaf januari 2009 tot en met mei 2013 werkzaam geweest als recruiter bij
een groot softwarebedrijf, waar ik het op zich best goed naar mijn zin heb gehad.
Vanwege bezuinigingen, moest ik helaas het veld ruimen bij het softwarebedrijf.
Opnieuw begon de zoektocht naar een baan. Omdat de Nederlandse arbeidsmarkt
toen nogal krap was vanwege de recessie, ontstond de gedachte om dan maar voor
mezelf te beginnen als zelfstandige. Omdat ik akkoord was gegaan met mijn ontslag
bij het softwarebedrijf, had ik een zak geld meegekregen (7.000). Dat bedrag kon
ik mooi gebruiken om iets voor mezelf op te zetten. Zo gezegd, zo gedaan. Ik heb
me op een zonnige dinsdagochtend in juni 2013 ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel en ben aan de slag gegaan in de logistieke dienstverlening onder de
naam JDH Services. Van mijn vertrekvergoeding kon ik onder andere een
tweedehands transportbus kopen. Vanaf juni 2013 heb ik vervoersopdrachten

10

uitgevoerd voor Service4U, een grote, internationale speler op het gebied van
expresleveringen en koeriersdiensten.
Mijn moeder werkt al ruim 20 jaar als receptioniste bij PostSnel, een landelijke
dienstverlener op het gebied van pakketbezorging en logistieke diensten. Toen haar
baas, Anton Berendsen, vorig jaar hoorde van mijn carrire switch, vroeg hij mij
op gesprek. Dat was op maandag 14 december jl. Tijdens dat gesprek vroeg
meneer Berendsen aan mij of ik vervoersopdrachten voor PostSnel zou kunnen
uitvoeren, gelet op het feit dat zij vanwege een reorganisatie van veel
pakketbezorgers afscheid hebben moeten nemen. Omdat ik al een tijdje als
zelfstandige opereer in de logistieke dienstverlening, was ik volgens meneer
Berendsen een geschikte kandidaat om PostSnel bij te staan bij de vele
vervoersopdrachten die zij op dat moment binnenkregen. Ik heb meneer Berendsen
toen gevraagd of ik als werknemer in dienst kon treden bij PostSnel. Het werken
als zelfstandige was immers voor mij echt een tijdelijke oplossing, omdat ik
werkloos was geworden. Hij zei toen dat we daar wel uit zouden komen. Daar was
ik natuurlijk erg blij mee, omdat ik dan af zou zijn van de risicos van het werken
als zelfstandige.
Een aantal dagen na mijn gesprek, op donderdag 17 december, belde meneer
Berendsen mij op met de vraag of ik die dag nog naar PostSnel kon komen om mijn
contract te ondertekenen. Er was haast bij geboden, omdat meneer Berendsen
graag wilde dat ik zo snel mogelijk aan de slag ging. Het was bijna kerst en de
opdrachten stroomden binnen. Eenmaal aangekomen bij PostSnel, stond meneer
Berendsen al klaar met de overeenkomst in zijn handen. Door de opmerking van
meneer Berendsen (we komen er wel uit) en doordat ik meneer Berendsen al jaren
ken als de aardige baas van mijn moeder, ging ik ervan uit dat het om een
arbeidsovereenkomst ging. Ik had immers aangegeven dat ik als werknemer in
dienst wilde treden bij PostSnel. Na het lezen van de overeenkomst wilde ik
eigenlijk nog wel juridisch advies inwinnen, omdat ik helemaal geen verstand van
contracten heb, maar meneer Berendsen reageerde daar wat terughoudend op en
benadrukte dat ik het contract zo snel mogelijk moest ondertekenen omdat hij wilde
dat ik uiterlijk maandag 21 december (dus net voor de feestdagen) aan de slag
kon. Hij had inmiddels ook een aantal andere koeriers weten aan te trekken en
wilde graag dat wij allemaal tegelijk, op 21 december, van start zouden gaan. Ik
heb daarom mijn handtekening maar gezet en heb er verder niet meer over
nagedacht. Ik was allang blij met deze nieuwe uitdaging.
Meneer Berendsen heeft mij na het ondertekenen van de overeenkomst een
werkinstructie overhandigd, die PostSnel aan hun personeel ter beschikking stelt.
Die instructie heb ik heel goed gelezen, omdat meneer Berendsen mij had verteld
dat ik mijn werkzaamheden precies moest uitvoeren volgens de eisen en
procedures uit de werkinstructie. Voordat ik aan de slag ging heb ik het logo van
PostSnel op mijn bus laten plakken. Naast dit logo, staat ook mijn eigen logo nog
op de voorportieren van mijn bus.
Direct na het gesprek met meneer Berendsen heb ik Service4U gebeld. Omdat ik
aan het sparen ben voor een koophuis, heb ik hun gevraagd of ik nog wel wat
vervoersopdrachten voor hen kon uitvoeren op de dagen dat ik niet werkzaam zou

11

zijn voor PostSnel. Daar deden zij gelukkig niet zo moeilijk over. Omdat ik op
maandag tot en met vrijdag ongeveer de hele dag voor PostSnel moet rijden, voer
ik in het weekend nog ongeveer gedurende vervoersopdrachten voor Service4U uit.
Meneer Berendsen was het met deze gang van zaken ook eens. Omdat het me
soms allemaal toch wat te veel wordt, heb ik vorige maand aan meneer Berendsen
gevraagd of een kennis van mij, die een eigen koeriersbedrijf heeft, af en toe wat
ritjes van mij voor PostSnel kon overnemen. Dat was volgens meneer Berendsen
prima, zolang er maar werd voldaan aan de eisen die aan mijn vervanger zijn
gesteld in mijn overeenkomst en ik het aan PostSnel liet weten zodra een rit van
mij werd overgenomen. Die eisen heb ik netjes in acht genomen. Ik denk dat het
nu in totaal zon vijf keer is voorgekomen dat mijn kennis mij heeft vervangen.
Een aantal dagen geleden las ik op nu.nl over een postbezorger van PostNL die niet
in dienst is en naar de rechter stapt. Dat zette mij ineens aan het denken. Om het
zekere voor het onzekere te nemen, wil ik graag van u horen of ik volgens de
overeenkomst met PostSnel een werknemer of zzper ben. Zoals ik al schreef, ik
wil graag een huis kopen, en in verband met de aanvraag van een hypotheek maakt
dat nog al wat uit. Bovendien heb ik uit een belletje met de FNV naar aanleiding
van dat nieuwsbericht begrepen dat PostNL zzpers veel te weinig betaalt, waardoor
je als je toch werknemer bent ineens nog een hoop loon kunt vorderen. Kunt u mij
helpen? Ik heb de overeenkomst die ik heb getekend als bijlage meegestuurd. Het
nieuwsbericht waar ik het over had stuur ik ook mee. De werkinstructie kon ik zo
snel niet digitaal vinden, maar die kan ik natuurlijk nog nasturen.
Alvast bedankt!
Met vriendelijke groet,
Joris de Haan

12

Dossierstuk A

13

Dossierstuk B

Vervoersovereenkomst

14

Definities
In deze vervoersovereenkomst wordt verstaan onder:
1. Vervoerder:
Joris de Haan, geboren op 21 juni 1984 te Delft. Woonachtig te Delft.
2. Opdrachtgever:
PostSnel B.V., gevestigd te Valkenlaan 117 (2623 PG) in Delft.
3. Partijen:
Vervoerder en Opdrachtgever tezamen.
4. Vervoersopdrachten:
De opdrachten die Opdrachtgever uit hoofde van deze overeenkomst laat uitvoeren
door Vervoerder.
5. Werkinstructie:
De Werkinstructie van Opdrachtgever die aan Vervoerder ter beschikking is gesteld.

Considerans
a. Deze overeenkomst wordt getekend om de rechtsverhoudingen tussen partijen te
regelen.
b. Partijen hebben uitdrukkelijk niet de intentie een arbeidsovereenkomst te sluiten.
Vervoerder zal derhalve op geen enkele wijze in dienst treden bij Opdrachtgever.
c. De Werkinstructie maakt integraal onderdeel uit van deze overeenkomst.
d. Eventuele aanvullende afspraken die worden gemaakt en/of toezeggingen die
worden gedaan na het sluiten van deze overeenkomst zijn slechts bindend indien
en voor zover zij door partijen schriftelijk zijn bevestigd.

Artikel 1: Duur
1. Deze overeenkomst loopt van 21 december 2015 tot en met 31 december 2016.
2. Deze overeenkomst kan door n van beide partijen zonder opgaaf van redenen
schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van n
maand.

