Basisstudieboekhouden 7e Druk

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 187

2009 | Noordhoff Uitgevers

Inhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 Inventarislijst en (begin)balans Financile feiten en grootboek Journaal Hulprekeningen van de rekening Eigen vermogen Kolommenbalans Omzetbelasting Inkoop- en verkoopretouren Voorafgaande journaalposten Dagboeken Subgrootboeken Het rekeningstelsel Eigen vermogen en eenmanszaak Eigen vermogen en personenvennootschappen Eigen vermogen en naamloze of besloten vennootschap Vreemd vermogen Financile structuur van de onderneming Administratie van handelsgoederen Administratie van kosten en opbrengsten Kostenverbijzonderingsmethoden Handelsondernemingen Industrile ondernemingen met massaproductie Industrile ondernemingen met stukproductie Doel, grondbeginselen en regelgeving externe jaarrekening Externe jaarrekening: balans Externe jaarrekening: winst-en-verliesrekening Externe jaarrekening: toelichting Kerncijfers en kengetallen

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 1

2009 | Noordhoff Uitgevers

1
1.01

Inventarislijst en (begin)balans

Een inventarislijst is een opsomming in hoeveelheden van alle bezittingen en schulden per een bepaald moment.
1.02

Het verschil tussen de waarde van de bezittingen en het bedrag van de schulden bij een startende onderneming wordt het eigen vermogen genoemd.
1.03

Vraag a Een balans is een overzicht waarop de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen per een bepaald moment zijn vermeld. NB: Eigen vermogen = totaalbedrag van de bezittingen minus totaalbedrag van de schulden. Vraag b Beginbalans: balans per het begin van een periode.
1.04 Debetzijde Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank Balans per 1 januari 12.500 Eigen vermogen 21.950 Crediteuren 4.950 3.580 15.400 ----------------- 58.380 =========== Creditzijde 48.580 9.800

----------------- 58.380 ===========

NB: De balans wordt veelal gepresenteerd (weergegeven) in scontrovorm.


1.05 Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 1 januari 220.000 Eigen vermogen 49.000 7%-Hypothecaire lening 64.800 Bank 9.900 Crediteuren 12.100 ----------------- 355.800 =========== Creditzijde 131.800 170.000 16.500 37.500

----------------- 355.800 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 2

2009 | Noordhoff Uitgevers

2
2.01

Financile feiten en grootboek

Financieel feit 2 januari Gevolgen: De bezitting kasgeld neemt af met 2.500 en het eigen vermogen neemt af met 2.500.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 2 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 105.000 Bank 43.750 Crediteuren 5.000 ----------------- 528.750 =========== Creditzijde 210.000 225.000 27.500 66.250

----------------- 528.750 ===========

Financieel feit 8 januari Gevolgen: De bezitting handelsvorderingen neemt toe met 77.500, de bezitting goederenvoorraad neemt af met 62.500 en het eigen vermogen neemt toe met 15.000.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 8 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 42.500 Bank 121.250 Crediteuren 5.000 ----------------- 543.750 =========== Creditzijde 225.000 225.000 27.500 66.250

----------------- 543.750 ===========

Financieel feit 13 januari Gevolgen: De bezitting kasgeld neemt af met 1.500 en het eigen vermogen neemt af met 1.500.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 13 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 42.500 Bank 121.250 Crediteuren 3.500 ----------------- 542.250 =========== Creditzijde 223.500 225.000 27.500 66.250

----------------- 542.250 ===========

Financieel feit 17 januari Gevolgen: De schuld in rekening-courant aan de bank neemt toe met 38.200 en de schuld aan leveranciers neemt af met 38.200.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 17 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 42.500 Bank 121.250 Crediteuren 3.500 ----------------- 542.250 =========== Creditzijde 223.500 225.000 65.700 28.050

----------------- 542.250 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 3

2009 | Noordhoff Uitgevers

Financieel feit 24 januari Gevolgen: De bezitting goederenvoorraad neemt toe met 51.900 en de schuld aan leveranciers neemt toe met 51.900.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 24 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 94.400 Bank 121.250 Crediteuren 3.500 ----------------- 594.150 =========== Creditzijde 223.500 225.000 65.700 79.950

----------------- 594.150 ===========

Financieel feit 28 januari Gevolgen: De bezitting handelsvorderingen neemt af met 39.400 en de schuld in rekening-courant aan de bank neemt af met 39.400.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 28 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 94.400 Bank 81.850 Crediteuren 3.500 ----------------- 554.750 =========== Creditzijde 223.500 225.000 26.300 79.950

----------------- 554.750 ===========

Financieel feit 30 januari Gevolgen: De schuld in rekening-courant aan de bank neemt toe met 1.500 en het eigen vermogen neemt af met 1.500.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 30 januari 300.000 Eigen vermogen 75.000 8%-Hypothecaire lening 94.400 Bank 81.850 Crediteuren 3.500 ----------------- 554.750 =========== Creditzijde 222.000 225.000 27.800 79.950

----------------- 554.750 ===========

Financieel feit 31 januari Gevolgen: De bezitting gebouw neemt af met 1.000, de bezitting inventaris neemt af met 2.000 en het eigen vermogen neemt af met 3.000.
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 31 januari (eindbalans) 299.000 Eigen vermogen 73.000 8%-Hypothecaire lening 94.400 Bank 81.850 Crediteuren 3.500 ----------------- 551.750 =========== Creditzijde 219.000 225.000 27.800 79.950

----------------- 551.750 ===========

NB: De eindbalans (de balans per 31 januari) is totstandgekomen door na elk financieel feit een nieuwe balans op te stellen.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 4

2009 | Noordhoff Uitgevers

2.02

Onderverdeling financile feiten: Financile feiten die gn wijziging in het eigen vermogen veroorzaken. Financile feiten die wl een wijziging in het eigen vermogen veroorzaken: Het eigen vermogen wijzigt in verband met de bedrijfsuitoefening. Het eigen vermogen wijzigt in verband met privopnamen (of privstortingen).
2.03

Vraag a Een grootboek is een verzameling (grootboek)rekeningen waarop het eigen vermogen naar grootte en samenstelling wordt geadministreerd. Vraag b
Debetzijde Datum Omschrijving Rekeningnaam Bedrag Datum Omschrijving Creditzijde Bedrag

NB: De weergegeven vorm is de zogenoemde scontrovorm. Andere vormen zijn de gewijzigde scontrovorm en de horizontale staffelvorm. Vraag c De bezittingen worden geadministreerd op rekeningen van bezit, de schulden op rekeningen van schuld en het eigen vermogen op de rekening van eigen vermogen.
2.04

Vraag a Een rekening van bezit wordt debet geopend met het bedrag waarmee de desbetreffende bezitting aan het begin van de periode debet op de balans voorkomt. Een rekening van schuld wordt credit geopend met het bedrag waarmee de desbetreffende schuld aan het begin van de periode credit op de balans voorkomt. De rekening van eigen vermogen wordt credit geopend met het bedrag aan eigen vermogen zoals dat aan het begin van de periode credit op de balans voorkomt. NB: Datum: de datum van de beginbalans Omschrijving: van Balans. Vraag b Direct na de opening van het grootboek geldt: het totaal van de bedragen die voorkomen op de debetzijde van de rekeningen = het totaal van de bedragen die voorkomen op de creditzijde van de rekeningen.
2.05

De regels voor het bijwerken van de rekeningen in het grootboek zijn als volgt: Een rekening van bezit wordt gedebiteerd bij toename en gecrediteerd bij afname van de desbetreffende bezitting. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij afname van de desbetreffende schuld. De rekening van eigen vermogen wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij afname van het eigen vermogen.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 5

2009 | Noordhoff Uitgevers

2.06 1 1 jan 2 1 jan van Balans Gebouw 300.000 31 jan Afschrijving Inventaris 75.000 31 jan Afschrijving Voorraad goederen 105.000 8 jan Verkoop 51.900 Debiteuren 43.750 28 jan Per bank 77.500 Kas 7.500 2 jan Huur 13 jan Priv-opname Eigen vermogen 2.500 1 jan van Balans 1.500 8 jan Brutoverkoopresultaat 1.500 3.000 8%-Hypothecaire lening 1 jan van Balans Bank 39.400 1 jan van Balans 17 jan Leverancier 30 jan Hypotheekinterest Crediteuren 38.200 1 jan van Balans 24 jan Inkoop 1 1.000 2 2.000 3 62.500

van Balans

3 1 jan van Balans 24 jan Inkoop 4 1 jan 8 jan 5 1 jan

van Balans Verkoop

4 39.400

van Balans

5 2.500 1.500 6 212.500 15.000

6 2 jan 13 jan 30 jan 31 jan 7

Huur Priv-opname Hypotheekinterest Afschrijving

7 225.000 8 27.500 38.200 1.500 9 66.250 51.900

8 28 jan Afnemer

9 17 jan Per bank

2.07

Vraag a
Grootboekrekening Nr. Naam 1 Gebouw 2 Inventaris 3 Voorraad goederen 4 Debiteuren 5 Kas 6 Eigen vermogen 7 8%-Hypothecaire lening 8 Bank 9 Crediteuren Proefbalans Debet 300.000 - 75.000 - 156.900 - 121.250 7.500 8.500 - 39.400 - 38.200 --------------- 746.750 ========= Credit 1.000 2.000 - 62.500 - 39.400 4.000 - 227.500 - 225.000 - 67.200 - 118.150 --------------- 746.750 ========= Saldibalans Debet 299.000 - 73.000 - 94.400 - 81.850 3.500 Credit

--------------- 551.750 =========

219.000 - 225.000 - 27.800 - 79.950 --------------- 551.750 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 6

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 31 januari 299.000 Eigen vermogen 73.000 8%-Hypothecaire lening 94.400 Bank 81.850 Crediteuren 3.500 ----------------- 551.750 =========== Creditzijde 219.000 225.000 27.800 79.950

----------------- 551.750 ===========

2.08

Beginbalans Financile feiten Grootboek Proef- en saldibalans Eindbalans

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 7

2009 | Noordhoff Uitgevers

3
3.01

Journaal

Vraag a Notatie die weergeeft welke rekeningen in het grootboek naar aanleiding van een financieel feit moeten worden gedebiteerd en gecrediteerd, en voor welke bedragen dit moet gebeuren. Vraag b Hiermee wordt bereikt dat de totalen van de proefbalans afgestemd kunnen worden met de totalen van het journaal.
3.02

Vraag a
Journaal mei Datum 1 mei 2 mei aan 9 mei aan aan 11 mei aan 19 mei aan 26 mei aan 28 mei aan 30 mei aan 31 mei aan aan Omschrijving Balanstellingen Eigen vermogen Kas Debiteuren Voorraad goederen Eigen vermogen Eigen vermogen Kas Crediteuren Bank Voorraad goederen Crediteuren Bank Debiteuren Eigen vermogen Bank Eigen vermogen Gebouw Inventaris Bedrag Debet Credit 637.500 637.500 3.000 3.000 94.000 75.000 19.000 1.800 1.800 45.600 45.600 62.200 62.200 47.400 47.400 1.800 1.800 4.000 1.500 2.500 ------------------------------------ 897.300 897.300 ============ ===========

Totalen

Vraag b
1 1 mei van Balans 2 1 mei van Balans 3 1 mei van Balans 26 mei Inkoop 4 1 mei van Balans 9 mei Verkoop Gebouw 360.000 31 mei Afschrijving Inventaris 90.000 31 mei Afschrijving Voorraad goederen 126.000 9 mei Verkoop 62.200 Debiteuren 52.500 28 mei Per bank 94.000 1 1.500 2 2.500 3 75.000

4 47.400

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 8

2009 | Noordhoff Uitgevers

5 1 mei van Balans

Kas 9.000 2 mei Huur 11 mei Priv-opname Eigen vermogen 3.000 mei van Balans 1.800 9 mei Brutoverkoopresultaat 1.800 4.000 8%-Hypothecaire lening 1 mei van Balans Bank 47.400 1 mei van Balans 19 mei Leverancier 30 mei Hypotheekinterest Crediteuren 45.600 1 mei van Balans 26 mei Inkoop

5 3.000 1.800 6 255.000 19.000

6 2 mei 11 mei 30 mei 31 mei 7

Huur Priv-opname Hypotheekinterest Afschrijving

7 270.000 8 33.000 45.600 1.800 9 79.500 62.200

8 28 mei Afnemer

9 19 mei Per bank

Vraag c
Grootboekrekening Nr. Naam 1 Gebouw 2 Inventaris 3 Voorraad goederen 4 Debiteuren 5 Kas 6 Eigen vermogen 7 8%-Hypothecaire lening 8 Bank 9 Crediteuren Proefbalans Debet 360.000 - 90.000 - 188.200 - 146.500 9.000 - 10.600 - 47.400 - 45.600 --------------- 897.300 ========= Credit 1.500 2.500 - 75.000 - 47.400 4.800 - 274.000 - 270.000 - 80.400 - 141.700 --------------- 897.300 ========= Saldibalans Debet 358.500 - 87.500 - 113.200 - 99.100 4.200 Credit

--------------- 662.500 =========

263.400 - 270.000 - 33.000 - 96.100 --------------- 662.500 =========

Vraag d
Debetzijde Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Balans per 31 mei 358.500 Eigen vermogen 87.500 8%-Hypothecaire lening 113.200 Bank 99.100 Crediteuren 4.200 ----------------- 662.500 =========== Creditzijde 263.400 270.000 33.000 96.100

----------------- 662.500 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 9

2009 | Noordhoff Uitgevers

3.03

NB: De eindbalans van periode t is tevens de beginbalans van periode t + 1.


3.04

Het eigen vermogen is toegenomen met 8.400. De specificatie van deze toename is als volgt: Brutoverkoopresultaat Huurkosten 3.000 Interestkosten 1.800 Afschrijvingskosten 4.000 ----------------Bedrijfskosten Saldo winst Priv-opnamen Toename van het eigen vermogen

19.000

8.800 ---------------- 10.200 1.800 ---------------- 8.400

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 10

2009 | Noordhoff Uitgevers

4
4.01

Hulprekeningen van de rekening Eigen vermogen

Vraag a1 Het aantal hangt samen met de mate waarin men de mutaties in het eigen vermogen (als gevolg van de bedrijfsuitoefening) wil specificeren. Vraag a2 Voorbeelden zijn: Brutoverkoopresultaat Huurkosten Interestkosten Afschrijvingskosten Loonkosten Onderhoudskosten Vraag b De rekening Priv.
4.02

Vraag a Op de beginbalans komen voor de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen per het begin van de periode. Hulprekeningen (van de rekening Eigen vermogen) komen niet voor op de beginbalans. Vraag b De regels zijn als volgt: Een rekening van bezit wordt gedebiteerd bij toename en gecrediteerd bij afname van de desbetreffende bezitting. Een rekening van schuld wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij afname van de desbetreffende schuld. Een hulprekening van de rekening eigen vermogen wordt gecrediteerd bij toename en gedebiteerd bij afname van het eigen vermogen.
4.03

Vraag a
Journaal oktober Datum 1 okt 2 okt aan 5 okt aan 8 okt aan 11 okt aan 15 okt aan aan 16 okt aan 19 okt aan Omschrijving Balanstellingen Huurkosten Bank 6%-Lening oom Overige bedrijfskosten Bank Crediteuren Bank Voorraad goederen Crediteuren Kas Voorraad goederen Brutoverkoopresultaat Bank Kas Overige bedrijfskosten Kas Bedrag Debet 263.800 5.200 5.000 400 9.500 93.300 63.600 60.000 500 500 60.000 47.100 16.500 93.300 9.500 5.400 Credit 263.800 5.200

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 11

2009 | Noordhoff Uitgevers

20 okt 25 okt 28 okt 31 okt 31 okt

Crediteuren aan Bank Priv aan Kas Loonkosten aan Kas Kas aan Voorraad goederen aan Brutoverkoopresultaat Afschrijvingskosten aan Inventaris Totalen

46.800 1.500 800 72.400 2.200 2.200 ------------------ 625.000 =========== 52.600 19.800 800 1.500 46.800

------------------ 625.000 ===========

Vraag b
1 1 okt van Balans Inventaris 83.200 31 okt Afschrijving Voorraad goederen 146.700 15 okt Verkoop 93.300 31 okt Verkoop Kas 3.100 16 okt 63.600 19 okt 72.400 25 okt 28 okt Bank 30.800 2 okt 60.000 5 okt 8 okt 20 okt 1 2.200 2 47.100 52.600 3 60.000 500 1.500 800 4 5.200 5.400 9.500 46.800 5 122.500 6 85.000 7 56.300 93.300 8

2 1 okt van Balans 11 okt Inkoop 3 1 okt van Balans 15 okt Verkoop 31 okt Verkoop

Bankstorting Reclamefolders Priv-opname Lonen

4 1 okt van Balans 16 okt Kasstorting

Huur Aflossing / Interest Leverancier Leverancier

Eigen vermogen 1 okt van Balans 6%-Lening oom 5.000 1 okt van Balans Crediteuren 9.500 1 okt van Balans 46.800 11 okt Inkoop Priv 1.500 Brutoverkoopresultaat 15 okt Verkoop 31 okt Verkoop Loonkosten 800 Afschrijvingskosten 2.200

6 5 okt

Aflossing

7 8 okt Per bank 20 okt Per bank 8 25 okt Priv-opname 9

9 16.500 19.800 10

10 28 okt Per kas 11 31 okt Afschrijving

11

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 12

2009 | Noordhoff Uitgevers

12 2 okt

Per bank

Huurkosten 5.200 Overige bedrijfskosten 400 500

12

13 5 okt Interest 19 okt Reclamefolders 4.04

13

Vraag a Het saldo aan het einde van de periode geeft het in de periode behaalde brutoverkoopresultaat aan. Dit brutoverkoopresultaat stelt het verschil voor van: opbrengst van de verkochte goederen inkoopprijs van de verkochte goederen. Vraag b Als men de behaalde omzet niet weet, is het niet mogelijk het brutoverkoopresultaat van een periode uit te drukken in een percentage van de omzet. Het brutoverkoopresultaat zegt weinig over de omzet waaruit dat brutoverkoopresultaat is ontstaan. Omzet en omzetontwikkeling zijn voor de ondernemingsleiding belangrijke gegevens. Vraag c De rekening Brutoverkoopresultaat wordt (meestal) vervangen door de rekeningen: Omzet Inkoopwaarde van de omzet. NB: De rekening Omzet wordt ook wel genoemd Opbrengst verkopen en de rekening Inkoopwaarde van de omzet, Inkoopprijs verkopen. Vraag d In de journaalposten: Debiteuren / Kas aan Omzet aan
4.05

Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen

Vraag a
Journaal juni Datum 1 juni 1 juni aan aan 5 juni aan aan 10 juni aan 13 juni aan 14 juni aan 16 juni aan Omschrijving Balanstellingen Bedrijfsgebouw 8%-Hypothecaire lening Bank Debiteuren Omzet nieuw kantoormeubilair Inkoopwaarde omzet nieuw kantoormeubilair Nieuw kantoormeubilair Kas Debiteuren Gebruikt kantoormeubilair Kas Overige bedrijfskosten Kas Crediteuren Bank Bedrag Debet Credit 377.200 377.200 350.000 300.000 50.000 73.500 73.500 50.300 50.300 33.600 33.600 35.000 35.000 700 700 62.400 62.400 Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 13

