Download as pdf
Download as pdf
You are on page 1of 184

LOCATIE ZUIDPOORT DELFT - VIJF VISIES

uitkomsten van een meervoudige studieopdracht


-
Rein Geurtsen, Nicola Körnig (red.) -
LOCATIE ZUIDPOORT DELFT - VIJF VISIES
uitkomsten van een meervoudige studieopdracht

samengesteld in opdracht van de


Gemeente Delft Dienst Stadsontwikkeling
Afdeling Stedebouw,
in het kader van de ontwikkeling van het Zuidpoortgebied

met bijdragen van de Grontmij nv en van de Afdeling Stedebouw van de


Dienst Stadsontwikkeling

mei 1989

Gemeente Delft Dienst Stadsontwikkeling


Publicatiebureau Faculteit der Bouwkunde - TU Delft
"- Uitgave, productie en distributie: CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Deze publicatie werd mogelijk dankzij financiële steun van:
Publicatiebureau Faculteit der Bouwkunde • Gemeente Delft, Dienst Stadsontwikkeling
Locatie
Technische Universiteit Delft • Technische Universiteit Delft, Faculteit der Bouwkunde
Berlageweg 1, 2628 CR Delft Locatie Zuidpoort Delft - vijf visies; uitkomsten van een meervou-
tel: 015-784737 dige studieopdracht/Rein Geurtsen, Nicola Körnig (red.); met een Aan het onderzoek is voorts bijgedragen door de Technische Uni-
fax: 015-784727 bijdrage van de Grontmij nv; (tek. Hugo Dolkens ... et al.) - Delft; versiteit Delft, Faculteit der Bouwkunde, Werkverband Stadsont-
Publicatiebureau Bouwkunde - Jll., foto's, krt. , tek .. werp van de Vakgroep OSW, in het kader van het onderzoekspro-
In samenwerking met: Samengest. in opdracht van de Gemeente Delft, Dienst Stadsont- ject Architectonische en Stedebouwkundige Ontwerpstudies, begro-
Gemeente Delft, Dienst Stadsontwikkeling wikkeling, Afdeling Stedebouw, in het kader van de ontwikkeling tingsjaar 1989.
Oude Delft 53, 2611 BC Delf van het Zuidpoortgebied. - Uitg. in samenw. met: Delft: Gemeente
tel: 015-602960 Delft, Dienst Stadsontwikkeling; Met lil. opg.
ISBN 90-5269-004-9
SISO 719.22 UDC 711.5 (492*2600) NUGI 655
Kaartmateriaal en illustraties:
• Archief Dienst Stadsontwikkeling (A.D.S.) Trefw.: stedebouw; Delft/stedelijke herstructurering; Delft/
• K.L.M. Aerocarto (K.L.M.) stadsontwerp; Delft
• delta-phot luchtfotografie Middelburg (d.ph.M.)
• Aerophoto Schiphol (A.Ph.S.)
• Aerophoto Eelde (A.Ph.E.) Copyright ©Geurtsen, Körnig
• Technische Universiteit Delft, Faculteit der Bouwkunde, no part of this book may be reproduced or transmitted in any form
kaartenarchief en mediatheek (TUD-BK) or by any means, electron ic or mechanical, including photo copy
and recording without written permission by the publishers.
Tekenwerk:
Hugo Dolkens en Nicola Körnig
Foto omslag:
Vormgeving: Delft in vogelvlucht, gezien naar het noorden, 1983 (A.Ph.S .)
Nicola Körnig en Jeroen Ruitenbeek
Foto blz. 2:
Tekstverwerking: Locatie Zuidpoort in 1988 (d.ph.M.)
José van Os

Foto's van de locatie en maquettefoto's:


Fas Keuzenkamp

Druk:
NKB offset bv Bleiswijk
INHOUD

Mr.ir. A.w. Hartman, secretaris-directeur van het Nederlands Instituut


voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting-NIROV
7
-
VOORWOORD

Rein Geurtsen
INLEIDING 9

DEEL I PROCES EN LOC ATIE

Ir. Iwan Kriens, hoofd Afdeling Stedebouw


Dienst Stadsontwikkeling Delft
HOOFDSTUK 1 DE STUDIEOPDRACHT
1.1 aanleiding en opdracht 11
1.2 selectie en procedure 13
1.3 resultaat en analyse 14
1.4 het vervolg 15
1.5 balans 16

Rein Geurtsen, Nicola Kömig


HOOFDSTUK 2 MORFOLOGISCHE KENMERKEN VAN DE 17
LOCATIE ZUIDPOORT
gecomprimeerde stadsmorfologische atlas,
vergelijkingen en planmontages
2.1 samenvatting stadsmorfologische atlas 18
2.2 morfologische kenmerken van de locatie Zuidpoort 20
2.3 de locatie Zuidpoort en de ontwikkeling van opvattingen 22
over binnenstedelijke herstructurering
2.4 vergelijkingen 24
2.5 planmontages 27

Rein Geurtsen
DEEL 11 PLANANALYSE MEERVOUDIGE
STUDIEOPDRACHT LOCATIE ZUIDPOORT
HOOFDSTUK 3 ONTWERPERS EN INTERPRET ATlE VAN DE OPGAVE
3.1 samenstelling ontwerpteams 31
3.2 interpretaties van de ontwerpopgave 31

HOOFDSTUK 4 PLANCONCEPT EN STRATEGIE


4.1 interpretaties van de locatie Zuidpoort; morfologische 35
en programmatische karakteristieken
4.2 centrale ontwerpuitgangspunten en hoofdopzet 38
4.3 planconcept en stedelijk verkeer 42
4.4 ontwikkelingsstrategie en planfasering 49
HOOFDSTUK 5 PROGRAMMATISCHE KENMERKEN
5.1 programmatische samenhang van de locatie Zuidpoort 55
met Delft en Delfland
5.2 bouwprogramma en inrichting van de locatie 59
5.3 uitwisselbaarheid van programma-onderdelen; flexibiliteit 64

HOOFDSTUK 6 RUIMTELIJKE KENMERKEN


6.1 ruimtelijke zelfstandigheid en identiteit van de locatie; 67
het stadseiland
6.2 bebouwingsintensiteit van de locatie; stedelijk groen 74
en stadsrecreatief stelsel
6.3 bebouwingswijze 79
6.4 integratie van bestaande bebouwing en de omvang van de 86
sloop; hergebruik en betekenis van bestaande gebouwen
in het stedelijk landschap

Dienst Stadsontwikkeling, Afdeling Stedebouw


HOOFDSTUK 7 KWANTIFICATIE VAN DE PROGRAMMA'S 91

Rein Geurtsen
HOOFDSTUK 8 CRITISCHE KANTTEKENINGEN 93

DEELIII PLANDOCUMENT ATIES


teksten geschreven door de planteams,
plandocumentaties samengesteld door Nicola Körnig

HOOFDSTUK 9 TEAM HEELING 107

HOOFDSTUK 10 TEAM T. KOOLHAAS 119

HOOFDSTUK 11 TEAMOD205 131

HOOFDSTUK 12 TEAM TERRACOTTA 143

HOOFDSTUK 13 BUREAU HOOGSTAD 155

Grontmij nv, Afdeling Ruimtelijke Planning


Drs. Jeroen Gerretsen
DEEL IV KOSTENASPECTEN
HOOFDSTUK 14 KOSTENASPECTEN VAN EEN GEBIEDSONTWIKKELING
VOLGENS EEN VIJFTAL STUDIEPLANNEN
14.1 inleiding 163
14.2 kosten-opbrengsten 164
14.3 conclusies 172
14.4 overzicht per studieplan 173

LITERATUURLIJST 177
VOORWOORD
In het voorwoord tot de publicatie "Locatie Zuidpoort
Delft; stadsmorfologische atlas" van Rein Geurtsen be-
schrijft de burgemeester wat hij ervoer toen hij na ruim der-
gebieden daarbij, het tijdstip waarop en de snelheid waarmee
die gebieden op de (regionale) markt moeten komen, etcete-
ra, alvorens met stedebouwkundige verlokkingen de pot te
-
7

tig jaar in 1985 over de St.Sebastiaansbrug het Zuidpoortge- verteren.


bied binnenreed -gemakshalve ga ik er van uit dat hij in een
auto zat-; hij zag: "een moderne stadsentree". In Delft is daartoe, wat laat maar nog juist op tijd, een
Pas later, schrijft hij, ging de twijfel knagen of dit alles aantal kaders geschetst. De nota Zicht op Delft geeft in
wel zo gunstig is. Die twijfel is gemeengoed geworden, en hoofdlijnen het scenario tot het jaar 2000 in de visie van het
nu is het gebied een probleem van stadsontwikkeling, ja zelfs gemeentebestuur weer. De markt is verkend en er ligt een
een "stadspolitiek" probleem. heus 'citymarketing'-studie. Eén en ander vereist nog veel
uitwerking, maar het begin is er.
Stedelijke vernieuwing is in korte tijd een gewild artikel
geworden. Het begrip stadsvernieuwing is verwijd naar de In het Zuidpoortgebied zijn we met deze publicatie een
ruimtelijke en programmatische verjonging van grotere fase verder gekomen.
stadsdelen dan de buurt. Dit is terecht, mits dat maar niet ten Er zijn in opdracht van de gemeente een aantal studie-
koste van de nog altijd grote behoefte aan stadsvernieuwing- plannen gemaakt. Aan de hand van de plannen kunnen we
oude-stijl gaat. ons nu een scherper beeld vormen hoe we in de toekomst het
Alom hernieuwde aandacht voor ruimtelijke vormgeving gebied zouden willen benaderen, zowel letterlijk als figuur-
en stedebouwkundige vraagstukken. Geen zichzelf respecte- lijk.
rend nederlandse stad of stadje ontbeert inmiddels een zuid-
poort-achtig gebied, waar prijsvragen of meervoudige studie- Hoe belangrijk is het gebied eigenlijk voor Delft? Wat
opdrachten worden georganiseerd. De Vierde nota over de voor kansen en wat voor risico's liggen er?
ruimtelijke ordening heeft een steentje bijgedragen, en stelt Op stadsniveau vormt het de schakel tussen onze be-
als één van de schaarse concrete instrumenten een kansje op langrijkste 'kapitaalgoederen': de binnenstad en het
subsidiëring van innovatieve plannenmakerij in het vooruit- TUffNO-complex, en kan het dié voorzieningen, die eigen-
zicht. lijk in de binnenstad horen, maar die vanwege omvang of be-
reikbaarheid niet in het historische milieu zijn in te passen,
De vraag is echter of al deze ontwerpen overal in de herbergen. Op regionaal niveau is het één van de plekken
juiste fase van planvorming worden gemaakt. Het is bijvoor- waar de sterker wordende relatie van Pijnacker en Zoeter-
beeld frappant hoe weinig van de plannen ook daadwerkelijk meer met het delftse gebied vormgegeven zal moeten wor-
in uitvoering worden genomen. Er worden thans zoveel plan- den. Op randstedelijk niveau kan met het gebied het ontspan-
nen gemaakt, op zoveel concurrerende plekken, die afhanke- nen, maar niet ingeslapen, karakter van een aardige provin-
lijk zijn van dezelfde financiële bronnen, dat de kans op suc- ciestad, compleet uitgerust, tussen het 'geweld' van de Rijn-
ces afneemt. Het heil wordt van 'de markt' verwacht, maar mond en Den Haag, versterkt worden.
die is beperkt van omvang. Bovendien werken bepaalde
rijkssubsidies marktbedervend: de grote projecten, veelal ge- Kortom, invalshoeken en aanknopingspunten volop.
legen in de grotere steden, worden in een gunstigere positie Maar aan de andere kant het gevaar van overijling. Nadat het
gebracht om het noodzakelijke private kapitaal aan te trek- gebied eerst aan de gasfabriek en later aan de auto ten offer
ken. Hoe juist dit wellicht is uit het oogpunt van het grote- is gevallen moet het nu niet voor rendement worden ver-
steden-beleid, het is nog allerminst zeker of dat ook optimaal kwanseld.
is voor randstedelijk-beleid.
De plannenmakerij in de middelgrote steden lijkt voor Deze publicatie van de analyse der studieplannen, voor-
een groot deel te zijn bedoeld om de projectontwikkelaars en zover ontworpen in opdracht van de gemeente, bevat een
beleggers te verleiden. Deze hebben echter een ruime keus. schat aan gegevens en gedachten. Moge het zijn heilzame
Het antwoord is: nog meer verleiding (=rendementsverwach- werking hebben op de vernieuwing van het stedelijke weef-
ting) op projectniveau, en zo komt een vicieuze cirkel rich- sel rond de 'by-pass' Zuidpoort.
ting kwaliteitsvermindering op 'boven-project-niveau' in
werking.

De les lijkt te zijn dat een stad zich eerst op structuur-


planniveau (maar overigens niet beperkt tot ruimtelijke
aspecten) de vraag moet stellen van de eigen positie, kansen Mr.ir. A.W. Hartman
en risico's, de rol van de verschillende schaarse strategische secretaris-directeur NIROV
Straatnamen

---
I
8
INLEIDING
In veel steden liggen grote blind vlekken, stadsdelen
die lang aan de openbare aandacht zijn ontsnapt, verge-
ten eilanden. Soms zijn het ook gebieden die te leiden
leefomgeving die de nieuwe bewoner zich voorstelt.

In plaats van vooraf de doelstellingen vast te leggen heeft


-
9

hebben gehad van een te grote hoeveelheid aandacht: de Gemeente Delft er in dit geval voor gekozen om haar po-
veel plannen en veel gepraat maar weinig zichtbare resul- litieke uitgangspunten pas te formuleren nadat een meervou-
taten. In Delft ligt zo'n blinde vlek midden in de stad, in- dig ontwerponderzoek heeft plaatsgevonden en nadat het on-
geklemd tussen de zeventiende eeuwse stad aan de noord- derzoek gedegen is geëvalueerd. Aan het feitelijke plan-
zijde en de stadsuitleg uit het begin van deze eeuw, gedo- ningsproces ging daarom een breed opgezet ontwerponder-
mineerd door de universiteitswijk, aan de zuid-zijde. zoek vooraf.
Voor een stad die de grenzen van haar groei vrijwel vol-
ledig heeft bereikt is dat geen geringe buitenkans. Daar In grote lijnen bestaat het ontwerponderzoek voor de lo-
komt nog bij dat het hier gaat om een middelgrote stad catie Zuidpoort uit twee delen: een historisch-stadsmorfolo-
met een strategische ligging in de Randstad, een stad die gisch onderzoek en een meervoudige studieopdracht aan vier
ondanks het stempel van verarmde industriestad dat zij ontwerpteams.
uit het verleden meedraagt een kansrijk milieu biedt, niet
in het minst door de evidente schoonheid van haar bin- stadsmorfologische atlas Locatie Zuidpoort
nenstad. Kortom een buitenkans die erom vraagt zorg- De stadsmorfologische atlas brengt de geschiedenis van
vuldig te worden uitgebuit. Delft en van de ontwerp locatie in beeld, geeft een zekere
verklaring van de stadskaart die in de stationskiosk te koop
Daarbij is het van belang om te onderstrepen dat een ligt, en geeft de ontwerper enkele handvaten voor het inter-
groot deel van de grond in de locatie in het bezit is van de preteren van de opgave. De atlas is dus zowel gericht op de
gemeente. Er drukt op het gebied geen hoge rentelast, waar- vakmensen alsook op de inwoners van Delft die zich bij de
door de planprocedure niet onder extreem hoge druk staat ontwikkeling van de stad en van de locatie in het bijzonder
zoals dit in andere situaties het geval is. De gemeente kan betrokken voelen.
een weloverwogen besluit nemen. Wel is er sprake van een
stroomversnelling doordat op korte termijn enkele oude g~ ­ Juist omdat deze atlas mede bedoeld was om de ontwer-
bouwen door de Technische Universiteit worden afgestoten. pers op gang te helpen moest voorkomen worden dat deze al
kant en klare blauwdrukken zou bevatten voor mogelijke
Medio 1987 bracht het gemeentebestuur dit gebied op- oplossingen. De atlas moest wel de vragen opwerpen waarop
nieuw onder de aandacht door de discussie over de ontwik- de ontwerpers een antwoord zouden kunnen geven maar de
kelingsmogelijkheden te heropenen. Als eerste stap kreeg het richting van de oplossing moest niet in de vraagstelling be-
vergeten eiland een naam: Zuidpoort. Een enfant terrible sloten liggen. Om deze rede bevat de stadsmorfologische at-
werd omgedoopt tot troetelkind. las ook geen samenvattende en concluderende morfologische
visie op de locatie. Op verschillende plaatsen is over de
In aansluiting op een stadspolitieke teneur die zich ook 'neutrale' opstelling van de stadsmorfologische atlas een cri-
elders aftekent werd vooropgesteld dat niet moest worden tische noot gekraakt, en met recht; de rede waarom moge
geprobeerd om volgens de traditionele weg al pratend een door deze explicatie verduidelijkt zijn. Nu de ontwerpers in
plan te ontwikkelen. Besloten werd om allereerst een ruimte- alle vrijheid hun standpunten hebben kunnen bepalen en de
lijk en programmatisch onderzoek te ontketenen en pas via ontwerpen op tafel zijn gedeponeerd is het een geschikt mo-
de evaluatie van de uitkomsten daarvan op de randvoorwaar- ment om de morfologische karakteristiek van de locatie te
den voor de planning af te stevenen. benoemen, mede ten behoeve van de openbare discussie over
de kwaliteit van de plannen. In hoofdstuk 2 is daarom de
Het stadsbestuur gaf daarmee te kennen dat het hier om stadsmorfologische atlas kort samengevat en uitgebreid met
een uitermate complexe verbouwingsoperatie gaat, vergelijk- een morfologische analyse. De ruimtelijke kenmerken van de
baar met de verbouwing van een woonhuis met een lange ge- locatie zijn daarin onderzocht door haar te vergelijken met
schiedenis, een huis waarin zich overal sporen aftekenen van soortgelijke stadsdelen in andere steden en door enkele preg-
de vorige bewoners. Ook bij de verbouwing van het 'laatste nante ruimtelijke concepten op de locatie 'los te laten'.
gat' van Delft werd duidelijk dat het niet mogelijk is om tot De tweedelige Zuidpoortpublicatie kan zo als één geheel
een optimale oplossing te komen als alleen maar wordt nage- worden gelezen.
dacht over de programmatische invullingsmogelijkheden.
Verbouwingen vragen om een ruimtelijk concept, een con- meervoudige studieopdracht
cept dat reageert op de historische sporen die in het gebied Bij de meervoudige studieopdracht zijn de randvoorwaar-
aanwezig zijn en dat tegelijkertijd een beeld geeft van de den door de opdrachtgever met opzet ruim geformuleerd om
- 10
de resultaten zo min mogelijk vooraf te beïnvloeden. De
einddoelen van de ontwerp opgave werden niet vooraf gege-
ven, noch in stadspolitieke termen (welke zaken hebben poli-
van antwoorden te gebruiken bij de besluitvorming over de
ontwikkeling van de locatie.

tieke prioriteit), nog in programmatische termen (welke soor- De Gemeente Delft heeft voor dit laatste gekozen. Deze
ten grondgebruik en bestemming hebben de voorkeur). Het publicatie is daarvan de neerslag. Naast een zo compleet mo-
ontwerpwerk kan in dergelijke gevallen een duidelijke on- gelijke documentatie van de studieplannen zijn de plannen
derzoeksfunctie hebben. Mogelijkheden van de locatie die geanalyseerd door ze op hoofdkenmerken te vergelijken en
voordien nog totaal onbekend waren, die nog buiten het te becommentariëren. Daarnaast is er een globale kosten-ba-
voorstellingsvermogen lagen van de delftse inwoners en ten analyse gemaakt.
stadspolitici, kunnen op die manier boven tafel komen. Dit
heeft evenzeer betrekking op de programmatische mogelijk- De publicatie beoogt het ontwerponderzoek voor de loca-
heden. Een van de doelen van de meervoudige studieop- tie Zuidpoort toegankelijk te maken voor een zo breed moge-
dracht is het ontwikkelen van een samenhangende visie op lijk publiek, zodat ook een breed stadspolitiek draagvlak kán
dit bouwprogramma. ontstaan voor het vervolg van de operatie Zuidpoort Delft.

Een meervoudige studieopdracht moet niet verward wor- Rein Geurtsen


den met een prijsvraag. Het gaat om een procedure die niet
gericht is op het zoeken van een projectarchitect. In wezen is
het een competitie van ideeën met als doel het kunnen for-
muleren van een operationele probleemstelling in plaats van
het zoeken naar een kant en klare oplossing, naar het ei van
Columbus.

Het voordeel van een meervoudige studieopdracht met


een zeer ruim geformuleerde opdracht is dat de ontwerpers
over een optimale vrijheid beschikken waardoor ook de re-
sultaten een grote mate van verrassing kunnen bieden. De
consequentie is echter dat de initiatiefnemer er niet mee kan
volstaan om één van de plannen uit te kiezen. De resultaten
moeten worden geanalyseerd en bewerkt. De publicatie
'Zuidpoort Delft - vijf visies' is hiervan de neerslag.

Juist omdat er geen sprake was van een prijsvraag maar


van een meervoudige studieopdracht gaat het in deze publi-
catie ook niet om een jury-rapport maar om een vergelijken-
de plananalyse. De opzet is: een vakmatige analyse van de
ingezonden plannen die zodanig wordt gepresenteerd dat de
plannen voor de 'geïnteresseerde leek' beter begrijpelijk wor-
den en dat het mogelijk wordt de plannen onderling te verge-
lijken, zowel wat betreft de hoofdopzet alsook wat betreft de
verschillende deelaspecten.
Het voorspelbare gevolg van de ruim geformuleerde op-
dracht is dat de vraagsteller aanzienlijk meer antwoorden
kreeg dan was verwacht. Uit de vier teams kwamen vijf
plannen voort. Gestuurd door uiteenlopende interpretaties
van de mogelijkheden die de locatie in petto heeft, gestuurd
ook door verschillende ontwerpopvattingen, kwamen de
teams met integraal opgezette en tot in details uitgewerkte
voorstellen.
Bij een dergelijke onverwacht rijke oogst kan de vraag-
steller twee dingen doen: alleen die antwoorden er uit pikken
die goed in de kraam te pas komen, of trachten zoveel moge-
lijk profijt te trekken van de ontwerpstudies door de veelheid
DEEL I PROCES EN LOCATIE
HOOFDSTUK 1 DE STUDIEOPDRACHT
Ir. Iwan Kriens,
hoofd Afdeling Stedebouw
Dienst Stadsontwikkeling Delft

Geen prijsvraag maar een studieopdracht, geen studie zou worden kon de voorgestane procedure nader ge-
buitenlandse architecten maar nederlandse ontwerpers, geen stalte krijgen.
randvoorwaarden maar hoge verwachtingen: een sterke start,
maardan .... Mede naar aanleiding van het artikel 'Het primaat van het
Voor een goede interpretatie van de resultaten is het van ontwerp' van Rob de Graaf (Archis, juni 1987) leidde een en
belang de achtergronden, bedoelingen en gang van zaken te ander tot de wens een procedure op te zetten waarbij ontwer-
belichten die een rol hebben gespeeld in het proces van de pers in opdracht van het gemeentebestuur zich zouden bui-
studieopdracht. Mede op grond daarvan kan worden gen over het zuidelijke deel van de binnenstad. De resultaten
geconcludeerd of de meervoudige studieopdracht voor de ervan zouden dan de basis zijn om nader vast te stellen met
locatie Zuidpoort een weloverwogen stap is geweest of dat welke randvoorwaarden en met welk programma van eisen
het een teken van onmacht was. het genoemde gebied diende te worden ontwikkeld.

De afronding van de binnenstad roept essentiële vragen


1.1 AANLEIDING EN OPDRACHT op over de ruimtelijke kwaliteit zoals het wel of niet handha-
ven van de universiteitsgebouwen of wel of geen platte da-
Na het succes van de besloten prijsvraag voor een nieuw ken; zoals de korrel grootte van de nieuwbouw, de bereik-
stadskantoor in Delft lag het in de bedoeling van het baarheid van en de parkeerproblematiek in de oude binnen-
gemeentebestuur die procedure te herhalen voor het stad. Om de creativiteit zo weinig mogelijk te belemmeren
ontwikkelen van een aantal gebieden. Immers de werd de opdracht met zo weinig mogelijk beperkingen en
ontwerpkosten werden door de bouwers gedragen en men randvoorwaarden verstrekt. Alleen de wens naar een budget-
kon uit de resultaten het beste plan kiezen. In navolging van tair neutrale oplossing werd benadrukt. Met voorrang voor
de prijsvraag voor een nieuw stadhuis in 's-Gravenhage de vormgeving werd zo een zuiverder voorbereiding op een
bestond daarbij ook een voorkeur om buitenlandse definitieve opdracht bewerkstelligd. Steeds duidelijker werd
architecten in te schakelen. dat de daadwerkelijke ontwikkeling van het gebied pas zou
In dezelfde tijd werd gesproken, mede naar aanleiding kunnen plaatsvinden nadat er over verschillende invulmoge-
van het nieuwe stadskantoor, over 'het aanzien van de west- lijkheden was gesproken en conclusies waren getrokken. Zo
rand'. De westelijke rand van de binnenstad, gevormd door werd afgezien van een prijsvraag en de keuze voor een stu-
de Phoenixstraat en de Westvest, onderging op vele plaatsen dieopdracht was gemaakt.
ingrijpende veranderingen. De zorg voor het behoud van
visueel ruimtelijke kwaliteit van een historische binnenstad Na bestudering van prijsvragen zoals het Frigasterrein in
werd verder gevoed door invullingen in de binnenstad zelf, Leeuwarden, het Vitriteterrein in Middelburg, het stadhuis
waarover menigeen sterk van mening verschilde over de en de Utrechtsebaan in Den Haag, en na overleg met betrok-
verkregen resultaten . Uit de discussies over deze zaken ken ambtenaren en de secretaris van de permanente prijsvra-
kwamen twee belangrijke conclusies naar voren: gencommissie van de BNA ontstond uiteindelijk de meer-
. het vaststellen van randvoorwaarden (een bestem- voudige studieopdracht voor de locatie Zuidpoort. De op-
mingsplan) is onvoldoende garantie voor een goede dracht zou worden verstrekt aan een aantalontwerpteams
vormgeving; randvoorwaarden kunnen eigenlijk pas gesteld waarbij , in reactie op de roep om buitenlandse architecten,
worden nadat een vormstudie naar mogelijke ruimtelijke werd besloten de nederlandse ontwerpers nu een kans te ge-
invullingen heeft plaatsgevonden ven .
. het vormgeven wordt nadelig beïnvloed als van begin af
aan de haalbaarheid een sterke beperkende rol speelt bij het Ten behoeve van het opdrachtkader werd aan Rein
aanboren van creatieve oplossingen, dit is vaak het geval Geurtsen (TU Delft) een opdracht verstrekt tot het vervaardi-
wanneer de ontwerper moet werken in opdracht van de gen van een historische planstudie over het gebied. Deze stu-
bouwer of de ontwikkelaar die diende als achtergrondinformatie voor de teams. De start
van de meervoudige opdracht werd mede manifest door de
De locatie stadsmorfologische atlas ook voor een ieder verkrijgbaar te
De stadsvernieuwing in de binnenstad stagneerde door de maken.
parkeerproblematiek. De universiteitsgebouwen aan de
Ezelsveldlaan en Nieuwelaan zouden binnen korte tijd leeg- De opdracht
komen en er bestond behoefte aan nieuwbouwmogelijkheden De teams kregen de opdracht tot het vervaardigen van
in en nabij de binnenstad. Dit leidde tot de keuze voor de lo- een integraal plan waarbij door ieder team een plan moest
catie Zuidpoort. worden ingediend dat de volgende elementen diende te om-
Op het moment dat bekend was welk gebied onderwerp van vatten:
12
· verkavelingsplan schaal 1:500 waarop tevens de functies plan, was tevens coördinator van het team en contactpersoon
staan aangegeven en van essentiële punten de inrichting van tussen gemeente en team.
het micromilieu zijn uitgewerkt De architecten moesten de beeldvorming en de bebou-
· situatietekening schaal I: 10.000 (relatie van het plangebied wingsschetsen leveren van in nauw overleg met de stede-
met de omgeving) bouwkundige te bepalen typerende planonderdelen en waren
· principedoorsneden schaal 1:500 tevens verantwoordelijk voor dit onderdeel van het plan.
· plantoelichting De gemeente werd opdrachtgever en de Afdeling Stede-
· plattegronden en gevels van bebouwing schaal 1: 100/1 :200 bouw van de Dienst Stadsontwikkeling het aanspreekpunt.
met hiervan illustraties in drie dimensies De resultaten van de studieopdracht zouden worden ge-
· massamaquette van het stedebouwkundige plan schaal presenteerd door middel van publicatie en tentoonstelling.
I :500
· een notitie over de financiële haalbaarheid Tevens zou door de Dienst Stadsontwikkeling worden
zorg gedragen voor een analyserapport, al of niet met inscha-
Gebiedsbegrenzing keling van externe deskundigen .
Het plangebied werd begrensd door de Asvest in het wes-
ten, de Zuiderstraat in het noorden en het Rijn-Schiekanaal.
Bij de studie moesten nadrukkelijk ook de gebieden Gast-
huisterrein en MB04 betrokken worden in verband met hun
ontwikkelingsrelatie met het Zuidpoortgebied.
Facultatief werd gesteld het betrekken van het gebied ten
zuiden van het kanaal, met name de TU-gebouwen aldaar.

Tijdschema
· uitreiking studieopdracht aan de teams 27 november 1987
· inleveren studieplannen 6 april 1988
later verlengd 9 mei 1988
· rapportage resultaten van ontwerpen aan
B&W half mei 1988
· discussie, intern en extern advies tot juli 1988
· besluitvorming in de gemeente-
raad oktober/november 1988
(Naar aanleiding van de discussie over de organisatie is de
besluitvorming nadien uitgesteld).

Door de gemeente Delft werd een uitgebreid informatie-


pakket aan de teams ter beschikking gesteld, waaronder de
stadsmorfologische atlas 'Locatie Zuidpoort Delft'.

Budget en honorering
In totaal stelde het delftse gemeentebestuur een budget
van driehonderdvijftigduizend gulden ter beschikking voor
de honorering van de ontwerpers.
Daarbij werd een verschil gemaakt tussen de honorering
van de teamcoördinator, de stedebouwkundige, en de archi-
tecten.
Tevens werd een budget ter beschikking gesteld voor de
vervaardiging van een maquette. De ontwerpers kregen de
helft van het honorarium bij voorschot en het restant na inle-
vering van het gevraagde.

Nadere aanwijzing
De stedebouwkundige moest een nadrukkelijke eigen
verantwoordelijkheid hebben voor wat betreft het master-
1.2 SELECTIE EN PROCEDURE

Naast het opstellen van een groslijst van ontwerpers, met


gegevens over hun werk, werd vastgesteld dat ieder team zou
moeten bestaan uit een stedebouwkundige, een architect met
team on 205:
stedebouwkundig bureau · OD 205, Delft (coördina-
-
13

woningbouwervaring en een architect met ervaring in de uti- tie)


liteitsbouw. De samenstelling was gebaseerd op de inschat- architecten · Benthem en Crouwel,
ting dat het gebied een duidelijk stedebouwkundig probleem Amsterdam
bevatte en op de veronderstelling dat er zeker in het gebied · Kees de Kat, Amsterdam
woningbouw zou moeten komen en één of meerdere utilitai- · Girod en Groeneveld,
re gebouwen. Voor een combinatie van een stedebouwkundi- Amsterdam
ge met architecten werd gekozen omdat het voor de discussie
ook van belang was concrete architectonische invullingen team Terracotta:
mede de uiteindelijke noodzakelijke randvoorwaarden te la-
ten beïnvloeden. stedebouwkundige · Rop van Loenhout, Delft
(coördinatie)
De selectie vond plaats op basis van de volgende criteria: architecten · Wilma Kingma, Delft
· aard van de problematiek · Kees Jongelie, Utrecht
· kwaliteit van het geleverde werk · Hielkje Zijlstra, Voorburg
· specialisme in relatie met mogelijke programma-onderde- · Niek Kruisheer, Zutphen
len
· ervaring met samenwerken Na bestudering van de opdracht door de teams bestond
gelegenheid nader vragen te stellen. Deze spitsten zich ener-
De selectie van ontwerpers kwam uiteindelijk tot stand in zijds toe op de eigendomsrechten van de ingeleverde plannen
een aantal sessies met het gemeentebestuur aan de hand van en omvatten anderzijds vragen van verduidelijking omtrent
documentaties en een diaserie. De samenstelling werd defini- mate van nauwkeurigheid van de gevraagde financiële ver-
tief nadat in een voorgesprek de conceptopdracht was be- antwoording, de samenwerking met de Technische Universi-
sproken met de stedebouwkundigen die als teamcoördinato- teit Delft, de schaal van gevraagde tekeningen en zaken als
ren zouden gaan functioneren. Nadien heeft ieder teamlid theaterlocatie, bodemvervuiling, minimaal aantal parkeer-
zich schriftelijk accoord verklaard met de opdracht. plaatsen, doortrekking tramlijn 1 en kostenindicatie voor het
Tijdens de voortgang van deze voorbereidingen besloot verleggen van leidingen en het trafostation.
het gemeentebestuur ook een team van 'net afgestudeerd en
nog niet professioneel werkzaam zijnde' ontwerpers een kans Naar aanleiding van deze vragen werden de eerder over-
te geven. legde gegevens aangevuld met:
· kosten indicatie van het verplaatsen van het trafostation aan
De uiteindelijke opdracht werd verstrekt aan: de Nieuwelaan
· kostenindicatie van het gasreduceerstation
team Heeling : · inzicht in het verloop van kabels en leidingen
· parkeerplaatsen naar aanleiding van gerechtelijk vonnis en
stedebouwkundig bureau · Heeling Krop Bekkering, gehanteerde parkeemorm in Delft
Groningen (coördinatie) · hoofdlijnen bodemonderzoek en sanering . parkeerterrein
architecten · Jan Hoogstad van Bureau Zuid wal en omgeving
Hoogstad, van Tilburg, · indicatie van grondkosten en sloop/vervangingskosten van
Rotterdam diverse elementen uit het studiegebied
· Fons Verheyen, Voorhout
· Wiek Röling, Haarlem Tevens werd naar aanleiding van suggesties van raadsle-
den gememoreerd dat het opnemen van watersportfaciliteiten
team T. Koolhaas: tot de vrijheden van de ontwerpers behoorde.
Garanties voor het bij de uitvoering van plannen betrek-
stedebouwkundige · Teun Koolhaas, Almere ken van ontwerpers uit de teams kon desgevraagd niet wor-
(coördinatie) den gegeven.
architecten · Wim Quist, Rotterdam Een aantal punten bleken aanleiding te geven tot nader
· Ingeborg Hoenders, Delft overleg. De schaal van de maquette werd op verzoek van de
· Hein van Meer, Amster- teams met tegenzin gewijzigd van 1:500 in 1: 1.000, op voor-
dam waarde dat de kwaliteit van het micromilieu en de architecto-
1.3 RESULTAAT EN ANALYSE

-
14
nische invulling toch ruimtelijk inzichtelijk zouden worden
gemaakt.
Daar de gemeente bij uitvoering niet als opdrachtgever
Bij de inlevering van de resultaten bleek dat er een vijfde
plan was toegevoegd. Uit het team van Heeling Krop Bekke-
ring had Hoogstad zich afgescheiden en een apart plan onder
op zou treden, kon zij geen enkele toezegging doen over ver- zijn eigen bureaunaam ingediend.
volgopdrachten. De teams hadden onderling afgesproken De maquette van team T. Koolhaas was, tegen de latere
voor mogelijke vervolgen als team aanspreekbaar te blijven. afspraak in, toch op schaal I :500, waardoor de beoogde ver-
Toegezegd werd een analyserapport te publiceren, waarin gelijkbaarheid enigszins bemoeilijkt werd.
duidelijk gemaakt moest worden dat het geheel van plannen
richting moest gaan geven aan het programma van eisen om De eerste indruk van de plannen gaf aan dat er zich geen
tot de ontwikkeling van het gebied, of onderdelen ervan te extremen hadden ontwikkeld. Noch in ingrepen, opzichtige
komen. massa's of hoogten waren de inzendingen opvallend.
De mogelijkheid van een theater in het Zuidpoortgebied De resultaten werden van 4 juni tot en met 9 oktober
werd nadrukkelijk opengehouden. De eis van een budgettair 1988 tentoongesteld in het Technisch Tentoonstellingscen-
neutraal plan werd wat afgezwakt. Als de resultaten van de trum van de Technische Universiteit in Delft. De
meervoudige studieopdracht kwaliteiten zouden opleveren 'Zuidpoortkrant' waarin de inzendingen werden beschreven
die onvoorzien zouden zijn, zou een financiële bijdrage van werd huis-aan-huis verspreid. Vanaf dit moment konden de
de gemeente niet tot de onmogelijkheden behoren. analyses en de discussies een aanvang nemen .

De tijd die gepaard ging met het nadere overleg was aan- Vergelijkbaarheid
leiding de inlevertijd met één maand te verschuiven tot 9 mei Alras bleek dat de plannen dusdanig verschilden dat het
1988. toegankelijk maken van de resultaten niet eenvoudig leek.
Om te komen tot een zinnige discussie over wat er nu wel of
niet moest gebeuren is veel tijd besteed aan het onderzoeken
van adequate indelingen en toetsingsschema's. Juist met het
oog op het doel door de plannen de consequenties van rand-
voorwaarden zichtbaar te maken, was het van belang de ver-
schillen in randvoorwaarden helder te krijgen.

Het analyseresultaat zoals verder in deze publicatie opge-


nomen is gebaseerd op het volgende schema:

ontwikke- ruimtelijk program-


lingsstrategie matisch
doel
middel
uitvoering

Hierdoor konden de verschillende plannen gelocaliseerd


worden van abstract naar concreet. Op de verticale as: doel,
gekozen middelen en voorgestelde uitvoering, en op de hori-
zontale as: gekozen strategie, ruimtelijke uitgangspunten en
gekozen programma. Het werd mogelijk via dit schema iede-
re invalshoek te kiezen en de consequenties te vertalen. Bij
elk onderdeel behoorde dan een onoderdeel uit één van de ge-
presenteerde plannen zodat ook direct het bijbehorende beeld
bij de discussie kon worden betrokken. Ook voor de finan-
ciële analyse, de beleidsnota's en overige reacties bood deze
aanpak een overzichtelijk middel voor samenhang en afwe-
ging.
- - - - - -- - - - - - - - - -- - - - - - -

1.4 HET VERVOLG

Nu de resultaten van de studieopdracht geanalyseerd zijn


start het deel van het proces dat uiteindelijk moet leiden tot
de daadwerkelijke ontwikkeling van het Zuidpoortgebied.
OFD-plan, de vIsIe van het college, de resultaten van het
marktonderzoek en de reacties op de hoorzitting zal de ko-
mende tijd door een daartoe opgezette projectorganisatie via
-
15

Voor die verdere aanpak is een aantal zaken van essentieel een intensief pendel overleg met belanghebbenden en markt-
belang: partijen een concept worden opgesteld. In dit concept zullen
randvoorwaarden, zowel ruimtelijk-programmatisch als stra-
Zicht op Delft tegisch, moeten worden vastgelegd met een duidelijke finan-
In november 1988 verscheen het scenario voor de ont- ciële verantwoording. Tevens zal in dit concept een procedu-
wikkeling van de stad tussen 1989 en 2000. Naast de analyse re van selectie tot uitvoering worden opgenomen.
van de sterke kanten van Delft worden hierin de hoofdlijnen Het aldus opgezette concept zal aan de Raad worden
van beleid uiteengezet over Delft in de Randstad, de econo- voorgelegd, waardoor dit uiteindelijk als plan van aanpak zal
mische ontwikkeling en zaken als verkeer, vervoer, openbare kunnen gaan functioneren.
ruimte, wonen, toerisme, recreatie en cultuur.
De meest wezenlijke aanwijzing uit het scenario is de
voorgestane wijze van werken. Meer ruimte voor de private
partijen en meer ruimte voor vernieuwende ideeën over aan-
pak en organisatie.

citymarketing
Te zelfder tijd verscheen het in opdracht van de gemeente
Delft vervaardigde rapport over de marktsituatie van Delft.
Voor de locatie Zuidpoort geeft het onderzoek aanwijzingen
over wat wel en niet tot kansrijke ontwikkelingen kan leiden.

OFD
In opdracht van de Ondernemers Federatie Delft werd
een zesde plan gepresenteerd. Het plan omvatte een studie
verricht door de samenwerkende architectenbureau's Galis te
Delft en Luyt, de Iongh, Abels en Grasveld te Den Haag.
Hierdoor werd de betrokkenheid van de delftse ondernemers
op een vroegtijdig tijdstip kenbaar gemaakt.

overige marktpartijen
De publicatie van de resultaten van de studieopdracht
bracht veel marktpartijen ertoe aan de gemeente kenbaar te
maken bereid te zijn mee te denken en mee te werken. Naast
veel bouwers en ontwikkelaars zijn de Kamer van Koophan-
del, de winkeliersverenigingen en het Centraal Overleg Wo-
ningbouwverenigingen bereid gebleken hun bijdrage te le-
veren. Met de Technische Universiteit Delft is het overleg
geïntensiveerd.

organisatie
Hoewel er nog geen politieke besluitvorming is aangaan-
de het toekomstscenario 'Zicht op Delft' ligt het in de bedoe-
ling van het college van Burgemeester en Wethouders de
aanpak voor de locatie Zuidpoort als voorbeeldproject vorm
te geven.
Met een eigen visie op het Zuidpoortgebied wil het colle-
ge richting geven aan het komende traject, waarin de basis
moet worden gelegd voor een raadsbesluit dat definitief het
groene licht zal geven aan de ontwikkeling.
Op grond van de analyse van de studieopdracht, het
1.5 BALANS
16
De resultaten van de studieopdracht hebben in ieder ge-
val een veelheid aan gegevens opgeleverd die de noodzake-
lijke keuzen en besluiten zullen kunnen verdiepen. Ook vak-
matig gezien een positief oordeel. De plannen leveren een
belangrijke bijdrage aan de discussie over vormgeving en
planproces in of grenzend aan historisch waardevolle struc-
turen.
Het ontbreken van randvoorwaarden heeft er toe geleid
dat daardoor inzicht is verkregen in uiteenlopende strategie-
ën en vormfilosofieën. Deze pluriformiteit in aanpak en
planconcept kan zeker verhelderend werken bij de komende
besluitvorming.
Daar staat tegenover dat het ontbreken van randvoor-
waarden de onderlinge vergelijkbaarheid heeft bemoeilijkt.
Omdat in de politiek sterk de neiging bestaat om uit alterna-
tieven te willen kiezen, heeft deze beperking vertroebelend
gewerkt in het duidelijk maken van de functie van de resulta-
ten in het proces. Een eindoordeel zal nog even op zich moe-
ten laten wachten.
HOOFDSTUK2 MORFOLOGISCHE KENMERKEN VAN DE LOCATIE
GECOMPRIMEERDE ST ADSMORFOLOGISCHE ATLAS,
VERGELIJKINGEN EN PLANMONTAGES
Rein Geurtsen, Nicola Körnig

17
Tot voor kort werd het gebied beschouwd als een pro-
bleemgeval, als de moeilijkste rand van de binnenstad.
Nu wordt het steeds meer gezien als een gebied met een
eigen karakteristiek dat mogelijkheden bevat om aan de
stad een nieuwe identiteit toe te voegen. Het delftse ge-
meentebestuur heeft dit willen benadrukken door het ge-
bied een naam te geven: Zuidpoort.
De morfologische kenmerken van de locatie Zuid-
poort zijn onlosmakelijk verbonden met de historische
ontwikkeling van de stad als geheel. Daarmee is al
meteen een van de centrale kenmerken aangeduid: in dit
gedeelte van de stad hebben zich gedurende de afgelopen
eeuwen de meest ingrijpende wijzigingen voorgedaan.
Verder in dit hoofdstuk is dit fenomeen weergegeven in
een compacte stadsmorfologische atlas. In zes stadia wordt
weergegeven hoe de locatie in de loop van enkele eeuwen
steeds opnieuw werd ontworpen. Voor dit verschijnsel zijn
globaal gesproken drie oorzaken aanwijsbaar:
· de wijziging van het beloop van het Rijn-Schiekanaal in
1892, waardoor een stadseiland ontstond dat nieuwe ruim-
telijke mogelijkheden bood
· vanaf het midden van de vorige eeuw werd het zuidelijke
gedeelte van de stad steeds meer een periphere stedelijke
rommelhoek, gekenmerkt door slechte woonomstandighe- a
den en chaotische bedrijvigheid; de na-oorlog se saneringsij-
ver richtte zich allereerst op dit stadsdeel hetgeen leidde tot
een grootschalige aanpak
· door het bijzondere beloop van de delftse gemeentegrenzen
vond de eerste grote stadsuitleg na 1900 plaats in zuidelijke
richting; daardoor kwam het zuidelijke deel van de binnen-
stad te liggen in het zwaartepunt van Groot-Delft; dit leidde
tot de voor de hand liggende gedachte om van de locatie
één grote verkeersknoop te maken, aansluitend op een mo-
dem city-centrum, als het heftig bonzend hart van Groot-
Delft en Delfland

Bij de radicale omslag van het beleid in de zeventiger jaren


verschoven de accenten van allure naar leefbaarheid, van
grootschaligheid van infrastructuur en gebouwen naar fijn-
mazigheid van het stadsweefsel en van interruptieve moder-
niteit naar historiserende continuïteit. Eén van de meest op-
merkelijke eigenschappen van de locatie is dat, ondanks deze
reeks ingrijpende veranderingen, een groot deel van de histo-
rische kenmerken nog altijd aanwezig is. Bij het bepalen van
een ontwerpstrategie voor de herstructurering van de locatie
kan dit gegeven als uitgangspunt worden genomen.

Ondanks de grote mate van vrijheid die de genodigde


ontwerpteams kregen voor het bepalen van hun ontwerptac-
a de St.Sebastiaa nsbrug in aan- tiek stond het gemeentebestuur toch duidelijk voor ogen dat
bouw, ca.1965 (A. D.S.1 er tenminste sprake zou moeten zijn van een uitdrukkelijke
b de Gemeente Gasfabriek in 1969,
gezien naar het noordoosten; foto
terugkoppeling op deze historische realiteit. Deze intentie
Rein Geurtsen werd geconcretiseerd in de publicatie 'Locatie Zuidpoort b
Samenvatting stads morfologische atlas

vóór 1837; Delft in de Jan Salietijd Zuidpoort, statige stadswandeling 1837 tot 1892; de moderne tijd dringt door Zuidpoort, het delftse arcadië

2.1 SAMENV ATTING STADS MORFOLOGISCHE ATLAS

vóór 1837; Zuidpoort, statige stadswandeling


Delft is een verarmde stad met een grote vormrijkdom, ook met betrekking tot de ruim-
telijke relatie tussen stad en ommeland.
Deze is bijzonder door de elementen die vanuit het landschap doorlopen in de stad, zo-
als trekvaarten en weteringen. Daarnaast door elementen die zich juist niet voegen in
het geomorfologisch bepaalde patroon, de markeringen van de grens tussen stad en
land. Eerst de vestingwerken en poorten en later de stadswandelingen op de wallen. In
het Zuidpoortgebied, ingeklemd tussen drie stadspoorten, manifesteren zich deze kwali-
teiten. Tussen de poorten is een verhoogde stadswandeling gespannen met een verge-
zicht over de Schie. Op de voorgrond ligt het delftse arcadië: de Nieuwelaan, een aan-
gename promenade naar uitspanning De Prins. Het stadsbalkon sluit aan op de 'Delft-
Diagonaal'.
1837 tot 1892; Zuidpoort, het delftse arcadië
De eerste tekenen van de moderne tijd dringen door. Het spoor versterkt het verschil
tussen de west- en de oost-zijde. Aan de oost-rand kan van het landschap worden geno-
ten , aan de west-zijde domineren scheepvaart, handel en nijverheid. De eerste westelij-
ke stads uitleg kondigt zich aan. Minder ingrijpend zijn de plannen voor omvormingen
van de vestingwallen. Tuinarchitect 1.D. Zocher transformeert op papier de Zuidelijke
Stadswandeling, in samenhang met het ~rcadië van Nieuwelaan en Zuidelijke Avenue,
tot een uitgestrekte lustwarande. De uitvoering wijkt drastisch af: alleen het slingerende
wandelpad verraadt iets van Zocher's invloed. Vooruitlopend op de algehele transfor-
matie van de locatie verschijnen vuilstort en Gemeente Gasfabriek op de stadskaart.
1892 tot 1921; Zuidpoort, een stadseiland van bedrijf en techniek
De modernisering van het Rijn-Schiekanaal markeert een nieuw tijdvak . Een tracé langs
de rustige oost-zijde biedt de minste obstakels. Aan de noord- en zuid-zijde worden de
bochten ruim afgesneden en er ontstaan twee grote stadseilanden. De arcadische lustwa-
rande in het zuiden wordt een eiland van bedrijf en techniek. De Technische Hoge-
school wordt uitgebreid met een Bacteriologisch laboratorium annex hoogleraarswo-
ning aan de Nieuwelaan. Na het graven van het Rijn-Schiekanaal komen er nog twee
gebouwen aan de overzijde van het kanaal bij. Door de parallelle situering van de ge-
bouwen aan weerszijden van het kanaal is de waterbarrière in visueel opzicht gecom-
penseerd. 1945 tot 1967; functionele stad, allure en dynamiek Zuidpoort, schamiervan Groot-Delfland
-
19

1892 tot 1921; Delft, nijvere stad Zuidpoort, een stadseiland van bedrijfen techniek 1921 tot 1945; Groot-Delft en het streekplan Zuidpoort, vergeten eiland

1921 tot 1945; Zuidpoort, vergeten eiland


In de jaren twintig wordt het zuidelijke stadsdeel bebouwd volgens de eerste gemeente-
lijke uitbreidingsplannen, met inbegrip van het grote bouwplan uit 1906 voor de TH.
Uitbreiding van de gasfabriek en demping van de zuidelijke stadssingel geven de west-
zijde van het Zuidpoortgebied definitief een industrieel karakter. In het oostelijke deel
wordt een kolossaal TH-gebouw gesitueerd, alsmede goedkope arbeiderswoningen. De
modernisering van de binnenstad neemt een eerste aanvang in de voor-oorlog se periode
alsmede het streven naar monumentale stadsbeelden. In het zuidelijke stadsdeel wordt
een nieuwe monumentale "polytechnische stad" gedacht, niet meer als een schil tegen
de stad aangeplakt maar met een autonome opzet. Tussen deze twee dynamische polen
ligt het Zuidpoortgebied als "eiland van bedrijf en techniek" er enigszins vergeten bij.
1945 tot 1967; Zuidpoort, scharnier van Groot-Delfland
Na een kort intermezzo, waarin het concept van de 'Organische Stad' werd nagestreefd
en waarin Delft haar mooiste na-oorlogse woonwijken bouwde, wordt een radicaal
nieuw stadsconcept gekozen, de 'Functionele Stad'. Voor het eerst heeft het netwerk van
verkeerswegen de absolute prioriteit. Ook de binnenstad moet worden geperforeerd. Op
papier verschijnt een assenkruis van verkeersdoorbraken, voorzien van bruggen, tunnels
en dergelijke. Zuidpoort wordt de spil van de verkeersmachine. Het assenkruis wordt
slechts voor de helft uitgevoerd. De centrale aslijn van de nieuwe TH-wijk wordt via de
nieuwe St.Sebastiaansbrug aan de oude stad geschakeld terwijl in de oostwest-richting
een verbinding tot stand komt met de westelijke tuinstad wijken. De saneringsprojecten
in de binnenstad dienen als aanleiding voor de transformatie van het Zuidpoortgebied
tot het scharnierpunt van een regio: Groot-Delfland.
1967 tot heden; Zuid poort, reparatie stadsweefsel
Het tijdvak opent met de eerste twijfels aan de waarheid van het functionalisme. Daar-
voor in de plaats komt een veelheid van stadspolitieke thema's: leefbare stad, reparatie
van het stedelijke weefsel, ecologie, medezeggenschap, publicitaire aandacht voor de
stad, kwaliteit in plaats van kwantiteit én welzijn in plaats van welvaart. De uiteenge-
legde stad wordt vervangen door de 'Compacte Stad' en de verkeersmachine wordt ge-
temd. Geplande provinciale wegen en doorbraken door de binnenstad worden ter
discussie gesteld. De monumentale noordzuid-traverse door de binnenstad wordt ver-
vangen door een smallere voetgangerspromenade.
Voor het Zuidpoortgebied hebben deze wijzigingen ingrijpende consequenties. Door-
braken worden veranderd in fijnmazige stelsels van routes, de grootschalige operatie
van city-vorming wordt omgezet in kleinschalige oplossingen waarbij wonen wordt ge-
1967 tot heden; leefbare stad Zuidpoort, reparatie stads weefsel mengd met voorzieningen.
2.2 MORFOLOGISCHE KENMERKEN

-
20
Delft, stadsmorfologische atlas' 1 die aan de ontwerpteams
als vóórinformatie werd verstrekt. Deze stadsatlas legt een
sterk accent op de geschiedenis van de stedelijke ontwikke-
ling van Delft en op de architectonisch-stedebouwkundige
VAN DE LOCATIE ZUIDPOORT
kamvormig patroon van de delftse binnenstad
Anders dan bij steden die op een oversteekbare plaats in
een rivier ontstonden, zoals bijvoorbeeld Leiden, kent Delft
geen concentrische opbouw. De stad ontstond langs gedol-
cultuur van de stad. Morfologische interpretaties bleven op- ven grachten, kanalen voor afwatering en waterverkeer, naar
zettelijk achterwege om te voorkomen dat de teams te zeer in de Schie in zuidelijke richting en later naar de Vliet in noor-
een bepaalde richting zouden worden gedwongen. delijke richting. Deze "delften" doorsnijden het oorspronke-
In de voorliggende publicatie, waarin verslag wordt ge- lijke geomorfologische patroon van de eb- en vloedkreken
daan van de uitkomsten van de meervoudige studieopdracht, achter de zeereep, en ook het verkavelingspatroon van de
zijn de morfologische interpretaties toegevoegd. De com- veenontginningen die ten noordwesten van Delft plaatsvon-
plexiteit van de ontwerpopgave kan aldus worden belicht ter- den vanuit de oudste strandwal : de lijn 's-Gravenzande-Lei-
wijl tevens het begrippenapparaat, dat bij de analyse van de den.
plannen wordt gebruikt, kan worden verduidelijkt.
In plaats van een concentrische opbouw ontstond zo een
lineaire opbouw. Van daaruit ontwikkelde zich een kamvor-
mig patroon, ten eerste omdat de uitbreidingen hoofdzakelijk
in oostelijke richting plaatsvonden en ten tweede doordat de-
ze zich eeuwenlang voegden in het patroon van de moe-
rasontginningen, loodrecht op het lineaire stelsel.

Kenmerkend voor een kamvormig ruimtelijk patroon is


dat verschillende delen van dit patroon een grote mate van
zelfstandigheid kunnen hebben terwijl er toch sprake is van
een sterke ruimtelijke samenhang van de parallelle strips, zo-
wel via de centrale lijn alsook via een reeks van onderlinge
dwarsverbanden. Van de vele voorbeelden die Delft in dit
opzicht te bieden heeft is de locatie Zuidpoort wellicht het
meest uitgesproken. Doordat het eeuwenlang buiten de
vestinggracht heeft gelegen kon het zich in sterkere mate als
een autonome strip ontwikkelen. Belangrijke dwarsverbin-
dingen zijn: de Kruisstraat, de verbinding tussen Beesten-
marktstrip en locatie en het Oosteinde, de diagonale stads-
gracht.

menging van regelmaat en uitzondering; contrasten


De ruimtevorm van Delft wordt bepaald door een ver-
menging van regelmaat en uitzondering en door een aantal
opvallende contrasten. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

· lineaire elementen (grachten) tegenover polaire elementen


(markten, hoven) ; in weinig hollandse steden is dit contrast
zo scherp gesneden
· gestrekte lineaire elementen contrasteren met gekromde
elementen
· in de noordzuid-richting zijn de ruimteprofielen van de
grachten min of meer constant, loodrecht daarop staat een 1 Rein Geurtsen. Locatie Zuidpoort
Delft. stadsmorfologische atlas; sa-
uitgebreid repertoire van bijzondere ruimten: smalle stegen, mengesteld in opdracht van de Ge-
brede hoven , markten, waterpleinen en een overkluisde meente Delft. Dienst Stadsontwikke-
dwarsgracht ling, Afdeling Stedebouw, in het ka-
der van de ontwikkeling van het Zuid-
· de dominante lineaire ruimten zijn noordzuid-gericht, de poortgebied; Gemeente Delft, Dienst
meest dominante polaire ruimte, de Markt, is oostwest-ge- Stadsontwikkeling-Delftse Universi-
richt taire Pers, Delft 1988
Ook de locatie Zuidpoort wordt gekenmerkt door een
reeks contrasten, deels teruggaand op een verder verleden,
deels van recentere aard:
-
21

· de versnijding van het oostwest-gerichte patroon met ge-


kromde elementen zoals de gracht het Achterom, de bocht
in de verkeersweg parallel aan deze gracht en de 'grote
bocht' in het Rijn-Schiekanaal
· het contrast in maat en schaal van de bebouwing, bijvoor-
beeld tussen de wandbebouwing van het oostelijke gedeelte
van de Zuidergracht én de voonnalige TU-gebouwen
· de locatie bevat veel grote open restgebieden naast dichter
bebouwde en helder gestructureerde gebieden
· de groene oost-helft van de locatie contrasteert met de ste-
nige west-helft

Delft-Diagonaal
Het kamvonnige patroon levert een markant onderscheid
op tussen het westelijke en het oostelijke gedeelte van de
stad. Dit onderscheid wordt op twee verschillende manieren
"verstoord" volgens een diagonale lijn. Allereerst wordt het a1--_.L...è~L-.LL--"-'~"'-'-.L\....---""_.>..:::lJ~~"---->'>'_""'----"""---"",,-_--4
patroon doorsneden door een gracht met een diagonaal be-
loop, de Verwersdijk/het Oosteinde, een overblijfsel van een
verlandde eb- en vloedkreek. De tweede "verstoring" wordt
gevonnd door een reeks openbare ruimten en gebouwen die
in een diagonaal verspringende reeks aan elkaar zijn gescha-
keld en die ook de beide helften van de stad met elkaar ver-
/
binden. Deze infonnele route is gespannen tussen twee land-
schappelijke 'buitenposten', de arcadische colonie 'Over de
Vest' aan de west-zijde en de stadswandeling langs de Zui-
dergracht aan de zuidoost-zijde.

a 'Delft-Diagonaal'; de diagonaal ver-


springende reeks pleinen en open-
Tussen beide 'buitenposten' doorsnijdt de 'Delft-
bare gebouwen verbindt de westelij- Diagonaal' de stad via het Prinsenhof, het Heilige Geestkerk-
ke buitenpost 'Over de Vest' met de
Zuidelijke Stadswandeling en het
hof, de Hippolytusbuurt en Camaretten, via Markt, Burgwal,
delftse arcadië aan de Nieuwelaan Beestenmarkt en Kruisstraat. Het gaat hierbij niet om een b ~_ _~"---_ _ _lL-_-""",---' C d
monumentaal gecomponeerd stelsel van pleinen en verbin- '----------'------' ..- - - - - ' - - - - - - - - '
kamstructuur
b kamstructuur Delft vóór de eeuwwis- dende zicht-assen, niet om een dominant en pontificaal
seling ; lineaire opbouw van de stad
met loodrecht daarop oostwest-ge-
systeem, maar om een gefragmenteerd stelsel dat in de loop
richte parallelle strips; aan de oost- van eeuwen door een serie kleine beslissingen aaneen werd
zijde van de stad is het nieuwe tracé
van het Rijn-Schiekanaal nog niet
gesmeed. Tot op de dag van vandaag is dit stelsel bepalend
aangelegd voor de wijze waarop de delftse binnenstad ruimtelijk wordt
c kamstructuur Delft heden ; zelfstandi-
ge parallelle strips , onderling gekop-
ervaren.
peld door de lineaire lijn én door een
aantal dwarselementen
d de kamstructuu r geabstraheerd
De locatie bevat meerdere mogelijkheden om deze diago-
weergegeven nale lijn weer een prettig bruikbaar en boeiend eindpunt te
gezoneerde opbouw
geven aan de oever van het Rijn-Schiekanaal.

~ . ~
e de gezoneerde opbouw van de loca-
tie vóór de modernisering van het
Rijn-Schiekanaal

~(
verschillende breedte maten van de v;suele ..laHe tussen stad en ommeland \ "
parallelle zönes in de locatie
g de gezoneerde opbouw geabstra-
De ruimtelijke relatie tussen stad en ommeland is, zoals
heerd weergegeven in veel steden in de Lage Landen, bijzonder vanwege de in- e '-''-----''--'_~_-''''--_ _ _ _--.J
2.3 DE LOCATIE ZUIDPOORT EN DE ONTWIKKELING
VAN OPVATTINGEN OVER BINNENSTEDELIJKE
HERSTRUCTURERING
22
vloed van de geomorfologie en het agrarische verkave- De saneringsoperatie van het zuidelijke gedeelte van de
lingspatroon op de stadsvorm. Dit komt in Delft tot uiting in delftse binnenstad, die in feite al vóór de Tweede Wereldoor-
de vele elementen die vanuit het landschap doorlopen in de log is begonnen, omvat een dermate lange periode dat ze
stad. Dit zijn met name de waterwegen en het ontginningspa- grotendeels parallel loopt met de ontwikkeling van opvattin-
troon. Ook aan de zuid-zijde van de stad is dit het geval. De gen over de herstructurering van historische centra na de
scherpe markering van de stadsgrens werd aan beide zijden Tweede Wereldoorlog. Drie opeenvolgende stadia in deze
doorsneden door trekvaarten en landroutes die stad en land- ontwikkeling zijn:
schap met elkaar verbonden. Naast deze verbindingen tussen · de periode 1940-1960: de sanering van binnenstedelijke
stad en landschap die voortvloeien uit de geomorfologie en volkswijken, die vaak al vóór de oorlog was aangekondigd,
uit de ontginningsgeschiedenis van het ommeland zijn ook wordt na de oorlog met kracht aangepakt; de volkswijken
de elementen van belang geweest die juist dwars tegen de worden beschouwd als weg te snijden rotte plekken; daar-
geomorfologische gegevenheden in gingen, zoals de vesting- door zou de functie van de binnenstad als het representatie-
wallen. Deze werden vanaf de zeventiende eeuw in toene- ve forum van de stedelijke gemeenschap kunnen worden
mende mate getransformeerd tot stadswandelingen. Al s op geaccentueerd; met name de gebieden aan de rand van de
een balkon, verheven boven de alledaagse ooghoogte, kon de binnenstad worden daarbij benut voor het oplossen van de
beschouwer het landschap bemijmeren, genieten van verge- verkeersproblemen waarbij extreem ruime reserveringen
zichten en neer zien op siertuinen en buitenverblijven langs worden gemaakt; de infrastructuur wordt op voorraad aan-
de lanen buiten de vestingwal. Opmerkelijk is dat juist de gelegd, een soort hamsteren van ruimtebeslag;
geomorfologisch bepaalde verbindingen tussen stad en land- voorbeelden hiervan zijn de Spuiboulevard in Dordrecht,
schap in Delft bijna zonder uitzondering hebben stand ge- ontworpen door prof.ir. S. van Embden, en het winkelcen-
houden terwijl de aangelegde landschappelijke elementen trum Liesveld in Vlaardingen, ontworpen door ir. W. v.an
grotendeels van de stadskaart verdwenen zijn. Tijen
Voor de locatie Zuidpoort is met name de Krommewete- · de periode 1960-1973: dit tijdvak is de hoogtij-periode van
ring van belang, de verbinding tussen Delft en Delfgauw , in de na-oorlogse economie, tot uiting komend in tendensen
het verlengde van de diagonale gracht het Oosteinde. Het als city-vorming, meervoudig grondgebruik, mega-structu-
snijpunt van deze diagonale lijn met de oude en de nieuwe ren en, in architectonisch opzicht, het metabolisme; in deze
stadssingel heeft geresulteerd in een van de mooiste water- periode worden de te 'saneren' gebieden minder willekeurig
pleinen in de hollandse stad, helaas recentelijk terdege ver- gekozen; in plaats van periphere locaties wordt nu een ac-
Dordrecht nield door de onnadenkend gedempte Krommewetering. Het cent gelegd op de meest dynamische stedelijke knopen, zo-
a reductietekening Spuiboulevard Dor-
drecht na de ingreep, schaal 1 :7.500
waterplein bij de Oostpoort is met name voor de ruimtelijke als de knooppunten van openbaar vervoer; enkele voorbeel-
b het gebied rond de Spuiboulevard, oriëntatie in de stad van grote betekenis doordat alle delftse den van deze aanpak zijn : Hoog Catharijne in Utrecht, Den
gezien naar het noordwesten; opna-
me eind jaren twintig
markeringspunten van daaruit goed waarneembaar zijn. Dit Haag-centraal met het Babylon-project (waarvan alleen de
c de Spuiboulevard in vogelvlucht, ge- gegeven vraagt om een zorgvuldige afweging van voorstel- naam verdacht veel lijkt op Constant Nieuwenhuys' dag-
zien naar het noordoosten ; foto 1983
(K.L.M.)
len ter verbetering van de bereikbaarheid van de locatie droom over de spel wereld van de homo ludens), en het
vanuit het oosten, de afslag Delft-centrum op de rijksweg Zuidplein in Rotterdam
Utrecht Den Haag-Rotterdam.
d het stationsgebied in Utrecht na de
· vanaf 1973 verschuiven de stadspolitieke accenten naar
bouw van Hoog Catharijne, reductie- leefbaarheid, welzijn, kleinschaligheid en herbergzaamheid;
tekening schaal 1 :7.500
e Station Utrecht en voorplein voor de
daarbij wordt getracht om de historische stad te benutten als
aanleg van het Hoog Catharijne- gezoneerde opbouw locatie model voor de herstructurering; in het voetspoor van het
complex, gezien naar het noord-
westen; foto uit 1946 (K.L.M)
Ondanks alle ingrepen en mutaties van de afgelopen eeu- gedachtengoed van Team X en de Forumgroep wordt in fei-
Hoog Catharijne gezien naar het wen heeft de locatie nog steeds een essentieel kenmerk be- te gekozen voor een puur nostalgische benadering; enkele
zuidwesten , op de voorgrond het Mu-
ziekcentrum Vredenburg , architect H.
houden dat voortvloeit uit het reeds genoemde kamvormige van de meest sprekende voorbeelden van deze aanpak zijn:
Hertzberger; foto uit 1988 (K.L.M.) patroon van de stad, namelijk de ge zoneerde opbouw. Het het Witte Singel-Doelenplan, de nieuwbouw van de leidse
Leiden
grondpatroon van een vijftal parallelle zones is nog altijd universiteit (op basis van een stedebouwkundig plan van
g de Rijksuniversiteit Leiden ten goed herkenbaar. Deze zones bestaan ofwel uit een strip van Joop van Stigt, Bart van Kasteel en anderen), het Muziek-
weerszijden van de Witte Singel, re-
ductietekening schaal 1 :7.500
kadastrale percelen, begrensd door straten of waterwegen, centrum Vredenburg, Herman Hertzbergers tegenproject te-
h de zuidwestelijke stadsrand van Lei- ofwel uit een lineair ruimtelijk element met een uitgesproken gen Hoog Catharijne, én, hetIn de Veste pian in Delft
den, het gebied rond de Witte Singel ;
kaartfragment van de Plattegrond
architectonisch karakter, zoals een bomenlaan of een lineaire
der Stad Leyden, opnieuw nagezien waterspiegel. Vanaf het ontstaan van deze gezoneerde op- Juist omdat de start van de operatie er zo vroeg viel , in
met de veranderingen tot in 1832
(TUD-BK)
bouw is er al sprake geweest van een groot verschil in de feite al voor de Tweede Wereldoorlog, verkeert Delft in de
i Rijksuniversiteit Leiden , architect J. breedtematen van de zones. Door latere ingrepen, zoals het gelukkige omstandigheid dat de meest desastreuze periode,
van Stigt en andere; vogelvlucht, ge- graven van het Rijn-Schiekanaal, zijn deze verschillen nog
zien naar het noordoosten ; foto uit
die van de mega-structuren, de multi-level koopcentra, aan
1983 (K.L.M.) groter geworden. de stad voorbij is gegaan zonder er enig spoor achter te laten.
Spuiboulevard Dordrecht ~~~~~ Witte Singel- Doelenplan Leiden
'Ill
Zwolle

2.4 VERGELIJKINGEN

In deze paragraaf wordt de locatie Zuidpoort met over-


eenkomstige stadsdelen vergeleken. Met overeenkomstige
stadsdelen wordt bedoeld: gebieden die zijn gelegen aan de
rand van de achttiende eeuwse stad en die een herkenbare ei-
gen identiteit hebben. Het doel van deze vergelijkingen is het
opsporen van de mogelijke betekenis van grote autonome ge-
bieden in het stadscentrum, de betekenis van een helder ge-
componeerde ruimtevorm van dergelijke gebieden, de bete-
kenis van openbare ruimten met een grote maat in de binnen-
'----"-""---"-"~=-L---_..l..L_ __lL-_ _ _ _ _ _~_ _ _ _..Ja stad en van ruimtelijke contrasten.