Artikel 2: Uitvoering
1. Vervoerder voert de Vervoersopdrachten uit in opdracht van Opdrachtgever.
Vervoerder is een zelfstandige zonder personeel, hetgeen betekent dat hij met n
voertuig de Vervoersopdrachten uitvoert en geen werknemers in dienst heeft.
2. Het is Vervoerder incidenteel toegestaan zich met betrekking tot de
werkzaamheden voor Opdrachtgever te laten vervangen. In een dergelijk geval is
Vervoerder verplicht zelf voor adequate vervanging zorg te dragen.
3. In het geval Vervoerder zich, geheel voor eigen rekening en risico, wenst te laten
vervangen, is Vervoerder verplicht hieromtrent vooraf toestemming te vragen aan
Opdrachtgever. Vervoerder blijft evenwel verantwoordelijk voor het uitvoeren van
de Vervoersopdrachten conform deze overeenkomst.

15

4. Voor de op in artikel 2.2 en artikel 2.3 bedoelde vervanger gelden dezelfde


voorwaarden zoals die uit hoofde van deze overeenkomst van toepassing zijn op
Vervoerder. Voor de vervulling van die voorwaarden blijft Vervoerder
verantwoordelijk.
5. Vervoerder, dan wel diens vervanger, dient te allen tijde te beschikken over:
a. Een Verklaring omtrent gedrag (VOG);
b. Een geschikt rijbewijs.
6. Opdrachtgever is bevoegd Vervoerder, dan wel diens vervanger, een door
Opdrachtgever georganiseerde rijtest, zoals nader uitgewerkt in de Werkinstructie,
te laten ondergaan.
7. Indien Vervoerder op structurele basis een vervangende vervoerder zoekt voor de
uitvoering van de Vervoersopdrachten is hij verplicht dit aan Opdrachtgever mede
te delen. Opdrachtgever zal dan met deze vervangende vervoerder een separate
vervoersovereenkomst sluiten.

Artikel 3: Instructies
1. Vervoerder voert de Vervoersopdrachten uit conform de door Opdrachtgever
verstrekte specificaties en instructies zoals vermeld in deze overeenkomst en in de
Werkinstructie.
2. Vervoerder is verplicht de Vervoersopdrachten te verrichten in overeenstemming
met de eisen die Opdrachtgever stelt aan de voertuigen van Vervoerder en diens
representatie.
3. Gedurende de uitvoering van de Vervoersopdrachten uit hoofde van deze
overeenkomst is te allen tijde duidelijk dat Vervoerder in opdracht van
Opdrachtgever handelt. Vervoerder draagt er in dat kader zorg voor dat:
a. Het voertuig dat Vervoerder inzet ten behoeve van de Vervoersopdrachten
voldoet aan alle wagenparkvoorwaarden, zoals nader vermeld in de
Werkinstructie;
b. Hij zich op representatieve wijze presenteert bij de klant door het dragen
van kleding en schoeisel conform de Werkinstructie. De betreffende kleding
en schoeisel dient Vervoerder te bestellen bij Opdrachtgever;
c. Het voertuig dat Vervoerder inzet ten behoeve van de Vervoersopdrachten
wit en representatief is. Opdrachtgever verstrekt in het kader van de
representativiteit van het voertuig de opdracht dat Vervoerder het voertuig
voorziet van het logo van Opdrachtgever. De eventuele uiting van de
bedrijfsnaam van Vervoerder mag uitsluitend zichtbaar zijn op de
voorportieren van het voertuig.
4. Vervoerder is verplicht de Vervoersopdrachten uit te voeren op de dagen en
tijdstippen die worden vastgesteld door Opdrachtgever.
5. Ter uitoefening van de Vervoersopdrachten is Vervoerder verplicht op door
Opdrachtgever bepaalde tijdstippen de te vervoeren pakketten op te halen bij het
depot van Opdrachtgever. De betreffende tijdstippen zijn nader geregeld in de
Werkinstructie.
6. Vervoerder geniet vrijheid ten aanzien van het bepalen van de optimale route voor
de Vervoersopdrachten.
7. Het
is
Vervoerder
toegestaan
vervoerswerkzaamheden
voor
andere
opdrachtgevers uit te voeren, zolang die op generlei wijze conflicteren met de voor
Opdrachtgever uit te voeren Vervoersopdrachten.

16

Artikel 4: Vergoeding en betaling


1. Vervoerder ontvangt van Opdrachtgever een vaste vergoeding per uitgevoerde
Vervoersopdracht, mits de Vervoersopdracht tijdig en adequaat is uitgevoerd. De
uit te betalen vergoeding is afhankelijk van de tariefstelling, zoals bepaald door
Opdrachtgever in de Werkinstructie.
2. Opdrachtgever stelt ten behoeve van de uitbetaling van de vergoeding die aan
Vervoerder toekomt voor het verrichten van de Vervoersopdrachten een digitale
factuur op. Tenzij Vervoerder de door Opdrachtgever opgestelde factuur betwist,
wordt dit bedrag twee weken na de wekelijkse vaststelling van de uitgevoerde
Vervoersopdrachten uitbetaald.

Artikel 5: Belastingen en sociale premies


Op de vergoedingen die Vervoerder ontvangt, zullen door Opdrachtgever uitdrukkelijk
geen loonheffingen en premies worden ingehouden.

Artikel 6: Verzekering en aansprakelijkheid


1. Vervoerder verklaart verzekerd te zijn voor wettelijke aansprakelijkheid en
aansprakelijkheid voor verlies, schade of vertraging ten aanzien van de
Vervoersopdrachten.
2. Vervoerder vrijwaart Opdrachtgever van iedere aansprakelijkheid voor schade die
ontstaat als gevolg van de werkzaamheden die voortvloeien uit deze
overeenkomst.

Artikel 7: Beindiging
1. In geval van n of meerdere van de volgende omstandigheden kunnen Partijen
deze overeenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen:
a. Gebrekkige nakoming van de verplichtingen uit hoofde van deze
overeenkomst;
b. Het niet langer voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van specifieke
documenten die vereist zijn voor het uitvoeren van Vervoersopdrachten,
zoals vermeld in artikel 2.5.
2. Bij beindiging van deze overeenkomst in overeenstemming met artikel 7.1 kan
geen der Partijen aanspraak maken op vergoeding van omzetverlies, winstderving,
en/of in verband met de beindiging ontstane kosten.
3. Vervoerder zal gedurende de duur van deze overeenkomst en n jaar na
beindiging daarvan geen contact zoeken met een klant van Opdrachtgever voor
het uitvoeren van Vervoersopdrachten of enig andere soortgelijke vervoersdienst.

Artikel 6: Overige bepalingen


1. Op deze overeenkomst is enkel Nederlands recht van toepassing.
2. Indien een van de opgenomen bedingen van deze overeenkomst in of buiten rechte
wordt vernietigd of komt te vervallen, dan heeft dit enkel gevolgen voor dat beding.
De overige bepalingen van deze overeenkomst blijven in stand.

17

3. Alle geschillen, die mochten ontstaan naar aanleiding van deze overeenkomst, dan
wel nadere overeenkomsten die daarvan het gevolg mochten zijn, worden
voorgelegd aan de Rechtbank te Rotterdam.

Aldus getekend:
Op 21 december 2015.
Vervoerder

Namens Opdrachtgever

18

Dossier 2: een kat in het nauw


Opdracht
Lees onderstaand dossier (beginnend op de volgende pagina) door. Werkgever Reumel
B.V. wendt zich tot Legal Advisory B.V. voor advies. Aan jou de taak dit advies te schrijven.
In het advies beantwoord je expliciet de vraag of Reumel B.V. naar jouw mening
aansprakelijk is voor de schade van Marga van der Bergh op grond van artikel 7:658 BW.
N.B.: alle voorwaarden uit artikel 7:658 BW moeten worden toegepast op dat wat in het
dossier naar voren komt. Waar advocaten zich in de praktijk in sommige gevallen alleen
zullen richten op die voorwaarden die relevant zijn of ter discussie staan, dien je hier (en
tijdens het tentamen) alle voorwaarden na te lopen om te laten zien dat je begrijpt wat
deze voorwaarden inhouden en of ze van toepassing zijn of niet.

Vereisten
Het advies moet in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
-

Het advies heeft een logische opbouw, en bevat in ieder geval een inleiding, een
juridisch betoog en een conclusie.

Het advies moet een doorlopend verhaal zijn; het puntsgewijs behandelen van
argumenten volstaat niet.

Het advies dient in correct Nederlands te zijn opgesteld.

Het advies bestaat minimaal uit n A4 met tekst in lettertype Times New
Roman, lettergrootte 12.

Uploaden
Upload uiterlijk maandag 9 mei 2016 23.59.00u. jouw persoonlijke uitwerking van
bovenstaande opdracht.