2009 | Noordhoff Uitgevers

18 juni

18 juni 20 juni 25 juni 27 juni 29 juni 29 juni 30 juni

Kas aan Omzet gebruikt kantoormeubilair Inkoopwaarde omzet gebruikt kantoormeubilair aan Gebruikt kantoormeubilair Bank aan Kas Nieuw kantoormeubilair aan Crediteuren Loonkosten aan Bank Priv aan Nieuw kantoormeubilair Interestkosten aan Bank Overige bedrijfskosten aan Kas Afschrijvingskosten aan Inventaris aan Bedrijfsgebouw Totalen

39.300 31.500 35.000 29.500 5.400 1.800 2.000 900 2.000 600 1.400 ------------------ 1.130.100 =========== 900 2.000 1.800 5.400 29.500 35.000 31.500 39.300

------------------ 1.130.100 ===========

Vraag b
1 1 juni Aankoop 2 1 juni van Balans 3 1 juni van Balans 20 juni Inkoop 4 1 juni van Balans 13 juni Inkoop 5 1 juni van Balans 5 juni Verkoop 6 1 juni van Balans 10 juni Afnemer 18 juni Verkoop Bedrijfsgebouw 350.000 30 juni Afschrijving Inventaris 42.700 30 juni Afschrijving Nieuw kantoormeubilair 139.200 5 juni Verkoop 29.500 27 juni Priv-onttrekking Gebruikt kantoormeubilair 59.400 18 juni Verkoop 35.000 Debiteuren 70.800 10 juni Per kas 73.500 Kas 5.200 13 juni 33.600 14 juni 39.300 18 juni 29 juni Bank 59.900 1 juni 35.000 16 juni 25 juni 29 juni 1 1.400 2 600 3 50.300 1.800 4 31.500

5 33.600

Inkoop Kantoorbenodigdheden Bankstorting Reclamemateriaal

6 35.000 700 35.000 900 7 50.000 62.400 5.400 2.000 8 265.100 9 300.000

7 1 juni van Balans 18 juni Kasstorting

Bedrijfspand Leverancier Lonen Hypotheekinterest

Eigen vermogen 1 juni van Balans 8%-Hypothecaire lening 1 juni Gesloten

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 14

2009 | Noordhoff Uitgevers

10 16 juni Per bank

Crediteuren 62.400 1 juni van Balans 20 juni Inkoop

10 112.100 29.500 11 73.500 12 39.300 13

11

Omzet nieuw kantoormeubilair 5 juni Verkoop Omzet gebruikt kantoormeubilair 18 juni Verkoop Inkoopwaarde omzet nieuw kantoormeubilair 50.300 Inkoopwaarde omzet gebruikt kantoormeubilair 31.500 Loonkosten 5.400 Afschrijvingskosten 2.000 Interestkosten 2.000 Overige bedrijfskosten 700 900 Priv 1.800

12

13 5 juni Verkoop 14 18 juni Verkoop 15 25 juni Per bank 16 30 juni Afschrijving 17 29 juni Per bank 18 14 juni Kantoorbenodigdheden 29 juni Reclamemateriaal 19 27 juni Bureaustoel 4.06

14

15

16

17

18

19

Vraag a
Journaal december Datum 1 dec 2 dec aan 4 dec aan 7 dec aan 8 dec aan aan 11 dec aan 15 dec aan aan 17 dec aan aan Omschrijving Balanstellingen Bank Priv Inventaris Bank Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Opbrengst verkopen Inkoopprijs verkopen Voorraad goederen Overige kosten Kas Kas Opbrengst verkopen Inkoopprijs verkopen Voorraad goederen Crediteuren Debiteuren Bank Bedrag Debet Credit 125.800 125.800 15.200 15.200 34.000 34.000 48.300 48.300 8.600 8.600 6.500 6.500 400 400 24.800 24.800 18.600 18.600 33.200 12.500 20.700

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 15

2009 | Noordhoff Uitgevers

18 dec 20 dec 23 dec 27 dec 30 dec 30 dec 31 dec

31 dec 31 dec

Crediteuren aan Bank Priv aan Voorraad goederen Huurkosten aan Bank Reclamekosten aan Bank Priv aan Bank Bank Overige kosten aan 8%-Onderhandse lening Kas aan Opbrengst verkopen Inkoopprijs verkopen aan Voorraad goederen Bank aan Kas Overige kosten aan Inventaris Totalen

19.200 1.500 2.000 3.000 3.200 19.800 200 31.200 23.400 55.000 500 500 ------------------ 474.400 =========== 55.000 23.400 31.200 20.000 3.200 3.000 2.000 1.500 19.200

------------------ 474.400 ===========

Vraag b
1 1 dec van Balans 4 dec Aankoop 2 1 dec van Balans 7 dec Inkoop Inventaris 18.200 31 dec Afschrijving 34.000 Voorraad goederen 73.700 8 dec Verkoop 48.300 15 dec Verkoop 20 dec Priv-onttrekking 31 dec Verkoop Debiteuren 12.500 17 dec Per bank 8.600 Kas 7.100 11 dec Assurantiepremie 24.800 31 dec Bankstorting 31.200 Bank 14.300 4 dec 15.200 17 dec 19.800 18 dec 55.000 23 dec 27 dec 30 dec 1 500

2 6.500 18.600 1.500 23.400 3 12.500

3 1 dec van Balans 8 dec Verkoop 4 1 dec van Balans 15 dec Verkoop 31 dec Verkoop 5 1 dec 2 dec 30 dec 31 dec

4 400 55.000

van Balans Priv-storting Onderhandse lening Kasstorting

Magazijnstellingen Leverancier Leverancier Huur Reclamedrukwerk Inkomstenbelasting

5 34.000 20.700 19.200 2.000 3.000 3.200 6 43.400 7 30.000 20.000

Eigen vermogen 1 dec van Balans 8%-Onderhandse lening 1 dec van Balans 30 dec Verhoging

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 16

2009 | Noordhoff Uitgevers

8 17 dec Per bank 18 dec Per bank 9 20 dec Handelsgoederen 30 dec Inkomstenbelasting 10

Crediteuren 33.200 1 dec van Balans 19.200 7 dec Inkoop Priv 1.500 2 dec Priv-storting 3.200 Opbrengst verkopen 8 dec Verkoop 15 dec Verkoop 31 dec Verkoop Inkoopprijs verkopen 6.500 18.600 23.400 Huurkosten 2.000 Reclamekosten 3.000 Overige kosten 400 200 500

8 52.400 48.300 9 15.200

10 8.600 24.800 31.200 11

11 8 dec Verkoop 15 dec Verkoop 31 dec Verkoop 12 23 dec Per bank 13 27 dec Per bank 14 11 dec Assurantiepremie 30 dec Interest 31 dec Afschrijving 4.08

12

13

14

Vraag a
Journaal september Datum 1 sept 1 sept aan 2 sept aan 2 sept aan 4 sept aan 5 sept aan aan 8 sept aan 8 sept aan 10 sept aan 13 sept aan aan Omschrijving Balanstellingen Reclamekosten Kas Voorraad goederen Crediteuren Crediteuren Bank Huurkosten Bank Debiteuren Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen Bank Debiteuren Assurantiekosten Bank Crediteuren Voorraad goederen Debiteuren Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen Bedrag Debet 205.000 300 38.000 10.000 3.000 42.000 35.000 15.000 700 2.000 34.000 25.000 25.000 34.000 2.000 700 15.000 35.000 42.000 3.000 10.000 38.000 Credit 205.000 300

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 17

2009 | Noordhoff Uitgevers

14 sept 18 sept

19 sept 23 sept 25 sept 25 sept 27 sept

27 sept 29 sept 30 sept 30 sept

Overige kosten aan Kas Voorraad goederen aan Inkoopwaarde van de omzet Omzet aan Debiteuren Bank aan Debiteuren Crediteuren aan Bank Voorraad goederen aan Crediteuren Loonkosten aan Kas Kas aan Omzet Inkoopwaarde van de omzet aan Voorraad goederen Bank aan Kas Priv aan Kas Bank aan Debiteuren Afschrijvingskosten aan Inventaris Totalen

100 4.000 5.500 10.000 45.000 21.000 2.100 7.000 5.000 4.000 1.800 30.000 800 800 ------------------ 546.300 =========== 30.000 1.800 4.000 5.000 7.000 2.100 21.000 45.000 10.000 5.500 4.000 100

------------------ 546.300 ===========

Vraag b
1 1 sept van Balans 2 1 sept van Balans 2 sept Inkoop 18 sept Retourverkoop 25 sept Inkoop 3 1 sept van Balans 5 sept Verkoop 13 sept Verkoop Inventaris 50.000 30 sept Afschrijving Voorraad goederen 120.000 5 sept Verkoop 38.000 10 sept Retourinkoop 4.000 13 sept Verkoop 21.000 27 sept Verkoop Debiteuren 25.000 8 sept Per bank 42.000 18 sept Retourverkoop 34.000 19 sept Per bank 30 sept Per bank Bank 7.000 2 sept Leverancier 15.000 4 sept Huur 10.000 8 sept Assurantiepremie 4.000 23 sept Leverancier 30.000 Kas 3.000 1 sept Postzegels 7.000 14 sept Kantoorbenodigdheden 25 sept Lonen 27 sept Bankstorting 29 sept Priv-opname 1 800 2 35.000 2.000 25.000 5.000 3 15.000 5.500 10.000 30.000 4 10.000 3.000 700 45.000

4 1 sept van Balans 8 sept Afnemer 19 sept Afnemer 27 sept Kasstorting 30 sept Afnemer 5 1 sept van Balans 27 sept Verkoop

5 300 100 2.100 4.000 1.800

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 18

2009 | Noordhoff Uitgevers

Eigen vermogen 1 sept van Balans Crediteuren 10.000 1 sept van Balans 2.000 2 sept Inkoop 45.000 25 sept Inkoop Priv 1.800 Omzet 5.500 5 sept Verkoop 13 sept Verkoop 27 sept Verkoop Inkoopwaarde omzet 35.000 18 sept Retourverkoop 25.000 5.000 Loonkosten 2.100 Afschrijvingskosten 800 Huurkosten 3.000 Assurantiekosten 700 Reclamekosten 300 Overige kosten 100

6 130.000 7 75.000 38.000 21.000 8

7 2 sept Per bank 10 sept Retourinkoop 23 sept Per bank 8 29 sept Kasgeld 9 18 sept Retourverkoop

9 42.000 34.000 7.000 10 4.000

10 5 sept Verkoop 13 sept Verkoop 27 sept Verkoop 11 25 sept Per kas 12 30 sept Afschrijving 13 4 sept Per bank 14 8 sept Per bank 15 1 sept Per kas 16 14 sept Per kas 4.09

11

12

13

14

15

16

Een winst-en-verliesrekening is een overzicht dat weergeeft de over een bepaalde periode behaalde opbrengsten en de daarbij behorende kosten. Het verschil tussen de opbrengsten en de kosten vormt het resultaat.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 19

2009 | Noordhoff Uitgevers

5
5.01

Kolommenbalans

Dat overzicht wordt kolommenbalans genoemd.


5.02

Vraag a De dubbelkolommen: proefbalans saldibalans winst-en-verliesrekening eindbalans Vraag b Op de proefbalans wordt van elke grootboekrekening het totaal van de debetzijde, respectievelijk het totaal van de creditzijde opgenomen. Vraag c De saldibalans wordt ingevuld door voor elke grootboekrekening de bedragen op de proefbalans van elkaar af te trekken. Vraag d De saldi van de kosten- en opbrengstenrekeningen (dit zijn de saldi van de hulprekeningen van de rekening Eigen vermogen uitgezonderd de rekening Priv) worden overgenomen in de kolom winst-en-verliesrekening. Vraag e De saldi van de rekeningen van bezit en schuld worden overgenomen in de kolom eindbalans. Vraag f Door op de winst-en-verliesrekening een bedrag als saldo winst of saldo verlies te vermelden. NB: Opbrengsten kosten = saldo winst of saldo verlies. Vraag g Door op de eindbalans een bedrag als eigen vermogen te vermelden. NB: Bezittingen schulden = eigen vermogen. Vraag h Controleberekening: Begin eigen vermogen bij of af: Saldo winst of saldo verlies af of bij: Priv-opnamen of priv-stortingen Eind eigen vermogen

-------------------- --------------------

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 20

2009 | Noordhoff Uitgevers

5.03 Grootboekrekening Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Naam Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank Eigen vermogen 8%-Onderhandse lening Crediteuren Priv Omzet Inkoopwaarde omzet Huurkosten Afschrijvingskosten Interestkosten Reclamekosten Overige kosten Saldo verlies Totalen Saldibalans Debet 34.200 - 70.800 - 40.500 5.800 - 13.100 Credit Winst-en-verliesrekening over januari Debet Credit Eindbalans per 31 januari Debet Credit 34.200 - 70.800 - 40.500 5.800 - 13.100 48.500 - 60.000 - 55.900

1.500 117.100 4.200 800 400 600 200

50.400 60.000 55.900 122.900 117.100 4.200 800 400 600 200 122.900

--------------- 289.200 ========= 5.05

-------------- 289.200 =========

-------------- 123.300 =========

400 -------------- 123.300 =========

-------------- 164.400 =========

-------------- 164.400 =========

Grootboekrekening Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Naam Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Eigen vermogen 8%-Hypothecaire lening Bank Crediteuren Omzet Inkoopwaarde omzet Loonkosten Afschrijvingskosten Interestkosten Huurkosten Overige kosten Priv Saldo winst Totalen

Proefbalans Debet 195.000 - 38.000 - 80.000 - 102.600 - 12.500 6.000 14.000 42.000 3.700 900 800 2.200 1.000 1.500 -------------- 500.200 ========= Credit 500 400 - 42.000 7.500 - 11.300 - 170.000 - 120.000 - 37.900 - 50.000 - 60.600

Saldibalans Debet 194.500 - 37.600 - 38.000 - 95.100 1.200 Credit

Winst-en-verliesrekening over januari Debet Credit

170.000 - 120.000 - 31.900 - 36.000 - 60.600 42.000 3.700 900 800 2.200 1.000 1.500 -------------- 418.500 ========= 42.000 3.700 900 800 2.200 1.000

Eindbalans per 31 januari Debet Credit 194.500 - 37.600 - 38.000 - 95.100 1.200 178.500 - 120.000 - 31.900 - 36.000

60.600

-------------- 500.200 =========

-------------- 418.500 =========

- 10.000 -------------- 60.600 =========

-------------- 60.600 =========

-------------- 366.400 =========

-------------- 366.400 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 21

2009 | Noordhoff Uitgevers

5.06 Grootboekrekening Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Naam Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Bank Kas Eigen vermogen Crediteuren Priv Omzet Inkoopwaarde omzet Loonkosten Afschrijvingskosten Huurkosten Assurantiekosten Reclamekosten Overige kosten Saldo winst Totaal Proefbalans Debet 50.000 - 183.000 - 101.000 - 66.000 - 10.000 57.000 1.800 5.500 65.000 2.100 800 3.000 700 300 100 Credit 800 - 67.000 - 60.500 - 58.700 8.300 - 130.000 - 134.000 83.000 4.000 Saldibalans Debet 49.200 - 116.000 - 40.500 7.300 1.700 1.800 61.000 2.100 800 3.000 700 300 100 --------------- 284.500 ========= 77.500 61.000 2.100 800 3.000 700 300 100 9.500 --------------- 77.500 ========= 77.500 Credit Winst-en-verliesrekening over september Debet Credit Eindbalans per 30 september Debet Credit 49.200 - 116.000 - 40.500 7.300 1.700 137.700 - 77.000

130.000 - 77.000

--------------- 546.300 ========= 5.07

--------------- 546.300 =========

--------------- 284.500 =========

--------------- 77.500 =========

--------------- 214.700 =========

--------------- 214.700 =========

Vraag a
Journaal december Datum 1 dec 1 dec aan 6 dec aan 10 dec aan 14 dec aan 16 dec aan aan 16 dec aan 17 dec aan 19 dec aan 19 dec aan 21 dec aan 22 dec aan 23 dec aan aan Omschrijving Balanstellingen Huurkosten Rabobank Overige kosten ING-bank Crediteuren ING-bank Overige kosten Kas Kas Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen Rabobank Kas Priv Voorraad goederen Voorraad goederen Crediteuren ING-bank Rabobank Priv Rabobank Inventaris ING-bank Loonkosten Interestbaten ING-bank Bedrag Debet 278.900 5.100 800 49.100 500 80.300 57.900 92.500 1.800 90.200 95.000 2.500 35.600 12.700 300 12.400 35.600 2.500 95.000 90.200 1.800 92.500 57.900 80.300 500 49.100 800 Credit 278.900 5.100

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 22

2009 | Noordhoff Uitgevers

28 dec 31 dec

31 dec 31 dec

ING-bank aan Kas Kas aan Omzet Inkoopwaarde van de omzet aan Voorraad goederen Afschrijvingskosten aan Inventaris Priv aan Kas Totalen

93.300 97.900 70.900 2.600 3.500 3.500 ------------------ 1.071.100 =========== 2.600 70.900 97.900 93.300

------------------ 1.071.100 ===========

Vraag b
1 1 dec van Balans 22 dec Aankoop 2 1 dec van Balans 3 1 dec van Balans 19 dec Inkoop Inventaris 70.200 31 dec Afschrijving 35.600 Lening 45.000 Voorraad goederen 133.100 16 dec Verkoop 90.200 17 dec Priv-onttrekking 31 dec Verkoop Kas 17.900 14 dec 80.300 16 dec 97.900 28 dec 31 dec 1 2.600

3 57.900 1.800 70.900 4 500 92.500 93.300 3.500 5 5.100 95.000 2.500 6 155.100 7 33.200 800 49.100 35.600 12.400 8 90.600 90.200 9 300 10 80.300 97.900

4 1 dec van Balans 16 dec Verkoop 31 dec Verkoop

Reclamedrukwerk Bankstorting Bankstorting Inkomstenbelasting

5 1 dec van Balans 16 dec Kasstorting

Rabobank 12.700 1 dec Huur 92.500 19 dec Overschrijving 21 dec Priv-opname Eigen vermogen 1 dec van Balans ING-bank 95.000 1 dec 93.300 6 dec 10 dec 22 dec 23 dec

7 19 dec Overschrijving 28 dec Kasstorting

van Balans Onderhoud Leverancier Magazijninventaris Loon

8 10 dec Per ING-bank

Crediteuren 49.100 1 dec van Balans 19 dec Inkoop Interestbaten 23 dec Ingehouden Omzet 16 dec Verkoop 31 dec Verkoop

10

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 23

2009 | Noordhoff Uitgevers

11 16 dec Verkoop 31 dec Verkoop 12 1 dec Per Rabobank 13 23 dec Per ING-bank 14 31 dec Afschrijving 15 6 dec Per ING-bank 14 dec Per kas 16 17 dec Goederen 21 dec Geld 31 dec Inkomstenbelasting

Inkoopwaarde omzet 57.900 70.900 Huurkosten 5.100 Loonkosten 12.700 Afschrijvingskosten 2.600 Overige kosten 800 500 Priv 1.800 2.500 3.500

