Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 215

Studiegids Instituut voor Communicatie & Media 2010-2011

OPLEIDING COMMUNICATIE

Tekst: Sabrina Loves Marja Spakman Omslagontwerp: Paul Kimkes Eindredactie: Marja Spakman

Groningen, zomer 2010

De studiegids wordt uitgereikt aan eerstejaars studenten. Ouderejaars studenten kunnen de studiegids afhalen bij het Onderwijsbureau. Er is een digitale versie van de studiegids beschikbaar op Blackboard. Aan deze studiegids kunnen geen rechten worden ontleend. Met dank aan alle docenten en medewerkers ICM

Voorwoord

Beste studenten, medewerkers en overige belangstellenden, We zijn er trots op jullie de Studiegids 2009-2010 te kunnen presenteren van het Instituut voor Communicatie en Media. De studiegids vormt een belangrijke bron van informatie over onderwijsprogrammas, studiebegeleiding, examenregelingen en organisatiestructuur van elke opleiding en het gehele instituut. Het is een gids, spoorboek en wetboek in n en daarom zo belangrijk om voortdurend bij de hand te hebben. Je kunt de studiegids raadplegen als gids om een beeld te krijgen van de competenties, die nodig zijn voor het beroep en alle onderwijsprogrammas verplicht en keuze - , die er aan bijdragen om deze competenties te verwerven. Zo kun je vorm geven aan je eigen studieloopbaan, individueel en samen met andere studenten, onder begeleiding van deskundige en inspirerende docenten. In die zin vormt het onderwijs vaak een CO-Productie, niet voor niks de naam van het strategisch beleidsplan van ons instituut. De studiegids vormt een spoorboek als je precies wilt weten wat wanneer is gepland om zo optimaal je eigen studie te kunnen plannen en tot slot fungeert de studiegids ook als een soort van wetboek waarin is vastgelegd welke regels en afspraken gelden voor het komende studiejaar. Onmisbare informatie dus, die voor alle betrokkenen op elk moment te raadplegen moet zijn. Daarom hebben we er voor gekozen om naast de digitale versie op Blackboard een mooi vormgegeven gids te ontwikkelen, die als blikvanger kan fungeren op je bureau! We zijn trots op het resultaat en danken allen, die hieraan hebben bijgedragen. We bedanken vooral Marja Spakman en alle teamleiders, die hebben zorggedragen voor productie en vormgeving van het binnenwerk. Op een inspirerend en productief studiejaar! Drs. Maja Gadourek Dean Instituut voor Communicatie & Media

Inhoudsopgave

1 1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2

INSTITUUT VOOR COMMUNICATIE EN MEDIA ................ 8 HET INSTITUUT EN DE MISSIE ....................................................... 8 ONDERWIJSVISIE ......................................................................... 9 HET DIPLOMA: BACHELOR OF COMMUNICATION....................... 12 DE STUDIE ................................................................................... 14 DE OPBOUW VAN DE STUDIE ...................................................... 14 DE KONINKLIJKE ROUTE ............................................................ 15
Afwijken van de koninklijke route in jaar 3 en 4 ..................... 16 Alternatieve afstudeermogelijkheden ................................. 17 Honoursprogramma IC.................................................... 17 DE MAJORS ............................................................................... 17 Communicatie ............................................................. 17 International Communication ........................................... 19 Communicatiesystemen .................................................. 20 IDM / Media & Informatiemanagement ................................ 23

2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4

2.3

3 3.1

DE KEUZEMOGELIJKHEDEN ................................................ 25
Minor ....................................................................... 26 Extra specialisatie ........................................................ 27 Internationalisering ...................................................... 27 Schakelprogramma RUG ................................................. 28 Andere mogelijkheden ................................................... 28 Vrijstelling voor de vrije ruimte ........................................ 30 3.2 DE PRAKTIJKSTAGE ................................................................... 30 3.3 DE SPECIALISATIE ..................................................................... 31 3.3.1 CO-specialisaties .......................................................... 31
3.3.1.1 3.3.1.2 3.3.1.3 3.3.1.4 3.3.1.5 Politieke en Overheidscommunicatie ............................................ 31 Communicatie en Bedrijf .......................................................... 32 Mediastiek ............................................................................ 33 Strategische Communicatie ....................................................... 33 IC-specialisaties ..................................................................... 34

3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6

DE VRIJE RUIMTE ....................................................................... 25

3.3.2
3.3.2.1 3.3.2.2 3.3.2.3

CS-specialisaties .......................................................... 35
Multimedia Design & Brandmanagement ........................................ 35 Game Design & Development ..................................................... 35 Web & Mobile services .............................................................. 36

3.3.3
3.3.3.1 3.3.3.2

IDM specialisaties ......................................................... 37


Information services ................................................................ 37 Business Information ................................................................ 38

3.3.4
3.3.4.1 3.3.4.2 3.3.4.3

IC-specialisaties ........................................................... 39
International Business Communication .......................................... 40 European Public Affairs ............................................................ 41 Selective specialization honours .................................................. 42

3.4 3.5

DE AFSTUDEEROPDRACHT ......................................................... 43 INTERNATIONAAL TRAJECT VAN EEN JAAR ................................ 44

4 4.1 4.2 4.3 4.4 5 5.1 5.2 6 6.1

PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING ..... 46 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 1 ........... 47 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 2 ........... 48 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 3 ........... 48 PERSOONLIJKE PROFESSIONELE ONTWIKKELING JAAR 4 ........... 48 DE PLANNING ............................................................................. 49 VAKANTIES EN FEESTDAGEN 2010-2011 VOOR DE STUDENT: .... 49 JAARPLANNING VOOR DE STUDENT: .......................................... 50 TOELATING EN INSTAPVOORWAARDEN ......................... 51
Toelatingsonderzoek ..................................................... 52 Vrijstellingsregelingen ................................................... 53 6.2 DOORSTROOM NAAR JAAR 2 (HOOFDFASE) ................................ 55 6.2.1 Vijf categorien: .......................................................... 55 6.2.2 Regeling Bindend Studieadvies in de Propedeuse .................... 56 6.3 INSTAPVOORWAARDEN JAAR 3 .................................................. 60 6.4 INSTAPVOORWAARDEN JAAR 4 .................................................. 61 6.5 INSTAPVOORWAARDEN HONOURSPROGRAMMA IC JAAR 1 ........ 63 6.6 OVERSTAPPEN NAAR ANDERE MAJOR ........................................ 64 6.7 TOELATING TOT LESSEN & KEUZEVAKKEN ................................ 65 6.8 DOORSTUDEREN ........................................................................ 66 6.1.1 6.1.2

TOELATING TOT JAAR 1 ............................................................. 51

7 7.1 7.2 7.3 7.4 8 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5

EXAMENS EN TENTAMENS .................................................... 68 STAPPENPLAN SUCCESVOL TENTAMENS DOEN........................... 68 ONDERWIJS & EXAMEN REGLEMENT (OER) ............................. 69 BEZWAARSCHRIFTEN & VERZOEKEN ......................................... 76 HET AFSLUITENDE EXAMEN....................................................... 76 WEGWIJS BINNEN HET INSTITUUT .................................... 78 BELANGRIJKE ADRESSEN ........................................................... 78 MANAGEMENTTEAM ................................................................. 78 HELO ....................................................................................... 79 EERSTE AANSPREEKPUNTEN ...................................................... 79
Onderwijsbureau.......................................................... 80

8.4.1 8.5.1 8.5.2 8.5.3 8.5.4 8.5.5 8.5.6

VOOR BIJZONDERE ZAKEN ......................................................... 82


Themacordinatoren ..................................................... 82 Specialisatiecordinatoren .............................................. 84 Stagecordinatoren....................................................... 84 Teamleiders Onderwijs .................................................. 85 Examencommissie ........................................................ 85 Samenstelling Opleidingscommissie .................................... 86

Studentendecanen ........................................................ 86 ICM International Student Office ....................................... 89 8.6 MEDIATHEEK ............................................................................ 91 8.7 ONDERWIJSORGANEN ................................................................ 92 8.7.1 Medezeggenschapsraad .................................................. 92 8.7.2 Adviesraad ICM ............................................................ 94 8.8 STUDENTENORGANISATIES ........................................................ 95

8.5.7 8.5.8

9 10 11

ALFABETISCHE LIJST MEDEWERKERS ............................ 97 EXAMENREGELING HOOFDSTUK 4 EN 5......................... 106 DE OPLEIDING ......................................................................... 123 COMMUNICATIE ...................................................................... 123 BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES ....................................... 124

11.1 11.2 12 13

HBO-KWALIFICATIES ........................................................... 135 STUDIEPUNTENTABELLEN .................................................. 140 JAARPROGRAMMA PROPEDEUSE JAAR 1................................... 140 JAARPROGRAMMA PROPEDEUSE FEBRUARI-INSTROOM ............ 141 COV JAAR 1 THEMABLOKKEN ................................................. 142 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 2 .................................... 143 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 2 INTERNAT SEMESTER.. 145 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 3 .................................... 146 JAARPROGRAMMA HOOFDFASE JAAR 4 .................................... 147 JAARPROGRAMMA MINORS ...................................................... 148 JAARPROGRAMMA KEUZEVAKKEN .......................................... 150

13.1 13.2 13.3 13.4 13.5 13.6 13.7 13.8 13.9 14

BOEKENLIJSTEN ..................................................................... 151 PROPEDEUSE CO ..................................................................... 151 HOOFDFASE CO ...................................................................... 152

14.1 14.2 15

ONDERWIJSPROGRAMMA ................................................... 157


15.1.1 15.1.2 15.1.3 15.1.4 15.1.5 15.1.6

15.1

SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 157 CMV ....................................................................... 158 Publiciteit en Nieuws................................................... 161 Huisstijl .................................................................. 164 Beeldtaal CO ............................................................ 168 Event ..................................................................... 171 15.2 STUDIEJAAR 2.......................................................................... 173 15.2.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 173 15.2.2 De verandering (interne communicatie) ............................. 174 15.2.3 Naam en faam (externe communicatie) ............................. 178

STUDIEJAAR 1.......................................................................... 157

Meten is weten (Communicatieonderzoek) ......................... 182 Combusters (Communicatieplanning) ................................ 185 Communication research .............................................. 188 The Campaign (alleen voor internationale semester) ............. 192 15.3 STUDIEJAAR 3.......................................................................... 195 15.3.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 195 15.3.2 Stage ..................................................................... 196 15.4 STUDIEJAAR 4.......................................................................... 197 15.4.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling....................... 197 15.4.2 Specialisatie Communicatie en Bedrijf .............................. 198 15.4.3 Politiek en overheidscommunicatie .................................. 204 15.4.4 Mediastiek ............................................................... 208 15.4.5 Afstudeeropdracht ...................................................... 213

15.2.4 15.2.5 15.2.6 15.2.7

1
1.1

Instituut voor Communicatie en Media


Het instituut en de missie Het Instituut voor Communicatie en Media (ICM) biedt 6 majors voor ruim 2000 studenten binnen de drie opleidingen -Communicatie (CO) -Communicatiesystemen (CS) en -Informatiedienstverlening en -Management (IDM). De opleiding Communicatie heeft 2 majors: -Communicatie (CO) -International Communication (IC) (Engelstalig) De opleiding Communicatiesystemen (CS) heeft 3 majors: -Multimedia Design & Branding -Game Design & Development -Web & Mobile Services De opleiding Informatiedienstverlening en -management (IDM) heeft n major: -Media & informatiemanagement (M&I)

Verschil opleiding en major

Iedere opleiding werkt toe naar voor die opleiding bepaalde competenties. Een major is daarbinnen een samenhangend pakket van blokken die de student de mogelijkheid geeft zich te verdiepen in een onderscheidend deel van het vakgebied om zich beter te kunnen voorbereiden op het latere beroep Alle afgestudeerden van het Instituut voor Communicatie en Media krijgen de titel Bachelor of Communication Daarnaast staat op het diploma de naam van de opleiding en de naam van de major. Deze majors richten zich op verschillende aspecten van het Domein Communicatie, een veelomvattend veld van disciplines die allemaal op de n of andere manier met communicatie te maken hebben. Op het diploma van de afgestudeerden van ons instituut staat dan ook Bachelor of Communication.
8

Diplomatekst

Domein

Missie

De missie van de school is richtinggevend voor al onze activiteiten: Het Instituut voor Communicatie & Media leidt ondernemende, maatschappelijk verantwoordelijke en internationaal georinteerde professionals op voor beroepen op het gebied van communicatie, informatie en media en draagt bij aan kenniscirculatie en innovatie op (inter)nationaal niveau. Dit betekent dat het onderwijs zo moet worden ingericht dat alle studenten de gelegenheid krijgen zich te ontwikkelen tot maatschappelijk verantwoordelijk en internationaal georinteerde professionals en dat ook alle studenten de mogelijkheid krijgen eigen keuzes te maken om zich individueel te kunnen profileren. Dit doet het instituut door binnen het onderwijsprogramma een professionele context te scheppen waarbinnen je de competenties kan ontwikkelen die jij nodig hebt voor je toekomstige beroep.

Student centraal

Bij dit alles sta jij als individuele student - centraal. Jij moet je kunnen ontplooien en keuzes maken die voor jouw toekomst belangrijk zijn. Om dit mogelijk te maken, leggen wij de nadruk op flexibiliteit en individualisering van het onderwijs. Jij wordt daardoor voor een groot deel medeverantwoordelijk voor de inhoud van je studie. 1.2 Onderwijsvisie De onderwijsvisie reflecteert de missie en de waarden van de gehele school. De onderwijsvisie is samen te vatten in de volgende punten: leren is een proces van competentieontwikkeling beroepstaken staan centraal onderwijs staat in directe verbinding met de praktijk studenten leren individueel en samenwerkend studenten profileren zich docenten inspireren docenten en studenten zijn partners in onderwijs en kwaliteitzorg de HG biedt een effectieve onderwijsomgeving

Competentieontwikkeling

Het onderwijs concentreert zich niet zozeer op het aanleren van afzonderlijke kenniseenheden en vaardigheden maar plaatst de student in een professionele context waarin complexe competenties aangeleerd en getoetst worden. Dit betekent dat vooral de adequate
9

toepassing van kennis en vaardigheden belangrijk is. We onderscheiden beroepspecifieke competenties en HBOkwalificaties. De beroepsspecifieke competenties zijn eigen aan een major terwijl de algemene HBO-kwalificaties voor alle HBOopleidingen in Europa dezelfde zijn. Samen zijn deze competenties en kwalificaties richtinggevend voor de ontwikkeling van het onderwijsprogramma; studenten die na vier jaar hun diploma in ontvangst nemen, hebben deze competenties en kwalificaties verworven. Beroepsspecifieke competenties Voor elke major van het ICM zijn beroepsspecifieke competenties opgesteld. De lijst omvat die competenties over welke alle (beginnende) professionals dienen te beschikken. De specifieke beroepscompetenties worden uitgebreid beschreven in hoofdstuk 11 van deze studiegids. Alle HBO-afgestudeerden dienen, ongeacht de major die ze volgen, daarnaast ook te kunnen beschikken over zogenaamde HBOkwalificaties. Deze zijn voor alle bacheloropleidingen in Europa dezelfde: methodisch en reflectief denken en handelen creativiteit en complexiteit in handelen probleemgericht werken multidisciplinaire en multiprofessionele integratie transfer en brede inzetbaarheid brede professionalisering (wetenschappelijke) toepassing sociaal communicatieve bekwaamheid mondeling sociaal communicatieve bekwaamheid schriftelijk basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. leidinggeven basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. managen besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid besef van intercultureel en internationaal perspectief Zie voor uitgebreide beschrijving hoofdstuk 12. Beroepstaken centraal Hoe verwerven studenten de competenties die zij nodig hebben voor het functioneren als professionals op de (internationale) arbeidsmarkt? Het onderwijs binnen het ICM is gecentreerd rond complexe beroepstaken, die voor beginnende professionals belangrijk zijn. Het uitvoeren van deze beroepstaken is de motor van het onderwijs;
10

HBOkwalificaties

theorielessen en workshops in vaardigheden bieden de voedingsbodem waar de student uit kan putten voor het goed uit kunnen voeren van de beroepstaak. Enkele voorbeelden van beroepstaken zijn: het maken van een website, het creren van een communicatiecampagne, het opzetten van een database, het schrijven van een communicatieadvies. Directe verbinding met beroepenveld Het beroepsveld wordt zoveel mogelijk actief betrokken bij het onderwijs. Dat gebeurt op verschillende manieren. Opdrachten en beoordelingscriteria worden direct aan de praktijk ontleend en waar mogelijk fungeren bedrijven of instellingen als opdrachtgever. Daarnaast worden zoveel mogelijk gastsprekers uitgenodigd om met de studenten van gedachten te wisselen. Verder heeft iedere opleiding een adviesraad, waarvan de leden uit een breed spectrum van organisaties en bedrijven afkomstig zijn. Deze raad volgt de ontwikkeling binnen de major en fungeert als klankbord en bron van inspiratie. Studeren is meer dan in je eentje in een hoekje zitten met een boekje. Samenwerken om een probleem op te lossen is minstens zo belangrijk. In ieder onderwijsblok komt zowel individueel als groepswerk voor (en toetsing), in een 50%-50% verhouding. Je bent bij het ICM voor een groot deel regisseur van je eigen studieloopbaan. Omdat het ICM samen met 17 andere instituten deel uitmaakt van de Hanzehogeschool, kan je uit een breed onderwijsaanbod een aanzienlijk deel van je studie zelf samenstellen. Je bent daarbij mede verantwoordelijk voor je eigen leerweg en leerproces. Je kunt je op verschillende manieren profileren via de invulling van de zogenaamde vrije ruimte, bijvoorbeeld ter verbreding van de major (met een minor) of juist verdieping binnen de major (met een specialisatie). Er bestaat een breed scala aan keuzemogelijkheden. Bovendien kan je zelf initiatieven ontplooien, die kunnen bijdragen aan je competentieontwikkeling. De rol van de docent is de laatste jaren ingrijpend veranderd. De docent is niet alleen specialist op het eigen vakgebied en draagt als specialist zijn kennis over, maar hij/zij is ook de coach en inspirator die je begeleidt bij je eigen ontwikkeling. In deze rol verklapt hij/zij het juiste antwoord niet, maar begeleidt je in het maken van je eigen afwegingen zodat jij eventueel samen met je team tot een gemotiveerde oplossing van een professioneel probleem kunt komen.

Individueel en samenwerkend leren

Individuele profilering

Rol van de docent

11

Partners in onderwijs

Onderwijs is een co-productie tussen student en docent. Wij nodigen en dagen je uit het onderwijs mede vorm te geven. De relatie tussen jou en je docenten zal in de loop van je studie uitgroeien tot een professionele relatie waarbij jij de beginnende professional bent en je docent de senior. Zo kunnen kenniskringen worden gevormd in het vierde jaar waarbij jij samen met je medestudenten en de docenten samenwerkt aan het analyseren van problemen en aan het scheppen van mogelijke oplossingen. 1.3 Het diploma: Bachelor of Communication Nog niet zo lang geleden bestond er in Europa een wirwar aan diplomas en titels waar niemand wijs uit kon worden. De EU besloot dat er een Europese standaard gemaakt moest worden zodat diplomas in Europa vergelijkbaar zouden zijn. In Europees verband zijn afspraken gemaakt over het onderwijs in Europa in de zogenoemde Bolognaverklaring: het bachelor-mastersysteem werd geboren. Het bama-systeem, zoals het vaak genoemd wordt, heeft voor het Nederlandse onderwijsveld de volgende gevolgen: studenten kunnen bij een universiteit en een hogeschool in Nederland een bachelor van respectievelijk drie en vier jaar volgen. Na succesvolle afronding ontvangen studenten de titel van Bachelor. Dit diploma geeft toegang tot allerlei masteropleidingen in binnen- en buitenland. Let wel, een instituut (bijna alle Nederlandse universiteiten) kan voor een masteropleiding instroomeisen hanteren, met bijvoorbeeld een schakelprogramma. Op je diploma komt te staan: BACHELOR OF COMMUNICATION Daarnaast komt op het diploma van IC ook major international communication te staan. Op het internationaal diplomasupplement, dat een onderdeel is van je diploma, staat vermeld: de major de specialisatie een minor (indien van toepassing) De major is je hoofdvak: verreweg de meeste studiepunten van je opleiding verwerf je binnen je major. In je vrije ruimte (in het derde jaar) kun je er voor kiezen een minor of bijvak te doen van 29 credits (en 1 studieloopbaan-credit): dit is een semester interdisciplinair onderwijs met studenten van meerdere studierichtingen in een breed thema, aangeboden door het ICM of

Bachelors en masters

Diploma en diploma supplement

Majors en minors

12

een van de andere instituten. Voorbeelden van minors zijn: Doel(groep)gericht communiceren (een Nederlandstalig minor) en de Engelstalige minoren Journalism, Game ON (Eng) en, International Aid & Developement (De minor is ervoor bedoeld, om je in de breedte op HBO-niveau te orinteren en te scholen.) Specialisatie Je specialisatie, als onderdeel van je major, volg je in het vierde jaar en bestaat uit 29 credits en 1 studieloopbaan-credit. In principe kun je twee specialisaties volgen, de zogenaamde dubbele specialisatie. Je gebruikt je vrije ruimte dan niet voor orintatie in de breedte maar voor verdieping in de major. Voorbeelden van specialisaties zijn: Brand & Design management, Mediastiek of Business Information.

13

De studie
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de zes majors die het Instituut voor Communicatie & Media aanbiedt. Alle majors van het ICM hebben met elkaar gemeen dat communicatie bekeken wordt vanuit een strategisch perspectief. Om dit te kunnen doen is gedegen onderzoek nodig. Het Gronings accent omvat deze twee kernbegrippen: onderzoek en strategie. Om een beter zicht te krijgen op hoe de majors in elkaar zitten, beginnen we met een beschrijving van de opbouw van de opleidingen, die er in principe voor elke major hetzelfde uitziet. Vervolgens wordt elke major besproken, op inhoudelijke aspecten, beroepsperspectieven en specialisaties.

2.1

De opbouw van de studie Elke major binnen het ICM bestaat uit twee fases: de propedeuse (jaar 1) en de hoofdfase (jaar 2, 3 en 4). Ieder jaar is onderverdeeld in 4 blokken van 10 weken, in totaal 40 weken per studiejaar. In de eerste twee jaar staat tijdens ieder blok een bepaald thema centraal.

Propedeuse

Het propedeusejaar is bedoeld als orinterend en inleidend jaar waarin je kennismaakt met de basisbegrippen van de major. Je volgt in het eerste jaar twee inleidende ICM-brede themablokken. Binnen deze themas werk je aan basiskennis en vaardigheden die voor studenten van belang zijn. Voorbeelden hiervan zijn voor CO en CS studenten: beeldtaal huisstijl Dit jaar is erop gericht dat je aan het eind een gefundeerd besluit kan nemen over het al dan niet voortzetten van deze major. Aan het eind van het jaar heb je ook inzicht in je kansen op succes. De hoofdfase bestaat uit het tweede, derde en vierde jaar. In deze hoofdfase ontwikkel je je steeds verder door je eigen studiepad uit te zetten. In het tweede jaar volg je vier themablokken in de gekozen major.

Hoofdfase

14

2.2

De koninklijke route Vanaf het derde jaar kan, naar gelang de individuele invulling van de student, de onderwijsplanning variren. In principe volg je de onderdelen van jaar 3 en 4 volgens de koninklijke route, die hieronder wordt beschreven.Deze route wordt zo genoemd omdat wij uit ervaring weten dat studenten, die deze route nemen: de minste studievertraging oplopen beter gebruik kunnen maken van de keuzemogelijkheden een betere synergie vinden tussen de onderdelen van de studie In het derde jaar doe je praktijkervaring op door middel van een praktijkstage. Vervolgens stel je je eigen studieprogramma samen voor de vrije ruimte. In het vierde jaar volg je een afstudeerspecialisatie. Vervolgens wordt de hoofdfase afgesloten met een afstudeeropdracht. Hieronder volgt een overzicht van de opbouw van de studie, als je de koninklijke route volgt.

Studiefase Onderdeel Propedeuse Blok 1 ICM-breed thema Beeldtaal Blok 2 ICM-breed thema Huisstijl Blok 3 Major themablok Blok 4 Major themablok Hoofdfase jaar 2 Blok 1 Major themablok Blok 2 Major themablok Blok 3 Major themablok Blok 4 Major themablok Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije Ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Specialisatie major Studieloopbaan Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaan Advisering

Aantal ec 15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 29 1 28 1 1

15

2.2.1 Afwijken van de koninklijke route in jaar 3 en 4 Hoewel we ervan uitgaan dat de meeste studenten de koninklijke route volgen, kan in een uitzonderlijk geval van die route worden afgeweken. In alle gevallen dien je plannen voor afwijkingen van de koninklijke route rst aan je SLBer ter accordering voor te leggen. Soms (als instapvoorwaarden een belemmering vormen voor deelname aan een studieonderdeel) moet je ook nog toestemming hebben van de examencommissie. Een eerste situatie waarin je kunt vragen van de koninklijke route te mogen afwijken, doet zich voor als de specialisatie van jouw voorkeur niet wordt aangeboden op het moment dat je er volgens de standaardplanning (de koninklijke route) aan toe bent. Een voorbeeld: je wilt in periode 1 en 2 je specialisatie doen, maar die specialisatie wordt alleen inperiode 3 en 4 aangeboden. In dat geval vraag je aan je SLBer of je de vrije ruimte en de specialisatie mag omkeren. Als je SLBer akkoord gaat, doe je studiejaar 3 en 4 in deze volgorde: stage specialisatie vrije ruimte afstudeeropdracht Wie in de vrije ruimte kiest voor het volgen van een extra specialisatie, kan ook voor een volgordeprobleem komen te staan, bijvoorbeeld omdat beide specialisaties (de reguliere en die in de vrije ruimte) in dezelfde periode vallen. Er zijn nu twee mogelijkheden. Als beide specialisaties in periode 1 en 2 zitten, dan is de route: specialisatie stage specialisatie (vrije ruimte) afstudeeropdracht Als beide specialisaties in periode 3 en 4 zitten, dan is de route: stage specialisatie (vrije ruimte) afstudeeropdracht specialisatie Vanwege het feit dat deze routes inbreuk maken op de instapvoorwaarden van de specialisaties (in het eerste geval) of van de afstudeeropdracht (in het laatste geval), is voor deze routes
16

toestemming nodig van zowel de SLBer als de Examencommissie. Wellicht zijn er nog andere situaties denkbaar die om een afwijking van de koninklijke route vragen; in al die gevallen zal een keuze moeten worden gemaakt uit de drie hierboven geschetste alternatieve routes, uiteraard weer met toestemming van de SLBer en/of examencommissie.
2.2.2 Alternatieve afstudeermogelijkheden

Bijzondere gevallen

In bijzondere gevallen en onder strikte voorwaarden is het mogelijk om af te studeren via bijvoorbeeld een afstudeerassessment, waarbij je in de gelegenheid wordt gesteld ten overstaan van een speciale commissie aan te tonen dat je alle competenties hebt verworven om te kunnen afstuderen. Enkelen van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor het afleggen van dat assessment zijn dat je in de eindfase van je studie zit, minimaal 1 jaar werkervaring op niveau hebt opgedaan in het verwante beroepenveld; ook een portfolio en een zelfevaluatie, voorzien van minimaal 2 brieven van aanbeveling van beroepsbeoefenaren uit het werkveld, waarmee je je in die praktijk verworden competenties aantoont, behoren tot de vereisten. 2.2.3 Honoursprogramma IC De major IC kent sinds schooljaar 08/09 een Engelstalig honoursprogramma gericht op verdieping en verbreding, aanvullend op het reguliere programma. De studiebelasting van dit programma is 30 ec extra, verdeeld over alle studiejaren. Het programma omvat verschillende onderdelen, zoals extra theorie, gastcolleges, workshops en het uitvoeren van opdrachten voor externe opdrachtgevers. Studenten IC kunnen solliciteren naar een plaats in het programma aan het eind van blok 2 van jaar 1, CO studenten kunnen instromen bij de start van jaar 2, onder dezelfde voorwaarden ( zie instapvoorwaarden hoofdstuk 6). 2.3 De Majors

2.3.1 Communicatie In t kort De gemiddelde Nederlander komt per dag honderden keren in aanraking met communicatie op allerhande manieren: radio- en tvcommercials, advertenties, billboards, folders, websites, busreclame etc. Voor bedrijven en organisaties is het steeds belangrijker om professioneel te communiceren, zowel met eigen medewerkers als

17

met de buitenwereld. Veel werk dus voor specialisten. In onze samenleving is het aantal mogelijkheden om te communiceren sterk toegenomen. Organisaties en bedrijven beseffen dat communicatie een onmisbaar onderdeel van hun activiteiten is geworden. Er zijn vakmensen nodig die de kennis en vaardigheden hebben om die communicatie gestalte te geven. Beroepsperspectief CO Groningen wil brede communicatieprofessionals opleiden die in staat zijn hun kennis toe te passen in uiteenlopende werkvelden en omstandigheden. Waneer je kiest voor de major Communicatie, word je opgeleid tot communicatieprofessional. Je leert in theorie en praktijk hoe je communicatiebeleid ontwikkelt, cordineert, plant en regelt. Je leert hoe je kunt adviseren en hoe je de public relations, voorlichting, publiciteit, reclame, marketingcommunicatie, evenementenorganisatie, public affairs en sponsoring organiseert, vormgeeft en uitvoert. Voorbeelden van functies zijn: communicatieadviseur, communicatiemanager, PR-medewerker, voorlichter, reclamecordinator, event-manager, webredacteur. Overzicht Propedeuse jaar 1 Beeldtaal Huisstijl Event Publiciteit en Nieuws Hoofdfase jaar 2 De Verandering (interne communicatie) Naam en Faam (externe communicatie) Meten is Weten (communicatieonderzoek) Combusters (communicatieplanning) Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Strategische Communicatie Politieke en Overheidscommunicatie Mediastiek Communicatie en Bedrijf Studieloopbaan Afstudeeropdracht

15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 29 29 29 29 1 28

18

Examengesprek Studieloopbaan Adviseren

1 1

Minors Doel(groep)gerichte Communicatie Journalism (Engelstalig) 2.3.2 International Communication In t kort Graduates of the School of Communication and Media know how to research and analyze issues crucial to communication and they are able to articulate their own view on the international communication profession. Students learn how to strategically plan communication, how to produce different means of communications. They can communicate effectively within different cultural contexts. After graduating students will have a broad understanding of international communication and the basic skills needed for a starting position in a wide range of international careers in public relations corporate communication or public affairs in both public and private sector organizations. Graduates fulfill positions as international communication manager, event manager, communication advisor, intercultural consultant, mediator and spokesperson. Propedeuse year 1 Introduction to Intercultural Communication Professional orientation Media and the Money The Event Mainphase year 2 Communication research The Communication Campaign The Transition (Internal Communication) The Crisis (External Communication) Mainphase year 3 Study abroad including language preparation / electives Academic Counseling Internship Academic Counseling, Conflict management Mainphase year 4 29 29

Beroepsperspectief

Overzicht

15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1

19

International Business Communication (IBC) Europe Public Affairs (EPA) Selective specialization honours Academic Counseling: Consulting Graduation assignment Oral examination Academic Counseling Minors International Aid & Development Creating an International Event Creating a communication campaign

29 29 29 1 28 1 1 29 29 29

2.3.3 Communicatiesystemen In t kort Onder communicatiesystemen verstaan we het geheel van digitale uitwisseling van informatie tussen organisaties en hun klanten. Een eenvoudig voorbeeld van een communicatiesysteem is een website, een iets complexer systeem is een website met een webwinkel en een online order volgsysteem of een educatieve interactieve CD ROM die de prestaties van de cursisten bijhoudt. Een nog complexer systeem kan een content management systeem zijn met personalisatie en output naar diverse media vanuit n bron. De opleiding Communicatiesystemen focust op drie aspecten. Enerzijds is dat de behoefte van een organisatie, in de tweede plaats zijn dat de mogelijkheden en behoeften van de gebruiker en in de derde plaats de eisen aan de informatie en de infrastructuur. Op het grensvlak van organisatie en gebruiker maak je gebruik van kennis uit de communicatie en marketing waar het gaat om hoe boodschappen worden beleefd en hoe producten in de markt worden gezet. Hoe zorg je ervoor dat de boodschappen worden begrepen en dat de doelen worden gehaald? Op het grensvlak van gebruiker en techniek put je uit kennis over vormgeving, user interfaces, navigatieontwerp. Hoe geef je informatie zodanig vorm dat ze correct wordt begrepen? Op het grensvlak van organisatie en techniek hebben we te maken met kennis over infrastructuren, implementatie en project management. Hoe zorg je ervoor dat de invoering van een nieuwe website een succes wordt en financieel binnen de begroting blijft?

20

Bij de productie van systemen, of dat nu uit websites of games of videoboodschappen of andere media bestaat, gaat het bij Communicatiesystemen altijd om een bedoeling. Dat kan zijn voorlichtend of puur commercieel. Als communicatiesystemenstudent kies je voor n van de drie stromen: Multimedia Design & Branding, Game Design & Development of Web & Mobile Services. Beroepsperspectief De afgestudeerde van Communicatiesystemen kan op junior niveau worden ingezet in generieke beroepsrollen als een ontwerper of ontwikkelaar. Na enkele jaren werkervaring en aanvullende scholing kan hij/zij doorgroeien naar rollen als informatieanalist, projectleider of adviseur. Afhankelijk van je toekomstplannen en belangstelling kun je op allerlei verschillende plekken terecht komen. Multimedia kom je tegenwoordig op grote schaal tegen in het bedrijfsleven, de medische wereld, culturele instellingen en in het onderwijs. Propedeuse Beeldtaal Huisstijl Professionele Website Dynamische Website Hoofdfase jaar 2 Educatieve Multimedia Web Content Management Richting Game Design & Development Interaction Design & Usability Gaming Richting Web & Mobile Services Innoveren met ICT Interaction Design & Usability Richting Brand Design & Management Innoveren met ICT Concept ontwikkeling en campagnes Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaanbegeleiding Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaanbegeleiding Hoofdfase jaar 4 Studieloopbaanbegeleiding 15 15 15 15 15 15 15 15 29 1 29 1 1
21

Overzicht

15 15 15 15

Specialisatie Multimedia Vormgever / Ontwikkelaar Game Design & development Specialisatie Variant Multimedia Ontwikkelaar / Manager Web &Mobile Services Specialisatie Multimedia Vormgever / Manager Brand & Designmanagement Hoofdfase jaar 4 vervolg Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaanbegeleiding Advisering Minor Game On Studieloopbaanbegeleiding

29 29 29 28 1 1 29 1

22

2.3.4 IDM / Media & Informatiemanagement In t kort Informatie speelt een centrale rol in onze wereld. Mensen wisselen onderling informatie uit via websites, Wikis, discussiefora, chatboxen etc. Bedrijven en non-profit organisaties hebben informatie nodig om te kunnen overleven. Informatie over trends, producten, concurrenten, marktontwikkelingen etc. Met de opkomst van het internet, het world wide web en alle andere toepassingen is informatie overal en in allerlei vormen (videos, fotos, documenten etc.) om ons heen en in ons dagelijks leven. Informatie speelt een centrale rol in onze samenleving. Omroepen, evenementenorganisaties, musea, bedrijven en overheden functioneren met behulp van een adequate informatievoorziening. Een goed georganiseerde informatievoorziening is van groot belang voor iedere organisatie! De IDM-er speelt in de organisatie van de informatievoorziening een cruciale rol. De informatiespecialist (afgestudeerde IDM-er) zorgt hiervoor: hij/zij overlegt met klanten, speurt, selecteert en verzamelt informatie. Deze informatie wordt toegankelijk gemaakt en verspreid onder klanten. De IDM-er heeft ook een rol als adviseur, projectleider op het gebied van informatievoorziening of juist als manager van het informatiecentrum. Hij/zij is strategisch onderlegd, kan adviseren en managen en speelt in alle gevallen een belangrijke rol in het speelveld. Hierbij komen allerlei aspecten aan de orde. Hoe zorg je ervoor dat belangrijke bedrijfsinformatie niet verloren gaat? Hoe vang je signalen uit de markt op? Welke zoekstrategien kun je het beste toepassen en welke informatiebronnen zijn handig om te raadplegen?. En hoe zorg je er voor dat de informatie snel wordt gedeeld met klanten of je collegas middels intranet, intelligence cockpits, corporate Wikipedias etc.? Kortom, informatie is voor veel mensen en organisaties van levensbelang maar niet vanzelfsprekend zomaar geregeld. En hiermee komt het belang van het beschikken over een goede informatiespecialist binnen de organisatie in beeld.

Beroepsperspectief

Er is veel vraag naar afgestudeerde IDM-ers. Sterker nog: er dreigt de komende jaren een groot tekort aan informatiespecialisten. IDM staat al enkele jaren hoog genoteerd als een studie met een prima arbeidsmarktperspectief.

23

De studie IDM / Media & Informatiemanagement leidt op voor een veelheid aan functies waarin alles draait rondom informatie in de breedste zin des woords. Voorbeelden van functies zijn deskresearcher, web- en intranetmanager, kennismanager, intelligence officer, adviseur informatievoorziening maar ook bibliothecaris en collectie- en documentatiebeheerder. Informatiespecialisten zijn te vinden bij reclame- en marketingadviesbureaus, omroepen, gemeenten, advocatenkantoren, politie- en veiligheidsdiensten, defensie, rechtbanken, multinationals, ministeries, musea en universiteits- en openbare bibliotheken. Studiefase Onderdeel Propedeuse Huisstijl Professionele website Marketing Intelligence (Graven in Gegevens) Communicatiemiddelen en boodschappen Hoofdfase jaar 2 Kennismanagement Kennis is Macht Media & Informatievaardigheden Beyond Google Content management Content is King Business Intelligence Speuren naar Sporen Hoofdfase jaar 3 Praktijkstage Studieloopbaan Conflicthantering Vrije ruimte Studieloopbaan Hoofdfase jaar 4 Business Information Information services Studieloopbaan Afstudeeropdracht Examengesprek Studieloopbaan Advisering Aantal ec 15 15 15 15 15 15 15 15

Overzicht

29 1 29 1 29 29 1 28 1 1

24

De keuzemogelijkheden
Hoe verder je komt in de studie, hoe meer je zelf richting gaat geven aan de inhoud van je studie. Deze keuzes die je maakt, staan voor een deel op het diploma, het internationaal diplomasupplement en eventueel het statement internationaal traject. Je zult steeds bewuster je keuzes maken door een relatie te leggen met je professionele ambities. Je profileert je in: de vrije ruimte de praktijkstage de specialisatie de afstudeeropdracht het internationaal traject (minimaal 2 semesters) BELANGRIJK: Je moet je voor alle keuzeonderdelen via de Digitale Onderwijs Planner (DOP) registreren. Zie het ICMplanningsdocument op Blackboard voor de deadlines.

3.1

De vrije ruimte De vrije ruimte is een onderdeel van het derde studiejaar en heeft een omvang van 29 credits. De vrije ruimte kan op allerlei verschillende manieren worden ingevuld, bijvoorbeeld met het volgen van een extra specialisatie binnen de eigen major of keuzevakken bij het eigen of een ander instituut van de Hanzehogeschool, bij de universiteit of met een half jaar studeren in het buitenland bij een van onze partnerinstellingen. De belangrijkste keuze in de vrije ruimte is tussen: minor (29 ec) extra specialisatie (29 ec) internationalisering: studie in het buitenland of international semester losse keuzeonderdelen (van 3 of 15 ec) major-blok uit andere variant Minors en extra specialisaties worden apart vermeld op je diplomasupplement. Als je het complete internationale traject met goed gevolg volgt, ontvang je een statement bij je diploma. Als je er voor kiest verschillende onderdelen te doen, dan wordt dit niet apart vermeld.

25

Informatiegids ICM

Elk jaar wordt rond maart een Informatiegids ICM uitgegeven, waarin alle keuzemogelijkheden voor het erop volgende jaar worden vermeld. Aan de hand van deze Informatiegids kun je je voor de verschillende keuzevakken inschrijven via de DOP (Digitale Onderwijs Planner). In de DOP kan je ook de beschrijvingen van alle (keuze-)onderdelen vinden. NB: Een keuzeonderdeel gaat pas definitief door als er voldoende studenten zich hebben ingeschreven. Bij onvoldoende aanmelding wordt een onderdeel dus geschrapt. 3.1.1 Minor In je vrije ruimte kun je er voor kiezen een minor of bijvak te doen van ongeveer 29 credits: een geheel semester interdisciplinair onderwijs (29 ec) met studenten van meerdere studierichtingen in een breed thema, aangeboden door het ICM of een van de andere instituten. De ICM minors zijn: CO: -Doel(groep)gerichte communicatie -Journalism (in het Engels) CS: -Game-On (in het Engels) IC: -Creating an International Event -International Aid & Development (in het Engels) -Creating a Communication Campaign /International Semester for CO year 2 De minor is bedoeld zodat je je ook in de breedte op HBOniveau kunt orinteren en scholen.

Vol? Meld het bij je SLB-er!!

Soms vis je achter het net bij het kiezen van een minor. Kijk dan ook eens op www.kiesopmaat.nl. ,misschien vind je daar nog iets van je gading. Als iets vol is en je maakt daarom een andere keuze, is het handig om dat even aan je SLB-er te laten weten. Op die manier krijgen we beter inzicht in de vraag van studenten.

26

3.1.2 Extra specialisatie Je kunt kiezen voor een extra specialisatie. Specialisaties bestaan uit 29 credits. Het is soms mogelijk een specialisatie te volgen bij een andere dan de eigen major. Let op: er gelden instapvoorwaarden specialisaties, zie o.a. 6.3: toelating tot de specialisaties. De specialisaties die het ICM aanbiedt, staan per major vermeld in paragraaf 3.3 van deze studiegids. 3.1.3 Internationalisering De vrije ruimte kent veel verschillende internationaliseringsmogelijkheden: verschillende internationale minoren in Groningen studeren in het buitenland een internationaal semester binnen het reguliere CO-programma een taal studeren in het talencentrum Internationaal semester in Groningen Je kunt in je vrije ruimte deelnemen aan n van de vijf internationale minoren die het ICM aanbiedt: Creating an International Event Creating a Communication Campaign Game-On International Aid and Development Journalism Deze minoren worden in het Engels gegeven; je volgt de lessen samen met studenten uit de hele wereld. Deze minoren zijn onderdeel van het Internationale traject. Uiteraard geldt een studie in het buitenland ook als mogelijkheid om de vrije ruimte in te vullen. De school heeft contacten met een groot aantal partnerinstellingen over de hele wereld, waar je kunt studeren. Studeren in het buitenland is onderdeel van het Internationaal traject (zie 3.5). Andere scholen binnen de HG bieden ook internationale minoren aan. Zie ook de minor-markt, kijk in de DOP of kijk op Hanze.nl.

Studeren in het buitenland

27

3.1.4 Schakelprogramma RUG Als je na het behalen van je titel Bachelor of Communication de masteropleiding Communicatie en Informatiewetenschappen wilt studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen, dan moet je eerst een 1-jarig schakelprogramma volgen. Daarna volg je een 1-jarige masteropleiding. Het is mogelijk al een deel (de helft) van het schakelprogramma te volgen in de vrije ruimte van je HBObachelor (versneld HBO-doorstroomprogramma). Je volgt dan een half jaar colleges bij de Rijksuniversiteit Groningen. Na het afronden van je HBO-bachelor volg je het laatste halfjaar van het schakelprogramma. De meest recente informatie vind je op www.rug.nl/let/ciw. Je kunt zelf een afspraak maken met de studieadviseur van Communicatie- en Informatiewetenschappen mevrouw Kirsten van Ophem: drs K.J. van Ophem (Master en HBO-instromers) (CIW) 050 3637413, k.j.van.ophem@rug.nl kamer 1312-411, Harmoniecomplex. Ook kun je eerst voor meer informatie contact opnemen met de studieadviseur van ICM, mevrouw drs. V.H.A. (Vicky) Mulder tel: 050-5952665 v.h.a.mulder@pl.hanze.nl kamer F305, Zernikeplein 7 3.1.5 Andere mogelijkheden ICM Keuzevakken ICM heeft zijn eigen aanbod van vrije-ruimteonderdelen. Voor een overzicht van het complete aanbod van (specialisaties en) vrije ruimtemogelijkheden van alle majors binnen het ICM verwijzen wij naar de Informatiegids ICM, die elk jaar rond maart uitkomt. Tevens staan alle onderdelen in de DOP en op de Blackboard site van ICM. Keuzevakken, die uitsluitend voor de vrije ruimte aangeboden worden, zijn bijvoorbeeld: Fotografie 3D in interactieve toepassingen Creatief Schrijven

28

Thema-blokken uit jaar 1 en 2

Digitale recherche Neuro Linguistic Programmeren

Er kunnen themas uit het reguliere onderwijs van jaar 1 en 2 van andere majors binnen het ICM worden gevolgd. Informatie daarover is te vinden in de desbetreffende studiegidsen en in DOP (Digitale Onderwijs Planner). Overleg vooraf met de teamleider van de major of er voldoende plaats is. Als je een project in de vrije ruimte uitvoert, is dit anders dan binnen het reguliere programma. Je voert de opdracht zelfstandig met je projectgroep uit, uiteraard heeft de begeleidend docent een coachende rol. Met gemiddeld vier of vijf studenten ga je aan de slag voor een externe opdrachtgever, je analyseert het probleem en komt met een oplossing of advies. Er zijn verschillende projectopdrachten met vaak voor ieder wat wils. Deze projectopdrachten komen binnen via het projectbureau van het Instituut voor Communicatie en Media. In de vrije ruimte kunnen tevens studiepunten worden behaald door middel van vrije activiteiten die extern worden uitgevoerd (bijv. het organiseren van een evenement voor een organisatie, het voorzitterschap van een studentenvereniging, de planning en uitvoering van de communicatie voor verenigingen, etc., tot een maximum van 15 credits). Soms worden ook door het projectbureau klussen aangeboden die gelden als vrije activiteit. Voorbeelden zijn: het maken van communicatiemiddelen (webs, films, folders etc.); het organiseren en/of begeleiden van: de introductieweek, excursies, de voorlichting tijdens de open dagen. Juist bij vrije activiteiten is het van belang dat je (achteraf) het vereiste HBO-niveau, de studielast en de kwaliteit van de uitvoering kunt verantwoorden. Als je voor een vrije activiteit kiest, overleg dan eerst met je studieloopbaanbegeleider! Gebruik hiervoor het Aanvraagformulier vrije activiteit (zie Blackboard: ORGANIZATIONS > INSTITUUT VOOR COMM. & MEDIA > FORMULIEREN | FORMS > FORMULIEREN VRIJSTELLING & VRIJE RUIMTE / EXEMPTION FORMS & ELECTIVES).