19

Via je teammanager Brenda de Neel van Legal Advisory B.V. ontvang je onderstaande
vraag van een nieuwe clint.
From: ron@reumel.nl
Sent: woensdag 16 april 2014 15:11
To: info@legaladvisory.nl
Subject: FW: schade
Aan de juristen van Legal Advisory B.V.,
Na in het verleden met veel succes te hebben samengewerkt, heb ik weer een
nieuwe zaak voor jullie. Misschien hebben jullie het nieuwsbericht van vorige week
meegekregen, dat ging over de overval op ons filiaal in Rotterdam Kralingen.
Welnu, de werkneemster die zelf in paniek uit het raam sprong bij die overval wil
dat we al haar schade vergoeden. We hebben al netjes een kaart en bloemen
gestuurd en we betalen gewoon het loon door tijdens haar herstel, maar dit gaat
ons te ver. We hebben er meer dan genoeg aan gedaan om haar te beschermen
tegen een overval. Bovendien is ze niet door de overval gewond geraakt, maar door
haar sprong uit het raam. Ik had haar toch niet duidelijk hoeven te maken dat
springen uit een raam risicos met zich meebrengt? Ze is zelf uit dat raam
gesprongen en daarbij is ze ook nog eens met gestrekte armen op de grond
gekomen. Het lijkt mij dat een klein kind nog door zal hebben dat dit haar eigen
schuld is en niet de onze, en bovendien doen we al meer dan genoeg voor haar. Ik
ben echter geen jurist, dus kunnen jullie dit voor mij juridisch uiteenzetten?
Ik stuur de e-mail die ik gisteren van de werkneemster in kwestie ontving hier mee.
Met vriendelijke groet,
Ron Reumel
----Original Message----From: M.vanderBergh@live.com
Sent: dinsdag 15 april 2014 16:01
To: ron@reumel.nl
Subject: schade
________________________________________
Beste Ron,
Mijn zus Esther heeft dit bericht voor mij getypt. Mijn rechterarm is gebroken zoals
je weet, waardoor ik dit zelf niet kan doen. Hetzelfde geldt voor mijn linkerenkel,
die zit ook in het gips. Ik wil je bedanken voor de lieve kaart van alle collegas en
de mooie bloemen die ik heb gekregen in het ziekenhuis, maar dat is nog niet
voldoende. Wat er die avond allemaal precies is gebeurd weet ik niet meer, ik ben
nog steeds in shock. Volgens het nieuwsbericht wat is uitgezonden over het voorval
hebben twee gewapende mannen een pistool op me gericht, waardoor ik uit het
raam ben gesprongen. Door die val ben ik nu volledig uit de running. Aan het einde
van het nieuwsbericht zei de verslaggever dat het nog niet duidelijk is of jullie mijn

20

schade gaan vergoeden. Ik had daar nog niet eens aan gedacht, maar daarom mail
ik nu.
Ik weet dat ik zo lang thuis mag blijven om te herstellen als nodig is, dat heb je
tegen me gezegd. Maar vanwege mijn gecompliceerde breuken zal ik nog jarenlang
pijn houden volgens mijn arts, dus zelfs als ik weer kan werken dan nog is dit niet
over. Ik weet trouwens nog niet of ik wil blijven werken in het filiaal in Kralingen,
omdat ik nachtmerries heb over het voorval elke keer als ik ga slapen. Wel wil ik
dat Reumel de schade vergoedt die ik lijd door dit hele gebeuren. Mijn
rechtsbijstandverzekeraar heeft mij verzekerd dat Reumel daartoe verplicht is op
grond van artikel 7:658 BW.
Mijn rechtsbijstandsverzekeraar zegt ook dat ik het beste alles over de mail kan
doen, dus laten we dat dan ook zo veel mogelijk doen. Ik hoop dat we er samen
goed uit kunnen komen.
Met vriendelijke groet,
Marga

21

Dossierstuk A
Een nieuwsbericht van ESL nieuws, zie LawWeb onder Practica, Dossier 2.

22

Dossierstuk B
Getuigenverklaring Jan Liren (Sikkerhed B.V.)

Sikkerhed B.V. heeft in 2012, tijdens de verbouwing van Reumel B.V., het bedrijfspand in
Rotterdam Kralingen voorzien van beveiliging. Sikkerhed B.V. maakt deel uit van een
internationaal beveiligingsconcern, waarvan het moederbedrijf zetelt in Denemarken.
Sikkerhed International staat internationaal bekend als ht beveiligingsbedrijf voor het
MKB, met uitzondering van de juweliers, banken en andere financile instellingen.
Onderstaande verklaring is afgegeven door de heer Jan Liren, hoofd implementatie van
Sikkerhed B.V., op 19 april 2014 om 14.00 uur. Jan Liren heeft de bevoegdheid Sikkerhed
B.V. rechtsgeldig te vertegenwoordigen voor deze verklaring. Na het afnemen van de
verklaring is deze aan de heer Liren voorgelezen, waarna deze door hem is ondertekend.
In de verklaring is het volgende, of met woorden van gelijke strekking, gezegd.

Vraag:

Welke beveiligingsmaatregel of -maatregelen heeft Sikkerhed B.V.


genomen om werknemers van opticien Reumel B.V. te beschermen tegen
klanten met een kwade agenda, of erger, overvallers?

Antwoord:

We hebben gebruik gemaakt van de beste technieken en apparatuur die in


2012 beschikbaar en gebruikelijk waren voor bedrijven in deze sector. Om
even een aantal zaken te noemen: er is aan de voorkant van de winkel een
rolluik, contact met klanten na 17.30 uur is alleen mogelijk via een loket
met versterkt glas, er is een mobiel overvalalarm aanwezig en er is sprake
van permanente camerabewaking.

Vraag:

Was het loket waar mevrouw van der Bergh die avond werkte ook
beschermd met versterkt glas?

Antwoord:

Ja, juist dat loket was extra beschermd. Dit hebben wij wel eens uitgelegd
in 2012, dit glas is best nieuw ziet u. Het lijkt op wat er op de telefoons van
vandaag zit, het is oersterk, maar je ziet geen verschil met normaal glas.
Omdat de winkel in de avonduren vooral open was als extra service, voor
personen die na het werk nog even snel lenzen ofzo wilde ophalen, was er
dan maar n persoon aanwezig. Om de loonkosten te drukken ziet u, het
is voor iedereen crisis toch? Bovendien kon er achter dat glas eigenlijk
weinig gebeuren en zoals ik al zei, was er overal camerabewaking.

Vraag:

Was het glas gewapend tegen kogels en zo ja wist mevrouw van der Bergh
dit?

Antwoord:

Nee dat was het niet, ik weet niet of zij dit wist. Dat moet u aan haar vragen.

Vraag:

Als de beveiliging zo goed was, hoe zijn de inbrekers dan binnengekomen?

23

Antwoord:

Dat kan ik u wel uitleggen. De winkel is gelegen in Kralingen, de betere


buurt van Rotterdam zou u kunnen zeggen. De buurtbewoners willen daar
een mooi straatbeeld en niet overal rolluiken zien. Bovendien was er
voldoende zicht van de buren op de winkel, zeker de achterkant. De
schurken hadden de nabijgelegen straatverlichting onklaar gemaakt.
Hierdoor kon niemand zien dat zij de achterdeur forceerden, die geen
rolluiken had. Dat was eigenlijk ook best knap als ik eerlijk ben, de deur had
nog steeds een anti-inbraakstrip en een stalen binnen frame. Als u het mij
vraagt had een rolluik die twee ook niet buiten kunnen houden, deze
mannen waren professioneel.

Vraag:

Waren er geen andere beveiligingsmogelijkheden toen zij eenmaal binnen


waren, hoorde er geen alarm af te gaan? Zij gingen toch door het afgesloten
gedeelte van winkel, om vervolgens naar boven te gaan?

Antwoord:

Het klopt dat de benedenverdieping na 17.30 uur wordt afgesloten, maar


hier wordt dan nog geen alarm voor ingesteld. Het enige toilet en de keuken
zitten beneden, waardoor het voor de aanwezige werknemer erg onhandig
is om steeds het alarm steeds uit en weer aan te zetten. Na sluitingstijd
staat het alarm natuurlijk wel aan. Tussen de beneden- en de
bovenverdieping zit nog wel een deur, maar die is niet op slot geweest die
avond. Waarom weet ik niet, vast omdat dit soort dingen nooit gebeuren bij
Reumel. Het bedrijf is al sinds 1945 open en sindsdien is het nog nooit
overvallen.

Vraag:

Dank u wel, wij hebben geen verdere vragen voor u. Bent u nog iets
vergeten te vertellen of wilt u nog iets anders meedelen?

