Max Havelaar (Samenvatting Per Hoofdstuk)

You might also like

Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 23

Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen

Dennis Van der Kuylen


taal- en letterkunde
Universiteit Antwerpen

Ba1. Nederlands
Moderne nederlandse letterkunde:

Max Havelaar
___________________________________________________________________________

Motto’s
1. opdragen van het boek aan zijn vrouw
2. Henry de Pène, over hoe vrouwen vaak te leiden hebben onder de prestaties van hun
man (zowel betrekking op Dekker zelf als op Max Havelaar, die onrechtstreeks Tine
tot armoede dwingt omdat hij alles weggeeft)
3. Barbertje

Hoofdstuk 1
BATAVUS DROOGSTOPPEL neemt het woord, hij is de primaire verteller
 houdt niet van onwaarheden, die vaak in boeken verteld/vermeld w
 enige uitzondering = de Schrift
 referentie naar Van Alphen (Jantje zag eens pruimen hangen)
 “een meisje is een engel. Wie dit het eerst ontdekte, heeft nooit zusters gehad.”
 “De lucht is guur en ‘t is vier uur” (p 8-9) “alles gekheid en leugens”
 Koffiehndelaars  Last & C°, makelaars in koffi, lauriergracht n°37
 Firma heette vroeger Last & Meyer, maar de Meyers zijn er nu al lang uit
 “en dat ik deugdzaam ben, blijkt uit mijn liefde voor de waarheid”, de tweede
hoofdneiging van Droogstoppel is zijn gehechtheid aan hét/zijn geloof
 Last is Batavus’ schoonvader, maar itt de Meyers is hij enkel ‘C°”
 Droogstoppel gaat naar de beurs en staakt zijn vertelling

Hoofdstuk 2
BATAVUS DROOGSTOPPEL gaat verder met zijn verhaal, hij komt terug van de beurs, waar het
maar slap was
 De grote concurenten v Droogstoppel = Busselinck & Waterman (waar het natuurlijk
nog veel slechter gaat)
 Introductie van LUDWIG STERN
 Stern’s familie heeft ook een koffiehuis, maar dan in Hamburg  Stern = Duits
 Droogstoppel zorgt ervoor dat de jonge Stern bij hem in husi komt (en niet bij de
concurentie, Busselinck en Waterman.)
 “voor enige tyd kom ik ‘s avends door de Kalverstraat, en bleef staan kyken naar
de winkel van een kruienier [...] Daar viel my op-eenmaal een heer in’t oog, die
daarnaast voor een boekenwinkel stond en me bekend voorkwam. Hij scheen ook
my te herkennen, want onze blikken ontmoeten elkander gedurig.”  Sjaalman
o “in plaats van een behoorlijke winterjas, hing hem een soort van sjaal over
de schouder – Frits zegt “shawl” maar dat doe ik niet – alsof hij zo van de
reis kwam”
o Sjaalman blijkt een oude schoolkameraad van Batavus te zijn
o cfr. Ontmoeting tussen Batavus en Sjaalman, p 14
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
2

 Sjaalman had ooit Droogstoppel eens “van een Griek gered”


 “Hy verhaalde my dat hy in Indië geweest was, dat hy getrouwd was, dat hy
kinderen had. Ik had daar niets tegen, maar vond er niets belangrijks in.”
 “beste Droogstoppel, ik heb U iets te vragen.”  Droogstoppel vlucht, want hij
denkt dat Sjaalman hem geld aftroggelen wil

Hoofdstuk 3
 verteld door BATAVUS DROOGSTOPPEL
 Frits (nog geen nadere informatie, maar uit “onze Frits” mogen we afleiden dat dit de
zoon van Batavus Droogstoppel is) verteld dat Sjaalman op bezoek is geweest, en
Droogstoppel heeft al spijt dat hij hem zijn adreskaartje gegeven heeft.
 Sjaalman zend Droogstoppel een pak, met brieven, geschriften etc
 “En zyn naam stond er onder. Maar die verzwyg ik, omdat ik er niet van houdt,
iemand in opspraak te brengen.”  hypothese  Max Havelaar = Sjaalman =
Multatuli (?)
 Krans bij de ROSEMEYERS, die in suiker doen
o Frits (16, en wel degelijk de zoon van Droogstoppel) citeerde uit het pak
“Wàt dan? Hy had haar niet geknepen, hy had gereciteerd, daar hebt
ge’t.”
o “toen reciteerde Frits een ding dat van nonsens aan-één hing”
o p. 21
 “Straks zult ge zien dat er ook andere dingen in dat pak waren van meer soliede
aard, en daarvan komt een-en-ander in dit boek, omdat de Koffiveilinger van de
Nederlandse handelsmaatschappy ermee in verband staan.”

Hoofdstuk 4
 Droogstoppel neemt Stern in huis
 Frits reciteerde iets wat Droogstoppel niet bevalt (niet zedelijk!, p 26)
 “verslag over de koffikultuur in de Residentie Menado” Droogstoppel geraakt toch
geïntresseerd in de inhoud van het pak
 p. 27-32 = opsomming van alle geschriften in het pak
 toch overweegt Droogstoppel om Sjaalman een job te geven: “hoe zou’t wezen, dacht
ik, als ik hem de plaats van Bastiaans gaf?”
 Frits en Stern gingen samen naar een boekenverkoop (p. 34), en ze zagen daar
Sjaalman, die een stel boeken laat vallen
 Droogstoppel besluit om Bastiaans toch nog maar in dienst te houden, maar vraagt wel
aan de uitbater vd boekenwinkel (de heer Gaafzuiger), waar Sjaalman woonde.
 Verwerken vd inhoud vh pak
o  Frits en Stern, die grote vorderingen maakte in het Nederlands
o Marie zal alles in’t net schrijven (p. 36)
 Stern zou de elf punten moeten naleven die Droogstoppel hem oplegde: cfr. p. 36-37
 Moeilijkheden!  vreemde talen (javaans en Maleis  ze hebben Sjaalman nodig!)
 Droogstoppel gaat bij Sjaalman op bezoek!
o De familie van Sjaalman (de vrouw en de kinderen – Tine en de kleine Max +
een zusje dat geboren werd na het Indische avontuur? – leven in armzalige
omstandigheden) ontvangt hem
o Er was een heer geweest, die alles meegenomen had  hoogstwaarschijnlijk
een deurwaarder die beslag had komen leggen op alle goederen.
o Sjaalman komt maar niet opdagen, dus vertrekt Droogstoppel maar
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
3

 “nu volgt de eerste week van Stern. Het spreekt vanzelf dat er veel in voorkomt,
dat my niet bevalt.”
 we zijn voorbereid als lezer dat Stern nu het woord zal nemen,
en dat het zal gaan over de inhoud vh pak v Sjaalman
 Sjaalman kwam later nog langs om Stern te helpen bij enige woorden die hij niet goed
begreep.

Hoofdstuk 5
Verteller = LUDWIG STERN

Eduard Douwes Dekker



Multatuli

Batavus Droogstoppel
= zowel verteller als personage

Ludwig Stern
= zowel verteller als personage

Max Havelaar
= vooral personage, hoewel af en toe
ook verteller (parabels, toespraken, ...)
= Sjaalman? = Dekker?

