Professional Documents
Culture Documents
Opdrachten 2010 v3
Opdrachten 2010 v3
Computergames, 2010-2011
Opdrachtentraject (VERSIE 13 NOVEMBER)
Leesvragen (individueel)
Thema reflecties (groepsverband)
Paperopdrachten (individueel en groepsverband)
Leesvragen (individueel):
Iedere student formuleert over elk van de (meestal) drie teksten die in de betreffende week (behalve
voor hoorcollege 1) moeten worden gelezen 2 soorten leesvragen:
- Per gelezen tekst een vraag (tekstvraag) die betrekking heeft op de inhoud van die tekst
(bijvoorbeeld over een onduidelijkheid of tekortkoming in de tekst, of een interessant punt dat wordt
aangekaart);
- Een vraag (kadervraag) die betrekking heeft op de relatie tussen de drie te lezen teksten van die
week (eventueel in relatie tot de overige thema’s binnen de cursus);
Kort gezegd: De student levert per week dus (meestal) vier vragen in, drie tekstvragen en een
kadervraag. Belangrijke leidraad kan hierin het eigen onderzoek zijn, dat namelijk een specifiek
perspectief levert van waaruit de teksten worden geanalyseerd. De Leesvragen worden steeds
voorafgaand aan het hoorcollege op het gameblog gepost en geprint meegenomen naar het
hoorcollege zelf. De uitdraai is bestemd voor de presentatiegroep van die week.
- het in kaart brengen van de leesvragen en kadervragen van medestudenten. Het presentatiegroepje
signaleert de onderwerpen waar het vaakst vragen over worden gesteld, de typen vragen die worden
gesteld, vragen die zijn opgevallen en het algemene niveau van de vragen;
- het presenteren van 3 aanvullende teksten (i.e. teksten die niet in de verplichte literatuur staan
aangegeven) die aansluiten op het weekthema en mogelijk antwoorden bieden op (veelgestelde)
leesvragen;
- het opzetten van een plenaire discussie op basis van de geïnventariseerde leesvragen en de
aanvullende teksten;
Deze elementen worden uitgewerkt in een handout (1 of 2 A4) die aan iedere medestudent en de
docent wordt uitgedeeld. Er wordt daarnaast tijdens het werkcollege een overzichtelijke
powerpointpresentatie gebruikt ter verduidelijking. Zowel de handout als de powerpointpresentatie
worden nadien op de blogs van alle groepsleden gezet;
Tijdens de presentatie moet gebruik worden gemaakt van enkele (1 tot 3) voorbeelden (games of
gamegenres) die aansluiten op de thematiek van de teksten en/of van het weekthema, en die de stof
koppelen aan voorbeelden (games/genres/speelmethoden) uit de praktijk. De presentatie moet dus
geen samenvatting zijn van de teksten en/of ingeleverde vragen, maar laat de studenten het
onderzoeksveld verkennen en in kaart brengen, zet aan tot uitwisseling van kennis en opvattingen,
bouwt repertoirekennis verder uit, geeft een beeld van de aansluiting van de teksten op de praktijk
(games), en de onderbouwde visie van de studenten op de materie.
Om het werkcollege tijdig te kunnen laten beginnen dient het presentatiegroepje een kwartier voor
aanvang op het werkcollege aanwezig te zijn om technische voorbereidingen te treffen.
De tweede helft van ieder werkcollege zal besteed worden aan presenteren en bediscussiëren van
deze paperopdrachten in groepsverband (zie het onderstaande schema voor de indeling). Voor de
presentaties van de paperopdrachten gelden de volgende richtlijnen:
- Iedere groep heeft 15 minuten de tijd (10 min. voor de presentatie en 5 min. voor vragen en
discussie).
- Laat aan het begin van de presentatie ieder groepslid een korte toelichting geven op zijn of haar
uitwerking van de opdracht.
- Besteed echter het merendeel van de presentatie aan zaken die gezamenlijk ondervonden zijn.
Bekijk op welke wijze de afzonderlijke uitwerkingen van de opdrachten op elkaar aansluiten. Probeer
gemeenschappelijke thema's, inzichten, bevindingen, vragen en oplossingen te signaleren, te
bespreken en te presenteren. In de presentaties mogen individuele problemen aan bod komen, maar
bedenk dat de presentaties met name bedoeld zijn om elkaar te helpen met het schrijven van een
onderzoeksopzet en paper.
