Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Inleiding tot de kunstgeschiedenis en archeologie

door Prof A. Balis

Les I: De primitieve mensheid en het nabije oosten


Inleiding tot archeologie en kunstgeschiedenis
Kunstgeschiedenis is een visueel thema en daarom is beeldmateriaal noodzakelijk. Dit

beeldmateriaal is te vinden op PointCarr, in het zelfstudiecentrum en ook in de aangeraden koopboeken Het vak Kunstgeschiedenis en archeologie staat op vier studiepunten. Dat wil zeggen dat je alleen de gegeven leerstof moet kennen en een schriftelijk examen aflegt. In het vak Kunstgeschiedenis en archeologie, behandelen we de zaken op een nuchtere, historisch gerichte wijzen. We zijn niet al te enthousiast over de dingen.

De primitieve mensheid
De primitieve mensheid ontstond circa honderd miljoen jaar geleden. Mensen stammen af van aapachtige, en zijn ontstaan in Afrika. Dit betekende het officile ontstaan van de mensachtige (homo) uit de apen. de mens maakt voorwerpen om zich het leven te vergemakkelijken (jacht;) 1.5 miljoen jaar geleden ontstaat de Homo Erectus, die rechtop loopt. Deze is dan ook uitgezwerffd naar andere continenten over de wereld. Daarna ontstaat de Neanderthaler, die reeds bezig is met de decoratie van gebruiksvoorwerpen. Honderd vijftig duizend jaar geleden ontstaat de Homo Sapiens. Dit is ongeveer dezelfde soort van mensen dan wij, alleen is dit een hele vroege , primitieve mens. Was vooral bezig met de jacht, en het verzamelen van vruchten De mens gebruikte symbolische taal en misschien zelfs spreektaal De symbolenwereld en de geesteswereld was zeer belangrijk voor hen, dat merken we onder andere aan de gebruikte begrafenisrituelen. Er waren ook al vroege kenmerken van kunstuiting, zoals lichaamsversiering. De Homo Sapiens had ook al verscheidene werktuigen; Het waren voornamelijk stenen werktuigen waarmee ze konden hakken en eventueel ook schrapen. Deze werktuigen worden steeds verfijnder doordat de stenen worden afgeslagen. Hun werktuigen worden gespecialiseerder en ook gedifferentieerder. Daarenboven komt er nog meer kunst bij te pas doordat ze hun materiaal gaan versieren met symbolische kunst. de vage term kunst ontstaat De archeologie heeft de traditie om te spreken van Steentijden. Wellicht waren het niet de enige werktuigen die ze hadden, maar steen blijft nu eenmaal het langst bewaard, terwijl andere materialen al lang zijn verdwenen. Het Paleolithicum was de eerste steentijd Tijdens het jong Paleolithicum (+- 40 000 jaar geleden) vind er een explosie van kunst en cultuur plaats doordat de mens begint te reizen en te koloniseren. Er ontstaan (vruchtbaarheids)beelden. Toch kan de archeologie niet zeker weten waarvoor deze beeldjes hebben gediend en wat ze voorstellen. Men weet bijvoorbeeld ook niet of deze beeldjes door mannen of vrouwen werden gemaakt. Een voorbeeld van zon beeldje is de Venus van Millersdorf. Maar er waren ook gewone beelden, zoals beelden van mannen met een leeuwenkop. Men weet echter ook niet duidelijk wat deze beelden betekenen. Zou dit een manier van communicatie met de godenwereld zijn geweest? We kunnen er weinig over zeggen! Er werden ook kunstwerken gemaakt in relif En, dan waren er nog de alombekende rotsschilderingen. Deze rotsschilderingen komen uit het Jong-Paleolithicum (ca 30 000 tot 10 000 jaar geleden) Er waren gewone, abstracte muurschilderingen zoals Macaronis: dezen ontstaan doordat er iemand met de hand een tekening maakt in een sliblaag op een stenen wand.