Bij het zoeken naar vergelijkbare situaties is gekozen


voor gebieden met sterk uiteenlopende karakteristieken. Bij
de analyse is vooral gelet op de positie van het betreffende
gebied in de stad en op overeenkomsten en verschillen van
dimensies, compositie en gebruik.

Zwolle, noordelijk deel van de binnenstad


Het betreft hier een stadsdeel dat goed vergelijkbaar is
met de locatie Zuidpoort doordat het begrensd wordt door
twee voormalige stadsranden, een zestiende eeuwse, de
Stadsgracht A en een zeventiende eeuwse, de Achtergracht B.
Beide voormalige stads randen hebben hun randkarakter be-
houden, afleesbaar aan de a-symmetrische ruimtevorm. Tus-
sen deze twee voormalige stadsranden ligt een langgerekt
stadseiland met een vrij chaotische interne opbouw, doorsne-
den door twee historische noordzuid-routes, de Dijk-
straat/Roggenstraat C en de Diezerstraat D. Het is een gebied
met extreem verschillende randen. De Thorbeckegracht heeft
een breed a-symmetrisch grachtenprofiel waarin enkele mo-
numentale gebouwen zijn opgenomen. Langs de Achter-
gracht treffen we een bonte verzameling elementen aan: een
Zwolle
gerestaureerd bolwerk met een parkeerterrein, ravelijnen, be-
a reductietekening Zwolle, schaal
drijfsterreinen en openbare gebouwen. Opvallend is het be-, 1:15.000
perkte aantal overbruggingen van de Stadsgracht, ondanks de b reductietekening stadseiland
Thorbeckegracht-Achtergracht,
functie van de locatie als parkeerterrein voor het kern winkel-
schaal 1:7.500
gebied. De belangrijkste overbrugging, het centraal gelegen c het westelijke deel van het stad-
Oversticht E, verbindt twee complexen openbare gebouwen se iland, gezien naar het noordwe-
sten; foto 1983 (K.L.M .)
aan weerszijden van het water.
leeuwarden
Het getekende deel van het stadseiland komt qua lengte- d reductietekening leeuwarden,
schaal 1:15.000
maat vrijwel overeen met de locatie in Delft. De bebou-
e reductietekening stadseiland
wingsdichtheid is relatief laag. De grote onbebouwde ruimte, Zaailand, schaal 1:7.500
het complex van voormalige vestingwerken, ligt min of meer het Zaailand, gezien naar het
noordwesten; fot o 1978 (K.L.M.)
'achteraf en is qua gebruik mono-functioneel.
Deventer
9 reductieteke"ing Deventer, schaal
1:15.000
Leeuwarden, het zuidelijke gedeelte van de binnenstad, h reductietekening Singelpark, Sta-
het Zaailand met het Wilhelminaplein tionsweg en Singel, schaal
Het Zaailand is een regelmatig gevormd eiland tussen de 1:7.500
i Stationsplein, Singelpark en Sin-
Nieuwestad A, de zestiende eeuwse stadsrand, én de Wil-
gel in Deventer, gezien naar het
c \emskade B, de getransformeerde stadsrand van de zeventien- westen; foto uit 1947 (K.L.M.)
Leeuwarden Deventer

de eeuwse stad. Centraal in het stadsdeel ligt een super-plein,


het Wilhelminaplein C. ,.
De positie van het stadsdeel in de stad is enigszins verge-
-
25

lijkbaar met het delftse kampatroon. Het Zaailand flankeert


de historische stad en de hoofdrichting ligt loodrecht op de
centrale noordzuid-route: de Wirdumerdijk D. Dit wordt nog
geaccentueerd door de grote lengtemaat van de openbare
ruimte, het Wilhelminaplein.
Door de grote omvang van het stadsdeel heeft het een
margefunctie ten opzichte van het dichtbebouwde centrum- d '-----_-"'""=_ _ _ _~=-.-J!_ _ _ ____l_'___ _ _ _...J
gebied. Sinds het einde van de negentiende eeuw werd het
daardoor een verzamelplaats van grote openbare voorzienin-
gen.
De heldere compositorische opzet, gekenmerkt door line-
ariteit en gestrektheid, contrasteert met de krommingen van
de centrale grachten in de oude stad en met de polaire op-
bouw van Leeuwarden rond de drie terpen.
Het leeuwardense voorbeeld is dicht bebouwd. Met name
tussen de noord- en de zuid-zijde van het Wilhelminaplein is
een groot verschil aanwijsbaar. Aan de noord-zijde is een ze-
kere bebouwingsmarge aanwezig doordat deze wand bestaat
uit achterkanten van de bebouwing aan de gracht Nieuwe-
stad. De zone tussen het Wilhelminaplein en de Willemskade
is daarentegen benut om er gebouwen van grote afmetingen
te situeren, in aansluiting op het karakter van de laat-negen-
tiende eeuwse monumentale gebouwen.
Bijzonder aan het Wilhelminaplein is dat het een speci-
fieke vorm met een neutraal gebruik combineert. Het plein is
gevat in wanden en wordt gedomineerd door een axiaal ge-
plaatst monumentaal object. Qua gebruik leent het zich voor
markt, festijn en leegte.
Het eiland Zaailand heeft ongeveer identieke afmetingen
als de delftse locatie. Een dergelijke vergelijking zou kunnen
leiden tot de conclusie dat een relatief groot plein in het
Zuidpoortgebied niet zou misstaan.

Deventer, Singelpark en Stationsweg


Het deventer' voorbeeld betreft een grote enclave, gele-
gen tussen de getransformeerde stadsrand uit de zeventiende
eeuw, de Singel A én de spoordijk met parallel daaraan de
Stationsweg B. Het onderscheidt zich van de andere voor-
beelden doordat het in feite één groot stadspark is, gestyleerd
volgens de beproefde principes van de landschapsromantiek:
beautyful, pittoresque en sublime (comfortabel-oogstrelend,
verrassend en overweldigend). Zowel de spoordijk alsook de
rand van de achttiende eeuwse stad vormen deel van het
park, waardoor het park optisch groter lijkt dan de enclave.
Ook de Stationsweg, die het station verbindt met de noorde-
lijke stadsuitleg, is door de vormgeving als parkway onder-
deel van het park. Dit alles verhoogt het effect van het su-
blieme, het schier onbegrensde 'natuurlijke' landschap nabij
de stad.
Venlo

26
Het stadsdeel ligt perfect geïsoleerd. Het is slechts op
twee punten via hoofdroutes aan de stad geschakeld, twee
routes die het park aan de uiteinden inklemmen, de Keizers-
straat C,een monumentale stationsstraat, én de Zwolseweg D,
de historische uitvalsweg naar het noorden. Isolement is hier
een essentiële ruimtelijke kwaliteit geworden, ter versterking
van de pittoresque, verrassende effecten.
De omvang van het deventer' Singelpark is vrijwel gelÜk
aan die van de locatie Zuidpoort. Door de optische trucages
' - - - - / . . J . . - -_ _ _...Lt::o.....~""_~ __"-"'...2._ _ _ _ _ _...J a lijkt het gebied echter vele malen groter, ondanks, of dankzij,

de volstrekt eenduidige ruimtelijke compositie.

Venlo, Julianapark
Het Julianapark vormt een grensgebied tussen de inten-
sief bebouwde zeventiende eeuwse stad en het extensief be-
bouwde vroeg-twintigste eeuwse stadsdeel. Een weinig hol-
lands en boeiend fenomeen van het park is dat het tegelijker-
tijd een autonome stadsruimte is én een onderdeel van het
stelsel van boulevards dat de stad omringt. Het maakt zelfs
deel uit van het langgerekte en gestrekte napoleontische tracé
Maastricht-Wesel.
Het Julianapark verbindt twee verschillende oostwest-
routes: de hoofdroute Eindhoven-Keulen, de Kaldenkerker-
weg A aan de zuid-zijde én de centrale route, de Goltzius-
straat B, Karel van Egmondstraat C, aan de noord-zijde. De
twee schakelpunten van het Julianapark aan deze routes heb-
ben een verschillende vorm. De schakeling aan de hoofdrou-
te vindt plaats via een vijfpuntig sterplein voor het station.
De centrale route wordt via het voorplein van een openbaar
gebouw gekoppeld.
In vergelijking met de omvang van het stadscentrum van
Venlo zijn de dimensies van het park groot te noemen: een
derde van de oppervlakte van het stadscentrum. Gerelateerd Venlo
a reductietekening Venlo, schaal
aan de delftse dimensies valt de omvang reuze mee: het Juli- 1:15.000
anapark is even groot als de locatie Zuidpoort. b reductietekening Julianapark,
De compositorische opzet kan als helder getypeerd wor- schaal 1:7.500
c het Ju lianapark in Venlo, gezien
den. De parkranden zijn gemarkeerd door strakke bebou- naar het noordoosten; vogel-
wingslijnen en door een afwisselende randbeplanting. De vlucht-opname uit 1981 (K.l.M.)
middenlijn van het park is zorgvuldig open gehouden om de
Groningen
lineariteit van het park te benadrukken. Slechts op enkele d reductietekening Groningen,
punten is het doorsneden door voetpaden. schaal 1: 15.000
e reductietekening Zone Verbin-
dingskanaal, schaal 1:7.500
Groningen, Zone Verbindingskanaal met Zwaaikom de Zone Verbindingskanaal, ge-
Gespannen tussen de grens van de zeventiende eeuwse zien naar het noordwesten; foto
1987 (A.Ph .E.)
stad en de vroeg-twintigste eeuwse stad vormt de Zóne Ver-
bindingskanaal een bijzondere overgang tussen een negen- Montpellier
tiende eeuwse en een eigentijds stedelijk landschap. Met na- g reductietekening Montpellier,
me de Zwaaikom is één van de centrale bouwstenen van het schaal 1:15.000
h reductietekening Esplanade,
plan voor de transformatie van de stadsbolwerken van de schaal 1:7.500
haagse architect Bert Brouwer uit 1878. Brouwer wilde be- "Plan de la ville et de la citadelIe
nadrukken dat het station een symmetrische positie moest de Montpellier", ca . 1775; frag-
ment (urbanisme no. 215, 9.1986,
hebben tussen twee historische noordzuid-routes, gemar- blz. 86)
Groningen Montpellier

keerd door twee sterpleinen. De Zwaaikom vormt, als een


centraal gelegen waterplein, een feestelijke barrière tussen
het station, één van de groningse pronkjuwelen, en het
-
27

stadscentrum. Het groningse voorbeeld benadrukt de beteke-


nis van een stedelijk waterplein voor de ruimtelijke koppe-
ling van sterk uiteenlopende stadsdelen. Bepalend voor de
kwaliteit van de Zwaaikom is niet alleen de grote maat, de
langgerektheid en de lange zichtlijnen, maar tevens de grote
mate van neutraliteit van het gebruik van dit waterplein, van
beroepsvaart tot pleziervaart op miniatuurformaat.

Montpellier, Esplanade
Sinds drie eeuwen is de Esplanade een grensgebied tus-
sen de zeventiende eeuwse stad en de stadsdwinger: de Cita-
delle. Van oorsprong een Champ de Mars en een esplanade,
werd het grensgebied in 1737 omgevormd tot een monumen-
tale promenade. De regelmatige platanenbeplanting levert
een reeks parallelle colonnades op die bekroond worden door
een bladerendak. De Esplanade heeft twee verschillende ran-
den. Aan de zijde van de binnenstad bestaat de rand uit een
strak geordende reeks stadspaleizen, aan de citadelle-zijde
uit een open groengebied tot aan de spoorweg. Zowel door
de bebouwing alsook door de beplanting heeft de Esplanade
een specifieke vorm terwijl het gebruik daarentegen een neu-
traal karakter heeft.
De grote omvang van het stadsdeel en de langgerekte
maat van de openbare ruimte markeren de contour en de di-
mensie van de historische stad. De Esplanade schakelt twee
excentrisch gelegen polaire elementen: het vitale Place de la
Comédie A en het voormalige poortplein bij de Avenue de
NîmesB.
De heldere compositorische opzet van de Esplanade, ge-
baseerd op symmetrie en lineariteit, is van belang voor de
schakelfunctie en voor de gebruiksneutraliteit (van parkeer-
veld tot expo-terrein).
De maatvoering van de Esplanade komt overeen met de
afstand tussen Oostpoort en Achterom. Hieruit zou geconclu-
deerd kunnen worden dat een rechtstreekse visuele koppe-
ling van de meest excentrische delftse poort, de Oostpoort,
aan de centrale lineaire lijn (Oude Delft/parallelgrachten)
goed zou kunnen werken.
Mercatorplein Amsterdam Hilligersberg

2.5 PLANMONT AGES

-
28
In deze paragraaf wordt de locatie Zuidpoort bestookt
door een reeks van acht plannen. Na een eenvoudige bewer-
king konden deze in het gebied worden gemonteerd. Plan-
montages kunnen twee doelen dienen: ten eerste een verken-
ning van de dimensies van het gebied en de beperkingen cq
mogelijkheden die daardoor voorhanden zijn; ten tweede het
onderzoeken van de uitwerking van enkele sterk uiteenlo-
pende ruimtelijke concepten.

__________________________________
L-~~~~ ~a

~~~~L- ___________________________ ______ _ ~e

Bij het selecteren van de referentieplannen is gezocht


naar plannen die goed inpasbaar zijn in de gezoneerde op-
bouw van de locatie. Dit is beschouwd als een van de meest
vitale ruimtelijke kenmerken. Verder zijn de referenties in
wezen vrij willekeurig gekozen maar de reeks als geheel be-
vat toch een zekere systematiek in het aftasten van de poten-
ties.

De eerste test gaat uit van een traditioneel stedelijk pa-


troon van straten, bouwblokken en pleinen. De lineariteit van
de locatie leidt daarbij vrij vanzelfsprekend tot het introduce-
ren van een groot centraal plein als een polair element. Door
een bijzondere architectonische bewerking aan dit eenvoudi-
Rottebocht Rotterdam Warande Rotterdam ge schema toe te voegen kan het basispatroon nader worden
gearticuleerd. De gelijkmatige bouwhoogte kan bijvoorbeeld
door hogere accenten worden onderbroken. Het Mercator-
plein en omgeving in Amsterdam, ontworpen door H.P. Ber-
lage in 1927 kan hierbij inspirerend werken omdat het een
heldere en specifieke vormgeving koppelt aan een neutrali-
teit van het gebruik van het plein. Het plein werkt als cen-
trum zonder dat dit door specifieke programma-onderdelen
wordt onderstreept.

Bij de tweede en de derde test wordt de locatie opgevat


als één zeer groot bouwblok, een superblok dat zodanig is
samengesteld dat het op alle randen van de locatie op een
specifieke manier aansluit. Het gegeven dat de locatie een li-
neaire opbouw heeft komt daarbij alleen in het interieur van
het superblok tot uiting. De tweede test gaat daarbij uit van
een groot verschil tussen de gestapelde bouw van de buiten-
schil enerzijds en de laagbouw op het binnenterrein ander-
zijds. Voor deze test staat het woningbouwcomplex Rotte-
bocht in Rotterdam model van de architecten Koos de Haan
en Joke Schröder (Bureau Abma & Hazewinkel, Dirks, de
Haan). Structurend in dat voorbeeld zijn de typologische ver-
schillen in de buitenschil, bepaald door bezonning en uit-
zicht, alsmede het contrast tussen de routes in de noordzuid-
richting en in de oostwest-richting. De derde test gaat.uit van
een gelijke bouwhoogte, laagbouw, maar daarentegen van
een zeer grote variëteit aan soorten stedelijke ruimten; met
name de kleine vijvers, spiegelende annexen van de gracht,

/t ,,~ ' \
geven een grote mate van ruimtelijkheid, ondanks de mono-
...~ tone bouwhoogte. Voorbeeld voor deze test is een woning-
L--S~~ ________________________________ ~d ~~~~L- __~______________________________~h bouwproject uit de jaren dertig in Hilligersberg.
Groothandelsmarktterrein Den Haag Agniesebuurt Rotterdam

\( . ;;'k\~
~ ("'"
V
/>.V . ':
......
. . . . . .:.:.:.:.:~.:::.::
,
). . .. . ..:. . ..:. .:.
. .:"..-:.'..
''::).){t
-·:·~r·>{\?
..:{:::::,.:::;:
:.:.::::
';'::::'::":';
:':::z::z·;·
:::::}:::'::
';.;.':':'

Bij de volgende vier testen is sprake van een serie die een
open en transparante ruimtevorm en een lineaire plan opzet
gemeen heeft De lineariteit van de locatie is daarbij de be-
-
29

langrijkste ruimtelijke karakteristiek. De vierde test, geba-


seerd op het woningbouwcomplex De Warande van Jan Wils
in Rotterdam uit 1947-1950, een enkelzijdig kampatroon met
een gelijke bouwhoogte, levert een messcherpe grens op tus-
sen binnenstad en locatie en een meer afwisselend beeld
langs het kanaal. De vijfde test, gebaseerd op de planstudie
______________________________________--"
voor het Groothandelsmarktterrein in Den Haag van Meca- n~~~~~L-

noo, een tweezijdig kampatroon met een groot verschil in


Groothandelsmarktterrein Den
bouwhoogte, levert twee autonome werelden op aan weers- Haag
zijden van het lineaire element Bijzondere plekken ontstaan architectengroep Mecanoo; stu-
in dit concept door interruptie van de regelmaat De zesde dieplan voor de herinrichting van
het Groothandelsmarktterrein
test, gebaseerd op het stedebouwkundig plan voor het stads- Den Haag, 1989; montage
deel IJ-plein in Amsterdam van OMA, Rem Koolhaas uit situatietekening Groothandel s-
1983, een verschoven dubbelzijdig kampatroon met gelijke marktterrein

bouwhoogte, accentueert naast de orthogonale richtingen de U-plein


I' axonometrie IJ-plein, gezien naar
diagonale richtingen. Aan weerszijden van de oostwest-lijn het zuidoosten
ontstaan zo specifieke ruimten. m OMA, Rem Koolhaas; stedebouw-
De zevende test, gebaseerd op de woningbouwprojecten kundig plan IJ-plein, Amsterdam-
in de Agniesebuurt in Rotterdam van de architectengroep Noord, 1983; montage

DKV uit 1988, stelt het principe van de repetitie centraal. IJ-plein Amsterdam Engels Drop Agniesebuurt Rotterdam
n DKV (Dobbelaar de Kovel de
Korte bouw stroken van verschillende bouwhoogte worden Vroom architecten met medewer-
zodanig gerepeteerd dat ondanks de gelijke afstand er steeds king van Hans Glimmerveen);
verschillende tussenruimten ontstaan. Ondanks de transpa- woongebouwen Agniesebuurt,
Ammersooiseplein/Ridderstraat
rantie in de noordzuid-richting kan in dit geval de lineariteit Rotterdam, 1984-1988; montage
in de oostwest-richting domineren. o situatietekening Agniesebuurt
engels drop
De achtste test vertoont overeenkomsten met het sorteren p montage van de inhoud van een
zakje engels drop
op vorm en kleur van de inhoud van een zakje engels drop.
Ordening komt daarbij tot stand door de ondergrond, het ge-
zoneerde patroon van de locatie, alsmede door vormovereen-
komsten van de gesorteerde voorwerpen.

Mercatorplein Amsterdam
a H.P. Berlage; bebouwing van het
Mercatorplein, Amsterdam 1924-
1927; montage
b perspectief vanaf het zuiden
Rottebocht Rotterdam
c axonometrie, gezien naar het
noorden
d Abma & Hazewinkel, Dirks, de
Haan; woningb ouwproject Rotte-
bocht Rotterdam, 1977-1979; mon-
tage
Hilligersberg
e woningbouwproject Hilligersberg,
architect onbekend, ca. 1930;
montage
waterplein in het superblok, ge-
zien naar het noo rden
(foto's Fas Keuzenkamp)
Warande Rotterdam
g woningbouwproject Warande
h Jan Wils; woningbouwproject De
Warande Rotterdam-Kralingen;
1947 -1950; montage m L----'22~..L~____.:.__________________________________-I
-
30

a de St.Sebastiaansbrug gezien
naar het zu iden
b de Nieuwelaan, gezien naar het
oosten; foto vanaf de oprit van
de St.Sebastiaansbrug
DEEL 11 PLANANAL YSE MEERVOUDIGE STUDIEOPDRACHT
LOCATIE ZUIDPOORT
Rein Geurtsen

HOOFDSTUK3 ONTWERPERS EN INTERPRET ATlE VAN DE OPGAVE

3.1 SAMENSTELLING TEAMS -


31

team Heeling
Het team bestaat uit:
· Heeling Krop Bekkering,stedebouwkundigen en architecten
· Wiek Röling, architect
· architectenbureau Verheijen Heuer de Haan bv
In team Heeling ontwierpen de architecten naast een al-
gehele architectonische uitwerking tevens een alternatieve
oplossing voor het westelijke deel van het plangebied.

team T. Koolhaas
Het team bestaat uit:
· ontwerpbureau ir. Teun Koolhaas associates bv
· Hoenders en partners architecten bna
architectenbureau H. van Meer bv
· architectenbureau Quist bv
In team T. Koolhaas werd het stedebouwkundig plan ont-
worpen door bureau T. Koolhaas in overleg met de architec-
ten; de architectonische uitwerking van planonderdelen is
uitgewerkt door de verschillende architectenbureau's. 3.2 INTER PRET ATIES VAN DE ONTWERPOPGA VE
Bij open geformuleerde ontwerpopdrachten zoals de
team OD 205 studieopdracht Locatie Zuidpoort zijn de einddoelen van
Het team bestaat uit: de ontwerpopgave niet vooraf gegeven, noch in stadspoli-
.00 205, architectuur,stedebouw,onderzoek en landschap bv tieke termen (wélke zaken hebben politieke prioriteit?),
· Benthem en Crouwel, architecten noch in programmatische termen (wélke soorten grond-
· Girod en Groeneveld, architecten gebruik en bestemming hebben de voorkeur?). De rand-
· Kees de Kat, architect voorwaarden zijn door de opdrachtgever met opzet zo
In team 00 205 werd door de stedebouwkundigen en de min mogelijk vastgelegd om ook de resultaten zo min mo-
architecten in teamverband gewerkt zowel aan het plan als- gelijk vooraf te beïnvloeden. Door de ontwerpers een gro-
ook aan de uitwerkingen . te mate van vrijheid te geven zou het meest ruime scala
aan mogelijkheden kunnen worden blootgelegd.
De resultaten van dit ontwerponderzoek kunnen sterk
team Terracotta uiteenlopen, afhankelijk van de wijze waarop de ontwer-
Het team bestaat uit: pers de hun verstrekte opdracht interpreteren.
· Niek Kruisheer, stedebouwkundige
· Rop van Loenhout, architect team Heeling
· Wilma Kingma, architect Het team stelt zich primair tot taak om de complexiteit
· Hielkje Zijlstra, architect van de ontwerpopgave hanteerbaar te maken. Deze com-
· Kees Jongelie, architect plexiteit is het gevolg van zowel de bijzondere ligging van
Het team heeft gezamelijk gewerkt aan het stedebouw- de locatie Zuidpoort alsook van het gegeven dat Delft gedu-
kundig plan en aan de uitwerking. Er heeft geen nadere on- rende enkele decennia haar ruimtelijke problemen naar dit
derverdeling plaatsgevonden van deelprojecten van verschil- gebied heeft verplaatst zonder ze werkelijk op te lossen. De
lende architect -auteurs. complexiteit kan hanteerbaar worden gemaakt door het redu-
ceren van het aantal problemen. Het risico van een dergelijke
reductie, namelijk het voorbijgaan aan nuances, tracht het
bureau Hoogstad team te voorkomen door veel aandacht te besteden aan de
silhouet van de locatie Zuidpoort en
de binnenstad, gez ien naar het · Hoogstad van Tilburg, architecten en stedebouwkundigen ruimtelijke samenhang van de onderdelen en aan de detaille-
noordwesten; op de voorgrond het Bureau Hoogstad maakte oorspronkelijk deel uit van ring en maatvoering van de openbare ruimte.
transformator-statio n, daarachter het
voormalige gebouw voor Werktuig- team Heeling maar diende uiteindelijk een eigen plan in. De De opzet van het plan weerspiegelt deze opvatting. Het
bouwkunde medewerkers aan dit plan worden vermeld in hoofdstuk 13. team presenteert een globaal stedebouwkundig plan waarin
32
slechts de meest essentiële ruimtelijke en programmatische zoeken naar een onverbrekelijke eenheid tussen planconcept
elementen zijn vastgelegd. Op basis van dit plan kan de en ontwikkelingsstrategie (zie paragraaf 4.4).
stadspolitieke besluitvorming over de hoofdlijnen van de
ontwikkelingsstrategie plaatsvinden. Kenmerkend voor het team Terracotta
plan is dan ook dat alle onderdelen binnen de hoofdopzet Gezien de ruimtelijke betekenis van de locatie voor de
zelfstandig kunnen worden uitgewerkt. stad als geheel is de opgave door het team niet in eerste in-
stantie geïnterpreteerd als een onderzoek naar de maximale
team T. Koolhaas programmatische potentie van de locatie, maar eerder als een
De kern van de opgave is: het ontwikkelen van een over- onderzoek naar de optimale ruimtelijke potenties.
zichtelijk ruimteconcept dat de mogelijkheid verschaft om de Ondanks deze nadruk op de · ruimtelijke samenhang van
locatie op zeer korte termijn te bebouwen, teneinde de beno- de locatie met de omringende stadsdelen worden er geen
digde investeringen te kunnen aantrekken. Een planperiode voorwaarden gesteld die de grenzen van de locatie te buiten
van vijf jaar wordt als maximum beschouwd. Alleen een gaan. De kwaliteit mag niet afhankelijk worden van ingrepen
pragmatisch plan dat gericht is op uitvoerbaarheid binnen de- die daarbuiten zouden moeten plaatsvinden. Het team pleit
ze termijn, alsmede een voortvarende bestuurlijke besluitvor- daarnaast voor een realistische benadering van de planont-
ming, kunnen leiden tot het gewenste doel. Het ontwerp is wikkeling, een benadering zonder pretenties die hoger reiken
zodanig opgebouwd dat de meest essentiële onderdelen on- dan de delftse stadspolitieke verhoudingen toelaten.
losmakelijk aan elkaar zijn gekoppeld. De locatie wordt dan In de koppeling van visie aan uiterste realiteitszin ligt de
ook beschouwd als één samenhangende projectontwikke- uitdaging die het team voor ogen stond. Juist gezien de vele
lingsopgave. beperkingen zou de stadspolitiek ruimte kunnen scheppen
Dit uitgangspunt bepaalt de richting van het ontwerpon- voor een vernieuwing van de architectonische cultuur van
derzoek. Het plan sluit in belangrijke mate aan op een reeds Delft. Een stad als Delft zou haar bijzondere positie binnen
vertrouwd stedelijk beeld, het In de Veste gebied , en op een de Randstad kunnen uitbuiten door een dynamische stedelij-
vertrouwde bebouwingswijze, het halfopen bouwblok. ke cultuur te entameren die op de delftse maat is toegesne-
Bij de vraag of dit uitgangspunt op realistische wijze is den. Een van de beleidsinstrumenten zou daarbij kunnen zijn
uitgewerkt spelen twee aspecten een rol: een stedebouwkundig plan voor Zuidpoort dat aan de bebou-
. het plan is in belangrijke mate afhankelijk van wijzigingen wing nieuwe uitdagingen stelt, zowel aan de typologie van
in de delftse verkeersstructuur, zowel binnen alsook buiten de bebouwing alsook aan het architectonische beeld ervan.
de locatie; dergelijke wijzigingen vergen doorgaans lange-
re planningstermijnen bureau Hoogstad
. het plan bevat een complex ruimtelijk element, het ver- De studieopdracht is primair beschouwd als een
hoogde plein op de parkeergarage, dat vrijwel alle plan on- diagnostische analyse van de ruimtelijke problemen in het
derdelen aaneen smeedt; als gevolg daarvan kan het plan gebied om van daaruit te kunnen zoeken naar een optimale
alleen dan worden uitgevoerd als de betreffende program- oplossing. Het gepresenteerde plan heeft het karakter van
ma-onderdelen ongeveer gelijktijdig gerealiseerd kunnen een totaalplan. Het wil overtuigen door de eindkwaliteit die
worden het beoogt, overtuigen van de noodzaak tot het doen van ra-
dicale ingrepen en van de noodzaak om het einddoel van de
team OD 205 operatie zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen. De kracht
Voor het Zuidpoortgebied moet een totaalvisie worden van het plan moet bijdragen aan de politieke besluitvaardig-
ontwikkeld. Dit is noodzakelijk om te kunnen bewerkstelli- heid en aan het op de juiste koers houden van het proces. Al-
gen dat de locatie een zelfde kwaliteit krijgt als de delftse le beoogde eindkwaliteiten zijn van meet af aan in het plan
binnenstad, dat ze een levenscyclus verkrijgt die uitstijgt bo- verankerd. Het realiseringsproces hoeft daardoor geen essen-
ven de wisselvalligheden van het stedelijke beleid en van de tiële nieuwe elementen meer op te leveren.
stadseconomische conjunctuur. Dit brengt met zich mee dat Juist deze opvatting maakte dat het bureau zich niet kon
wordt aangegeven welke betekenis de locatie heeft binnen verenigen met de uitgangspunten van team Heeling, waarvan
het totale stedelijke verband. De gemeente Delft moet niet het oorspronkelijk deel uit maakte.
volstaan met het voeren van een ad hoc beleid voor de loca- Een belangrijke voo;. . ~'1arde
. voor het doen slagen van
tie Zuidpoort. Het ontwikkelen van een plan voor de locatie "
een eindplanstrategie is he .~7itgangspunt dat zo weinig mo-
moet zelfs worden aangegrepen om enkele storende fenome- gelijk bebouwing wordt gesl ')t en dat niettemin toch een
nen in het delftse ruimtelijke patroon op te lossen, met name totaal nieuw beeld kan ontstaan. Daardoor kon het bureau
in het stedelijke verkeersstelsel. zich minder vrijheden veroorloven dan de andere teams en
Naast dit pleidooi voor een integrale aanpak van locatie moesten de verschillende planelementen zo specifiek moge-
en stad ziet het team in de ontwerpopdracht de taak om te lijk worden vastgelegd.
CONCLUSIES

gelijkwaardige aandacht voor ruimtelijke en programma-


tische uitgangspunten
De open geformuleerde studieopdracht leidt tot sterk uiteen-
-
33

lopende interpretaties van de ontwerpopgave. Eén punt van overeenkomst bij de vijf studie-
plannen is dat bij het vervolg van de planontwikkeling gestreefd moet worden naar een aanpak
waarbij de ruimtelijke uitgangspunten niet volledig afhankelijk worden gemaakt van de pro-
grammatische uitgangspunten. De ruimtelijke kwaliteiten moeten als een zelfstandig gegeven
worden beschouwd, enerzijds gezien de ruimtelijke betekenis van de locatie binnen Delft en
anderzijds gezien de betekenis van de ruimtelijke kwaliteiten voor het scheppen van een aan-
trekkelijk investeringsklimaat.

complexiteit van de opgave en strategie


De teams zijn unaniem van mening dat de ontwerpopgave
uitermate complex is, zowel in ruimte alsook in tijd. Het reduceren van de complexiteit ge-
beurt op uiteenlopende wijze. Daarbij kunnen twee werkwijzen gesignaleerd worden:
. het vereenvoudigen van de ruimtelijke complexiteit
team Heeling pleit voor een uiterst simpel en globaal stedebouwkundig plan dat nog weinig
in detail vastlegt over de bebouwingswijze maar dat gedetailleerd is in de aanwijzingen voor
maatvoering en inrichting van de openbare ruimte; samenhang moet in de loop van het proces
ontstaan met behulp van kwaliteitsbewaking door verfijning van de globale plankenmerken;
de aanpak van team Terracotta wijst in dezelfde richting, alhoewel het team explicieter wil
zijn over programmatische en typologische uitgangspunten ten aanzien van de bebouwing;
team OD 205 stelt voor de ruimtelijke complexiteit te vereenvoudigen door zoveel mogelijk
bestaande elementen weg te denken
. het vereenvoudigen van de procesmatige complexiteit
team T. Koolhaas pleit voor het versnellen van het proces; een eenvoudig en helder plan is
daarvoor een voorwaarde; bureau Hoogstad pleit voor een gedetailleerd totaalplan waarin al-
le onderdelen een essentiële schakel vormen; het plan legt daardoor het proces in grote mate
vast, ongeacht de tijd die het in beslag neemt

de begrenzing van het studiegebied


Opmerkelijk is dat de teams bij het bestuderen van de ont-
werpopgave slechts twee schaalniveau's aan de orde stellen: ten eerste het niveau van de stad
als geheel, toegespitst op de verkeersproblematiek, de programmatische gegevens én, bij som-
mige teams, ook de ruimtelijke structuur van de stad; ten tweede het niveau van de locatie op
zich. Het tussenliggende schaalniveau komt slechts incidenteel aan de orde, bijvoorbeeld in
enkele voorstellen voor lege bouwlocaties in de binnenstad. Met name het gebied tussen het
Rijn-Schiekanaal en de entree van de universiteitswijk blijft geheel buiten beschouwing terwijl
ook daar enkele ruimtelijke en programmatische potenties aanwezig zijn, zoals het verduidelij-
ken van de entree van de universiteitswijk en het hergebruik van de oude TU-gebouwen langs
het kanaal.

Een dergelijke pragmatische opstelling ten aanzien van de begrenzing van het plangebied is in
tegenspraak met het door meerdere teams gekozen uitgangspunt dat de relatie tussen binnen-
stad en 'technostad' moet worden verbeterd. Een uitzondering in dit opzicht is het plan van
team OD 205. Aan de overzijde van het kanaal, op de hoek van de Kanaalweg en de Michiel
de Ruyterweg , de centrale route naar de universiteitswijk, situeert het team een bouwvolume
dat een koppeling legt tussen de bebouwing aan weerszijde van het kanaal.
Voor het vervolg van de planprocedure zou hieruit de conclusie kunnen worden getrokken dat
de entree van de universiteitswijk in
vogelvlucht. gezien naar het noorden de begrenzing van het plangebied moet worden aangepast. Zowel het kanaal met beide oevers
(A.Ph.S.) alsook de entree tot de universiteitswijk zouden deel moeten uitmaken van het plangebied.
34
eigen delftse stadscultuur
Het pleidooi van team Terracotta voor het entameren van ar-
chitectonische experimenten, als een van de facetten waarmee Delft zich randstedelijk zou
kunnen profileren als aantrekkelijk investeringsgebied, vormt een welkome aanvulling op de
geijkte slogans waarmee vrijwel alle steden zich eind jaren tachtig in de concurrentieslag be-
geven.

bewegingsruimte voor het plan - de omvang van de sloop


Zowel team Terracotta alsook bureau Hoogstad pleiten voor
een aanpak waarbij een nieuwe stedelijke identiteit kan ontstaan met zo min mogelijk sloop.
Ondanks de totaal verschillende uitwerkingen van dit uitgangspunt wordt de stadspolitiek hier-
mee voor een wezenlijk dilemma geplaatst: de potenties van de locatie zijn op papier onuitput-
telijk, maar als op korte termijn projecten moeten worden gerealiseerd zijn de mogelijkheden
aanzienlijk beperkter.
Gekozen zal moeten worden voor een aanpak die vertrekt vanuit de beperkte mogelijkheden
Of voor een aanpak waarbij allereerst de condities worden geschapen voor een verruiming van
de mogelijkheden.

a het architectonische beeld van de


dubbele reeks torens; ontwerp-
schetsen van de 'woonkantorens'
van team Terracotta
b integratie van bestaande bebou-
wing in een nieuw ruimtelijk
beeld; het voormalige gebouw
voor Werktuigbouwkunde in het
studieplan van bureau Hoogstad
HOOFDSTUK4 PLANCONCEPT EN STRATEGIE

Dit hoofdstuk gaat over de hoofdlijnen van de plan-


concepten die op de locatie Zuidpoort zijn losgelaten. Het
begrip 'planconcept' bevat drie onderling samenhangen-
de dimensies:
-
35

· een interpretatieve dimensie


dit betreft de interpretatie van het ontwerpgebied, de ma-
nier van lezen van haar morfologische en programmatische
karakteristiek
· een concipiërende dimensie
dit betreft de centrale ontwerpuitgangspunten die voor de
locatie zijn ontwikkeld en de hoofdopzet van het plan; kort
gezegd gaat het hierbij om die kwalitatieve facetten van het
plan die de ontwerpers tot het uiterste zouden willen verde-
digden, ongeacht de wisselvallige ontwikkelingen op de
korte termijn
· een tijdsdimensie
dit betreft de strategie die wordt uitgezet voor de realise-
ring van het plan; essentiële aspecten daarbij zijn enerzijds
sturing door overtuigingskracht van het gepresenteerde
beeld, anderzijds bijsturing door uitwisselbaarheid van
vorm en programma; evenals bij de eerste twee dimensies
is sprake van wederkerigheid; de opvattingen over strategie
beïnvloeden zowel de manier van lezen van de locatie 4.1 INTERPRET ATIES VAN DE LOCATIE ZUIDPOORT; MORFO-
alsook het te kiezen ontwerpconcept LOGISCHE EN PROGRAMMATISCHE KARAKTERISTIEKEN

In deze paragraaf komt aan de orde welke kenmerken


van de locatie Zuidpoort in haar huidige conditie door de
teams als essentieel worden beschouwd. Dit betreft zowel
de formele alsook de programmatische kenmerken. De
teams reageren daarmee ieder op een totaal verschillen-
de manier op het hen aangereikte informatiemateriaal
over de locatie, zoals de publicatie 'Locatie Zuidpoort
Delft; stadsmorfologische atlas' .
Deze paragraaf gaat niet alleen over verschillende in-
terpretaties maar ook over de potenties die de teams in
de locatie aanwezig achten.

team Heeling
De locatie functioneert als een belangrijke toegang tot de
binnenstad. In morfologisch opzicht kan ze echter niet be-
schouwd worden als een uitbreiding van de binnenstad. Het
gaat om een gebied dat in het verleden een sterke metamor-
fose heeft ondergaan: van een achteraf gelegen gebied naar
een onvoltooide verkeersknoop van de stad. De ruimtelijke
elementen die nu in het gebied worden aangetroffen hebben
geen enkele vanzelfsprekendheid meer. Dit gegeven vraagt
om een eigen en hedendaagse identiteit. Het ruimtelijke ver-
a de locatie Zuidpoort, gezien naar schil tussen binnenstad en locatie moet duidelijk ervaarbaar b
het zuiden; de schoorsteen van zijn.
de oude TU-gebouwen markeert De locatie biedt vele programmatische mogelijkheden
het uiteinde van de Kruisstraat
b studieplan team Heeling; schema
door de centrale ligging, de goede bereikbaarheid en de na-
'binnen en buiten de wal van de bijheid van een winkelconcentratie. Het is een stedelijk mar-
historische binnenstad' gegebied dat uniek is doordat het zo dicht bij de binnenstad
-
36
ligt. Dergelijke margegebieden werden in het verleden vaak
beschouwd als de meest geschikte stukken stad om groot-
schalige verkeersproblemen op te lossen. In de toekomstige
ontwikkeling zou aan die kwaliteit een nieuwe inhoud moe-
worden naar een programma dat niet concurreert met de bin-
nenstad maar naar een programma dat zowel een aanvulling
is op de universiteitswijk als op de binnenstad.
In ruimtelijk opzicht betekent dit dat de locatie vraagt om
ten worden gegeven. Het kunnen stedelijke reservegebieden een uniforme ruimtelijke opzet die zo veel mogelijk con-
worden met een strategische betekenis. De locatie kan wor- trasteert met haar omgeving.
den benut om plaats te bieden aan allerlei activiteiten die in
de binnenstad niet meer terecht kunnen, bijvoorbeeld de
kleinschalige bedrijvigheid. team Terracotta
Openbare voorzieningen zoals een theater situeert het De locatie is een 'transitgebied', een binnenstadsrand die
team bij voorkeur in het overgansgebied tussen binnenstad wordt gekenmerkt door een grote mate van heterogeniteit.
en locatie. Dit betreft zowel een heterogeniteit van de bebouwing
In programmatisch opzicht betekent dit dat gestreefd moet alsook een heterogeniteit van de deelgebieden. Uiteenlopen-
worden naar een bebouwingsprogramma dat niet concurreert de stadsconcepten zijn toegepast zonder dat één van deze ~ ______________________ ~ c

met de binnenstad. concepten dominant is. Het gebied vormt echter wel een in-
In ruimtelijk opzicht betekent dit dat de locatie vraagt om tegraal bestanddeel van het stedelijke programma: het functi-
een eigen identiteit. Dat hoeft echter niet te betekenen dat er oneert vooral als onderdeel van het stedelijke verkeersstelsel.
sprake zou moeten zijn van een eenduidige en uniforme Ruim gedimensioneerde verkeersstromen (scheepvaartroute,
ruimtelijke opzet. auto- en fietsverkeer, leidingen en trafo-gebouw) overheer-
sen in sterke mate het beeld.
Deze karakteristiek beschouwt het team als waardevol en
team T. Koolhaas vol aanknopingspunten voor vernieuwing.
Het Zuidpoortgebied maakt als toegang tot Delft een ver- In programmatisch opzicht betekent dit dat geen voorop-
scheurde indruk. De St.Sebastiaansbrug is te groot en leidt gezet doel moet worden nagestreefd en dat niet moet worden
tot niets anders dan een grauwe parkeervlakte, omzoomd uitgegaan van een hiërarchisch model waarin de locatie op
door onsamenhangende bebouwing. In ruimtelijk opzicht de regionale schaal functioneert.
zou de locatie een overgangsgebied kunnen zijn tussen de In ruimtelijk opzicht betekent dit dat de locatie vraagt om
kleinschalige oude binnenstad en de grootschalige universi- een sterke identiteit, zowel door de inrichting van het stede-
teitswijk terwijl het in programmatisch opzicht een uitbrei- lijke landschap alsook door het beeld van de bebouwing.
dingsgebied voor het voetgangersdomein en winkelgebied In
de Veste zou kunnen zijn.
In programmatisch opzicht betekent dit dat de locatie een bureau Hoogstad
a onderdeel van het stadscentrum moet worden door er be- Het Rijn-Schiekanaal wordt beschouwd als begrenzing
langrijke openbare voorzieningen te vestigen. van de binnenstad waardoor de locatie wordt geïnterpreteerd
In ruimtelijk opzicht betekent dit dat de locatie vraagt om als een onderdeel van de binnenstad. In de uitwerking van
een eenduidige ruimtelijke opzet die zoveel mogelijk aan- het plan is dit thema niet tot in de uiterste consequentie door-
sluit op de ruimtelijke structuur van de binnenstad. gewerkt. Enkele nieuwe thema's, zoals het versterken van de
zelfstandigheid van de locatie, als een entreegebied van de
stad, zijn daarbij toegevoegd.
team OD205 Deze ruimtelijke functie van de locatie is voor bureau
Het gebied behoort in morfologisch én in programma- Hoogstad de sleutel tot de interpretatie ervan. Westvest en
tisch opzicht noch bij de binnenstad noch bij de buitenwij- Oostpoort hebben al s stadsentree een eigen herkenbaarheid
-"d
L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
ken . Het biedt de kans om een spanningsveld tussen de tech- maar functioneren in onvoldoende mate als oriëntatiepunten.
nostad en de binnenstad te ontwikkelen. De basisproblematiek van de locatie Zuidpoort is gelegen
Van de na-oorlogse plannen om van het voormalige in het ontbreken van een 'kortsluiting' tussen de beide knoop-
stadseiland een stedelijk en regionaal scharnierpunt te ma- punten aan weerszijden van de zuidelijke binnenstad.
a studieplan team T. Koolhaas; glo-
ken zijn slechts een beperkt aantal elementen uitgevoerd, In programmatisch opzicht betekent dit dat gekozen wordt baal ontwerp voor de locatie
vooral de verkeerselementen. Daardoor verwerd de locatie voor een substantiële uitbreiding van het winkelbestand van Zuidpoort
tot een amorf restgebied. Recente veranderingen in de stede- het In de Veste gebied; Zuidpoort wordt poort van het win- b studieplan team OD 205; struc-
tuurschets
lijke en regionale verkeersstructuur bieden aanleiding tot een kelgebied. contwerpschets team Terracotta;
ingrijpende herziening waarbij aan het begrip scharnierpunt In ruimtelijk opzicht betekent dit dat de locatie vraagt om het 'Pizza Quattro Stagioni plan'
een nieuwe inhoud kan worden gegeven. een eenduidige ruimtelijke opzet die het poortkarakter bena- d studieplan bu reau Hoogstad;
'vista's' vanuit de entreegebieden
b In programmatisch opzicht betekent dit dat gestreefd moet drukt. haar de locatie
CONCLUSIES

ruimtelijke en programmatische potenties


Met uitzondering van team Terracotta zijn alle teams uitge-
sproken negatief over de huidige ruimtelijke status van de locatie, en met name over de aldaar
-
37

aangelegde verkeersmachine. Uitgesproken positief zijn alle teams over de ruimtelijke en pro-
grammatische mogelijkheden van de locatie, zowel gezien haar ligging in de regio alsook ge-
zien haar ligging nabij de binnenstad en de universiteitswijk.

identiteit van de locatie


Met uitzondering van team T. Koolhaas en bureau Hoogstad
beschouwen de inzenders de locatie niet als een uitbreidingsgebied voor de binnenstad. In pro-
grammatisch opzicht kan er wel sprake zijn van een verweving met de binnenstad, maar in
ruimtelijk opzicht moet de locatie een eigen identiteit krijgen . Daarom moet er sprake zijn van
een verschil in beeld al dan niet gecombineerd met een gemarkeerde overgang, een afbakening
van de locatie ten opzichte van de omringende stadsdelen.
Deze wijze van interpreteren van de morfologische en programmatische karakteristiek van de
locatie laat een duidelijk breekpunt zien met opvattingen uit het nabije verleden, met name de
opvatting die werd neergelegd in het plan In de Veste uit 1972. Toen werd er juist naar ge-
streefd om het binnenstadkarakter zo ver mogelijk te laten uitstralen in zuidelijke richting, tot
in het Zuidpoortgebied.

het bestaande ruimtelijke patroon als ontwerpuit-


gangspunt
Het oorspronkelijke en nog grotendeels bestaande ruimtelij-
ke patroon van de locatie, het stelsel van vijf parallelle zones in oostwest-richting, wordt door
alle teams beschouwd als een gedegen basis voor de planontwikkeling. De onderlegger voor
een stedebouwkundig plan is reeds in aanleg aanwezig. Het voortbouwen op deze structuur
kan zowel ruimtelijke als strategische voordelen bieden.
Daarbij doet zich een duidelijk onderscheid voor. Sommige teams omarmen dit patroon vooral
omdat het de mogelijkheid biedt om verschillende zones in tijd en ruimte zelfstandig te ont-
wikkelen (team Heeling en team Terracotta) terwijl andere teams dit patroon gebruiken om het
te vervlechten met de noordzuid-routes uit het In de Veste gebied. Daardoor ontstaat een een-
voudig te bebouwen orthogonaal patroon. bt:.-_ _ _ _ _ _ _ _ _ _--'CIF-:-,.,..,-,-,..,.,..,.,..,..,.,..",.,..,.-",-;-:-:.,..,..,.,..,-,-,..,.,..,.,..,..,~

stadsentree - oriëntatie op de binnenstad


Gezien de ligging van de locatie ten opzichte van het regio-
nale verkeersnet vestigen team Heeling en bureau Hoogstad de aandacht op de betekenis van
de locatie als entreepoort van de binnenstad. 'Zuidpoort' wordt als een letterlijke metafoor be-
schouwd, als een moderne vervanging van de Oostpoort en de verdwenen Rotterdamsche en
Schiedamsche poorten. In beide voorstellen wordt de ruimtelijke structuur van de locatie aan-
gepast met als doel, een verbetering van de oriëntatie op de binnenstad vanuit de drie invals-
wegen.
nieuwe bebouwingswijzen
Het gebied wordt door alle teams geschikt geacht voor de in-
troductie van een nieuwe bebouwingstypologie of voor een meer grootschalige bebouwings-
wijze.

het kamvormige patroon van het


strategisch reservegebied
zuidelijke deel van de delftse bin - Zowel in ruimtelijk als in programmatisch opzicht is de in-
nenstad terpretatie van team Heeling en team Terracotta belangwekkend: een stedelijke reservegebied
het ruimtelijke patroon van de lo-
catie Zuidpoort, parallelle zones
is een essentiële kwaliteit voor de stedelijke ontwikkeling. Delft zou haar centraal gelegen ste-
in de oostwest-richting delijke reservegebied niet propvol moeten bouwen maar zou juist het reservekarakter in stand
orthogonaal patroon van de loca- moeten houden . Team HeeJing volstaat met het zoeken naar een programmatische invulling
tie door vervlechting met de
noordzuid-routes uit de binnen-
van deze gedachte, team Terracotta gaat ook op zoek naar een geëigende architectonische uit-
stad drukkingsvorm daarvoor.
38
een beter inpasbare stads straat, wordt de locatie volgens een
eenvoudig orthogonaal patroon 'verkaveld'. In het centrum
wordt een groot plein met een neutrale bestemming gesitu-
eerd. Rondom dit plein groeperen zich een aantal autonome
en bloksgewijs bebouwde kavels.

team T. Koolhaas
Het overgangsgebied tussen binnenstad en universiteits-
wijk moet worden vernieuwd op basis van een eenvoudige
en overzichtelijke lay-out. Daarom is gekozen voor het re-
specteren van de bestaande verkaveling én voor het aanslui-
ten op de ruimtelijke structuur van het In de Veste gebied.
Het bestaande patroon van de locatie, opgebouwd uit vijf
oostwest-gerichte zones, kan op eenvoudige wijze worden
vervlochten met de noordzuid-gerichte routes uit het In de
Veste gebied zodat op een vanzelfsprekende manier het ge-
wenste overgangsgebied ontstaat.
Als contrast met dit stedelijke centrumgebied wordt ver- ~~ _________ ~c

sterking van het parklandschap aan de zuidoost-rand van de


delftse binnenstad van belang geacht.
4.2 CENTRALE ONTWERPUITGANGSPUNTEN EN Ondanks dit accent op een vloeiende overgang tussen
HOOFDOPZET
binnenstad en locatie wordt een essentiële transformatie van
In deze paragraaf worden de plannen vergeleken op het gebied voor noodzakelijk gehouden. Dit betreft voorna-
de gekozen centrale ontwerpuitgangspunten. Deze kun- melijk het stelsel voor het stedelijke verkeer: het elimineren
nen betrekking hebben op ruimtelijke, programmatische van het doorgaande verkeer en van een groot deel van de
en/of strategische aspecten. De gestelde plandoelen en de parkeerterreinen.
gehanteerde ruimtelijke en programmatische middelen Het succes van de operatie Zuidpoort zal volgens team T.
komen hier slechts globaal aan de orde. In de volgende Koolhaas in sterke mate afhangen van het realiseren van een
paragrafen worden deze nader uitgewerkt. groot pakket centrumvoorzieningen. Deze zijn gegroepeerd
In het verleden is de locatie ontworpen als een schar- rond een verhoogd centraal plein dat zelf ook een openbare
nierpunt voor Groot-Delft. De vijf studieplannen kunnen voorziening is, namelijk een parkeergarage. Door dit uit-
worden onderscheiden naar de mate waarin zij aan de lo- gangspunt verschuift het programmatische zwaartepunt van
catie opnieuw een scharnierfunctie willen toebedelen. de delftse binnenstad.
Met andere woorden: wordt de locatie beschouwd als het Deze uitgangspunten bepalen de hoofdopzet van het plan.
potentiële nieuwe centrum van Delft of wordt ze behan- Nadat gekozen is voor het weren van het doorgaande auto-
deld als één van de meer bijzondere stadsdelen? verkeer is het plangebied in drie zelfstandige onderdelen ver-
deeld. In het oostelijke plandeel is voor een orthogonaal pa-
team Heeling troon van U-vormige bouwblokken gekozen. Het midden-
De binnenstad moet beschouwd worden als een landmark deel wordt gedomineerd door het grote Zuidplein, verhoogd
voor Delft, evenals de Oude Kerk een landmark is voor de en omgeven door bijzondere voorzieningen. In het westelijke
binnenstad. Het benadrukken van de contour van de binnen- plandeel is, in samenhang met de bebouwing langs het Ach-
stad is daarom van belang en de locatie Zuidpoort biedt daar- terom, een groot gesloten bouwblok geprojecteerd als een
voor de gelegenheid. De locatie krijgt dus een ondersteunen- begeleiding van de westelijke entree. Om het Zuidpoortge-
de functie voor het beeld van de binnenstad. Dit uit- bied optimaal te kunnen integreren in de zuidelijke binnen-
gangspunt heeft geleid tot het aanbrengen van een scherp on- stad is de Zuidergracht in een rechte lijn doorgetrokken naar
derscheid tussen 'binnen de stadswal' en 'buiten de stadswal', het Achterom als een herhaling van het grachtmotief in de a de urban motorway, gezien naar
het westen, de Zuidwal
door het aanbrengen van een ruimtelijke begrenzing en door binnenstad. Molslaan, Gasthuislaan en de nieuwe Zuider- b hoofdopzet plan team Heeling;
het opvoeren van het contrast tussen de dichtbebouwde bin- gracht worden een drieling van stadsgrachten in het zuidelij- herstel van de Zuidergracht, auto-
nenstad en de ruimere opzet van de locatie Zuidpoort. ke deel van de binnenstad. nome en bloksgewijs bebouwde
kavels rond een centraal plein
Deze uitgangspunten bepalen de hoofdopzet van het plan. c hoofdopzet plan team T. Kool-
Nadat de Zuidergracht opnieuw is uitgegraven en beplant, team OD 205 haas; doortrekking van de Zuider-
gracht naar het Achterom en drie-
als afbakening van de locatie ten opzichte van de binnenstad, De locatie is sinds de jaren vijftig behandeld als hét deling van de locatie op basis van
~=- _________--,b en nadat de dwingende urban motorway is vervangen door scharnier van het verkeersstelsel van Delft en Delfland. In de een orthogonaal patroon
jaren negentig kan het een scharnier worden in de overdrach- nen functioneren, zowel in ruimtelijk als in programmatisch
telijke zin, een geliefd verblijfsgebied. Om dat doel te kun- opzicht. De stadspolitieke condities voor het ontwikkelen
nen bereiken acht het team radicale ingrepen nodig in de ver- van een dermate complex stedelijk gebied vragen volgens
-
39

keersstructuur van de locatie maar ook van Delft als geheel. het team om een maximale flexibiliteit. Deze flexibiliteit
De nieuwe scharnierfunctie moet worden ontleend aan de . mag echter niet resulteren in een stadsdeel dat in ruimtelijk
specifieke wijze waarop de verschillende bestemmingen uit opzicht onsamenhangend is.
de aangrenzende gebieden binnen de locatie Zuidpoort in el- Het planconcept bevat de volgende ruimtelijke kenmer ken:
kaar worden verweven. De ruimtelijke inrichting én de pro- . een dynamisch landschap waarin de ordening vooral ge-
grammatische invulling van het gebied moeten zodanig zijn richt is op het bewegen en op de oriëntatie; de inrichting
dat een schakel ontstaat tussen binnenstad en universiteits- van de openbare ruimte moet zodanig zijn dat er een sa-
wijk. Deze schakel moet een eigen identiteit hebben die bei- menhang ontstaat tussen de verschillende deellocaties; over
de polen versterkt in hun functioneren. de verzameling fragmenten heen wordt een stelsel gelegd
In de verkeersstructuur van Delft moet de locatie echter van routes, zichtlijnen en architectonische assen
een uitgesproken rustpunt vormen. Om duidelijk te maken . transparantie; een transparante ruimtelijke opbouw in de
dat de uitgangspunten 'rustpunt' en 'versterkte dynamiek' noordzuid-richting garandeert dat zowel de binnenstad
slechts schijnbaar met elkaar in tegenspraak zijn wordt ver- alsook de stads uitleg in de Wippolder waarneembaar blij-
wezen naar een toepasselijke metafoor: een knoop in een tril- ven als verschillende identiteiten
lende snaar. Deze uitgangspunten bepalen de hoofdopzet van het plan.
Het ruimtelijke middel voor het verwezenlijken van het Nadat de locatie ten opzichte van de binnenstad met minima-
centrale plandoel, de locatie als schakel tussen binnenstad en le middelen is gemarkeerd is het gehele gebied ingericht als
universiteitswijk, is: het versterken van de autonomie van de een intensief parklandschap dat in westelijke richting een
locatie, zowel qua vorm als qua stedelijk gebruik. meer stedelijk karakter en in oostelijke richting een meer
Deze uitgangspunten bepalen de hoofd opzet van het plan. landschappelijk karakter heeft.
Nadat het doorgaande verkeer is geëlimineerd en nadat de Het autoverkeer wordt via een brede urban motorway in
Zuidergracht is hersteld als een duidelijke afbakening van de een grote slinger door dit park geleid.
locatie is het aldus ontstane eiland ingericht als een groot
stadspark waarin de oorspronkelijke lineariteit in de oost- bureau Hoogstad
west-richting is vervangen door een meer afwisselende slin- Het centrale ontwerpuitgangspunt is het verbeteren van
gerbeweging. De bebouwing is zodanig in dit stadspark ge- de oriënteerbaarheid. Dit spitst zich toe op de entreegebieden
plaatst dat de continuïteit van het groen zo min mogelijk van de binnenstad. Zowel de entreegebieden zelf alsook de
wordt onderbroken. manier waarop ze verbonden zijn moeten een bijdrage le-
veren aan de wijze waarop bewoners en bezoekers zich in de
team Terracotta stad kunnen oriënteren.
Het karakter van de locatie, een transitgebied, is in ruim- Aan het thema van de oriënteerbaarheid voegt bureau
telijk opzicht zodanig dominant dat de beproefde ontwerp- Hoogstad nog een tweede hoofdthema toe: een centraal
middelen voor het aanbrengen van ordening, zoals dominan- planelement. De locatie kan plaats bieden aan een nieuw ste-
tie en hiërarchie van elementen, functionele zonering en sor- delijk focusgebied dat de trekkersfunctie van de binnenstad
tering van gelijksoortige elementen, weinig lijken op te le- versterkt. c L-.='""---_ _ _ _ _ _ _ _~
veren. Vertrollwde planconcepten zijn doorgaans toegesne- Deze uitgangspunten bepalen de hoofdopzet van het plan.
den op stadsdelen die in ruimtelijk en historisch opzicht Nadat gekozen is voor het weren van het doorgaande auto-
meer één geheel vormen. Het gebied vraagt om een nieuwe verkeer en nadat de voormalige Zuidergracht is hersteld vol-
en geëigende wijze van ordening. gens een radicaal nieuw tracé is de locatie ingericht met een
In plaats van een eenduidig ruimtelijk gegeven, bijvoor- bebouwingsvoorstel waarvan vrijwel alle onderdelen on-
b~~ ________________~ beeld aansluiting zoeken op de schaal van de binnenstad of losmakelijk aan elkaar zijn gekoppeld: een totaalplan. In
zoeken naar een contrasterende schaal, en in plaats van een hiërarchisch opzicht wordt de bebouwing gedomineerd door
centrale planmetafoor, bijvoorbeeld de locatie als stadspoort een groot centraal plein dat zich uitstrekt tussen het kanaal
a hoofd opzet plan team 00 205;
herstel van de Zuidergracht en of als het stedelijk scharnier, kiest het team voor een metho- en de Zuidergracht en dat gekoppeld is aan de oprit van de
aanleg van een centraal park disch gegeven, een manier van ontwikkelen van een plan- St.Sebastiaansbrug. In plaats van de historische oostwest-
b hoofdopzet plan team Terracotta;
een geïntenisveerd parkland- concept. richting wordt hierdoor de noordzuid-richting in de locatie
schap met in westelijke richting Dit concept moet voldoen aan de eis dat het plan niet af- benadrukt.
een toenemend stedelijk karakter
c hoofdopzet plan bureau Hoog- hankelijk wordt van dure en ongewisse ingrepen in de be- Het is opmerkelijk dat, ondanks deze ingrijpend nieuwe
stad; accentuering van de noord- staande infrastructuur (bruggen, wegen, leidingen) alsmede inrichting van de locatie, vrijwel geen bebouwing hoeft te
zuid-richting in de locatie door
een groot centraal plein aan de eis dat de onderdelen van de locatie zelfstandig kun- worden gesloopt.
--
CONCLUSIES
40
eenduidigheid of meerduidigheid
Team Heeling en team Terracotta pleiten voor een meerdui-
dig planconcept dat de mogelijkheid biedt om op een soepele wijze in te spelen op de ontwik-
kelingen die zich zullen voordoen op programmatisch gebied en op de fasering, die in sterke
mate bepaald wordt door het moment waarop bouwterreinen beschikbaar komen. Team T.
Koolhaas kiest voor een plan dat door de kracht van zijn inhoud in staat is om de realisering te
versnellen.
De overige teams pleiten voor eenduidige concepten, voor een plan dat als een duidelijk
'leitmotiv' de ontwikkelingen in de locatie over een langere periode kan sturen.
Dit plaatst de stadspolitiek voor de keuze tussen enerzijds het laten voortvloeien van de strate-
gie uit het gewenste planconcept of anderzijds het laten voortvloeien van een planconcept uit
de meest geëigende strategie.
Globaal gesproken kan gesteld worden dat team T. Koolhaas, team OD 205 en bureau Hoog-
stad erin geslaagd zijn om, ieder op een geheel verschillende wijze, een aantrekkelijk totaal-
concept te presenteren, echter zonder dat daarbij nog is aangetoond dat het gewenste resultaat
procesmatig kan worden gerealiseerd. Daarentegen bieden de plannen van team Heeling en
team Terracotta een duidelijk zicht op de procesmatige mogelijkheden. Bij deze voorstellen
kan echter de vraag gesteld worden in hoeverre het plan een coherent beeld zal kunnen ople-
veren, zowel in de verschillende ontwikkelingsfasen alsook in het uiteindelijke resultaat.

identiteit en zelfstandigheid van de locatie; het stadsei-


land
In alle plannen wordt teruggegrepen op een historische ka-
rakteristiek van de locatie, op het karakter van een stadseiland dat ontstond na het graven van
het Rijn-Schiekanaal. Dit karakter wordt beschouwd als één van de ruimtelijke middelen waar-
mee de locatie een nieuwe identiteit kan krijgen. Het versterken van de autonomie van de loca-
tie, al dan niet met gebruikmaking van een herstelde stadsgracht, kan één van de ruimtelijke
condities vormen voor een aantrekkelijk en hoogwaardig vestigingsmilieu.

overeenkomst en verschil tussen de ruimtelijke opbouw


van de locatie en van de binnenstad
Met uitzondering van team T. Koolhaas en bureau Hoogstad
zijn alle ontwerpers van mening dat gestreefd moet worden naar een zo groot mogelijk onder-
scheid tussen de ruimtelijke opbouw van de binnenstad en die van de locatie. Team T. Kool-
haas en bureau Hoogstad leggen een sterker accent op de ruimtelijke continuïteit tussen locatie
en binnenstad. Bij deze plannen is er wel sprake van verschillen maar deze richten zich meer
op de wijze van detailleren van het stadsbeeld, bijvoorbeeld door grachten, stegen en straten
ruimer te dimensioneren.

oriënteerbaarheid
Met name team Heeling en bureau Hoogstad vestigen de
aandacht op de noodzaak om aan de zuid-zijde van de stad de oriëntatie op de binnenstad te
verbeteren. Dit kan zowel consequenties hebben voor de wijze van inrichten van de locatie
alsook voor het beloop van de verschillende invalsroutes. Ook andere teams wijzen er op dat
de verschillende ruimtelijke accenten in de binnenstad op eenvoudige wijze kunnen worden
benut voor het verbeteren van de oriënteerbaarheid en dat het daarom niet nodig is binnen de
locatie nieuwe imposante landmarks op te richten.

transparantie van de bebouwingsvorm


In de studieplannen van team Heeling, team OD 205 en team
Terracotta wordt een sterke nadruk gelegd op de ruimtelijke relatie van de locatie met de aan-
grenzende stadsdelen. De locatie moet zich niet alleen duidelijk onderscheiden van de binnen-
stad en van de universiteitswijk, maar deze beide stadsdelen moeten ook vanuit de locatie dui-
delijk zichtbaar blijven . Dit uitgangspunt leidt tot een transparante bebouwingswijze. Daarbij
kan nog onderscheid worden gemaakt tussen de meer letterlijke opvatting bij team Heeling,
waarbij het begrip transparantie wordt beperkt tot zichtlijnen en tot de richting van straatpro-
-
41

fielen, en daarnaast de meer overdrachtelijke opvatting bij de plannen van de teams OD 205 en
Terracotta, die beogen om het begrip transparantie ook afleesbaar te maken aan een bebou-
wingswijze die een transparant beeld suggereert.

stedelijk landschap en groenvoorziening


Vrijwel alle teams wijzen op de onevenwichtigheid in de
distributie van grotere stedelijke groenvoorzieningen in Delft. Daarmee wordt een oud pro-
bleem in herinnering geroepen dat reeds werd gesignaleerd tijdens discussies rond de delftse
uitbreidingsplannen uit de jaren dertig.
Het stadspark als ruimtelijk thema wordt het meest expliciet aan de orde gesteld door team OD
205. Het gehele stadseiland wordt door hen ingericht als een park, als een groot stedelijk rust-
punt. Ook in het voorstel van team Terracotta is dit thema gehanteerd maar het is daar op een
minder eenduidige manier uitgewerkt. In plaats van één groot park is daar meer sprake van een
verzameling tuinen.
Uit de studieplannen kunnen ten aanzien van dit aspect twee algemene conclusies worden ge-
trokken:
. gezien de karakteristiek van de locatie, zowel in historisch opzicht alsook door de kwaliteit
van de nog aanwezige groene elementen, is het ontwikkelen van een plan voor de locatie een
geschikte gelegenheid om de onevenwichtigheid ten aanzien van de stedelijke groenvoorzie-
ningen te compenseren
. de groene karakteristiek van de locatie, met name aan de oost-zijde, kan worden benut als
een te versterken component van het vestigingsmilieu

afstemming van de programmatische identiteit van de lo-


catie op ~e delftse binnenstad
De teams poneren duidelijk verschillende antwoorden op de
vraag in hoeverre de locatie een concurrerend effect mag hebben op de binnenstad, met name
wat betreft het niveau van de openbare voorzieningen. Bij enkele voorstellen wordt getracht de
ruimtelijke problemen van de locatie op te lossen door het geven van een programmatische in-
jectie die ten koste gaat van het voorzieningenniveau van de binnenstad.
Met name ten aanzien van de programmatische voorstellen kan gesteld worden dat papier ui-
terst geduldig is. De geponeerde stellingen zijn met behulp van het planmateriaal niet veri-
fieerbaar. Er is duidelijk sprake van hypotheses over mogelijke programmatische ontwikkelin-
gen.
In het algemeen kan gesteld worden dat plannen die zich zo weinig mogelijk afhankelijk ma-
ken van de realiseerbaarheid van nieuwe collectieve voorzieningen een geringe mate van
kwetsbaarheid hebben en dat deze ook geen concurrentie opleveren ten aanzien van de binnen-
stad. Hieruit kunnen de hoofdlijnen voor de programmatische opbouw van de locatie worden
afgeleid (zie paragraaf 5.1).
4.3 PLANCONCEPT EN STEDELIJK VERKEER
42
In deze paragraaf komt de betekenis van de locatie
binnen de delftse verkeersstructuur aan de orde, alsmede
de opvattingen over vormgeving en programmatiek van
de verschillende verkeersstelsels binnen de locatie. De op-
vattingen over parkeervoorzieningen komen in paragraaf
5.2 aan de orde.
Hierbij worden de verkeersstromen voor het autover-
keer als volgt onderscheiden:
· doorgaand verkeer; verkeer tussen gebieden die aan
weerszijden van de stadsgrenzen liggen, dus interlocaal
verkeer; dit verkeer bedraagt 5% van het totale ver-
keersaanbod
· intern stadsverkeer; verkeer dat zich binnen de gemeente-
grenzen in de vier windrichtingen beweegt en dat daarbij
de locatie als schakel gebruikt; dit verkeer bedraagt 65 %
van het verkeersaanbod
· extern bestemmingsverkeer; verkeer dat van buiten Delft
komt met de locatie als eindbestemming; dit verkeer be-
draagt 3% van het verkeersaanbod
· intern bestemmingsverkeer; verkeer dat vanuit Delft
komt met de locatie als eindbestemming; dit verkeer be-
draagt 27% van het verkeersaanbod
Deze percentages zijn gebaseerd op een gemeentelijke
verkeerstelling van 17-11-1988, dus van enkele maanden na-
dat de teams hun plannen indienden. Deze telling werd ver-
richt om de hypotheses die door de teams werden gesteld te
kunnen toetsen.

team Heeling
In de huidige situatie is de dimensionering van het ver-
keer gemaximaliseerd met als gevolg een groot ruimtebeslag
en een negatieve barrièrewerking. Een goede bereikbaarheid
blijft echter van belang voor het functioneren van de locatie.
Stedelijk verkeer wordt zelfs beschouwd als een van de ele-
~______5_o/c_O____~b ~____~6~5~%~____~c e
menten die aan de locatie identiteit kunnen geven. Onder een
goede bereikbaarheid wordt verstaan: duidelijk en oriënte-
rend, en niet: een maximale capaciteit.

In de locatie kunnen drie belangrijke aanvoerroutes wor-


den verknoopt: vanuit de universiteitswijk, vanaf de rijksweg
Den Haag-Rotterdam en vanuit Delft-west. Daarbij moet het
accent niet liggen op de verkeersdoorstroming langs het cen-
trum maar op de bereikbaarheid van de locatie als een toe-
gangspoort naar de binnenstad. Om dit uitgangspunt te kun-
a de entree van de universiteitswijk
via de St.Sebastiaansbrug, gezien nen realiseren is een nieuwe entree voor autoverkeer bij de
naar het zuiden; op de achter- Oostpoort nodig. Om te voorkomen dat de locatie wordt
grond de rode schijf van het ge-
bouw voor Electrotechniek doorsneden door sluipverkeer in oostwest-richting zou door
verkeerstechnische maatregelen een drempelwerking moeten team Healing
verkeersstromen autoverkeer voorstel wijziging verkeersstruc-
b doorgaand verkeer worden aangebracht. De hoofdstroom van het verkeer tussen tuu r Delft; de w ijzigingen zijn dik
c intern stadsverkeer de twee zuidelijke stadsdelen aan weerszijden van het Rijn- getekend
d extern bestemmingsverkeer g ontworpen verkeersstructuur lo-
e intern bestemmingsverkeer Schiekanaal zou via de Kruithuisweg moeten verlopen. catie Zuid poort
Bij de dimensionering van autowegen moet het accent
liggen op de mogelijkheden tot oriëntatie en niet op een
vloeiend beloop van de weg en op maximale doorstrQming.
van het bestaande verkavelingspatroon .en anderzijds het
doorzetten van het rasterpatroon uit het In de Veste gebied
treden geen ingrijpende wijzigingen op in het patroon voor
-
43

Daarom valt de keuze op gewone stadsstraten (met T-krui- het langzaamverkeer, behoudens het aanleggen van een cen-
singen) die kunnen worden geïntegreerd in het stedelijke trale noordzuid-route over de verkeersarm gemaakte St. Se-
weefsel. Dit leidt tot het voorstel om de urban motorway bastiaansbrug.
langs de Zuidwal en de St.Sebastiaansbrug tot het minimaal
noodzakelijke profiel terug te brengen en om deze overal aan
te leggen op het maaiveldniveau. team OD20S
Deze stadsstraten zijn essentieel voor de ruimtelijke sa- Om in ruimtelijk en programmatisch opzicht te kunnen
menhang in de locatie. Door zoveel mogelijk verkeerssoor- functioneren als het nieuwe scharnierpunt van Delft acht het
ten in deze straten te integreren kan de oriënterende werking team ingrijpende wijzigingen noodzakelijk in de infrastruc-
ervan worden vergroot. Dit leidt tot het voorstel om autono- tuur, zowel op de schaal van de stad alsook binnen de locatie
me verkeersstelsels voor langzaamverkeer en openbaar ver- zelf.
voer zo veel mogelijk te voorkomen en daar waar mogelijk Op het schaalniveau van de stad wordt voorgesteld om
deze ook te elimineren, zoals de bestaande tunnel in de lang- van de noordelijke aansluiting op rijksweg 13 (Den Haag-
zaamverkeersroute onder de Zuid wal en het busstation. Rotterdam), die nu een halve aansluiting is, een volledige
aansluiting te maken. Daardoor zou ook het verkeer vanuit
Ten aanzien van het openbaar vervoer stelt het team voor Rotterdam op dit punt kunnen afslaan naar Delft. Dit zou het
de tramlijn Den Haag-Delft door te trekken naar de locatie verkeer dat uit zuidelijke richting komt, en dat zich nu via de
zodat het kernwinkelapparaat beter bereikbaar wordt. Bus- locatie naar Delft-noordwest begeeft, elimineren.
en tramhaltes worden zodanig uitgevoerd dat ze minder Op het niveau van de locatie bevat het plan de volgende
ruimte in beslag nemen. Geen aparte stations, maar op de tra- voorstellen, voortvloeiend uit de keuze voor het weren van al
ditionele wijze haltes in de straat. het doorgaande verkeer alsmede het interne stadsverkeer uit
het stadseiland:
. vervanging van de St.Sebastiaansbrug door een lage en
team T. Koolhaas smalle brug; de Kanaalweg wordt daardoor bevrijd van de
AI het doorgaande verkeer (interlocaal) alsmede het in- storende oprit en kan worden geprofileerd als een gewone
terne stadsverkeer moet uit het plangebied worden geweerd. straat voor intern stadsverkeer met een laanbeplanting
Er blijft alleen een bescheiden autoverbinding over die de . eliminering van de urban motorway op het wegtracé Zuid-
Zuidwal koppelt aan het In de Veste gebied en die tevens wal en de aanleg van een straat voor intern stadsverkeer
dient als busroute. langs de zuid-oever van het Rijn-Schiekanaal, met een
Het team projecteert een nieuwe ringontsluiting ten zui- oversteek ter plaatse van de huidige Hambrug
den van de stad via een tracé dat goed in de ruimtelijke struc-
tuur van Delft zou passen, het tracé ter plaatse van de Abts- De voorgestelde wijzigingen voor het openbaar vervoer
woudsebrug. Dit tracé ontstaat door de Julianalaan verder passen zich aan dit verkeersconcept aan. Doordat voorge-
door te trekken via de Abtswoudsebrug en een nieuwe spoor- steld wordt om de Zuidergracht te reconstrueren moet het
tunnel naar de westelijke woonwijken. busstation worden verplaatst. In overeenstemming met de
Door dit uitgangspunt zou het karakter van de St.Sebasti- programmatische keuzes is dit station zoveel mogelijk naar
aansbrug op vrij radicale wijze veranderen. Deze krijgt het de kern van het winkelgebied In de Veste verplaatst.
aL-____ ~ __ ~ , ____ ~~ __ ~
karakter van een stedebouwhistorisch relict, een uit zijn
krachten gegroeid kunstwerk, dat kan worden heringericht Een nieuw tracé voor een route voor langzaamverkeer in
als een plein over het water in het verlengde van het ontwor- de noordzuid-richting is één van de essentiële uitgangspun- dL·"'",,,,,'~________________---J
pen centrale plein. In functioneel opzicht verandert de brug ten van het plan. Deze keuze hangt en!!rzijds samen met wij-
in een toegang vanuit de zuidelijke ringweg naar de parkeer- zigingen van het stelsel voor het autoverkeer en anderzijds team T. Koolhaas
garage die onder het centrale plein is gelegen. met kritiek op het slecht functionerende zigzag-parcours van a voorstel wijziging verkeersstruc-
tuur Delft; de wijzigingen zijn dik
Doordat de locatie wordt opgevat als een uitbreiding en de huidige fietsroute. Kenmerkend voor het plan is dat het getekend
voltooiing van de binnenstad is het evident dat het grote bus- fietsverkeer zo min mogelijk een eigen tracé volgt en dat het b ontworpen verkeersstructuur lo-
catie Zuid poort
station, met de typische sfeer van een streekbusstation aan de zoveel mogelijk is geïntegreerd in de gewone stadsstraten
stadsrand, in dit concept niet meer past. De overstapfunctie teneinde de sociale veiligheid te vergroten. Het nieuwe tracé team 00205
c voorstel wijziging verkeersstruc-
wordt verplaatst naar het station Delft-centraal. voert door het midden van de locatie vanaf de Brabantse tuur Delft; de wijzigingen zijn dik
Turfmarkt naar de universiteitswijk, aansluitend op de nieu- getekend
d ontworpen verkeersstructuur lo-
Door de gekozen principes van enerzijds het handhaven we verlaagde St.Sebastiaansbrug. catie Zuid poort
--
44
team Terracotta
Het team acht het niet zinvol om te spreken over ont-
werpfouten uit het verleden. Met kleine aanpassingen kan
het beloop van de huidige verkeerswegen goed worden geïn-
tegreerd in de nieuwe opzet. Een aanzienlijke reductie van
bureau Hoogstad
Om de locatie van onnodig verkeer te ontlasten wordt op
het schaalniveau van de stad een nieuwe oostwest-verbin-
ding ter hoogte van de Abtswoudseweg voorgesteld die een
reeks bijbehorende infrastructurele ingrepen nodig maakt.
het doorgaande verkeer alsmede van het interne stadsverkeer
zou onvermijdelijk leiden tot vergroting van de ver- De wijzigingen van de infrastructuur binnen de locatie
keersoverlast in andere stadsdelen, tot het verplaatsen van vloeien voort uit de centrale ontwerpuitgangspunten, de ori-
het probleem. ënteerbaarheid en, daaraan gekoppeld, het maken van de ont-
brekende oostwest-verbindingen in het plangebied.
Buiten de grenzen van de locatie worden in het geheel Daarnaast wordt voorgesteld om het bestaande verkeers-
geen voorstellen tot wijzigingen gedaan. Binnen de locatie stelsel, bestaande uit slechts één grootschalig element, te ver-
hebben de wijzigingen slechts een minimaal karakter: vangen door een meer diffuus stelsel waarbij het verkeer
over het gehele gebied wordt verspreid over gewone straten.
· de autoweg krijgt een meer autonoom karakter dan in de Dit leidt tot de keuze voor de verdubbeling van de Hambrug
huidige situatie het geval is; daarmee sluit het team aan op zodat deze voor locaal autoverkeer bruikbaar wordt. Het in-
het beeld van de urban motorway zoals deze in de jaren terne stadsverkeer kan dan gebruik maken van twee routes:
vijftig is ontworpen (zie hoofdstuk 2); dit autonome karak- een route langs de zuid-zijde van het kanaal en een route
ter wordt verkregen door het aantal aantakkingen te vermin- door het plangebied in aansluiting op de Groene Brug, de
deren en door de weg een iets verhoogde ligging te geven brug bij de Oostpoort. Om deze laatste route vanuit het ont-
__________________
~~ ~a

werpthema 'oriënteerbaarheid' te kunnen verduidelijken


· er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen het wordt tevens voorgesteld om de Groene Brug op te schuiven
westelijke deel van de locatie, dat gekenmerkt wordt door tot in het verlengde van de Ezelsveldlaan.
een grotere verkeersdrukte, en het oostelijke deel, dat een
meer verkeersluw gebied wordt; in dit verband verdwijnt de De St.Sebastiaansbrug verliest haar functie als deel van
mogelijkheid om vanaf de St.Sebastiaansbrug het gebied de doorgaande autoroute. Deze wordt omgevormd tot een
binnen te kunnen rijden; vanaf de Zuidwal wordt een nieu- zuidelijke stadsentree voor locaal verkeer. Het wegprofiel
we toegang aangebracht die, in samenhang met de bestaan- zou daardoor kunnen worden versmald en de noordelijke
de aantakking langs de achterzijde van het Achterom , te- afrit kan worden uitgebouwd tot een 'langzaam hellend plein'
vens zorgt voor de bereikbaarheid van de parkeergarage dat de universiteitswijk via de locatie Zuidpoort verbindt met
de binnenstad.
· in het oostelijke plandeel worden de bestaande verbindin-
gen voor autoverkeer afgesloten ten gunste van de lang- De ontwerpuitgangspunten leiden ertoe dat een relatief
zaamverkeersroutes en van het recreatieve karakter van dit groot aantal nieuwe tracé's wordt voorgesteld. Deze kunnen
gedeelte ten dele logisch aanhaken op bestaande tracé's (Ezelsveld- ~~ __________________ ~c

laan-St.Sebastiaansbrug). Ten dele zijn er nieuwe tracé's ont-


Een van de weinige voorstellen tot wijziging van de ver- staan als gevolg van het feit dat het recent gebouwde com-
keersinfrastructuur is een nieuwe locatie voor het busstation. plex woningen aan de Zusterlaan de ge zoneerde opbouw ver-
Het busstation behoudt zijn huidige functie maar wordt ver- stoort. Vanuit de prioriteit voor de functionele continuïteit
plaatst naar de achterzijde van het Achterom, waardoor het van de verkeersstraten ontstaan twee slingerende routes over
een meer centrale ligging krijgt ten opzichte van het winkel- en ten dele onder het centrale plein.
gebied van de Brabantse Turfmarkt. Binnen de locatie krijgt
het station daardoor een excentrische ligging. Door het te ge- Het plan bevat enkele nieuwe routes voor langzaamver-
bruiken als beginpunt van een nieuwe oostwest-route voor keer. Langs het Rijn-Schiekanaal is onder de universiteitsbi-
voetgangers wordt getracht dat probleem op te lossen. De bliotheek door een nieuwe 'fietsvlonderlflaneerroute' aange-
ligging van het busstation in een parkachtige omgeving roept legd. Een tweede oostwest-route loopt langs de zonzijde van
evenwel vraagtekens op ten aanzien van de sociale veiligheid de Zuidergracht. Via een arcade onder het hotel dat op het team Terracotta
a ontworpen verkeersstructuur 10'
bij nacht en ontij . dak van het V&D gebouw wordt geprojecteerd wordt deze catie Zuid poort
route doorgetrokken naar het theater. Dit functioneert als ori-
bureau Hoogstad
Essentieel voor het plan is dat een nieuw route-stelsel ëntatiepunt aan het einde van de Zuidergracht. Voorts zijn er b voorstel wijziging verkeersstruc-
voor het langzaamverkeer wordt toegevoegd, als een van de drie langzaamverkeersroutes in de noordzuid-richting door- tuur Delft; de w ijzigingen zijn dik
getekend
recreatieve elementen van het plan. In paragraaf 6.2 wordt getrokken vanuit het In de Veste gebied naar de locatie. c ontworpen verkeersstructuur lo-
dit route-stelsel nader beschouwd. Over het openbaar vervoer doet het plan geen uitspraak. catie Zuidpoort
CONCLUSIES

VERKEER OP HET NIVEAU V AN STAD EN REGIO


ontwikkeling Zuidpoortgebied als aanleiding tot verbetering
hoofdverkeersstructuur van Delft
-
45

Op enkele essentiële punten zou de hoofdverkeersstructuur van


Delft moeten worden aangepast om goede voorwaarden te kunnen scheppen voor het ontwik-
kelen van de locatie Zuidpoort. Het ontwikkelingsplan voor Zuidpoort kan worden benut om
enkele storende elementen in de hoofdverkeersstructuur op te lossen. De studieplannen bevat-
ten hiervoor een reeks suggesties.

verbeteren van de bereikbaarheid van de locatie


Als in programmatisch opzicht wordt gemikt op het functione-
ren van de locatie op het regionale schaalniveau dan moet de bereikbaarheid worden verbeterd,
met name vanuit het oosten via de afslag Delft-centrum van de rijksweg Den Haag-Rotterdam.
De omvang van het externe bestemmingsverkeer dat de locatie doorkruist (nu slechts 3% van
het verkeersaanbod) zou daarmee dus in aanzienlijke mate kunnen toenemen. Zowel team
Heeling als bureau Hoogstad stellen in dit verband een verplaatsing voor van de Groene Brug
bij de Oostpoort alsmede een vereenvoudiging van het verkeersknooppunt buiten de Oost-
poort. Indien hiervoor wordt gekozen moet de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht wor-
den genomen om te voorkomen dat het groene stedelijke landschap rondom de Oostpoort
wordt verstoord.

weren van het overbodige verkeer door de locatie


Het overbodige verkeer dat zich via de locatie een weg zoekt
moet zoveel mogelijk worden geweerd. Dit betreft enerzijds het doorgaande verkeer (interlo-
caal), momenteel 5% van het verkeersaanbod. Als de afslag Delft-noord op de rijksweg Den
Haag-Rotterdam ook vanuit Rotterdam te gebruiken zou zijn zou een deel van het doorgaande
verkeer naar het westelijke stadsdeel niet meer via de locatie Zuidpoort verlopen. Dit levert
een beperkte reductie op van het totale verkeersaanbod.
De belangrijkste bijdrage wordt geleverd door het terugdringen van het interne delftse stads-
verkeer dat de locatie als doorgangsroute kiest, momenteel 65% van het verkeersaanbod. In dit
kader kan worden gedacht aan een rechtstreekse verbinding tussen de universiteitswijk en de
westelijke woonwijken ter plaatse van de Abtswoudsebrug, uit te voeren als een stadsstraat
met een beperkte verkeerscapaciteit. Deze verbinding maakt een reeks infrastructurele werken
nodig.
Realisering van dit voorstel zou neer komen op het goed maken van een historische vergissing
die Delft beging bij het graven van de Irenetunnel en de aanleg van het Asvesttracé. Overigens
vereist een dergelijk voorstel een gedegen onderzoek naar eventuele ongewenste neveneffec-
ten.

herontwerp verkeersweg Zuidwal-St.Sebastiaansbrug


Met name team Heeling en team Terracotta stellen, uitgaande
van het handhaven van de doorgaandverkeersroute, dat een herziening van het ruimtelijke
beeld dringend noodzakelijk is. De voorstellen gaan uit van uiteenlopende architectonische op-
vattingen over het beeld van de route. Team Heeling kiest voor een stedelijke en besloten
stadsstraat, team Terracotta kiest voor een versterking van het beeld van de autonome urban
motorway, als integraal bestanddeel van het parklandschap. Voor de toekomstige ontwikkeling
van de Zuidpoortplannen valt hieruit af te leiden dat bij het ontwerp voor de verkeersweg niet
alleen uitgegaan moet worden van verkeerstechnische overwegingen, maar dat gewerkt moet
worden vanuit een integrale aanpak van de dimensionering, de tracering, de profilering en de
afstemming op de overige elementen van het stadslandschap.
46
integratie van verkeerssoorten in stadsstraten
Autonome langzaamverkeersroutes moeten zoveel mogelijk
worden vermeden en zouden daar waar mogelijk zelfs moeten worden opgeheven. Geïnte-
greerde verkeersroutes verhogen de duidelijkheid van het stedelijke beeld en verhogen de soci-
ale veiligheid. Eén van de hoekstenen van de delftse stedebouwopvattingen uit de jaren z,even-
tig, het autonome stelsel van routes voor langzaamverkeer, wordt daarmee ter discussie ge-
steld.
In incidentele gevallen kunnen autonome routes voor langzaamverkeer worden aangelegd, bij-
voorbeeld, in combinatie met de stedelijke groenvoorziening, als recreatieve route.

plaats en vormgeving van het busstation


De plaats en de vormgeving van het busstation vragen om
heroverweging. Voorgesteld wordt om ofwel alle overstapfuncties bij het station te concentre-
ren en in de locatie slechts gewone haltes aan te leggen, ofwel een geïntegreerd en voor de lo-
catie geëigend busstation te ontwikkelen dat minder grondoppervlakte in beslag neemt, bij-
voorbeeld in combinatie met een centrale parkeergarage. Voorts wordt voorgesteld om het
busstation een meer centrale ligging te geven, ofwel in het In de Veste gebied ofwel dichter bij
het Achterom.

verlenging tram-tracé
Een besluit over het al dan niet doortrekken van de tram,
slechts door één team bepleit, kan niet worden genomen op de schaal van de locatie maar zal
op een ruimer schaalniveau moeten worden overwogen.

VERKEER BINNEN DE LOCATIE ZUIDPOORT


terugdringen van intern stadsverkeer door de locatie
Alle teams opteren voor het terugdringen van het interne
stadsverkeer (65% van het verkeersaanbod). Deze doelstelling wordt op verschillende wijzen
uitgewerkt. Er zijn vijf gradaties te onderkennen:

* team Terracotta: alléén herprofileren; verzelfstandigen en versterken van het architectoni-


sche beeld van de urban motorway; de verkeersschakel blijft dus bestaan maar het overma-
tig gedimensioneerde beeld wordt gewijzigd

* team Heeling: terugbrengen tot een stadsstraat voor geïntegreerd verkeer, aangelegd op
maaiveldniveau; versterken van het architectonische beeld van entreestraten; keuze voor T-
kruisingen met drempels tegen sluipverkeer; de verkeersschakel blijft dus bestaan, maar de
doorstroming wordt verminderd

* bureau Hoogstad: alle bestaande wegen worden omgevormd tot entreewegen voor locaal
verkeer; er ontstaat een diffuus systeem van verkeersstraten; de grote verkeersschakel wordt
uit elkaar getrokken in een aantal kleinere schakels

* team OD 205: slopen van de St.Sebastiaansbrug; doorgaand verkeer wordt rigoureus ge-
weerd; het interne stadsverkeer wordt gesplitst in drie afzonderlijke stromen die door drem-
pels worden ingedamd; de grote schakel wordt vervangen door drie kleinere schakels
de tunnel in de fietsroute univer- verkeer binnen de locatie
siteitswijk - binnenstad. gezien c team Terracotta
naar het noorden * team T. Koolhaas: elimineren van het doorgaande en interne stadsverkeer; de St.Sebasti- d team Heeling
gescheiden busbanen en een geï- e bureau Hoogstad
soleerde ligging van de bushalte aansbrug blijft de toegang tot de locatie vanuit het zuiden, echter als een doodlopende weg;
f team OD 205
aan de Zuidwal de schakel wordt definitief doorgeknipt g team T. Koolhaas
Alvorens te komen tot een besluitvorming over de ontwikkelingsstrategie en over het ruimte-
lijke en programmatische concept voor de locatie is het noodzakelijk om de invloed van deze
ingrepen op de verkeersintensiteit van het delftse verkeersnet door middel van modelstudies te
-
47

testen; gezien de beperkte hoeveelheid verkeerskundige gegevens waarover de teams konden


beschikken zal het onvermijdelijk zijn dat daarbij ook andere denkbare oplossingen op hun ef-
fecten worden getest, zoals bijvoorbeeld het verbeteren van de bereikbaarheid van de centrale
as van de universiteitswijk door het aanleggen van een dwarsverbinding naar de Schoenmaker-
straat en het gedeeltelijk herprofileren van deze route. Een eventuele aantakking van de centra-
le avenue van de universiteitswijk, de Mekelweg, op de zuidelijke ringweg -door geen van de
CL-~~ __________ ~ ____ ~ teams voorgesteld- kan daarbij van de hand worden gewezen als zijnde strijdig met het ruimte-
lijke concept van de universiteitswijk.

verkeersintensiteit van de 'buitensingel'


Voorstellen die uitgaan van het blokkeren van de St.Sebasti-
aansbrug voor het doorgaande verkeer gaan vaak gepaard met een vergroting van de verkeers-
functie ,van de buitensingel, nog altijd een mooi geprofileerde bomenlaan die een essentiële
beelddrager is van het groene karakter van het Rijn-Schiekanaal. In de studies wordt niet aan-
getoond dat een vergroting van de verkeersfunctie niet ten koste zal gaan van de ruimtelijke
kwaliteit van dit structurerende stedelijke element. De oplossing die team OD 205 en bureau
Hoogstad voor dit probleem kiezen, het aanleggen van een nieuwe rijstrook op het terrein van
d ~~ ________________~ de begraafplaats, lost wel het capaciteitsprobleem op maar leidt niettemin tot een onderbreking
van de continuïteit van de singel.

herinrichting en hergebruik St.Sebastiaansbrug


Bij voorstellen die uitgaan van een duidelijke reductie van de
verkeersfunctie van de St.Sebastiaansbrug wordt gekozen voor vergroting van de verblijfs-
functie van de brug, als balkon in een wandelroute met uitzicht over het water.
Voorstellen die uitgaan van het volledig blokkeren van het doorgaande verkeer leiden tot meer
ingrijpende mogelijkheden voor hergebruik, met name van de opritten. De noordelijke oprit
wordt door bureau Hoogstad uitgebreid tot een hellend plein, team T. Koolhaas verbouwt een
e~~~ ________________ ~
strook van de afrit tot entree van de parkeergarage.

langzaamverkeersroutes in noordzuid-richting
Een planconcept dat de nadruk legt op de ruimtelijke samen-
hang met de binnenstad biedt aanleiding om te kiezen voor een fijnmazig en gelijkmatig net
van routes, terwijl bij een planconcept dat de zelfstandigheid van de locatie sterker benadrukt
de noodzaak om alle bestaande routes voor langzaamverkeer door te trekken in de locatie min-
der groot is.
Een dergelijk planconcept biedt de mogelijkheid om een zekere hiërarchie aan te brengen bin-
nen het stelsel van langzaamverkeersroutes of een verschil in reikwijdte van de routes.

centrale langzaamverkeersroute in noordzuid-richting


In het bestaande patroon van routes voor het langzaam ver-
keer ontbreekt een centrale en duidelijk herkenbare route in de noordzuid-richting tussen uni-
versiteitswijk en binnenstad. Zowel de St.Sebastiaansbrug alsook de beide opritten van deze
brug zouden voor het langzaamverkeer aantrekkelijker moeten worden gemaakt.

langzaamverkeersroutes in oostwest-richting a de Kanaalweg, een mooi geprofi-


De locatie biedt, door de ge zoneerde opbouw in de oostwest- leerde 'buitensingel', gezien naar
het oosten
richting, de mogelijkheid om enkele parallelle routes in deze richting te realiseren. Deze routes b de noordelijke oprit van de St. Se-
kunnen bijdragen aan de stadsrecreatieve functie van de locatie. Met name aan een flaneerrou- bastiaansbrug, gezien naar het
zuiden; links het voormalige Bac-
te langs de zonnige zijde van het Rijn-Schiekanaal -een centraal thema van de plannen uit de teriologische laboratorium, het
jaren zeventig- wordt opnieuw de nodige aandacht gevestigd. 'Spookhuis'
aansluiting van de langzaamverkeersroutes op de bin-
nenstad
In de studieplannen wordt in het bijzonder aandacht besteed
aan twee langzaamverkeersroutes die voor de samenhang met de binnenstad van belang zijn,
zowel door ze voort te zetten in de locatie alsook door de aansluitpunten te verduidelijken. Dit
betreft ten eerste de route via de Markt en de Beestenmarkt: de 'Delft-Diagonaal'. Zoals deze
route voorheen uitkwam op de stadswandeling langs de Zuiderstraat zo kan ze nu worden
doorgezet tot aan het Rijn-Schiekanaal. Daarnaast gaat het om de route via de Brabantse Turf-
markt en het Achterom, een aanlooproute naar het kernwinkelgebied. Met name de aansluiting
van het Achterom op de Zuiderstraat kan worden ontwikkeld tot een markant stedelijk punt,
zowel in ruimtelijk als in programmatisch opzicht.
team Heeling
Het team pleit voor een aanpak waarbij wordt voorkomen
dat alle deelbeslissingen die ten aanzien van de ontwikkeling
-
49

van het gebied moeten worden genomen met elkaar verstren-


geld raken, waardoor een en ander, in de tijd gezien, onuit-
voerbaar wordt. Een uitgekiende wijze van omgaan met de
aanwezige structuur van eigendom, ontsluiting en bebou-
wing is daarom nodig.
Het gepresenteerde plan is gebaseerd op een vrij scherpe
afbakening van het stedebouwkundige aspect ten opzichte
van het architectonische aspect. Het team streeft naar een zo
eenvoudig mogelijk stedebouwkundig plan, een globaal
stadsontwerp, dat slechts de meest essentiële thema's bevat.
In aansluiting op dit globale ontwerp zijn vier architectoni-
sche uitwerkingen gepresenteerd die vooral bedoeld zijn om
aan te tonen dat het globale stadsontwerp zodanig is opgezet
dat het bij nadere uitwerking nog veel aan kwaliteit kan win-
nen, afhankelijk ook van de programmatische invulling. Een
goede illustratie van deze werkwijze is het deelproject voor
het meest westelijke plandeel.
Een dergelijke benadering heeft grote stadspolitieke
voordelen maar verplicht in wezen tot het betrekken van een
bevoegde supervisor die tijdens het proces de terugkoppeling
4.4 ONTWIKKELINGSSTRA TEGIE EN PLANFASERING op het globale stadsontwerp bewaakt.

In deze paragraaf komen de strategische principes Het team doet enkele voorstellen voor de verbetering van
aan de orde waarop de plannen zijn gebaseerd, in aan- de verkeersstructuur van Delft waardoor de ontwikkelings-
sluiting op de interpretatie van de opgave en van het ge- strategie van de locatie aan deze voorstellen wordt gekop-
bied alsmede in aansluiting op het centrale ontwerpuit- peld. Hierbij gaat het met name om de bereikbaarheid van
gangspunt. het delftse centrum vanuit het oosten. De draaibrug bij de
Het begrip ontwikkelingsstrategie heeft betrekking op Oostpoort moet daarvoor worden verplaatst. De strategische
de manier waarop de gestelde doeleinden en prioriteiten afhankelijkheid van deze ingreep is slechts gradueel, dat wil
worden gerealiseerd. Het begrip spitst zich toe op de vol- zeggen dat het plan kan worden uitgevoerd zonder deze ver-
gende aspecten: betering. Het beoogde ruimtelijke milieu zal dan echter niet
· de wijze waarop het ontwikkelingsproces door het plan kunnen worden gegarandeerd.
wordt gestuurd; ofwel naar een min of meer vaststaand
einddoel, een door velen gedragen cultureel wensbeeld, Het in strategisch opzicht zwakste element van het plan is
ofwel naar een nog onbekend doel dat bereikt wordt de situering van de universiteitsbibliotheek ter plaatse van
door het proces steeds bij te sturen, op basis van ad hoc het Spookhuis, het voormalig Bacteriologisch laboratorium
criteria - een ander uiterste van de Technische Hogeschool, daterend uit 1895. De reali-
· de mate waarin vorm en gebruik van elkaar afhankelijk seringskans van het programma-onderdeel dat het duidelijkst
worden gemaakt is gericht op het versterken van de samenhang tussen binnen-
· de wijze van integreren van oud en nieuw stad en technostad, de universiteitsbibliotheek, wordt daar-
· de mate waarin de verschillende planelementen al dan door afhankelijk van de afschrijftermijn van het pas gereno-
niet opzettelijk van elkaar afhankelijk zijn gemaakt ·veerde gebouwen van de discussies over de architectonische
· de fasering en stadsculturele betekenis ervan.
Het voorgestelde bedrijfsverzamelgebouw voor startende b
ondernemers in de oude TU-gebouwen vormt in programma-
a het Rijn-Schiekanaal, gezien naar tisch opzicht een hoeksteen van het plan. Het totale plan
het westen
b team Heeling; de universiteitsbi- voor het superblok in het oostelijke plandeel is van de kans
bliotheek ter plaatse van het van slagen van dit programma-onderdeel afhankelijk. Als de-
voormalige Bacteriologische la-
boratorium; het voorplein loopt ze voorziening niet gerealiseerd zou worden moet het plan
via de hal door tot aan het kanaal worden aangepast.
50
Doordat het plan is opgebouwd uit enkele zelfstandig te doordat de plankwaliteit afhankelijk is van de voorgestelde
ontwikkelen elementen en doordat het slechts in geringe ma- wijzigingen in de infrastructuur voor het autoverkeer. De op-
te afhankelijk is van wijzigingen van de infrastructuur is het zet van het plan is zodanig dat zowel de verkeersingrepen op
goed faseerbaar. Dit zelfde geldt voor de ontworpen parkeer- stedelijk niveau alsook die op het niveau van de locatie te
garage. Door de beperkte omvang van de garage en door beschouwen zijn als een 'conditio sine qua non'. Het welsla-
flexibiliteit van het ontwerp ten aanzien van de parkeercapa- gen van de operatie Zuidpoort wordt daarmee afhankelijk ge-
citeit is het plan in strategisch opzicht niet afhankelijk van de maakt van een meer omvattende stadspolitieke taakstelling.
realiseringskansen van deze garage.
Doordat het team een eindplan propageert heeft de gede-
tailleerd uitgewerkte planfasering de vanzelfsprekendheid
team T. Koolhaas van een scenario dat voor iedere zorgvuldige verbouwingso-
Het team gaat uit van een korte realiseringsperiode en peratie een vereiste is. Vrijwel alle planonderdelen zijn van
daarom van de noodzaak van een sterke startoperatie. Er is elkaar afhankelijk (groenstructuur, ruimtevorm, routes). De
duidelijk sprake van een geïntegreerde eindplanstrategie. Zo- voorgestelde fasering is zodanig dat enkele essentiële ruim-
wel in ruimtelijk alsook in programmatisch opzicht liggen de telijke thema's al in de eerste fase, de bebouwing van de hui-
gestelde plandoelen in hoofdlijnen vast. De meest essentiële dige parkeerterreinen, worden geïntroduceerd, namelijk de
planelementen zijn onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld. transparantie in de noordzuid-richting en de schijfvormige
Door de gekozen verkeersoplossing is het plan in strategisch bebouwingsstructuur.
opzicht afhankelijk van de aanleg van de ontworpen oost-
west-verbinding voor het autoverkeer ten zuiden van het Gezien de opzet van het plan is het niet aannemelijk dat
plangebied, ter hoogte van de Abtswoudsebrug en van de het op korte termijn kan worden gerealiseerd. De ontwerpers
daarvoor benodigde infrastructurele werken. spreken zelf over een termijn van wellicht enkele tientallen
Door het voorstel voor het verhoogde Zuidplein, als deck jaren. Een probleem is echter dat juist één van de meest es-
van de parkeergarage, is het niet mogelijk om de verkeersin- sentiële thema's van het plan, de versterking van de autono-
grepen los te koppelen van de andere onderdelen van het mie van de locatie als een stadseiland door het graven van
plan. De eerste planfase zal derhalve reeds de betreffende in- een nieuwe Zuidergracht, pas in een tweede planfase gereali-
frastructurele projecten moeten bevatten. seerd kan worden. Voor deze ingreep is immers de sloop van
Daarnaast is het plan in strategisch opzicht afhankelijk de woningbouw aan de Zusterlaan vereist, een complex uit
van de realiseringskansen van het voorgestelde programma. de zeventiger jaren. Ook de uitvoering van essentiële voor-
Dit betreft met name het centrale plein dat afhankelijk is van zieningen zoals het theater zijn pas in deze fase mogelijk.
de realiseringskansen van de daaromheen te groeperen voor- Daarnaast kan opgemerkt worden dat de onderdelen die in de
~~~~~~~;;L~jjl=~~a zieningen. eerste fase kunnen worden gerealiseerd weliswaar een aan-
lokkelijk perspectief in beeld zullen brengen maar dat deze
Het team geeft geen aanwijzingen voor de fasering van op geen enkele manier dwingend zijn voor de onderdelen die
het plan. Wel is een belangrijk ontwerpuitgangspunt gekozen pas in de tweede fase kunnen worden uitgevoerd, de fase
met flexibiliteit ten aanzien van de besluitvorming als oog- waarin de kostbare aanpassingen van de infrastructuur zijn
merk, te weten het respecteren en versterken van het bestaan- gepland. Deze combinatie van planopzet en fasering maakt
de verkavelingspatroon. het plan in strategisch opzicht kwetsbaar.

