Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Ontbindingsangst Misschien, beste wetenschap, heeft u ook last van ontbindingsangst.

Misschien bent u ook bang dat u uiteindelijk volledig verloren zal gaan. Dat uw theorien zullen uiteenvallen, dat uw bewijzen zullen vervagen, dat al uw waarnemingen zullen vergeten worden. Dat u onopgemerkt en onbeduidend zal uitdoven, ergens, in een ver verwijderd hoekje voorbij het waarneembare heelal. Misschien verzamelt u nu al angstvallig de stellingen die uit een oog werden verloren of die door vingers zijn geglipt. U ziet uw huis straks al vol bokalen staan, in de keuken potjes voor de passaatwinden en de stelling van Lagrange, in de woonkamer plaats voor een Drosophila Melanogaster, in de hoek van de badkamer nog wat quantumtheorie. De geur van sterk water zal in uw behang kruipen, maar ach, alles is beter dan verrotting. Want u hoopt dat later, als alles wat u was al lang vergeten is, toch nog een man (of een vrouw, dat mag ook) uw etiketten zal lezen, het stof zal wegvegen en zal beseffen dat er een onnoemelijke grootsheid in uw lang bewaarde, naar formaldehyde stinkende resten schuilt. Misschien, beste wetenschap, dat we daar allemaal wel bang voor zijn. Niet om dood te gaan, maar om dood te blijven; om onomkeerbaar weg te rotten, en roerloos, roemloos, uiteenvallend en volledig vergeten dood te blijven. Misschien heet dat onvermijdelijk. Maar zelfs voor onvermijdelijkheid heeft de overheid een formulier. 'U richt daarvoor een eigenhandig geschreven en door u ondertekende verklaring aan een universitaire instelling naar keuze.' Soms, beste wetenschap, kan het leven simpel zijn. Geachte vrije universiteit Brussel, Ja, ik schenk u mijn lichaam, gebruik het maar, u mag het hebben. Versnijd het, zaag het in stukjes, verscheur mijn vel en verknip mijn pezen, leg mijn handen in uw vriezer, mijn longen in uw kast. Ik ben niet bang van uw messen en uw hamers, van uw zagen en uw scharen -ik ben bang van diepe, donkere putten, van vochtige, koude aarde, van wormen en van de vergetelheid die samen met de regen langzaam sijpelt in de grond. Weten dat mijn lijf bleek en in stukken gehakt over het hele miezerige land verdeeld zou zijn, een oog daar, een buis van Eustachius ginder, is beter dan weten dat het traag en stinkend verdwijnt onder de grond. Met vriendelijke groeten Hannah Pinson.

Ontbindingsangst

Niet dat mijn kleine lijf zo heel veel waard is. Mijn lichaam, beste wetenschap, is maar n van de zeven maal duizend maal duizend maal duizend andere mensenlijven, niet meer dan een ordinaire verzameling quarks, een doordeweekse opeenstapeling van atomen. Toch zou ik nog de tijd willen nemen om uw allerbeste onderzoekers rond mijn ledematen te verzamelen. Tijd heb ik, hopelijk, nog genoeg. Tenslotte laat ik bij leven ook niet om het even wie aan mijn lijf prutsen (of dat zou toch, zo denk ik vaak, de regel moeten zijn). Ik zou die mannen en vrouwen in hun witte jassen weghalen uit hun universitaire labo's en met hen koffie drinken die niet uit van die ellendige universitaire automaten komt, en we zouden lange gesprekken kunnen voeren over de toekomst van mijn alvleesklier. En dan zou, ergens in een helder koffiehuis in de stad, eindelijke duidelijk worden, beste wetenschap, wat de wereld al lang had moeten weten: er schuilt stiekem ook een onnoemelijke grootsheid in mijn lijf. U zal het zien, mijn gebalsemde lichaam zal het begin zijn van iets meesterlijk, mijn ogen op sterk water het begin van iets ongezien. Mijn zorgvuldig geprepareerde zenuwbanen zullen leiden tot iets groots, iets reusachtig, iets werkelijk revolutionair. Een pilletje tegen aids. Een spuitje tegen amyotrofe laterale sclerose. Een zalfje tegen kanker. Vooral een zalfje tegen kanker. En dan zullen al mijn lichaamsdelen, zo schitterend versneden en bewerkt, geliefkoosd worden door professoren, bemind door assistenten, zelfs gekoesterd worden door iedere student. Heerlijke post mortume beroemdheid (een beetje zoals bij Van Gogh, alleen wil ik geen stukken van mijn lijf kwijt nog voor ik dood ben). Misschien dat u ook soms kerstmis viert, beste wetenschap. U weet misschien hoe dat gaat dan er liggen glinsters op de tafel en tussen de borden in het midden staan theelichtjes op kleine zilveren herten, je moet veel praten, wijn drinken, en roze moleculaire bietenrotsjes kauwen. De boom is al de helft van zijn naalden kwijt, maar dat geeft eigenlijk niet, binnenkort ligt hij toch op de komposthoop. Er staat muziek op, muziek die vroeger eindeloos speelde tijdens lange autoritten, naar Itali en naar Noorwegen, muziek uit de tijd van mijn ouders die ik, ten einde raad, dan ook maar graag begon te horen. Iedereen vertelt. Zelfs mijn broer heeft een zeldzaam moment van spraakzaamheid. Hij laat rustig de amaretto cirkeltjes draaien in zijn glas en vertelt over zijn nieuwe anatomieboek, hij gaat nu niet meer naar de les, zegt hij, hij ziet de spieren en pezen en aders veel beter in zijn boek dan op die vuile, donkere, halfvergane lijken, zegt hij, en hij neemt een slok. Ik vraag hem waar die lichamen dan vandaan komen en hoezo, halfvergaan, en hij antwoordt dat eerdere studenten al jarenlang hun onvakkundige messen hebben botgevierd op het merendeel aan Ontbindingsangst

lichaamsweefsel. Er blijft nauwelijks nog iets herkenbaars over, zegt hij, een paar flarden, wat verbruinde zenuwbanen, zelfs de prof klaagt dat er een verse lading nodig is. Ah, zeg ik. Ik zwijg even en zeg dan: maar wie geeft nu ook zijn lichaam weg voor onderzoek. Mijn broer haalt zijn schouders op. Misschien, zegt hij, zijn er mensen die denken dat er dan grootse dingen mee gebeuren.

Ontbindingsangst

You might also like