11

12

13

14

15

16

Vraag c
Grootboekrekening Nr. Naam 1 Inventaris 2 Lening u/g 3 Voorraad goederen 4 Kas 5 Rabobank 6 Eigen vermogen 7 ING-bank 8 Crediteuren 9 Interestbaten 10 Omzet 11 Inkoopwaarde omzet 12 Huurkosten 13 Loonkosten 14 Afschrijvingskosten 15 Overige kosten 16 Priv Saldo winst Totalen Proefbalans Debet 105.800 - 45.000 - 223.300 - 196.100 - 105.200 188.300 49.100 Credit 2.600 130.600 189.800 102.600 155.100 131.100 180.800 300 178.200 Saldibalans Debet 103.200 - 45.000 - 92.700 6.300 2.600 57.200 --------------- 1.071.100 ========= 128.800 5.100 12.700 2.600 1.300 7.800 --------------- 465.300 ========= 131.700 300 178.200 128.800 5.100 - 12.700 2.600 1.300 - 28.000 --------------- 178.500 ========= --------------- 178.500 ========= --------------- 307.000 ========= --------------- 307.000 ========= 300 - 178.200 Credit Winst-en-verliesrekening over september Debet Credit Eindbalans per 30 september Debet Credit 103.200 - 45.000 - 92.700 6.300 2.600 175.300 - 57.200 - 131.700

155.100

- 128.800 5.100 - 12.700 2.600 1.300 7.800 --------------- 1.071.100 =========

--------------- 465.300 =========

5.08

Vraag a De rekeningen van bezit en de rekeningen van schuld worden afgesloten met: naar Balans. Vraag b De kostenrekeningen en de opbrengstrekeningen worden afgesloten met: naar Winst-en-verliesrekening. Vraag c De rekening Priv wordt afgesloten met: naar Rekening Eigen vermogen.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 24

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d De rekening Eigen vermogen wordt afgesloten met: naar Balans. Op de rekening Eigen vermogen wordt evenwel eerst het saldo winst of saldo verlies opgenomen (omschrijving: van Winst-en-verliesrekening) alsmede de wijziging als gevolg van priv-opnamen of privstortingen (omschrijving: van Rekening Priv).
5.09 1 Gebouw 195.000 31 jan naar Balans ----------------- 195.000 =========== Inventaris 38.000 31 jan naar Balans ----------------- 38.000 =========== Voorraad goederen 80.000 31 jan naar Balans ----------------- 80.000 =========== Debiteuren 102.600 31 jan naar Balans ----------------- 102.600 =========== Kas 12.500 31 jan naar Balans ----------------- 12.500 =========== Eigen vermogen 1.500 178.500 31 jan van Winst-en-verliesrekening ----------------- 180.000 =========== 8%-Hypothecaire lening 120.000 Bank 6.000 31 jan naar Balans ----------------- 37.900 =========== 1 500 194.500 ----------------- 195.000 =========== 2 400 37.600 ----------------- 38.000 =========== 3 42.000 38.000 ----------------- 80.000 =========== 4 7.500 95.100 ----------------- 102.600 =========== 5 11.300 1.200 ----------------- 12.500 =========== 6 170.000 10.000 ----------------- 180.000 =========== 7 120.000

6 31 jan van Rekening Priv 31 jan naar Balans

7 31 jan naar Balans 8

8 37.900 31.900 ----------------- 37.900 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 25

2009 | Noordhoff Uitgevers

9 31 jan naar Balans

Crediteuren 14.000 36.000 ----------------- 50.000 =========== Omzet 60.600 Inkoopwaarde omzet 42.000 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Loonkosten 3.700 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Afschrijvingskosten 900 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Interestkosten 800 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Huurkosten 2.200 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Overige kosten 1.000 31 jan naar Winst-en-verliesrekening Priv 1.500 31 jan naar Winst-en-verliesrekening

9 50.000

----------------- 50.000 =========== 10 60.600 11 42.000 12 3.700 13 900 14 800 15 2.200 16 1.000 17 1.500

10 31 jan naar Winst-en-verliesrekening 11

12 13 14 15 16 17 5.10 1

Inventaris 50.000 30 sept naar Balans ----------------- 50.000 =========== Voorraad goederen 183.000 30 sept naar Balans ----------------- 183.000 =========== Debiteuren 101.000 30 sept naar Balans ----------------- 101.000 ===========

1 800 49.200 ----------------- 50.000 =========== 2 67.000 116.000 ----------------- 183.000 =========== 3 60.500 40.500 ----------------- 101.000 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 26

2009 | Noordhoff Uitgevers

Bank 66.000 30 sept naar Balans ----------------- 66.000 =========== Kas 10.000 30 sept naar Balans ----------------- 10.000 =========== Eigen vermogen 1.800 137.700 30 sept van Winst-en-verliesrekening ----------------- 139.500 =========== Crediteuren 57.000 77.000 ----------------- 134.000 =========== Priv 1.800 30 sept naar Rekening Eigen vermogen

4 58.700 7.300 ----------------- 66.000 =========== 5 8.300 1.700 ----------------- 10.000 =========== 6 130.000 9.500 ----------------- 139.500 =========== 7 134.000

6 30 sept van Rekening Priv 30 sept naar Balans

7 30 sept naar Balans

----------------- 134.000 =========== 8 1.800 9 83.000

8 9 30 sept naar Winst-en-verliesrekening

Omzet 5.500 77.500 ----------------- 83.000 =========== Inkoopwaarde omzet 65.000 30 sept naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 65.000 =========== Loonkosten 2.100 30 sept naar Winst-en-verliesrekening Afschrijvingskosten 800 30 sept naar Winst-en-verliesrekening Huurkosten 3.000 30 sept naar Winst-en-verliesrekening Assurantiekosten 700 30 sept naar Winst-en-verliesrekening Reclamekosten 300 30 sept naar Winst-en-verliesrekening

----------------- 83.000 =========== 10 4.000 61.000 ----------------- 65.000 =========== 11 2.100 12 800 13 3.000 14 700 15 300

10

11 12 13 14 15

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 27

2009 | Noordhoff Uitgevers

16 5.11 1

Overige kosten 100 30 sept naar Winst-en-verliesrekening

16 100

Inventaris 105.800 31 dec naar Balans ----------------- 105.800 =========== Lening u/g 45.000 31 dec naar Balans

1 2.600 103.200 ----------------- 105.800 =========== 2 45.000

2 3

Voorraad goederen 223.300 31 dec naar Balans ----------------- 223.300 =========== Kas 196.100 31 dec naar Balans ----------------- 196.100 =========== Rabobank 105.200 31 dec naar Balans ----------------- 105.200 =========== Eigen vermogen 7.800 175.300 31 dec van Winst-en-verliesrekening ----------------- 183.100 =========== ING-bank 188.300 31 dec naar Balans ----------------- 188.300 =========== Crediteuren 49.100 131.700 ----------------- 180.800 =========== Interestbaten 300

3 130.600 92.700 ----------------- 223.300 =========== 4 189.800 6.300 ----------------- 196.100 =========== 5 102.600 2.600 ----------------- 105.200 =========== 6 155.100 28.000 ----------------- 183.100 =========== 7 131.100 57.200 ----------------- 188.300 =========== 8 180.800

6 31 dec van Rekening Priv 31 dec naar Balans

8 31 dec naar Balans

----------------- 180.800 =========== 9 300

9 31 dec naar Winst-en-verliesrekening

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 28

2009 | Noordhoff Uitgevers

10 31 dec naar Winst-en-verliesrekening 11

Omzet 178.200 Inkoopwaarde omzet 128.800 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Huurkosten 5.100 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Loonkosten 12.700 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Afschrijvingskosten 2.600 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Overige kosten 1.300 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Priv 7.800 31 dec naar Rekening Eigen vermogen

10 178.200 11 128.800 12 5.100 13 12.700 14 2.600 15 1.300 16 7.800

12 13 14 15 16 5.12

Vraag a Vaste activa zijn ervoor bestemd om duurzaam dienstbaar te zijn aan de uitoefening van de werkzaamheden van de onderneming; vlottende activa hebben een dergelijke bestemming niet. Vraag b Langlopende schulden hebben een resterende looptijd van meer dan n jaar; kortlopende schulden hebben een (resterende) looptijd van n jaar of korter.
5.14

Vraag a
Vaste activa Gebouwen Inventaris Lening u/g 270.600 34.200 30.000 ----------------- Vlottende activa Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank 164.800 89.600 5.100 17.900 -----------------277.400 ----------------- 612.200 =========== ----------------- 612.200 =========== Balans per 31 maart Eigen vermogen Eigen vermogen Langlopende schulden Hypothecaire lening 334.800 Kortlopende schulden Crediteuren 73.100 379.100 160.000

Vraag b Opbrengst verkopen Inkoopprijs verkopen Brutoverkoopresultaat

261.800 - 209.100 ----------------- 52.700

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 29

2009 | Noordhoff Uitgevers

Loonkosten Sociale lasten Vrachtkosten verkopen Onderhoudskosten Assurantiekosten Afschrijvingskosten Algemene kosten Bedrijfskosten exclusief interestkosten Interestkosten Interestbaten Interestkosten minus interestbaten Saldo winst

5.300 1.600 1.500 900 700 1.300 3.100 -----------------14.400 ----------------- 38.300 1.200 200 -----------------1.000 ----------------- 37.300

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 30

2009 | Noordhoff Uitgevers

6
6.01

Omzetbelasting

Als een ondernemer een product verkoopt of een dienst verleent aan een klant, dan berekent deze ondernemer aan die klant omzetbelasting door. De omzetbelasting die de ondernemer van zijn klant ontvangt, moet hij afdragen aan de Belastingdienst. De ondernemers van wie de ondernemer producten of diensten afneemt, berekenen ook omzetbelasting aan hem door. De omzetbelasting die de ondernemer aan andere ondernemers moet betalen, kan de ondernemer aftrekken van de omzetbelasting die hij zelf verschuldigd is. Dit heet aftrek van voorbelasting. Het verschil draagt de ondernemer af aan de Belastingdienst. Kenmerkend voor het BTW-systeem is de aftrek van voorbelasting.
6.02

Vraag a Er wordt gebruikgemaakt van de rekening Te vorderen omzetbelasting als aan de ondernemer (door andere ondernemers) omzetbelasting in rekening wordt gebracht. Er wordt gebruikgemaakt van de rekening Te betalen omzetbelasting als de ondernemer aan klanten omzetbelasting in rekening brengt. Vraag b De rekening Te vorderen omzetbelasting is een rekening van bezit; de rekening Te betalen omzetbelasting is een rekening van schuld.
6.03

Journaalposten van de verstrekte feiten:


Debet Credit

1 aan aan + aan 2 aan aan 3 aan 4 aan aan


6.04

Debiteuren Omzet Te betalen omzetbelasting Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen Priv Voorraad goederen Te betalen omzetbelasting Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Bank

6.783 5.700 1.083 4.200 700 133

4.200 833 -

3.300 627 18.924 13.908 5.016 3.927

Journaalposten van de verstrekte feiten:


Debet Credit

1 aan aan +

Debiteuren Omzet Te betalen omzetbelasting

10.115 8.500 1.615

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 31

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan 2 aan aan + aan 3 aan 4 aan 5 aan aan 6 aan 7 aan aan
6.05

Inkoopwaarde omzet Voorraad goederen Kas Omzet Te betalen omzetbelasting Inkoopwaarde omzet Voorraad goederen Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Inventaris Te vorderen omzetbelasting Kas Priv Voorraad goederen Te betalen omzetbelasting Autokosten Te vorderen omzetbelasting Bank Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Bank

5.000 3.808 3.200 608 1.800 5.000

1.800 20.000 3.800 2.000 380 357 300 57 2.380 23.800

400 76 43.814 16.188 27.626 476

Debet

Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan 5 aan 6 aan aan 7 aan

Crediteuren Bank Priv Kas Bank Debiteuren Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Onderhoudskosten Te vorderen omzetbelasting Priv Bank Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Bank

9.758 714 6.664 6.664 714 9.758

16.800 3.192 19.992 2.520 478,80 1.999,20 41.800 24.700 - 17.100 17.100 17.100
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 32

4.998

2009 | Noordhoff Uitgevers

6.06

Vraag a Twee soorten kortingen: een korting in verband met de hoeveelheid afgenomen goederen (hoeveelheidskorting); een korting in verband met vervroegde betaling (betalingskorting). Vraag b De leverancier brengt de afnemer een toeslag in rekening. De afnemer hoeft deze toeslag niet te voldoen als hij binnen een bepaalde termijn betaalt. De leverancier wil de omvang van het verleende krediet door deze toeslag beperken.
6.07

Vraag a De journaalposten zijn als volgt: 2 mei aan 18 mei aan aan + aan Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Debiteuren Rabatten Omzet Te betalen omzetbelasting Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen 35.000 6.650 32.130 3.000 18.900 18.900 30.000 5.139 41.650

Vraag b Journaalposten onderneming Calmont BV: 2 mei aan aan + aan Debiteuren Rabatten Omzet Te betalen omzetbelasting Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen 41.650 5.000 29.800 29.800 40.000 6.650

Vraag c Journaalpost onderneming Big Boss Bouwmarkt: 18 mei aan


6.08

Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

27.000 5.130 32.130

Vraag a De journaalposten zijn als volgt: 11 mei aan aan 14 mei aan Crediteuren Genoten betalingskortingen Bank Genoten betalingskortingen Te vorderen omzetbelasting 41.650 416,50 - 41.233,50 66,50 66,50

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 33

2009 | Noordhoff Uitgevers

26 mei aan 27 mei aan

Bank Verleende betalingskortingen Debiteuren Te betalen omzetbelasting Verleende betalingskortingen

31.487,40 642,60 32.130 102,60 102,60

Vraag b Journaalposten onderneming Calmont BV: 1 aan 2 aan Bank Verleende betalingskortingen Debiteuren Te betalen omzetbelasting Verleende betalingskortingen 41.233,50 416,50 41.650 66,50 66,50

Vraag c Journaalposten onderneming Big Boss Bouwmarkt: 1 aan aan 2 aan


6.09

Crediteuren Genoten betalingskortingen Bank Genoten betalingskortingen Te vorderen omzetbelasting

32.130 642,60 - 31.487,40 102,60 102,60

Geleverde goederen bij: 19% omzetbelasting bij: 1% kredietbeperkingstoeslag Eindbedrag factuur

Geval 1 500 95 --------------- 595 5,95 --------------- 600,95

Geval 2 2.000 380 --------------- 2.380 23,80 --------------- 2.403,80

Geval 3 12.400 - 2.356 --------------- 14.756 147,56 --------------- 14.903,56

Geval 4 20.800 - 3.952 --------------- 24.752 247,52 --------------- 24.999,52

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 34

2009 | Noordhoff Uitgevers

7
7.01

Inkoop- en verkoopretouren

De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn als volgt: 6 april aan 11 april aan aan 29 april aan
7.02

Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Crediteuren Te vorderen omzetbelasting Voorraad goederen Crediteuren Bank

7.200 1.368 2.570,40 410,40 2.160 5.997,60 8.568

5.997,60

Journaalposten van de verstrekte gegevens: 5 aug aan 9 aug aan aan 13 aug aan aan + aan 15 aug aan + aan 21 aug aan 24 aug aan aan 28 aug aan Voorraad koffers Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Crediteuren Te vorderen omzetbelasting Voorraad koffers Debiteuren Te betalen omzetbelasting Omzet tassen Inkoopwaarde omzet tassen Voorraad tassen Voorraad tassen Inkoopwaarde omzet tassen Omzet tassen Te betalen omzetbelasting Debiteuren Crediteuren Bank Crediteuren Te vorderen omzetbelasting Voorraad tassen Bank Debiteuren 15.400 2.926 18.326 1.428 8.092 4.420 1.040 1.600 304 16.898 16.898 1.237,60 6.188 6.188 197,60 1.040 1.904 1.040 4.420 1.292 6.800 228 1.200

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 35

2009 | Noordhoff Uitgevers

7.03

Vraag a
Journaal december Datum 1 dec 2 dec aan 5 dec aan 7 dec aan 13 dec aan + aan aan 16 dec aan 17 dec aan 19 dec aan 20 dec aan aan + 22 dec 23 dec 28 dec 31 dec Omschrijving Balanstellingen Huurkosten Bank Priv Kas Bank Debiteuren Voorraad goederen Inkoopwaarde verkopen Te betalen omzetbelasting Opbrengst verkopen Rabatten Debiteuren Crediteuren Bank Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Overige kosten Te vorderen omzetbelasting Kas Debiteuren Rabatten Opbrengst verkopen Te betalen omzetbelasting Bedrag Debet 220.000 1.600 2.500 32.150 5.500 1.900 12.500 28.900 8.000 1.520 200 38 32.130 3.000 16.200 476 2.000 3.000 500 500 ------------------ 372.114 =========== ------------------ 372.114 =========== 3.000 2.000 400 76 16.200 30.000 5.130 238 9.520 28.900 2.500 11.900 5.500 32.150 2.500 Credit 220.000 1.600

Inkoopwaarde verkopen aan Voorraad goederen Priv aan Voorraad goederen aan Te betalen omzetbelasting Loonkosten aan Kas Bank aan Kas Afschrijvingskosten aan Inventaris Totalen

Vraag b/Vraag d
1 1 dec van Balans Inventaris 60.800 31 dec Afschrijving 31 dec naar Balans ----------------- 60.800 =========== 1 500 60.300 ----------------- 60.800 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 36

2009 | Noordhoff Uitgevers

2 1 dec van Balans 13 dec Retourverkoop 17 dec Inkoop

Voorraad goederen 96.300 20 dec Verkoop 5.500 22 dec Priv-onttrekking 8.000 31 dec naar Balans ----------------- 109.800 =========== Debiteuren 43.900 7 dec Per bank 32.130 13 dec Retourverkoop 31 dec naar Balans ----------------- 76.030 =========== Te vorderen omzetbelasting 10.750 31 dec naar Balans 1.520 38 ----------------- 12.308 =========== Kas 8.250 5 dec 19 dec 23 dec 28 dec 31 dec ----------------- 8.250 ===========

2 16.200 400 93.200 ----------------- 109.800 =========== 3 32.150 11.900 31.980 ----------------- 76.030 =========== 4 12.308

3 1 dec van Balans 20 dec Verkoop

4 1 dec van Balans 17 dec Inkoop goederen 19 dec Kantoorbenodigdheden

----------------- 12.308 =========== 5 2.500 238 2.000 3.000 512 ----------------- 8.250 =========== 6 123.050 2.000 ----------------- 125.050 =========== 7 3.100 1.600 28.900 1.550 ----------------- 35.150 =========== 8 70.600 9.520 ----------------- 80.120 ===========

5 1 dec van Balans

Priv-opname Kantoorbenodigdheden Loon Bankstorting naar Balans

6 31 dec van Rekening Priv 31 dec naar Balans

Eigen vermogen 2.976 1 dec van Balans 122.074 31 dec van Winst-en-verliesrekening ----------------- 125.050 =========== Bank 32.150 1 dec 3.000 2 dec 16 dec 31 dec ----------------- 35.150 ===========

7 7 dec Afnemer 28 dec Kasstorting

van Balans Huur Leverancier naar Balans

8 16 dec Per bank 31 dec naar Balans

Crediteuren 28.900 1 dec van Balans 51.220 17 dec Inkoop ----------------- 80.120 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 37

