Eenmanszaak 2 Hoofdstuk 1: De functionele kostenindeling  Categoriale kostenindeling: diensten derden, duurzame productiemiddelen, kostprijsverhogende belastingen, grond, arbeid, vermogen,

inkoopwaarde omzet  Functionele kostenindeling: inkoop, verkoop, financiering, algemene zaken, inkoopwaarde omzet  Overheadkosten: verkoop + algemeen + interestkosten  Bedrijfskosten: overheadkosten + inkoopkosten  Buitengewone opbrengsten: hebben niets te maken met de eigenlijke activiteit van de onderneming (belegging) Voorcalculatie  Begrote omzet begrote inkoopwaarde omzet = verwachte brutowinst  Overheadkosten + inkoopkosten = begrote bedrijfskosten  Brutowinst - begrote bedrijfskosten + begrote overige opbrengst = begrote nettowinst  Inkoopprijs + opslag brutowinst = verkoopprijs excl. btw  Verkoopprijs excl. btw + btw = verkoopprijs incl. Btw Nacalculatie  Gerealiseerde omzet inkoopwaarde omzet = gerealiseerde brutowinst  Overheadkosten + inkoopkosten = werkelijke bedrijfskosten  Brutowinst werkelijke bedrijfskosten + werkelijke overige opbrengst = gerealiseerde nettowinst Extern verslag Netto omzet inkoopwaarde omzet incl. inkoopkosten = bruto omzetresultaat Bruto omzetresultaat overheadkosten = netto omzetresultaat Interestopbrengsten interestkosten = financieringsresultaat Netto omzetresultaat financieringsresultaat = nettowinst uit gewone bedrijfsvoering (voor belasting) Nettowinst uit gewone bedrijfsvoering belasting over winst = nettowinst uit gewone bedrijfsvoering (na belasting)

    

 Netto omzet = omzet kortingen Hoofdstuk 2: De voorraadwaardering  Voorraden zijn tijdstip/voorraadgrootheden omvang wordt bepaald op een bepaald tijdstip.  Voorraadkosten: opslagkosten (magazijn of bewaar) + bestelkosten  Risico s voorraadhouding: 1. Kwantiteit: vermindering hoeveelheid door bv. Brand 2. Kwaliteit: bederving 3. Commerciele risico: product raakt uit de mode

4. Prijsrisico: inkoopprijs van voorraad kan dalen  Technische voorraad: dat wat werkelijk in het bedrijf aanwezig is (staat op de balans)  Economische voorraad: dat waar de ondernemer een prijsrisico over loopt: technische voorraad + voorinkomen voorverkopen  Historische inkoopprijs: prijs in het verleden betaald voor goederen = factuurprijs ingekochte goederen exclusief btw  Fifo-methode: first in, first out  Lifo-methode: last in, first out kosten beiden veel tijd bij bepaling prijzen en voorraad  VVP: vaste verrekenprijs. Geschatte gemiddelde inkoopprijs voor komende jaar.  Prijsverschil: verschil tussen werkelijke inkoopprijs en de vvp  VVP bestaat uit schatting gemiddelde inkoopprijs en schatting gemiddelde inkoopkosten Hoofdstuk 3: Quitte spelen  Break-evenomzet: omzet waarbij onderneming geen winst of verlies maakt  Constante kosten: veranderen niet met de productieomvang mee  Variabele kosten: veranderen met de productieomvang mee (proportioneel, degressief en progressief)  Productiecapaciteit: maximale productiemogelijkheid  Break-evenomzet inkoopwaarde omzet bedrijfskosten = 0 Brutowinst bedrijfskosten = 0 Verwachte nettowinst = 0  ekkingsbijdrage: wat blijft er over van de omzet voor de constante kosten als de variabele kosten gedekt zijn  Breakevenafzet (X) = C / (p-vk) Hoofdstuk 4: De nettowinstopslagmethode  Resultatenbegroting: schatting kosten en opbrengsten voor een periode berekening van kostprijs  Nettowinst opslag methode: Geschatte inkoopprijs + opslag inkoopkosten --------------------------------Vaste Verrekenprijs (vvp) + opslag overheadkosten --------------------------------kostprijs + nettowinstopslag --------------------------------verkoopprijs excl. btw btw -------------------------------verkoopprijs incl. btw

 Voorcalculatorische nettowinst: Verwachte omzet excl. btw - verwachte omzet tegen kostprijs -------------------------------------------verkoopresultaat + overige opbrengsten - begrotingsafwijkingen -------------------------------------------Voorcalculatorische nettowinst  Verkoopresultaat: begrote afzet (verkoopprijs kostprijs)  Nacalculatie kan op 2 manieren van de voorcalculatie afwijken: 1. Verkoopkant: afzet of prijs is lager dan verwacht 2. Kostenkant: werkelijke kosten zijn hoger dan toegestane kosten  oor functionele kostenindelig kun je kijken welke afdeling in een bedrijf te veel kosten heeft gemaakt