Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 48

Congres – Geertje Mak – Frans Pollux

Supermarkten – Mozart – Schoonheid

HInT

Kerst in Rome
- Historisch Institutioneel Tijdschrift -
Nummer 6 - 2008
| HInT

Redactioneel - Lijsten Colofon


2008 is alweer bijna voorbij. De maand december is halverwege; Sinter- Jaargang 25,
klaas is alweer het land uit en de kerstman heeft het maar druk. Het is de Nummer 6,
tijd van de lijsten. Van het politiek moment van het jaar, tot sportman- December 2008.
vrouw of talent van het jaar, tot het beste studieblad van Nijmegen. In het
‘onderzoek’ dat ANS de afgelopen periode heeft gehouden onder dertig Het Historisch Institu-
studieblaadjes in Nijmegen is HInT op een zeer respectabele zesde plaats tioneel Tijdschrift
(HInT) is het perio-
geëindigd. Hopelijk kunnen we komend jaar opnieuw “een mix van actuali-
diek van GSV
teit, interviews en het verenigingsleven, gepresenteerd in een consequente
Excalibur.
lay-out en zonder tenenkrommende clichés,” bieden.
Dit HInT kunnen jullie in ieder geval lezen over Geertje Mak, die vertelt
Redactiadres
over haar studie, haar loopbaan en haar mening over Geert Mak en seksua-
Erasmusplein 1
liteit. Ook het interview met Frans Pollux is het lezen waard. Daarnaast is
kamer 1.60a/9.14
er aandacht voor de geschiedenis van schoonheid en de componist Mozart.
6525 HT Nijmegen
Tevens vind je een artikel over de geschiedenis van het Kronenburgerpark,
hintredactie@
een ander over cabaret in relatie tot politiek en nog veel meer! gmail.com
De HInTredactie wenst jullie allemaal naast veel leesplezier ook een Oplage: 350
prettige kerst en een geweldig 2008 toe! ISSN: 0923-9375
© GSV Excalibur 2008
hintredactie@gmail.com

Redactie: V.l.n.r. Bob van Dijk, Mike van de Weijer, Koen van Zon, José Seuren, Dieuwertje ten Brinke, Arlette van Lint,
Coen Pouls, Paul Bongers, Aniek de Kort, Remy Maessen, Niek Alofs, Boudewijn Wijnacker, Thomas Vries, Gaard Kets,
Martijn van den Boom. Niet op de foto: Zorah Blok, Martin Buunk, David Croese, Peter Kerris, Meike Lucas Met bijdra-
gen van: Erik Cleijne, Jasmijn Fincken, Jordy Geerlings, Sjors Knippenberg, Tijn van Lange, Bram Verheij, Jori Verste-
gen, Ruud Vos, Annemieke Wilzing Eindredactie: Dieuwertje ten Brinke, Bob van Dijk, David Croese, Coen Pouls, José
|2
Seuren, Mike van de Weijer Hoofdredacteur: Coen Pouls
In dit HInT...
december 2008 |

6 12 24
HInT interviewt docente Gen- Kerst en Rome zijn al lange tijd Het Kronenburgerpark is onder
dergeschiedenis Geertje Mak. Zij met elkaar verbonden. Leeft andere bekend door het lied
praat over haar oom Geert, Kerst hier wel zo sterk of is van Frank Boeijen. Het heeft
gender van ‘Gender’ en seks… Kerst in Rome van toeristen? echter meer te bieden!

34 37
38 44
Wat is beste studentensuper- De componist Mozart is bij December is een tijd van gla-
markt van Nijmegen? HInT velen vooral bekend door de mour en schoonheid. Hoe ver-
onderzocht het en presenteert film Amadeus. Geeft deze film anderde de opvattingen over
de resultaten! wel een goed beeld van hem? schoonheid door de jaren heen?

GSV-nieuws 4 ViaVia - Frans Pollux 30


Ondertussen bij de GSV 5 HisKok - Chili con carne 32
HInTerview - Geertje Mak 6 De blijde boodschap 34
Grenzen aan Europa? 9 Mozart en Amadeus 38
Romig Kerstfeest! 12 Film - I Love Dries 41
“Geen gezeik, iedereen rijk!” 14 Jaargetal - 1920 42
Glory Days 17 Christian Dior 44
Minoordeel - Kunstgeschiedenis 20 De Cleijne Geschiedenis 46
Slechts haantjesgedrag? 22 Volgende keer in HInT 47
Een goede blik op ons Paradijs 24
3|
| HInT

GSV-nieuws
Brugge Congres
Onlangs is een groep van 27 GSV-leden op Op 16 februari 2009 zal het Lustrumcongres
Kleine Reis naar Brugge geweest. Het weer zat plaatsvinden. Het zal in het teken staan van de
lichtelijk tegen, maar dat mocht de pret niet ontwikkeling van de Europese Unie. Er wordt
drukken! De sfeer was erg goed en er zijn een begonnen met enkele lezingen, ‘s middags zijn
aantal interessante bezienswaardigheden be- een aantal workshops en een forum en ‘s
zocht. Zo was over het bezoek aan de bierbrou- avonds als afsluiting is er een heerlijk diner! Je
werij iedereen erg te spreken. Otto I, het kof- kunt je hier via de speciale website,
fiezetapparaat dat ook op het eerstejaarsweek- www.gsvlustrum.nl, nu voor inschrijven. Houd
end prominent aanwezig was, zorgde voor deze site goed in de gaten voor het laatste
enige hilariteit. Hij kwam onder andere in aan- nieuws rondom alle grote activiteiten van het
raking met de Brugse politie. Op de GSV-site lustrum!
zijn inmiddels links te vinden naar fotosites
waarop meer over de avonturen van Otto en Batavierenrace
zijn medereizigers te zien is. Het laatste weekend van april zal de grootste
estafetteloop van het jaar wederom plaatsvin-
Lustrumgala den. Ook de GSV rent mee, onder het motto:
De GSV bestaat 25 jaar en dat moet uiteraard Liever bier dan rennen! Op vrijdag 24 april zal
gevierd worden. De eerste activiteit van de de nachtploeg om 00.00u precies de spits afbij-
Lustrummaand februari is een groots gala! Op ten met het rennen. Om 06.00u zal de ochtend-
4 februari zal om 21.00u het feest losbarsten in ploeg dan klaarstaan om ook nog een aantal
De Waagh, op de Grote Markt. Het eerste an- kilometers te rennen en de middagploeg zal
derhalf uur zal er een fotograaf aanwezig zijn om 12.00u de Batavierenrace uitlopen. Als
om mooie kiekjes te maken van jullie in je iedereen is aangekomen op de Campus in En-
mooiste outfit. De band Greun Louk Collectief, schede vindt er ’s avonds het grootste studen-
die vorig jaar op History Rocks een spetteren- tenfeest van Europa plaats! De GSV zal met de
de show weggaf, speelt en DJ Martin Duncan lopers op de campuscamping staan. Dit mag je
zal tot in de late uurtjes muziek draaien. uiteraard niet missen, dus schrijf je snel in!

GSV-Agenda
17 december Kerstdiner en borrel 16 februari Lustrumcongres

4 februari Lustrumgala 24-25 april Batavierenrace


12 februari PHV-Dag 25 april-4 mei Grote Reis Polen
|4
december 2008 |

Ondertussen bij de GSV


Woensdagavonden zijn voor het bestuur (hoge uitzonderingen daargelaten) altijd ingevuld. We
hoeven ons dan nooit te vervelen, want op woensdagavond hebben we onze wekelijkse borrel in
Café Camelot. Soms zijn er meer, dan zijn er minder mensen, maar het is in ieder geval altijd gezel-
lig. Vanaf een uur of tien begint men binnen te druppelen en worden voor de heren de eerste fles-
jes (want goedkoop) Jupiler tevoorschijn gehaald en voor de dames (enkele andere hoge uitzonde-
ringen daargelaten) de eerste glazen witte wijn en rosé getapt. Ja, getapt.

Dat doet aan de feestvreugde echter niets af en zo rond twaalven, als de drukte op zijn hoogst is,
slaat de stemming meestal om van gezellig naar jolig. Bij de themaborrels zoals het Oktoberfest is
het bijna te verwachten (sprak hij schuldbewust), maar de meest vreemde roddels, mooie verha-
len en rare taferelen vinden plaats op een doorsnee woensdagavond. Zeker wanneer rond 02.00u
het laatste rondje dan toch echt geweest is en men in goedgeluimde overmoed zich niet wendt tot
een dürum-döner maar in plaats daarvan café ’t Keldertje induikt. Het speciaalbier vloeit rijkelijk
en de toch al benevelde studentenbreinen schakelen nog een stapje terug. Tot standje primaat, om
precies te zijn.

Een woensdagavond die ons hopelijk om totaal andere redenen lang zal gaan heugen wordt de
eerste woensdag van februari (de 4e dus). Dan wordt de Lustrummaand afgetrapt met niets min-
der dan het grootse Gala. Dit wordt hét GSV-feest van het jaar en vormt een mooie kick-off voor de
andere lustrumactiviteiten. Er gaan geruchten dat Maarten van Rossem geïnteresseerd zou zijn
voor de PHV-dag, die dit jaar in Nijmegen plaatsvindt. Voor het congres zingen de namen Jan Ma-
rijnissen, Maria Martens, Bas Belder en vele anderen al geruime tijd door de wandelgangen. De
laatste ontwikkelingen hieromtrent zijn te volgen op de lustrumsite: www.gsvlustrum.nl.

Met deze HInT wordt het eerste semester afgesloten. En als het eerste semester afloopt zitten we
in december, clichématig de maand van terug- en vooruitblikken. Uit het voorgaande wordt wel
duidelijk dat het hoogtepunt dit jaar nog moet komen, maar er kan teruggekeken worden op een
succesvol eerste half jaar. Het eerstejaarsweekend, het Kapitalistenfeest, de Kredietcrisisavond en
de besneeuwde reis naar Brugge waren stuk voor stuk geslaagde evenementen. Een mooie voor-
bode voor wat nog komen gaat.

Rest mij nog iedereen een fijne kerstvakantie te wensen. Geniet ervan, want de tentamens slaan in
januari hard terug!

Tijn van Lange, voorzitter GSV |

5|
| HInT

|6
Tekening: Ruud Vos
december 2008 |

HInTerview Geertje Mak over Geert, Gender en seks


Door Dieuwertje ten Brinke en Coen Pouls
Geertje Mak (1961) is bij de meerderheid van de studenten bekend als docent genderge-
schiedenis. Sinds 2005 is ze verbonden aan de opleiding Geschiedenis. Voor dit HInTerview
gingen Coen Pouls en Dieuwertje ten Brinke af op de lucht van kruiden, die rondzwierf op
de tiende verdieping. Onder het genot van een kopje thee doet Mak haar studententijd en
loopbaan uit de doeken.

Studeren, actiewezen en arbeidsmarkt


“Sorry, ik heb alleen maar van die vieze kruidenthee, Inger Leemans klaagt daar altijd over. Ik ben
zelf ook niet overtuigd!” Terwijl we voorzichtig een slokje thee nemen, vertelt Mak over haar
jeugd. Omdat haar vader dominee was, is ze vaak verhuisd. Op de middelbare school was ze echt
een bètascholier, maar haar interesse lag toch meer bij maatschappelijke vraagstukken. In 1979
ging ze daarom Geschiedenis studeren in Utrecht. Haar eerste keuze binnen die studie viel echter
niet op vrouwengeschiedenis, maar op economisch-sociale geschiedenis. Tijdens haar studenten-
tijd was ze niet alleen maar aan het studeren; ze kwam ook regelmatig ‘in actie’. “Ik heb veel ge-
daan voor de homobeweging, zoals voorlichting geven op middelbare scholen. Als kraker ben ik
nooit echt actief geweest, maar wel in de vredesbeweging, onder ander in het
‘vrouwenvredeskamp’. En, om het even spannend te maken, ik schreef voor een actiekrantje dat
gebruik maakte van dezelfde redactieruimte als ‘Bluf’, het blad waar onlangs zoveel over te doen
was, met die Duyvendak.” Door al deze nevenactiviteiten deed ze wel acht jaar over haar studie. In
1987 studeerde ze cum laude af met een scriptie over krankzinnigheid in de zeventiende en acht-
tiende eeuw. Haar stukken gingen toen lang niet altijd over gender en daaraan gerelateerde onder-
werpen.
Na haar studie had Mak moeite met het vinden van een vaste baan. Ze zat vaak half met een
uitkering, half met een baan; soms was ze zelfs helemaal afhankelijk van een uitkering. Mak wilde
een baan vinden die bij haar interesses aansloot. “Als je een beetje je hart blijft volgen, maakt dat
het wel ingewikkeld. Door mijn rommelige loopbaan heb ik bijvoorbeeld nauwelijks pensioen op
kunnen bouwen. Toen ik afstudeerde kreeg bijna niemand een baan. Sommige mensen kozen er
daarom voor om in de ICT te gaan werken. Die werden daar wel op aangekeken natuurlijk.” Ze
werkte tijdelijk bij Lesbische en homostudies in Amsterdam, en werd aio bij Vrouwenstudies in
Utrecht. Haar proefschrift ging over mannelijke vrouwen in de negentiende eeuw. “Ik heb daar-
voor onder meer allerlei verhalen gelezen over vrouwen ‘die de broek aanhadden’ of over vrou-
wen die zich als man verkleedden om als soldaat te vechten of ander mannenwerk te kunnen
doen.”
In 2000 rondde Mak een opdrachtonderzoek voor de provincie Overijssel naar de migratiege-
schiedenis van Oost-Nederland af met een boek. Hierna begon ze met een postdoctoraal onder-
zoek naar hermafrodieten. Tijdens het schrijven van haar proefschrift, waarvoor ze ook veel medi-

7|
| HInT

sche en psychiatrische literatuur las, kwam ze er achter dat er zoiets als een ambigue geslacht
bestond. Mak vindt het onderzoek naar hermafrodieten vooral erg interessant met betrekking tot
gender. “Mensen willen elkaar indelen naar sekse, maar bij hermafrodieten roept dit uiteraard
vragen op. Als je weet wat daarmee gebeurt, weet je heel veel meer over hoe tegen gender, li-
chaam en zelf aan wordt gekeken. Wat betekent gender dan eigenlijk?”

