Handleiding Kunststoflassen Copy Copy Almond

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 32

Heetgaslassen van PP-platen

Ais we bij deze cursus over luchtdebiet spreken, bedoelen we het aantal liters lucht dat per minuut door het lasapparaat stroomt.

5.4 Lasapparatuur

De lasapparatuur die we hier behandelen, is lasapparatuur voor heetgasJassen.

Heetgaslassen is een methode waarbij de lasvlakken en de lasdraad gelijktijdig door een heet gas (meestal lucht) worden verhit. Daarna wordt onder druk de lasdraad ingevoegd.

Bij deze lasmethode blijft de vorm van de lasdraad min of meer bestaan (afbeelding 60).

3913

Afbeelding 60. De vorm van de lasdraad blijft min of meer bestaan

Heetgaslassen doe je meestal met de hand. Bij aile handlasapparaten kun je verschillende mondstukken gebruiken. Welke dat wordt, hangt af van wat je moet lassen.

5.4.1 Verwarmingslucht

Ais warmtedrager wordt in de cursus lucht gebruikt. De lucht moet schoon, droog en olievrij zijn. De lucht wordt verwarmd door een elekt risch ve rwarm ingsel ement.

Je kunt de benodigde hoeveelheid lucht verkrijgen door:



een externe luchtvoorziening; een interne luchtvoorziening .



I Heetgaslassen van Pp .. platen

63

5.4.2 Handlasapparaat met externe luchtvoorziening

Externe luchtvoorziening is luchtvoorziening via een compressor. Een compressor is een apparaat dat buitenlucht aanzuigt en samenperst.Je kunt hiermee regelen hoeveel extra lucht je voor het lassen nodig habt. De verwarming van de lucht moet ook regelbaar zijn.

In afbeelding 61 zie je een handlasapparaat dat is uitgerust voor exteme luchtvoorziening.

397.1

.. 4

..

3

A fbe eld/ng 61. Elektrisch verwarmd handJasapparaat met buisvormig mondstuk

1. elektrisch verwarmlngseJement

2. handgreep

3. elektrische aansJuiting (vermogen inste/baar)

4. luchttoevoer (deb/et instelbeer)

5. buisvormig mondstuk

5.4.3 Handlasapparaat met interne luchtvoorziening

Een handtasapparaat met interne luchtvoorziening werkt als voigt.

In het apparaat is aen ventilatoringebouwd, die de omgevingslucht aanzuigt. De lucht wordt tangs het verwarmingselement weer naar buitengeperst (zie afbeelding 62). Dezeapparaten zijn speciaal geschikt voor "karwei"-werk, omdat ze aileen maar de normale netspanning nodig hebben. Ze zijn zwaarder dan de eerder genoemde apparaten met exteme luchtvoorziening.

Heetgasla'ssen van pp .. platen

396.1

Afbeelding 62..

Handlasapparaat met ingebouwde ventilator

1. elektrisoh verwarmingselement

2. temperatuurinste/knop

3. handgreep met sohake/aar

4. ventilator 5 .. motor 6.lucht

7. elektrische aans/uiting

8. heta Jucht

9. buisvormig mondstuk

5.4 . .4 Mondstukken

De handlasapparaten hebben meestal verwisselbare mondstukken. De meest gebruikelijke mondstukken zijn:

• de hechtmondstukken;

• de buisvormige mondstukken;

• de sneUasmondstukken.

De mondstukken zorgen voor sen gerichte warmtebron. Welk mondstuk je moet gebruiken, hangt at van de toepassing.

We zullenhst sneUasmondstuk behandelen.

Snellasmondstuk

Er zijn ook verschillende snellasmondstukken mogelIjk. Het sneUasmondstuk is gemaakt van roestvast staal. Het bestaat uit sen verhittingskamer met daaraan vast sen bUisvormigegeleider voor de lasdraad. Het protiel van de geleider is aangepast aan de vorm van de lasdraad.

In afbeelding 63 zie jeesn schematische weergave vaneen snellasrnondstuk,

I Heetgaslassen van PP-platen

In afbeelding 64 is het sneliasmondstuk in perspectief getekend.