2009 | Noordhoff Uitgevers

9 13 dec Retourverkoop 31 dec naar Balans

Te betalen omzetbelasting 1.900 1 dec van Balans 26.556 20 dec Verkoop 22 dec Priv-goederen ----------------- 28.456 =========== Priv 2.500 31 dec naar Rekening Eigen vermogen 476 ----------------- 2.976 =========== Opbrengst verkopen 12.500 20 dec Verkoop 17.500 ----------------- 30.000 =========== Rabatten 3.000 13 dec Retourverkoop 31 dec naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 3.000 =========== Inkoopwaarde verkopen 16.200 13 dec Retourverkoop 31 dec naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 16.200 =========== Huurkosten 1.600 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Loonkosten 2.000 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Huurkosten 500 31 dec naar Winst-en-verliesrekening Overige kosten 200 31 dec naar Winst-en-verliesrekening

9 23.250 5.130 76 ----------------- 28.456 =========== 10 2.976

10 5 dec Kasgeld 22 dec Goederen

----------------- 2.976 =========== 11 30.000

11 13 dec Retourverkoop 31 dec naar Winst-en-verliesrekening

----------------- 30.000 =========== 12 2.500 500 ----------------- 3.000 =========== 13 5.500 10.700 ----------------- 16.200 =========== 14 1.600 15 2.000 16 500 17 200

12 20 dec Verkoop

13 20 dec Verkoop

14 2 dec Per bank 15 23 dec Per kas 16 31 dec Afschrijving 17 19 dec Per kas

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 38

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c
Grootboekrekening Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 Naam Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Te vorderen omzetbelasting Kas Eigen vermogen Bank Crediteuren Te betalen omzetbelasting Priv Opbrengst verkopen Rabatten Inkoopwaarde verkopen Huurkosten Loonkosten Afschrijvingskosten Overige kosten Saldo winst Totalen Proefbalans Debet 60.800 - 109.800 - 76.030 12.308 8.250 35.150 28.900 1.900 2.976 12.500 3.000 16.200 1.600 2.000 500 200 Credit 500 - 16.600 - 44.050 7.738 123.050 33.600 80.120 28.456 30.000 2.500 5.500 2.976 500 10.700 1.600 2.000 500 200 --------------- 218.326 ========= 17.500 500 - 10.700 1.600 2.000 500 200 2.000 --------------- 17.500 ========= 17.500 Saldibalans Debet 60.300 - 93.200 - 31.980 12.308 512 123.050 1.550 51.220 26.556 1.550 51.220 26.556 Credit Winst-en-verliesrekening over december Debet Credit Eindbalans per 31 december Debet Credit 60.300 - 93.200 - 31.980 12.308 512 122.074

--------------- 372.114 =========

--------------- 372.114 =========

--------------- 218.326 =========

--------------- 17.500 =========

--------------- 199.850 =========

--------------- 199.850 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 39

2009 | Noordhoff Uitgevers

8
8.01

Voorafgaande journaalposten

Vraag a Voorafgaande journaalposten zullen worden gemaakt: als men verzuimd heeft van een financieel feit een journaalpost te maken; als blijkt dat een financieel feit foutief is gejournaliseerd. Vraag b Antwoord moet worden gegeven op de volgende twee vragen: Welke journaalpost is er gemaakt? Welke journaalpost had er gemaakt moeten worden?
8.02

Twee redenen voor het opnemen van een extra dubbelkolom zijn: Aan het samenstellen van een nieuwe proefbalans en een nieuwe saldibalans is veel werk verbonden. Het opnemen van de voorafgaande journaalposten in de oorspronkelijke saldibalans is vanwege ruimtegebrek veelal niet mogelijk.
8.03

Vraag a Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

1 aan aan aan 2 aan 3 aan Vraag b


Grootboekrekening Nr. Naam 4 Voorraad goederen 5 7 11 13 14 Debiteuren Kas Crediteuren Omzet

Voorraad goederen Inkoopwaarde van de omzet Omzet Debiteuren Voorraad goederen Crediteuren Omzet Debiteuren Debiteuren Kas
Saldibalans Debet 60.200 18.500 3.700 70.600 34.900 93.400 Credit Voorafgaande journaalposten Debet Credit 2.000 3.000 99 3.000 1.800 99 3.000 3.000 1.800 2.000

2.000 3.000 3.000 1.800 99 99


Eindbalans per 31 december Debet Credit 65.200 88.600 13.799 3.601 37.900

2.000 3.000 3.000 1.800

Winst-en-verliesrekening Debet Credit

Inkoopwaarde van de omzet

68.600

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 40

2009 | Noordhoff Uitgevers

8.04

Vraag a Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

1 aan aan 2 aan 3 aan aan Vraag b


Grootboekrekening Nr. 2 3 5 8 9 13 14 17 20 Naam Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Bank Crediteuren Opbrengst verkopen Inkoopprijs verkopen Afschrijvingskosten Overige kosten 8.05

Inventaris Overige kosten Afschrijvingskosten Inventaris Debiteuren Crediteuren Bank Opbrengst verkopen Debiteuren Inkoopprijs verkopen Voorraad goederen
Saldibalans Debet 73.200 - 112.700 - 73.200 1.100 198.400 1.800 5.900 Credit Voorafgaande journaalposten Debet Credit 3.500 100 2.000 700 2.000 1.400 700 2.000 2.000 100 3.500

3.500 100 700 700 2.000 2.000 2.000


Eindbalans per 31 december Debet Credit 76.600 - 110.700 - 71.900 300 - 48.800

3.500 100

1.400 2.000

Winst-en-verliesrekening Debet Credit

49.500 - 265.300

263.300 200.400 1.900 2.400

Vraag a Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan aan aan 4 aan

Crediteuren Bank Reclamekosten Assurantiekosten Omzet artikelen B Omzet artikelen A Voorraad artikelen B Inkoopwaarde omzet artikelen B Inkoopwaarde omzet artikelen A Voorraad artikelen A Crediteuren Voorraad artikelen A

1.000 500 2.500 2.000 2.000 3.700 3.700 2.000 2.000 2.500 500 1.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 41

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Grootboekrekening Nr. Naam 1 Inventaris 2 Voorraad artikelen A 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Voorraad artikelen B Debiteuren Bank Kas Eigen vermogen Crediteuren Omzet artikelen A Omzet artikelen B Inkoopwaarde omzet artikelen A Inkoopwaarde omzet artikelen B Loonkosten Afschrijvingskosten Huurkosten Assurantiekosten Reclamekosten Overige kosten Saldo winst Totalen Saldibalans Debet 25.000 - 60.000 40.000 17.000 9.000 3.000 104.000 116.000 12.000 4.000 18.000 2.000 5.000 1.000 --------------- 416.000 ========= 80.000 58.000 125.000 153.000 2.000 2.000 Credit Voorafgaande journaalposten Debet Credit 2.000 1.000 3.700 2.500 2.500 106.000 - 114.000 - 12.000 4.000 - 18.000 1.500 5.500 1.000 - 16.000 --------------- 278.000 ========= 127.500 - 150.500 1.000 2.000 3.700 Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans per 31 december Debet Credit 25.000 - 54.300 42.000 17.000 8.000 3.000 96.000 53.300

500

500

--------------- 416.000 =========

--------------- 11.700 =========

--------------- 11.700 =========

--------------- 278.000 =========

--------------- 149.300 =========

--------------- 149.300 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 42

2009 | Noordhoff Uitgevers

9
9.01

Dagboeken

Vraag a Bij handelsondernemingen treffen we veelal de volgende dagboeken aan: Inkoopboek: voor de inkopen op rekening; Verkoopboek: voor de verkopen op rekening; Kasboek: voor de ontvangsten en betalingen per kas; Bankboek: voor de ontvangsten en betalingen per bank; Postbankboek: voor de ontvangsten en betalingen per Postbank; Memoriaal: voor de resterende financile feiten die niet thuishoren in n van de vorige dagboeken. Vraag b Hierdoor kan met deze dagboeken controle worden uitgeoefend op het aanwezige kasgeld en het banksaldo. NB: Bedoelde saldi worden vermeld met P.M. (pro memorie).
9.02

Vraag a
Ontvangsten Datum Documentnummer 1 juli 5 juli K-58 18 juli K-62 Tegenrekening P.M. Debiteuren Debiteuren Kasboek Bedrag Datum 1.200 3.290 1.410 5 juli 7 juli 13 juli 13 juli 26 juli 31 juli Documentnummer K-59 K-60 K-61 K-61 K-63 Tegenrekening Kruisposten Priv Overige kosten Te vorderen OB Priv P.M. Uitgaven Bedrag 2.400 960 400 76 640 - 1.424 ------------ 5.900 ========

------------ 5.900 ======== 1 aug Ontvangsten Datum Documentnummer 2 juli B-115 7 juli B-116 15 juli B-118 17 juli B-119 26 juli B-121 31 juli P.M. 1.430 Bankboek Datum 1 juli 1 juli 8 juli 17 juli 22 juli

Tegenrekening Debiteuren Kruisposten Debiteuren Te vorderen OB Debiteuren P.M.

Bedrag

Documentnummer B-114 B-117 B-119 B-120

Tegenrekening P.M. Huurkosten Crediteuren Te betalen OB Crediteuren

Uitgaven Bedrag 2.000 - 3.200 - 13.865 - 14.700 - 9.635 ------------ 43.400 ========

14.100 - 2.400 - 5.405 - 11.200 - 8.695 - 1.600 ------------ 43.400 ========

1 aug Inkoopboek Datum 10 juli 28 juli Factuurnummer I-17 I-18 Omschrijving H. Meijer A. Seip Factuurbedrag 19.992 - 13.328 --------------- 33.320 =========

P.M.

1.600

Goederen 16.800 - 11.200 --------------- 28.000 =========

Omzetbelasting 3.192 2.128 --------------- 5.320 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 43

2009 | Noordhoff Uitgevers

Datum 2 juli 18 juli

Factuurnummer V-19 V-20

Omschrijving M. Sleeboom W. van Gaal

Verkoopboek Factuurbedrag Omzet 22.848 - 15.232 ------------ 38.080 ======== Memoriaal 19.200 - 12.800 ------------ 32.000 ========

Omzetbelasting 3.648 - 2.432 ------------ 6.080 ========

Inkoopwaarde 13.440 - 8.960 ------------ 22.400 ========

Datum 23 juli

Documentnummer M-11

Omschrijving Creditverkoopfactuur gezonden aan afnemer W. van Gaal vanwege tegemoetkoming in enkele beschadigde goederen Omzetbelasting Totaal

Bedrag 1.200 228 ------------ 1.428 400

31 juli

M-12

De afschrijvingskosten op de inventaris bedragen voor juli

Vraag b1
Ontvangsten Debiteuren Recapitulatie Kasboek juli 4.700 Kruisposten Priv Overige kosten Te vorderen omzetbelasting Recapitulatie Bankboek juli 28.200 Huurkosten 2.400 Crediteuren 11.200 Te betalen omzetbelasting Uitgaven 2.400 1.600 400 76 Uitgaven 3.200 23.500 14.700

Ontvangsten Debiteuren Kruisposten Te vorderen omzetbelasting

Vraag b2
Journaal Omschrijving Balanstellingen Kasboek (ontvangsten) Kas aan Debiteuren Kasboek (uitgaven) Kruisposten Priv Overige kosten Te vorderen omzetbelasting aan Kas Bankboek (ontvangsten) Bank aan Debiteuren aan Kruisposten aan Te vorderen omzetbelasting Bankboek (uitgaven) Huurkosten Crediteuren Te betalen omzetbelasting aan Bank Bedrag Debet 93.800 4.700 2.400 1.600 400 76 41.800 3.200 23.500 14.700 41.400 28.200 2.400 11.200 4.476 4.700 Credit 93.800

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 44

2009 | Noordhoff Uitgevers

Inkoopboek Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting aan Crediteuren Verkoopboek Debiteuren aan Omzet aan Te betalen omzetbelasting + Inkoopwaarde van de omzet aan Voorraad goederen Memoriaal Omzet Te betalen omzetbelasting aan Debiteuren Afschrijvingskosten aan Inventaris Totalen

28.000 5.320 33.320

38.080 32.000 6.080 22.400

22.400 -

1.200 228 400 400 ------------------ 281.804 =========== 1.428

----------------- 281.804 ===========

Vraag c/Vraag e
1 1 juli van Balans Inventaris 20.400 31 juli Memoriaal 31 juli naar Balans ----------------- 20.400 =========== Voorraad goederen 28.100 31 juli Verkoopboek 28.000 31 juli naar Balans ----------------- 56.100 =========== Debiteuren 32.900 31 juli 38.080 31 juli 31 juli 31 juli ----------------- 70.980 =========== 1 400 20.000 ----------------- 20.400 =========== 2 22.400 33.700 ----------------- 56.100 =========== 3 4.700 28.200 1.428 36.652 ----------------- 70.980 =========== 4 11.200 5.396

2 1 juli van Balans 31 juli Inkoopboek

3 1 juli van Balans 31 juli Verkoopboek

Kasboek Bankboek Memoriaal naar Balans

4 1 juli van Balans 31 juli Kasboek 31 juli Inkoopboek

Te vorderen omzetbelasting 11.200 31 juli Bankboek 76 31 juli naar Balans 5.320 ----------------- 16.596 =========== Kas 1.200 31 juli Kasboek 4.700 31 juli naar Balans ----------------- 5.900 ===========

----------------- 16.596 =========== 5 4.476 1.424 ----------------- 5.900 ===========

5 1 juli van Balans 31 juli Kasboek

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 45

2009 | Noordhoff Uitgevers

6 31 juli van Rekening Priv 31 juli naar Balans

Eigen vermogen 1.600 1 juli van Balans 56.400 31 juli van Winst-en-verliesrekening ----------------- 58.000 =========== Bank 41.800 1 juli van Balans 1.600 31 juli Bankboek ----------------- 43.400 =========== Crediteuren 23.500 1 juli van Balans 33.320 31 juli Inkoopboek ----------------- 56.820 =========== Te betalen omzetbelasting 14.700 1 juli van Balans 228 31 juli Verkoopboek 5.852 ----------------- 20.780 =========== Kruisposten 2.400 31 juli Bankboek

6 53.600 4.400 ----------------- 58.000 =========== 7 2.000 41.400 ----------------- 43.400 =========== 8 23.500 33.320 ----------------- 56.820 ===========

7 31 juli Bankboek 31 juli naar Balans

8 31 juli Bankboek 31 juli naar Balans

9 31 juli Bankboek 31 juli Memoriaal 31 juli naar Balans

14.700 6.080

----------------- 20.780 =========== 10 2.400 11 32.000

10 31 juli Kasboek 11 31 juli Memoriaal 31 juli naar Winst-en-verliesrekening

Omzet 1.200 31 juli Verkoopboek 30.800 ----------------- 32.000 =========== Inkoopwaarde omzet 22.400 31 juli naar Winst-en-verliesrekening Huurkosten 3.200 31 juli naar Winst-en-verliesrekening Afschrijvingskosten 400 31 juli naar Winst-en-verliesrekening Overige kosten 400 31 juli naar Winst-en-verliesrekening Priv 1.600 31 juli naar Rekening Eigen vermogen

----------------- 32.000 =========== 12 22.400 13 3.200 14 400 15 400 16 1.600

12 31 juli Verkoopboek 13 31 juli Bankboek 14 31 juli Memoriaal 15 31 juli Kasboek 16 31 juli Kasboek

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 46

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d
Grootboekrekening Nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Naam Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Te vorderen omzetbelasting Kas Eigen vermogen Bank Crediteuren Te betalen omzetbelasting Kruisposten Omzet Inkoopwaarde omzet Huurkosten Afschrijvingskosten Overige kosten Priv Saldo winst Totalen Saldibalans Debet 20.400 - 56.100 - 70.980 16.596 5.900 41.800 23.500 14.928 2.400 1.200 22.400 3.200 400 400 1.600 Credit 400 - 22.400 - 34.328 11.200 4.476 53.600 43.400 56.820 20.780 2.400 32.000 --------------- 281.804 ========= 22.400 3.200 400 400 1.600 --------------- 125.172 ========= Voorafgaande journaalposten Debet Credit 20.000 - 33.700 - 36.652 5.396 1.424 53.600 1.600 33.320 5.852 30.800 22.400 3.200 400 400 --------------- 30.800 ========= --------------- 97.172 ========= --------------- 97.172 ========= 30.800 Winst-en-verliesrekening over december Debet Credit Eindbalans per 31 december Debet Credit 20.000 - 33.700 - 36.652 5.396 1.424 56.400 1.600 33.320 5.852

--------------- 281.804 ========= 9.03

--------------- 125.172 =========

4.400 --------------- 30.800 =========

Het journaal van augustus van Klievink Automaterialen ziet er als volgt uit:
Journaal Omschrijving Balanstellingen Kasboek (ontvangsten) Kas aan Kruisposten aan Debiteuren Kasboek (uitgaven) Priv Algemene kosten Te vorderen omzetbelasting Kruisposten aan Kas Bankboek (ontvangsten) Bank aan Debiteuren aan Kruisposten aan Priv Bankboek (uitgaven) Inventaris Te vorderen omzetbelasting Kruisposten Hypothecaire lening Interestkosten Crediteuren Priv Loonkosten aan Bank Bedrag Debet Credit 349.680 349.680 11.575 400 200 38 8.000 90.850 5.000 950 1.000 5.000 1.400 54.520 3.000 6.200 77.070 82.250 8.000 600 8.638 1.000 10.575

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 47

2009 | Noordhoff Uitgevers

Inkoopboek Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting aan Crediteuren Inkoopretourenboek Crediteuren aan Te vorderen omzetbelasting aan Voorraad goederen Verkoopboek Debiteuren aan Te betalen omzetbelasting aan Omzet + Inkoopwaarde omzet aan Voorraad goederen Verkoopretourenboek Omzet Te betalen omzetbelasting aan Debiteuren + Voorraad goederen aan Inkoopwaarde omzet Memoriaal a Afschrijvingskosten aan Gebouw aan Inventaris b Priv aan Voorraad goederen aan Te betalen omzetbelasting Totalen

60.000 11.400 5.712 912 4.800 16.720 88.000 66.000 71.400

104.720 -

66.000 6.000 1.140 4.200 800 350 450 4.200 7.140

1.190 1.000 190 ----------------- 798.975 ===========

------------------ 798.975 ===========

9.05

De logische volgorde van de gegeven begrippen is: beginbalans financile feiten dagboeken journaal grootboek proef- en saldibalans winst-en-verliesrekening en eindbalans NB: De eindbalans van periode t is tevens de beginbalans van periode t + 1.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 48

2009 | Noordhoff Uitgevers

10
10.01

Subgrootboeken

Vraag a Collectieve grootboekrekeningen (verzamelrekeningen) zijn grootboekrekeningen waarop (alle) bezittingen of schulden van een bepaalde soort in totaliteit worden geadministreerd. Voorbeelden van collectieve grootboekrekeningen zijn de grootboekrekeningen Debiteuren, Crediteuren, Voorraad goederen. Vraag b Een subgrootboek is een boek dat een specificatie geeft van een collectieve grootboekrekening. Vraag c Enkele voorbeelden van subgrootboeken zijn: het debiteurenboek, het crediteurenboek, het voorraadboek.
10.02