Geert Mak
Geertje Mak is het nichtje van de bekende Geert Mak. De discussie rondom hem heeft ze nauw
gevolgd. “Er is een groot verschil tussen een verteller zoals hij is en een wetenschappelijk histori-
cus. En daar zit natuurlijk ook de spanning. Hij verhoudt zich in zijn teksten niet expliciet tot ande-
re historici en dat doet een wetenschappelijk historicus wel. Dat levert een enorm voordeel op ten
opzichte van je publiek, dat maakt het veel toegankelijker.” Aan de ene kant heeft ze veel waarde-
ring voor zijn werk en inzet. “Geert is een geliefde oom. Ik vind het bijzonder belangrijk dat hij zo
veel interesse voor geschiedenis opwekt. Ik vind het mooi hoe hij en passant een paar hele nieuwe
perspectieven inbrengt. Met In Europa zei hij, terwijl iedereen aan het zeuren was over de Neder-
landse identiteit: laten we eens om ons heen kijken, we zijn niet alleen op de wereld.” Geertje Mak
is echter niet alleen lovend over haar oom. “Ik heb ook kritiek. Ik vind dat hij toch nog heel erg
schoolmeesterachtig is, in de zin van ‘het verliep zo’. Zijn inkijkjes in persoonlijke beleving vind ik
interessant, daar moet je echter niet meteen een ‘mastergeschiedenis’ overheen gooien.”

Gender en seksualiteit
Sinds 2005 is Geertje Mak verbonden aan de Radboud Universiteit. Bij de studenten is Mak vooral
bekend als docent en coördinator van het vak gendergeschiedenis. De meningen over deze cursus
zijn sterk verdeeld. Met name jongens hebben vooraf een negatief oordeel over de cursus. Maar
tijdens de cursus verandert er volgens Mak veel. “Dan blijkt dat het zeker niet zo is dat jongens
minder geïnteresseerd zijn. Het is de eerste cursus waarmee je bewust met een bepaalde bril naar
de geschiedenis kijkt, en dat is dan meteen een genderbril.” Mak legt op het onvermijdelijke van
deze ‘bril’ de nadruk. Hierdoor wordt de cursus volgens haar ook interessant voor mensen die
gender an sich niet zo leuk vinden. Ook het zelf onderzoek doen vindt ze belangrijk. “Studenten
moeten proeven hoe het is om zelf onderzoek te doen. Leer nou toch nadenken over geschiedenis
als geschiedschrijving, geschiedenis als een vak, niet als een poel met kennis.”
Mak beschouwt zichzelf zeker als feminist. “Ik ben een voorstander van verstoring van bepaal-
de verhoudingen tussen mannen en vrouwen. Ik ben altijd op zoek geweest naar een structurele
vrijheid voor iedereen.” Ze gelooft niet dat er op dit moment individuele vrijheid voor mannen en
vrouwen is. “We worden nu sterk gestuurd door commerciële beeldvorming, waardoor ik zeker
niet denk dat we alleen maar vrij kunnen kiezen.” Volgens haar bestaat er een losgeslagen beeld
van seksualiteit, waarin vrijheid wordt geassocieerd met wild zijn. “Alsof je meer jezelf bent als je
meer standjes hebt uitgeprobeerd. Misschien heb je daar wel helemaal geen behoefte aan. Kom
daar eerst maar eens achter!” Met deze wijze woorden in the pocket stappen we in de lift. De geur
van kruidenthee bleef dwalen op de tiende … |

|8
december 2008 |

Grenzen aan Europa?


Het Lustrumcongres ingeleid
Door Peter Kerris

Heden ten dage zijn veel dingen vanzelfsprekend geworden. We bellen de gehele dag met onze
mobiele telefoons, googlen de kleinste details en zijn gelukkig verstoken van Fransen en Duitsers
die ons territorium binnenwandelen en inlijven. Dat laatste is iets heel bijzonders. Sinds het einde
van de Tweede Wereldoorlog zijn er geen gewapende conflicten meer geweest tussen de grote
Europese staten. De Europese Unie is een organisatie die streeft naar harmonieuze samenwerking
tussen alle Europese landen, groot en klein. Op 16 februari 2009 wijdt GSV Excalibur een congres
aan de ontwikkeling van de Europese Unie.

Van Duitse Kwestie naar EGKS


Maar hoe is het zover gekomen? Voor historici is het niet gemakkelijk om zes decennia van aan-
houdende vrede en economische integratie in perspectief te plaatsen ten opzichte van twee ver-
nietigende wereldoorlogen en driehonderd jaar interstatelijke conflicten. Maar juist in het nieuwe
millennium is de vraag naar een geschiedschrijving van de Europese integratie toegenomen. In
een veld dat lang gedomineerd werd door politicologen en juristen is dat een uitdaging – en on-
dergetekende doet geenszins een poging tot een diepgaand historisch artikel. In plaats daarvan
een historisch overzicht van de Europese integratie in vogelvlucht.
De geschiedenis van de Europese integratie begint volgens sommige historici al in 1870, met
de Frans-Duitse oorlog. Met de eenwording van de Duitse gebieden stond het Duitse keizerrijk
ineens als een blok beton midden op de Europese kaart. De enorme industriële en militaire macht
van dit keizerrijk liet zich zien in het conflict van 1870, met bekende gevolgen. Tot twee keer toe
maakte Europa op een nare manier kennis met deze grootmacht.

9|
| HInT

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog stonden de Geallieerden voor een curieus dilem-
ma. Het Derde Rijk was verpletterend verslagen. Nu was het zaak om een democratisch Duitsland
te bouwen met een sterke economie, maar dat geen bedreiging zou vormen voor de stabiliteit van
Europa. Met andere woorden: het probleem Duitsland – de Duitse Kwestie – moest op een bevre-
digende manier opgelost worden.
De oplossing was tweeledig: enerzijds kwam er vanuit de bondskanselier van de nieuwe
Bondsrepubliek Duitsland een beleid van Westbindung, binding aan het Westen. De Geallieerden
opereerden vanuit de gedachte dat Duitsland’s economie aan die van de rest van West-Europa
moest worden vastgeklonken, zodat een vernietigende oorlog ondenkbaar zou worden. Het resul-
taat: de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Werkend vanuit de gedachte dat de organisa-
tie van de samenwerking op het meest fundamentele niveau van de industriële economie moest
beginnen schiepen bedenkers Schumann en Monnet een bestuursorgaan dat zeggenschap kreeg
over de handel in kolen en staal, met een Hoge Autoriteit aan het hoofd.

De Europese Gemeenschappen
Het duurde niet lang of de theorieën van Schumann en Monnet begonnen te werken. Organisatie
van economische samenwerking op het fundamentele niveau van de industrie creëerde economi-
sche spillover en al snel vond er harmonisatie van andere economische sectoren plaats. Er kwa-
men meer Europese organisaties: een Europees Parlement werd ingesteld, een Europees Hof en
een atoomagentschap (EURATOM). Aanvankelijke aarzelingen van de immers patriottische Fran-
sen werden gesust. Het geheel aan instituties en regelgeving werd de Europese Gemeenschappen
genoemd.
Maar in de jaren zeventig stagneerde het Europese project. Zaken zoals het instellen van een
gemeenschappelijke interne markt met eerlijke concurrentie werden in het licht van de economi-
sche crisis op de lange baan geschoven. Lidstaten concentreerden zich wederom op hun eigen
economische en politieke belangen. Hoewel nog enkele aanpassingen aan de verdragen plaatsvon-
den – zoals het instellen van directe verkiezingen voor het Europees Parlement – duurde de im-
passe nog tot midden jaren tachtig.

De Europese Unie
In 1986 kwam de Europese Akte tot stand (ook wel de Single European Act genoemd). Onder het
voorzitterschap van Jacques Delors stuurde de Europese Commissie de lidstaten naar een nieuw
commitment. De Europese Akte legde formeel vast op welke manier de gemeenschappelijke markt
vorm moest krijgen. Daarnaast werd ook politieke samenwerking een doel. Andere zaken in het
verdrag betroffen de mogelijkheden tot verdere harmonisatie van wetgeving en bijvoorbeeld hoe
de vlag van de EG eruit moest zien. In 1992 werd met het Verdrag van Maastricht de Europese
Unie opgericht, de gemeenschappelijke markt voltooid en besloot men op termijn een gemeen-
schappelijke munt in te voeren. Daarnaast committeerden de lidstaten zich aan steeds nauwer
wordende politieke samenwerking, ook op buitenlands beleid.
Achteraf gezien is veel waar de Nederlandse burger tegenwoordig onvrede mee heeft besloten

| 10
december 2008 |

in deze laatste periode. Alles is duurder geworden door de Euro. We hebben geen Europese vlag
nodig. De belangen van Polen hebben niets te maken met die van Nederland. Waarom moeten we
geld geven aan Ierland en Griekenland als we het zelf evengoed nodig hebben voor onze wegen en
ons onderwijs (laat staan de uitkeringen!)?
In het lustrumcongres van februari 2009 staat de vraag: “Hoe ver mag de Europese Unie
gaan?” centraal. Veel mensen vinden het genoeg. Als er voor elk veiligheidsvoorschrift een E-
nummer moet komen dan is dat verstikkend. Andere mensen staan weer aan de andere kant van
het spectrum. Volgens hen moet er bijvoorbeeld een Europese gemeenschappelijke defensiemacht
komen, of een Europese president. Waar staat u, waarde lezer?

Volgende keer
In het tweede deel van deze opmaat naar het lustrumcongres focussen we op actuele vraagstuk-
ken. Per 1 januari zou het Verdrag van Lissabon in werking moeten treden. Tsjechië moet het
verdrag nog ratificeren, maar er is een grotere kwestie: de Ieren hebben het verdrag in een refe-
rendum afgewezen. Zoals het er nu naar uitziet wordt de termijn van 1 januari niet gehaald. Deze
auteurs geven een beschouwing.
Tot slot: momenteel is de organisatie druk bezig om een fenomenaal programma voor het
Lustrumcongres samen te stellen. Voor de laatste updates: check de site (www.gsvlustrum.nl) en
schrijf je in! |
- Advertentie -

11 |
| HInT

Romig kerstfeest!
Door Dieuwertje ten Brinke

Daar sta je dan. Midden tussen honderden anderen die hier met hetzelfde doel als jij zijn
gekomen. Handen worden krampachtig tegen elkaar aangewreven, maar de menigte blijft
geduldig. Even wachten nog. Samen trotseer je de relatieve kou, en wil je maar één ding…

Een glaasje glühwein zou er op dit moment wel in gaan, maar je gaat niet weg voordat je een paar
woorden van de ‘Heilige Stoel’ hebt gehoord. Honderden mensen hebben het er voor over om
minstens twee uur in de kou te wachten, zodat ze een glimp van de paus kunnen opvangen. Met
kerst verandert Rome in een waar bedevaartsoord. Hoewel het nu een stuk minder druk is dan in
de zomer, kun je niet om de vakantiegangers heen. Het Sint Pietersplein wordt namelijk niet alleen
bevolkt door Romeinen, maar vooral door toeristen. De associatie van kerst en Rome komt natuur-
lijk door het christelijke feest. Maar wat er in Rome gebeurt tijdens de donkere dagen heeft hier
niet eens zo veel mee te maken.
In Italië is het kerstfeest niet een louter christelijke aangelegenheid. Kerstmis is daar een com-
binatie van twee feesten. De Romeinen vierden tussen 17 en 23 december de Saturnaliën. Dit is
een feest ter ere van Saturnus, die volgens de overlevering ooit heerser was over het gebied dat nu
Italië is. Daarnaast vierden de boeren met de zonnewende op 21 december het einde van het land-
bouwjaar. Een opmerkelijke traditie is dat tijdens dit feest de rollen tussen slaven en heren voor
één keer mochten worden omgedraaid. Omdat de data van Saturnalien en de geboorte van Chris-
tus bijna samenvallen, vieren de Italianen met kerst deze twee feesten tegelijk.
Hoewel de Amerikaanse tradities ook hun intrede hebben
gedaan in Italië, krijgen de kinderen oorspronkelijk geen ca-
deautjes van de kerstman, maar van een heks. Ze wordt La
Befana genoemd, en was een oud vrouwtje dat de straten
veegde. De kinderen hangen met Driekoningen hun sok boven
de haard, waarin het vrouwtje snoep, speelgoed en fruit stopt.
Als je ondeugend bent geweest krijg je kolen en as. De legende
gaat dat op de avond voordat de drie wijzen hun giften aan
Christus gaven, ze mochten overnachten bij La Befana. Toen ze
de volgende dag weer vertrokken, nodigden de wijzen haar uit
om mee te gaan. Ze sloeg dit aanbod af, maar kreeg hier later
toch spijt van. Sindsdien is ze op zoek geweest naar het kind,
maar alle moeite ten spijt heeft ze het nooit gevonden. Nu
brengt ze cadeautjes naar alle Italiaanse kinderen.
Het feest wordt in Italië vooral in het bijzijn van familie ge-
vierd. De Italianen zullen dan ook niet zo snel op vakantie gaan

| 12
december 2008 |

tijdens de feestdagen. In plaats daarvan trekken ze massaal naar ouders en grootouders. Niet voor
een volkstelling, maar om bij hun geliefden te zijn. Op kerstavond wordt er vis gegeten, op eerste
kerstdag luncht de familie uitgebreid. ’s Middags trekken de Italianen de stad in, om te genieten
van de concerten in de kerken. ’s Avonds ploffen ze misschien wel op de bank met warme chocola-
demelk en een slechte kerstfilm. Dus als je een echte Italiaanse kerst wil meemaken, hoef je dat
niet zo ver van huis te zoeken.
Naast al deze feestelijkheden maken mensen die zich niet begrepen voelen handig gebruik van
de drukte in de stad. Het komt vaker voor dat mensen juist in deze tijd op het Colosseum klimmen
en dreigen er vanaf te springen. Vaak eindigt zo’n tafereel met een waarschuwing, en belooft de
wanhopige het nooit meer te doen. Want laten we toch vrolijk zijn!