team OD 20S team Terracotta


Er is sprake van een ruimtelijke eindplanstrategie. Het te De ontwikkelingsstrategie is er op gericht om de kwets-
ontwikkelen plan zou door zijn ruimtelijke kwaliteiten als baarheid van het plan tot een minimum te beperken. Dit leidt
een onwrikbaar kader moeten functioneren voor alle invul- tot de volgende consequenties:
lingen. In programmatisch opzicht biedt het concept nog vele . geen ingrijpende veranderingen in de infrastructuur voor
mogelijkheden maar de ruimtelijke inrichting staat bij voor- het autoverkeer; daardoor zouden te veel onderdelen van
baat vast. het plan van elkaar afhankelijk worden
Dit uitgangspunt vraagt om conceptuele duidelijkheid, . het plan moet niet afhankelijk zijn van de realiseringskans
om een plan waarin alle onderdelen gehoorzamen aan één en van de architectonische kwaliteit van één of meer be-
leidend idee. Gezien de beperkte omvang van het gebied en langrijke gebouwen a team T. Koolhaas; het verhoogde
Zuidplein
gezien het grote aantal belanghebbende partijen is een derge- b het woningbouwcomplex aan de
lijk eenduidig stuurmiddel een absoluut vereiste. Het team poneert geen totaalplan met een alles beheer- Zusterlaan, gezien vanaf de zuide-
lij ke oever van het Rijn-Schieka·
In strategisch opzicht speelt het verkeer een essentiële rol sende formele orde. Uit de geschiedenis van het Zuidpoort- naai
gebied kan worden afgeleid dat totaalplannen ten gevolge
van ontoereikende politieke machtsmiddelen juist tot het om-
gekeerde hebben geleid: een sterke fragmentatie. Ook in de
het verbeteren van de infrastructuur binnen de locatie vor-
men echter wél een hoeksteen van het plan en bepalen dan
ook de ontwikkelingsstrategie.
-
51

nabije toekomst biedt de realisering van een enkelvoudig ge-


ordend concept geen realistisch perspectief. Het team kiest Alhoewel het plan goed faseerbaar is zal de wijze van fa-
daarom voor een ontwikkelingsstrategie waarbij de heteroge- seren geen invloed meer uitoefenen op het eindbeeld van het
niteit van het gebied als een bruikbaar gegeven wordt be- plan. Dit eindbeeld is een vast gegeven waaraan alle planon-
schouwd. derdelen op gelijke wijze een bijdrage leveren.
Deze strategie is zichtbaar gemaakt door enkele planvari-
anten te presenteren. Deze zijn niet getekend om te laten zien
welke uiteenlopende oplossingen voor de deelgebieden
denkbaar zijn maar om te laten zien dat er, ook bij verschil-
lende manieren van uitwerken, een ruimtelijke samenhang
kan ontstaan tussen de planonderdelen.

In strategisch opzicht is het plan wel afhankelijk van de


realiseringskans van de ontworpen parkeergarage. Alhoewel
deze garage nog op verschillende manieren kan worden uit-
gewerkt is het ondenkbaar dat het planconcept gerealiseerd
zou kunnen worden zonder garage. Als immers een even
grote parkeercapaciteit op het maaiveld zou moeten worden
gerealiseerd zou van het voorgestelde parkkarakter niets over
blijven.

Als uitvloeisel van de gekozen ontwikkelingsstrategie


presenteert het team geen gefaseerde uitvoering van begin tot
eind. De fasering is afhankelijk van het moment waarop de
verschillende deellocaties ter beschikking komen.

bureau Hoogstad
Het plan wordt beheerst door een volstrekt formele orde
waarin de schaal van de locatie en die van de stad onlosma-
kelijk aan elkaar zijn gekoppeld en waarin alle planonderde-
len één geheel vormen. Dit uitgangspunt dwingt de ontwer-
pers tot het doen van een absolute uitspraak over de al dan
niet te handhaven elementen in het plangebied. De zorgvul-
dige wijze waarop dit totaalplan is uitgewerkt maakt het mo-
gelijk om enerzijds een totaal nieuw beeld op tafel te leggen
en anderzijds toch het merendeel van de bestaande bebou-
wing te handhaven. Dit uitgangspunt heeft belangrijke strate-
gische consequenties omdat het de mogelijkheid biedt om op
korte termijn besluiten te nemen over het totale pakket voor-
stellen. Het voorstel om de woningen tussen het Spookhuis
en het schakelstation te slopen om ruimte te bieden voor een
restaurant aan het water is in ruimtelijk opzicht een essen-
tieel element van het plan doch in strategisch opzicht hoeft
het binnen het proces niet tot een obstakel te leiden.
De opzet van het plan maakt tevens enkele wijzigingen
a team Terracotta; planvariant
'maximale bebouwing'
van de infrastructuur noodzakelijk. Van de ingreep die op het
b bureau Hoogstad; het restaurant schaalniveau van de stad wordt voorgesteld, een nieuwe au-
met uizichttoren aan het kanaal
ter plaatse van de gesloopte wo-
tobrug ter hoogte van de Abtswoudseweg, is het plan voor de
ningblok locatie niet rechtstreeks afhankelijk. De uitgangspunten voor
--
CONCLUSIES
52
beleidskader en ontwikkelingsstrategie
De analyse van de studieplannen leidt tot een viertal mogelijke ontwikkelingsstrategieën:
· een ruimtelijk eind plan
dit plan heeft een sterke ruimtelijke karakteristiek en is in programmatisch opzicht min of
meer neutraal; het te realiseren ruimtelijke beeld zou het proces in de loop van de tijd moeten
kunnen sturen (team OD 205)
· een programmatisch eind plan
dit plan heeft een gefixeerd programma en is in ruimtelijk opzicht min of meer neutraal; het
te realiseren bouwprogramma zou de planontwikkeling moeten sturen (geen van de teams
heeft voor deze strategie gekozen)
· een integraal eindplan
dit plan is zowel in ruimtelijk alsook in programmatisch opzicht in sterke mate vastgelegd
(bureau Hoogstad en, in mindere mate, team T. Koolhaas)
· een gemengde strategie
daarbij zijn zowel enkele essentiële ruimtelijke kenmerken vastgelegd alsook enkele essenti-
ële programmatische uitgangspunten met daarnaast een grote mate van neutraliteit ten aan-
zien van beide aspecten (team Heeling en team Terracotta)
Om te kunnen kiezen voor de meest geëigende ontwikkelingsstrategie is het een vereiste dat
een duidelijk beleidskader wordt geboden voor zowel de programmatische alsook de ruimtelij-
ke interpretatiemogelijkheden van de opdracht.

ontwikkelingsstrategie en realiseringsperiode
Het geïntegreerde eindplan is alleen als strategie te hanteren
bij een zeer korte realiseringstermijn. De bepalende factor is dan de economische boekwaarde
van de bestaande bebouwing en de mogelijke omvang van de sloop.
Dit gegeven dwingt de stadspolitiek tot een duidelijke uitspraak over de termijn waarbinnen
het plan voor de locatie dient te worden gerealiseerd, tot het aangaan van bindende contracten
met partners over de gekozen periode en tot het aangaan van financiële verplichtingen ten aan-
zien van bestedingen uit gemeentelijke fondsen gedurende het betreffende tijdvak.

ontwikkelingsstrategie en kwaliteitsbewaking
Studieplannen die gekenmerkt worden door een gemengde
strategie, zoals de plannen van team Heeling en team Terracotta, maken duidelijk dat ook ge-
durende de realiseringsperiode er sprake zal moeten zijn van een min of meer permanent pro-
ces van kwaliteitsbewaking en van het geven van nieuwe kwaliteitsinjecties. Deze kwaliteits-
bewaking kan bijvoorbeeld plaatsvinden door het aanstellen van een bevoegde supervisor.

ontwikkelingsstrategie en haalbaarheid
Met uitzondering van team Terracotta achten alle teams meer
of minder ingrijpende maatregelen nodig op het gebied van de infrastructuur voor het autover-
keer, zowel op stedelijk niveau alsook op het niveau van de locatie om de potenties ten volle te
kunnen uitbuiten. Voor dergelijke ingrepen zullen meer exacte cijfers op tafel moeten komen
over de haalbaarheid.

ontwikkelingsstrategie en faseerbaarheid
Uit de studieplannen kan worden opgemaakt dat faseerbaar-
heid geen op zichzelf staand criterium kan zijn. De ontworpen fasering is steeds een afgeleide
van de ontwikkelingsstrategie. Zowel bij het ruimtelijke en het programmatische eindplan
alsook bij het integrale eindplan zal de fasering doorgaans zodanig zijn ontworpen dat iedere
fase steeds de daarop volgende noodzakelijk maakt. Bij een gemengde strategie daarentegen
zal getracht worden om de verschillende fasen juist zo min mogelijk van elkaar afhankelijk te
maken.
ontwikkelingsstrategie en parkeervoorziening
Uit de studieplannen kan worden afgeleid dat het realiseren
van een grote 0" "rdekte parkeervoorziening als een essentiële conditie wordt beschouwd voor
-
53

de ontwikkt'~;ng s mogelijkheden van de locatie. De besluitvorming over een dergelijke voor-


ziening eil over de beheersvorm ervan zou derhalve vooraf moeten gaan aan de besluitvorming
over andere programma-onderdelen.
Indien gekozen wordt voor een langere ontwikkelingsperiode is het aan te bevelen om de par-
keervoorziening zo veel mogelijk tot een zelfstandig onderdeel te maken. De mogelijkheden
tot integreren van programma-onderdelen blijven dan beperkt tot dubbel grondgebruik. Alleen
als gekozen wordt voor een korte ontwikkelingsperiode, zoals voorgesteld door team T. Kool-
haas , is het mogelijk om een parkeervoorziening te ontwerpen die aan meerdere programma-
onderdelen is gekoppeld.
-
54

a het onvoltooiide woningblok aan


de Zusterlaan, gezien naar het
westen
b de voormalige Zuidelijke Stads-
wandeling aan de Zuidergracht,
gezien naar het westen
HOOFDSTUKS PROGRAMMATISCHE KENMERKEN

5.1 PROGRAMMATISCHE SAMENHANG VAN DE LOCATIE


ZUIDPOORT MET DELFT EN DELFLAND
In dit hoofdstuk ligt het accent op de verschillende
bouwprogramma's die door de teams worden voorge-
steld. Het programmatische onderdeel 'stedelijk verkeer'
Deze paragraaf behandelt de wijze waarop de locatie
in programmatisch opzicht samenhangt met haar omge-
ving. Daarbij komen de volgende vragen aan de orde:
-
ss

kwam reeds aan de orde in paragraaf 4.3. De openbare · kan de locatie in programmatisch opzicht een betekenis
ruimten, als programmatisch bestanddeel van de studie- hebben op het niveau van de regio
piannen, komen aan de orde in paragraaf 6.1. · hoe wordt de programmatische samenhang van de loca-
tie met de binnenstad uitgewerkt; wordt het belang van
de locatie versterkt door er een zwaar voorzieningen-
programma in op te nemen dat concurrerend zou kun-
nen werken ten opzichte van het bestaande centrum of -
een ander uiterste- komt er slechts die aanvulling die
minimaal noodzakelijk is om de locatie in economisch
opzicht te kunnen ontwikkelen
· in welke verhouding staat het bouwprogramma ten op-
zichte van de twee polen waartussen de locatie ligt ge-
kiemd: de programmatisch sterk gemengde binnenstad
en de meer eenduidige programmatische sfeer van de
technostad

Met betrekking tot de programmatische ontwikkeling


van de locatie kunnen vier functionele niveau's worden
onderscheiden:
· de regio; het zuidwestelijke deel van de Randstad,
Delfland en het Westland
· de gemeente Delft
· het stadsdeel Delft-zuid; het zuidelijke deel van de bin-
nenstad, de kop van de Wippolder en de universiteits-
wijk
· de buurt; het 'lanenkwartier' met het winkelcentrum In
de Veste, het woongebied rond het Oosteinde en de loca-
tie Zuidpoort

team Heeling
In programmatisch opzicht functioneert de locatie vooral
op regionaal niveau en op het niveau van het stadsdeel. Het
programma moet zodanig worden ontwikkeld dat geen con-
currentie optreedt met de binnenstad.
Doordat ze vraagt om een eigen identiteit in ruimtelijk
opzicht, en doordat ze ligt tussen de grootste concentratie
van werkgelegenheid en van voorzieningen, is de locatie bij
uitstek geschikt voor intermediaire en grootschalige soorten
grondgebruik zoals kantoren, universiteitsbibliotheek en ver-
gaderfaciliteiten, en voor recreatieve voorzieningen zoals
watersport en stadswandeling. Voor openbare culturele voor-
zieningen acht het team de locatie niet het meest aangewezen
omdat daardoor een te sterke concurrentie zou ontstaan ten
opzichte van de binnenstad. Een nieuw stads theater zou dich-
ter naar het centrum toe moeten worden gesitueerd, bijvoor-
beeld op het huidige parkeerterrein aan de Yperstraat, nabij silhouet van de universiteitswijk, ge·
de openbare bibliotheek. Dit zelfde geldt voor het ontworpen zien naar het zuiden; opname vanuit
de Sterrewacht op het voormalige
hotel. Om dezelfde rede is voor winkels slechts in marginaal gebouw voor Geodesie aan de Ka·
opzicht plaats ingeruimd. naalweg
--
S6
Het team streeft naar een gemengde samenstelling van
het bouwprogramma. Het stedelijke verkeer (privé en open-
baar) vormt een essentieel onderdeel van dit gemengde pro-
gramma.
De voorgestelde woonbebouwing heeft geen zelfstandige
bij moet een accent gelegd worden op culturele en commer-
ciële voorzieningen ter versterking van de toeristische func-
tie van de binnenstad en op de representatieve voorzieningen
van TU en TNO ter versterking van de relatie met de delftse
technologische bedrijvigheid. Het merendeel van deze voor-
programmatische functie maar moet gezien worden als on- zieningen is geprojecteerd in het westelijke gedeelte van het
dersteunend ten aanzien van het uitgangspunt van een ge- plan. Deze voorzieningen functioneren dus vooral op het
mengde samenstelling van het bouwprogramma. schaalniveau van de regio en van de gemeente Delft. Een
Het gebied wordt bij uitstek geschikt geacht voor transi- hoogtepunt hierin vormt het stadstheater dat gesitueerd is op
to-bestemmingen zoals startende bedrijven, ateliers en derge- een buitenplein achter het Achterom.
lijke. Omdat de oude TU-gebouwen in technisch opzicht nog In het oostelijke plandeel ligt daarentegen het accent op
niet zijn versleten ontstaat de mogelijkheid om transito-be- het wonen als soort grondgebruik. Dit programma-onderdeel
stemmingen een goede vestiging te bieden. Door de ligging functioneert vooral op het niveau van het stadsdeel.
in de nabijheid van de binnenstad kan daarvan tevens een uit- Dit verschil in schaalniveau's waarop het grondgebruik in
straling uit gaan naar het voorzieningenklimaat van de stad. de beide plandelen functioneert is niet tot uiting gebracht in
een verschillende ruimtelijke hoofdopzet. Ten aanzien van
het ruimteconcept van de beide plandelen ligt het accent op
team T. Koolhaas samenhang en continuïteit. Deze aanpak, het grotendeels
De voorgestelde toevoegingen zijn in functioneel opzicht loskoppelen van vorm en gebruik, van ruimtelijke opbouw
gericht op het niveau van de gemeente Delft en van het stads- en programma, geeft het plan een ontspannen en flexibel ka-
deel en in mindere mate op het buurtniveau. Het regionale ni-
rakter.
veau is niet extra benadrukt. De conferentieruimten die zijn
gepland in het bouwblok, waarin tevens het theater en de bi-
bliotheek zijn ondergebracht, staan niet geheel in verhouding team Terracotta
tot een mogelijke regionale betekenis van een delfts confe- Het belang van de locatie wordt door het team niet in eer-
rentiecentrum. Dit zelfde geldt voor de geprojecteerde pas- ste instantie gezocht op programmatisch gebied. In dit op-
santenhaven. zicht kan de opstelling als uiterst nuchter worden aangeduid.
Het hoofdaccent ligt op nieuwe centrumvoorzieningen, Er wordt geen perspectief voorgeschoteld van een uiterst
sociaal-culturele en horeca-voorzieningen. Met name het hoogwaardig vestigingsmilieu. De voorgestelde toevoegin-
stadstheater benadrukt het gemeentelijke functionele niveau. gen zijn vooral gericht op de functionele niveau's van de ge-
Het plan bevat voorts een beperkt aantal winkels, gelegen meente en het stadsdeel. De programmatische relatie van de
aan het centrale plein. locatie met de technostad en met het winkelbestand in de
Zowel de universiteitsbibliotheek als de grote universi- binnenstad wordt niet in het bijzonder geaccentueerd. De na-
teitscampus leggen een duidelijk accent op het functionele druk ligt op het versterken van de programmatische functie
niveau van het stadsdeel. De geprojecteerde bebouwing van de locatie voor de delftse woningmarkt, voor kleinscha-
wordt daardoor in sterke mate gericht op de universiteit. lige bedrijfsuitoefening en voor de binnenstedelijke recrea-
tie.
team OD 205
Het bereiken van een programmatisch evenwicht tussen bureau Hoogstad
de locatie en de historische binnenstad is een essentieel Door zijn ligging biedt het Zuidpoortgebied de mogelijk-
aspect van het planconcept. Het belang van de locatie moet heid tot een programmatische versterking van zowel binnen-
niet worden overschat door het te willen ontwikkelen tot het stad als universiteitswijk. Het gebied kan een functie vervuI-
meest belangrijke stadsdeel van Delft. len als doorgangsgebied voor startende ondernemers en klei-
In zijn algemeenheid is het voor de stedelijke ontwikke- ne innoverende bedrijven. Daarnaast kan de universiteit zich
ling van het grootste belang dat er goed gesitueerde reserve- door middel van een 'kennistransferpunt' naar buiten richten.
gebieden beschikbaar blijven. De locatie Zuidpoort komt Deze programma-punten zijn in het oostelijke deel van
daarvoor echter niet in aanmerking omdat Delft over vol- het plangebied geconcentreerd, gemengd met wonen. Rond
doende goed gesitueerde reservegebieden beschikt. Voor de het centrale plein zijn programma-onderdelen gesitueerd die
locatie Zuidpoort moet gezocht worden naar meer definitieve voor de levensvatbaarheid van het plein essentieel zijn, een
bestemmingen. substantiële uitbreiding van het winkelbestand van de bin-
De programmatische invulling van het gebied moet zodanig nenstad alsmede culturele voorzieningen. Deze toevoegingen
zijn dat een schakel ontstaat tussen binnenstad en universi- richten zich in functioneel opzicht op het gemeentelijke
teitswijk die beide polen versterkt in hun functioneren. Daar- schaalniveau.
CONCLUSIES

functionele schaalniveau's van het programma


De locatie Zuidpoort bevat grote programmatische potenties.
Gezien de beperkte omvang is echter een keuze noodzakelijk van de te accentueren functione-
-
57

le schaalniveau's. De ligging ten opzichte van de randstedelijke infrastructuur en ten opzichte


van de technostad biedt aanleiding tot het accentueren van de functionele schaalniveau's van
de regio en van het stadsdeeL Ter voorkoming van een mogelijke concurrentie ten opzichte
van het voorzieningenniveau van de binnenstad moet het schaal niveau van de gemeente Delft
niet worden geaccentueerd.

accent op het regionale schaalniveau


Op het regionale schaalniveau liggen de potenties van de lo-
catie vooral op de specifieke markten voor bedrijven in de quartaire sector, voor instituten die
aan de technostad zijn gerelateerd, en voor de bedrijfsmatige spin-off van TU en TNO. Het
zich richten op deze markten vereist, naast een goede bereikbaarheid, een sterke nadruk op het
vestigingsmilieu en met name op de culturele dimensies van dit milieu. De ligging nabij de
binnenstad is daarvoor op zich nog geen voldoende kwaliteit. De vormkwaliteit van de stede-
lijke ruimte binnen de locatie is een essentieel marktcriterium.

Ook facilitaire bedrijfsonderdelen van TU en TNO kunnen door een meer geprononceerde
marketing op het regionale schaalniveau functioneren, waarbij een markante situering binnen
de locatie een goede voorwaarde kan scheppen. Dit kan betrekking hebben op voorzieningen
zoals: universiteitsbibliotheek, conferentiecentrum, centrum voor telecommunicatie, weten-
schapswinkel en historisch-technologisch documentatiecentrum annex technologiemuseum.

incidentele toevoegingen op het schaal niveau van de ge-


meente Delft
Om te voorkomen dat de problemen van de locatie worden
opgelost ten koste van de voorzieningenopbouw van de binnenstad is ten aanzien van het func-
tionele schaal niveau van de gemeente Delft een zeer selectieve benadering geboden:
· een substantiële uitbreiding van het winkelbestand leidt tot verstoring van de voorzienin-
genopbouw van de binnenstad
· de locatie leent zich duidelijk voor specifieke niet-toeristische logiesaccomodaties
· nieuwe openbare voorzieningen, zoals een markthal of een toeristisch hotel kunnen, mede ge-
zien de beperkte omvang van deze voorzieningen, het beste worden gesitueerd in het over-
gangsgebied tussen de binnenstad en de locatie, op grote terreinen die nog braak liggen
· dit zelfde geldt voor nieuwe culturele voorzieningen; voor een stadstheater, dat functioneert
op de regionale en de gemeentelijke schaal, biedt het grensgebied tussen binnenstad en loca-
tie de meest geschikte plaats, op voorwaarde dat de bereikbaarheid voor het openbare vervoer
optimaal is en dat het theater gekoppeld is aan een openbare parkeergarage; het penetrerend
verkeer moet daarbij zoveel mogelijk worden beperkt evenals de verkeersoverlast die kan
worden veroorzaakt door automobilisten die al rijdend proberen het theater te vinden; ergo:
het theater moet een markante situering verkrijgen;
voor kleinere culturele voorzieningen, zoals een experimenteel theater, biedt het hergebruik
van onderdelen van de oude TU-gebouwen (plan van Terracotta) goede mogelijkheden, in dat
geval moet het idee worden losgelaten dat culturele voorzieningen altijd een centrale ligging
vereisen

accent op het schaalniveau van het stadsdeel


Op het functionele schaalniveau van het stadsdeel ligg~ n de
potenties van de locatie vooral op de parkeervoorzieningen en op de stedelijke groenvoorzie-
ning, ter compensatie van bestaande lacunes. Voorts op de huisvesting van startende onderne-
het voormalige gebouw voor Werk·
tuigbouwkunde aan de Nieuwelaan,
mingen, gezien de mogelijkheden tot rendabel hergebruik van de oude TU-gebouwen. In aan-
gezien naar het westen sluiting op de karakteristiek van de locatie als een stedelijk reservegebied kan gedacht worden
...................... . .. ..
......
'.'
. ....... .'.
.................... ............
::::::::::::::::::::::::> ............................... .;.;.;.:.;.;.;.;.:.;.; .
...........................
................................... ..
:;;;:;:::::::::::::::::;;.;...........
............'.'.'.': ... .'.'.'.'.'.'
::::: ...........
................ .
.........................................
................................. ............. . ....
...............
... . ... . ...... .. .. . ... . . ;: :-:.:-:-:-:: ::: .. .
:.::::.;.:-:-:-:.:-:-:.;.;.;........ .;.;.;;;:::::;::. ..

ss
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• aan een stedelijk centrum voor startende bedrijven en expertisebureau's. Daarnaast kan worden
gemikt op de markt voor comfortabele stads woningen, woonvormen die niet grondgebonden
zijn en die profijt trekken van de nabijheid van de binnenstad of van een aantrekkelijke land-
schappelijke entourage.

incidentele toevoegingen op het schaalniveau van de buurt


::!:!:::::::!:::::!:!:!:!:!:::!:::::!:::::!!!:!:!::!!!!!!:!!!:!:!!:!:!!::!!!:!':': Ten aanzien van het buurtniveau kan gedacht worden aan de
woningmarkt voor specifieke huishoudens in de sociale sector, aansluitend op het woongebied
rond het Oosteinde.

::::.:.:::::::.:::;:;:::::::.::::::::::::::>::::::: . :.:-:-:<: : :::::;::::::


••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

11111!::1:1:1::::::1:::::1:::::::1:::::::1:::::::1'::: ::c::»>:;:;::::
...... :.:.:.:.::::::::;::::::::::::::::::::::::.:.:.:.:.:.:.:...... ;......... .
??:rr:::!:::!H!U::):::}(}«:r>t>:::
:yj?j:j:j:::::::·:::::.<:::::Hnj:::::C:::!:·:!:):)·)){::

~
••••••••••••••••• •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
<~jjj<nj<~jj~U/~j~j{()~<Uy;j):i:~~;;;:;;;;;;::::
;.:.:.;.;.;.:.;.;.;.:.;.:.:.:.;.;....................... ;.;.:.;................. .

......

.............
;:;:;:::;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;:;;;::.:.:.:;:::::::::::::::::.:.

...............

............

~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~:~;~:~:~<;~:~:~;~:~:~<:~:~;~:~;}~:
rakteriseerd. Het plan bevat een beperkt aantal openbare
voorzieningen, geen winkels en een beperkt aantal wonin-
gen. Omdat voor het plan slechts een beperkt aantal wonin-
gen moet worden gesloopt blijft het totale aantal ongeveer
gelijk.
Het voorgestelde bedrijfsverzamelgebouw voor startende
ondernemers heeft relatief gezien een groot ruimtebeslag.
Een dergelijke voorziening vereist een marktonderzoek en
bovendien ook de participatie van de universiteit. Het totale
plan voor het superblok is afhankelijk van de kans van sla-
gen van dit programma-onderdeel.
Behoudens de universiteitsbibliotheek kan het voorge-
stelde bouwprogramma op korte termijn worden gereali-
seerd.