Vraag a Het debiteurenboek van de handelsonderneming Van Ingen:


Debiteurennr.: 1 Datum 1 mei 15 mei 28 mei Omschrijving Saldo Volgens B-103 Volgens V-29 Naam: L. Hofmans Woonplaats: Panningen Debet Credit 17.850 13.387,50 - 17.255 Naam: A. Poort Woonplaats: Venraij Debet Credit 7.140 - 6.545 7.140 Naam: W. Rodenburg Woonplaats: Deurne Debet Credit 11.900 8.925 - 10.115

Saldo 17.850 - 4.462,50 - 21.717,50

Debiteurennr.: 2 Datum 1 mei 7 mei 21 mei Omschrijving Saldo Volgens V-27 Volgens B-107

Saldo 7.140 - 13.685 - 6.545

Debiteurennr.: 3 Datum 1 mei 8 mei 12 mei Omschrijving Saldo Volgens B-97 Volgens V-28

Saldo 11.900 - 2.975 - 13.090

Vraag b
Saldilijst debiteuren per 31 mei Nr. 1 2 3 Naam en woonplaats L. Hofmans, Panningen A. Poort, Venraij W. Rodenburg, Deurne Saldo 21.717,50 - 6.545 - 13.090 ---------------- 41.352,50

NB: Het eindtotaal van de saldilijst (41.352,50) moet gelijk zijn aan het saldo per 31 mei van de grootboekrekening Debiteuren.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 49

2009 | Noordhoff Uitgevers

10.03

Vraag a Het crediteurenboek van de handelsonderneming Roelofs:


Crediteurennr.: 1 Datum 1 aug 5 aug 24 aug Omschrijving Saldo Volgens B-168 Volgens I-44 Naam: M. Camps Woonplaats: Barneveld Debet Credit 33.320 33.320 - 22.015 Naam: J. Hubers Woonplaats: Rhenen Debet Credit 10.115 - 17.255 7.735 Naam: B. Zuil Woonplaats: Ede Debet Credit 17.850 - 25.585 595 - 11.900

Saldo 33.320 - 22.015

Crediteurennr.: 2 Datum 1 aug 16 aug 25 aug Omschrijving Saldo Volgens I-43 Volgens B-180

Saldo 10.115 - 27.370 - 19.635

Crediteurennr.: 3 Datum 1 aug 2 aug 5 aug 17 aug Omschrijving Saldo Volgens I-42 Volgens M-29 Volgens B-172

Saldo 17.850 - 43.435 - 42.840 - 30.940

Vraag b
Saldilijst crediteuren per 31 augustus Nr. 1 2 3 Naam en woonplaats M. Camps, Barneveld J. Hubers, Rhenen B. Zuil, Ede Saldo 22.015 - 19.635 - 30.940 ------------ 72.590 ========

NB: Het eindtotaal van de saldilijst (72.590) moet gelijk zijn aan het saldo per 31 augustus van de grootboekrekening Crediteuren.
10.04

Vraag a Het debiteurenboek van de handelsonderneming Verheggen:


Debiteurennr.: 1 Datum Omschrijving 1 juli Saldo 5 juli Volgens K-58 18 juli Volgens V-20 23 juli Volgens M-11 26 juli Volgens B-21 Debiteurennr.: 2 Datum Omschrijving 1 juli Saldo 2 juli Volgens B-115 18 juli Volgens K-62 Naam: W. van Gaal Debet Credit 11.985 3.290 - 15.232 - 1.428 - 8.695 Naam: P. Linssen Debet Credit 15.510 14.100 - 1.410 Saldo 11.985 - 8.695 - 23.927 - 22.499 - 13.804

Saldo 15.510 - 1.410

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 50

2009 | Noordhoff Uitgevers

Debiteurennr.: 3 Datum Omschrijving 1 juli Saldo 2 juli Volgens V-19 15 juli Volgens B-118

Naam: M. Sleeboom Debet Credit 5.405 - 22.848 5.405

Saldo 5.405 - 28.253 - 22.848

Het crediteurenboek:
Crediteurennr.: 1 Datum Omschrijving 1 juli Saldo 8 juli Volgens B-117 10 juli Volgens I-17 Crediteurennr.: 2 Datum Omschrijving 1 juli Saldo 22 juli Volgens B-120 28 juli Volgens I-18 Naam: H. Meijer Debet Credit 13.865 13.865 - 19.992 Naam: A. Seip Debet 9.635 - 13.328 Saldo 13.865 - 19.992

Credit 9.635

Saldo 9.635 - 13.328

Vraag b
Saldilijst debiteuren per 31 juli Nr. 1 3 Naam W. van Gaal P. Linssen M. Sleeboom Tellingen Debet Credit 27.217 13.413 - 15.510 - 15.510 - 28.253 5.405 ------------------------------ 70.980 34.328 ========= ========= Saldilijst crediteuren per 31 juli Nr. 1 2 Naam H. Meijer A. Seip Tellingen Debet Credit 13.865 33.857 9.635 - 22.963 ------------------------------ 23.500 56.820 ========= ========= Saldi 19.992 - 13.328 --------------- 33.320 ========= Saldi 13.804 - 22.848 --------------- 36.652 =========

Vraag c Totaaltelling saldilijst debiteuren: 36.652 Saldo grootboekrekening Debiteuren: 36.652 Totaaltelling saldilijst crediteuren: 33.320 Saldo grootboekrekeing Crediteuren: 33.320
10.05

Vraag a Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

1 aan aan 2 aan

Debiteuren Omzet Te betalen omzetbelasting Omzet Te betalen omzetbelasting Debiteuren

10.710 800 152 952 9.000 1.710

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 51

2009 | Noordhoff Uitgevers

3 4 aan Vraag b
Grootboekrekening Nr. 4 8 10 11 14 Naam Debiteuren Bank Crediteuren Te betalen omzetbelasting Omzet 10.06

Crediteuren Bank
Saldibalans Debet 103.400 Credit 27.350 - 164.500 134.050 380.000 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 10.710 952 - 33.320 - 33.320 152 800 1.710 9.000

33.320 33.320
Eindbalans per 31 december Debet Credit 113.158 60.670 - 131.180 388.200 135.608

Winst-en-verliesrekening Debet Credit

Vraag a Het bijhouden in hoeveelheden is van belang omdat op ieder moment bekend moet zijn welke hoeveelheden er in het magazijn aanwezig moeten zijn. Het bijhouden van de rekeningen in het voorraadboek in waarden is van belang voor de koppeling tussen het voorraadboek en de grootboekrekening Voorraad goederen. Vraag b De gedetailleerde administratie van de goederenvoorraad in het voorraadboek wordt in de administratieve organisatie aangeduid met de kantoorvoorraadadministratie (KVA). Vraag c De goederenvoorraad wordt op de volgende drie plaatsen geadministreerd: in de magazijnvoorraadadministratie: per artikelsoort in hoeveelheden; in de kantoorvoorraadadministratie (het voorraadboek): per artikelsoort in hoeveelheden en waarden; in het grootboek (op de grootboekrekening Voorraad goederen): de totale waarde van de goederenvoorraad.
10.07

De begrippen moeten als volgt in het schema worden genoteerd:

NB: Uit het schema blijkt duidelijk dat de eindbalans van periode t de beginbalans van periode t + 1 is.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 52

2009 | Noordhoff Uitgevers

11
11.01

Het rekeningstelsel

Vraag a1 De interne verslaggeving betreft de verzorging van de financieel-economische informatie aan het management. Vraag a2 De interne verslaggeving wordt ook wel aangeduid met management accounting. Vraag b1 De externe verslaggeving betreft de verzoging van de financieel-economische informatie aan externe belanghebbenden. Vraag b2 De externe verslaggeving wordt ook wel aangeduid met financial accounting.
11.02

Vraag a De bestanddelen van de interne jaarrekening zijn: de balans per het einde van het boekjaar; de winst-en-verliesrekening over het boekjaar. Vraag b1 Enkele gangbare perioden zijn: kwartaal, maand, vier weken. Vraag b2 De tussentijdse berichtgeving maakt het voor het management mogelijk bijtijds bij te sturen als dat nodig mocht zijn.
11.03

Vraag a1 Een grootboekrekening is een zuivere rekening als de rekening slechts n functie vervult: f de functie van balansrekening f de functie van winst-en-verliesrekening. Vraag a2 Het opnemen in het grootboek van uitsluitend zuivere rekeningen wordt aangeduid met: toepassing van het principe van de permanence de linventaire et de profits et des pertes. Vraag b Een grootboekrekening is een gemengde rekening als de rekening tegelijkertijd zowel de functie van balansrekening als de functie van winst-en-verliesrekening heeft.
11.04

Vraag a De bestanddelen van de externe jaarrekening zijn: de balans per het einde van het boekjaar; de winst-en-verliesrekening over het boekjaar; de toelichting op de balans en de resultatenrekening. Vraag b De bepalingen en voorschriften met betrekking tot de externe jaarrekening van NVs en BVs zijn te vinden in Titel 9 Boek 2 BW: De jaarrekening en het jaarverslag.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 53

2009 | Noordhoff Uitgevers

Artikel 360 is het eerste artikel van Titel 9 Boek 2 BW. Dit artikel luidt als volgt: 1 Deze titel is van toepassing op de coperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. Ongeacht hun rechtsvorm is deze titel op banken als bedoeld in artikel 415 van toepassing. 2 Deze titel is eveneens van toepassing op een commanditaire vennootschap of een vennootschap onder firma waarvan alle vennoten die volledig jegens schuldeisers aansprakelijk zijn voor de schulden, kapitaalvennootschappen naar buitenlands recht zijn. 3 Deze titel is eveneens van toepassing op de stichting en de vereniging die een of meer ondernemingen in stand houden welke ingevolge de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, indien de nettoomzet van deze ondernemingen gedurende twee opeenvolgende boekjaren zonder onderbreking nadien gedurende twee opeenvolgende boekjaren, de helft of meer bedraagt van het in artikel 396 lid 1, onder b bedoelde bedrag, zoals gewijzigd op grond van artikel 398 lid 4. Indien de stichting of vereniging bij of krachtens de wet verplicht is een financile verantwoording op te stellen die gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in deze titel en indien deze openbaar wordt gemaakt, blijft de eerst volzin buiten toepassing.
11.05

Het decimale rekeningstelsel kan maximaal 1 000 grootboekrekeningen bevatten (10 10 10 grootboekrekeningen).
11.06

Vraag a Het eerste cijfer van het codenummer geeft aan van welke rubriek de grootboekrekening deel uitmaakt. Het tweede cijfer geeft aan van welke groep (binnen de rubriek) de grootboekrekening deel uitmaakt. Het derde cijfer geeft aan de plaats van de grootboekrekening binnen de groep. Vraag b De codering van de grootboekrekening met 842 wil zeggen dat de rekening deel uitmaakt van rubriek 8, binnen deze rubriek behoort tot groep 4 en zich binnen deze groep van de andere rekeningen onderscheidt door toevoeging van het cijfer 2.
11.07

Vraag a De gangbare indeling van de grootboekrekeningen in rubrieken bij industrile ondernemingen is de volgende: Rubriek 0 Rekeningen voor vaste activa, eigen vermogen en langlopende schulden Rubriek 1 Rekeningen voor vlottende activa (exclusief voorraden) en kortlopende schulden Rubriek 2 Tussenrekeningen Rubriek 3 Rekeningen voor de voorraden grond- en hulpstoffen Rubriek 4 Rekeningen in verband met kostensoorten Rubriek 5 Rekeningen in verband met de verbijzondering van de indirecte kosten Rubriek 6 Rekeningen in verband met de fabricage Rubriek 7 Rekeningen voor de voorraden gereed product en producten in bewerking Rubriek 8 Rekeningen in verband met de verkoop Rubriek 9 Rekeningen in verband met het resultaat Vraag b De gangbare indeling van de grootboekrekening in rubrieken bij handelsondernemingen is de volgende: Rubriek 0 Rekeningen voor vaste activa, eigen vermogen en langlopende schulden Rubriek 1 Rekeningen voor vlottende activa (exclusief voorraden) en kortlopende schulden Rubriek 2 Tussenrekeningen Rubriek 4 Rekeningen in verband met kostensoorten Rubriek 5 Rekeningen in verband met de verbijzondering van de indirecte kosten Rubriek 7 Rekeningen voor de voorraden handelsgoederen Rubriek 8 Rekeningen in verband met de verkoop Rubriek 9 Rekeningen in verband met het resultaat

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 54

2009 | Noordhoff Uitgevers

11.08

Rubriek 0 Inventaris Afschrijving inventaris Gebouwen Afschrijving gebouwen Onderhandse lening o/g Machines Afschrijving machines Terreinen Hypothecaire lening o/g Rubriek 1 Te betalen loonheffing Vooruitbetaalde bedragen Debiteuren Te vorderen omzetbelasting Te betalen sociale lasten Kas Crediteuren Te betalen nettolonen Te betalen omzetbelasting Nog te betalen bedragen Bank Rubriek 2 Kruisposten Rubriek 4 Milieubelasting Afschrijvingskosten Algemene kosten Portokosten Motorrijtuigenbelasting Loonkosten Sociale lasten Telefoonkosten Interestkosten Huurkosten Reclamekosten Rubriek 7 Voorraad handelsgoederen Rubriek 8 Inkoopwaarde van de omzet Rabatten Omzet Rubriek 9 Incidentele verliezen en winsten Dividendopbrengst

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 55

2009 | Noordhoff Uitgevers

11.10

Vraag a Voorafgaande journaalposten


Debet Credit

aan aan

051 410 420 010 410 020 410 420 030 030 900 140 420 040 450 152 181 180 182 410 420 430 210 150 410 420 152 650 430 430 152

Priv Overige kosten reproductieafdeling Kosten winkel Bedrijfspand met woning Overige kosten reproductieafdeling Machines Overige kosten reproductieafdeling Kosten winkel Bestelauto Bestelauto Bijzondere baten en lasten Crediteuren Kosten winkel Winkelinventaris Interestkosten Nog te betalen bedragen Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Te verrekenen omzetbelasting Overige kosten reproductieafdeling Kosten winkel Algemene kosten Tussenrekening lonen en salarissen Vooruitbetaalde bedragen Overige kosten reproductieafdeling Kosten winkel Nog te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Algemene kosten Algemene kosten Nog te betalen bedragen

1.500 1.500 4.500 30.000 7.500 7.500 65.000 5.000 60.000 4.500 15.000 5.500 74.500 15.000 30.000 7.500

aan aan aan aan aan aan aan

4.500 15.000 80.000 -

45.000 22.500 22.500 1.500 1.000 2.500 1.000 1.000 ----------------- 313.000 ========== 2.500 1.000 1.500 90.000

aan aan aan aan aan

----------------- 313.000 ==========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 56

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b De gevraagde kolommenbalans is als volgt.


Kolommenbalans per 31 december 2009 van Van Amstel, kantoorartikelenhandel en reproductiebedrijf
Grootboekrekening Nr. 010 020 030 040 050 051 060 100 130 140 150 152 180 181 182 200 210 400 410 Naam Bedrijfspand met woning Machines Bestelauto Winkelinventaris Eigen vermogen Priv 9%-Hypothecaire lening o/g Banken Debiteuren Crediteuren Vooruitbetaalde bedragen Nog te betalen bedragen Te vorderen omzetbelasting Te betalen omzetbelasting Te verrekenen omzetbelasting Kruisposten Tussenrekening lonen en salarissen Kosten materiaalverbruik reproductieafdeling Overige kosten reproductieafdeling 5.500 2.000 90.000 120.000 120.000 1.500 30.000 7.500 45.000 4.500 7.500 4.500 22.500 1.000 22.500 1.000 15.000 1.500 202.500 - 202.500 90.000 120.000 120.000 80.000 80.000 74.500 2.000 74.500 2.000 74.500 Saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 312.500 75.000 25.000 15.000 276.800 25.000 - 250.000 75.000 - 110.000 50.000 10.000 15.000 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 7.500 - 30.000 65.000 - 15.000 4.500 1.500 Herziene saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 305.000 45.000 75.000 10.500 276.800 26.500 - 250.000 75.000 - 110.000 - 110.000 14.000 32.000 Winst-en-verliesrekening 2009 Debet Credit Balans per 31 december 2009 Debet Credit 305.000 - 45.000 - 75.000 - 10.500 320.000 - 250.000 - 75.000 - 110.000 - 110.000 14.000 32.000

1.500 2.500 -

60.000 15.000 1.000 1.000 5.500

420

Kosten winkel

75.000

2.500 -

115.000 61.000 22.800 150.000 215.000 450.000 350.000 6.000 -

- 115.000 61.000 22.800 - 150.000 - 215.000 450.000 - 350.000 6.000 - 69.700 ------------- 806.000 ======== ------------- 806.000 ======== ------------- 786.500 ======== ------------- 786.500 ========

430 450 700 800 850 860 900

Algemene kosten Interestkosten Voorraad grondstoffen en winkelgoederen Kostprijs verkochte winkelgoederen Opbrengst reproductieafdeling Opbrengst verkochte winkelgoederen Bijzondere baten en lasten Saldo winst-en-verliesrekening Totalen

40.000 7.800 150.000 215.000 450.000 350.000 1.000

------------- 313.000 ========

5.000 ---------------- 1.549.300 =========

---------------- 1.472.800 ==========

---------------- 1.472.800 ==========

------------- 313.000 ========

---------------- 1.549.300 =========

11.11

Vraag a Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

aan aan aan

440 010 440 020 020 900

Afschrijvingskosten Gebouwen Afschrijvingskosten Inventaris Inventaris Incidentele resultaten

8.750 4.600 600 600 4.600 8.750

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 57

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan aan aan aan aan aan aan

440 030 450 152 450 152 180 460 900 700 130 840 181

Afschrijvingskosten Bestelauto Interestkosten Nog te betalen bedragen Interestkosten Nog te betalen bedragen Te vorderen omzetbelasting Administratiekosten Incidentele resultaten Voorraad goederen Debiteuren Opbrengst verkopen Te betalen omzetbelasting Totalen

26.400 2.800 1.050 228 1.000 20.230 17.000 3.230 ---------------- 65.658 ========== 1.000 228 1.050 2.800 26.400