Voor wie dat wil is er gelukkig toch wel wat van het christelijke feest mee te krijgen in Rome. Op
het Sint Pietersplein staat elk jaar een levensgrote kerststal, maar ook in en buiten alle andere
kerken kun je het schouwspel van 2000 jaar terug herbeleven. Vanaf 8 december, de dag waarop
de Onbevlekte Ontvangenis van Maria wordt herdacht, treft de paus de eerste voorbereidingen
voor het grote verjaardagsfeest. Op deze dag gaat hij naar de Spaanse Trappen en legt hij een
krans bij het beeld van de ‘Heilige Maagd’: De aftrap voor een maand lang feest. En hoewel we in
het Westen druk aan het seculariseren zijn, staat het grote plein elk jaar nog steeds vol met men-
sen die wachten op de kerstboodschap. Voor de stad en voor de wereld. Buon natale! |

13 |
| HInT

“Geen gezeik, iedereen rijk!”


Een geschiedenis van politiek in het Nederlandse cabaret
Door Martin Buunk
“De Tegenpartij: de partij voor mensen die niet meer tegen Nederland kenne.” Zo begon het
partijprogramma van de partij die opgericht was door het Haagse duo Jacobse en Van Es,
gespeeld door de cabaretiers Van Kooten en De Bie. Door de jaren heen hebben verschillen-
de cabaretiers de politieke actualiteit als onderwerp van satire gebruikt.

Van Wim Kan tot Lebbis en Jansen


Degene die als grondlegger van dit politieke cabaret kan worden gezien is Wim Kan (1911-1983).
Zijn carrière begon al in het Interbellum, maar zijn grootste successen behaalde hij na de Tweede
Wereldoorlog. Van 1954 tot en met 1982 verzorgde hij voor de VARA om de drie á vier jaar de
oudejaarsconferences. Aanvankelijk deed hij dit alleen op de radio, vanaf 1973 ook op de tv. In zijn
oudejaarsvoorstellingen wist Kan de politicus uit zijn ivoren toren te halen en als gewoon mens te
presenteren. Hij bepaalde met zijn scherpe bewoordingen in sterke mate hoe er naar een bepaalde
politicus gekeken werd.
Een goed voorbeeld hiervan is de toenmalige KVP-politicus Dries van Agt. Naar aanleiding van
de Bloemenhove-affaire zong Kan in zijn conference van 1976 een lied over Van Agt waarin hij fel
naar hem uithaalde. Bij de Bloemenhove-kliniek konden vrouwen hun zwangerschap beëindigen,
ook als de vrouw al meer dan twaalf weken zwanger was. Voor de katholiek Van Agt, de toenmali-
ge minister van Justitie, lag de kwestie nogal gevoelig. Hij wilde aan deze praktijk een einde ma-
ken, maar haalde hiermee zich de woede van heel progressief Nederland op de hals. Wim Kan uitte
deze woede in een liedje. Hierin schetste hij Van Agt af als een aardsconservatief die Nederland
weer vijftig jaar terug in de tijd wilde duwen. Aan het einde van het lied stelde hij de vraag: “Na
hoeveel maanden kan er nog een einde worden gemaakt aan een ongewenst ministerschap?” Na
deze oudejaarsshow nam de populariteit van Van Agt en zijn KVP sterk af.
Uit het voorafgaande lijkt het of de conclusie getrokken kan worden dat Wim Kan het stemge-
drag van kiezers kon beïnvloeden. Dat dit zeer de vraag is blijkt uit het volgende voorbeeld. Nadat
de onlangs overleden KVP-lijsttrekker Schmelzer in de nacht van 14 oktober 1966 met een inge-
diende motie in feite een einde maakte aan het eigen kabinet met de KVP-president Cals sprak
Wim Kan over Schmelzer als een “gladde teckel met een vette kluif in zijn bek.” Deze op zich niet
gunstige typering wist de KVP-politicus in zijn voordeel om te buigen door deze als zijn geuzen-
naam te omarmen.
Na Wim Kan zijn er eigenlijk geen cabaretiers geweest die op een dergelijke manier politiek
met cabaret verbonden. Latere cabaretiers, zoals Youp van het Hek, probeerden bepaalde vastge-
roeste denkpatronen in de samenleving te doorbreken. Dit is onder andere te verklaren doordat
cabaret over de politieke actualiteit snel achterhaald is. Een andere verandering die het cabaret in

| 14
december 2008 |

de jaren tachtig en negentig onderging was het tegemoet komen van cabaretiers aan de wens van
het publiek om sneller tot hun grappen te komen. Ze werden ook directer en harder van toon. De
lange aanlopen en subtiele satire van Wim Kan zouden nu nog weinig mensen naar de theaters
trekken.
Een tweetal huidige cabaretiers die een vorm van politiek cabaret opvoeren is het cabaretduo
Lebbis en Jansen. Dit duo kwam op in de jaren negentig en kenmerkte zich door het snelle en har-
de cabaret. Hun voorstellingen leken regelmatig op massa-executies; ze hakten in op politici. In
hun oudejaarsshow van 2006 ging Hans Sibbel tekeer tegen toenmalig minister van Vreemdelin-
genzaken en Integratie Rita Verdonk. Hij hekelde haar motto ‘Regels zijn regels’. Sibbel vond na-
melijk dat je van mensen uit moet gaan, niet van regels. Op het hoogtepunt van zijn woede-
uitbarsting vroeg hij zich af of Verdonk wel uit liefde geboren is. “Volgens mij is de moeder van
Verdonk van de trap gelazerd. Toen is er een eitje gaan delen en na negen maanden woekeren is
hier iets levensvatbaars uit gekropen.”

Televisiecabaret
Het cabaretgenre vind je niet alleen in het theater. Er
bestaat ook nog iets dat je televisiecabaret zou kun-
nen noemen. Kees van Kooten (1941) en Wim de Bie
(1939) introduceerden deze vorm van cabaret in
Nederland. Voor de VPRO maakten zij verschillende,
zeer succesvolle programma’s als ‘Het Simplisties
Verbond’ en ‘Keek op de Week’. Hun werkwijze is
door de jaren heen grotendeels hetzelfde gebleven.
Ze bestudeerden bepaalde bevolkings- of beroeps-
groepen in de samenleving en presenteerden deze
licht vertekend in hun programma.
Als de ‘Haagse vrije jongens’ Jacobse en Van Es richt-
te het cabaretduo in 1980 een fictieve politieke partij
op. Ze schreven zelfs een compleet partijprogramma
met de titel ‘Rug op ‘81’, een knipoog naar de titel
van het regeerakkoord van het kabinet-Van Agt I
‘Bestek ‘81’. In dit partijprogramma stonden leuzen
als “Geen gezeik, iedereen rijk!” en “Nergens geen
maximumsnelheden! Honderdtwintig? Dat rijden wij
nog in zijn achteruit!” Door middel van deze louche typetjes wilden Van Kooten en De Bie het po-
pulisme van partijen als de Centrumpartij van Janmaat aan de kaak stellen. De Tegenpartij werd
echter zo populair dat zij in de peilingen voor de verkiezingen in 1981 zelfs enkele zetels in de
wacht zou slepen. Een ander komisch detail is dat de Centrumpartij het duo Jacobse en van Es
complimenteerde voor het feit dat het nu ‘eindelijk eens werd gezegd’ en dat zij leuzen van hun
programma overnamen. Hierop besloot het cabaretduo een einde te maken aan de Tegenpartij

15 |
| HInT

door het tweetal Jacobse en Van Es een staatsgreep te laten plegen waarbij beide mannen de dood
vonden.
Het tv-programma dat vandaag de dag politiek tot onderwerp van satire maakt, is Koefnoen.
In dit programma van de AVRO blikken verschillende cabaretiers terug op de week met sketches
en filmpjes. Met name Paul Groot en Owen Schumacher, groot geworden bij het VARA-programma
Kopspijkers, zijn erg bedreven in het persifleren van huidige politici. Zo weet Schumacher de CDA-
politicus Piet Hein Donner zeer treffend te imiteren. Wanneer Donner als minister van Justitie in
februari 2006 zijn suffe imago probeert op te pimpen door een rap maken over het drugsbeleid,
maken ze daar bij Koefnoen dankbaar gebruik van.
Ook Balkenende is een zeer gewild slachtoffer bij de cabaretiers van Koefnoen. Wanneer voor
de Tweede Kamer-verkiezingen van 2007 de lijsttrekkers van de verschillende politieke partijen
weer niet van de buis af te slaan zijn, komt Balkenende zelfs bij RTL Boulevard terecht als gast-
hoofdredacteur. Schumacher en Groot spelen hier handig op in en persifleren het duo Balkenende-
Verlinden op een meesterlijke manier.

Met politici als Geert Wilders en Rita Verdonk zullen er ook in de toekomst genoeg cabare-
tiers zijn die dankbaar gebruik maken van de politiek om hun bijtende satire op te botvieren. Al-
hoewel, het wordt hen nu misschien wel te gemakkelijk. Een politicus die in alle ernst waarschuwt
dat ‘ze’ het sinterklaasfeest van ‘ons’ af willen pakken maakt de politiek tot onderwerp van spot
zonder dat er een cabaretier aan te pas gekomen is. |
- Advertentie -

| 16
december 2008 |

Glory Days
De samensmelting van Britpop en New Labour in de jaren negentig

Door Gaard Kets en Martijn van den Boom


Tijdens de uitreiking van de Brit Awards in februari 1996 kreeg de rockband Oasis de prijs
voor beste Engelse band. Noel Gallagher, gitarist en songwriter van de band, zegt tijdens
zijn dankwoord dat er zeven mensen aanwezig zijn die de jongeren een beetje hoop hebben
gegeven in zijn land. Hij begint met het noemen van zichzelf, dan noemt hij zijn medeband-
leden, vervolgens zijn platenbaas en tot slot Tony Blair. Dan volgt: “Power to the people!”
Deze gebeurtenis laat zien hoe de opkomst van Britpop en New Labour in de jaren negentig
met elkaar vervlochten waren. In dit artikel wordt gekeken naar het ontstaan van deze
opmerkelijke situatie van wederzijdse beïnvloeding.

Ontevredenheid en nieuwe hoop


In de jaren tachtig ging de Britse working class gebukt
onder het conservatisme van Margaret Thatcher. Veel
arbeiders uit industriegebieden hadden hun baan ver-
loren, waardoor veel gezinnen op of onder de armoede-
grens moesten zien te overleven. Onder de bevolking
ontstond onvrede en hoop op verandering. Nadat That-
cher vanwege haar autoritaire stijl uit haar eigen partij
werd verstoten, volgde John Major haar op. Onder zijn
bewind belandde Groot-Brittannië in een recessie en
raakte het land verwikkeld in de Eerste Golfoorlog van
1990-91. De onvrede onder de bevolking groeide en
werd nog eens versterkt door verschillende schandalen
die het gezag van Major ondermijnde.
Tijdens het bewind van Major ontstond er ook een roep
om vernieuwing binnen oppositiepartij Labour. Een
Margaret groep jonge politici hervormde de partij van binnenuit.
Thatcher De nieuwe leider werd Tony Blair. Hij veranderde de
partijnaam in New Labour om het nieuwe imago te
onderstrepen. Deze nieuwe partijpolitiek wierp zijn vruchten af; de partij liep in de peilingen
steeds verder uit op de Conservatieven. Blair’s boodschap van hoop en verandering sloeg aan bij
het Britse volk.
De terugkeer van het zelfvertrouwen van de Britten bij de geboorte van New Labour zien we
terug in de mediaberichtgeving over de Britse popmuziek. In plaats van muziek uit Amerika kwam
de nadruk weer te liggen op muziek van eigen bodem. De Britse jeugd begon zich af te zetten tegen

17 |
| HInT

alles wat Amerikaans was en de Britten werden weer trots op hun nationaliteit. Bandleden van
Suede, Pulp, Blur en in het bijzonder Oasis groeiden uit tot nationale helden. Rondom deze groe-
pen ontstond een Beatlesque cultus. In de Verenigde Staten werd deze frisse muziekstroming ook
opgevangen en omarmd, wat de Britse trots nog eens versterkte.
Dit gevoel van hoop op verandering was niet alleen in de muziekwereld zichtbaar, maar werd
ook in andere vormen van cultuur geuit. Voorbeelden hiervan zijn de kunstwerken van Damien
Hirst en films zoals Trainspotting. Het hoogtepunt van deze subcultuur werd bereikt in de jaren
1995-96. In de grote steden heerste er een gevoel dat alles kon en mocht. Er waren feesten en
festivals in overvloed, waar de drank en nieuwe drugs zoals XTC gretig aftrek vonden. Oasis gaf in
augustus 1996 twee gratis concerten in Knebworth waar 250.000 mensen op af kwamen en Pulp
gaf een groots concert op het festival van Glastonbury.