 Referntiekader  indië, Lebak, residentie Bantam


 “de grote weg die de afdeling Pandeglang verbindt met Lebak”
o Men bleef gedurig steken in de modder  de Europeanen, de Javanen niet
o Hulp oproepen vd inlanders  van hun werk halen

“het is mijn doel niet, vooral in het begin van myn vertelling, de lezer lang bezig te
houden met het beschryven van plaatsen, landschappen of gebouwen. Ik vrees te
zeer hem af te schrikken door wat zwemen zou naar langdradigheid, en eerst later,
als ik gevoel dat hy voor my gewonnen is, als ik uit blik en houding bemerk dat het lot
van de heldin die ergens van’t balkon ener vierde verdieping springt, hem belang
inboezemt, dan laat ik, met de stoute verachting van alle wetten der zwaartekracht,
haar zweven tussen hemel en aarde, tot ik myn hart lucht heb gegeven in de
nauwkeurige schets der schoonheden van het landschap, of van’t gebouw dat daar
ergens schynt geplaatst te zyn om een voorwendsel aan de hand te doen tot een
veelbladzydig vertoog over middeleeuwse architectuur.”
Mulatuli, Max Havelaar, p. 42

 De hoofden zijn uitgereden om de nieuwe assistent-resident = MAX HAVELAAR te


begroeten
o Districtshoofden van Lebak
o De regent van Lebak = RADHEN ADHIPATTI KARTA NATTA NEGARA
 Feestelijke inhaal v Max Havelaar
 De kontrolleur = VERBRUGGE
 Uitleg over de hiërarchie in het bestuur, cfr. p 45
 Inkomsten vd Javaanse hoofden (cfr. p 49)
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
4

omaandgeld
ovaste som voor de eigendommen die zijn overgegaan naar de Nederlanders
obeloning voor de hoeveelheid voorgebrachte producten
owillekeurige beschikking over de arbeid én de eigendommen van hun
ondergeschikten ~ horigen
 leidt tot armoede en hongersnood (constant werken voor het hoofd en dus niet op de
eigen akker, de heer eist de buffels van de mensen op, waardoor ze niet meer kunnen
ploegen  cfr. parabel van Sajidjah en Adinda)
 “ik ben daar bitter geworden. Wat zoudt ge denken van iemand die zulke zaken
kon neerschrijven zonder bitterheid?”
 verteller = Stern (?!)
 amper 18 en toch al in Indië geweest?
 (!): dit zijn de nota’s van Sjaalman (=Max Havelaar = Multatuli?)
die door Stern bewerkt worden!

Multatuli

Droogstoppel

Stern  Sjaalman
(beiden personages
Verteld door Droogstoppel)

Max Havelaar

 Eed van de assistent-resident: “de inlandse bevolking te beschermen tegen


uitzuiging en knevelarij.”
 De gewone mensen dúrven niet getuigen tegen hun regent! (cfr p. 53-54)

Hoofdstuk 6
= verteld door LUDWIG STERN
 kontroleur VERBRUGGE
o “goed mens”
o Eerlijk, oprecht, ... (volledige beschrijving?, cfr. p 55)
 de hoofden en de kontroleur wachten op de aankomst van Havelaar
 introductie van een nieuw personage, DUCLARI, eerste-luitenant in het leger en jager
 ze bespreken de nieuwe assistent-resident, Max Havelaar
o “weet meneer de Adhipatti, dat m’nheer de kontroleur de nieuwe
adsistent-resident kent?”
o Verbrugge en Duclari schijnen het erover eens te zijn dat Havelaar er vreemde
gewoonten en gedragingen op na houdt
 “ik noem iemand die in’t water springt om een hond te redden van
de haaien, een gek.” (~Duclari)
 “En hoor eens, dat versje tegen generaal Vandamme...’t kwam niet
te-pas!” – “’t Was geestig” (eerst Duclari, daarna Verbrugge)
 aankomst van Max Havelaar in zijn koets (samen met zijn vrouw en zoontje, Max)
[Tine draagt de haren op z’n chinees ~ mevrouw Sjaalman droeg haar haren ook zo
toen Droogstoppel haar ging bezoeken  Tine = Mevrouw Sjaalman  Max
Havelaar = Sjaalman?]
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
5

 bescrijving Max en Tine, p 63


o “hij was ridderlijk en moedig, maar verspilde, als die andere Don Quichot,
zyn dapperheid dikwyls op een windmolen.”
o Andere intertekstualiteit, cfr p 66, waar er verwezen wordt naar Crusoë, ea
 opvoeding vd kleine Max
o “Dit alleen onderscheide haar van andere kindermeiden in indië, dat ze
zeer weinig te doen had. Want mevrouw Havelaar was een voorbeeld van
zorg voor haar kind, en wat er voor of met de kleine Max te doen viel, deed
zyzelf, tot grote verwondering van veel andere dames, die niet
goedkeurden dat men zich maakte to ‘slavin van zyn kinderen’.”

Hoofdstuk 7
= verteld door LUDWIG STERN
 de ontmoeting
 Havelaar zegt dat ze al die moeite niet hadden moeten doen voor hem
“Waarlijk mijnheer de Adhipatti, ik ben boos dat ge u zoveel moeite
gegeven hebt om-mynentwil! [...] Maar ik zie niet gaarne iemand van uw
rang en uw jaren zich al te veel inspannen. En te paard nogal!”
Multatuli, Max Havelaar, p 69
 Beschrijving van het grote verstand van Havelaar:

“Verbrugge zag Havelaar aan, als begreep hy de overgang niet. Dit was
dan ook, voor wie hem niet kende, dikwyls moeielyk. De vlugheid van zijn
geest deed hem in gesprekken meermalen enige schakels der redenering
overslaan, en heo geleidelyk ook deze overgang plaats vond in zyn
gedachten, was het toch iemand die minder vlug was, of niet gewoon aan
zyn vlugheid, niet euvel te duiden wanneer men by zulk een gelegenheid
hem aanstaarde met de onuitgesproken vraag op de lippen: ben je gek...of
hoe is het?”
Multatuli, Max Havelaar, p 70

 Ietwat vreemde uitspraak: “ik ben zeer bly dat hier alles zo achterlyk en armoedig
is”
 Max Havelaar hoopt dit te veranderen (cfr infra, p , toespraak tot de hoofden van
Lebak)
 Verbugge raakt ervan overtuigd “dat die Havelaar zo slecht niet is”
 Ze rijden naar de nieuwe residentie
 Verbrugge vraagt [de resident] of er al gesproken [met de nieuwe adsistent resident =
Havelaar] is over MEVROUW SLOTERING?
o De weduwe van de overleden assistent resident
o Blijft wonen in de oude huizen, hoewel Havelaar daar nu eigenlijk wonen zal,
maar zowel Max als Tine zeggen dat dit geen probleem is
o = inlandse vrouw (geen verschil voor Havelaar en Tine)
 “liplaps” (cfr. p 73)
 Iedere belangrijke functionaaris staat klaar voor de eedaflegging
 (eedaflegging, p 76)
 Verschil in houding tussen de Adhipatti en Havelaar (Havelaar méént het, p 77)
 “Daarop volgde een toespraak van de resident tot de hoofden [...]”
 Havelaar en Duclari worden in de mate vh mogelijke reeds vrienden
 Max en Tine komen terug van een reis in Europa en een “koffertjesbestaan”
 “Voor hun reis naar Europa was Havelaar adsistent resident van Amboina
geweest, waar hy met veel moeilijkhedenhad te stryden gehad, omdat de
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
6

bevolking van dat eiland in een gistende en oproerende toestand verkeerde ten
gevolge van de vele verkeerde maatregelen die in de laatste tyd genomen
waren.”
 klopt met persoonlijk leven van Dekker
 hypothese Sjaalman/Havelaar/Dekker
 Dekker was assistent resident geweest, tot hij met ziekenverlof terugging
naar Europa (wel verschil; de familie van Dekker bleef in Indië achter!)

 “Maar zuinigheid viel Havelaar moeielyk. Hy voor zichzelf kon zich tot het strikt
nodige bepalen. Ja zonder de minste inspannig kon hy binnen de grens daarvan
blyven, doch waar anderen hulp behoefden, was hem ‘t helpen, het geven, een
ware hartstocht. [...] wanneer ook “zyn Tine” en Max, die hy beiden zo lief had, te
lyden hadden onder de gevolgen zyner vrijgevigheid...hij verweet zich zyn
goedhartigheid als zwakte, als ydelheid, als zucht om voor een verklede prins door
te gaan...hy beloofde zich beterschap, en toch ... telkens als deze of gene zich aan
hem wist voor te doen als ‘t slachtoffer van tegenspoed, vergat hy alles om te
helpen.”
Multatuli, Max Havelaar, p 79

Havelaar zou alles doen om te helpen, en zal zichzelf en zijn familie



daardoor/daarvoor in armoede brengen
 Hoop op beterschap nu ze aangekomen zijn in Lebak
 Voorbeelden van de vrijgevigheid v Havelaar
 De enige “fout” van Tine is dat zij alles goed vind wat haar man doet (p 81)
 cfr motto #2
 Tine komt uit een vrij rijke familie, maar Havelaar deed haar geld op
 grootvader = de baron van W
 hypothese Tine/Mevr. Sjaalman/Vrouw Dekker  de vrouw van
Dekker heette van Wijnbergen  van W.
 hypothes Tine = vrouw van Dekker!?
 Havelaar brengt de nacht in zijn kantoor door

Hoofdstuk 8
= geschreven door LUDWIG STERN
 toespraak tot de hoofden
 Max = enorm welbespraakt
“als hy ophield, ieder hem aanstaarde met open mond als om te vragen,
“myn God, wie zyt ge?”. Het is waar dat hyzelf, die by zulke
aangelegenheden sprak als een apostel, een ziener, [...]”
Multatuli, Max Havelaar, p 85
 Toespraak was in het Maleis
 Letterlijke (vertaalde) weergave vd toespraak vanaf p 86
o Allah, niet God, maar wel behandeld als dezelfde Geode
o “Hoofden van lebak, er is veel te arbeiden in uw landstreek!”
o Positief voor Havelaar, hij vindt het goed dat hij aan zulk een grote taak
geoorloofd is om mee te werken
o Zijn ziel is over andere dingen echter bedroefd, die hij verbeterd wil zien
 De boom, p 88
 De zaaier
o Laat thee rondbrengen
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
7

o De kleine Max wordt erbij gesleurd om de hoofden wat milder te stemmen,


Max(je) speelde met de gevesten van hun krissen (p 91)
o ... is rechtvaardig
o “daar is een mens gestorven” (p. 92)  wat wil je dat men over jou zal zeggen
als je eenmaal doodbent?!
o “hoofden van Lebak eens sterven wij allen!”
o We mogen blij zijn dat er veel te arbeiden is, dat zal ons enkel meer eer
verschaffen!