Deze abstracte patronen op de rotswand hadden wellicht een symbolische of praktische betekenis. Waren het landkaarten? Waren het afkortingen van woorden of was het gewoon een manier van tekenen? Er werden ook afrukken van menselijke handen teruggevonden. Dit kan zowel een positief als een negatief teken zijn. Men weet ook niet of dit al dan niet verband houdt met magische praktijken en wat de betekenis hiervan was. Men vermoed dat men door de hand op de wand te leggen, trachtte in contact te komen met de geesteswereld die zich achter de wand bevond Maar de meest bekende muurschilderingen zijn die waarop het dierenrijk wordt afgebeeld. Men vermoed dat deze tekeningen werden ontworpen door een speciale kunstenaarstgilde (dit betekent ook dat kunstenaar in die tijd reeds als een beroep werd aanschouwd. Op deze afbeeldingen vind je een grote verscheidenheid aan diersoorten terug, maar nooit mensen. De vraag is nu nog hoe de keuze gebeurde en of het misschien een soort totem was, of een tekening van een jacht-magir. Aangezien de schilderingen zich heel diep in de grotten bevinden, hadden d deze schilderingen dus waarschijnlijk wel een magisch-religieuze functie. Bekende voorbeelden van deze muurschilderingen vind je in Lascaux en Altamina. Deze schilderingen dateren van ca 30 000 j g Er waren ook Sjamanen: deze religieuze figuren stonden in foor intutie en trance. Zij waren belangrijk voor de kunstontwikkeling van die periode: ze maakten gebruik van de superpositie van verschillende patronen. De kunst werd in hun tijd ook reeds gebruikt, wat duidelijk was door de kwetsuren in de wand. Soms werden er later ook menselijke wezens afgebeeld Toch blijven de vroege kunstvormen een groot raadsel voor de archeologen. De periode die volgde op het Paleolithicum is minder interessant voor de Kunst, deze periode is het Mesolithicum. Daarna volgt het Neolithicum. In het Neolithicum zet de mens een reuzenstap vooruit wat betreft het beheersen van de natuur. REVOLUTIE: Men domesticeert gewassen en dieren, vestigt zich in nederzettingen en sticht dorpen. Zo krijgt men een georganiseerde maatschappij, waar er een hirarchisch systeem wordt toegepast en er ontstaat een soort van klassenmaatschappij. gevolgen: irrigatie van de velden grote tempels en later zelfs paleizen De data waarop het Neolithicum is begonnen, hangen af van plaats tot plaats. 1. Het Nabije Oosten: 8000 jaar geleden 2. Egypte: 8000 jaar geleden 3. Europa: 5400 jaar geleden Er komt meer interesse voor architectuur, dorpen krijgen een vaste structuur. Er ontstaan ook beroepen zoals priesters, pottenbakkers, leraars, De rotsschilderingen verdwijnen maar er komen nieuwe materialen voor, zoals keramiek en patronen. Dit zorgt ervoor dat er veel gebakken beeldjes uit keramiek voorkomen vanaf 4000 jaar geleden. Later nog ontstaat de Megalithische kunst. Dit houdt in dat men werkt met grote stenen. Men zet ze recht en maakt er patronen mee. Een voorbeeld hiervan zijn de stenen in Carnac. De stenen hebben een bepaalde orintatie en hebben te maken met de zonne- en uurstand. Ook Stonehedge is een mooi voorbeeld van de Megalithische kunst, maar is ook een raadsel voor ons. De Stonehedge is gebouwd rond 2100 jaar geleden. Dit geeft weer dat de mens investeert in kunst, en iets WIL doen voor de kunst.

Het Nabije Oosten


Het Nabije Oosten is het gebied dat nu bekend staat als een verzameling van Turkije, Syri, Irak en Iran. Het gebied werd ook wel eens Mesopotami genoemd en werd doorstroomd door de alom bekende Tigris en Eufraat. Door de rivierstroom kan landbouw enkel in de laaggebergten en daar rond gelegen gebieden worden gekoloniseerd. vier- tot drieduizend jaar geleden ontstaan de dorpen en stadstaten De maatschappij is een gelaagde hyerarchische maatschappij. De koning staat er in rechtstreeks contact met de goden. Daarom werden er tempels gebouwd op een bergstructuur. Elke stadstaat heeft zijn eigen tempelgoden. De tempel werd gebouw

van door de zon gedroogde tegels en had ook een economische funct. De beeldhouwkunst in Steen kende een enorme opgang. Er ontstond een nieuw rijk: Acazi, met als hoofdstat Bagdad. Deze staat had een eigen taal, maar de rest van de cultuur werd volledig overgenomen. Bovendien hield het rijk maar honderdvijftig jaar stand. vb: Sculptuur Koning, omringd door volgelingen, koning treedt in contact met de goden terwijl zijn vijanden voorhem te knielen en te sterven liggen. Hierop volgt de tweede Summerische periode, met Koning Lagash . Deze koning bouwde overal tempels en zette in elke tempel een beeld van zichzelf. Dit moest rust uitstralen. Deze details heeft men kunnen ontcijferen uit de tekst in spijkerschrift, die in elk beeld was ingegroefd. Het spijkerschrift ontstond ca 3000 j g.

Les II: Bronstijd tot Mycene


Na de Steentijden kwam er de bronstijd. Deze vond het eerst plaats in het Nabije Oosten en in het Middellandse Zeegebied rond 3500 v.C. in deze periode maakte men materialen door het samensmelten van verschillende koperen materialen

Daarna kwam de ijzertijd, deze verspreidde zich van Azi (1500 v.C.) naar Europa (750 v.C.)

Babylonische Periode + Perzisch rijk


Eerste Babylonische periode De eerste grote bloeiperiode gebeurde onder de heerschappij van Hammurabi. (1792-1750 v.C.) er werden veel Stles geproduceerd, zoals de Stle van Hammurabi, dit waren wetboeken neergeschreven op kunstwerken. De volledige wet stond daar opgeschreven. Deze beschaving was geen hoogtepunt betreffende stijl en kwaliteit. In het noorden ontstaat er een nieuw schrift bij de Assyrirs. Dit was een zeer goed georganiseerd volk, ze hadden een leger en vele bijlangrijke Koningen (bloeiperiode tussen 1000 en 600 v.C.) In 612 v.C. valt het Asyrische rijk ten prooi aan Babylon De Neo-Babylonische periode (612-529 v.C.) In deze periode wordt de Toren van Babylon gebouwd, maar ook de hangende tuinen en de poort van Ishtar (gemaakt uit geglazuurde tegels). Deze laatste poort werd later weggesleept door de Europeanen en staat nu in Berlijn. Maar na een tijd worden de buurlanden sterker en vallen ze het gebied binnen. De Perzirs veroveren Babylon. Het Perzische Rijk (550-330 v.C.)

You might also like