----------------- 65.658 ==========

Vraag b
Handelsonderneming Ryado
Grootboekrekening Nr. 010 020 030 050 051 060 100 110 130 140 150 151 152 153 160 161 180 181 400 402 430 440 450 460 490 700 800 840 900 Naam Gebouwen Inventaris Bestelauto Eigen vermogen Priv 7%-Hypothecaire lening o/g Kas Bank Debiteuren Crediteuren Vooruitbetaalde bedragen Te vorderen bedragen Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Af te dragen loonheffing Belastingdienst Af te dragen premies bedrijfsvereniging Te vorderen omzetbelasting Te betalen omzetbelasting Brutoloon Sociale lasten Verkoopkosten Afschrijvingskosten Interestkosten Administratiekosten Overige kosten Voorraad goederen Inkoopprijs verkopen Opbrengst verkopen Incidentele resutaten Saldo winst-en-verliesrekening Totalen Saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 255.000 42.000 66.000 157.500 48.000 - 160.000 4.500 37.600 98.000 - 138.000 600 4.000 11.900 99.100 11.900 7.000 8.750 4.600 26.400 2.800 1.050 ---------------- 1.272.000 ========== 740.000 9.000 1.000 228 1.000 17.000 600 ---------------- 1.295.680 ========= 16.000 1.500 9.000 3.400 228 3.230 99.100 11.900 7.000 39.750 12.850 372 6.400 47.000 560.000 757.000 8.600 - 28.228 ------------- 765.600 ======== 12.850 372 6.400 - 560.000 757.000 8.600 ------------- 765.600 ======== ------------- 510.308 ======== ------------- 510.308 ======== 47.000 12.128 19.230 99.100 - 11.900 7.000 - 39.750 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 8.750 600 4.600 - 26.400 Herziene saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 246.250 38.000 39.600 157.500 48.000 - 160.000 4.500 37.600 - 118.230 - 138.000 600 4.000 3.850 1.500 9.000 3.400 12.128 19.230 Winst-en-verliesrekening 2009 Debet Credit Balans per 31 december 2009 Debet Credit 246.250 - 38.000 - 39.600 137.728 - 160.000 4.500 - 118.230 - 138.000 600 4.000 3.850 1.500 9.000 3.400 37.600

20.230

2.800 1.050

9.000 600 6.400 48.000 560.000

---------------- 1.272.000 ==========

------------- 65.658 ========

------------- 65.658 ========

---------------- 1.295.680 =========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 58

2009 | Noordhoff Uitgevers

11.12

Vraag a
Debet Credit

aan aan

410 010 420 015 020 180 140 900 420 020 440 152 110 900 460 152 181 180 182 700 800 800 700

Huisvestingskosten Bedrijfsgebouw Afschrijvingskosten inventaris Fornuis Koelvrieskast Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Incidentele resultaten Afschrijvingskosten inventaris Koelvrieskast Interestkosten Nog te betalen bedragen Rabobank Incidentele resultaten Verkoopkosten Nog te betalen bedragen Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Voorraad ingredinten Kostprijs maaltijden Kostprijs maaltijden Voorraad ingredinten Totalen

850 225 5.500 950 5.950 500 85 700 1.135 2.500 8.550 14.250 1.800 225 850

aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan

85 700 1.335 2.500 22.800 -

1.800 2.300 2.300 ---------------- 39.045 ==========

----------------- 39.045 ==========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 59

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Grootboekrekening Nr. 010 015 020 030 050 051 060 100 110 130 140 150 152 153 160 161 180 181 182 400 410 420 430 440 450 460 470 700 710 800 801 850 851 900 Naam Bedrijfsgebouw Fornuis Koelvrieskast Bestelauto Eigen vermogen Priv 8%-Hypothecaire lening o/g Kas Rabobank Debiteuren Crediteuren Nog te ontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Af te dragen loonheffing Af te dragen premies sociale lasten Te vorderen omzetbelasting Te betalen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Personeelskosten Huisvestingskosten Afschrijvingskosten inventaris Energiekosten Interestkosten Autokosten Verkoopkosten Overige kosten Voorraad ingredinten Voorraad wijn Kostprijs maaltijden Kostprijs wijn Opbrengst maaltijden Opbrengst wijn Incidentele resultaten Saldo winst-en-verliesrekening Totaal Saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 265.300 17.500 27.000 28.000 4.750 52.800 22.000 3.500 3.300 7.600 52.500 21.800 3.200 9.400 7.700 28.100 23.300 16.600 2.300 4.700 173.800 58.900 250 ---------------- 834.300 ========== ------------- 39.045 ======== ---------------- 834.300 ========== 355.500 142.500 1.835 1.585 ---------------- 836.485 ========= ------------- 39.045 ======== ---------------- 836.485 ========= 22.800 4.500 3.700 950 22.800 850 225 85 700 2.500 1.800 2.300 2.300 1.800 8.550 14.250 52.500 22.650 3.510 9.400 8.400 28.100 25.800 16.600 1.800 4.700 174.300 58.900 355.500 142.500 1.585 - 99.425 ------------- 499.585 ======== 14.250 52.500 - 22.650 3.510 9.400 8.400 28.100 25.800 16.600 - 174.300 - 58.900 355.500 - 142.500 ------------- 499.585 ======== ------------- 408.325 ======== ------------- 408.325 ======== 1.800 4.700 14.250 3.500 700 2.500 3.300 4.500 3.700 36.000 105.000 1.335 5.950 160.800 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 850 225 5.500 85 Herziene saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 264.450 17.275 5.415 27.000 160.800 28.000 - 105.000 4.750 54.135 22.000 41.950 3.500 6.700 3.300 4.500 3.700 Winst-en-verliesrekening 2009 Debet Credit Balans per 31 december 2009 Debet Credit 264.450 - 17.275 5.415 - 27.000 232.225 - 105.000 4.750 54.135 22.000 3.500 6.700 41.950

Vraag c
Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan aan aan aan

153 450 140 130 900 130 130 181 850 851 801 710

Vooruitbetaande bedragen Autokosten Crediteuren Debiteuren Incidentele resultaten Debiteuren Debiteuren Te betalen omzetbelasting Opbrengst maaltijden Opbrengst wijn Kostprijs wijn Voorraad wijn

4.000 1.250 645 1.324 124 800 200 200 645 1.250 4.000

200

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 60

2009 | Noordhoff Uitgevers

5 aan aan 6 aan 7 aan 8 aan aan

130 180 140 181 153 460 051 470 051 181 710

Debiteuren Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Te betalen omzetbelasting Vooruitbetaalde bedragen Verkoopkosten Priv Overige kosten Priv Te betalen omzetbelasting Voorraad wijn

331 31 331 31 500 65 76 400

500 65 476 -

Omdat de correctiejournaalposten worden geboekt in het boekjaar 2009, moeten de rekeningen waarop omzetbelasting is geboekt, worden overgeboekt naar de rekening 182 Af te dragen omzetbelasting. aan aan 181 180 182 Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Af te dragen omzetbealsting + + + + + + + 231 99.425 4.000 645 1.000 500 65 ---------------- 104.345 232.225 4.920 541 ---------------- 236.604 31 200

Vraag d 1 Het resultaat was Correctie autokosten (1) Faillissement T. Koot (3) Oudejaarsdiner Correctie verkoopkosten (6) Correctie overige kosten Gecorrigeerd resultaat 2 Het eigen vermogen was Toeneming resultaat Correctie priv (7) en (8)

11.14

Vraag a
Journaalposten Datum 4/12 aan 6/12 aan 7/12 aan 8/12 aan Grootboekrekening nr. naam 700 Voorraad zalm 140 Crediteuren 440 180 140 030 180 900 140 701 180 140 Kosten rokerij Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Bestelkoelauto Te vorderen omzetbelasting Incidentele resultaten Crediteuren Voorraad paling Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Debet 5.625 200 38 37.000 6.650 1.000 1.350 81 1.431 44.650 238 5.625 Credit

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 61

2009 | Noordhoff Uitgevers

12/12 aan 15/12 aan aan aan

440 180 140 130 181 850 851 800 801 700 701 850 181 130 700 900 800 400 160 161 110 430 410 400 450 152 153 Totaal

Kosten rokerij Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Debiteuren Te betalen omzetbelasting Opbrengst zalm Opbrengst paling Kostprijs zalm Kostprijs paling Voorraad zalm Voorraad paling Opbrengst zalm Te betalen omzetbelasting Debiteuren Voorraad zalm Incidentele resultaten Kostprijs zalm Personeelskosten Af te dragen loonheffing Af te dragen premies sociale lasten Rabobank Interestkosten Huisvestingskosten Personeelskosten Autokosten Nog te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen

2.000 380 10.070 570 7.500 2.000 2.380

4.500 1.000 4.500 1.000

aan aan 18/12 aan

1.500 90 400 400 5.000 1.400 780 2.820 800 1.590

aan 20/12 aan aan aan 31/12

1.300 220 410 435 1.710 655 ------------------ 79.649 ===========

aan aan

------------------ 79.649 ===========

Vraag b1 Voorafgaande journaalposten:


410 010 440 015 420 020 420 900 025 110 900 900 181 130 Huisvestingskosten Gebouwen Kosten rokerij Rooktunnel Afschrijvingskosten inventaris Koel- en diepvriesinstallatie Afschrijvingskosten inventaris Incidentele resultaten Snij-, weeg- en verpakkingsinstallatie Rabobank Incidentele resultaten Incidentele resultaten Te betalen omzetbelasting Debiteuren Debet Credit 670 700 180 300 3.650 890 9.600 600 10.200 890 3.950 180 700 670

aan aan aan

aan aan

aan

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 62

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan aan aan

140 150 150 200 410 152 181 182 180 Totaal

Crediteuren Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen bedragen Kruisposten Huisvestingskosten Nog te betalen bedragen Te betalen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting

150 780 10.400 1.400 7.100 8.500 ------------------ 36.420 =========== 10.400 780 150

aan

------------------ 36.420 ===========

Vraag 2 b
Zalm- en palingrokerij A. Koeleman te Spakenburg
Grootboekrekening Nr. 010 015 020 025 030 050 051 060 100 110 130 140 150 152 153 160 161 180 181 182 200 400 410 420 430 440 450 460 700 701 800 801 850 851 900 Naam Gebouwen Rooktunnel Koel- en diepvriesinstallatie Snij-, weeg- en verpakkingsinstallatie Bestelkoelauto Eigen vermogen Priv 8%-Hypothecaire lening o/g Kas Rabobank Debiteuren Crediteuren Nog te ontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Af te dragen loonheffing Af te dragen premies sociale lasten Te vorderen omzetbelasting Te betalen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Kruisposten Personeelskosten Huisvestingskosten Afschrijvingskosten inventaris Interestkosten Kosten rokerij Autokosten Overige kosten Voorraad zalm Voorraad paling Kostprijs zalm Kostprijs paling Opbrengst zalm Opbrengst paling Incidentele resultaten Saldo winst-en-verliesrekening Totalen Saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 221.500 80.000 7.100 7.300 39.220 16.000 4.600 38.500 54.700 200 5.200 8.500 780 73.900 14.100 13.150 15.600 15.100 13.600 12.350 16.000 5.150 341.300 32.700 1.850 ---------------- 1.038.400 ========== ---------------- 1.038.400 ========== 523.950 71.500 3.650 9.600 ------------- 36.420 ======== 890 14.210 ------------- 36.420 ======== ---------------- 1.046.650 ========= 2.000 600 1.400 7.100 670 10.400 180 300 700 780 73.900 25.170 13.630 15.600 15.800 13.600 12.350 16.000 5.150 341.300 32.700 - 523.950 71.500 14.210 37.190 ---------------- 1.046.650 ========= 73.900 25.170 13.630 15.600 15.800 13.600 12.350 - 341.300 - 32.700 523.950 - 71.500 ------------- 595.450 ======== ------------- 595.460 ======== ------------- 472.390 ======== ------------- 472.390 ======== 16.000 5.150 4.300 3.200 8.500 7.100 7.100 6.600 61.100 195.000 890 150 780 10.200 150 10.400 4.600 39.390 44.500 830 5.200 4.300 3.200 17.000 5.200 4.300 3.200 60.950 830 17.000 170.750 16.000 195.000 4.600 39.390 44.500 60.950 - 195.000 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 670 700 180 3.950 Herziene saldibalans per 31 december 2009 Debet Credit 220.830 79.300 6.920 3.350 39.220 170.750 Winst-en-verliesrekening 2009 Debet Credit Balans per 31 december 2009 Debet Credit 220.830 - 79.300 6.920 3.350 39.220 191.940

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 63

2009 | Noordhoff Uitgevers

11.16

Vraag a Rubriek 0 Maatschappelijk kapitaal Aandelen in portefeuille Agioreserve Algemene reserve Rubriek 1 Te betalen netto dividend Te betalen dividendbelasting Te betalen vennootschapsbelasting Rubriek 9 Vennootschapsbelasting Vraag b Drie andere ondernemingsvormen zijn: Naamloze vennootschap Openbare vennootschap met of zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Vraag c De onderneming Kerckhoffs behoort tot de dienstverlenende ondernemingen. Ondernemingen zijn bedrijven die gericht zijn op het maken van winst. Een onderneming kan worden ingedeeld bij n van de volgende drie groepen: Handelsondernemingen. Handelsondernemingen hebben tot doel winst te maken door het kopen van goederen en het verkopen van deze goederen in niet-bewerkte vorm. Een eventuele bewerking van de goederen hoeft typering van de onderneming als handelsonderneming niet in de weg te staan. Voorwaarde is wel dat de bewerking van ondergeschikte betekenis is: de bewerking moet ondergeschikt blijven aan het handelsdoel. Industrile ondernemingen. Industrile ondernemingen hebben tot doel om winst te maken door ingekochte grond- en hulpstoffen met behulp van arbeid, machines, enzovoort om te zetten in eindproducten en deze eindproducten te verkopen. Dienstverlenende ondernemingen. Dienstverlenende ondernemingen hebben tot doel om winst te maken door werkzaamheden ten behoeve van derden te verrichten. Een eventuele eigendomsoverdracht van goederen hoeft typering van de onderneming als dienstverlenende onderneming niet in de weg te staan. Voorwaarde is wel dat de eigendomsoverdracht van goederen ondergeschikt is aan de dienstverlening.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 64

2009 | Noordhoff Uitgevers

12
12.01

Eigen vermogen en eenmanszaak

Vraag a Twee kenmerken van de eenmanszaak zijn de volgende: Zowel de eigendom als de leiding berust bij n persoon. De eigenaar van de eenmanszaak is met zijn totale vermogen aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Vraag b De rekening Priv wordt gebruikt in geval van priv-stortingen of priv-opnamen. Vraag c De rekening Priv is een hulprekening van de rekening Eigen vermogen.
12.02

De journaalposten zijn de volgende:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan aan


12.03

110 041 041 100 041 110 041 181 700

Bank Priv Priv Kas Priv Bank Priv Te betalen omzetbelasting Voorraad goederen

32.000 2.000 5.250 952 152 800 5.250 2.000 32.000

Vraag a De journaalposten van de vermelde feiten zijn:


Debet Credit

dec aan 6 dec aan aan 8 dec aan 16 dec aan

Bank Priv Priv Te betalen omzetbelasting Voorraad goederen Priv Autokosten Te vorderen omzetbelasting Bank Crediteuren Priv

8.000 2.023 323 1.700 8.000

499,80 780 148,20 3.666 3.666 1.428

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 65

2009 | Noordhoff Uitgevers

19 dec aan

Priv Postbank

600 600

Vraag b De grootboekrekening Priv:


30 nov 6 dec 8 dec 19 dec Telling Goederen Garagebedrijf Inkomstenbelasting Priv 31.816 30 nov - 2.023 3 dec 499,80 16 dec 600 31 dec ---------------- 34.938,80 ========== Telling Erfenis Factuur leverancier naar rekening Eigen vermogen 1.725 - 8.000 - 3.666 - 21.547,80 ---------------- 34.938,80 ==========

12.04

De volgende opstelling moet worden gemaakt: Eigen vermogen op 1 januari af: Geleden verlies af: Priv-opnamen bij: Priv-stortingen 1.220 -------------------------------- 80.920 116.900 19.200 ---------------- 97.700

Eigen vermogen op 31 december 97.700 priv-opnamen + 1.220 = 80.920. Priv-opnamen = 18.000.


12.06

Vraag a
Debet Credit

aan aan aan aan

010 410 900 030 440 156 900 100 900 179 130 175 176 179 170

Winkelpand Huisvestingskosten Diverse baten en lasten Bestelwagen Interestkosten Nog te betalen bedragen Diverse baten en lasten Kas Diverse baten en lasten Af te dragen omzetbelasting Debiteuren Verschuldigde omzetbelasting 6% Verschuldigde omzetbelasting 19% Af te dragen omzetbelasting Te verrekenen omzetbelasting

3.350 3.000 1.215 153 315 35 1.299 8.753 5.934 4.118 350 153 1.215 3.000 3.350

aan

aan aan

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 66

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan aan aan aan

705 900 700 850 855 855 850 151 900

Voorraad overige Diverse baten en lasten Voorraad wijnen Opbrengst verkopen wijn Opbrengst verkopen overige Opbrengst verkopen overige Opbrengst verkopen wijnen Nog te ontvangen bedragen Diverse baten en lasten

220 420 2.345 8.250 400 400 ---------------- 29.755 ========== 8.250 2.345 640

---------------- 29.755 ========== Vraag b


Grootboekrekening Nr. 010 020 030 050 051 070 100 110 120 130 140 150 151 155 156 159 160 161 170 175 176 179 401 410 420 430 440 450 480 700 705 800 805 850 855 900 Naam Winkelpand Inventaris Bestelwagen Eigen vermogen Priv 5,5% hypothecaire lening o/g Kas Fortisbank Postbank Debiteuren Crediteuren Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Te betalen nettoloon Af te dragen loonheffing Af te dragen premies sociale lasten Te verrekenen OB Verschuldigde OB 6% Verschuldigde OB 19% Af te dragen OB Personeelskosten Huisvestingskosten Verkoopkosten Administratiekosten Interestkosten Autokosten Overige kosten Voorraad Wijnen Voorraad Overige Kostprijs verkopen Wijnen Kostprijs verkopen Overige Opbrengst verkopen Wijnen Opbrengst verkopen Overige Diverse baten en lasten Saldibalans per 31 december 2008 Debet Credit 410.000 29.000 53.000 115.813 1.200 - 265.000 1.125 11.250 7.100 17.293 19.169 1.248 750 2.800 7.175 2.092 2.630 4.118 82.200 9.500 17.500 5.000 14.575 5.226 5.315 54.790 11.105 487.500 158.000 712.500 216.000 7.950 1.299 8.753 1.299 8.753 35 3.114 1.215 220 2.345 8.250 3.000 153 315 420 8.250 2.345 400 640 4.118 5.934 3.350 82.200 6.150 17.500 5.000 15.790 5.226 5.315 54.150 11.352 487.500 158.000 718.405 210.095 4.462 5.899 82.200 6.150 - 17.500 5.000 - 15.790 5.226 3.315 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 3.350 3.000 Herziene saldibalans per 31 december 2008 Debet Credit 413.350 29.000 50.000 115.813 1.200 - 265.000 972 11.250 7.100 16.643 19.169 1.248 1.150 2.800 8.390 2.092 2.630 3.114

Winst-en-verliesrekening 2008 Debet Credit

Balans per 31 december 2008 Debet Credit 413.350 - 29.000 - 50.000 264.894 - 265.000 972 7.100 16.643 1.248 1.150 2.800 8.390 2.092 2.630 3.144 19.169 11.250

400 -

153 350

1.215

5.899

- 487.500 - 158.000 718.405 - 210.095 4.462

54.150 11.325

Saldo winst-en-verliesrekening Totalen ---------------- 1.375.545 ========== ---------------- 1.375.545 ========== ------------- 29.755 ======== ------------- 29.755 ======== ---------------- 1.369.119 ========= ---------------- 1.369.119 =========

- 150.281 ------------- 932.962 ========

------------- 932.962 ========

------------- 585.238 ========

------------- 585.238 ========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 67

2009 | Noordhoff Uitgevers

12.08

Vraag a1 In box 1 zijn ondergebracht de inkomsten uit dienstverband, uit onderneming, uit werkzaamheden die niet onder de loonbelasting vallen, uit uitkeringen en pensioenen, uit alimentatie en uit eigen woning. Vraag a2 Het belastbaar inkomen uit werk en woning is belast met een progressief tarief: de belastingdruk wordt groter als het inkomen stijgt. Vraag a3 In box 1 wordt niet uitsluitend inkomstenbelasting geheven, maar ook de premies volksverzekeringen. Bij de volksverzekeringen gaat het om de AOW (Algemene ouderdomswet), de ANW (Algemene nabestaandenwet) en de AWBZ (Algemene wet bijzondere ziektekosten).