Atbee/ding 63. Snellasmondstuk 1. werkstuk 2.lasdraad

3. geleider

4. luchttoevoer

5. voolVerwarmingskamer

6. voolVerwarmingsopening (voor plaat)

7. verwarmingsopening (voor lasdraad)

8. fasrups

9. neus ot schoen

65

388.1

166

HeetgasJassen van pP:'pJaten 'I

1

2

Afbeelding 64. Snellassmondstuk in perspectief

1. verwarmingsopening (voor lasdraad)

2. voorverwarmingsopening (voor pJaat)

3. schoen

5.4.5 Veiligheid

Bij het lassen moet je altijd aan je eigen en andermans veiligheid denken. Je werkt immers met erg hete lucht,

Denk erom dat onderdelen heet kunnen zijn. Denk aan brandgevaar.

Pas op voor een elektrische schok.

5.5 Lasapparatuur controleren en instellen

Voordat je gaat lassen kan je de apparatuur al kIaarzetien en centroleren.

5.5.1 Controle

Controleer de apparatuur voor je gaat lassen. De werkgever moet er voor zorgen:



dat de rneetapparetuur in het kalibratiesysteem is opgenomen .

419.1

I Heetgaslassen van PP-platen

67

Er moeten stickers opzitten!

• dat de lasparameters bij het lasapparaat aanwezig zijn.

Over lasparameters lees je meer in paragraaf 7.1.4.

Vervolgens moet je op het oog controleren of de staat van onderhoud van het apparaat goed is.

Controleer of het goede mondstuk op het lasapparaat zit. Van het snellasmondstuk bestaan er verschillende vormen en afmetingen. Welke je gebruikt hangt at van de manier waarop je gaat lassen. Maak met de borstel en daarna met de rager het mondstuk schoon. Het mondstuk moet dan wei warm zijn.

5.5.2 Instellen lasapparatuur

Voor het lassen gebruik je altijd olievrije lucht, onder bepaalde druk en in een bepaalde hoeveelheid. Voordat je gaat Jassen moet je:



filters controleren. Vervuilde filters zonodig vervangen; Juchtdebiet instellen;

luchtdebiet meten tussen pomp en apparaat; de temperatuur instellen;

de temperatuur meten met een temperatuurvoeler die bij een snellasmondstuk 5 mm in de voorverwarmingskamer is geplaatst.









Het apparaat moet zeker 10 minuten aanstaan voordat je gaat meten.

I Heetgaslassen van ·pp .. platen.

69

HOOFDSTUK 6 WE .. RKVOORBEREIDING

Inleiding

In dit hoofdstuk lees je nogeens hoe je het plaatmateriaalen de lasdraad moet kiez.en. Aansluitend leer js hoe js de las voorbereidt. Eerst gaan we in op de werkomstandigheden. Het is heel belangrfjk onder welke omstandigheden je de lasnaad voorbereidt en last.

6.1 Werkomstandigheden

Om goede lassen te krijgen, moet je onder goeds omstandigheden werken. Volgens de lasinsteiling moet je bij kamertemperatuur lassen. Bovendien mag het niet tochten. Deze omstandigheden moet je zaveeI mogelijk benaderen. Verder is het belangrijk dat het lassen veilig gebeurt.

6.1.1 Omst.andi.gheden die de kwalrteit van de las bei"nvloeden

Je kunt [e voorsteUen dat verschillen in temperatuur de kwaliteit van de las kunnen be"invloeden. Ook zon, wind, stof, zand en regen hebben invloed op de kwalitsit van de las. Houdt dus rekening met de weersomstandigheden.

Zijn de omstandigheden ongunstig, dan kan je beter binnen in plaats van buiten lassen.

Jeleest nu sen opsomming van dingen die je moet vermijden:

a. temperatu u rsch ommeIinge nen -afvvijkingen

Zon, zeker felle zan is nietgewenst. Door zan kan PP plaatselijk sterk vervorrnsn. Voorkom felle zon door afscherming.

Als het mogefijk is, kun je net beste op een afgeschermde plaats lassen.

b.wind

Wind kan slecht zijn, orndat ze de lasnaad te snet afkoelt.

Oak daarom is een afgeschermde plaats (zeker bij sterke wind) erg belangrijk.

C, stof en zand

Het materiaal dat je gaat lassen en de lasdraad moeten schoon zijn .. Je moet dez.e materialen schoonmaken voor het lassen. Stuivend zand en stat moet je zoveel mogelijk vermijden.

Werk bijvoorbeeld in een tent of binnen.

Heetgaslassen van PP-platen

d. regen en vocht in het algemeen

Vocht op lasvlakken geeft een slechte las. Vocht moet je voorkomen. Las a/s het kan in een droge, zo nodig verwarmde, omgeving. Kan dat niet bescherm dan de /asp/aats zoveel moge/ijk tegen vocht, wind en tocht.

Als je niet zeker weet ot de omstandigheden goed zijn moet je altijd een proetlas maken.