Het uitvoeren van een project

Vrije activiteiten

29

Vakken bij een ander HG-instituut

Bij andere instituten van de Hanzehogeschool kunnen ook vakken worden gevolgd. Informatie over het onderwijs kan je vinden in de DOP. Het inschrijven op deze onderdelen gebeurt ook via de DOP. Wie omvangrijker onderdelen buiten de HG wil volgen (bijv. een half jaar aan een universiteit of andere hogeschool) dient de weg van de tweede inschrijving te bewandelen: de student schrijft zich bij de IB-groep dan niet alleen in voor de eerste major maar k voor de (tweede) major. Aan een tweede inschrijving zijn kosten verbonden. De inschrijving geeft recht op toegang tot die major. Wie zich wil inschrijven via de weg van de tweede inschrijving zal dat helemaal zelf moeten regelen. D.w.z. dat het Instituut voor Communicatie en Media daarin geen ondersteuning kan bieden. 3.1.6 Vrijstelling voor de vrije ruimte Studenten met vrijstellingen zitten voor wat betreft de vrije ruimte in een andere positie dan de doorsnee student, die immers altijd 29 credits vrije ruimte moet invullen. De student met een vrijstelling in de vrije ruimte hoeft slechts dat deel in te vullen dat niet door een vrijstelling wordt gedekt. 3.2 De praktijkstage In het derde jaar gaan alle ICM studenten voor vijf maanden op praktijkstage. De praktijkstage laat zich als volgt omschrijven: het in een externe leersituatie ontwikkelen van beroepsspecifieke en algemene competenties. De stage kan in Nederland, maar ook in het buitenland worden doorgebracht. Uitgangspunt is dat je de volledige werkweek doorbrengt binnen de stagebiedende organisatie en verschillende soorten opdrachten vervult waarbij je meer of minder zelfstandig te werk gaat. Naast de meewerkcomponent, werk je ook aan een wat meer omvangrijke specifieke opdracht, waarbinnen je de kans krijgt je probleemoplossend vermogen en vermogen tot plannen te toetsen en te versterken. Tijdens je tweede jaar bereid je je met de studieloopbaanbegeleider al voor op deze stage. Je hebt
30

Vakken bij een andere instelling

dan al een behoorlijk idee van het beroepenveld en het is zaak om bewust op zoek te gaan naar een stage die het beste bij je past. De school hanteert een aantal randvoorwaarden, maar daarbinnen ben je in principe vrij om het bedrijf (en het land) te kiezen. Het is de eerste keer dat je jezelf waar moet maken in het beroepsveld. Het is ook een goede manier om aan je eigen netwerk te bouwen. Een mooie aanbevelingsbrief is nooit weg als je later gaat solliciteren. 3.3 De specialisatie De specialisatie is een verdieping die je voorbereidt op de individuele afstudeerperiode. Je werkt voor de laatste keer in een schoolse omgeving aan een complex probleem. De keuze voor je specialisatie is waarschijnlijk, samen met de afstudeeropdracht, de belangrijkste manier om kleur te bekennen. Hieronder volgt een korte beschrijving van alle specialisaties. Zie voor verdere inhoudelijke beschrijvingen van en vakken binnen de specialisaties de studiegids van de desbetreffende major. 3.3.1 CO-specialisaties
3.3.1.1

Politieke en Overheidscommunicatie

Bob jij of bob ik? De boze burger. Stamtafeldemocratie. Spindoctor. De communicatieoorlog. Communicatie = bestuur. Zomaar wat termen die in deze specialisatie aan de orde komen. Overheidscommunicatie in Nederland is erg ver ontwikkeld. Toch is er veel wantrouwen tegenover de overheid. Geen bedrijf hoeft zoveel openbaar te maken, geen andere organisatie heeft zulke diverse en complexe taken. Deze specialisatie mikt op studenten die durven nadenken over maatschappelijke dilemmas, over algemeen belang en die dat kunnen vertalen naar communicatie met ballen. In de specialisatie werken we met vakken, projecten en we zorgen voor minstens 20 gastcollege d.m.v. 3

31

werkbezoeken. We bezoeken een gemeente, zijn 2 dagen in Den Haag te gast bij ministerie, parlement en communicatieadviesbureaus en enkele dagen bij de Europese Instellingen in Brussel. De docenten hebben hun sporen in het openbaar bestuur verdiend. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek ECM2 Overheidscommunicatie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) Joost Eskes
3.3.1.2

3/tt 2/tt 2/tt

Contactpersoon

Communicatie en Bedrijf

In de specialisatie Communicatie en Bedrijf wordt aan de hand van communicatietheoretische en marketingcommunicatieperspectieven, onderzoek en organisatiekunde een programma gepresenteerd dat studenten voorbereidt om met behulp van die verworven communicatiekennis, -kunde en -vaardigheden strategische marketingcommunicatieve bijdragen te leveren om de doelen van een organisatie te bereiken. In aansluiting op wat in de stam is onderwezen over formele (functionele) communicatie, denk aan: public relations, (overheids)voorlichting, reclame journalistiek en promotie, worden deze verschijningsvormen, afzonderlijk zowel als gentegreerd, in het kader van openbaar maken en openbaar raken belicht als bijdragen aan een continue (re)creatie van gedeelde betekenis en algemeen begrip over de organisatie. Niet alleen wordt vanuit het (instrumentele) perspectief van de zender de (gewenste) effecten van formele communicatie beschouwd, er wordt ook aandacht besteed aan niet-beoogde gevolgen, en aan gewenste en nietgewenste gevolgen van die communicatie, voor de feitelijke ontvangers. Daarnaast worden de korte-termijneffecten zowel als de lange-termijn effecten en typen van reactie, dat wil zeggen: emotioneel, rationeel en/of bepaald gedrag, beschouwd op hun consequenties voor de openbaarheid, in casu: organisatie.

32

Instapvoorwaarden

CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie CPL2 marketingcommunicatie en financin Sip Sixma


3.3.1.3

3/tt 3/tt 3/tt

Contactpersoon

Mediastiek

Als student met de specialisatie MEDIASTIEK ben je een half jaar lang medewerker in dienst van het productiehuis Mediastiek. Je gaat daar - als lid van een projectplatform aan de slag om voor externe opdrachtgevers uiteenlopende (cross)mediale producten te maken. Daarmee gaat het om een brede specialisatie met aandacht voor zowel de betekenis en de inhoud van media, als voor de toepassingen en het gebruik van media binnen de wereld van de communicatie. Vier mediatoepassingen vormen de pijlers van de specialisatie: Tekst Beeld Geluid Web Naast vaardighedenworkshops rond deze pijlers kunnen er ook inhoudelijke -afhankelijk van het project- workshops worden aangeboden. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) CPL1B tools & mediamix 3/tt 2/tt 4/opd

Contactpersoon

Wiggele Wouda
3.3.1.4

Strategische Communicatie

In de specialisatie Strategische Communicatie bereidt de student zich voor om strategische communicatieve bijdragen te leveren om organisatiedoelen te bereiken. Aan de hand van communicatietheorie, -onderzoek en organisatiekunde (hoe communiceren bijv. moderne organisaties in het bedrijfsleven en bij de overheid) verwerft de student kennis, -kunde en vaardigheden. Algemene begrippen en verschijningsvormen in de communicatie zoals branding, public relations, public affairs,
33

(overheids)voorlichting, reclame, journalistiek en promotie, worden afzonderlijk zowel als gentegreerd belicht. Het zijn bijdragen aan een continue (re)creatie van gedeelde betekenissen en een algemeen begrip over de moderne organisaties van deze tijd. Er wordt ook in het bijzonder aandacht besteed aan beoogde en niet-beoogde gevolgen en aan gewenste en niet-gewenste gevolgen van de communicatie voor de feitelijke ontvangers. Door middel van het uitvoeren van zoekstrategien, een simulatie spel, het verzamelen en bestuderen van literatuur, het schrijven van een boek en van een adviesnota, wordt gewerkt aan het ontwikkelen van een visie op communicatie. Door het goed afronden van deze specialisatie blijven veel mogelijkheden open voor verdere ontwikkelingen in het communicatievak op zon breed mogelijk terrein. Als je van plan bent om een studie via de Universiteit te vervolgen dan is deze specialisatie een goede mogelijkheid om je studie te vervolgen op Masterniveau. Instapvoorwaarden CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) 3/tt 4/tt 2/tt

Contactpersoon

Henk Lameijer (cordinator)


3.3.1.5

IC-specialisaties

CO studenten kunnen ook IC specialisaties volgen (mits ze aan de instapvoorwaarden voldoen; dit bestaat minimaal uit het internationaal traject waarvan een half jaar in het buitenland. Daarnaast is goede Engelse taalvaardigheid een vereiste).

34

3.3.2 CS-specialisaties
3.3.2.1

Multimedia Design & Brandmanagement

Steeds meer bedrijven realiseren zich dat de vormgeving van producten en de bijbehorende communicatie niet langer van de (productie)techniek kan worden aangestuurd maar dat merkidentiteit leidend wordt. Sleuteltermen zijn designmanagement en strategie en branding; kwaliteitscriteria voor ontwerp en vormgeving en passende inzet van middelen. Thema is het onderzoeken van de kernwaarden van de Nederlandse (toegepaste) vormgeving (in een aantal nader te specificeren deelgebieden, zoals architectuur, meubelontwerp, grafisch ontwerp industrieel ontwerp). Het doel is te komen tot een advies voor het Merk Nederland en de vertaling naar sfeermodellen en interactieontwerp voor een digitaal platform voor het Merk Nederland op de volgende wereldtentoonstelling. Een advies bevat: merkenanalyse, kwaliteitscriteria, strategie, implementatie, fasering, financile paragraaf, meetmomenten voor criteria. Concepten: Designmanagement, branding, kwaliteitscriteria. Vaardigheden: kwalitatief onderzoek en adviseren.

Instapvoorwaarden

CCO3A en 3B (Project CCO) MTM1 (Concepten) INN 1A (Analyse en ontwerp)) Herman ten Kate
3.3.2.2

5 / opd 2 / opd 2 / tt

Contactpersoon

Game Design & Development Games nemen een steeds prominentere rol in onze samenleving in. Naast als puur vermaak worden games ook steeds vaker ingezet voor andere doeleinden zoals marketing, educatie en training: serious games. In de specialisatie Game Design & Development leer je hoe een game van concept tot markt ontwikkeld wordt. Hierbij wordt aandacht besteed aan de creatieve, technologische en commercile vaardigheden die benodigd zijn; bovendien

35

wordt de achterliggende theorie met betrekking tot games, game design, game development en marketing behandeld. De rode draad door de specialisatie wordt gevormd door het in teams projectmatig ontwikkelen van een game in het algemeen in opdracht van een organisatie of bedrijf. De specialisatie is verdeeld over twee perioden: in periode n ontwikkel je een concept voor een game in de vorm van een design document en plan van aanpak; in periode twee ontwikkel je het voorgestelde concept (gedeeltelijk). Gedurende beide periodes wordt in teamverband gewerkt. Instapvoorwaarden IDU 1 (Interactieontwerp Iteraties en Prototype MTM2 (Tools) GAM 3A en GAM 3B (Project GAM) 3 / opd 4 / opd 6 /opd

Contactpersoon

Eelco Braad
3.3.2.3

Web & Mobile services

Veel organisaties hebben momenteel hun bedrijfsprocessen onvoldoende ingericht op het gebruik van internet als medium. Veel informatie is nog steeds niet digitaal beschikbaar en ook van hergebruik is weinig sprake mocht informatie al wel digitaal beschikbaar zijn. Daar komt sinds een aantal jaren ook het mobiele kanaal bij zoals een smartphone of netbook. Hierdoor kunnen naast deze web services ook mobiele services aangeboden worden waarbij o.a. gebruik kan worden gemaakt van de locatie van de eindgebruiker. Navigatietoepassingen zijn hier een voorbeeld van maar ook Augmented Reality (Layar en Funda). In het eerste semester van jaar vier gaan we in projectvorm aandacht besteden o.a. aan bedrijfstoepassingen op het terrein van Augmented Reality. Het via de digitale en mobiele weg aanbieden van goederen en diensten, het inwinnen van gegevens en het verstrekken van informatie biedt voor veel profit en non-profit organisaties mogelijkheden en moeilijkheden; kansen en bedreigingen. Voor dienstverlenende organisaties duikt de volgende vraag op: Hoe moet deze dienstverlening georganiseerd worden zodat er optimaal op de wensen van de burger en de klant

36

ingespeeld wordt? Tijdens deze specialisatie word je bewust gemaakt van deze problematiek en wordt er vanuit verschillende invalshoeken een antwoord gegeven op deze vraag zoals architectuur, content management, tooling, innovatie en implementatie. Verder besteden we ook aandacht aan onderzoek, projectmanagement (Scrum) en stakeholder management. Instapvoorwaarden CME 1B (Cont. Man en XML) IDU 2 (ond Meth en usab test INN 3 (Project Jelle de Boer 2 /opd 4 /opd 5 /opd

Contactpersoon

3.3.3 IDM specialisaties


3.3.3.1

Information services

You will learn how to advise organisations about information services for their customers (external customers or customers within their organization). The semester consist of: - A kick-off week with an integrated assignment. - A module with the focus on new technology trends - Capita selecta weeks to explore the work field and to exchange knowledge. - A project integrating skills and knowledge. - Training concerning the organisation of interactive workshops. - Cooperation activities with students and staff of the University of Applied Sciences Potsdam, with a visit to Potsdam and Berlin (subject to change!). Costs for the visit are approximately between 60 and 120 euros. The attendance is compulsory. - Lectures concerning current developments in the field. - Attending and actively participating in the three day BOBCATSSS Conference (subject to change!) on 25-27 of January 2010 in Parma (Italy), where we will present our findings and research to a few hundred information sciences specialists and students from all over Europe. The theme of this symposium will be Bridging the digital divide. Costs for the conference are approximately between 120 and 180
37

euros. The attendance at the conference is compulsory. The program is very student-centered: -as a group we will select most of the subjects -you will be teaching students or staff and each other in interactive sessions on capita selecta -you will have a training in providing interactive workshops -we will cooperate with the students of the Fachhochschule Potsdam (near Berlin) and have some activities together, in Groningen and Potsdam -you will prepare a conference poster, paper or workshop -you will work on a project with an organization outside the Hanzehogeschool like an internet service for students, an international organization, a museum or archive -you will invite guest speakers to talk about specific hot topics and recent trends. Instapvoorwaarden Students should be advanced students majoring in information or communication science Students should have knowledge of desk research, basic knowledge of internet technology and marketing. Students of the major IDM must have knowledge of retrieval, system development and document management. Students should have English language competencies at B2 level. MEI3, Project Smart met info MEI4, Intercultural competencies SNS1B Onderzoekstechnieken & Datamining 5 / opd 2 / opd 2 / tt

Instapvoorwaarden

Contactpersonen

Josef Sennekool en Roel Hoving

3.3.3.2

Business Information Wil jij bedrijven helpen klaar te zijn voor de toekomst? Organisaties (zoals bedrijven, overheden etc.) kunnen niet zonder een optimale informatievoorziening. Informatie is nodig om werkprocessen goed te ondersteunen, te communiceren en om producten en diensten te ontwikkelen en aan te bieden aan klanten. Maar informatie is ook essentieel in de concurrentenstrijd, om te innoveren en uiteindelijk te overleven. Je speelt in de organisatie van de informatievoorziening een

38

cruciale rol. Je moet in staat zijn om op basis van de visie, missie en doelstellingen van een organisatie een analyse te maken van de informatiehuishouding van een organisatie. Belangrijke vragen zijn daarbij zijn: Wat zijn de kernactiviteiten en de strategie van een organisatie? Hoe zien de werkprocessen binnen de organisatie eruit? Welke informatie is cruciaal voor het aansturings- en innovatieproces van de organisatie? Hoe ziet de informatievoorziening eruit en welke sterke en zwakke punten heeft deze? Hoe wisselen medewerkers informatie met elkaar uit? Welke informatie- en communicatiesystemen worden gebruikt om informatie te wisselen? Met welke informatie- en communicatiesystemen kan de informatievoorziening zo optimaal mogelijk worden ingericht? Je speelt in de organisatie vooral een rol als adviseur, projectleider of juist als manager van het informatiecentrum. Je bent strategisch onderlegd, kan adviseren en managen en speelt in alle gevallen een belangrijke rol in het speelveld tussen de informatieconsument, communicatiemanager, de ICT-ers en het management van de organisatie. Deze afstudeerspecialisatie bekijkt informatie en informatievoorziening, en de rol daarvan voor de organisatie vanuit een bedrijfskundig en informatiekundig perspectief. Instapvoorwaarden SNS 1A en 1B KIM 1A en 1B Kees Westerkamp 3.3.4 IC-specialisaties NB: Deelname aan IC-specialisaties is verbonden aan instapvoorwaarden! Bovendien zijn er extra kosten voor de buitenlandse studiereis. Een maximum aantal deelnemers kan worden toegelaten. 5/opd/tt 6/opd/tt

Contactpersoon

39

3.3.4.1

International Business Communication

The role of the international communication professional has changed with the global expansion of business organizations. It has also grown with the enormous growth of expressive diversity (the new media) and the rise of participatory cultures. As a result, the areas of advertising, public relations and other forms of persuasive communication are merging. As future communication facilitators students must think strategically as well as be capable to integrate the disciplines of public relations and intercultural communication. As a result of globalization and its effects, political, economic, and cultural developments have become central to both international and local stakeholders. There is a great demand for international communication professionals who are capable of monitoring and forecasting global issues, economic and cultural trends and developments in both existing and emerging markets (China). The fourth year specialisation focuses on: 1. Monitoring and explaining global issues, developing scenarios; 2. Applying Strategic communication in a global context; 3. Integrating public relations/corporate promotion and intercultural communication; 4. Developing intercultural communication skills in the China-EU context. Who does culture define international communication? What determines success or failure in international endeavours between Europe and one of the rising markets? The theoretical framework of global pubic relations is applied to cases provided by clients who are active within the international context. Through problem-driven case studies and real life company assignments, students, staff and professionals alike will define and describe communication dilemmas facing these organisations and will gain insight in how these dilemmas should be solved. An international study trip is part of the curriculum. Prerequisites The internship should be successfully completed. A student that does not meet this requirement and nevertheless wishes to follow the specialisation, should discuss the

40

matter with his or her Academic Counsellor CO-students wishing to participate in IC-specialisation must have completed the full international track, i.e. 2 international semesters including a semester abroad. English language prerequisites apply and may be tested (C1 level). A maximum of 30 students will be admitted to this specialisation. IC-students will be admitted first. If there is still place left, interested CO-students (meeting requirements) can enter the specialisation. If necessary a selection procedure (based on quality and motivation criteria) will take place. Contact Erik Kostelijk

3.3.4.2

European Public Affairs

Prerequisites

Contact

Public Affairs is a function of corporate communication that plays a vital role in shaping public policy, public acceptance and public perception; necessary ingredients to help create a receptive environment that allows organisations to meet their objectives. What is the role communication plays in facilitating relationships and understanding between an organisation and its many stakeholders in the European environment? How do European organisations adapt communication activities to their many publics? PA practitioners operate in a dynamic political and societal context and are concerned with communication in a nonmarket environment. The main goal of this specialisation is that you develop a practical and informed understanding of what constitutes public affairs for the many stakeholders active in the European arena: EU institutions, businesses and non-profit organisations. A study trip to Brussels and participation in the EuroSim (the European Union Simulations) are part of this specialisation. Entry level-requirements: -propadeutic exam; -English proficiency: B2 dialang; -For non- IC students: intake interview is required Beata Kviatek-Simanska

41

3.3.4.3

Selective specialization honours

Many complain about mediocrity ruling the universities. This specialization of ICM aims at students demanding to get more out of their studies than a mere pass. Aiming to distinguish themselves in a competitive labor market in the near future. We will challenge you to give it all youve got. This specialization focuses on strategic aspects of communication resulting in a solid and feasible advise to your client. Because of the different backgrounds, be it IC, CO, CS or IDM, the course will be interdisciplinary and integrated. You will address real life issues of the professional work field, in an intercultural or/and international context. The emphasis will be on effective policy advising and the preparing of implementation, and less on implementation itself. We combine an academic approach with solutions to practical problems, which makes this specialization a perfect stepping stone for a Master study. You will be trained in the role of an advisor, requiring a high level of personal control, especially in an international context. You will need to combine research skills, knowledge of communication theory and organizational awareness to come up with sensible and applicable advise. Trends like social media and advanced stakeholder management will be introduced by guest lecturers. Different educational methods will be applied, for instance a simulation and intensive intervision. This specialization will be taught in English. Prerequisites CO- students need a 7 on average for CMO4 & ECM3, and no backlogs for year two IC-students: minimum 7 on average COM2 & COM5, and no backlogs for year two CS-students: minimum 7 for: BDM: CCO2, GDD en WMS: Project Onderzoeks-methoden & usability testen, and no backlogs for year two CS-students are obliged to take either the specialization of their major in their free electives semester, or do the selective spezialisation as their free electives or (if neither is

42

possible) combine the selective specialization with a core 5 credits of their major specialization. IDM-students: minimum 7 on average for: Onderzoekstechnieken & Organisatiekunde & Informatieanalyse and no backlogs for year two. Both CS and IDM students are strongly advised to take COM 5 in IC during their free electives. A motivational letter is required which will be discussed during a selection interview. Contact Vladimir Bartelds, Bart Nillesen

3.4

De afstudeeropdracht De afstudeeropdracht is de meesterproef van de aankomende professional, waarmee je aantoont dat zelfstandig een degelijke bijdrage kan worden geleverd aan de oplossing van een concreet probleem op het gebied van Communicatie, Informatie en Media. Het is de laatste grote opdracht voor je diplomering. De opdracht is als volgt te typeren: de opdracht is gericht op verbetering of ontwikkeling in een concrete situatie op het terrein van de communicatie, informatie en media het probleem leent zich voor een strategische, conceptuele benadering het probleem leent zich voor een theoretische onderbouwing het probleem leent zich voor praktijkgericht onderzoek de opdracht moet uit te voeren zijn in de daarvoor beschikbare tijd de opdracht moet qua aard en omvang in hoge mate zelfstandig te maken zijn. De keuze van de opdracht en het bedrijf zijn belangrijk, omdat dit niet alleen je visitekaartje is bij het solliciteren, maar ook laat zien wat jouw professioneel niveau is.

43

3.5

Internationaal traject van een jaar Het internationale traject biedt je de mogelijkheid je internationaal te orinteren en je voor te bereiden op de internationale arbeidsmarkt. Als je het internationale traject volgt, dan kies je voor tenminste 1 jaar internationale studieonderdelen, waaronder minimaal een semester in het buitenland.

Statement

Als je met goed gevolg het traject van een jaar inclusief een half jaar buitenland afsluit, ontvang je samen met je diploma een Statement, waarin de school verklaart dat je een substantieel deel van de studie in een internationale context hebt gedaan. Hieronder volgen de keuzemogelijkheden van het internationaal traject: CO: een semester van het tweede jaar bij IC, The Campaigns + Communication Research Minor Information Services Minor Creating a Communication Campaign CS: Minor Game-On Minor International Aid and Development CO: IC specialisatie Minor Creating an International Event Minor International Aid and Development Onderwijs in een vreemde taal Studie in het buitenland tijdens de vrije ruimte Praktijkstage in het buitenland Specialisatie in het buitenland Afstudeeropdracht in het buitenland of bij internationale organisatie in Nederland. International minor bij een van de andere scholen binnen de HG.

Voorwaarden en eisen: je moet er rekening mee houden dat sommige onderdelen van het traject instapvoorwaarden en een maximum aantal deelnemers hebben. Zie DOP beschrijvingen en studiegids voor details. Onderdelen die in Engels worden aangeboden kunnen een instaptoets eisen. De keuze voor het internationale traject is een standaard

44

onderdeel van de studieloopbaanbegeleiding. Meer informatie Neem voor meer informatie over het internationaal traject contact op met het Center for Student Initiatives / Bureau Externe betrekkingen en projecten van ICM in Kamer E 149 tel: 5952079. Blackboard > ORGANISATIONS > Instituut voor Communicatie & Media > ICM International

45

4
Doel

Persoonlijke Professionele Ontwikkeling


Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (PPO) heeft tot doel de student grip te leren krijgen op zijn studie. Je leert je studie te plannen, te reflecteren op je studie en je toekomstige beroep en je eigen competenties in dat verband. Je leert verbeterplannen te maken, keuzes te maken en accenten te leggen. Een centrale rol is weggelegd voor docenten die als studieloopbaanbegeleiders de student persoonlijk ondersteunen. Je krijgt voor vier jaar een studieloopbaanbegeleider (SLB-er) toegewezen, waarmee een direct en persoonlijk contact wordt onderhouden. De SLB-er informeert jou over de studiemogelijkheden en de onderwijsorganisatie. SLB-ers hebben tijd om hun studenten individueel te begeleiden, zij zijn er voor de studenten.

Studieovereenkomst

Student en SLB-er maken aan het begin van elk jaar afspraken met betrekking tot de studieloopbaan, welke vastgelegd worden in een persoonlijk ontwikkelingsplan en een studieovereenkomst (SOK). Door deze plannen op te stellen in overleg met een SLB-er, is voor de student duidelijk wat er van hem verwacht wordt en wat hij/zij kan verwachten van de opleiding. Persoonlijke Professionele Ontwikkeling en individuele ontwikkeling geven je de kans je op eigen wijze en naar eigen inzicht te profileren en je voor te bereiden op de toekomstige plek in het werkveld. Voor alle eerste en tweedejaarsstudenten zijn in het rooster studiebegeleidingsuren opgenomen. Deze uren kunnen bestaan uit door de studieloopbaanbegeleider geplande individuele-, groeps-, en klassikale bijeenkomsten.

Studieproblemen of omstandigheden

Afgezien van de door de opleiding geplande activiteiten kan je altijd op eigen initiatief vragen stellen met betrekking tot je studie. Ook voor persoonlijke problemen of omstandigheden, bijvoorbeeld langdurige ziekte of bijzondere familieomstandigheden, die de voortgang van de studie negatief kunnen benvloeden, kan je bij de studieloopbaanbegeleider terecht. Daarbij is het van groot belang dat je niet wacht met het bespreken van dergelijke problemen maar die vroegtijdig kenbaar maakt, zodat wellicht problemen voorkomen kunnen worden. De studieoopbaanbegeleider kan je, afhankelijk van de aard van de problemen, doorverwijzen naar de decaan.
46

4.1

Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 1 Tijdens de introductieweken ontmoet je je studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Deze SLB-er nodigt je uit voor een kennismakingsgesprek tijdens de eerste drie collegeweken. Het is belangrijk je SLB-er goed te leren kennen. Hij/zij is je eerste aanspreekpunt tijdens je studie voor bijna alles. Omdat de SLB-er op gezette tijden ook individueel gesprekken met je zal voeren, is hij/zij meer dan een andere docent op de hoogte van hoe het met je gaat.

Studievoortgang

Wat doet een SLB-er zoal in het eerste jaar? In de eerste drie weken voer je met de SLB-er een kennismakingsgesprek, in periode 2, 3 en 4 voer je met je SLB-er een studievoortganggesprek. Je voert tenminste vier keer per jaar een individueel gesprek met je SLB-er. Zon gesprek richt zich op succesfactoren, op mogelijke oorzaken van eventuele minder goede prestaties, op mogelijke oplossingen en op de studieplanning i.v.m. herkansingen. Aan het eind van het propedeusejaar reflecteer je samen met je SLB-er het propedeusejaar en bespreek je de mogelijkheden voor de volgende jaren. Tijdens de klassikale bijeenkomsten wordt algemene informatie uitgewisseld tussen studenten en de SLB-er: informatie over de opleiding (bijvoorbeeld studielast, organisatie, docenten), informatie van de opleiding over bijvoorbeeld cijferregistratie, organisatie, communicatie, voorzieningen, keuzepunten, bindend studieadvies (zie paragraaf 6.2.2 in deze studiegids) etc. In de opleiding staan verschillende competenties (specifieke beroepscompetenties en HBO-competenties) centraal. Het proces van het verwerven van deze competenties vindt voortdurend en tijdens de hele opleiding plaats. Regelmatig blik je terug op je voortgang in het verwerven van deze competenties en maak je nieuwe plannen. De reflecties en studieplannen zijn belangrijke onderwerpen van gesprek tussen jou en je studieloopbaanbegeleider. Ook de keuzemogelijkheden waarvan je tijdens je studie gebruik zult maken, bespreek je met je studieloopbaanbegeleider. Tijdens je opleiding maak je je keuzes zelf. Begeleiding bij deze keuzes is een taak van de studieloopbaanbegeleider.

Informatie

Competenties

Keuzemogelijkheid

47

4.2

Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 2 De studiebegeleidingactiviteiten in de hoofdfase kenmerken zich door de orintatie op keuzemogelijkheden voor het derde en vierde jaar. Maar ook tijdens je tweede jaar komen studievoortgang en studieplanning en uitleg over de stagemogelijkheden aan de orde. De SLB-er bespreekt de instapvoorwaarden voor de stage, de handleiding stage en de plaatsingsprocedure etc. Als je je propedeuse nog niet helemaal hebt, dan is dit een belangrijk onderwerp van gesprek.

Stagevoorbereiding

Ongeveer een half jaar voor aanvang van de stage volg je de workshop solliciteren/assessment als voorbereiding op je stage. In de workshop wordt uitleg gegeven over de stagemogelijkheden, ,de instapvoorwaarden, de handleiding voor derdejaars, de plaatsingsprocedure etc. Ook voert de SLB-er motivatie/adviesgesprekken. In dit gesprek wordt ingegaan op persoonlijke interesse in (delen) van het werkveld, op eigen sterke en zwakke kanten, op de mondelinge en schriftelijke vaardigheid etc. In principe geeft de SLB-er een pr-advies zodat je al enigszins gericht kunt zoeken naar een stageplaats. Gedurende het hele zoekproces kun je terecht bij je SLB-er voor advies. 4.3 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 3 Het SLB-traject van het derde jaar richt zich vooral op de keuze voor de specialisatie en de afstudeeropdracht in het vierde jaar. Je begint met het opbouwen van je netwerk en stelt op basis van je ervaringen binnen de stage en het invullen van je vrije ruimte een POP op. Je voert tenminste twee gesprekken met je SLB-er. 4.4 Persoonlijke Professionele Ontwikkeling jaar 4 Het SLB-traject van het vierde jaar kenmerkt zich door de orintatie op de arbeidsmarkt en de mogelijke vervolgopleidingen. Je ontwikkelt de beroepsspecifieke en HBO-competenties tot het niveau van een beginnende beroepsbeoefenaar Voorbereidend op je afstudeeropdracht volg je de training Adviseren.

Carrire-planning

Sollicitatie, afstuderen

48

5
Indeling studiejaar

De planning
Elk onderwijsjaar is verdeeld in vier onderwijsperioden. Een periode bestaat uit 10 lesweken. De organisatie van lessen, opdrachten en tentamens kan per blok verschillen. Lesuur 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tijdstip 08.30 09.30 09.30 10.30 10.30 11.30 11.30 12.30 12.30 13.30 13.30 14.30 14.30 15.30 15.30 16.30 16.30 17.30 17.30 18.30

Collegetijden

Planning van onderwijs en tentamens

De gedetailleerde up-to-date planning, waarin je belangrijke data aantreft zoals tentamendata, inzagedata, voorlichtingsdata etc., is altijd te vinden op Blackboard in het planningssysteem. Raadpleeg die planning voor de exacte data: www.helo.hanze.nl > Blackboard > Organisations > Instituut voor Communicatie en Media > ICM planningsysteem. 5.1 Vakanties en feestdagen 2010-2011 voor de student: Vakantie: Kerstvakantie Meivakantie Zomervakantie Nationale feestdagen: Kerstmis Jaarwisseling Goede vrijdag/Pasen Koninginnedag Hemelvaart Pinksteren Data: 20 december 31 december 2010 2 mei 6 mei 2011 18 juli 2 september 2011 25-26 december 2010 1 januari 2011 22-25 april 2011 30 april 2011 2 juni 2011 13 juni

49

5.2

Jaarplanning voor de student: Introductie week Periode 1 6 sep- 10 sep 13 sept 19 nov Lesweek Studieweek Lesweek Tentamen Lesweek Vakantie Lesweek Tentamen Week 36 Week 36-42 Week 43 Week 44 Week 45-46 Week 47-50 Week 51-52 Week 1-3 Week 4-5 Week 6 Week 7 Week 8 Week 9-14 Week 15-16 Week 17 Week 18 Week 19-24 Week 25-28

Periode 2

22 nov 4 feb

Introductie week Periode 3

7 feb 10 feb 14 feb 21 april Lesweek Studieweek Lesweek Tentamens Lesweek Vakantie Lesweek Tentamen

Periode 4

26 april 15 juli

Zomervakantie

18 juli 2 sep

50

6
6.1 Toelating naar vooropleiding CO, IC, CS

Toelating en instapvoorwaarden
Toelating tot jaar 1 Met de volgende diplomas kun je worden ingeschreven voor de verschillende opleidingen: Havo-diploma met profiel: Cultuur & Maatschappij: aanvullende eis: wiskunde-a of wiskunde-b Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek VWO met profiel: Cultuur & Maatschappij Economie & Maatschappij Natuur & Gezondheid Natuur & Techniek

IDM

Havo diploma VWO diploma

MBO-niveau 4 Propedeuse en getuig-schriften

Andere toelatingsmogelijkheden: MBO-niveau 4: In bepaalde gevallen kan sprake zijn van aanvullende eisen propedeuse getuigschrift elders behaald door de minister aangewezen getuigschrift dat tenminste gelijkwaardig is aan een van de hierboven genoemde getuigschriften Studenten met een buiten Nederland afgegeven diploma dienen om te worden toegelaten aan de volgende eisen te voldoen: het diploma Staatsexamen NT2, niveau 2 (voor Nederlandstalige majors) een positief advies van het NUFFIC, de Informatie Beheer Groep of Compaz inzake het buitenlandse diploma, danwel het getuigschrift van het Voorbereidend Jaar van het Noorderpoortcollege met het juiste vakkenpakket een geldige verblijfsstatus voor het volgen van een studie in Nederland.

Buiten Nederland afgegeven diploma

51

Een negatieve beslissing over de toelating vindt niet eerder plaats dan nadat hierover advies is uitgebracht door de dienst studentendecanen. Vakkenpakketeisen Aanvullende eis voor de major IC: ruime voldoende voor Engels (HAVO en VWO) of Toefl 550 of IELTS 6.0.

6.1.1 Toelatingsonderzoek Doel van het onderzoek Het doel van het toelatingsonderzoek is het vaststellen van het recht op vrijstelling van de bij of krachtens de WHW vastgestelde vooropleidingseis, t.a.v. de majors CO, CS, IDM en IC, t.b.v. een aspirantstudent die de leeftijd van 21 jaren heeft bereikt en niet aan de genoemde vooropleidingseis voldoet. Uit het onderzoek dient te blijken of de aspirant-student al dan niet in staat kan worden geacht het onderwijs van de major te volgen. Inhoud Het onderzoek omvat: 1. een gesprek met de leden van de commissie, waarbij de bij het verzoek om toelating door de aspirant-student verstrekte gegevens het uitgangspunt vormen en waarin de commissie een beeld dient te krijgen van de aard en het niveau van algemene ontwikkeling van de aspirant-student, noodzakelijk voor het kunnen volgen van het onderwijs van de major (CO, CS, IDM, IC); 2. een schriftelijk onderzoek naar het begrip van en de vaardigheid in het gebruik van de Nederlandse taal; dit betreft het beantwoorden van vragen bij een tekst en het maken van een samenvatting (schriftelijk 180 min.) (CO, CS, IDM, IC); 3. een schriftelijk onderzoek naar het begrip van de Engelse taal; dit betreft het beantwoorden van vragen bij meerdere teksten (schriftelijk 150 min.) (CO, CS, IDM, IC); 4. deelname aan de toets Elementaire Wiskunde (verplicht) en de cursus (optioneel) in de periode juni/juli (+/- 8 dagdelen) (CO, CS, IC). De toelatingscommissie kan op grond van ervaring of getuigschriften van de aspirant-student vrijstelling verlenen voor n of meer van de in hierboven bedoelde onderdelen. Beoordeling Een kandidaat is geslaagd voor het toelatingsonderzoek indien: het cijfer voor de Nederlandse taal tenminste een volle 6 (zes) is; het cijfer voor de Engelse taal tenminste een volle 6 (zes) is;

52

en het cijfer voor wiskunde tenminste een 5,5 is

6.1.2 Vrijstellingsregelingen Studenten CO, CS en IDM met een mbo-4 diploma van verwante opleidingen studeren vanaf komend schooljaar met een versnelling van in ieder geval 1 jaar. Zij krijgen namelijk: vrijstelling van 2 themablokken in de propedeuse, met uitzondering van een of meer van de kennistentamens/theorietentamens uit die betreffende themablokken vrijstelling van de stage in jaar 3 indien de mbo-stage van voldoende niveau is geweest in de Vrije Ruimte verplicht een verzwaard in company project.

Vrijstellingen voor CO

Vrijstellingen CO: CO-studenten met mbo-4 vooropleiding VPRC Cibap krijgen vrijstelling voor de themablokken hui en event, behalve voor hui2 en eve2. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Per februari gaan deze studenten naar de hoofdfase. CO-studenten met mbo-4 vooropleiding van richtingen Marketing en Communicatie of daaraan verwant krijgen vrijstelling voor de themablokken event en pub, behalve voor eve2 en pub3. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Per februari gaan deze studenten naar de hoofdfase. Daarnaast blijft de zwaluwstaartregeling bestaan voor de bijzondere instroom vanuit Cibap Zwolle. Deze studenten starten direct in jaar 2. -

Vrijstellingen voor CS

Vrijstellingen CS CS-studenten met mbo-4 vooropleiding in de richting Web & Mobile Services(*) krijgen vrijstelling voor de themablokken web en dwe, behalve voor de vakken web2 en dwe2. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Per februari gaan deze studenten naar de hoofdfase. CS-studenten met mbo-4 vooropleiding in de richting Gaming krijgen vrijstelling voor de themablokken web en bdt, behalve voor de vakken web2 en bdt3. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Deze vrijstellingsregeling wordt e gerealiseerd in zwaluwstaarten tijdens het 4 jaar van de mboopleiding. CS-studenten met mbo-4 vooropleiding in de richting Brand & Design Management(**) krijgen vrijstelling voor de themablokken -

53

hui en bdt, behalve voor de vakken hui2 en bdt3. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Per februari gaan deze studenten naar de hoofdfase. Studenten van het Alfa College, richting Multimedia en Vormgeving of richting Gaming) verkorten hun hbo-studie met in totaal 1,5 jaar: de halve propedeuse wordt in een zwaluwstaart gehaald, de rest van de propedeuse wordt vrijgesteld evenals de stage. Ook voor deze studenten geldt dat zij hun in hun Vrije Ruimte verplicht een verzwaard in company project doen.

(*) ICT-opleidingen: - ICT-beheer - ICT-beheerder - Applicatieontwikkelaar - Applicatiebeheerder - Netwerkbeheerder (**) Grafische opleidingen: - Grafisch vormgeven - Vormgever, reclame, presentatie en communicatie uitstroomvariant: Reclame en publiciteitsvormgeving (*) of (**) Multimedia opleidingen (afhankelijk van het feit of de opleiding meer webtechnisch of grafisch is ingevuld): - Multimedia vormgever dan wel Mediavormgeving of Mediatechnologie - Vormgever, reclame, presentatie en communicatie uitstroomvariant: Multimedia vormgeving Vrijstellingen voor IDM Vrijstellingen IDM IDM-studenten met mbo-4 vooropleiding in de richting ICT, Particuliere Digitale Recherche en SOD-I krijgen vrijstelling voor de themablokken web en hui, behalve voor de vakken web2 en hui2 en hui3. Extra vakken die gehaald moeten worden zijn: cmv1, cmv2, slb1 en slb2. Per februari gaan deze studenten naar de hoofdfase.

Vrijstelling met Propedeuse andere instelling

Vrijstelling op grond van propedeuse diploma en overige vrijstellingen Studenten die in het bezit zijn van een propedeusediploma CO (of International Communication), CS of IDM behaald bij een andere hogeschool, worden tot de hoofdfase van de major toegelaten, indien er bij vergelijking van de beide propedeuseprogrammas geen deficinties worden geconstateerd. Eventueel door de SLB-er e geconstateerde deficinties moeten in het 1 jaar van inschrijving worden weggewerkt.
54

Overige vrijstellingen

Verzoeken tot vrijstellingen op andere gronden dan hiervoor vermeld, worden uitsluitend verleend op grond van op HBO- of universitair niveau behaalde vergelijkbare onderwijsonderdelen. Voor IC geldt bovendien dat het onderdeel in het Engels afgerond moet zijn. De vrijstellingsverzoeken moeten schriftelijk worden ingediend, en wel binnen de eerste twee weken van de onderwijsperiode waarin het betreffende onderwijsonderdeel gepland is. Formulieren daartoe staan op Blackboard. Zij moeten, na ondertekening door de betreffende docent of SLB-er, ingeleverd worden bij de Front Office van het Onderwijsbureau. 6.2 Doorstroom naar jaar 2 (hoofdfase) De duur van het propedeuseonderwijsprogramma bedraagt n (1) jaar. Alle 60 ec van het programma moeten behaald worden om het propedeusediploma te ontvangen. 6.2.1 Vijf categorien: In verband met het propedeutische examen onderscheiden we vijf categorien studenten.

Categorie 1. Geslaagd

De student is geslaagd als hij/zij aan het einde van het eerste studiejaar 60 ec heeft gehaald. De student is geslaagd voor de propedeuse en wordt toegelaten tot de hoofdfase. TIP: het is aan te raden in het eerste jaar alle 60 ec te halen omdat je dan: direct met je eigen klas meegaat naar de hoofdfase de hoofdfase kunt starten zonder studieachterstand de datum van het behalen van je propedeuse op je certificaat komt te staan en dus van belang is voor je c.v.

Categorie 2. Doorstromer CO en CS of IDM/IC

Doorstromers zijn studenten die, hoewel ze de propedeuse nog niet hebben behaald, toch al toegelaten worden tot het tweede studiejaar. De student is CO & CS-doorstromer als hij/zij aan het einde van het eerste studiejaar 55 t/m 59 ec van het propedeuseprogramma heeft behaald inclusief de kwalitatieve BSA studieonderdelen (zie 6.2.2) De student is IDM- of IC-doorstromer als hij/zij aan het einde van het eerste studiejaar 40 t/m 59 ec van het propedeuseprogramma heeft behaald, inclusief de kwalitatieve BSA studieonderdelen (zie 6.2.2).