Naast de universiteitsbibliotheek is de parkeergarage het


meest gedetailleerd uitgewerkt, ook in programmatisch op-
zicht. De huidige parkeercapaciteit van de locatie kan wor-
den gehandhaafd mits deze wordt ondergebracht in een par-
a keergarage teneinde dubbel grondgebruik mogelijk te ma-
ken. Parkeren dient voorts zoveel mogelijk plaats te vinden
5.2 BOUWPROGRAMMA EN INRICHTING VAN DE LOCATIE 'op eigen erf, bijvoorbeeld in de binnenruimte van het gepro-
jecteerde superblok.
In deze paragraaf worden de verschillende plannen
vergeleken op de keuze van het bouwprogramma en de
situering van de onderdelen daarvan. Een vergelijkend team T. Koolhaas
overzicht van kwantitatieve gegevens per plan is opgeno- In programmatisch opzicht wordt het plan gekenmerkt
men in hoofdstuk 7. door een tweedeling. De St.Sebastiaansbrug vormt de
scheidslijn tussen het westelijke gedeelte dat de stedelijke
voorzieningen bevat en het oostelijke gedeelte dat de univer-
team Heeling sitaire campus bevat, de woonvoorzieningen. In het westelij-
Zowel ruimtelijk alsook programmatisch wordt het plan ke gedeelte zijn alle voorzieningen tot een samenhangend
gekenmerkt door een driedeling. Het zwaartepunt ligt in het complex ontwikkeld met het Zuidplein op het dak van de
centrum van het gebied. Rondom het centrale plein liggen: parkeergarage als trait d'union. Rondom dit centrale plein
een hotel (gedeeltelijk op het dak van V&D, gedeeltelijk liggen: een horecacomplex gericht op de universiteitsbevol-
daarvoor), kantoren met woningen op de bovenetages, een king (jongerenhotel, mensa, café), gebouwen met winkels in
universiteitsbibliotheek met studiecentrum en een boven- de onderbouwen een combinatie van theater en universiteits- c .........'""'-------------------~
grondse parkeergarage met terraswoningen op het dak. bibliotheek.
Het oostelijke plandeel is het minst gedetailleerd uitge- In aansluiting op de opvatting over de functionele zwaar-
werkt. Hier ligt het voormalige gebouw voor Werktuigbouw- tepunten van het programma, te weten het accentueren van
kunde dat wordt hergebruikt als centrum voor startende be- de niveau's van de stad en van het stadsdeel, kan de pro-
b~~ __________________~
drijven. Als een scherm rond dit gebouwencomplex is een grammatische toevoeging als ambitieus worden gekarakteri-
wandvormig woon-werkgebouw ontworpen. Dit bevat werk- seerd. Het plan bevat een groot aantal openbare voorzienin-
plaatsen op de begane grond, kantoren op de middenetages gen en veel woningen. Doordat het plan uitgaat van een rela-
en maisonnettes op de bovenverdiepingen. tief klein aantal te slopen woningen is het totale aantal in dit
Het westelijke plandeel bevat een beperkt aantal pro- plan het grootst. Daarentegen bevat het vrijwel geen winkels
grammatische toevoegingen zoals woonbebouwing met en een beperkte hoeveelheid kantoren. Dit gegeven sluit aan
kleinschalige bedrijfsruimten bij het Achterom. op het uitgangspunt dat de locatie snel moet worden be-
a het huidige parkeerterrein tussen bouwd. Er wordt niet gemikt op de nogal oververzadigde
Zuidwal en Zu iderstraat, gezien
naar het oosten
In aansluiting op de opvatting over de functionele zwaar- markt van toplocaties voor kantoren.
b team Heeling; programmatische tepunten van het programma, te weten het accentueren van
en ruimtelijke driedeling
c team T. Koolhaas; programmati-
het regionale niveau en het niveau van het stadsdeel, kan de Zowel de geplande universiteitsbibliotheek als de grote
sche tweedeling programmatische toevoeging als bescheiden worden geka- universiteitscampus maken het bouwprogramma echter in
60
sterke mate afhankelijk van de bouwplannen van de universi- team Terracotta
teit. In programmatisch opzicht wordt het plan gekenmerkt
door een indeling in vier quadranten: een parkquadrant, een
De oplossing voor het overdekt parkeren vormt een inte- quadrant met voorzieningen, een quadrant met bestaande
graal bestanddeel van het plan. De parkeergarage is niet een woningen aangevuld met een service-flat, én een quadrant
afzonderlijk te ontwikkelen element. Het parkeren vindt met kleine kantoor- en woontorens.
plaats in een parkeerkelder onder het verhoogde centrale In aansluiting op de opvattingen over de functionele
Zuidplein, waardoor de garage tegelijkertijd onderdeel uit- zwaartepunten van het programma, te weten het accentueren
maakt van de gebouwen die dit plein omringen. Deze par- van t et schaal niveau van de stad en het stadsdeel, kan de
keeroplossing, gekoppeld aan het ontsluitingsprincipe en de prog ammatische toevoeging als uiterst bescheiden worden
~~ ________ ~ ______ ~b

bebouwingswijze, maakt dat het voorstel van team T. Kool- besc ouwd. Het plan bevat nauwelijks openbare voorzienin-
haas het karakter heeft van een mega-structuur, overigens gen, een beperkt aantal winkels, een geringe hoeveelheid
van een beperkte omvang en een beheerste schaal. kant orruimte en, in vergelijking met de andere plannen, een
gemiddeld aantal woningen. Omdat het plan nauwelijks
sloop van woningen nodig maakt is het totale aantal relatief
team OD 205 hoog.
In programmatisch opzicht wordt het plan gekenmerkt
door een tweedeling. In het westelijke plandeel is het meren- Veel aandacht is besteed aan het integreren van een
deel van de voorzieningen geconcentreerd. Daar bevinden grootschalige parkeervoorziening. In het noordwestelijke
zich het nieuwe stadstheater, de universiteitsbibliotheek, een quadrant is een langgerekte ondergrondse parkeergarage ge-
congresgebouw, commerciële wetenschapswinkels en kleine situeerd. Het dak van deze garage is overal openbaar toegan-
kantoren: Het oostelijke plandeel heeft overwegend een kelijk. Door te kiezen voor deze gedeeltelijk verdiepte en
woonbestemming. Daarnaast bevat het enkele sociaal-cultu- met terrassen bedekte oplossing wordt het grootschalige pro-
rele en horeca-voorzieningen. gramma-onderdeel grotendeels aan het oog onttrokken. Dit
In aansluiting op de functionele zwaartepunten van het wordt nog versterkt door de randen van het verhoogde ge-
programma, te weten het evenwichtig behandelen van de deelte te gebruiken als bedrijfsruimte.
'-""'''''-------------< a schaalniveau's van de regio, de stad en het stadsdeel kan de Door deze geïntegreerde opzet kan de garage alleen gere-
programmatische toevoeging als bescheiden worden geka- aliseerd worden in samenhang met de daarop te bouwen to-
rakteriseerd. Het plan bevat een beperkt aantal openbare rens.
voorzieningen, geen winkels, behoudens als toevoeging in de Daarnaast bevat het plan aanvullende parkeerruimte op
binnenstad en, in vergelijking met de andere plannen, een straat en op het zogenaamde MB04-terrein, het onbebouwde
gemiddeld aantal woningen. Het gaat hierbij om relatief gro- terrein vóór de huidige gemeentebibliotheek. Op dit parkeer-
te woningen. De facto neemt echter het aantal woningen bin- plein moeten strakgesneden schermen van leilinden zorgen
nen de locatie af omdat het plan de sloop van een groot aan- dat het plein ook een boeiende aanblik biedt als het niet vol
tal woningen vereist. met auto's staat.
Voor de parkeervoorziening is gekozen voor een garage
die gekoppeld is aan een duidelijk afgeperkt bouwproject.
Daardoor is het totale plan slechts in beperkte mate afhanke- bureau Hoogstad
lijk van de realiseringskans van een parkeergarage. Dit is op In programmatisch opzicht wordt het plan gekenmerkt
twee verschillende manieren uitgewerkt: door een tweedeling. In het westelijke plandeel is rond het
. het noordwestelijke gedeelte bevat een grote ondergrondse centrale plein het merendeel van de voorzieningen geconcen-
parkeercontainer met gaten in het dak; in de dwarsrichting treerd, zoals het theater, de bibliotheek en winkels. Het oos-
zijn drie schijven geplaatst waardoor het maaiveld open- telijke deel bevat een gemengd programma van bedrijven en
baar toegankelijk blijft; de parkeergarage vormt samen met woningen. In aansluiting op de gezoneerde opbouw van dit
de daarboven geplaatste schijven één afgerond bouwproject oostelijke gedeelte is per zone de wijze van vermengen van
. bij de overige bebouwing zijn de parkeervoorzieningen ge- programma-onderdelen op een verschillende wijze uitge-
pland onder de gebouwen op de begane grond (drive-in werkt. Een opmerkelijk onderdeel daarvan is het complex
woningen en etagewoningen op een parkeersokkel) studio's voor startende ondernemers dat is gesitueerd in het
blok langs de Zuidergracht.
a team OD 205; programmatische
tweedeling
De parkeeroplossing die voor het stadstheater is gekozen
b team Terracotta; programmati- past niet in dit systeem. Daar wordt op het 'theaterplein' ge- In aansluiting op de opvattingen over de functionele
sche vierdeling
c bureau Hoogstad; programmati-
parkeerd, waardoor dat vooral het karakter zal krijgen van zwaartepunten van het programma, te weten het accentueren
sche tweedeling een parkeerterrein. van het schaalniveau van de stad, kan de programmatische ~=- _________ ~c
toevoeging als ambitieus beschouwd worden. Het bevat en-
kele grote openbare voorzieningen en een zeer groot aantal
winkel~. Daarnaast ligt een accent op bedrijven en op wonin -
-
61

gen. Naast een groot woningbouwprogramma gaat het plan


uit van een minimale sloop, zodat het totale aantal woningen
relatief hoog is. Door een uitgekiende en gedetailleerde
doorwerking van de gemengde bebouwing wordt gestreefd
naar een optimale verhouding tussen de grondoppervlakte en
de nuttige vloeroppervlakte.
De oplossing voor het overdekt parkeren vormt een inte-
graal bestanddeel van het planconcept. Het plan bevat geen
separate parkeerdoos maar een grote parkeerkelder onder het
centrale plein . Het dak van deze garage is geperforeerd.
Door de grote gaten in het dak groeien bomen. In- en uitrit-
ten van de garage zijn opgenomen in de bebouwing rondom
het plein.
Voor het complex met woningen , bedrijven en winkels in
het oostelijke plangebied is een separate parkeerkelder in de
strook langs de Zuidergracht opgenomen.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

CONCLUSIES
62 ii
indeling in sectoren en programmatische invulling
Zowel door bestaande programmatische verschillen in het In
de Veste gebied alsook door het beloop van de verkeerswegen zien de teams vaak aanleiding
tot het afbakenen van afzonderlijke sectoren en het programmatisch inkleuren daarvan. Een te
rigide wijze van hanteren van deze programmatische sectoren leidt tot inflexibiliteit van het
programma en kan daarnaast de ruimtelijke samenhang problematisch maken.

vermenging van programma-onderdelen


Als vanzelfsprekend streven de teams een menging van pro-
gramma-onderdelen na. Uit de studieplannen kan worden afgeleid dat met name oplossingen
waarbij een gemengd programma is gekoppeld aan een duidelijk omkaderd ruimtelijk plandeel
de meest optimale mogelijkheden bieden. Te denken valt hierbij aan de gemengde zones met
woningen en bedrijven in het plan van bureau Hoogstad, aan het superblok van team Heeling
(woningen en verzamelgebouw voor starters) en aan de reeks torens met woningen en kanto-
ren van team Terracotta.