Antwoord:

Nee, ik heb al uw vragen volledig beantwoord. Wel wil ik nog een keer
benadrukken dat Reumel door ons al deze beveiligingsmaatregelen te laten
nemen in mijn optiek voldoende heeft gedaan om mevrouw van der Bergh
te beschermen.

Aldus opgemaakt op 19 april 2014 om 14.35 uur, te Rotterdam. De ondergetekende


verklaart deze verklaring naar waarheid te hebben gegeven.
Namens Sikkerhed B.V.
Jan Liren

24

Dossierstuk C
Getuigenverklaring Iris Jasterman

Mevrouw I. (Iris) Jasterman, woont net achter het winkelpand van Reumel B.V. in
Rotterdam Kralingen, op Heuvelweg 29. Zij is degene geweest die de politie belde nadat
zij mevrouw van der Bergh uit het raam zag springen. Zij kent noch mevrouw van der
Bergh, noch de heer Reumel persoonlijk. Deze verklaring is afgegeven op 21 april 2014
om 16.00 uur. Na het afnemen van de verklaring is deze aan mevrouw Jasterman
voorgelezen, waarna deze door haar is ondertekend. In de verklaring is het volgende, of
met woorden van gelijke strekking, gezegd.

Vraag:

Wat kunt u ons vertellen over de gebeurtenissen die avond?

Antwoord:

Mijn man en ik waren tv aan het kijken toen ik opeens een vreemd gevoel
kreeg. Er klopte iets niet buiten. Ik liep naar het raam en zag dat de
straatverlichting voor ons huis was uitgevallen. Het was geen stroomstoring
want de rest deed het allemaal nog wel. Nog voordat ik het wist zag ik die
arme meid van Reumel uit het raam springen. Ik dacht dat er brand was,
dus ik heb direct 112 gebeld. Maar nee, het waren die inbrekers. Wat een
stelletje criminelen, ze hadden ook al geprobeerd om in te breken bij de
juwelier twee straten verder. Daar is het gelukkig niet gelukt, alhoewel, daar
zat het personeel achter kogelvrijglas dan was dit nooit gebeurd.

Vraag:

Wat kunt u ons verder vertellen over de sprong die u zag?

Antwoord:

Dat arme kind, ze landde blijkbaar totaal verkeerd. Volgens mij was het
maar een sprong van 5 meter hoog en had ze dit ook beter moeten
aanpakken. Er waren wat bosjes en de grond was niet van beton. Maarja,
zonder licht kon ze dat vast moeilijk zien. Ze viel plat op de grond, erg
vervelend allemaal. In de buurt vindt men dat ze zelf verantwoordelijk is
voor wat er is gebeurd. Ze had die boeven gewoon moeten geven waar ze
om vroegen, dan was dit nooit gebeurd zeggen ze. Ik vind dat te makkelijk.
Die arme meid was gewoon totaal in paniek!

Vraag:

Dank u wel, wij hebben geen verdere vragen voor u. Bent u nog iets
vergeten te vertellen of wilt u nog iets anders meedelen?

Antwoord:

Ja, ik merk sinds de overval dat de beveiliging aan de achterkant van het
gebouw opeens een stuk beter is. Er is nu prikkeldraad aangelegd en er is
een nieuwe extra lamp geplaatst. Volgens mij had dat vanaf dag 1 al moeten
gebeuren, dan was dit nooit gebeurd. Ik bedoel, het ziet er misschien minder
mooi uit, maar dit ongeluk had die opticien op die manier gewoon kunnen
voorkomen.

25

Aldus opgemaakt op 21 april 2014 om 16.35 uur, te Rotterdam. De ondergetekende


verklaart deze verklaring naar waarheid te hebben gegeven.
Mw. I. Jasterman

26

Dossierstuk D
Getuigenverklaring dr. Leworder

Dr. H.K. Leworder is de behandelend arts van mevrouw van der Bergh. Zij heeft hem de
volledige toestemming gegeven mee te werken aan dit onderzoek. Deze verklaring is
afgegeven op 22 april 2014 om 12.00 uur. Na het afnemen van de verklaring is deze
opnieuw aan dr. H.K. Leworder voorgelezen, waarna deze door hem is ondertekend. In de
verklaring is het volgende, of met woorden van gelijke strekking, gezegd.

Vraag:

Wat kunt u ons vertellen over de schade die mevrouw van der Bergh heeft
opgelopen?

Antwoord:

Mevrouw van der Bergh heeft meerdere fracturen opgelopen bij haar val.
Twee daarvan bevinden zich in de linkerenkel, bij de malleolus lateralis. U
kunt n van die breuken terug zien op de rntgenfotos die zijn gemaakt.
Daarnaast heeft zij een fractuur opgelopen in haar rechterarm, de manus
ivigeritis. De breuk aan haar arm is vrij gecompliceerd. Met dit soort breuken
is de kans groot dat mevrouw altijd pijn houdt. Ze heeft veel rust nodig en
mag de betreffende ledematen onder geen beding belasten. Daarnaast lijkt
zij wat mentale problemen te hebben overgehouden aan het voorval. Maar
dat kan ik met zekerheid niet zeggen, daar is een andere arts meer voor
geschikt.

Vraag:

Wat kunt u ons verder vertellen over de oorzaak van de schade?

Antwoord:

De schade is natuurlijk veroorzaakt door de val, maar mevrouw is wel erg


ongelukkig terecht gekomen. De schade had zeker niet zo ernstig hoeven
zijn. Ze heeft dubbel pech gehad, het feit dat ze werd beroofd en de
ongelukkige val.

Vraag:

Dank u wel, wij hebben geen verdere vragen voor u. Bent u nog iets
vergeten te vertellen of wilt u nog iets anders meedelen?

Antwoord:

Mevrouw heeft geen bijzondere medische geschiedenis of kenmerken die


voor dit geval van belang zijn. Zij heeft bijvoorbeeld geen Osteogenesis
imperfecta. Verder heb ik niets toe te voegen.

Aldus opgemaakt op 22 april 2014 om 12.25 uur, te Rotterdam. De ondergetekende


verklaart deze verklaring naar waarheid te hebben gegeven.
Dr. H. K. Leworder

27

Dossierstuk E

28

Dossier 3: met een slok op achter het stuur.?


Opdracht
Je werkt als juridisch medewerker bij de rechtbank Rotterdam. De kantonrechter legt je
onderstaand dossier voor, een ontslag op staande voet-zaak. Hij vraagt je in een notitie
uiteen te zetten of hier sprake is van een dringende reden voor ontslag in de zin van artikel
7:677 lid 1 BW, zodat hij zijn vonnis in deze zaak daarop kan baseren. Schrijf deze notitie.
N.B. alle voorwaarden uit artikel 7:677 lid 1 BW moeten worden toegepast op dat wat in
het dossier naar voren komt. Waar advocaten zich in de praktijk in sommige gevallen
alleen zullen richten op die voorwaarden die ter discussie staan, dien je hier (en op het
tentamen) alle voorwaarden na te lopen om te laten zien dat je begrijpt wat deze
voorwaarden inhouden en of ze van toepassing zijn of niet.

Vereisten
De notitie moet in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
-

De notitie heeft een logische opbouw, en bevat in ieder geval een inleiding, een
juridisch betoog en een conclusie.

De notitie moet een doorlopend verhaal zijn; het puntsgewijs behandelen van
argumenten volstaat niet.

De notitie dient in correct Nederlands te zijn opgesteld.

De notitie bestaat minimaal uit n A4 met tekst in lettertype Times New Roman,
lettergrootte 12.

Uploaden
Upload uiterlijk maandag 16 mei 2016 23.59.00u. jouw persoonlijke uitwerking van
bovenstaande opdracht.