!!! Batavus Droogstoppel komt een moment tussen met een onzinnige opmerking over het al
dan niet rijmen van twee woorden, op p 90 !!!

 Na de toespraak, gesprek met Verbrugge


 “er wordt in Lebak gruwelyk misbruik gemaakt van gezag” (p95)

“ik weet het,” ging Havelaar voort, “ik weet het! Is niet, m’nheer Slotering gestorven
in november? Welnu, de dag na zyn dood heeft de regent volk opgeroepen om zyn
sawahs te bewerken...zonder betaling! Ge had dit moeten weten, Verbrugge. Wist je
‘t?” – Dit wist Verbrugge niet.
“Als kontroleur had je ‘t moeten weten! Ik weet het,” [...]
Multatuli, Max Havelaar, p 95

 de regent is arm!
 Reden = te veel uitgeven (p. 96)
 De oude assistent-resident, Slotering, had zich hier ook tegen verzet!
 Het probleem:
“De regent ontkende gewoonlijk alles. Dan moesten er getuigen
komen...niemand durfde tegen de regent getuigen...och m’nheer Havelaar,
die zaken zyn zo moeielyk!”
(kontroleur Verbrugge) Multatuli, Max Havelaar, p 98

 hypothese Max Havelaar = Sjaalman = Dekker/Multatuli


 Dekker vond ook de nota’s van zijn voorganger (wel andere naam dan
Slotering) en gebruikte die:
[encarta:] “[...] een misbruik waartegen zijn ambtsvoorganger, de
plotseling gestorven Carolus, reeds had willen optreden. Dekker vond
diens aantekeningen, kreeg nieuwe klachten en trachtte door overreding
de misbruiken tegen te gaan, maar zonder succes. Een maand na zijn
aankomst diende hij een aanklacht in tegen de regent KARTA NATTA
NAGARA1 en enkele lagere hoofden, doch zonder volledige opening van
zaken te geven: bewijzen wilde hij pas leveren na verwijdering van de
regent en diens handlangers”

Hoofdstuk 9
= verteld door

1
Katta Natta Nagara = lijkt wel heel sterk op de naam van de regent waartegen Max Havelaar zich verzet,
RADHEN ADHIPATTI KARTA NATTA NEGARA, de naam is bijna identiek!
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
8

a) eerste 2 pagina’s, p100-101, zijn een twijfelgeval, we kunnen stellen dat STERN aan het
woord is, maar ook Droogstoppel manifesteert zich(en ík zou zelfs durven stellen dat
we hier reeds een glimp van Multatuli zélf opvangen)!
 “zegt dat hy een Amsterdams accent heeft”
 Kan niet over Stern gaan, hij is een Duitser
 “Want ik ben man en schrijver”
Stern is geen schrijver, maar een Duitse gast van Droogstoppel, het zou

hier op Sjaalman kunnen slaan
 De ziel van het boek is de ziel van de schrijver (p 101)  Multatuli?
 “de lezer begrijpt dat ik hier niet spreek van myn boek”
b) de rest van het hoofdstuk, BATAVUS DROOGSTOPPEL

“ik gaf er veel voor, met juistheid te weten, lezer, hoe lang ik nu een heldin in de lucht
zou kunnen laten zweven, voor ge, by de beschryving van een kasteel, myn boek
moedeloos uit de hand zoudt leggen, zonder te wachten tot het mens op de grond kwam?
Als ik in myn verhaal zulk een luchtsprong nodig had, zou ik voorzichtigheidshalve nog
altyd een verdieping kiezen als uitgangspunt van haar sprong, en een kasteel waarvan
weinig te zeggen viel. Wees echter voorlopig gerust: Havelaars huis had geen
verdieping, en de heldin van myn boek – goeie hemel, de lieve trouwe anspruchlose Tine,
een heldin! – is nooit uit een venster gesprongen.”
Multatuli, Max Havelaar, p 100

“welnu barabaar, lees verder! Het belangryke staat juist voor de deur.”
Multatuli, Max Havelaar, p 100

 De vertelling van Droogstoppel begint opnieuw als Louise ROSEMEYER aan Frits
vraagt, wie Abraham Blankaart is (waar de vertelling van Stern/Droogstoppel 
voorlezer Frits mee eindigde)
 Batavus Droogstoppel is niet tevreden!

Ieder zal dus kunnen nagaan hoe weinig tevreden ik was met het werk van Stern. Ik had
op koffi gehoopt, en hy gaf ons..., ja, de hemel weet, wàt! Met zyn opstel heeft hy ons al
drie kransavonden beziggehouden en, wat het ergste is, de Rosemeyers vinden het
mooi.”
Multatuli, Max Havelaar, p 101

 Droogstoppel beschouwt het pak zelfs als een “trojaans paard” (p. 101) (referntie naar
oude mythen – Homerus – intertekstualiteit)
 Het “kwaad” strekt zich zelfs uit tot zijn zoon (Frits), die Stern geholpen moet hebben
(“want die Abraham Blankaart is te hollands voor een Duitser”)
 Wat is nu het probleem?
o Droogstoppel heeft aan Gaafzuiger (de handelaar van de boekenwinkel waar
Sjaalman werkte) beloofd dat hij hem een boek zou bezorgen (dat Gaafzuiger
dan zou uitgeven) dat handelt over de koffiveilingen.
o Maar Stern gaat een heel andere weg uit, er kwam nog geen koffie in voor!

“Wees gerust, alle wegen leiden naar Rome. Wacht nu eerst het slot van de inleiding af.”
– is dat alles nog maar inleiding? – “ik beloof u” – hy zeide eigenlyk: “ik verspreek u” –
“dat ten slotte de zaak zal neerkomen op koffi, koffi, niets anders dan koffi!”
(Ludwig Stern:) Multatuli, Max Havelaar, p. 102

 Droogstoppel vraagt om hem niet de schuld te geven voor alle onzin die Stern in de
voorbije bladzijden verteld heeft
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
9

 De Rosemeyers zijn dol op het geschrijf (p 102)


 “met bevreemding heb ik uit Stern’s geschryf vernomen – en uit Sjaalman’s pak
heeft hy my aangetoond dat het waar was – dat er in de afdeling Lebak geen koffi
wordt geplant.”
o Droogstoppel vindt natuurlijk dat hier dringend verandering in moet komen
o Ook al is de grond niet gschikt, dan verander je hem maar

[...] en ik beweer dat men zich schuldig maakt aan onvergeeflyk plichtsverzuim omtrent
Nederland in ‘t algemeen en de koffimakelaars in ‘t byzonder, ja omtrent de Javanen zelf,
door niet, óf die grond te veranderen – de Javaan heeft toch niets anders te doen – óf, als
men meent dit niet te kunnen, de mensen die dáár wonen, te zenden naar streken waar
de grond wèl goed is voor koffi.”
(Batavus Droogstoppel:) Multatuli, Max Havelaar, p 103

o Droogstoppel vindt van zz dat hij nooit iets ondoordachts zegt, en hij is in zijn
mening gesterkt door de preek van dominee WAWELAAR (zoals alle namen, ook
hier een figuurlijke betekenis2, Wawelaar ~ Wauwelen)
o Gesterkt door de preek begint Droogstoppel: (volledige opsomming van Frits’
“wandaden”, cfr p 103-104)

Daar nu Frits sedert enige tyd in toon en manieren iets heeft aangenomen dat me niet
bevalt [...] heb ik hem eens goed onder handen genomen en gezegd: “Frits, ik ben niet
over je tevreden! [...] Je bent pedant en lastig, en maakt verzen, en je hebt Betsy
Rosemeyer een zoen gegeven”
(Droogstoppel:) Multatuli, Max Havelaar, p 103

o Droogstoppel beschouwt de Javaan als heiden


o De preek van donminee Wawelaar (p 105)
 6 punten (cfr p 106-107)
 Het is onze plicht om die heidenen te bekeren
 Veels arbeid zal gunstig werken op de bekering van de Javaan  D:
plant er dan koffi!
 Koffi als bekeringsmiddel
 “arbeid voor de Javaan, dat is myn principe.”
 p 108 (einde hoofdstuk!)