55

Categorie 3. Kwartaal doubleur CO en CS: 1Y

De student is CO & CS kwartaal doubleur als hij/zij aan het einde van het eerste studiejaar 50 t/m 54 ec van het propedeuseprogramma heeft behaald inclusief de kwalitatieve BSA studieonderdelen (zie 6.2.2). De kwartaal doubleur gaat in de eerste onderwijsperiode van zijn tweede jaar van inschrijving eerst zijn volledige propedeuse halen. Vanaf de tweede onderwijsperiode kan hij/zij instromen in de hoofdfase van de opleiding. De student CO & CS is halfjaar doubleur als hij/zij aan het einde van het eerste studiejaar 40 t/m 49 ec van het propedeuseprogramma heeft behaald, inclusief de kwalitatieve BSA-onderdelen. De halfjaar doubleur heeft in het tweede jaar van inschrijving twee onderwijsperiodes de tijd om zijn propedeuse te halen, daarna stroomt hij/zij door naar de hoofdfase. Indien de propedeuse niet na twee onderwijsperiodes is behaald, krijgt de student een negatief bindend studieadvies De student ontvangt een bindend negatief studieadvies en moet derhalve de school verlaten indien aan het einde van het studiejaar minder dan 40 ec en/of niet alle kwalitatieve BSA-onderdelen zijn behaald. Zie de regeling voor het bindend studieadvies (paragraaf 6.2.2.) NB: Een student krijgt een negatief BSA voor een bepaalde major. Het is dan niet mogelijk om je opnieuw in te schrijven voor die major of een major met hetzelfde CROHO-nummer. Dit geldt bijvoorbeeld voor de opleiding Communicatie vs. International Communication. Doorstromers en kwartaaldoubleurs dienen er rekening mee te houden dat binnen twee jaar na de aanvang van de studie alle propedeusestudiepunten behaald dienen te zijn (zie regeling rond het bindend studieadvies in de volgende paragraaf). 6.2.2 Regeling Bindend Studieadvies in de Propedeuse

Categorie 4. Halfjaar doubleur CO en CS:1x

Categorie 5. BSA-er

Doubleurs en doorstromers

BSA-normen

(zie ook artikel 4.14 van het Studentenstatuut) In het eerste jaar krijg je te maken met het Bindend Studie Advies (BSA; zie voor de procedure verderop in deze paragraaf). Dit houdt in dat er voorwaarden worden gesteld aan de voortzetting van je studie. Voorwaarden om door te mogen gaan met de studie na het eerste jaar van inschrijving: minimaal tweederde van de studielast van het eerste jaar moet zijn behaald, n alle kwalitatieve BSA-onderdelen moeten zijn behaald,

56

waarvoor maximaal 2 gelegenheden benut mogen worden. Voor studenten met vrijstellingen in de propedeuse-onderdelen geldt dat zij minimaal tweederde van het maximaal te behalen aantal studiepunten (60 ec) minus het aantal studiepunten dat door vrijstelling is verkregen, moeten behalen. Ook voor hen geldt dat dit inclusief alle kwalitatieve BSA-onderdelen is. Kwalitatieve BSA-onderdelen Voor CO zijn de kwalitatieve BSA-onderdelen: Communicatietheorie (BDT3), Filmtheorie (BDT2) Vormgeving theorie (HUI3) Deskresearch/Communicatie theorie (HUI4) Schrijven (CMV1) Marktverkenning (EVE2) Bedrijfsfinancin (EVE3) Medialandschap (PUB3) Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (SLB1, 2, 3 en 4) Voor CS zijn de kwalitatieve BSA-onderdelen: Theorie Website Usability (WEB2) Project Website (WEB1) Communicatietheorie (BDT3) Filmtheorie (BDT2) Vormgeving theorie (HUI3) Deskresearch/ Communicatie theorie (HUI4) Project Dynamische Website (DWE1) Informatiekunde (DWE2) Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (SLB 1, 2, 3 en 4)

Voor IDM zijn de kwalitatieve BSA-onderdelen: Project Graven in Gegevens project (GIG1) Graven in Gegevens marketing intelligence opdracht (GIG3) Deskresearch/ Communicatie theorie (HUI4) Organisatiekunde (HUI2) Project website (WEB1 Media- en informatierecht (WEB4) Project Communicatiemiddelen (COM1) Persoonlijke Professionele Ontwikkeling (SLB1, 2, 3 en 4) Voor IC zijn de kwalitatieve BSA-onderdelen: Project Professional Orientation, block 2 or Project The Event, block 4

57

BSA-procedure

ECP: English language and communication, 3 out of 4 courses ECP 1-4 Intercultural competence 1: ICC1A, block 1 and ICC2 block 2 Psychological Aspects of Communication (BLA1B) Communication Theory 1 (PRJ1B) Academic Counseling (ACC 1 -4)

Alle studenten ontvangen nadat zij vier onderwijsperiodes inclusief de herkansing van de vierde periode hebben gevolgd een studieadvies. Dit advies zal negatief zijn indien de student niet aan de BSA-vereisten voldoet. Dit betekent dat de student de opleiding moet verlaten. Halfjaar doubleurs die na zes onderwijsperiodes niet alle propedeuseonderdelen hebben behaald, krijgen ook een negatief bindend studieadvies en moeten dan de opleiding verlaten. Doorstromers en kwartaal doubleurs moeten in dit kader alle propedeuseonderdelen gehaald hebben aan het eind van hun tweede jaar van inschrijving. De opleidingen binnen de Hanzehogeschool hebben allen een bindend studieadviesregeling. In de wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) en het Studentenstatuut is namelijk geregeld dat de dean van een opleiding studenten die onvoldoende presteren op propedeuseonderdelen een studieadvies kan geven waaraan een afwijzing is verbonden. Dit kan na n jaar, maar ook daarna nog (zolang de propedeuse niet is afgerond). Dat houdt in dat een student die beneden de (door de opleiding gestelde) norm presteert afgewezen kan worden. Deze afwijzing is bindend. De student kan zich dan niet opnieuw voor dezelfde major (of een major waarmee het propedeutisch examen gemeenschappelijk is) inschrijven binnen dezelfde hogeschool. Dus k niet voor een eventuele deeltijd- of duale variant van deze major. Alvorens tot een afwijzing over te gaan, stelt de dean de student in de gelegenheid te worden gehoord. Het bindend (afwijzend) studieadvies dient voorafgegaan te zijn door een waarschuwing, onder bepaling van een redelijke termijn waarbinnen de studieresultaten moeten zijn verbeterd. De waarschuwing wordt verstrekt: na 2 onderwijsperiodes aan alle studenten; na 4 onderwijsperiodes aan halfjaar doubleurs; na 6 onderwijsperiodes aan doorstromers en kwartaal doubleurs Bovendien worden alle studenten in de loop van hun eerste onderwijsperiode door hun studieloopbaanbegeleider gewezen op dit

58

bindend studieadvies. De opleidingen binnen de Hanzehogeschool hebben allen een bindend studieadviesregeling. Overige regelingen Voor alle studenten geldt: Aan studenten die een voorwaardelijke ontheffing (zie hieronder) van het bindend (afwijzend) advies hebben gekregen op grond van persoonlijke omstandigheden, kan indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan alsnog een bindend studieadvies worden gegeven. Een bindend (afwijzend) advies kan niet worden uitgebracht indien de student van de septemberinstroom op 1 februari van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase niet meer staat ingeschreven en indien de student van de februari-instroom op 1 september niet meer staat ingeschreven. Ontheffing bindend studieadvies Persoonlijke omstandig heden In geval van bijzondere persoonlijke omstandigheden kan men ontheffing vragen van het afwijzend bindend studieadvies, zie ook artikel 4.16 van het Studentenstatuut. De persoonlijke omstandigheden die in de beoordeling worden betrokken, zijn: ziekte van de betrokkene; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de betrokkene; zwangerschap van de betrokkene; bijzondere familieomstandigheden; het lidmaatschap van de CMR, een VSR, of een opleidingscommissie. Bovenomschreven persoonlijke omstandigheden moeten in voorkomende gevallen tijdig, zo mogelijk onmiddellijk bij het optreden ervan en voorafgaande aan het uitbrengen van het studieadvies aan een decaan van de dienst Studentendecanen en aan de studieloopbaanbegeleider meegedeeld worden. De decaan kan de student adviseren en eventueel doorverwijzen in verband met die persoonlijke omstandigheden. De student stelt de examencommissie schriftelijk en tijdig op de hoogte van de melding van persoonlijke omstandigheden aan de decaan en de studieloopbaanbegeleider. Het melden van persoonlijke omstandigheden na het bekend worden van een bindend (afwijzend) studieadvies, heeft dus geen zin.

59

Indienen ontheffingsverzoek

Een verzoek tot ontheffing, zo mogelijk met ondersteunende verklaring van de decaan, dient via e-mail met vermelding van persoonlijke omstandigheden te worden ingediend bij zowel de voorzitter van de examencommissie (j.de.bos@pl.hanze.nl) als de secretarieel medewerker examencommissie (s.e.veltens@pl.hanze.nl). Dit verzoek dient uiterlijk te zijn ingediend op de datum die door de opleiding is bepaald. Een ondersteunende verklaring van de decaan bij het verzoek tot ontheffing speelt een grote rol bij de beslissing van de dean om een verzoek wel of niet te honoreren. Alvorens aan een student een bindend (afwijzend) advies uit te brengen nodigt de dean hem uit om gehoord te worden. De dean zal dit horen opdragen aan leden van de examencommissie. Zie voor de exacte procedure Bindend Studie Advies de informatie op Blackboard. Een student die in zijn tweede jaar van inschrijving in de propedeuse met zekerheid vaststelt dat er voor hem gezien de aangeboden tentamens of het aantal door hem gebruikte kansen (maximaal 2 per jaar) geen mogelijkheid is om de vereiste 60 ec voor de propedeuse binnen te halen, kan op grond van een redelijk verzoek worden uitgeschreven. De opleiding dient de onmogelijkheid van het behalen van de vereiste 60 ec te bevestigen. 6.3 Instapvoorwaarden jaar 3 Voorwaarde voor toelating tot de praktijkstage: propedeuse moet geheel zijn gehaald; van het tweede studiejaar moeten bij aanvang van de stage 45 ec zijn behaald op 31 augustus voor september instromers en op 1 februari voor februari instromers; De workshop assessment/solliciteren moet met een voldoende zijn afgerond. NB Studenten mogen pas starten met solliciteren naar een stageplaats als ze 30 ec uit jaar 2 hebben behaald. De student kan te allen tijde studieonderdelen uit de vrije ruimte doen. Wel is het mogelijk dat onderdelen van de vrije ruimte specifieke instapvoorwaarden stellen. Wie bijvoorbeeld de vrije ruimte invult met een specialisatie van 29 ec, moet eveneens aan de specifieke instapeisen van die specialisatie voldoen (zie 6.4 instapvoorwaarden). Year 3 IC:

Horen

Redelijk verzoek

Instapvoorwaarden praktijkstage

Toelating vrije ruimte

60

Prerequisites for admission to year 3 (year abroad) are: -propaedeutic phase must have been completed nd -at least 45 ec from 2 year modules must be accumulated by 31 August -in addition, for students of the cohort 2009-2010, all of the key modules in year 2 (see below) must have been completed -all the internship preparation modules must have been completed The IC key modules in year 2 are: -3 of the 4 second year ECP (English for Communication Professionals) courses -3 of the 4 second year Communication Theory courses (Because of the amount of time it takes to prepare for your study abroad/internship abroad, the following will be used as an indication: at the end of the first semester, 30 ec must have been completed. At the end of the third blok 75% of 50 ec must have been completed = 37./38 ec) De instapvoorwaarden voor minoren staan vermeld in de DOP en in de aparte keuzegids. 6.4 Toelating Specialisatie Instapvoorwaarden jaar 4 Wie aan een specialisatie begint, moet in elk geval de praktijkstage uit het derde jaar hebben afgerond. Bovendien geldt vanaf cohort 20082009 dat aan de instapvoorwaarden van de specifieke specialisatie moet zijn voldaan. Een overzicht van die voorwaarden vind je in bijgaand schema. Specialisaties CO Strategische Communicatie (Henk Lameijer) Politieke en Overheidscommunicatie (Joost Eskes) Communicatie en Bedrijf (Sip Sixma) INSTAPEISEN CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) CMO2 Communicatieonderzoek ECM2 Overheidscommunicatie ECM3 Communicatietheorie (openbaar maken, raken) CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie CPL2 marketingcommunicatie en financin CMO2 Communicatieonderzoek ECM3 Communicatietheorie

3 / tt 4 / tt 2 / tt 3 / tt 2 / tt 2 / tt 3 / tt 3 / tt 3 / tt 3 / tt 2 / tt
61

Mediastiek (Wiggele Wouda)

(openbaar maken, raken) CPL1B tools & mediamix Communicatie en Zorg (Henk Eisen) CMO2 Communicatieonderzoek CMO4 Communicatietheorie ECM3 Communicatietheorie

4 /opd 3 / tt 4 / tt 2 / tt

Specialisaties CS Web & Mobile Services (Jelle de Boer)

INSTAPEISEN CME 1B (Cont. Man en XML) IDU 2 (ond Meth en usab test INN 3 (Project) CCO3A en 3B (Project CCO) MTM1 (Concepten) INN 1A (Analyse en ontwerp))

2 /opd 4 /opd 5 /opd 5 / opd 2 / opd 2 / tt

Brand and Designmanagement (Herman ten Kate) Game Design & Development (Eelco Braad)

IDU 1 (Interactieontwerp Iteraties 3 / opd en Prototype MTM2 (Tools) 4 / opd GAM 3A en GAM 3B (Project GAM) 6 /opd INSTAPEISEN MEI3, Project Smart met info MEI4, Intercultural competencies SNS1B Onderzoekstechnieken & Datamining SNS 1A en 1B KIM 1A en 1B INSTAPEISEN (voor CO-studenten die IC-specialisatie willen gaan doen) Internationaal traject van een jaar, inclusief een halfjaar buitenland Engels op C1 niveau idem INSTAPEISEN (voor IC-studenten) rd All of the 3 year requirements regarding the study abroad are completed (see chapter 6.3)
62

Specialisaties IDM Information Services (Josef Sennekool)

5 / opd 2 / opd 2 / tt

Business Information (Kees Westerkamp) Specialisaties IC

5/opd/tt 6/opd/tt

International Business Communication

European Public Affairs International Business Communication

The internship is successfully completed and the ecs are visible on Progress European Public Affairs Instapvoorwaarden afstuderen idem

Voorwaarde voor de afstudeerperiode:(voor Nederlandstalige studenten): Om met de afstudeerperiode te kunnen starten, moet de student: -tweede jaar volledig gehaald hebben; -de derdejaars stage gehaald moet met voldoende resultaat zijn afgerond -adviesvaardigheden met voldoende resultaat hebben afgerond; -specialisatie in jaar 4 moetgehaald zijn. Prerequisites for IC graduation period (voor IC-students) Whereas the graduation period is concerned: nd -the entire 2 year must have been completed rd -the 3 year internship must have been completed - the specialization has been successfully completed (because of the amount of time it takes to prepare for your graduation period, the following will be used as an indication: at the end of the first period 75% of 15 ec must have been completed) -training consulting (ACC10) is completed

Instap-adviezen

Naast instapeisen zijn er ook instapadviezen: dringende uitspraken over vakken die je moet hebben gevolgd om aan een onderdeel succesvol te kunnen deelnemen.

6.5

Instapvoorwaarden honoursprogramma IC jaar 1 Toelatingscriteria honoursprogram voor IC-studenten: De student die solliciteert naar een plaats in het honoursprogramma: 1. mag geen achterstanden hebben; 2. heeft een gemiddeld cijfer van minimaal 7,5; 3. heeft een minimum cijfer voor ECP van 7,5; 4. schrijft een motivatiebrief, ondersteund door een docent, of de SLB-er van de student; 5. voert een motivatie gesprek met de selectiecommissie, bestaand uit 2 honours docenten. Op de vereisten 1 t/m 3 zijn uitzonderingen mogelijk als er gegronde

63

redenen zijn, dit ter beoordeling van de selectiecommissie. Toelatingscriteria honoursprogram voor IC en CO studenten jaar 2: voldoen aan bovenstaande criteria en propedeuse diploma in 1 jaar behaald. Als de honourstudent in de loop van het honoursprogramma substantile achterstanden oploopt gedurende zijn studieloopbaan, dan bestaat de mogelijkheid dat deze al dan niet voorwaardelijk wordt geschorst van het honoursprogramma.

6.6

Overstappen naar andere major Het is mogelijk over te stappen naar een andere major in februari of direct na het eerste jaar. Hieronder wordt beschreven onder welke voorwaarden dat gebeurt. Als je in februari of aan het einde van het eerste jaar CO, IDM of CS overstapt naar n van de andere majors, dan gelden de volgende richtlijnen: voor CO en CS geldt dat de basismodulen (Beeldtaal & Huisstijl) voor deze majors gelijk zijn. Deze worden dus gewoon meegenomen naar de nieuwe major voor IDM geldt dat de basismodulen (Huisstijl en Website) naar een andere major kunnen worden meegenomen de majorspecifieke themas of onderdelen daarvan kunnen worden weggeschreven in de vrije ruimte

Van CO naar IC

Je kunt besluiten dat je liever International Communication wilt gaan doen. Dan gelden de volgende richtlijnen: iedere student die toegelaten wil worden tot IC neemt deel aan een intake assessment: je schrijft een motivatiebrief en maakt een afspraak voor een intakegesprek met de teamleider IC. Op grond van deze procedure krijg je een positief of negatief advies stap je na het eerste semester van jaar 1 over, dan haal je de vakken in: intercultural communication theory intercultural competence 1 Stap je na het eerste jaar over (je hebt je propedeuse behaald!) dan
64

geldt: je start jaar 2 met Communication Campaigns. Je hebt dan bovendien gehaald: Tentamen Intercultural Communication Theory Intercultural Competence 1 + 4 C1 niveau Engelse taalvaardigheid Van IDM en CS naar IC Voor studenten IDM en CS geldt bovendien dat ze alleen de twee basismodulen mee kunnen nemen. De CS modulen kunnen zij niet wegschrijven in de vrije ruimte. Zij kunnen dus een studieachterstand van een half jaar oplopen. Andere mogelijkheden om over te stappen naar IC zijn er niet. Het blijft wel mogelijk het internationale traject te volgen. 6.7 Toelating tot lessen & keuzevakken Wanneer naar de mening van het management, na een signaal van betrokken docent of klas, het aantal aanwezigen bij een college(cyclus) te hoog is (meer dan 30 studenten), dan zal bij de beslissing wie dan wel worden toegelaten de volgende prioriteitsvolgorde worden aangehouden: studenten uit de desbetreffende reguliere klas studenten van andere majors en instituten die via de betreffende teamleider geplaatst zijn studenten die in het verleden wegens bijzondere omstandigheden (op dat moment schriftelijk gemeld bij het management) niet hebben kunnen deelnemen aan de betreffende module studenten die als gevolg van het niet kunnen deelnemen onmiddellijk in de problemen zouden komen met het halen van een toelatingsnorm tot een volgende fase van de studie (BSA, stagenorm, afstuderen) studenten die voor de eerste keer aan die module willen deelnemen, niet behorende bij de categorien 1 t/m 3 alle andere studenten (bv. herkansers) Voor de categorien 5 en 6 is het geen verplichting voor de school om in hetzelfde blok voor de betreffende onderwijseenheid een alternatief aan te bieden. Het is aan de student om, desgevraagd schriftelijk, aan te tonen tot welke categorie hij/zij behoort. Een student kan dus in het ene blok tot categorie 5 behoren en in een volgend blok tot categorie 3.

65

Voor sommige modulen is maar een beperkt aantal studentplaatsen beschikbaar. Wanneer er sprake is van overinschrijving, wordt een selectieprocedure in werking gesteld. De manier van selecteren kan per module verschillen (loting, beslissing teamleider Onderwijs, tijdstip van intekening). 6.8 Naar de RUG Doorstuderen De RUG biedt een studietraject aan van twee jaar waarin je een doorstroomprogramma van een jaar volgt en een regulier masterprogramma. Het is ook mogelijk een versneld HBOdoorstroomprogramma te volgen. Je volgt dan al een half jaar colleges bij de RUG tijdens het laatste jaar van je HBO-major. De meest recente informatie vind je op www.rug.nl/let/ciw. Om een afspraak te maken met de studieadviseur van Communicatieen Informatiewetenschappen (CIW): 050 3635858 Als je een andere masteropleiding wilt gaan volgen, bijvoorbeeld aan de RUG of andere Nederlandse universiteit, neem dan contact op met de desbetreffende instelling. Naar het buitenland Je bachelorgraad, Bachelor of Communication, geeft je toegang tot een vervolgstudie bij universiteiten over de hele wereld. Er is vaak sprake van een toelatingsassessment of schakelprogramma waarbij voor toelating de behaalde resultaten, motivatie en/of (werk)ervaring een belangrijke rol spelen. Voor meer informatie over doorstuderen aan een buitenlandse instelling, neem contact op met ICM International Headquarters. Binnen het Geert Hofstede Consortium biedt ICM een Joint Master International Communication aan. De ontwikkeling van het programma wordt financieel gesteund door de Europese Unie. De student krijgt de mogelijkheid geboden een master te behalen, direct na het verwerven van de bachelor. Studenten studeren aan twee universiteiten van het Consortium en ontvangen na succesvol afsluiten van het programma twee graden. Landen die meedoen aan het Consortium zijn: Itali, Engeland, Hongarije, Bulgarije en Letland. Het programma wordt gegeven in het Engels aan een internationale groep studenten door een internationale staf. Er zijn studiebeurzen beschikbaar. Voor meer informatie: John Smyth (j.r.smyth@pl.hanze.nl, +31 (0)50-5952935 or www.masterinternationalcommunication.eu

Joint Master International Communication

66

67

7
7.1

Examens en tentamens
Stappenplan succesvol tentamens doen Iedere student heeft in principe per jaar TWEE KANSEN om een tentamen te doen of een opdracht in te leveren. Onderstaand stappenplan is een op ervaring gebaseerd recept voor het succesvol schriftelijk tentamen doen.

Rechten en plichten

Stap 1 Weet wat je rechten en plichten zijn! Neem het HG-examenreglement, het examenprotocol, (zie voor beide elders in deze gids) en het onderwijs- en examenreglement van het eigen instituut (OER, zie verderop in dit hoofdstuk) goed door. Stap 2 Inschrijving voor de tentamens geschiedt via Progress. Als je je niet inschrijft, dan mag je geen tentamen doen. Voor keuzeonderwijs In de DOP (Digitale OnderwijsPlanner) schrijf je je via een studieovereenkomst (SOK) in voor het volgen van onderwijs. Hiermee ben je nog niet ingeschreven voor de tentamens. Vergeet dus niet om naast invullen van je SOK je in te schrijven voor je tentamens via Progress. Let op: Heb je geen studieovereenkomst in de DOP gevuld met onderwijs, dan heb je geen recht op het volgen van het keuzeonderwijs.

Inschrijven!

Hulpmiddelen

Stap 3 Voor de laatste les: Vraag de docent of je een woordenboek, calculator of een ander hulpmiddel bij je mag hebben tijdens het tentamen. Stap 4 Een week van te voren: check of je je studentenkaart hebt! Zonder studentenkaart mag je geen tentamen doen. Kan je je studentenkaart niet vinden, neem dan onmiddellijk contact op met STAD in T008.

Studentenkaart

68

Op tijd zijn

Stap 5 Op de dag zelf: zorg dat je een kwartier voor aanvang bij de tentamenzaal bent. Als je met het openbaar vervoer komt, houd rekening met vertragingen!! Als je een kwartier te laat komt, dan word je niet meer toegelaten tot de tentamenzaal. De reden maakt niet uit! Neem wat te drinken mee. Stap 6 Tijdens het tentamen: Zet je mobiele telefoon uit of nog beter laat hem thuis! Als je mobiele telefoon tijdens het tentamen afgaat (ook de trilfunctie!), dan word je verwijderd uit de zaal en is je tentamen ongeldig (dit is namelijk overlast, zie artikel 5.5 in het Studentenstatuut), maar het telt wel mee als een kans! Stap 7 Na het tentamen: ga naar de tentameninzageochtend Ben je geslaagd? Vier je succes! Lukt het je niet een voldoende te halen op een tentamen, maak een afspraak met de betreffende docent om je tentamen nader te bespreken. 7.2 Onderwijs & Examen reglement (OER) Onderstaand reglement vormt een voor de majors van het ICM specifieke invulling van de HG-Examenregeling (zie bijlagen). Dit reglement geldt voor studenten die per 1 september 2010 zijn ingestroomd (cohort 2010-2011) en voor alle eerder ingestroomde studenten, tenzij anders wordt aangegeven. In dat geval vinden deze studenten het voor hen geldende reglement in de studiegidsen van hun instroomjaar.

Mobiele telefoon

Tentameninzage

Tentamen

In de HG-Examenregeling is het begrip tentamen gedefinieerd als een onderzoek naar kennis, inzicht en/of vaardigheden van de student. Een tentamen kan de vorm aannemen van schriftelijk, een mondeling of een computertentamen, een tentamen door middel van een practicum, een praktijktentamen, assessment, (project)opdracht, groepsopdracht of een andere door de examencommissie goedgekeurde toetsvorm (artikel 5.1).

69

Beoordeling

Aan iedere onderwijseenheid zijn n of meer tentamens (zie begripsbepaling hierboven) verbonden die leiden tot een geregistreerde beoordeling in Progress. Indien ter bepaling van een tentamencijfer een afronding noodzakelijk is, wordt: - naar beneden afgerond indien de decimaal kleiner is dan of gelijk aan 4; - naar boven afgerond indien de decimaal gelijk is aan of groter dan 5. Een onderwijseenheid is voldoende als het tentamencijfer voor de onderwijseenheid minimaal 5,5 bedraagt. Onderwijseenheden kunnen ook beoordeeld worden met de termen Voldoende of Onvoldoende. Voor toekenning van de studiepunten moet de kwalificatie Voldoende zijn verkregen. Er is geen compensatie mogelijk tussen tentamens. Onderwijseenheden kunnen ook beoordeeld worden met de termen Voldoende of Onvoldoende. Voor toekenning van de studiepunten moet de kwalificatie Voldoende zijn verkregen. Tot de aanvullende eisen behoort in ieder geval de regel dat schriftelijke producten in correct Nederlands en in goed leesbare layout worden ingeleverd. Producten die op dat punt overduidelijk deficint zijn, worden niet inhoudelijk beoordeeld. Voor groepswerk worden geen vervangende opdrachten gegeven. Groepswerk kan niet individueel gemaakt/herkanst worden. Een bonus voor het maken van opdrachten blijft slechts geldig gedurende het lopende studiejaar, of zoveel korter als bij het betreffende vak wordt aangegeven. Antiplagiaatregels Het min of meer letterlijk overnemen van teksten van anderen zonder te verwijzen naar de bron, is plagiaat. Citaten moeten als zodanig in de tekst herkenbaar worden gemaakt. Het parafraseren (in eigen woorden het gedachtegoed overnemen) van teksten van anderen zonder te verwijzen naar de bron, is plagiaat. Het overnemen van het gedachtegoed van anderen zonder te verwijzen naar de bron, is plagiaat. Daarbij geldt: o gedachtegoed dat algemeen goed is en beschouwd wordt als vanzelfsprekende kennis binnen het domein, hoeft niet te worden verantwoord, tenzij het om citaten of parafrasering gaat uit een specifieke bron

Geen compensatie

Aanvullende eisen: correct Nederlands Vervanging groepswerk Bonusopdrachten

Fraude/ Plagiaat

70

de bron van het gedachtegoed moet redelijkerwijs te achterhalen zijn Het overmatig citeren (min of meer letterlijk overnemen) van teksten van anderen, ook al wordt er verwezen naar een bron, is niet toegestaan. Hierbij geldt: o standaard mag in jaar 1 en jaar 2-producten maximaal 20% van een werkstuk uit citaten bestaan, in jaar 3 en 4producten 5%. Het gebruik van deze citaten dient wel functioneel te zijn in het eigen betoog o een docent kan van deze regel afwijken en een ander maximum hanteren. Dat moet dan vermeld zijn in de opdracht. Bronverwijzingen/vermeldingen moeten ook in de tekst worden gegeven, zodat duidelijk is welke informatie uit welke bron stamt. De plagiaatregels gelden eveneens voor niet-tekstuele informatie, zoals multimedia, programmeerregels, scripts etc. In principe worden alle schriftelijke uitwerkingen van (beroeps)opdrachten die plagiaatgevoelig zijn en geschikt voor plagiaatdetectie (antwoorden zijn niet voor iedereen gelijk), als SafeAssignment-opdracht aangeleverd.

Procedure bij vermoeden van plagiaat Bij een vermoeden van plagiaat heeft de docent een gesprek met de betreffende student(en). Blijft de docent bij zijn oordeel dat er sprake is van plagiaat, moet hij/zij de examencommissie hiervan op de hoogte stellen. De examencommissie velt (volgens haar interne procedures) een oordeel en besluit eventueel over sancties. De examencommissie publiceert op Blackboard (in de announcements van alle vier ICM-opleidingen) uitspraken over plagiaatgevallen (zonder vermelding van de naam). Meer informatie vind je op Blackboard => FAQ over plagiaat in de ICMorganization. Bronbestanden Van alle opdrachten moeten alle bronbestanden, die gebruikt zijn bij de uitwerking van de opdrachten, worden bewaard. Deze bestanden kunnen te allen tijde worden opgevraagd door docenten en examencommissie. Bij klachten of onregelmatigheden over de tentamens, kun je je in eerste instantie wenden tot de betreffende docent. Kom je er niet uit, overleg dan met je studieloopbaanbegeleider. In laatste instantie kun je

Klachten

71

je wenden tot de examencommissie die onregelmatigheden en klachten over de tentamens en examen behandelt. Mail dan naar de examencommissie (j.de.bos@pl.hanze.nl) en naar de medewerker onderwijsbureau (s.e. veltens@pl.hanze.nl). De examencommissie zal niet ingaan op anonieme brieven en aanvragen. Zie voor de procedure van de Examencommissie paragraaf 8.5.5. Instapvoorwaarden Aantal keren deelnemen tentamens Zie voor de instapvoorwaarden voor jaar 3 hoofdstuk 6.3, voor jaar 4 hoofdstuk 6.4. Studenten mogen maximaal 2 keer per cursusjaar aan een toets, tentamen of opdracht deelnemen: - de eerste keer in het blok waarin de student (behorende bij een klas) het desbetreffende onderwijsonderdeel volgt - de tweede keer in het daaropvolgende blok, afwijken van deze regel is alleen mogelijk in overleg met je slb-er. Beperking geldigheidsduur toegekende studiepunten en vrijstellingen: Conform artikel 4.7 Studentenstatuut kunnen studiepunten en vrijstellingen een beperkte geldigheidsduur hebben voor studenten die niet binnen 6 jaar afstuderen. Dit geldt in ieder geval voor: -studieonderdelen die een actualiteitsgevoeligheid hebben -studieonderdelen die gewijzigd zijn Voor deelname aan alle toetsen is altijd inschrijving voor het tentamen via Progress noodzakelijk en verplicht. De inschrijving voor het volgen van (keuze-)onderwijsonderdelen geschiedt via het opstellen van een Studieovereenkomst (SOK) in de DOP. Wie zich niet inschrijft via Progress mag niet meedoen aan het tentamen! De student moet zich kunnen identificeren middels de mogelijkheden zoals die zijn vermeld in het studentenstatuut. Indien bij een student alle vormen van identificatiemogelijkheden, zoals genoemd in het studentenstatuut, zijn gestolen en hij/zij wil toch aan een tentamen deelnemen, moet de student zich voorafgaand aan de tentamenperiode melden bij de studentenadministratie van de locatie waar hij/zij studeert. De student moet een proces-verbaal van de aangifte overleggen, deze mag niet ouder zijn dan vier weken voorafgaand aan het eerst af te leggen tentamen. De studentenadministratie controleert of de student zich heeft

Beperking geldigheidsduur

Inschrijving via Progress/ DOP

Identificatie bij tentamens

72

ingeschreven voor het af te leggen tentamen. Is dit het geval dan maakt de studentenadministratie een vervangende verklaring voor de student, zodat hij/zij aan het tentamen kan deelnemen. De student is verplicht deze verklaring mee te nemen naar het tentamen en te tonen aan de surveillant. Zonder deze verklaring kan een student niet deelnemen aan een tentamen. Deadlines inleveren opdrachten en beoordelingstermijn Uitwerkingen van opdrachten moeten vr de daarvoor aangegeven deadline rond de tentamenperiode van een onderwijsblok worden ingeleverd. Inleveren na de deadline is niet mogelijk. De student moet dan wachten met inleveren tot de deadline voor het inleveren van de volgende onderwijsperiode. Het risico van eventueel hieruit voortvloeiende problemen ligt volstrekt bij de student. De beoordeling en daarmee de bekendmaking van de resultaten van een tentamen en van tijdig ingeleverde verslagen, werkstukken, opdrachten e.d. dient door de docent uiterlijk 15 werkdagen (is 3 weken) na afloop van het tentamen of na afloop van de inleverdatum van de verslagen, werkstukken, en/of opdrachten e.d. plaats te vinden. De uitslag van een mondeling tentamen wordt dezelfde dag aan de student bekend gemaakt. De voorlopige uitslagen van de afgelegde toetsen worden via webmail bekend gemaakt. Deze hebben gn rechtsgeldigheid. Studenten kunnen de definitieve resultaten vanaf 17 werkdagen na afloop van een tentamen inzien via de website ProgressWWW. Bij vermeende fouten op resultatenoverzichten of achterstallige registratie van studieresultaten dient de student binnen 3 maanden na de inzagedatum schriftelijk of via e-mail contact op te nemen met de docent of de cordinator Planning en Roostering (Andrea Bavinck). Een eventuele uit dat contact voortvloeiende wijziging in de registratie van studieresultaten wordt door de betrokken docent binnen 2 weken doorgegeven aan de Dienst Studievoortgang. Na de termijn van 3 maanden na de inzagedatum kan een student zich nergens meer op beroepen omdat de bewaartermijn van tentamens dan verstreken is. Inzage Studenten kunnen aansluitend op een toetsperiode inzage verkrijgen in de tentamens en opdrachten. De centrale inzage vindt plaats op de derde of vierde maandag van het volgende blok. Zie het ICM planningsdocument op Blackboard voor de exacte inzagedata en tijden.

Publicatie uitslagen

Reactie-termijn op uitslag

73

Talentbeleid/ excellence

Excellence Hanze University Groningen offers additional challenges to outstanding students. Students who want to achieve the very best they can and enjoy being challenged can do this within the school and the study programme. As part of the excellence policy, the study programme offers the following options: Honours programme CS The honours programme begins in the second year and continues for the duration of the study programme. The honours programme is worth 30 extra ECs, in addition to those accrued via the regular bachelor's degree programme. The honours programme has a research element, a community element and an interdisciplinary element. The research element involves practice-oriented research, advisory work and innovation that will deepen your knowledge, broaden your view on the professional developments and will challenge you to add your contribution to the professional innovation. The community element involves organising activities for the school and carrying out activities for the community outside the school, mentoring, participatory council and participation in social programs are among the possibilities. For the interdisciplinary element, you make your own choice from the range of topical social themes offered throughout the university. When you graduate, the honours programme is mentioned in the diploma and the diploma supplement. Admission criteria: First year completed in one year, letter of motivation Selection procedure: Will entail an admission interview. Extra requirements maybe set. Honours programme IC/CO The honours programme begins in the second year and continues for the duration of the study programme. IC students can participate in a prehonours programme starting in the second half of the first year. The honours programme is worth 30 extra ECs, in addition to those accrued via the regular bachelor's degree programme. The honours programme has a research element, a community element and an interdisciplinary element. The research element involves practice-oriented research, advisory work , classes and activities that will deepen your knowledge, broaden your view on the professional developments and will challenge you to add your contribution to the professional innovation. The community element involves organising activities for the school and carrying out activities for the community outside the school,

74

mentoring, participatory council and participation in social programs are among the possibilities. For the interdisciplinary element, you make your own choice from the range of topical social themes offered throughout the university. When you graduate, the honours programme is mentioned in the diploma and the diploma supplement. Admission criteria: First year completed in one year, letter of motivation (guidelines: 7,5 on average, minimum 7,5 English) Selection procedure: Will entail an admission interview. Extra requirements maybe set.

Selective specialisation The study programme offers you the opportunity to take a selective specialisation. A selective specialisation is an exclusive specialisation for a select group of students. The specialisation is worth 30 ECs, and ties in with the bachelor's programme. This programme is: strategic advising The content focuses on being able to identify communication issues in a complex, real life problem, to (desk-)research, to prepare feasible strategic advise to the client and to formulate implementation assignments. When you graduate, the specialisation is described as an excellence programme in the diploma supplement. Admission criteria: CO- students need a 7 on average for CMO4 & ECM3, and no backlogs for year two. IC-students: minimum 7 on average COM2 & COM5, and no backlogs for year two. CS-students: minimum 7 for: BDM: CCO2, GDD en WMS: Project Onderzoeks-methoden & usability testen, and no backlogs for year two CS-students are obliged to take either the specialization of their major in their free electives semester, or do the selective spezialisation as their free electives or (if neither is possible) combine the selective specialization with a core 5 credits of their major specialization. IDM-students: minimum 7 on average for: Onderzoekstechnieken & Organisatiekunde & Informatieanalyse and no backlogs for year two.

75

Both CS and IDM students are strongly advised to take COM 5 in IC during their free electives. Selection procedure: A motivational letter is required which will be discussed during a selection interview

7.3

Bezwaarschriften & verzoeken Het kan voorkomen dat je een probleem hebt met je studie dat je niet hebt weten op te lossen samen met de docent of met je studieloopbaanbegleider. Dit soort problemen kun je voorleggen aan de examencommissie. Deze commissie bestaat uit een voorzitter (Jantien de Bos) en vier leden (de teamleider van CS/IDM en drie docenten). De commissie past het principe van hoor-en-wederhoor toe. Als je een vraag, bezwaar of verzoek hebt dat je wilt voorleggen aan de examencommissie, dan schrijf je een mail aan de examencommissie waarin je duidelijk aangeeft: de vraag waar je antwoord op wilt hebben beschrijving van het probleem wat je gedaan hebt om het probleem op te lossen Je stuurt deze mail naar de voorzitter van de Examencommissie van ICM (j.de.bos@pl.hanze.nl) en naar de secretarieel medewerker examencommissie (s.e.veltens@pl.hanze.nl). Je krijgt schriftelijk antwoord binnen 2 weken. De bindend studieadviesprocedure bij de examencommissie voorafgaande aan de zomervakantie heeft een ander verloop. Zie het document hierover dat op Blackboard door de examencommissie gepubliceerd wordt. Het HG studentenstatuut geeft een uitgebreide beschrijving van de andere beroepsmogelijkheden. Het HG studentenstatuut is te vinden op Blackboard.

Examencommissie

Procedure

HG Studentenstatuut

7.4

Het afsluitende examen Het laatste gedeelte van de hoofdfase bestaat uit de afstudeeropdracht en een examengesprek, waartoe een aantal keren per jaar de gelegenheid wordt geboden. Als een student aan alle verplichtingen heeft voldaan, vraagt hij/zij het diploma aan via een daartoe bestemd formulier dat bij het Onderwijsbureau en op Blackboard te verkrijgen is.
76

Een student is geslaagd als hij/zij tenminste 240 ec heeft gehaald. Inleveren scriptie Aanvragen examengesprek en diploma De scriptie dient ook digitaal te worden aangeleverd. Kijk voor informatie op Blackboard / afstuderen. Het aanvragen van een examengesprek en het diploma dient te geschieden middels daarvoor bestemde aanvraagformulieren op van te voren vastgestelde data. Je dient, als student zelf, hiervoor vroegtijdig te controleren in Progress of je voldoet aan alle eisen.

77

8
8.1 Bezoekadres ICM Postadres

Wegwijs binnen het instituut


Belangrijke adressen Zernikeplein 7 F-gebouw 9747 AS Groningen Hanzehogeschool Groningen Instituut voor Communicatie en Media (ICM) Opleiding CO, IC, IDM of CS Postbus 70030 9704 AA Groningen www.helo.hanze.nl www.hanze.nl Openingstijden gebouw F: Openingstijden gebouw E: Telefoon/centrale receptie: Telefoon front office ICM: Fax afdeling ICM: ma t/m do vrij ma t/m do vrij 08.00 - 22.00 uur 08.00 - 18.00 uur 08.00 - 22.00 uur 08.00 18.00 uur 050- 5952000 050- 5952944 050- 5952940

Webadres Openingstijden school

8.2

Managementteam Het management van het ICM bestaat uit de directeur (dean) en zes teamleiders. Het management is verantwoordelijk voor het schoolbeleid en algehele cordinatie van de majors. Instituutsdirecteur (dean) Teamleider Propedeuse Teamleider CO Teamleider CS/IDM Teamleider IC Teamleider Onderwijsbureau Teamleider MIC Maja Gadourek Jantien de Bos Els Bos Jan Liefers Sadhna Oediet-Doeb Monique Kimkes-Weitering Iekje Smit

Contact

Een afspraak met een lid van het managementteam maak je via de Front Office.

78

8.3 Blackboard

HELO De belangrijkste bron van informatie die je tijdens je studie zult gebruiken is Blackboard. Blackboard is een digitaal en interactief systeem waarop je kunt inloggen via een eigen inlogcode en wachtwoord. Blackboard geeft toegang tot alle informatie over cursussen die je moet volgen, college- en tentamenroosters, inschrijvingen (zoals voor de vrije ruimte, specialisaties, stages en tentamens) en andere procedures. Je kunt deze studiegids ook op Blackboard raadplegen. Check Blackboard dagelijks om op de hoogte te blijven van belangrijke mededelingen! Blackboard is een onderdeel van het Hanzehogeschoolbrede digitale systeem HELO (Hanze Elektronische Leeromgeving). HELO is te bereiken door te surfen naar: www.helo.hanze.nl. Via deze centrale website kan je onder andere inloggen op Blackboard en DOP. Progress is voor alle studenten het inschrijfsysteem voor deelname aan tentamens. Ben je niet ingeschreven in Progress voor een tentamen dan mag je NIET deelnemen aan het tentamen. De DOP is voor studenten van ICM bedoeld om je in te schrijven op het volgen van keuzeonderwijs zoals stages, minoren, vrije ruimte, afstudeerperiodes en specialisaties. Zonder inschrijving voor onderwijsonderdelen via DOP kun je niet deelnemen aan het onderwijs. Elke student krijgt een Hanzemailaccount toegewezen. Alle directe aan jou gerichte e-mails van de school (bijv. een tentamenuitslag die bekend is), worden via dit adres naar jou gezonden. Check je Hanzemail regelmatig!

