‘Reken er maar niet op’

is realistisch rekenen realistisch?

Onderzoeksvoorstel
Mike Alberts (S1038288)
Stephan Janszen (S1010849)
Aanleiding

Tijdens de rekencolleges van de afgelopen jaren was het altijd een erg
interessant onderwerp. Realistisch rekenen. De voor- en tegenstanders vlogen
elkaar vaak via de media in de haren. Maar ook thuis was de discussie vaak hevig.
‘Jullie leren niet meer rekenen’. ‘Deze generatie kan niet meer rekenen’. Dit
waren kreten die ik vaak te horen kreeg van mijn vader.
Hierdoor hebben wij besloten om het realistisch rekenonderwijs te
onderzoeken. Hoe doen zij dit in Amerika? Niet alleen het vergelijken, maar ook
het vergaren van kennis is een doel van ons onderzoek. Hoe kunnen wij nou
straks het best realistisch rekenen aanbieden in onze klas?
Zelf heerst er tussen ons ook een meningsverschil. Zo is de een anti-
realistisch rekenen en de ander pro-realistisch rekenen. Een tegenstelling die
leidt tot veel discussie tussen ons.
Probleemstelling

Wij hopen onze eigen rekenvisie verder te ontwikkelen. Dit willen wij doen door
een vergelijkend onderzoek te doen tussen Amerika en Nederland met
betrekking tot de rekenvisie. Met deze visie hopen wij later de lijnen uit te gaan
zetten op onze toekomstige school en zelf actief te kunnen participeren in de
rekendiscussie.

Onderzoeksvraag

Welke verschillen en overeenkomsten bestaan er in de manier waarop

rekenonderwijs gegeven wordt in Nederland op de Nicolaas Beetschool in de
leeftijdscategorie 8 tot en met 12 in vergelijking met de in Amerika gelegen Trinity
College?

Deelvragen:
1. Wat is realistisch rekenen?
2. Hebben ze in Amerika ook realistisch rekenen?
3. Hoeveel tijd wordt er in Nederland op de Nicolaas Beetschool gemiddeld
besteed aan rekenen per week in de groepen 5, 6, 7 en 8?
4. Hoeveel tijd wordt er in Amerika op de Trinity college gemiddeld besteed
aan rekenen per week in de fourth, fifth, sixt en seventh grade?
5. Welke didactische werkvormen worden ingezet op de Nicolaas
Beetschool tijdens rekenen?
6. Welke didactische werkvormen worden ingezet op het Trinity College
tijdens rekenen?
7. Welke leerlijn wordt er in Nederland gevolgd ten opzichte van rekenen in
de leeftijdscategorie van 8 tot 12 op de Nicolaas Beetschool?
8. Welke leerlijn wordt er in Amerika gevolgd ten opzichte van rekenen in
de leeftijdscategorie van 8 tot 12 op de Trinity College?
9. Hoe scoren de leerlingen van het Trinity College van de sixt grade en de
leerlingen van de Nicolaas Beetschool uit groep 8 op onze rekentoets die
is afgeleid van de rekentoets van de CITO?
10. Met welk systeem wordt de voortgang van de leerlingen in kaart gebracht
op het Trinity College?

Hypothese:

Wij verwachten dat er grote verschillen zullen zijn. In Nederland alleen al zijn er
veel discussies gaande. Het lijkt erop alsof realistisch rekenonderwijs al een
beetje op zijn retour is. Wij zijn erg benieuwd of Amerika een gelijke trend laat
zien. Wij verwachten dat Amerika voorloopt op Nederland qua rekenonderwijs.
Ook al presteert Nederland op dit moment beter dan Amerika op de PISA
scorelijst. Wij verwachten dat er in het onderwijs in Amerika minder realistisch
wordt gerekend.
Begrippen & conceptuele kader