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 68

2009 | Noordhoff Uitgevers

13
13.01

Eigen vermogen en personenvennootschappen

Vraag a Ieder van de vennoten is hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele schuld van de OV; ook met zijn priv-vermogen. Vraag b Voordelen van een OV: Er kan een groter eigen vermogen worden ingebracht. Vanwege de hoofdelijke aansprakelijkheid kunnen gemakkelijker leningen worden afgesloten. De taken kunnen worden verdeeld, rekening houdend met de specifieke kwaliteiten van de vennoten. Nadelen van de OV: Er is steeds overleg tussen de vennoten nodig; verschil van inzicht kan tot slecht management leiden. Het financile gedrag van de vennoten priv, houdt risicos voor het bedrijf in.
13.02

Vraag a De journaalpost van de oprichting is:


Debet Credit

aan aan

041 043 040 042

Vermogen J. Bouwman n/t storten Vermogen S. Bouwman n/t storten Vermogen J. Bouwman Vermogen S. Bouwman

300.000 400.000 300.000 400.000

Vraag b Van de bankbijschrijving is de journaalpost:


Debet Credit

aan aan

110 041 043

Bank Vermogen J. Bouwman n/t storten Vermogen S. Bouwman n/t storten

350.000 150.000 200.000

Vraag c De openingsbalans van OV Gebr. Bouwman:


Bank 350.000 Openingsbalans Vermogen J. Bouwman Vermogen J. Bouwman n/t storten 300.000 150.000 ----------------- Vermogen S. Bouwman 400.000 Vermogen S. Bouwman n/t storten 200.000 ----------------------------------- 350.000 =========== 200.000 ------------------ 350.000 =========== 150.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 69

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d De journaalpost van de inbreng van S. Bouwman:


Debet Credit

aan aan aan

030 020 700 130 100 110 140 041

Goodwill Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank Crediteuren Vermogen S. Bouwman n/t storten

25.000 35.000 180.000 45.000 15.000 25.000 75.000 200.000

Vraag e De openingsbalans is nu als volgt


Goodwill Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank 25.000 35.000 180.000 45.000 15.000 125.000 Openingsbalans Vermogen J. Bouwman Vermogen J. Bouwman n/t storten 300.000 150.000 ----------------- Vermogen S. Bouwman 400.000 Vermogen S. Bouwman n/t storten 200.000 -----------------Crediteuren ----------------- 425.000 =========== ------------------ 425.000 =========== 200.000 75.000 150.000

Vraag f De geactiveerde goodwill wordt gewoonlijk in een gering aantal jaren ten laste van het resultaat gebracht.
13.03

Vraag a 005 050 aan 700 aan 080 aan 051 110 086 085

Goodwill Eigen vermogen Voorraden Vermogen J. Dekker Priv J. Dekker Bank Vermogen K.Wals nog te storten Vermogen K. Wals

40.000 457.000 15.000 450.000 32.000

300.000 150.000 450.000

aan

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 70

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
005 010 015 020 051 700 130 100 110 Openingsbalans van de openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid Dewa per 1 januari Goodwill 40.000 080 Vermogen J. Dekker 450.000 Gebouwen - 300.000 085 Vermogen K. Wals 450.000 Voertuigen - 25.000 086 Hierop nog te storten - 150.000 Inventaris - 55.000 --------------Priv J. Dekker - 33.000 - 300.000 Voorraden - 100.000 160 Crediteuren - 96.000 Debiteuren - 82.000 170 Nog te betalen bedragen 9.000 Kas 4.000 Bank - 282.000 ---------------------------- 888.000 888.000 ========= =========

13.04

De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan aan 4 aan 5 aan


13.05

046 100 045 110 045 700 181 046 130 110 046

Priv D. Berns Kas Priv A. Wouters Bank Priv A. Wouters Voorraad goederen Te betalen omzetbelasting Priv D. Berns Debiteuren Bank Priv D. Berns

1.500 2.375 5.712 4.800 912 3.808 1.080 2.375 1.500

3.808 1.080

De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan aan 3 aan 4 aan aan 5 aan

046 110 045 700 181 110 045 046 990 181 130 140 046

Priv W. Zegers Bank Priv B. Schuurs Voorraad goederen Te betalen omzetbelasting Bank Priv B. Schuurs Priv W. Zegers Incidentele verliezen en winsten Te betalen omzetbelasting Debiteuren Crediteuren Priv W. Zegers

3.500 478 400 78 25.000 2.000 380 3.500

25.000 2.380 -

750 750 1.500

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 71

2009 | Noordhoff Uitgevers

13.06

Berekening vooraf: Gestort vermogen: 70% van 700.000 = 490.000. De rentevergoeding hierover bedraagt: 10% is 49.000. 1 Te verdelen: 59.500 49.000 = 10.500. Abels krijgt 3/7 10.500 = 4.500 Bouma en Chen krijgen ieder: 2/7 10.500 = 3.000. aan aan aan 090 046 047 048 Resultaat boekjaar Priv Abels Priv Bouma Priv Chen 59.500 25.500 17.000 17.000

2 Te verdelen: 35.000 49.000 = 14.000 Abels krijgt: 3/7 ( 14.000) = 6.000 Bouma en Chen krijgen ieder: 2/7 ( 14.000) = 4.000. aan aan aan 090 046 047 048 Resultaat boekjaar Priv Abels Priv Bouma Priv Chen 35.000 15.000 10.000 10.000

3. Te verdelen: 14.000 49.000 = 63.000 Abels krijgt: 3/7 ( 63.000) = 27.000 Bouma en Chen ieder: 2/7 ( 63.000) = 18.000 046 047 048 090 Priv Abels Priv Bouma Priv Chen Resultaat boekjaar 6.000 4.000 4.000 14.000

aan
13.07

Vraag a Vaste activa Goodwill Gebouw Inventaris Vlottende activa Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank

45.800 - 283.100 79.300 ---------------- 408.200 219.900 - 104.800 5.600 12.900 ---------------- 343.200

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 72

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Specificatie van het totaalbedrag van de vaste activa (408.200): Immaterile vaste activa Goodwill Materile vaste activa Gebouw Inventaris Financile vaste activa 283.100 79.300 ----------------362.400 ---------------- 408.200 45.800

NB: Een deelneming bijvoorbeeld maakt deel uit van de financile vaste activa. Een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid heeft een deelneming als de OV voor eigen rekening kapitaal verschaft aan een NV of BV teneinde met die NV of BV duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Vraag c Berekening winstverdeling: Behaalde winst K. de Jager B. de Hond 12% 170.000 = 12% 90.000 = 20.400 10.800 ----------------31.200 ---------------- 101.400 K. de Jager B. de Hond K. de Jager B. de Hond 2/3 101.400 = 1/3 101.400 = 20.400 + 67.600 = 10.800 + 33.800 = 67.600 33.800 88.000 44.600 ---------------- 132.600 132.600

Vraag d Journaalpost winstverdeling:


Debet Credit

aan aan

060 045 046

Winstsaldo Priv K. de Jager Priv B. de Hond

132.600 88.000 44.600

Vraag e Journaalpost vergroting gestorte vermogens:


Debet Credit

aan aan

045 046 041 043

Priv K. de Jager Priv B. de Hond Vermogen K. de Jager n/t storten Vermogen B. de Hond n/t storten

30.000 10.000 30.000 10.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 73

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag f
005 010 015 700 130 100 110 Goodwill Gebouw Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Kas Bank Balans per 1 januari van OV De Jager & De Hond 45.800 040 Vermogen K. de Jager 283.100 041 Vermogen K. de Jager n/t storten 79.300 219.900 104.800 042 Vermogen B. de Hond 5.600 043 Vermogen B. de Hond n/t storten 12.900 045 046 070 140 181 180 ------------------ 751.400 =========== 13.09 Priv K. de Jager Priv B. de Hond Hypothecaire lening Crediteuren Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting 300.000 - 100.000 --------------- 150.000 - 50.000 --------------- 57.600 - 33.200 ---------------24.400 ------------------ 751.400 =========== 100.000 59.900 37.200 200.500 129.400 200.000

Vraag a De vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid worden fiscaal elk als ondernemer aangemerkt omdat elke vennoot aansprakelijk is voor de schulden van het samenwerkingsverband. Vraag b Elk van de vennoten van een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid verantwoordt zijn aandeel in de winst in box 1 als winst uit onderneming.
13.10

Vraag a Een commanditaire vennoot is niet aansprakelijk voor de schulden van de openbare vennootschap. Zijn aansprakelijkheid is slechts beperkt tot het bedrag van zijn inbreng. Vraag b De niet-commanditaire vennoten worden beherende vennoten genoemd. Zij vertegenwoordigen de vennootschap in het economische verkeer met derden en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de OV. Vraag c Hoewel de commanditaire vennoot fiscaal niet als ondernemer wordt aangemerkt, geniet hij wel inkomsten uit onderneming. Bij de aangifte voor de inkomstenbelasting heeft hij daarom toch te maken met box 1 van de wet op de inkomstenbelasting. Eventuele kosten die hij moet maken en die verband houden met zijn inkomsten uit zijn verstrekte kapitaal zijn dan aftrekbaar.
13.11

Vraag a Het kenmerk van een OVR is dat de onderneming zelf contracten kan afsluiten en dat daarbij geen instemmingsvereiste nodig is van de vennoten. De OVR kan daarom zelf eigenaar zijn van bijvoorbeeld bedrijfsgebouwen en bedrijfswagens. Vraag b De continuteit is beter gewaarborgd omdat bij uittreding van een vennoot geen scheiding van goederen behoeft plaats te vinden.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 74

2009 | Noordhoff Uitgevers

14

Eigen vermogen en naamloze of besloten vennootschap

14.01

Voor de NV gelden de volgende verschillen: De aandelen kunnen op naam en/of aan toonder luiden. De aandelen zijn vrij overdraagbaar, zij het dat statutaire beperkingen in de overdraagbaarheid van de aandelen op naam kunnen bestaan. Aandeelbewijzen kunnen worden uitgegeven.
14.02

Vraag a Journaalpost van de oprichting


Debet Credit

aan

041 040

Aandelen in portefeuille Maatschappelijk kapitaal

1.500.000 1.500.000

Vraag b Journaalposten van de plaatsing en de storting:


Debet Credit

1 aan 2 aan

170 041 110 170

Aandeelhouders nog te storten Aandelen in portefeuille Bank Aandeelhouders nog te storten

800.000 800.000 800.000 800.000

Vraag c Journaalposten van de plaatsing en de storting:


Debet Credit

1 aan aan 2 aan

170 041 043 110 170

Aandeelhouders nog te storten Aandelen in portefeuille Agioreserve Bank Aandeelhouders nog te storten

560.000 400.000 160.000 560.000

560.000

Vraag d Balans per 31 december (gedeeltelijk) van de NV Druits:


Balans per 31 december van de NV Druits Maatschappelijk kapitaal Aandelen in portefeuille Agioreserve 1.500.000 300.000 ------------------ 1.200.000 160.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 75

2009 | Noordhoff Uitgevers

14.03

Vraag a 1 Het eigen vermogen van een onderneming is het overblijvend belang in de op geld gewaardeerde activa van de onderneming na aftrek van al het vreemde vermogen, zijnde de schulden, de voorzieningen en de overlopende passiva. 2 De specificatie die BW2 voorschrijft, is als volgt: Geplaatst kapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Overige reserves Winst boekjaar. 3 De eerste post van het eigen vermogen is het gestort en opgevraagd kapitaal als: het geplaatste kapitaal niet is volgestort er sprake is van opgevraagde bijstortingen die nog niet volledig zijn ontvangen. Vraag b Oprichting: 080 aan 090 Plaatsing: 170 085 aan 080 Storting: 110 aan 170

Aandelen in portefeuille Maatschappelijk kapitaal Aandeelhouders nog te storten Nog niet opgeeiste storting van aandeelh. Aandelen in portefeuille Bank Aandeelhouders nog te storten

1.000.000 1.000.000 600.000 150.000 600.000 60.000 45.000 45.000 60.000 600.000 750.000

Opgeiste storting: 150 Opgeiste storting van aandeelhouders aan 085 Nog niet opgeiste storting van aandeelhouders Storting: 110 aan 150 Bank Opgeiste storting van aandeelhouders

Vraag c Op de balans ultimo december komen de volgende posten voor:


Vordering op aandeelhouders 15.000 Maatschappelijk kapitaal Aandelen in portefeuille Geplaatst kapitaal Nog niet gestort Opgevraagde stortingen Gestort en opgevraagd 1.000.000 250.000 ------------------ 750.000 75.000 ------------------ 675.000 15.000 ------------------ 690.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 76

2009 | Noordhoff Uitgevers

14.04

Vraag a 1 De actuele waarde van een actief is de in geld uitgedrukte betekenis van het actief voor de onderneming, gegeven de aard en de plaats van de activiteit waarvoor het actief in de onderneming is bestemd. 2 Het bedrag van de herwaarderingsreserve op het moment van herwaardering wordt berekend door de boekwaarde op basis van de actuele waarde te verminderen met de boekwaarde op basis van de historische kosten. Vraag b 1 Per jaar wordt er afgeschreven: 1.200.000/50 = 24.000. De boekwaarde op basis van historische aanschafprijs is: 1.200.000 15 24.000 = 840.000. 2 Op basis van de actuele waarde wordt er per jaar afgeschreven: 3.000.000/50 = 60.000. De boekwaarde op basis van de actuele waarde is: 3.000.000 15 60.000 = 2.100.000. Vraag c 0.. aan 0.. Bedrijfspand Herwaarderingsreserve 1.260.000 1.260.000

Vraag d Jaarlijks wordt er gerealiseerd: 60.000 24.000 = 36.000. Vraag e Er moet nog gedurende dertig jaar worden afgeschreven; het bedrag van de ongerealiseerde herwaardering is dus: 30 36.000 = 1.080.000.
14.05

Vraag a Wettelijke reserves zijn reserves die op grond van bepalingen in BW2 moeten worden aangehouden. De vorming vindt plaats ten laste van de overige reserves of in het kader van de bestemming van de winst over het boekjaar (ingehouden winst). Statutaire reserves zijn reserves die op grond van bepalingen in de statuten van de NV of BV moeten worden aangehouden. Ze worden gevormd door winstinhouding. Overige reserves zijn de resterende reserves die gevormd zijn in het kader van de winstbestemming. Vraag b De indeling heeft betrekking op de beschikkingsmacht. Het gebonden eigen vermogen is het deel van het eigen vermogen waarover door de leiding van de onderneming niet vrij kan worden beschikt. Tot het gebonden eigen vermogen behoren: het geplaatste kapitaal, het nietgerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve, de wettelijke en de statutaire reserves. Het vrije eigen vermogen staat ter vrije beschikking van de onderneming. Hiertoe behoren: de agioreserve, het gerealiseerde deel van de herwaarderingsreserve, de overige reserves en de winst over het boekjaar.
14.06

Vraag a Journaalpost winstbestemming:


Debet Credit

aan aan aan

060 160 161 047

Winstsaldo Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting Algemene reserve

161.000 91.800 16.200 53.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 77

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Totale dividendbedrag 108.000. Aantal geplaatste aandelen 6 000. Dividendbedrag per aandeel 108.000 : 6 000 = 18. Vraag c Journaalpost betaling dividendbewijzen:
Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

43.605 43.605

NB: Dividend 2 850 18 = af: Dividendbelasting 15% =

51.300 7.695 ---------------- 43.605

Vraag d Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan
14.07

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

16.200 16.200

Vraag a Journaalpost winstbestemming:


Debet Credit

aan aan aan

060 050 160 161 047

Winstsaldo Onverdeeld gebleven winst Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting Algemene reserve

121.730 6.270 68.000 12.000 48.000

NB: Als het grootboek is bijgewerkt, heeft de rekening Winstsaldo geen saldo meer. De rekening Onverdeeld gebleven winst heeft dan een saldo (creditsaldo!) van 9.920. Vraag b Totale dividendbedrag 80.000. Aantal geplaatste aandelen 50 000. Dividendbedrag per aandeel 80.000 : 50 000 = 1,60. Vraag c Journaalpost betaling dividendbewijzen:
Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

50.592 50.592

NB: Dividend 37 200 1,60 = af: Dividendbelasting 15% =

59.520 8.928 ---------------- 50.592

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 78

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan
14.08

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

12.000 12.000

Vraag a Journaalpost toekenning interimdividend:


Debet Credit

aan aan

047 160 161

Algemene reserve Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting

40.000 34.000 6.000

Vraag b Journaalpost uitbetaling dividendbewijzen:


Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

22.865 22.865

NB: Interimdividend 2 690 10 = af: Dividendbelasting 15% =

26.900 4.035 ---------------- 22.865

Vraag c Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

6.000 6.000

Vraag d Dividend Interimdividend Slotdividend Aantal geplaatste aandelen 4 000. Slotdividend per aandeel 24.000 : 4 000 = 6. Vraag e Journaalpost winstbestemming:

64.000 40.000 ---------------- 24.000

Debet

Credit

aan aan aan

060 047 160 161

Winstsaldo Algemene reserve Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting

84.000 60.000 20.400 3.600

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 79

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag f Journaalpost uitbetaling dividendbewijzen:


Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

5.763 5.763

NB: Slotdividend 1 130 6 = af: Dividendbelasting 15% =

6.780 1.017 ---------------- 5.763

Vraag g Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan
14.09

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

3.600 3.600

Vraag a Journaalpost winstbestemming:


Debet Credit

aan aan aan aan aan

060 046 047 042 160 161

Winstsaldo Statutaire reserve Algemene reserve Uit te reiken aandelen Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting

160.000 16.000 24.000 60.000 42.000 18.000

NB: De dividendbelasting wordt berekend over het totale dividend en wordt vervolgens ingehouden op het cashdividend! Vraag b Totale stockdividend 60.000. Aantal geplaatste aandelen 6 000. Stockdividend per aandeel 60.000 : 6 000 = 10. Vraag c Journaalpost uitreiking aandelen:
Debet Credit

aan

042 041

Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille

32.000 32.000

NB: 3 200 dividendbewijzen nr. 37 10 = 32.000. De aandelen van de NV Wehberg hebben een nominale waarde van 100. Er zijn dus tegen inlevering van 3 200 dividendbewijzen nr. 37 320 aandelen uitgereikt. Vraag d Totale cashdividend 60.000. Aantal geplaatste aandelen 6 000. Cashdividend per aandeel 60.000 : 6 000 = 10.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 80

2009 | Noordhoff Uitgevers

Per dividendbewijs nr. 38 Cashdividend af: Dividendbelasting 15% (10 + 10) =

10 3 ----------------- 7

Vraag e Journaalpost uitbetaling dividendbewijzen:


Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

33.250 33.250

NB: 4 750 dividendbewijzen nr. 38 7 = 33.250. Vraag f Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan
14.10