HELO

Progress

DOP (Digitale Onderwijs Planner)

Hanzemail

8.4

Eerste aanspreekpunten Het zal regelmatig voorkomen dat je tijdens je studie het even niet weet. Je hebt informatie nodig, maar die is onvindbaar in de studiegids en het staat niet op Blackboard. Er zijn drie eerste aanspreekpunten: de docent de studieloopbaanbegeleider het onderwijsbureau

79

Docent

Docenten spreek je over zaken die direct te maken hebben met het onderwijs waar zij voor verantwoordelijk zijn. Als je een docent buiten de colleges om wilt spreken, dan is het belangrijk een afspraak te maken. Sommige docenten hebben een intekenlijst buiten de deur hangen; met anderen kun je via e-mail of telefonisch een afspraak maken. In de lijst van docenten en medewerkers (hoofdstuk 11) staat aangegeven hoe je een afspraak kunt maken met de betreffende docent. Tijdens zijn studie wordt de student begeleid door een SLB-er bij zijn studievoortgang en bij de keuzes die hij/zij gedurende zijn studieloopbaan maakt. Onderwerpen die je met je SLB-er bespreekt: studievoortgang, informatie over het onderwijs (keuzes binnen) je eigen studieloopbaan (persoonlijke) problemen die je studie kunnen benvloeden inschrijving in DOP klachten stages 8.4.1 Onderwijsbureau Bij het Onderwijsbureau van het ICM kunnen studenten terecht met algemene vragen over roosters, (afwezige) docenten, tentamens, praktijkstages, afstudeeropdrachten, diplomering en het afhalen van formulieren t.b.v. stages e.d. Tevens kan hier het propedeusecertificaat afgehaald worden. Op de ICT helpdesk (onderdeel van het onderwijsbureau) kunnen studenten apparatuur zoals film- en fotocameras, statieven, geluidsopnameapparatuur etc. lenen t.b.v. de uitvoering van opdrachten. Ook voor technische ondersteuning kunnen studenten hier terecht. Verder verleent de ICT helpdesk ondersteuning in de foto- en montage studios en bij overige ict- apparatuur. Het onderwijsbureau is onder andere belast met: het maken van klassenindelingen het roosteren van lessen en tentamens de acquisitie en beheer van stageadressen en opdrachten bemiddeling tussen (stage) vraag (student) en aanbod (bedrijven) het ontvangen van afstudeeropdrachten het ontvangen van verzoeken voor credits a.g.v. vrije ruimte
80

SLB-er

activiteiten afhandeling van alle examens en uitreiking van de diplomas Voor uitgebreide informatie over de ondersteunende activiteiten van het Onderwijsburau is een aparte brochure beschikbaar die vanaf oktober verkrijgbaar is bij de Front Office De ICM-helpdesk is onder andere belast met beheer van het ICM netwerk de zorg voor de audio/visuele en Ict apparatuur opwaarderen printtegoeden

Contact en openingstijden

De Front Office (F214) is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Telefoon: 050-5952944 Fax: 050-5952940 De ICT helpdesk (E230) is open op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag van 8.15 tot 18.30 en op vrijdag van 8.15 tot 17.30. Telefoon: 050-5952989

Medewerkers

F219 F216 F214 F214 F214 F214 F214 F214 F214 F218 F218 F217 F217 F219 E230 E230 E230 E230 F214

Monique Kimkes Cedi Karimi Fard Marja Spakman Hannie Koolwijk Erna ter Veld Andrew Larasen Annebet Neef Sylvia Claessens Marian Buis Andrea Bavinck Nienke Harteveld John Smyth Selma Veltens Jan Gutman Rienko de Vries Dick Vink Jan Postema Corinne Hamming Eduard de Maar

teamleider Onderwijsbureau Managementassistent Dean ICM Onderwijsondersteuning CO, CS, IDM Front Office Front Office Onderwijs ondersteuning bachelor IC Onderwijsondersteuning Propedeuse Stage/afstuderen/examen ronde Stage/afstuderen/examen ronde Planning/roostering/tentamens/progress Planning/roostering/tentamens/progress Master IC Examencommissie/communicatie/events Financin ICM-helpdesk ICM-helpdesk ICM-helpdesk ICM-helpdesk Ondersteuning Back-Office

81

8.5

Voor bijzondere zaken Er zijn ook zaken waar de studieloopbaanbegleider en het onderwijsbureau je niet mee kunnen helpen. Zij zullen je dan doorverwijzen naar: themacordinatoren (jaar 1 en 2) specialisatiecordinatoren (jaar 3 en 4) stagecordinatoren (jaar 3 en 4) planning, roostering & studentzaken teamleiders examencommissie ICM international Headquarters schoolraad decanaat

8.5.1 Themacordinatoren Het onderwijs in het eerste en tweede jaar wordt gegeven in vastgestelde themas. Elk thema heeft een themacordinator. Meestal zal je geen reden hebben om direct contact te hebben met de themacordinator. Bij deze themacordinatoren kun je wel terecht als je een vraag hebt over mogelijkheden tot het volgen van aparte onderwijseenheden binnen het thema en andere bijzondere vragen als je nog niet deelneemt aan het thema. Maak alleen een afspraak (via e-mail of indien aanwezig een intekenlijst) nadat je het probleem met je SLB-er hebt gesproken. ICM-brede themas Beeldtaal Huisstijl CO Publiciteit en Nieuws Event Communicatieonderzoek Communicatie & Mediaplanning Interne Com: De Verandering Externe Com: Naam en Faam Themacordinator Peter Zwart Wilko Peper/Marleen Zoon

Fokke Veenstra Kim Bokma / Andr Hoeksma Tjeerd Schat Tjeerd Schat Martin Kramer Herman van den Heuvel

82

CS Website Dynamische websites Multimedia design & branding Web Content Management Educatieve Multimedia Innovatie met ICT Crossmedia Conceptontwikkeling Game design & development Game Concepting Interaction Design, Usability & User Experience Game Innovation Game Production Web & Mobile Services Interaction Design & Usability Educatieve multimedia Webcontent Management Innovatie met ICT IDM/Media & Informatiemanagement Communicatiemiddelen & boodschappen Graven in Gegevens Website Kennis is Macht Beyond Google Content is King Speuren naar Sporen IC Introduction to IC Professional orientation Media & the Money The Event Communication Research Communication Campaigns Internal Communication External communication

Corn Kox Bas van Hensbergen

Arnold Greidanus Harro Leupen Peter-Jan Hagendoorn Jef Folkerts/ Herman ten Kate Jef Folkerts Rob Willems Harro Leupen Eelco Braad

Bas van Hensbergen Harro Leupen Arnold Greidanus Peter Jan Hagedoorn

Bart Nillisen Wilco Uitslag Corn Kox Kees Westerkamp Josef Sennekool Kees Westerkamp Kees Westerkamp

Mart Wegman Fiona van Gelder Guiseppe Raudino Lex Schouten Eugenie Jessen Eugenie Jessen Mart Wegman Theodora Voaides

83

8.5.2 Specialisatiecordinatoren Uitgebreide Informatie over de specialisaties wordt gegeven tijdens de informatiemarkt aan het begin van het derde blok. De inhoudelijke beschrijving van de specialisatie staat op Blackboard. Iedere specialisatie heeft een eigen Blackboard site. Mocht je daarnaast nog bijzondere informatie nodig hebben, maak dan een afspraak met de specialisatiecordinator. Hij of zij kan de specifieke vragen beantwoorden over bijv. toelating of de mogelijkheden tot het volgen van aparte onderwijseenheden binnen de specialisatie. CO Politieke en Overheidscommunicatie Strategische communicatie Mediastiek Communicatie en Bedrijf IDM/Media & Informatiemanagement Information Services Business Information CS Web & Mobile Services Brand & Designmanagement Game Design & Development IC International Business Communication European Public Affairs Selective specialization honours 8.5.3 Stagecordinatoren Het vinden van een voor jou uitdagende stage of afstudeerplaats is soms een lastige maar zeker een belangrijke klus. Je wordt daarbij geholpen op verschillende manieren: -in het tweede resp. derde jaar is er een stage- resp. afstudeervoorlichting door de cordinator -een onderdeel van je tweedejaars SLB-programma is het voorbereiden op je stage -op Blackboard is de stagehandleiding en de regeling afstuderen te
84

Joost Eskes Henk Lameijer Wiggele Wouda Sip Sixma

Josef Sennekool Kees Westerkamp

Jelle de Boer Herman ten Kate Eelco Braad

Trienke Drijfhout-Roeters Beata Kviatek Vladimir Bartelds

vinden -tevens vind je op Blackboard het aanbod van stage- en afstudeerplaatsen De mensen die deze hele stroom informatie cordineren zodat jij beschikking hebt over alle informatie die je nodig hebt om een goede stageplaats te bemachtigen, zijn de stagecordinatoren. Ieder major heeft een eigen stagecordinator. Als je vragen hebt, kun je een afspraak maken met de stage- en afstudeercordinator via e-mail of, indien aanwezig, een intekenlijst voor het spreekuur. Communicatie Communicatiesystemen IDM/Media & Informatiemanagement International Communication Jeanette Klijnsma Hans Ottel Hans Ottel Antonia Hein (stage) Trienke Drijfhout (afstuderen)

8.5.4 Teamleiders Onderwijs In bijzondere gevallen, als je er niet uitkomt met je docent of studieloopbaanbegeleider, is het wellicht raadzaam een afspraak te maken met de teamleider van je major. Het ICM heeft 5 teamleiders die samen met de dean verantwoordelijk zijn voor het onderwijs aan de school. De teams en teamleiders: Propedeuse team CO-team CS en IDM/ M&I-team IC-team MIC Jantien de Bos Els Bos Jan Liefers Sadhna Oediet-Doeb Iekje Smit

Je maakt een afspraak met de teamleider via het Onderwijsbureau. 8.5.5 Examencommissie ICM heeft een examencommissie die zorg draagt voor toepassing van de regels in het Studentenstatuut en de instituutsexamenregeling. Ook besluit de examencommissie op verzoeken om uitzonderingen op die regels. Deze commissie bestaat uit een voorzitter (Jantien de Bos), vier leden (de teamleider van CS/IDM en drie docenten) en een secretarieel
85

medewerker (Selma Veltens). Werkwijze examencommissie De examencommissie vergadert 1 x per twee weken, op maandag. Bezwaarschriften en andere verzoeken aan de examencommissie dienen uiterlijk n week voor de vergadering via de e-mail te zijn binnengekomen bij de voorzitter van de examencommissie (j.de.bos@pl.hanze.nl) en de secretarieel medewerker examencommissie (s.e.veltens@pl.hanze.nl). De volgende regels dienen daarbij door de student in acht te worden genomen: -het schriftelijke stuk bevat de naam, het adres, telefoonnummer en het studentnummer -het schriftelijke stuk bevat zo nauwkeurig mogelijk een beschrijving van de situatie waarop het bezwaar of het verzoek van toepassing is en eindigt met een duidelijk verzoek aan de examencommissie m.b.t. het besluit dat de student van de examencommissie wenst te verkrijgen -binnen een week na de examencommissievergadering wordt het besluit van de examencommissie verstuurd

8.5.6 Samenstelling Opleidingscommissie De Opleidingscommissie is een instituutsbreed adviesorgaan bestaande uit acht leden, vier studenten en vier personeelsleden, verspreid over alle opleidingen van ons instituut. De Opleidingscommissie geeft adviezen aan de instituutsdirecteur Maja Gadourek en aan de Examencommissie. De adviezen betreffen onderwerpen die vermeld staan in de Examenregeling en het Tentamenprotocol (zie studiegids). Daarnaast brengt de Opleidingscommissie over alle zaken betreffende de dagelijkse onderwijspraktijk advies uit.

8.5.7 Studentendecanen Studentendecanen Soms loop je vast, priv of in je studie. Aarzel niet en praat hierover met een studentendecaan. De studentendecaan biedt een luisterend oor en geeft je op jouw verzoek informatie, advies, en een second opinion over onderwerpen die samenhangen met je studie, je studiekeuze of je persoonlijke omstandigheden. De studentendecaan kan bijvoorbeeld nagaan of je in een bepaalde situatie een beroep kunt doen op een bijzondere regeling waar je als student recht op hebt. Samen met de decaan zoek je naar oplossingen. De studentendecaan
86

gebruikt hierbij zijn expertise op het gebied van keuzebegeleiding, weten regelgeving, procedures bij geschillen, studiekeuze en heeft ervaring met problemen die veelal bij studenten horen. Ook kan de decaan je doorverwijzen naar een externe deskundige, zoals een psycholoog. De gesprekken met een decaan zijn vertrouwelijk, zonder jouw toestemming of medeweten wordt er geen informatie doorgegeven aan anderen. De studentendecanen werken centraal bij Studentenzaken, zijn dus niet verbonden aan een school of opleiding en zijn onafhankelijk. Over de volgende onderwerpen kun je een afspraak maken met een van de decanen: Studievertraging als gevolg van persoonlijke omstandigheden Je kunt door allerlei oorzaken studievertraging op lopen, zoals door langdurige ziekte van je zelf of van je naasten, familieomstandigheden, een sterfgeval, een scheiding van je ouders, psychische problemen, aanpassingsproblemen. De studentendecaan gaat samen met jou na of je in aanmerking komt voor een financile ondersteuningsregeling op grond van de FOS-regeling (Financile Ondersteuning Studenten, zie Studentenstatuut op Bb art. 6.6 en bijlage 1). Bij psychische problemen kan een decaan je doorverwijzen naar bijvoorbeeld een psycholoog of een assertiviteitscursus. Een dreigend bindend studieadvies als gevolg van overmacht De decaan kan je adviseren de examencommissie een brief te sturen met het verzoek je geen bindend studieadvies te geven. De decaan kan dit verzoek ondersteunen door een verklaring betreffende de bijzondere omstandigheden naar de examencommissie of dean te sturen. Conflicten, bezwaar en beroep Ook in geval van conflicten, procedures bij geschillen en bezwaar of beroep kan een decaan je adviseren Studiekeuze en studieondersteuning Vraag je je af of je de juiste studie volgt, wil je je herorinteren, of misschien een tweede studie starten, ook dan kun je voor een persoonlijk gesprek bij de studentendecaan terecht. De decaan begeleidt je in je keuzeproces of adviseert deelname aan de cursus studiekeuze. Daarnaast biedt Studentenzaken, de afdeling waaronder het decanaat valt, voor die studenten die moeite hebben met bijvoorbeeld leren studeren op Hbo-niveau de cursussen effectief studeren en schrijfvaardigheid aan. Verder informatie en opgave voor de cursussen: www.hanze.nl/ondersteuningbijdestudie/studiesteun. of Blackboard- Studentendecanen Studeren met een functiebeperking.

1.

2.

3.

4.

5.

87

Ook voor studenten met een lichamelijke of fysieke functiebeperking is de studentendecaan het eerste aanspreekpunt. De decaan bespreekt met je welke belemmeringen je tijdens je studie tegen zou kunnen komen en kan een procedure starten als je extra voorzieningen of extra begeleiding nodig hebt. Deze voorzieningen en begeleiding kunnen bestaan uit verlenging zittingsduur bij tentamens, andere toetsvorm, extra begeleiding, adequate stageplek etc. De decaan kan je ook informeren over wettelijke regelingen. Als je denkt voorzieningen nodig te hebben, dan is het belangrijk om zo vroeg mogelijk in de studie, liefst vr aanvang, contact op te nemen met de studentendecaan. Ook kun je je inschrijven voor verschillende cursussen als de Coachgroep ADHD, en de cursus Studeren met Dyslexie. Informatie en opgave: zie www.hanze.nl/ondersteuningbijdestudie/studiesteun. of: Blackboard- Studentendecanen. Informatie en contact Uitgebreide informatie over bovengenoemde onderwerpen kun je vinden op Blackboard onder HG gids/studentenbegeleiding/studentendecanen. Afspraken kunnen gemaakt worden aan de balie van het studentendecanaat op: Zernikeplein 11 9747 AS Groningen Van Doorenveste Kamer A 1.05 of telefonisch: tel 050-5954028 Je kunt natuurlijk ook gewoon je vraag stellen via e-mail: studentendecanen@org.hanze.nl Spreekuur Spreekuur studentendecanen uitsluitend na afspraak via het secretariaat 050-5954028 of aan de balie. Vertrouwenpersonen Als je als student te maken krijgt met ongewenste omgangsvormen (b.v. pesten via internet, vervelend gedrag van een medestudent, seksuele intimidatie, agressie) kun je contact opnemen met een studentvertrouwenspersoon. Deze studentvertrouwenspersoon luistert, steunt en adviseert. In strikte vertrouwelijkheid en uitsluitend met jouw toestemming onderzoekt de vertrouwenspersoon de situatie en overlegt samen met jou welke acties ondernomen kunnen worden. Doel is het stoppen van het ongewenste gedrag.

88

Bij de Hanzehogeschool zijn twee vertrouwenspersonen voor studenten: Riekje Fijlstra studentvertrouwenspersoon@org.hanze.nl 050- 5953373 Irma Haagsma studentvertrouwenspersoon@org.hanze.nl 050- 5952907 Je kunt ook een afspraak maken via het secretariaat van de decanen, zie boven. Zie voor meer informatie ook op de HELO (Hanze Elektronische LeerOmgeving).

8.5.8 ICM International Student Office Studenten geinteresseerd in de internationale mogelijkheden, zoals studie of stage in het buitenland, internationale minor op de HG of studentorganisaties, kunnen zich wenden tot de ICM International Office. Kamer E 149 Openingstijden Ma t/m vr 09.00-12.00 uur en 13.00-17.00 Telefoon/fax + 31 (0)50 595 2079/2944 Het Student Office is een student-for-student informatiebalie waar je terecht kunt met algemene vragen die te maken hebben met het internationale traject. informatie voorziening voor Nederlandse studenten die in het buitenland willen studeren of stage lopen. opvang en informatie voor buitenlandse studenten, Internationale communicatie en uitwisselingsstudenten organisatie van internationale activiteiten basis voor de internationale studenten stichting, Saidia Student Foundation Gedetailleerde informatie is te vind op Blackboard site: ORGANISATIONS > Instituut voor Communicatie & Media > ICM International De International Coordinator is verantwoordelijkheid voor het hele internationale traject. Zij is aanspreekpunt voor specifieke zaken en individuele vragen. Je kunt een afspraak maken met haar via de Front Office. Ryan Scheper Kamer International Coordinator F205
89

E-mail Telefoon

m.g.schepers@pl.hanze.nl +31 (0)50 5952350

Country coordinators zijn gespecialiseerd in bepaalde landen en gebeiden. Zij kunnen je ondersteunen als je in een bepaald gebied wilt studeren of stagelopen. Ze onderhouden contacten met ons netwerk van partnerscholen in het buitenland en weten hoe zaken geregeld zijn op deze scholen. Argentina Lex Schouten Australia Ken Drozd Austria Josef Sennekool Belgium Vincent Swart China Roel Hoving Chili Lex Schouten Denmark Josef Sennekool Esthonia/ Latvia/ Lithuania Roel Hoving Finland Vincent Swart France Vincent Swart Germany Josef Sennekool Ghana Hanneke Brakenhoff Greece Dick Visser Hungary Roel Hoving Iceland Vladimir Bartelds Ireland Ken Drozd India Iekje Smit Italy Dick Visser Macau/China Roel Hoving Marokko Hanneke Brakenhof Mexico Lex Schouten New Zealand Ken Drozd Norway Vincent Swart Portugal Lex Schouten Russia Roel Hoving South Korea Roel Hoving Spain Lex Schouten Sweden Vincent Swart Taiwan Roel Hoving Turkey Roel Hoving United Kingdom Ken Drozd United States of America Ken Drozd

90

8.6

Mediatheek E-gebouw, E 0.08 Zernikeplein 7, Groningen, tel: 050 595 2730 Hanzemediatheek@org.hanze.nl De HanzeMediatheek De HanzeMediatheek heeft vestigingen op 4 locaties van de hogeschool. Iedereen die een opleiding, cursus of training volgt aan de Hanzehogeschool Groningen kan gratis gebruik maken van de uitgebreide collectie en dienstverlening van de HanzeMediatheek op al deze locaties. Elke zoekactie start in de (digitale) HanzeMediatheek Voor je studie zul je regelmatig op zoek moeten naar informatie. Het is handig om daarbij gebruik te maken van de (digitale) HanzeMediatheek. Je vindt deze via de HELO > Blackboard > Links > HanzeMediatheek. Je krijgt hier onder andere toegang tot de catalogus van de HanzeMediatheek. Daarin kun je zoeken in de collectie van alle vestigingen van de HanzeMediatheek. Ook kun je in de catalogus via de optie lenerinfo zelf de uitleentermijn van geleende materialen verlengen. Daarnaast vind je op de Blackboardpaginas van de HanzeMediatheek een overzicht van interessante databanken en internetlinks. De databanken zijn alleen te raadplegen vanaf de werkplekken op de Hanzehogeschool Groningen. Ook actuele informatie over reguliere en gewijzigde openingstijden, uitleenreglement, tarieven, e-books e.d. vind je via de mediatheeksite op Blackboard. Collectie HanzeMediatheek Zernike De HanzeMediatheek Zernike heeft een collectie gericht op de Pedagogische Academie en op de economische, sociaal agogische, sport- en technische opleidingen van de Hanzehogeschool Groningen. Naast de fysieke collectie boeken, tijdschriften en multimedia is er ook een uitgebreid aanbod van digitale informatiebronnen. Collegekaart is lenerspas De collegekaart die je aan het begin van elk studiejaar ontvangt, is ook je lenerspas voor de mediatheek. Wil je materialen lenen in de mediatheek, dan moet je je collegekaart meenemen. Faciliteiten De mediatheek biedt verschillende faciliteiten: studieruimte, inplugpunten en draadloos internet, print-, scan-, kopieer- en videoapparatuur. Voor het betalen van kopien en prints kun je uitsluitend gebruik maken van een chipknip.

91

Lidmaatschapsgeld UB/OB retour Als je als student van de HG lid wordt van de Universiteitsbibliotheek (UB) dan kun je van de Hanzehogeschool Groningen 50% van het lidmaatschapsgeld retour krijgen. Het lidmaatschap van de UB kost 35,- Je kunt hiervan dus 17,50 retour krijgen. Dit bedrag kun je ook terug krijgen bij de aanschaf van een Martinipas (gecombineerd lidmaatschap van UB en Openbare Bibliotheek). Raadpleeg voor actuele informatie hierover Blackboard > Links > HanzeMediatheek > Algemene informatie > Tarieven. Blackboard > links > HanzeMediatheek Openingstijden maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag 8.7 Onderwijsorganen 09.00 - 20.00 uur 09.00 - 20.00 uur 09.00 20.00 uur 09.00 - 20.00 uur 09.00 17.00 uur 09.00 17.00 uur Gesloten

8.7.1 Medezeggenschapsraad ICM heeft een gentegreerde schoolraad/ IMR (Instituutsmedezeggenschapsraad) waarin personeelsleden en studenten zitting hebben. de IMR bevordert naar vermogen openheid, openbaarheid en onderling overleg binnen ICM de IMR heeft tot taak de visies en belangen van personeel en studenten in het kader van de doelstellingen van het onderwijs in de afdeling ter zake van het beleid en de besluitvorming te doen afwegen de IMR heeft voorts tot taak in de school in het algemeen te waken tegen discriminatie op welke grond dan ook en in het bijzonder de gelijke behandeling van mannen en vrouwen alsmede de inschakeling van gehandicapten te bevorderen Leden Henk Lameijer, voorzitter Ryan Schepers, vice-voorzitter Vladimir Bartelds, DB-lid Instemmingsrecht van de IMR De Dean behoeft de instemming van de IMR voor elk ter zake voorgenomen besluit met betrekking tot de volgende
92

aangelegenheden: a. de nadere inrichting van de organisatie van de School; b. vaststelling of wijziging van de taakverdeling binnen het personeel, de leden van het managementteam daaronder niet begrepen, voorzover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden; c. deelneming of beindiging van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment, niet zijnde een duurzame samenwerking als bedoeld in de artikelen 6.1.1 en 6.1.2 van het HMRreglement; d. regeling van de gevolgen voor het personeel ingeval de nadere inrichting van de organisatie als bedoeld onder a of deelneming of beindiging van de deelneming aan een onderwijskundig project of experiment als bedoeld onder c; e. regeling van de gevolgen voor studenten in geval van beindiging, belangrijke inkrimping of belangrijke uitbreiding van de werkzaamheden van de School of van een belangrijk onderdeel daarvan, al dan niet als gevolg van deelneming aan een onderwijskundig project of experiment als bedoeld onder c; f. het continueren van een fixus, met dien verstande dat de Dean de hoogte van die fixus voor het desbetreffende studiejaar met een marge van 15% ten opzichte van het ter instemming voorgelegde besluit definitief kan vaststellen; g. de instelling van een lectoraat; h. vaststelling of wijziging van het School strategisch plan en Schooljaarplan; i. het vaststellen van voorschriften met betrekking tot de goede gang van zaken in de gebouwen en op de terreinen van de School; j. vaststelling of wijziging van regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn; k. vaststelling van regels met betrekking tot de nascholing van het personeel; l. vaststelling of wijziging van een mogelijk werkreglement voor het personeel en van de opzet en de inrichting van het werkoverleg, voor zover het besluit van algemene gelding is voor alle of een gehele categorie van personeelsleden; m. vaststelling of wijziging van het beleid ten aanzien van de formatie van de verschillende categorien personeel van de School evenals het beleid me betrekking tot de aanstelling of het ontslag van leden van het personeel, de leden van het managementteam daaronder niet begrepen; n. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot de besteding van de middelen van de School en de procedures op dat gebied, zoals neer te leggen in de begroting van de School;

93

o. het vaststellen van de opleidingsspecifieke delen van het studentenstatuut; p. vaststelling of wijziging van de onderwijsregeling, die samen met de examenregeling als bedoeld in artikel 6.1.1 onder k van het HMRreglement deel uitmaakt van de onderwijs- en examenregeling van de opleiding als bedoeld in artikel 7.13 Whw, met inachtneming van het daarover uitgebrachte advies van de OC; q. het bepalen ten aanzien van welke opleidingen toepassing wordt gegeven aan artikel 7.9 Whw; r. vaststelling of wijziging van het beleid met betrekking tot voorzieningen ten behoeve van studenten; s. de vormgeving van het systeem van kwaliteitszorg overeenkomstig artikel 1.18, eerste lid Whw, evenals het voorgenomen beleid in het licht van de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling, bedoeld in artikel 2.9 tweede lid, tweede volzin Whw; t. indien artikel 6.4 tweede lid van toepassing is; het aangaan, verbreken of belangrijk wijzigen van een samenwerkingsovereenkomst met een andere instelling. De IMR heeft adviesrecht. De Dean behoeft het advies van de SMR voor elk ter zake voorgenomen besluit met betrekking tot de volgende aangelegenheden: a. het profiel, de voorgenomen procedure en de samenstelling van de benoemingsadviescommissie bij de werving en selectie van teamleiders en lectoren; b. structurele wijziging van de taakverdeling van het managementteam; c. vaststelling of belangrijke wijziging van de begroting van studentenfondsen; d. de samenstelling van de OC; e. het vaststellen of belangrijk wijzigen van het programma van eisen bij nieuwbouw of belangrijke verbouwing van de School. (Voor toelichting H.Lameijer, voorzitter IMR, kamer F205, h.lameijer@pl.hanze.nl) 8.7.2 Adviesraad ICM Het Instituut voor Communicatie & Media wordt geadviseerd door een Adviesraad. Deze raad, waarvan de leden afkomstig zijn uit een breed spectrum aan bedrijven, instellingen en overheden, vormt een belangrijke verbindende schakel met het brede werkveld van de communicatieprofessie. De raad vergadert drie maal per jaar; in de vergadering vormt de aansluiting tussen opleiding en ontwikkelingen in het beroep een belangrijk terugkerend agendapunt. Zo blijft de

94

opleiding actueel.Tevens vervullen de leden van de Adviesraad met enige regelmaat de rol van gastspreker en treden op als externe deskundige bij examengesprekken. De Adviesraad bestaat uit drie deelraden voor de verschillende opleidingen en majors van het Instituut voor Communicatie & Media. Samenstelling deelraad Communicatie en International Communication Mw. drs. M.H.B. Dohle (Communicatiemanager AT Osborne) Dhr. J. Boon (Communicatiebemiddelaar/matchmaker, Jan Boon Communicatie) Dhr. drs. S.I. Faber (Directeur, J.B.F. Produkties) Mw. drs. A. Havinga (Senior communicatieadviseur Provincie Groningen) Dhr. Mr. M.C. Boom (Directeur, Koninklijke Boom Uitgevers) Dhr. J.J. Coehoorn (Account/Creative DirectorOgilvy Groep Nederland) Dhr. B. Vloon (Account Director, VosLibert Communicatie) Samenstelling deelraad IDM/Media & Informatiemanagement Dhr. M. Disberg (Directeur, REEKX BV) Dhr. T. van Dijk (Senior consultant, PROVER) Dhr. B. Fleer (Directeur Bestuurder, Bibliotheekservice Fryslan) Dhr. P. Spijker (Profactys) Dhr. A.C. Acquoy (Directeur, 2 knowledge) Samenstelling deelraad Communicatiesystemen Dhr. A. van der Linden van Sprankhuizen (directeur, MAD Multimedia) Dhr. P. Schrier (Agile mentor, Agileon) Dhr. R. Kammenga (IT manager, UMCG) Dhr. R. Van Beekum (Manager SEO&Web Analytics, Traffic4u bv) Dhr. P. de Maagt (Consultant, Polle.net) Dhr. R. Overbeek (Directeur, Statement) Dhr. T Helfrich (Creatief directeur, the Factor.e 8.8 Studentenorganisaties Binnen het ICM bestaan verschillende studentenorganisaties die zich met uiteenlopende onderwerpen bezighouden. Met activiteiten (zoals commissiewerk, organisatie van een congres of bestuurstaken) kun je vrije studiepunten verdienen. Hieronder volgt een greep uit de bestaande organisaties. Voor een overzicht van alle actieve studieverenigingen en organisaties, kijk op Blackboard onder HG-gids: Studentenorganisaties.

95

KIC

KIC staat voor Kien In Communicatie en is de studievereniging voor het Instituut voor Communicatie & Media. Door het organiseren van zowel studiegerelateerde als sociale activiteiten, zorgt de studievereniging er voor dat de studieperiode verder kan reiken dan alleen theoretische boekenkennis, bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken, lezingen, congressen, themafeesten, gastcolleges en een maandelijkse borrel. COMMOTIE is opgericht in 1989 voor destijds studenten aan de RuG. Maar in 1998 is zij gefuseerd met de vereniging voor communicatie aan de Hanzehogeschool en sindsdien zijn we dus actief op beide onderwijsinstellingen. COMMOTIE wil een brug slaan tussen het theoretische onderwijs en de dagelijkse praktijk op het gebied van communicatie. De Stichting Saidia is in 2005 opgericht door een aantal studenten International Communication. De stichting heeft tot doel de samenwerking tussen het ICM en haar partners uit de Derde Wereld te bevorderen. Dit doet zij onder andere door fondsen te werven. www.saidiafoundation.nl Mis je in jouw opleiding een vereniging of commissie en lijkt het je leuk om een vereniging op te zetten, go for it!

COMMOTIE

Stichting Saidia

96

Alfabetische lijst medewerkers


Hieronder volgt de lijst van alle medewerkers van het Instituut voor Communicatie en Media. Van elke medewerker staat het kamernummer, telefoonnummer op school en e-mailadres vermeld. Wanneer een docent of afdeling vaststaande spreekuren hanteert, worden deze ook vermeld. Doorgaans kun je met een docent een afspraak maken middels de intekenlijst die buiten zijn of haar kantoor hangt, of via e-mail. Docenten mogen alleen tijdens kantooruren worden gebeld. In bepaalde gevalllen kunnen docenten op hun privadres worden gebeld. Dit kan alleen in overleg met de docent zelf.

Naam

Paul van Alberda Engels, communicatie. vaardigheden Dick Bakker Communicatieve. vaardigheden Vladimir Bartelds Media theory, honours program

tel: 050 -595 2933

code

kamer

e-mail

ALPA

F302 p.j.van.alberda@pl.hanze.nl

2840

BAKD

F307 d.bakker@pl.hanze.nl

2954

BAVL

F311 v.bartelds@pl.hanze.nl

Andrea Bavinck 2826 Coordinator planning en organisatie Willem Benjaminse 7556 Hanze Center for Development Cooperation Jelle de Boer 2053 Informatie- en communicatie. technologie Kim Bokma Marketing Els Bos Teamleider CO 2061

BAAW

F218 a.w.bavinck@pl.hanze.nl

BEWJ

F308 w.j.benjaminse@pl.hanze.nl

BOJL

F208 je.de.boer@pl.hanze.nl

BOKK

F206 k.l.bokma@pl.hanze.nl

2080

BOEC

F309 e.c.m.bos@pl.hanze.nl

97

Jantien de Bos Teamleider Propedeuse, voorzitter examencommissie, recht Eelco Braad Programmeren Hanneke Brakenhoff Intercultural Competence, IC3 Marian Buis Onderwijsondersteuner Examens & Diplomering/Stages Manno Bult Multimedia Sylvia Claessens Onderwijsondersteuner Examens & Diplomering/Stages Renate Dam Psychologie, projectvaardigheden

2051

BOJT

F204 j.de.bos@pl.hanze.nl

2838

BREE

F210 e.p.braad@pl.hanze.nl

2957

BRJM

F312 j.m.brakenhoff@pl.hanze.nl

2938

AKMA

F216 m.buis-akker@pl.hanze.nl

2538

BUMN

F210 m.bult@pl.hanze.nl

2953

HESY

F214 s.d.f.claessens@pl.hanze.nl

2955

DARA

F305 r.a.dam@pl.hanze.nl

Loes Damhof 2941 Engels, Intercultuele competenties (ICC) Hanneke Deinum Psychologie, communicatieve vaardigheden, management 2028

DALO

F211 l.damhof@pl.hanze.nl

DEIJ

F304 j.deinum@pl.hanze.nl

Lia Dekker 2942 Communicatietheorie en vaardigheden Otto van Diepen Recht Anet Doornbos Communicatieve vaardigheden Trienke Drijfhout Afstudeercoordinator IC 2951

DECM

F304 c.m.dekker@pl.hanze.nl

DIJO

F204 j.o.van.diepen@pl.hanze.nl

2942

DOAN

F304 a.doornbos@pl.hanze.nl

2091 2645

ROET DROK

F312 t.drijfhout-roeters@pl.hanze.nl F315 k.f.drozd@pl.hanze.nl

98

Ken Drozd Communication theory Koen Edens 2561 Hanze Center for Development Cooperation Henk Eisen 2933 Statistiek, methodologie en onderzoek Agnes Engbersen 2028 Communicatietheorie en vaardigheden Joost Eskes 2947 Openbaar bestuur, politicologie, ethics Jef Folkerts Vormgeving en webdesign Paul Franklin Intercultural competence Maja Gadourek dean 2092 EJOJ F308 j.c.edens@pl.hanze.nl

EIHE

F302 h.j.eisen@pl.hanze.nl

ENAG

F304 a.m.engbersen@pl.hanze.nl

ESJO

F205 j.b.eskes@pl.hanze.nl

FOJE

F209 j.folkerts@pl.hanze.nl

2957

FRPA

F312 p.franklin@pl.hanze.nl

2948

GADM

F215 m.a.gadourek@pl.hanze.nl

Fiona van Gelder 2076 English for Communication Professionals Arnold Greidanus Communicatiesystemen Jan Gutman Financien 2941

GEFI

F316 f.j.van.gelder@pl.hanze.nl

GRMA

F211 m.a.greidanus@pl.hanze.nl

2515

GUJA

E219 j.a.gutman@pl.hanze.nl

Christine Gutman 2840 Communicatietheorie en vaardigheden Peter Jan Hagedoorn ICT in Organisaties Corinne Hamming systeembeheerder 2055

GUCH

F307 c.gutman@pl.hanze.nl

HAPJ

F208 p.j.hagedoorn@pl.hanze.nl

2989

HAMG

e230 c.m.hamming@pl.hanze.nl

2086

HANK

F218 n.harteveld@pl.hanze.nl

99

Nienke Harteveld planning Ilonka Hebels Communicatieve vaardigheden, Journalistiek Antonia Hein Economics, Internship coordinator Bas van Hensbergen Communicatiesystemen Herman v/d Heuvel Communicatieve vaardigheden Andr Hoeksma Communicatie Roef Hopman Intercultural competence, Conflict management 2934 HEIL F306 i.t.m.hebels@pl.hanze.nl

2954

ZANT

F311 a.hein@pl.hanze.nl

2055

HEBF

F211 b.f.m.van.hensbergen@pl.hanz e.nl F305 h.g.van.den.heuvel@pl.hanze. nl F206 a.hoeksma@pl.hanze.nl

2959

HEHG

2950

HADA

2957

HORF

F312 r.hopman@pl.hanze.nl

Roel Hoving 2954 Desk Research, information services, scenarioplanning Eugenie Jessen Communication theory Minor coordinator Bauke Jousma Cedi Karimi Fard Managementassistent Herman ten Kate Huisstijl, vormgeving 2928

HORJ

F311 r.j.hoving@pl.hanze.nl

JEEU

F314 e.h.c.jessen@pl.hanze.nl

2931 2930

JOUB KACE

F207 b.jousma@pl.hanze.nl F216 c.karimi.fard@pl.hanze.nl

2656

KAHH

F203 h.h.ten.kate@pl.hanze.nl

Monique Kimkes-Weitering Teamleider onderwijsbureau

7266

WEIM

F216 m.m.kimkesweitering@pl.hanze.nl

100

Jeannette Klijnsma Cordinator stage& afstuderen CO Ids Kooistra Tools vormgeving Hannie Koolwijk Frontoffice Erik Kostelijk Marketing Corn Kox Multimedia, webdesign Cordinator projecten Martin Kramer Management, organisatieleer

2949

KLJE

F305 j.g.klijnsma@pl.hanze.nl

2656

KOOI

F203 i.kooistra@pl.hanze.nl

2944

LEEJ

F214 j.a.koolwijkleenes@pl.hanze.nl F312 e.j.kostelijk@pl.hanze.nl

7362

KOER

2924

KOXC

F213 c.j.a.c.kox@pl.hanze.nl

2825

KRMP

F306 m.p.kramer@pl.hanze.nl

Joyce Kremers 2076 English for Communication Profession Beata Kviatek Coordinator Specialisation EPA Henk Lameijer Kennismanagement Andrew Larasen Educational support IC Remko van der Lei Onderwijskundig medewerker Harro Leupen Game interaction design Jan Liefers Teamleider CS/IDM Eduard de Maar Ondersteuning onderwijsbureau 2954

RJOY

F316 j.j.kremers@pl.hanze.nl

SIBE

F311 b.kviatek@pl.hanze.nl

2943

LAMH

F205 h.lameijer@pl.hanze.nl

2939

LANE

F214 a.h.larasen@pl.hanze.nl

7681

LERR

F207 r.r.van.der.lei@pl.hanze.nl

2092

LEHA

F209 h.m.leupen@pl.hanze.nl

2945

LIJA

F212 j.liefers@pl.hanze.nl

2944

MAED

F214 e.de.maar@pl.hanze.nl

101

Linda Maat 7554 Hanze Center for Development Cooperation Arnd Mehrtens Organization theory Ron Meulman Communicatietheorie, politicologie Martijn Meutgeert Multimedia en Gaming Babz Mook Mediaskills 2337

MADI

F308 d.a.maat@pl.hanze.nl

MEAD

I006 a.mehrtens@pl.hanze.nl

2933

MERO

F302 r.a.meulman@pl.hanze.nl

2538

MEUM

F210 m.meutgeert@pl.hanze.nl

2827

MOBA

F315 b.s.mook@pl.hanze.nl

Vicky Mulder 2665 Onderwijsadviseur, voorlichting ICM Annabet Neef Onderwijsondersteuner propedeuse Bart Nillesen Communicatietheorie Sadhna Oediet-Doeb Teamleider IC Frank Oomkes 2936

MUVI

F305 v.h.a.mulder@pl.hanze.nl

F214

NIAL

F302 a.b.nillesen@pl.hanze.nl

4643

OESD

F314 s.oediet.doebe@pl.hanze.nl

2841

OFRA OTTJ

F310 f.r.oomkes@pl.hanze.nl F212 j.ottele@pl.hanze.nl

Hans Ottel 2652 Coordinator stage en afstuderen CS/IDM interne informatievoorziening, projectmangement, systeemontwikkeling Wilko Peper Vormgeving, webdesign Jan Postema Audio- visuele diensten Peter Pratley Ethiek, desk research 2958

PEPW

F203 w.peper@pl.hanze.nl

2989

POJN

E230 j.o.postema@pl.hanze.nl

2956

PRPE

F202 p.g.pratley@pl.hanze.nl

102

Alex Quanjer Organisatiekunde Jan Hendrik Ramaker Guiseppe Raudino Media theory

2952

QUAL

F206 a.p.j.quanjer@pl.hanze.nl

2717 2954

RLAM RAUG

F213 l.j.j.h.ramaker@pl.hanze.nl F311 r.raudino@pl.hanze.nl

Pieta Schaap 2956 Cordinator studieloopbaanbegeleiding, ID Tjeerd Schat 2825 Communicatietheorie en -vaardigheden Ryan Schepers Cordinator Internationalisering Wouter van Schie Sjaak Schipper Kennis en ICT Erik Schoppen Webdesign en vormgeving Lex Schouten Research Aleida Schreuder Marketing Josef Sennekool Information Services, document management, ordening en retrieval 2350

DIPI

F202 p.schaap-dijkstra@pl.hanze.nl

SCTJ

F306 t.d.schat@pl.hanze.nl

SCHM

F205 m.g.schepers@pl.hanze.nl

2947 2932

SWOR SCJD

F205 w.a.m.van.schie@pl.hanze.nl F207 j.d.schipper@pl.hanze.nl

2941

SCHS

F211 h.c.schoppen@pl.hanze.nl

2954

SALA

F311 a.f.shouten@pl.hanze.nl

2950

SCAJ

F206 a.j.m.schreuder@pl.hanze.nl

2931

SEJO

F207 j.h.sennekool@pl.hanze.nl

Sip Sixma 2952 Bedrijfseconomie, algemene economie, marketing Rick Slagter Communicatieve vaardigheden 2934

SIS

F206 s.t.sixma@pl.hanze.nl

SLER

F306 e.g.slagter@pl.hanze.nl

103

Iekje Smit 2078 Teamleider Master International Communication John Smyth OnderwijsondersteunerMIC/IC Marja Spakman Onderwijsondersteuner CO/CS/IDM Peter van der Steege Vormgeving en fotografie Vincent Swart Communicatiesystemen 2935

SMHE

F149 h.c.smit@pl.hanze.nl

SMJR

F217 j.r.smyth@pl.hanze.nl

2569

SPMR

F216 m.spakman@pl.hanze.nl

2092

STAP

F209 a.p.van.der.steege@pl.hanze.n l F210 v.d.swart@pl.hanze.nl

2838

SWVI

Marjo Trinks 2091 Intercultural competence, minor IAD Marion Troia 2076 English for Communication Professionals Teachers internationalisation Programme Wilco Uitslag Marketing Fokke Veenstra Bedrijfseconomie Erna ter Veld Frontoffice Selma Veltens Examencommissie & Events Herman Verbeek Bedrijfseconomie Dick Vink Systeembeheerder 2956

TRMA

F312 m.j.trinks@pl.hanze.nl

TROM

F316 m.troia@pl.hanze.nl

UIWI

F202 w.h.t.uitslag@pl.hanze.nl

2951

VEEF

F204 f.veenstra@pl.hanze.nl

2944

FERN

F214 e.ter.veld@pl.hanze.nl

2667

VESE

F217 s.e.veltens@pl.hanze.nl

2934

VEHA

F306 h.a.verbeek@pl.hanze.nl

2989

VIDE

E230 d.c.vink@pl.hanze.nl

104

Dick Visser Teodora Voaides Economics, Marketing Herwin Vos Rienko de Vries Systeembeheerder Hope Webber MIC Mart Wegman Communication theory Gerhard Wentink Communicatiesystemen Kees Westerkamp Business Information Rob Willems Communicatiesystemen Ferry Wilting Wiggele Wouda Mediastiek Marleen Zoon Vormgeving Peter Zwart Film & Animatie

2947 2767

VIDI VOTE

F205 d.j.visser@pl.hanze.nl F311 t.i.voaides@pl.hanze.nl

2924 2928

VOHP VRIE

F213 h.p.vos@pl.hanze.nl E230 ri.de.vries@pl.hanze.nl

7267

WEHO

F311 h.webber@pl.hanze.nl

2645

WEMR

F315 m.r.wegman@pl.hanze.nl

2941

WEGC

F211 g.c.h.wentink@pl.hanze.nl

2932

WESC

F207 c.j.westerkamp@pl.hanze.nl

2055

WIRU

F208 r.willems@pl.hanze.nl

2958 2942

WITF

F203 t.f.wilting@pl.hanze.nl

WOUW F304 w.wouda@pl.hanze.nl

2958

ZOMA

F203 m.h.zoon@pl.hanze.nl

2717

ZWPE

F213 p.a.zwart@pl.hanze.nl

105

10 Examenregeling hoofdstuk 4 en 5
Hoofdstuk 4 Examenregeling Bacheloropleidingen en Associate degreeprogrammas Hanzehogeschool Groningen

4.1.1

4.1.2

4.1.3

4.1.4

4.1.5

4.1.6

4.1.7

4.1.8

Artikel 4.1 Algemene bepalingen Dit is de examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (Whw), voor iedere Bacheloropleiding en ieder Associate degreeprogramma van de Hanzehogeschool Groningen. Deze examenregeling vormt tezamen met de onderwijsregeling zoals die wordt bekendgemaakt op de Blackboardsite van de desbetreffende opleiding, de onderwijs- en examenregeling als bedoeld in artikel 7.13 van de Whw die bij de opleiding hoort. Op de inschrijving voor een bachelor of kort HBO opleiding van de Hanzehogeschool Groningen zijn naast het in deze examenregeling bepaalde de rechten en verplichtingen van toepassing die staan beschreven in het Studentenstatuut van de Hanzehogeschool Groningen en in de onderwijsregeling zoals bedoeld in artikel 3.13.1. Onder een tentamen wordt in deze examenregeling verstaan: een onderzoek naar kennis, inzicht en/of vaardigheden van de student. Een tentamen kan de vorm aannemen van een schriftelijk, mondeling of computertentamen, een tentamen door middel van een practicum, een praktijktentamen, assessment, (project-) opdracht, groepsopdracht of door middel van een andere door de examencommissie goedgekeurde vorm van toetsing. Ook indien er sprake is van een groepsopdracht, worden studenten individueel beoordeeld. Voor de toepassing van deze regeling wordt een schriftelijk verzoek of een schriftelijke mededeling gelijkgesteld met een verzoek of mededeling die langs elektronische weg wordt bekendgemaakt. Waar in deze examenregeling sprake is van studiepunten worden European Credits bedoeld. En studiepunt vertegenwoordigt 28 uren studielast. Indien zich bij toepassing van de examenregeling of van het tentamenprotocol zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit statuut onbillijkheden van overwegende aard voordoen, kan de examencommissie afwijken van deze regel. In de gevallen waarin de examenregeling of van het tentamenprotocol zoals opgenomen in hoofdstuk 5 van dit statuut niet voorziet, beslist de examencommissie.