6.1.2 Veiligheid

Veilig werken is belangrijk. De Arbowet zegt daar iets over.

Je moet weten wat de grootste gevaren zijn. We benadrukken dat je altijd goed moet blijven opletten als je aan het werk bent.

Gevaar bij heetgasiassen

Tijdens het lassen ben je met heet materiaal bezig. Pas dus goed op.

Brand je niet. De onderdelen kunnen erg heet zijn. Pas op voor brandgevaar.

Als PP gaat ontleden kan er koolmonoxyde, kooldioxyde en roet ontsnappen. Oat kan schadelijk voor de gezondheid zijn. Daarom moet er een goede ventilatie of afzuiging zijn (maar oppassen voor tacht!).

Je werkt met elektriciteit. Pas op dat je geen schok krijgt. Werk met goede apparatuur.

6.2 Uittrekken van materiaal

Op de werktekening staat welk materiaal voor plaat en lasdraad moet worden gebru.ikt. Bovendien staat aangegeven aan welke normen die materialen moeten voldaen. Op het materiaal zelf of op de verpakking vind je die beschrijving weer terug.

6.3 Lasnaadvoorbereiding

In de laatste paragraaf van dit haofdstuk lees je hoe je een lasnaad voorbereidt Je moet bij het voorbereiden van de Iasnaad zagen, aanschuinen, schrapen en opspannen.

6.3.1 Het zagen van de platen

Je kunt de platen zagen met een cirkelzaag of met een Iintzaag. Controleer of de goede zaag erin zlt. In paragraaf 5.1.1 heb je daar al over gelezen.

I Heetgaslassen ven pp .. platen

71

Je moet de platen op de goede manier uitzagen. Zaag zo dat de randen die de lasnaadgaan varmen in dezelfde riehting liggan als in de moederplaat. Als Je de platen in dezelfde riehting uitneemt zijn ze goed ve rgel ijkbaar.

Je kunt op tekening aflezen hoe groot de platen moeten zijn. De rnaattoleranties kun jeook op de tekening vinden.

6.3.2 Het aanschuinen van de platen en de lasdraad

De kanten van de platen die je gaatlassen schuln je aan (frees je) met het aansehuinapparaat. Je kan het oak doen met een cirkelzaag onder verstek .. Over de lasnaad mag de hoek niet meer dan 5° varieren.

De vorm van delasnaad voor de X-las zie js in afbeelding65.

"

499

Afbeelding 65. Lasna.advorm voor X-las

Oak delasdraad moet je aanschuinen. Maak de lasdraad schoon en verwarm deze jets aan sen uiteinde. Schum daama dit uiteinde onder een hoek van 30° met een mes aan (zis afbeel'ding 66).

[72

HeetgasJassen van PP-pJaten

417

Afbee/ding 66. Aangeschuind /asdraaduneinde

6.3.3 Het schrapen van de platen en de lasdraad

De platen en de lasdraad moeten helemaal schoon zijn voor je met lassen begint. Je moet schrapen om vuil of de oxydehuid te verwijderen en om de aanwezipe kerfjes weg te halen.

Naast delasnaad moet je met een schraapstaal altijd nog 10 mm extra schrapen. In afbeelding 67 zie je bij een doorsnede van de X-naad waar geschraapt moet worden.

__.j 10

~ 10

496.1

Afbee/ding 67. Een te schrapen XMnaad

Je moet aile lasoppervlakken schrapen. Aileen als ze minder dan een uur veer het lassen al geschraapt zijn, hoeft dat niet.

De lasdraad moet je direct voor het lassen schrapen. Wees hiermee voorzichtig in verband met kerven in de lasdraad.

I Heetgaslassen van PP"'platen

6.3.4 Het opspannen van de platen

Als het enigszins kan moet je de delen die je gaat lassen, opspannen op hard hout of trespa of hard hout bedekt met formica. Deze materialen hebben een goede warmte-isolatie. Bovendien zulJen trespa en formica niet snel branden.

De te lassen plaat wordt steeds gekeerd. Bij een X-las wordt dan aan de ene en daama aan de andere kant een Jas gelegd.

Na de lasnaadvoorbereiding moet je binnen een uur gaan lassen. Anders moet je opnieuw schrapen.

6.3.5 Lasnaadvoorbereiding van andere lasnaadvormen

In paraqraaf 6.3 heb je de lasnaadvoorbereiding geleerd van de X-naad. Vobr andere lasnaadvormen is de voorbereiding (zagen, aanschuinen en 'scnrapen) niet anders. Aileen zal je met opspannen niet voor iedere VOrTn de vlakke plaat gebruiken.