situering van openbare voorzieningen in de gezoneerde


opbouw van de locatie
De gezoneerde ruimtelijke opbouw van de locatie leidt tot
twee sterk uiteenlopende manieren van omgaan met de situering van bijzondere voorzienin-
gen. Enerzijds het concept waarbij de voorzieningen in de gezoneerde opbouw zijn opgeno-
~~~~~~~~~~~b men (team OD 205 en team Terracotta) met als consequentie dat, bezien vanuit het circulatie-
patroon en het gebruik, niet alle voorzieningen op de meest voor de hand liggende plaats te-
recht komen; anderzijds een concept waarbij de voorzieningen worden aangegrepen om te ko-
men tot een groot polair ruimtelijk element dat de gezoneerde opbouw doorbreekt. In deze ge-
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• vallen (team Heeling, team T. Koolhaas en bureau Hoogstad) kan een optimale situering van
de voorzieningen geboden worden. Daarentegen wordt de realiseringskans en daarmee de ver-
blijfskwaliteit van de centrale openbare ruimte in sterke mate afhankelijk van de realise-
ringskansen van de voorzieningen.
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
openbare voorzieningen als schakelelement
De studieplannen tonen een evidente behoefte aan het ont-
werpen van schakelelementen, met name tussen de locatie en de binnenstad en tussen de loca-
tie en de universiteitswijk. Opvallend is dat vaak een openbare voorziening als schakelelement
wordt gebruikt.

openbare voorzieningen
In de studieplannen spelen een stadstheater en/of een univer-
siteitsbibliotheek een centrale rol. Voor het theater komen vier mogelijke locaties naar voren:
· een theater in het park (team Terracotta); dit biedt mogelijkheden bij een relatief klein theater
en vereist een relatief grote omvang van het stadspark
· een theater in het grensgebied tussen binnenstad en locatie (team Heeling en bureau Hoog- situering van de voorzieningen
a opgenomen in de gezoneerde
stad); dit vereist een goede bereikbaarheid van de locatie en daarnaast een bouwkavel dat
opbouw van de locatie
voor een dergelijke bestemming geschikt is b doorbreking van de gezoneerde
· een theater op een buitenplein, gesitueerd in de oksel van het Achterom en de herstelde Zui- opbouw door voorzieningen rond
een centraal element
dergracht (team OD 205); een dergelijke situering vereist een ruime en nauwkeurig gedetail-
leerde inrichting van het plein, zodanig dat het tevens stadsrecreatieve gebruiksmogelijkhe- c in het plan van bureau Hoogstad
den heeft is het theater uitgewerkt als scha-
kelelement tussen het Achterom
· een theater dat centraal gelegen is in de locatie (team T. Koolhaas)
en de locatie; axonometrie. ge-
zien naar het zuiden
De universiteitsbibliotheek wordt in bijna alle plannen gebruikt als overgangselement -soms d team Heeling. de universiteitsbi-
bl iotheek met overbouwing van
op een letterlijke manier- als poortgebouw tussen locatie en universiteitswijk.
de St.Sebastiaansbrug; axono-
~--~~~ __~__________~d Doordat de teams in dit opzicht de locatie te veel als geïsoleerd gebied hebben beschouwd is metrie. gezien naar het zuiden
...........
.. . . :-:.:-: ........................ .
:::::.:.:.:.:.:.:.:::::>~.~.~.~.~.~.~.:::::::.::: :. :: :::: ::: ..
.......................................
.....................
:::::::::::::::::::.:.::::::::::::::::::;.::::::::::::::::;:;:;:;:;:;:::;;;; .
.:-:.:.:.:.:.:.:.::::::.:.:.:::::.:.:.:.:.:.:.:.:.:::.:.:..................... :.
::::::::::::::::::::.:.:.::::::::::::::::::::::::::::.:.:.:.;.......... .
...................... .: ...... .:.:-:-:.;.;.:-:-:-:-:: ::: :: ....... .

I
:-:-:-:-:-:-:-:.:-:-: ................................................. .

deze optie niet onderzocht in relatie tot de universiteitswijk, gezien de beoogde centralisatie
van faculteitsbibliotheken. Van daaruit zou de vraag gesteld moeten worden naar de omvang
van het pakket aan TU-voorzieningen dat ten minste binnen de locatie zou moeten worden ge-
mi
-
63

realiseerd om de nadelen van de excentrische ligging van een bibliotheek ten opzichte van de
universiteitswijk te kunnen compenseren.

techno polis
Gezien de mogelijke regionale functie van de locatie en ge-
zien de ligging tussen binnenstad en technostad achten veel teams de locatie geëigend voor de
vestiging van een groot centrum voor startende ondernemingen, technische adviesbureau's,
ontwerpbureau's, productie-ateliers en dergelijke. Het gegeven dat een groot bestaand gebouw
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
voor dit doel zou kunnen worden hergebruikt versterkt deze optie. In dit verband is benodigd:
· een marktonderzoek
· een onderzoek naar de mogelijkheden tot hergebruik van de oude TU-gebouwen
· de participatie van de universiteit in de exploitatie en het beheer van een dergelijk technocen-
trum i
woningen
Met uitzondering van team Heeling en team Terracotta situe-
ren de teams de grootste concentratie van woningen in het oostelijke gedeelte van het plan, in
aansluiting op het bestaande patroon van grondgebruik en op de verkeersluwe en groene ka-
rakteristiek van dit deel van de locatie. Dit vereist een grote mate van zorgvuldigheid bij de ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

keuze van woning- en bouwbloktype alsmede bij de detaillering van het openbare gebied.

parkeervoorzieningen
Een parkeergarage wordt steeds op vrijwel dezelfde plaats
gesitueerd: in het deel van de locatie dat als eerste bebouwd kan worden, dat centraal is gele- ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
gen ten opzichte van de winkelconcentraties en dat goed bereikbaar is. Deze bereikbaarheid is
overigens niet in alle plannen op een probleemloze wijze opgelost.
Alle teams stellen als eis dat er bij de parkeergarage sprake moet zijn van dubbel grondgebruik
(woningen of een plein op het dak) en dat er enig cosmetisch vakwerk aan te pas moet komen
om de garage acceptabel te maken in het stedelijke beeld. De voorstellen variëren van het in-
pakken in een mooie doos tot het geheel of gedeeltelijk ingraven en bedekken met een terras,
een tuin of een plein. ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

Oplossingen waarbij de parkeervoorziening wordt gekoppeld aan een verhoogd centraal plein
kunnen leiden tot een moeilijk toegankelijk en daardoor geïsoleerd element.

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

~~t?i~i?~iUj/U?jii~U?Ut?Utt?Uji?/U
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
-
64
Met uitzondering van de woonbebouwing op specifieke
knooppunten en van de universiteitsbibliotheek zijn veel pro-
gramma-elementen uitwisselbaar.
Flexibel in programmatisch opzicht is het plan slechts in
beperkte mate; intensivering van het grondgebruik is bij-
voorbeeld niet of nauwelijks mogelijk zonder het ruimtelijke
uitgangspunt te verlaten.

team T. Koolhaas
Door de gekozen programmatische tweedeling tussen
campus en centraal voorzieningenplein zijn de onderdelen
van het plan slechts in beperkte mate uitwisselbaar.
De flexibiliteit van het plan is eveneens beperkt. Het be-
bouwingspercentage is reeds vrij hoog opgevoerd terwijl
zonder bezonningsproblemen de bouwhoogte niet veel ver-
der is te verhogen.

team OD 205
Het gekozen ruimtelijke concept maakt dat de program-
matische uitwisselbaarheid in wezen vrij onbeperkt is terwijl
daarentegen de flexibiliteit zich afspeelt binnen duidelijk af-
5.3 ~L~~:~~tI\~t:-RHEID VAN PROGRAMMA-ONDERDELEN; gebakende marges. Het plan is slechts in beperkte mate te in-
tensiveren. Dit beperkt zich tot de bouwhoogte van de be-
bouwing en de omvang van de uit te geven grondoppervlak- c
In deze paragraaf gaat het om de wijze waarop de te.
programma's manipuleerbaar zijn en om de consequen-
ties daarvan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt
tussen de begrippen 'uitwisselbaarheid' en 'flexibiliteit'. team Terracotta
Uitwisselbaarheid heeft betrekking op de mogelijkheid Het voorgestelde programma is op drie punten uitwisselbaar:
om binnen het gekozen concept en het daarbij behorende · er is sprake van een uitwisselbaarheid van de programma-
bebouwingspercentage programma-onderdelen te ver- onderdelen woningen en kantoren; de beperking die aan het
wisselen. Flexibiliteit heeft betrekking op de mogelijkheid opereren op de markt van kantoorgebouwen gesteld wordt
om tijdens de onderhandelingen wijzigingen te kunnen ligt op het vlak van de gebouwentypologie; kantoren moe-
adopteren, zonder dat dit ten koste gaat van het beoogde ten in dezelfde slanke bouwvolumes worden gerealiseerd
ruimtelijke beeld. Dit kan betrekking hebben op het in- als woningen; de introductie van het begrip 'woonkantorens'
tensiveren van het grondgebruik, het vergroten van het illustreert dit kenmerk
percentage uit te geven terrein, het verlagen van het per- · het programma-onderdeel stedelijk groen kan in beperkte
centage te verharden gebied of het verkleinen van het mate worden uitgewisseld tegen het programma-onderdeel
aantal civieltechnische kunstwerken, zoals voetgangers- wonen; dit geldt voor de strook tussen Nieuwelaan en
bruggen. Ezelsveldlaan
· het theater kan worden uitgewisseld tegen een universiteits-
bibliotheek; deze programmatische neutraliteit dankt het
a een tijdelijke winkel over het Ach- team Heeling plan aan het gegeven dat het plein, waaraan dit uitwisselba-
terom, ter hoogte van de Gast-
huislaan Ondanks het feit dat voor alle bouwlocaties een program- re onderdeel ligt, geen dominante positie heeft
b team T. Koolhaas; programmati- matische invulling is gegeven stelt het team voorop dat, ge-
sche tweedeling
c team OD 205; programmatische zien de onzekerheden rond de realiseringskansen van Ook de flexibiliteit van I")et plan is groot. Dit is zichtbaar
neutraliteit ln een specifiek ruim- bouwprogramma's, het ontwerp in programmatisch opzicht gemaakt door enkele planvarianten te presenteren. Deze la-
telijk concept
d team Terracotta; uitwisselbaar-
niet te specifiek moet zijn. Met name ten aanzien van de pro- ten zien welke uiteenlopende oplossingen voor de deelgebie-
heid van programmaonderdelen: gramma-onderdelen die het intermediaire karakter van de lo- den denkbaar zijn. In de als 'optimum' aangeduide variant,
kantoren en woningen zijn onder-
gebracht in dezelfde bouwvolu- catie vertegenwoordigen, zoals de universiteitsbibliotheek, is het uitgewerkte ontwerp, wordt het planconcept het meest
mes een maximale flexibiliteit nodig. duidelijk zichtbaar: de keuze voor een parkachtige hoofdop-
zet van de locatie, met name in het oostelijke gedeelte. In de
variant 'minimale sloop' blijft het zuidoostelijke quadrant van
de locatie ongewijzigd; de TU-gebouwen blijven staan en
-
6S

worden hergebruikt. In de variant 'maximale bebouwing'


wordt het zuidoostelijke quadrant veel dichter bebouwd. In
alle varianten blijft het parkachtige karakter van het plan in-
tact.
Daarnaast kent het plan nog flexibiliteit doordat de mo-
gelijkheid bestaat om het aantal woonkantorens uit te breiden
en om ze een grotere hoogte te geven.

bureau Hoogstad
De uitwisselbaarheid van programma-onderdelen is uiter-
mate gering door de grote mate van samenhang van de stede-
lijke elementen en vooral door de integrale typologische op-
bouw van de onderdelen.
De programmatische flexibiliteit is eveneens gering ge-
zien het hoge bebouwingspercentage waar het concept van
uitgaat; een verdere verhoging zou ongetwijfeld ten koste
gaan van essentiële ontwerpuitgangspunten.
CONCLUSIES
66
programmatische uitwisselbaarheid
Met uitzondering van het plan van team T. Koolhaas en bu-
reau Hoogstad worden de studieplannen gekenmerkt door een grote mate van programmati-
sche uitwisselbaarheid. De uitwisselbaarheid heeft met name betrekking op de fase van de
planvorming. Dit is een logisch gevolg van het ontbreken van programmatische randvoorwaar-
den in de studieopdracht. Daarnaast beogen de studieplannen van team OD 205 en team Terra-
cotta een programmatische uitwisselbaarheid als een meer permanente kwaliteit van de bebou-
wingswijze.

programmatische flexibiliteit
Programmatische flexibiliteit hangt ten nauwste samen met
voorzieningen voor het overdekt parkeren. Geen van de vijf studieplannen is uitvoerbaar zon-
der de geprojecteerde parkeergarage; ofwel het centrale plein vervalt (team T. Koolhaas en bu-
reau Hoogstad) ofwel een grote bouwlocatie op de parkeergarage vervalt. Indien de parkeerga-
rage moeilijk haalbaar is wordt flexibiliteit van het plan een vereiste. In dit opzicht zijn de
plannen van team T. Koolhaas en bureau Hoogstad kwetsbaar.
HOOFDSTUK6 RUIMTELIJKE KENMERKEN

6.1 RUIMTELIJKE ZELFSTANDIGHEID EN IDENTITEIT VAN


DE LOC ATIE; HET STADSEILAND
In dit hoofdstuk worden de ruimtelijke kenmerken
van de plannen geanalyseerd en vergeleken. Daarbij ko-
men de verschillende functionele schaalniveau's aan de
In aansluiting op de historische en morfologische ken-
merken en op de ruimtelijke potenties spreken alle teams
zich uit over de mogelijkheid om de locatie te markeren
-
67

orde die voor de vormkwaliteit van de locatie van belang als een afzonderlijk stadsdeel met een eigen identiteit. In
zijn. de paragrafen 4.1 en 4.2 kwam dit reeds globaal aan de
Als we de locatie beschouwen als een te vernieuwen orde. Per plan verschilt de mate van zelfstandigheid van
hoeksteen van Delft dan kan gesteld worden dat deze de locatie en verschillen de ruimtelijke middelen die voor
hoeksteen verschillende vormbetekenissen heeft, afban- het zichtbaar maken van deze zelfstandigheid worden in-
kelijk van de afstand waarmee we ernaar kijken: als gezet.
scharnierpunt van Groot-Delft, als overgangsgebied tus-
sen binnenstad en universiteitswijk of, als een zelfstandig
stadsdeel met een eigen ruimtelijke karakteristiek.
Als hierbij gesproken wordt over de functionaliteit
van de vormgeving dan wordt daarmee vooral gedoeld team Heeling
op twee betekenissen van de vorm kwaliteit van dit stuk Het versterken van het verschil tussen 'binnen de
stad: stadswal' en 'buiten de stadswal' is een van de centrale ont-
. een emotionele betekenis werpuitgangspunten van het team. Voor de markering van
de waarde van een goed vormgegeven en bruikbaar stads- dit onderscheid worden de volgende middelen gebruikt:
deel voor de delftse inwoners en voor liefhebbers van bui-
tenaf markering door afbakening
. een zakelijke betekenis Bij dit ontwerpmiddel gaat het vooral om de wijze van
de waarde van een zorgvuldige vormgeving als één van de vormgeven van de randen van het plangebied. Daarbij ligt
a de stadssingel als markering van culturele vestigingsfactoren voor potentiële investeerders; een accent op de noordelijke en westelijke randen van de lo-
de ruimtelijke zelf standigheid van
de locatie: de Zuidergracht. ge- gezien de nabijheid van de binnenstad heeft deze vesti- catie.
zien naar het westen ; op de voor- gingsfactor voor de locatie Zuidpoort een substantiële bete- Aan de noordelijke rand wordt de Zuidergracht hersteld b '-""""'--_ _ _ _ _ _ _ _- l
grond de oph aalbrug voor de
Oostpoort kenis als markering van de overgang tussen binnenstad en stadsei-
land. De gracht krijgt het karakter van een stadssingel zodat
ze zoveel mogelijk afwijkt van de grachten in de binnenstad.
Het profiel is a-symmetrisch. Het is breder dan de grachtpro-
fielen en het heeft een groene inrichting.
Aan de westelijke rand, de achterzijde .van het Achterom,
is eveneens het middel van de gracht gebruikt, dit in samen-
hang met bebouwing die zich naar het Zuidpoortgebied richt.
Op twee essentiële punten verdwijnt daarmee het rafelige ka-
rakter van de achterzijde van het Achterom.
In het door de architecten Röling, Verheijen en de Haan
uitgewerkte westelijke plandeel is het eilandkarakter van de
locatie nog verder versterkt. De korte west-zijde van de
gracht is daarbij zodanig uitgewerkt, dat het woningblok aan
de Zusterlaan, dat in de huidige situatie een onduidelijke
vorm heeft, wordt omgevormd tot de kop van het stadsei-
land. Daardoor ontstaat er, ook vanuit de west-zijde, een
duidelijke entree van het eiland. c ' - - _ - ' -_ _ _ _ _ _ _.:.J!.::>.J

markering door een centraal element


Het centrale planelement is niet ontworpen als een tradi- team Heeling
b markering van het stadseiland
tioneel besloten stadsplein. Het is een ruimte waarin ver- door herstel van de Zuidergracht,
schillende lineaire elementen samenkomen. Daardoor biedt door de naar de locatie gerichte
bebouwing aan het Achterom en
het een oriëntatie op de stedelijke omgeving, zowel binnen door het grote centrale plein
de locatie alsook naar de omliggende stadsdelen. Het is in c axonametrie van het door de ar-
chitecten uitgewerkte westelijke
feite een plein in een plein. Naast de benodigde verkeers- plandeel. gezien naar het noord-
ruimte bevat het een verdiept voorplein voor de bibliotheek westen; accentuering van de we-
stelijke entree en van de kop van
met een neutraal gebruikskarakter. het stadseiland
--
68
markering door verschillen in bebouwingswijze
In het aangrenzende deel van de binnenstad wordt de be-
bouwingsdichtheid verhoogd door enkele gaten in het In de
Veste gebied te bebouwen, terwijl de locatie daarentegen een
lagere bebouwingsdichtheid krijgt.
heid. Daarvoor worden de volgende ruimtelijke middelen ge-
bruikt:

markering door afbakening


De wijze van vormgeven van de randen van de locatie
wordt gebruikt als een belangrijk middel. De nadruk ligt
markering door poortwerking daarbij op de noordelijke en de westelijke rand van het on i-
Ter accentuering van de overgang tussen de locatie en de werpgebied.
universiteitswijk is de noordelijke afrit van de St.Sebasti- Aan de noord-rand wordt de gedempte Zuidergracht in
aansbrug omgebouwd tot een entree met een poortwerking. ere hersteld. Door langs de noord-zijde van het water één
Twee flankerende gebouwen zijn tegen de oprit aangebouwd doorgaande bomenrij te planten ontstaat een referentielijn
en van daaraf toegankelijk. In het voorstel van de architecten voor de onduidelijk verspringende rooilijn van het In de
is het poortkarakter nog verder versterkt door de universi- Veste gebied. Het historische en gedeeltelijk nog bestaande
teitsbibliotheek uit te werken als een overbouwing van de beeld van een a-symmetrische groene 'vestgracht' wordt door
St.Sebastiaansbrug. het team echter niet vooropgesteld. Daarnaast wijkt het team
af van het haakse tracé van de voormalige stadssingel. Het
markering door contrastwerking kiest een nieuwe tracé waarbij de gracht in een rechte lijn
Aan de oost-zijde wordt het eilandkarakter benadrukt wordt doorgetrokken naar het Achterom. Daardoor ontstaat
door daar het eiland over de volle breedte in te richten als een overeenkomst met de grachten Molslaan en Gast-
stadspark. Daardoor ontstaat een duidelijk contrast tussen huislaan. De gracht verkrijgt een stedelijk profiel en een ste-
binnenstad, stadsuitleg en stadseiland. delijk karakter door het grote aantal overbruggingen en door
bebouwing tot aan het water, zoals bij de Markt of bij het
Gezien deze uitgangspunten bevat het plan de volgende Armamentarium. De nieuwe Zuidergracht onderscheidt zich
openbare ruimten als onderdeel van het programma voor de echter wel van de twee bestaande grachten door het brede en
locatie: a-symmetrische profiel.
· een nieuwe gracht met bijbehorende voorzieningen; boom- Bij de westelijke rand is niet gekozen voor afbakening
beplanting, bruggen, een spel/zitplek bij de aansluiting van door middel van het herstel van de voormalige Zuidergracht.
'--""""'-_ _ _ _ _ _ _ _ _--Ja de nieuwe gracht op het Rijn-Schiekanaal en een terras op De ordening van de rand vindt hier plaats door de rafelige
het zuiden voor het hotel achterzijde van het Achterom over een zo groot mogelijke
· een centraal plein met een verdiept gedeelte lengte op te sluiten achter een gesloten wand. De richtingen
· een stadspark rond de Oostpoort met 'Herberg De Nieuwe van deze gesloten wand zijn ontleend aan de centrale ont-
Prins', twee voormalige dienstwoningen van de TU werpmotieven: het orthogonale roosterpatroon én de diago-
· de St.Sebastiaansbrug; door versmalling van de rijbanen nale entree via de Zuidwal.
kunnen de stoepen worden verbreed en ingericht als f1a-
neerterrassen boven het kanaal markering door een centraal element
Het meest essentiële middel voor het verzelfstandigen
van de locatie is het grote stadsplein, een stadsfoyer. Dit is
team T. Koolhaas de belangrijkste kwalitatieve component van het plan. Het
In ruimtelijk opzicht zou de locatie een overgangsgebied plein ligt een halve verdieping boven het delftse maaiveld en
kunnen zijn tussen de kleinschalige oude binnenstad en de heeft daardoor een voor Delft ongebruikelijke pleintypolo-
grootschalige universiteitswijk. De van oorsprong in hoofd- gie. Desondanks is gepoogd het plein een delftse dimensie te a team Heeling; poortwerking door
zaak oostwest-gerichte structuur van het voormalige geven door de maatvoering van de naburige Beestenmarkt flankerende gebouwen aan de
zuidelijke entree en versterking
'stadseiland' typeert het team als: een helder ruimtelijk mo- over te nemen. van het eilandkarakter van de lo-
tief met ruim geprofileerde oostwest-gerichte elementen en Door de interne ligging versterkt het plein de zelfstandig- catie door het inrichten van een
stadspark in het oostelijke plan-
smal geprofileerde kleinschalige noordzuid-gerichte elemen- heid van de locatie. Daarnaast kan het plein zich door de ver- deel
ten (straatjes en stegen). Op deze interpretatie zijn de aan- hoogde ligging openen naar het kanaal. Dit kan een aantrek-
team T. Koolhaas
knopingspunten voor de nieuwe lay-out gebaseerd. In ruim- kelijke kwaliteit worden mits ~d~ opzet van de bebouwing b afbakening van het stadseiland
telijk opzicht ontstaat er daardoor een grote mate van ver- langs de zuid-zijde van het plein in voldoende mate transpa- door de recht doorgetrokken Zui-
dergracht. door de gesloten be-
wantschap tussen het zuidelijke gedeelte van de binnenstad rant is. De ruimtelijke kwaliteit zal voor het overige geheel bouwing aan het Achterom en
(In de Veste) en de nieuwe lay-out van de locatie. afhankelijk zijn van de wijze waarop de beoogde openbare door het centrale verhoogde plein
c maquettefoto van het marktge-
gebouwen worden gerealiseerd. Met name langs de randen, bouw aan het uiteinde van de
Ondanks dit accent op continuïteit wordt ook door team daar waar het verhoogde niveau aansluit op het maaiveld, zal Zuidergracht. als schakelelement
tussen Brabantse Turfmarkt en de
T. Koolhaas gestreefd naar een zekere mate van zelfstandig- de architectonische uitwerking van het voorstel de meeste locatie
aandacht vragen.

markering door een schakelelement


markering door een centraal element
De verzelfstandiging van de locatie wordt geaccentueerd
door de introductie van een autonoom vonngegeven centraal
-
69

Bij de aansluiting van de herstelde Zuidergracht op het element, een romantisch gestileerd park dat zich tussen de
Achterom is de overgang tussen historische stad en locatie bebouwing door slingert.
sterk benadrukt. Door enkele panden aan het Achterom te
slopen ontstaat een waterplein op het kruispunt van de grach- markering door verschillen in bebouwingswijze
ten Achterom en Zuidergracht, een schakel in de looproute Gekozen is voor een opvallend afwijkende bebouwings-
tussen Brabantse Turfmarkt en het centrale plein. Een markt- wijze, een open verkaveling met noordzuid-gerichte bouw-
hal die overeenkomsten vertoont met de hardstenen zeven- blokken. Dit levert een maximaal contrast op met de beide
tiende eeuwse marktpaviljoens van de hollandse stad vonnt aangrenzende stadsdelen door de transparante opzet van de
een extra markering van dit scharnierpunt, mede omdat deze strokenbouw.
hal in het verlengde van de Zuidergracht vanaf grote afstand
zichtbaar is. markering door een schakelelement
c De overgang tussen de historische stad en de locatie
Gezien deze uitgangspunten bevat het plan de volgende wordt gemarkeerd door een samengesteld plein. Dit bestaat
openbare ruimten als onderdeel van een programma voor de uit een hotelplein aan het Achterom én een parkeerplein
locatie: langs de Zuidergracht en het theater. Het scharnierpunt ligt
· de stadsgracht met de bijbehorende voorzieningen excentrisch ten opzichte van de locatie waardoor het conti-
· het centrale plein, het verhoogde Zuidplein nue beeld in de oostwest-richting niet wordt verstoord. On-
· het 'waterplein' bij het Achterom met de markthal danks het feit dat hier sprake is van een plein dat in de leng-
· de passantenhaven ter plaatse van het huidige Spookhuis terichting ver is uitgerekt kan door de situering van de voor-
· een klein groen plein aan het kanaal, voor het roeipaviljoen zieningen niettemin een levendige schakel ontstaan. Daar-
· de herstelde laan beplanting van de Nieuwelaan naast is getracht het plein te verbeelden als een tijdsgewricht
door een sterk contrast aan te brengen tussen oud en nieuw, e
tussen de achterzijde van het Achterom, die met de
team on 205 stadsmuur is gemarkeerd, én het gloednieuwe stadstheater.
Ruimtelijke zelfstandigheid is de belangrijkste sleutel.
Voor de realisering van dit uitgangspunt worden vier ruimte- Gezien deze uitgangspunten bevat het plan de volgende
lijke middelen ingezet: openbare ruimten als onderdeel van het programma voor de
locatie:
markering door afbakening · de herstelde stadsgracht met de bijbehorende voorzieningen
Doordat het plan niet uitgaat van een dominant centrum- · het centrale park met horeca-voorzieningen
gebied binnen de plangrenzen is er meer aanleiding om de · het samengestelde plein (theaterplein/hotelplein)
randen van de locatie te benadrukken. · de herstelde boulevardbeplanting aan de Kanaalweg, na
De noord-rand is gemarkeerd door het doortrekken van sloop van de St.Sebastiaansbrug en vervanging door een la-
de Zuidergracht en door het aanbrengen van een sterke belij- ge brug
ning van de huidige rafelige rooilijn van het In de Veste ge-
bied. Deze rooilijn wordt rechtgetrokken door de bestaande
winkel wand uit te bouwen met een arcade. Het karakter van team Terracotta
de voonnalige stadssingel is op vrij letterlijke wijze hersteld De compositie van het plan is te beschouwen als een col-
door de singel a-symmetrisch te profileren, zowel qua be- lage die uit meerdere lagen bestaat. Daarin is een grote mate
d~~ ________________ ~

planting alsook qua bebouwing. Het noordzuid-gerichte deel van zelfstandigheid toebedeeld aan de vier quadranten waar-
is verbijzonderd door het water een grotere breedte te geven . in de locatie kan worden onderverdeeld, dit in plaats van het
Aan de west-rand fungeert ook de herstelde Zuidergracht verzelfstandigen van de locatie als geheel. De pizza Quattro
team 00205
als een markering van het stadseiland. Dit wordt nog ver- Stagioni was hiervoor een inspiratiebron. De deellocaties
d afbakening van het stadseiland
door herstel van de Zuidergracht sterkt door een spel met de geschiedenis te spelen. Het plan verschillen zowel door de bebouwingswijze alsook door de
en door de stadsmuur met naar
voorziet in de bouw van een stadsmuur met naar binnen ge- wijze van inrichten. De verbindingen tussen de delen hebben
binnen gekeerde bastions; de au-
tonomie van het eiland wordt ver- keerde bastions waarbij het bescheiden hoogteverschil mooi in de compositie geen dominante plaats, doordat ze over het
sterkt door het centrale park
kan worden uitgebuit en waarbij de achterkant van de bebou- algemeen zijn uitgewerkt met minimale middelen.
e accentuering van de overgang
tussen historische binnenstad en wing aan het Achterom zichtbaar blijft, als geheugensteun
locatie door het theater in de ok-
sel van Achterom en Zuiderstraat;
voor het beloop van de voonnalige stadsgrens. De geprojec- markering door afbakening
gezien naar het noorden teerde stadsmuur begrenst tevens het theaterplein. Bij het vonngeven van de randen is gekozen voor het
- 70
principe van de botsing. Dit gebeurt vooral bij de noord- en
west-rand van de locatie.
Aan de noord-rand langs de Zuiderstraat wordt geen be-
men
· de oostwest-route over het verhoogde parkeerdeck
· het balkon aan het uiteinde van het deck
roep gedaan op een ordenend intermediair. Daar is een vrij · het theaterplein
harde confrontatie aangegaan tussen de verspringende rooi-
lijn van het In de Veste gebied én de strakke rooilijn van de
a torens aan de overzijde. bureau Hoogstad
Bij de aansluiting op de achterzijde van het Achterom is In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat het gepre-
daarentegen wel gebruik gemaakt van een intermediair ele- senteerde totaalplan in sterke mate bepalend is voor de iden-
ment. Een van de ontwerpschetsen laat zien dat een lage dijk titeit van de locatie. De ruimtelijke compositie wordt be-
is aangelegd langs het Achterom. heerst door een volstrekte formele orde. liet is een composi-
tie waarin de schaal van de locatie en die van de stad on-
markering door een centraal element losmakelijk aan elkaar zijn gekoppeld en waarin alle planon-
Het belangrijkste middel om de locatie te verzelfstandi- derdelen -bebouwing, beplanting, straatprofielen, open ruim-
gen vloeit voort uit de keuze om de locatie als geheel te be- ten en de situering van programma-onderdelen- één geheel
schouwen als een verstedelijkte verzameling tuinen en par- vormen. Deze kwaliteit, het binnengaan in een totaal andere
ken. Alle benodigde voorzieningen kunnen daarin als een wereld, is wellicht de meest radicale wijze om de locatie een
parkattribuut een plaats vinden: van autoweg tot watertuin. eigen identiteit te verschaffen. Daarnaast kunnen nog de vol-
gende middelen worden genoemd:
Omdat de locatie als een verzameling fragmenten wordt
beschouwd ontbreekt de behoefte aan een centraal plein als markering door afbakening
symbool van eenheid. Delft bevat reeds voldoende centrale De autonomie van het stadseiland wordt hersteld door het
plekken, geschakeld aan de 'Delft-Diagonaal', met de Markt opnieuw graven van de Zuidergracht en het profileren en in-
als onbetwist hoogtepunt. Weinig hollandse steden kunnen richten van deze gracht als een element dat zich duidelijk on-
bogen op een renaissance-plein met een dergelijke allure en derscheidt van de grachten in het In de Veste gebied. Dit ge-
het wordt als zinloos beschouwd om te trachten de proble- beurt op twee verschillende manieren: in het oostwest-ge-
men van de locatie Zuidpoort op te lossen door er een richte gedeelte is het profiel a-symmetrisch doordat aan de
stadsplein van stedelijke importantie in op te nemen. zuid-zijde tot dicht op het water wordt gebouwd; in het
In plaats daarvan stelt het team een reeks plekken voor. noordzuid-gerichte deel is het profiel symmetrisch en voor-
De aaneenschakeling van deelfragmenten vindt plaats door zien van een dubbele boombeplanting aan weerszijden van
middel van deze reeks plekken: het balkon op het uiteinde de gracht.
van de parkeergarage met uitzicht op het park en het kleine
'theaterplein' waar de noordzuid-gerichte voetgangersroute Minder dominant maar niettemin sterk beeldbepalend is
de parkzóne doorkruist. Met zorg zijn deze scharnierpunten het voorstel om de noordelijke oever van het Rijn-Schieka-
L-_--""'.,"(;~
"'!!'_
,. _ _ _ _ _ _ _ b aangesloten op de 'Delft-Diagonaal'. naai duidelijker af te bakenen door het aanleggen van een
fiets- en flaneerroute op een stijger boven het water.
markering door verschillen in bebouwingswijze
Een van de meest opvallende middelen om de locatie een markering door een centraal element
eigen identiteit te geven is de voorgestelde bebouwingswijze Loodrecht op de bestaande oostwest-structuur van het ge-
in het best bereikbare quadrant, enerzijds gebruikmakend bied wordt een groot centraal plein gespannen tussen het
van de stripvormige ge zoneerde opbouw van het gebied, an- Rijn-Schiekanaal en de binnenstad. Dit plein vormt één van
derzijds uitgaande van een unieke bebouwingstypologie. de ruimtelijke hoofdthema's van het plan. Het zou de kwali-
team Terracotta teit kunnen hebben van een multi-purpose stadsplein, een
a markering van de zelfstandigheid Champ de Mars. Door de wijze van inrichten overheerst ech-
van de locatie door een ordenen·
markering door contrastwerking
de intermediair, het lage dijkje; Aan de oost-zijde wordt het eilandkarakter benadrukt ter het beeld van een groot versteend park waarmee een ver-
in· en uitrit van de parkeergarage
zijn daarin opgenomen
door het daar over de volle breedte in te richten als binding wordt beoogd tussen de parkstrook langs de Zuider-
b schakeling van de ontworpen stadspark. Daardoor ontstaat een duidelijk contrast tussen gracht en de groene singel langs het kanaal.
reeks kleine plekken aan de 'Delft· binnenstad, stadsuitleg en stadseiland.
Diagonaal'
Het plein is met opzet geïntroduceerd als vreemde eend
in de bijt. Doordat het schuin oploopt en door de wijze van
bureau Hoogstad
c markering van het stadseiland
Gezien deze uitgangspunten bevat het plan de volgende inrichten, met een bomen bos dat beelden oproept uit Alice's
door het herstel van de Zuider· openbare ruimten als onderdeel van het programma voor de Wonderland, onderscheidt het zich uitdrukkelijk van de ver-
gracht, door een continue flaneer· locatie:
route langs het Rijn·Schiekanaal
trouwde stedelijke elementen van de hollandse stad, die ook
en door het centrale plein . het park waarin de Zuidergracht als onderdeel is opgeno- in Delft het stedelijk beeld bepalen.
markering door poortwerking
Het benadrukken van de westelijke entree door middel
van een nieuw ruimtelijk element, de diagonaal gerichte
-
71

gracht met een breed en monumentaal profiel en gericht op


de loopbrug van het theater, accentueert de autonomie van de
locatie. Dit geldt evenzeer voor de poortvormige architecto-
nische uitwerking van de universiteitsbibliotheek, met de
overbouwing van de St.Sebastiaansbrug.

markering door een schakelelement


Op het punt waar het Achterom en de Zuidergracht elkaar
bijna raken is een ruimtelijk en programmatisch schakelele-
ment gesitueerd, als afbakening van de overgang tussen
historische stad en locatie. De betekenis die de ontwerpers
aan dit schakelelement hechten is dermate groot dat zij niet
willen zwichten voor de problemen van een in tweeën ge-
deeld theatercomplex.

Gezien deze uitgangspunten bevat het plan de volgende


openbare ruimten als onderdeel van het programma voor de
locatie:
• de herstelde Zuidergracht, met de bijbehorende voorzienin-
gen en beplanting
· het centrale plein met de bijbehorende voorzieningen en
beplanting
· aanleg van een wandelroute op vlonders langs het kanaal
-
CONCLUSIES
72
Alle teams houden een pleidooi voor het verzelfstandigen
van de locatie met ruimtelijke middelen. De middelen die voor het bereiken van dit doel wor-
den ingezet en vooral de samenhang tussen deze middelen verschilt per plan in sterke mate.
Bij alle teams is een deel van deze middelen onafhankelijk van de programmatische invulling
van de bebouwing op de locatie.
Door van dergelijke middelen gebruik te maken kan de ruimtelijke kwaliteit van de locatie ge-
garandeerd worden waardoor een plan minder kwetsbaar wordt. Het verdient dus aanbeveling
om voor de verzelfstandiging van de locatie dergelijke onafhankelijke ruimtelijke middelen te
overwegen.
afbakening, het stadseiland
De locatie wordt ten opzichte van de binnenstad afgebakend
door de randen duidelijker vorm te geven als een begrenzing. Dit kan gebeuren met meer over-
drachtelijke middelen, zoal s het aanbrengen van een scherp contrast in de bebouwingswijze of
het planten van een bomenscherm, maar het kan ook met meer letterlijke middelen zoals het
herstel van de voormalige stadssingel, de Zuidergracht.
De studieplannen bieden vier totaal verschillende ruimtelijke visies op het herstellen van de
Zuidergracht. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen het herstellen van de stadsgracht
volgens het oorspronkelijke beeld, de begrenzing van de oude stad, met een a-symmetrisch
singelprofiel, Of volgens een nieuw ruimtelijk beeld, al dan niet gecombineerd met een gewij-
zigde tracering. Het meest kriti sche onderdeel van een Zuidergracht-project is de aansluiting
van de gracht langs de achterzijde van het Achterom op het Rijn-Schiekanaal. Zonder een in-
grijpende verbouwing van het woningbouwcomplex aan de Zusterlaan kan het oorspronkelijke
tracé daar niet meer gevolgd worden.
Het tracé van team OD 205 is het mooiste maar op korte termijn is het helaas niet uitvoerbaar.
Het tracé van team Heeling, in de variant van de architecten, leidt tot een boeiende landschap-
pelijke plek aan het kanaal en tot een boeiende markering van de kop van het eiland. Het tracé
dat bureau Hoogstad voor de belijning van het westelijke gedeelte van de gracht kiest is het
meest overtuigende en leidt tot een boeiende schakeling tussen het scharnierpunt bij het Achte-
rom en het kanaal. Daardoor kan het water diep in de stad doordringen. In het plan van team T.
Koolhaas is de gracht in het noordelijke plandeel op een gevarieerde manier uitgewerkt maar
de keuze van het tracé leidt, door een te grote gelijkenis op Molslaan en Gasthuislaan, tot ver-
warring.
Uit het plan van team Terracotta valt af te leiden dat ook zonder het graven van een gracht een
verzelfstandiging te bereiken is. Dat betekent wel dat er sprake moet zijn van een andere wijze
van articuleren van de grens tussen binnenstad en locatie. Team Terracotta stelt bovendien
voor om de demping en amputatie van de stadsgracht als een historisch moment te vieren door
iets bijzonders te situeren op het eindpunt van de gracht, zoals de door hen ontworpen water-
pyramide.
markering door een centraal element
Een centraal plein, een reeks pleinen of een andersoortige
centrale ruimte kan de locatie een eigen identiteit geven. Daarbij kan onderscheid worden ge-
maakt tussen een plein dat is gekoppeld aan openbare voorzieningen en gebouwen (de delftse
Markt) of een plein dat louter een ruimtelijke functie heeft en dat meerdere gebruiksmogelijk-
heden heeft (de delftse Paardenmarkt). Het is opmerkelijk dat geen van de teams met een ge-
bruiksneutrale oplossing heeft gewerkt. De centrale pleinen van team Koolhaas en bureau
Hoogstad zijn te beschouwen als voorzieningenpleinen. Alleen bij het plein van team Heeling
is sprake van een minder strikte koppeling tussen vorm en programma alhoewel ook daar het
plein in zekere zin gedomineerd wordt door de bibliotheek.

Het al dan niet opnemen van een centraal plein in deze locatie leidt tot specifieke ontwerp-im-
plicaties. Gezien de ruimtelijke karakteristiek van de locatie, de gezoneerde opbouw bestaande
de waterpyramide uit het plan uit vijf parallelle zones, leidt het introduceren van een groot centraal element tot een doorbre-
van team Terracotta king van deze karakteristiek die kan leiden tot een nieuwe identiteit. Dit vereist een uiterst
zorgvuldige ontwerptactiek. Voor team OD 205 en team Terracotta was het niet voor de hand
liggend om een groot plein in de locatie te situeren.
In grote lijnen zijn er twee mogelijkheden voorhanden om in de gezoneerde opbouw een plein
-
73

op te nemen:
. een plein dat ontstaat als een onderbreking van één van de vijf zones, dit plein zou vierkant
kunnen zijn of meer langgerekt
. een langgerekt plein dat de gezoneerde opbouw in de dwarsrichting doorsnijdt en dat een
nieuw ruimtelijk verband in de noordzuid-richting legt
Met name het plan van team Heeling is in dit opzicht ambivalent. Het plein vloeit in hoofdlij-
nen voort uit de gezoneerde opbouw terwijl deze opbouw verder grotendeels wordt genegeerd.
De gekozen oplossing van bureau Hoogstad is in conceptueel opzicht uitermate helder, afge-
zien van de vraag naar de gebruikswaarde van het plein gezien de voorgestelde wijze van in-
richten.

markering door verschillen in bebouwingswijze


Een opmerkelijk resultaat van de studieopdracht is het gege-
ven dat de bebouwingswijze door de teams niet is beschouwd als het meest geëigend middel
om de identiteit van de locatie te versterken. Stedebouwkundige en landschappelijke middelen
hebben vaak meer aandacht gekregen. De bebouwingswijze is slechts gebruikt als één van de
middelen om de locatie een sterke identiteit te verschaffen.
In enkele plannen wordt een lage bebouwingsdichtheid en een grote mate van transparantie
van de bebouwing beschouwd als een geëigend middel voor het zichtbaar maken van de iden-
titeit van de locatie. Daarentegen laten de plannen van team Heeling en bureau Hoogstad zien
dat het ook met een grotere dichtheid en een meer bloksgewijze bebouwing mogelijk is om de
identiteit van het stadseiland zichtbaar te maken.

markering door een schakelelement


Het schakelelement in de oksel van het Achterom, nu een le-
lijk maar belangrijk entreepunt voor het autoverkeer naar de binnenstad, wordt in enkele plan-
nen omgevormd tot een ruimtelijk schakelelement dat een verbinding \egt tussen het winkelge-
bied van de Brabantse Turfmarkt en de locatie.
Vaak zijn voorzieningen toegepast als programmatische dragers van dit schake\element. Het is
echter de vraag of het maken van een schakelelement afhankelijk moet worden gemaakt van
de realisering van een voorziening. Een schakelelement kan ook bij een neutrale programmati-
r J U

\. T
sche opzet goed functioneren, op voorwaarde dat de koppeling aan routes in het gebied op een J 11
...--"
vanzelfsprekende wijze verloopt. Zeker bij de aansluiting van de locatie op het Achterom is dit \ -
het geval omdat het gebied bij de Brabantse Turfmarkt al in voldoende mate een trekkersfunc-
tie heeft.
markering door poortwerking
Pogingen tot markering van de locatie door het gebruik van
een poortmotief komen zowel voor in een meer overdrachtelijke betekenis alsook in een letter-
lijke betekenis. Het zwaarste accent wordt daarbij steeds op de zuidelijke entree gelegd, via de
centraal element in de gezoneer- St.Sebastiaansbrug. Bij de meer letterlijke betekenis van het idee stadspoort ontstaat een
de opbouw van de locatie
a als onderbreking van één van de merkwaardige verdubbeling, een stadspoort van de Zuidpoort. Daarnaast ontstaan er met name
vijf zones bij de overbouwing van de St.Sebastiaansbrug vrij gecompliceerde bouwvolumes die de sloop
b versterken van de dwarsrichting
door doorbreking van de gezo- van het Spookhuis onvermijdelijk maken of die leiden tot een onacceptabele bouwafstand. d
neerde opbouw

c team Heeling; schakelelement


met een neutrale programmati- markering door contrastwerking
sche opzet: het hoekgebouw in de Met name bij de plannen van team Heeling en team Terra-
variant van de stedebouwers
cotta is sprake van een versterking van de identiteit van het stadseiland door het versterken van
d bureau Hoogstad; zuid-aanzicht het ruimtelijke contrast. Aan de oost-zijde wordt het eilandkarakter benadrukt door de locatie
van het plangebied; het Spook-
huis naast de to ren aan de oprit daar over de volle breedte in te richten als stadspark. Daardoor ontstaat een duidelijk contrast
van de St.Sebastiaansbrug tussen binnenstad, stadsuitleg en stadseiland.
74
team Heeling
Alhoewel de gemiddelde bebouwingsindex van het plan
in relatieve zin, dus in vergelijking met de andere plannen,
hoog is heeft het team de bebouwingsintensiteit van het ge-
bied niet tot het uiterste opgevoerd. Tussen de grote bouwlo-
caties zijn ruim gedimensioneerde openbare ruimten uitge-
spaard zoals de herstelde Zuidergracht, het centrale plein en
de stadsstraten. Met name naar het oostelijke deel van het
plan toe neemt de omvang van de onbebouwde ruimte toe.
Het profiel van de Zuidergracht verwijdt zich en vrijwel alle
bebouwing nabij de Oostpoort is gesloopt om plaats te ma-
ken voor een klein stadspark. Aldus ontstaat een rustiek mo-
tief, de Oostpoort als herstelde markering van het contrast
tussen stad en landschap. Essentiëler is dat door toevoeging
van slechts een kleine oppervlakte openbaar groen een groot
groengebied ontstaat, in samenhang met het landschap aan
de overzijde van het kanaal, met talrijke stadsrecreatieve
mogelijkheden te land en te water. Een belangrijk element
daarin is de herstelde stadsgracht. Deze heeft weliswaar een
stedelijk profiel, maar bij de aansluiting op de Oostpoort
a versterkt zij de groenstructuur.
Het ontworpen stadspark is tevens gebruikt als middel
om het route-systeem voor het langzaamverkeer op orde te
6.2 BEBOUWINGSINTENSITElT VAN DE LOCATIE; STEDELIJK brengen, een ordening die nodig werd doordat het team in
GROEN EN STADSRECREATIEF STELSEL het oostelijke gedeelte van de locatie de gezoneerde opbouw
van de locatie doorbreekt. De Nieuwelaan wordt afgesloten
Een van de middelen waarmee de identiteit van de lo- en de Ezelsveldlaan verdwijnt geheel. De vermindering van
catie kan worden bepaald is de verhouding tussen het be- het aantal routes vanaf de Oostpoort wordt gecompenseerd
bouwde en het onbebouwde gebied. Met andere woor- door twee diagonale routes door het park aan te leggen: één
den: de bebouwingsintensiteit van de locatie en de bete- route naar de herberg aan het water in aansluiting op de bin-
kenis die de ontwerpers hechten aan het onbebouwde ge- nenstad en één route tussen de Oostpoort en de Nieuwelaan.
bied (voor de hier gehanteerde cijfers wordt verwezen Een nadeel is de weinig effectieve manier waarop dit
naar hoofdstuk 7). park aan de west-zijde wordt begrensd. Een attractieve
De studieplannen spreken zich daarmee uit over de woonlocatie is daar op geen enkele wijze uitgebuit.
historische karakteristiek van de locatie; een sterk geür-
baniseerd tuinenlandschap, over de betekenis van restan-
ten van het oorspronkelijke stedelijke groen, en over de team T. Koolhaas
mogelijkheden om aan te sluiten op de ruimtelijke karak- Ook in dit plan is de gemiddelde bebouwingsindex rela-
teristiek van de omringende stadsdelen aan de oost-zijde tief hoog. Het plan bevat een bebouwingswijze die een dui-
van de locatie, een uitgestrekt parklandschap met de delijk verschil oplevert tussen binnen- en buitenruimte. De
bocht van het kanaal als een bindend element. combinatie van deze bebouwingswijze met de keuze voor het
Een belangrijk aspect van het stadsrecreatieve stelsel, handhaven van het orthogonale patroon laat geen ruimte
het routepatroon voor het langzaamverkeer , komt in de- voor een autonome behandeling van het stedelijk groen. Dit
ze paragraaf aan de orde voor zoverre het door de teams wordt aangewend voor de inrichting van de brede oostwest-
als een middel gehanteerd is. gerichte ruimten zoals de herstelde Zuidergracht en de Nieu-
welaan. Bij de profilering van deze elementen is een duide-
lijke nuancering aangebracht die de herkenbaarheid en oriën-
a de oost-zijde van de locatie Zuid-
poort en de bocht in het Rijn- teerbaarheid ten goede komt: de Zuidergracht is ingericht
Schiekanaal, gezien naar het met een a-symmetrisch profiel, de Nieuwelaan met een sym-
noordwesten
b team Heeling; groenstructuur en metrisch profiel.
stadsrecreatief stelsel Langs de zuid-zijde van het plangebied wordt het motief
c team T. Koolhaas; groenstructuur
en stelsel voor langzaamverkeers- van de langgerekte stadslanen vermengd met een 'groen' mo-
routes tief op een hoger schaalniveau. Doordat de Nieuwelaan op ~~ __________________ ~c
75
korte afstand van het Rijn-Schiekanaal loopt en door de Bijzondere aandacht is besteed aan de landschappelijke
transparante wijze van inrichten van het tussengebied maakt behandeling van de versnijding van de strakke bouw stroken
de laan deel uit van een meer omvattende groenvoorziening, met de bocht in het kanaal. Dit leidt tot een verspringing van
het landschap aan weerszijden van het kanaal. Door in de de koppen van de stroken waardoor er een nieuwe richting
binnenbocht van het kanaal de parallelweg te elimineren ont- ontstaat, een diagonale lijn die de centrale groenvoorziening
staat er een verruiming van het groengebied. Ondanks de ge- via het roeipaviljoen schakelt aan de groenvoorziening langs
ringe omvang van de toegevoegde oppervlakte wordt het ka- het kanaal.
rakter van een stedelijk parklandschap aanzienlijk versterkt.
Het bestaande stelsel van langzaamverkeersroutes wordt
gehandhaafd. Alleen in het oostelijke plandeel wordt het uit- team Terracotta
gebreid doordat het patroon van noordzuid-gerichte stegen De gemiddelde bebouwingsindex van het plan is relatief
uit het In de Veste gebied wordt doorgezet. De herstelde Zui- laag. Het plan als geheel wordt gekenmerkt door veel open
dergracht moet daarvoor op meerdere plaatsen worden voor- ruimte en relatief weinig bebouwing. Meer in detail be-
zien van een overbrugging. schouwd blijkt het uit twee contrasterende plandelen te be-
staan die bij de St.Sebastiaansbrug in elkaar grijpen. In het
westelijke gedeelte is sprake van een seriële groepering van
team on 20S objecten terwijl de open ruimte daar het karakter heeft van
De bebouwingsindex van dit plan ligt, in vergelijking met een contra vorm. In het oostelijke plandeel is daarentegen
de andere plannen, op een gemiddeld niveau. Bij een eerste sprake van open ruimte met een eigen vorm, terwijl daar de
indruk lijkt het een geringe bebouwingsintensiteit te hebben bebouwing een meer incidenteel karakter heeft.
maar bij nadere beschouwing blijkt het toch dichter bebouwd Dit vloeit voort uit de keuze om de gefragmenteerde op-
te zijn, onder andere doordat de blokken met etagewoningen bouw van de locatie te beschouwen als een bruikbaar ont-
een grote diepte hebben. Door deze blokken op de begane werpuitgangspunt. De locatie als geheel wordt daarbij gezien
grond plaatselijk open te houden kan toch een grotere mate als een sterk verstedelijkt park dat samenhang verschaft aan
van openheid worden gesuggereerd. De gekozen bebou- de afzonderlijke fragmenten. De vergelijking dringt zich op
wingswijze, een strikt toegepaste strokenbouw, biedt on- met een complex van mooi ontworpen tuinen waaruit in de
danks de relatief hoge dichtheid de mogelijkheid een accent loop van de tijd de schuttingen zijn weggebroken, waardoor
te leggen op de groenvoorziening in het stedelijke landschap. er toevallige zichtlijnen ontstaan.
Het park is ten dele met bebouwing 'beplant', met gebou-
Het plan bevat twee onderscheiden groenvoorzieningen, wen die als object in het stedelijke landschap staan. Daar-
die beide zijn gedacht als integraal bestanddeel van de stede- door blijft het ruimtelijke beeld transparant. c Wi;,iiL...__________________......I
lijke groenstructuur van Delft: In aansluiting op het bestaande groen in het oostelijke ge-
. de opnieuw gedolven Zuidergracht biedt de gelegenheid deelte van de locatie wordt een groot gezoneerd gebied ge-
om de historische stadswandeling te herstellen; deze wordt projecteerd voor een gemengd recreatief gebruik. Door
langs de gracht doorgezet, onder het theater door geleid, en slechts een beperkte oppervlakte toe te voegen kan Delft de
verder in westelijke richting gekoppeld aan de wandeling beschikking krijgen over een groot binnenstedelijk park, het
langs de delftse buitenhaven, de Kolk stadspark Oostpoort. Samen met het groene landschap aan de
. het centrale park, dit is vooral voor de versterking van de overzijde van het kanaal en de Oranjeplantage ontstaat op
autonomie van het eiland bedoeld; tevens functioneert het deze manier een aaneengeschakeld groen stadslandschap.
__________________
als uitbreiding van het stadsrecreatieve stelsel doordat het
a~~ ~

Een van de onderdelen daarvan is de Zuidergracht. Deze


een netwerk van langzaamverkeersroutes bevat, aanslui- wordt niet in ere hersteld als stadsgracht. Het nog niet ge-
tend op een achttal verbindingspunten m·et gebieden buiten. dempte gedeelte wordt omgevormd tot een van de onderde-
de locatie len van het park.
team 00205 Het stelsel voor het langzaamverkeer is een integraal be-
a groenstructuu r en langzaamver-
keersroutes De romantisch-pittoresque stylering van het park con- standdeel van het parklandschap. Om de zelfstandigheid van
b versnijding van de stroken met de trasteert met de strakke opzet van de bebouwing op het de locatie ten opzichte van de binnenstad te accentueren
bocht in het kanaal
stadseiland én met de strakkere beplantingswijze van de gro- wordt het diffuse route-stelsel uit de binnenstad niet zonder
team Terracotta tere omliggende groenvoorziening, de Zuidergracht en het meer voortgezet in de locatie. Van de vijf noordzuid-routes
c groenstructuur en stadsrecreatief
stelsel Rijn-Schiekanaal. Het park is de drager voor enkele gebou- worden er slechts twee doorgetrokken. De eerste verbindt
d fragment van het gecomparti- wen met architectuur-historische en archeologische waarde. het woongebied rond het Oosteinde met het park via twee
menteerde stadspark
e de schoorsteen als blikvanger in Deze staan als paviljoens in de pittoresque binnenwereld van nieuwe bruggen over de Zuidergracht. De tweede zorgt voor
de centrale noordzuid-route; op het park en hebben daarnaast een functie als openbare voor- een aansluiting van de locatie op de 'Delft-Diagonaal'. Deze
de voorgrond het balkon op het
oost-einde van het parkeerdeck ziening (mensa en roeiclub). route sluit via een loopbrug aan op het kleine theaterplein. e
-
76
Van daaruit kan de route worden gecontinueerd via de St. Se-
bastiaansbrug naar de universiteitswijk of via de parkstrook
naar de Oostpoort. Doordat er van de vijf noordzuid-routes
slechts twee worden doorgetrokken worden de oostwest-rou-
tes sterker geaccentueerd. Dit betreft ten eerste de route die
vanaf het Achterom via het busstation en het parkeerdeck
uitkomt op het balkon aan het park en ten tweede de tot pro-
menade omgevormde Ezelsveldlaan.

bureau Hoogstad
De gemiddelde bebouwingsindex van het plan is relatief
hoog. Dit laat nauwelijks ruimte om oppervlakte aan de be-
a
bureau Hoogstad
staande groene elementen toe te voegen. Wel wordt het be-
a perspectieftekening van het hel- staande groene landschap beter toegankelijk gemaakt door
lende plein, gezien vanaf de de aanleg van een wandelroute op een steiger langs de noor-
St.Sebastiaansbrug naar het
noorden delijke oever van het kanaal en door de wandelroutes langs
b het hellende stadsplein, gezien de herstelde Zuidergracht. Op het centrale plein wordt een
naar het zuiden; door de circel-
vormige gaten groeien bomen gridpatroon van bomen geplant die door gaten in het hellen-
die op het maaiveld zijn inge- de plein groeien. Hier is de beplanting te beschouwen als
plant; na enkele decennia ont-
staat en horizontaal bladerendak een architectonisch element met een decoratieve betekenis,
dat contrasteert met het hellende dat het hellende plein markeert door het contrast tussen het
plein; het plein verandert geleide-
lijk in een sprookjesbos hellende vlak én het horizontale dak van de boomkruinen. b
CONCLUSIES

bebouwingsintensiteit
De vergelijking van de ruimtelijke karakteristieken met de
kwantitatieve gegevens van de studieplannen leert dat er geen eenduidige relatie aanwijsbaar is
-
77

tussen de gekozen bebouwingsintensiteit en de totale bruto vloeroppervlakte. Team Terracotta


bijvoorbeeld gaat uit van een extensieve bebouwingswijze (gemiddelde bebouwingsindex
16%) maar scoort toch relatief hoog ten aanzien van de bruto vloeroppervlakte (het totaal van
alle vloeroppervlakten van de bebouwing). Het betreft hier dus twee variabelen die manipu-
leerbaar zijn en die tot een optimum kunnen worden gebracht. De wijze van omgaan met dub-
bel grondgebruik en met de bouwhoogte zijn twee ontwerpinstrumenten die hierop van invloed
kunnen zijn.

groene enscenering als essentiële vestigingsvoorwaarden


Ondanks grote onderlinge verschillen valt uit de studieplan-
nen af te leiden dat de locatie een hoogwaardig vestigingsmilieu voor bedrijven en woningen
kan bieden. Met relatief geringe inspanningen kan ze worden omgevormd van de verlaten
leegte die nu het beeld overheerst tot een comfortabel en aangenaam ingericht landschap.

herinrichting van de locatie als instrument tot het com-


penseren van een delfts tekort
Alle teams beschouwen de opgave tot herinrichten van de lo-
catie Zuidpoort als een goede gelegenheid om een hardnekkig delfts ruimtelijk probleem, het
tekort aan groenvoorzieningen in de nabijheid van de binnenstad, te compenseren. Zeer uiteen-
lopend zijn de teams in hun opvatting over de omvang van de groenvoorziening die nodig is
om dit doel te bereiken.

autonomie van het stadseiland


Vrijwel alle teams gebruiken het versterken van de stedelijke
groenvoorziening als een middel voor het verschaffen van een specifieke identiteit aan de lo-
catie. Dit is zowel zichtbaar in voorstellen voor een parkachtige inrichting van de locatie
alsmede voor het benadrukken van de afbakening tussen de locatie en haar omgeving door een
groenvoorziening.

omvang openbare groen in relatie tot groene karakter


van het stedelijke landschap
De omvang van het toegevoegde oppervlakte openbare groen
loopt sterk uiteen. Met name het plan van team T. Koolhaas laat zien dat, bij zorgvuldige aan-
pak, ook met een geringe toevoeging een groot effect bereikt kan worden. Daar waar in dit
plan het probleem nog wordt vereenvoudigd door langs het kanaal veel bebouwing te slopen
waardoor het kanaal kan worden gekoppeld aan de Nieuwelaan, is het plan van bureau Hoog-
stad op dit punt overtuigender doordat het ook met een geringe omvang van de sloop er in
slaagt om met een beperkte toevoeging een sterk effect te sorteren. Essentieel daarbij is het
voorstel om een een promenade op een steiger langs de kanaaloever toe te voegen.
Een tussenpositie wordt ingenomen door het plan van team Heeling dat een middelgroot park
weet te realiseren waarvoor echter wel een omvangrijke sloop nodig is. Een voordeel van deze
oplossing is dat de Oostpoort een bijzondere situering krijgt, alhoewel ook de huidige situatie,
waarbij sprake is van een stedelijk buitenplein, in ruimtelijk opzicht goed voldoet.
Team OD 205 en team Terracotta nemen in dit opzicht een extreme positie in door van het
openbare groen een dominant ruimtelijk element te maken. Bij de gepresenteerde beelden kan ... ..... .. ......,
..
de kanttekening worden geplaatst dat het nog maar de vraag is in hoeverre alle fel groen inge- .... . ....... . ...... . ..
kleurde plekken in de praktijk ook daadwerkelijk een groen karakter zullen krijgen, met name
door de optimistische houding ten aanzien van de parkeeroverlast. ~:~~~p;~fiSi~~!~~~!;~nSd~~r~e~:;::: : . : . : : : : >: /:?.????????????:
......... :.:.:.:.:.:.:::.:.:.:.:.::::::::::;:::::::::::::::::::::::.:.:
............
................. .................... .......
...............
. ...... . .
...............
..
. ....
. ............. .
"

............. ...............
. ................. .
................. .......
....... .....
............. .......................
. .......... .
.................. .
::'..............
:':':' ::::::::::;::)~:~:~<;~;~;:>~;::::;:;:::;:;: ;:;:;:;::'::: ';'; ;.:
.............. ............ ................
... . .. ................
........................
................ ........................ . .
::::: ~: ~::::::: ~::::;: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~ ~: ~. ~. i· ~.;.;.:.;.:.:.;.:.:

78
recreatieve uitbuiting routes
In combinatie met de aanleg van de stedelijke groenvoorzie-
ningen, kunnen enkele hinderlijke lacunes in het patroon van langzaamverkeersroutes worden
:::.:::::.:.:.:.::::::;::;:; ~: ~: ~: ~; ~; ~: ~: ~: ~: ~: ~::;:;:: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~::: verholpen. Gezien de beperkte omvang van de beschikbare ruimte vereist dit een zorgvuldige
"::::::::;::::::::::;:;:;:;:::::::::;:::::;:;:;:::::::;::::::::::::::::::::;::::: uitwerking van materialisering, verlichting, niveauverschillen en rustpunten.
:;:;::;;:;:;:;:;:;;;:;;;:;:;:::;:;:;:;:::;;;;;:::;:;:;:;:;:;:;:;:::::::;:;;:;::;:; Met name de langzaamverkeersroutes langs het Rijn-Schiekanaal en langs het tracé van de
Zuidergracht, alsmede de noordzuid-route tussen de St.Sebastiaansbrug en de binnenstad ko-
;;:\!:!::I·:!;i.ii:::i:i:i:i:::!:i:i:i!i!!:!:!:::::!:!'!:!:!:::!:!:!':::.!::' men als recreatieve route in aanmerking .

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

:.:.:.:.:.:.:.:. ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~; ~:;;:::::::; ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~: ~; ~: ~: ~: ~: ~: ~:
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
::::::::::::;:;:::::::~;~:>~:~:~:~~~>~~~?~;)(~{~~~~~;~;~;~:~:}~

:::::::::::::::::::~:~:>~<:~:~~~~~~~~~~~~~~~~>~~~~~~~>:~:~:~:~:~:~:~:~
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

I
team Heeling
massawerking en ruimtebeeld
De opzet van de bebouwing bestaat uit enkele relatief
-
79

grote volumes. Er is niet gekozen voor een eenduidig princi-


pe van bebouwen maar meer voor een ad hoc strategie waar-
bij voor iedere deellocatie gezocht is naar een optimale
oplossing. Het plan bevat dan ook uiteenlopende bebou-
wingswijzen, van voorstellen voor de invulling in bestaande
bouwblokken via nieuwe bloksgewijze bebouwing naar soli-
taire objectsgewijze bebouwing.
Een opmerkelijke keuze is gedaan voor de bebouwing bij
het voormalige gebouw voor Werktuigbouwkunde aan de
Ezelsveldlaan. Door dit gebouw te omsluiten door een haak-
vormige kantoorwand komt het complex te liggen in een su-
perblok. Dit biedt de mogelijkheid om de binnenzijde van dit
blok een meer gevarieerd en experimenteel karakter te ge-
ven, overeenkomstig de bebouwingswijze op sommige plaat-
sen in de binnenstad waar ook de binnenterreinen een multi-
functioneel karakter hebben.

a
stedelijke situering en verkeersontsluiting
In hoofdopzet volgen de bouwblokken het orthogonale
richtingenpatroon van de locatie maar de maatvoering daar-
6.3 BEBOUWINGSWIjZE van wordt, met name in het oostelijke plandeel, in sterke ma-
te doorbroken. De richtingsverdraaiing van de St.Sebasti-
De bebouwingswijze wordt beschouwd als één van de aansbrug ten opzichte van dit orthogonale patroon wordt ge-
ontwerpmiddellen waarmee de identiteit van de locatie accentueerd door de bebouwing die deze versmalde brug
kan worden geaccentueerd. Gesloten bouwblokken bij- gaat flankeren mee te draaien. Daardoor kan de brug een ele-
voorbeeld verschaffen een grotere continuïteit ten opzich- ment worden dat in architectonisch opzicht is geïntegreerd in
te van het aangrenzende In de Veste gebied terwijl daar- de locatie.
entegen een meer objectsgewijze bebouwing kan leiden Bij de ontsluiting van de voorgestelde bebouwing is een c
tot een versterking van de identiteit van de locatie. Daar- sterk onderscheid gemaakt tussen formele en programmati- '--------------'
naast kan de bebouwing gebruikt worden om aan de sche aspecten. Zo is in het haakvormige blok de bevoorra-
openbare ruimte een richting te geven die contrasteert dings- en parkeerfunctie geregeld vanuit de binnenhof terwijl
met de richting van de aangrenzende stadSdelen. de showrooms op de representatieve buitenzijde zijn gericht.
In deze paragraaf ligt echter een hoofdaccent op de Dit zelfde onderscheid tussen formele en programmatische
ruimtelijke en programmatische kenmerken van de be- aspecten is afleesbaar bij de parkeergarage, waar gekozen is
bouwing als zodanig. Dit betreft aspecten als: stedelijke voor een grote parkeerdoos die op het straatniveau is gevat in
situering, ontsluiting, bouwhoogte, typologie en ruimtelij- een schil van openbare voorzieningen. Een tweede contraste-
ke accenten. rend fenomeen is de verscholen en intieme woonwereld die
is gesitueerd op het dak van deze hoogstedelijke voorzie-
In hoofdlijnen kan een onderscheid gemaakt worden ning.
tussen twee uitersten in de manier van omgaan met pro- d

gramma en vormgeving van de bebouwing. Enerzijds het bouwhoogte


gebruiken van de vormgeving als middel om de onder- Er is gestreefd naar een beperkte bouwhoogte, ook daar
scheidelijke programma-onderdelen zichtbaar te maken, waar dit vanwege de gewenste zichtlijnen niet strikt noodza-
a woonboten op de Zuidergracht.
gezien naar het oosten anderzijds het hanteren van de vorm van de bebouwing kelijk zou zijn. Deze gelijkmatige bebouwingshoogte is zo-
team Heeling
als een compositorisch middel. Zo kan bijvoorbeeld wor- danig dat de locatie Zuidpoort zich duidelijk onderscheidt
b maquettefoto van het superblok. den gekozen voor een consequente bebouwingswijze met van de binnenstad, zonder dat de binnenstad wordt gedomi-
gezien naar het noordoosten
c gezoneerde opbouw van de loca-
stroken bouw waarbij deze stroken met verschillende pro- neerd.
tie gramma-onderdelen zijn ingevuld. Vanzelfsprekend be-
d doorbreking va n de maatvoering
van de locatie in het oostelijke
vindt zich een rijk gevuld overgangsgebied tussen de bo- bebouwingstypologie
plandeel vengenoemde theoretische uitersten. Door de keuze voor een zo specifiek mogelijke aanpak
-
80

_I tfu 0IJr;
per deellocatie komt het team ook tot specifieke typologische
oplossingen. Slechts bij een deel van de grote bouwvolumes
is dit nader uitgewerkt.
Bij de parkeergarage is gekozen voor een sterke integra-
centrale openbare voorzieningen bevinden en die in hun
maatvoering zijn bepaald door enerzijds de bestaande bebou-
wing aan de Zusterlaan en anderzijds de gewenste maatvoe-
ring van het centrale plein.

-É~~E'~~'~$~;~'~'~~:~~I~,~~~C~=~
=ç, ~
,~
.. _____ ____ __
·_~-o_ , a
tie tussen de typologie van de parkeergarage, namelijk een
splitlevel-systeem dat voordelen biedt ten aanzien van de Op het gekozen principe van de gesloten bebouwingswij-
lengte van de hellingbanen, én de typologie van de daarop ze is uitsluitend afgeweken bij de bebouwing langs het ka-
gebouwde woningen waarbij het niveauverschil wordt uitge- naal. Het complex woningen uit de zeventiger jaren aan de
buit om het bezonningsprobleem van de op het noorden geo- Zusterlaan is voltooid met een bebouwingswijze die een
riënteerde woningen op te lossen. Daarentegen zijn bij het transparant beeld suggereert met de mogelijkheid van door-
haakvormige gebouw de typologische consequenties van het zichten naar het kanaal, alhoewel de begane grond bestaat uit
grote bouwblok met een multi-functioneel binnenterrein, zo- een gesloten winkelfront. Het principe van transparantie is
als de woningoriëntatie en de wijze van stapelen, niet verder ook gehanteerd bij de bebouwing langs de geprojecteerde
uitgewerkt. passantenhaven.

ruimtelijke accenten en markeringen bouwhoogte


Het plan bevat vier ruimtelijke accenten die de en- De bouwhoogte wordt niet als een geschikt middel be-
treepunten en de centrale plek van de locatie markeren. De schouwd om de locatie een eigen karakter te geven. Met uit-
entree's worden gemarkeerd door een scherm in de bocht van zondering van het jeugdhotel aan de noord-zijde van het cen-
de Zuidwal, door het poortgebouw over de St.Sebastiaans- trale plein en de woontoren naast de St.Sebastiaansbrug (bei-
brug en door het nieuwe hotel. De centrale plek wordt ge- de zes bouwlagen op een onderbouw) is alle bebouwing ge-
markeerd door het verzonken voorplein van de bibliotheek lijkmatig qua hoogte (vier en drie bouwlagen), overeenstem-
dat via een hoge lobby doorloopt tot aan het kanaal. mend met de bouwhoogte van het In de Veste gebied. Het
Door deze nieuwe opzet krijgt de St.Sebastiaansbrug een onderscheid tussen vier en drie bouwlagen is gebruikt om de
herwaardering als een ruimtelijke markering van de verbin- woonwanden aan het Zuidplein en langs de Zuidergracht te
ding tussen de universiteitswijk en de binnenstad. kunnen onderscheiden ten opzichte van de overige bebou-
~~ __________________ ~b

wing.

team T. Koolhaas bebouwingstypologie


massawerking en ruimtebeeld De kleine halfgesloten bouwblokken van de universitaire
In aansluiting op het centrale ontwerpuitgangspunt, het campus bevatten een nauwkeurig bepaalde woningdifferenti-
streven naar een zo vloeiend mogelijke overgang tussen bin- atie en typologie. De twee- en drie-kamerwoningen zijn in de
nenstad en locatie, is gekozen voor een bebouwingswijze die meerderheid. De ondiepe blokken bevatten brede ondiepe
ten eerste een gesloten ruimte beeld oplevert en ten tweede woningen, ontsloten via een portiek terwijl de diepe blokken
een duidelijk contrast tussen de massa van het bouwblok en diepere woningl n bevatten, ontsloten via eigen opgangen.
de ruimte van straten en pleinen. Door de smalle breedtemaat van de blokken ondervindt een
relatief groot aantal woningen de nadelen van hoekwonin-
stedelijke situering en verkeersontsluiting gen.
De stedelijke situering van de ontworpen bouwblokken Een opmerkelijk typologisch kenmerk is de wijze waarop c
volgt het orthogonale patroon van straten, in aansluiting op de begane grondwoningen via een smal terras of loggia aan
de bestaande rooilijnen. Scherper gesteld: de bebouwings- een openbaar toegankelijke binnenhof grenzen. Dit uit-
wijze wordt bepaald door de wil om dit roosterpatroon door ganspunt veronderstelt een sociaal veilige woonomgeving.
middel van de vorm van de bebouwing duidelijker afleesbaar
te maken. ruimtelijke accenten en markeringen
In het regelmatige oostelijke gedeelte, de universi- Het plan wordt gestructureerd door een viertal nieuwe
teitscampus, wordt de dieptemaat van deze blokken bepaald ruimtelijke accenten waaronder één bestaande, de Oostpoort.
team Heeling vanuit de bestaande rooilijnen van de oostwest-gerichte ele- Deze verkrijgt opnieuw een markante positie in de zichtlijn
a dwarsdoorsnede door de parkeer- van de herstelde Zuidergracht. Als tegenhanger hiervan is
garage met terrashuizen
menten: de Zuidergracht, de Ezelsveldlaan en de Nieu-
b ruimtelijke accenten welaan. In de twee tussenzones ontstaat daardoor een ver- aan het west-einde van de Zuidergracht een nieuw landmark
schillende bouwblokdiepte. De breedte van de bouwblokken geprojecteerd, de markthal naar oud-hollands model. Deze
team T. Koolhaas
c bebouwingstypologie; boven: het is daarentegen gelijk gehouden, zodat regelmaat en verschil staat niet in de zichtlijn van de gracht, maar enigszins terzij-
maisonnette-type, beneden: het de zodat het ruimtebeeld niet wordt afgesloten maar omge-
portieketage-type
gelijkmatig zijn gedoseerd. In het westelijke plangedeelte is
d ruimtelijke accenten gekozen voor twee bijzondere bouwblokken waarin zich de bogen in de richting van de Brabantse Turfmarkt. Het derde
ruimtelijke accent is het centrale Zuidplein met de omringen-
de bijzondere bebouwing, een autovrij stadsplein, opgetild
op een podium. Naast winkels liggen op dit voetstuk een the-
verschillende typologische invullingen van de stroken nader
uitgewerkt. Allereerst het grondgebonden type: dit is een uit-
zonderlijk ondiepe woning, een ingeklemd torenhuis van vier
-
81

ater annex bibliotheek en een 'stadsatrium', een horeca-voor- lagen met dakterras en een open car-port onder het huis.
ziening voor jongeren. Een vierde markering bestaat uit de Voorts het panoramatype: een zeer brede en ondiepe rug-
woontoren naast de St.Sebastiaansbrug waardoor het schar- aan-rug woning met een eenzijdige oriëntatie.
nierpunt tussen het centrale plein en de kanaalzone wordt ge- c
accentueerd. ruimtelijke accenten en markeringen
Het stadstheater aan de opnieuw gedolven Zuidergracht
markeert, samen met het hotel aan het Achterom, het schar-
team OD 205 nierpunt tussen locatie en binnenstad. Het theater wordt het
massawerking en ruimtebeeld uitroepteken van de locatie. Binnen de locatie worden geen
In aansluiting op het centrale ontwerpuitgangspunt, de lo- accenten aangebracht door hoge bebouwing.
catie als een nieuw ruimtelijk scharnierpunt van Delft met
een eigen identiteit, is gekozen voor een bebouwingswijze Een laatste markering is de oostelijke entree die wordt
die zich qua massawerking en ruimtebeeld duidelijk onder- geleid door een dubbele poort onder twee bouwstroken.
scheidt van de omliggende stadsdelen. De bebouwingswijze Daardoor ontstaat een contrast tussen het voorpoortgebied
is in hoofdzaak een compositorisch middel: ten eerste voor bij de Oostpoort en het centrale stadspark.
d~~ ________________ ~
het bereiken van een ruimtelijke transparantie en openheid in
noordzuid-richting en ten tweede voor het bereiken van sa-
menhang door repetitie in de oostwest-richting. team Terracotta
massa werking en ruimte beeld
stedelijke situering en verkeersontsluiting Massawerking en ruimtebeeld van het dichtst bebouwde
De stedelijke situering van de stroken volgt het oorspron- gedeelte van het plan, het noordwestelijke segment, worden
kelijke orthogonale patroon. De noordzuid-richting wordt bepaald door twee uitgangspunten: ten eerste ruimtelijke
versterkt door de bebouwing en de oostwest-richting door transparantie in de noordzuid-richting ter ondersteuning van
een centraal groenelement. het karakter van het 'transitgebied' tussen binnenstad en uni-
Dit uitgangspunt heeft geleid tot de keuze voor een zelfde versiteitswijk; ten tweede het behoud van het open en lang-
bebouwingswijze voor verschillende bestemmingen. Zowel gerekte karakter van het voormalige stadseiland. De combi-
een bibliotheek alsook kantoren en woningen zijn onderge- natie van beide uitgangspunten leidt haast vanzelf naar een
bracht in strokenbouw. De keuze voor het onderling loskop- massawerking waarbij gebouwen als objecten in een open
pelen van vorm en programma, die al in het stedebouwkun- ruimte zijn geplaatst. De bebouwing bestaat uit twee series
dig plan lag verankerd, is hiermede op consequente wijze van acht slanke torens. Een deel daarvan is verzelfstandigd
doorgetrokken tot op het niveau van de architectonische uit- door ze te plaatsen op een sokkel, een onderbouw.
a werking.
Als gevolg daarvan is er nauwelijks nadruk gelegd op het stedelijke situering en verkeersontsluiting
onderscheid tussen voor- en achterkant, buiten- en binnen- Evenals de overige planelementen is de bebouwing zoda-
kant. Differentiaties kunnen ontstaan door de verschillende nig ontworpen dat deze bijdraagt aan de afleesbaarheid van
posities van de stroken in de locatie, door verschillende ma- de ge zoneerde opbouw van het gebied. Dit is het meest mar-
nieren van inrichten van het micromilieu alsmede door de ar- kant bij de serie torens die is gesitueerd in de zone tussen
chitectonische materialisering van de stroken. Zuidergracht en Ezelsveldlaan. De breedtemaat van deze zo-
ne kan iets worden vergroot door te profiteren van de dem-
bouwhoogte ping van de Zuidergracht.
De bouwhoogte is beperkt en gelijkvormig: eengezins- De verkeersontsluiting vindt plaats vanuit de twee paral-
woningen van vier verdiepingen en gestapelde woningen van lelstraten, waarbij het accent van de auto-ontsluiting ligt op
drie etages op een onderbouw. De overige bebouwing, kan- de Zuiderstraat.
toren en openbare gebouwen, variëren in bouwhoogte van In contrast met deze in serie geschakelde objecten bevat
vier tot zes lagen. het plan enkele afzonderlijk gesitueerde gebouwen, zoals het team 00 205
theater en het hotel. a graffiti op de gevel van de univer-
bebouwingstypologie siteitsbibliotheek
woningtypologie
Ondanks de overeenkomstige bebouwingswijze is de ty- bouwhoogte b het panorama-type
pologische uitwerking per segment en per programma-onder- De bouwhoogte van de stadstorens bedraagt zes lagen op c het grondgebonden type
deel verschillend. Voor de woonbebouwing zijn twee sterk een onderbouw of zeven lagen boven maaiveld. Deze hoogte d ruimtelijke accenten
82
~ maakt het mogelijk om de nieuwbouw af te stemmen op het ze, ofwel in de vorm van dichtbebouwde bouwblokken, of-
In de Veste gebied: door het hoogteverschil van twee tot drie wel in de vorm van een aaneengesloten bebouwingsstrip.
verdiepingen wordt de bestaande bebouwing niet gedomi- Deze opzet maakt het mogelijk om onderdelen middels een
neerd. Niettemin verzelfstandigt de nieuwe bebouwing zich poortgebouw te koppelen. Daardoor ontstaat een maximale
duidelijk. Ondanks de beperkte hoogte wordt het effect van contrastwerking tussen gesloten delen én het grote plein.
repeterende verticale objecten bereikt door de geringe
vloeroppervlakte van de torens. stedelijke situering en verkeersontsluiting
Het plan is in hoofdlijnen gebaseerd op het oorspronkelij-
bebouwingstypologie ke orthogonale en lineaire patroon. Dit patroon wordt op
Het team introduceert een voor delftse en zelfs voor ne- twee punten geamendeerd. Het centrale plein doorbreekt en
derlandse begrippen nieuwe bebouwingstypologie: de woon- onderbreekt de gezoneerde opbouw van de locatie. Daarnaast
kantorens. Dit betreft de volgende aspecten: is gekozen voor het introduceren van een nieuwe en domi-
· de torens hebben een overeenkomstig volume maar ze her- nante richting, een diagonale lijn die de achterzijde van het
bergen verschillende bouwprogramma's; de westelijke Achterom inkadert en die een begeleiding vormt van de
groep van vier torens bevat kantoren, de middelste groep nieuwe westelijke entree van de locatie. Deze ingreep wordt
van zes torens heeft een gemengde bestemming van kanto- gecombineerd met een verdubbeling van het blok woningen
ren en woningen, terwijl de oostelijke groep van zes torens aan de Zusterlaan. Hier is onmiskenbaar sprake van een
uitsluitend (duurdere) woningen bevat; deze programmati- compositorisch scerzo: door een verkeerde ontwerpbeslis-
sche verdeling is slechts één van de mogelijkheden; zowel sing uit het verleden te verdubbelen lijkt de fout enigszins te
tijdens het planvormingsproces alsook in het toekomstig worden hersteld. In plaats van een willekeurig afgeschuind
gebruik zijn veranderingen van bestemming denkbaar; er stuk bouwblok ontstaat nu een verspringende wand van de
wordt alvast een voorschot genomen op het gegeven dat ne- nieuwe gracht.
gentiende eeuwse stadsvilla's zich goed laten omfunctione- De ontsluiting van de bebouwing vindt plaats via de oost-
ren tot kantoren west-gerichte stadsstraten die in het westelijke plandeel wor-
· het principe van een langwerpige middenkern met stijgpun- den voortgezet, deels over het centrale plein heen en deels
ten en voorzieningen biedt de mogelijkheid om kantoren onder het centrale plein door.
per etage te verhuren
· de beperkte omvang van de torens (10 x 17,5 meter) alsme- bouwhoogte
de het streven naar comfortabele woningen, met een pano- De bouwhoogte is gebruikt als middel om de homogeni-
ramisch uitzicht, leidt tot het principe van één grote woning teit van de bebouwing zichtbaar te maken alsmede de conti-
per etage of twee kleinere nuïteit tussen locatie en binnenstad. Terwijl de algemene
bouwhoogte vier bouwlagen op een lage onderbouw is wordt
ruimtelijke accenten en markeringen de bebouwing rond het plein iets verhoogd om de autonomie
Alhoewel de ruimtelijke compositie van het plan is geba- van deze stadsruimte te accentueren. Het enige element dat
seerd op architectonische-assen en op zichtlijnen is daarbij de homogeniteit van deze bebouwing doorbreekt is een kan-
slechts spaarzaam gebruik gemaakt van gebouwen als bij- toortoren van twaalf verdiepingen, die bedoeld is als oriënta-
zondere ruimtelijke accenten. Vaak is het één van de zestien tiepunt.
torens die het zicht bepalen. Doordat de torens niet op een
uniforme manier zijn uitgewerkt dragen ze bij tot de oriën- bebouwingstypologie
teerbaarheid in de locatie. De bebouwingstypen zijn niet in detail uitgewerkt. Wel is
In de omgeving van de oprit van de St.Sebastiaansbrug, er sprake van een typologisch onderscheid in de verschillen-
een punt waar een inbreuk plaatsvindt op de oostwest-zone- de zones. De grote bouwblokken bevatten maisonnettes en in
ring van de locatie, is wél gekozen voor nadrukkelijk gesitu- de koppen langs het centrale plein winkels op de begane team Terracotta
a dwarsdoorsnede door de dubbele
eerde gebouwen: allereerst twee hogere gebouwen aan grond. De bebouwingsstrip langs de Zuidergracht bevat een reeks torens met de parkeergara·
weerszijden van de oprit, een hotel en een verzorgingstehuis meer gemengd programma. ge
b typologische opbouw van de
en voorts het theater met het uitwendige projectiescherm dat 'woonkantorens'
zodanig is geplaatst dat het de aandacht trekt op de looproute ruimtelijke accenten en markeringen c ruimtelijke accenten
.......'""'-_ _ _ _ _ _ _ _ _--1 c die via de Beestenmarkt op de binnenstad aansluit. De dosering en situering van ruimtelijke accynten hangt bu reau Hoogstad
samen met het centrale ontwerpuitgangspunt: de oriënteer- d contrastwerking tussen het cen·
trale plein en de dichtbebouwde
baarheid. De vista's vanaf de drie entreepunten (west, zuid en delen; introductie van een nieuwe>
bureau Hoogstad oost) zijn gericht op markante punten. Dit komt het duide- richting in de locatie, de diagona-
massawerking en ruimtebeeld lijkst naar voren bij de zuidelijke entree. Daar i~ het bibli- le gracht; vogelvlucht, gezien
n>aar het zuid-oosten
Het plan gaat uit van een aaneengesloten bebouwingswij- otheekcomplex, in combinatie met de kantoortoren, uitge- e ruimtelijke accentèn
werkt als een gemarkeerde Zuidpoort. Deze oplossing heeft
als bezwaar dat dit markante poortmotief ten koste gaat van
de toetreding van daglicht in en het uitzicht vanuit het nabij
-
83

gelegen Spookhuis. In de zichtlijn vanuit het zuiden, over de


St.Sebastiaansbrug, is voorts een hotel geplaatst.
Vanuit de westelijke entree, de verdubbelde Hambrug, is
een monumentale gracht gericht op een poort in het theater-
scherm. Vanuit de oostelijke entree is hiervoor een minder
dominant middel ingezet namelijk een verhoogde poort in de
wand van het centrale plein.
e~~ __________________ ~
CONCLUSIES

-
84
algemeen
Het gegeven dat duidelijke programmatische randvoorwaar-
den ontbraken was voor geen van de teams aanleiding tot het presenteren van alternatieve be-
bouwingsmogelijkheden voor verschillende programmatische invullingen. In plaats daarvan is
gekozen voor het stellen van een hypothese over een optimaal bouwprogramma, om voorts al-
le aandacht te concentreren op de vormgeving van de openbare ruimte , Gezien de beperkte
omvang van de locatie enerzijds en de hooggespannen verwachtingen van de mogelijkheden
anderzijds hebben de teams de bebouwingswijze niettemin beschouwd als één van de centrale
studiethema's.
Daarbij is niet in eerste instantie gestudeerd op extravagante bebouwingsvoorstellen. Ook ge-
ijkte modieuze oplossingen, zoals glitterdoos of 'urban villa' , komen sporadisch voor. De be-
bouwing werd wel gezien als een belangrijk middel om de identiteit van de locatie te bena-
drukken maar vaak kregen andere ruimtelijke middelen de voorrang.

het verband tussen vorm en programma van de bebou-


wingswijze
De studieplannen laten zich onderscheiden naar de volgende
manieren van aanpakken van de bebouwingswijze:
· bij bebouwingsvoorstellen die uitgaan van een objectmatige situering van gebouwen in het
stedelijke landschap, stroken of torens, hebben concepten de voorkeur die een programmati-
sche neutraliteit koppelen aan een specifieke vormgeving (team OD 205 en team Terracotta)
a
.. ......... .......... .. .
.. . ..........
. .. ....
· bebouwingsvoorstellen die uitgaan van een geïntegreerde en homogene opzet dwingen de
ontwerper tot gedetailleerde en nauwkeurige uitspraken ten aanzien van de gewenste
~LrJ'
~ r,.· ~~
, ~
programma's en de gehanteerde typologie (team T. Koolhaas en bureau Hoogstad)
-+ .
" "
". "'''' , f ..- -+ Er=
' ",
~

~ l' f t t f t
stedelijke situering en verkeersontsluiting
Het bestaande patroon van de locatie, opgebouwd uit paral-
~ ~ ~ I"·"''''
lelle zones van verschillende breedte, blijkt goed bruikbaar te zijn als onderlegger voor een

-trnJ=m~J tUI
nieuw plan. Een radicaal nieuw ruimtelijk beeld kan gerealiseerd worden zonder het bestaande
stratenpatroon drastisch te wijzigen.
t t t l' f t b

gezoneerde opbouwen maatvoering van de bebouwing


Het gegeven dat deze zones relatief smal zijn heeft conse-
quenties voor de maatvoering van de bouwblokken. Bij een te groot aantal versnijdingen in de
dwarsrichting ontstaan miniatuurbouwblokken met alle bezonningsproblemen van dien. Dit
zou een aanbeveling kunnen zijn voor het introduceren van meer langgerekte bebou-
wingsoplossingen en voor een geringer aantal dwarsstraten in de noordzuid-richting:

uniforme bebouwingshoogte
Een opvallende overeenkomst van de studieplannen is de
keuze voor een uniforme bebouwingshoogte. Dit is één van de middelen waarmee bereikt kan
worden dat de locatie een duidelijke identiteit verkrijgt zonder dat deze het beeld van de aan-
grenzende delen van de binnenstad verstoort.
Het afwijzen van ruimtelijke plasticiteit, die kan ontstaan door verschillen in bouwhoogte,
leidt tot twee uiteenlopende manieren van inrichten van de openbare ruimte:
· het accentueren van de profilering en de maatvoering van de openbare ruimten waarbij een a team OD 205; objectmatige situe·
spel wordt gespeeld met contrasterende ruimteprofielen (team Heeling, team T. Koolhaas en ring van gebouwen
b team T. Koolhaas; geïntegreerde
bureau Hoogstad) en homogene opzet van de beo
· het accentueren van een contrast tussen bebouwing en parklandschap (team OD 205 en team bouwing
c team T. Koolhaas; contrasterende
L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _--1. c Terracotta) ruimteprofielen
85
de locatie als typologisch laboratorium
De ruimtelijke en programmatische problematiek van de lo-
I
catie is aanleiding tot het beproeven van nieuwe typologische mogelijkheden. Een expliciet
voorbeeld levert team Terracotta waarbij uitgegaan wordt van de eis dat het type verschillende
programma's moet kunnen opnemen. Ook het langgerekte en ondiepe blok van bureau Hoog-
stad is hiervan een voorbeeld. Hierbij is echter sprake van een type dat in programmatisch op-
zicht sterker gefixeerd is.

ruimtelijke accenten
Slechts in beperkte mate wordt gebruik gemaakt van nieuwe
ruimtelijke accenten in de compositie van het stedelijke landschap. Voor het verbeteren van de
oriënteerbaarheid in de locatie richten de ontwerpers zich in eerste instantie op bestaande mar-
keringspunten in de binnenstad.
Daarnaast speelt in meerdere plannen het poortmotief een belangrijke rol, zowel op een letter-
lijke wijze alsook op een meer symbolische wijze. Met name de entree vanuit het zuiden naar
de binnenstad wordt vaak op een letterlijke wijze als stadspoort uitgewerkt. Dit blijkt overi-
gens steeds conflicten op te leveren ten aanzien van het Spookhuis. Dit pas gerenoveerde laat-
negentiende eeuwse pand wordt ofwel gesloopt ofwel dik ingepakt.
86
mogelijkheden voor hergebruik -het wie sloopt wat?-,
alsook om de betekenis van de cultuurhistorische monu-
menten in de ruimtelijke compositie van het plan. Het ac-
cent ligt hierbij dus uitdrukkelijk op de ruimtelijke bete-
kenis van het hergebruik van bestaande gebouwen voor
het stadsbeeld. De financiële aspecten van hergebruik en
sloop komen meer gedetailleerd aan de orde in hoofdstuk
14.

team Heeling
Het plan is gebaseerd op het uitgangspunt van het beper-
ken van de omvang van de sloop zowel vanuit een ruimtelijk
alsook vanuit een economisch criterium.
Voor een groot gedeelte van de oude TU-gebouwen
wordt hergebruik voorgesteld. Hier is een economisch crite-
rium doorslaggevend. In de omgeving van de Oostpoort
daarentegen wordt de sloop van vrijwel alle bebouwing
noodzakelijk geacht om ruimte te kunnen bieden aan het
stadspark. Zelfs enkele gloednieuwe gebouwen moeten het
veld ruimen. Hier is dus een ruimtelijk criterium doorslagge-
vend.
6.4 INTEGRATIE VAN BESTAANDE BEBOUWING EN DE OM- Met uitzondering van de schoorsteen van het oude ge-
VANG VAN DE SLOOP; HERGEBRUIK EN BETEKENIS VAN bouw voor Werktuigbouwkunde hebben de gespaarde TU-
BESTAANDE GEBOUWEN IN HET STEDELIJK LANDSCHAP gebouwen geen essentiële betekenis voor de wijze van com-
poneren van de ruimte, doordat ze worden 'ingepakt' in een
De locatie stelt als specifiek probleem dat ze vrij dicht nieuw bouwblok. Dit geldt niet voor de tuinierswoningen in
bebouwd is. Dit betreft niet alleen de oude TU-gebouwen de bocht van het kanaal. Naast een hergebruik als 'Herberg
maar ook de recente woonbebouwing die zonder een inte- De Nieuwe Prins', in aansluiting op een recreatieve ontwik-
graal plan voor de locatie tot stand kwam. Dit gegeven keling van de kanaaloever, krijgt deze ook in de compositie
dwingt tot een standpunt over de mogelijkheid om de be- van het stadspark een grotere betekenis.
staande bebouwing in het nieuwe plan ruimtelijk te inte-
greren alsmede over de economische waarde van deze ge- Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is het voorgestelde
bouwen. sloopprogramma overigens niet geheel navolgbaar. Met na-
De herinnering aan de opbloei van Delft in de negen- me het voorstel om het onlangs gerenoveerde voormalige
tiende eeuw, als stad van industrie en van technisch on- Bacteriologisch laboratorium te slopen ten behoeve van de
derwijs, zou bij uitstek in beeld kunnen worden gebracht nieuwe universiteitsbibliotheek roept vraagtekens op.
in de locatie. De tweede generatie TU-gebouwen werd er
gebouwd, vaak in een broodnuchtere en uiterst zakelijke
stijl, een voorloper van de zakelijke architectuur van het
interbellum. Ook het verenigingsgebouw van de roeiende team T. Koolhaas
heren studenten kan beschouwd worden als een gedenk- Het plan maakt een aanzienlijk sloopprogramma noodza-
teken. kelijk. Zowel het Spookhuis als het voormalige gebouw voor
Het belang van de historische bebouwing voor het col- Werktuigbouwkunde worden weggedacht alsmede de oude
lectieve geheugen van de stad is echter niet per definitie en nieuwe woningbouw langs de Ezelsveldlaan en de Nieu-
verbonden aan gebouwen met een architectuur-histori- welaan. Voorts worden enkele panden langs het Achterom
sche betekenis. Ook minder monumentale panden kun- weggedacht voor de aanleg van een markthal en het door-
nen van belang zijn. Vooral als de beschouwer, door een trekken van de Zuidergracht naar het Achterom.
goed doordachte verbouwing in geval van hergebruik, Het schakelstation aan de Nieuwelaan wordt beschouwd
opmerkzaam wordt gemaakt op de tijdsdimensie. als een niet te elimineren obstakel. Door dit station op te ne-
ir. l.C. Kalft en ir. J.D. Hanrath, club-
gebouw van de studentenroeivereni-
In deze paragraaf gaat het zowel om de wijze waarop men in een brede groenzöne zou deze kunnen worden geab-
ging, 1926 de teams omgaan met de bestaande bebouwing en met de sorbeerd.
87
Ook het blok woningen aan de Zusterlaan krijgt een bureau Hoogstad
plaats door het af te maken en te koppelen aan het centrale Ondanks een radicaal nieuw ruimtelijk beeld en een alge-
plein. hele wijziging van de programmatische functie van de loca-
Het enige gebouw dat vanuit cultuurhistorische overwe- tie wordt in het plan van bureau Hoogstad de slopershamer
gingen wordt gespaard, de roeiclub, is gebruikt als een com- spaarzaam en op uiterst selectieve wijze gehanteerd. Dit be-
positorisch middel door voor dit gebouw een klein plein te treft kleine onderdelen die moeten verdwijnen om de be-
situeren dat de 'vernieuwde Nieuwelaan' beëindigt en scha- staande bebouwing beter te kunnen integreren in de nieuwe
kelt aan het kanaal. planopzet. Een gedeelte van het bouwblok aan de Zusterlaan
wordt gesloopt ten behoeve van het centrale plein en de uni-
versiteitsbibliotheek, alsmede enkele percelen aan het Ach-
team OD20S terom ten behoeve van het stadstheater. Voorts wordt voor-
Alle bebouwing in de locatie wordt op termijn gesloopt, gesteld om de woningen tussen het Spookhuis en het scha-
met uitzondering van de roeiclub en de machinehallen van kelstation te slopen om ruimte te bieden voor een restaurant
het voormalige gebouw voor Werktuigbouwkunde. Ook de aan het water.
recent gebouwde woningen worden voorbestemd voor de Een deel van de TU-gebouwen wordt hergebruikt voor
slopershamer, zij het pas over twee decennia als ze vroegtij- transito-bestemmingen, zoals startende bedrijfjes, ateliers,
dig zijn afgeschreven. Daarnaast wordt voorgesteld om enke- adviesbureau's en dergelijke. In programmatisch opzicht kan
le panden aan het Achterom te slopen zodat daar ruimte ont- dit hergebruik van het gebouwde culturele erfgoed een ver-
staat voor de bouw van een groot hotel. rijking van de locatie betekenen.
Geen enkel element wordt als obstakel beschouwd, zelfs In ruimtelijk opzicht worden de bestaande gebouwen niet
de St.Sebastiaansbrug niet. Als er sprake is van het sparen als autonome objecten benadrukt maar als onderdeel van de
van bebouwing gebeurt dat louter vanuit een oogpunt van vernieuwde bebouwingszönes.
cultuurhistorische betekenis. Dit is bijvoorbeeld het geval bij
het roeipaviljoen.
De machinehallen van de oude TU-gebouwen worden
hergebruikt als een groot parkpaviljoen in het centrale park
terwijl de schoorsteen wordt gebruikt als oriëntatiepunt voor
de routes door dit park.

team Terracotta
Het team kiest voor een flexibele aanpak van het vraag-
stuk van de sloop. Er zijn drie varianten gepresenteerd waar-
in de omvang van de te slopen bebouwing varieert. In de
planvariant 'minimale sloop' wordt het gebouw voor Werk-
tuigbouwkunde als geheel behouden. Daar is echter geen
voorstel voor het soort hergebruik aan gekoppeld. In de uit-
gewerkte variant wordt dit gebouw gesloopt alsmede de laat-
negentiende eeuwse woonbebouwing langs de Nieuwelaan