Multatuli

Droogstoppel
 
Stern dominee Wawelaar

Max Havelaar

Toespraken en parabels

2
Havelaar ~ Haveloos
Sjaalman = zo genoemd door Droogstoppel
Batavus Droogstoppel = Batavus ~ Batavia, toenmalige hoofdstad van Nederlands Indië, Droogstoppel ~ enkel
gelovend in de dingen die hij zelf ziet, voorstander van zijn eigen bekrompen waarheid
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
10

Hoofdstuk 10
= verteld door BATAVUS DROOGSTOPPEL
 Stern = edelmoedig  “auf ehrewort” (p 109)
 De ongelooflijk irritante dwang tot waarheid en ontkrachting van elk gevoel voor
dichterlijke kunst en taalgebruik, cfr p 110

“Wat beduidt dat, voortdragen op je vleugels? Je hebt geen vleugels en je gezang ook
niet! Probeer’t eens over de Lauriergracht, die niet eens heel breed is. Maar al had je
vleugels, mag je dan dingen voorstellen aan een meisje dat haar belydenis nog niet
gedaan heeft? En al wàs ‘t kind aangenomen, wat beduidt dat aanbod van wegvliegen
samen? Foei!”
Multatuli, Max Havelaar, p. 110

 Vermaning aan Stern (na die aan Frits)


 Je kan blijven in een fatsoenlijk huis, gedraag je dan ook fatsoenlijk
 Brief-reprimande

“En doe me toch ‘t genoegen, in je voorlezingen uit Sjaalman’s pak, wat meer degelijks te
brengen. Ik heb er opgaven gezien van de koffi-produktie der laatste twintig jaren, uit
alle residentieën op Java, lees zo-iets voor!”

“en je moet ook de meisjes en ons allen niet zo uitmaken voor kannibalen die wat van je
hebben opgeslikt...dat is niet fatsoenlyk, myn beste jongen.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 112

Hoofdstuk 11
= geschreven door LUDWIG STERN
“zoals ik maar zeggen wil, om met Abraham Blankaart te spreken, dat ik dit hofdstuk als
“essentieel” beschouw, omdat het, naar ik meen, Havelaar beter doet kennen, en hy
schynt nu toch eenmaal de held van de historie te zyn.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 114

 wie is die Abraham Blankaart?


 komt niet voor in de tekst
 enkel, Droogstoppel weet dat Stern hier de hulp moet gekregen hebben van Frits,
want Blankaart is ‘te hollands’ voor een duitser.
 Brieven van Abraham Blankaart = een roman van de Nederlandse schrijfster
Betje Wolff (de roman verscheen in drie delen, tussen 1787 en 1789)
 intertekstualiteit

 Havelaar is een geleerd man en leest veel, Voltaire, Moliere, Schiller, Goethe, Heine,
Vondel, Shakespeare, Byron
 MH spreekt over de mooie vrouwen in Arles en Nîmes (“en daarom beweer ik dat
een schone vrouw [...] het naast komt aan het ideaal van ht goddelijke” p. 116)
 Het ideaal van Max Havelaar over schoonheid
 Watervallen ≠ mooi, ze bewegen, maar zonder geschiedenis
 Voorbeeld: terechtstelling van Maria Stuart, koningin van Engeland (p 117 en 118)
 Terug naar de vrouwen in Arles:
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
11

“Maar...daar zat daar-op-eens een broer of een zus of een vader naast die vrouwen, en ...
godbewareme, ik heb er een gezien die haar neus snoot!”
“ik wist wel dat je er weer een zwarte streep overhalen zou,” zei Tine verdrietig.
“Kan ik het helpen? Ik had ze liever dood zien vallen! Mag zulk een meisje zich
profaneren?
“Maar, mynheer Havelaar,” vroeg Verbrugge, “als ze nu eens verkouwen is?”
“Wèl, ze moest niet verkouwen zyn met zulk een neus!”
“ja, maar ...”
Alsof ‘t boze spel sprak, op-eens moest Tine niezen, en ... voor ze er aan dacht, had ze
haar neus gesnoten!
“Beste Max, wil je er niet boos om worden?” vroeg ze met een teruggehouden
lach.
Hy antwoordde niet. En hoe gek het schynt of is ... ja hy was er boos om! En, wat óók
vreemd klinkt, Tine was bly dat hy boos was, en meer van haar vergde te zyn dan de
Phocese vrouwen te Arles [...]
Multatuli, Max Havelaar, p. 119-120

 De twee bsluiten van Duclari en Verbrugge, p 120: wie niet wil dat zijn vrouw haar
neus sneut is een gek; Tine heeft niet zo’n welgevormde neus dus die mag best
gesnoten worden

 De inspectie van de pepertuinen


o Een verhaal van Havelaar
o Tijdens zijn reis naar een van de pepertuinen, vertelt hij (na eerst mokkend in
de prauw te hebben gezeten) aan een meisje de parabel van de Japanse
steenhouwer (p 125-126)
 Steenhouwer wilde dat hij rijk was
 Hij wordt rijk
 De steenhouwer wilt nog meer macht, hij zag de koning en wil net zo
machtig zijn als hem
 Hij wordt koning
 De steenhouwer/koning klaagt dat de zon te hard schijnt in zijn gelaat,
en dus macht heeft boven hem, hij wenst zon te zijn
 Hij wordt de zon
 Hij heeft nu veel macht, maar toch zijn er wolken, die zijn stralen
dempen kunnen
 Hij vindt dat de zon macht heeft boven hem, en wil wolk zijn
 Hij wordt wolk
 Maar er is een rots, die niet bezwijkt onder zijn geweld
 De rots is machtiger dan de wolk, hij wil dus rots zijn
 En hij wordt rots
 Maar dan komt er een steenhouwer, die stukken uit de rots kapt, en de
rots vraagt aan de engel uit de hemel of hij toch geen steenhouwer mag
zijn, want die heeft macht boven hem
 De steenhouwer wordt steenhouwer, en hij is tevreden
o wat zou het meisje vragen als ze dit gevraagd werd?
o Om haar mee te nemen naar de hemel (p 128)

Hoofdstuk 12
= verteld door LUDWIG STERN
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
12

 Het desert is schraal  weinig geld nog wat vertellen


 Verbrugge zal vertellen
 “er was eens een man, die een kalkoen stal”
o Dit gaat over Havelaar zélf!  “O deugniet,” riep havelaar, “dat heb je van
Padang! En hoe is ’t verder?”
o Over het kastekort in de boekhouding van Havelaar in Natal
 hypothese Max Havelaar = Sjaalman = Multatuli/Dekker
Dekker werd zelf ook geschorst!:
[encarta:] “Na conflicten met de gouverneur werd hij overgeplaatst naar
Padang; hier werd hij door gouverneur Michiels geschorst naar
aanleiding van een vermeend kastekort”
o Mevrouw Slotering verstaat geen Hollands, en komt niet (p 130)
o Ze laat de vreemdelingen die het erf betreden wegjagen!
o Het verhaal van de kalkoen:
 Max Havelaar had de kalkoen gestolen van generaal Vandamme (cfr
supra, de reden waarom ze hem “gek” vinden, hoofdstuk 6: “En hoor
eens, dat versje tegen generaal Vandamme...’t kwam niet te-pas!” –
“’t Was geestig” (Verbrugge))
 “zeg de generaal dat ik, Max Havelaar, deze kalkoen neem omdat ik
eten wil.”
 p 131 en volgende
 Max Havelaar werd niet meer betaald (lees p 133)
 Hij mocht niet vertrekken naar andere eilanden

“Het scheen zyn plan te zyn my te verhongeren. Dat heeft negen maanden geduurd!”
“En hoe hebt ge u zo lang in’t leven gehouden? Of had de generaal véél kalkoenen?”
“Oh ja, maar dit hielp me niet ... zo-iets doet men maar ééns, niet waar? Wat ik
gedurende die tyd uitrichtte? Och, ik maakte verzen, schreef komedies ... en al zo voort.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 136

 hypothese Max Havelaar = Sjaalman = Multatuli


 Dekker schreef zelf ook in Indië!
 Sjaalman komt uit Indië terug met een groot pak schrijfsels
 [encarta:] “[...] geschorst naar aanleiding van een vermeend kastekort. In
deze tijd schreef hij het drama De eerlooze (in 1864 opgevoerd als De bruid
daarboven).”