In afbeelding 68 zie je de verm en de maatveering van de V-naad en van andere lasnaden.

Heetgaslassen van PP-platen

414.1

benaming

V-naad

vorm

K-naad

Y-naad of 1) V-naad met staande kant

X-naad

benaming

60'·70'

~

~~

.llq.S.l

60··70'

«:»

~

hoekver'binding met V-naad

vorm

0,5-1

halve V-naad

60'·70'

~

gezette hoekverbinding met V-naad

hoeknaad

Afbeefding 68. Vorm en maatvoering bij V-naden en andere lasnaden

1) veer V-naad met tegenlas

I Hee~gaslassen van PP-platen

75

HOOFDSTUK7 LASSEN

In/eiding "

Nadat je aile voorbereidingen hebt getroffen, kan je met het lassen zelf

beginnen"

In dit hoofdstuk leer je:

• hoe de sterkte van een las wordt beinvloed;

• hoe je het apparaat moet instellen;

• de naamgeving in de laszone;

• de naamgeving bij het lassen;

• hoe je een grondnaad moet lassen;

• hoe je moet aflassen;

• '"hoe je de lasnaad moet vullen;

• waar je op moet letten als je op het oog controleert;

• hoe een destructieve test (buigproef of trekproef) wordt uitgevoerd.

7.1 Steride van de las

De delen die je gaat lassen moeten na hetlassen een zo hecht mogelijke verbinding vormen. Daarvoor moet je aan de hand van de lasparameters:

• het lasapparaat goed instellen;

• de laskracht goed toepassen.

De sterkte van de las kun je achteraf controleren.

7.1.1 Wat een las sterk maakt

In hoofdstuk 4 staat dat kunststoffen stoffen zijn die uit zeer lange moleculen bestaan. Deze moleculen kunnen worden voorgesteld als "slierten spaghetti" die langs, over en door elkaar liggen.

In afbeelding 69 zie je een stukje PP (zeer sterk vergroot). Bij het lassen verwarm je het materiaal dat je gaat lassen en het toevoegmateriaal. Dan kunnen de slierten makkelijker Jangs elkaar gBjden. Als je er druk op zet gaan de sHerten dichter tegen elkaar aan liggen. Op die manier verstrengelen de slierten van de lasdraad zich met de sHerten van de platen die je gaat lassen.

Heetgaslassen van PP"'platen

Afbeelding 69. Stuk pp, sterk vergroot

Om een zo sterk mogelijke las te krijgen moet de verstrengeling zo goed rnoqelijk zijn. Daaromis het verwarmen van het lasmateriaal en het aanleggen van de lasdruk zo belangrijk.

De mate van verwarmen en de lasdruk bepalen de lassnelheid. Een goedelasser heeft er gevoel voor hoe de zaken samenhangen. Hoe effioienter hij verwarmt, des te hoger is de .Iassnelheid. Na het afkoelen zal het verstrengelde materiaal z.orgen vooreen verbinding tussen de plaatdelen.

7 .. 1.2 Wat een las zwak maakt

Een las kan zwak (slecht) zijn doordat ergeen goed contact is tussen lasdraad en de platen die je aan elkaarlast. Oat kan kornen:

• door olie, zand, water of oxydatie (zie de hoofdstukken 4 en 6). De te lassen delen en/of de lucht kunnen niet schoon .zijn;

• doordat de lasdraad niet goed in de lasnaad gelegd wordt. Oat kan tot gevolg hebben dat er bulten, kerven, holten en scheuren ontstaan (zie paragraaf 7.3.6) ... Kerven en scheurtjes kunnen er de oorzaak van zijn dat het materiaal scheurt of afbreekt;

410 .. 1

I He~tga$la$sen vsn PP-pfa.ten ..

77



doordat de lasnaad, de lasdraad of beide niet genoeg verwarmd zijn. Oat herken je doordat je geen dubbels lasril ziet;

te wsinig lasdruk .



7.1.3 Onderzoek van de las

Als je een las hebt gemaakt, moet je altijd onderzoeken of de las

voldoet.

Je kunt sen las onderzoeken door:

• bekijken (zie paragraaf 7.4);

• destructieve test. Het gelaste werkstuk wordt kapot gemaakt. Dit kan gebeuren in een buigproef en/of een trekproef. Deze proeven worden in paragraaf 7.5 besproken.

