◦ 1.

verantwoording agogisch ontwerpen

◦ 2. verantwoording activeringsmethoden
◦ 3. verantwoording programmeren
◦ 4. verantwoording communicatie
◦ 5. verantwoording beheersplan
◦ 6. verantwoording samenwerking

Projectmatig creëren
Motivatievoor verandering bij de
doelgroep(en)

Op welke manier is de doelgroep

geactiveerd?

Hoe is er gewerkt aan het oplossingsdoel

en aan het educatieve doel?

Verantwoording agogisch
ontwerp
Verantwoording van de
activeringsmethoden die je gebruikt hebt

Welke methode is er toegepast en op

welke manier heb je rekening gehouden
met de doelgroepanalyse, de trends aan
cultuurdeelname en vrijetijd?

verantwoording
activeringsmethoden
Verantwoording van het programma

Wat waren de sleutelactiviteiten, welke

methoden en technieken heb je hiervoor
ingezet en welke hulpmiddelen heb je
gebruikt?

Geef ook de relatie met de doelen van het

project aan

verantwoording
programmeren
Verantwoording van de communicatie
Heb je de boodschap/motto van het
project over kunnen brengen?
Hoe heb je het communicatieplan
opgesteld en uitgevoerd en welke
communicatiemiddelen heb je ingezet?
Geef ook de relatie met de doelen van het
project aan

verantwoording communicatie
Verantwoording van de beheersmatige
aspecten van het project
Is de begroting op orde?
Duidelijke taakverdeling en zijn taken en
verantwoordelijkheden duidelijk
afgesproken?
Is de tijdsplanning gehaald?
Zijn de faciliteiten goed beheerd geweest?

verantwoording beheersplan
Verantwoording van de samenwerking

Samenwerkingskant

Ik-kant

Teamrollen

teamontwikkeling

verantwoording samenwerking
POP: leerdoelen opstellen, activiteitenplan
maken op korte en lange termijn
Portfolio: bewijslast
Reflectie: koppeling bewijslast met
competenties en aangeven in hoeverre
competenties op niveau 2 al dan niet
behaald zijn en waarom
Toetsmomenten: voortgangstoetsen en
assessment (competentie-examen)
POP, portfolio en
“toetsmomenten”
Methodisch werken CMV
Agogische relatie onderhouden
Samenwerken
Communiceren
Bijdragen aan een organisatie
professionaliseren
Leiding geven
verantwoorden
Analyseren

Project 2de jaar en competenties

 EEN CMV-ER MOET KUNNEN
IMPROVISEREN EN HOEFT NIET
PROJECTMATIG TE KUNNEN WERKEN

STELLING 1
 HET WERKEN MET BESLISDOCUMENTEN
BELEMMERT DE CMV-ER OM CREATIEF TE
DENKEN EN HANDELEN

STELLING 2
 OM OP EEN INNOVATIEVE MANIER EEN
PROJECT OP TE ZETTEN, MOET DE CMV-
ER IN STAAT ZIJN OM ZIJN EIGEN
METHODIEK TE ONTWIKKELEN

STELLING 3
 DE CMV-ER MOET DE METHODIEK
PROJECTMATIG WERKEN BEHEERSEN OM
ZODOENDE PROFESSIONEEL TE KUNNEN
WERKEN

STELLING 4