29

Dossierstuk A

30

Dossierstuk B

31

Dossierstuk C

32

Dossierstuk D

Huishoudelijk reglement

33

In dit huishoudelijk reglement tref je afspraken en regels aan met betrekking tot het werken bij
Autogarage Bosman. Hierdoor wordt duidelijk wat jij en je collega's van elkaar en van Autogarage
Bosman mogen verwachten. Dit reglement is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Wij
verwachten dan ook dat elke werknemer zich aan de regels en voorschriften die voortvloeien uit het
reglement houdt. Wanneer de afspraken en regels door jou worden overtreden, kan dat gevolgen
hebben voor jouw dienstverband.
Algemene gedragsregels
Van iedere werknemer, uitzendkracht, leerling en stagiair verwachten we:
respectvol gedrag naar gasten, collega's en leidinggevenden;
correct, vriendelijk en klantgericht gedrag.
Alcohol/Drugs
Het nuttigen van alcoholische dranken of drugs onder werktijd in en om het bedrijf evenals het verkeren
onder invloed van alcohol of drugs bij de aanvang van de diensttijd is niet toegestaan. Het is ook verboden
om verdovende middelen, waaronder in ieder geval maar niet uitsluitend worden verstaan alcoholische
dranken en drugs, bij je te hebben. Overtreding van deze regel leidt tot het treffen van arbeidsrechtelijke
maatregelen, waaronder de mogelijkheid van een ontslag op staande voet.
Ongewenst gedrag
Binnen Autogarage Bosman wordt agressie, (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten en ander
ongewenst gedrag op welk niveau dan ook niet geaccepteerd. Afhankelijk van de zwaarte van de
klacht(en) kunnen door de werkgever sancties worden opgelegd aan degene tegen wie een gegronde
klacht is gericht.
Beindiging werkzaamheden
Na het beindigen van je werkzaamheden moet je het bedrijf te verlaten. Het is niet toegestaan om buiten
werktijd in het bedrijf of de kantine te blijven.
Nevenarbeid
Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de werkgever tijdens je dienstverband, betaald
of onbetaald, direct of indirect, nevenwerkzaamheden te verrichten. Indien deze werkzaamheden of de
uitbreiding ervan naar het oordeel van de werkgever het verrichten van een goede arbeidsprestatie
belemmeren, heeft de werkgever het recht het verrichten van deze nevenarbeid te verbieden.
Privzaken regelen in werktijd
Privzaken worden in principe in privtijd geregeld. Privaangelegenheden mogen incidenteel tijdens
werktijd worden geregeld, zolang die beperkt blijven tot een enkel telefoontje of een kort mailtje en
uitsluitend na overleg met de leidinggevende. Als zich een privsituatie voordoet die meer aandacht
van de werknemer vraagt, dan dient daarover vooraf te worden overlegd met de werkgever. Privpost
dient naar het huisadres gezonden te worden en niet geadresseerd te worden aan het bedrijf.
Persoonlijke relaties op het werk
Persoonlijke relaties tussen collegas mogen de kwaliteit van het werk niet negatief benvloeden.
Bovendien moet worden voorkomen dat persoonlijke relaties de sfeer op de werkvloer of de
verhoudingen tussen alle collegas onderling negatief benvloedt. Wanneer sprake is van een relatie
met een medewerker of wanneer sprake is van een relatie tussen een leidinggevende en een
ondergeschikte, behoudt de werkgever zich het recht voor om passende maatregelen te nemen die
nodig zijn voor een werkbare situatie.
Wijzigingen
Je bent verplicht om wijziging van adres of familieomstandigheden (huwelijk, geboorte, overlijden) direct
door te geven aan de werkgever.

34

Werktijden en pauzes
De werktijden worden door de werkgever vastgesteld en twee weken van tevoren in het rooster
vastgelegd. Dit rooster wordt opgehangen op het informatiebord. Van dit rooster kan in overleg worden
afgeweken in geval van ziekte, verlof of drukte. Je bent verplicht je aan het werkrooster te houden en op
tijd te komen. Als je niet tijdig op het werk aanwezig kunt zijn, meld je dit aan de werkgever. Daarbij geef
je aan wat de reden is van het te laat komen.
Pauzes
Indien je meer dan 5,5 uur werkt per dag, heb je recht op een pauze van 30 minuten. Pauzes worden
niet tot de arbeidstijd gerekend en worden daarom niet doorbetaald. Het tijdstip van de pauze wordt in
overleg met de werkgever vastgesteld. De pauzes worden doorgebracht in de daarvoor bestemde ruimte,
te weten de kantine. Houd deze pauzeruimte schoon en netjes en ruim eventuele etensresten direct op.
Roken
Roken is binnen het bedrijf niet toegestaan. In de pauze is het toegestaan te roken aan de achterzijde
van het pand.
Verlof en verzuim
Wanneer je vakantiedagen wil opnemen, dien je dit uiterlijk drie weken voor de gevraagde vakantie bij
de werkgever aan te vragen. Er zal geprobeerd worden om aan dit verzoek tegemoet te komen, wanneer
dit wegens bedrijfsorganisatorische niet mogelijk is kan je vakantieaanvraag worden geweigerd.
Kort verzuim
Bezoeken aan de huisarts, specialist, tandarts e.d. dienen zoveel mogelijk buiten de werkuren plaats te
vinden en als dit niet mogelijk is, dient het zoveel mogelijk aan de randen van de dag (dus aan het
begin of aan het einde van de werkdag) plaats te vinden. De werknemer dient over het bezoeken van
een (tand)arts onder werktijd vooraf te overleggen met de werkgever.
Ziekte
Als je wegens ziekte niet naar het werk kunt komen, meld je dat persoonlijk ruim voor aanvang van de
werktijd bij de werkgever. Dit is uiterlijk voor 08.00 uur. Als je tijdens het werken ziek wordt, meld je
dat persoonlijk bij de werkgever.
Bedrijfskleding
De werkgever stelt kosteloos bedrijfskleding beschikbaar aan alle werknemers. Het dragen van de
bedrijfskleding is verplicht. De bedrijfskleding mag niet worden meegenomen naar huis, maar wordt op
de werkplek bewaard. De werkgever stelt aan alle werknemers een afsluitbare omkleedruimte
beschikbaar. De werkgever zal zorgdragen voor een regelmatige reiniging van de bedrijfskleding.
Bedrijfseigendommen
Alle bedrijfseigendommen dienen zorgvuldig en voorzichtig gebruikt te worden. Je dient de
aanwijzingen over het gebruik op te volgen. Het is verboden eigendommen van het bedrijf mee te nemen
buiten het gebouw. Bij het beschadigen van eigendommen van het bedrijf kan je aansprakelijk gesteld
worden voor de reparatie- en/of vernieuwingskosten. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming
mag je de bedrijfseigendommen niet voor privdoeleinden gebruiken.
Computergebruik
Het gebruik van de internetaansluiting voor privdoeleinden is beperkt toegestaan direct voor- of na
werktijd. Het is niet toegestaan om het computersysteem te gebruiken om:
dreigende, beledigende, seksueel getinte dan wel discriminerende berichten te versturen;
websites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend
materiaal bevatten;
berichten te versturen waarin vertrouwelijke (bedrijfs-)informatie is opgenomen of waaruit
dergelijke informatie kan worden afgeleid.
De werkgever behoudt zich het recht voor controles op e-mail en internetgebruik uit te oefenen. Deze

35

controles vinden plaats op basis van steekproeven. Wanneer je uitingen plaatst via sociale media dien je
je bewust te zijn van mogelijke gevolgen voor het bedrijf die ongepaste, onjuiste, beledigende of
bedreigende uitingen kunnen hebben.
Telefoongebruik
De bedrijfstelefoon mag alleen voor zakelijke doeleinden gebruikt worden. Alleen wanneer het dringend
is mag je, na toestemming van de werkgever, een privgesprek voeren in werktijd. Mobiele telefoons
moeten onder werktijd worden opgeborgen in de omkleedruimte. Gebruik van de mobiele telefoon is
niet toegestaan onder werktijd, behalve in de pauze.
Veiligheid
In het bedrijf gelden veiligheidsvoorschriften, die bedoeld zijn ter preventie van brand of ongevallen. Je
bent verplicht om de veiligheidsvoorschriften strikt op te volgen.
Bedrijfsongeval
Bij een bedrijfsongeval dient altijd onmiddellijk de direct leidinggevende of de bedrijfshulpverlener
gewaarschuwd te worden. Laat het slachtoffer niet alleen en laat iemand zo nodig zo snel mogelijk EHBO
toepassen. Bel bij twijfel altijd een ambulance. Op de werkvloer is een verbandtrommel aanwezig.
Brand
Het lezen van de brandinstructies is bij indiensttreding verplicht. Raak bij brand niet in paniek en neem
geen onnodig risico. Waarschuw onmiddellijk de direct leidinggevende of de bedrijfshulpverlener en/of
sla de dichtstbijzijnde brandmelder in. Probeer zo mogelijk met de dichtstbijzijnde brandslanghaspel de
brand te blussen. De veiligheid van de medewerkers staat voorop. Volg bij een ontruiming de aanwijzingen
op. Ga nooit zonder toestemming naar huis, anders weten we niet of iedereen veilig is.
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Wanneer dit voor de werkzaamheden noodzakelijk is, zal de werkgever persoonlijke
beschermingsmiddelen verstrekken. Wanneer dit voor jou geldt, dan ben je verplicht deze
beschermingsmiddelen te gebruiken.
Cameratoezicht
Voor de bescherming van eigendommen van werkgever en werknemers en voor de veiligheid in het
bedrijf, kan de werkgever gebruik maken van cameratoezicht.
Beindiging dienstverband
Het dienstverband voor onbepaalde tijd moet schriftelijk worden opgezegd, met inachtneming van de
juiste opzegtermijn, tegen de eerste van een kalendermaand. De opzegtermijn voor de werknemer
bedraagt een maand, tenzij een andere termijn schriftelijk is overeengekomen. Op de laatste werkdag
moet je je sleutels en bedrijfskleding inleveren bij de werkgever.
Geheimhouding
De werknemer verplicht zich, om zowel tijdens als na beindiging van de arbeidsovereenkomst, aan
derden geen enkele mededeling te doen omtrent hetgeen hem bekend is van de werkgever, waarvan
hij weet of kan vermoeden dat hierdoor de belangen van de werkgever zouden kunnen worden
geschaad. Deze verplichtingen strekken zich mede uit tot zaken betreffende de werkgever of overige
relaties van de werkgever.