7.1.4 Lasparameters

Uit de paragrafen 7.1.1 en 7.1.2 blijkt dat het heel belangrijk is hoe er gelas! wordt. Er is dan ook veel onderz.oek naar gedaan. Wat in de tabel met lasparamaters staat is het resultaat van dat onderzoek. Houd je aan deze lasparameters ..

De werkgever moet ervoor zorgen dat de lasparameters bij het lasapparaat aanwezig zijn.

De lasparameters hangen af van:

• het materiaal dat gelast wordt;

• het mondstuk waarmee gelast wordt.

Voor PP dat gelast wordt met een snellasmondstuk, gelden de volgende lasparameters:

• de luchttemperatuur

• het luchtdebiet

• de laskracht

320-340°C 40-601/min

bij lasdraad '" 3 : 1,0 kgf

bij lasdraad 04: 1,5-2,0 kgf

7.1.5 Instellen van de lasapparatuur

Om een goede las te maken, moet je de lasapparatuur juist instellen. Oit doe je aan de hand van lasparameters.

In hoofdstuk 5 heb je geleerd hoe je de lasapparatuur instelt. Luchtdebiet en temperatuur worden voor het lassen gemeten.

We gebruiken olievrije lucht onder druk van 0.3-0.5 bar. in een hoeveelheid van 40-60 liter per minuut.

Heetgaslassen van PP-platen

Als je temperatuur enluchtdebiet hebt ingesteld, pas je de lassnelheid aan.

Let op de dubbele lasril!

7.2 Naamgeving in de laszone

In paragraaf 3.1 hebben we de definities voor lasnaad, lasnaadvorm, lasverbinding, enkele las en dubbele las behandeld.

Als voorbeeJd hebben we de X-las (de certificaatlas) genomen. In de laszone zijn nog meer delen te benoemen. De delen met hun namen zie je in de afbeeJdingen 70, 71 en 72.

Afbee/ding 70. Naamgev;ng aan ondereJe/en van de Jasnaad

1. werkstukde/en

2. aanlegvlak

3. openingshoek

Afbeelding 71. Afmetingen van de las

1. naadbreedte

2. vulhoogte

3. naadophoging

497

495

I Heetgaslassen van PP-platen

79

498

7

1

Afbeeldlng 72. Naamgeving in de laszone

1. werkstuk

2. grondnaad

3. fegen/as

4. lussen/agen

5. deklagen

6. ketven

7. lasrillen

7.3 Naamgeving bij het lassen en beschrijving van het lasproces In deze paragraaf leer je de naamgeving bij het lassen, hoe je de grondnaad moet lassen, hoe je moet aftassen en hoe je de lasnaad moet vullen, Daarbij gaan we in op details.

Iso

Heetgas.lassenvan PP-platen

7 .. 3.1 Heetgaslassen met.sneUasmondstuk

Het heetgaslassen met snellasmondstuk zie je schematisoh in afbeelding 73. Daarna voigt een korte beschrijving van het lasproces.

454.'·

-fo---2

6

5

-4

Afbeeldfng 73. Heetgas/assen met snellasmondstuk

1. werkstuk 4. lasnaad

2. fasapparaat 5. las

3. lasdraad 6. nete lucht

Korte besctuijvinq van bet tesptooes.

Met de hete lucht uit de voorverwarrningsopening verwarm je de lasnaad voor,

Met de hete lucht uit de andere opening verwarm Je de lasdraad.

8ij PP moet je de lasdraad gel.eiden door het snsllasmondstuk. De lasdruk breng je over via de neus.

7 .. 3.2 Het lassen van de grondnaad en het aflassen

Bij heetgaslassen moet je er op letten dat je hetgoed'e rnondstuk en de juiste lasparameters kiest. Bovendien moet je ervoorzorgen dat je het lasprocss goed uitvoert. Voer het lassen van de grendnaad' en het a1- lassen .zijner bepaalde regels.

I Heetgaslassen van pp .. platen

81

Het mondstuk

Het lassen van de grondnaad en het aflassen doe je meestal met een

snellasmondstuk. Vaak gebruik je een mondstuk voor lasdraad met een

middellijn van 3 rnrn,

De lasparameters en de voorbereiding voor het lassen met snellesmondstuk.

De apparatuur stel je in aan de hand van de lasparameters (paragraaf

7.1 ). De instellin 9 en de contro I e vi nd j e in parag raaf 5.5.

Over de lasnaadvoorbereiding en de werkomstandigheden lees je in

hoofdstuk 6.

Het /asproces voor het lassen met snellasmondstuk

Het lassen met het snellasmondstuk is schematisch weergegeven in afbeelding 74.