Een droom komt uit


Binnen New Labour bleef deze subcultuur niet onopgemerkt. De liedteksten van verschillende
nummers, zoals Oasis’ single Some Might Say, spraken de politici aan vanwege de boodschap. Dit
nummer ging, enigszins clichématig, over zonneschijn die de regen zal opvolgen; met dit beeld
konden ook politici hun voordeel doen. Het nummer Common People van Pulp, een aanklacht van
de working class tegen de upper class, kon ook op deze manier worden ingezet. De spindoctors
gingen op zoek naar manieren om dit soort songs met hun campagne te verbinden. Muzikanten
werden door de politici benaderd en uitgenodigd op borrels of andere gelegenheden om te komen
praten over “the future of our nation’s heart and soul.”
De verkiezingen van 1997 leverde een landslide winst op voor New Labour van Tony Blair. In
het land heerste een euforische stemming. De hoop op verandering in de samenleving was voor
velen verwezenlijkt. Noel Gallagher van Oasis werd uitgenodigd voor de overwinningsborrel op

Jarvis Cocker van Pulp Noel Gallagher en zijn gitaar

| 18
december 2008 |

Number 10 Downing street. Op deze borrel maakte hij een, in de pers breed uitgemeten, praatje
met de kersverse minister-president Blair.

Ontwaken uit een roes


Deze overwinningsroes werd versterkt door het
uitzicht op het derde Oasis album Be Here Now.
Drie dagen na de release van dit album vond
Prinses Diana, prinses van het volk, de dood in
een tragisch ongeluk. Het Britse volk werd ruw
gewekt uit de droom waarin zij de afgelopen
jaren had geleefd en zij kwam terug in de reali-
teit. De dood van Diana zette de ondergang van
Britpop in gang. Een tijd van zelfreflectie volgde.
Tony Blair (links) en Oasis gitarist Noel Gallagher Het vrolijke geluid van Blur en Pulp van de
voorgaande jaren werd vervangen door een donker en door heroïne en cocaïne beïnvloedde
sound. Een goed voorbeeld is het contrast tussen het optimistische Common People van Pulp uit
1995 en het zeer pessimistische This Is Hardcore uit 1998.
Tijdens de opnamesessies van dit laatstgenoemde album werd ook het nummer Cocaïne Socia-
lism opgenomen. In dit nummer beschrijft zanger Jarvis Cocker hoe hij door een politicus werd
benaderd om zich in te zetten voor New Labour. Tijdens het gesprek dat volgt krijgt Cocker zijn
twijfels over de oprechtheid en de intenties van de politieke beweging. Hij had het gevoel dat hij
als muzikant werd misbruikt om stemmen te trekken zodat New Labour de verkiezingen kon win-
nen. Ondanks de hitpotentie van het nummer weigerde Cocker het nummer uit te brengen uit
angst om de kiezer af te schrikken van New Labour. Hij verkoos zelfs het salonsocialisme boven
het conservatisme.
Dit wantrouwen werd door de meeste andere Britse muzikanten gedeeld. In de documentaire
Live Forever uit 2003 komt naar voren dat onder andere ook Damon Albarn van Blur zijn twijfels
had. Hij ging niet in op de uitnodiging van New Labour om op de overwinningsborrel te komen.
Een collega vond dat het leek alsof Gallaghers “ballen eraf gesneden waren,” omdat hij inging op
de uitnodiging en zich liet gebruiken door de politiek.

Gedurende de jaren negentig waren het optimisme van New Labour en Britpop met elkaar ver-
vlochten geraakt. Toen de politieke overwinning binnen was werd duidelijk dat de muzikanten
waren gebruikt door de spindoctors. Daarnaast kon New Labour de hoge verwachtingen niet
waarmaken; de Britse samenleving bleef grotendeels hetzelfde en er werden geen significante
verbeteringen voor de Britse working class gerealiseerd. Midden jaren negentig was een periode
geweest van een opleving in het nationaal zelfvertrouwen van de Britten. Nog voor het nieuwe
millennium aanbrak was dit alweer voorbij en was de Britse nationale trots weer terug op het
niveau van de jaren tachtig. De Glory Days van Groot Brittannië waren over. |

19 |
| HInT

Minoordeel - Kunstgeschiedenis
Door Jori Verstegen
In de rubriek Minoordeel geeft een geschiedenisstudent zijn/haar oordeel over een gevolg-
de minor. Dit maal schrijft Jori Verstegen over de minor Kunstgeschiedenis die zij het vori-
ge studiejaar volgde.

Het leek mij leuk om meer te weten te komen over de kunstgeschiedenis als aanvulling op mijn
kennis van de geschiedenis zoals ik die al had opgedaan in de eerste anderhalf jaar van mijn stu-
die. En het bleek inderdaad een leuke aanvulling te zijn. Het is interessant om te zien hoe hier de
geschiedenis slechts als achtergrondinformatie gebruikt wordt om kunst en kunstenaars toe te
lichten, terwijl bij geschiedenis hele colleges aan dit soort onderwerpen gewijd worden.

In het tweede semester van het collegejaar volg je vakken met eerstejaars studenten kunstgeschie-
denis over de vroegmoderne- en moderne periode. In periode drie volg je dan ‘Kunstgeschiedenis
van de vroegmoderne tijd in Zuid-Europa’ en
‘Geschiedenis der kunsten van de moderne tijd
van 1850 tot 1945’. In de laatste periode volg
je ‘Kunstgeschiedenis van de vroegmoderne
tijd in Noord-Europa’ en ‘Geschiedenis der
kunsten van de moderne tijd vanaf 1945 tot
heden’.
Verder volg je dan nog een hoorcollegereeks
‘Meesterwerken’ waarin belangrijke kunst-
werken uit alle cursussen uitgebreid bespro-
ken worden naar aanleiding van gelezen
teksten. Voor meesterwerken kun je geen
studiepunten halen, maar het is wel verplicht
om te volgen bij de cursussen en er is een ten-
tamen aan verbonden.
Er bestaat een duidelijk onderscheid tussen
kunstgeschiedenis in de vroegmoderne perio-
de en geschiedenis der kunsten in de moderne
periode. Kunstgeschiedenis draait vooral om
schilderkunst, beeldhouwkunst en architec-
tuur. Geschiedenis der kunsten gaat daar ook
over maar probeert veel meer aspecten van
Een meesterwerk uit de kunstgeschiedenis kunst te laten zien en onderling te verbinden,

| 20
december 2008 |

zoals film, theater, literatuur en muziek. De vakken van de moderne periode worden in samenwer-
king met ACW gegeven en hebben daardoor een veel breder karakter en worden door verschillen-
de docenten gegeven.

Het leukste aan deze minor vind ik dat je in korte tijd heel wat nieuwe kennis op doet over kunst-
geschiedenis, en het nieuwe invalshoeken biedt van waaruit de geschiedenis is te bekijken. De
docenten zijn op een enkele uitzondering na ontzettend leuk om naar te luisteren en zijn enorm
gepassioneerd. Deze passie weten de meesten goed over te brengen op de studenten, al spreekt
het onderwerp misschien in eerste instantie niet aan.
Het minst leuke aspect vond ik de colleges over filmgeschiedenis, hoewel ik daar veel van ver-
wachtte. De getoonde films waren weliswaar leuk maar de docent was weinig boeiend en had
onvoldoende kennis van zaken. Verder is het best een zware minor in vergelijking met andere
minoren. Je hebt veel contacturen, zo’n tien uur per week en je moet veel lezen. Voordeel is wel
dat er veel plaatjes in zitten!

Ik vind deze minor absoluut een aanrader, ik vond het zelf veel leuker dan ik van tevoren had ge-
dacht! |

- Advertentie -

Voor al uw feesten en borrels!


21 |
| HInT

Slechts haantjesgedrag binnen de GSV?


Vrouwen bij geschiedenis

Door Jasmijn Fincken en Annemieke Wilzing

Het idee heerst dat geschiedenis een ware mannenstudie is. Een vlugge blik door de colle-
gezalen lijkt het idee van een mannenstudie te bevestigen: er zitten zeker meer mannen
dan vrouwen. Luidruchtig zijn de haantjes alom aanwezig. Maar… Wat zeggen de harde
cijfers? En als er inderdaad meer mannelijke dan vrouwelijke geschiedenisstudenten zijn,
zien we dat dan ook terug binnen de GSV? Heeft dit bijvoorbeeld ook effect op de verdeling
tussen mannelijke en vrouwelijke bestuursleden?

Nu de GSV bijna 25 jaar bestaat, zijn wij als jubileumboekredactie druk bezig met het schrijven
van, inderdaad, een jubileumboek. Voor een HInT waar gender het onderliggende thema is, leek
het ons interessant te kijken naar de getalsverhoudingen tussen de geslachten, zowel wat betreft
de studie als het bestuur van de GSV.

Het secretariaat van geschiedenis heeft voor ons uitgezocht hoeveel vrouwen en mannen zich per
jaar hebben aangemeld voor de propedeuse geschiedenis, van 1984 tot en met 2008 (dit zegt dus
niets over het aantal studenten dat het hele studietraject ook daadwerkelijk heeft doorgelopen). In
de grafiek kun je alles nog eens precies nakijken. De cijfers zijn interessant: mannen zijn 24 van de
25 studiejaren in de meerderheid. Alleen in 1991 zijn de verhoudingen omgekeerd: 51% vrouwen
en 49% mannen. Opvallend is ook dat het verschil doorgaans groot is: gemiddeld is 35% van de
studenten vrouwelijk en 65% mannelijk. Topjaren qua verschil zijn 1984, 1995 en 2007. Uit de
cijfers kunnen we afleiden dat het verschil niet afneemt, integendeel: het lijkt de laatste jaren weer
toe te nemen.

In het vierde HInT van het eerste levensjaar van de GSV (1984) is een artikel ‘Nieuws van het
Secretariaat’ gepubliceerd door Frank Meulendijks namens het secretariaat. Dit artikel geeft een
beknopte indicatie van de verhouding mannelijke en vrouwelijke leden van de GSV. In 1984 wa-
ren de getallen: 58% mannelijk, 36% vrouwelijk en 6% onbekend. Meulendijks meldt: “Als je deze
percentages vergelijkt met die van de gehele geschiedenisafdeling kun je zeggen dat we nagenoeg
dezelfde verhouding m/v binnen de vereniging hebben als binnen de sectie. Dat van sommigen het
geslacht niet bekend is is te wijten aan het feit dat zij bij inschrijving enkel hun voorletter(s) heb-
ben opgegeven, en daaraan kun je zoiets nu eenmaal niet zien.” Het eerste bestuur, dat aantrad op
29 februari 1984, bestond uit acht personen, waarvan drie vrouwen. Wanneer je kijkt naar de
percentuele man-vrouw verhouding van dat jaar, komen de vrouwen er aardig goed vanaf met hun
vertegenwoordiging. We kunnen aflezen uit de namenlijsten van GSV-besturen, dat er drie achter-

| 22
december 2008 |

eenvolgende jaren een vrouwelijk voorzitter is geweest, in ‘98-‘99, ‘99-’00 en ‘00-’01. Natuurlijk is
er sprake van conjunctuur en zijn er ook absolute mannenbesturen geweest, maar feit is dat vrou-
wen duidelijk hun zegje hebben gedaan (en nog steeds doen overigens) en dat zij zich niet (te
veel) hebben laten intimideren door de luidruchtige haantjes. Hoewel Geschiedenis terecht een
mannenstudie is te noemen, dat er altijd een behoorlijke stempel door vrouwen op de studie is
gedrukt.

Ten slotte willen wij het secretariaat van Geschiedenis hartelijk danken. Ze hebben tijd en moeite
gestopt in het achterhalen van de correcte gegevens over de aanmeldingen. Zonder hun hulp had-
den wij dit artikel niet kunnen schrijven. |

90%

80%

70%

60%

50%

40%

30%

20%

10%

0%
84

86

88

90

92

94

96

98

00

02

04

06

08
19

19

19

19

19

19

19

19

20

20

20

20

20

Aan het einde van dit collegejaar verschijnt een boek over de 25-jarige geschiedenis van
Geschiedenis Studenten Vereniging Excalibur. Onder leiding van Rob Janssen en Lennert Savenije
wordt momenteel hard aan dit boek gewerkt. Het boek zal in mei of juni feestelijk worden gepre-
senteerd. Houd voor de laatste ontwikkelingen de Lustrumsite van de GSV (www.gsvlustrum.nl)
in de gaten!