106

4.2.1

4.2.2

4.2.3

4.2.4 4.2.5

4.2.6

Artikel 4.2 Onderwijsprogramma Het studiejaar kent 42 studieweken die verdeeld zijn over twee semesters van ieder twee onderwijsperiodes. In iedere onderwijsperiode is een tentamenperiode opgenomen. De jaarplanning van de opleiding wordt gepubliceerd op Blackboard. Het studiejaar is het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. In afwijking hiervan wordt voor de student die zich inschrijft met ingang van februari van enig studiejaar bij de toepassing van het bindend studieadvies het studiejaar geacht te beginnen op 1 februari, waarbij niet eerder dan na 31 januari van het daarop volgend jaar een bindend studieadvies kan worden uitgebracht. Het onderwijs wordt aangeboden in de vorm van onderwijseenheden. De studielast van de onderwijseenheden wordt uitgedrukt in hele studiepunten. De studielast van de gehele opleiding bedraagt 240 studiepunten, waarvan 60 studiepunten in de propedeutische fase van de opleiding en 180 studiepunten in de hoofdfase van de opleiding. In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.3 bedraagt de studielast van een Associate degreeprogramma 120 studiepunten. De onderwijseenheden die tot de opleiding behoren zijn opgenomen in een studiepuntentabel. Het aantal studiepunten dat aan de onderwijseenheden van de studiepuntentabel is toegekend correspondeert met de studielast die voor de onderwijseenheden is vastgesteld. De studiepuntentabel van de opleiding wordt gepubliceerd op de Blackboardsite van de desbetreffende opleiding. Indien voor een onderwijseenheid instapvoorwaarden gelden, wordt dit vermeld in de onderwijsregeling.

Artikel 4.3 Examens De Bachelor opleiding en het Associate degreeprogramma bestaan uit een propedeutische fase en een post-propedeutische fase. Aan iedere fase is een examen verbonden. 4.3.2 Indien de tentamens van de tot een opleiding of propedeutische fase van een Bachelor opleiding of een Associate degreeprogramma behorende onderwijseenheden met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen behaald. 4.3.3 De examencommissie kan een student op diens schriftelijk verzoek reeds de toegang tot het afleggen van n of meer door de examencommissie te bepalen onderdelen van het afsluitend 4.3.1

107

4.3.4

examen verlenen, voordat die student het propedeutisch examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Tenzij de examencommissie anders bepaalt, wordt een student, die na vier onderwijsperiodes van het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase van zijn opleiding, de tentamenperiode daarin begrepen, 40 of meer studiepunten heeft behaald, geacht toestemming van de examencommissie te hebben tot het afleggen van onderdelen van het afsluitend examen.

Artikel 4.4 Tentamens Aan iedere onderwijseenheid zijn n of meer tentamens verbonden. Tenzij in de onderwijsregeling van de opleiding anders is bepaald, worden per onderwijsperiode ten hoogste zeven tot die periode behorende tentamens afgenomen die op studieloopbaanbegeleiding en daarnaast op ten hoogste vijf verschillende studieonderdelen betrekking kunnen hebben. Ten aanzien van cohorten van studenten die voorafgaand aan het studiejaar 2004-2005 ononderbroken aan een opleiding aan de Hanzehogeschool Groningen hebben ingeschreven gestaan kan van de bovenvermelde inrichting van het tentamenprogramma worden afgeweken. De inrichting van het afwijkende tentamenprogramma wordt alsdan in de onderwijsregeling bekend gemaakt. 4.4.2 Een tentamenresultaat leidt tot een geregistreerde beoordeling in Progress. De aan een tentamen verbonden studiepunten worden toegekend als het tentamen is behaald. Er is geen compensatie mogelijk tussen de resultaten van tentamens. Ten aanzien van cohorten van studenten die voorafgaand aan het studiejaar 20042005 ononderbroken aan een opleiding aan de Hanzehogeschool Groningen hebben ingeschreven gestaan kan van de bovenvermelde wijze van toekenning en registratie van studiepunten worden afgeweken. De afwijkende wijze van toekenning van studiepunten wordt alsdan in de onderwijsregeling bekend gemaakt. 4.4.1 Artikel 4.5 Herkansingen Bij deelname aan een herkansing in enig tentamen is het hoogst behaalde resultaat geldig. 4.5.2 Indien in een studiejaar wordt vastgesteld dat een onderwijseenheid of een deel daarvan in de daarop volgende studiejaren niet langer wordt aangeboden, dan wel ingrijpend zal worden gewijzigd, wordt aan belanghebbenden voor het eind van het daaraan voorafgaande studiejaar ten minste nmaal een extra gelegenheid 4.5.1

108

geboden om het desbetreffende tentamen of de desbetreffende tentamens af te leggen. De mogelijkheid tot herkansing wordt ten minste drie maanden voorafgaand aan de herkansing en uiterlijk 1 mei van het lopende studiejaar bekend gemaakt. Artikel 4.6 Vrijstellingen De examencommissie kan aan een student op diens schriftelijk verzoek vrijstelling verlenen van het afleggen van n of meer tentamens dan wel het examen, op grond van een assessment, of van het bezit van een akte, diploma, getuigschrift of ander geschrift waarmee de student kan aantonen reeds aan de vereisten van het tentamen, te hebben voldaan. 4.6.2 Indien een examencommissie, na een advies van de betrokken examinator te hebben ingewonnen, de gevraagde vrijstelling verleent, zendt de commissie de verzoeker binnen vier weken, gerekend vanaf de dag van ontvangst van het verzoek, een bewijs van vrijstelling. Dit bewijs vermeldt de datum waarop de vrijstelling is verleend en het tentamen of de tentamens waarop de vrijstelling van toepassing is. Het bewijs van een vrijstelling wordt ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. 4.6.3 In afwijking van het bepaalde in artikel 4.6.1 kan de examencommissie bepalen dat vrijstellingen die deel uitmaken van een generieke instroomregeling niet hoeven te worden aangevraagd. De examencommissie kent dergelijke vrijstellingen alsdan ambtshalve toe. 4.6.4 De examencommissie is bevoegd vrijstelling te verlenen van de verplichting tot het deelnemen aan de praktische oefeningen, al dan niet onder oplegging van vervangende eisen. 4.6.1 Artikel 4.7 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van examens en resultaten van tentamens is onbeperkt. 4.7.2 Voor de student die ononderbroken aan de opleiding heeft ingeschreven gestaan, kan aan de geldigheidsduur van toegekende studiepunten en vrijstellingen geen beperkingen worden gesteld, tenzij de inschrijving de periode van de nominale studieduur vermeerderd met twee jaren overschrijdt. 4.7.1 Artikel 4.8 Afleggen van tentamens Bij de beschrijving van de onderwijseenheden van de opleiding op de Blackboardsite van de desbetreffende opleiding, staat vermeld in welke van de in artikel 4.1.4 genoemde vormen een onderwijseenheid of de onderdelen daarvan wordt getentamineerd

4.8.1

109

4.8.2

4.8.3

4.8.4

alsmede de wijze waarop de uitslag van het tentamen zoals bedoeld in artikel 4.9.4 wordt uitgedrukt. Tot het afleggen van tentamens wordt in ieder studiejaar ten minste tweemaal de gelegenheid gegeven. De momenten waarop hertentamens plaatsvinden, worden in het begin van het studiejaar door de Dean bekendgemaakt. Met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid kan de Dean in de onderwijsregeling vastleggen dat voor bepaalde onderwijseenheden een maximum aantal herkansingen geldt. Het beperken van het aantal herkansingsmogelijkheden mag daarbij niet leiden tot een verzwaring van de normen die gelden voor het studieadvies als bedoeld in artikel 4.14. Voorts blijft het bepaalde in artikel 5.3.1 betreffende een overmachtsituatie onverminderd van toepassing. Voor de deelname aan een tentamen door een student met een functiebeperking is het bepaalde in artikel 5.8 van toepassing.

Artikel 4.9 Tentamenuitslag De uitslag van een tentamen wordt vastgesteld door de desbetreffende examinator(en). Indien de uitslag van een tentamen door meer dan n examinator wordt vastgesteld, geschiedt de vaststelling in onderling overleg. Indien de examinatoren niet tot een eensluidend oordeel kunnen komen, wordt de uitslag door de voorzitter van de examencommissie vastgesteld, nadat de betrokken examinatoren zijn gehoord. 4.9.2 Zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk vijftien werkdagen na afloop van een tentamen en uiterlijk vijf werkdagen vr een eventuele herkansing, wordt het resultaat van de beoordeling vastgesteld en aan de student bekend gemaakt. Tenzij de examencommissie anders bepaalt, wordt de uitslag van een mondeling tentamen bekend gemaakt op dezelfde dag dat het tentamen werd afgenomen. 4.9.3 De uitslag van mondelinge, schriftelijke en computertentamens wordt langs elektronische weg bekendgemaakt. 4.9.4 De uitslag van een tentamen wordt uitgedrukt in een cijfer van 1 tot en met 10 met ten hoogste n decimaal dan wel een kwalificatie waar uit blijkt dat een resultaat voldoende is, dan wel blijk geeft van een onvoldoende resultaat. Een 5,5 of hoger wordt beoordeeld als een voldoende resultaat, alle resultaten beneden een 5,5 worden beoordeeld als een onvoldoende resultaat. Bij deelname aan een tentamen krijgt de student tenminste het cijfer 1 of de kwalificatie onvoldoende. 4.9.1 Artikel 4.10 Inzage tentamenwerk

110

4.10.1

4.10.2

De examencommissie draagt er zorg voor dat de student het door hem gemaakte schriftelijke werk kan inzien binnen twintig werkdagen na de laatste dag van de onderwijsperiode. Voor zover een eventuele herkansing wordt aangeboden, wordt deze termijn verkort tot vijf werkdagen voor deze herkansing. Plaats en tijdstip waarop inzage wordt geboden, worden ten minste vijf werkdagen van te voren bekendgemaakt.

Artikel 4.11 Registratie studievoortgang 4.11.1 Uiterlijk vijf werkdagen nadat het tentamenresultaat is bekend gemaakt heeft de student de mogelijkheid van inzage in de op basis van het tentamenresultaat verwerkte studievoortgang in het registratiesysteem Progress. 4.11.2 Indien de student van oordeel is dat de studievoortgang zoals die blijkt uit Progress niet overeenkomt met zijn tentamenresultaten, doet hij daarvan binnen twintig werkdagen na de in artikel 4.9.2 bedoelde bekendmaking van het tentamenresultaat schriftelijk mededeling aan de desbetreffende examinator. De examinator beslist zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen tien werkdagen, of de registratie in Progress dient te worden aangepast en doet daarvan schriftelijke mededeling aan de student. Artikel 4.12 Getuigschrift 4.12.1 Op grond van de uit het studievoortgangsregistratiesysteem overlegde bewijsstukken stelt de examencommissie de einduitslag van het examen vast. Indien de uitslag luidt dat het examen met goed gevolg is afgelegd, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Het getuigschrift wordt niet uitgereikt zo lang de Hanzehogeschool Groningen openstaande vorderingen bij de student heeft uitstaan. Op het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt in ieder geval vermeld: welke opleiding het betreft; welke onderdelen het examen bevatte; in voorkomende gevallen, welke bevoegdheid daaraan is verbonden; welke graad is verleend; de laatste accreditatietermijn van de opleiding. Bij het getuigschrift behorende bij het afsluitende examen wordt een cijferlijst gevoegd en een diplomasupplement. Het diplomasupplement is gesteld in de Engelse taal. Op verzoek van de student wordt door de studentenadministratie tegen een vergoeding van 25,- andermaal een
111

4.12.2

4.12.3

4.12.4

diplomasupplement, een cijferlijst alsmede een gewaarmerkte kopie van het getuigschrift verstrekt. Artikel 4.13 Met lof 4.13.1 De examencommissie verbindt aan de uitslag van zowel het propedeutisch als het post-propedeutisch examen het judicium met lof, waarbij het totaal van de resultaten moet voldoen aan de volgende voorwaarden: a. de onderwijseenheden waar gewerkt wordt met de kwalificatie voldoende/onvoldoende moeten binnen de nominale studieduur met een voldoende zijn afgesloten; b. waar gewerkt wordt met cijfers moet het gemiddelde van de resultaten met ten minste een 8,0 zijn afgesloten, mag geen der cijfers lager dan 7,0 bedragen en dient de student binnen de nominale studieduur te zijn afgestudeerd. 4.13.2 De Dean kan in de onderwijsregeling in aanvulling op het vorige lid vastleggen dat een bepaalde onderwijseenheid met ten minste een 8,0 is afgesloten. 4.13.3 De student aan wie door de examencommissie een maatregel is opgelegd waarbij aan die student het recht is ontnomen om n of meer tentamens of examens aan de instelling af te leggen, kan geen rechten doen gelden op het judicium met lof. Artikel 4.14 Studieadvies in de propedeuse 4.14.1 De examencommissie brengt aan elke student uiterlijk en niet eerder dan aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse, deeltijdse of duale opleiding een schriftelijk advies uit over de voortzetting van de studie binnen of buiten de opleiding. 4.14.2 Aan het studieadvies kan door de Dean een afwijzing worden verbonden. Aan de afwijzing kan een termijn worden verbonden. Het advies kan worden uitgebracht zolang de student het propedeutische examen nog niet met goed gevolg heeft afgelegd. 4.14.3 Tot afwijzing wordt overgegaan, indien de student de propedeutische fase nog niet heeft voltooid en met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten zoals genoemd in artikel 4.14.4. De persoonlijke omstandigheden die in aanmerking worden genomen staan beschreven in artikel 4.16.1. 4.14.4 Voor een voltijd- duale of deeltijdopleiding met een totale studielast van 240 studiepunten wordt een afwijzing aan het studieadvies verbonden bij studenten die na vier

112

4.14.5

4.14.6

4.14.7

4.14.8

onderwijsperiodes, de tentamenperiode daarin begrepen, minder dan tweederde deel van de studielast van het propedeutische programma hebben behaald, of na acht onderwijsperiodes, de tentamenperiode daarin begrepen, het propedeutisch examen niet hebben behaald. Als studielast moet de voor de propedeuse geldende studielast worden aangemerkt, verminderd met het totale aantal studiepunten dat door middel van verkregen vrijstellingen voor de propedeutische fase is behaald. Bij de berekening wordt naar beneden afgerond op een geheel getal. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt een afwijzing verbonden aan het studieadvies bij de student die staat ingeschreven bij het Hanze Institute of Technology die na vier onderwijsperiodes, de tentamenperiode daarin begrepen, minder dan 51 studiepunten heeft behaald. De student die in het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase is ingestroomd met ingang van september van het studiejaar en aan wiens studieadvies op grond van het bepaalde in artikel 4.14.4 een afwijzing dient te worden verbonden, wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een op de laatste tentamenperiode aansluitende herkansingsmogelijkheid, voor zover door die deelname op grond van het maximaal te behalen aantal studiepunten het uitbrengen van een bindend studieadvies zou kunnen worden vermeden. Een bindend studieadvies kan niet worden uitgebracht aan de student die op 1 februari van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse opleiding niet meer staat ingeschreven. Aan de student die in het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van zijn voltijdse opleiding op 1 februari werd ingeschreven kan geen bindend studieadvies worden uitgebracht als die inschrijving voor of op 1 september beindigd werd. Voordat de Dean tot een afwijzing overgaat, geeft deze de desbetreffende student een schriftelijke waarschuwing onder bepaling van een redelijke termijn waarbinnen de studieresultaten moeten zijn verbeterd. Een waarschuwing wordt verstrekt aan de student die: a. na twee onderwijsperiodes minder dan eenderde deel van de studielast heeft behaald; b. na drie onderwijsperiodes minder dan de helft van de studielast heeft behaald; c. na drie onderwijsperiodes niet heeft voldaan aan de kwalitatieve vereisten zoals bedoeld in artikel 4.15; d. na zes onderwijsperiodes de propedeuse niet heeft behaald.

113

Als studielast moet de voor de propedeuse geldende studielast worden aangemerkt, verminderd met het totale aantal studiepunten dat door middel van verkregen vrijstellingen voor de propedeutische fase is behaald. Bij de berekeningen onder a en b wordt naar beneden afgerond op een geheel getal. Indien aan de student de onder a. bedoelde waarschuwing is verstrekt hoeft aan de student niet de onder b. bedoelde waarschuwing te worden verstrekt. 4.14.9 Alvorens tot een afwijzing over te gaan, stelt de Dean de student in de gelegenheid te worden gehoord. De Dean is bevoegd om het horen op te dragen aan een functionaris of orgaan binnen de School. 4.14.10 Indien een student zich beroept op zijn persoonlijke omstandigheden, wordt tot een afwijzing niet overgegaan dan nadat de desbetreffende decaan en/of studiebegeleider gehoord is. De persoonlijke omstandigheden die in aanmerking worden genomen staan beschreven in artikel 4.16.1. 4.14.11 Een bindend studieadvies wordt de student schriftelijk en met redenen omkleed medegedeeld, onder vermelding van de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep voor Studenten. Artikel 4.15 Kwalitatieve vereisten bij studieadvies Onverminderd het bepaalde in artikel 4.14.4 kan aan het studieadvies een afwijzing worden verbonden indien de studieresultaten niet voldoen aan in de onderwijsregeling bekendgemaakte kwalitatieve vereisten. Deze vereisten kunnen onder meer inhouden dat n of meer tentamens of onderwijseenheden voor een peildatum dienen te zijn behaald. De kwalitatieve eisen staan, indien van toepassing, op de Blackboardsite van de desbetreffende opleiding vermeld. Artikel 4.16 Persoonlijke omstandigheden bij studieadvies 4.16.1 De persoonlijke omstandigheden als bedoeld in artikel 4.14.3 zijn: ziekte van betrokkene; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis van de student; zwangerschap van betrokkene; bijzondere familieomstandigheden; het lidmaatschap van de HMR, een SMR of een opleidingscommissie; het lidmaatschap van het bestuur van een erkende studentenorganisatie zoals bedoeld in de in de bijlagen 2a en

114

4.16.2

4.16.3

2b opgenomen Gezamenlijke Regeling bestuursbeurzen 20072010, respectievelijk regeling FOS II. Indien een student zich beroept op een persoonlijke omstandigheid als bedoeld in het vorige onderdeel dient hij deze omstandigheid tijdig, zo mogelijk direct bij het optreden daarvan en voorafgaand aan het uitbrengen van het studieadvies aan de decaan en/of studiebegeleider mee te delen. De student dient de examencommissie tijdig schriftelijk melding te maken van de mededeling als bedoeld in 4.16.2.

Artikel 4.17 Rechtsbescherming (Zie ook hoofdstuk 11 Rechtsbescherming.) De student kan tegen beslissingen inzake de uitvoering van de examenregeling in beroep gaan bij het College van Beroep voor Studenten.

Hoofdstuk 5 Tentamenprotocol studenten Artikel 5.1 Algemeen 5.1.1 5.1.2 Dit hoofdstuk bevat regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens de tentamens als bedoeld in artikel 7.12 Whw. De examinator bepaalt: de voor het afleggen van het tentamen beschikbare tijdsduur of de uiterste datum van inlevering van te beoordelen opdrachten; de hulpmiddelen waarvan de student tijdens het afleggen van het tentamen gebruik kan maken. De examinator stelt de opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen op, neemt het tentamen af en stelt de uitslag daarvan vast. Het afnemen van een mondeling tentamen is openbaar. De examinator dan wel de examencommissie kan, als bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, bepalen dat een mondeling tentamen niet in het openbaar wordt afgelegd. Op verzoek van de student is bij het mondeling tentamen een tweede examinator aanwezig. Indien hierin niet kan worden voorzien, wordt het tentamen opgenomen. De student dient een dergelijk verzoek uiterlijk vijf werkdagen voor het tentamen in bij de examencommissie. Artikel 5.2 Procedure intekening tentamens voor studenten Verpleegkunde, IBK, C&M en FEM
115

5.1.3

5.1.4

5.2.1 5.2.2

5.2.3 5.2.4

5.2.5

5.2.6 5.2.7

Het bepaalde in dit artikel is alleen van toepassing op de studenten zoals bedoeld in artikel 3.6.1. De student dient voor het afleggen van schriftelijke, mondelinge en computer tentamens in te tekenen en wel via de computer via www.helo.hanze.nl. De termijn waarbinnen intekening dient plaats te vinden, wordt via Blackboard bekend gemaakt. De intekening voor tentamens en herkansingen is geopend vanaf de eerste dag van de desbetreffende onderwijsperiode. Het rooster, waarop per tentamen het tijdstip van aanvang en einde en de plaats worden vermeld, wordt minimaal tien werkdagen voor aanvang van de tentamens door de Dean bekend gemaakt. Bij herkansingen gedurende een onderwijsperiode geldt een termijn van minimaal vijf werkdagen. Bij de start van hogeschooljaar wordt bekend gemaakt op welke datum welk tentamen plaatsvindt, voor zover dit tentamen plaatsvindt in de eerste of tweede onderwijsperiode. Bij de start van de tweede onderwijsperiode wordt bekend gemaakt op welke datum welk tentamen plaatsvindt, voor zover dit tentamen plaatsvindt in de derde onderwijsperiode. Bij de start van de derde onderwijsperiode wordt bekend gemaakt op welke datum welk tentamen plaatsvindt, voor zover dit tentamen plaatsvindt in de vierde onderwijsperiode. De student die zich als gevolg van een situatie van overmacht niet tijdig op een tentamen heeft kunnen intekenen kan de examencommissie van de opleiding onder opgaaf van de reden van de overmacht verzoeken alsnog op de intekenlijst van het tentamen te worden geplaatst. De student die zich niet conform de bepalingen in dit artikel heeft ingetekend, is uitgesloten van deelname aan het tentamen. Indien intekening via Progress om technische redenen niet mogelijk is, dient de student, met inachtneming van termijnen zoals vermeld in artikel 5.2.2, contact op te nemen met de studentenadministratie dan wel de eigen opleiding.

Artikel 5.3 Verhindering De student die recht heeft op deelname aan een tentamen en door overmacht verhinderd is om aan het deel te nemen, behoudt het recht op twee kansen. 5.3.2 Teneinde dit recht te behouden dient de student een schriftelijk verzoek in, zo mogelijk met bewijsstukken bij de examencommissie. De examencommissie beslist op het verzoek en deelt zijn beslissing schriftelijk aan betrokkene mede, onder vermelding van de redenen bij afwijzing en de datum, tijd en plaats van de nieuwe gelegenheid bij inwilliging van het verzoek. 5.3.1

116

5.4.1

5.4.2

5.4.3

5.4.4

5.4.5

5.4.6

Artikel 5.4 Gang van zaken De student dient vijf minuten voor aanvang van het tentamen in de tentamenzaal aanwezig te zijn en plaats te nemen. Indien noodzakelijk wijst de surveillant hem/haar een plaats aan. De student is verplicht de aanwijzingen van de examencommissie, de examinator of de surveillant die voor de aanvang van het tentamen zijn bekendgemaakt, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, op te volgen. Volgt de student n of meer aanwijzingen als bedoeld in het tweede lid niet op, dan kan hij door de examencommissie, de examinator of de surveillant worden uitgesloten van de verdere deelname aan het betreffende tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag wordt vastgesteld van het tentamen. Voordat een besluit tot uitsluiting wordt genomen, wordt de student in de gelegenheid gesteld door de examencommissie te worden gehoord. In spoedeisende gevallen kan de examencommissie een voorlopige beslissing tot uitsluiting ne-men op grond van een mondeling verslag van de examinator of de surveillant. Indien mogelijk wordt de student gehoord alvorens de voorlopige beslissing tot uitsluiting wordt genomen. De commissie draagt er zorg voor dat het verslag van de examinator of de surveillant terstond na afloop van het tentamen op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de student wordt verstrekt. De student heeft een geldige collegekaart bij zich en legt deze, ten behoeve van de controle door de surveillant, zichtbaar voor zich op tafel. Als een student zijn collegekaart niet kan tonen, is legitimatie ook mogelijk door middel van een geldig rijbewijs, of paspoort, dan wel een geldige Nederlandse identiteitskaart of OV-jaarkaart. De student die zich niet kan legitimeren volgens n van de in de vorige volzin aangegeven methodes dient de zaal te verlaten en wordt van deelname aan het tentamen uitgesloten. De surveillant zal hiervan melding maken in het protocol. Indien de student weigert de tentamenzaal te verlaten, zal de surveillant hiervan eveneens melding maken in het protocol. Dit protocol zal naar de examencommissie van de opleiding van de betrokken student worden gestuurd. Indien de student als gevolg van een overmachtsituatie niet beschikt over een geldig legitimatiebewijs, volstaat een door de politie opgemaakt proces verbaal van brand, diefstal of vermissing van het legitimatiebewijs.

117

5.4.7 5.4.8

5.4.9

De student dient de presentielijst te tekenen. De student dient bij ontvangst van de tentamenopgave van een schriftelijk tentamen te controleren of hij een juist en volledig exemplaar heeft ontvangen. De student dient op de tentamenuitwerking van een schriftelijk tentamen te vermelden: naam, studentnummer, (onderdeel)onderwijseenheid (code), naam docent van het betreffende onderdeel,

5.4.10

5.4.11

5.4.12 5.4.13

5.4.14 5.4.15

5.4.16

- datum waarop aan het tentamen is deelgenomen. Als een student van het schriftelijk tentamen of computertentamen de opgaven heeft ontvangen en/of de presentielijst heeft getekend, wordt hij geacht aan het tentamen te hebben deelgenomen. Gedurende de eerste 15 minuten mag geen der studenten de tentamenzaal verlaten. Indien het tentamen plaatsvindt in een zaal met meer dan 175 personen wordt de bovengenoemde periode van 15 minuten tot 30 minuten verlengd. Indien een student niet meer dan 15 minuten te laat is, mag hij nog deelnemen aan het desbetreffende tentamen. De student dient het gemaakte schriftelijk tentamenwerk, voor het verlaten van de zaal in te leveren bij de surveillant. Ook de opgave en/of het gebruikte kladpapier dient bij het verlaten van de zaal te worden ingeleverd indien dit vermeld staat op de tentamenopgave. Gedurende de laatste 5 minuten mogen studenten de tentamenzaal niet verlaten. Na afloop van de tentamentijd mogen studenten de tentamenzaal pas verlaten nadat de surveillanten al het gemaakte tentamenwerk hebben opgehaald. Voor regelingen betreffende extra tentamentijd en/of extra faciliteiten geldt het bepaalde in artikel 5.8.

Artikel 5.5 Verboden en overlast Bij een schriftelijk tentamen is het niet toegestaan om het tentamen te maken op ander dan door de surveillant uitgedeeld papier. Wanneer de student extra papier nodig heeft, dient hij dit aan de surveillant kenbaar te maken door handopsteken. Nooit haalt hij zelf papier op. 5.5.2 Indien een schriftelijk tentamen met potlood wordt geschreven, vervalt het recht op beoordeling (antwoordformulieren voor de optische lezer moeten wel met potlood worden ingevuld). 5.5.3 Tijdens tentamens is elke vorm van communicatie tussen studenten 5.5.1

118

5.5.4

5.5.5

5.5.6

5.5.7

5.5.8

onderling verboden. Ook is het niet toegestaan dat studenten werk van elkaar bekijken of praten. Gebruik van een telefoon is niet toegestaan. Mobiele telefoons dienen te zijn uitgeschakeld en te worden bewaard in een gesloten tas of koffer. Het afgaan van een mobiele telefoon wordt beschouwd als overlast en leidt tot verwijdering uit de tentamenzaal. Het is niet toegestaan dat studenten een boek of rekenmachine van elkaar lenen. Voor het overige is het toegestaan na overleg met de surveillant die door middel van handopsteken wordt gewaarschuwd. Het gebruik van studieboeken, wetboeken, woordenboeken, diskettes, elektronische rekenmachines, grafische rekenmachines, mini-PCs, vertaalapparaten en dergelijke in de tentamenzaal is niet toegestaan, tenzij dit is vermeld op de tentamenopgave. Indien gewenst informeert de student zelf ruim voorafgaand aan het tentamen welke hulpmiddelen zijn toegestaan. Zaken die niet zijn genoemd als hulpmiddel zoals bedoeld in het vorige lid, mogen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 5.8, tijdens het tentamen niet op tafel liggen. De student die tijdens het tentamen overlast veroorzaakt dan wel fraude als bedoeld in artikel 5.6 pleegt, wordt uit de tentamenzaal verwijderd. Indien een student binnen 15 minuten na aanvang van het tentamen wordt verwijderd, wordt hij door de surveillant begeleid naar een daartoe door de studentenadministratie aangegeven plaats. De surveillant zal hiervan melding maken in het protocol. Indien de student weigert de tentamenzaal te verlaten, zal de surveillant hiervan eveneens melding maken in het protocol. Dit protocol zal naar de examencommissie van de opleiding van de betrokken student worden gestuurd. Indien de student uit de tentamenzaal wordt verwijderd, wordt het gemaakte werk ingenomen. De examencommissie kan een maatregel treffen, waarbij tevens een beslissing wordt genomen over het ingenomen werk. Het bepaalde in de artikelen 5.6.3 tot en met 5.6.5 is daarbij van overeenkomstige toepassing. Artikel 5.6 Fraude Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student dat er op is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Onder fraude wordt tevens verstaan het handelen of nalaten van een student dat er op is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent de kennis, het inzicht en de vaardigheden van een andere student geheel of gedeeltelijk

5.6.1

119

5.6.2

5.6.3

5.6.4

5.6.5

5.6.6

5.6.7

onmogelijk te maken. Plagiaat wordt ook aangemerkt als fraude. Plagiaat is het overnemen van andermans werk en dat laten doorgaan voor eigen werk. In beginsel mag niet meer dan vijf procent van een tekst, bijlagen uitgezonderd, uit citaten bestaan, tenzij dat in de opdracht anders is bepaald. Citaten en parafraseringen dienen als zodanig duidelijk herkenbaar te zijn waarbij de juiste bron dient te worden vermeld. Bij een vermoeden van plagiaat wordt de examencommissie altijd op de hoogte gesteld. In geval van fraude door de student kan de examencommissie maatregelen treffen die kunnen inhouden dat de student gedurende een door de examencommissie te bepalen termijn van ten hoogste n jaar wordt uitgesloten van deelname aan n of meer daarbij aan te wijzen tentamens of examens aan de instelling of delen daarvan af te leggen. Bij herhaling van fraude kan de examencommissie een zwaardere maatregel treffen, met inachtneming van de maximale termijn zoals genoemd in het vorige lid. Voordat de examencommissie een beslissing neemt als bedoeld in het derde lid, stelt de commissie de student in de gelegenheid te worden gehoord. In spoedeisende gevallen kan de examencommissie een voorlopige beslissing tot uitsluiting nemen op grond van een mondeling verslag van de examinator of de surveillant. Indien mogelijk wordt de student gehoord alvorens de voorlopige beslissing tot uitsluiting wordt genomen. De commissie draagt er zorg voor dat dit verslag terstond na afloop van het tentamen op schrift wordt gesteld en in afschrift aan de student wordt verstrekt. Indien de onregelmatigheid eerst na afloop van het examen wordt ontdekt, kan de examencommissie de student het getuigschrift onthouden of kan zij bepalen dat de betrokken student het getuigschrift slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd examen in de door de examencommissie aan te wijzen tentamens en op een door de examencommissie te bepalen wijze.

Artikel 5.7 Faciliteiten in en bij de tentamenzaal Toiletbezoek tijdens tentamens is, na melding bij en onder begeleiding van een surveillant, toegestaan. Er mag niet meer dan n student tegelijk buiten de tentamenzaal zijn. 5.7.2 De tentamentafels dienen op minimaal 75 cm. zijwaartse afstand tot elkaar te zijn geplaatst. 5.7.3 Eten en drinken is tijdens een schriftelijk tentamen toegestaan, mits de student daarbij geen overlast veroorzaakt. 5.7.4 Eventueel meegebrachte tassen dienen gesloten op een door de 5.7.1

120

surveillant aangewezen plaats te worden neergezet. Artikel 5.8 Studeren met een taalachterstand of een functiebeperking De regelingen voor schriftelijke tentamens zijn als eerste van toepassing. Aan studenten die het Nederlands niet als moedertaal hebben, doch wel voldoen aan de NT2-toelatingseis, wordt gedurende het eerste jaar van inschrijving het recht op extra tentamentijd verleend. Aan studenten die het Nederlands niet als moedertaal hebben, doch wel voldoen aan de NT2-toelatingseis, wordt het recht toegekend op het gebruik van vertalende woordenboeken tijdens tentamens. Indien een student in verband met een (tijdelijke) functiebeperking meent beroep te kunnen doen op het recht tot extra tentamentijd of andere faciliteiten tijdens een tentamen, moet een afspraak worden gemaakt bij n van de decanen. De student moet naar deze afspraak meenemen: bij dyslexie: een officile dyslexieverklaring; bij overige functiebeperkingen: een verklaring van een arts. De student met een functiebeperking dient een verzoek tot extra tentamentijd en/of andere faciliteiten tijdens een tentamen uiterlijk 4 weken voor aanvang van het desbetreffende tentamen in bij de examencommissie van zijn opleiding. De examencommissie beslist op het verzoek met inachtneming van het advies van de decaan. Indien het een chronische functiebeperking betreft wordt het verzoek niet per tentamen doch eenmalig gedaan. Als het verzoek van de student door de examencommissie van zijn opleiding wordt ingewilligd, krijgt de student van de examencommissie een brief waarin het recht op extra faciliteiten is vastgelegd. Voor aanvang van de tentamenperiode moet de student via het opgavenformulier extra faciliteiten aangeven welke tentamens de student wil gaan maken. Dit opgavenformulier is verkrijgbaar bij de studentenadministratie. Dit opgavenformulier moet uiterlijk tien werkdagen voor aanvang van elk tentamen bij de studentenadministratie worden ingeleverd. Deze afdeling zal er voor zorgen dat er extra tijd wordt gereserveerd en/of andere faciliteiten worden verstrekt.

5.8.1 5.8.2

5.8.3

5.8.4

5.8.5

5.8.6

5.8.7

5.8.8

5.8.9

Artikel 5.9 Rechtsbescherming (Zie ook hoofdstuk 11

121

Rechtsbescherming.) De student kan tegen beslissingen inzake de uitvoering van het tentamenprotocol in beroep gaan bij het College van Beroep voor Studenten.

122

11 De opleiding
11.1 Communicatie Inleiding
(Inclusief major International Communication)

In het licht van de bachelor/masterstructuur, competentiegericht onderwijs en de accreditaties is het van belang dat de bij het LOCO aangesloten communicatieopleidingen aangeven hoe zij gezamenlijk over de ontwikkeling van het communicatieberoepsprofiel en opleidingsprofiel denken. Tevens dienen ze een gemeenschappelijke visie te hebben over hoe studenten worden opgeleid voor de communicatieberoepspraktijk. De competentieprofielen garanderen dat de aangesloten opleidingen in hun communicatieonderwijs uitgaan van de geformuleerde competenties. De onderwijsinvulling is gebaseerd op de geformuleerde criteria en kwaliteitseisen per competentie. De opleidingen kunnen aangeven in welke competenties ze zich extra willen specialiseren of differentiren. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de competenties worden gerealiseerd binnen 60 % van het curriculum van de bacheloropleiding (binnen de bacheloropleidingen wordt uitgegaan van een verhouding tussen major (50%) en minor (50%). Er is bij de totstandkoming van dit document uitgegaan van de eerder beschreven Gemeenschappelijke stam, de beroepsniveauprofielen van de Beroepsvereniging voor Communicatie en andere vastgelegde criteria zoals die van de VEA. Het communicatievakgebied ontwikkelt zich nog steeds behoorlijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een analyse van de gemeenschappelijke stam (april 1999) en de beroepsniveauprofielen van de BvC (juli 2002). Bovendien is er nog steeds sprake van het streven naar verdere professionalisering en de ontwikkeling van gentegreerd communicatiebeleid, waarbij communicatiebeleid als een belangwekkend beleidsinstrument wordt gezien. Omwille van deze redenen gaat het niet alleen om kennis en beroepsvaardigheden, maar worden ook criteria rond de beroepshouding geformuleerd. Bij de beschrijving van de competentieprofielen is er uitgegaan van de beroepsproducten die een rol spelen in de beroepspraktijk. De geformuleerde competenties dienen als uitgangspunt voor het (her)schrijven van de curricula. Bij de ordening is uitgegaan van de
123

beleidscyclus: probleemsignalering/formulering, beleidsontwikkeling, beleidsuitvoering en evaluatie. De laatste is ondergebracht bij de procescriteria van verschillende competenties.

11.2 Beroepsspecifieke competenties De competenties zijn gebaseerd op de Beroepsniveauprofielen Communicatie 2002. Daarbij is niveau- B (communicatiemedewerker, junior adviseur) leidend geweest. In de beschrijvingen zijn echter ook niveau C- componenten opgenomen. De competenties weerspiegelen de breedte van de beroepspraktijk. De competenties matchen met de criteria voor de beoordeling van het Communicatieprogramma op het niveau van een HBO-bachelor. De opleiding besteedt namelijk ook aandacht aan algemene HBOkwalificaties/ Dublin-descriptoren. Toelichting bij het competentieprofiel De beschrijving van eindtermen in de vorm van competenties is wezenlijk anders dan de wijze waarop opleidingen voorheen werden ontwikkeld en omschreven. Bij eerdere beschrijvingen ging men steeds uit van eindkwalificaties die gebaseerd waren op de volgende structuur: vakinhoud, vaardigheden, context en realisatie. De kwalificaties waren niet in competenties geformuleerd en niet geordend naar rollen en taken die de (pas afgestudeerde) communicatiemedewerker vervult. Competenties beschrijven namelijk niet de onderwijsinhouden of onderwerpen die behandeld worden maar de beroepsrelevante handelingen. De doelstelling van het competentieprofiel van de opleiding Communicatie is dan ook: actualisering en concretisering van het beroeps- en opleidingsprofiel. Bij de ordening van de competenties is uitgegaan van de beleidscyclus. Aandachtspunt daarbij is dat de eerst genoemde competentie gekoppeld is aan het strategische niveau en de competenties die daarop volgen in toenemende mate het operationele niveau van beroepsbekwaamheden betreffen. Bij iedere competentie worden voorbeelden genoemd van beroepsproducten. Hier en daar is een overlap waarneembaar; dit heeft te maken met de verschillende niveaus waarop de verschillende beroepshandelingen worden uitgevoerd.

Ordening van de competenties (beleidscyclus)

124

A. Probleemsignalering/formulering competentie 1: issuesignalering en onderzoeksvoorbereiding B. Beleidsontwikkeling competentie 2: onderzoek en analyse competentie 3: advies competentie 4: communicatiebeleid competentie 5: communicatieplannen competentie 6: ontwerpen campagne C. Beleidsuitvoering competentie 7: realiseren van communicatieprojecten competentie 8: communicatiemiddelen competentie 9: representeren D. Evaluatie is ondergebracht bij de procescriteria bij alle competenties A. Probleemsignalering/formulering Issuesignalering en onderzoeksvoorbereiding Relevante signalen voor de organisatie systematisch opsporen en interpreteren en er gewicht aan toekennen binnen de gegeven communicatiebeleidskaders De communicatiemedewerker signaleert ontwikkelingen in de interne en externe omgeving. Hij/zij beoordeelt de relevantie van de opgespoorde (inter)nationale trends en issues en brengt deze in het proces in van de strategische beleidsvorming. Hij/zij managet de voor de organisatie relevante issues. Beroepsproduct analyse met betrekking tot beleid en strategie Bijvoorbeeld: trendanalyse, actoren/ factoren analyse, analyse van het maatschappelijk krachtenveld. Criteria m.b.t. product en proces - strategisch kunnen denken - efficint en effectief onderzoek kunnen selecteren en voorbereiden - gebruik kunnen maken van verschillende bronnen - een visie op communicatie en de strategie van de organisatie kunnen ontwikkelen en formuleren - als gesprekspartner/teamlid in het MT kunnen functioneren - verbanden kunnen leggen, relaties onderkennen - gevoel kunnen ontwikkelen voor verschillende standpunten en politieke processen

Competentie 1

125

Product - bevat een goede doorvertaling van de gesignaleerde trends naar het communicatiebeleid - bevat een duidelijke visie op communicatie - bevat voorstellen voor aanpassingen van het communicatiebeleid (probleemanalyse) Kwaliteit van het resultaat - voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product - is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven - is voldoende gericht op de doelgroep en het doel - geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to- date - bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst - bevat toelichting en verantwoording van keuzes - heeft op adequate wijze gewerkt met ICTtoepassingen/faciliteiten B. Beleidsontwikkeling Onderzoek en analyse Naar aanleiding van een communicatievraagstuk moet men een toegepast onderzoek kunnen ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren Om te komen tot communicatiebeleid en communicatieplanning is het nodig onderzoek te doen. Achterhaald moet worden wat er leeft bij publieks- en doelgroepen. Op deze manier kunnen er beter verantwoorde keuzes worden gemaakt. Na het opgestelde communicatiebeleid en de uitgevoerde communicatieplannen moet worden achterhaald of het beoogde effect is gerealiseerd. Ook hier moet weer onderzoek naar gedaan worden. Beroepsproduct Onderzoeksrapport. Voorbeelden: evaluatieonderzoek, marktonderzoek, imago-onderzoek, belevingsonderzoek Criteria m.b.t. product en proces - bij de uitvoering van het onderzoek de uitgangspunten van de onderzoeksopzet als leidraad kunnen nemen - meetbare doelstellingen kunnen bepalen voor alle niveaus van communicatiemanagement - inzicht hebben in verschillende analysetechnieken - doelgroepen kunnen bepalen en segmenteren - als gesprekspartner/ teamlid in het MT kunnen functioneren - onderzoeksresultaten kunnen interpreteren en hanteren voor beleidsontwikkeling

Competentie 2

126

- beperkingen van het onderzoek kunnen aangeven - een kostencalculatie kunnen maken Product - bevat een onderbouwde onderzoeksopzet (de stappen en gemaakte keuzes m.b.t. onderzoek) - bevat heldere en overzichtelijke rapportage van de onderzoeksresultaten - bevat een verantwoording m.b.t. deugdelijkheid van het onderzoek (validiteit, betrouwbaarheid en representativiteit) - bevat een antwoord op de probleemstelling zoals deze is geformuleerd in de onderzoeksopzet - bevat een verantwoorde analyse van de onderzoeksgegevens (volgens de vereisten die horen bij de betreffende methode van onderzoek). - bevat een overzicht van de belangrijkste conclusies van dit onderzoek - bevat aanbevelingen voor vervolgonderzoek - bevat een overzicht van de te maken kosten Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Het opstellen van een advies over:
-

Competentie 3

Een algemeen communicatiebeleid (strategisch) De vaststelling van de doelgroep De communicatie met in- en externe publieks- dan wel doelgroepen De positionering van een merk en/of een organisatie

De communicatiemedewerker adviseert het management van een organisatie schriftelijk en/of mondeling over communicatie op strategisch niveau. Het gaat hier om gevraagd advies. Beroepsproduct Adviesrapport, Presentatie, Adviesgesprek Voorbeelden: identiteitsadvies, intern communicatieadvies, campagneadvies Criteria m.b.t. product en proces - strategisch kunnen denken - gebruik kunnen maken van verschillende bronnen - een helder beleidsadvies kunnen opstellen - als gesprekspartner van MT kunnen functioneren Producten - het advies is een passend antwoord op de vraag / het probleem.

