Hoofdletters

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

c

c
c
c
We schrijven hoofdletters bij het begin van een zin, bij namen van personen,
bij landen, werelddelen, steden en gemeenten en bij feestdagen en
straatnamen.

1. Schrijf alle hoofdletters van het alfabet op de lijntjes.

________________________________________________________

________________________________________________________

________________________________________________________

________________________________________________________

2. Onderstreep in de tekst de woorden die met een hoofdletter geschreven worden.

jelle en kathleen wonen in geel. ze fietsen elke morgen

door de heistraat naar school. tijdens project leren ze over

afrika. dat vinden ze heel tof. de familie van jelle woont in

frankrijk. dat is een land in europa. daar vieren ze net zoals

bij ons kerstmis.

3. Trek een kring rond de woorden die met een hoofdletter geschreven worden.

fiets verpleegster paviljoenstraat computer

augustus dertig brazilië mei joris stoel


c
balen sinterklaas chips paasbloem kerstmis
J. Lees de tekst. Er staan hoofdletters waar h et moet. Dat is goed! Maar met de
naam en het adres liep het mis. Schrijf dat opnieuw.

O cc c
 c  c c  cc ________________________________
c
c c
c
c c
c ccc
  c  c c

cc ccc ________________________________
 c c c
ccc
c ________________________________

cc

c
  cc ________________________________
c

 c
c

5. Maak een naamkaartje met de gegevens van je beste vriend. Eventueel


kan je aan hem/haar informatie gaan vragen. Je mag het kaartje ook
versieren. Let op de hoofdletters!!!

________________________________

________________________________

________________________________

________________________________

6. Lees het gedicht. Vind je t leuk?

Er staan geen hoofdletters in het gedicht. E en dichter mag dat! Maar schrijf
het gedicht eens opnieuw« met hoofdletters waar het moet.

mama doet aan de lijn.


ze eet wiphammen uit de broodrooster
en kaas van een magere koe.

maar als er visite komt, eet ze koekjes


voor die ene keer, mag het wel.

maar als iemand jarig is, eet ze taartjes.


voor die ene keer, mag het wel.

maar als het zondag is, eet ze pralines.


voor die ene keer, mag het wel.

maar als ik eens om iets lekkers vraag. Uit: zuurtjes en zoetjes


voor die ene keer, mag het niet. Riet Wille
Uitg. Lannoo, Tielt

You might also like