23 |
| HInT

Een goede blik op ons Paradijs


Een
| 24historisch-planologische analyse van het Kronenburgerpark
december 2008 |

Door Boudewijn Wijnacker


“Ga die wereld uit. Eén seconde, en kijk goed rond in ons Paradijs. En vraag niet naar de
weg, want iedereen is de weg kwijt. Op zoek naar geluk in Kronenburgerpark.” Aldus een
passage in het beroemde lied van Frank Boeijen. Mede door de Nijmeegse volkszanger is
het Kronenburgerpark één van de bekendste plekken van Nijmegen geworden. De geschie-
denis van dit park gaat terug tot de negentiende eeuw, toen de aanleg van stadsparken een
wijd verspreid Westers fenomeen werd. Wat waren de gedachten achter de aanleg van deze
parken? Was dit puur voor recreatie of past dit bij de ideeën over stadsplanning uit die
tijd? Trek je laarzen maar aan en ga mee op een theoretische wandeling door de geschiede-
nis van dit roemruchte park.

De geschiedenis van de groene stadsplanning


Om de geschiedenis van het Kronenburgerpark beter te kunnen begrijpen zal eerst gekeken wor-
den naar de omslag die in de negentiende eeuw plaatsvond op het gebied van stadsplanning, met
daarbij speciaal aandacht voor de aanleg van stadsparken. Was het hebben van een tuin tot aan de
negentiende eeuw vooral nog een adellijk privilege, Jan Modaal kon in de negentiende eeuw zijn
ontspanning zoeken in de destijds massaal aangelegde stadsparken. Geometrische elitaire
‘kasteeltuinen’ maakten plaats voor groene plekken in de stad die voor iedereen toegankelijk wa-
ren. Het was vooral de burgerij die zich sterk maakte voor de aanleg van groene recreatiezones in
de overvolle steden. Friedrich Engels stelde in zijn werk dat in Engeland onder de titel The Great
Towns (1845) op de markt kwam, de misstanden in de compact gebouwde en groenloze industrie-
steden aan de kaak. Over de Engelse industriestad Manchester zei hij: “The dwellings of the work-
ers are everywhere badly planned; badly built, and kept in the worst condition, badly ventilated,
damp and unwholesome.” Hij versterkte zijn kritiek door de arbeiderswijken in dergelijke indus-
triesteden als ‘Hell on Earth’ te bestempelen. Engels was zeker niet de enige met kritiek, waardoor
de roep om meer groen, hygiëne en ruimte in de stad almaar groeide. Aldus ontstonden er ideeën
voor de aanleg van stadsparken. Het was Frederick Law Olmsted die het destijds revolutionaire
Central Park in hartje New York ontwierp. Olmsted speelde zo in op de groeiende gedachte dat
mensen niet alleen om fysieke, maar ook om mentale redenen meer groen in de stad wensten.
Bomen als mentale doping: het was een gedachte die destijds zeker leefde. Bovendien kon een
stad zijn identiteit ontlenen aan een centrale ontmoetingsplaats, kon een park sociale cohesie
scheppen (omdat er in een park immers geen klassenonderscheid werd gemaakt) én kon een park
de stadsbewoners een fysiek gezondheidsshot geven. De behoefte aan meer groen in de stad nam
in de eerste decennia van de twintigste eeuw toe door revolutionaire stadsplanners als Ebenezer
Howard, Le Corbusier en Franklin Lloyd Wright. Howard’s Garden City (een combinatie van stad
en platteland), de decentralisatie van de stad door Wright ten behoeve van meer groen tussen
verschillende kleinere stadskernen alsmede de utopische idealen van Le Corbusier markeerden
een modernistische periode in de geschiedenis van de groene stadsplanning. Groene parken in
‘open’ steden werden geëvolueerd tot futuristische Optimo Cities, waarin gebroken werd met de

25 |
| HInT

krappe negentiende-eeuwse industriële steden. Utopische stadsplannen waren dan ook vooral een
vondst van de eerste decennia van de twintigste eeuw. De komst van betere transportmiddelen
zoals de auto en sneller rijdende treinen maakten de formulering van deze plannen bovendien
mogelijk. Dat deze plannen nooit volledig gerealiseerd zijn moge duidelijk zijn: de schematische, in
theorie perfecte plannen bleken in praktijk allerlei hiaten te vertonen. Had men bijvoorbeeld naar
de Fransman Le Corbusier geluisterd, dan was de Franse stad Parijs nu niets meer dan een plaats
met louter bossen en enorme flats. De sloop van veel oude panden, gevels en stadsmuren werd
door deze modernisten niet alleen als noodzakelijk gezien, maar ook als ideaal. Volgens hen moes-
ten mensen zich ontwikkelen en oude binnensteden waren niet meer bij de tijd. Een ideale bereik-
baarheid, goede infrastructuur, hogere bebouwing en veel groen waren essentieel. In veel Ameri-
kaanse steden werden deze patronen duidelijk, zelfs tot aan vandaag de dag. Duidelijk werd in
ieder geval dat de aanleg van veel natuurschoon in de steden niet langer een ondergeschoven
kindje was.

Op zoek naar geluk in Kronenburgerpark?


De geschiedenis van het bekendste park van Neerlands’ oudste stad gaat ook terug tot aan de ne-
gentiende eeuw. Het park was onderdeel van een grootscheepse stadsrenovatie. De oude stadsmu-
ren werden gesloopt in 1876, om de stad meer uitbreidingsmogelijkheden en een meer open ka-
rakter te geven. De aanleg van het stadspark in 1880, naar een ontwerp van de Leuvense tuinar-
chitect Liévin Rosseels, paste in de vernieuwingstrend. Net als in veel Westerse steden werd een
open stadsstructuur het devies om de door Friedrich Engels genoemde misstanden tegen te gaan.
De ideeën van Frederick Law Olmsted werden hier mede verwezenlijkt. Nijmeegse inwoners kon-
den immers vanaf eind negentiende eeuw even loskomen van de dagelijkse stedelijke chaos in het
park. Hierdoor verbeterde niet alleen de volksgezondheid in de steden, maar ook konden mensen
hun ‘hoofd vrijmaken’; het waren ideeën die in Nijmegen uitgevoerd werden.
Het Kronenburgerpark moest zijn historische karakter behouden door het laten staan van de
ruim dertig meter hoge Kronenburgertoren. Deze in 1425 gebouwde toren, die ooit diende als

| 26
december 2008 |

opslagplaats van buskruit voor de stadsverdediging, werd in de volksmond ook wel de Kruittoren
genoemd en prijkt als trotse peiler uit boven de groene flora. De entourage waarin deze toren
stond was echter na 1876 drastisch veranderd. In plaats van onderdeel te zijn van een zware
stadsmuur die een compact centrum omringde, werd de toren het middelpunt van een open, groe-
ne ruimte; het Kronenburgerpark was geboren. De roep om meer groen en vooral meer ruimte
zorgde ervoor dat het tot dan toe economisch stagnerende Nijmegen explosief groeide. De stad
werd niet langer belemmerd door een gebrek aan ruimte, waardoor ze haar vleugels uit kon slaan.
De economische achterstand van de negentiende eeuw kon echter niet snel weggewerkt worden,
doordat de bevolking in een meer dan evenredig tempo meegroeide met de stad.

De negentiende-eeuwse revolutie: Van utopie naar nostalgie


De negentiende eeuw is essentieel geweest voor de stadsbebouwing in de Westerse beschaving,
ook in Nijmegen. Oude, compacte en vaak vervuilde steden werden vervangen door meer open en
groene modernistische steden. De komst van stadsparken, zoals het Kronenburgerpark, markeer-
de een duidelijke breuk met de opeengepakte industriële stadsbouw. Het feit dat deze ideeën evo-
lueerden in (te) ver doorschietende utopische stadsidealen gedurende de eerste decennia van de
twintigste eeuw zorgde er voor dat vanaf 1960-1970 de drang naar meer nostalgisch ogende ste-
den groter werd. Desalniettemin konden ook de stadsparken onderdeel worden van het stadshis-
torisch erfgoed, zoals het door Frank Boeijen zo lovend omschreven Kronenburgerpark. |

27 |
Ruud Vos portretteert ieder HInT op geheel eigen wijze een van de medewerkers van onze universiteit.
Omdat de geinterviewden van vorig jaar nog niet door hem getekend waren, zien jullie de tekeningen
die daar bij horen dit jaar voor bij komen!
| HInT

ViaVia - Frans Pollux


Door Remy Maessen en José Seuren
“Ja er is leven na je studie” kopt geschiedenis-alumnikring Dr. Huijbers op hun gedeelte van
de website van de opleiding. Na je studententijd ga je reizen, promoveren of werken en
begint een carrière. In deze rubriek gaan we op zoek naar de arbeidsperspectieven van een
historicus. Ditmaal een interview met Frans Pollux, journalist bij de Limburgse tv- en radio-
omroep L1 en zanger van de band ‘Neet oet Lottum’.

Studie en Heimat
Voor de Limburgse geschiedenisstudenten in Nijmegen behoeft Frans Pollux geen verdere intro-
ductie. Hij geniet in Limburg veel bekendheid met zijn band ‘Neet oet Lottum’. Wat veel mensen
echter niet weten is dat hij ook Geschiedenis heeft gestudeerd, niet in Nijmegen maar in Utrecht.
“Ik wilde wel naar Nijmegen maar een goede vriend van mij waarmee ik samen Geschiedenis ging
studeren wilde naar Amsterdam. Dat vond ik te ver weg en toen hebben we voor de middenweg
gekozen”.
Frans Pollux is, zoals wellicht de meeste studenten, uit interesse Geschiedenis gaan studeren,
met het plan om daarna de journalistiek in te gaan. “Op de middelbare school werd het mij ronduit
afgeraden om Geschiedenis te gaan studeren. Ik had ook goede punten voor de bètavakken en mijn
decaan vroeg zich dan ook af of Geschiedenis wel de juiste keuze was. Geschiedenis kon iedereen
wel gaan studeren”. Toch was hij vastbesloten en koos hij voor de juiste studie.
Een wilde studententijd was niet aan hem besteed. Als het even kon pakte hij de trein terug
naar zijn geboortestad Venlo. “Ik maakte toentertijd een jongerenprogramma bij omroep Venlo en
daar zat veel tijd in. Ik had daar ook mijn bandje dus iedere vrije minuut die ik had ging ik terug.
Daardoor ben ik niet echt geïntegreerd in het Utrechtse studentenleven. Achteraf is het misschien
wel een beetje bekrompen dat ik nooit uit Venlo ben weggeweest.”
Ondanks zijn vele hobby’s en de lange treinreizen lukte het Pollux prima om de studie in
Utrecht zonder vertraging af te ronden, althans, bijna. “Ik deed het met twee vingers in de neus.
Het niveau van de tentamens vond ik beschamend, waardoor ik de neiging had om alles maar op
halve kracht te doen en daar heb ik wel spijt van. Ik had mij meer willen verdiepen en mezelf meer
moeten motiveren. Je realiseert je het op dat moment niet maar het is je laatste kans om je totaal
in iets te verdiepen. Maar daar kom je pas tien jaar later achter.” Na drie en een half jaar studeren
is hij begonnen aan zijn scriptie. Die ligt echter nog steeds ergens in een laatje om afgemaakt te
worden. “Ik heb mijn scriptie toen wel ingeleverd maar die werd niet goedgekeurd. Ik moest voor
mijn scriptie over de stad Venlo van mijn docent meer vergelijkend onderzoek verrichten naar
andere steden zoals Luik en Dordrecht. Maar inmiddels had ik een baan aangeboden gekregen bij
een tekstbureau en vrij snel daarna bij L1, dus van het afmaken van mijn scriptie is toen niets
meer terecht gekomen. Hoewel ik het tot nu toe prima zonder ‘officieel papiertje’ heb kunnen red-
den is het natuurlijk wel eeuwig zonde.”
| 30
december 2008 |

Journalistieke loopbaan
Eeuwig zonde of niet, Frans Pollux heeft inmiddels naast zijn muzikale carrière een mooie loop-
baan in de journalistiek. Op dit moment is hij programmamaker bij L1 radio. Daar kan hij zijn
vaardigheden die hij opgedaan heeft tijdens zijn studie goed gebruiken. “Uit veel informatie weet
je de kern te halen. Mijn ervaring is dat veel mensen dat niet kunnen. Ook de schrijfervaring die je
opdoet binnen de opleiding is van groot belang. Verder leer je genuanceerd naar de wereld
te kijken en daar een goed oordeel over te vormen. Dat is onmisbaar voor een goede journalist.
Misschien niet bij de Telegraaf, maar wel bij alle anderen.”
Binnen zijn beroep als radiojournalist houdt Pollux zich nog steeds bezig met geschiedenis.
Iedere zaterdagmiddag presenteert hij op de radio een cultuurprogramma waarvan hij zowel
redacteur als presentator is. Het eerste half uur is speciaal weggelegd voor de regionale geschie-
denis. Een voorbeeld: “Enkele weken geleden is er in een maïsveld in Maastricht een Keltische
muntschat gevonden die toebehoorde aan de stam van de Eburonen, een van de weinige Keltische
stammen die ooit van de beroemde Romeinse veldheer Caesar hebben gewonnen. Aan zulke din-
gen besteden wij aandacht.” Dat er genoeg interesse hiervoor is blijkt wel uit het feit dat het pro-
gramma al twintig jaar bestaat. Sinds een jaar maakt Pollux het programma. “Ik vind het erg leuk
om te doen en het programma wordt goed beluisterd.”