en de bedrijfsopstallen tussen de Ezelsveldlaan en de Zuider-
gracht, om plaats te maken voor de geprojecteerde stedelijke
groenvoorziening.

Het Spookhuis wordt voor de sloophamer gespaard. De


conflictueuze situering van de brug ten opzichte van dit ge-
bouw blijft bestaan ter illustratie van het heterogene karakter
van de locatie maar tevens krijgt het Spookhuis een nieuwe
situatieve betekenis doordat het theaterplein eraan wordt ge- a de machinehallen van de oude
koppeld. TU-gebouwen in 1983, gezien
naar het noorden (A.Ph.S.)
Een van de machinehallen van het voormalige gebouw b team Terracotta; de Ezelsveld-
voor Werktuigbouwkunde wordt benut als onderdeel van het Iaan, omgevormd tot een prome-
nade, gezien naar het oosten; de
nieuwe theater terwijl ook de schoorsteen benut wordt als schoorsteen fungeert als marke-
b markeringspunt voor diverse routes. ring voor elkaar kruisende routes
-
CONCLUSIES
88
het verband tussen de plan kwaliteit en de omvang van de
sloop
Vergelijking van de plannen maakt duidelijk dat de omvang
van de te slopen bebouwing niet van doorslaggevende invloed is op de ruimtelijke kwaliteit.
Zowel plannen die streven naar een minimale sloop, alsook plannen die uitgaan van een vrij
omvangrijk sloopprogramma weten een aantrekkelijk totaalbeeld voor de locatie voor te scho-
telen. De essentiële vragen hierbij zij n: in hoeverre zijn voor ieder plan afzonderlijk de voor-
gestelde sloopmaatregelen essentieel in ruimtelijk opzicht en in hoeverre zijn deze vanuit stra-
tegisch oogpunt en vanuit de eis van faseerbaarheid goed doordacht?
Bij beleidsbeslissingen over de te slopen bebouwing dient een integrale afweging plaats te vin-
den op basis van enerzijds economische criteria en anderzijds cultuurhistorische criteria, ge-
koppeld aan de mogelijkheid tot hergebruik en aan de functie van het gebouw in de ruimtelijke
compositie van de locatie.

a cultuurhistorische betekenis en ruimtelijke situering van


gebouwen
Met betrekking tot gebouwen die vanuit cultuurhistorische
oogpunt van belang zijn worden de volgende gezichtspunten naar voren gebracht:

clubgebouw van de roeivereniging


Het clubgebouw van de roeivereniging Laga wordt door alle
teams van belang geacht zowel vanuit cultuurhistorisch alsook vanuit architectonisch oogpunt.
Daarnaast kan het een centrale rol spelen in de ruimtelijke compositie van de locatie. Het kan
dienen als markering van het punt waar drie essentiële elementen aan elkaar worden gescha-
keld: het kanaal, een nieuw stadspark bij de Oostpoort én de 'te verfraaien' Nieuwelaan.

het Bacteriologisch laboratorium, het Spookhuis


Behoudens team Terracotta en bureau Hoogstad achten de
teams de sloop van het Spookhuis nodig om de bijzondere locatie aan het kanaal -naast de
oprit van de St.Sebastiaansbrug- te kunnen benutten voor een openbaar doel. Het voorstel van
team Heeling, om het voorplein van de bibliotheek door te laten lopen tot aan het kanaal,
maakt een dergelijke ingreep nog acceptabel. Bij het voorstel voor de aanleg van een passan-
tenhaven, zoals dit is gedaan in het plan van team T. Koolhaas, is het te vraag of de geleverde
b kwaliteit de sloop wel kan rechtvaardigen.

het gebouw voor Werktuigbouwkunde


Gezien de situering tussen de binnenstad en de technostad
wordt het gebouw geschikt geacht voor een bestemming als bedrijfsverzamelgebouw voor
startende ondernemers, specifiek gericht op de spi n-off van de universiteit. In de betreffende
voorstellen wordt het complex overigens niet benadrukt als een gebouw dat vanuit cultuur-
historische oogpunt van belang is.

het complex woningen aan de Zusterlaan


Afhankelijk van de mate waarin het als een sta-in-de-weg
wordt beschouwd voor een optimale planontwikkeling wordt het complex op uiteenlopende
wijze aangepakt:
· team OD 205 stelt voor het complex in zijn geheel te slopen; daardoor wordt een essentieel a de voormalige tuinierswoningen
in de bocht van het Rijn -Schieka-
planonderdeel -de herstelde Zuidergracht- slechts op lange termijn uitvoerbaar naai, in plan team Heeling omge-
· team Heeling geeft het complex in ruimtelijke opzicht een sterker isolement door het te be- bouwd tot 'Herberg De Nieuwe
Prins'
schouwen als de kop van het stadsei land en als de markering van de westelijke entree van het b het voormalige Bacteriologische
eiland laboratorium, het 'Spookhuis', na
verbouwing tot woongebouw, ge-
· bureau Hoogstad kiest voor de 'verdubbeling van een historische vergissing' waardoor een zien vanaf de zuid -oever van het
nieuw stedelijk element geïntroduceerd kan worden, de diagonaal gerichte stadsgracht kanaal
89
het appartementen blok bij de Oost poort
Bij plannen die consequent vasthouden aan de bestaande ge-
zoneerde opbouw van de locatie is het mogelijk om het oostelijke plandeel een groen karakter
te geven zonder dat daarvoor de sloop van het appartementenblok aan de Oostpoort een ver-
eiste is. In het plan van team Heeling, dat de zonering doorbreekt en dat een nieuwe weg pro-
jecteerd langs de zuid-zijde van de Zuidergracht, is de sloop van dit blok wel een vereiste. De-
ze keuze beïnvloedt in sterke mate de exploitatie-opzet van het plan. De haalbaarheid van de
het appartementenblok bij de Oost. overige planelementen wordt daardoor ondermeer afuankelijk van de boekwaarde van dit wo-
poort, gezien naar het westen ningblok .
90

a de rafelige rooilijn in het weste-


lijke gedeelte van de Zuider-
straat, gezien naar het westen
b de Ezelsveldlaan, gezien naar het
b oosten
HOOFDSTUK7 KW ANTIFICA TIE VAN DE PROGRAMMA 'S
samengesteld door de Gemeente Delft
Dienst Stadsontwikkeling, Afdeling Stedebouw

91
team team team team bureau
bestaand Heeling T. Koolhaas OD20S Terracotta Hoogstad

wonen 177 164 546 108 2 313 461


(in aantal won.) x' 80 3

parkeren 400 875 600 600 630


(in aantal + 1404 3005 170'
park.pl.) Ha 496

IIb 148

He 213

m 80'+5+7 231

busstation x x x6 x7 X x
(regionaal)

kantoren (m 2) 21.000 800 19.500 7.200 11.250


1.3008

bedrijven/ 1.200 3.750


winkels (m 2)

bedrijven/ 750 16.765


ateliers (m 2) 5005

hotel (m 2) 4.000 3.450 3.500 3.000 4.000

mensa (m 2) 750 x

stadshal (m 2) 750
wonen: genoemd aantal is resultante van sloop en nieuwbouw theater (m 2) 2.4005 8.300 1.400 2.5009 4.276
parkeren: vrije parkeerplaatsen op straat zijn niet meegerekend
I in gebouwde parkeervoorziening bibliotheek (m 2) 18.000 6.700 8.500 10 2.5009 5.195
II betaald parkeren , zowel t.b. v. kortparkeerders
als voor vergunninghouders soe./eult. voorz. (m 2) 1.500 450
Ua locatie Zuidpoort
rib Gasthuisplaats markthal (m 2) 200
Uc MB04 - Yperstraat
m niet openbare parkeerplaatsen
winkel (m 2) l.l50 3.2007 4.730
I t.p. v .Gasthuisplaats
2 per woning 135 m 2 brutovloeroppervlakte
paviljoen (m 2) 1.500 330
3 40 won. t.p.v. Gasthuisplaats/40 won. I.p.v. Yperstraat
watersport/ 400
4 eventuele uitbre iding met een laag onder de grond
5 I.p.v. Yperstraat haventje (m 2)
6 bij centraal station NS
7 t.p.v. MB04-terrein park (m 2) 5.000 15.000 20.000
8 ten zuiden van St.Sebastiaansbrug
9 of theater ofbibl iotheek gem. bebouwingsindex (%) 27 29 20 16 33
10 waarvan 6.700 m 2 t.b.v. vergader- en congresfacil.iteiten, tentoonstel-
lingsruimten en kantoren met publieksgerichte functie s b.v.o. (m 2) 84.400 101.800 63.150 65.500 130.500
92

a silhouet van de binnenstad, va-


naf de St.Sebastiaansbrug gezien
na ar het noorden
b de Kanaalweg en de bocht in het
Rijn-Schiekanaal, gezien naar het
b zuidwesten
HOOFDSTUK8 CRITISCHE KANTTEKENINGEN
Rein Geurtsen

93
In de voorafgaande hoofdstukken ligt het accent op de ker, voor de manier waarop deze ~ich kan oriënteren in het
analyse, op de uiteenrafeling van de vijf plannen en op nieuwe stadsdeel en voor de manier waarop deze zich het
onderlinge vergelijkingen. In dit hoofdstuk komen de gebied in het geheugen kan prenten
plannen afzonderlijk aan de orde, becommentarieerd
vanuit een ontwerpcritische invalshoek. Daarbij wordt
een sterk accent gelegd op de ruimtelijke uitgangspunten
van de teams.

De invulling van het laatste grote gat in de delftse bin-


nenstad levert problemen op die vergelijkbaar zijn met
een bijzonder ingewikkelde verbouwingsoperatie, met de
verbouwing van een groot huis waarin de nieuwe bewo-
ners allerlei sporen aantreffen, sporen van deels onvol-
tooide verbouwingen van vorige bewoners.

De studieresultaten maken duidelijk dat het onmoge-


lijk is om tot een goede oplossing te komen als alleen
maar wordt nagedacht over de programmatische invul-
ling. Verbouwingskunst vraagt om een ruimtelijk con-
cept, een concept dat zich zowel uitspreekt over de bete-
kenis van datgene wat de nieuwe bewoner aantreft alsook
over het ruimtebeeld waarmee deze zich graag zou willen
omringen.

Juist de diversiteit van de gepresenteerde oplossingen,


vijf totaal verschillende visies, maakt duidelijk dat voor dit
stadsdeel de ruimtelijke aspecten van cruciaal belang zijn. In
feite is dit de belangrijkste conclusie van de meervoudige
studieopdracht. In ruimtelijk opzicht blijken de verschillende
inzendingen de meest uiteenlopende antwoorden te geven,
sterker uiteenlopend dan de gepresenteerde inzichten over de
programmatische ontwikkelingsmogelijkheden.

Een critische bespreking, waarbij aan de beelden van de


ontwerpers een stelsel van begrippen wordt gekoppeld, kan
Locatie Zuidpoort in vogelvlucht, ge-
voor het openbare gesprek over de toekomst van de locatie zien naar het noorden (A.Ph.S.)
van nut zijn, een gesprek dat door de beelden van de ontwer-
pers een onmiskenbare stimulans heeft gekregen.

Het commentaar in dit hoofdstuk is met name gericht op


het verband tussen de gekozen uitgangspunten en de gepre-
senteerde planresultaten. Daarbij gaat het vooral om de vol-
gende kernpunten:
. de ontwerp houding ten opzichte van de bestaande con-
text, de ruimtelijke gegevenheden van de locatie en haar
omgeving; met andere worden, de stellingname van de ont-
werpers ten opzichte van de historiciteit van de locatie; dit
kan leiden tot sterk uiteenlopende visies, van historisering,
geschiedsvervalsing, vrolijke herinterpretatie, tot aan het to-
taal negeren van de historiciteit
. de werking van de structurerende ruimtelijke elementen
in het ontwerp voor de locatie; hiermee wordt gedoeld op
die stedelijke elementen die belangrijk zijn voor de gebrui-
-
TEAM HEELING
94
Het begrippenpaar 'ontknoping en nuancering' kan plan maar bij het bestuderen van de architectonische uitwer-
beschouwd worden als de sleutel tot het plan van team kingen komt het raffinement van de inzending duidelijker
Heeling. De ruimtelijke kwaliteit van het plan wordt be- naar voren. Door het duidelijke onderscheid tussen master-
paald door het uitgangspunt dat de ruimtelijke complexi- plan en architectonische ontwerpstudies is deze inzending
teit van de locatie drastisch moet worden vereenvoudigd met name in strategisch opzicht belangwekkend te noemen.
om de complexiteit van de opgave hanteerbaar te kunnen In een notedop wordt een simulatie geboden van een creatief
maken. Het team kiest daarom voor een eenvoudig en ontwerpproces waarbij in meerdere fasen terugkoppelingen
globaal plan dat nog weinig vastlegt over de bebouwings- plaatsvinden. Met name bij de uitwerking van de meest es-
wijze maar dat gedetailleerde aanwijzingen bevat voor sentiële knooppunten maakt de inzending duidelijk dat er op
maatvoering en inrichting van de openbare ruimte. Het basis van een helder stedebouwkundig uitgangspunt grote
b
plan moet echter reeds alle condities bevatten die het mo- kwaliteitsverbeteringen kunnen ontstaan bij de uitwerking.
gelijk maken dat bij de nadere uitwerking door architec- Dit in plaats van de meer gebruikelijke keuze voor een inge-
ten de nodige verfijningen en nuanceringen worden aan- wikkeld stedebouwkundig plan waarvan men gedurende de
gebracht. uitwerking steeds verder het spoor kwijt raakt.

De historische gegevenheden van de locatie worden zo- Het meest duidelijk wordt dit in de uitwerking van het
wel gerespecteerd alsook op een nieuwe wijze geïnterpre- plan voor het westelijke plandeel, ontworpen door de archi-
teerd. De locatie is afgebakend ten opzichte van de binnen- tecten Verheijen en Röling. Door een omwisseling van de
stad door de voormalige stadsgracht te herstellen. Het her- herstelde gracht en de autoweg op de Zuidwal/Asvest ont-
nieuwde stadseiland krijgt echter een totaal nieuwe identiteit staat een duidelijkere markering van de west-punt van het
door 'het introduceren van een centraal element, het grote stadseiland. Bijkomend voordeel is dat het blok woningen
plein. De autonome vormgeving en inrichting van de locatie aan de Zusterlaan daardoor voor het eerst een aanvaardbare
maakt het mogelijk om tegelijkertijd een historische breuk te situering krijgt. Ook de Zuidwal verkrijgt een mooie belij-
markeren én om aan te sluiten op de historische gegevenhe- ning volgens een ruime cirkelboog die op een duidelijke ma-
den. nier overgaat in het orthogonale patroon van de locatie. Ook
voor de automobilist heeft de locatie daardoor een herkenba-
Alle richtingen in het plangebied worden zoveel mogelijk re entree gekregen.
gehandhaafd. De begrenzing van de oude binnenstad wordt
als ruimtelijke lijn versterkt door de herstelde stadsgracht.
Deze oostwest-lijn wordt tevens gebruikt om een nieuwe critische kanttekeningen
ontsluitingsrichting vanuit het oosten te introduceren. Daar-
naast wordt de bocht in het Achterom, karakteristiek voor de * De hoofdrichtingen van het gebied worden weliswaar ge-
delftse stadsvorm, sterker leesbaar gemaakt door bij de knik- handhaafd, maar er wordt welbewust afgeweken van de
punten van deze gracht de contour van de achterkant van de gezoneerde opbouw van de locatie, met name in het ooste-
bebouwing te accentueren. lijke deel; de grote lengtemaat die kenmerkend is voor de
locatie verdwijnt daardoor. Met name in het oostelijke ge-
De eenvoudige hoofdopzet maakt dat veel aandacht is be- deelte wordt het plan er saai door. De Ezelsveldlaan wordt
steed aan het oplossen van structurele stedebouwkundige definitief van de kaart geschrapt en de Nieuwelaan wordt
problemen in de locatie. Van alle inzendingen bevat dit plan gereduceerd tot een achterstraat, terwijl deze lanen juist
het meest overtuigende voorstel voor het oplossen van het veel kansen bieden voor de vernieuwing van de ruimtelij-
huidige verkeersprobleem: het verbouwen van de mislukte ke structuur. Alle aandacht in de oostwest-richting wordt
urban motorway tot een stadsstraat met geïntegreerd verkeer. geconcentreerd op de herstelde Zuidergracht die door
Het accentueren van de vormgeving van de openbare combinatie van gracht en nieuwe invalsweg een extreem
ruimte komt onder meer tot uitdrukking bij de herstelde Zui- breed profiel krijgt.
dergracht. Alle aandacht wordt besteed aan het oplossen van
het conflict tussen enerzijds de wens om de lange gestrekt- * Als gevolg van de gekozen strategische principes maakt
heid van de Zuidergracht te accentueren en anderzijds het dit plan een stringente supervisie bij de uitwerking onmis-
gegeven van het chaotisch heen en weer springen van de baar om te voorkomen dat er een weinig coherente archi-
rooilijn van de bebouwing uit de jaren zeventig langs de Zui- tectonische uitwerking onstaat. De gepresenteerde plan-
derstraat. Met eenvoudige middelen worden drie verschillen- nen zijn in dit opzicht niet consequent doordacht doordat
de profielen aaneengeregen. er sprake is van onnodig veel architectonische verschillen,
zoals de keuze voor een bouwblokarchitectuur bij het
In eerste aanblik lijkt er sprake te zijn van een vrij saai woongebouw De Ham in de bocht van het Achterom,
naast een meer kleinschalige perceelsgewijze bebouwing
op de voormalige Zuid wal.
-
95

* De drie hoofdtoegangen tot de locatie worden in dit plan


verknoopt in een groot stadsplein. Aan dit plein is één
groot monumentaal gebouw gesitueerd, de universiteits-
bibliotheek, frontaal gericht op het plein en op de binnen-
stad. De voorruimte van dit gebouw bepaalt de aard van
het plein. Deze opzet maakt het plan kwetsbaar. Indien er
geen universiteitsbibliotheek komt of geen gelijkwaardige
openbare voorziening wordt de centrale knoop nogal fic-
tief.

* De nieuwe oostelijke entree zou in de verkeersstructuur


van Delft een logisch element kunnen zijn, maar een evi-
dent nadeel is dat daardoor de stille kant van de locatie te
veel wordt opengegooid, nog afgezien van het risico van
sluipverkeer. Het team wijkt op dit punt af van de eigen
ontwerptactiek door te kiezen voor een modelmatige be-
nadering, gedacht vanuit de efficiency van een van de on-
derdelen. Bij een meer integrale benadering zou het logi-
scher zijn om de 'onlogische' verkeersstructuur te accepte-
ren gezien de ruimtelijke kwaliteiten die dat kan oplever-
en.

* De keuze voor een haakvormige wand die het oude TH-


gebouw omsluit en opneemt in een superblok is nogal te-
genstrijdig. Enerzijds lijken de architecten dit gebouw te
willen handhaven om historisch-praktische motieven en
anderzijds lijken ze het te willen verpakken en camoufle-
ren. Ook de wijze waarop het complex grenst aan het ont-
worpen park bij de Oostpoort roept vraagtekens op. Het
park mist in deze opzet een duidelijke openbare begren-
zing terwijl nauwelijks geprofiteerd wordt van de situatie-
team Heeling ve mogelijkheden voor bebouwing langs de rand van het
a accentuering va n de knikpunten e
in het Achterom , gezien naar het
park.
noordoosten
b masterplan * De keuze voor sloop dan wel handhaven van de bestaande
c architectonische uitwerking van
het westelijke pl andeel
bebouwing is niet altijd navolgbaar; zo wordt wel het pas
d doorbreking va n de gezoneerde gerenoveerde Spookhuis gesloopt maar het schakelstation
opbouw van de locatie in het oos- wordt gehandhaafd; in het oostelijke plandeel wordt daar-
telijke deel
e superblok en st adspark in het
door de samenhang van de onderdelen onduidelijk; met
oostelijke plandeel, gezien naar name het gebied tussen de bibliotheek en het schakelstati-
het westen on blijft een onduidelijke restruimte.
TEAM T. KOOLHAAS

- 96
Het begrippenpaar 'homogeen en harmonisch' kan
beschouwd worden als de sleutel tot het plan van team T.
Koolhaas. Het plan wordt gekenmerkt door een geïnte-
troon met een totaal nieuw patroon wordt het plan in ruimte-
lijk opzicht gekenmerkt door twee radicale ingrepen: de
nieuwe westelijke entree en het centrale plein. In thematisch
greerde en homogene opzet en door een hoge bebou- opzicht verwant aan de oplossing van team Heeling maar in
wingsdichtheid. Gedetailleerde uitspraken over de ge- architectoni sch opzicht op een totaal andere manier uitge-
wenste programma's en over de gehanteerde typologie werkt. De westelijke entree van de locatie is verduidelijkt
zijn daardoor onontkomelijk. Een tweede karakteristiek door de vage belijning van de bocht van de Zuidwal te ver-
van het plan is het streven naar harmonie. Dit gebeurt op vangen door achtereenvolgens een orthogonale en een diago-
twee niveau's. Ten eerste door te zoeken naar een harmo- nale belijning, begeleid door een wand. De nieuwe entree
nische overgang tussen de 'kleinschalige' binnenstad en wordt gericht op het meest belangrijke openbare gebouw van
de 'grootschalige' universiteitswijk en ten tweede door de locatie, het theater. De diagonale lijn, die wordt gemar-
het aanbrengen van een interne harmonie in plaats van keerd door een bouwblok dat de achterzijde van het Achte-
het huidige verscheurde en versnipperde beeld. Dit uit- rom aan het oog onttrekt, lost en passant een dringend pro-
gangspunt vraagt om een eenduidige ruimtelijke opzet én bleem op: het blok woningen aan de Zusterlaan krijgt ook in
om snelle besluitvorming en realisatie. In deze opzichten dit plan een meer logische situering.
kan het plan als een radicaal voorstel beschouwd worden.
Op de keerzijde van deze medaille staat een even radicaal Het centrale element, het Zuidplein, is gesitueerd op een
sloopprogramma. punt waar de verschillende verkeersstelsels zijn verknoopt.
Mede door de verhoogde ligging zal het plein bij een zorg-
De radicaliteit van het plan komt onder meer tot uiting in vuldige architectonische uitwerking. kunnen gaan werken als
het besluit om al het doorgaande verkeer consequent te we- een openbaar rustpunt, als een stadsfoyer. De critische factor
ren . Om te voorkomen dat voor een dubbelzinnige oplossing daarbij is de manier waarop het verhoogde niveau wordt ver-
wordt gekozen is de nieuwe verkeersstructuur met bouwkun- bonden met het stedelijke maaiveld.
dige middelen onwrikbaar vastgelegd. Door de aanleg van In het oostelijke plandeel, de stadscampus, heeft het team
het verhoogde centrale plein zal de verkeersader Zuidwal- een tweeledig accent willen benadrukken. Enerzijds worden
St.Sebastiaansbrug voorgoed van de stadskaart moeten ver- de afzonderlijke bouwblokken benadrukt, anderzijds wordt
dwijnen. Op het niveau van de stedelijke verkeersstructuur gestreefd naar een samenhangend beeld van de stedelijke
heeft een dergelijke ingreep vergaande consequenties, zoals ruimte door eenheid in de bouwblokken aan te brengen. Met
een nieuwe oostwest-verbinding voor het autoverkeer tussen name bij de wand van de herstelde Zuidergracht laat de
de universiteitswijk en de westelijke woonwijken , waardoor planuitwerking zien dat beide uitgangspunten in architecto-
meerdere plan processen van elkaar afhankelijk worden ge- nisch opzicht goed te verenigen zijn.
maakt.

Aansluiten op het bestaande patroon van de verkaveling critische kanttekeningen


is één van de centrale ontwerpuitgangspunten van het team.
Dit is de sterkste troef van het voorstel: terwijl het resultaat * De samenhang tussen het programmatische en het ruimte-
een totaal nieuw beeld oplevert is het toch gelukt om de oor- lijke planconcept levert bij team T. Koolhaas specifieke
spronkelijke gezoneerde opbouw door te zetten. Door de problemen op; het team heeft onmiskenbaar willen berei-
Zuidergracht te herstellen en door zowel de Ezelsveldlaan als ken dat de locatie uitgroeit tot één van de belangrijkste
de Nieuwelaan te behouden ontstaat een grote mate van stadsdelen van Delft. De veelheid aan ruimtelijke proble-
overzichtelijkheid met lange doorgaande lijnen en ononder- men die het team wil oplossen vraagt om een hoge dicht-
broken zichtlijnen. Het totaal nieuwe beeld kon ontstaan heid en een veelheid aan voorzieningen die ook een even-
doordat de opbouw in de oostwest-richting is vervlochten redig groot beslag op de gemeentelijke financiën kunnen
met de noordzuid-richting van ûe dwarsverbindingen in het garanderen. Daarbij kan de vraag gesteld worden of dit
In de Veste gebied. Om de ruimtelijke diversiteit van de bei- niet leidt tot overkill en tot verschuiving van problemen.
de hoofdrichtingen te kunnen bewerkstelligen is gekozen Door de zware programmatische aanzet zal de locatie een
voor contrasten: brede en groene profielen in de oostwest- te sterke concurrentie kunnen opleveren met de bestaande
richting en smalle en stenige profielen in de noordzuid-rich- binnenstedelijke voorzieningenconcentraties.
ting. Daarnaast is gezorgd voor herkenbare verschillen tus-
sen de drie oostwest-gerichte elementen: een brede gracht, * Een tweede kritiekpunt betreft de wijze waarop positie
een brede straat en een brede laan. wordt gekozen ten opzichte van de gegevenheden van de
opgave. Het team bedrijft een kat-en-muisspel met de ge-
Il-------------______________ ~a Naast deze uitgekiende versnijding van het bestaande pa- schiedenis. In het ene geval is het resultaat overtuigend, in
het andere geval lijkt de oplossing tegenstrijdig. Drie
voorbeelden mogen dit verduidelijken.
* Het centrale plein roept daarnaast nog meerdere vraag-
punten op. Enerzijds betreft dit strategische aspecten.
Door de typologische integratie van plein en bebouwing
-
'Y!

Een tegenstrijdige oplossing doet zich voor bij het voor- worden meerdere planonderdelen bouwkundig verstren-
stel om de voormalige stadssingel, de Zuidergracht, in ere geld en daardoor onderling afhankelijk in procesmatig op-
te herstellen volgens een tracé dat nooit heeft bestaan: zicht. Het risico van een partiële en daardoor mislukte re-
rechtstreeks doorgetrokken naar en gekoppeld aan het alisatie is daardoor niet denkbeeldig. Anderzijds betreft
Achterom. De Zuidergracht functioneert in het plan van dit de ruimtelijke aspecten van het Zuidplein. De uitwer-
team T. Koolhaas niet zozeer als markeringslijn voor de king van de bebouwing aan het centrale plein is summier.
d
overgang tussen binnenstad en locatie maar meer als her- Daardoor zijn de consequenties van de voorgestelde ;:).te-
haling van een bestaand motief, de twee parallelle grach- gratie van programma's en van het dubbel grondgebruik eL.k-........-'-'='=='--"==!.....t=.~L...:..;;~L....J
ten Molslaan en Gasthuislaan. De 'nieuwe' Zuidergracht is niet te overzien. Niet alleen de wijze waarop het verhoog-
daardoor te beschouwen als een historiserend element dat de plein aansluit op het 'gangbare' stedelijke niveau is
niettemin een moderne architectonische uitwerking krijgt, daarbij van belang. Ook de manier waarop de gebouwen
opgebouwd uit een breed en a-symmetrisch ruimteprofiel. rond het plein, de bibliotheek en het jongerenhotel, gren-
De articulatie van de aansluiting van deze nieuwe zen aan de Zuidergracht is op basis van het gepresenteer-
'historische gracht' op het Achterom vindt daarentegen de materiaal nog allerminst overtuigend. Tenslotte kun-
weer plaats met behulp van een vrij letterlijk historisch ci- nen vraagtekens geplaatst worden bij de wijze waarop de
taat, een kleine monumentale markthal naar een achttien- relatie van het plein met het Rijn-Schiekanaal is uitge-
de eeuws model. Kortom een kat-en-muisspel in drie be- werkt. De bebouwing tussen plein en kanaal moet een
drijven. transparant karakter hebben. De axonometrische tekening
Ook voor het 'bewerken' van het oorspronkelijke gezo- en de maquette stellen hier een beeld in het vooruitzicht
neerde patroon tot een orthogonaal patroon is gewerkt met dat de realiteit echter niet zal kunnen waarmaken.
een historische analogie: het ontstaansproces van het pa- Gesteld kan worden dat de uitwerking van het centrale
troon van de aangrenzende delen van de binnenstad. In dit scharnierpunt van het plan in architectonisch opzicht nog
geval levert het spel een overtuigend resultaat op. de meeste vraagtekens oproept. De dimensies en de ruim-
Bij een derde voorbeeld overheersen vooralsnog de twij- telijke positie van de woontoren naast de St.Sebastiaans-
fels. Het centrale plein is in zijn maatvoering rechtstreeks brug zijn goed in overeenstemming met de ruimtelijke be-
afgeleid van de naburige Beestenmarkt, die beschouwd tekenis van dit scharnierpunt tussen plein en kanaal maar
wordt als een ideaal gedimensioneerde stedelijke huiska- bij de maatvoering van de passantenhaven en de daaraan
mer naar delftse proporties. Tegelijkertijd wordt voor dit geprojecteerde woningen is sprake van een wanverhou-
plein met historische wortels echter een volledig afwij- ding. Gewapend met barbecue-pin en roeispaan zullen be-
kend pleintype gekozen, gebaseerd op een modernistisch woners en passanten in deze opzet onnodig vaak de de-
stadsconcept, een verhoogde 'plaza' -dak van een parkeer- gens kruisen.
garage- dat een integraal bestanddeel is van een complex
bijzondere gebouwen. Terwijl een plein als de Beesten-
markt zich op een vanzelfsprekende en neutrale wijze
voegt in het stedelijke stratenpatroon is hier sprake van
een vreemde eend in de stadsbijt, een plein dat een in
zichzelf gekeerd element zou kunnen worden. De uitein-
delijke kwaliteit van dit nieuwe pleintype zal in sterke
mate afhankelijk zijn van de detaillering van de aansluit-
punten op het bestaande stratenpatroon. Met name de inrit
van de parkeergarage vanaf de St.Sebastiaansbrug, in een
team T. Koolhaas lange open slurf, verraadt restanten van modernistische
a typologie van st edelijke ruimten
b het westelijke entreegebied, ge-
recepten die doorgaans tot mislukkingen hebben geleid.
zien naar het noorden Een dergelijke parkeersleuf maakt de ruimtelijke kwaliteit
c herhaling van het grachtenmotief van het plein kwetsbaar. Daarentegen is de westelijke in-
van de binnenstad
d markthal naar l Se eeuws model
rit van de garage opgezet volgens een meer moderne ty-
e inritten van de p arkeergarage on- pologie van ontsluiten van parkeergarages, via inritten die
der het central e plein, gezien naar in het gebouw zijn opgenomen. Een dergelijke oplossing
het noordooste n
bebouwing aa n de passanten ha-
past beter bij de voorgestelde integrale opzet van parkeer-
ven, gezien na ar het noordwesten garage eç openbare gebouwen.
TEAMOD205
98
Het begrippenpaar 'rationeel en radicaal' kan be- noch bij de binnenstad noch bij de universiteitswijk hoort
schouwd worden als de sleutel tot het plan van team OD en dat daardoor een geheel eigen karakteristiek verdraagt;
205. De radicaliteit past binnen de erfenis van de plannen dit leidt tot een uniforme opzet die maximaal contrasteert
die team OD 205 in het verleden voor deze zelfde locatie met de omgeving; om het contrast tussen binnenstad en lo-
ontwierp, daarentegen kan de rationaliteit van het plan catie nog verder te versterken worden enkele 'gáten' in het
en met name de pure esthetische ordening die het voor- In de Veste gebied gedicht
stelt worden beschouwd als een geheel nieuwe impuls. · een radicale wijze van herstellen van het voormalige
Het plan is met opzet summier uitgewerkt om de aan- stadseiland door het oorspronkelijke tracé van de Zuider-
dacht niet te zeer af te leiden van hoofdzaken. Om dezelf- gracht in zijn geheel te volgen (waarvoor een blok wonin-
a
de rede komt het team niet met varianten en deeloplos- gen aan de Zusterlaan moet worden gesloopt of ondertun-
singen. Architecten én stedebouwkundige hebben zich op neld) en door de achterzijde van de bebouwing van het
één gezamelijke visie vastgelegd. Achterom intact te laten als grens van de binnenstad
· het schrale architectonische niveau van alle recente bouw-
Dwars tegen het planologische gemeengoed van de ja- sels leidt tot een radicale consequentie: vrijwel alles wordt
ren zeventig, waarin het 'eindplan' definitief werd ver- gesloopt; slechts enkele objecten die in architectonisch op-
ketterd, propageert het team opnieuw een plan dat een zicht als waardevol worden beschouwd sieren het plan
'onwrikbare' totaalvisie bevat als stadspolitiek instru- · het uitgangspunt van de ruimtelijke autonomie van het
ment. Een totaalvisie wordt als noodzakelijk beschouwd stadseiland wordt op radicale wijze ingevuld door te kiezen
om te bereiken dat er een beeld op tafel komt dat door voor een totaal ander bebouwingspatroon -bouwstroken in
een breed scala van betrokkenen wordt gedragen; een de noordzuid-richting- en voor een contrasterend parkland-
beeld ook dat gedurende lange tijd bestendig is tegen ver- schap; deze beide elementen geven het eiland een zodanige
geetachtigheid, slijtage van enthousiasme en stadsecono- autonomie dat het niet nodig is om een centraal plein te in-
mische piraterij. troduceren
· de problematiek van het doorgaande verkeer en van de
Het plan plaatst de opdrachtgever voor enkele evidente St.Sebastiaansbrug, die als een overtollig stuk infrastruc-
keuzes: tuur wordt beschouwd, wordt op radicale wijze opgelost; in
plaats van een scharnierpunt in het delftse verkeersnet moet
· door een samenhangende reeks ruimtelijke ingrepen kan de de locatie een ruimtelijk scharnierpunt worden met hoge
locatie opnieuw een hoeksteen worden van het ruimtelijke verblijfskwaliteiten; de brug wordt gesloopt en vervangen
patroon van Delft door een lage brug die past in het niet-hiërarchische pa-
· de ontwikkeling van de locatie kan worden gebruikt als hef- troon van stadsstraten
boom voor het op orde brengen van de verkeersstructuur
van Delft; de ingrepen die daarvoor nodig zijn kunnen op Ondanks deze veelkoppige radicaliteit voegt het ontwerp
korte termijn worden gerealiseerd; de gemeente moet daar- zich op subtiele wijze in de historische context. Het sluit aan
om een geïntegreerd stadseconomisch beleid ontwikkelen op de oorspronkelijke gezoneerde opbouw van de locatie
waarbij de exploitatie van de locatie Zuidpoort wordt gere- door te kiezen voor een helder orthogonaal ruimtepatroon.
lateerd aan beleidsdoelen voor de stedelijke vernieuwing op Dit patroon wordt leesbaar gemaakt door de herstelde Zui-
de middellange en de lange termijn dergracht een nog scherper orthogonaal tracé te geven dan in
· de stadseconomische potentie van de locatie Zuidpoort kan de historische situatie het geval was en door de bebouwings-
worden vergroot door zowel de bereikbaarheid te verbete- wijze.
ren alsook door het autoverkeer een minder dominante
plaats te geven ten gunste van het langzaamverkeer Door de radicale opzet van het plan kan de bebouwing
regelmatiger zijn dan bij de andere plannen. Met name de .
In ruimtelijk opzicht doet team OD 205 het meest radica- randen krijgen daardoor veel aandacht, als een essentieel
le voorstel. Ondanks de neutrale vormgeving van essentiële middel voor het leesbaar maken van de zelfstandigheid van
onderdelen, zoals de bebouwing, poneert het de meest gepro- het eiland. De architectonische uitwerking van de bebouwing
nonceerde esthetiek. Afgezien van de procesmatige proble- beperkt zich tot het onderzoek naar de mogelijkheden voor
men die radicale voorstellen doorgaans oproepen biedt het het onderbrengen van de beoogde bouwprogramma's in de
een uiterst adequate ruimtelijke oplossing. ontworpen bebouwingswijze (strokenbouw). Het ontwerp
van de bibliotheek laat zien dat deze zich als een van de vele
De radicaliteit van het plan wordt bepaal<;i door vijf facto- stroken toch kan verbijzonderen, louter en alleen door haar
ren: graffiti, door het aanbrengen van enkele kingsize auteurspor-
· een radicale interpretatie van de locatie: een gebied dat tretten op de gevel. b
critische kanttekeningen

* Het plan plaatst de politieke besluitvonning voor een la-


stig dilemma. Enerzijds poneert het een uitennate aan-
-
99

trekkelijk eindbeeld. Anderzijds wordt dit eindbeeld af-


hankelijk gemaakt van twee complicerende randvoor-
waarden: ten eerste een reeks ingrepen in de infrastruc-
tuur voor het autoverkeer, waardoor de grondexploitatie
extra wordt belast en ten tweede een omvangrijk sloop-
programma. De fasering wordt daardoor geheel afhanke-
lijk van boekwaarden. Essentiële planelementen kunnen
pas over enkele decennia worden uitgevoerd. Het woning-
bouwcomplex aan de Zusterlaan is in dit opzicht een
Achilleshiel. Dit complex staat de realisering van essenti-
ële planelementen in de weg, zoals het doortrekken van de
verbrede Zuidergracht en de bouw van het theater. De
stadspolitieke besluitvonning kan middels een samenhan-
gende stadsontwerpvisie wel richting krijgen, maar een
nauwkeurige sturing over een periode van enkele decen-
nia is moeilijker denkbaar. Als de bebouwing van de loca-
tie zou blijven steken in de eerste fase ontstaat er een ge-
amputeerd plan en een mislukt stadsdeel. De bebouwing
die dan is gerealiseerd zal te weinig samenhang vertonen
en zal niets toevoegen aan het openbare domein van de
stad.

Om de samenhang die het plan beoogt te kunnen effectue-


ren moet over de meest essentiële elementen uit de tweede
fase reeds op korte termijn besluitvonning plaatsvinden.
Dit gegeven maakt het plan uiterst kwetsbaar.

* Het plan beoogt de betekenis van locatie als ruimtelijk


scharnierpunt van Delft te accentueren. Naast een reeks
ruimtelijk-compositorische ondersteuningen van het ka-
rakter van een scharnierpunt kunnen twee punten ge-
noemd worden die dit karakter weer zullen ondergraven:
ten eerste de tracering van de langzaamverkeersroute in de
noordzuid-richting; deze sluit niet goed aan op de locatie
van het theaterplein; ten tweede de inrichting van het
theaterplein als een parkeerterrein tast het karakter van
een gebruiksplein aan en daardoor van het plein als een
openbaar element dat de schamierfunctie van de locatie
leesbaar zou moeten maken.

* In de planpresentatie is alle nadruk gelegd op eenvoud en


helderheid; enkele essentiële kenmerken blijven daardoor
team 00205 buiten beeld of zijn hoogst optimistisch weergegeven; dit
a uniforme bebouwingsopzet van
de locatie betreft met name de werking van het openbare groen; in
b verbijzondering van stroken. bij- werkelijkheid zal dit onder grote druk komen te staan
voorbeeld door graffiti door de benodigde parkeercapaciteit; daarnaast mag ver-
c verkeersstructuur Delft; de voor-
gestelde wijzingen zijn vet gete- wacht worden dat de groenvoorziening minder ongehin-
kend derd onder de bouwblokken door zal spoelen dan in de te-
d inrichtingsplan keningen wordt gesuggereerd.
TEAM TERRACOTTA

-
100
Het begrippenpaar 'pragmatisch en beweeglijk' kan
beschouwd worden als de sleutel tot het plan van team
Terracotta. Evenals bij team Heeling is hier gezocht naar
uithangbord dat de inritten aanduidt en de vltnnes waarin
zich de toegangen voor de voetgangers bevinden- bereiken
de ontwerpers een boeiende oplossing voor de introductie
een uiterst simpel te realiseren plan. In plaats van de be- van een dergelijk grootsteeds element in de hollandse stad.
staande heterogeniteit van het gebied te willen opheffen
zou deze juist als uitgangspunt moeten worden genomen. Deze opzet dwingt het team om evenveel aandacht te be-
Anders dan team Heeling wil team Terracotta echter ex- steden aan de grote lijnen als aan het detail. Op sommige
plicieter zijn over de kwaliteit van de inrichting van het punten is de doorwerking zelfs dermate gedetailleerd dat de
openbare gebied en vooral over de architectonische mo- hoofdlijnen zoekraken en dat het plan met zichzelf in tegen-
gelijkheden van de bebouwing. Het architectonische ex- spraak komt. Niettemin krijgt de opdrachtgever hier enkele
periment is de sluitsteen van het plan. duidelijke keuzes voorgeschoteld:
· programmatisch: de ontwikkeling van de locatie moet wor-
Kenmerkend voor deze aanpak is het accepteren van bot- den afgestemd op de reële delftse marktverhoudingen; de
singen en obstakels. Door een eenvoudige bewerking wordt verwachtingen van mogelijke metropolitaine o)1twikkelin-
getracht de ongemakken te ontdoen van de stigma's die er op gen moeten niet worden overtrokken: Delft blijft klein; de
rusten. Het meest duidelijk is dit bij de St.Sebastiaansbrug en kans van slagen van de locatie Zuidpoort moet niet te zeer
de verkeersweg Zuidwal-Asvest. De verkeersroute wordt als worden opgehangen aan een bouwprogramma met veel
het ware in ere hersteld als een urban motorway die zich vol- openbare voorzieningen mede om te voorkomen dat de lo-
gens een vrij tracé slingert door het stadspark. Deze aanpak catie gaat concurreren met de binnenstad; in plaats daarvan
illustreert tevens de visie van team Terracotta op de geschie- moet een sterk accent gelegd worden op de bijzondere po-
denis van de ontwerplocatie. De grootste aandacht gaat niet tenties van de locatie voor de stedelijke recreatie
uit naar de 18e en 1ge eeuwse geschiedenis maar naar een · infrastructureel: er is een acceptabele oplossing voor de lo-
recent tijdvak van elkaar in korte tijd opeenvolgende, groten- catie denkbaar, zonder dat eerst voldaan moet zijn aan de
deels onvoltooide ingrepen. Door deze stellingname geeft het voorwaarde dat de verkeersstructuur van Delft wordt gewij-
team het meest verrassende antwoord op de probleemstel- zigd; zelfs het wijzigen van het beloop van de verkeerswe-
ling: haar interventies zijn het minst ingrijpend terwijl het re- gen binnen de locatie wordt niet als noodzakelijk be-
sultaat toch een radicaal nieuw beeld oplevert. schouwd; voor de voeten van toekomstige gemeentebestu-
ren wordt daarmee bijvoorbaat een veel gebruikt excuus
Autonomie van het stadseiland is voor team Terracotta weggemaaid: dat de locatie niets heeft kunnen worden om-
van belang maar niet op een letterlijke wijze. Autonomie dat de gemeente niet bij machte was om aan dergelijke
wordt vooral gezocht in een afwijkende vormgeving van de voorwaarden te voldoen
openbare ruimte, door het accent te leggen op een dynamisch · de bebouwingswijze: het stadsdeel leent zich goed voor een
landschap waarin ordening vooral is gericht op beweging. bebouwingswijze met een eigen karakteristiek
Een voorwaarde daarbij is dat het ruimtebeeld in alle richtin-
gen doorzichtig moet zijn. De bebouwing moet zodanig zijn De compositorische opzet van het plan als geheel IS In
dat in de twee hoofdrichtingen een transparant ruimtelijk een van de voorafgaande hoofdstukken vergeleken met een
beeld ontstaat, als contrast met beide aangrenzende gebie- complex van mooie tuinen waar de schuttingen uit zijn weg-
den. gehaald, waardoor een boeiende collage onstaat. De collage-
aanpak maakte het mogelijk om de vier quadranten op een
Resultaat van deze werkwijze is dat de locatie als geheel zelfstandige wijze te ontwikkelen. De ruimtelijke samenhang
het karakter van een sterk geürbaniseerd stadspark krijgt, ontstaat door het verbindende stadspark, dat ten dele met be-
waarin zowel de obstakels alsook de waardevolle elementen bouwing is 'beplant'. De compositorische opzet is daardoor
en alle nieuwe toevoegingen een plaats kunnen krijgen. Con- in sterke mate gekoppeld aan het ontwerp van de landschap-
form deze 'landschappelijke' opvatting van de stad, be- pelijke structuur. Deze weerspiegelt de oorspronkelijke zo-
schouwd als een fenomeen waarin de tijdsdimensie de be- nering in de oostwest-richting die slechts wordt onderbroken
langrijkste factor is en waarin zich een veelheid aan schijn- door de kromming van het kanaal en van het tracé van de au-
baar onlogische en verwarrende verbanden tussen gebruik en toweg.
vorm voordoet, tracht het team het ongekende scala aan mo-
gelijkheden dat deze zienswijze oplevert te exploreren. Eén Slechts bij wijze van grote uitzondering is er sprake van
goed voorbeeld is de vormgeving van de grote parkeergara- architectonische elementen die in een zichtlijn zijn geplaatst,
ge. Door bij dit programma-onderdeel de functie van de als afsluiting van een ruimtebeeld, of als markant punt. Het
vorm voorop te zetten -een terrassenlandschap- en de ge- compositorische middel van het landmark is slechts spaar-
b bruiksfuncties sterk te maskeren -in feite te reduceren tot het zaam toegepast. Een voorbeeld is het gebruik van de schoor- d
steen van het oude TU-gebouw als blikvanger op het knoop-
punt van de centrale noordzuid-route en de oostwest-route.
De keuze voor een informele ruimtelijke opzet van de locatie
bouwetage en van een relatief grote oppervlakte van de
buitengevels. De beoogde architectonische precisie kan
alleen bereikt worden als het deélproject met de zestien
-
101

weegt zo zwaar dat soms ook de programmatische aspecten torens en de parkeergarage in één keer wordt uitgevoerd,
daaraan worden aangepast. Zo is bijvoorbeeld de plaats van ofwel als er sprake zou zijn van een supervisor die met
het theater vooral bepaald vanuit de doelstelling om onderde- duidelijke bevoegdheden kan opereren. Dit gegeven be-
len van de voormalige TU-gebouwen te hergebruiken en niet perkt de flexibiliteit van het plan. Het bestaat in feite uit
vanuit de vraag naar de beste plaats van het theater voor de één groot samenhangend bouwplan, uit enkele kleinere
stad. bouwplannen en uit één groot groen plan.
Geheel in de lijn van de keuze voor een veelvormig
stadspark kom;; in het plan van team Terracotta geen domi- * Binnen de opvattingen van team Terracotta is het gepro-
nant centraal element voor. Wel is er sprake van meerdere jecteerde theater een welkome aanvulling van het pro-
zenuwknopen, punten waar de verschillende routes en lijnen gramma maar geen onmisbare. Daarom is een studie ge-
elkaar toevalligerwijs lijken te kruisen. daan naar andere programmatische invulmogelijkheden
van de betreffende deellocatie. Deze studie heeft geleid
tot hanteerbare ontwerpcondities die vanuit het stadsont-
cril.ische kanttekeningen werp kunnen worden gesteld aan de architectonische uit-
werking van andere programmatische invullingen. Een
* Een essentieel bestanddeel van het planconcept is een zelfde soort studie voor het hotel naast de St.Sebastiaans-
dubbel stelsel van routes. Dit stelsel moet de heterogene brug heeft een veel vrijblijvender karakter en leidt tot een
verzameling stadsfragmenten verknopen tot een samen- hoteltype dat niet eenvoudig lijkt te exploiteren. De ver-
hangend landschap. Het gebruik van hoogteverschillen, onderstelling dat op een dermate klein terrein een hotel
van hellingbaan en loopbrug zijn binnen dit concept toe- gerealiseerd kan worden is een stedebouwkundige aanna-
gepast als sterk beeldende ruimtelijke elementen. Dit geldt me die door het plan niet wordt gestaafd.
met name voor het uitzichtsbalkon aan het stadspark. Ten
aanzien van het stedelijk gebruik van dit langzaamver-
keersstelsel leidt het veelvuldig toepassen van hoogtever-
schillen tot beperkingen. Het accent ligt op het recreatieve
gebruik door voetgangers. Daardoor zijn de gebruiksmo-
gelijkheden van deze circuits beperkt. Voor de meer ge-
richte gebruikslijnen, bijvoorbeeld tussen hotel en univer-
siteitswijk, of voor het fietsverkeer zijn circuits met hel-
lingbaan, loopbrug en trap vaak te ingewikkeld en te
e dwingend.
Op dit punt is het gekozen concept tegenstrijdig. Vanuit
het idee van parkachtig stedelijk landschap dat de uiteen-
lopende fragmenten samenbindt is het voor de hand lig-
gend om te denken aan een sterk plastisch gevormd en ge-
articuleerd landschap. Anderzijds zou vanuit het idee dat
de samenhang vooral tot stand zou moeten komen door
het structureren van verschillende soorten bewegingslij-
nen gestreefd moeten worden naar een grote mate van ge-
team Terracotta
a transparantie va n de bebouwing
bruiksneutraliteit van de meest essentiële routes.
in twee richtin ge n
b het geürbanisee rde stadsland- * Het complex van zestien torens stelt een ingewikkeld pro-
schap
bleem aan de orde. Centraal staat de opvatting dat het
c eigen karakteristiek van de be-
bouwingswijze stadsbestuur een opgave als de locatie Zuidpoort zou kun-
d landmark als co mpositorisch mid- nen aangrijpen om te komen tot de ontwikkeling van een
del; het schoorsteen op het kruis-
nieuwe en een speciaal voor dit gebied geëigende typolo-
punt van routes
e uitwerking va n het stelsel van gie van de bebouwing. Dit uitgangspunt vereist naar de
langzaamverkee rsroutes met hel- uitwerking toe een grote mate van architectonische preci-
lingbaan, loopbrug en trappen
sie. In het ontwerp is immers sprake van een complexe
het hotel, gez ien naar het noord -
oosten stapeling, van een relatief geringe vloeroppervlakte per
BUREAU HOOGSTAD
102
Het begrippenpaar 'complex en compleet' kan be- voor het thema van de oriënteerbaarheid wordt een historisch
schouwd worden als de sleutel tot het plan van bureau gegeven gebruikt, de stadspoort, maar de manier waarop dit
Hoogstad. wordt uitgewerkt leidt weer tot een ingrijpende bewerking
Het plan bevat een ruimtelijke compositie die wordt van de historische gegevenheden. Daarbij wordt ook de ver-
beheerst door een volstrekte formele orde. De schaal van keersstructuur radicaal aangepakt. In plaats van het huidige
de locatie en die van de stad zijn in die compositie accent op het doorgaande verkeer legt bureau Hoogstad het
onlosmakelijk aan elkaar gekoppeld. Alle pIanonderde- accent op de locatie als ontvangsthal van de stad. Binnenko-
len -bebouwing, beplanting, straatprofielen, open ruim- mend verkeer wordt gesplitst over meerdere punten, zodat de
ten en de situering van programma-onderdelen- vormen St.Sebastiaansbrug kan worden verbouwd tot een buurtstraat
samen één geheel. Het plan laat zich lezen als een parti- met breed flaneerbalkon over het water.
tuur voor een groot orkestwerk. Dissonanten die door be- Ook in de vormgeving van deze ontvangsthal zet bureau
staande elementen worden veroorzaakt zijn door een te- Hoogstad de geschiedenis met opzet op zijn kop. Enerzijds
genbeweging op harmonische wijze in de compositie ver- wordt de ge zoneerde opbouw grotendeels gehandhaafd, een
~--------------------~a weven. historisch kenmerk van de locatie, en anderzijds wordt een
totaal nieuw element geïntroduceerd, het centrale plein dat
Een uniek fenomeen van het plan is dat dit uit- de zonering doorbreekt en dat bij uitstek een middel is om de
gangspunt kennelijk dwong tot eenduidige uitspraken locatie een autonoom karakter te geven. De wijze van inrich-
over de al dan niet te handhaven elementen in het plan- ten van het plein versterkt het effect van de 'vreemde eend in
gebied. De zorgvuldige wijze waarop dit 'Gesamt- de bijt'. Door het getordeerde oppervlak van het plein en
kunstwerk' is uitgewerkt maakt het mogelijk om ener- door het spel met de bomen die door gaten in het hellende
zijds een totaal nieuw beeld op tafel te leggen en om an- plein groeien ontstaat een ruimte die in alle opzichten con-
derzijds toch een zeer groot gedeelte van de bestaande trasteert met vertrouwde beelden uit de hollandse stad.
bebouwing en van de infrastructuur te handhaven.

Los daarvan kan vastgesteld worden dat het bureau een critische kanttekeningen
plan presenteert dat in programmatisch opzicht nogal top-
zwaar is uitgevallen. De combinatie van ruimtelijke com- * Naast het uitgangspunt dat de locatie als geheel zou moe-
plexiteit en hooggespannen programmatische verwachtingen ten functioneren als een stadspoort naar de binnenstad be-
maakt het plan tegelijkertijd uniek en kwetsbaar. vat het plan ook nog een aantal poortvormige gebouwen:
de bibliotheek, het theater, en enkele poortgebouwen
Alles lijkt erop alsof in reactie op de pragmatische en langs het centrale plein. Bij een plan van betrekkelijk ge-
ontspannen aanpak van team Heeling door bureau Hoogstad ringe omvang leidt het veelvuldige gebruik van het poort-
bewust een ander uiterste is opgezocht. Achteraf kan gecon- motief tot een gekunstelde opzet; tegen welke vijand moet
cludeerd worden dat er bij de samenstelling van het ontwerp- het gebied worden verdedigd? Daarnaast ontstaat het na-
team in dit geval sprake was van een minder gelukkige keu- deel dat de bebouwing nogal aan elkaar gaat klitten.
ze. ---~-_ .. ~-----.-- - --
-..:.::=-:.::::,
* Op voorwaarde dat de bebouwing rond het plein program-
~_ .~ ~- --~--

Het nadeel van het streven naar absolute integraliteit is matisch wordt ingevuld conform het planvoorstel kan het
dat dit vaak leidt tot weinig ontspannen plannen die vaak ook plein een element worden dat de locatie een nieuwe iden-
weinig procesmatige kwaliteiten bevatten. Het plan van bu- titeit geeft. Problematisch aan het voorstel is het gegeven
reau Hoogstad laat zich niet door eigenzinnige vormgevers dat het plein in formele zin te zeer wordt bepaald door, en
uitwerken en het is evenmin een basis voor de taak van een daardoor afhankelijk is van, de wijze van bebouwen van
supervisor. de pleinwanden. Binnen de door bureau Hoogstad geko-
zen ontwerpstrategie voor verkeer en circulatie -het fijn-
Met betrekking tot de historische gegevenheden, de mazige diffuse stelsel- zou het meer voor de hand liggen
waardering van de bestaande context, heeft het plan ambiva- om het plein te beschouwen als een tweetal onbebouwde
lente trekken. Enerzijds lijkt bureau Hoogstad te willen refe- velden in het grid, zodat pleinvorm én bebouwing twee
reren aan een historisch stadsmodel, waarbij gebouwen de onderling onafhankelijke facetten van het centrale plein
ommuring zijn van besloten stadskamers, terwijl het ander- zouden zijn. Bezien vanuit het vraagstuk van de planfase-
zijds de geschiedenis een les lijkt te willen leren: in de loca- ring zou het centrale plein dan een eerste drager van de
tie heeft het altijd ontbroken aan een duidelijke oriëntatie op planontwikkeling kunnen zijn, terwijl nu te vrezen valt dat
de binnenstad. Oriënteerbaarheid is door bureau Hoogstad de realiseringskans van het plein afhankelijk is ' van die
gekozen als het centrale ontwerpuitgangspunt. Als metafoor van alle omringende bebouwing. ------------------____~c
103
* De ruimtelijke kwaliteiten van het centrale plein worden
door het inrichtingsvoorstel allerminst aannemelijk ge-
maakt. In plaats van de grote gebruiksneutrale ruimte die
bij een dergelijk plein voor de hand liggend zou zijn is
hier sprake van een gedetailleerd ingerichte ruimte met
een zeer beperkte gebruiksmogelijkheid. Dit wordt ten
eerste veroorzaakt door het getordeerde oppervlak van het
plein en ten tweede door het grote aantal gaten, bestemd
voor de aanplant van een boom op het maaiveld. Ook de
gebruiksmogelijkheid van de ruimte onder dit hellende
plein, bestemd als parkeervoorziening, roept vraagtekens
op. Zowel de in deelbaarheid van het parkeerveld alsook
de sociale veiligheid in de ruimte onder het plein zijn ui-
termate discutabel.

* Het voorstel bevat een relatief groot aantal openbare voor-


zieningen, voor het merendeel geconcentreerd rond het
voorgestelde grote stadsplein. Opmerkelijk is dat deze
voorzieningen zodanig zijn gesitueerd dat daarmee de
meest ingewikkelde knooppunten of aansluitpunten moe-
ten worden opgelost. De ruimtelijke hoofdopzet van het
plan is daardoor afhankelijk van de realiseringskans van
deze gebouwen terwijl omgekeerd de ontwerpcondities
voor de openbare gebouwen verre van eenvoudig zijn. Dit
geldt het sterkst voor het stadstheater. Aan dit gebouw
zijn tenminste vier uiteenlopende eisen gesteld:
· een begeleiding van de nieuwe oostwest-schakel tussen
twee entreegebieden
· het formeren van een poortvormige markering in de
zichtlijn van de westelijke entree
bureau Hoogstad
· het maken van een koppeling tussen het Achterom en de
a planconcept bureau Hoogstad
b veelvuldige toepassing van poort- locatie Zuidpoort
gebouwen; het ce ntrale plein, ge- · het formeren van een stuk wand van het grote stadsplein
zien naar het zui den
c doorsnede door plein en parkeer-
garage, gezien naar het oosten * Pal naast de ramen van het Spookhuis heeft bureau Hoog-
d het theater, gez ie n naar het zui- stad een hoge boekentoren geparkeerd; in dit geval moge
den duidelijk zijn dat de grote mate van gedetailleerdheid van
e de boekentoren naast het
'Spookhuis', gezien naar het het plan ook nadelen met zich mee kan brengen en zelfs
noordwesten kan leiden tot kwetsbaarheid van het plan.
L.!:
I

a het oostelijke entreegebied, ge-


zien naar het westen; links de
Nieuwelaan, rechts de Ezelsveld-
Iaan
b het Rijn-Schiekanaal, gezien naar
het noordoosten; op de achter-
b grond de Groene Brug
PLANDO cUMENTATIES :..
/'

106
,
-
,

; ~ "
y~

f
HOOFDSTUK9 ONTWERPTEAM HEELING
Heeling, Krop, Bekkering, stedebouwkundigen en architecten, Groningen
Wiek Röling, architect, Haarlem
architectenbureau Verheien, Heuer, de Haan bv, Voorhout

STANDPUNTEN

De stad Delft is in de gelukkige omstandigheid dat grenzend aan de


staan een grote capaciteit, maar duidelijk en oriënterend. De Oost-
poort, de kerktorens en een duidelijk vormgegeven zuid-rand van de
binnenstad kunnen daarbij belangrijke h'ulpmiddelen zijn. De capaci-
-
107

oude stad een gebied ligt mèt hoge potenties, de Zuidpoort. Het gebied teit van de verbinding tussen de rijksweg en het Zuidpoortgebied
Zuidpoort vormt de toegang naar de binnenstad maar in zijn karakter is wordt afgestemd op de verwerkingscapaciteit van het parkeren en niet
het niet een uitbreiding van de bestaande oude stadsmorfologie. Een op doorstroming, terwijl de verbinding vanuit het zuiden en het westen
eigen hedendaags karakter vergroot de identiteit en geeft contrast ten noodzakelijkerwijs wel hun bestaande capaciteit moeten blijven be-
opzichte van de historische stad. houden, maar met een veel minder op doorstroming gerichte inrich-
Zoals de Oude Kerk een landmark is voor de binnenstad, zo is de ting.
oude stad, de huidige binnenstad, een landmark voor geheel Delft en Tramlijn I kan bij het winkelcentrum In de Veste een duidelijke en
haar omgeving. Het benadrukken van de contour is daarom van be- logische beëindiging vinden. Stopplaatsen voor tram en bus zullen a
lang. veel sterker dan in de huidige situatie ingepast worden in het normale
verkeer waardoor het excessieve ruimtebeslag van de huidige bushal-
Door de geografische ligging van de Zuidpoort ten opzichte van de tes kan verdwijnen.
Technische Universiteit, de belangrijkste werkgelegenheidsconcen- De Zuidpoort zal een belangrijk deel van de parkeerdruk op de bin-
tratie, en de historische binnenstad met onder meer de hoofd winkel- nenstad- zuid op moeten vangen. In principe wordt de huidige parkeer-
concentratie en het stadsbestuur én door de relatieve vrijheid in de capaciteit gehandhaafd. Dat betekent dat een grote speelruimte aanwe-
schaal van de bebouwing, is de Zuidpoort bij uitstek geschikt voor de zig is voor functies die een geringe parkeerdruk oproepen op zaterdag
wat grootschaliger intermediaire functies. Daarbij kan gedacht wor- en op de koopavond. Aanvullende parkeervoorzieningen zijn alleen
den aan hotelaccommodaties, grote kantoren, grootschalige gemeen- gewenst op die plaatsen in het plangebied waar de loopafstand anders
schappelijke voorzieningen zoals een nieuwe universiteitsbibliotheek te groot zou worden.
ofvergaderfaciliteiten, maar ook aan watersportactiviteiten en aan f1a-
neergroen. Wonen heeft in deze optiek geen zelfstandige functie, maar Het voorgaande gaat uit van de opvatting dat een stad voor het ver- b
vormt een ondersteuning van de gemengde samenstelling. Een ge- vullen van haar functies noodzakelijkerwijs moet bestaan uit een aan-
mengde samenstelling waarmee bereikt moet worden dat dit ruimtelij- tal gebieden die in functionele en in morfologische zin verschillend
ke knooppunt voor Delftook 's-avonds en in het weekend activiteit uit- zijn en -daardoor- elkaar kunnen aanvullen.
straalt. Daarbij hoort een goede bereikbaarheid, voldoende parkeer-
voorzieningen en stopplaatsen voor het openbaar vervoer. Verkeers-
drukte is niet op voorhand ongewenst. De vestiging van winkels zal ui-
terst marginaal zijn om de binnenstad niet te beconcurreren.

Omdat het gebied in de loop der tijd zo'n belangrijke metamorfose


heeft ondergaan, van achteraf gelegen gebied naar toegangspoort, zijn
de overgebleven elementen geen vanzelfsprekend gegeven meer. In
principe zou je bij het maken van een plan uit moeten gaan van een
blanco situatie. Echter, om strategische redenen, om te voorkomen dat
alle deelbeslissingen in het gebied met elkaar verstrengeld raken en
een en ander in de tijd gezien onuitvoerbaar wordt is het van belang om
uitgekiend om te gaan met de aanwezige structuur van eigendom, ont-
sluiting en bebouwing.
Enkele nieuwe functies zijn voor een deel typische groeifuncties,
zonder dat nu een zinnig woord kan worden gezegd over het toekom-
stige ruimtebeslag (universiteitsbibliotheek nieuwe stijl bijvoor-
beeld). Daarnaast is een deel van de bebouwing in economische zin
versleten maar in technische zin nog uiterst solide (universitaire be-
bouwing Nieuwelaan). Dooreen situering in elkaars nabijheid kunnen
deze twee gegevens gecombineerd worden en kunnen aantrekkelijke
mogelijkheden ontstaan voor transitofuncties die het binnenstadsmi-
lieu verrijken: startende bedrijven, ateliers en dergelijke.

De huidige situatie wordt gekenmerkt door een maximalisatie van


alle verkeersaspecten: autoverkeer, bedienend verkeer, openbaar ver-
voer, langzaam verkeer en parkeren. Het resultaat daarvan is een
a schema ruimteli jk-functioneel pro-
enorm ruimtebeslag waarvan de barrièrewerking beduidend groter is
gramma dan die van het verkeer zelf. Een integratie van een aantal verkeers-
b schema binnen en buiten de stads- aspecten is noodzakelijk om een stedelijke ruimtelijke kwaliteit te be-
wal
c maquette van het ontwerp team reiken. Een goede bereikbaarheid van het gebied is bij de gekozen
Heeling. gezien naar het noorden functionele karakteristiek van belang. Onder goed wordt dan niet ver- c
-
108
ONTWERP VOOR DE STADSRAND

Met een drietal maatregelen wordt de historische stadsrand nader


vastgelegd. Het doel is daarbij niet om een historische reconstructie te
maken maar om via een overtuigend beeld duidelijk te maken waar de
binnenstadkarakteristiek ophoudt en waar iets anders begint.
· verlenging van het nog resterende deel van de voormalige stads-
gracht tot aan het Rijn-Schiekanaal; met name door de verlenging
van het oostwest-Iopende deel wordt de ruimtelijke betekenis van de
Oostpoort versterkt; voor een deel heeft deze stadsgracht openbare
oevers, voor een deel wordt ze gebruikt ter afronding van privé-erven
(samen met bomen en tuinmuren)
· ter plaatse van de Ham vormt een woongebouw een markering van de
hoekpositie
· ten oosten van de bebouwing aan het Achterom wordt globaal ter
plaatse van de voormalige stadswal een nieuwe bebouwingswand
opgericht, in maat en schaal passend bij de binnenstad keerterrein aan de Gasthuislaan zijn van invloed op de herkenbaarheid
van de zuid-rand. De volgende voorstellen kunnen dat corrigeren:
a De historische binnenstad wordt onder meer gekenmerkt door de . een nieuwe dwarsstraat (steeg) tussen de Brabantse Turfmarkt en de
schaal van de bebouwing en de gesloten bouwblokken, terwijl de Koommarkt, ter plaatse van het voormalige Gasthuis
ruimtevorming vrijwel uitsluitend plaatsvindt door de grachtprofielen . de realisering van het stadstheater aan de Yperstraat; daardoor kun-
en de bebouwing, in een incidenteel geval aangevuld met bomen. De nen functionele verbanden gelegd worden met de stadsbibliotheek
verstoringen ter plaatse van het voormalige Gasthuis en bij het par- en ontstaan motieven voor een in omvang nader te bepalen cultuur-
plein als onderdeel van de nu nog tamelijk zwakke tweede noord-
zuid-verbinding naar de Grote Markt; de formele stedelijke structuur
krijgt duidelijker vorm terwijl in het resterende informele binnenter-
rein voldoende speelruimte voor de toekomst resteert.

ONTWERP VOOR DE ZUIDPOORT

In het ontwerp heeft het Zuidpoortgebied naast de verbindingen


met de binnenstad drie hoofdtoegangen: de St.Sebastiaansbrug, de
Zuidwal en een aansluiting bij de Oostpoort.
De St.Sebastiaansbrug is een schaalelement van hogere orde dat
naast een aantal negatieve aspecten in ieder geval als positieve kwali-
teit heeft dat hier een binnenstadssilhouet zichtbaar is gebleven (ge-
worden). Een silhouet dat overigens duidelijker ervaren zal worden en
dan met name de positie van de torens daarin, als het ingekaderd is .
Daarvoor wordt bebouwing ter weerszijden van de brug gebruikt.
Door overigens de brugopritten als het maaiveldniveau op te vatten
kan bebouwing tot aan het trottoir worden gerealiseerd, waardoor een
stedelijker ruimteprofiel ontstaat, inclusief toegangen tot gebouwen
(op de Ie verdieping).
De Zuid wal wordt geherprofileerd op zijn minimaal noodzakelij-
ke afmetingen en consequent teruggebracht naar het maaiveldniveau
om het karakter van een bereikbaarheidsroute te laten domineren bo-
ven dat van een doorstromingsroute. Door de herprofilering ontstaan
mogelijkheden om tramlijn 1 doorte trekken naar In de Veste; een dui-
delijk en logisch einde.
De toegang bij de Oostpoort wordt voor wat betreft de beeldvor-
ming en de oriëntatie komend vanaf de rijksweg achtereenvolgens be-
paald door: het zicht op de concentratie van torens (Oostpoort, Nieuwe
a maquettefoto van hetzuidelijke en-
Kerk en de kerk aan de Burgwal), de historische omgeving van de
treegebied, gezien naar het noor-
Oostpoort en een daar aan te leggen parkje, en tot slot de herkenbaar den
gemaakte zuidelijke stadsrand. Het parkje is niet alleen één van de b ontwerp team Heeling, schaal
1:5.000
middelen om de zuidelijke stadsrand duidelijk te maken, het markeert c globaal ontwerp voor de locatie
tevens een vrijliggende buitenkant van de stadspoort. Zuidpoort, schaal 1:5.000
a b

d
· bebouwing op de wal: alleen door de uitgifte in percelen van beperkte
breedte kan een kleinschalige percelering bereikt worden; woningen
met praktijkruimten of kleinere kantoren en dergelijke komen daar-
-
109

voor in aanmerking
De drie toegangen komen in een ruimtelijke knoop bij elkaar. Bij · parkeergarage: door de parkeergarage in split-level vorm uit te voe-
het vormgeven van die knoop is niet gekozen voor het karakter van de ren worden oncomfortabele lange hellingbanen vermeden en tevens
binnenstad (besloten stadsplein) maar staan de ruimtelijke verbanden ontstaan bovenop mogelijkheden voor terraswoningen die ondanks
op grotere afstand centraal: de Oostpoort in relatie met de stadsgracht, de oostwest -richting een goede daglichttoetreding in de woning kun-
het stadssilhouet in relatie met de St.Sebastiaansbrug, de continuïteit nen krijgen; de woningen zijn of op het zuiden of op de oude binnen-
van de zuidelijke stadsrand, een belangrijk gebouw (in dit geval de uni- stad gericht; de blinde gevel van de parkeergarage wordt ten dele ver-
versiteitsbibliotheek) dat front maakt naar de binnenstad, een hotel te- zacht door de afstand van het water, ten dele door toegevoegde func-
genover de St.Sebastiaansbrug. In het verlengde daarvan is niet geko- ties (wachtruimte, koffieshop, bloemenkiosk)
zen voor een besloten pleininrichting maar voor een ruimtelijke com- · kantoorgebouw naast de St.Sebastiaansbrug: de bebouwing volgt de
positie van voorruimten bij gebouwen, bomenrijen, secundaire ge- contouren van de bouwlocatie, waarbij een ronding de overgang
bouwtjes en dergelijke . vormt tussen de centrale knoop en de Asvest; het bouwvolume is zo-
De knoop wordt omgeven dooreen viertal gebouwen: de universi- danig aangepast dat het silhouet van de stad vanaf de St.Sebastiaans-
teitsbibliotheek, een parkeergarage en twee kantoorgebouwen, en brug optimaal blijft; door het projecteren van showrooms in de on-
door de zuidelijke stadsrand waarin boven V&D een hotel is opgeno- derbouw kan optimaal geprofiteerd worden van het oplopende maai-
e
men. De voorruimte voor de bibliotheek wordt afgebakend door de veld (van stadspeil naar St.Sebastiaansbrug)
verdiepte aanleg en wordt gedomineerd door een grote plastiek en een · universiteitsbibliotheek: voor een belangrijk deel betreft het hier een
viertal pylonen maar ze blijft overigens leeg. Voor het hotel kan aan opslagfunctie, die in het midden gesitueerd is; door distributie van de
het water een terras ingericht worden terwijl de voorruimte voor de overige, in maat verschillende functies rondom, kan het gebouw ook
parkeergarage ruimte biedt aan secundaire bouwwerkjes voor bloe- in stedebouwkundige zin geleding krijgen; daarbij is er naar ge-
menverkoop en dergelijke. De kantoorruimten staan nagenoeg zonder
voorruimte aan het trottoir.
In zijn algemeenheid wordt gedacht aan een zeer rustige inrich-
ting. Het gebied zal zijn karakter vooral dienen te ontlenen aan de pro-
fielen, waarin met name ook de overgangen naar het water steeds een
belangrijke rol spelen.

De bestaande gebouwen van de Technische Universiteit aan de


Nieuwelaan komen door de realisering van de universiteitsbibliotheek
en een oostwest-gerichte kantoorwand aan de binnenzijde van een
groot stedelijk bouwblok te liggen. Een rommelige onaffe sfeer is hier
op zijn plaats; ruimte om te experimenteren, uit te breiden en te veran-
deren. Een mooie reserve voor de toekomst.

De Oostpoort is een historisch element aan het doorgaande water


en daardoor de meest aantrekkelijke omgeving om watertoeristen aan
wal te krijgen, overigens zonder dat dat gaat ten kosten van de entoura-
ge van de Oostpoort. In combinatie met een horecavoorziening vormt
dit een herinnering aan de voormalige herberg De Prins die aan het
eind van de Nieuwelaan was gelegen.

Bebouwing
Deze opzet leidt in eerste instantie tot het ontstaan van een aantal
bouwlocaties. Op grond van een globale architectonische typering
heeft een verdere stedebouwkundige uitwerking plaatsgevonden .
a doorsnede t.p.v. het hoekgebouw, Daarbij is er steeds naar gestreefd om de bebouwing in hoogte beperkt
gezien naar het oosten te houden, ook waar dat vanwege zichtlijnen niet strikt noodzakelijk
b doorsnede t.p.v. de Asvest, gezien is; de Zuidpoort mag wel anders zijn dan de binnenstad maar dient haar
naar het noordoosten
c doorsnede t.p.v. de parkeergara- niet te domineren. De volgende zaken zijn specifiek van belang (be-
ge, gezien naar het oosten bouwing in vol gorde van west naar oost) :
d doorsnede t.p.v . de bibliotheek,
gezien naar het oosten
. woongebouw de Ham: door de toepassing van een verbreed base-
e maquettefoto van het oostelijke ment (praktijkruimten) en de toepassing van een serre (I e verdie-
entreegebied, gezien naar het wes- ping) en een loggia (4e verdieping) kan een gesloten bouwmassa ge-
ten
ontwerp team Heeling, gezien naar combineerd worden met een modem programma (serre is tevens ge-
het oosten luidswering)
Locatie Zuid poort volgens het ontwerp van team Heeling

110

\\


I bibliotheek 4 kantoren, showrooms e.d. 7 wonen en praktijkruimten 9 herberg 'De Nieuwe Prins'
2 theater 5 centrum voor startende bedrijven 8 parkeergarage met terras woningen 10 stadspark
3 hotel 6 showrooms, kantoren, woningen
a

streefd om de entree nadrukkelijk naar de stad te keren en om de


brugoprit nadrukkelijk bij de Zuidpoort te laten horen
. hotel: door realisering van het hotel gedeeltelijk boven een bestaand
gebouw is de ruimte voor "begane grond functies" (receptie, restau-
-
111

rant en dergelijke) op maaiveldniveau zeer beperkt; dit is opgelost


door de hotelkamers te arrangeren rondom een hal ruimte
. kantoor evenwijdig aan de stadsgracht: met name zijn de hoek en de
beëindiging in vormgevende zin van belang; een van de bestaande
machinehallen zou er onderdeel van uit kunnen maken

Uitwerking van het stedebouwkundig plan door ir. L.c. Röling


(Haarlem) en architectenbureau Verheijen Heuer de Haan bv
(Voorhout)

In het westelijke deel van het stedebouwkundig plan hebben de ar-


chitecten een afwijkende uitwerking gemaakt. Het team ziet dit als een
variant binnen de stedebouwkundige uitgangspunten, welke recht doet
aan het plan.

Hier wordt het woongebied ter plaatse van de Ham, als markering
van de hoekpositie opgestart.
Het bastion op de hoek van de stad bestaat uit woningbouw en bedrijfs-
ruimte met parkeren op eigen terrein, ontsloten vanaf het Achterom.
Gezocht is om de nieuwe gracht zoveel mogelijk logisch aan te sluiten
op het Rijn-Schiekanaal. Achter de nieuwe stadsmuur zijn semi-open-
bare, sociaal gecontroleerde verblijfsruimten met veel groen en een
kinderspeelplaats.

Toelichting bij de architectonische uitwerking van het stede-


bouwkundig plan

De uitwerking volgt de volgende twee uitgangspunten:


I het hele plangebied vormt de poort naar de oude stad en functio-
neert als intermediair:
· de verkeersafwikkeling: directe verbinding van snelweg en plan-
gebied; de torens van Oostpoorten Nieuwe Kerk dienen als baken
• het onderbrengen van grootschalige elementen zoals een parkeer-
garage, een hotel, kantoren, een universiteitsbibliotheek, en klei-
ne recreatie
2 versterken van de structuur van de binnenstad en haar contouren als
stedebouwkundig baken

Bij de architectonische uitwerking zijn de volgende variaties aan het


stedebouwkundig plan toegevoegd:
a doorsnede t.p.v . de mensa, gezien a het westelijke punt van het plangebied is los in het water gelegd zo-
naar het oosten
b doorsnede t.p.v . het park, gezien dat het aparte karakter en de intermediaire functie van het poortge-
naar het oosten bied meer nadruk krijgen:
c ontwerp team Heeling, gezien naar
het westen
· de bestaande fiets-voettunnel is gehandhaafd
d plattegrond van het westelijke · aan het Rijn-Schiekanaal is een pleintje gemaakt (beschutting en
plandeel volgens het voorstel van zon)
de stedebouwe rs, schaal 1:2.500
e axonometrie van het westelijke · de woonbebouwing vormt geen accent in de hoogte maar is weg-
plandeel, gezien naar het noord- begeleidend
westen b de verkeersafwikkeling op het plein is als rotonde georganiseerd;
overzicht van de architectonische
uitwerking van het plan, schaal het middelste deel van het plein en het voorgebied van de biblio-
1:5.000 theek zijn 60 centimeter verdiept.
eerste verdieping

112
A het westelijke deel; ontwerp Fons Verheijen
De bestaande fiets-voettunnel is in deze uitwerking gehandhaafd.
Het gebogen woongebouw is gebouwd op de huidige open speelplek
en werkt wegbegeleidend evenals zijn holle tegenhanger iets verderop
langs de weg.
Twee bestaande woningen aan de gracht zijn vervangen door een
gebouw met een parallellogramvormige plattegrond als beëindiging
tweede verdieping
van het nieuwe complex. Tussen dat gebouwen het gebogen gebouw
bevinden zich de verticale verkeersgebieden. Op de begane grond is
het gebogen gebouw open, op twee beuken na waar zich ate liers bevin-
den met veel glas. Deze begane grondlaag is 3,50 meter hoog. In het
gebouw bevinden zich woningen en te verhuren werkruimten zodat er
ook op de begane grond sociale controle is . De verdiepingen van het
gebogen gebouw bestaan steeds uit vijf schegvormige woningen met
aan de smalle kant een galerij met entree en slaapkamer. Aan de zonzij-
de de woonkamer, een tweede slaapkamer en de terrassen. Het stalen
frame zorgt voor een formele voorgevel en voor de verbinding met
nieuwe woongebouwen elders. Dankzij dit frame kunnen de achterge- derde verdieping e
bieden van de grachtbebouwing gehandhaafd blijven. De omdraaiing
--:-=--""--_ _ _ _'-Ja van de voorzijde in de hoek en het frame zijn bedacht om met minimale
middelen aldaar de binnenstad een randbeëindiging te geven.
Deze tunnel voor langzaam verkeer en haar directe omgeving zijn
flink aangepakt met de bedoeling hier ook 's-avonds een plezierige
plek te creëren. Aan het water is aan de zuid-zijde een pleintje gemaakt
met een mooi uitzicht op de bedrijvigheid van het Rijn-Schiekanaal.
De hoger liggende weg geeft rugdekking aan de mensen die hierop een
bank in de zon zitten en de kinderen die er spelen. Het plein loopt traps- a het westelijke deel van de architec-
gewijs het water in dat aldaar ter plekke ondiep blijft voor pootje baden tonische uitwerki ng, gezien naar
en bootje varen. De ophaalbrug is eveneens gehandhaafd maar zij het noordwesten
b maquettefoto van de door de archi-
komt door de verandering van de kade- en oevervormen los in het wa- tecten voorgestelde hoekoplossing
ter te liggen en is met "plankiers" met het vaste land verbonden. c axonometrie van het westelijke
plandeel volgens de uitwerking van
de architecten, gezien naar het
Door de aanpassing van de kade- en de oeverlijnen wordt bena- noordwesten
drukt dat het Zuidpoortgebied een eiland is met een apart karakter als d plattegrond van het westelijk plan-
deel
intermediair tussen oude stad en TU-gebied. Het bestaande woning- e schemaplattegronden van het ge-
blok heeft een rustigere ligging gekregen. bogen gebouw
a maquette team Heeling, gezien
naar het noordoosten
b het middengebied, gezien naar het
noorden
c plattegrond van het middenge-
B het middengebied
In het hart van het Zuidpoortgebied is een plein gemaakt met vier
gebouwen als wanden. Aan de oostzijde staat een woon-/werkge-
bouw: een strookvormig gebouw waar kantoren en werkplaatsen in
-
113

bied
d doorsnede over het middengebied, kunnen worden ondergebracht met daarboven maisonnettes. Achter
gezien naar het oosten dit gebouw staat het vroegere TH-gebouw aan de Nieuwelaan dat met
relatief lage kosten kan worden ingericht als verzamelgebouw voor
bedrijven die uit de binnenstad van Delft moeten verdwijnen maar die
alleen kunnen gedijen in een met de binnenstad vergelijkbare situatie.

Ten noorden van het nieuwe plein is aan de verlengde Zuider-


gracht een hotel gebouwd. Boven op het V &0 gebouw, dat nu een
enigzins negatieve plek in de stadsrand van Delft vormt, wordt het
nieuwe hotel een eyecatcher.
Aan de zuid-kant van het nieuwe plein ligt de universiteitsbibli-
otheek, een centrum voor documentaire informatie. Waar het Zuid-
poortgebied een verbinding is tussen stad en TU, tussen wonen en wer-
ken, daar vormt de universiteitsbibliotheek, op steenworpafstand van
de stadsbibliotheek, de ideale verbinding tussen stad en universiteit.
De bibliotheek is toegankelijk voor 'burgers van Delft' zoals de stads-
bibliotheek open is voor studenten, maar ze ligt bovendien halverwege
de hoofd route tussen stad en TU-wijk en is als zodanig uitnodigend om
's-avonds nog te gaan werken. Het gebouw staat aan weerszijden van a
de St.Sebastiaansbrug en vormt de poort naar het plein.
Aan de westzijde van het nieuwe plein is een parkeergarage ge-
maakt waarop terrashuizen zijn gebouwd. De parkeergarage is tevens
een beschermende rugdekking voor de tramhalte (zuid-muur) en biedt
ruimte aan een wachthuis, tramkantoor en eventueel een bar met ta- Il'---___
bakswinkel.

O ·
~.
f!1'
~.

ê'l ~ . ( ) .
3 .

I\.. I
r-
j
0 If
0 I~
'--
,.~
..,........t"......

uu \.

~~"
CL _ _ _ __ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __________________ ~ d
114
De universiteitsbibliotheek; ontwerp Joost de Haan a het centrale plein met bibliotheek,
gezien naar het zuiden
Tussen het hotel en de bibl iotheek ontstaat een as die over het plein b noord gevel van de bibliotheek
loopt. Het gedeelte van het plein dat door de vier wegen wordt omslo- c zu idgevel
ten is 60 centimeter verdiept. Aan twee zijden is een keermuur ge- d axo nometrie van de bibliotheek,
gezien naar het zuiden, schaal
maakt waardoor het plein een grotere verblijfswaarde krijgt en waar- 1:1 .500
door het zich duidelijker als voorplein voor de bibliotheek manifes- e plattegrond van bibliotheek en
voorplein, schaal 1:1,500
teert. De buitenruimte voor de hoofdingang van de bibliotheek en de
begane grond zijn eveneens 60 centimeter verdiept. Het plein gaat over
in een binnenplein, waaromheen de diverse functies van het centrum
r---
voor documentaire informatie zijn ondergebracht. Langs de oprit naar
de brug is het, gesloten, boekenhuis gemaakt. De uitgifte vindt plaats
r-----
c- - onder het boekenhuis op de begane grond. Hier is ook de buiten het ge-
f- "
00 bouw geplaatste toren voor het verticaal transport gedacht. De vleugel
c-
voor het personeel en de expeditie is aan de oost-zijdegesitueerd.Van-
f- uit de centrale hal, met diverse zit- en leeshoeken, expositiemogelijk-
4M heden en dergelijke, kijkt de bezoeker onder de zuid-vleugel door naar
b het water van het kanaal. De zuid-vleugel biedt ruimte voor de diverse
studieplekken, vergaderruimten en dergelijke. Vanaf de brug is hier
een extra ingangsmogelijkheid voor fietsers en voetgangers op de
eerste verdieping. In de overbouwing van de weg is een kantine opge-
nr--l- D- nomen met zicht op de TU-wijk en de oude binnenstad.
------+---- -r-- 1-
f---- Aan de andere zijde van de brug zijn de studiecentra en audiovisu-
I--- ele werkruimten ondergebracht. Hier bevindt zich ook een deel van de
IQ ~ r.- f---- uitbreidingsmogelijkheden van de universiteitsbibliotheek tot een
11 11 I I T 11 11 11 11
grootte van circa 25.000 vierkante meter vloeroppervlakte.
c De noord-gevel van de centrale hal is geheel van glas. Het dak laat
veel licht door maar voorkomt directe zonsinstraling. Stalen verbin-
dingsbruggen die voor de noord-gevel langs lopen zorgen voor een be-
heersbaar circulatiesysteem op de verdieping.

o sluo'láenlrum

rll~11 e
Parkeergarage met daarop terrashuizen; ontwerp Wiek Röling
De kolommen van de parkeergarage staan h.o.h. 5,40 meter. Het
circuit is 6 meter breed en de parkeerplaatsen hebben een diepte van 5
meter. Om bij het parkeren de auto's niet te beschadigen is niet alleen
-
115

gekozen voor een parkeerbreedte van 2,70 meter maar zijn de kolom-
men zo geplaatst dat het indraaien vrijwel kolomvrij kan geschieden .
Door uit te gaan van een "split-level" systeem is men vrij in het kiezen
van het circuit binnen de garage en zijn er relatiefflauwe hellingen tus-
sen de verschillende vloeren. Uitgaande van de voorgestelde maten
voorde garage zouden er bij een volledige benutting 468 overdekte au-
toplaatsen zijn. Omdat in het garagegebouw de wachtruimte en tram-
halte worden ondergebracht kunnen hiervoorcirca 68 plaatsen worden
afgetrokken. Het is bouwtechnisch niet moeilijk respectievelijk een
halve of twee maal een hele verdiepingshoogte de grond in te gaan, a
waardoor er 130 of 200 plaatsen bij komen afhankelijk van de behoef-
teprognose.
Op het garagedak -drie niveau's van respectievelijk 5,40 meter,
6,75 meter en 8, 10 meter boven maaiveld- komt een straatje met aan
weerszijden dri eendertig split-level terrashuizen. De zeventien huizen
aan de zuid-zijde hebben een terrastuin opde volle zon van 5,40 x 9 me-
ter. De meest zuidelijke strook van dit terras -door de kolomstelling
heeft deze een groot draagvermogen- kan tot één meter teelaarde dra- b _.JI1:IJ:I:[J~:IJ.~LUUJ._~UU.J.~J..LW.J._J;!tttt!j1!!!l:tW;lW!!!I±:±:__
gen zodat er zelfs bomen kunnen groeien op deze daktuin . De huizen
hebben vier relatief grote kamers, een grote woonkamer op het zuid-
terras, een ruime eetkeuken, een overdekte entree en een "inwendige"
badkamer, die echter door het split-level systeem een raam heeft. Tus-
sen de huizen loopt een steegje met bergingen dat uitkomt bij een uit-
zichtterras in het hart van de Gashouderssteeg en dat aansluit op het
trappenhuis van de garage. Door dit straatje valt een plas zuid-licht in
de oostwest-straat. Aan de noord-zijde zijn de terrashuizen met een
grote woonkamer, weliswaar op het noordwesten, maar met een fan-
tastisch uitzicht op de oude stad en met bovendien -door de vide in de
split-Ievel- zonlicht in de huiskamer. De eetkeuken is op zon en straat
georiënteerd. In de as van de Torenstraat is hier een noordzuid-straatje
dwars op de woonstraat bij de garagetrap en een uitzichtterras. De ter-
rashuizen hebben het aspect van "drive-in" huizen met een overdekte
a axonometrie van de parkeergarage
met terraswoningen, gezien naar parkeerplaats -eventueel als garage afgesloten- op de hoogste garage-
het noordwesten , schaal 1:1.000 vloer. De auto's kunnen echter via een normale oprit ook tot voor de
b zuidgevel
voordeur rijden . Verder heeft de straat het karakter van een wandel- en
c plattegrond parkeergarage en wo·
ningen, schaal 1:1.000 speelstraat die uitkomt bij het liftenhuis, zodat de straat zonder traplo-
d gedetailleerde maquette van de pen te bereiken is . Men kan zo in het hart van de stad rustig wonen aan
parkeergarage, gezien naar het
westen
een grote daktuin met optimale privacy.

); I( :_r:Y' :~~\:~".;~'! ~,I;::C':::~ilj~'~:"'W"' .........


,
~

mR r.ftl}=FL!-FFt-w=FL ~
t::;:"
h
1--tA- w= Ft u=
~
JHI=
IU;; 66 ;"""'-' 6 6
66 6 6 66 6 6 66

~.~;'
6750.
.,., .,
~
., ., Q ., Q /"--::'Z Q .,

,
Q

~ , ..

~ ~
' .h.
'"
.i I ~j
[ J
1 1 / n
c
I
~
!$m
~ 5400._ ~ 11 0 ~
"-
-
116
begilnt grond
noord'lfonlng
verdIeping

~p
beglne grond
luid woning
'IerdiepIng a gedetailleerde maquette van de
parkeergarage met terraswonin-
gen, gezien naar het noordoosten
b plattegronden,doorsnede en west-
aanzicht van de split-level wonin -
gen
c axonometrievan hetZuidpoortho-
tel, gezien naarhetnoorden, schaal

dltn
1:1.000
d zuidgevel van het Zuidpoorthotel
e oostgevel
f langsdoorsnede
g dwarsdoorsnede

Het Zuidpoorthotel; ontwerp Fons Verheijen


Aan de noordzijde van het plein is de Zuidergrachtdoorgetrokken.
Om een goede gevelwand te creëren is hier het hotel gedeeltelijk over
V &D heen gebouwd. Tevens is deze situering gekozen vanwege het
gevoelsmatige argument een hotelkamer in de binnenstad te kunnen
huren.
De groene taluds naar het water gaan voor het hotel over in een
lichtgebogen kademuur. Het openbare gebied voor het hotel heeft een
steenachtig karakter en biedt ruimte voor terrassen en dergelijke met
een directe relatie met de hotellobby. De lobby die zich op het dak van
V&D bevindt is vanuit een binnenstraat te bereiken.
De noordelijke hotel beuk hangt als een brug over het warenhuis
heen. Via galerijen die in de centrale hal hangen zijn de kamers te be-
reiken. In de hal zijn grote bomen geplaatst. De kamers op het noorden
hebben uitzicht op de oude binnenstad. Die op het zuiden zijn van een
balkon voorzien, dat wordt ondersteund door een gekleurd stalen fra-
mewerk met een elegante buiging in de richting van het plein.
Vanachter de bestaande muur van de expeditie van V&D schieten
het trappen- en liftenhuis omhoog. De twee slanke en langgerekte beu-
ken van het hotel zijn zo geplaatst dat de Zuiderstraat er tussendoor
loopt. De straat zet zich binnen voort gedeeltelijk onder de zuidelijke
hotel beuk en biedt hier ruimte aan winkels, kiosken en dergelijke.

-, g
-
b
117

C het oostelijk deel


Aan de noord-zijde en aan een deel van de oost-zijde van dit gebied
zijn woon-werkgebouwen gemaakt met de mogelijkheid van werk-
plaatsen op de begane grond, kantoren middenin en maisonnettes op
de bovenste lagen.
Een grootdeel van de goed bruikbare bestaande gebouwen mid-
denin en aan de zuidelijke rand van het gebied zijn bestemd voor be-
drijven. De grotere exemplaren kunnen als verzamelgebouwen wor-
den ingericht.
Aan de rand van het groengebied rond de Oostpoort is ter afsluiting
een licht gebogen muur gemaakt waardoor het park rustiger blijft en
aan de bedrijvige zijde van de muur een nuttig pleintje ontstaat.

a maquettefoto van het hotel, gezien


naar het zuiden
b plattegrond verdieping hotel,
schaal 1:1.000
c begane grond van het hotel, schaal
1:1.000
d gedetailleerde maquette van het
hotel, gezien naar het noordwes-
ten
e hetoostelijke plandeel, gezien naar
het noordoosten
plattegrond van het oostelijke
plandeel
\
HOOFDSTUK 10 ONTWERTEAM T. KOOLHAAS
ontwerpbureau ir. Teun Koolhaas, Almere
Hoenders en partners architecten bna, Delft
architectenbureau H. van Meer bv, Amsterdam
architectenbureau Quist bv, Rotterdam

119
PLANTOELICHTING Belangrijk bij de investering voor de vernieuwing van het
Zuidpoortgebied is vooral het tempo waarin dit gebeurt. Om direct
Nu maakt het Zuidpoortgebied, als toegang tot Delft, een zeer rendement van de investeringen te verhijgen is het wenselijk dat de
verscheurde indruk. De te grote brug leidt tot niets anders dan een ontwikkelingsperiode de vijf jaar niet overschrijdt. Dit is alleen
grauwe parkeervlakte, omzoomd door een ratjetoe van mogelijk indien niet alleen een helder en pragmatisch plan aan deze
onsamenhangende bebouwing. Doel van dit ontwerp is om dit ontwikkeling ten grondslag ligt maar ook een voortvarende
verwarrende beeld te vervangen door een overzichtelijk nieuw bestuurlijke besluitvorming.
stadsdeel.
Binnen een eenvoudige en overzichtelijke lay-out wordt in dit
ontwerp het overgangsgebied tussen de kleinschalige oude binnenstad
en de grootschalige TU-wijk vernieuwd. Colofon
Het verwaterde maar nog steeds aanwezige ruimtelijke motief van ONTWERPBUREAU IR. T. KOOLHAAS ASSOCIATES BV
dit stadsdeel wordt weer opgepakt: ruime oostwest-profielen en - Teun Koolhaas stedebouwkundige
kleinschalige noordzuid-straatjes en -stegen. - Freek Riem stedebouwkundige
- Carlos Fernandes architect
De Zuiderstraat wordt als Zuidergracht tot aan het Achterom - Ber! Bandringa student
doorgetrokken. Als tegenhanger van de Oostpoort wordt aan het
andere uiteinde op de as van de gracht een markant gebouwtje HOENDERS EN PARTNERS ARCHITECTEN BNA
- Ingeborg Hoenders architect
opgericht wat doet denken aan de vroegere Korenbeurs aan de - Fred Dekkers architect
BinnenwaterslooI. - Kaspar Zinsmeister architect
De Nieuwelaan wordt met een royale laanbeplanting als zodanig ARCHITECTENBUREAU H. VAN MEER BV
verbeeld. Zij vormt samen met de bomen langs het Rijn-Schiekanaal - René van Veen project architect
de parkachtige zuid-rand van de delftse binnenstad. Deze groene zone - Ad van Aer! medewerker
absorbeert visueel de massieve electrische centrale welke om ARCHITECTENBUREAU QUIST BV de maquette, gezien naar het noorden
economische redenen immers niet voor sloop in aanmerking kan
komen. Aan de oost-kant eindigt deze zone in een driehoekig park
naast de Oostpoort. Aan de west-zijde eindigt het groen in een nieuw
plein dat qua maat met de Beestenmarkt overeenkomt.

In dit verhoogde plein worden de brug, het parkeren en de


stedelijke toegang geïntegreerd.
Aan de oost-zijde grenst het plein aan een campus-achtige
woonwijk met groene hoven. Aan de noord-zijde grenst het aan een
nieuw mensagebouw met jeugdhotel, sociëteitsruimten en een café
met terras op het zuiden. Aan de west-kant wordt de pleinwand
gevormd door een theater en een bibliotheek. Aan de zuid-kant wordt
het plein afgesloten door woonbebouwing boven winkels. De toegang
vanaf de brug wordt aan de rechterkant gemarkeerd door een kantoor
dat in schaal overeenkomt met de TU-bebouwing aan de overzijde van
het Rijn-Schiekanaal. Aan de voet hiervan ligt een passantenhaventje.

Met de auto van de brug komend wordt de bezoeker in een


parkeergarage opgevangen. In twee lagen kunnen 875 auto's
overzichtelijk worden weggezet.

Het huidige doorgaande verkeer wordt ondervangen door de


aanleg van een brug over het Rijn-Schiekanaal ter hoogte van de
Abtswoudseweg. Hierdoor wordt de ring-ontsluiting uit de binnenstad
naar buiten verplaatst. Delft wint hiermee een nieuw stedelijk gebied
dat op de voetgangers is georiënteerd en dat als uitbreiding van In de
Veste kan dienen.
Voorde bussen is op het plein een enkele halteplaats; het overstap-
pen concentreert zich bij het station.

Karakteristiek voor het stedebouwkundige plan is dat het de


huidige verkaveling respecteert en versterkt. Hierdoor kunnen kabels
en leidingen blijven liggen, hoeft het hele gebied niet in één keer op de
schop genomen te worden en er is flexibiliteit mogelijk ten aanzien van
de besluitvorming van planonderdelen alsook ten aanzien van de uit-
voering.
-
120
opbouw van het plan
a TWEEDELING
- STAD stedelijke voorzie-
ningen
- CAMPUS wonen universiteit
vervoer in het plangebied
d bus- en fietsroutes
eautoverkeer
f pa rkeergarage in twee lagen

b RASTER DELFT
c ZONERING
A historische stadsrand en
aanvullingen
B stedelijke voorzieningen
C woongebied universiteit
D Nieuwelaan L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _~~_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _~a L -_ _ _ _~_ _ _ _ _ _ _ _~~~_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _~d
E zöne met losse elementen

L -_ _ _ _ _ _ _ _~------------~--~--~------__Jb L -________________~~----------------------~e

----~n_----'='~=====-I
L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ~c

typologie
g BEBOUWING
h STEDELIJKE RUIMTE
in oostwest-richting
STEDELIJKE RUIMTE
in noordzuid-richting

L -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ~g

L -__________________________________________~ h rechts:
a dwarsdoorsnede t.p.v. de St. Se-
ba stiaansbrug, gezien naar het
oosten
b dwarsdoorsnede t.p.v. het trans-
formatorstation, gezien naar het
oosten
c langsdoorsnede t. p.v. het centrale
verhoogde ple in, gezien richting
binnenstad
d het uitgewerkte plan, schaal
------,~------ 1:2.500
maquette van het ontwerp team e aanzicht vanaf de zuidoever van
Koolhaas, gezien naar het westen het Rijn-Schiekanaal
~ \gg I t r LW """JO c[1~ '" ,c:bi P ?}R [tJ lÇ;;;dwD --pi
a b

dh dh
-
121

e
Locatie Zuidpoort volgens het ontwerp van team Koolhaas

122


1 theater 4 jongerenhotel atrium 10 parkeerkelder
2 bibliotheek 5 mensa kantoren II passantenhaven
3 markthal 6 café wonen
-
123

a het ontwerp
axonometrie v an haal 1:2.500
team Koolhaas, gen van het markt-
sc d
t
b on w erptekenln . . de van e
het Ulteln

c
~oorgetrokken Z~et
ebouw aan idergracht
ontwerp team
maquette van n naar het zU,lden
Koolhaas, gezle marktgebouw
d maquettedet~ 1I van het zuidoos-
' , gezie n na ar
en plein
ten
b 4,
I

- := []
architectenbureau Quist bv
--~ L
DIT!
~ c~ 1- - - -

__-ti__ - j - -<>-_~_~ ___<>G----~--<>------


_ O~ -~~ ~:---:<>---~~ :
-- o-I~----

~ O-- ~L~I-1 ___


R
I

o
- ~S
--<>-- --- ,~>_---
a plattegrond van theater en biblio-
theekaan het verhoogde Zuid-
ple in, schaal 1:750
b pleingevel van het complex,
schaal 1:750
c het plein met omringende be-
bouwing, gezien naar het noord-
westen
d het westelijke plandeel, gezien
naar het noorden
e oostwest-doorsnede, schaal1 :750
f noordzuid -doorsnede, schaal
1:750

1
b ,j-' a
rechts:
a axonometrie van het centrale
ple in, gezien naar het noorden
b het verhoogde plein gezien naar
het zu idwesten
c het verhoogde plein met omring-
ende bebouwing, gezien naar het
noordoosten
d niveau 1 en 2 van de parkeergara-
. , ~
ge onder het verhoogde plein,
'-' c schaal 1:1.500
'-.! '"' 0
LC

~==============================================~~======= e

! I I I I
I I I J I
..J L-

__1_.' f..! L
---.
._-
- _.-
_.-
-
f=' 1...- lJ .- l -~ ~ -

.. j' 4~ :::::ei:
r----, .....----,
--
c=-,~ c-'-
I

d
.....
125

1_ _ - _

verhoogd zuid plein

I rf~
~ m:mmmmHH 0 : HEHEHffiHr ,
~;: :=:OJ m:mmmmHH QiB EEHEEEHBIE:""
a
B8B "":: BdEB DO
B8B 08 88EIE: GD

B.=~
DDPDDDD

, ~~~~,~~~~~~~~D
I :<',
DB EEB BO
y J

8" LJC:DDDDD

I'i ~ OB EEB Fi c

Q
D
aBEIEEEB ' ' ~B Baaa:B 0 0 I

IQ 8BEIE33B OB B8aaB B I

