Professional Documents
Culture Documents
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 7
7.1. De
schijnbeweging van de Zon op 50°NB
Door het jaar heen wijzigt de dagboog:
22 december: zon komt laat op + kleinste culminatiehoogte
Zon komt op in ZO en gaat onder in ZW
22 dec – 21 jun: culminatiehoogte vergroot elke dag
dagboog wordt langer
21 maa + 23 sept: zon komt op in het oosten en gaat onder
in het westen
21 juni: zon komt op in NO en gaat onder in NW
21 jun – 22 dec: culminatiehoogte verkleint
dagboog dagelijks korter
7.3. Gevolgen
7.3.1. Seizoenen
Voor elke positie van de Aarde t.o.v. de Zon…
Deel van de Aarde dat wordt verlicht
Verandert in de
loop van het jaar
Plaats waar de Zon loodrecht invalt
7.3.2. Seizoenen
januari juli
Melbourne zomer winter
België winter zomer
dichter bij de zon verder van de zon
-> geen verband tussen seizoenen en afstand tot Zon!!!
Culminatiehoogte
Hoek tussen de horizon en de Zon op haar hoogste punt
Berekenen:
Complement van de hoek tussen je eigen breedteligging èn
die waar de Zon loodrecht invalt
Vb. 21 maart op 50°N
Breedteligging = 50°N
21 maart:
21/03: Zon staat loodrecht op evenaar (= zenit), dus
hoek van 0°
Culminatiehoogte: 90 – (50-0)= 40°
P
g
Gem
intermed
P
Intertropen: g
- gebied tss twee keerkringen
- zon heeft er 2 maal/jaar loodrechte zonnestand (zenit) Gem
- KKring (zon 1x in zenit op 21 juni) intermed
SKKring (zon 1x in zenit op 22 december)
- lengte dag/nacht verandert nauwelijks
- zon altijd hoog aan hemel
- tss seizoenen: weinig temperatuursverschil
Polaire gordel:
- gebied tss poolcirkels en de polen
- zomer:- zon laag boven horizon
- heel lange dagen
- vanaf poolcirkels midzomernacht
- aan de polen blijft Zon gedurende 6 maand boven
horizon
- winter:- heel laag boven horizon of niet
- heel lange nachten
- slechts 2 seizoenen: zomer + winter
Intermediaire gordel:
- gebied tss keerkringen en de poolcirkels
- zon nooit in zenit
- elke dag zonsopgang en zonsondergang
- 4 seizoenen:
• winter: lage culminatiehoogte + korte dagen
• zomer: hoge culminatiehoogte + lange dagen
• lente + herfst: tssliggende culminatiehoogte Zon
+/- gelijke lengte dag en nacht
Besluit:
1.De aarde draait in een ellipsvormige baan rond de zon in 365
dagen en bijna 6 uur. De aardas maakt daarbij steeds een hoek van
ruim 23° met een loodrechte op het eclipticavlak.
2.Doordat de aardas schuin staat, variëren de zonnehoogte en de
lengte van dag en nacht in de loop van het jaar. Hierdoor varieert
de instraling van zonlicht en ontstaan seizoenen.
3.De poolcirkels en de keerkringen begrenzen de
klimaatgordels op aarde