Frans Pollux kan met recht zeggen dat hij zijn


droom heeft waargemaakt. Hij heeft zijn inte-
resse gevolgd, gedaan wat hij leuk vond en is,
zoals hij altijd al wilde, in de journalistiek te-
recht gekomen. Voor die studenten die het
einde van hun studie naderen en zich afvragen
hoe nu verder, heeft Pollux nog een woord van
advies: “Iedereen die ambitie heeft kan uitein-
delijk zijn droom waar maken, ook geschiede-
nisstudenten. Streef die droom na, en als het
niet meteen lukt probeer er dan via omwegge-
tjes te komen. Ben niet tevreden met zomaar
een baan. Benut vooral je tijd goed om je zoveel
mogelijk te verdiepen in de dingen die je echt
interessant vindt, dat komt je de rest van je
leven van pas.” |

31 |
| HInT

HisKok - Chili con carne


Door Peter Kerris en Bram Verheij
“Wat was het huisnummer ook alweer? Iets met een drie toch?” riep Bram terwijl we na
een steile afdaling de Nieuwe Nonnendaalseweg in fietsten. Onze bestemming? De één-
kamerresidentie van Ramon Lambrechts, voormalig student Geschiedenis, nu aspirant-
ambtenaar in dienst van de lange arm der wet. Na aarzelen over welke deurbel we nu ei-
genlijk moesten gebruiken vonden we uiteindelijk de juiste en werden we door Ramon
ontvangen. Een avondje met geschiedenis, politiek, hardcore, politiewerk en Chili.

Ramon begon in 2003 met zijn studie filosofie, maar had het daar al gauw gezien. In 2004 nam hij
de juiste keus en koos voor het edele vak van historicus, waar de auteurs van dit stuk hem in 2005
ontmoetten. Oudheid, Middeleeuwen, Nieuwe en Nieuwste Tijd volgden ondergetekenden samen
met Ramon, maar in de loop van het academisch jaar 2006-2007 raakte hij uit het zicht. Een stu-
diedipje? Of was de ijzeren vuist van de opleiding verantwoordelijk voor zijn verdwijning? Van-
avond kregen we het antwoord. “Ja het punt is gewoon dat werkstuk van Nederlandse Geschiede-
nis,” klaagt Ramon – hij is nog van de oude lichting die de gruwelen van Geschiedenis, Cultuur en
Literatuur der Nederlanden niet mee hoefde te maken – “ineens was het werkstuk verplaatst van
het tweede semester naar het eerste. Ik kwam terug van vakantie en toen had ik al de helft van de
colleges gemist. Toen had ik zoiets van, ik hou er ook maar mee op.” Hij twijfelde al langer. Al in de
lente van 2008 bereikte ons het bericht dat Ramon bij de politie was gaan werken. “Dat is wat
overdreven. Ik dacht er toen al aan, maar nu is het echt nog m’n enige optie.”
Op de vraag of hij veel kookt antwoord Ramon: “Ik ben tegenwoordig ook veel bij mijn vrien-
din en haar ouders. Haar moeder wil altijd alles zelf doen, dus die doet het meeste kookwerk. Als
ik zelf dan eens iets wil doen komt ze hoe dan ook helpen.” Voor de lezer ligt op dit moment welis-
waar het kerst-HInT, toch heeft Ramon er voor gekozen ons geen traditioneel kerstmaal voor te
schotelen, zoals een kalCoen. Wat krijgen we te eten? “Chili con carne! Dat kan ik lekker koken.”
Deze trots van de Tex-Mex keuken is waarschijnlijk enkele eeuwen geleden ontstaan toen de
Spaanse/Mexicaanse gerechten uit het zuiden van Noord-Amerika gecombineerd werden met die
van West-Europese kolonisten die vanuit het noorden en
westen het huidige Texas binnentrokken. De combinatie Ingrediënten
van de basisingrediënten kent echter al een veel langer (voor 3 personen)
verleden en wordt soms in verband gebracht met de pre- 350 gram gehakt
3 rode uien
Colombiaanse keuken der Azteken. De kracht van het ge-
3a4 tomaten
recht is dat er enorm veel varianten mogelijk zijn, maar dat 1,5 rode peper
toch iedereen het meteen herkent als Chili. Zoals past bij de 2 blikjes tomatenpuree
geschiedenis van het gerecht heeft ook Ramon het aan zijn 450 gram bonen
eigen smaak aangepast; het resultaat mag er wezen! Er is
zelfs een land naar vernoemd.
| 32
december 2008 |

De eerste stap in de bereiding is het opbakken van het gehakt met een halve gesnipperde ui.
Hierbij moeten de gebruikelijke gehaktkruiden worden toegevoegd en peper en zout naar smaak.
Zodra dit gaar is kunnen de bonen erbij met een zakje kruiden voor Chili con carne van de super-
markt. Dit moet sudderen tot het warm is, zodat je ondertussen tijd hebt om de tomaten en uien in
grove stukken te snijden en de rode pepers te versnipperen. Als dit klaar is kan het bij de rest van
het gerecht in de pan worden geworpen en dan hoeft er enkel nog gewacht te worden tot er een
stomende pot Chili op het fornuis staat.
Tijdens het eten komt het gesprek op de hobby’s van Ramon. “Naar de weekenden kijk ik altijd
uit. Ik ga dan meestal met m’n vriendin naar Doornroosje. Lekker doorfeesten op van die
tranceparty’s tot zondag vroeg in de ochtend.” Bram blijkt wel enig verstand van deze muziekstro-
ming te hebben, maar na een discussie over de verschillen tussen techno, tekno en hardcore was
het voor Peter nog immer hetzelfde gedreun. Maar hoe zit het dan met dat politiewerk? “Ik ben nu
bezig met de applicatie. Ik heb me aangemeld bij het korps Gelderland-Midden, en heb onlangs een
intakegesprek gehad. Nu moet er nog van alles komen. Een psychologische test, een fysieke test, en
dan alle trainingen.” Ramon gaat, als alles goed gaat, in Apeldoorn naar de politieschool. Daar
krijgt hij een leer-werk overeenkomst. “Ik krijg dan betaald voor het politiewerk dat ik doe, maar
krijg ook een opleiding. Uiteindelijk als ik afstudeer doe ik dat als inspecteur, maar daarna lijkt het
me wel mooi om rechercheur te worden.” Ondanks de afstand blijft Ramon gewoon in Nijmegen
wonen. “Mijn vriendin woont nog in het Zuiden. De afstand van daar naar Apeldoorn is helemaal
niet te overbruggen. Dus dan blijf ik er lekker tussenin wonen.” Wat opvalt aan zijn boekenkast is
dat veel van de inhoud over politiek gaat. Een biografie van Che Guevara staat naast een boek van
Jan Marijnissen. “Ik ben vroeger wel lid geweest van de SP, maar daar doe ik nu niets meer mee. In
de politiek kun je niet echt iets doen
voor de mensen. Wat dat betreft lijkt
het politiewerk me mooier, al maak
je daar natuurlijk ook erge dingen in
mee”.

Uiteindelijk worden we er zonder de


afwas te hoeven doen uit gezet: “Ik
moet morgen weer vroeg op en aan
het werk.” Niet bij de politie, maar
bij het tijdelijke bijbaantje in de
supermarkt. “Dat vind ik wel naar
hoor. Toen ik nog studeerde kon ik
lekker uitslapen. Nu moet ik steeds
supervroeg op. Dus: studeer maar
lekker door.” |

33 |
| HInT

De blijde boodschap
Een twijfelachtig onderzoek naar supermarkten in Nijmegen
Door Paul Bongers en Sjors Knippenberg
Omdat het vernederend is elke week te bedelen bij je ouders, en zij telkens schrikken van
de financiële malaise waarin je verkeert, zijn HinTverslaggevers Sjors Knippenberg en Paul
Bongers met pen in de hand de Nijmeegse supermarkten langs gegaan teneinde een wel-
overwogen oordeel te vellen over bij welke supermarkt uw humeur opperbest blijft en uw
portemonnee het best gevuld.

Om deze twee factoren het best te kunnen toetsen hebben we ten eerste een prijsvergelijking on-
der 25 merkproducten in vijf supermarkten uitgevoerd. Ten tweede hebben wij de humeurfactor
onderworpen aan zeven significante kwaliteitscriteria zoals de mogelijkheid uw fiets te stallen,
gratis koffie en of Punica in het assortiment opgenomen is – want zoals de Heideroosjes zongen:
“het is een klotefeest als er geen Punica is geweest.”
We bezochten studentensupermarkt Sema op Hoogeveldt, de CoopCompact aan de Archipel-
straat, Spar aan de Sint Annastraat, SuperdeBoer aan de Molenstraat en de AlbertHeijn XL aan de
Sint Jacobslaan. Om een gedegen onderzoek te doen hebben we besloten enkel merkproducten te
vergelijken. Deze zijn namelijk in elke supermarkt van dezelfde kwaliteit en grootte. In de Aldi
zijn de merkproducten op één hand te tellen waardoor Aldi buiten ons onderzoeksgebied viel.

Sema
Mooi weggewerkt tussen een café en fietsenkelder op studentencomplex Hoogeveldt bevindt zich
de Sema. Tijdens college-uren kan je de fiets eenvoudig parkeren in de stalling. Bij binnenkomst
werden wij begroet door een plakkaat, dat veel en goedkoop bier belooft, alsook door de (enige)
medewerker achter de balie. Op het eerste gezicht leek deze medewerker nogal nat achter de oren,
maar hij bleek uiterst behulpzaam en vriendelijk. Op de vraag of hij ook Punica verkocht ant-
woordde hij: “nee, maar we hebben wel Ben&Jerrys.” Waarvan akte. Het assortiment is niet ruim,
maar de primaire levensbehoeften zijn aanwezig: brood, bier en diepvriespizza’s. Ideaal voor de
ietwat luie student maar op Bavaria bier na biedt deze supermarkt zeker niet de goedkoopste
mogelijkheden.

CoopCompact
Een volledig assortiment aan merkproducten biedt de CoopCompact. Iets anders dan kwali-
teitsmerken heeft deze winkel helaas niet. Muziek is aanwezig, gratis koffie dan weer niet. Het
personeel is erg vriendelijk en heeft immer tijd voor de klant. Onze monden vielen open van ver-
bazing toen wij de belachelijk lage prijs van de Calvé pindakaas aanschouwden. De uitspraak:
“Jazeker hebben wij Punica!” maakte ons als kinderen zo blij. Het is duidelijk, de Coop is een ware

| 34
december 2008 |

Punicaoase. Of de Heideroosjes hier ooit opgetreden hebben kunnen wij niet met zekerheid zeg-
gen.

Spar
Van de hemel kwamen wij in de hel. Onze blijdschap verdween als novembersneeuw voor de zon
toen de onwelriekende bedrijfsleider van twijfelachtig allooi woest op ons afstormde: “Zijn jullie
van de bond?!” Hoe hoog de prijzen zijn in de Spar blijft een publiek geheim. De vraag: “Gaan jullie
nu een negatieve recensie schrijven?” konden wij enkel bevestigend beantwoorden. Dus voel je de
behoefte om tijdens het boodschappen geschoffeerd te worden? Doe dan de boodschappen bij de
Spar aan de Sint Annastraat. Natuurlijk gaat het onze eer te na om alleen maar negatief over deze
winkel te schrijven terwijl we enkel twee minuten binnen zijn geweest. We waren namelijk over
de fietsenstalling zeer te spreken! Hulde, driewerf hulde.

SuperdeBoer
Hij is kleiner, smaller en drukker dan de AlbertHeijn XL, maar heeft qua kwaliteitsmerken evenzo-
veel te bieden. Hoewel je de fiets tussen de vele andere moet proppen, is er bijna altijd wel par-
keermogelijkheid in de Molenstraat. Het grootste voordeel van de SuperDeBoer moet toch de flexi-
bele openingstijden zijn. Vooral voor de studenten die op zaterdag vergeten inkopen te doen voor
de rest van het weekend biedt deze supermarkt uitkomst: ook op zondag geopend! Niet alleen is
het erg handig om ook op zondag boodschappen te kunnen doen, maar het zal zich ook lonen om
op een saaie zondagmiddag de aangename sfeer van de SuperDeBoer te proeven. Voor de hetero-
seksuele heren of homoseksuele vrouwen geldt dat zij aldaar hun humeur kunnen opvijzelen
dankzij de grote ogen van het kassameisje.

AlbertHeijn XL
De grootste supermarkt van Nijmegen bleek in bijna al haar facetten groots te zijn. Niet alleen is
het de enige supermarkt waar wij gratis koffie konden drinken, er zijn ook fietsenstallingen en
leuke kassameisjes in overvloed. Dit laatste is vooral te danken aan de zestien kassa’s die de Al-
bertHeijn XL telt. De klant wordt goed verzorgd en goed voorzien van alle gemakken in dit Albert-
Heijn filiaal. De kinderen kan je dumpen bij de SEGA-hoek, opa en oma kunnen gezellig even op het
bankje tegen de visafdeling keuvelen over koetjes en kalfjes en de arme en hongerige student kan
zich tegoed doen aan stukjes kaas en vlees die worden aangeboden bij de desbetreffende afdeling.
De inspectie van AlbertHeijn XL verliep perfect op een bedroevend leeg Calvé-schap na: helaas,
geen pindakaas! Een klein minpuntje voor de vakkenvullers. De service liegt er daarentegen niet
om: op de vraag of er Punica in huis was ontvingen wij: “Ik ga meteen voor jullie kijken” als ant-
woord. Helaas heeft AlbertHeijn geen Punica in het assortiment. Ach, niemand is perfect.