36

Dossierstuk E

37

Dossierstuk F

38

Dossierstuk G

AANGETEKEND met ontvangstbevestiging en per gewone post


De heer J. Van de Meer
Treubstraat 132
2455 SD Rijswijk

Telefoonnummer
06-18976532

Betreft
Ontslag

Referentie
HR

Datum
5 oktober 2015

Geachte heer Van de Meer,


Hierbij bevestigen wij het gesprek dat wij vandaag, maandag 5 oktober 2015, met u hebben gehad in
verband met een incident dat zich heeft voorgedaan op de werkvloer tijdens uw dienst op vrijdag 2
oktober 2015. Bij dit gesprek waren aanwezig de heer Bosman, directeur Autogarage Bosman, de heer
De Zeeuw, uw direct leidinggevende, en mevrouw De Boer, Personeelsfunctionaris. U is de
mogelijkheid geboden zich in dit gesprek te laten bijstaan, maar u maakte daar geen gebruik van.
De afgelopen dagen en heden ochtend is er onderzoek verricht naar een incident dat zich heeft
voorgedaan in uw dienst van vrijdag 2 oktober jl. Op vrijdag 2 oktober jl. is er een gegrond vermoeden
ontstaan dat u, tijdens uw dienst van vrijdag 2 oktober jl., tijdens werktijd en op de werkvloer alcohol
heeft genuttigd. Dit vermoeden is ontstaan doordat uw direct leidinggevende, de heer De Zeeuw,
odeurs van alcoholische dranken bij u heeft geconstateerd en een bericht op uw Facebook heeft
gelezen, waarin het volgende stond vermeld: Heerlijk zeg, lekker drie biertjes op in mijn pauze.
Vanmiddag nog een paar testritjes doen en dan is het alweer vrijdagmiddag. CHEERS TO THE
WEEKEND. Naar aanleiding daarvan heeft op vrijdagmiddag 2 oktober jl. een gesprek plaatsgevonden
met u, waarbij de heer De Zeeuw en de heer Bosman aanwezig waren. Tijdens dat gesprek is u
gevraagd naar uw verhaal. U heeft, in dat betreffende gesprek, aangegeven tijdens uw lunchpauze
circa vijf slokken bier te hebben genuttigd.
Conclusie:
In het gesprek van vrijdag 2 oktober jl., dat u heeft gevoerd met de heer De Zeeuw en de heer
Bosman, heeft u verklaard tijdens werktijd en op de werkvloer alcohol te hebben genuttigd.

39

Het voorgaande is in strijd met de Huisregels van Autogarage Bosman en staat op gespannen voet met
de normen en waarden binnen ons bedrijf. Een dergelijk incident heeft zich onlangs eerder
voorgedaan, namelijk tijdens uw dienst op 21 september 2015. Ook toen hebt u een alcoholische
drank genuttigd onder werktijd op de werkvloer. U hebt daarvoor een officile waarschuwing
gekregen en u bent ervan op de hoogte gesteld dat bij een volgend, vergelijkbaar incident
arbeidsrechtelijke maatregelen niet zouden uitblijven. Door uw handelingen en gedragingen hebben
wij alle vertrouwen in u verloren en komt de veiligheid binnen ons bedrijf in het geding, mede gelet
op het feit dat u tijdens uw dienst testritten met gerepareerde autos dient uit te voeren op de
openbare weg en op ons bedrijfsterrein, waar doorgaans ook veel klanten aanwezig zijn. Het is
zodoende onacceptabel dat u alcohol nuttigt op de werkvloer en tijdens werktijd.
Hieropvolgend zien wij ons dan ook genoodzaakt u met ingang van heden OP STAANDE VOET te
ontslaan.
De dringende reden voor het ontslag is gelegen in het feit dat u meerdere malen alcoholische
dranken heeft genuttigd tijdens werktijd op de werkvloer en daarmee de Huisregels van Autogarage
Bosman heeft geschonden. Van ons als werkgever kan redelijkerwijs niet gevergd worden de
arbeidsovereenkomst te laten voortbestaan.
Wij betreuren deze feiten ten zeerste maar kunnen niets anders doen dan deze maatregel toe te
passen, aangezien wij u naar aanleiding van het eerste incident dat heeft plaatsgevonden op maandag
21 september 2015 hebben gewaarschuwd en zich binnen een korte periode daarna een tweede,
soortgelijk incident heeft voorgedaan.
Deze brief is u zowel per gewone post als aangetekend verstuurd.

Hoogachtend,

A. Zwanenburg
Manager Human Resources

40

Dossierstuk H

TEVENS PER AANGETEKENDE POST


Datum:

12 oktober 2015

Inzake:

J. Van de Meer

Uw kenmerk:

HR

Betreft:

Onterecht ontslag op staande voet

Geachte mevrouw Zwanenburg,


Tot mij heeft zich gewend de heer Van de Meer met het verzoek hem bij te staan. Het gaat in dezen om zijn
ontslag op staande voet. Clint is het niet eens met het ontslag op staande voet, omdat er geen gronden zijn
die zijn ontslag kunnen rechtvaardigen.
Naar aanleiding van het incident dat zich heeft voorgedaan op 21 september jl. ondergaat clint
therapeutische behandelingen, onder meer voor zijn alcoholgebruik. Clint heeft u van een en ander, in zijn
e-mail van 24 september jl., op de hoogte gesteld. Op vrijdagmiddag 2 oktober jl. tijdens de lunchpauze had
clint een terugval en heeft hij in de lunchkantine, waar op dat moment geen andere collegas aanwezig
waren, circa vijf slokken bier genuttigd. Clint was zich na deze vijf slokken bewust van zijn terugval en
heeft zich herpakt door zijn therapeut op te bellen. Nadat zijn therapeut hem gerust had gesteld, is clint
daarna direct aan het werk gegaan. Clint was voornemens het voorval direct na afloop van de lunchpauze
te melden aan de heer De Zeeuw en de heer Bosman, maar beide heren waren, gelet op meerdere (externe)
afspraken, niet in de gelegenheid clint op dat moment te woord te staan. Aangezien de heer De Zeeuw en
clint hadden afgesproken elkaar, na afloop van de afspraken van de heer De Zeeuw, te spreken, heeft clint
zijn reguliere werkzaamheden waaronder ook het maken van testritten uitgevoerd. Daarmee is op geen
enkele wijze de veiligheid binnen Autogarage Bosman in het geding gebracht, aangezien clint slechts vijf
slokken bier had genuttigd en derhalve niet in beschonken staat verkeerde.
Tijdens het gesprek van 2 oktober jl. met de heer De Zeeuw en de heer Bosman heeft clint direct
toegegeven dat hij circa vijf slokken bier had genuttigd. De heer De Zeeuw en de heer Bosman hebben
tijdens het betreffende gesprek begrip getoond voor de terugval van clint. Het nadien in uw brief van 5
oktober jl. verleende ontslag op staande voet komt voor clint dan ook als donderslag bij heldere hemel.
Zowel de heer De Zeeuw als de heer Bosman zijn op de hoogte van het feit dat clint, onder meer voor zijn
alcoholgebruik, in therapie is en hadden daar in het kader van het bepalen van sancties ten aanzien van het
incident van 2 oktober jl. rekening mee moeten houden.