127

- het advies past binnen het organisatiebeleid, dan wel het corporate communicatiebeleid. - bevat een heldere en goede onderbouwing en stelt het management in staat een weloverwogen besluit te nemen. - mondelinge/ schriftelijke rapportage is volledig. Daarvoor moet deze minimaal de volgende elementen bevatten: analyse van de situatie met een heldere probleembeschrijving duidelijk geformuleerde communicatiedoelen die aansluiten bij het probleem meerdere (strategische) opties met een beschrijving van de mate waarin deze antwoord geven op de vraag / het probleem, de mate waarin ze passen binnen de beleidskaders en overige te verwachten voor- en nadelen een helder, onderbouwd communicatieadvies de financile en budgettaire consequenties van dit advies - het adviesgesprek sluit inhoudelijk aan op het (eventueel voorafgegane) rapport en de presentatie. - het adviesgesprek verheldert mogelijke onduidelijkheden en licht de gemaakte keuzes indien nodig toe. Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Communicatiebeleid Vertalen van organisatiestrategie in communicatiebeleid (tactisch) Als communicatiemedewerker (of hoofd communicatie, medewerker communicatiebureau) een dusdanig communicatiebeleid vaststellen, zodat door de operationalisering hiervan het organisatiedoel/ de organisatiestrategie optimaal gerealiseerd kan worden. Beroepsproduct Communicatiebeleidsplan Voorbeelden: corporate communication beleidsplan, marketingcommunicatieplan Criteria m.b.t. product en proces - onderzoeksresultaten kunnen hanteren als input voor beleidsaanpassingen op strategisch planningsniveau - relevante informatie kunnen verzamelen - een strategische analyse kunnen uitvoeren - communicatiebeleid kunnen inpassen in het strategisch plan - op basis van gestelde doelen een strategie kunnen formuleren

Competentie 4

128

- heeft een visie op de inzet van de middelen - besluitvormingsprocessen kunnen hanteren - een begroting van de kosten die aan het beleid zijn verbonden kunnen opstellen Product - toont voldoende kennis m.b.t. strategische alternatieven m.b.t. communicatiebeleid - communicatiebeleid is ingepast in het strategisch beleid van de organisatie - bevat een goed beargumenteerde onderbouwing van het beleid Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Communicatieplannen Opstellen van een communicatieplan binnen het vastgestelde beleidsplan (opstellen budget, inzet communicatiemiddelen) (Operationeel) De globale strategische organisatiekaders zijn bekend. Deze zijn vertaald naar algemene vertrekpunten op het gebied van de beleidscommunicatie. Deze vertrekpunten zijn het kader waarin de communicatieplannen worden geschreven. Deze plannen kunnen betrekking hebben op verschillende communicatiedisciplines. Het kan daarbij zowel om interne als externe communicatie gaan. Beroepsproduct Communicatieplan. Bijvoorbeeld: intern communicatieplan, promotieplan Criteria m.b.t. product en proces - kunnen terugkoppelen naar de beleidsuitgangspunten - communicatiedoelstellingen kunnen herleiden uit organisatiedoelstellingen - vast kunnen stellen wat hoofd- en subdoelstellingen zijn in het gentegreerde communicatieplan - een goede vaststelling kunnen maken van de doelgroep(en) - planmatig kunnen opzetten en aanpakken - budget kunnen opstellen en bewaken - als gesprekspartner/teamlid van het MT kunnen functioneren Product - de stappen van een communicatieplan moeten zichtbaar zijn (analyse, doelgroep, doelstellingen, strategie, middelen,

Competentie 5

129

planning, budget, evaluatie) - de keuzes moeten worden toegelicht waardoor de keuzes logisch lijken - de onderdelen van het communicatieplan moeten onderling samenhangen, er moet een duidelijke rode draad zijn - waar kan,zijn vaktermen op adequate wijze gebruikt - het plan sluit aan bij de gezamenlijke vertrekpunten op het gebied van de communicatie - het plan kan uitgevoerd worden binnen het daarvoor vastgestelde budget Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Het ontwerpen van een campagne De communicatiemanager binnen een organisatie is belast met het ontwerpen van een strategisch plan voor een communicatiecampagne. In het plan moeten m.b.t. doel, mediakeuze, in te schakelen deskundigen, budget, tijd e.d. al veel keuzes worden gemaakt. Op basis van deze keuzes moeten/kunnen diverse andere besluiten m.b.t. deze campagne genomen worden op organisatorisch en operationeel niveau. Beroepsproduct Campagne. Voorbeelden: voorlichtingscampagne, reclamecampagne Criteria m.b.t. het proces - de campagne kunnen plaatsen ten opzichte van de communicatieplannen - een adequate en realistische strategie kunnen bepalen om de vastgestelde doelen te bereiken op organisatie- en productniveau - kunnen ontwikkelen van een marketingcommunicatiestrategie - concepten kunnen ontwikkelen en beoordelen - een doelmatige mix van middelen kunnen vaststellen om de strategie uit te voeren - procedures opstellen en kunnen bewaken Product - doelen zijn helder geformuleerd - zelfstandig tot goede keuzes komen of verantwoordelijk zijn voor een team dat deze keuzes maakt. - de strategie is duidelijk op papier gezet in de vorm van een strategisch plan - organisatorische en operationele consequenties van de strategie zijn goed ingeschat en op ( commercile)

Competentie 6

130

haalbaarheid getoetst - geeft een financile onderbouwing van de campagnes Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) C. Beleidsuitvoering Realiseren van communicatieprojecten Communicatieactiviteiten worden doorgaans in de vorm van projecten of in het kader van evenementen georganiseerd. De organisator / projectleider is verantwoordelijk voor de planning, briefing, draaiboek en de realisatie van de activiteiten en voor de terugkoppeling van het resultaat naar de opdrachtgever. Beroepsproduct Project, evenement, intern veranderingstraject Criteria m.b.t. het proces - kan goede analyse maken m.b.t. de communicatieactiviteiten die gerealiseerd moeten worden en stelt de doelen vast. - werkt doel- en resultaatgericht en binnen de gestelde kaders. - bewaakt de voortgang en kwaliteit en stelt prioriteiten. - instrueert en begeleidt medewerkers waar nodig. - biedt het resultaat aan de opdrachtgever aan. - kan budget opstellen en bewaken - kan op resultaatgerichte wijze een project beheersen Producten Het projectplan is volledig en bevat minimaal een beschrijving van - de aanleiding voor het project - het doel van het project - het gewenste resultaat - de gestelde randvoorwaarden - de kwaliteitscriteria voor het evenement / de activiteiten - de fasering en planning - de organisatie - de communicatiemiddelen - de beheersaspecten ( financin, ondersteunende processen) De briefing is volledig en bevat informatie over de kaders en randvoorwaarden - de berichtgeving is eenduidig en laat geen ruimte voor verschillende interpretatie - biedt de derde voldoende informatie en aanknopingspunten om de gewenste activiteit met succes te kunnen uitvoeren - bevat mogelijkheid om te checken of de wederzijdse verwachtingen goed zijn afgestemd - biedt, indien gevraagd, aanvullende relevante informatie,

Competentie 7

131

zowel mondeling als schriftelijk. Het draaiboek sluit aan bij het projectplan, is goed gestructureerd, overzichtelijk en biedt voldoende sturing aan alle betrokkenen. Het bevat minimaal: - een taakomschrijving van alle betrokkenen - een gedetailleerde fasering en planning van de taken / activiteiten - de bijbehorende data en zonodig de tijden Het project / evenement - voldoet aan de omschrijving van het gewenste resultaat - voldoet aan de beschreven criteria - valt binnen de gestelde randvoorwaarden Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Het realiseren van communicatiemiddelen in vorm en inhoud Om diverse communicatiedoelen bij diverse doelgroepen te kunnen bereiken, moeten regelmatig communicatiemiddelen gerealiseerd worden. Het kan hier gaan om zowel periodieke als niet-periodieke activiteiten voor zowel interne als externe doelgroepen. De communicatiemedewerker organiseert en cordineert de communicatieactiviteiten. Beroepsproduct Communicatiemiddelen Voorbeelden: ICT-toepassingen, audiovisuele middelen, schriftelijke middelen Criteria m.b.t. product en proces - planning: de uitvoerder orinteert zich op doelgroep, doel, onderwerp, de communicatiesituatie en de beleidscontext en koppelt het resultaat hiervan zonodig terug naar de opdrachtgever - formulering: de uitvoerder ontwerpt (bijv. schrijft) het concept van het betreffende communicatiemiddelen - reviseren / redigeren: de uitvoerder past na evaluatie van het concept met betrokkenen het middel aan en realiseert de definitieve versie - binnen de budgetruimte alternatieven kunnen aandragen - heeft visie op de visuele identiteit van de organisatie - processen m.b.t. grafische vormgeving, productdesign en omgevingsdesign kunnen begeleiden - richting en sturing kunnen geven aan anderen in het kader van hun taakvervulling - de voortgang en uitvoering van de communicatie kunnen

Competentie 8

132

evalueren en kunnen aanpassen wanneer dat nodig is Product: Het communicatiemiddel is - doel- en doelgroepgericht geformuleerd, indien nodig in het Engels - het ontwerp van het product past goed binnen de gekozen marketingcommunicatiemix - voldoet aan de vormgevingseisen van het betreffende medium - bevat indien nodig passende illustraties - is geschreven en opgemaakt volgens de huisstijl van de organisatie - past binnen het organisatie- en communicatiebeleid - heeft een goede balans tussen kosten en baten (blijft binnen het budget) - biedt mogelijkheden voor feedback van de doelgroep Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1) Representeren van de organisatie De communicatiemedewerker is in staat en heeft voldoende affiniteit met en kennis van de organisatie om als een ware ambassadeur voor het bedrijf op te treden. Hij/zij kan belangrijke issues voor verschillende doelgroepen en vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties zodanig communiceren dat recht wordt gedaan aan de strategische belangen van de organisatie Beroepsproduct Perscontacten Voorbeelden: persconferentie, toespraak, woordvoerderschap tijdens een crisis Criteria m.b.t. product en proces - bewaken van de organisatiebelangen - afstemmen met belanghebbenden - voert mediaselecties uit - kan relaties met de binnenlandse en buitenlandse pers en andere belangrijke relaties opbouwen en onderhouden - hanteert morele grenzen bij het opstellen van communicatieuitingen - kan effecten van communicatie-uitingen interpreteren Product - eenduidige berichtgeving - gebaseerd op feiten en niet op speculaties - toonzetting en woordkeuze aanpassen aan de situatie - persoonlijke uitstraling en overtuiging

Competentie 9

133

- op een professionele wijze de organisatie vertegenwoordigen - kan publiciteit genereren Kwaliteit van het resultaat (zie competentie 1)

134

12 HBO-kwalificaties
HBO-KWALIFICATIES in progressie: t.b.v. competentieverwerving en check van het curriculum Indicatoren bij "Toepassen" operationeel niveau centraal: ik in relatie met de ander Indicatoren bij "Keuze verantwoorden": "Three of a kind" tactisch niveau centraal: team in organisatie Indicatoren bij "Strategisch inschatten / Eigen combi" Professionele verantwoording en zelfsturing strategisch niveau centraal: positionering organisatie Professioneel verantwoord combineren van keuzes op gezag van Evidence based handelen Ontwikkelen en verantwoorden van eigen werkmodellen

1. Methodisch en reflectief denken en handelen

Planmatig handelen Werkmodellen toepassen en toelichten Reflecteren op eigen handelen

Analyseren van problemen Professioneel verantwoorden van keuzes Reflecteren op effecten van professioneel gedrag Kunnen kiezen van en reflecteren op plan van aanpak en interventies bij veelvoorkomende praktijkproblemen Combineren van oplossingsstrategie n

2. Creativiteit en complexiteit in handelen

Analyseren van niet bekende beroepsvraagstukken Oplossingen bieden op maat Van paradigma kunnen wisselen Intercultural mediating

135

3. Probleemgericht werken

Toepassen van werkmodellen / stappenplannen bij analyse, aanpak en oplossen van het probleem

Verantwoorden van keuzes bij de toepassing van werkmodellen / methoden passend bij onderhavig probleem Projectmatig werken Verantwoorden van stappenplan a. Verantwoorden van keuzes bij de toepassing van werkmodellen / methoden op basis van theorien uit verschillende "eigen" disciplines b. Verwijzen naar andere professionals / instanties op basis van kennis van grenzen van de eigen professie Opsporen van verschillen en overeenkomsten t.a.v. kernopgaven van het beroep in de (stage)praktijk

Oplossingsmodel-op-maat kunnen kiezen en hanteren Ontwikkelen van en een bijdrage leveren aan implementatie van nieuwe oplossingsstategien / nieuw beleid

4. Multidisciplinaire en multiprofessionele integratie

a. Toepassen van werkmodellen / methoden op basis van theorien uit twee verschillende beroepseigen disciplines

a. Verantwoord kunnen ontwerpen van een werkmodel gebaseerd op meerdere "eigen" disciplines b. Leveren van een, voor andere professies begrepen, eigen bijdrage in multiprofessionele context

5. Transfer en brede inzetbaarheid

Opsporen van verschillen en overeenkomsten t.a.v. gegeven casussen / complexe beroepstaken en in verschillende beroepscontexten Realiseren van verbeteringen op basis van zelfreflectie en feedback

In samenhang hanteren van analoge en unieke aspecten van "nieuwe" beroepsproblemen, aanpak en oplossingen Verworven competenties inzetten in verschillende beroepscontexten Bevorderen van de eigen deskundigheid en professionele zelfverantwoordelijkheid door zelfreflectie, feedback, consultatie, onderzoek en scholing

6. Brede professionalisering

Incorporeren van de organisatie-eisen en in die context omgaan met dilemmas Bepalen van internationale

136

aspecten van belangrijke beroepsvraagstukken / dilemma's

Kritisch omgaan met het functioneren binnen en met de ontwikkelingen van een arbeidsorganisatie Bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep door opdrachtverwerving en uitvoering

7. Benutten van (Wetenschappelijke) gegeven of bekende toepassing onderzoeksresultate n bij probleemoplossing

Maken van een onderzoeksopzet Evidence based handelen of verantwoord werkmodellen hanteren op basis van relevantie en kwaliteit van gezaghebbende (theoretische) inzichten en onderzoeksresultate n Sturen van communicatie- en informatieprocessen: Professionele tweegesprekken voeren Interactief communiceren: samenwerken o.b.v. kennis van etniciteit, groepsdynamica, discussieren, argumenteren, debatteren, draagvlak creren, dialoog initiren,

Participeren in beroepsmatig onderzoek (classificaties, standaarden, modellen) Bijdrage leveren aan de ontwikkeling en vaststelling van kwaliteitscriteria en meetinstrumenten

8a. Sociaal communicatieve bekwaamheid mondeling

Basisvaardigheden in mondeling communiceren: perceptie, interpretatie, luisteren, parafraseren, concretiseren, doorvragen, gevoelens uitdrukken, feedback geven en ontvangen, assertief reageren, nonverbale ondersteuning van de boodschappen)

Multi-, intercultureel en internationaal samenwerken Netwerken, adviseren en consulteren Commitment verwerven door overleg, onderhandelen, conflicthantering Tentoonspreiden van organisatiesensitiviteit Realiseren van kennisproductie en commitment door samenwerking en consultatie

137

kunnen hanteren. presenteren (diverse contexten, doelen, doelgroepen, media, hulpmiddelen

storytelling, onderhandelen Adviseren; Conflicthantering Communiceren met de pers Voorlichten Taalvaardig in Engels

8b. Sociaal communicatieve bekwaamheid schriftelijk

Schriftelijk toepassen van eenvoudige professionele vaardigheden:helder, juist, gestructureerd formuleren, voor diverse media, doelgroepen

Professioneel Overtuigend signaleren, communiceren in Monitoring externe interne en externe beinvloedende factoren context Schriftelijk communiceren in de geigende taal en structuur van beroepsdocumenten : adviesnota, implementatieplan, onderzoeksrapport Aansturen van vrijwilligers Voorzitten van diverse typen overleg Coachen van medewerkers Opdrachtbegeleiding Geven van feedback aan collega's Begeleiden van junioren (jongerejaars studenten) Cordinatie van een team Leveren van een bijdrage aan het implementeren van beleid Leveren van een bijdrage aan kwaliteitszorg Kostenbewust handelen; kunnen budgetteren overtuigen,
138

9a. Basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. leidinggeven

9b. Basiskwalificering voor managementfuncties t.a.v. managen

Kunnen hanteren van elementaire projectvaardigheden (samenwerkingscont ract, PvA, werkoverleg, notuleren, voorzitten,

Leveren van een bijdrage aan beheer en aansturing van een project

deadlinebewaking)

onderhandelen, acquireren

10. Besef van Herkennen van maatschappelijke ethische, normatieve verantwoordelijkheid en maatschappelijke vraagstukken

Omgaan met ethische, normatieve en maatschappelijke dilemma's

Vormen van een oordeel m.b.t. ethische, normatieve en maatschappelijke vraagstukken in de professionele context Problematiseren van maatschappelijke signalen Incorporeert in advisering internationale ontwikkelingen (vakorganisaties, netwerkorganisaties, branche-ontwikkelingen) Heeft toegang tot internationale vakliteratuur Heeft kennis van juridische en ethische verschillen

11 (HG) Besef van intercultureel en internationaal perspectief

Showing cultural emphathy; openmindesness; emotionele stabiliteit; flexibiliteit

Understanding of and respect for people of anonther culture Understanding the nature of racisme Awareness of culture differences & biases

139

13 Studiepuntentabellen
13.1 Jaarprogramma propedeuse jaar 1 Klas COV1 Periode 1
BEELDTAAL Titel XCMP9BDT1 XCMP9BDT2 XCMP9BDT3 COVP9BDT4 XCMP8CMV1 XCMP9SLB1 BDT1A: Project: Audiovisual BDT1B: Trainingen Filmtheorie Comm. theorie Comm. plan Schrijven 1 Pers. Prof. Ontwikkeling 1 Periode 2 EVENT Code COVP9EVE1 COVP9EVE2 COVP9EVE3 XCMP8CMV2 XCMP9SLB2 Titel EVE1A: Project: Het Businessplan EVE1B: De Beurs Marktverkenning Bedrijfsfinancin Schrijven 2 Pers. Prof. Ontwikkeling 2 Periode 3 HUISSTIJL Code XCMP9HUI1 XCMP9HUI2 XCMP9HUI3 XCMP9HUI4 XCMP8CMV3 XCMP9SLB3 Titel HUI1A: Project: Visuele presentatie HUI1B: Tools Vormgeving Organisatiekunde Theorie vormgeving: boek Desk Research en Comm. theorie: rapport Presenteren Pers. Prof. Ontwikkeling 3 Periode 4 PUBLICITEIT EN NIEUWS Code COVP9PUB1 Titel PUB1A: Project: De krant, haalbaarheidsonderzoek PUB1B: de Krant: Realisatie COVP9PUB2 COVP9PUB3 COVP9PUB4 XCMP8CMV4 Economie Medialandschap Recht Interviewen ec 3 3 2 2 2 2 C C C C C C ec 2 2 2 2 4 2 1 C C C C C C V/O Periode 4 ec 4 3 3 2 2 1 C C C C C V/O Periode 3 ec 3 2 2 3 2 2 1 C V/O C C C C V/O Periode 2

XCMP9SLB4 Pers. Prof. Ontwikkeling 4 1 V/O C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld

140

13.2 Jaarprogramma propedeuse februari-instroom


Klas COV1J (februari 2010) Periode BEELDTAAL Code Titel XCMP9BDT1 BDT1A: Project: Audiovisual BDT1B: Trainingen XCMP9BDT2 Filmtheorie XCMP9BDT3 Comm. theorie COVP9BDT4 Comm. plan XCMP8CMV3 Presenteren XCMP9SLB3 Pers. Prof. Ontwikkeling 3 Periode 2Per EVENT Code Titel EVE1A: Project: Het COVP9EVE1 Businessplan EVE1B: De Beurs COVP9EVE2 Marktverkenning COVP9EVE3 Bedrijfsfinancin XCMP8CMV4 Interviewen XCMP9SLB4 Pers. Prof. Ontwikkeling 4 Periode 3 PUBLICITEIT EN NIEUWS ec 3 C 2 V/O 2 C 3 C 2 C 2 C 1 V/O Periode 2 ec 4 3 3 2 2 1 C C C C C V/O Periode 3 HUISSTIJL Code Titel HUI1A: Project: Visuele presentatie HUI1B: Tools Vormgeving XCMP9HUI2 Organisatiekunde XCMP9HUI3 Theorie vormgeving: boek Desk Research en Comm. XCMP9HUI4 theorie: rapport XCMP8CMV1 Schrijven 1 XCMP9SLB1 Pers. Prof. Ontwikkeling 1 Periode 4 PUBLICITEIT EN NIEUWS Code Titel PUB1A: Project: De krant, COVP9PUB1 haalbaarheids-onderzoek PUB1B: de Krant: Realisatie COVP9PUB2 Economie COVP9PUB3 Medialandschap COVP9PUB4 Recht XCMP8CMV2 Schrijven 2 XCMP9SLB2 Pers. Prof. Ontwikkeling 2 XCMP9HUI1 ec 2 2 2 2 4 2 1 C C C C C C V/O Klas COV1J (februari 2011) Periode 1

Periode 4

ec 3 3 2 2 2 2 1 C C C C C C V/O

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld N.B. Jaar 2 programma wordt gespiegeld aangeboden ( in kolom rechts)

141

13.3 COV jaar 1 themablokken

COV jaar 1 themablokken


Code COVP9PUB1 COVP9PUB2 COVP9PUB3 COVP9PUB4 PUBLICITEIT EN NIEUWS (PUB) Titel PUB1A: Project: De krant, haalbaarheidsonderzoek PUB1B: de Krant: Realisatie Economie Medialandschap Recht CMV onderdelen ec 3 3 2 2 2 C C C C C Code XCMP8CMV1 XCMP8CMV2 XCMP8CMV3 XCMP8CMV4 Titel Schrijven 1 Schrijven 2 Presenteren Interviewen ec 2 2 2 2 C C C C

Code XCMP9BDT1

BEELDTAAL (BDT) Titel BDT1A: Project: Audiovisual BDT1B: Trainingen

ec 3 2 2 3 2 C V/O C C C

Code XCMP9SLB1 XCMP9SLB2 XCMP9SLB3 XCMP9SLB4

XCMP9BDT2 XCMP9BDT3 COVP9BDT4

Filmtheorie Comm. theorie Comm. plan

SLB onderdelen Titel SLB: Pers. Prof. Ontwikkeling 1 SLB: Pers. Prof. Ontwikkeling 2 SLB: Pers. Prof. Ontwikkeling 3 SLB: Pers. Prof. Ontwikkeling 4

ec 1 1 1 1 V/O V/O V/O V/O

Code XCMP9HUI1 XCMP9HUI2 XCMP9HUI3 XCMP9HUI4

HUISSTIJL (HUI) Titel HUI1A: Project: Visuele presentatie HUI1B: Tools Vormgeving Organisatiekunde Theorie vormgeving: boek Desk Research en Comm. theorie: rapport

ec 2 2 2 2 4 C C C C C

Code COVP9EVE1 COVP9EVE2 COVP9EVE3

EVENT (EVE) Titel EVE1A: Project: Het Businessplan EVE1B: De Beurs Marktverkenning Bedrijfsfinancin

ec 4 3 3 2 C C C C

periode 1 COV1A PUB COV1B PUB COV1C PUB COV1D PUB COV1E HUI COV1F HUI COV1G BDT COV1H BDT COV1K BDT COV1M PUB COV1N BDT Februari instroom: COV1J BDT COV1L

2 BDT EVE EVE BDT PUB PUB PUB HUI HUI HUI PUB EVE

3 HUI HUI BDT EVE EVE EVE HUI PUB PUB BDT EVE PUB * PUB

4 EVE BDT HUI HUI BDT BDT EVE EVE EVE EVE HUI HUI HUI

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld

Let op! Voor alle klassen geldt dat zij in periode 1 tevens slb1 en cmv1 volgen, in periode 2 slb2 en cmv2 enz. Voor de februari-klassen COV1J en COV1L geldt dat zij in periode 3 starten met slb1 en cmv1. * start nieuwe COV1J klas

142

13.4 Jaarprogramma hoofdfase jaar 2


Klas COV2A, 2B en 2C Periode 1 DE VERANDERING (INTERNE COMMUNICATIE) Titel ec ICM1A: Project de Verandering 4 C Klas COV2D, 2E, 2F en 2G Periode 1 METEN IS WETEN (COMMUNICATIEONDERZOEK) Code Titel ec Project Meten is weten Rapporteren: COVH9CMO1 4 C Onderzoeksverslag/adviesrap port COVH5CMO2 COVH9CMO3 COVH8CMO4 COVH5CMO5 Communicatieonderzoek Interculturele competenties Communicatieth. Engels 3 2 4 2 C C C C

Code COVH0ICM1

COVH9ICM2 COVH9ICM3 COVH9ICM4 COVH0ICM5 XCMH9SLB5

Code COVH9ECM1 COVH9ECM2 COVH9ECM3 COVH9ECM4 COVH9ECM5

ICM1B: Argumenteren / 2 C debatteren Organisatiekunde 2 C Communicatieth. 2 C Sociale Psychologie 2 C Faciliterende Vaardigheden 2 C Pers. Prof. Ontwikkeling 5 1 V/O Periode 2 NAAM EN FAAM (EXTERNE COMMUNICATIE) Titel ec Project Naam en Faam Perscontacten/mediatrai6 C ning Issuemanagement Overheidscomm. Openbaar maken en raken Internationale economie Plannen en schrijven onder tijdsdruk 2 2 2 3 C C C C

Code COVH9CPL1

Periode 2 OMBUSTERS (COMMUNICATIEPLANNING) Titel ec CPL1A: Project comm. Planning CPL1B: Tools en mediamix 3 4 3 2 2 C C C C C

COVH9CPL2 COVH5CPL3 COVH9CPL4 XCMH9SLB5

Marketingcommunicatie & Financin Engels Presenteren 2

Periode 3 METEN IS WETEN (COMMUNICATIEONDERZOEK) Code Titel ec Project Meten is weten Rapporteren: COVH9CMO1 4 C Onderzoeksverslag/adviesrappo rt COVH5CMO2 COVH9CMO3 COVH8CMO4 COVH5CMO5 Communicatieonderzoek Interculturele competenties Communicatieth. Engels 3 2 4 2 C C C C

Code COVH0ICM1

Pers. Prof. Ontwikkeling 5 1 V/O Periode 3 DE VERANDERING (INTERNE COMMUNICATIE) Titel ec ICM1A: Project de Verandering ICM1B: Argumenteren / debatteren Organisatiekunde Communicatieth. Sociale Psychologie Faciliterende Vaardigheden Pers. Prof. Ontw. 6 4 C

2 C 2 2 2 2 1 C C C C V/O

COVH9ICM2 COVH9ICM3 COVH9ICM4 COVH0ICM5 XCMH9SLB6

143

Periode 4 Code COVH9CPL1 COMBUSTERS (COMMUNICATIEPLANNING) Titel ec CPL1A: Project comm. Planning CPL1B: Tools en mediamix COVH9CPL2 COVH5CPL3 COVH9CPL4 Marketingcommunicatie & Financin Engels Presenteren 2 3 4 3 2 2 C C C C C

Periode 4 NAAM EN FAAM (EXTERNE COMMUNICATIE) Code Titel ec Project Naam en Faam COVH9ECM1 Perscontacten/mediatrai6 C ning Issuemanagement COVH9ECM2 COVH9ECM3 COVH9ECM4 COVH9ECM5 Overheidscomm. Openbaar maken en raken Internationale economie Plannen en schrijven onder tijdsdruk 2 2 2 3 C C C C

XCMH9SLB6 Pers. Prof. Ontwikkeling 6 1 V/O C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld

144

13.5 Jaarprogramma hoofdfase jaar 2 Internat Semester Klas COV2


Code COVH0ICM1 Periode 1 DE VERANDERING (INTERNE COMMUNICATIE) Titel ec ICM1A: Project de Verandering 4 C ICM1B: Argumenteren / 2 C debatteren Organisatiekunde 2 C Communicatieth. 2 C Sociale Psychologie 2 C Faciliterende Vaardigheden 2 C Pers. Prof. Ontwikkeling 5 1 V/O Periode 2 NAAM EN FAAM (EXTERNE COMMUNICATIE) Titel ec Project Naam en Faam Perscontacten/mediatrai6 C ning Issuemanagement Overheidscomm. 2 C Openbaar maken en raken 2 C Internationale economie 2 C Plannen en schrijven onder 3 C tijdsdruk Periode 3 Communication Research Code ICVH9PRJ3 ICVH9ECP5 ICVH8ICC5 ICVH8COM2 ICVH6MES3 Titel PRJ3A: Research Report PRJ3B: Research Theory English for communication professionals 5 ICC5: Working in intercultural groups Communication theory 2 Media skills 3 Periode 4 The Campaign Code ICVH9PRJ4 ICVH8ECP6 Titel ec Communication Campaigns 6 G English for communication 3 G professionals 6 ICVH8COM3 Communication theory 3 2 G ICVH8MKC Marketing communication and 3 G Finances XCMH9SLB6 Pers. Prof. Ontwikkeling 6 1 V/O C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld ec 3 3 2 2 3 2 G G G G G G Periode 4 Periode 1

COVH9ICM2 COVH9ICM3 COVH9ICM4 COVH0ICM5 XCMH9SLB5

Periode 2

Code COVH9ECM1 COVH9ECM2 COVH9ECM3 COVH9ECM4 COVH9ECM5

Periode 3

4 C

145

13.6 Jaarprogramma hoofdfase jaar 3 Periode 1 en 2


PRAKTIJKSTAGE Code XCMH9STG XCMH9SLB7 Titel Stage SLB: Conflict-hantering 7 Periode 3 en 4 VRIJE RUIMTE Code Titel Minor, keuzevakken of vrije studiepunten Pers. Prof. Ontwikkeling 8 ec 29 1 V/O ec 29 1 V/O V/O Periode 3 en 4

Periode 1 en 2

XCMH9SLB8

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld

146

13.7 Jaarprogramma hoofdfase jaar 4


STRATEGISCHE COMMUNICATIE Titel ec Communicatie Theorie 4 Communicatie onderzoek 6 Kennismanagement; 5 kennisdeling en Corp. Com. Project 8 Corp. Com. en kennisdeling 4 Management vaardigheden 2 Pers. Prof. Ontwikkeling 9 1 POLITIEKE EN OVERHEIDSCOMMUNICATIE Titel ec Project: Onderzoeksrap. 3 Strategische overheidscomm. 1 4 Schrijven voor de overheid Politicologie en Bestuurskunde Perscontacten Project: adviesrapport Project: middel Strategische overheidscomm. 2 Werkbezoeken Pers. Prof. Ontwikkeling 9 AFSTUDEEROPDRACHT Titel Afstudeer-opdracht Examengesprek SLB: Adviseren 10 MEDIASTIEK Titel PROJECT productiehuis 1 Crossmediale toepassing 1 Research / verkenning onderwerp 1 Crossmediaal denken Interview PROJECT productiehuis 2 Crossmediale toepassing 2 Storytelling, formatontw. Pers. Prof. Ontwikkeling 9 2 5 2 4 2 4 3 1

Code COVH6SCO11 COVH6SCO12 COVH6SCO13 COVH6SCO21 COVH6SCO22 COVH6SCO23 XCMH9SLB9

C C C C C C V/O

Code COVH8POC11 COVH6POC12 COVH6POC13 COVH6POC14 COVH8POC15 COVH8POC21 COVH8POC22 COVH6POC23 COVH8POC24 XCMH9SLB9

C C C C C C C C C V/O

Code XCMH9ASO XCMH6EXA XCMH9SLB10

AFSTUDEEROPDRACHT Titel Afstudeer-opdracht Examengesprek SLB: Adviseren 10 COMMUNICATIE EN BEDRIJF Titel Project Communicatieon-derzoek en bedrijfseconomie Strategische marketing Organisatieleer Kennisdeling Project Business intelligence Management en communicatieve vaardigheden Recht Pers. Prof. Ontwikkeling 9 AFSTUDEEROPDRACHT Titel Afstudeer-opdracht Examengesprek SLB: Adviseren 10

ec 28 1 1

C C V/O

Code XCMH9ASO XCMH6EXA XCMH9SLB10

ec 28 1 1

C C V/O

Code COVH6CBR11 COVH6CBR12 COVH6CBR13 COVH6CBR14 COVH8CBR15 COVH6CBR21 COVH8CBR22 COVH6CBR23 COVH6CBR24 XCMH9SLB9

ec 4 4 3 2 2 8 2 2 2 1

C C C C C C C C C

Code COVH8MDS11 COVH8MDS12 COVH8MDS13 COVH8MDS14 COVH8MDS15 COVH8MDS21 COVH8MDS22 COVH8MDS23 XCMH9SLB9

ec 6 2 2 3 2 7 5 2 1

C C C C C C C C V/O

V/O AFSTUDEEROPDRACHT Titel Afstudeer-opdracht Examengesprek SLB: Adviseren 10

Code XCMH9ASO XCMH6EXA XCMH9SLB10

ec 28 1 1

C C V/O

Code XCMH9ASO XCMH6EXA XCMH9SLB10

ec 28 1 1

C C V/O

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld

147

13.8 Jaarprogramma minors


Journalism Titel Project international cross media publishing I Press theory I Journalistic writing I Audio visual media I Interviewing I Doel(groep) gerichte communicatie (HG CO/CS) Titel ec DGC1A: Project 1: COVH9DGC11 4 Onderzoeksrapport Code G G G G G COVH9DGC13 COVH9DGC14 COVH9DGC15 COVH9DGC16 ICVH0JRM6 ICVH0JRM7 ICVH0JRM8 ICVH0JRM9 ICVH0JRM10 Project international cross media publishing II Press theory II Journalistic writing II Audio visual media II Interviewing II 7 3 2 2 1 G G G G G COVH9DGC23 COVH9DGC24 COVH9DGC25 COVH9DGC26 COVH9DGC21 DGC1B: Desk research Communicatie 1 (theorie) Workshop: De interactieve bijeenkomst Doelgroepgericht schrijven 1 Conceptontwikkeling & Vormgeving 1 DGC2A: Project 2: Proces DGC2B: Communicatieplan & middelen Communicatie 2 Debatteren / argumenteren Doelgroepgericht schrijven 2 Conceptontwikkeling & Vormgeving 2 2 3 1 2 2 2 3 3 2 2 3

Code ICVH0JRM1 ICVH0JRM2 ICVH0JRM3 ICVH0JRM4 ICVH0JRM5

ec 6 3 2 2 1

C C C C C C C C C C C C

CREATING AN INTERNATIONAL EVENT (HG+exchangeIC) Code Titel Ec PRJ1A; The Event: Design and ICVH9PRJ1 4 C Planning PRJ1B: International Event 3 C Management Understanding the European ICVH9CIE02 2 C Union Intercultural communication ICVH9CIE03 2 C in the global Workplace Working in international ICVH9CIE04 2 C project teams (1) Business and professional ICVH9CIE05 2 C writing PRJ2A; The Event: ICVH9PRJ2 7 C Implementation assessment PRJ2B: Event management 3 C (2) Working in international ICVH9CIE08 2 C project teams (2) Business and professional ICVH9CIE09 2 C speaking

Game On Code XCMH0GON1 XCMH0GON2 XCMH0GON3 XCMH0GON4 XCMH0GON5 Titel Blueprint Caleidoscope Intercultural Coorporation Psychology & Developing multimedia concepts Flash & Games I ec 5 2 2 4 2 C C C C C

XCMH0GON6 XCMH0GON7 XCMH0GON8

Preparation / Realisation Researching effectiveness Flash & Games II

10 2 2

C C C

148

Code ICVH9IAD1 ICVH9IAD2 ICVH9IAD3 ICVH9IAD4 ICVH9IAD5 ICVH9IAD6

Aid en Development Titel International Project Management Capita Selecta Introduction Development theory Intercultural Competence Faciltation Skills Project

ec 2 5 5 2 1 14 G G G G G G

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld Minoren hebben 29 ecs. Bij de eigen opleiding wordt deze aangevuld met 1 ec voor SLB: Pers. Prof. Ontwikkeling.

149

13.9 Jaarprogramma keuzevakken


Code XCMH6CRS XCMH8DIR XCMH7FOT1 XCMH7FOT2 XCMH7MVO XCMH8MTR XCMH6MIR XCMH9NSL XCMH7NLP XCMH9RIS XCMH9VMM XCMH6PR15 XCMH8DDD XCMH8VID XCMH9CUA Titel Creatief schrijven Digitale recherche Fotografie 1 Fotografie 2 (talent class) Maatschappelijk verantwoord ondernemen Mediatraining Media- en Informatierecht Netwerken & Solliciteren NLP Rich Internet Applications Vormgeven Project 3D Video Cultuur & Media ec 3 3 3 3 3 3 3 3 3 15 15 15 15 15 15 C C C C C C C V/O C C C V/O C C C

HG HG HG ICM ICM HG CO/CS ICM ICM CS ICM HG CS ICM HG

C = dit vak wordt met een cijfer beoordeeld V/O = dit vak wordt met een voldoende/onvoldoende beoordeeld = tentamen

150

14

Boekenlijsten

14.1 Propedeuse CO
Voor elk propedeusethema & studieloopbaanbegeleiding aan te schaffen v v v v Competentiemanagement: persoonlijk onwikkelingsplan Projectmanagement: projectmatig werken in de praktijk Beeldtaal: perspectieven voor makers en gebruikers Leren communiceren PROPEDEUSE THEMA BEELDTAAL Films maken (aan te schaffen via instituutswinkel) Communicatie & planning Reader Communicatietheorie PROPEDEUSE THEMA HUISSTIJL Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. Communicatie & Planning ICM standaard Deskresearch Reader: Communicatietheorie Corporate design management PROPEDEUSE THEMA EVENT Basisboek marketing Financieel management voor communicatie PROPEDEUSE THEMA PUBLICITEIT EN NIEUWS Algemene Economie en bedrijfsomgeving Verborgen verleiders: hoe de media je sturen Rechtsorintatie, 6 e druk Syllabus: Recht v = verplicht a = aanbevolen 9789001347871 9001347037 9789047301158 9001547028 Grit, R. ea Grit, R. Broek, J. vd ea Steehouder, M. ea Noordhoff uitgevers Noordhoff uitgevers Boom Onderwijs Noordhoff uitgevers 2004/09, 1e 2005 2010 2006, 5e

v v v

9006815012 nr. 179

Lievaart, R. Vos, M., Otte, J., Linders, P.

Thieme Meulenhoff 2002

v a v v v v

9789001766658 Dam, N.H.M. v, Marcus, K.A 9006815012 Vos, M., Otte, J., Linders, P.

Noordhoff uitgevers Thieme Meulenhoff ICM 9789043019385 Westerkamp, K., Veen, M. van Pearson Education nr 192 Diversen 9001587488 Michels, W., Thiel, P van Noordhoff uitgevers

2005 2002 2010 2010, 2e 2006

v v

9001092586 Tak, A.A.M.M. ea 9789047300403 Dijk, A. van

v v v v

9789001713782 Marijs, Hulleman 9085061679 Ginneken, Jaap van 9789001604363 Loonstra, C.J., Voet, C.W. vd Diversen

Noordhoff uitgevers 2008, 2e Boom 2006 6e

151

14.2 Hoofdfase CO
2 v v v 2 v v v v v v 2 v v v v v v 2 a v v v a v v v Voor elk hoofdfasethema (jaar 2) aan te schaffen: Competentiemanagement, persoonlijk ontwikkelplan Solliciteren is werken Leren communiceren 9001347878 9001537146 9001547028 Grit, R. ea Lettinga, G. Steehouder, M. ea Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers 2010, 2e 2006, 4e 2006, 5e

HOOFDFASE JAAR 2 THEMA DE VERANDERING (INTERNE COMMUNICATIE) Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. 9001210279 Basisboek Interne Communicatie, aanpak en achtergronden 902324219x Psychologie & Sociologie 9789001763756 Reader Communicatietheorie 184 Effectief debatteren 9001159745 Reader: Het organiseren en begeleiden van interactieve bijeenkomsten 214 HOOFDFASE JAAR 2 THEMA NAAM & FAAM (EXTERNE COMMUNICATIE) Overheidscommunicatie: de binnenkant van het vak. Issuesmanagement Algemene Economie en Bedrijfsomgeving Omgaan met de media Professionele bedrijfscommunicatie Reader Communicatietheorie

Dam, N.H.M. van, Marcus, K.A. Reijnders, E. Wijsman, E. Nillesen, Bart Braet A., Schouw L.

Noordhoff Uitgevers Van Gorcum Noordhoff Uitgevers Hanzehogeschool Groningen Noordhoff Uitgevers

2009, 6e 2006 5e 1998

9059310365 9789047300182 900140037X 9789049400088 9001664113 184

Galjaard, C. Krver, F., Helmann, F. Marijs, A.J., Hulleman, W. Bemboom, W Ommen van, Kuppenveld, H. & E. van

Lemma Boom Noordhoff Uitgevers Strengholt Noordhoff Uitgevers Hanzehogeschool Groningen

2002, 2e 2007 2006 2008 2004, 4e

HOOFDFASE JAAR 2 THEMA METEN IS WETEN (COMMUNICATIEONDERZOEK) Basisboek methoden en technieken 9789020733150 Toegepast Communicatieonderzoek. 9085062179 Grammatica in Gebruik 9789054513261 Reader communicatietheorie 184 Academic Vocabulary in Use 9780521689397 Interculturele communicatie 9789023243632 Statistiek met behulp van SpSS17 418 Managementvaardigheden voor projectleiders 9789085063001

Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de Kaap, G. vd House, C., Stevens, J.

Noordhoff Uitgevers Boom onderwijs Intertaal Hanzehogeschool Groningen McCarthy, M., O'Dell, F. Cambridge University Press Nunez, C., Nunez Mahdi, R., Popma, L. Van Gorcum Klamer, F.J.M. Hanzehogeschool Groningen Verhaar, J. Boom onderwijs

2006 2006 2002, 1e 2008 2007 2006, 3e

152

a a a a a a a 2 v v a a v v a a a a a a a

Een van de volgende woordenboeken: Van Dale Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 1e band N-E Van Dale Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 2e band E-N Wolters Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 1e band N-E Wolters Handwoordenboek NE/NE, twee banden. 1e band E-N Wolters Ster Woordenboek NE/EN, twee pockets. 1e pocket N-E Wolters Ster Woordenboek NE/EN , twee pockets. 1e pocket E-N Standaard Handwoordenboek NE/EN (1 band) HOOFDFASE JAAR 2 THEMA COMBUSTERS (COMMUNICATIEPLANNING) Cash of Crash Marketingcommunicatiestrategie Basisboek Marketing Academic Vocabulary in Use Interculturele communicatie Managementvaardigheden voor projectleiders Een van de volgende woordenboeken: Van Dale Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 1e band N-E Van Dale Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 2e band E-N Wolters Handwoordenboek NE/EN, twee banden. 1e band N-E Wolters Handwoordenboek NE/NE, twee banden. 1e band E-N Wolters Ster Woordenboek NE/EN, twee pockets. 1e pocket N-E Wolters Ster Woordenboek NE/EN , twee pockets. 1e pocket E-N Standaard Handwoordenboek NE/EN (1 band)

9789066482180 9789066482364 9789066486256 9789066486249 9789066486737 9789066486720 9789075566413

Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale SDU

1997 1997 2001 2001 2000 1999

9085060346 9020731653 9001092586 9780521689397 9789023243632 9789085063001 9789066482180 9789066482364 9789066486256 9789066486249 9789066486737 9789066486720 9789075566413

Dijk, A. van Floor, J.M.G., Raaij, W.F.van Tak, A., Boekema, J., Broekhoff, M.A. McCarthy, M., O'Dell, F. Nunez, C., Nunez Mahdi, R., Popma, L. Verhaar, J.

Boom. Stenfert Kroese Noordhoff Uitgevers Cambridge University Press Van Gorcum Boom onderwijs Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale Van Dale SDU

2004 2002 2005, 5e 2008 2007 2006, 3e 1997 1997 2001 2001 2000 1999

3 Voor elk hoofdfasethema (jaar 3) aan te schaffen: v Conflicten in organisaties 3 c c c c c r c HOOFDFASE JAAR 3 MINOR CREATING AN INTERNATIONAL EVENT Project management: a practical approach Events Design and Experience Management of Event Operations Bridging the Culture Gap International commuication in the global workplace Understanding the European Union Study Guide Reader

9001346014

Gramsbergen, Y.H. ea

Noordhoff Uitgevers

2005

9789001802622 9780750664530 9780750663625 9780749441708 9780071123709 9780333948675

Grit, R. Berridge, G. Tum, J., Norton, P., Wright, J.N. Carte, P., Fox, C. Varner, I., Beamer, L. McGormick, J.

Noordhoff Uitgevers Butterworth-Heineman Butterworth-Heineman Kogan Page, London McGraw-Hall/Irwin, New York Palgrave Macmillan

2008, 5e 2006 2009 2004 2004, 2e 2005

153

3 c r c c

HOOFDFASE JAAR 3 MINOR INTERNATIONAL AID EN DEVELOPMENT Project management: a practical approach Managing Succesful Projects with PRINCE 2 versie 2009 The Dynamics of Socio-Economic Development Intercultural Sensivity, From Denial to Intercultural Competence

9789001802622 9780113310593 9780521520843 9789023243700

Grit, R. Office of Government Commerce Szirmai, Adam Nunez, C. Nunez Mahdi, R., Popma, L.