Wat moet dat kosten?


In het kader van de kredietcrisis zullen wij vervolgens haarfijn uitleggen waar de kwaliteitspro-
ducten het meest goedkoop zijn. Let wel, mocht de bodem van de portemonnee daadwerkelijk in

35 |
| HInT

zicht zijn en de IB-Groep ontkent stug ooit van jou gehoord te hebben, dan moeten wij de Aldi toch
even aanstippen als ultiem goedkope supermarkt. Mocht je nog over leenmogelijkheden bij onze
Groningse vrinden genieten raden we je sterk aan om toch enigszins voor kwaliteit te kiezen, op-
dat je bij die spannende date die bij je komt eten een niet al te pauperige indruk achterlaat.

Uiteindelijk moeten we conclusies trekken uit dit twijfelachtige onderzoek. De vergelijking van de
prijzen in de vijf verschillende supermarkten leidt ons tot maar één conclusie, en dat is dat
‘kleinere’ supermarkten in Nijmegen niet kunnen concurreren tegen de massaliteit van de Albert
Heijn XL. Niet alleen is het erg comfortabel boodschappen doen, maar ook het meest goedkoop.
Maar liefst zestien van de door ons onderzochte producten blijken daar het goedkoopst te zijn - of
op z’n minst even goedkoop als bij SuperDeBoer. SuperDeBoer biedt een goed alternatief als je in
het centrum woont en lui bent of wekelijks vergeet op zaterdag inkopen te doen. Sta je stevig in je
schoenen, ga dan een keer voor een prijsvergelijking naar de Spar aan de St. Annastraat en wil je
echt een keertje genieten van wat de consumptiemaatschappij te bieden heeft, fiets dan naar de
Archipelstraat om in de CoopCompact een fles Punica te kopen. |

Het onderzoek in grafieken:

4 Sema
Coop
3 Super
Spar
2 AH XL

0
d
ca
k

ffie

id
g

l
s
ie

vu
llin

he
ni
sje
uz

ko

jg e
Pu
a

m
ei
M
st

tis

a
Bi
m
n

za
ra
se

lp
ss

G
et

hu
ka
Fi

Be
re
e
kk
Le

| 36
C
O al

B

€-
P

€-
Ta in

€ 0.50
€ 1.00
€ 1.50
€ 2.00
€ 2.50
€ 3.00
€ 3.50
€ 4.00
€ 4.50
€ 5.00
€ 0.50
€ 1.00
€ 1.50
€ 2.00
€ 2.50
€ 3.00
€ 3.50
La Igl mp da
ys o V on ka
P i s C as
oc
ap ssti a
rik cks C
a ol
D a
D C C u bb
re hi el
ft B p av el
it a fri
Af av s s
w a r K Kr
a ip ie
s ltj
G Car s m ia D Le es
ile va i dd e ve
Ve tte n R rw
rk C el uy
te o
ad Sc h ev
e e it M r V rst
M ers am aa lo
sl kk
el ch B an en
lu d
Jo kch uim D e
na oc r . Ba e r K
Kn O nd aa
go ola e s
D l d or H
E dA e r W tke
rP a lv
Pi A r pp er
el iz ar
in
ck om el
s dg za e
er Sa
LU wic a R ec la
k ht m
Ba E a oo
d La i
s r sa
W tog l G
as n re U gn
e
a e y Un nox
K koe ox
nä k E
Kn
ak
ck en rw s
eb te
rö ns
d oe
p

Sema

AH XL
Sema

AH XL

Super de Boer
Coop Compact
Super de Boer
Coop Compact

37 |
december 2008 |
| HInT

Mozart en Amadeus
Talentvolle componist of verwend monster?
Door Jordy Geerlings en Thomas Vries
In 1984 bracht de regisseur Milos Forman de film Amadeus uit over het leven van Wolfgang
Amadeus Mozart (1756-1791). De film was gebaseerd op een populair toneelstuk van Peter
Shaffer en was een geweldig internationaal succes. De filmwereld beloonde hem met acht
oscars, vier Golden Globes en nog veel meer andere prijzen. Ook in Europa werd de film
goed ontvangen.

Amadeus
De roem van Mozart was in 1984 al lang gevestigd, niet in de laatste plaats omdat hij in tegenstel-
ling tot bijvoorbeeld Bach nooit echt in de vergetelheid is geraakt. Die roem kon echter niet voor-
komen dat de film het standaardbeeld werd van de componist in de populaire herinnering.
In Amadeus komt een Mozart naar voren die in vrijwel alle opzichten een verwend kind is, dat
zich nauwelijks weet te gedragen in de hofcultuur van Europa. Illustratief is de scène waarin hij
rebelleert tegen zijn werkgever, Aartsbisschop Colloredo van Salzburg. De aartsbisschop berispt
de jonge Mozart omdat hij nagelaten had op
tijd te verschijnen bij de uitvoering van zijn
eigen concert. Mozart smeekt om ontslag, en
wanneer hij zijn zin niet krijgt, toont hij voor
het hele hof zijn achterwerk aan de geschokte
geestelijke. Om het allemaal nog erger te ma-
ken heeft Mozart een heel vreemde lach, die hij
ten gehoor brengt op de meest ongelukkige
momenten. Zelfs de strenge Leopold, zijn va-
der, heeft moeite om hem in het gareel te hou-
den. Hij moet tot zijn teleurstelling ontdekken
dat zijn zoon niet om kan gaan met geld, en
dientengevolge diep in de schulden zit.
Antonio Salieri, de hofcomponist van keizer
Joseph II in Wenen, vormt de absolute tegen-
pool. Hij is een carrière-artiest, iemand die met
hard werken en een sterke christelijke moraal
de top heeft bereikt. Mozart, die zijn succes
dankt aan zijn vader en zijn blijkbaar godgege-
ven talent schokt Salieri. Hoe is het mogelijk
dat God zo’n klein wanstaltig monstertje als

| 38
december 2008 |

zijn instrument kiest om muziek te maken? Waarom heeft Salieri, die zich zijn leven lang zo per-
fect heeft gedragen niet dezelfde goddelijke inspiratie gekregen voor zijn muziek? Het is toch niet
terecht dat hij ondanks verwoede pogingen een middelmatigheid blijft?
Door het gedrag van Mozart valt Salieri van zijn geloof. God is niet barmhartig; hij is een kwel-
geest die om een of andere reden de arme Italiaanse componist voor het blok zet door middel van
dit monstertje uit Salzburg. Salieri zweert dat hij Mozart zal vermoorden. Zo zal hij eindelijk zijn
wraak hebben op God.

De ‘echte’ Mozart
In het enorme geheel van biografische literatuur over Mozart krijgen we een heel ander beeld van
de componist. We zien dat Wolffie, zoals hij liefkozend werd genoemd, in een hechte familie op-
groeide. Op heel vroege leeftijd gaf hij blijk van een enorm talent, dat dan ook door zijn muzikale
vader werd aangemoedigd. Vader Leopold was erg trots op Wolfgang, en wijdde zijn leven aan de
opleiding van zijn zoon. Al snel nam hij hem mee op reizen langs de Europese hoven. Hij trad on-
der andere op in Parijs, Rome en Leipzig.
Leopold gaf zijn zoon een stevige opvoeding, die naar onze standaard zeker als streng opgevat
kan worden, maar het idee dat Leopold zelfs vanuit het graf Mozart terroriseerde is sterk overdre-
ven. In briefuitwisselingen komt juist een heel liefdevolle relatie naar voren. Die opvoeding kon
niet voorkomen dat Mozart zich soms vreemd gedroeg, maar zijn eigenaardigheden waren niet
van zo’n aard dat ze een volledig gebrek aan respect en besef voor de etiquette van het hof bete-

39 |
| HInT

kenden. In elk geval was er nogal wat inzicht voor nodig om jezelf te handhaven aan het hof, en
daarvoor kon hij niet altijd op zijn vader rekenen, omdat deze niet altijd aanwezig was, en uitein-
delijk ook stierf. Het politieke inzicht van Mozart toont zich in zijn lidmaatschap van een Vrijmet-
selaarsloge, zijn keuze voor de juiste toneelstukken als basis voor zijn opera’s. Daarnaast onder-
hield hij met enige tact contacten met concertondernemers, hofcomponisten en andere hovelin-
gen, die zijn werk financierden, door bijvoorbeeld muziekstukken bij hem te bestellen. Als hij zich
ook in deze correspondentie als een kind zou hebben gedragen, zou zijn carrière veel minder suc-
cesvol zijn geweest.
Ook op financieel gebied was Mozart geen onbenul. De geldproblemen van Wolfgang en zijn
gezin hadden een andere oorzaak: opera’s werden niet altijd even goed bezocht, en er was nauwe-
lijks een sociaal vangnet waarop men kon rekenen. Ook bestond er geen copyrightwetgeving
waarmee zelfgemaakt werk beschermd kon worden, en op basis waarvan royalties zouden wor-
den uitbetaald. Tussen aanstellingen en opera’s in viel er dus vaak een financieel gat, en er waren
weinig manieren om dat te dichten.
Met aartsbisschop Colloredo boterde het inderdaad niet goed. Er ontstond grote spanning toen
de componist zich realiseerde dat hij in Salzburg minder zou kunnen bereiken dan hij wilde. Het
mag geen verbazing wekken dat de aartsbisschop een grote interesse had voor kerkmuziek, waar-
voor hij Mozart ook had aangenomen. Hoewel dit niet uitsloot dat ook andere composities toege-
staan waren, wilde Mozart zichzelf verder ontwikkelen. De conflicten mondden overigens nooit uit
in een openbare belediging naar de aartsbisschop zoals in de film gebeurde. Uiteindelijk kreeg
Mozart een aanstelling aan het keizerlijke hof in Wenen, en was hij nog maar zelden te zien in
Salzburg.
Aan het hof van Wenen kwam Mozart in contact met alle belangrijke mensen die zich op dat
moment bezighielden met muziek. Onder hen was Antonio Salieri (1750-1825), de hofcomponist
van Joseph II. In Amadeus wordt Salieri al snel een gezworen vijand van Mozart, maar in werkelijk-
heid zijn er buiten de gebruikelijke hofintriges nooit grote conflicten geweest tussen de twee. Het
lijkt erop dat ze vrij neutraal tegenover elkaar stonden. Geruchten dat Salieri Mozart zou hebben
vermoord zijn dan ook ongegrond.
De doodsoorzaak is altijd een controversieel punt geweest; er zijn vele oorzaken aangewezen,
waaronder hartfalen, bacteriële infecties en wat dies meer zij. Recentelijk heeft de Amsterdamse
oogarts en promovendus musicologie Richard Zegers een nieuwe theorie gepubliceerd: Mozart
zou zijn gestorven door een ‘streptokokinfectie in zijn nieren met als resultaat een fataal oedeem.’
Sluitend is dit geenszins, maar in elk geval is de moord-theorie in diskrediet geraakt.

De Mozart die in de biografieën te zien is verschilt dus sterk van de Amadeus uit de film. Dit komt
niet in de laatste plaats door het feit dat de film gebaseerd is op een theaterstuk, dat een volstrekt
literair werk is. Het is met een ander doel geschreven, namelijk het tonen van de spanning tussen
hardwerkende middelmatigheid en godgegeven genialiteit. De echte Mozart was niet meer of min-
der dan een talentvolle componist die vroegtijdig aan zijn einde kwam. |

| 40
december 2008 |

Film - I Love Dries


Door David Croese
Voor het HInT gaat David Croese altijd op zoek naar een boeiende film. Dit keer geen histo-
risch diepgaand meesterwerk of een met vele Oscars bekroonde cinema, maar een film die
wordt vertoond in Nederlandse Van der Valk-hotels: I Love Dries.

Ja, tuurlijk, I Love Dries. Maar hij is wel een beetje een mietje. Na een succesvol optreden laat hij
zich zonder al teveel gedoe overmeesteren door de dikke, zwetende, frikadellen etende en teveel
sigaretten rokende Freek (Rene de Wit), die hem ontvoert en opsluit in zijn - jawel - woonwagen.
Freeks vrouw Teuntje (Rikkie de Wit) is al net zo weerzinwekkend. Ze ziet er vies uit, eet al-
leen vet voedsel en is zo dik dat ze met krukken moet lopen. Freeks geliefde ballen zijn ooit door
een hooivork doorspiest en hij kan nu geen kinderen meer verwekken. Dat het niveau maar even
duidelijk is. Enfin, de twee willen kinderen en hebben dus zaad nodig. En wie kan daar beter in
voorzien dan hun idool Dries Roelvink? Daar heeft de zonnebankbruine volkszanger natuurlijk
geen zin in. Niet omdat hij er bij stilstaat dat zijn nakroost een weinig hoopvolle toekomst zou
hebben in het tokkie-esque milieu, maar omdat hij niet met zo'n afstotelijke vrouw het bed wil
delen. Het valt hem eigenlijk ook moeilijk te verwijten.