41

In uw brief van 5 oktober jl. refereert u aan een Facebook-bericht. Clint heeft tijdens het gesprek van 2
oktober jl. verklaard dat hij het betreffende bericht niet op Facebook heeft geplaatst. Meerdere mensen in
de omgeving van clint, waaronder zijn vrouw, beschikten op dat moment over de inloggegevens van clint
en hadden zodoende toegang tot zijn Facebook-account. Clint heeft aangegeven dat hij vermoedt dat zijn
vrouw, waarmee hij momenteel in (vecht)scheiding ligt, het bericht op Facebook heeft geplaatst om hem te
belasteren. Uitdrukkingen als Cheers to the weekend gebruikt clint in het geheel niet, omdat clint niet
over kennis van de Engelse taal beschikt. Het voorgaande heeft clint ook tijdens het gesprek van 2 oktober
jl. aangegeven, maar dit heeft u niet opgenomen in uw brief. Gelet op het feit dat clint ontzettend
geschrokken was van zijn terugval en hij zijn therapeut heeft gebeld, is het overigens ook zeer
onwaarschijnlijk dat clint het betreffende bericht, met die strekking, op Facebook heeft geplaatst.
In uw brief van 5 oktober jl. verwijst u naar de Huisregels van Autogarage Bosman. Clint is inmiddels 23
jaar in dienst als monteur bij Autogarage Bosman en de betreffende huisregels zijn hem nimmer ter
beschikking gesteld. Clint heeft deze huisregels derhalve ook niet ondertekend en is volstrekt niet op de
hoogte van de inhoud daarvan. Gelet daarop kunnen de Huisregels van Autogarage Bosman ook niet
worden tegengeworpen aan clint. Uit uw brief volgt dat in de betreffende huisregels beleid omtrent
alcoholgebruik is opgenomen. Clint is in het geheel niet op de hoogte van enig alcoholbeleid binnen
Autogarage Bosman. In het verleden was het zelfs gebruikelijk dat monteurs in de garage ter ontspanning
alcohol nuttigde, temeer als het vrijdagmiddag was. Iedere vrijdagmiddag wordt de werkweek in de garage
afgesloten met de traditionele vrijdagmiddagborrel in de lunchkantine. De alcoholische dranken die daarbij
worden genuttigd, worden ook opgeslagen in de lunchkantine. Dat er in de lunchkantine alcoholische drank
aanwezig is/wordt genuttigd op vrijdagmiddag, is derhalve binnen Autogarage Bosman gebruikelijk. Voor
clint is zodoende onbegrijpelijk dat het incident van 2 oktober jl. tot een ontslag op staande voet heeft
kunnen leiden.
Daarnaast is het ontslag op staande voet niet onverwijld verleend. Het incident dat ten grondslag is gelegd
aan het ontslag op staande voet heeft zich voorgedaan op vrijdagmiddag 2 oktober jl. De heer De Zeeuw en
de heer Bosman waren van dit incident diezelfde dag nog op de hoogte en hebben daarna ook direct een
gesprek gehad met mijn clint aangaande het betreffende incident, maar zijn vervolgens zonder daarvoor
een gegronde reden te hebben pas op maandag 5 oktober 2015 overgegaan tot het verlenen van het
ontslag op staande voet. Ook dit is volstrekt onbegrijpelijk.
Het ontslag op staande voet is, gelet op het voorgaande en gezien de omstandigheden van het geval in
onderling verband en samenhang in aanmerking genomen, niet gerechtvaardigd en ontbeert elke
rechtsgrond. Derhalve verzoek en zo nodig sommeer ik u om het loon stipt en volledig door te betalen.
Indien zulks achterwege blijft zal clint zich beraden ter zake het instellen van een loonvoordering, waarbij
naast zijn loon tevens de wettelijke verhoging en de kosten van de loonvordering van u zullen worden
gevorderd. Clint stelt zich in ieder geval nog steeds beschikbaar voor het verrichten van de
overeengekomen arbeid.
Vertrouwende u met het vorenstaande voldoende te hebben genformeerd en in afwachting van uw reactie,
verblijf ik,

42

Hoogachtend,

mr. E.P. Kuipers

43

Vervangende opdracht: een juiste norm?


Opdracht
Lees onderstaande uitspraak (beginnend op de volgende pagina) door. De uitwerking van
de vervangende opdracht dient de volgende twee onderdelen te bevatten:
1. Een samenvatting van de betreffende uitspraak;
2. Een analyse van de uitspraak, waarbij gemotiveerd aan dient te worden gegeven
waarom de betreffende uitspraak wel/niet in lijn is met het oordeel van de Hoge
Raad in het arrest DSM/Fox (HR 20 februari 2004, JAR 2004, 83).

Vereisten
De opdracht moet in ieder geval aan de volgende eisen voldoen:
-

De samenvatting van de uitspraak heeft een logische opbouw en bevat in ieder


geval de relevante feiten van de zaak, de standpunten van partijen en het oordeel
van de kantonrechter.

Ook de analyse van de uitspraak in het licht van het arrest DSM/Fox heeft een
logische opbouw, waarbij het oordeel van de kantonrechter in de onderhavige
uitspraak wordt besproken in het licht van het oordeel van de Hoge Raad in het
arrest DSM/Fox.

De samenvatting van de uitspraak en de analyse van de uitspraak moeten een


doorlopend verhaal zijn; het puntsgewijs behandelen van argumenten volstaat niet.

De samenvatting van de uitspraak en de analyse van de uitspraak dienen in correct


Nederlands te zijn opgesteld, in lettertype Times New Roman en lettergrootte 12.

De samenvatting van de uitspraak bestaat uit maximaal 350 woorden en de analyse


van de uitspraak bestaat uit maximaal 500 woorden.

Uploaden
Upload alleen in geval dat je n van de andere schrijfopdrachten niet of onjuist
hebt gepload jouw persoonlijke uitwerking van bovenstaande opdracht uiterlijk
zaterdag 28 mei 9.29.00u. (voorafgaand aan het tentamen) in de eigen risicouploadbox.

44

Uitspraak
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Hoorn
zaak/rolnr.: 349331 \ CV EXPL 10-5490
Uitspraakdatum: 2 mei 2011
Vonnis in de zaak van:
[naam]
wonende te [plaats]
eisende partij
verder ook te noemen: [werknemer]
gemachtigde: mr. E. Hoekstra, werkzaam bij Abvakabo FNV te Amsterdam
tegen
de stichting Stichting Commercile Activiteiten Zuiderzeemuseum
gevestigd Wierdijk 18 te 1601 LA Enkhuizen
gedaagde partij
verder ook te noemen: Zuiderzeemuseum
gemachtigde: mr. C.J. Nierop, advocaat te Amsterdam
Het procesverloop
-[werknemer] heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 4
november 2010.
-Zuiderzeemuseum heeft bij antwoord verweer gevoerd.
-De kantonrechter heeft op 3 januari 2011 een tussenvonnis uitgesproken.
-Naar aanleiding van dat tussenvonnis heeft op 31 maart 2011 een comparitie
plaatsgevonden, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden. Van deze
comparitie heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
-De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
-Ten slotte is heden uitspraak bepaald.

De vaststaande feiten
1.1 [werknemer] is op 1 april 2003 in dienst getreden bij Zuiderzeemuseum als
seizoenskracht. [werknemer] was feitelijk werkzaam in het buitenmuseum van
Zuiderzeemuseum. Deze arbeidsovereenkomst eindigde eind oktober 2003. In de jaren
daarna is [werknemer] steeds rond 1 april bij Zuiderzeemuseum in dienst getreden,
waarna de arbeidsovereenkomst steeds eindigde in het najaar van dat jaar. Ook in het
jaar 2006 hebben partijen een arbeidsovereenkomst gesloten en wel van 30 maart 2006
tot en met 30 oktober 2006.

45

1.2 Op 20 maart 2007 zijn partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van twee jaar
aangegaan waarbij, kort gezegd, de arbeidstijden zodanig zijn overeengekomen dat
[werknemer] gedurende de opening van het buitenmuseum van Zuiderzeemuseum 40
uur per week werkte en gedurende het seizoen dat het buitenmuseum gesloten was,
geen arbeid verrichte en daardoor evenmin recht had op loon. Ook op deze
arbeidsovereenkomst is de CAO voor verzelfstandigde rijksmusea van toepassing
(hierna: de Cao).
1.3 In Bijlage 7 bij de Cao is een garantieregeling zaterdagtoeslag opgenomen (verder
ook te noemen: de garantieregeling). Deze garantieregeling luidt:
Garantieregeling zaterdagtoeslag
Bij de invoering van het nieuwe toeslagenregime per 1 juli 2006 geldt voor de
werknemer die al in dienst is bij de werkgever voor 1 juli 2006 een garantieregeling.
Deze werknemers ontvangen een inkomensgarantie van 100% van de in het
voorafgaande jaar (1 juli 2005-1 juli 2006) gemiddeld verdiende zaterdagtoeslagen
binnen het dagdienstvenster. De garantietoeslag wordt gendexeerd met de structurele
loonsverhogingen van de VRM-CAO. De garantietoeslag is pensioengevend.
Partijen werken deze regeling uit in een uitvoeringsinstructie aan werkgevers.