~~~~: 8ElElBB tL I
El ElEEElEB. :'r I
b d
Hoenders en partners architecten bna

126

a ontwerpschetsen
b westaanzicht van de woontoren
c axonometrie van het deelplan, ge-
zien naar het noordwesten, schaal
1:1 .500
d de woontoren, gezien naar het
noordwesten
e de bebouwing aan het verhoogde
'--_--'_ _ b plein, gezien naar het zuidwesten

e
-
127

groep. won ing

- ~- -- --:!

b laag 1 laag 2 laag 3 laag 4

a zuidaanzicht va n de bebouwing
aan de passantenhaven
b plattegronden van de bebouwing
3 hoold . I•• pk l m l r
aan de passantenhaven
4 . I• • pkl me r
c plattegrond van de woontoren
5 b.dk l me r
d de passantenhaven, gezien naar
het noordwesten
e maquettedetail van passantenha- 8 v ld'
ven en verhoogd plein, gezien naar 9 woon / sl •• pk . mer
het westen c 10 g.m •• nIC l'llpPIUJkl ruimt.
maquette van het deelplan, gezien 11 portlek , nu • •
naar het noordoosten 12 w lnk,lruimt e
architectenbureau H. van Meer bv

[]] :
[IJ
-LIDI
!""""" "::
t t t t
-

t
· U · U ·C
t t t t t
::
t
. . '

t t t
: •
-.,. .:
~" ~ èJ ~ ~ ~ t9
liltrrrrJ .ttIIrrtd".tIITrI1îf
I"" ' '''''

tij
1" t f t ' l' t t t t f t t

c
128
~ FJl=U

r.
3 1

d 1
2

5

begane grond Ie l / m 3e verdieping doorsnede

EE
10 0 EE 0 EE 0 EE

lEE EE EEEE EEEE EEEE


I
EE D EE D EED EB DI
I
ID
D~~EE 88 EE~ t!JD D I

"n oordgevel (gracht.) oost- en westgevel (straat-)

I ...... .

1 . .. 00." •• ' ...... ,

2 . ... u .... "

I
12 x 'begene vrond' . woningen (2-kemer)

36 JI portlek -eteve woningen ("-kem.,) a


I 1

"hol"·gevel
type a

~egane grond 1 everdieping 2e verdieping doorsnede

1~rr::r:n~~1
IG:TIJ c::r::=:;u c:::I:J1.i1 c=:lJ1

I ITIIJITTIJDIIJ~
~
I
rnoo ITl [][]CIJI
"n oordgevel (ezelsveldlaan) 'oost- en westgevel (straat-)
a woning plattegronden, doorsnede
en geveltekeningen van de halfo-
pen bouwblokken aan de Zuider-
gracht, schaal 1:500
b het oostelijke plandeel, gezien
naar het westen
c verkavelings- en ontsluitings-
schema
d de halfopen bouwblokken in de
maquette, gezien naar het noor-
doosten
e plattegronden, doorsnede en ge-
veltekeningen van de bebouwing !ill!
1
II111 11111 1
aan de Nieuwelaan, schaal 1:500 -"hol"-gevel type b e
129

a ,

a axonometrie van de hoven be-


bouwing , gezien naar het zuid-
oosten , schaal 1:1.000
gevels:
offi offi offi offi offi offi offi o ffi 0 ffi 0 ffi offi offi offi offi offi
b dwarsstraat
c hoven aan de Nieuwelaan
ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi ffiffi d hoven aan de Ezelsveldlaan
ffio e Ezelsveldlaan
83 8 f Zuidergracht
Delft en de locatie ZUI.d poort volgens het ontwerp van team OD 205

130
~
HOOFDSTUK 11
ONTWERPTEAM OD 205
Benthem en Crouwel, architecten, Amsterdam
Girod en Groeneveld, architecten, Amsterdam
Kees de Kat, architect, Utrecht
OD 205, architectuur, stedebouw, onderzoek en landschap bv, Delft

INLEIDING

De delftse binnenstad wordt aan de zuid-zijde begrensd door het


zogenaamde Zuidpoortgebied. Qua functie en inrichting is het een
onduidelijk restgebied dat, ook historisch, noch tot de binnenstad noch
-
131

tot de buitenwijken behoort. Tot het eind van de vorige eeuw vormt het
met zijn vele tuinen een aangenaam gebied voor verblijf en verpozing,
aansluitend op de stadswandeling over de zuidelijke vestingwal langs
de Zuidersingel: het Delftse Arcadië.
De aanleg van het Rijn-Schiekanaal als nieuwe doorgaande
scheepvaartverbinding langs de oost-zijde van de stad, maakt in 1892
van het gebied een eiland. Kort daarop vindt een sterke expansie van
Delft plaats. Ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de
Technische Hogeschool wordt de sprong naar het zuiden, over het a maquette van het ontwerp team
kanaal heen, gemaakt. Het eiland blijft een restgebied, ingeklemd OD 205, gezien naar het zuidoos-
tussen binnenstad en TH-wijk, met een mengeling aan functies : ten
b de maquette, gezien naar het
onderzoek, bedrijven, wonen en een gasfabriek. a noordoosten
Geleidelijk aan wordt het eiland steeds meer gezien als het
scharnier dat de binnenstad en de TH-wijk met elkaar en de wijdere
omgeving verbindt. In de plannen krijgt deze opvatting gestalte in de
vorm van een verkeersknooppunt: een noordzuid-traverse die Markt
en TH-wijk met elkaar verbindt en een oostwest-traverse die de
verbinding moet gaan vormen met rijksweg 13 en de weg Rijswijk-
Schiedam (nu rijksweg 4). Hiervan zijn alleen de St.Sebastiaansbrug
en het tracé van de brug naar de Irenetunnel als dominante
verkeersstructuur met een doorgaande functie aangelegd. De aanleg
van parkeerterreinen en het dempen van een deel van de Zuidersingel
versterkt de verkeersfunctie. Hierdoor wordt tegelijk de positie als on-
duidelijk amorf restgebied benadrukt.

Veranderingen in de verkeersstructuuren nieuwe aansluitingen op


het landelijke en regionale wegennet maken de St.Sebastiaansbrug als
onderdeel van een doorgaande route overbodig. Dit schept ruimte voor
een herbezinning op het Zuidpoortgebied als verbinding tussen de
binnenstad als historische, culturele, toeristische en commerciële pool
en de TU-wijk als technologische pool.
Als belangrijkste doel van de studieopdracht zien wij dan ook:
herstel van de scharnierfunctie van het voormalige eiland. Inrichting
en functie dienen zodanig vorm te krijgen dat een schakel tussen beide
polen ontstaat met een eigen identiteit die beide, binnenstad en TU-
wijk, in hun functioneren versterkt.

PLANGEBIED

Het Zuidpoortgebied ligt in het spanningsveld tussen twee


verschillend geaarde polen, die samen de belangrijkste pijlers vormen
voor de economische en maatschappelijke ontwikkeling van Delft.
Beide hebben ruimtelijk, structureel en functioneel een eigen karakter
en betekenis.
Aan de noord-zijde ligt de oude binnenstad met een ruimtelijke
structuur die de laatste drie eeuwen vrijwel onveranderd is gebleven.
Deze structuur is ontstaan in nauwe relatie tot de aanwezige
landschappelijke gegevenheden. De belangrijkste ruimtevormende
elementen zijn de bebouwingswanden en het water. Het water speelt .
vooral een rol in de dominante noordzuid-gerichte ruimten van de
grachten. Dwars daarop staat een min of meer regelmatig patroon met
een variatie aan ruimten; van smalle stegen tot brede hoven en pleinen.
probleemstelling oplossing

analyse

132
Bepalend voor de ruimtelijke structuur is de historische bebouwing
met zijn gesloten bouwblokken. Deze vormen als het ware een schil
waarbinnen nog wel enige speelruimte voor nadere invulling is, maar
veel is dat niet.
De binnenstad vertegenwoordigt een grote cultuurhistorische
waarde en vormt hierdoor tevens een belangrijke toeristische functies
trekpleister. Deze functie is één van de sterke kanten van Delft. Voor
een verdere ontwikkeling is versterking van de culturele sector en het
winkel- en verzorgingsapparaat van belang. Het winkelapparaat kent
twee zwaartepunten: een concentratie rond de Markt en een nieuwe
ontwikkeling in het gebied van In de Veste, tussen Molslaan en
Gasthuislaan. Hier heeft zich onder andere een aantal groot-
winkelbedrijven gevestigd. Hoewel beide winkelkemen op korte
afstand van elkaar liggen, bestaat er geen duidelijke relatie tussen
beide. Door het verschuiven van het zwaartepunt naar het zuiden
dreigt het gebied rond en vooral ten noorden van de Markt te
verkommeren .

Ten zuiden van het Zuidpoortgebied ligt de TU-wijk. Deze heeft


een duidelijke, planmatige ruimtelijke structuur, die echter geheel
afwijkt van de structuur van de binnenstad: van enige relatie met de
landschappelijke gegevenheden is geen sprake. De orthogonale
structuur is verlaten, brede lanen met een losse, meer open en
toegankelijkheid
verspreide bebouwing in plaats van de gesloten bouwblokken in de
binnenstad, zijn hier de belangrijkste ruimtebepalende elementen. De
belangrijkste functies zijn hier de bedrijvigheid langs het Rijn-
maquettefoto van het ontwerp team Schiekanaal en oostelijk daarvan het technologisch onderwijs en
OD 205, gezien naar het zuiden onderzoek van ondermeer TU en TNO.
Het Zuidpoortgebied zelf ligt tussen beide gebieden ingeklemd.
Noch door inrichting, noch door functie hoort het bij een van beide.
Ook een eigen karakteristiek ontbreekt. Het westelijk deel zou, daar
waar de Zuidersingel gedempt is, een aanvulling op de binnenstad
kunnen vormen. Door de grote parkeerterreinen manifesteert het zich
echter als een leegte. Het oostelijk deel herbergt een onduidelijk
ratjetoe aan bebouwing en functies. In feite wordt het gebied, zowel
ruimtelijk als functioneel , geheel gedomineerd door de
verkeersinfrastructuur (St.Sebastiaansbrug met aan- en afvoerwegen)
en de daarmee samenhangende functies.
De dominante verkeersfunctie van de St.Sebastiaansbrug houdt
verband met de wijze waarop Delft op het landelijke en regionale
wegennet is aangesloten. Doordat Delft aan de noord-zijde (nog) niet
over een volledige aansluiting op rijksweg 13 beschikt, maakt vrijwel
al het verkeer uit het zuiden met bestemming Delft-noord gebruik van
de St.Sebastiaansbrug om zich dooroflangs de binnenstad te wringen.
Hetzelfde geldt voor het verkeer uit Pijnacker en Zoetermeer met
bestemming binnenstad of Delft-noord. Een volledige noordelijke
aansluiting op rijksweg 13 en een betere benutting van de Kruithuis-
weg als vervanging van de vroeger geplande oostwest-traverse door de
locatie Zuidpoort, kan de St.Sebastiaansbrug echter grotendeels
ontlasten van het doorgaande verkeer.
Het Zuidpoortgebied vormt door zijn centrale ligging op de as bin-
nenstad-TU-wijk een gebied dat bijzonder geschikt is om een
schakelfunctie te vervullen. De inrichting van het gebied is echter
geheel ingesteld op een zo snel mogelijke passage van doorgaand
verkeer. Tegelijkertijd werkt deze inrichting als barrière, zowel tussen
delen van het Zuidpoortgebied zelf als in de functionele en ruimtelijke
relatie tussen binnenstad en TU-wijk. Waar een knooppunt had
moeten liggen, is nu een leegte ontstaan.
probleemstelling oplossing

aanleiding voor herstel van de eilandsituatie, door de gedempte


Zuidersingel in ere te herstellen; in aanvulling hierop vindt ook een
herstel van de ruimtelijke begrenzing van de historische binnenstad
-
133

plaats
· het treffen van verkeerskundige voorzieningen waardoor het
bebouwingsstructuur doorgaande verkeer om het eiland heen geleid wordt
· het creëren van een doorgaande langzaam verkeersroute over het
eiland heen, die de TU-wijk en het centrum van de binnenstad
verbindt; deze route dient tevens voor het tot stand brengen van een
samenhang tussen de beide winkelcentra in de binnenstad zodat een
aantrekkelijk geheel ontstaat
het creëren van voorzieningen voor culturele, dienstverlenende en
representatieve functies: schouwburg, TU-bibliotheek,
congresfaciliteiten, kantoren (TNO?) aangevuld met woonfuncties
· het creëren van een aangenaam verblijfsklimaat en rustpunt door
herstel van de oude stadswandeling en een groene inrichting van het
centrale deel van het plangebied
· een zodanige architectuur dat deze door richting en transparantie
ruimtelijk vorm geeft aan de brugfunctie van het eiland tussen
binnenstad en TU-wijk,

groen- en waterstructuur

PLANFILOSOFIE structuurschets ontwerpteam 00205.


schaal 1:5,000

Voor de verdere ontwikkeling van Delft is versterking, van de


beide pijlers, toerisme en technologische bedrijvigheid, een
belangrijke voorwaarde, Voor het toerisme is een versterking van de
culturele en commerciële sector gewenst. Voor de technologische
bedrijvigheid is de ontwikkeling van representatieve voorzieningen,
die een brug kunnen vormen naar de culturele en verzorgingsfuncties
van de binnenstad, van belang,

Het Zuidpoortgebied bezit de potentie om als knooppunt van de


vele functies (cultuur, commercie, dienstverlening, wonen,
technologisch onderzoek en -onderwijs, bedrijvigheid en
ontspanning) een brugfunctie te vervullen, Er is ruimte om de beide
pijlers in de ontwikkeling van Delft aan te vullen en te versterken met
eigentijdse elementen en voorzieningen, Het gebied kan daardoor een
eigen identiteit krijgen en tevens een rustpunt vormen in het
spanningsveld tussen beide polen, waar het aangenaam toeven is,
Voorwaarde is dan wel dat er maatregelen worden getroffen om het
gebied te ontdoen van zijn dominante verkeersfunctie,

De ontwerpopgave wordt als volgt begrepen: het vorm geven aan


een stedelijke samenhang tussen binnenstad en TU-wijk door
herstructurering van stedelijke relaties en invulling en herinrichting
van het Zuidpoortgebied, zodanig dat er een knooppunt met een eigen
identiteit ontstaat, dat -gelijk het knooppunt in een trillende snaar-
door bundeling en uitstraling de vibratie in de functies van de
aangrenzende gebieden versterkt en tegelijk zelf een aangenaam
rustpunt vormt De belangrijkste middelen hiervoor zijn:
. het verzelfstandigen van het plangebied, zodat het zich ruimtelijk en
functioneel onderscheidt van de binnenstad en de TU-wijk; dit thema
wordt niet alleen uitgewerkt in inrichting en functie, maar is ook
Locatie Zuidpoort volgens het ontwerp van team OD 205

134

I theater 4 congresfaciliteiten, wetenschapswinkel, kantoren e.d. 7 sociaal-culturele voorzieningen 9 stadspark


2 bibliotheek 5 winkels 8 parkeergarage 10 25 KV -station (transformatorstation)
3 hotel 6 wonen
wordt ter plaatse voorzien.
Aan de noord-zijde van het nog bestaande deel van deZuidersingel
bevindt zich thans nog een parkachtige groenvoorziening, een
overblijfsel van de oude 'stadswandeling'. Dit park krijgt een
-
135

voortzetting in een groene laan langs het winkelcentrum. De bestaande


winkel wand wordt uitgebouwd met een arcade. De 'stadswandeling'
wordt in de vorm van een laanvormige voetgangersroute
doorgetrokken langs de oost-zijde van het nieuwe plein, onder de
schouwburg door, naar het Rijn-Schiekanaal en buigt dan west-waarts
naar de Kolk.
De nieuwe bebouwing van het eiland krijgt een losse opzet met qua
vormgeving strakke elementen. De bebouwing is in hoofdzaak
gegroepeerd langs de randen van het eiland, in een transparante noord-
zuid-structuur. Hiermee krijgt de 'brugfunctie' van het eiland een

RUIMTELIJKE OPBOUW VAN HET PLAN

Voor de verwezenlijking van de planfilosofie is een verandering


van de verkeersstructuur een eerste vereiste. Dit betreft met name het
vervangen van de St.Sebastiaansbrug dooreen lagere en bescheidene-
re brug. Voor zover er nog sprake is van doorgaand verkeer wordt dit
afgeleid via de Kanaalweg naar een nieuwe brug over het Rijn-
Schiekanaal, ongeveer ter hoogte van de huidige langzaam
verkeersbrug (de Hambrug).
De ruimte die thans door de parkeerterreinen in beslag wordt
genomen, kan voor bebouwing beschikbaar komen, door deze te
vervangen door een ondergrondse parkeergarage op dezelfde plaats.
Van de aanwezige bebouwing zal een deel geleidelijk worden
vervangen. Enkele markante gebouwen, zoals de mensa en het
clubgebouw van Laga, behouden een plaats in de nieuwe planopzet.
Ook het transformatorstation blijft op zijn huidige plaats gehandhaafd.
Wel wordt een aanpassing in vorm en volume voorgesteld .

Herstel van het eiland


Herstel van het eiland vindt plaats door het opnieuw uitgraven van
het gedempte deel van de Zuidersingel. Aan de west-zijde wordt deze
met een haakse bocht naar het Rijn-Schiekanaal geleid. Hierdoor
ontstaat aan de Asvest een pleinvormige ruimte met een driehoekige
vorm. Op deze plaats ontbreekt een duidelijke begrenzing van de
historische binnenstad. De bebouwing langs het Achterom is met open
achterkanten op de Asvest gericht. Ter afronding van de binnenstad en
ter versterking van de ruimte op het plein wordt de bouw van een
nieuwe 'stadsmuur' voorgesteld. Ter accentuering van de beëindiging
van de binnenstad wordt op de hoek van Achterom, Zuiderstraat en
Asvest in de bouw van een hotel voorzien. Dit gebouw markeert de
verbinding van de langzaamverkeersroutes binnen het plangebied met
de route over de Brabantse Turfmarkt naar de oude binnenstad en de
Markt.
a maquettedeta il van het westelijke Aan de openbare functie van het nieuwe plein wordt een extra
plandeel met stadsmuur en thea- dimensie gegeven door hier de nieuwe schouwburg te situeren. Deze
ter, gezien naar het noordwesten schouwburg, die ten dele over het water heen gebouwd kan worden,
b bebouwingsmassa's, schaal
1:5.000 krijgt op het eiland een antwoord in de vorm van een paviljoen of
c inrichtingsplan, schaal 1:5.000 muziektent.' In een verbinding met het eiland voor langzaam verkeer c
a

136
~ ruimtelijke vertaling. Het centrale deel van het eiland krijgt een
parkaanleg met verspringende ruimten en een gebogen belijning om
zo een tegenwicht te vormen tegen de strakke vorm van de bebouwing.
Over de Zuidersingel komen eenvoudige voetgangersverbindin-
gen die corresponderen met de 'gaten' in de winkel wand langs de
Zuiderstraat. Tegenover de Kruisstraat wordt deze verbinding
zwaarder uitgevoerd, zodat hier ook een toegang voor het gemotori-
seerde verkeer ontstaat. Deze is via een bajonetstructuur verbonden
met de 'nieuwe St.Sebastiaansbrug'. Het eiland wordt vanuit deze
bajonet ontsloten voor het gemotoriseerde verkeer. Voor het fiets ver-
keer wordt een route opgenomen die vanaf de 'nieuwe St.
Sebastiaansbrug' in noordwestelijke richting aansluiting geeft op de
Brabantse Turfmarkt.

a profiel 3, gezien naar het noor-


den Functies
b profiel 4, gezien naar het noor- De bouw van de schouwburg versterkt de culturele functie van de
den
c maquette team 00 205, gezien binnenstad en breidt deze functie tevens uit richting Zuidpoortgebied.
naar het westen Het westelijk deel van het eiland krijgt vooral een dienstverlenende en
representatieve functie : TU-bibliotheek, congresfaciliteiten,
wetenschapsvoorlichting-wetenschapswinkel, kantoren (TNO?) en
andere voorzieningen voor onder andere TU en TNO. Hiermee wordt
beoogd het plangebied een complementaire functie te geven, zowel ten
opzichte van de toeristische en commerciële functie van de binnenstad
als ook ten opzichte van de enigszins besloten academische sfeer van
de TU. Hiermee krijgt Delft in de dienstverlenende sector een extra
dimensie van zowel locale als bovenlocale betekenis . Het oostelijk
deel van het eiland krijgt vooral een woonfunctie. Mensa en
clubgebouw van Laga blijven gehandhaafd. Aan de oost-zijde van het
park is ruimte voor een gebouw met openbare of sociaal-culturele
functies.

Van groot belang is de langzaam verkeersroute vanuit de TU-wijk


over het eiland via de Brabantse Turfmarkt naar het centrum van de
binnenstad. Deze route dient zodanig vorm te krijgen dat zij tevens een
relatie legt tussen de beide bestaande winkelkernen in de binnenstad.
Door uitbreiding en verbetering van de winkelvoorzieningen langs
deze route kunnen beide kernen weer één geheel worden. Het herstel
van de stadswandeling en de aanleg van de centrale
groenvoorzieningen bieden een belangrijke aanvulling op en
uitbreiding van de toeristische wandelroutes door de binnenstad.

Verkeersstructuur
Wanneer straks een volledige noordelijke aansluiting op rijksweg
13 klaar is, wordt het mogelijk om, in combinatie met andere
voorzieningen, de binnenstad van doorgaand verkeer te ontlasten.
Westvest-Phoenixstraat en Oostsingel zullen dan vooral een functie
krijgen voor de verdeling van het bestemmingsverkeer naar de
binnenstad. Vanaf deze wegen kunnen de diverse delen van de
binnenstad via korte insteken worden bereikt. De Kanaalweg kan een
soortgelijke functie krijgen. Een profiel van twee gescheiden
rijstroken met laanbeplanting is mogelijk.

Voor het langzaam verkeer krijgt de route Brabantse Turfmarkt -


eiland - 'nieuwe St.Sebastiaansbrug' - Michiel de Ruyterweg een
belangrijke functie. Er ontstaat zo een doelmatige verbinding tussen
binnenstad en TU-wijk.
a

Door de reconstructie van de Zuidergracht zal het nodig zijn het


busstation te verplaatsen. Het huidige parkeerterrein aan de Pynepoort
biedt daarvoor een geschikte plek. Voor zover er ruimte overblijft is
hier een uitbreiding van de winkel voorzieningen mogelijk.
Vervangende parkeerruimte kan verkregen worden door op het
parkeerterrein aan de Yperstraat een parkeergarage met een capaciteit
van 300 plaatsen te bouwen. Extra parkeerfaciliteiten kunnen
eventueel gerealiseerd worden door het dak van V &D als parkeerdek
(circa 80 parkeerplaatsen) in te richten. De huidige parkeerterreinen in
het Zuidpoortgebied worden vervangen door een ondergrondse
parkeergarage met ruim 600 plaatsen onder de bebouwing in de noord- C

west-hoek van het eiland. Het parkeren voor de overige bebouwing


vindt op de begane grond, onder de gebouwen plaats. Het parkeren bij
de nieuwe schouwburg geschiedt op het nieuwe plein aan de Asvest.

ARCHITECTUUR

In de planopzet heeft de nadruk vooral gelegen op de ontwikkel ing


van een ruimtelijke en functionele visie ten aanzien van bouwmassa's
en open ruimten, functies en verbindingen. Voor de bouwhoogte van
de blokken wordt voor de kantoren en andere niet-woonfuncties
uitgegaan van maximaal vijf à zes lagen; voor de woningen van
maximaal vier lagen. Bij deze hoogten is er ook in de ruimten tussen de
blokken sprake van een goede hoogte-breedte verhouding.
Voor alle nieuwe bebouwing geldt dat de onderste bouwlaag of de
kelder zo wordt ingericht dat deze ruimte biedt voor het eigen
parkeren. Een uitzondering vormen de drie gebouwen in de noord-
west-hoek. Hier wordt geparkeerd in een grote ondergrondse
parkeergarage.

Enkele gebouwen en woningblokken zijn nader uitgewerkt om een


illustratie te geven van de mogelijkheden en de sfeer van het plan . Dit
betreft onder andere de bebouwing in de noordwest-hoek tegenover
het winkelcentrum In de Veste. Het gaat om drie rechthoekige
gebouwen op een ondergrondse parkeergarage onder alle drie de
gebouwen doorlopend. Deze garage die in drie lagen wordt gebouwd,
heeft een capaciteit voor 600 parkeerplaatsen. De toegang en de
uitgang liggen in het verlengde van de Kruisstraat/Zuidersteeg.
Stijgpunten met uitgangen komen zowel in de gebouwen, alsook bui-
ten op het maaiveld uit. Vanaf deze laatste uitgangen lopen
a profiel 1, gezien naar het oosten voetgangersroutes naar het winkelcentrum. Binnen de bouwblokken
b profiel 2, gezien naar het oosten
c axonometrie van de gebouwen in
kan variatie worden gevonden in de bouwhoogte en openingen in de
de noordwest-hoek onderste bouwlaag, zodat er een doorgang op maaiveldniveau
d bovenaanzicht van de parkeerga- ontstaat. Dit kan variëren van vrijwel open bij het oostelijke blok tot
rage en plattegronden kelderver-
diepingen gesloten bij het westelijke blok. d'
138
~ AI naar gelang de specifieke functie kan aan de blokken, door
inrichting van de gevels, een eigen uitstraling worden gegeven. Als
voorbeeld is het meest westelijke gebouw nader uitgewerkt op basis
van een programma voor een (middelgrote) bibliotheek. Afstemming
op de wensen voorde TU-bibliotheek heeft niet plaatsgevonden omdat
geen programma van eisen bekend is. Het gebouw heeft een
maatsysteem van 5,40 meter in het vierkant, waarmee wordt
a
aangesloten op het maatsysteem van de parkeergarage.

..
L
d

a oost; en zuidaanzicht van de ge-


projecteerde bibliotheek
b langsdoorsnede
c plattegrond tweede verdieping
d plattegrond eerste verdieping
e begane grond bibliotheek
f maquettedetail van het westelijke .
plandeel, gezien naar het noord- •
oosten
g detail van het westelijke plandeel,
gezien naar het zuidwesten • e g
Voor de woningbouw wordt uitgegaan van gestrekte
bouwblokken, waarbinnen een diversiteit van woningtypen mogelijk
is. Twee zijn er als voorbeeld nader uitgewerkt. Het eerste betreft een
luxe type eengezinswoning, uitgevoerd als drive-in woning. De
-
139

woonlaag bevindt zich op de eerste verdieping. Op de derde en vierde


laag bevinden zich slaapkamers/hobbykamer. De vierde laag is ten
dele ingericht als dakterras. De woningen staan in een
strokenverkaveling aan de noord-kant van het eiland, loodrecht op de
Ezelsveldlaan .

a eengezinswoningen tussen
stadspark en Zuidergracht, gezien
naar het noordoosten
b maquettefoto van het oostelijke
plandeel, gezien naar het zuiden
c de drive-in woningen, gezien naar
het westen
d oost- en noordgevel van de drive-
in woningen
e west- en zuidgevel
f plattegronden en doorsnede

e
140
Het tweede type betreft gestapelde woningen in vier lagen.
Parkeren en bergingen zijn ondergebracht op de begane grond.
Daarboven bevinden zich drie woonlagen met elk vier woningen,
waarvan er twee op het oosten en twee op het westen zijn georiënteerd.
De woonkamers zijn op de hoeken van het blok gesitueerd, met
tweezijdig uitzicht. De woningen worden ontsloten vanuit een
middenbeuk met uitwendig trappenhuis. Deze blokken zijn gesitueerd
aan de oost-kant van het eiland. Zonodig kunnen ze ook als
overbouwing over de verkeersontsluiting gerealiseerd worden.

n r

a het oostelijke plandeel, gezien


naar het noordoosten
b de woningblokken in de bocht van
het kanaal, gezien naar het zuiden
c aanzichten van het woningblok
d plattegrond verdieping en door-
snede
e e begane grond
FASERING

Uitvoering van een ingrijpende verandering in het plangebied,


zoals in de voorliggende visie wordt voorgesteld, zal alleen geleidelijk
fase 2: kan starten op het moment dat de externe verbindingen, van
het landelijk en regionaal wegennet naar de binnenstad,
compleet functioneren; in casu na het gereedkomen van het
ten westen van Delft gelegen deel van rijksweg 4 en de
J
kunnen plaatsvinden. Daarbij moet gedacht worden aan een lange aansluiting rijksweg 13 - Delft-noord vanuit het zuiden; cen-
realiseringsperiode in de orde van wellicht enkele tientallen jaren. traal in deze fase staat het verwijderen van hinderlijke
Voor de uitvoering van de herinrichting zijn korte, middellange een verkeerselementen uit het Zuidpoortgebied, het bouwen van
lange termijnstappen aangegeven. Deze zijn echter niet in een vast nieuwe bruggen en het opbouwen van de inwendige structuur
tijdsbestek vastgelegd. Alleen voor de beginfase worden concrete van het plan
ingrepen voorgesteld, en wel vanuit de volgende overwegingen:
· door het zetten van een eerste stap kan de gemeente de impuls geven fase 3: uitvoering van de minst urgente elementen van het plan,
die de basis legt onder een ruimtelijk beleid op langere termijn vooral in het oostelijke plangebied;
· de meest evidente tekortkomingen in de huidige situatie, zijnde het deze fase vormt het eindbeeld van het plan
grote monofunctionele open terrein en de slechte afbakening van de
binnenstad worden verholpen
• de ingreep ontmoet relatief weinig weerstand
· er kan concreet worden ingespeeld op de huidige programmatische
behoefte
· de bodemsanering kan worden aangepakt

Voor de ingrepen op middellange en lange termijnsweg wordt


gedacht aan de geleidelijke vervanging van de bestaande bebouwing,
binnen het eerder genoemd kader van het ruimtelijke en structurele
thema.
De nadere fasering C.q. de vervanging van bestaande gebouwen dient
in de planvisie een afgeleide te zijn van :
· de afschrijvingswaarde a
· de behoefte aan huisvesting voor de verschillende functies
· de politieke wil om op de ingeslagen weg door te gaan

Daarbij speelt ook de ondersteuning van andere bestuurlijke


lichamen een rol, bijvoorbeeld die van de Technische Universiteit.
Derhalve kan de fasering over een lang tijdsbestek worden gespreid.
Zo kan -bij wijze van voorbeeld- het huidige 25 KV-station zonder
problemen worden gehandhaafd, maar dient bij de te verwachten
vervanging in verband met de technische veroudering te worden
ingespeeld op de dan mogelijke volumeverkleining en nieuwbouw.

De hieronder beschreven fasering beoogt de volgorde van het


veranderingsproces in hoofdlijnen te bepalen. Voor de realisering van
de "hoofdelementen" worden drie fasen onderscheiden. Daar kunnen

parallel ondergeschikte elementen aan worden gekoppeld . Dit laatste
kan van belang zijn voor het genereren van cash-flow, maar hangt ook
afvan afschrijvingstermijnen van bestaande bebouwing. De fasen zijn
aan de volgende momenten gekoppeld:

fase I: kan starten zodra de bestuurlijke besluitvorming rond is; cen-


traal staat de realisering van het -in het plan wezenlijke-
noordwestelijke quadrant nabij het winkelcentrum In de Ves-
te, gekoppeld aan bodemsanering van het terrein van de
voormalige gasfabriek (onder andere een deel van het huidige
parkeerterrein); deze bodemsanering kan samenvallen met
het uitgraven van de grond ten behoeve van het herstel van de
Zuidersingel en de aanleg van de bouwput voor de parkeerga-
a fase 1
b fase 2 rage; grote sloopwerken en dergelijke zijn in deze fase nog
c fase 3 nier voorzien
-
142
HOOFDSTUK 12 ONTWERPTEAM TERRACOTTA
Rop van Loenhout, Delft
Wil ma Kingma, Delft
Hielkje Zijlstra, Voorburg
Kees Jongelie, Utrecht
Niek Kruisheer, Zutphen

143
INLEIDING

Tussen de Zuiderstraat en het Rijn-Schiekanaall igt een gebied dat


niet gemakkelijk valt te karakteriseren. Een gebied dat met behulp van
I
de publicatie "Locatie Zuidpoort Delft, stadsmorfologische atlas" valt
te begrijpen: het resultaat van een ontstaansgeschiedenis. Veel meer
een collage van stadsconcepten dan een onder één noemer te brengen
stadsdeel. Er zal in de nabije toekomst iets mee moeten gebeuren .
Maar wat?
Hieronder volgt een toelichting van het ontwerp dat als resultaat
van de opdracht tot stand gekomen is. Eerst wordt een interpretatie
gegeven van de opgave, dan wordt de gevolgde werkwijze en de
conclusies van het ontwerponderzoek beschreven. Daarna volgt de
toelichting bij het plan dat ontwikkeld is op basis van de uitkomsten
van dit onderzoek. We hopen hiermee voldoende informatie te
verschaffen over de achtergronden en uitgangspunten van het ontwerp
en een bijdrage te leveren aan de gedachtenvorming over de inrichting
van het Zuidpoortgebied.

EEN INTERPRETATIE VAN DE OPGA VE

De onderzoeksopdracht omvat het Zuidpoortgebied en een tweetal


'rest'-locaties in de omgeving ervan. Naast een stedelijk plan worden
architectonische uitwerkingen gevraagd. Er zijn geen concrete
programma's van eisen opgesteld en ook andere harde
randvoorwaarden ontbreken, zoals afspraken over wat wel of niet
gesloopt kan worden en budgetten.
Het Zuidpoortgebied komt uit de geschiedenis te voorschijn als
een stadsdeel waarin een aantal stadsconcepten operationeel zijn
zonder dat er één een dominante ruimtelijke structuur oplevert. Het • • • • • •
gebied is uiteraard wel volledig opgenomen in het stedelijk a
programma. Het vervult vooral infrastructureel een belangrijke
functie. Dat het Zuidpoortgebied nu op deze wijze wordt aangewezen als
proeftuin voor stedebouwers en architecten kan vooral gezien worden
als een uiting van onvrede met de ruimtelijke kwaliteiten ervan. Deze
onvrede doet vermoeden dat het ontbreken van een dominante
structuur als een gemis wordt beschouwd; dat de afwezigheid van één
orde als wanordelijk wordt ervaren.
De meerduidigheid van het plangebied biedt niet direct
aanknopingspunten voor het inzetten van bekende plan-concepten.
Deze gaan uit van ingrepen in gebieden die ruimtelijk-historisch één
geheel vormen: de oude binnenstad, de 1ge eeuwse stadsuitleg, het
buitengebied. De studieopdracht bestaat zo gezien niet alleen uit de
vraag een stedelijk plan te maken, maar ook uit de vraag naar een
nieuw planconcept. Een planconcept voor gebieden in een overgangs-
zone tussen verschillende stedelijke structuren, waarvan het
Zuidpoortgebied als exemplarisch kan worden gezien.

ONTWERPONDERZOEK EN WERKWIJZE

Aan de onderzoeksopdracht zit zowel een algemeen, als een


specifiek aspect. Niet alleen de specifieke structuur van het
Zuidpoortgebied is object van onderzoek maar ook de inhoud van de
ontwerpopgave zelf. Normaal gesproken is een ontwerpvoorberei-
a maquette ontwerp team Terracot-
dend onderzoek gericht op het vaststellen van de mogelijkheden van ta, gezien naar het westen
een gebied tegen het licht van een gewenste ingreep. Nu dient ook deze b maquette, gezien naar het zuiden
D
144 D
o
_ uitgangssituatie gewenste ingreep te worden geformuleerd, in de vorm van een
a de bestaande situatie
o ruimtelijk en functioneel programma.
b
zonering
tweedeling/opnemen
tingen
dwarsrich- = Er is daartoe een omgekeerde weg bewandeld. Eerst zijn een aantal
uiteenlopende schetsontwerpen gemaakt. Ditom de 'ontwerpbaarheid'
concepten van het Zuidpoortgebied te onderzoeken en de eigenaardigheden
c onder water ervan te leren kennen. Vervolgens zijn de verschillende plannen
d stroken noordzuid
gesorteerd en besproken. Tenslotte is een poging gewaagd de
estroken oostwest
f puntraster ruimtelijke eigenschappen van het gebied te typeren waarna
L-________________________________________________
uitgangspunten zijn opgesteld voor het maken van een ontwerp.

~
a
De evaluatie van de hiernaast afgebeelde plannen kan als volgt
worden samengevat:
· concepten die uitgaan van één ordenend principe sluiten slecht aan
op de randen
D · concepten die uitgaan van uitbreidingen analoog aan de
D
o
karakteristieken van de aangrenzende gebieden leveren
problematische aansluitingen van de plandelen onderling op
o · concepten die uitsluitend uitgaan van de monumentalisering van de
= infrastructuur zijn afgewezen; in het ontwerpteam overheerst de
mening dat dit in het algemeen dubieus is, en alleen dan toegepast
kan worden als de infrastructuur zelf een monumentaal karakter
heeft
· het concept "afmaken van de stad" verwordt op deze locatie tot het
maken van een historische structuur buiten de grenzen van de
historische stad zelf; het maken van gesloten bouwblokken op een
L -________________________________________ ~b

0====
d~~B~~d 8 D
D
o
o
=

LrlJ~ oor omr~;~


L-________________________________________________ ~c
L -________________________________________ ~ d

0====
D
d~~a~~ D
D
o
o
=
[1~DD~-V
Ilo 0000
o~ _0
'0 0
0 0
0
0
0
0
0
0 0
D
o
n
u
=
LJ~ 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
"'"lJ: 0 0 0 0

L -____________________________________________ ~e L -____________________________________________ ~
D
aan de binnenstad ontleende verkaveling levert een anachronistisch
model op omdat de voor architectuur wezenlijke aspecten als
verdiepingshoogte, bouwwijze, materialisering en programma
D
o
o
=
a
b
invloed randen/mengvormen
rand en open ruimte
bestaande bebouwing en radiale
structuur
-
145

onder de huidige productievoorwaarden op eigentijdse wijze tot c bestaande bebouwing en gebou-


wencomplex
stand zullen komen d rand en open ruimte
. concepten die hun kwaliteit uitsluitend ontlenen aan de uitwerking e bestaande bebouwing en punt-
raster
van één of meerdere gebouwen trekken een te grote wissel op de
architectuur, terwijl de stedelijke structuur zelfkwaliteit zou moeten
bezitten bL-________________________________________________ ~

CONCLUSIES, UITGANGSPUNTEN

Wil men het Zuidpoortgebied met één woord karakteriseren, dan


zou men kunnen spreken van een binnenstadsrand . Een gebied buiten
de historische kern, op de overgang naar de 1ge en 20e eeuwse wijken.
Een gebied dat terloops in beslag is genomen door een weg, een brug,
een gasfabriek, een transformatorgebouw, en ondergronds door lei-
dingtracé's en verdeelstations. Een noodzakelijk transitgebied,
voorzien van raffelige randen. Niet een gebied waarvoor een
ontwerper onmiddellijk sympathie heeft.
Er is geen binnenstedelijke historische structuur waarvan men kan
beweren dat die het huidige leven beknelt; of juist die in het historische
bewustzijn zou moeten worden hersteld en afgemaakt; of waarin men
het nieuwe voegt in contrast en respect.
Het gebied maakt geen deel uit van de 1ge eeuwse blauwdruk, met c 1--________________________________________________......
de kerk op de as en de straat voor de mensen; waarin men kan beweren
dat met gipsplaten verlaagde plafonds, een herindeling door middel
van uit gipsplaten opgebouwde scheidingswanden en een nieuw
aanrechtblok voor die mensen goed gezorgd wordt; of waarin men het
nieuwe voegt in contrast en respect. D
Het bestaat niet uit een moderne planning, waarin gewerkt wordt
o
D
om te kunnen ontspannen, of ontspannen om te kunnen werken; waar-
van men kan beweren dat de schakels ontbreken tussen het bed van jou o
alleen, en het plantsoen van iedereen; waartussen men iets nieuws zou =
moeten voegen in contrast en respect.
Nee, het is een doodgewoon in de loop der tijd, ad hoc, in beslag
genomen gebied. Het ontneemt, zo lijkt het, de ontwerper zijn instru-
menten. Het is mogelijk, voor zover de beperkte ruimte het toelaat, een
totaalplan te tekenen : één formele orde om de chaos te bezweren. Maar
dan moeten wegen verlegd, bruggen en transformatorgebouw
verplaatst, nieuwe huizen gesloopt worden. De binnenstadsrand zou d 1 - - - - - -______________________________________________---1

D D
D
o
D
o
o
= =

aL-________________________________________________ ~ eL-________________________________________________ ~
Locatie Zuid poort volgens het 0 ntwerp van team Terracotta

--
146


/

~ ~heater/bibliotheek 4 kantoren 7 stadspark


otel 56 kantoren 8 parkeergarage
wonen' won en, ateliers
3 serviceflat
a

-
147

bovendien verdwijnen. Om plaats te maken voor een fragment van


weer een nieuw begin.

Het ontwerponderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het


Zuidpoortgebied haar identiteit ontleend aan een grote mate van
heterogeniteit waarin eenduidige stadsconcepten slecht gedijen en tot
kostbare ingrepen noodzaken.
Een werkwijze die de heterogeniteit van het gebied erkent biedt de
mogelijkheid voor deelgebieden specifieke ontwerpen te
ontwikkelen. Een stelsel van routes, assen en zichtlijnen zou daarnaast
samenhangen kunnen verschaffen tussen bestaande en nieuwe
elementen, en tussen nieuwe elementen onderling.
Erkent men de heterogeniteit bij het maken van een ontwerp, dan
moet het mogelijk zijn om een plan te maken waarin bestaande
elementen worden opgenomen. Het welslagen van het plan wordt zo
onafhankelijk van de vraag of een verkeersweg, een brug, een
transformatorgebouw al dan niet kan worden verplaatst. Dan moet het c
ook mogelijk zijn om een plan te maken waarin begonnen kan worden
met het bebouwen van de terreinen die op dit moment beschikbaar zijn.
Door relatief zelfstandige deelplannen te ontwikkelen kunnen deze
niet alleen programmatisch maar ook ruimtelijk zelfstandig
functioneren zonder dat daarvoor een bepaald eindstadium
noodzakelijk is.
Ook voor de delen die in toekomst ter beschikking kunnen komen
zijn voorstellen ontwikkeld. Het gaat daarbij vooral om de daarin
besloten ruimtelijke condities en niet zozeer om de gepresenteerde
uitwerkingen.

PLANBESCHRIJVING

Voor de bebouwings- en inrichtingsvoorstellen is ruimtelijke


transparantie tot uitgangspunt genomen. Door de transparantie blijft
de contour van de oude stad waarneembaar, en ook de bebouwing aan
de overzijde van het Rijn-Schiekanaal. Ze "lij ft de binnenstadsrand als
overgangsgebied, waarin binnenstad en .,mdsuitleg verbonden en
a perspectieftekening, vanafdeZuid - gescheiden worden, in stand.
wal gezien rich t ing stadspark Voor 'intern gebruik' zijn kleinere ruimtelijke eenheden
b perspectieftekening van het traps-
gewijs oplopende parkeerdek, ge-
afgebakend ten behoeve van de gebruikers van het gebied.
zien naar het oosten Samenhangen zijn tot stand gebracht door een stelsel van routes,
c maquette team Terracotta, gezien zichtlijnen , objecten en opstanden. Bestaande en nieuwe elementen
naar het oosten
d maquette, gezien naar het noor- zijn op deze manier nevengeschikt: oudbouw wordt ingelijfd, maar
den kan in de totJkomst ook plaatsrnaken voor nieuwbouw.
L-L-__ ~ __________I ______ a

148
a dwarsdoorsnede I.p.v. het plein,
sch aal 1:1.500
b dwarsdoorsnede I.p.v . de Toren-
straat, gezien naar het westen,
sch aal 1: 1.500
1-_________ b c uitgewerkt ontwerp team Terracot-
ta, schaal 1:2.500
d langsdoorsnede, schaal 1:2.500
analyse
a zonering
b routes, assen, zichtlijnen
c groenstructuren
d ruimtelijke begrenzing

JU2== =o= = =
1

1---- - (~ =====: -
149

aL-________________________________________________ ~

b~---- ______________________________________ ~

CL-__________________________________________ dL-______________________________________ ~
~
Varianten
De voorgestelde uitgangspunten leiden niet tot één na te streven,
definitief ontwerp. Met behulp van de ordenende maatregelen kunnen
varianten
meerdere varianten gemaakt worden voor het in de loop der tijd e minimum, variant met minimale
bebouwen van ter beschikking komende terreinen. We presenteren sloop
maximum, variant met maximale
hier drie varianten, waarvan er een verder is uitgewerkt: bebouwing
g optimum, uitgewerkte variant
een variant met minimale sloop :
· alleen die terreinen die op dit moment vrij zijn worden bebouwd; het
torentjes-plan tussen de Zuiderstraat en de Zuid wal vormt het
vertrekpunt voor verdere planvorming

de uitgewerkte variant:
· de oude TU-gebouwen aan de Ezelsveldlaan hebben plaatsgemaakt
voor een stadspark en voor nieuwbouw

een variant met maximale bebouwing:


· dit is een verdere verdichting van het uitgewerkte plan
· ·~·"'"
iJ
.
;,
,
~ "

-
150
Deelplannen en programma
Het plangebied is opgedeeld in gebieden waarvoor specifieke
ontwerpen zijn gemaakt. Elk deelplan wordt bepaald door een eigen
formeel principe, een eigen programma en typerende bebouwingen.
$
Net als de ruimtelijke condities zijn de programma's afgestemd op de
specifieke kenmerken van de locaties. Als toelichting bij de
tekeningen volgt hieronder een overzicht van deze kenmerken en van
het programma dat in de uitgewerkte variant is opgenomen.

Het deelplan tussen Zuiderstraat en Zuidwal


. puntraster
. kantoren (busstationzijde) en duurdere woningen (parkzijde) boven
een parkeergarage
a torentjes

De vier torentjes aan de zijde van het busstation bevatten

)
kantoorruimten (kantorentjes). Deze kunnen verdeeld worden in
relatief kleine eenheden. Door de bescheiden bouwmassa's wordt het
voor kleine bedrijven of diensten mogelijk een eigen identiteit te to-
nen. Het is denkbaar dat op de begane grond functies worden
ondergebracht die door alle bedrijven of diensten worden gedeeld: een
kantine, een presentatieruimte, een receptie en een centrale arlmini-
stratie.
De volgende vier torentjes bevatten zowel woningen als
bedrijfsruimten. Onder de bebouwing aan de noord-zijde bevinden
zich kleine winkelruimten, georiënteerd op de Zuiderstraat.
In de vier torentjes aan de parkzijde bevinden zich luxere
woningen. Er zijn plattegronden getekend voor twee- tot vijf-
kamerwoningen; flats, maisonnettes en split-level typen. Aan de zuid-
rand, onder het tussengebied, is voorzien in ateliers en werkruimten.
Onder het geheel bevindt zich een parkeergarage. Deze voorziet in
de parkeerbehoefte van het winkelende publiek, het kantoorpersoneel
en de bewoners. Ook de bezoekers van het theater en de gasten van het
hotel kunnen er gebruik van maken.

a axonometrie en plattegronden
kantorens
b maquettedetail van het deelplan,
gezien naar het noordwesten
c "exploded vieuw" van de woonto-
rens
d axonometrie deelplan tussen Zui-
derstraat en Zuidwal, gezien naar
het noordoosten
a

Het deelplan tussen Zuiderstraat en Ezelsveldlaan


· vrije ruimte
· stadspark
-
151

· kleine objecten

Het stadspark
Het stadspark is niet alleen bij zonneschijn aantrekkelijk, maar ook
bij regen. Op en rond het glooiend oppervlak van het park wordt water
op tal van manieren opgevangen, weggeleid, bewaard, manifest
gemaakt. Er bevindt zich een waterpyramide, een drijvend
theepaviljoen, een pad dat alleen bij laag water betreedbaar is, een
stelsel van kleine bekkens, pijpen en kanaaltjes, een met riet omkraagd
poeltje. Verder is voorzien in een botanische kas, een zonnewijzer,
speel objecten en verschillende rustplaatsen .

Het deelplan langs het Rijn-Schiekanaal; oostelijk deel


· strook/rand
· bestaande en sociaal-culturele functies
· objectmatige bebouwing

Aan de zuidrand van het park bevindt zich een plein waaraan naast de
bestaande woongebouwen een hotel en een theater zijn gesitueerd.
Het hotel is bereikbaar vanaf de St.Sebastiaansbrug, de
Nieuwelaan en het park. Het bestaat uit een restaurant, een bar, een
lobbyen ongeveer 70 kamers, waaronder een aantal suites.
Het theater bevat een grote zaal met 225 zitplaatsen, een kleine
zaal, een foyer, dienst- en bergruimten en een expositieruimte. Deze
onderdelen kunnen zelfstandig functioneren. Aan de pleinzijde
bevindt zich een transparant projectiescherm waarop aankondigingen
en films geprojecteerd kunnen worden. Ten behoeve van een festival
kan op het plein een tribune gebouwd worden.
In plaats van dit theater zou ook een nieuwe TU-bibliotheek een
plaats kunnen vinden tussen het plein en het arbeidsbureau.
De functies op deze plaats verzorgen een actieve beëindiging van
de reeks binnenstad - In de Veste - stadspark - theaterplein. Het park
wordt erdoor in haar functioneren versterkt.

a perspectieftekening van het stads-


park, gezien naar het oosten
b maquettedetail van het stadspark,
gezien naar het westen
c maquettedetail van het deelplan,
gezien naar het noordwesten
d axonometrie van het deelplan
langs het Rijn-Schiekanaal (ooste-
lijkdeel)
1=
1=

=
-- - --
= ~

JF
I

,I
1'lJ,L

--
g - --
III II II
152

Het deelplan langs het Rijn-Schiekanaal; westelijk deel


. verticale en diagonale zichtlijnen
kantoren en woningen
objectmatige bebouwing, verdere fragmentatie

Naast de St.Sebastiaansbrug wordt een serviceflat voor ouderen


voorgesteld met aanleunwoningen. Mocht de bestaande
woonbebouwing ernaast ooit verdwijnen dan kan daar een gemengd
programma van woningen en kantoren worden gerealiseerd.

lobby a axonometrie, plattegronden en


westgevel van het theater, schaal
1:1.000
b maquettedetail van het gebied
rond de St.Sebastiaansbrug, ge-
zien naar het noorden
c axonometrie, pl attegronden en
zuidgevel van het hotel, schaal

F
1:1.000
d axonometrie van t heater en hotel,
c gezien naar het noordoosten
a axonometrie van het deelplan
langs het Rijn-Schiekanaal (weste-
lijkdeel)
b plattegrond van het deelplan,
schaal 1:2.500
c schets van de ge projecteerde be-
Buiten de binnenstadsrand zijn nog twee locaties toegewezen: het
MB04 terrein binnen In de Veste, en het Gasthuisterrein in de
binnenstad. Op beide locaties is ernaar gestreefd zoveel mogelijk
parkeerplaatsen te realiseren ten behoeve van de omvang en de sprei-
-
153

bouwing op het MB04-terrein ding van de parkeercapaciteit.


d ontwerptekening van de inrichting
van het parkeerterrein
e ontwerpschets MB04-terrein Het MB04-terrein
axonometrie van het Gasthuister- · vrijgehouden als schakel tussen de Beestenmarkt en het voorgestelde
rein, gezien naar het noordwes- theaterplein
ten
· aan de oost-zijde sociale woningbouw en een blokje met
ateliers/werkplaatsen als introductie van de sub-route naar het
stadspark

Het Gasthuisterrein
· herstel van de wand langs de Koornmarkt met sociale woningbouw
en op het binnenterrein een kleine parkeergarage

AI met al wordt een programma voorgesteld waarin zich van alles


bevindt: sociale woningbouw, vrije sector woningbouw, huisvesting
voor ouderen, kantoor- en winkelruimten, ateliers en werkplaatsen,
een hotel, een theater (of bibliotheek) en een stadspark.

r~\'"ke\'er1 ~e\i'eÁn i'S" X~5" ==$> I ~O Tt'

.wG'O~rock
•~1et\ttst

e
Delft en de locatie Zu'I d poort volgens het ontwerp van bureau Hoogstad

-
154
HOOFDSTUK 13 BUREAU HOOGSTAD
Hoogstad van Tilburg, architecten en stedebouwkundigen, Rotterdam
Jan Hoogstad
Bart Bodzinga
Wim de Bruijn
Sandro Sierhuis

ONTWERPSTUDIE ZUIDPOORT DELFT

Het Zuidpoortgebied wordt begrensd door de binnenstad en de


-
155

universiteitswijk . Het gebied wordt momenteel bepaald door oude


universiteitsgebouwen , kleine bedrijven en woningbouw. Hetovertol-
lig grondoppervlak wordt benut als parkeerterrein en overstapplaats
voor streekbussen.
Het Rijn-Schiekanaal geeft het Zuidpoortgebied een verbonden-
heid met de binnenstad. De entreegebieden 'de Westvest' en 'de Oost-
poort' geven aanleiding tot herkenbaarheid, maar dienen tevens te
functioneren als oriëntatiepunten. De onmogelijkheid van onderlinge
kortsluiting van deze oost- en west-knooppunten aan weerszijden van
a /'
de binnenstad vormt de basis van de problematiek van het Zuidpoort-
gebied.

