naam: ___________________

Herhaling gekende letters.

1) Welk woordje hoort niet thuis in het rijtje?
Omcirkel het woordje.

hen men muis mes zes met

koek kies kuis kon tom kaat

raam hen tien zon zoen men

2) Kleur dezelfde woorden met hetzelfde kleur!

tuin kies tuin
hen kies
maas
hen tuin
maas

3) Kleur de woorden die als staartje s hebben bruin.

maas bos mos tuin

moes los huis kaas

zon kuis zoen bes

 naam: ___________________

Herhaling gekende letters.

1) In welke woorden zie je de m als kopje van het woord?

Kleur de juiste m in het groen!

raam maan min

maar naam mien

zon tim muur

moet koek moe

mies kim kom

2) In welke woorden zie of hoor je de o van zon?

Kleur het buikje van elk woord met o in het blauw!

kom mos kim

zon sok koek

mot tuin kok

mies som mien

tien ton kon

3) Kleur de woorden die als staartje n hebben bruin.

maan bon som mien

tuin kok tien kom

tom ton min zon