In Bijlage 8 bij de Cao is bepaald:


BIJLAGE 8 Seizoenmedewerkers
Werkgevers en werknemers blijven alert op onderscheid in behandeling tussen vaste
medewerkers en seizoensmedewerkers, en ondernemen waar nodig actie om een
ongeoorloofd onderscheid tegen te gaan.
1.4 Na 28 februari 2009 is [werknemer] bij Zuiderzeemuseum in vaste dienst getreden.
Het geschil
2.1 [werknemer] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- een verklaring voor recht dat Zuiderzeemuseum gehouden is om de garantietoeslag
conform bijlage 7 bij de Cao Verzelfstandigde Rijksmusea op [werknemer] van
toepassing te verklaren;
- veroordeling van Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de persoonlijke
garantietoelage als bedoeld in bijlage 7 bij de Cao Verzelfstandigde Rijksmusea met
terugwerkende kracht tot 1 juli 2006;
- veroordeling van Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de wettelijke
verhoging ex artikel 7:625 Burgerlijk Wetboek (BW);
- veroordeling van Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de wettelijke rente
vanaf 1 juli 2006;
- kosten rechtens.

46

2.2 [werknemer] stelt hiertoe, zakelijk weergegeven, dat hij vanaf 2003 als
seizoenskracht bij Zuiderzeemuseum in dienst is. Hij was ook op 1 juli 2006 bij
Zuiderzeemuseum in dienst. [werknemer] kan daarom aanspraak maken op de in de Cao
opgenomen garantieregeling zaterdagtoeslag. Dit vloeit tevens voort uit de normen van
goed werkgeverschap en uit Bijlage 8 bij de Cao. Zuiderzeemuseum weigert die echter
uit te betalen. [werknemer] heeft daarom tevens recht op de wettelijke verhoging ex
artikel 7:625 BW en wettelijke rente.
2.3 Zuiderzeemuseum heeft verweer gevoerd. Zakelijk weergegeven stelt
Zuiderzeemuseum zich op het standpunt dat de garantieregeling zaterdagtoeslag niet op
[werknemer] van toepassing is omdat hij pas op 1 maart 2007 bij Zuiderzeemuseum in
dienst is gekomen. In 2006 was [werknemer] krachtens een andere
arbeidsovereenkomst bij Zuiderzeemuseum in dienst. Door [werknemer] toch uit te
betalen conform de garantieregeling, zou Zuiderzeemuseum ongeoorloofd onderscheid
maken tussen vaste werknemers en seizoenswerkers.
De beoordeling
3.1 In de kern gaat dit geschil over de uitleg van de Cao. De vraag is immers hoe de in
Bijlage 7 van de Cao opgenomen Garantieregeling zaterdagtoeslag moet worden
gelezen. Voor de uitleg van de bepalingen van een CAO, zijn de bewoordingen daarvan,
gelezen in het licht van de gehele tekst van die overeenkomst, in beginsel van
doorslaggevende betekenis.
3.2 Tussen partijen is niet ter discussie dat op de arbeidsovereenkomst in 2006 de
garantieregeling van toepassing was. De vraag is of deze garantieregeling ook
toepasselijk is op de arbeidsovereenkomst die partijen in 2007 hebben gesloten.
Uitgangspunt van de garantieregeling is dat daarmee per 1 juli 2006 bestaande rechten
van werknemers op een zaterdagtoeslag, worden gecompenseerd. Naar haar
bewoordingen maakt de garantieregeling geen onderscheid tussen seizoenswerkers en
vaste medewerkers. Uit die bewoordingen kan tevens worden afgeleid dat [werknemer]
voldoet aan de criteria voor toepassing van de garantieregeling. Hij was immers op 1 juli
2006 bij Zuiderzeemuseum in dienst.
3.3 Zuiderzeemuseum stelt zich op het standpunt dat voor toepassing van de
garantieregeling tevens sprake moet zijn van (formeel) eenzelfde dienstverband als het
dienstverband op 1 juli 2006. Zij wijst er daarbij op dat een andere, meer woordelijke,
uitleg zou meebrengen dat iemand die van 1 juli 2005 tot en met 1 juli 2006 bij
Zuiderzeemuseum in dienst was en na een pauze van een of meer jaren opnieuw bij
haar in dienst treedt, ook aanspraak zou kunnen maken op deze garantieregeling. De
kantonrechter is van oordeel dat deze uitleg te strikt is. Gelet op de ratio van de
garantieregeling, alsmede gelet op het feit dat werkgevers en werknemers alert moeten
zijn op onderscheid tussen vaste medewerkers en seizoensmedewerkers en waar nodig
ongeoorloofd onderscheid moeten voorkomen (de ratio van Bijlage 8 bij de Cao), dient
de garantieregeling zo gelezen te worden dat zij toepasselijk is in gevallen waarin sprake
is van materieel eenzelfde dienstverband. Of sprake is van formeel eenzelfde
dienstverband is daarbij niet van belang. De garantieregeling bepaalt immers niet dat
voor haar toepassing vereist is dat het gaat om (formeel) hetzelfde dienstverband.
3.4 Naar het oordeel van de kantonrechter is bij [werknemer] sprake van materieel
gezien een voortdurend dienstverband vanaf in ieder geval 1 april 2003. Vanaf die
datum was [werknemer] immers werkzaam in het buitenmuseum van Zuiderzeemuseum
steeds, kort gezegd, in de periode dat het buitenmuseum geopend was. Weliswaar werd
ieder jaar een nieuwe arbeidsovereenkomst gesloten, maar de arbeidsvoorwaarden
(functies, arbeidsduur, functiejaren als gevolg van toegenomen ervaring en beloning)

47

waren steeds gelijk. Zo ook toen partijen in 2007 een arbeidsovereenkomst voor de duur
van twee jaar sloten. Onbetwist heeft [werknemer] verder aangevoerd dat op de
loonstrook steeds als datum van indiensttreding is vermeld 1 april 2003 en dat
Zuiderzeemuseum als datum voor het jubileum van [werknemer] bij Zuiderzeemuseum
ook uitgaat van 1 april 2003 als datum van indiensttreding. De kantonrechter wijst er
overigens op dat het voorgaande op zich reeds meebrengt dat de stelling van
Zuiderzeemuseum dat de door [werknemer] voorgestane uitleg garantieregeling zou
leiden tot ongeoorloofd onderscheid tussen vaste en seizoensmedewerkers die na 1 juli
2006 bij haar in dienst zijn gekomen, geen hout snijdt.
3.5 De conclusie van het voorgaande is dat het gevorderde toewijsbaar is, met dien
verstande dat Zuiderzeemuseum niet gehouden is de garantieregeling van toepassing te
verklaren, maar gehouden is deze garantieregeling toe te passen. Ter comparitie is
gebleken dat Zuiderzeemuseum dat voor het jaar 2006 heeft gedaan. Zuiderzeemuseum
zal daarom veroordeeld worden tot betaling van de toeslag met terugwerkende kracht
tot 1 maart 2007. De wettelijke verhoging ex artikel 7: 625 BW zal gelet op de
omstandigheden van dit geval waarin een rele principile discussie is gevoerd, worden
beperkt tot vijf procent.
3.6 Zuiderzeemuseum dient als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te
worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
a. verklaart voor recht dat Zuiderzeemuseum gehouden is om de garantietoeslag
conform bijlage 7 bij de Cao Verzelfstandigde Rijksmusea toe te passen;
b. veroordeelt Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de persoonlijke
garantietoelage als bedoeld in bijlage 7 bij de Cao Verzelfstandigde Rijksmusea, met
terugwerkende kracht tot 1 maart 2007;
c. veroordeelt Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de wettelijke
verhoging ex artikel 7:625 BW over hetgeen Zuiderzeemuseum op grond van de
veroordeling onder b. aan [werknemer] verschuldigd is tot een maximum van vijf
procent;
d. veroordeelt Zuiderzeemuseum om aan [werknemer] te betalen de wettelijke rente
over de onder b. en c. toegewezen bedragen vanaf de respectieve dag van opeisbaarheid
van het bedrag tot de dag van voldoening;
e. veroordeelt Zuiderzeemuseum in de proceskosten, die tot heden voor [werknemer]
worden vastgesteld op een bedrag van 627,93 [inclusief btw indien en voor zover door
Zuiderzeemuseum verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van 400,00 voor
salaris van de gemachtigde van [werknemer] [waarover Zuiderzeemuseum geen btw
verschuldigd is];
f. verklaart dit vonnis voor zover dit veroordelingen bevat uitvoerbaar bij voorraad;
g. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Gisolf, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en
op 2 mei 2011 in het openbaar uitgesproken.

48

You might also like