De film wat ordinair, of, zoals de film zichzelf promoot, 'schandalig fout' en 'tenenkrommend leuk'
noemen zou een flink understatement zijn. In de wc van de Freek en Teuntje hangt de stront let-
terlijk aan de muur. Hun mopshond poept ook gewoon in de woonkamer en op de kleding van de
twee viezeriken zijn meer zweet- en vetvlekken te zien dan onbedorven wit. Dat is niet leuk fout,
maar gewoon smerig. Het moet allemaal grappig zijn, maar de gemakkelijke platvloersheid - die
hier gewoon letterlijk van de muur afdruipt - is dat allerminst. De acteerkwaliteiten ontstijgen
bovendien elk mogelijke hyperbool - met als dieptepunt Sugar Lee Hoopers schaamteloze optre-
den - en de film ziet er lelijk uit. De beeldkwaliteit heeft veel weg van een c-film uit de jaren zeven-
tig en montage en camerawerk doen vooral heel willekeurig aan. Natuurlijk, een filmisch hoog-
standje behoort voorafgaand aan het zien van de film niet tot de verwachtingen, maar I Love Dries
slaat alles.
I Love Dries

Dries zelf lijkt in de film overigens meer ver- Regie: Tom Six
veeld en geïrriteerd, dan bang of onder de Acteurs: Dries Roelvink,
indruk van zijn benarde situatie. Zo hebben Rene de Wit, Rikkie de
Wit, Sugar Lee Hooper,
zijn beslommeringen en problemen toch nog
Beter Beense, Chiel Mon-
enig emotioneel raakvlak met die van de tagne, Grad Damen
kijker, want deze tachtig minuten zijn aller- Genre: Komedie
minst gemakkelijk door te komen. | Tijdsduur: 80 minuten

41 |
| HInT

| 42
december 2008 |

Jaargetal - 1920
Door Mike van de Weijer

In de rubriek Jaargetal bespreekt Mike van de Weijer een bepaald jaar uit de geschiedenis.
Aan de hand van een jaargetal dat hij ergens vindt neemt hij je mee naar vervlogen tijden.
Dit maal de tijd na de Eerste Wereldoorlog; het jaar 1920 door de bril van Mike.

Het was voorbij. Het grote leed was over en Europa en de wereld kregen een nieuwe indeling, met
de daarbijbehorende eeuwige vrede. Een illusie armer en soms een wingewest of onderscheiding
rijker kon iedereen weer naar huis. “Zum Frühstück auf nach Berlin” en “Jerusalem by Christmas”
waren niet haalbaar gebleken en iedereen had door dat oorlog eindelijk niet meer leuk was. De
toekomst die voor de mensheid stond was hoopvol, in 1919.

Er was zelfs een soort van orgaan gekomen dat de wereld tegen zichzelf zou beschermen en de
vrede zou bewaren, want zo'n oorlog, met al dat prikkeldraad en die modder, of lange tochten
door het duistere Duits Afrika, waar je uiteindelijk aankwam mét gangreen maar zonder dragers
of gezonde longen, daar had niemand meer zin in. Een grote wereldorganisatie, waar vanzelfspre-
kend landen die niets hadden met vrede, stabiliteit en interventionisme geen lid van hoefden te
zijn. En als je het niet meer leuk vond kon iedereen, net als op een saai feestje, zijn biezen pakken
en naar huis (of Ethiopië of Noord-China) gaan.

Maar, aan de andere kant ging het ook steeds beter met de mensen zelf, die langzaamaan daadwer-
kelijk als zodanig beschouwd gingen worden. Vrouwen en arbeiders met kiesrecht, het moest niet
veel gekker worden. Wat zou het volgende rare idee zijn? Een auto bij elk huis? Een bioscoop in
een klein kastje in de huiskamer? Alles was mogelijk en de spreekwoordelijke sky was de al even
spreekwoordelijke limit.

Ja, de toekomst zag er in 1920 verdomde mooi uit. |

43 |
| HInT

Christian Dior
De grondlegger van het huidige schoonheidsideaal
Door Bob van Dijk en Arlette van Lint

Kerstmis, een tijd van warmte, naastenliefde, lekker eten en cadeautjes onder de kerst-
boom. Maar ook een tijd van gala’s, extravagante feesten en schoonheid. Iedereen ziet er
fantastisch uit. De mooiste jurken, schoenen, tassen en sieraden worden uit de kast ge-
haald. Verder zorgen een goed kapsel en mooie make-up voor de finishing touch. Kerstmis
is bij uitstek een feest waarbij glamour en schoonheid naar voren komen. Wat wij onder
schoonheid verstaan is echter niet altijd het schoonheidsideaal geweest. In het verleden
bestonden er namelijk hele andere opvattingen over schoonheid.

Rondborstig en zwaarlijvig
Uit de tijd dat voeding schaars was en overleving centraal stond in het leven, stamt de eerste ver-
wijzing naar een schoonheidsideaal. Het gaat hier om de zogenaamde ‘Venus van Willendorf’ dat
in 1908 door de Oostenrijkse archeoloog Josef Szombathy bij het Oostenrijkse dorpje Willendorf
in der Wachau gevonden is. Het beeldje is naar schatting ongeveer 25.000 jaar oud en geeft een
beeld van de vrouw als zwaarlijvige, rondborstige verschijning. Dit ideaalbeeld van een vrouw is
gebaseerd op het verlangen naar een overdaad aan voedsel in een tijd waarin de mens erg zijn
best moest doen om te kunnen overleven. In de antieke wereld, wanneer er een tijd aanbreekt dat
een bepaalde groep mensen zich een zeer luxe leventje kunnen veroorloven in vergelijking met
anderen, werd schoonheid een element waarmee de elite zich van het gewone volk kon onder-
scheiden. Het gewone volk
droomde van de weelde
van de rijken en droomde
ervan zich vol te kunnen
stoppen wanneer ze dit
maar wilde. Binnen de
elite kwam hierdoor bij
het vrouwelijke schoon-
heidsideaal de nadruk
juist op het slanke lichaam
te liggen om zich zo te
onderscheiden van het
gewone volk. Ook in de
middeleeuwen kan deze
scheiding van idealen
Venus van Willendorf Susanna van Rubens geconstateerd worden
| 44
december 2008 |

tussen de hogere klassen in de samenleving en de minder bedeelden. Kort komt er een einde aan
de scheiding tussen vrouwelijke schoonheidsidealen in de renaissance- en later de barokperiode.
Een lichte zwaarlijvigheid vormt dan het algemene schoonheidsideaal in de Westerse samenle-
ving, te zien op schilderijen zoals die van Rubens. In de Victoriaanse tijd (tweede helft van de ne-
gentiende eeuw) ontstaat er echter weer een verschil maar wordt het motief voor dit verschil
echter anders. De elitaire vrouw wil nu met haar slanke lichaam aantonen dat ze haar driften,
zoals veel eten, kan onderdrukken en daarmee zich op beschavingsniveau kan onderscheiden van
anderen.

Een naoorlogs keerpunt in de mode-industrie


De periode van de Tweede Wereldoorlog werd gekenmerkt door
sobere kleding voor vrouwen, die vaak wat weg had van een burger-
lijke versie van een militair uniform. Na de Tweede Wereldoorlog
verlangden de vrouwen dan ook naar vrolijke, vrouwelijke kleding.
Een ontwerper die hier handig gebruik van maakte was Christian
Dior. In 1947 kwam hij met zijn eerste collectie die ook wel de ‘New
Look’ genoemd wordt. Een collectie, die een keerpunt op het gebied
van mode en vrouwelijke schoonheid zou betekenen. Zijn collectie
had niks weg van de losse, sobere kleding uit de oorlogsperiode. In
plaats daarvan liet hij zich inspireren door de periode van de Belle
Époque. Letterlijk betekent dit het ‘mooie tijdperk’ en hiermee wordt
de periode tussen 1890 en 1914 uit de Franse geschiedenis bedoeld.
Na de vreselijke gebeurtenissen van de Eerste Wereldoorlog werd
nostalgisch naar deze periode teruggekeken. Dit deed Christian Dior
ook. Hij liet zich vooral inspireren door de korsetten uit die tijd. Deze korsetten waren van voren
recht en hadden van achteren een kromming, waardoor het bovenlichaam van de vrouw naar
voren geduwd werd en de billen juist naar achteren. Deze korsetten werden dan ook gedragen
onder het motto “wie mooi wil zijn, moet pijn lijden,” want ze waren zeer oncomfortabel. De kor-
setten lieten de elegantie van de vrouw wel mooi uitkomen. Ze kreeg namelijk een andere houding
waarbij ze rechtop stond en de borsten en billen geaccentueerd werden. Deze elegante houding
van de vrouw werd versterkt door het creëren van de goede accessoires. Zo ging Christian Dior
samenwerken met Roger Vivier, die de eerste stilettohak op de markt bracht. Deze dunne hoge
hakken accentueerden de lengte en de rechte houding van de vrouw. Bovendien werden de voeten
en enkels op deze manier een stuk mooier en eleganter gemaakt.

Vandaag de dag worden er ‘gelukkig’ nog maar weinig korsetten gedragen, maar bijna iedere
vrouw heeft wel een paar hoge hakken in de kast staan. En als je een modeblad openslaat komt
toch die slanke elegante vrouw weer als schoonheidsideaal naar voren. En zeg nou zelf, een ele-
gante slanke vrouw in een mooie jurk en op hoge hakken doet het toch nog altijd goed op gala´s en
extravagante feesten tijdens de aankomende feestdagen? |

45 |
| HInT

De Cleijne Geschiedenis
Door Erik Cleijne
Er zijn twee zaken waar Sinterklaas en de Kerstman het over eens zijn. Kindertjes moeten braaf
zijn, anders gebeurt er wat. Bij Sinterklaas is het snel duidelijk wat. Een stel potige slaven stopt je
hardhandig in een juten zak en sleept je ongehoorzame kanis zo naar Spanje. Dat zal ze léren! En,
beide zijn niet te zuinig als het gaat om het uitdelen van veel cadeautjes. Ze zijn ook de flauwste
niet, want ik kan me niet herinneren ooit braaf te zijn geweest. Maar toch, een beetje kinderen
bang maken. Ze zouden zich allebei moeten schamen.

Ik geloof dan ook niet meer in Sinterklaas, maar pluk er nog wel de vruchten van. Ik ben op jonge
leeftijd echter nooit in aanraking gekomen met de Kerstman, dus ben ik zo vrij geweest om de
deur tot mijn geloof in de joligerd open te houden. Het heeft wel iets fijns, zo, oprecht geloven in
een goedige rondaard die zijn rendieren door de lucht slaat en met presentjes strooit. De
Kerstman verspreidt vreugde en vertrouwen en harmonie en liefde. En in hun drang om braaf te
zijn, spelen kindertjes over de hele wereld mooi weer. Ik weet niet precies wat de Kerstman voor
represailles achter de hand heeft als ze zich niet aan braafheidsregels houden. Wat nu als ik niet
braaf ben? Ik was als de dood voor Spanje, maar er is wel één en ander veranderd sindsdien. Dat
merkte die vetklep afgelopen zomer maar al te goed.

Met z’n baard. Ik zat nietsvermoedend met een paar vrienden lekker in de tuin van de zon te ge-
nieten, toen de telefoon ging. Het schermpje zei: ‘Kerstman.’ Ik was ondeugend geweest en hij zou
mij eens komen laten voelen wat dat betekende. Ik hing verbaasd op, en wachtte op wat komen
ging. Na een uur of wat groeide er een puist op het dak. De schaduw verraadde zijn positie, maar
ineens was ik omsingeld door allemaal herten. Geen nood, daar wist ik ook wel raad mee.

De Kerstman waagde zijn straffe sprong, maar ik ontweek, greep hem bij zijn benen en zwierde
zijn corpulentie dwars door zijn helpers heen, die verschrikt wegrenden en op de provinciale weg
aan flarden werden gereden door de Partij voor de Dieren-bus. Die lui hadden ook nog een ap-
peltje te schillen met die rode cumulatie suikergoed. Ik was ze echter allang voor.

Er was genoeg voor iedereen. Met zijn gezicht brandend in de hete kolen en zijn ogen vast-
geschroeid aan het rooster, begon ik de Kerstman op te delen. Ik maakte eerst een incisie bij zijn
nek en trok zijn huid plus al het vet van zijn lichaam, waarmee ik me nu warm houdt als het buiten
koud en guur is. Mijn vrienden, met rommelige maag, begonnen zich te roeren toen ik zijn grote
rugspier losmaakte van het bot. Ik gooide het in de gretig graaiende groep hongerige maten. Bij de
bil aangekomen had ik genoeg van die omslachtigheid. We stortten ons op het kadaver en scheur-
den de Kerstman volledig uiteen. Dat zal hém leren! |

| 46
Volgende keer in HInT…
Carnaval: geliefd en ge-
haat! Voor de volgende
editie gaat HInT onder-
zoeken hoe carnaval be-
leefd wordt en hoe het
door gemiddelde Nij-
meegse geschiedenisstu-
dent wordt ervaren.

Een aantal weken geleden verscheen het Vanaf het volgende HInT doen enkele
boek Voetbal in een vuile oorlog, behan- Nijmeegse geschiedenisstudenten ver-
delt de relatie tussen voetbal en politiek. slag van hun belevenissen ergens ver
HInT schrijft er over! buiten Nijmegen.

In het kader van het con-


gres schrijft HInT in fe-
bruari weer over Europa.
Hoe ‘goed’ is Europa nu
eigenlijk voor de gemid-
delde Nederlander? HInT
geeft antwoord op dit
soort vragen.

hintredactie@gmail.com
© GSV Excalibur Nijmegen 2008
| HInT

ADVERTENTIE LUSTRUM

| 48

You might also like