doodmoe de heuvels, vergrijsd in zwijgen. (J. Hamelink, ‘Heuvellandschap’) Semantiek, H. 1 • …leunen doodmoe de heuvels…
• Kennis van woordbetekenis, maar ook
zien we al: die betekenis is kennelijk plooibaar • Menselijk taalvermogen kan hiermee omgaan Semantiek, H. 1 • Het aangeboren taalvermogen; het instinctieve karakter. • Kinderen beschikken over grammaticale regels en moeten de uitzonderingen leren Semantiek, H. 1 • Menselijk taalvermogen is uniek. • Recursiviteit; eindig aantal regels • Meer dan een computerprogramma • Mensapen doen het ons niet na. Semantiek, H. 1 • Het menselijk taalvermogen zit niet op 1 vaste plek • Kennis zit in uitgebreide netwerken • Het mentaal lexicon – daarin m.n. ook woordbetekenis – op verschillende manieren georganiseerd, verbonden Semantiek, H. 1 • Recursiviteit vs. constructies: veel over te doen • Betekenis van de zin: interpretatie van het geheel • Contextgebonden betekenis: pragmatische betekenis, oftewel de bedoeling Semantiek, H. 1 • In situaties waarin wordt afgeweken van het normale valt juist op dat zinnen ook met passendheid te maken hebben; denk aan de zin ‘Die mevrouw heeft een gekke neus’, gezegd door een kind in de trein. Semantiek, H. 1 • Verwijzende betekenis, voorbeeld: Er loopt een zwarte hond in de kerk. Semantiek, H. 2 • Theorieën over woordbetekenis. Afgezien van onomatopeeën (klanknabootsingen) is de relatie tussen betekenis en betekenaar arbitrair.
Hoe zijn woordbetekenissen opgeslagen”?
Drie theorieën. Semantiek, H. 2 • De prototypetheorie • zangvogel: merel, roodborstje, lijster, winterkoning, .. (?) • Vrucht: framboos, appel, peer, … • Kaas: Goudse kaas, Emmenthaler, camembert, brie, … 1. Prototypetheorie • Noem een aantal kenmerken van een fiets.
twee wielen, een stuur, een zadel, een
bagagedrager, trappers, etc. 1. Prototypetheorie • Dit past dus bij het prototype: 1. Prototypetheorie • Maar dit dan weer wat minder: Prototypentheorie • We hebben dus gaandeweg in onze ontwikkeling van allerlei verschillende concepten de kenmerken moeten leren. Prototypetheorie • Daardoor weten we dat fietsen wielen hebben en dat een motor (die ook twee wielen, een zadel en een stuur heeft) eventueel een motorfiets genoemd kan worden, maar niet 100% een fiets is. Prototypetheorie • Voor welke woorden is deze theorie dus geschikt als verklaring?
• Concrete woorden: tastbaar en telbaar.
Prototypentheorie • Waarom is deze theorie niet geschikt voor de verklaring van woordbetekenissen van abstracte begrippen?
• Bv. vrede, haat, verlangen, toekomst,
politieke voorkeur, economische groei. Prototypentheorie • Abstracte begrippen hebben geen concrete kenmerken die we kunnen leren.
• Je moet deze woorden dus tegenkomen in
bepaalde contexten en je kunt de betekenis leren, maar niet waarnemen Prototypetheorie • Prototypen zijn dus afhankelijk van de culturele omgeving: plaatsgebonden, tijdgebonden en persoonsgebonden Prototypentheorie • Dat wat je leert, is persoonlijk en uniek.
• Dat wat je kunt leren is afhankelijk van de
omgeving waarin je opgroeit en je mentale capaciteiten. • Prototypen zijn dus afhankelijk van de culturele omgeving: plaatsgebonden, tijdgebonden en persoonsgebonden Prototypetheorie • Tijdgebonden: dingen veranderen door de tijd heen.
• Het prototype van een auto was dus 50
jaar geleden anders dan nu. Semantiek, H. 1, 2 • - Google: veeltalig woordenboek: http://computertotaal.nl /article/20298/google-s-woordenboek.html - DBNL: http:// www.dbnl.org/ • - BNTL: http://www.bntl.nl/bntl/ • - de etymologiebank van het Meertens Instituut: www.etymologiebank.nl
• - de historische woordenboeken van het INL, waaronder
het WNT: • http://gtb.inl.nl/?owner=MNW. Semantiek, H. 1, 2 • Officiële site van Chomsky: http://www.chomsky.info • http ://www.thirdworldtraveler.com/Chomsky/Noam_ Chomsky.html • Chomsky, Hopes and prospects. Londen, 2010 • Meer: Douglas A. Kibbee (ed.), Chomskyan (R)evolutions. Amsterdam / Philadelphia, 2010: John Benjamins Publishing Company