HvA Onderwijs en Opvoeding

lerarenopleidingen vo/bve

lesplanformulier A 1

naam student : Joost Naberman naam school : Regius College

opleiding : NDT werkbegeleider :
HvA-begeleider: klas : VMBO-T 2
werkplekleren jaar 1 2 3 4 (omcirkelen) datum van de les:

lesonderwerp

beginsituatie van de leerlingen:

De kinderen weten wat een woordweb is. Hebben nog niet veel ervaring met schrijven.
In een vorige les zijn ‘tussenkopjes’ behandeld.

algemene doelstellingen van deze les

De begrippen onderwerp, deelonderwerp,
inleiding en slot beheersen.
vaardigheden:
Het kunnen schrijven van een verhaal met
daarin verwerkt een inleiding, een slot en
een aantal deelonderwerpen. Dit alles met
een overkoepelend onderwerp.

concrete lesdoelen

doel 1: Het kunnen onderscheiden van onderwerp, deelonderwerp, inleiding en slot.

doel 2: Het inzien dat een alinea een deelonderwerp kan zijn.

doel 3: Het beter kunnen schrijven / opstellen van een tekst.

doel 4:

eigen leerdoelen van de student:

doel 1:

doel 2:

1
Dit lesplanformulier A is een eenvoudig formulier, bedoeld voor beginnende studenten. Een meer
uitgebreid formulier (lesplanformulier B) wordt later in de opleiding geïntroduceerd.

1
 HvA Onderwijs en Opvoeding
lerarenopleidingen vo/bve

geplande lesdoel lesinhoud (lesstof) didactische werkvormen hulpmiddelen

tijd nr.
leeractiviteit: onderwijsactiviteit:
wat doet de leerling? wat doe ik?
De onderstaande stappen stuk
voor stuk uitleggen en met ze
doorlopen. Niet alles in één
keer uitleggen en dan aan de
gang laten gaan.

Kinderen een A4 geven. Neemt deze in ontvangst. Uitdelen.

5 min. - Maak een woordweb bij het Voorbeeld van een

onderwerp "Vakantie".
- Schrijf hier minimaal 8 dingen
bij.
Na de uitleg op de voorkant
van het blad een woordweb
maken.
woordweb op het bord laten
zien. Niet teveel
voorbeelden geven anders
nemen ze deze allemaal
over.

1 min. - Geef dit blad aan je Geeft en neemt het blad. Zeggen dat ze dat moeten
buurman/vrouw. doen.

5 min. - Onderstreep 3 onderdelen van Bekijkt het woordweb van zijn De ll uitleggen dat ze nu 3
het woordweb van je buur en zoekt drie onderwerpen moeten
buurman/vrouw. onderwerpen uit. uitkiezen van het woordweb
van hun buurman/vrouw.
Dit zijn nu de deelonderwerpen. Dan direct vertellen dat ze
over die drie onderwerpen

2

- Verzin bij ieder deelonderwerp
een vraag.
- Geef het blad terug met
1 min daarop de deelonderwerpen en
de vragen.
60 min. - Schrijf een tekst met een
inleiding, 3 deelonderwerpen en
een slot.
- Geef in een alinea antwoord
op de vraag die je
buurman/vrouw heeft gesteld.
Minimaal 30 woorden.
- Iedere alinea is dus een
deelonderwerp. Schrijven hun verhaal.
- Schrijf goede zinnen. Denk
om de hoofdletters en de
leestekens.
Denk aan:
Inleiding: Hierbij maak je kennis
met het onderwerp
Alinea: Een alinea bestaat uit
enkele zinnen die bij elkaar
horen, omdat ze over dezelfde
inhoud gaan. Een nieuwe
alinea begint op een nieuwe
regel.
een vraag moeten verzinnen
Verzint vragen over de waar ze graag iets meer
onderwerpen. over zouden willen weten.
Als je bijvoorbeeld ‘Parijs’
kiest kun je daar de vraag
bij verzinnen: “wat heb je
daar gezien?”
Geeft en neemt het blad.
Voordat ze beginnen met
schrijven nog even de
punten van inleiding,
deelonderwerpen, alinea,
kernzin, tussenkopjes en
slot doornemen.
Deze punten op het bord
schrijven / projecteren.
Ze goed duidelijk kaen dat
het verhaal aan deze criteria
moet voldoen om een
voldoende te halen.
Het wordt dus een verhaal
van (5 x 30) minimaal 150
woorden bestaande uit een
inleiding, drie
deelonderwerpen en een
slot.
3
Een alinea heeft meestal een
kernzin die aan het begin of het
einde staat. De rest van de
alinea is toelichting of uitleg bij
de kernzin.

- Schrijf je tekst over op de

computer. (Verdana, 12 pts)
- Lever de tekst uitgeprint in.
Kinderen die eerder klaar zijn
mogen een tekening maken bij
hun verhaal.
Tekst overschrijven Laptops uitdelen.
Vergeet niet te melden dat
ze hun naam op de bladen
zetten.
Zowel klad als uitgetypte
versie innemen. Zo kun je
controleren of ze wel op de
juiste vragen antwoord
hebben gegeven.

4
5