429.1

Afbeeld~ng 74. HeetgasJassen met snel/asmondstuk

1. fasapparaat 6. lasnaad

2. snellasmondstuk 7. lasrichting

3. hete lucht 8. lasri!

4. lasdraad 9. las (verbinding)

5. lasdruk (via neus) ,

Heetgaslassen van PP-pJaten J

De lasdraad en het te lassen oppervlak moeten gelijktijdig verhit worden. Zolang verhitten tatdat in het aanrakingspunt plastisch materiaal ontstaat. De lasnaad verwarm je voar met hete lucht uit de voorverwarmingsopening. De lasdraad verwarm je in het snellasmondstuk. Je last door met het ondereinde van het mandstuk de lasdraad in de lasnaad te drukken. De lasdraad is via de geleider toegevoegd.

In afbeelding 75 zie je de lasnaadvorm v66r het lassen van de grandnaad. In afbeelding 76 zie je dezelfde naad na het aanbrengen van de grondlas.

523

Afbeefdfng 75. Lasnaadvorm X-las

524

Afbeelding 76. Lasnaadvorm X-las met grond/as

Hierna wordt de plaat gekeerd, het aanlegvlak weggeschraapt en de tegenlas gelegd (zie afbeelding 77).

I Heetgaslassen van PP-platen

83

525.1

schrapen

2

3

Albee/ding 77. Het /eggen van de grand/as en de tegenlas.

Om en am aan beide kanten aflassen. Steeds zoveel mogelijk draden ten opzichte van elkaar ter vermijding van kromtrekken. Voor de deklaag 'zijn soms 4 draden nodig.

Voor iedere doorgang moet de lasnaad geschraapt worden!

Het begin van de las

Met de voorverwarmingsopening ga je de plaats waar het begin van de las moet komen voorverwarmen. De aangeschuinde lasdraad (30°) verwarm je voer in het snellasmondstuk. Breng snel het lasapparaat in de stand waarbij de punt van de lasdraad bij het begin van de lasnaad is. Hecht beide. BUig de lasdraad (samen met het mondstuk) am tot het rnondstuk op de lasnaad rust (zie afbeelding 78).

526

"-

x,

,

", ,

Afbeelding 78. Begin van de las

1. werkstuk

2. /asdraad

3. mondstuk

Heetgaslassen van PP"pJaten

De stand van de lasdraad is anders dan bij PVC. PP hecht minder goed dan PVC, Door op deze manier te lassen met PP is de kans op loslaten van de draad kleiner.

Beweging van het mondstuk

Doordat je het mondstuk naar je toe trekt, wordt de draad vanzelf aangetrokken.

PP moet [e in het mondstuk geleiden.

Lasdruk

De lasdraad druk je met net lasvoetjein de lasnaad.

De lasdruk moet 1,0 kgf .zijn als je een lasdraad gebruikt meteen middellijn van 3 mm. De lasdrukkan je meten door vooraf met het snellasmondstuk op de weegschaal te drukken.

Stand van de lasdraad

De stand van de lasdraad wordt bij hetlassen met snellasmondstuk bepaald door de constructie van het mondstuk.

De voorverwarmingsopening richt "jeevenwijdig aan de lasnaad zo dicht mogelijk bij het oppervlak.

Aanhechten van een vo/gende lasdraad

81el dat jeeen tweede lasdraad in het verlengde van de eerste moet aanbrengen. Je moet dan van tevoren de al gelegde lasdraad en de nieuwe lasdraad onder een hoek van 30° hebben aangeschuind. Vergeet ook het schoonmaken en schrapen niet, Als Ie de lasdraden in elkaars verlengde hebt aangebracht (zis afbeelding 85)kun je verder gaan met lassen.

Ais je in lagen last, kan je er. beter voor zorgen dat de aanhechtlngen ten opzichte van elkaar verspringen. Zo voorkom je zwakken plekken. Het aangeschuinde gedeelte van de Jasdraad mag niet omkru/Jen!

I Heetgaslassen van PP-platen

85

527

AfbeeJding 79. Aanhechten lasdraad 1. werkstuk 2.lasdraad

-

80eggolf en Jasrl1

De lasdraad wordt aileen in het snellasmondstuk verwarmd. Voor de lasdraad uit vormt zich een boeggolf en aan beide zijden van de ingelaste draad een dubbele ril.

Het vullen van de X-naad

Bij het vul1en van de X-naad moet je het in afbeelding 80 geschetste vulschema volgen. Hierbij moet de diepstgelegen groef, tussen de al gelegde lasdraden, het eerst worden gevuld.