Noordhoff Uitgevers Stationary Office Cambridge University Press Van Gorcum

2008, 5e 2009 2005 2007

3 HOOFDFASE JAAR 3 MINOR JOURNALISM to be announced 3 a v v v a v v v v a HOOFDFASE JAAR 3 MINOR DOEL(GROEP)GERICHT COMMUNICEREN Project management, a practical approach 9789001802622 Syllabus communicatie onderzoek ICM standaard (te downloaden via BB) Reader Minor Doel(groep)gerichte Campagne Workshops, de complete handleiding voor geweldige workshops (ook als pdf) 9789043013147 Professionele Bedrijfscommunicatie, handboek voor tekstschrijvers 9001664113 Communicatie & Planning 9006815012 Reader Communicatie en Campagnes, handouts C0-planning Issuesmanagement 9789047300182 Deskresearch 9789043019385

Grit, R . Pratley, P. Ettema, M. Highmore Sims, Nikki Frijlink H., ea Otte M., Vos, J., Linders, P. Korver, F., Helman, F. Westerkamp, K., Veen, M. van

Noordhoff Uitgevers Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Pearson Education Noordhoff Uitgevers Thieme Meulenhoff Hanzehogeschool Groningen Boom Onderwijs Pearson Education

2008, 5e 2010 2007 2004 2002 2007 2010, 2e

3 HOOFDFASE JAAR 3 MINOR GAME ON online course material 3 v a v HOOFDFASE 3 STAGE Reader: Handleiding voor studenten, 3e jaarsstage Competent afstuderen en stagelopen Projectmanagement: projectmatig werken in de praktijk

9001468241 9001802622

Kempen, P.M., Keizer, J.A. Grit, R.

Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers

2006, 3e 2008, 5e

4 Voor elk hoofdfasethema (jaar 4) aan te schaffen: v Adviseren als tweede beroep

9789013028805 Nathans, H.

Kluwer

2005

154

4 v v v v v v v a v 4 v v v v v v 4 a a a a a v a v v v v a v

HOOFDFASE JAAR 4 SPECIALISATIE STRATEGISCHE COMMUNICATIE KM Kookboek, Recepten voor kennismanagement Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management Communicatieonderzoek: een strategisch instrument Lerend organiseren: als meer van hetzelfde niet helpt Handleiding voor Projectmanagement. Communicatietheorie Strategische communicatie Lezen en beoordelen van onderzoekspublicaties Schokgolf: omgaan met opiniedynamiek

9789077252079 9001210279 9062831559 9020730991 9789006952223 184 233 9055742481 9053527001

Weele, D. van, Lugt, Y. de Dam, N.H.M. van, Marcus, J.A. Hoogendoorn, M. Wiersma, A.F.M., Swieringa, J. Chan, Pui Yee

Dassen, T.W.N., Keuning, F.M. Ginneken, J. van

Essentials Noordhoff Uitgevers Coutinho Noordhoff Uitgevers Thieme Meulenhoff Hanzehogeschool Groningen Hanzehogeschool Groningen Thieme Meulenhoff Boom

2008, 1e 2005 2003, 3e 2003, 2e 2006, 1e

2001 2002, 1e

HOOFDFASE JAAR 4 SPECIALISATIE POLITIEKE & OVERHEIDSCOMMUNICATIE Politiek en Politicologie Groningen 9789001763688 Openbaar Bestuur, beleid, organisatie en politiek 9789013042566 Beleidsconstructie. Coproductie en communicatie 9789051897470 Enkele delen uit de RVD, reeks platform, Syllabus Een gesprek zonder einde 9789056295912 Reader: Perscontacten op BB HOOFDFASE JAAR 4 SPECIALISATIE COMMUNICATIE & BEDRIJF Projectmanagement: projectmatig werken in de praktijk 9001802622 Elementaire sociale vaardigheden 903133538X Basisboek Communiceren 9006950165 Projectmanagement 2. Managementvaardigheden voor projectleiders9053526366 Communicatie & Planning 9006815012 Basisboek methoden en technieken 9789020733150 Basisboek SPSS 13 for Windows 9789055481507 Communicatieonderzoek 9062833489 Strategische marketingplanning 9020733060 Een praktijkgerichte benadering van organisatie en management. 9001210279 Organisatieontwikkeling & HRM 9789051894943 Geintegreerde Communicatie, concern-, interne en marketingcommunicatie 9789047300380 Cash of Crash 9085060346

Woerdman, E. Bovens, M.A.P Geul, A. RVD Aarts, Noelle

Noordhoff Uitgevers Kluwer Lemma Amsterdam University Press

2009, 3e 2007, 7e 1998, 2e 2009

Grit, R. Noordhoff Uitgevers Meer, K. van ea Bohn Stafleu van Loghum Severijnen, O. ea Thieme Meulenhoff Verhaar, J. Boom Onderwijs Vos, M. ea Thieme Meulenhoff Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de Noordhoff Uitgevers Vocht, A. de Bijleveld Hoogendoorn, Marius Coutinho Alsem, dr. K.J. Noordhoff Uitgevers Dam, N.H.M. van, Marcus, K.A. Noordhoff Uitgevers Doorewaard, H., Nijs, W., Benschop, Y. Lemma Vos, M. Boom Onderwijs Dijk, A. van Boom Onderwijs

2008, 5e 2001, 2e 2004, 1e 2001, 2e 2002, 1e 2006 2005 2008 2005 2009, 6e 2007 2004

155

4 HOOFDFASE JAAR 4 SPECIALISATIE MEDIASTIEK nader te bepalen 4 v a v v HOOFDFASE JAAR 4 AFSTUDEEROPDRACHT Reader: Regeling afstudeeropdracht en examengesprek Competent afstuderen en stagelopen Projectmanagement: projectmatig werken in de praktijk Toegepast Communicatieonderzoek

9001468225 9001802622 9085062179

Kempen, P.M., Keizer, J.A. Grit, R. Kaap, G. vd

Noordhoff Uitgevers Noordhoff Uitgevers Boom Onderwijs

2006 2008, 5e 2006

SLB v Handleiding persoonlijke professionele ontwikkeling v = verplicht/ c= compulsory a = aanbevolen /r = recommended

156

15

Onderwijsprogramma

15.1 Studiejaar 1

15.1.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling XCMP9SLB SLB: Persoonlijk Professionele Ontwikkeling 1, 2, 3, 4 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Individuele begeleiding Studielast: 1 EC Voertaal:Nederlands Niveau:inleidend (1) Duur:1 Het PPO-programma en de studieloopbaanbegeleider in jaar 1 dragen bij aan: -sociale en professionele integratie -een juiste studiehouding -het verwerven dan wel vergroten van studievaardigheden -het wegwerken van deficienties (ergo: het beschikken over voldoende startvaardigheden) -reflectie op de studieloopbaan, de competentieverwerving en de voortgang -kennis van en inzicht in mogelijke beroepen en werkvelden en een correct beroepsbeeld (werkexploratie) kennis van en inzicht in de eigen kwaliteiten en motieven (motievenreflectie en kwaliteitenreflectie). De student leert kritisch en zelfbewust keuzes te maken in zijn eigen studieloopbaan. Hij krijgt inzicht in zijn sterke en zwakke punten, leert reflecteren en leert zijn eigen leerproces te sturen en zijn studievoortgang te bewaken.

Inhoud

Competenties

157

15.1.2 CMV Competenties Probleemsignalering/formulering Beleidsontwikkeling Beleidsuitvoering Evaluatie

XCMP8CMV1

Schrijven 1 Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast:2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Studenten ontwikkelen een basisvaardigheid in het professioneel schrijven. Dat is een ambacht dat je met een aantal methoden en technieken en veel oefening langzamerhand in de vingers krijgt. Dit onderdeel is erop gericht studenten 'schrijfvrij' te maken (overwinnen van writers block). Studenten zijn in staat om in korte tijd teksten te produceren op basis van een zeer beknopte synopsis. Studenten leren dat schrijven schaven en bijschaven is. Het bespreken van concepten met anderen is een vruchtbare stap in dat proces. CMV: Schrijven 2 Beoordeling: Portfolio assessment; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau:inleidend (1) Duur:1 Op basis van het voorwerk kan de student bij het schrijven de 'taal' (de stijl/het woordgebruik) en de informatie afstemmen op een doelgroep. Hij kan -het onderscheid maken tussen formeel/informeel, -gebruik maken van een bepaalde stijl of 'jargon' (kinderen, jongeren,

Inhoud

XCMP8CMV2

Inhoud

158

studenten, volwassenen) en -bepalen wat voor informatie op wat voor manier wordt aangeboden (wel/geen vaktaal, uitleg begrippen). Op basis van het voorwerk kan hij in de tekst de consequenties van het (hoofd-)tekstdoel en de communicatieve situatie verwerken. De student kent tekstspecifieke kenmerken van de verschillende tekstsoorten en kan deze produceren: - webtekst (site, blog) -minimal writing/maximal effects -kleine blokken -compact schrijven -structuuraanduiders -voorkeursplaatsen -non-lineariteit -brief/e-mail -artikel -inleiding/ streamers -illustraties -structuuraanduiders -rapport -inleidingen -samenvattingen onderweg -managementsamenvatting -verantwoorden van je keuzes -apa-rules XCMP8CMV3 CMV: Presenteren Beoordeling: Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau:inleidend (1) Duur:1 Studenten ontwikkelen tijdens practica/trainingen een basisvaardigheid in presenteren en leren zeker te zijn van zichzelf en datgene waarover zij praten. Presenteren 1 is enerzijds erop gericht de zenuwen de baas te worden; anderzijds om studenten de kennis en vaardigheden bij te brengen om goed te kunnen presenteren. Hieronder vallen doelgroepen situatieanalyse, het bepalen van inhoud en opbouw, het

Inhoud

159

onderbouwen van de boodschap en de visuele ondersteuning. -de student doet het voorwerk zoals hij bij Schrijven, de basis heeft geleerd -de student gebruikt de werkwijze van Schrijven,- de basis voor het maken van de inhoud van de presentatietekst -de student kent de waarde van een presentatie t.o.v. een geschreven tekst en past dit toe in de presentatie. -de student kan een presentatie structureren: de presentatie heeft een opening, inleiding, kern, slot en afsluiting en laat dat in de presentatie duidelijk zien maakt tijdens de presentatie gebruik van voldoende structuuraanduiders: wegwijzers, tussentijdse samenvattingen en signaalwoorden -de student zet auditieve en/of visuele hulpmiddelen zo in dat ze de inhoud ondersteunen; -de student is zich bewust van de 'fysieke randvoorwaarden' waaronder de presentatie plaatsvindt en weet hierop te anticiperen: -kent de locatie, de ruimte, het tijdstip, het aantal deelnemers, materiaal dat gebruikt wordt -de student wordt zich bewust van zijn houding en leert daarmee te spelen: -let op stand voeten, knien, heupen, romp, schouders, hoofd, kin -heeft oogcontact met het publiek -de student leert zijn stem als instrument te gebruiken: -weet daarbij intonatie, tempo, articulatie, volume op juiste wijze in te zetten -de student kent het begrip ''ruimte innemen'' en wordt zich bewust van zichzelf als spreker in relatie tot het publiek in een ruimte: -weet wat het effect van een bewust gekozen plek t.o.v. het publiek is -plaatst zichzelf op een bewust gekozen positie voor de groep -de student kan omgaan met vragen uit het publiek -geeft de gelegenheid -herhaalt de vraag -beantwoordt de vraag kort en zakelijk -houdt de regie in eigen hand XCMP8CMV4 CMV: Interviewen Beoordeling: Verslag; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC

160

Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Inhoud Interviewen is gericht op het leren van gespreksvaardigheden die gericht zijn op het vergaren van informatie die gebruikt kan worden voor een artikel of in het kader van een onderzoek, intake. Accent ligt op de drie-eenheid Luisteren, Samenvatten, Doorvragen (LSD). De student -is zich bewust van het verschil tussen waarnemen en interpreteren en hoe dit bij hem werkt. -is zich bewust van vormen en effecten van non-verbaal gedrag bij anderen en bij zichzelf -weet wat luistergedrag inhoudt en kan dit bewust toepassen -weet de functies van samenvatten/parafraseren en kan dit bewust toepassen -kent de verschillende soorten interviewvragen open en gesloten vragen, E-in en E-ex vragen, directe, indirecte en suggestieve vragen -kan beoordelen wanneer een antwoord valide, volledig, relevant en duidelijk is -weet wat concretiseren inhoudt en kan dit toepassen -kan adequaat doorvragen naar meningen en gevoelens -weet zich op gedegen wijze voor te bereiden op een interview: dat houdt in dat de student een doel van het interview zo smart als mogelijk weet te verwoorden deskresearch weet uit te voeren aan de hand van het doel een vragenlijst op kan stellen die op doel en context is afgestemd -kan het gehouden interview verwerken in een geschreven verslag: artikel, onderzoek en intakegesprek.

15.1.3 Publiciteit en Nieuws Studielast:12 EC Duur: 1

161

Inhoud

Competenties

In dit blok gebruiken wij als kanaal naar de buitenwereld de krant; de krant als venster naar de buitenwereld en als instrument van het communicatiebeleid van de organisatie. In dit blok besteden we aandacht aan media-aspecten, juridische en economische zaken alsmede presenteren en schrijven. Organisaties moeten zich voortdurend bewust zijn van de omgeving waarin zij opereren. Veranderingen in die omgeving kunnen van invloed zijn op de organisatie. De communicatiedeskundige moet daarom alert zijn op veranderingen in de omgeving. Hij moet via de media niet alleen dagelijkse veranderingen in de omgeving in de gaten houden, maar ook de trends proberen waar te nemen. O.a. de media (kranten, radio, tv, internet) zijn daarvoor geschikte middelen. De communicatiedeskundige dient ook te weten hoe hij de media kan gebruiken als instrument in het communicatiebeleid van zijn organisatie. 1, 8, 9 COVP9PUB1 COVP9PUB2 COVP9PUB3 COVPPUB4 XCMP8CMV XCMP9SLB 1A: Project: De krant 1B: De krant, realisatie Economie Medialandschap Recht Persoonlijke professionele ontwikkeling 3 ec 3 ec 2 ec 2 ec 2 ec 2 ec 1 ec

COVP9PUB1

Project: De krant Beoordeling: Verslag; Professioneel product; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Opdracht; Gastcollege Studielast: 6 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur:1 1A: Schrijf een krant in opdracht van een gemeentebestuur. De krant bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat algemeen nieuws betreffende de stad, het tweede deel van de krant economisch nieuws. Het schrijven van krantenartikelen gebeurt o.a. via het afnemen van interviews. Alvorens het schrijven van de krant start, vindt een haalbaarheidsonderzoek plaats. Studenten schatten de advertentie-

Inhoud

162

Competenties Contactpersoon COVP9PUB2

inkomsten van de krant, evenals de kosten. Ze onderzoeken de krantenmarkt in de stad Groningen. Bovendien nemen ze juridische aspecten mee in het haalbaarheidsonderzoek. 1B: Schrijf een krant in opdracht van een gemeentebestuur. De krant bestaat uit twee delen. Het eerste deel bevat algemeen nieuws betreffende de stad, het tweede deel van de krant economisch nieuws. Het schrijven van krantenartikelen gebeurt o.a. via het afnemen van interviews.Alvorens het schrijven van de krant start, vindt een haalbaarheidsonderzoek plaats. 1, 9 Fokke Veenstra Economie Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: Duur: 1

inleidend (1)

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVP9PUB3

Bestedingen en economische kringloop Collectieve sector Conjunctuur Structuur Nederlandse economie Rente, inflatie en economische groei Werkloosheid, werkgelegenheid Conjunctuur en consument Ondernemingsbeleid en conjunctuur. De studenten dienen actueel economisch nieuws bij te houden via nieuwsbladen. 1 Fokke Veenstra Medialandschap Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Presentatie Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast:2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 De ontwikkelingen in het medialandschap voltrekken zich in hoog tempo. Enerzijds gaat het om veranderingen aan de aanbodkant: de opkomst van Internet en nieuwe media leiden tot andere en nieuwe mediabedrijven. Anderzijds verandert de consumptie van media,

Inhoud

163

Competenties Contactpersoon COVP9PUB4

mensen lezen minder en kijken meer, maar zijn moeilijker te bereiken (zapgedrag). Centrale vragen bij dit vak zijn tweerlei: -wat doen media met mensen - wat doen mensen met media 1 Joost Eskes Recht Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Er zal aan de hand van de algemene deelonderwerpen worden ingegaan op specifieke situaties zoals: Inleiding vermogensrecht; Staatsrechtelijke aspecten, zoals organisatie van Nederland en individuele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting; Informatierechtelijke aspecten, intellectuele eigendom en ICT aspecten; Beperking van auteursrechterlijke bescherming en andere juridische beperkingen; Hoe kan men zijn of haar recht halen? Een entree in het procesrecht Strafrechtelijke aspecten. Er wordt aandacht besteed aan het materile recht als aan het procesrecht Internationaal recht, vooral aan de hand van de Europese unie 1 Otto van Diepen 15.1.4 Huisstijl Studielast:12 EC Periode: 1, 2, 3, 4 Duur: 1

Inhoud

Competenties Contactpersoon

Inhoud

Een bedrijf (al dan niet fictief) komt met het verzoek om een nieuwe huisstijl te ontwikkelen. Leuke opdracht, maar hoe pak je dat aan. Hoe moet zo'n huisstijl er uit zien, moet het een rebelse uitstraling hebben

164

Competenties Contactpersoon

of juist het vertrouwen wekken van 70 plussers. En hoe ontwerp je zo'n logo, welke kleuren moet je gebruiken, staat dat logo ook mooi op een koffiekopje. En als je al die vragen beantwoord hebt ga je aan de slag met professionele tools zoals Photoshop en Illustrator om alle uitingen van de huisstijl te maken. 2, 3, 5, 8 Wilko Peper XCMP9HUI1 XCMP9HUI2 XCMP9HUI3 XCMP9HUI4 XCMP8CMV XCMP9SLB 1A: Project visuele presentatie 1B: Tools vormgeving Organisatiekunde Theorie vormgeving: boek Desk Research en Communicatie theorie: rapport Persoonlijke professionele ontwikkeling 2 ec 2 ec 2 ec 2 ec 4 ec 2 ec 1 ec

XCMP9HUI1

Project: Visuele presentatie Beoordeling: Presentatie; Opdracht Onderwijsvorm: Projectonderwijs Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Als ontwerper krijg je de opdracht om een huisstijl te maken voor een fictief bedrijf. Op basis van voorbereidend onderzoek maak je groepsgewijs een de-briefing. Daarna begin je individueel met het ontwikkelen van een idee, concept en uitwerking van het logo en de huisstijl. 6 Wilko Peper Organisatiekunde Behoort bij: Huisstijl Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1)

Inhoud

Competenties Contactpersoon XCMP9HUI2

165

Duur: 1 Inhoud In dit onderdeel worden de concepten aangereikt om een interne en externe analyse te kunnen maken van een organisatie. Aan de hand van het thema omgevingsinvloeden is er aandacht voor de organisatie in relatie tot haar omgeving. Aan de hand van de thema's besturing, structurering, organisatie in ontwikkeling en leiderschapsstijlen denken we de kennis en het analysekader aan te reiken waarmee de student een adequate beschrijving van een organisatie kan geven. 1 Wilko Peper Theorie vormgeving: boek Behoort bij: Huisstijl Beoordeling: Portfolio assessment Onderwijsvorm: Hoorcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur:1 In dit onderdeel worden vaardigheden aangeleerd om een huisstijl te kunnen ontwerpen. Belangrijk hierbij is het leren kijken. Inhoud m.b.t. onderdeel vormgeving: -Vormgeving: typografie, contrast, vorm- en kleurperceptie (kleurwaarneming, kleursymboliek, etc), compositie en lay-out, ritme en herhaling, abstractie. -Kleurenleer (incl., werking van het licht, kleurcontrasten, kleurcompositie, kleurmodellen, kleurmenging en -modellen, kleur en computer). -Analyse van toegepaste vormgeving -Drukklaar aanleveren (technische specificaties tbv. Drukwerkprocessen). 2, 3, 4, 5, 6 Wilko Peper Desk Research en Communicatietheorie: rapport Behoort bij: Huisstijl Beoordeling: Verslag; Opdracht Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Onderdeel communicatietheorie:

Competenties Contactpersoon XCMP9HUI3

Inhoud

Competenties Contactpersoon XCMP9HUI4

166

Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Inhoud Studenten maken kennis met basisbegrippen als communicatie, informatie, boodschappen, beoogde ontvangers, identiteit, imago en beeldvorming. In colleges leren zij omgaan met de achtergronden, het proces van huisstijlontwikkeling en -beheer en de toepassing van huisstijlcomponenten, inclusief het formuleren van opdrachten aan vormgevers, in de vorm van een briefing. De volgende producten worden opgeleverd voor het onderdeel HUI4COM: plan van aanpak, beschrijving van de organisatie en haar omgeving (met beschrijving van de identiteit en het imago), briefing en debriefing. ( Bij HUI1 ontwerp je vervolgens een huisstijl, bestaande uit een logo, correspondentielijn en een communicatiedrager van de organisatie.) Onderdeel desk research: Studenten oefenen eerst individueel hun vaardigheden op het gebied van desk research: zoekvragen formuleren, zoeken naar informatie en het in eigen woorden rapporteren van uitkomsten. Bij dit laatste is bronvermelding conform de APA stijl belangrijk. De individuele opdrachten zijn (a) digitale cursussen die online staan opdracht 1- en (b) een schriftelijke opdracht die iedere student zelf uitwerkt.- opdracht 2. De grote groepsopdracht voor desk research, opdracht 3, telt twee onderdelen. Het eerste deel gaat over het vergelijken van bestaande organisaties. Het tweede onderdeel gaat over het maken van een persanalyse. Opererend in een team wordt er onderzoek gedaan naar kenmerken van gekozen organisaties en de beeldvorming erover in de pers. Het belangrijkste professionele product wat je leert maken bij het vak deskresearch is een onderzoeksverslag. Dit product is een correct zakelijk verslag in eigen woorden met bronvermelding. Om dat te kunnen maken pas je eerst basisvaardigheden van desk research toe: zoekvragen maken en gericht zoeken naar informatie. Wat betreft vindplaatsen voor informatie leer je ook om gebruik te maken van andere online informatiebronnen 'voorbij Google', zoals de Krantenbank van Lexis Nexis. Samenhang- de samenhang tussen desk research en

167

Compenties

communicatietheorie wordt pas bij opdracht 3 van HUI4-DR duidelijk. Opdracht 3 vanHUI4-DR omvat de eerste twee van een drietal stappen: 1.Orintatie op opdracht plan van aanpak en samenwerkingscontract voor opdracht 3 2.Bestuderen van identiteits- en imago kenmerken van bestaande organisaties en daarover professioneel rapporteren.In de laatste stap komt de (onderbouwing van de) debriefing voor HUI4-COM: 3.En organisatie analyseren o.a. op positionering en beeldvorming ten behoeve van de ontwikkeling van een huisstijl. 1, 3, 9 15.1.5 Beeldtaal CO Studielast:12 EC Periode: 1, 2, 3, 4 Duur: 1

Inhoud

Competenties Bijzonderheden

Contactpersonen

Wat is de rol van bewegend beeld in de media?Verwacht de maker van bijvoorbeeld een commercial dat zijn publiek alles voor zoete koek slikt, of beslist de onvanger zelf wel wat hij vindt?Voor de makers van televisie, film en andere boodschapdragers is het belangrijk dat hun boodschap overkomt. Begrijpt de kijker je wel? Komt de boodschap over? Om die vragen te beantwoorden kijken we preciezer naar het communicatie- en informatieproces. En natuurlijk naar alle stappen die je moet nemen om tot een concrete audiovisual te komen. In dit blok werk je voor een creatief bureau. Jouw doel: Voor je opdrachtgever een volledige audiovisual maken, van storyboard tot DVD. 5, 8 Voor niet ICM-studenten geldt het volgende: Het themablok BEELDTAAL bestaat uit 12 credits, aangevuld voor ICM-studenten met een CMV onderdeel en SLB onderdelen tot 15 credits. Het is mogelijk dit themablok ook voor niet ICM-studenten tot 15 credits aan te vullen op basis van een extra uit te voeren opdracht. Meld je hiervoor aan bij de themacordinator. Peter Zwart/Inge ter Veen

168

XCMP9BDT1 XCMP9BDT2 XCMP9BDT3 COVP9BDT4 XCMP8CMV XCMP9SLB XCMP9BDT1

1A: Project: Audiovisual 1B: Trainingen Filmtheorie Communicatie theorie Communicatieplan Persoonlijke Professionele Ontwikkeling

3 ec 2 ec 2 ec 3 ec 2 ec 2 ec 1 ec

Project 1: Beeldtaal Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Opdracht Onderwijsvorm: Practicum, training; Individuele begeleiding ; Opdracht Studielast: 5 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 1A: De projectopdracht bestaat uit het vervaardigen van een videoproductie. Alle stappen om te komen tot een videoproductie, van idee tot DVD, worden behandeld. Verschillende deelproducten, waaronder een gefotografeerd storyboard, moeten apart worden opgeleverd. Er wordt bij het maken van de productie rekening gehouden met de eisen van een opdrachtgever en de wensen van de doelgroep. De opdracht wordt uitgevoerd binnen de kaders van de communicatietheorie en communicatiemodaliteiten die worden besproken in BDT3 ((persuasieve) voorlichting, PR, reclame, etc.) 1B: Student leert werken met video editing tools en bekwaamt zich in cameratechnieken(video en foto).Premiere: video, layers, sound, text, Premiere videoformaten, export timeline, coderen, encoderen. Op afspraak: practicum videocameratraining + fotocameratraining 2, 6 Peter Zwart Filmtheorie Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Opdracht Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1

Inhoud

Competenties Contactpersoon XCMP9BDT2

169

Inhoud

Competenties XCMP9BDT3

Aan de hand van het boek "Speelfilms maken" verkennen we de wereld achter de film. Aan de orde komen: verhaalvormen, uitsneden, beweging , ensceneren, visualiseren, decouperen, montage, cut, mix, fade, beweging, as, symbool en metafoor. Geluid: techniek, eigenschappen en effect op verhaal. Beeldtechniek: beeldcompositie. Productieproces: synopsis, treatment, storyboard, etc.Licht, lenzen, chromakeying. 2 Communicatietheorie Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Tijdens de hoor- en werkcolleges en zelfstudie maken studenten kennis met de theorie en de praktijk van communicatie. Ze leren communicatie- en informatieprocessen onderscheiden, maken kennis met zenders en ontvangers en hun bedoelingen en percepties. Ze leren boodschappen, middelen en kanalen onderscheiden naar aard, soort, bedoeling, inhoud en vorm en worden zich bewust van mogelijke effecten van boodschappen op ontvangers. Het hele onderzoeks- en beslissingstraject dat voorafgaat aan concrete communicatieproducten, met name audiovisuele, wordt systematisch langsgelopen. Daardoor wordt het verband tussen denken en doen gelegd. 5, 6 Communicatieplan Beoordeling: Overig Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Tijdens de hoor- en werkcolleges en zelfstudie maken studenten kennis

Inhoud

Competenties COVP9BDT4

Inhoud

170

Competenties Contactpersoon

met de theorie en de praktijk van communicatieplanning. Het hele onderzoeks- en beslissingstraject dat voorafgaat aan concrete communicatieproducten, met name audiovisuele, wordt systematisch langsgelopen. 5, 6 Inge ter Veen

15.1.6 Event

Studielast: 12 EC Duur: 1 Inhoud Beroepstaak: op uitvoerend niveau. Studenten starten een bedrijf en ontwikkelen een nieuw product. Voor dit bedrijf wordt een businessplan geschreven. Ter promotie van het nieuwe product wordt deelname aan een beurs georganiseerd en de campagne die hieraan vooraf gaat (als onderdeel van de promotiemix). Alle onderwijseenheden binnen dit thema dragen bij aan de opdrachten van het project. 1, 5, 9 Inge ter Veen COVP9EVE1 COVP9EVE2 COVP9EVE3 XCMP8CMV XCMP9SLB COVP9EVE1 1A: Project: Het Businessplan 1B: De Beurs Marktverkenning Bedrijfsfinancin Persoonlijke professionele ontwikkeling 4 ec 3 ec 3 ec 2 ec 2 ec 1 ec

Competenties Contactpersoon

Project: Event Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht; Overig Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Practicum, training; Opdracht; Gastcollege; Beurs Studielast: 7 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 1A:Studenten starten een bedrijf en ontwikkelen een nieuw product.

Inhoud

171

Competenties Contactpersonen COVP9EVE2

Voor dit bedrijf wordt een businessplan geschreven 1B: Ter promotie van het nieuwe product wordt deelname aan een beurs georganiseerd en de campagne die hieraan vooraf gaat (als onderdeel van de promotiemix). Dit onderdeel bestaat uit diverse opdrachten (projectonderwijs) , een gastcollege over het organiseren van beurzen en twee workshops beurspresentatie (ter voorbereiding op de beurs en het houden van een pitch). 1, 5, Andr Hoeksma/Kim Bokma Marktverkenning Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Marktverkenning van de branche waarin de opdrachtgever opereert. Tijdens het event waaraan hij/zij deelneemt zal het bedrijf zich moeten positioneren op basis van concurrenten- en consumentengedrag. 1, 5 Bedrijfsfinancin Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Financile organisatie van het door studenten gestarte bedrijf vaststellen. Daarnaast een begroting kunnen opstellen voor de uitvoering van de opdracht in de vorm van een kosten- batenanalyse voor de opdrachtgever. 5 Sip Sixma

Inhoud

Competenties COVP9EVE3

Inhoud

Competenties Contactpersoon

172

15.2 Studiejaar 2 15.2.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling XCMH9SLB5 SLB: Persoonlijk Professionele Ontwikkeling 5 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Individuele begeleiding Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Binnen het vierjarig programma voor Persoonlijke professionele ontwikkeling worden de volgende competenties ontwikkeld: sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. De student leert kritisch en zelfbewust keuzes te maken in zijn eigen studieloopbaan. Hij krijgt inzicht in zijn sterke en zwakke punten, leert reflecteren en leert zijn eigen leerproces te sturen en zijn studievoortgang te bewaken. SLB: Persoonlijk Professionele Ontwikkeling 6 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Individuele begeleiding Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 In jaar 2 is het programma van Persoonlijke professionele ontwikkeling gericht op: -sociale en professionele integratie

Inhoud

Competenties

XCMH9SLB6

Inhoud

173

reflectie op de studieloopbaan, de competentieverwerving en de voortgang -keuzes omtrent de stage-organisatie en -werkzaamheden -keuzes omtrent het invullen van de vrije ruimte -(voorlopige) keuzes omtrent de te volgen specialisatie in jaar 4 Daarnaast wordt een workshop Solliciteren in combinatie met een persoonlijke assessment uitgevoerd als voorbereiding op de stage in het derde jaar. Competenties De student leert kritisch en zelfbewust keuzes te maken in zijn eigen studieloopbaan. Hij krijgt inzicht in zijn sterke en zwakke punten, leert reflecteren en leert zijn eigen leerproces te sturen en zijn studievoortgang te bewaken.

15.2.2 De verandering (interne communicatie) Studielast: 14 EC Duur:1 Inhoud De student werkt in een projectgroep aan een beroepsproduct. Het beroepsproduct bestaat uit: -een analyserapport -een executive summary van 5 A4 -een gesprek met de directie van het bedrijf over het interne communicatie-advies in relatie tot het organisatiebrede veranderingstraject. Er is aandacht voor strategische, tactische en operationele aspecten. Een relevant geacht (interactief) communicatiemiddel wordt gepresenteerd/gedemonstreerd. Om tot een gedegen advies te kunnen komen werken de studenten aan (analyse)opdrachten, die vanuit de ondersteunende vakgebieden worden ingeleid. Elke studentenprojectgroep wordt in het leer- en ontwikkelingsproces gesteund door een coach. Alle ondersteunende vakken worden individueel getoetst. Bij de projecttoets kan in de beoordeling van de projectgroepsleden worden gedifferentieerd. 2, 3, 4, 7, 8 Martin Kramer

Competenties Contactpersoon

174

COVH0ICM1 COVH9ICM2 COVH9ICM3 COVH9ICM4 COVH0ICM5 XCMH9SLB COVH0ICM1A

1A: Project De Verandering 1B: Argumenteren/debatteren Organisatiekunde Communicatietheorie Sociale psychologie Faciliterende vaardigheden Persoonlijke professeionele begeleiding

4 ec 2 ec 2 ec 2 ec 2 ec 2 ec 1 ec

Project de verandering Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Opdracht; Simulatie Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 In een projectgroep werkt de student aan de voorbereiding van een advies aan het management van een organisatie die te maken heeft met een stagnerend veranderingsproces. Het onderwijsleerproces in dit project wordt gestuurd met weekopdrachten, gevoed door ondersteunende vakken, en begeleid door een docent/coach. Het advies (maximaal 5 pagina's A4) wordt ondersteund door een uitgebreid analyserapport (gebaseerd op de weekopdrachten) waarin gedetailleerder wordt ingegaan op de meest relevant geachte aspecten van de communicatieproblematiek. In het advies is aandacht voor zowel strategische als tactische en operationele aspecten. Na goedkeuring van het managementadvies en het onderliggende analyserapport door de docent/coach wordt de projectgroep uitgenodigd het advies toe te lichten in een bijeenkomst met het management van het betreffende bedrijf. In deze bijeenkomst wordt een interactief communicatiemiddel gedemonstreerd. Vervolgens vindt er een gesprek plaats met het management over het advies. In dit gesprek is er ruime aandacht voor vragen die bij het management leven. 2, 3, 4, 7, 8 Contactpersoon: Martin Kramer Argumenteren/ debatteren Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH0ICM1B

175

Studielast: 2 EC\ Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Inhoud De student leert dat naast het inzetten van het beleidsmiddel 'communicatie' er ook andere middelen zijn om een probleem ,gesteld door de organisatie, op te lossen. De student leert beleid te benaderen binnen het zogenoemde Academisch Debat. Middels de zogenaamde standaardgeschilpunten weet de student in woord en geschrift zijn keuzes te beargumenteren. 3, 4 Agnes Engbersen, Anet Doornbos Organisatiekunde Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Organisatiekunde geeft inzicht in welk krachtenveld de organisatie zich bevindt. Op grond van dit krachtenveld komt de organisatie tot een beleidsformulering welke richting geeft aan de toekomstige ontwikkeling. Interne communicatie maakt onderdeel uit van dit beleidsproces. Aangezien veel organisaties streven naar vernieuwing en kwaliteitsbeheersing is het zinvol hier bij stil te staan en te bezien in hoeverre interne communicatie innovatie- en kwaliteitsprocessen kan faciliteren. Bij het in gang zetten van de beoogde organisatieontwikkeling is het raadzaam goed na te denken over hoe de interne communicatie het veranderingsproces kan ondersteunen. De bijdrage van Organisatiekunde kan er voor zorgen dat de student het communicatieadvies zo scherp mogelijk laat aansluiten bij het organisatiebeleid en de veranderende organisatiecontext, waarmee de kans op een succesvolle implementatie wordt verhoogd. 2, 4 Martin Kramer

Competenties Contactpersonen COVH9ICM2

Inhoud

Competenties Contactpersoon

176

COVH9ICM3

Communicatietheorie Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Inzicht verwerven in de verhouding tussen organisatie en communicatie en op grond hiervan een communicatiebeleid formuleren die de gewenste verandering van de organisatie ondersteunt. 2, 3, 5 Ron Meulman Sociale Psychologie Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Theoretische kaders om inzicht te krijgen in het gedrag van mensen in organisaties. Onderwerpen waar aandacht aan wordt besteed zijn: persoonlijkheid, leertheorien, motivatie, attituden, groepsprocessen en organisatiecultuur. De student neemt deze inzichten mee in zijn adviezen over het organisatie- en communicatiebeleid van de organisatie. 2, 3 Renate Dam Faciliterende vaardigheden Beoordeling: Verslag; Professioneel product; Vaardigheidstoets; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Practicum, training; Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Bij Faciliterende Vaardigheden staat de rol van de

Inhoud

Compenties Contactpersoon COVH9ICM4

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH0ICM5

Inhoud

177

Compenties Contactpersonen

communicatiedeskundige als facilitator van tweegesprekken en groepsinteractie centraal. In het blok Interne Communicatie wordt deze rol toegespitst op het begeleiden van veranderingsprocessen. In trainingen leert de student tweegesprekken en groepsontmoetingen te organiseren en faciliteren met als doel ideen te vergaren, meningen te peilen, oplossingen te vinden en besluitvormingsprocessen te begeleiden. Mogelijke werkvormen zijn: brainstormsessie, discussie, debat, dialoog, open forum en interview. In het project zal de student deze faciliterende rol niet alleen een relevante plaats geven in zijn advies. Hij zal ook een proeve van deze vaardigheden geven in een workshop. 3, 4, 7, 8 Agnes Engbersen, Anet Doornbos

15.2.3 Naam en faam (externe communicatie)

Studielast: 15 EC Duur: 1 Inhoud Het project staat in het teken van de reputatiebehartiging voor een bepaalde organisatie. In het kader van hun project voeren studenten een vijftal opdrachten uit: 1. bedrijfsorintatie, 2. omgevingsanalyse, 3. persanalyse, 4. inventarisatie van reputatierisicos, beleidsuitgangspunten op het gebied van MVO, 5. crisis + crisisplan. Vakken als Communicatietheorie, Perscontacten, Schrijven, Overheidscommunicatie en Economie leveren kennis en vaardigheden die in het project een rol (kunnen) spelen. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9 Herman van den Heuvel COVH9ECM1 COVH9ECM2 COVH9ECM3 COVH9ECM4 COVH9ECM5 Project Naam en Faam Overheidscommunicatie Openbaar maken en raken Internationale economie Plannen en schrijven onder tijdsdruk 6 ec 2 ec 2 ec 2 ec 3 ec

Competenties Contactpersoon

178

COVH9ECM1

Project Naam en faam, perscontacten/mediatraining issuemanagement Beoordeling: opdracht; professioneel product Onderwijsvorm: practicum/training; projectonderwijs Studielast: 6 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Project - De studenten kiezen in overleg met de coach een organisatie. Deze organisatie wordt beschreven en onderzocht. Ook gaan studenten de omgeving van de organisatie 'monitoren': zowel de omgevingspartijen als de omgevingsinvloeden moeten in kaart worden gebracht. Ook economische invloeden worden beschreven. Een derde stap vormt de persanalyse, waarin beschreven wordt hoe de media over de organisatie schrijven of spreken. Bij de analyse van mogelijke issues zoekt de student naar reputatierisico's voor de organisatie. Bovendien formuleert hij de uitgangspunten voor beleid op het gebied van MVO. Pas in week 6 wordt een crisissituatie bekendgemaakt. De studenten maken voor die casus een crisisplan. Als finale stap in het crisisplan beleggen de studenten, als representanten van de gekozen organisatie, een persconferentie. Een persmap met relevant materiaal wordt aan de pers (een rol die eveneens door studenten wordt uitgevoerd) ter beschikking gesteld. Parallel aan het project is de training Perscontacten geprogrammeerd. Studenten krijgen in kleine groepen een mediatraining; ze leren aan de hand van een paar cases hoe om te gaan met (de lastige vragen van) de pers. Ook oefenen ze hoe je een persconferentie moet organiseren. De training vormt een voorbereiding op de persconferentie aan het slot van het project. Verder maken ze op basis van de case Presstige een korte notitie rond de vraag hoe gemeente X na enkele incidenten met de pers moet omgaan. Parallel aan het project is het onderdeel Issuesmanagement geprogrammeerd. Daarin gaat het om vragen als: wat is Issuesmanagement, wat is MVO? De student krijgt videofragmenten over de Brent Spar te zien met deskundig commentaar en dwarsverbanden naar thema's als identiteit en imago en het waarom van MVO-beleid. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9

Inhoud

Competenties

179

Contactpersoon COVH9ECM2

Herman van den Heuvel Overheidscommunicatie Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH9ECM3

Overheidscommunicatie - In een democratische samenleving heeft de overheid de taak zich voortdurend te verantwoorden voor haar beleid. Dit doet de overheid via eigen media, via de parlementaire structuren en via de pers. Toch lijkt het alsof de overheid nooit genoeg doet en alsof de kloof tussen burger en overheid zich voortdurend verwijdt. In deze onderwijseenheid gaat het om geloofwaardig communiceren door de overheid in haar politiek-bestuurlijke omgeving. Informatie is middel voor openbaarheid, maar vaak ook voor politieke strijd. Specifieke wetgeving zoals de wet Openbaarheid van Bestuur stelt de overheid soms onmogelijke situaties. De verwachtingen van het publiek zijn vaak tegenstrijdig, wantrouwend enerzijds, uitgaand van almacht anderzijds. Het vak concentreert zich op het eigene van de overheid en het bijzondere van overheidscommunicatie in een politiek aangestuurde organisatie. 1 Joost Eskes Openbaar maken en raken Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Algemene kennismaking met communicatietheorien en onderzoek in relatie tot openbare communicatie, publieke opinie, media en nieuws. Onderwerpen: -Het nieuws en selectieprocessen. -Beroepsopvattingen en werkwijze van journalisten en voorlichters.

Inhoud

180

Competenties Contactpersoon COVH9ECM4

-Criteria voor boodschapanalyse. -Relatie van de formele media met het publiek. -Relatie journalistiek en overheidscommunicatie. -Publieke opinie 1 Herman van den Heuvel Internationale ecomonie Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Opdracht Onderwijsvorm: Hoorcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 De volgende onderwerpen worden behandeld: -De trend van globalisering -Internationaal economisch verkeer -Valutamarkt -Internationale samenwerking -Vermogensmarkt -NMA 1 Fokke Veenstra Plannen en schrijven onder tijdsdruk Beoordeling: Professioneel product Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 De student maakt een bewuste keuze uit communicatiemiddelen en zet deze effectief in binnen een gegeven context. De gegeven context bestaat uit een aantal cases waarin een crisisachtige gebeurtenis de aanleiding vormt tot een situatieanalyse, gevolgd door beantwoording van de vraag: met wie moet gecommuniceerd worden; met welk doel; en met welke middelen? De studenten geven bovendien uitvoering aan de gekozen middelen. In de beoordeling van de beroepsproducten ligt het accent op: volledigheid van de analyse, effectiviteit van het

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH9ECM5

Inhoud

181

communicatieplan, doel(groep)gerichtheid van teksten, effectiviteit van de vormgeving. Competenties Contactpersoon


3, 9

Herman van den Heuvel

15.2.4 Meten is weten (Communicatieonderzoek) Studielast: 15 EC Duur:1 Inhoud In de rol van communicatieonderzoeksbureau zet een studententeam bureauonderzoek en kwantitatief veldonderzoek op, voert dat uit en rapporteert daarover. De onderzoeksresultaten moeten leiden tot inzicht in de kaders waarmee de opdrachtgever te maken heeft c.q. krijgt m.b.t. het door hem gesignaleerde communicatieprobleem. Daarmee samenhangend zal onderzoek moeten leiden tot analyse van boodschapverkeer in en om de organisatie van de opdrachtgever. Inzicht in en kennis van communicatietheorie draagt bij aan een beter begrip van bestaande informatie- en communicatieprocessen. Tevens kunnen studenten communicatieonderzoeksvragen scherper formuleren. Op implementatieniveau zal het onderzoeksbureau ook inzicht moeten verschaffen in mogelijkheden tot het ontwikkelen van een gentegreerde mediamix met het doel de communicatieproblematiek van de opdrachtgever dichter bij een oplossing te brengen. Daarnaast is er aandacht voor interculturele verschillen die van invloed (kunnen) zijn op communicatie. 1, 2, 3 Tjeerd Schat COVH9CMO1 COVH5CMO2 COVH9CMO3 COVH8CMO4 COVH4CMO5 COVH9CMO1 Project: Meten is weten Communicatieonderzoek Interculturele competentie Communicatietheorie Engels 4 ec 3 ec 2 ec 4 ec 2 ec

Competenties Contactpersoon

Rapporteren: Onderzoeksverslag/ adviesrapport Beoordeling: Professioneel product; Presentatie Onderwijsvorm: Projectonderwijs Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands

182

Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Inhoud Een studententeam werkt in de rol van communicatieonderzoeker en voert desk - en kwantitatief veldonderzoek uit met het doel een specifiek communicatieprobleem van een opdrachtgever in kaart te brengen. Belangrijk is dat studenten hun kennis over communicatietheorie kunnen vertalen in onderzoeksvragen. Onderzoeksresultaten worden door betreffend communicatie-onderzoeksbureau vastgelegd in een rapport. Met klassikale presentaties als vorm van kennisdeling wordt de groepsopdracht afgerond. 1, 2, 3, 4, 5, 6 Tjeerd Schat Communicatieonderzoek Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Tijdens de stage en afstudeeropdracht en later in de beroepspraktijk moet de student in staat zijn om zelfstandig een eenvoudig empirisch onderzoek uit te voeren, waarbij gebruik wordt gemaakt van enkele methodologische principes en eenvoudige statistische analyses. In deze onderwijseenheid maakt de student kennis met methoden van onderzoek en leert hij een eenvoudig onderzoek op te zetten, uit te voeren en te verwerken. 1, 2 Interculturele competenties Beoordeling: Verslag; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: inleidend (1) Duur: 1 We leven in een multiculturele samenleving. De

Competenties Contactpersoon COVH5CMO2

Inhoud

Compenties COVH9CMO3

Inhoud

183

Competenties

Communicatieprofessional heeft niet alleen te maken met doelgroepen met uiteenlopende internationale achtergronden, hij/zij zal ook moeten kunnen omgaan met ethische, religieuze en sociaaleconomische verschillen tussen mensen. Ook al ambieer je geen internationale carrire, je ontkomt als professional niet aan de globalisering van de samenleving. Dat impliceert dat je je ook moet kunnen bewegen in het internationale beroepsverkeer. Dit studieonderdeel is vooral gericht op het herkennen van je eigen 'blikveld' en op het erkennen van andere perspectieven. Je krijgt inzicht in belangrijke interculturele vraagstukken en denkt na over je houding als professional in deze kwesties. Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Besef van intercultureel en internationaal perspectief. Communicatietheorie 4 Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Kan boodschapverkeer beschrijven en ordenen naar functie, inhoud, vorm, en doelstelling. Kan wat betreft boodschapverkeer onderscheid maken en aanhouden tussen communicatieprocessen (zenderperspectief) en informatieprocessen (ontvangersperspectief), respectievelijk tussen beoogde effecten en verwachte en/of vastgestelde gevolgen. Kan organisatiedoelstellingen vertalen in communicatie(tussen)doelstellingen en expliciteren. Kan de belangrijkste karakteristieken van zender, boodschap en ontvanger operationaliseren. Kan beoordelingscriteria beschrijven of selecteren en hanteren voor middelen, plannen en briefings. Kent productiekant mediaberichtgeving; kan boodschappen analyseren op bronnen, expliciete en impliciete actoren en thematiek. 1, 3, 4, 5, 6

COVH8CMO4

Inhoud

Competenties

184

COVH5CMO5

Engels Meten is weten Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Schriftelijk communiceren in de geigende taal en structuur van beroepsdocumenten. Het betreft basisvaardigheden schriftelijk rapporteren in het Engels aan het management van de opdrachtgevende organisatie, met aandacht voor grammatica, stijl, vocabulaire, verschillen tussen zakelijk en informeel taalgebruik en structuur: executive summary. - Intern en extern kunnen communiceren - In internationaal perspectief kunnen denken en werken Communicatiespecifiek: - Naar aanleiding van een communicatievraagstuk een toegepast onderzoek kunnen rapporteren in Engels.