Realistisch rekenen Is een rekendidactiek die onder andere

gebaseerd is op de filosofische
stroming van het
sociaalconstructivisme en zich
kenmerkt door de nadruk op inzicht.
Dit betekent dat er veel tijd wordt
ingeruimd voor begripsvorming. Het
doel is dat leerlingen (concrete)
problemen en situaties kunnen
oplossen met behulp van eigen
strategieën en inzichten.
Kerndoelen De doelen die door het Ministerie van
OC&W zijn opgesteld voor het
onderwijs.
Visie Een bepaalde kijk of mening op een
probleem in dit geval de visie op het
rekenonderwijs
Redeneringen gedachtengang
Objectiviteit De informatie die we in onderzoek
verzamelen en de conclusies die we
eruit trekken aan de onderzochte
objecten kan worden toegeschreven;
ze zijn dan niet subjectief. Volgens
velen is objectiviteit in strikte zin
onmogelijk; de onderzoeker selecteert
wat hij waarneemt.
Subjectief Niet beïnvloed door de persoon die de
waarnemingen deed en de conclusies
trok.
Meetkunde Ruimtelijke oriëntatie en redeneren.
Begrijpen van de ruimte om ons heen.
Meten Getalsmatige beschrijving van de
wereld om ons heen. (oppervlakte,
omtrek, enz.) Ordenen en beschrijven
van de ruimte om ons heen.
Onderzoeksaanpak en onderzoeksinstrumenten
 
Ons plan van aanpak begint met een theoriestudie. Want voordat we gaan
beginnen moeten we weten wat realistisch rekenen is. Hiermee gaan we een
criteria voor opstellen hoe we kunnen meten of ze op het Trinity college ook
realistisch rekenen geven. Hiernaast gaan we een toets uit de CITO halen van
rekenen en deze gaan we vertalen zodat de leerlingen van de ‘sixt grade’ van de
Trinity college deze kunnen maken. Zo kunnen een vergelijking maken tussen de
leerlingen in Nederland en Amerika. Ook gaan we een aantal leerkrachten
interviewen van de hogeschool Leiden en van de TCU.
Vervolgens gaan we gegevens uit de praktijk halen. Van de Nicolaas
Beetschool moeten we weten welke leerlijn en welke didactisch werkvormen ze
hebben voor rekenen en hoeveel uur ze hier per week aanbesteden. Daarnaast
gaan we kijken welke resultaten de leerlingen hebben van rekenen van de CITO
toets in groep 8 van de  Nicolaas Beetschool. Deze resultaten zetten we allemaal
in grafieken.
Hierna gaan we vakken in Amerika volgen op de TCU. Deze zullen
aansluiten op het onderwerp rekenen en de didactiek hiervan. Daarna gaan we
kijken op het Trinity college of ze realistisch rekenen hebben volgens onze
criteria die we eerder hebben beschreven. Ook gaan we daar kijken welke
leerlijnen ze hebben en met welke didactische werkvormen ze gebruiken tijdens
rekenen en hoeveel uur ze per week besteden aan rekenen. Dan gaan we kijken
hoe de leerlingen van het Trinity college de vertaalde CITO toets maken en deze
gaan we vergelijken met de CITO van de Nicolaas Beetschool.
Daarna gaan we het verslag maken, dit gebeurt zowel in Amerika als in
Nederland.
 
Onderzoeksinstrumenten
 
Voor ons onderzoek hebben we een instrument nodig waarmee we kunnen
bepalen of ze in Amerika een realistisch rekenen hebben. Deze gaan we zelf
maken. Een ander onderzoeksinstrument is het interview met rekendocenten.
Hiernaast hebben we voor ons onderzoek ook een CITO toets en de vertaalde
versie hiervan. Dit wordt allemaal overkoepelt met een theorieonderzoek.
Bronnen

Greeg, B. (1997) Moddeling reality in mathematics classrooms: the case of word

problems. Great Britain: Elsevier Science Ltd.

Vedder, P. (2001) Realistisch rekenen en rekenzwakke, allochtone kinderen.

Universiteit Leiden.

Wubbels, T., Korthagen F., Broekman, H. (1997) Preparing teachers for realistic
mathematics education. The Netherlands: Kluwer Academic Publishers.

Yoshida, H., Corte, E. de, Verschaffel, L. (1997) Realistic considerations in solving

problematic word problems: Do Japanese and Belgian children have the same
difficulties? Great Britain: Elsevier Science Ltd.