Dieter Simons 5bi nr 7

Taak Godsdienst: Wapens

Situatie 1: Verleiding
Wanneer een persoon iets van een ander gedaan probeert te
krijgen, kan hij of zij daarvoor verleiding gebruiken. Bijvoorbeeld
als een vrouw in iets geen zin heeft om het te doen,
bijvoorbeeld strijken, dan kan ze door middel van verleiding
haar man toch proberen te overtuigen van de strijk te doen. Als
de man zich dan aangetrokken voelt tot de vrouw, zal hij meer
geneigd zijn om te doen wat er van hem verlangd wordt.
Bijgevolg zal hij de strijk op zich nemen om heer tevreden te
stellen

Situatie 2: Schuldgevoel
Een zoon vraagt aan zijn moeder of hij weg mag. Zijn moeder
weigert voor de zoveelste keer en hij vind dat niet leuk. Als
tegenaanval begint hij: Ik mag nooit iets, iedereen lacht me uit!
De moeder zal zich hierbij waarschijnlijk niet al te goed voelen
waardoor ze nog eens gaat nadenken. Na een nachtje te slapen
besluit ze hem dan toch maar te laten gaan en zo heeft de zoon
gewonnen met zijn moeder een schuldgevoel proberen aan te
praten.

Situatie 3: Vleierij
Twee vriendinnen zitten aan de tafel en bespreken een groot
feest, voor dat feest moeten er wel een pak taken verdeeld
worden om te regelen wie wat gaat doen. Alle taken zijn
verdeeld buiten 1 taak, de uitnodigingen ontwerpen en
versturen De ene vriendin probeert de op haar goede artistieke
capaciteiten te wijzen waardoor ze zich al beter voelt. Ze zal
zich zo gesteund en die opdracht er dan ook maar snel zal
bijnemen.

Situatie 4: Hulpeloosheid
Een vrouw probeert een nagel in de muur te slagen voor haar
nieuwe schilderij aan de muur te hangen, maar wanneer ze
merkt dat haar man thuiskomt, probeert ze hem dat te laten
doen. Ze zegt tegen hem dat zij dat helemaal niet kan en op
hem rekent voor dat te doen, wie zou het anders doen? De man
slaagt dan maar snel de nagel in de muur, want hij zou zijn
vrouw niet graag op haar handen zien slagen met een hamer.
Dieter Simons 5bi nr 7

Situatie 5: Chantage
Broer en zus zijn alleen thuis, broer moest van zijn ouders om
3u00 thuis zijn van een feestje. Hij is pas thuis om 3u30 en zijn
zus heeft dit gehoord. Een dag later komen zij ouders thuis en
normaal gezien zou zijn zus zoiets wel gaan zeggen, maar ze
heeft hulp nodig. De broer besluit haar dan te helpen op
voorwaarde dat ze haar mond houdt. Zo gezegd zo gedaan. Nu
hebben ze allebei profijt.