Hoofdstuk 13
= verteld door LUDWIG STERN
 Waarom Max Havelaar ontslagen werd
 Geldtekort in de staatskas (volledige uitleg p 138) + ruzie met de generaal
 Max Havelaar wordt zonder eten gezet

 Beschrijving van het huis van Havelaar (p. 146)


Havelaars erf nu was zeer groot, ja, hoe vreemd het klinke, aan een der zydne kon men ‘t
oneindig noemen, daar het aan een ravyn grensde [...] Deze ravyn was altyd een doorn in
het oog geweest voor mevrouw Slotering, wat zeer begrypelyk is. De plantengroei, reeds
overal elders in Indië zo snel, was op die plaats door de telkens achtergelaten slib zo
byzonder welig, [...] En dit veroorzaakte geen gering verdriet, zelf aan wie geen
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
13

huismoeder was. Want zonder te spreken van de insekten, die gewoonlyk des avends om
de lamp vlogen dat lezen en schryven onmogelyk werd [...] hielden zich in dat
kreupelhout een tal van slangen en ander gedierte op, dat zich niet bapaalde by de
ravyn, maar telkens ook in de tuin naast en achter ‘t huis werd gevonden, of in ‘t
grasperk op ‘t voorplein. [...] en vooral omdat de kleine Max daar zo dikwyls spelen zou”
Multatuli, Max Havelaar, p. 147 en volgende

 symboliek
 het aardse paradijs blijkt een gevaarlijke plek vol slangen en serpenten
 de vele bezoekers die naar Havelaar zullen komen in de volgende
hoofdstukken moeten eerst die slangen passeren  gevaar = de regent
 de telkens achtergelaten slib  het terugtrekken van de beschuldigingen
geeft de regent(en) het gevoel dat ze toch onkwetsbaar zijn, waardoor ze nog
harder knevelen (regent = onkruid, dat in heel Indië welig tiert)
 p. 159; doorzetten symboliek (cfr infra)

 Mevrouw Slotering wil niet samen eten met de familie Havelaar en zelfs niet de
gezamelijke keuken gebruiken
 angst! Haar man werd gedood met vergif!

Hoofdstuk 14
Verteld door LUDWIG STERN
 Opstanden in Natal
 voor de aankomst van Havelaar
 Havelaar duelleerde vaak voor zijn eer en die van zwakkeren (p. 156)

 alles gaat goed (tot nu toe)


 Mevrouw Slotering sprak weinig en verliet zelden haar huis, en bleef altijd waakzaam
voor ieder die haar huis of dat van Havelaar naderde  bewaken  angst dat ook
Havelaar vergiftigd zal worden

 De tuin en de slangen: symboliek (die al werd aangevangen in het vorige Hfstk):


Eén omstandigheid echter was er te Lebak, die haar verdriet berokkende: kleine max kon
niet in de tuin spelen omdat er zoveel slangen waren. Toen ze dit bemerkte en hierover
zich by Havelaar en de hovenier beklaagde, loofde deze aan de bedienden een prys uit
voor elke slang die ze vangen zouden, doch reeds in de eerste dagen betaalde hij zoveel
uit aan premieën dat hy zyn belofte moest intrekken voor ‘t vervolg [...]
Multatuli, Max Havelaar, p 158

Slangen en dergelyk ongedierte vindt men wel-is-waar in Indië overal, maar op de grotere
hoofdplaatsen waar de bevolking dichter op elkander woont, komen zy natuurlyk
zeldzamer voor dan in meer wilde streken, zoals te Rangkas-Betoeng. Indien echter
Havelaar had kunnen besluiten zyn erf van onkruid te doen reinige tot aan de rand van
de ravyn toe, zouden toch wel de slangen zich van tyd tot tyd in de tuin vertoond hebben,
maar niet in zó grote getale als dit nu ‘t geval was.
Multatuli, Max Havelaar, p 159
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
14

 symboliek:
- de regenten knevelen alleen in de dunbevolkte gebieden
- als Havelaar zijn provincie zou ontdoen van de serpenten zouden er af en toe nog wel
verschijnen, maar niet zoveel als nu

 Havelaar wil zich verzetten tegen onrecht (cfr toespraak)


 Hij merkt dat zijn voorganger Slotering dezelfde opmerkingen heeft als hij

“Toen Verbrugge dit aan Havelaar meedeelde, had deze geantwoord dat zyn voorganger
daaraan verkeerd gedaan zou hebben, daar de adsistent-resident van Lebak in geen
geval de resident van Bantam mocht voorbygaan, en hy had daarby gevoegd dat dit ook
door volstrekt niets zoude gewettigd zyn, daar het toch niet te denken was dat die hoge
beamte party zou trekken voor afpersing en knevelary.”
Multatuli, Max Havelaar, p 162

 werking vh bestuur:
o de regering van Nederlands-Indië wil graag zeggen dat alles goed gaat
o De residenten willen graag aan de regering van Nederlands Indië zeggen dat
alles goed gaat
o De assistent-residenten, die bijna alleen goede berichten van hun controlleurs
ontvangen, willen niet graag onaangename berichten sturen naar de residenten
 vals beeld!
 raporten in tegenstrijd met de werkelijkheid
 p. 164

 De nota’s van Havelaars voorganger was inofficieel!


 Havelaar vindt nergens een bericht terug dat zijn voorganger zijn klachten ook
officieel heeft ingediend!
 Havelaar’s medelevendheid  p. 167-168

Hoofdstuk 15
= verteld door LUDWIG STERN
 Havelaars voorganger had geen officiële nota opgesteld van de knevelarijen van de
resident, omdat hij er liever met hem over sprak dan hem officieel in staat van
beschuldiging te stellen
 De regent eist na zulk een gesprek altijd op bewijzen, waarop de klacht gebasseerd is

“Dan werden de lieden opgeroepen die de stoutheid hadden gehad zich te beklagen, en
kruipende voor de voeten van de Adhipatti, baden zy om verschoning. “Neen, die buffel
was hen niet afgenomen om-niet, ze geloofden wel dat daarvoor een dubbele prys
betaald zou worden.” “Neen ze waren niet afgeroepen van hun velden om zonder
betaling te arbeiden in de Sawahs van de Regent [...]”
Multatuli, Max Havelaar, p. 171

 De klagers worden zelfs gestraft met zweepslagen, terwijl men de lof zingt van de
regent. De resident vond dat hij de zaak dan goed geregeld had, hij wilt immers geen
negatief bericht sturen naar de regering van Nederlands-Indië (cfr. supra)
 Maar bij de assistent-resident komen steeds meer klagers
 Wat moet hij dan doen? De getuigen trekken altijd uit angst hun verklaring in!
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
15

En vooral, wat werd er van die arme klagers nadat ze waren weergekeerd in hun dorp,
onder de macht van het distrikts- of dorpshoofd dat ze had aangeklaagd als uitvoerder
van des regents willekeur?
Wat er van die klagers werd? Wie vluchten kon, vluchtte. Dáárom zwierven er zoveel
Bantammers in de naburige provincieën!
Multatuli, Max Havelaar, p. 172

Doch niet iedereen kon vluchten. De man wiens lyk ‘s morgens de rivier afdreef, nadat
hy de vorige avond, in’t geheim schoorvoetend, angstig, verzocht had om gehoor by de
adsistent resident...hy had geen behoefte meer aan vlucht
Multatuli, Max Havelaar, p. 172