Stand van de lasdraad bij het vuJJen van X-naad en vuJschema

De stand van de lasdraad tussen het materiaal en de lasapparatuur moet het liefst zo zijn dat deze gericht is op de hoek waarin hij geperst moet worden.

Heetgaslassen van pp .. platen

4

schrapen

2

8

Afbeelding 80. Stand van de Jasr;Jraad en vulschema

7

10

3

6

9

opbouw van de lasnaad

500.1

I Heetg~slassen van pp.,platen

87

lnvloeden van plaatdikte en lasdraaddikte

In afbeelding 81 is de invloed van plaat en draad weergegeven voar een V-naad en een dubbele V-naad.

Materiaaldikte Lasdraad
(mm) aantal x doorsnede (in rnrn)
V-naad 2 1x4
3 3x3
4 1x3+2x4
5 6x3
X-naad 4 2 (1 x 4)
of 6 2 (3 x 3)
dubbele V-naad 6 2 (3 x 3)
8 2 (1 x 3 + 2 x 4)
10 2 (6 x 3) Albee/ding 81. Vu/schema voor V-las en X-las in afhankelijkheid van piaatdikte en openings hoek van 60°.

Voer een plaatdikte van 10 mm en een lasdraad van 3 mm is de X-naad in afbeelding 80 goed gevuld.

Het vulpatroon voor diverse Jasnaden

Lasnaden die gevuld zijn volgens het vulschema van afbeelding 81 zie je in afbeelding 82. Andere lasnaden vind je in afbeelding 83.

188

Heetgaslassen van PP-platen "I

benaming

vorm

vulpatroon en lasvolgorde

V-naad

hoe kverbi nding met V-naad

a. zender tegenlas

b. met tegenlas

r

b.

1

7

gezette hoekverbinding met V-naad

U

5

dubbel V-naad of X-naad

12 10 a 6 4

425.1

Afbeelding 82. Vulschema's V-naad en X-naad

[Heetg~slassen van PP-platen

89

benaming

vorm

vulpatroon

a

~

I

Y-naad of V-naad met staande kant

b

425.'

. .

c • II ..

a2mm

Afbeelding 83. Vulschema's voor Y-naad, halve V-naad, K-naad en dubbe!e hoek-

naad '

n
,~~ "ma
halve V-naad .::>;.. e z mm
~t

1
M .3~
r&~ a .1 1 •
a z mrn
K-naad
~3~
e z mm
M
dubbele •
hoeknaad
a2mm 190

Heetgas/assen van 'PP-platen

7.4 Het op het oog controleren van de las

Je moet de las controleren door hem kritisch te bekijken. Je moet letten 0P:

LasrH

Lasdraad en werkstuk moeten in elkaar vloeien. Aan beide zijden van de ingelaste naad moet zich een dubbele lasril vormen. Bij PP mag het materiaal naast de lasril niet glimmen; het moet daf zijn.

Scheuren

Scheuren magen niet in de las maar ook niet in de laszone voorkomen (afbeelding 87 nummer 5).

Kerven

Kerven mogen niet voorkomen. Kerven zijn het begin van scheuren. Kerfwerking is niet toelaatbaar! (Zie afbeelding 87, nummers 6 en 7.)

Vulling

De lasnaad moet vol zijn. Van de lasvlakken mag je niets zien (zie afbeelding 84).

kerven

493.1

goed

fout

Afbeelding 84. Goed en slecht gevulde lasnaad

Het te weinig of teveel opvullen van de naad is niet goed. De vulling van de naad moet binnen de toleranties vallen. Teveel of te weinig vulling is beide fout (afbeelding 87, nummers 4 en 8).

lnsluitsels

Bij het maken van een las mogen geen oververhitte delen worden ingesloten. Je krijgt dan kerven en halten (zie afbeelding 85).

I Heetgaslassen van PP-platen-

91

Je moet dus zorgen dat je alles gelijkmatig verhit. Kerven en holten zijn zwakke plekken in de verbinding.

kerven

t t t t

kerven

Afbeelding 85. Holten en kerven in de las

492

Aileen de kerven zie je aan de buitenkant. De holten zie je niet.

kerfwerking

kerfwerking

Afbeelding 85. Kerfwerking bij overvolle naad

494

Doorlassen van de wortel

De wortel is het onderste stukje van de las.