Inhoud

Competenties

15.2.5 Combusters (Communicatieplanning) Studielast: 14 EC Duur:1 Inhoud Op basis van communicatieonderzoek wordt een communicatieplan opgesteld met het doel een acceptabel communicatiebeleidsadvies aan de opdrachtgever te presenteren. Een implementatieplan voor de invulling van de mediamix is een belangrijk onderdeel van de planvorming; studenten Communicatie hebben zicht op de volledige mediaplanning. Daarnaast wordt studenten gevraagd een budgettaire verantwoording op te stellen. 3, 4, 5, 6, 7, 8 Tjeerd Schat COVH9CPL1 COVH9CPL2 COVH5CPL3 COVH9CPL4 1A: Project communicatie planning 1B: Tools en mediamix Marketingcommunicatie & financin Engels Presenteren 2 3 ec 4 ec 3 ec 2 ec 2 ec

Competenties Contactpersoon

185

XCMH9SLB6 COVH9CPL1

Persoonlijke professionele ontwikkeling

1 ec

Project Combusters Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Werkcollege Studielast: 7 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 A: Commercieel communicatieplan opstellen, verantwoorden en uitvoeren. Ook een financile onderbouwing geven van het communicatieplan in de vorm van een kosten-/batenanalyse. Daarnaast zal in pitchvorm aan studententeam in de rol van communicatieadviseur gevraagd worden op overtuigende wijze hun advies te presenteren aan de opdrachtgever. B: De student: -verdiept zich in de basis van functioneel webontwerp; -verdiept zich in de basis van grafisch webontwerp; -ontwerpt en bouwt (een deel van) een website; -integreert externe media; -verdiept zich in het werken in/met een content management systeem. De student: -krijgt d.m.v. eenmalige workshops op deelonderwerpen tips & trucs voor de aanpak van de mediamix; -ontwikkelt een creatief concept voor de campagne; -kiest beargumenteerd communicatiemiddelen voor de campagne (van paraplu tot webplatform); -maakt schetsen/ontwerpen in de vorm van moodboard, synopsis, storyboard, flowchart (wat maar van toepassing). 3, 4, 5, 6, 7, 8 Marketingcommunicatie & Financin Beoordeling: Verslag; Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Onderdeel conceptuele leerlijn: kennis. Als communicatieadviseur

Inhoud

Compenties COVH9CPL2

Inhoud

186

Competenties COVH5CPL3

richting kunnen geven aan marketingcommunicatieplanning en uitvoering met het doel een communicatieprobleem een realistische oplossing te bieden op basis van geformuleerde marketingcommunicatiedoelstellingen, -doelgroepen en te ontwerpen promotie- en mediamix. Uitgangspunt is de briefing die op basis van het communicatieonderzoeksrapport uit de voorgaande periode is opgesteld. Een financile onderbouwing geven van het communicatieplan in de vorm van een kosten-/batenanalyse. 3, 4, 5 Engels Beoordeling: Professioneel product; Presentatie Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 De student zal Engelstalige productpresentaties moeten houden voor uiteenlopende produkten. Verder zal hij promotionele teksten moeten schrijven voor communicatiemiddelen, zoals een folder of een advertentie. Hierbij wordt aandacht besteed aan de verschillende eisen ten aanzien van stijl, woordkeuze en formaliteit. Uitgangspunt is de doelgroep waar het communicatiemiddel voor is bestemd. Mondelijke uitdrukkingsvaardigheid Ideen en meningen in toepasselijke en begrijpelijke taal aan anderen mondeling duidelijk maken. -Professioneel communiceren in de arbeidsorganisatie -In internationaal perspectief kunnen denken en werken Presenteren 2 Beoordeling: Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 -Heeft kennis van verschillende soorten verhalen en hoe je ze kunt inzetten bij presentaties oErvaringsverhaal

Inhoud

Compenties

COVH9CPL4

Inhoud

187

Competenties

-Voorbeeldverhaal oMetaforisch verhaal -Kan een kort verhaal maken dat is gebaseerd op een gegeven situatie okan metaforen bedenken/kiezen en toepassen -Kan een presentatie maken en houden waarin een verhaal/een metafoor een belangrijke aandeel vormt. okan interactie bewust inzetten -Kan auditieve, visuele en kinesthetische elementen bewust inzetten okan boeiend vertellen -Kan het gegeven 'ruimte' creatief inzetten ten dienste van de presentatie, door aankleding, opstelling/inrichting. Sociaal communicatieve bekwaamheid mondeling

Inhoud

Competenties Contactpersoon

15.2.6 Communication research (alleen voor het internationale semester) Studie load: 15 Duur: 1 Achieving a communication policy and communication plan requires research to find out what audiences and target groups want. You will set up and carry out a research project using quantitative and qualitative research methods (from communication or marketing research). As a research team you will gather, select and process information about a formulated communication problem of an outside client. You will analyze the communication aspects of the problem and make a description of the target group in relation to the problem. Your findings will be put down in a written report for the client. Students will practice (media) skills they need in order to develop the campaign and to work together in international project teams. 1 Eugenie Jessen ICVH9PRJ3 ICVH9ECP5 COVH8ICC5 ICVH8COM2 ICVH6MES3 1A: Research Report 1B: Research Theory English for communication professionals Working in international groups Communication Theory 2 Media Skills 3 ec 3 ec 2 ec 2 ec 3 ec 2 ec

188

ICVH9PRJ3

Project 3 Beoordeling: Professioneel product; Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Hoorcollege; Gastcollege Studielast: 6 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Groups of students will receive an assignment from an outside client. They are asked to execute a communication research among the target groups of this client. In this communication research students will execute desk research and field search both to find out what the target groups think, know and find important about the subject the clients wants to communicate about. In their research report students will report their main results, findings and conclusions for their client. Communication Research Theory is essential for the successful completion of The Research Project and the 4th year research proposal. The module aims to provide students with a critical understanding of a range of approaches, research methodologies and resources relevant for the analysis of a strategic communication problem. It is designed to develop a communication problem into a project rationale justified by literature, secondary texts and complemented by primary data. Primary emphasis is placed on the methodological design of a mini case-study (The Client) together with a basic theoretical framework combining qualitative and quantitative data collection methods. It will develop the ability to critically review literature, identify gaps in knowledge and develop research skills to facilitate data collection and analysis for The Research Project. Lex F. Schouten

Inhoud

Contactpersoon

ICVH9ECP5

English for Communication Professionals 5 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Professional product: Literature review and Research report. You will be able

Inhoud

189

Competenties Contactpersoon

-to write a literature review essay -to contribute to the report-writing process for communication campaigns research 7, 8, 9 Marion Troia, Fiona van Gelder, Joyce de Ruiter Kremers

ICVH8ICC5

Intercultural competence 5: Working in intercultural groups Beoordeling: Aanwezigheid; Opdracht; Overig Onderwijsvorm: Hoorcollege; Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 What does it take to work in multicultural groups. Students learn about groups dynamics, group roles and how to deal with intercultural differences and dilemmas. In order tot work successfully in the project students practice their intercultural communication techniques and how to overcome intercultural problems like different perspectives on time, on planning, on task or relationship orientation, on individual and group responsibilities. This module serves as a basis for the international project planning in het Research and Campaign project. Students learn to use different kinds of work forms to stimulate interaction between people or groups These techniques will be used in the workshop student have to prepare about critical incidents. These workshops will be given to first years IC-students The key element in these workshops is to understand cultural dilemmas possible problems when working in multicultural groups an to find creative solutions for these problems. 10 Hanneke Brakenhof Communication Theory Beoordeling: Written exams Onderwijsvorm: Lecture/seminar Studielast: 3 Voertaal: English Niveau: verdiepend (2) Duur: 1

Inhoud

Competenties Contactpersoon ICVH8COM2

190

Inhoud

Competenties Contactpersoon ICVH6MES3

This course in communication theory is aimed at developing your ability to make use of proper theoretical concepts in order to enhance your further understanding of the different day to day practice of professionals in functional communication, e.g. public relations officers, propagandists, promoters, advertisers and public campaign specialists. After completion of this module students will -know about the different forms of mass communication -be able to relate theoretical concepts to real life situations -be able to plan communication activities based on theoretical concepts and use the appropriate terminology -be aware of the possible (un)intentional and (un)wanted) effects of communication 1, 2 Mart Wegman Media skills 3 Beoordeling: Written exams Onderwijsvorm: Lecture/seminar Studielast: 2 Voertaal: English Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Communication professionals deal with the Internet on a daily basis. Juniors do f.e. content management, seniors are involved in website development projects. During this course you will be introduced to the website production process. You will learn some technical basics in order to understand what is behind these large websites and content management systems. You will also get to work with several web services that are available for blogging, publishing photographs, syndication, etc and learn how to let these services work together. Finally you will be able to create a simple hand made website yourself and incorporate (mash up) external content from web services like Flickr, YouTube. Babz Mook

Inhoud

Contactpersoon

191

15.2.7 The Campaign (alleen voor internationale semester) Studielast: 15 ec Duur: 1 Inhoud You are a member of a communication agency, which has been invited to develop a campaign proposal, along with other agencies. You will create a (marketing) communication campaign, clearly imbedded in theory, and pitch your ideas to the client in a bid for the account. Examples of media production and a financial statement complete the presentation. 4, 5, 6, 7, 8 Eugenie Jessen ICVH9PRJ4 ICVH8ECP6 ICVH8COM3 ICVH8MKC XCMH9SLB6 ICVH9PRJ4 Communication Campaigns English for communication professionals Communication Theory Marketing Communication and Finances Persoonlijke professionele ontwikkeling 6 ec 3 ec 2 ec 3 ec 1 ec

Competenties Contactpersoon

Communication Campaign Beoordeling: Verslag; Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Projectonderwijs Studielast: 6 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 You will create a (marketing) communication plan in which you motivate the choices made, based on research and theory. The creative concept will be implemented in a number of tools. A financial statement completes the plan. In your role as a communication advising agency, you will present the client with a pitch, in which you will try to persuade the client that yours is the best solution to his problem. Main topics to be covered are: organisational and communication problem and objective, target audience, messages and choice of media and techniques. The Communication strategy and tactics of the campaign and the estimation of costs of the implementation and

Inhoud

192

Competenties Contactpersoon ICVH8ECP6

evaluation. For the development of the Mediamix you will develop a creative concept for the campaign You will choose media for the campaign (from umbrella to web site) and substantiate the choices Other products are for example: making sketches/designs in the form of moodboard, synopsis, storyboard, flowchart (what ever is necessary), writing copy, prototypes for the campaign pitch. Testing your major items of the media mix and using the feedback in your advice are other elements which will make your mediamix more professional. 4, 5, 6, 7 Eugenie Jessen English for Communication Professionals 6 Beoordeling: Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Hoorcollege; Practicum, training; Individuele begeleiding Studielast: 3 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 The supports the final presentation for the project Designing a Communication Campaign by focussing on persuasive presentations. It thus expands on presentations from block 3 of year 1. The characteristics of persuasive presentations, rhetoric and argument, and how to prepare and present a case will be studied and practised. You will take part in a simulation with 2 teams who have rival plans for the same development project. At the end of the course you will be able to: -give more persuasive presentations - compare the language used in various media texts on the same topic - give constructive feedback about the interactive and presenting skills of others -analyse your own interactive presentation skills and make a plan to improve Marion Troia, Fiona van Gelder, Joyce de Ruiter-Kremers Communication theory 3 Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Individuele begeleiding

Inhoud

Competenties

Contactpersonen ICVH8COM3

193

Studielast: 2 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Inhoud This course in communication theory is aimed at developing your ability to make use of proper theoretical concepts in order to enhance your further understanding of the different day to day practices of professionals in functional communication, e.g. public relations officers, propagandists, promoters, advertisers and public campaign specialists. One of the additional aims is to find out how in different cultures/countries, these professionals have to deal with differences in values and norms, which will effect their specific ways of communicating. Students write an essay in pairs. To be able to give sound communication advice to people who hire you to solve a communication problem, you have to understand how communication works, what it can do (and what it cannot do). 4, 5, 6 Mart Wegman Marketing Communication and Finances Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Opdracht; Gastcollege Studielast: 3 EC Voertaal: Engels Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Defining and analysing a marketing communication problem within a relatively complex business context. Subjects covered are for example: putting together a briefing from the client's perspective. Developing a proposal and a creative concept for a marketing communication campaign. Developing a media plan and choosing a budgeting method Evaluation and measuring the effect of marketing communication. 2, 4, 5, 6 Antonia Hein/Teodora Voaides

Competenties Contactpersoon ICVH8MKC

Inhoud

Competenties Contactpersonen

194

15.3 Studiejaar 3 15.3.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling XCMH9SLB7 SLB: Conflicthantering 7 Beoordeling: Verslag; Aanwezigheid; Professioneel handelen Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 In deze tweedaagse training leer je hoe je met onderhandelingssituaties en conflicten op de werkvloer en daarbuiten om kunt gaan. Aan de orde komen de rol van communicatie in onderhandelingssituaties en de rol van communicatieadviseur als bemiddelende professional bij conflicten. Onderwerpen die worden behandeld zijn onder andere: verschillende onderhandelingsvormen, voor- en nadelige effecten van conflicten en de rol van neutrale bemiddelaar in een conflict. Binnen het vierjarig programma voor Persoonlijke professionele ontwikkeling worden de volgende competenties ontwikkeld: -sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; -nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; -ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; -leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. SLB: Persoonlijk Professionele Ontwikkeling 8 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Individuele begeleiding Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1

Inhoud

Competenties

XCMH9SLB8

195

Inhoud

Competenties

Het PPO-programma en de studieloopbaanbegeleider in jaar 3 dragen bij aan: -sociale en professionele integratie -reflectie op de studieloopbaan, de competentieverwerving en de voortgang -keuzes omtrent keuzes omtrent het invullen van de vrije ruimte in jaar 3 keuzes omtrent de te volgen specialisatie in jaar 4. Binnen het vierjarig programma voor Persoonlijke professionele ontwikkeling worden de volgende competenties ontwikkeld: -sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; -nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; -ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; -leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.

15.3.2 Stage XCMH9STG Stage Beoordeling: Verslag Onderwijsvorm: Stage, werk Studielast: 29 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 De duur van de stage in het derde jaar bedraagt ca. 100 werkdagen (inclusief terugkomdag). Uitgangspunt is een volledige werkweek, door te brengen binnen de stagebiedende organisatie. De stage omvat een combinatie van opdrachten: - participerende (meewerk)opdrachten op uitvoerend/tactisch niveau - een wat meer omvangrijke en complexe specifieke opdracht, waarbij de stagiair de kans krijgt zijn probleemoplossend vermogen en planmatige en methodische vaardigheden toe te passen.

Inhoud

196

15.4 Studiejaar 4 15.4.1 SLB: Persoonlijke Professionele ontwikkeling Persoonlijke professionele ontwikkeling 9 Beoordeling: Verslag; Aanwezigheid; Professioneel handelen Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Het PPO-programma en de studieloopbaanbegeleider in jaar 4 dragen bij aan: sociale en professionele integratie reflectie op de studieloopbaan, de competentieverwerving en de voortgang keuzes omtrent de afstudeerorganisatie en opdracht voorlopige keuzes omtrent de loopbaan na de studie dan wel de vervolgstudie Binnen het vierjarig programma voor Persoonlijke professionele ontwikkeling worden de volgende competenties ontwikkeld: -sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; -nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; -ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; -leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort. SLB: Persoonlijk Professionele Ontwikkeling 10 Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Individuele begeleiding Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1

XCMH9SLB9

Inhoud Competenties

XCMH9SLB10

197

Inhoud

Competenties

In deze tweedaagse training leer je de communicatieve vaardigheden die nodig zijn in je rol als communicatie-adviseur. Speciale aandacht krijgt daarbij de vraag hoe je de acceptatie van een advies kunt benvloeden. Daarbij speelt je eigen persoonlijkheid en geloofwaardigheid een belangrijke rol. Daarbij is er aandacht voor de verschillende fasen in een adviestraject en de contractering tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. De training is voorbereidend voor de afstudeeropdracht. Binnen het vierjarig programma voor Persoonlijke professionele ontwikkeling worden de volgende competenties ontwikkeld: -sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief nemen en zelfstandig optreden, flexibiliteit; -nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; -ontwikkelen van een beroepshouding met ruimte voor normatiefculturele aspecten, respect voor anderen, een beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen; -leveren van een bijdrage aan de verdere professionalisering van de branche, publicaties, bijdragen aan congressen, enzovoort.

15.4.2 Specialisatie Communicatie en Bedrijf Studielast:29 EC Periode:3, 4 Duur: 2 Inhoud Als studententeam in de rol van communicatieonderzoeksbureau desk en kwantitatief veldonderzoek opzetten, uitvoeren en rapporteren. Onderzoeksresultaten moeten leiden tot inzicht in de kaders waarmee de opdrachtgever te maken heeft c.q. krijgt m.b.t. het door hem gesignaleerde communicatieprobleem. Daarmee samenhangend zal middels onderzoek boodschappenverkeer in en om de organisatie van de opdrachtgever geanalyseerd worden. Op implementatieniveau zal het onderzoeksbureau ook inzicht moeten verschaffen in mogelijkheden tot het ontwikkelen van een gentegreerde mediamix met het doel de communicatieproblematiek van de opdrachtgever dichter bij een oplossing te brengen.<br />In de specialisatie Communicatie en Bedrijf wordt aan de hand van

198

Competenties Contactpersoon

communicatietheoretische en marketingcommunicatieperspectieven ,onderzoek en organisatiekunde een programma gepresenteerd dat studenten voorbereidt om met behulp van die verworven communicatiekennis, -kunde en vaardigheden strategische marketingcommunicatieve bijdragen te leveren om de doelen van een organisatie te bereiken. In aansluiting op wat in de stam is onderwezen over formele (functionele) communicatie, denk aan: public relations, (overheids)voorlichting, reclame journalistiek en promotie, worden deze verschijningsvormen, afzonderlijk zowel als gentegreerd, in het kader van openbaar maken en openbaar raken belicht als bijdragen aan een continue (re)creatie van gedeelde betekenis en algemeen begrip over de organisatie. Niet alleen wordt vanuit het (instrumentele) perspectief van de zender de (gewenste) effecten van formele communicatie beschouwd, er wordt ook aandacht besteed aan niet-beoogde gevolgen, en aan gewenste en niet- gewenste gevolgen van die communicatie, voor de feitelijke ontvangers. Daarnaast worden de korte- termijneffecten zowel als de lange-termijn effecten en typen van reactie, dat wil zeggen: emotioneel, rationeel en/of bepaald gedrag, beschouwd op hun consequenties voor de openbaarheid, in casu: organisatie. 1, 2 Sip Sixma COVH6CBR11 COVH6CBR12 COVH6CBR13 COVH6CBR14 COVH8CBR15 COVH6CBR21 COVh8CBR22 COVH6CBR23 COVH6CBR24 XCMH9SLB9 Project Comm onderzoek en bedrijfseconomie Strategische marketing Organisatieleer Kennisdeling Project Business Intelligence Management en comm vaardigheden Recht Persoonlijke professionele ontwikkeling 4 ec 4 ec 3 ec 2 ec 2 ec 8 ec 2 ec 2 ec 2 ec 1 ec

COVH6CBR11

Project Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Probleem gestuurd onderwijs; Werkcollege Studielast: 4 EC

199

Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Inhoud Een studententeam werkt in de rol van professionele communicatieadviseur en voert desk - en kwantitatief field research uit met het doeleen specifiek communicatieprobleem van een opdrachtgever in kaart te brengen. Belangrijk is dat studenten hun kennis over communicatietheorie kunnen vertalen in onderzoeksvragen. Onderzoeksresultaten worden door betreffend bureau vertaald in de formulering van een briefing (namens de opdrachtgever). Met klassikale presentaties als vorm van kennisdeling wordt de groepsopdracht afgerond. Hiernaast wordt de student individueel getoetst op toepassing van inzichten in alle onderwijseenheden in dit thema aan de hand van een praktijkopdracht. 1, 4, 5, 6, 7 Sip Sixma Communicatieonderzoek en bedrijfs- economie Beoordeling: Verslag; Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Om te komen tot communicatieplanning en -implementatie is het nodig om onderzoek te doen. De communicatieonderzoeker signaleert ontwikkelingen in de interne en externe omgeving van de opdrachtgever. Hij beoordeelt de relevantie van de opgespoorde (inter)nationale trends en issues. Op deze manier kunnen er beter verantwoorde keuzes worden gemaakt. Na het opgestelde communicatiebeleid en de uitgevoerde communicatieplannen moet worden achterhaald of het beoogde effect is gerealiseerd. Ook hier moet weer onderzoek naar worden gedaan. Uit de interne analyse moeten de sterkten en zwakten van het bedrijf naar voren komen. Kennis van het hanteren van budgetten en jaarverslaganalyse zijn hierbij onontbeerlijk. Daarnaast is de onderzoeker in staat om (investerings)begrotingen op te stellen en te beoordelen.

Compenties Contactpersoon COVH6CBR12

Inhoud

200

Competenties Contactpersoon COVH6CBR13

2, 3, 4, 5, 6 Henk Eisen Strategische Marketing Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Aanwezigheid; Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Het opstellen van een strategisch marketingcommunicatieplan en een CRM-plan. (Er is een bonus te verdienen van 1 punt bovenop het tentamencijfer. Voor de bonusregeling geldt een verplichte aanwezigheid en het maken van opdrachten). 1, 3, 4, 5 Kim Bokma/Andr Hoeksma Organisatieleer Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Hoorcollege; Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 -HRM; motiverende en demotiverende factoren; HRM-opvattingen -Organisatieontwikkeling en veranderingsprocessen -Integraal organisatiemodel -Paradoxen bij organisatieverandering -Leidinggeven, macht en cultuur -Organisationeel leren -Organisatieontwikkeling en interne communicatie -Afstemming van de in- en externe communicatie -Strategische communicatie -Communicatiebeleid formuleren en operationaliseren 4 Martin Kramer Kennisdeling Beoordeling: Presentatie; Aanwezigheid

Inhoud

Competenties Contactpersonen COVH6CBR14

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH8CBR15

201

Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Inhoud De communicatieonderzoeker signaleert ontwikkelingen in de interne en externe omgeving van de opdrachtgever. Hij beoordeelt de relevantie van de opgespoorde (inter)nationale trends en issues. Door middel van workshops / presentaties wisselen de studenten kennis uit. 2, 3 Sip Sixma Project Beoordeling: Professioneel product; Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Projectonderwijs; Probleem gestuurd onderwijs; Werkcollege Studielast: 8 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 De communicatie met de klant heeft de laatste jaren een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Bedrijven ontdekken meer en meer dat de ene klant de andere niet is. In de communicatie tussen klant en leverancier wordt het steeds belangrijker om perfect in te spelen op de individuele wensen van de klant. Op n punt komen de wensen overeen: klanten willen snel, efficint en afdoende genformeerd worden. De kwaliteit van de communicatie wordt voor bedrijven daarom een steeds belangrijkere succesfactor. Recente ontwikkelingen in de informatietechnologie, de marketing en de inrichting van organisaties hebben de communicatie tussen bedrijf / dienstverlener en klant in een stroomversnelling gebracht: door gebruik te maken van een fijnmazig en up to date systeem van relatiebeheer kan een bedrijf de wensen en behoeften van groepen (potentile) klanten in kaart brengen, om vervolgens in het aanbod van producten en diensten en in de communicatie op in te spelen. 3, 4, 5, 6, 7, 8 Sip Sixma

Competenties Contactpersoon COVH6CBR21

Inhoud

Competenties Contactpersoon

202

COVH8CBR22

Business intelligence Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Werkcollege; Individuele begeleiding Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 - Infrastructuren - Gegevensverwerking - Data Mining en Data Warehousing - Systemen voor Customer Relationship Management - Customer Care Centers - Kennisdeling (naar moduul kennisdeling) 7, 8, 9 Vincent Swart Management en communicatieve vaardigheden Beoordeling: Presentatie Onderwijsvorm: Practicum, training; Werkcollege; Individuele begeleiding Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Bij het uitbrengen van een advies of het "verkopen" van je plan, zet je bij een presentatie alle zeilen bij om je opdrachtgever te overtuigen. Je kunt goed samenvatten, je maakt daarbij gebruik van retorica, je let op je argumentatie en maakt de presentatie zo driedimensionaal mogelijk. Onderwerpen: -samenvatten -argumenteren -overtuigen -retorica -presenteren -synopsis, draaiboek 7, 8, 9,

Inhoud

Competenties Contactpersoon COVH6CBR23

Inhoud

Competenties

203

COVH6CBR24

Recht Beoordeling: Schriftelijk tentamen Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 -Beheren persoonsgegevens -Arbeidscontractenrecht -Ondernemingsrecht -Privacy-recht -Intellectuele eigendom 1, 9 Otto van Diepen

Inhoud

Competenties Contactpersoon

15.4.3 Politiek en overheidscommunicatie Studielast: 29 EC Periode: 1 Duur: 2 Inhoud Deze specialisatie is gericht op : a. overheidscommunicatie en politieke communicatie alsmede de verschillen daartussen b. communicatie in het hart van de beleidscyclus, zoals verwoord in het rapport Wallage c. politieke en beleidsprocessen gericht op het inrichten van de samenleving en het bevorderen van het algemeen belang. d. communicatie vorm geven als ondersteunend of als hoofdinstrument van beleid e. op het benvloeden van issues in het politieke krachtenveld d.m.v. communicatie. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 Joost Eskes COVH8POC11 COVH6POC12 COVH6POC13 COVH6POC14 COVH8POC15 COVH8POC21 Project: onderzoeksrapport Strategische overheidscommunicatie Schrijven voor de overhead Politicologie en bestuurskunde Perscontacten Project: adviesrapport 3 ec 4 ec 2 ec 5 ec 2 ec 4 ec

Competenties Contactpersoon

204

COVH8POC22 COVH6POC23 COVH8POC24 XCMH9SLB9 COVH8POC11/21/2 2

Project: middel Strategische overheidscommunicatie 2 Werkbezoeken Persoonlijke professionele ontwikkeling

2 ec 4 ec 3 ec 1 ec

Project: onderzoeksrapport In het project onderzoeken studenten een concreet communicatieprobleem op het terrein van de politieke en overheidscommunicatie. Ze rapporteren daarover in een onderzoeksrapport. Op basis daarvan komen ze met een adviesrapport voor de opdrachtgever. Op basis van hun advies schrijven zij een tekst of ontwikkelen zij een communicatiemiddel dat naar hun oordeel in staat is dat onderwerp onder de aandacht te brengen. In een onderzoeksrapport verkennen studenten door middel van literatuuronderzoek en veldonderzoek het te onderzoeken probleem. In een adviesrapport komen ze met een op maat gesneden advies voor de opdrachtgever. Ze werken het advies uit in op zijn minst 1 communicatiemiddel dat bruikbaar is voor hun opdrachtgever. Het project kent drie beoordelingsmomenten * onderzoek Poc 11 * advies POC 21 * uitwerking van een concreet communicatiemiddel POC 22 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 Joost Eskes Strategische overheidscommunicatie Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Presentatie; Aanwezigheid; Opdracht; Werkbespreking Onderwijsvorm: Practicum, training; Werkcollege Studielast: 4 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 In dit onderdeel komen onderwerpen aan bod die actueel zijn binnen de politieke en overheidscommunicatie zoals citymarketing, interactieve beleidsvorming, medialogica, integriteit, openbaarheid van bestuur en

Competenties Contactperson COVH6POC12/23

Inhoud

205

andere relevante ontwikkelingen. Opvattingen van Aarts, Wallage en de RVD zijn de communicatie dragers van dit onderdeel. Dat betekent dat het gaat over communicatie in een voortdurend veranderende omgeving. In deze opvattingen komt bijvoorbeeld het vertellen van een verhaal voor als een interventiestrategie. We kijken dan ook naar het lokale, nationale en internationale niveau van overheidscommunicatie. Poc 12 zal de vorm krijgen van een college + werkcolleges en worden getoetst met opdrachten aan de hand van een literatuurstudie (heuristische aanpak). Poc 23 krijgt de vorm van een door studenten te organiseren workshops met gastdocenten uit de beroepspraktijk. Studenten schrijven een essay n.a.v. de actualiteit en de workshops. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 Henk Lameijer, Ron Meulman, Joost Eskes, Inge ter Veen Schrijven voor de overheid Beoordeling: Professioneel product Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur:1 Aan het begin van het blok krijgen de studenten een beleidsprobleem voorgelegd. Aan hen de taak het probleem te categoriseren, op verschillende manieren te analyseren, te definiren. Uiteindelijk schrijft de student naar aanleiding van genoemd probleem een adviesnota. Onderwerpen die in de les aan de orde komen: Fasering en sturing van het beleidsproces Instrumentatie van beleid Methoden van Beleidsanalyse Modellen van beleidsnotas Taalgebruik 3, 4 Herman van den Heuvel

Competenties Contactpersonen COVH6 POC13

Inhoud

Competenties Contactpersoon

206

COVH6POC14

Politicologie en Bestuurskunde Beoordeling: Schriftelijk tentamen; Presentatie Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 5 EC Voertaal: Nederlands Niveau: verdiepend (2) Duur: 1 Politicologie en bestuurskunde worden in deze cursus vanuit twee perspectieven aangeboden. Het eerste perspectief richt zich op politieke stromingen, -partijen en politieke waarden als macht en democratie. Ook Europa komt hier aan de orde. Het tweede perspectief richt zich op de bestuurlijke structuur, procedures en instanties, die van invloed zijn op de 'omzetting' van politieke waarden in beleid en wetgeving. We geven aandacht aan zowel lokale, rijks en internationale politieke en bestuurlijke instanties, en functionele bestuurseenheden. 1 Joost Eskes, Ron Meulman Perscontacten Beoordeling: Verslag; Professioneel product; Opdracht Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege; Gastcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Studenten leren groepsgewijs een strategisch advies maken over perscontacten rondeen, zo mogelijk, actueel onderwerp bij een overheidsorgaan. Tijdens een aantal hoor- / werkcolleges wordt nu eens geoefend, dan weer geluisterd naar docenten, journalisten en voorlichters die hun sporen op dit terrein hebben verdiend. 3, 4, 7 Martin Ettema, Herman van den Heuvel Werkbezoeken Beoordeling: Verslag; Schriftelijk tentamen; Presentatie; Aanwezigheid Onderwijsvorm: Werkcollege; Opdracht Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands

Competenties Contactpersonen COVH8POC15

Inhoud

Competenties Contactpersonen COVH8POC24

207

Niveau: inleidend (1) Duur: 1 Inhoud In het kader van deze specialisatie vinden drie werkbezoeken plaats -startdag bij een lokale overheid -tweedaags bezoek aan parlement en departementen in Den Haag -meerdaags bezoek aan Europees parlement en overige Europese instellingen 1 Joost Eskes, Henk Lameijer

Competenties Contactpersonen

15.4.4 Mediastiek Studielast:29 EC Periode: 1, 3 Duur: 2 Inhoud Als student met de specialisatie MEDIASTIEK ben je een half jaar lang medewerker "in dienst van" het productiehuis Mediastiek. Je gaat daar als lid van een projectplatform - aan de slag om voor externe opdrachtgevers uiteenlopende (cross)mediale producten te maken. Daarmee gaat het om een brede specialisatie met aandacht voor zowel de betekenis en de inhoud van media, als voor de toepassingen en het gebruik van media binnen de wereld van de communicatie. Vier mediatoepassingen vormen de pijlers van de specialisatie: -Tekst -Beeld -Geluid -Web Naast vaardighedenworkshops rond deze pijlers kunnen er ook inhoudelijke -afhankelijk van het project- workshops worden aangeboden. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Wiggele Wouda COVH8MDS11 DOVH8MDE12 COVH8MDS13 COVH8MDS14 COVH8MDS15 Project: productiehuis 1 Corssmediale toepassing Research/verkenning onderwerp 1 Crossmediaal denken Interview 6 ec 2 ec 2 ec 3 ec 2 ec

Competenties Contactpersoon

208

COVH8MDS21 COVH8MDS22 COVH8MDS23 XCMH9SLB9 COVH8MDS11

Project: productiehuis 2 Crossmediale toepassing 2 Storytelling formatontwikkeling Persoonlijke professionele begeleiding

7 ec 5 ec 2 ec 1 ec

Project Productiehuis 1 Beoordeling: Professioneel product Onderwijsvorm: Projectonderwijs Studielast: 6 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Het project Mediastiek is ondergebracht in zowel het eerste (derde) blok (6 EC) als in het tweede (vierde) blok (7 EC). Als student ben je dan medewerker "in dienst van" het productiehuis Mediastiek. Je gaat daar als lid van een projectplatform - aan de slag om voor externe opdrachtgevers uiteenlopende (cross)mediale producten te maken. In het project ga je als volgt te werk. Een opdrachtgever klopt bij het productiehuis aan met een probleem en het verzoek daarvoor (binnen de randvoorwaarden van opdrachtgever en ICM) naar een (communicatieve) oplossing te zoeken. Een voorbeeld - Het management van een bedrijf wil het saamhorigheidsgevoel en de teamgeest van zijn medewerkers vergroten; men roept nu de hulp in van het productiehuis. Na een uitvoerige intake en briefing besluit het productiehuis om een soapfilm te maken waarin allerhande personele kwesties aan de orde komen. Maar daartoe hoeft men zich niet te beperken: misschien is het wel verstandig aan de film een soapkrant toe te voegen of een leaflet; misschien is de film wel een opstap naar een interactieve game op het intranet van het bedrijf. Kortom: het eindproduct film wordt ingebed in een crossmediale setting. Die crossmediale setting brengt met zich mee dat het productiehuis is gebouwd op vier pijlers (t.w. tekst, beeld, geluid en web) die onderling nauw verbonden zijn (vandaar de term crossmediaal). 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Crossmediale toepassing 1 Beoordeling: Portfolio assessment Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands

Inhoud

Competenties COVH8MDS12

209

Niveau: gevorderd (3) Duur:1 Inhoud De onderwijseenheid Crossmediale toepassing is te vinden in zowel het eerste (derde) blok als in het tweede (vierde). Crossmediale toepassing biedt plaats aan trainingen in de hieronder genoemde vaardigheden. Het eerste (derde) blok (2 EC) geeft de student een (bij de fase van zijn studie passende) basis, het tweede (vierde) blok (5 EC) zoekt verdieping en verbreding. De vaardigheden zijn: - Presenteren (pitchen) & presentatie (Autocue presentatie) - Tekstvaardigheden (tijdschrift, krant, communicatieteksten, beeldend schrijven, bloggen) - Filmen (documentaire, (tv)film, fiction-editing, web, vloggen, videojournalistiek) - Radiomaken (item, documentaire, fiction-editing) - www en web 2.0 - Budgetteren, fondsenwerving, productie, faciliteiten, onderhandelen - Regie (item, drama, montage/editing, camera). 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Research / verkenning onderwerp Beoordeling: Verslag Onderwijsvorm: Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Research (bronnen-, literatuur-, desk-, field- en itemonderzoek): Destudent verdiept zich inhoudelijk in de onderwerp(en) die via opdrachten aan het productiehuis worden aangeboden. Daarbij gaat hij te werk volgens bepaalde zoekstrategien, doet hij een orinterende verkenning volgens de principes van deskresearch en bedient hij zich van kwalitatieve / kwantitatieve onderzoeksmethoden. Deze fasen van orintatie en onderzoek resulteren in een "body of knowledge" dat aan de basis ligt van het verhaal dat (crossmediaal) verteld gaat worden. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Crossmediaal denken Beoordeling: Portfolio assessment

Competenties COVH8MDS13

Inhoud

Competenties COVH8MDS14

210

Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 3 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Inhoud Ook de CO-student moet zich aanpassen aan het digitale tijdperk, niet alleen in technisch opzicht maar vooral ook inhoudelijk. Onder invloed van de digitijdgeest zal een communicatieprofessional zijn boodschap niet alleen en als vanzelfsprekend in de vorm van tekst vorm geven, hij zal bij elke boodschap opnieuw een keuze moeten maken uit een (steeds ruimer) mediumaanbod: dus naast tekst ook beeld, geluid, web, intranet, internet en (crossmediale) combinaties van deze media. In lijn met deze ontwikkeling zal de communicatieprofessional (ook al gedwongen door de heersende trend van efficiency en kostenbewustzijn) in toenemende mate zelf professionele foto's of filmpjes moeten maken. Wie ooit "enkel maar" tekstschrijver was, is vandaag de dag een digitale allrounder, met know how op het gebied van een scala aan media. Dat wil echter niet zeggen dat de traditionele verhalenmaker van al zijn rollen afstand heeft gedaan. Integendeel. Welk medium de communicatieprofessional ook hanteert, in alle gevallen zal hij aan bronnenonderzoek moeten doen, een verhaal moeten vertellen, moeten filteren en selecteren, de voor het medium specifieke communicatieve mogelijkheden moeten gebruiken en uitbuiten om tot een optimaal resultaat in woord en beeld te kunnen komen. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Interview Beoordeling: Verslag; Vaardigheidstoets Onderwijsvorm: Practicum, training Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Het interview vormt in tweerlei opzicht een relevant aspect van Mediastiek. In de eerste plaats is het interview een belangrijke manier om in de orinterende en onderzoeksfase informatie te vergaren. Daarnaast is het een journalistiek genre dat zijn vorm kan krijgen in zoweltekst, beeld, geluid als via het web. In deze onderwijseenheid leert

Competenties COVH8MDS15

Inhoud

211

Competenties COVH8MDS21

de student door het stellen van vragen orde te brengen en diepgang te creren in een complexe situatie. Hij leert drie typen interview af te nemen: -Portretinterview -Achtergrondinterview (feature interview) -Topic-element interview. 1, 2, 3, ,4 ,5 ,6, 7 Project Productiehuis Beoordeling: Professioneel product Onderwijsvorm: Projectonderwijs Studielast: 7 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Het project Mediastiek is ondergebracht in zowel het eerste (derde) blok (6 EC) als in het tweede (vierde) blok (7 EC). Als student ben je dan medewerker "in dienst van" het productiehuis Mediastiek. Deze tweede periode biedt een vervolg op de projectactiviteiten van de eerste periode. Een beschrijving van de werkwijze is te vinden onder de projectbeschrijving van periode 1/3. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Issuesignalering en onderzoeksvoorbereiding Onderzoek en Analyse Advisering Communicatieplanning Realiseren van communicatieprojecten Crossmediale toepassing Beoordeling: Verslag Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 5 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 De onderwijseenheid Crossmediale toepassing is te vinden in zowel het eerste (derde) blok als in het tweede (vierde). Crossmediale toepassing biedt plaats aan trainingen in de hieronder genoemde vaardigheden. Het eerste (derde) blok (2 EC) geeft de student een (bij de fase van zijn

Inhoud

Competenties

COVH8MDS22

Inhoud

212

Competenties COVH8MDS23

studie passende) basis, het tweede (vierde) blok (5 EC) zoekt verdieping en verbreding. De vaardigheden zijn: - Presenteren (pitchen) & presentatie (Autocue presentatie) - Tekstvaardigheden (tijdschrift, krant, communicatieteksten, beeldend schrijven, bloggen) - Filmen (documentaire, (tv)film, fiction-editing, web, vloggen, videojournalistiek) - Radiomaken (item, documentaire, fiction-editing) - www en web 2.0 - Budgetteren, fondsenwerving, productie, faciliteiten, onderhandelen - Regie (item, drama, montage/editing, camera) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 Storytelling, formatontwikkeling Beoordeling: Verslag Onderwijsvorm: Hoorcollege; Werkcollege Studielast: 2 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Dit onderdeel besteedt aandacht aan de volgende onderwerpen: Formatontwikkeling: de weg van idee, via verhaal naar eindproduct. Storeytelling, Narratologie: verhaal als middel, verhaalstructuur, verhaalvorm, literaire genres, retorica. 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9

Inhoud

Competenties

15.4.5 Afstudeeropdracht XCMH9ASO Afstudeeropdracht Beoordeling: Opdracht Onderwijsvorm: Afstudeeropdracht Studielast: 28 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 De student leert, binnen de context van een organisatie, op systematische wijze relatief complexe problemen op te lossen door het

Inhoud

213

Competenties Contactpersoon XCMH6EXA

ontwikkelen van een adviesrapport/product dat door die organisatie kan worden aanvaard en uitgevoerd. Daarbij toont de student aan, dat hij/zij zelfstandig een degelijke bijdrage kan leveren aan de oplossing van een concreet communicatieprobleem uit het werkveld.. Deze bijdrage is gelegen in het kunnen analyseren van het probleem binnen de gegeven context en vervolgens beargumenteerd kiezen van (deel)oplossingen. Het resultaat van de afstudeeropdracht kan worden aangemerkt als een professioneel product , dat: -onderbouwd is door een onderzoeksmatige verantwoording van de totstandkoming van het product -gebaseerd is op een grondige analyse van het communicatievraagstuk -gebaseerd is op een onderzoek naar de actoren in het vraagstuk en naar het krachtenveld in en om de opdrachtverlenende organisatie -gebaseerd is op methodische en inhoudelijke argumenten op basis van relevante communicatietheorien -praktisch en uitvoerbaar is voor de opdrachtverlenende organisatie. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, (HG) Besef van intercultureel en internationaal perspectief Jeannette Klijnsma Examengesprek Beoordeling: Mondeling tentamen Onderwijsvorm: Afstudeeropdracht Studielast: 1 EC Voertaal: Nederlands Niveau: gevorderd (3) Duur: 1 Het examengesprek vormt het sluitstuk van de afstudeerperiode. Het gesprek vindt plaats na afronding van de afstudeeropdracht. Deelnemers aan het gesprek zijn de student, de begeleidend docent en een extern deskundige uit het werkveld. Het gesprek heeft een open karakter, waarbij ieder zijn inbreng heeft. De nadruk ligt op het uitwisselen van opvattingen zoals dat in een gesprek tussen professionals aan de orde kan zijn. Het mondeling eindgesprek beoogt de student de mogelijkheid te geven gemaakte keuzes en gehanteerde methodieken bij de uitvoering van de afstudeeropdracht toe te lichten. Tevens geeft het gesprek de gelegenheid om de behandelde thematiek te plaatsen in een breder kader van ontwikkelingen binnen het beroep en het werkveld.

Inhoud

214

Competenties Contactpersoon

De onderwerpen die tijdens het gesprek aan de orde komen zijn dan ook deels gerelateerd aan de afstudeeropdracht en context en hebben deels betrekking op actuele thematiek in het beroepenveld. Ter voorbereiding op het gesprek draagt de student zelf minimaal drie en maximaal vijf onderwerpen aan in de vorm van een stelling, een vraagstelling of discussieonderwerp. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 (HG) Besef van intercultureel en internationaal perspectief Jeannette Klijnsma

215

You might also like