De verkeersontsluiting
Delft is ge legen aan de rijksweg Rotterdam-Den Haag en heeft drie
aansluitpunten : Delft-noord , Delft-centrum en Delft-zuid. Het West-
land en Rijswijk zijn te bereiken via de provinciale weg en de Kruit-
huisweg ten westen van Delft. De onderlinge kortsluiting is optimaal
ter plaatse van de Kruithuisweg en de Brasserskade, maar laat te wen-
sen over nabij het Zuidpoortgebied.
In het voorliggende plan is een onderscheid gemaakt tussen be-
stemmings- en doorgaand verkeer. In tegenstelling tot één grootschali-
ge oplossing, gecombineerd met parkeergarages, is gekozen voor een
aantal gewone straten waarover het totale verkeersaanbod zich naar ty-
pe verdeelt. Parkeren is mogelijk aan beide zijden van deze straten.
Voor het specifieke bestemmingsverkeer voor het winkelcentrum is
tevens voorzien in een parkeerkelder in één laag onder het plein.

Het oostelijk entreegebied 'de Oostpoort' b


De binnenstad van Delft geeft via de sky-line voldoende oriëntatie
en informatie. Na het passeren van een schijfvormig kantorencomplex
en een woongebouw met binnenhoven komt de Oostpoort vergezeld
van de kerktorens in beeld. Een centrale benadering van de Oostpoort
vormt een vista in de richting van de diagonale pleinenreeks van de
binnenstad. De binnenstad is in zicht, maar is niet direct bereikbaar.
Men moet kiezen voor de noord-route via de Koepoortbrug of de zuid-
route via de universiteitswijk en de St.Sebastiaansbrug. Het entreege-
bied is rijk aan karakteristieke informatie, maar werkt desondanks niet
oriënterend. De noordzuid-route wordt niet beantwoord in westelijke c
richting. De zuidelijke bebouwing aan het Rijn-Schiekanaal begeleidt
het kanaal, maar deze blokkeert tevens de visuele verbinding met het
westelijke entreegebied 'de Westvest'.
De begrenzing van de binnenstad door het kanaal in combinatie met
een verkeersweg met bomen kunnen aan de route de allure geven van
een singel als stadsrand.

Het westelijke entreegebied 'de Westvest'


Het westelijke entreegebied is een verkeersknooppunt voor trein-,
scheepvaart- en wegvervoer. Het verkeer komt via de Westvest en de
a planconcept bureau Hoogstad Irenetunnel op een kade langs een waterkolk met uitzicht op de Oude
b vogelvluchtperspectief, gezien Delft en de Rotterdamse weg. Het verkeer in zuidelijke richting moet
naar het noordwesten
c perspectiefteke ni ng van het cen- vanuit dit entreegebied door het Zuidpoortgebied of via de Hooikade
trale plein, gezien naar het zui- naar de Kruithuisweg. Het activeren van de route langs de Hooikadeen
den
een brug voor autoverkeer ter plaatse van de Abtswoudseweg kan de
d axonometrie van het ontwerp bu-
reau Hoogstad, gezien naar hetzui- bereikbaarheid van de universiteitswijk bevorderen en het Zuidpoort-
den gebied van onnodig verkeer ontlasten. Het entreegebied wordt dan in- d I-lL--"'_ _ _ _---''''__ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _......._ _ _- ' - _......-'--'"=
ANALYSE
156
~ entreegebieden doelgebied vista's geleid door een volwaardig kruispunt van verkeerswegen. De over-
a van buiten de binnenstad betreedt b een doelgebied van de eerste cate- c het uitzicht vanuit het oostelijk en zichtelijkheid van de waterkolk en het hoge niveau van de kade vor-
men via drie entreegebieden het gorie ligt strategisch op de plek zuidelijk entreegebied wordt ge-
plangebied waar de St.Sebastiaansbrug zijn kenmerkt door enkele van de be- men de inleiding tot het Zuidpoortgebied. Ter plaatse van het Arma-
afrit heeft roemdste kerktorens van de we- mentarium kiest men voor de binnenstad, het Zuidpoortgebied of een
reld oversteek over het Rijn-Schiekanaal richting het entreege~ied 'de
het westelijke entreegebied mist
zo'n karakteristiek aandachtspunt Oostpoort' . Langs de St.Sebastiaansbrug kan tevens de universiteits-
wijk bereikt worden. De extra oversteek over het Rijn-Schiekanaal
geeft een mogelijkheid het Zuidpoortgebied in te richten voor bestem-
mingsverkeer.

Het zuidelijk entreegebied 'de St.Sebastiaansbrug'


De St.Sebastiaansbrug is opgezet als functionele verbinding tus-
sen de binnenstad en de zuidelijke uitbreidingen. De grootschalige vi-
sie van de jaren '50 en '60 heeft zich in concreto beperkt tot slechts de
aanleg van deze brug. De overlast van het doorgaande verkeer vormt
een beperking voor een verdere ontwikkeling van het plangebied. In
het voorliggende plan wordt de St.Sebastiaansbrug uitgebouwd tot een
langzaam hellend plein, waarover bestemmingsverkeer zijn weg vindt
~------------ __________--Ja ' - -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _- l b L -______________________--'c naar een parkeerkelder onder dit plein. De binnenstad met zijn torens,

de aangebrachte bebouwing rondom de brug en de universiteitswijk


afbuigingen met zijn hoogbouw vormen de oriëntatiepunten voor het zuidelijke en-
d de oostelijke vista buigt, nadat men e de westelijke vista kent eenzelfde de zuidelijke vista kent eveneens treegebied.
het plangebied betreedt, in weste- afbuiging een tweetal afbuigingen; de noord -
lijke richting af west-hoek van het plangebied ver-
krijgt hierdoor een grote architec-
tonische potentie Bestaande bebouwing
De gehanteerde doelstelling is het integreren van voorgestelde
nieuwbouw en gehandhaafde, karakteristieke bebouwing in één stede-
bouwkundig plan, waarbij aan gefaseerde vervanging van oude be-
bouwing gedacht kan worden. Het TU-gebouw aan de Nieuwelaan is
geschikt voor hergebruik als bedrijfsverzamelgebouw. Het kan door
de geringe toevoeging van een vliesgevel in oppervlakte toenemen,
waarbij de bestaande gevels met hun karakteristieke uitstraling behou-
den blijven.

Werken
In het Zuidpoortgebied kunnen de functies versterkt worden die
afkomstig zijn uit de binnenstad en uit de universiteit. Het aanbieden
1---------------1 d L - - -_ _ _ _ _ _ _ _ _ _-le van ruimten voor innoverende bedrijfsinitiatieven is van belang vanuit
stadsvernieuwingsoogpunt, alsmede voor startende ondernemers
samenvoeging richtingen vanuit de universiteit. Het kennistransferpunt van de universiteit vindt
g samenvoeging van deze richtings- h de richtingenstructuur van de stad vereenvoudiging
hier een mogelijkheid om zijn gezicht naar de buitenwereld te to-
veranderingen bepaalt de meest is tamelijk eenvoudig
markante plekken van het pIange- op enkele afwijkingen na wordt de- nen.
bied ze gevormd door loodrecht op el- In het voorliggende ontwerp is het gebied rondom de Nieuwelaan
kaar staande assen
en de Ezelsveldlaan bestemd voor kantoren, bedrijven, winkels en wo-

/~
ningen . De gemeenschappelijke faciliteiten zijn als herkenningspun-
ten in de bebouwing vormgegeven, terwijl de zelfstandige ondernemer

\
zijn identiteit in de bedrijfshallen kan terugvinden .

Wonen
De gehanteerde woonvormen variëren van patiowoningen, ate-
lierwoningen tot maisonnettes rondom groene binnenhoven.

Recreatie
De buurt- en sportfaciliteiten bevinden zich in en nabij het mensa-
gebouw. De overige recreatie wordt gevormd door een flaneerroute
1--_ _ _ _ _ _ _ _ _----1 g I---_ _ _ _ _ _ _ _ _ _-J h langs paviljoens aan het Rijn-Schiekanaal.
Cultuur
De universiteitsbibliotheek is gelegen aan het glooiende ple in dat
verbonden is met de St.Sebastiaansbrug. Zij wordt op verschillende ni-
maaswijdte oude en nieuwe stad
k de oude stad heeft een fijnmazige-
re structuur dan het nieuwe ge-
deelte
integratie
gepoogd is deze twee maaswijdten
in het plangebied met elkaar te in-
tegreren
-
157

veau's ontsloten, zodat op deze wijze alle voordelen van de unieke lo-
catie worden benut: decentrale toegang ligt aan het plein, het magazijn
ligt onder de oprit van de brug, het boekenhuis ligt in een toren langs de
brug en de leeszaal ligt aan het water.
Een theater ligt met de grote zaal in de as over de gracht langs de
Zuiderstraat, terwijl de kleine zaal met een foyer aan de gracht en aan
het plein grenst.
Het toerisme en het bedrijfsleven kunnen profiteren van een hotel
als invulling in de grachtenwand van de Zuiderstraat.

kL-____________________
markante punten
D ~

maat o ontwerpthema
m markante punten in het plangebied n tussen de markante punten zijn een
ontwerp bureau Hoogstad, schaal 1:5.000 worden gevormd door uiteinden aantal secundaire accenten toege-
van vista's en richtingsveranderin- voegd waardoor het stadsdeel zijn
gen ruimtelijke metronoom krijgt;
de belangrijkste maatschappelijke
functies zijn congruent aan het me-
tronoom verdeeld

ml--_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _.... _ _ _ _ _ _ __ _ _ __ 0 ' - -____________________- - '


n
~
~
verkeersstructuur heden verkeersstructuur plan
p de huidige verkeersstructuur "ken- q in het voorliggende plan is het ver-
merkt zich door één grootschalige keer over het gehele plangebied
oplossing verspreid over een aantal gewone
straten
parkeren geschiedt langs deze
straten en onder het plein

pL-_ _ _ _ _ _ _ _ _----+ql--_ _ _ _ _ _ _ _ _- - l
Locatie Zuid poort volgens het ontwerp van bureau Hoogstad

-
158

1 theater 4 bedrijfsverzamelgebouw 7 wonen 10 flaneerroute


2 bibliotheek 5 bedrijfen 8 restaurant 11 parkeerkelder
3 hotel 6 woningen, bedrijven, winkels 9 sportzaal
-
159

a aanzicht van het zuiden, schaal


1:2.500
b aanzicht van het noorden, schaal
1:2.500
c doorsnedet.h.v. het restaurant, ge-
zien naar het oosten, schaal
1:2.000
d doorsnede t.h .v . de roeivereni -
ging, gezien naar het oosten,
schaal 1:2.000
e doorsnede door het centrale plein,
c gezien naar het oosten, schaal
1:2.000
dwarsdoorsnede t.h .v. het plein,
gezien naar het westen, schaal
1:2.000
g perspectieftekening van het Rijn-
Schiekanaal , gezien vanaf de
Hambrug naar het oosten

DO cr:::J CI:I o::::J CD


DO o::JCOCOCIJ
o 0 c:c::J CIJ [ I J CIJ

g
b

12P
~
,L--

'""""/,,,,/,} I( I\f\f\ 7
OO~ ~ ~~ ~
~
~ ~

11 ~
~G
/} ---R

fri~ ,:J ,Ll'JC~J), cD 60~bJ~


I
:::r 0
~~ """ "" /,/
,/,}
""", l- q 0 q
> > ;u·
I~~
:1 0 l- q 0
:::r 0 I-Ls- "}""",,,,'i I- 0 C1 I~ • • nUUi
:J t::J l-
N> ',"" """"'''''''
Cl Cl 1= km . o.al=t=f Ilml lr 0/) I1 al I 111

-
161

J
19~.L.-i, -, -'-I ,-=~,,~~~--L..I~ =

a langsdoorsnede t.h.v. de Zuidwal,


gezien naar het noorden, schaal
1:1.000
b langsdoorsnede t.h.v. de Nieuwe-
laan, gezien naar het noorden,
. schaal 1:1.000
c verkeersstructuur en ondergrond-
se parkeergarages, schaal 1:2.500
d perspectieftekening vanaf de
St.Sebastiaansbrug, gezien naar
het centrale plein
e ontwerp bureau Hoogstad, schaal
1:5 .000
vogelvluchtperspectief, gezien
naar het zuidoosten

..$q;*
lll,,/
.~/.· .

e
,a. ulr :at ; @ Htl til i

-
162

a detail van flaneerroute en restau-


rant aan het kanaal, gezien naar het
zuiden
b axonometrie van theater en plein,
gezien naar het zuiden
c perspectieftekening vanuit de
Kruisstraat, gezien naar het zui-
den
d perspectieftekening van de Zui-
dergracht, vanaf de Oostpoort ge-
zien naar het westen
e vogelvluchtperspectief van het
plan, gezien naar het westen c

- -----_L

b e
DEEL IV KOSTENASPECTEN
HOOFDSTUK 14 LOCA TIE ZUIDPOORT DELFT
KOSTENASPECTEN VAN EEN GEBIEDSONTWIKKELING
VOLGENS EEN VIJFTAL STUDIEPLANNEN Grontmij nv
Afdeling Ruimtelijke Planning
Drs. Jeroen Gerretsen

14.1 INLEIDING
op uitnodiging van de Gemeente Delft heeft een vijftal * om de relativiteit van het hanteren van absolute waarden te ......
163

ontwerpteams medio 1988 studieplannen gepresenteerd voor benadrukken: in de loop van het ontwikkelingsproces van
een ontwikkeling van het Zuidpoortgebied. dit rapport zijn wijzigingen in aannamen opgetreden die ge-
Voor een verdere discussie over deze planm:;n is het noodza- sommeerd tot tientallen miljoen~n guldens oplopen
kelijk enig inzicht te hebben in de kostenconsequenties van en * de plannen zijn zeer globaal; het karakter van de kostenopzet
kostenverschillen tussen een eventuele realisering van deze en de vergelijking is dienovereenkomstig; wel is er voor ge-
plannen. zorgd dat de normering van de kosten-opbrengsten elemen-
Begin juli 1988 is aan Grontmij gevraagd hieraan een bij- ten eenduidig en realistisch is; waar nodig zijn toelichtende
drage te leveren. kanttekeningen geplaatst
* bij de realisering van planonderdelen heeft een toetsing aan
Conform de werkomschrijving van 15 juli 1988 zal deze de marktsituatie nu of in de toekomst niet plaatsgevonden;
rapportage bestaan uit: de gehanteerde en vermelde aannamen zijn gekozen over-
eenkomstig het karakter van de gepresenteerde plannen (po-
* overzicht van relevante kosten-opbrengsten elementen sitionering van planelementen in het midden/bovenzijde
* een waardebepaling van deze elementen ten behoeve van: van de betreffende markten)
1. een onderlinge vergelijking tussen deze elementen * vergelijking tussen de studieplannen staat niet voorop; de
2. een vergelijking tussen de studieplannen nadruk ligt op een toetsing van de in de studieplannen aange-
* een aanduiding van die elementen die in het kader van de fi- dragen ontwikkelingsideeën; daarom heeft de financieel-
nanciële uitvoerbaarheid van een enige ontwikkeling van het economische toetsing van de plannen geresulteerd in een
Zuidpoortgebied (nadere) aandacht vragen aantal aandachtspunten; mede op basis daarvan moet het
mogelijk zijn lijnen uit te zetten voor de verdere pIanontwik-
Voor een juist gebruik van de navolgende gegevens is het keling
volgende van belang: * deze financiële analyse heeft slechts waarde als een mo-
mentopname in een ontwikkelingsproces; dit proces is cy-
clisch, dat wil zeggen dat de resultaten van deze analyse op
* de studieplannen hebben de volgende aanduiding: zich weer richting moeten geven aan vervolgactiviteiten; het
1 team Heeling bestuderen van de studieplannen roept vanuit de financieel-
2 team T. Koolhaas economische invalshoek in dit stadium meer vragen op (die
3 team OD 205 in het vervolg beantwoord worden) dan er nu antwoorden
4 team Terracotta kunnen worden gegeven
5 bureau Hoogstad dit betekent dat op basis van de nu aanwezige gegevens geen
* de status van de studieplannen is niet gelijk; het ene plan uitspraak gedaan kan worden over de haalbaarheid van de
geeft een ontwikkelingsperspectief, het andere plan is pri- afzonderlijke plannen en uitspraken over haalbaarheids-
mair te zien als een reactie op de huidige situatie (een strate- verschillen tussen plannen
gisch versus een operationeel plan); de status van de plannen * van diverse zijden zijn-reacties gekomen op het conceptrap-
wordt versluierd door concrete architectonische ontwerpen port; de verwerking van de reacties is als volgt:
die opgevat zouden moeten worden als verbeelding van het het gevaar van een foutieve interpretatie van de in dit rap-
perspectief en niet als concreet projectvoorstel port vermelde gegevens bleek groot te zijn; om deze reden
in de opzet van dit rapport zijn de plannen in dit opzicht is in de tekst een aantal nuancerende opmerkingen toege-
gelijk geschakeld: zij zijn bezien als een nu te realiseren voegd
plan; de consequentie hiervan is dat de interpretatie van . enkele gehanteerde financiële waarden zijn op basis van
de resultaten van deze financiële analyse zich moet beper- herziene of nieuwe informatie aangepast
ken tot vergelijkingen van planelementen met hoge res- indien alle gemaakte opmerkingen bestudeerd en verwerkt
pectievelijk lage kosten-opbrengsten en vergelijkingen zouden zijn, dan zou een groot aantal aanvullende onder-
van plannen met een hoog respectievelijk laag kosten-op- zoeken en analyses uitgevoerd moeten zijn, die het kader
brengsten niveau; absolute waarden zijn in dit stadium van dit rapport overschrijden; daarnaast zou met het ver-
misleidend werken van een aantal detailopmerkingen de suggestie
* faseringsaspecten zijn bij gebrek aan gegevens niet ver- kunnen worden gewekt dat ook nu al in deze analyse ge-
werkt; dit betekent enerzijds dat renteverliezen in de opzet werkt wordt met precies cijfermateriaal
niet zijn terug te vinden; anderzijds is bij de realisering van
planelementen van de huidige boekwaarden uitgegaan en
niet van wezenlijk andere boekwaarden over bijvoorbeeld
twintig jaar
14.2 KOSTEN-OPBRENGSTEN
164
- - - - -'----'"T".--'T"-'- ' - . - - - - r - -
In de volgende paragrafen zijn verschillende kosten-op-
brengsten posten onderscheiden. De nadruk ligt daarbij geheel
op de kosten en opbrengsten die van betekenis zijn voor de tota- ~500
le planontwikkeling.
De bouwkosten die uiteindelijk in hoge mate de verkoop cq
de verhuurwaarden van de te realiseren gebouwen bepalen, zijn ~500
buiten beschouwing gelaten en in dit kader van plantoetsing
ook niet relevant. In een later stadium, wanneer de marktmoge-
lijkheden van de te realiseren woningen, kantoren, bedrijven
(winkels) bezien worden, moet wel degelijk rekening gehouden
worden met de totale stichtingskosten in vergelijking met de
marktmogelijkheden. De nu aangehouden opbrengsten voor
woningen, kantoren en bedrijven gaan uit van een goede kwali-
teit van de te realiseren elementen (zie paragraaf 2.11). :ii ~500
Voor het gehele plangebied is één overzicht gegeven van
kosten en opbrengsten, ervan uitgaande dat voor een verdere
..
~

"ll -- ---+----l----f----- - - --- 1----- - - - - - - - ...- - -


t: 0 5. 00 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45 .000 50.000 55.000 60.000
ontwikkeling ook één exploitatie-opzet gemaakt zal worden.

2.1 Planontwikkeling
Als plankosten zijn alleen opgenomen de kosten voor de · vervanging of verplaatsing van het 25 KV -station tabel 2,2, 1
ontwikkeling van een bestemmingsplan en het uitvoeren van kosten van ondergrondse infrastructuur
per studieplan
onderzoek daarvoor. De kosten hiervan zijn in beide gevallen door de energiebe-
(x f 1.000.' excl. BTW)
Daar waar het onderzoek betrekking heeft op een groter ge- drijven opgegeven. Dit leidt tot het volgende overzicht:
bied, zal ook een gedeeltelijke toerekening van deze kosten
kunnen plaatsvinden (zie bijvoorbeeld onderzoek ten behoeve Het grote verschil tussen studieplan OD 205 en de overige
van verkeersafwikkeling, parkeren, doortrekking tramlijn I, plannen wordt veroorzaakt dooreen vervanging van het 25 KV-
kantoren - en woningmarktonderzoek). station. Bij de kostenraming is ervan uitgegaan dat er geen en-
kele behoefte bestaat aan vernieuwing of vervanging van dit
De toe te rekenen kosten zijn voor alle plannen geraamd op: station nu en in de nabije toekomst en dat dientengevolge alle
[500.000,- kosten aan het plan toegerekend zouden moeten worden.

Als in een vervolgstadium keuzes gemaakt worden voor het Ter toelichting drie opmerkingen:
totale ontwikkelingsniveau van het gebied Zuidpoort (varië- · in alle studieplannen wordt het 25 KV -station als een 'sta in de
rend van een ontwikkeling met enkele deelaanpassingen tot een weg' gezien; de status van studieplan OD 205 biedt de moge-
totale herstructurering van het gehele gebied) dan zullen ook lijkheid een beeld te geven zonder 25 KV -station
de planontwikkelingskosten vele honderdduizenden gulden · in studieplan OD 205 wordt mede de vrijheid genomen tot
verschillen. verwijdering van het huidige 25 KV -station, omdat uitgegaan
is van een technisch verouderingsproces dat vervanging op
termijn altijd noodzakelijk maakt
· niet het signaleren van een kostenverschil is van belang, maar
2.2 Ondergrondse infrastructuur wel de noodzaak om aandacht te besteden aan bijvoorbeeld de
Als uitgangspunt voor de planontwikkeling is rekening ge- volgende vragen:
houden met een vervanging van de totale ondergrondse infra- a wanneer is het 25 KV -station aan vervanging toe
structuur. De aan het plan toe te rekenen kosten voor vervan- b is dit tijdstip in te passen in het ontwikkelingsproces van
ging van de riolering zijn verwerkt in de inrichtingskosten (zie het Zuidpoortgebied
paragraaf 2.11). c geeft het antwoord op vraag b aanleiding tot een wijziging
in het vervangingstijdstip en wat zijn hiervan de financiële
Voor een tweetal elementen is een uitzondering gemaakt: consequenties
. het al dan niet verplaatsen van het gasreduceerstation en de daarnaast moet het vraagstuk van het al dan niet vervangen
daarmee samenhangende vervanging van (hoge) drukleidin- van het 25 KV -station gerelateerd worden aan het totale ont-
gen wikkelingsniveau van enig ontwikkelingsplan
2.3 Civieltechnische werken
Onder de kostenraming voor civieltechnische werken is
verstaan: de doortrekking van de stadsgracht en alle daarmee
De verschillen tussen de studieplannen zijn enerzijds groot,
anderzijds misleidend klein. Dit komt omdat twee aspecten
door elkaar lopen:
-
165

samenhangende kunstwerken; de bouw van nieuwe bruggen . de verkeersafwikkeling


over de Zuidergracht; aanpassing en/of vervanging van brug- . de doortrekking van de stadsgracht
gen over het Rijn-Schiekanaal; aanpassingen aan de oevers van
dit kanaal (zoals de aanleg van een passantenhaven) en tenslotte Het laatste aspect is althans financieel-analytisch geen
de bouw van een stadsmuur. groot probleem. De kosten inclusief enige bruggen zijn te ra-
In diverse plannen is een nieuwe plaats voor het busstation men op circa 6 miljoen gulden. Daarbij is geen rekening gehou-
niet terug te vinden. Bij ontbreken van enig inzicht in de situe- den met een deels aan de bodemsanering toe te rekenen kosten-
ring daarvan cq de daarmee genoemde kosten is dit aspect niet post (ontgravingen).
'verrekend'. De kostenverschillen, veroorzaakt door verschillende op-
Enkele studieplannen houden rekening met aanpassingen vattingen over de afwikkeling van het doorgaande autoverkeer,
aan oe infrastructuur buiten het plangebied. Om de volgende re- zijn veel groter. Nader inzicht hierin is alles bepalend voor de
denen zijn deze kosten niet in dit overzicht opgenomen: verdere (plan)ontwikkeling van het Zuidpoortgebied. De stu-
. de voorgestelde externe verkeersmaatregelen zijn verschil- dieplannen accentueren alleen maar de noodzaak in dit inzicht.
lend zowel in functie, verkeersoplossing en kostenraming De plannen laten voorts zien dat het niet mogelijk is het één
alsook in kostentoedeling; een realistische inschatting van de (ontwikkeling Zuidpoortgebied) los te zien van het ander (ver-
eventueel aan het gebied Zuidpoort toe te rekenen kosten keersstructuur Delft-zuid). Deze onlosmakelijke verbonden-
overstijgt verre de analyse van de vijf huidige studieplannen heid heeft niet alleen betrekking op de functionele, ver-
. een nadere beschouwing van de studieplannen die niet expli- keerstechnische en financiële aspecten, maar ook op het ont-
ciet wijzen op de noodzaak van externe verkeersmaatregelen wikkelingsproces zelf.
roept de vraag op of voor een enkel plan rekening gehouden
moet worden met deze aanpassingen

De consequentie van deze opstelling is wel dat plan Hoog- 2.4 Hoofdverkeersstructuur
stad in dit overzicht niet geheel vergelijkbaar is met de overige Deze kostenpost is zeer beperkt doordat deels een toereke-
plannen, omdat in dit plan gekozen is voor een verkeersoplos- ning heeft plaatsgevonden aan de civieltechnische kosten (pa-
sing met maatregelen zo dicht bij huis (afleiding doorgaand au- ragraaf2.3: aanpassing van bruggen) en doordat deels een toe-
toverkeer langs de zuid-zijde van het Rijn-Schiekanaal) dat een rekening plaatsvindt aan de inrichtingskosten per deelgebied
groot deel van deze kosten wel in de onderstaande kostenop- (zie paragraaf 2.10).
stelling is terug te vinden. Wat resteert, zijn vooral aanpassingen cq vervangingen van
tabel 2.3.1 tabel 2.4.1
het Zuidwaltracé en een reconstructie van de Kanaalweg. De
kosten van civieltechnische werken per kosten van hoofdverkeersstructuur per
studieplan Onderstaand zijn de totale kosten voor civieltechnische kosten van doortrekking van tramlijn I , zoals voorgesteld in studieplan
(x f 1.000, ' ex cl. BTW) werken weergegeven: studieplan Heeling, zijn buiten deze opgave gelaten. (x f 1.000 ,' excl. BTW)

~---r-----'r-----r---~---_.,-----~----,'---~-----.-----.-----r----,

~700

~400
I L_
3 1-_ _ __ ~16.100 !leoo

'~l 19.600

~
~100

45.000 50.000 55.000 60.000 ~ 0 5. 00 10.000 15.000 20.000 25.000 30. 000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000
-
166
2.5 Parkeervoorzieningen
Als uitgangspunt voorde berekeningen is een evenwichtssi-
tuatie genomen tussen vraag en aanbod van parkeerplaatsen in
. voor alle plannen geldt dat aan een parkeergarage aan de Zui-
derstraat voor centrumbezoek 500 parkeerplaatsen toegere-
kend kunnen worden; bij deze capaciteit wordt gerekend op
de huidige situatie. Dit houdt in: twee terreinen voor centrum- een gemiddelde bezettingsgraad van 30% bij een openstelling
bezoekers in het plangebied ad 456 parkeerplaatsen. van 12 uur per etmaal en een gemiddeld uurtarief van f 1,50
gedurende circa 85% van het jaar
In enkele studieplannen moet ook rekening gehouden wor- dit resulteert in jaarlijkse opbrengsten van circa f 1.700,- per
den met de nu aanwezige parkeerplaatsen nabij de Krujsstraat parkeerplaats .
(220 parkeerplaatsen). Als raming voor de aan het plan toe te re- ten behoeve van een (vaste) reservering voor andere functies
kenen kosten/opbrengsten van parkeervoorzieningen het vol- wordt rekening gehouden met f 40, - per maand/per woning (f
gende: 500,- per jaar) en f 100,- per maand voor kantoren/bedrijven
· als reken-uitgangspunt wordt genomen een scheiding tussen (f 1.200,- per jaar) met een verdeling afhankelijk van bo-
parkeerplaatsen voor centrumbezoek en parkeerplaatsen di- ven/naast gelegen functies
rect gerelateerd aan de functie ter plaatse: woningen, kantoren . voor die plannen die buiten het plangebied parkeergarages re-
en bedrijven; parkeren ten behoeve van het bezoek aan toe te aliseren, wordt in de berekening rekening gehouden met een
voegen openbare voorzieningen kan toegerekend worden aan reservering voor centrumbezoek overeenkomstig de vervan-
de benodigde capaciteit voor centrumbezoek (bibliotheek, ging van de nu bestaande capaciteit; de resterende capaciteit
theater) wordt toegerekend aan andere functies; hoewel het feitelijk
• in principe wordt ervan uitgegaan dat bij de realisering van de gebruik hiermee niet overeen zal komen vindt hierdoor bij de
diverse bouwplannen voor woningen, kantoren en bedrijven parkeergarage aan de Zuiderstraat een drainage-werking
zorg gedragen wordt voor een realisering van parkeerplaatsen plaats
op of bij het eigen terrein conform de gestelde richtlijnen van
de gemeente De beschikbare gegevens zijn nauwelijks voldoende om
· onder aftrek van een voor alle plannen gelijk geachte behoefte enig realiteitsgehalte aan de berekening mee te geven, omdat de
aan bezoekersparkeerplaatsen op basis van de huidige situatie plaatselijke situatie in hoge mate bepalend is voor het inkom-
tabel 2.5.1 wordt aan de inkomstenzijde van parkeergarages een vast be- sten-uitgaven patroon. Om deze reden zijn de verwachte in-
kosten/opbrengsten voortvloeiend uit de
drag per resterende parkeerplaats toegekend op basis van be- komsten -in afwijking van een eerder concept van dit rapport-
bouw van parkeergarages toe te rekenen
aan het plan nutting door boven cq direct naast gelegen functies (wonen , meer gerelateerd aan ter plaatse verricht onderzoek ten behoeve
(x f 1.000.- excl. BTW) kantoren) van de bouw van parkeergarages in Delft (Phoenixstraat).
In een situatie waarin het al uiterst twijfelachtig is of de
bouw van een parkeergarage financieel haalbaar is, kan de
bouw van een ondergrondse parkeergarage, die een vele malen
hogere bouwsom vraagt, alleen dan overwogen worden als de-
ze plaats vindt in een duidelijk andere situatie. Een situatie
waarin sprake is van een ander hoogwaardiger milieu. Evenzo
moet de bijdrage die een parkeergarage levert aan het omge-
vingsmilieu meespelen.

~,.L
Anders gesteld: naast de totale parkeersituatie in het zuide-
lijke binnenstadsdeel van Delft is het vooral het haalbare ont-
wikkelingsniveau van het Zuidpoortgebied dat bepaalt of een
I 26.50
bovengrondse of zelfs een ondergrondse parkeergarage een
haalbaar onderdeel is.

I
20.500

I 2.6 Bodemsanering
20.000
Bij afronding van dit rapport is bekend geworden dat de ver-
I vuilde grond onder een deel van het parkeerterrein Zuid wal af-
gegraven moet worden.
16.000
Gegevens omtrent de omvang van deze operatie zijn nog
I -
niet beschikbaar en evenmin is enig uitsluitsel te geven over de
0 doo 10~000 15~000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45 .000 50.000 55.000 60. 000 toerekening van deze kosten aan de planontwikkeling.
2.7 Verwervingen
Deze kostenpost wordt in zijn totaliteit toegerekend aan de
realisering van het gehele plan.
-
167

Binnen de aangegeven variaties cq discrepanties binnen de


studieplannen is als uitgangspunt genomen een maximale reali-
sering van de voorgestelde plannen.
Daar waar sprake is van reeds door de gemeente verworven
gebouwen en terreinen, is de opgegeven boekwaarde aange-
houden.
De totale verwervingskosten per studieplan zijn in onder-
staande tabel weergegeven:
In het kostenoverzicht van deze verwervingen is een aantal
aannamen gedaan. Voor de TU-gebouwen is bijvoorbeeld een
taxatie aangehouden van de marktwaarde van grond en gebou-
wen en niet de waarde van eventueel vervangende nieuwbouw .
De kosten van vooral plan OD 205 zijn hoog omdat in dat
plan de verwerving van een aantal nieuwbouwprojecten is
a tabel 2.7.1 meegenomen waarvan de huidige verwervingswaarde onge-
kosten van verwerving per studieplan
(x f 1.000 .- excl. BTW)
veer overeenkomt met de totale stichtingskosten. Hier wreekt
zich de reeds in de inleiding vermelde benadering van een reali-
verwervingskaarten sering van de planonderdelen op basis van de huidige
(boek)waarden. In een aantal studieplannen ligt de nadruk juist
U te verwerven gronden/percelen
op het leveren van een ontwikkelingsperspectief waarbij de
b kaart 2.7.1 wijziging van de huidige situatie in dit toekomstbeeld plaats-
verwervingskaart studieplan Heeling vindt als ook de verwervingswaarden daartoe aanleiding (de
c kaart 2.7.2.
verwervingskaart studieplan T. Kool- mogelijkheid) geven.
haas
Perstudieplan zijn de te verwerven terreinen en gebouwen
aangegeven op de kaarten 2.7.1 t/m 2.7.5.

I ] Cl 25.600

~
I
1--'
I --1
45.200

=--r=-.J;I
ï,I
1
l5:' I
--.~~l 20.300
1 ......IÎ........
000

i
1---'
a t: 0 5.600
-1 =+=--D.-+---+----+--~--t----+---.-+---t-----t-
10.000 15.000 20~000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000
-
168
2.8 Sloop
Alle studieplannen gaan in verschillende mate uit van sloop
van gebouwen en kunstwerken . De kosten van sloop van kunst-
a

b
kaart 2.7.3
verwervingskaart studieplan 00 205
kaart 2.7.4
verwervingskaart studieplan Terra-
cotta
werken zijn opgenomen in paragraaf2.3 (civieltechnische wer-
c kaart 2.7.5
ken) . Hier wordt een overzicht gegeven van de veronderstelde verwervingskaart studieplan Hoog-
sloop van gebouwen (zie kaart 2.8.1 t/m 2.8.5). stad

Onder sloopkosten wordt verstaan het slopen van gebou- d tabel 2.8.1
. wen , het afvoeren van bouwpuin, verwijderen van fundamen- kosten van slopen per studieplan
ten en het aanvullen tot maaiveld. De ramingen zijn gebaseerd (x f 1.000 .- excl. BTW)

op globale schattingen. Vooral voor het afvoeren van het puin


gelden zeer verschillende bedragen afhankelijk van de afzet- sloopkaarten
""'--"""""""-_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __ _ __ _ _...=:lI_L-~_____ _ __.J a . mogelijkheden op dat moment. De genoemde bedragen per stu-
• te slopen pande n
dieplan kunnen dus sterk variëren.

e kaart 2.8.1
De verschillen tussen de studieplannen worden vooral ver-
sloopkaart studieplan Heeling
oorzaakt door het al dan niet slopen van de TU-gebouwen an- kaart 2.8.2
nex mensa en de 110 woningen aan de Zuidwal. sloopkaart studieplan T. Koolhaas
9 kaart 2.8 .3
sloopkaart studieplan 00 205
h kaart 2.8.4
sloopkaart studieplan Terracotta
kaart 2.8.5
sloopkaart studieplan Hoogstad

iiIL_ _ _....Jb

•. ~­
- ---- -----.----- - - - ----- ----.----.---._~---~

.,,1.
_1.
.,,,.1
• ..1
i 0 - 1 · - - 1 0 +.0-0-0-·-15-+.-00-0- 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45 . 000 50.000 55.000 bO.OOO d
-
169
-
170
2.9 Verplaatsingen
In alle plannen wordt rekening gehouden met één of meer-
dere te verplaatsen bedrijven of huishoudens. Deze kosten han-
gen sterk af van het te voeren overleg, de fasering van de ver-
Het totaal in te richten gebied is berekend door het bebouw-
de oppervlak in mindering te brengen op het oppervlak van het
plangebied.

plaatsingen en de termijn waarop verplaatsing zou moeten Tenslotte is rekening gehouden met verschillende percenta-
plaatsvinden. Ieder bedrag heeft derhalve een nogal fictief ka- ges groen, rijbaanverharding, parkeerplaatsen en tegelverhar-
rakter. Toch verschillen de studieplannen aanzienlijk in de ma- ding, afhankelijk van de aangegeven inrichting per studieplan,
te waarin bedrijven en huishoudens verplaatst zouden moeten bijvoorbeeld de verschillen in parkaanleg.
worden. Om deze reden is toch een stelpost opgenomen.
Alle plannen gaan uit van verplaatsing van de nu aanwezige
32 woonboten . Verplaatsing en inrichtingskosten elders zijn
gesteld op f 500.000,-.
Per bedrijf zijn de verplaatsingskosten gesteld op f 50.000,-
tabel 2.9.1
kosten van verplaatsing per studieplan en per huishouden op f 10.000,-.
(x f 1.000 ,- exel. BTW) Het resultaat hiervan is in tabel 2.9.1 weergegeven:

r----r----.----.-----.----,-----,-----._---.----.----~._--_r-----r

~1.320 5.500

5.800

~2.30 5.500

:;
~840

~1.070
-
~.800
4.800

.....
~

t; 0 5. 00 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000 0 5. 00 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000

In het overzicht is nog geen rekening gehouden met rente- tabel 2.1 0.1
kosten van (deel)planinriehting per stu-
lasten op voorinvesteringen. Deze zijn enerzijds sterk afhanke-
dieplan
lijk van de wijze van realisering (waaronder de economische (x f 1.000.- exel. BTW)
benadering van het lasten/batenpatroon en zorgvuldige keuze
van betalingsmomenten en dergelijke) en de fasering, ander-
zijds van de gewenste ontwikkelingsduur van het totale 'pro-
ject'. Met een minimum van 10% van alle lasten leert de erva-
2.10 Kosten (deel)planinrichting ring dat dit kan oplopen tot 25 à 30% hiervan, uitgaande van een
Voor zover mogelijk zijn de inrichtingskosten geschat op rentepercentage van circa 8%.
basis van de informatie gegeven in de studieplannen. In andere Daarnaast moet mede afhankelijk van de wijze van realisering,
kostenposten is reeds rekening gehouden met civieltechnische fasering en duur rekening gehouden worden met tijdelijke over-
werken, aanleg of aanpassing van de hoofdverkeersstructuur, gangsvoorzieningen die, gegeven het kostenniveau van de di-
verwervingen, sloop en dergelijke. In de volgende opgave is verse plannen, tussen de 1 en 3 miljoen gulden kunnen variëren.
derhalve alleen rekening gehouden met de aanleg van riolering Tenslotte is op deze plaats vermeld dat alle bedragen gege-
(exclusief gebouwaansluitingen), rijbaan- en parkeerverhar- ven zijn exclusief BTW. Bij een negatief exploitatiesaldo in to-
ding, tegelverharding en groenaanleg (inclusief park). Uitge- taliteit ontstaat een kostenpost BTW waarmee rekening gehou-
gaan is van een sobere materiaalkeuze. den moet worden.
2.11 Opbrengsten terreinuitgifte
Als uitgangspunt geldt de functie maal volume als aangege-
ven door de ontwerpteams. Enig marktonderzoek -of die func-
Dit kostenoverzicht geeft aanleiding tot enige aanvullende
opmerkingen.
In de eerste plaats zijn de kwantitatieve gegevens ontleend
-
171

tie op die plaats tegen die prijs haalbaar is- is niet uitgevoerd. aan opgaven in de studieplannen. Het is zeker dat in deze opga-
In alle plannen wordt uitgegaan van een attractief vesti- ven zo niet in de overname van deze opgaven fouten voorko-
gingsmilieu. Om deze reden is uitgegaan van een positionering men (zie bijvoorbeeld de verschillen voor de bibliotheek).
van de diverse planelementen in de relatief hogere sectoren. In de tweede plaats kunnen voor de toerekening van op-
In de praktijk zullen zowel tussen als binnen de verschillen- brengsten per vierkante meter bruto vloeroppervlak van
a figuur 2.11.1 de elementen (woningen, kantoren, winkels, bedrijven, open- openbare voorzieningen zoals theater en bibliotheek andere
bouwprogram ma van de vijf studie-
bare voorzieningen) opbrengst-differentiaties optreden. In dit uitgangspunten genomen worden. Als rekenvoorbeeld is het
plannen (m 2 b.v.o. cq woningaantal-
len) rekenvoorbeeld is uitgegaan van één overall prijs van f 300,- effect van het niet verdisconteren van opbrengsten van bibli-
per vierkante meter bruto v loeropperv lakvoor kantoren, bedrij- otheek, theater, stadshal en sociale culturele voorzieningen
b tabeI2.11.1 ven, winkels en openbare voorzieningen. Voor de woningen is in volgende figuur weergegeven.
opbrengsten ten gevolge van terrein-
uitgegaan van f 25.000,- opbrengsten per woning (premie-vrije
uitgifte
(bedragen x f 1.000,- excl. BTW) sector).
Aan de berekening ligt de volgende verdeling ten grond-
slag:
figuur 2.11.2
Functies Programma per studie plan opbrengsten op basis van alleen te verre-
Studieplan Opbrengsten kenen gronduitgifte van woningen, be-
drijven, winkels en kantoren
(in miljoen gulden, excl. BTW)
2 3 4 5
6,8
Woningen (aantallen) 60 390 108 236 340
2 10,4
Kantoren 17.600 800 19.500 7.200 11.250
3 9,5
Bedrijven 500 7.120
4 8,6
Winkels 1.500 3.200 1.200 8.150
5 16,4
Bibliotheek 18.000 7.000 8.500 16.250
Theater 2.400 8.000 1.400 2.500 9.000
Hotel 4.000 3.450 3.500 2.800 4.000
Stadshal 750
Watersportvoorz. 400 750
Soc. cult. voorz. 1.500
Atelierruimte 750
a ________________________________________________________________________
In vergelijking met het vorige opbrengsten-overzicht lopen
vooral de inkomsten voor plan Heeling en plan Hoogstad sterk

~I~I~~4.100
I I 'I ".30
J terug, omdat juist in deze plannen veel vierkante meter voor
een bibliotheek ingeruimd waren.
Overwogen zou kunnen worden om berekeningen uit te voeren
met andere en meer gedifferentieerde opbrengsten-aannamen.
Op basis van de globaliteit van de plannen en het stadium van
plan-programma-ontwikkeling geven dergelijke exercities nu
niet meer informatie.

Ons inziens kan volstaan worden met de volgende samen-


vattende opmerking over de mogelijke opbrengsten:
· gegeven het bouwvolume en het programma moeten de op-
brengsten voor de plannen Heeling, T. Koolhaas en OD 205
circa 15 miljoen gulden kunnen bedragen
25. 200 · het bouwvolume van plan Terracotta is duidelijk geringer: in-
:; komsten circa 10 miljoen .

b
..
0-

."

'" 0
-:;:
I
5.600
I
10~000 ;;6-. ;h-.25~000 ----- --
30.000 35.000 40.000 45.000
-
50.000 55.000 60.000
· het volume in plan Hoogstad is duidelijk groter: inkomsten
circa 25 miljoen
-
14.3 CONCLUSIES
172
-- , - - - - - - - - - - - - ------- , - - - - ---,----,----
3.1 In dit stadium van ontwikkeling van het Zuidpoortgebied
geven de vijf plannen in eerste instantie een vijftal in meer-
1 ~--T---T-----1-------T---- (Bedragen x f 1. 000.000.001

dere of mindere mate van elkaar verschillende ontwikke-


lingsperspectieven. 2 t--j--I--1- I
Tezamen met de discussies hierover en de andere in dat ka- t------------I
der. voorgestelde ontwikkelingsalternatieven is voor het
Zuidpoortgebied een groot scala van mogelijkheden geëta-
leerd.
4. t-----------
I I I I

De financiële analyse van de vijf studieplannen levert enig


inzicht in:
1-1.- I --I
· de kosten-opbrengsten verhoudingen
· de kosten-opbrengsten variaties tussen de studieplannen
· de in 3.3 genoemde punten die nader onderzocht moeten

worden voor een degelijker financiële onderbouwing 11 H
voor het verdere ontwikkelingsproces -
10 t------t
3.2 Het gebruik van enige absolute waarde die in dit rapport ge-
noemd wordt, moet sterk ontraden worden, omdat dit stadi-
t----t----+---+-+----
-5 . 00 -10.000 -15.000 -20.000 -25.000 ~O.NO ~5.NO ~O.NO ~5.NO ~O.NO ~5.NO ~O.NO

um van planontwikkeling en de daarin aangenomen finan-


ciële basisgegevens zeer globaal zijn. Daarenboven is geen
enkele marktverkenning uitgevoerd die enige uitspraak
kan doen over het realiteitsgehalte van de programma-on-
derdelen en het kosten-opbrengsten niveau. Tenslotte is de · parkeervoorzieningen: tabel3 .1
ontwikkeling van de (aangenomen) verkeersstructuur in A inzicht in de toekomstige parkeerstructuur in dit bin- variaties tussen studieplannen

Delft-zuid dermate vaag dat geen uitspraak gedaan kan nenstadsdeel planontwikkeling
worden over de kosten hiervan en de kostentoerekening B grootte en aantal van de garages 2 ondergrondse infrastructuur
aan een plan. 3 civieltechnische werken
C boven- of ondergrondse garages
4 hoofdverkeersstructuur
· verwervingen: 5 parkeergarages
A al dan niet verwerven van TU-gebouwen + verwer- 6 bodemsanering
7 verwervingen
3.3 In de voorgaande paragrafen zijn per kosten-opbrengsten vingsgrondslag
8 sloop
post de onderlinge verschillen tussen de studieplannen aan- B al dan niet verwerven van recente woningbouw 9 verplaatsingen
gegeven. C het tijdstip van verwerven en de op dat moment gel- 10 opbrengsten
11 inrichtingskosten
Om de betekenis van deze verschillen en ook de verschillen dende verwervings(boek)waarde
tussen deze posten onderling in beeld te brengen is onder- · opbrengsten: mate van bebouwing (intensief-extensief)
staand overzicht opgenomen. deels samenhangend met de omvang van de verwervin-
Het doel van deze vergelijking is alleen gericht op een rela- gen
ti vering van het hanteren van getallen per plan en per post in
dit stadium van planontwikkeling. Per post zijn steeds de
hoogste en de laagste waarde voorkomend in één van de 3.4 Deels los van de discussie over de omvang van de ruimtelij-
studieplannen weergegeven. ke veranderingen (met als extremen bijvoorbeeld plan OD
205 en Terracotta) staat de discussie over de functionele
Uit het onderstaande moge duidelijk blijken dat in verdere karakteristiek van het gebied. In planeconomisch opzicht is
discussies de nadruk kan komen te liggen op: deze discussie niet neutraal. De verschillen tussen de teams
· ondergrondse infrastructuur: het al dan niet vervan- van de door hen vermeende vrijheid in dit opzicht is veel te
gen/verplaatsen van het 25 KV -station én de toerekening groot (woningen, winkels , kantoren, openbare voorzienin-
van deze kosten gen/stadspark, parkeervoorzieningen). De juiste mix tus-
· civieltechnische werken: het al dan niet weren van door- sen deze functies moet gevonden worden door enerzijds
gaand autoverkeer in samenhang met het treffen van hier- verkenningen binnen deze markten en anderzijds een bena-
mee samenhangende verkeersvoorzieningen buiten het dering op het niveau van de stadsstructuur: het gewenste
plangebied en de vraag naar een eventuele kostentoereke- optimum gerelateerd aan omliggende gebieden en veran-
ning deringen (mogelijkheden) daarbinnen.
14.4 OVERZICHTEN PER STUDIEPLAN

In paragraaf 2 zijn alle studieplannen op afzonderlijke on-


derdelen bezien. Deze paragraaf volstaat met een hergroepe-
ring van deze gegevens per plan. Ter toelichting worden na het
4.1 Studieplan team Heeling

Toelichting
onderstaande legenda is geldig voor
de tabellen 4.1 tlm 4.5

1 planontwikkeling
-
173

kosten-opbrengsten overzicht de specifieke kenmerken toege- 2 ondergrondse infrastructuur


3 civieltechnische werken
licht. 3 onder de kosten van civieltechnische werken is verstaan: 4 hoofdverkeersstructuur
I doortrekking van de Zuidergracht 5 parkeergarages
2 reconstructie van de Hambrug + omgeving 6 bodemsanering
7 verwervingen
3 drie voetgangersbruggen over de Zuidergracht 8 sloop
4 één autobrug Zuidwal-Zuidergracht 9 verplaatsingen
5 één autobrug verlengde Kruisstraat-Zuidergracht 10 opbrengsten
11 inrichtingskosten
6 verplaatsing van de Groene Brug
7 aanleg van een zitplek
8 brug nabij de Spieringstraat over de Zuidergracht

5 parkeervoorzieningen (capaciteit circa 450 parkeerplaat-


sen): het gekapitaliseerde jaarlijkse exploitatietekort dat
aan de plankosten toegerekend wordt, is relatief gering; dit
wordt verkregen door de relatief geringe bouwkosten van
deze bovengrondse parkeergarage in relatie tot de capaci-
teit en voorts door de beperkte omvang van deze garage
waardoor de gehele capaciteit toegerekend kan worden aan
het gebruik door centrumbezoekers

II terreinuitgifte: ten opzicht van andere plannen een gemid-


deld niveau

ALGEMEEN
In dit plan zijn geen kostbare ingrepen opgenomen, gericht
op een wijziging van de hoofdverkeersstructuur. Voorts is het
tabel4.1
parkeerconcept relatief gunstig. Dit leidt tot een, in verhouding
studieplan team Heeling
tot enkele andere studieplannen, beperkt verschil tussen inkom- kosten-opbrengsten overzicht
sten en uitgaven. (x f 1.000,- ex cl. BTW)

r----r-----r-----r-----r-----r-----,------r-----~----r_-----r_--_.r-----T--

1• • • • 1>·300

:J.
1• • • • • • • • • • • • • • • 25 .1>00

.1.350

.1.320

101~~~~5~.5~00~--
f: -- ----
5. 00 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 1>0.000
-
174
4.2

Toelichting
Studieplan team T. Koolhaas 4.3

Toelichting
Studieplan team on 20S

3 onder de kosten van civieltechnische werken is verstaan: 2 de kosten voor aanpassing van de ondergrondse infrastruc-
1 doortrekking van de Zuidergracht (aansluiting op het tuur zijn extreem hoog, omdat alleen in dit studieplan de
Achterom) kosten voor vervanging van het 25 KV -station voor 100%
2 de aanleg van vijf autobruggen aan dit plan zijn toegerekend
3 aanleg van twee voetgangersbruggen over de Zuider-
gracht 3 onder de kosten van civieltechnische werken is verstaan:
4 aanleg van een passantenhaven ten oosten van de St. Se- 1 doortrekking van de stadsgracht
bastiaansbrug 2 aanleg van vier voet-fietsbruggen over de stadsgracht
5 aanpassen van de noordelijke afrit van de St.Sebasti- 3 aanleg van één autobrug over de stadsgracht
aansbrug 4 vervanging van de Hambrug
5 vervanging van de St.Sebastiaansbrug
5 parkeervoorzieningen: in de bouw van een grotendeels on- 6 gemetselde stadsmuur
dergrondse parkeergarage met 875 plaatsen is voorzien ;
een deel van deze capaciteit is toegerekend aan te re ser- 5 parkeervoorzienigen: in de realisering van een tweetal par-
veren parkeerplaatsen voor woningen en kantoren; de keergarages is voorzien: 600 plaatsen (ondergronds) nabij
bouw van een ondergrondse parkeergarage leidt tot een ho- de Zuiderstraat en 320 plaatsen aan de Yperstraat; voor bei-
ge toerekening van de bouw- en exploitatiekosten aan het de garages is een deel van de capaciteit toegerekend aan
plan woningen en kantoren

11 de opbrengsten uit terreinuitgifte zijn ten opzichte van an- 7 de verwervingskosten zijn zeer hoog, omdat uitgegaan is
dere plannen gemiddeld te noemen van verwerving (en sloop) van nagenoeg alle gebouwen in
het plangebied; voor deze kostenberekening is uitgegaan
tabel 4.2 ALGEMEEN van verwerving op basis van de huidige waarden; in het
studieplan team T. Koolhaas
kosten-opbrengsten overzicht Bij uitvoering van alle voorgenomen werken vertoont dit ontwikkelingsperspectief wordt uiteraard rekening gehou-
(x f 1.000.- excl. BTW) plan ten opzichte van enkele andere plannen een groter tekort. den met andere verwervingswaarden
tabel 4.3
studieplan team 00 205
I 1 de opbrengsten zijn gemiddeld ten opzichte van andere kosten-opbrengsten overzicht
plannen (x f 1.000.- excl. BTW)

- r--- ---,-- -
1500
I 500

I 400
rn I 26.50
I 500

• BOO
16.100

20.500
25.500

P.". U.

20.200 45.200

"~;:f
_ .B50

5. 00
_5._BO_O+-__-4____

10.000 15. 000


~--_
20.000
--_.
25.000 30.000 35.000 40.000 45.000
--
50. 000 55.000 60.000
10
_

--
2.3~0

doo
I
5.500

10.000 15.000 20.000 25 . 000


-
30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000
175
--.j
ALGEMEEN 4.4 Studieplan team Terracotta
Het verschil tussen inkomsten en uitgaven bij realisering
van dit plan is extreem hoog door de opeenstapeling van kos- Toelichting
tenverhogende voorstellen: veel verwervingen, ondergrondse
parkeergarage; ingrijpende wijziging in bruggen over het Rijn- 2-3 de kosten voor de posten ondergrondse infrastructuur, ci-
Schiekanaal en alle inspanningen om het doorgaande autover- -4 vieltechnische werken en aanpassing van de hoofdver-
keer uit het plangebied te weren . keersstructuur zijn nagenoeg nihil; dit plan voorziet geen
maatregelen op dit gebied
Juist in dit kosten-opbrengsten overzicht komen de financi-
ële discussiepunten het scherpste naar voren: 5 uitgegaan is van de bouw van twee (waarvan één onder-
a kostentoerekening van wijziging verkeersstructuur, 25 KV- grondse) parkeergarages; de capaciteit van deze garages
station (600 respectievelijk 210 plaatsen) wordt deels toegerekend
b verwervingswaarden (verwerving nu in tegenstelling tot ver- aan woningen en kantoren; per saldo zal een deel van de in-
werving in de (verre) toekomst) vesteringskosten afgeboekt moeten worden om tot een ac-
ceptabele exploitatie te komen

7 in het verwervingsoverzicht is rekening gehouden met de


verwerving van twee terreinen buiten het plangebied
(waarvan de benutting wel in het programma opgenomen
is)

11 de opbrengsten zijn relatief laag doordat de omvang van


het uitgeefbaar terrein geringer is, voortvloeiend uit het
parkachtige karakter van het oostelijke plandeel

ALGEMEEN
Door een sobere planopzet, gelet op de omvang van de
tabel 4.4
structurerende gebiedsaanpassingen, is het verschil tussen op-
studieplan team Terracotta
brengsten en inkomsten relatief gering, zowel het kosten- als kosten-opbrengsten overzicht
het opbrengstenniveau is relatief laag. (x f 1.000 ,- exel. BTW)

,------- --------r.--~---,,----- ,------ ---- - - - , - - '


15°0
o

1100
• • • • • • • • • • • 120.000

• • • • • • • • 115.000

_ 2030

. 840 I
10 _ 4.800

doo 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000

11 I 10.600 I
-
176
4.5 Studieplan bureau Hoogstad
Toelichting
3 onder de kosten van civieltechnische werken is verstaan:
1 een paviljoen + flaneerroute langs het Rijn-Schiekanaal
2 doortrekking van de Zuidergracht
3 duiker Zuidergracht/Rijn-Schiekanaal
4 vier auto bruggen over de Zuidergracht
5 vier fiets-voetgangersbruggen
6 vervanging van de Groene Brug
7 aanpassing van de noordelijke afrit van de St.Sebasti-
aansbrug
8 nieuwe Hambrug

de omvang van deze maatregelen in het plangebied is nogal


groot, waardoor deze kosten relatief hoog zijn; hierbij is
opgemerkt dat maatregelen voor afleiding van het door-
gaande autoverkeer alleen in dit studieplan wel meegeno-
men zijn

11 opbrengsten: door een intensieve bebouwing (groot bouw-


volume) zijn de opbrengsten relatief hoog

ALGEMEEN
Kosten van civieltechnische werken is het verschil tussen
inkomsten en uitgaven door de hogere opbrengsten.
Dit plan kenmerkt zich door een relatief hoog niveau: veel
civieltechnische werken, afleiding van het doorgaand autover-
keer, ondergrondse parkeergarage, veel verwervingen met
daartegenover een omvangrijk bouwprogramma. Rekening
tabel 4.5
houdend met de extra toegerekende kosten voor de afleiding
studieplan bureau Hoogstad
kosten-opbrengsten overzicht van het doorgaande autoverkeer is het saldotekort vergelijken-
(x f 1.000,- excl. BTW) derwijs niet veel hoger.

::-~-l
19.600

.1.300

16.000

P.".
20.300

_ 2.6~0

10

~ 5. 00
4.800

-~.0~---15.000 20.0 00 25.000


----t---t------
30,000 35.000 40.000
----t--.-t------t.-
45.000 50.000 55.000 60.000

I _:k~~_L__l~__U_~
-
LITER ATUURLIJST
177 I

• rapport in opdracht van de • het aanzien van de westrand


afdeling stedebouw van de Delft, september 1985
dienst openbare werken
delft
rapporteur:
ir. b.d. verbrugge
• Gemeente Delft, Openbare • Ruimtelijke Ontwikkeling Binnenstad
Werken, Afdeling Stede- Delft, november 1985
bouw , i.s.m. Reijers,
architecten AvN, Dordrecht
• Rein Geurtsen • Locatie Zuidpoort Delft; stadsmorfologische atlas
samengesteld in opdracht van de Gemeente Delft, Dienst
Stadsontwikkeling, Afdeling Stedebouw, in het kader van
de ontwikkeling van het Zuidpoortgebied
Gemeente Delft, Dienst Stadsontwikkeling-Delftse Uni-
versitaire Pers, Delft 1988
• Gemeente Delft, Dienst • Zuidpoortkrant
Stadsontwikkeling Delft, juni 1988
• Robert van Til • . Architecten onthullen plannen 'Zuidpoort': 'Modem flatje
(samensteller) bij Oostpoort moet weg'
· Teun Koolhaas, mede-ontwerper van Almere: 'Zuid-
poortgebied moet rust kunnen uitstralen'
· Garage, theater en Koombeurs herbouwd
· Plan van jonge ingenieurs vol verrassingen; 'We slopen
het minst, maar het oogt heel spectaculair'
· Park en theater in omgeving van Nieuwelaan
Alles in: Delftsche Courant, 1-6-1988.
• Robert van Til • . Bureau OD 205 wil verkeer weren; 'Van rommel-zone
(samensteller) naar nieuw stukje oude stad'
· St.Sebastiaansbrug slopen en eiland maken Zuidpoort
· 'Niet meteen slopen aan Nieuwelaan'; Groningers willen
voorzichtige aanpak
· Plan van Groningers: Jeugdhotel op dak V &D en theater
aan de Yperstraat
Alles in: Delftsche Courant, 2-6-1988.
• Willem Brouwer • Roorda contra Raue: Gedachten moeten worden bijgesteld;
Onderzoekers oneens over 'Delftse groei'
Delftsche Courant, 3-6-1988
• Delftsche Courant • Tentoonstelling over plannen Zuidpoort
Delftsche Courant, 4-6-1988
• Robert van Til • Architecten presenteren plannen; Hoe nu verder met de
Zuidpoort?
Delftsche Courant, 4-6-1988
• Peter Janssen • Lokatie Zuidpoort Delft; meervoudige studieopdracht
Archis no. 7, 1988, blz. 4-5
• Jan Heeling • Meervoudige stedebouwkundige opdrachten kritisch be-
schouwd
De Architect, juli-augustus 1988, blz. 25-27
• Bouwcentrum Communica- • Citymarketing Concept, binnenstad Delft; strategisch mar-
tieadviseurs, Amsterdam ketingplan
Delft, september 1988
• Gemeente Delft • Zicht op Delft; scenario voor de ontwikkeling van de stad
tussen 1989 en 2000
uitgave Gemeente Delft, november 1988
De publicaties van de Gemeente Delft zijn verkrijgbaar en
liggen ter inzage bij het Informatiecentrum van de Ge-
meente Delft, Phoenixstraat 16.
/
REIN GEURTSEN

LOCATIE
ZUIDPOORT DELFT
stadsmorfologische atlas

Vele steden beschikken over gro-


te blinde vlekken, stadsdelen die decennia lang aan de aandacht zijn
ontsnapt of die te lijden hebben gehad van teveel aandacht. Veel plan-
nen en veel gepraat, maar nauwelijks zichtbare resultaten. In Delft ligt
een dergelijke blinde vlek vrijwel in het midden ~an de stad, ingeklemd
tussen de zeventiende eeuwse stad aan de noord-zijde en de stadsuitleg
uit het begin van deze eeuw met de technische universiteitswijk aan de
zuid-zijde. Voor een stad die vrijwel geen uitbreidingsmogelijkheden
meer heeft is dat geen geringe buitenkans.

Kort geleden bracht het gemeen-


tebestuur dit gebied opnieuw onder de aandacht door het een naam te
geven: Locatie Zuidpoort. Om de mogelijkheden van het gebied te kun-
nen onderzoeken schakelde de gemeente vier teams van stedebouw-
kundigen en architecten in.

Aan deze meervoudige studieop-


dracht ging een stadsmorfologisch onderzoek vooraf. Dit resulteerde in
het boek: Locatie Zuidpoort Delft, stads morfologische atlas, dat
voorafgaand aan dit boek is verschenen. Rein Geurtsen analyseert
hierin met name de betekenis van de vorm van de stedelijke ruimten
voor het alledaags gebruik van de stad. Omdat de Locatie Zuidpoort in
de loop van de geschiedenis een centrale betekenis kreeg voor Delft en
voor de regio Delfland is de historische ontwikkeling van de regio, de
stad én de locatie gelijktijdig 'in kaart' gebracht. De stadsmorfologische
atlas werd zo een overzicht van twee eeuwen sleutelen aan de delftse
stadsvorm. Aan de hand van historische kaarten, stadsplattegronden en
foto's wordt beschreven hoe het Zuidpoortgebied geworden is tot wat
het nu is, maar ook hoe het, ondanks de vele plannen niet geworden is.

Prijs:
Handelsprijs f 55,60

De publicatie Locatie Zuid-


poort Delft, stadsmorfologische atlas is verkrijgbaar bij:

Publicatiebureau
Faculteit der Bouwkunde
Berlageweg 1
Postbus 5043
2600 GA Delft
Tel: 015-784737
I

Omstreeks de jaarwisseling van '87-'88 nodigde de Gemeente Delft een aantal


stedebouwkundigen en architecten uit om, gegroepeerd in vier ontwerpteams, te zoeken
naar antwoorden op een complexe vraag:

welke ruimtelijke en programmatische mogelijkheden biedt het stadsdeel Zuidpoort,


een stadsdeel dat dicht tegen de binnenstad aanligt, dat goed bereikbaar is en dat een
aantal terreinen bevat die al jaren braak liggen of die in de nabije toekomst voor
hergebruik in aanmerking komen?
De ontwerpteams kregen geen pasklaar programma van eisen mee en evenmin een
lijst met harde randvoorwaarden. Ze werden op pad gestuurd met een historisch en
stadsmorfologisch informatiepakket -het boek Locatie Zuidpoort; stadsmorfologische
atlas- en met de meest essentiele beleidsnota's. Daarnaast kregen ze een restrictie mee:
het ontwikkelingsplan voor de locatie moet budget-neutraal zijn, behoudens een
eventueel aantoonbare meerwaarde.
Het voorspelbare gevolg van deze opzet was dat de vraagsteller aanzienlijk meer
antwoorden kreeg dan was verwacht. Uit de vier teams kwamen vijf plannen voort.
Gestuurd door uiteenlopende interpretaties van de mogelijkheden die de locatie in petto
heeft, gestuurd ook door verschillende ontwerpopvattingen kwamen de teams met
integraal opgezette en tot in details uitgewerkte voorstellen.
Bij een dergelijke onverwacht rijke oogst kan de vraagsteller twee dingen doen:
aileen die antwoorden er uit pikken die goed in de kraam te pas komen, oftrachten zoveel
mogelijk profijt te trekken van de ontwerpstudies door de veelheid van antwoorden te
gebruiken bij de besluitvorming over de ontwikkeling van de locatie.
De Gemeente Delft heeft voor dit laatste gekozen. Deze publicatie is daarvan een
afspiegeling. Naast een zo compleet mogeJijke documentatie van de studieplannen zijn
de plannen geanalyseerd door ze op hoofdkenmerken te vergelijken en te becommenta-
rieren. Daamaast is er een globale kosten-baten analyse gemaakt.
Deze publicatie beoogt een zo breed mogeJijke discussie over de toekomst van de
locatie zodat ook een zo breed mogeJijk stadspoJitiek draagvlak ontstaat voor het
vervolg van de operatie Zuidpoort Delft.

Samenstelling ontwerpteams:

Team Heeling . Heeling Krop Bekkering, stedebouwkundigen en architecten


· Wiek ROling, architect
· architectenbureau Verheijen Heuer de Haan bv
Team T. Koolhaas . ontwerpbureau ir. Teun Koolhaas associates bv
• Hoenders en partners, architecten bna
· architectenbureau H. van Meer bv
· architectenbureau Quist bv
Team OD 205 . OD 205, architectuur, stedebouw, onderzoek en landschap bv
· Benthem en Crouwel, architecten
· Girod en Groeneveld, architecten
· Kees de Kat, architect
Team Terracotta · Niek Kruisheer, stedebouwkundige
· Rop van Loenhout, architect
· Wilma Kingma, architect
· Hielkje Zijlstra, architect
• Kees Jongelie, architect
Bureau Hoogstad · Hoogstad, van Tilburg, architecten bna, stedebouwkundigen bns

You might also like