Er zijn verschillende oorzaken voor het verkeerd doorlassen van de wortst. De V-las kan:

onvoldoende zijn doorgelast (niet toeJaatbaar); niet zijn doorgelast (niet toelaatbaar);

teveel zijn doorgelast (beperkt toelaatbaar).







Heetgaslassen van PP-platen

Bij de X-las is dat niet aan de orde.

In afbeelding 87 zie je voorbeelden van verkeerd afgewerkte wortels (nummers 1,2 en 3).

Verzet en hoekverdraaiing

De werkstukdelen kunnen horizontaal ten opzichte van elkaar verschoven zijn. Ze kunnen ook een hoek ten opzichte van elkaar maken. Binnen bepaalde grenzen is dat toegestaan (zie nummers 9 en 10 van afbeelding 87).

Gaten

In sommige lassen ontstaan gaten. De gaten kun je aileen maar zien als je de las doorzaagt.

Gaten kunnen in het materiaal ontstaan door het insluiten van verontreinigingen (door ga5- of dampontwikkeling of door vuil). (zie afbeelding 87 nummer 11 ) .. Binnen bepaalde grenzen is dat toegestaan.

Maar gaten kunnen oak in de lasnaad of langs de lasflanken ontstaan door fouten in de sarnenhanq van het materiaal (zie afbeelding 87 nummer 12). De las moet worden afgekeurd.

Opmerking

In figuur 87 is de visuele beoordeling voor de V-las gegeven. De nummers 4 tot en met 12 gelden voor de X-las.

[Heetgaslassen van PP-platen

Nr.

Kenmerk

8eschrijving

Dordee

Niel genoeg doorgelast

Kert door onvolledige lasnaadvulJing aan de wortel, bijvoorbeeld door.

- te Ideine openingshoek

bij de lasnaadvoorbereiding - te kleine ondemaadsbreedte {vooropening}

- te dikke lasdraad

voor de grondnaad

- te geonge lasdruk

afkeuren

2 Onvolledig gelast

bijvaorbeeld. door: - slechte lasnaadvoorbereiding

afkeuren

3 Teveel doorgelast

bijvoorbeeld door.

- Ie grate ondemaadsbreedte (vooropening)

- doorgedrukte grondnaad

als zs 5 0,155 (maximum 2rr goedkeuren

4 Lasnaad te vol

bijvoorbeeld door:

- een te grool aantal lassen of lagen

- een verkeerde lasnaadvoorbereiding

ais

D, 1s S.1s < 0.4 goedkeuren

5 Scheuren

Enkele of graepen scheuren metofzondervertakldngen langs of dwars door de lasdraad lopend.

Zij kunnen liggen:

- in de lasdraad

- in het plaatmateriaal

- in de door de warmte

beinvloede zone

afkeuren

6 Kerven in de verdikking van de las

Duidelijk zichtbare en voelbare kuilen langs respectievelijk tussen enkele lasdraden. Bijvoorbeeld door:

- fouten aan het snellasmondstuk

- slecht geleiden van de

lasdraad

afkeuren

Afbee/ding 87A. Visue/e beoordeling van de las

Heetgaslassen van PP-platen

Kenmerk

447

Beschrijving

Oordeel

Randkerven

Kerven in het basismateriaaJ langs de lasnaad, bijvoorbee!d door:

- insnijden met de zijkant

van het snellasmondstuk - schrapen

- onvoldoende lassen langs

de rand

alkeuren

Lasnaad niet vol

Lasnaad met

te weinig lassen opgevuld

afkeuren

Hoekafwijking tussen de werkstukdelen (vormfou1)

bijvoorbeeld:

- plaatdikten zijn niet aan elkaar gefijk

- gelijke plaatdikten zijn horizontaaJ ten opzichte van elkaar verschoven

als

e1 S 0,15

e2 S 0,155 (maximaal 2mm)

goedkeuren

als

e s± 1mm

goedkeuren

Gaten en insluitingen van vreemde staffen

Enige gaten of insluitingen, rege matig of onregelmatig verspreid bijvoorbeeld door:

- damp- of gasontwikkeling tijdens het lassen (water; oplosmiddel).

- vui! verwarmingselement

enkele kleine gaatjes toeges1a.an

ais

.1.s S O,05s

Fouten in samenhang materiaal

:Ieiner 01 gelijk • ± :: cngeveer

Horizontaal of vertikaal verlopende fouten in het materiaal in de lasnaad of aan de lasnaadflanken

bijvoorbeeld door:

- Ie lage lastemperatuur

- vuile lasnaad

afkeuren

Ming B7B. Vervolg visueJe beoordeling van de las

You might also like