- Het is niet noodzakelijk een powerpoint te maken. Wel is het aan te raden eventuele hand-outs uit
te delen.
De presentatiegroepen worden tijdens het eerste werkcollege ingedeeld. Tijdens het eerste
werkcollege van deze cursus worden geen presentaties in groepsverband gepland.
3. “Know Thyself”. Beschrijf in max. 500 woorden je eigen verhouding tot games en
gamecultuur. Het doel is je eigen rol als onderzoeker helder te krijgen. Wat is je achtergrond,
qua academische interesse maar ook als speler? Ben je een buitenstaander op het gebied
van (digitale) spellen? Zou je jezelf een gamer noemen? En hoe zit het met je directe
omgeving? Wat is de slechtste of beste game die je hebt gespeeld? Bij welk thematisch
wekelijks perspectief uit deze cursus denk jij het beste aan te sluiten en waarom? Zet dit op
je gameblog en bereid een korte presentatie voor waarin de games en/of game-gerelateerde
fenomenen die jij interessant vindt, gespeeld en/of getoond worden.
Tussen werkcollege 1 en 2 – dus op woensdag 1 december - zal er een excursie plaatsvinden. Hier
zal zo spoedig mogelijk informatie over verschijnen op de cursusblog!
1. Paperopdracht: Schrijf een voorlopige onderzoeksopzet (zie format dat op het blog komt te
staan, 1500 woorden) met daarin een aanleiding, objectkeuze, formulering vraagstelling(en)
en een toelichting op het belang van het onderzoek. Besteed ook alvast, zij het in mindere
mate, aandacht aan je theorie en methode. Leg kort uit bij welk perspectief je verwacht dat
je onderzoek het beste aan gaat sluiten en welke theoretische achtergrond je daarbij gaat
gebruiken en waarom. Het is aan te raden om hiervoor de literatuur van de aankomende
colleges door te bladeren. Ideeën voor een casus kunnen welllicht zijn opgedaan tijdens de
excursie;
2. Schrijf een verslag in max. 500 woorden over de excursie van de week ervoor. Vergelijk hierin
je ervaringen tijdens de excursie met je zelfanalyse uit week 1. Heb je iets
onverwachts/bijzonders gespeeld/meegemaakt/gezien? Zijn je eventuele vooroordelen over
games en/of game cultuur bevestigd dan wel weerlegd? Kan je een koppeling leggen met je
onderzoeksopzet? Zet dit verslag op je gameblog.
1. Paperopdracht: Werk je onderzoeksopzet bij en zorg ervoor dat alle elementen (aanleiding,
objectkeuze, vraagstelling, belang, en in mindere mate, theoretisch kader en methode) zo
goed mogelijk zijn uitgewerkt. Vergeet deze vernieuwde opzet niet op je blog te zetten!
1. Paperopdracht: Besteed maximaal 500 woorden aan het uitwerken van je theoretisch kader
(situering in het veld) en methode. Kun je aangeven bij welke academische stroming of auteur
jouw aanpak het beste aansluit? Past je onderwerp binnen een bestaande onderzoekstraditie (zo
ja, welke en hoe?), of probeer je juist zelf een aanzet te geven tot interdisciplinair onderzoek (zo
ja, welke disciplines zijn het meest relevant en op waarom)? Kies tenminste 1 tekst die niet is
opgenomen in de literatuurlijst, maar die wel relevant is voor je onderzoek en bespreek waarom
je voor deze auteur hebt gekozen. Annoteer je bronnen volgens een consequente bibliografische
stijl. Verwerk deze opdracht in je bestaande onderzoeksopzet en plaats deze ook op je blog.
KERSTRECES
Geen HC’s en werkgroepen tussen 20 dec. en 2 jan.
1. Paperopdracht: Kijk nogmaals kritisch naar je onderzoeksopzet en zorg ervoor dat alle
elementen (aanleiding, objectkeuze, vraagstelling, theoretisch kader, methode, belang) helder
zijn uitgewerkt.
De definitieve versie van de opzet moet uiterlijk 19 januari worden ingeleverd bij de
werkgroepdocent en zal door hem worden beoordeeld en vormt het opdrachtencijfer, dat voor
30% meeweegt in het eindcijfer.