 Havelaar wil hier een einde aan maken


 Havelaar heeft medelijden met de regent, die in geldgebrek zit. De regent heeft schrik
voor de dood en wil zich in de hemel inkopen (p. 173)
 Havelaar wil, MET ZACHTHEID, de regent manipuleren
o Havelaar schoot de regent zelf, op eigen verantwoordelijkheid, geld voor,
zodat hij zijn toevlucht niet zo zoeken in het knevelen van de mensen
o Hij doet dit met het weinige geld dat hij heeft!

 terwijl gaat Havelaar zelf op onderzoek uit, of hij zit in zijn bureau te werken
 Havelaar zit te werken als Verbrugge bij hem aankomt met een brief:
o “een moeielyke zaak”
o Havelaar vroeg waarom er een verandering was gekomen in het arbeidersloon
en de prijzen van de houtwerken
 De prijzen van vroeger komen niet overeen met de huidige
 Brief van Havelaar, cfr p. 175-6-7
 Max Havelaar wordt bedroefd door zoveel onrecht en heeft steeds meer
Tine nodig om hem op te beuren

Vrees voor zijn eigen leed had geen deel in zyn twyfel. Want al wist hy hoe ongaarne in’t
algemeen de regering een Regent ziet aanklagen, en hoeveel gemakkelyker ‘t sommigen
valt de europese beambte brodeloos te maken dan een inlands hoofd te straffen, hy had
een byzondere reden om te geloven dat er juist op dit ogenblik by de beoordeling van
zulke zaak andere grondstellingen dan gewone zouden voorheersen.
Multatuli, Max Havelaar, p. 179

 de “ziekte geschiedenis” van de gouverneur-generaals:


1. eigenwaan, duizeling en wierook-dronkenschap
2. afmatting, vrees, moedeloosheid, neiging tot slaap en rust
 overgang = buikaandoeningen (cfr p. 181)

Als ik dus wil worden gehoord – en verstaan vooral! – moet ik ànders schryven dan hy.
Maar hoe dan? Zie lezer, ik zoek naar ‘t antwoord op hoe? En daarom heeft myn boek
een zo bont aanzien. Het is een staalkaart: bepaal uw keuze. Later zal ik u geel of blauw
of rood geven naar uw wens.
Multatuli, Max Havelaar, p. 182
[ Multatuli]

 Havelaar had de “gouverneursziekte” al veel gezien


 Hij vreesde om als de sterkste aan de strijd te moeten beginnen.
 pagina 179 !!!
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
16

Vrees voor [...] (cfr supra geciteerde)


Doch hy meende dat de aanlokkelykheid van een zelfoffer hier niet bestond, en vreesde –
als hy in ‘t eind zou moeten overgaan tot ernstige stryd tegen ‘t onrecht – zich te moeten
spenen van ‘t ridderlyke genoegen die stryd te hebben aangevangen als zwakste.
Ja dit vreesde hy. Hy meende dat er aan ‘t hoofd van de Regering een Gouverneur-
generaal stond die zyn bongenoot wezen zou, en ‘t was een eigenaardigheid te meer in
zyn karakter, dat deze mening hem van strenge maatregelen terughied, omdat het hem
stuitte Onrecht aan te grypen op een ogenblik dat hy ‘t Recht voor sterker hield dan
gewoonlyk. Ik zeide immers reeds in de proeve der beschryving van zyn inborst, dat hy
naïf was by al zyn scherpte?
Multatuli, Max Havelaar, p. 179

Hoofdstuk 16
Verteld door LUDWIG STERN
Later echter, wordt hij onderbroken door een geagiteerde BATAVUS DROOGSTOPPEL (p. 190)
 De regent van Tanjor, de neef van de regent van Lebak wil op bezoek komen, maar
Havelaar vreest dit, het hele gevolg zal immers gevoed en van logement voorzien
moeten worden
 Hij laat het echter toch toe, omdat het de regent kwetsen zou
 Het is te betwijfelen of de toespraak van Havelaar een blijvend effect gehad heeft op
de hoofden
o Hier had Havelaar niet op gehoopt
o Wel een positief effect: de mensen hadden gehoord dat er een nieuwe assistent-
resident was die recht wilde doen, en daardoor moet kregen om zich te
beklagen, ook al deden ze dit in ‘t geheim
o p 184 (onderaan)  beschrijving van de klagers (die het ravijn moeten
passeren! )
o Max Havelaar gaat daarna zelf op onderzoek uit op de plaats van het onrecht

Meestal was hy kort daarna op de plaats waar ‘t onrecht geschiede, ja vaak was hy reeds
daar geweest en had – gewoonlyk des-nachts – de zaak onderzocht, voor nog de klager
zelf in zyn woonstede was teruggekeerd.
Multatuli, Max Havelaar, p. 184

 doel = proberen de klagers te beschermen en de regent de schaamte te besparen van


een openlijk onderzoek, dat toch zeker met het intrekken van de klacht geëindigd zou
zijn geweest
 Havelaar hoopt nog steeds dat de hoofden zullen verbeteren

Maar telkens nadat hy op-nieuw met de regent had gesproken, deed hy de overtuiging op
dat de beloften van beterschap ydel waren, en hy was bedroefd over ‘t mislukken van zyn
pogingen.
Multatuli, Max Havelaar, p. 184

 voorbeeld vd armoede en ellende: (de parabel van) Saïdjah en Adinda


 buffelroof door de regent [de volledige vertelling staat pas in hoofdstuk 17]
 pas een voorlopige inleiding
 ook nog andere dingen dan buffels worden gestolen (vrouwen bv)
 eerst nog beschrijving van de toestand, hoe de Nederlanders over De Javaan denken
 “Saïdjah en Adinda”= eentonige geschiedenis onder de vele
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
17

 p. 189  We worden erop gewezen dat het over mensen gaat  medelijden

[...] zie ik eis niet – noch verwacht, O Nederlanders! – dat ge daardoor zult aangegrepen
zyn in gelyke maat als wanneer ik u het lot schetste van een boer wie men zyn koe
ontnam. Ik vraag geen traan by de tranen die er vloeien op zo donkere gezichten, noch
edele toorn als ik zal spreken van de verwyfeling der beroofden. Evenmin verwacht ik
dat ge zult opstaan, en met myn boek in de hand naar de Koning gaan, en
zeggen: “zie, o Koning, dat geschiedt in uw Ryk, in uw schoon Ryk van
Insulinde!”
Neen, neen, neen, dat alles verwacht ik niet! Te veel leeds in de nabyheid maakt zich
meester van uw gevoel, om u zó veel gevoels over te laten voor wat zo ver is! Worden
niet al uw zenuwen in spanning gehouden door de akeligheid der keus van een nieuw
kamerlid? Dobbert niet uw verscheurde ziel tusssen de wereldberoemde verdiensten van
Nietigheid A en Onbeduidendheid B? En hebt ge niet uw dure tranen nodig voor ernsiger
zaken dan ... maar wat hoef ik méér te zeggen? Was er niet gister slapte op de beurs, en
dreigde niet ietwat overvoer de koffimarkt met daling?
Multatuli, Max Havelaar, p. 190

 hier onderbreekt BATAVUS DROOGSTOPPEL de vertelling van Stern!!! (p. 190)


“Schryf toch zulke zinneloze dingen niet aan je papa, Stern!” heb ik gezegd, en misschien
zei ik ‘t wat driftig, want ik kan geen onwaarheid lyden, dit is altyd een principe van me
geweest
Multatuli, Max Havelaar, p. 190

 Droogstoppel speelt nu zelfs solitaire terwijl de anderen luisteren naar de vertellingen


uit het pak van Sjaalman. Hij kan het niet meer uitstaan.
 Droogstoppel verwerpt al dat geschrijf, en vindt het betreurenswaardig dat zelfs zijn
zoon Frits eraan meedoet
 “Wanneer komt nu eigenlijk eens iets degelijks?”
 Kortzichtig en lomp:
“En dan dat gemaal over die buffels! Wat hoeven ze buffels te hebben, die
zwarten? Ik heb nog nooit een buffel gehad, en toch ben ik tevreden. Er zyn altyd
mensen die klagen. En wat dat schimpen op gedwongen arbeid aangaat, men ziet wel
dat hy de preek van dominee Wawelaar niet gehoord heeft, anders zou hy weten hoe
nuttig dat werken is voor de uitbreiding van ‘t Godsryk. ‘t Is waar, hy is Luthers.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 191

 rest vd preek op pagina’s 191-2-3-4-5


 Droogstoppel ziet Sjaalman en zijn familie lopen, ze zien er ellendig uit

Heet het niet daarom “bidt en werkt” opdat wy zouden bidden, en ‘t werk laten doen door
‘tzwarte goedje dat geen “Onze Vader” kent?
O, hoe heeft Wawelaar gelyk, als hy Gods juk zacht noemt! Hoe licht wordt de last
gemaakt aan ieder die gelooft! [...] gisteren heb ik Sjaalman gezien met zyn vrouw
en hun jongetje ze zagen er uit als spoken. Hy is bleek als de dood, zyn ogen puilen
uit, en zyn wangen staan hol. Zyn houding is gebogen, schoon hy nog jonger is dan ik.
Ook zy was zeer armoedig gekleed, en ze scheen weer geschreid te hebben. Nu, ik had
terstond bemerkt dat zy ontevreden van natuur is, want ik behoef iemand maar eenmaal
te zien om hem te beoordelen. Dat komt van de ondervinding. Ze had een manteltje van
zwarte zyde om, en ‘t was toch vry koud. [...] toch schynt hy nog iets van trots te
bezitten, want hy gaf iets aan een armere vrouw, die op de sluis zat, en wie zelf
zo weinig heeft, doet zonde als hy nog weggeeft aan een ander. Bovendien, ik
geef nooit weg op straat [...]
Multatuli, Max Havelaar, p. 194
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
18

 hypothese [Sjaalman = Max Havelaar] = Multatuli


 Max Havelaar geeft ook weg aan de armen, hij zou er zelfs zijn gezin mee in het
onheil storten = Sjaalman doet net hetzelfde in dit fragment!
[ Maar zuinigheid viel Havelaar moeielyk. Hy voor zichzelf kon zich tot het
strikt nodige bepalen. Ja zonder de minste inspannig kon hy binnen de
grens daarvan blyven, doch waar anderen hulp behoefden, was hem ‘t
helpen, het geven, een ware hartstocht. [...] wanneer ook “zyn Tine” en
Max, die hy beiden zo lief had, te lyden hadden onder de gevolgen zyner
vrijgevigheid...hij verweet zich zyn goedhartigheid als zwakte, als ydelheid,
als zucht om voor een verklede prins door te gaan...hy beloofde zich
beterschap, en toch ... telkens als deze of gene zich aan hem wist voor te
doen als ‘t slachtoffer van tegenspoed, vergat hy alles om te helpen. ]

 meer kortzichtigheid:

Ook ziet men daaruit, dat er voor iemand die wil oppassen, in dat land nog wel wat te
verdienen valt, en dat dus die Sjaalman ook dáár al lui pedant en ziekelyk geweest
is, anders zou hy niet zo arm zyn thuisgekomen, en hier rondlopen zonder
winterjas.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 195

Hoofdstuk 17
= verteld door LUDWIG STERN
 Het verhaal van Saïdjah en Adinda
 Buffelroof en armoede
 Besluit met: dit is een verzonnen verhaal, maar er zijn veel mensen/verhalen die in dit
verhaal passen
 Uit de papieren en bewijzen van de feiten verzonnen verhaal (p 215)
Is er logen in de gelykenis met de barmhartige Samaritan, omdat er misschien nooit een
geplunderd reiziger is opgenomen in een Samaritaans huis? Is er logen in de parabel
van de zaaier, omdat geen landbouwer zyn zaad zal uitwerpen op een rots?
Multatuli, Max Havelaar, p. 215

Neen, minister van kolonieën, neen, Gouverneurs-Generaal in ruste, niet dat hebt gy te
bewyzen! Gy hebt te bewyzen dat de bevolking niet mishandeld wordt, onverschillig of er
sentimentele Saïdjah’s onder de bevolking zyn. Of zoudt ge durven beweren buffels te
mogen stelen van lieden die niet sentimenteel zyn?
Multatuli, Max Havelaar, p. 216

“De mishandeling van de inlander is VERREGAAND! Zó luidt toch het woord op de


nota des voorgangers van Havelaar, die door deze getoond werd aan de kontroleur
Verbrugge, een nota die voor me ligt.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 216

Hoofdstuk 18
= verteld door LUDWIG STERN
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
19

 Max en Tine willen net thee drinken, en mevrouw Slotering ging bij hen komen, maar
die verjaagt een vreemdeling van bij het hek
 Havelaar vraagt waarom ze toch steeds de vreemdelingen wegjaagt
 “ach, er is toch zoveel slecht volk!”

Hy drong iets sterker op een verklaring aan ... de weduw berstte in tranen uit, en zei dat
haar man ten huize van het distriktshoofd in parang-Koedjang vergiftigd was.
“Hij wilde rechtvaardig zyn mynheer Havelaar,” ging de arme vrouw voort, “hy wilde een
einde maken aan de mishandeling waaronder de bevolking zucht. Hy vermaande en dreigde
de hoofden, in vergaderingen, en schriftelyk...ge moet zyn brieven gevonden hebben in’t
archief?” Dit was zo. Havelaar had de brieven gelezen, waarvan de afschriften voor my
liggen.
Multatuli, Max Havelaar, p. 217

 Het wordt duidelijk dat mevrouw Slotering de hele tijd heeft willen verhinderen dat er
vreemden tot bij de keuken zouden kunnen komen, om elke poging tot vergiftiging te
voorkomen
 Het verslag van de “wetsdokter” (p. 218) ontkracht dit echter, de oude-assistent-
resident was gestorven aan een abces in de lever.
 Havelaar gaat met Verbrugge spreken!
 Cruciaal moment in het boek!

De kontroleur Verbrugge trad de kamer van Havelaar binnen. Deze vroeg kortaf:
“Waaraan is m’nheer Slotering gestorven?”
“Dat weet ik niet.”
“Is hij vergiftigd?”
“Dat weet ik niet, maar ...”
“Spreek duidelyk Verbrugge!”
“Maar hy trachtte de misbruiekn te-keer te gaan, zoals u, m’nheer Havelaar,
en...en..
“Welnu? Ga voort!”
“Ik ben er van overuigd dat hy ... zou vergiftigd geworden zyn als hy hier langer
was gebleven”.
“Schryf dat op!”
Verbrugge heeft die woorden opgeschreven. Zyn verklaring ligt voor my!
Nog iets. Is het wáár of is ‘t niet waar dat er gekneveld wordt in Lebak?
Verbrugge antwoordde niet.
“Antwoord, Verbrugge!”
“Ik durf niet.”
“Schryf ‘t op, dat je niet durft!”
Verbrugge heeft het opgeschreven: het ligt voor my.
Multatuli, Max Havelaar, p. 219

Max havelaar klaagt de regent aan !!!


“Lieve Tine, ik heb je een verzoek te doen! Ik wenste dat je met Max naar batavia ging:
ik klaag heden de regent aan.”
En ze viel hem om de hals en was ongehoorzaam voor het eerst, en riep snikkende:
“Neen, Max, neen Max, dat doe ik niet ... dat doe ik niet! Wy eten en drinken tezamen!”
Multatuli, Max Havelaar, p. 219

 p. 220, de geheime brief van Havelaar, waarin hij zijn beklag doet van de regent
 de bevolking wordt uitgebuit door de bevolking
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
20

Dat ik de regent van Lebak, Radhen Adhipatti Karta Nattâ Nagara beschuldig van
misbruik van gezag, door het onwettig beschikken over de arbeid zyner onderhorigen, en
verdenk van knevelary, door het vorderen van opbrengsten in natura, zonder, of tegen
willekeurig vastgestelde, onvoldoende betaling
Dat ik voorts de Dhemang van Parang-Koedjang – zyn schoonzoon – verdenk van
medeplichtigheid aan de genoemde feiten.
Multatuli, Max Havelaar, p. 221

 Havelaar vereist dat iedereeen die druk kan uitoefenen op de verdere verloop van het
onderzoek, onmiddelijk verwijderd moet worden!
 hypothese Havelaar = Sjaalman = Dekker/Multatuli
[encarta:] Een maand na zijn aankomst diende hij een aanklacht in tegen de
regent Karta Natta Nagara en enkele lagere hoofden, doch zonder volledige
opening van zaken te geven: bewijzen wilde hij pas leveren na verwijdering
van de regent en diens handlangers
 ook hier exact een maand! (cfr p 219)

 De volgende dag kreeg Havelaar antwoord van, niet de resident van Bantam, maar wel
van de heer SLYMERING, een particulier
 Deze verbaast zich openlijk dat Havelaar eerst geen mondeling verslag is komen doen
 Én: Havelaar stoorde hem in zijn drukke bezigheden

Onderbreking door BATAVUS DROOGSTOPPEL!!!

 Die Sjaalman is een gemene schooier!


 Toch wil hij hem in dienst nemen, omdat hij een goed schrift heeft, en zijn oude
bediende, Bastiaans, steeds meer last hheft van jicht.
 Droogstoppel gaat nog eens naar Sjaalman thuis

!!! In een hoek stond een zeer zware reiskoffer, die ik in gedachte aan het hengsel vatte,
en op de schoorsteenmantel lagen enige boeken die ik eens inzag. Een wonderlyke
verzameling! Een paar delen van Byron, Horatius, Bastiat, Beranger en, raad eens?
Een Bijbel, een komplete Bijbel [...] !!!
 dezelfde boeken als die van Havelaar!!!! (cfr supra)

 Hij leest ook nog een brief aan mevrouw Havelaar, en verbaast zich erover dat die van
goede huize is

Tot myn grote verwondering zag ik, dat die vrouw van Sjaalman van deftige familie was,
althans de brief was getekend door een bloedverwant, wiens naam in Nederland
aanzienlijk is, en ik was inderdaad opgetogen over de schone inhoud van dat schryven.
Het scheen iemand te zyn, die yverig werkt voor de heer, want hy schreef “dat de vrouw
van Sjaalman zich moest laten scheiden van zulk een ellendeling, die haar armoed liet
lyden, die zyn brood niet kon verdienen, die bovendien een schurk was, omdat hy
schulden had ... [...] Kortom, in de kerk zelf was niet meer stichting te halen dan er in die
brief stond.
Multatuli, Max Havelaar, p. 224

 de niveau’s beginnen in elkaar over te lopen!!!!


Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
21

 Droogstoppel snapt nog steeds niet wat dichterlijke taal is (p. 224)
 hij denkt dat al die verhalen over armoede en ellende verzinsels zijn:

“[...] omdat ik nu op-nieuw de zekere overtuiging heb opgedaan, dat al die verhalen over
ellende en onrust in de Oost, klinkklare leugens zyn.”
Multatuli, Max Havelaar, p. 224

 men moet uit ondervinding spreken!


 hij weet het uit ondervinding en spreekt daarom de waarheid
 (contradictie, Sjaalman is in Indië geweest, hij niet)
 hij weet het van een resident die in Indië is geweest, en het daar goed had
 die resident kent Sjaalman  die schooier
 de resident en zijn vrouw ware goede gastheren voor Droogstoppel
 p. 226, hij heeft het van een resident zelf gehoord, dus heeft die Sjaalman
niets te zeggen, die krabber

 ook nog anderen: wegcijferen ellende: p. 226


 gesrpek met de gouverneur generaal
 Hij laat Droogstoppel en zijn vrouw afhalen met de koets van het station als
ze naar huis gaan

Wat die paarden liepen! Op de Weesperstraat, waar ‘t altyd zo vuil is, vloog de modder
links en rechts huizen hoog, en, alsof weer ‘t spel sprak, daar liep die schooierige
Sjaalman, in gebogen houding, met gebukt hoofd, en ik zag hoe hy met de mouw van zyn
kaal jasje, zyn bleek gelaat trachtte te reinigen van de spatten. Ik ben zelden prettiger
uitgeweest, en myn vrouw vond het ook.
Multatuli, Max Havelaar, p. 227

Hoofdstuk 19
= verteld door LUDWIG STERN
 Slymering zal naar Havelaar komen, die vermoedt dat Slymering wilt dat de klachten
worden ingetrokken (zoals bij zijn voorganger steeds gebuerde)
 Hij heeft enkel gedaan wat een assistent-resident behoort te doen
 Havelaar wil dat de regent verwijderd zal worden en zijn aanhangers onschadelijk te
maken, om het onderzoek eerlijk te laten verlopen
 De schuldigen niet in bescherming nemen!
 Verbrugge gaat vrijuit (p. 232)
 De resident moet besluiten dat Havelaar een gegronde reden heeft voor zijn klachten,
en dat er dus getuigen opgeroepen moeten worden

Arme lieden die u gewond hadt aan de doornstuiken in de ravyn, hoe angstig zouden uw
harten geklopt hebben als ge deze eis had kunnen horen!
Multatuli, Max Havelaar, p. 232

 Havelaar eist alleen alle verantwoordelijkheid op, als zijn klachten ongegrond zijn
mag men hem veroordelen voor laster
 Slymering probeert Havelaar ervan te overtuigen om de klachten niet officieel te
maken, er is immers “nog niets gebeurd”
 Angst voor vergiftiging (p. 234)
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
22

 Ze proberen dingen te vinden om Havelaar in diskrediet te brengen


 Slymering en de resident gaven de regent smeergeld (p. 232)

Hoofdstuk 20
= geschreven door LUDWIG STERN
 Alle voedsel wordt achter slot bewaard
 Tine gelooft dat haar man spoedig resident zal worden, en dat ze dan al hun schulden
zullen kunnen aflossen
 Ze beseft wel dat hij mss overgeplaatst zal worden (p 237)
 “Kan jij zand eten?”

 De beslissing van de regering:


o Steun van Duclari en Verbrugge
o Brief aan de gewezen assistent resident van Lebak, Max Havelaar
o Door de gouverneur generaal
o Havelaar wordt overgeplaatst naar Ngawi
o In Ngawi is de resident de schoonbroer van de oude resident van Bantam, men
wil nagaan of Havelaar zich zou beteren
o De huidige gouverneur-generaal zal snel aftreden, en Havelaar wil hem nog
spreken voor het te laat is
o Havelaar wil een “eervol ontslag” ipv een overplaatsing
o Nog steeds mishandelen vd Javaan
 Durven niet meer terug naar hun dorpen
 Havelaar kan hen niet meer beschermen
 p. 243
o Havelaar vertrekt en laat het bestuur aan Verbrugge over

 Havelaar wil in Batavia de gouverneur generaal spreken


 Dit wordt steeds afgewimpeld
 hypothese Max Havelaar = Sjaalman = Multatuli
 ook Dekker probeerde bij zijn ontslag de gouverneur-generaal te
spreken, maar dit werd nooit ingewilligd
 [encarta:] “Zijn superieur, de resident van Bantam, Brest van
Kempen, accepteerde dit niet en na inschakeling van het gouvernement
kreeg Dekker overplaatsing. Een afkeurende kabinetsmissive had tot
gevolg dat hij ontslag nam uit 's lands dienst. Zijn herhaalde
verzoeken door de gouverneur-generaal te worden ontvangen,
weigerde deze in te willigen. Na zijn vertrek en buiten zijn medeweten
werd de aanklacht onderzocht en niet ongegrond bevonden, maar zijn
inbreuk op de ambtelijke hiërarchie was hem noodlottig geworden.

De Gouverneur-Generaal vertrok zonder Havelaar te hebben gehoord. Er was weder een


Excellentie ter-ruste gegaan in ’t moederland!
Havelaar doolde arm en verlaten rond. Hy zocht ...
Genoeg, myn goede Stern! Ik Multatuli, neem de pen op, ge zyt niet geroepen
Havelaars levensgeschiedenis te schryven. Ik heb u in ’t leven geroepen ... Ik
Max Havelaar – bespreking vd hoofdstukken Dennis Van der Kuylen
23

liet u komen van Hamburg ... ik leerde u redelyk goed Hollands schryven, in zeer
korte tyd ... ik liet u Louise Rosemeyer kussen, die in suiker doet ... Het is genoeg, Stern,
ge kunt gaan!

Die Sjaalman en zyn vrouw ...


Halt, ellendig produkt van vuile geldzucht en godslaterlyke femelary! Ik heb u
geschapen, ge zyt opgegroeid tot een monster onder myn pen ... ik walg van myn eigen
maaksel: stik in koffi en verdwyn!

Ja, ik, Multatuli, “die veel gedragen heb” neem de pen op. Ik vraag geen verschoning
voor de vorm van myn boek. Die vorm kwam my geschikt voor ter bereiking van myn
doel.
[...]

DE JAVAAN WORDT MISHANDELD!


Multatuli, Max Havelaar, p.246

Aan u durf ik met vertrouwen vragen of ‘t uw keizerlyke wil is:


Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slymeringen en Droogstoppels?
En dat daarginds Uw meer dan dertig miljoenen onderdanen worden MISHANDELD EN UITGEZOGEN
in UW NAAM?
Multatuli, Max Havelaar, p.248

You might also like