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

18.000 18.000

Vraag a Saldo winst Vorig jaar onverdeeld gelaten Voor verdeling beschikbaar bedrag Ten gunste algemene reserve Dividend Onverdeeld wordt gelaten 200.000 - 600.000 -----------------

798.500 5.490 ---------------- 803.990

- 800.000 ---------------- 3.990 600.000 - 150.000 ---------------- 450.000 300.000 150.000

Dividend Interimdividend Slotdividend Stockdividend Cashdividend Vraag b Journaalpost winstverdeling:


Debet

Credit

aan aan aan aan

060 050 047 042 160 161

Winstsaldo Onverdeelde winst Algemene reserve Uit te reiken aandelen Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting

798.500 1.500 350.000 300.000 82.500 67.500

NB 1: De dividendbelasting is berekend over het (totale) slotdividend en is vervolgens ingehouden op het cashdividend. NB 2: Als het grootboek is bijgewerkt vertoont de rekening Onverdeelde winst een creditsaldo van 3.990.
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 81

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c Journaalpost uitreiking aandelen:


Debet Credit

aan

042 041

Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille

90.000 90.000

NB: 900 dividendbewijzen nr. 32 100 = 90.000. De aandelen van NV De Bouwing zijn 1.000 nominaal. Op de 900 dividendbewijzen nr. 32 zijn dus 90 aandelen uitgereikt. Vraag d Journaalpost uitbetaling dividendbewijzen:
Debet Credit

aan

160 110

Te betalen dividend Bank

30.250 30.250

NB: Cashdividend 1 100 50 = af: Dividendbelasting 15% 1 100 (100 + 50) =

55.000 24.750 ---------------- 30.250

Vraag e Journaalpost afdracht dividendbelasting:


Debet Credit

aan
14.11

161 110

Te betalen dividendbelasting Bank

67.500 67.500

Vraag a Journaalpost van het besluit tot uitreiking van bonusaandelen:


Debet Credit

aan

Agioreserve Uit te reiken aandelen

300.000 300.000

Vraag b Journaalpost uitreiking bonusaandelen:


Debet Credit

aan

Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille

120.000 120.000

NB: 600/1 500 300.000 = 120.000. Vraag c De grootte van het eigen vermogen verandert niet. De agioreserve neemt weliswaar af met 300.000 maar het geplaatste aandelenkapitaal neemt met 300.000 toe. NB: Het eigen vermogen per geplaatst aandeel wordt minder. Immers, het aantal geplaatste aandelen is toegenomen.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 82

2009 | Noordhoff Uitgevers

14.12

1 aan aan 2 aan aan 3 aan aan 4 aan


14.13

099 170 090 170 171 172 170 090 086 081 081 080

Resultaat boekjaar Keuzedividend Algemene reserve Keuzedividend (20% van 250.000) Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting (15%) Keuzedividend Algemene reserve Agioreserve (1/4 80% van 25 000 20) Uit te reiken aandelen Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille

300.000 250.000 50.000 42.500 7.500 200.000 100.000 100.000

50.000 -

200.000 100.000 100.000

De gevraagde journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan


14.14

Aandelen in portefeuille Maatschappelijk kapitaal Aandeelhouders nog te storten Aandelen in portefeuille Bank Aandeelhouders nog te storten Oprichtingskosten (resultaatrekening) Bank

2.500.000 2.500.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 120.000 120.000

Vraag a Journaalpost besluit om bonusaandelen uit te reiken:


Debet Credit

aan

Agioreserve Uit te reiken aandelen

400.000 400.000

NB: 8 000 bonusaandelen 50 nominaal = 400.000. Vraag b Aantal geplaatste aandelen 1.600.000 : 50 = 32 000. Aantal in te leveren dividendbewijzen nr. 56 voor n bonusaandeel: 32 000 : 8 000 = 4. Vraag c Journaalpost uitreiking bonusaandelen:
Debet Credit

aan

Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille

300.000 300.000

NB: 24 000/32 000 400.000 = 300.000. Of 24 000 : 4 = 6 000; 6 000 50 = 300.000.


Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 83

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d De gevraagde journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan aan 3 aan 4 aan


14.15

Aandelen in portefeuille Maatschappelijk kapitaal Aandeelhouders nog te storten Aandelen in portefeuille Agioreserve Bank Aandeelhouders nog te storten Emissiekosten aandelen (resultaatrekening) Bank

500.000 600.000 400.000 200.000 600.000 30.000 500.000

600.000 30.000

Vraag a Gebouw Handelsgoederen Handelsdebiteuren Hypothecaire lening Handelscrediteuren 90.000 - 110.000 -----------------

200.000 - 175.000 - 160.000 ---------------- 535.000

4 000 aandelen 100 per aandeel = Goodwill Vraag b De journaalposten voor de nieuwe BV:
Debet

- 200.000 ---------------- 335.000 - 400.000 ---------------- 65.000

Credit

1 aan 2 aan 3

Aandelen in portefeuille Maatschappelijk kapitaal Aandeelhouders nog te storten Aandelen in portefeuille Gebouw Voorraad goederen Debiteuren Goodwill 8%-Hypothecaire lening Crediteuren Aandeelhouders nog te storten

500.000 400.000 200.000 175.000 160.000 65.000 90.000 110.000 400.000 400.000 500.000

aan aan aan

Vraag c Over een bedrag van 100.000.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 84

2009 | Noordhoff Uitgevers

14.17

Vraag a
Debet Credit

aan

980 163

Vennootschapsbelasting Te betalen vennootschapsbelasting

100.000 100.000

Vraag b Saldo rekening 060 Winstsaldo 300.000 (creditsaldo). Vraag c


Debet Credit

aan aan aan


14.18

060 160 161 047

Winstsaldo Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting Algemene reserve

260.000 85.000 15.000 160.000

Vraag a De voorafgaande journaalposten zijn: 015 400 970 010 405 010 405 015 015 162 970 405 020 940 185 162 161 163 990 190 Inventaris Huisvestingskosten Incidentele baten en lasten Gebouw Afschrijvingskosten Gebouw (1/30 504.000 + 1/16 100.000) Afschrijvingskosten Inventaris Inventaris Te betalen omzetbelasting Incidentele baten en lasten Afschrijvingskosten Verpakkingsmachines Rentelasten Nog te betalen bedragen Te betalen omzetbelasting Te vorderen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Vennootschapsbelasting Te betalen vennootschapbelasting 85.000 16.000 35.000 23.050 45.000 1.900 18.000 1.600 99.140 57.000 57.000 ---------------- 381.690 ========== 42.000 57.140 1.600 18.000 1.140 760 45.000 23.050 136.000

aan aan

aan aan aan aan aan aan aan aan

---------------- 381.690 ==========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 85

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Grootboekrekening Nr. 010 015 020 080 081 085 090 099 100 110 120 130 135 161 162 163 180 185 190 400 405 410 420 430 480 700 810 820 940 970 990 Naam Gebouw Inventaris Verpakkingsmachines Maatschappelijk kapitaal Agrioreserve Algemene reserve 8%-Lening o/g Resultaat boekjaar Kas Fortisbank Postbank Debiteuren Crediteuren Te vorderen omzetbelasting Te betalen omzetbelasting Af te dragen omzetbelasting Vooruitbetaalde bedragen Nog te betalen bedragen Te betalen vennootschapsbelasting Huisvestingskosten Afschrijvingskosten Kosten van energie Personeelskosten Overige bedrijfskosten Verkoopkosten Voorraad handelsgoederen Kostprijs verkopen Opbrengst verkopen Rentelasten Incidentele baten en lasten Vennootschapsbelasting Saldo winst-en-verliesrekening Totalen Saldibalans per 31 december 2008 Debet Credit 340.000 - 160.000 60.000 350.000 50.000 - 560.000 - 240.000 20.000 42.000 21.000 80.000 42.000 17.000 115.000 24.000 16.000 86.050 48.000 - 265.000 90.000 - 120.000 - 1.240.000 - 3.110.000 - 4.062.200 18.200 1.600 35.000 57.000 1.600 57.000 - 131.000 86.050 48.000 - 265.000 90.000 - 120.000 - 1.240.000 - 3.110.000 - 4.062.200 19.800 30.240 57.000 98.000 99.140 400.000 42.000 1.140 57.140 17.000 25.600 57.000 131.000 86.050 48.000 265.000 90.000 120.000 - 1.240.000 - 3.110.000 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 159.950 86.900 45.000 18.000 Herziene saldibalans per 31 december 2008 Debet Credit 180.950 - 201.900 42.000 350.000 50.000 - 560.000 - 240.000 20.000 42.000 21.000 80.000 400.000 57.140 17.000 25.600 57.000 Winst-en-verliesrekening 2008 Debet Credit Balans per 31 december 2008 Debet Credit 180.950 - 201.900 42.000 350.000 50.000 - 560.000 - 240.000 - 105.110 20.000 42.000 21.000 80.000 - 400.000 57.140

4.062.200 19.800 4.000 760 30.240 57.000 - 105.110 ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ----------------- ---------------- 5.788.200 5.788.200 381.690 381.690 5.801.940 5.801.940 4.062.200 4.062.200 1.844.850 1.844.850 ========= ========= ========= ========= ========= ========= ========= ========= ========= =========

Vraag c 099 aan 1.. aan 1.. aan 085


14.19

Resultaat boekjaar Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting Algemene reserve

105.110 35.700 6.300 63.110

Vraag a De naam van de Nederlandse effectenbeurs is NYSE-Euronext Amsterdam NV. Vraag b Twee belangrijke indices zijn: AEX-index AMX-index. Vraag c NYSE-Euronext is ontstaan uit de fusie tussen de beurzen van Amsterdam, Brussel, Parijs en New York. Vraag d Twee belangrijke NYSE-Euronext-indices zijn: de NYSE-Euronext 100 de Next 150.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 86

2009 | Noordhoff Uitgevers

14.20

Vraag a Bedragen 1.000.000 Activa Voorzieningen Schulden Eigen vermogen Vraag b Intrinsieke waarde van een aandeel: 2.059.000.000 : 102 014 000 = 20,18 Vraag c De beurswaarde bedraagt Het in de balans tot uitdrukking komende eigen vermogen bedraagt Value-gap

6.590 382 4.149 -------4.531 -------2.059

2.550.350.000 - 2.059.000.000 ----------------------- 491.350.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 87

2009 | Noordhoff Uitgevers

15
15.01

Vreemd vermogen

Vraag a De twee kenmerken zijn: De omvang (het bedrag) is onzeker Het tijdstip van afwikkeling is onzeker. Vraag b De voorwaarden zijn: Er moet sprake zijn van een verplichting van de onderneming jegens derden. Er moet betrouwbaar kunnen worden geschat hoe groot de verplichting is. Het moet waarschijnlijk zijn dat de afwikkeling van de voorziening gepaard gaat met een uitstroom van geldmiddelen. Vraag c Voorbeelden van voorzieningen zijn: de voorziening voor verstrekte garanties op geleverde producten; de voorziening voor opruiming van aanwezige milieuvervuiling; de voorziening voor reorganisatie, waaronder de kosten voor afvloeiing van personeel; de voorziening in verband met geschillen, rechtsgedingen en claims.
15.02

De schulden worden onderverdeeld in: langlopende schulden; dat zijn schulden waarvan per balansdatum de nog resterende looptijd langer is dan n jaar; kortlopende schulden; hiertoe behoren alle schulden waarvan per balansdatum de resterende looptijd korter is dan n jaar.
15.03

Overlopende passiva worden onderverdeeld in: nog te betalen kosten; dit zijn bedragen die als kosten zijn geboekt in de lopende boekingsperiode, maar waarvan de betaling plaatsvindt in de volgende boekingsperiode(n); vooruitontvangen kosten; dit zijn ontvangsten in de lopende boekingsperiode, maar waarvan de opbrengst moet worden toegerekend aan de volgende boekingsperiode(n).
15.04

Vraag a De looptijd van de lening is vier jaar. Vraag b


Balansdatum 31 december 2008 31 december 2009 31 december 2010 31 december 2011 Resterende looptijd van de lening 3 3/4 jaar 2 3/4 jaar 1 3/4 jaar 3/4 jaar Langlopende schuld 1.200.000 800.000 400.000 (Credit)saldo van de rekening Lening o/g 1.600.000 1.200.000 800.000 400.000 Kortlopende schuld 400.000 400.000 400.000 400.000

Vraag c

Balansdatum 31 december 2008 31 december 2009 31 december 2010 31 december 2011

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 88

2009 | Noordhoff Uitgevers

15.05

Vraag a Op 1 juli 1999 gesloten lening af: 5 aflossingen van elk 300.000 = Schuld op 1 januari 2009 Vraag b Journaalpost van de aflossing van juli 2009:

3.000.000 - 1.500.000 ---------------- 1.500.000

Debet

Credit

aan

072 110

Onderhandse lening o/g Bank


072 Onderhandse lening o/g 300.000 1 jan van Balans - 1.200.000 ------------------ 1.500.000 ===========

300.000 300.000

Vraag c
31 juli Bankboek 31 dec naar Balans 1.500.000 ------------------ 1.500.000 ===========

Vraag d De resterende looptijd per 31 december 2009 is 3,5 jaar. Vraag e Langlopende schuld 900.000 Kortlopende schuld 300.000.
15.07

Vraag a Bij de plaatsing van een obligatielening zullen in het grootboek worden opgenomen de rekeningen Obligatielening en Obligaties in portefeuille. Vraag b De interestvergoeding op een obligatie wordt vaak met couponrente aangeduid. Vraag c De aflossing kan in principe op de volgende twee manieren geschieden: aflossing ineens aan het einde van de looptijd geleidelijke aflossing gedurende de looptijd.
15.08

Vraag a Journaalpost van de creatie van de obligaties:


Debet Credit

aan

076 075

Obligaties in portefeuille Obligatielening

8.000.000 8.000.000

Vraag b Journaalpost van de plaatsing van de obligaties:


Debet Credit

aan

110 076

Bank Obligaties in portefeuille

8.000.000 8.000.000
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 89

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c De obligatielening komt op de balans per 31 december 2009 voor met 8.000.000: onder de langlopende schulden 7.200.000 en onder de kortlopende schulden 800.000. Vraag d Journaalpost uitloting obligaties:
Debet Credit

aan

075 175

Obligatielening Uitgelote obligaties

800.000 800.000

Vraag e Journaalpost uitbetaling uitgelote obligaties:


Debet Credit

aan

175 110

Uitgelote obligaties Bank

600.000 600.000

Vraag f
(Gedeeltelijke) balans per 31 december 2010 van NV Eggermondt Langlopende schulden Obligatielening Kortlopende schulden Obligatielening Uitgelote obligaties 6.400.000 800.000 200.000

Vraag g Journaalpost uitbetaling resterende uitgelote obligaties:


Debet Credit

aan
15.09

175 110

Uitgelote obligaties Bank

200.000 200.000

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan aan 5 aan 6 aan

082 080 110 160 160 110 161 160 083 081 110 161 083 082

6% Obligatielening in portefeuille 6% Obligatielening Bank Inschrijvers op 6% Obligatielening Inschrijvers op 6% Obligatielening Bank Obligatiehouders nog te storten Inschrijvers op 6% Obligatielening Uit te reiken 6% Obligaties Agio op 6% Obligatielening Bank Obligatiehouders nog te storten Uit te reiken 6% Obligaties 6% Obligaties in portefeuille

1.000.000 1.000.000 231.000 31.000 820.000 200.000 1.000.000 20.000 820.000 1.000.000 1.000.000 820.000 31.000 231.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 90

2009 | Noordhoff Uitgevers

15.10

Vraag a Journaalpost van de creatie van de obligaties:


Debet Credit

aan

076 075

Obligaties in portefeuille Obligatielening

5.000.000 5.000.000

Vraag b Journaalpost van de plaatsing van de obligaties:


Debet Credit

aan

110 188 076

Bank Disagio op obligaties Obligaties in portefeuille

4.900.000 - 100.000 5.000.000

Vraag c Journaalpost betaling kosten:


Debet Credit

aan

187 110

Geactiveerde emissiekosten obligaties Bank


Jaarlijkse rentelasten obligatielening

250.000 250.000

Vraag d
Couponrente 1/10 het disagio op de obligaties 1/10 de emissiekosten van de obligaties 275.000 10.000 25.000 ------------------ 310.000 ===========

15.11

Vraag a Journaalpost van de conversie:


Debet Credit

aan aan

110 077 041 043

Bank Converteerbare obligatielening Aandelen in portefeuille Agioreserve

630.000 - 1.800.000 810.000 - 1.620.000

NB: Er wordt: 900 een bijbetaling van 700 ontvangen 900 twee obligaties ingewisseld 900 negen aandelen uitgegeven Vraag b
Balans per 31 december 2011 NV Maaswaal Aandelenkapitaal In portefeuille Agioreserve 4.500.000 200.000 ------------------ 4.300.000 - 5.000.000

NB: In verband met de conversie zijn in totaal 2 000 negen aandelen uitgegeven.
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 91

2009 | Noordhoff Uitgevers

Aandelen in portefeuille 2.000.000 18 000 100 = 200.000 De aandelen worden uitgegeven tegen een koers van 300 per aandeel. Immers: (2 1.000 + 700) : 9 = 300. Agioreserve 1.400.000 + 18 000 200 = 5.000.000
15.12

Vraag a De vreemd-vermogenscomponent van een converteerbare obligatielening wordt berekend door de contante waarde te nemen van alle toekomstige betalingen van rente en aflossing. Het rentepercentage dat hierbij wordt gebruikt, is gelijk aan de marktrente van een vergelijkbare lening zonder conversierecht. Vraag b De eigen-vermogenscomponent van een converteerbare obligatielening is gelijk aan het verschil tussen het ontvangen bedrag en het bedrag van de vreemd-vermogenscomponent. Vraag c 1 1.. aan 0.. aan 0.. 2 aan
15.13

Bank Agioreserve Converteerbare obligatielening Interest vreemd vermogen (1/12 60.000) Converteerbare obligatielening

2.000.000 590.000 - 1.410.000 5.000 5.000

9.. 0..

Vraag a Contante waarde van de lening: 1.000.000 0,74725817 = Contante waarde van de rentebetalingen: 40.000 4,21236379 =

747.258,17 - 168.494,54 -------------------- 915.752,71


Vreemd-vermogensccomponent 915.752,71 14.945,16 --------------------- 930.697,87 15.841,88 --------------------- 946.539,75 16.792,39 --------------------- 963.332,14 17.799,93 --------------------- 981.132,07 18.867,93 --------------------- 1.000.000

Vraag b
Jaar 1 1 1 2 2 3 3 4 4 5 5 Jaarlijkse toevoeging 1 januari Toevoeging: 6% van 915.752,71 40.000 = 31 december Toevoeging: 6% van 930.697,87 40.000 = 31 december Toevoeging: 6% van 946.539,75 40.000 = 31 december Toevoeging: 6% van 963.332,14 40.000 = 31 december Toevoeging: 6% van 981.132,07 40.000 = 31 december

Vraag c 9.. aan 0..

Interest vreemd vermogen (1/12 16.792,39) 4% Converteerbare obligatielening

1.399,37 1.399,37

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 92

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d 0.. aan 0.. aan 0.. aan


15.14

4% Converteerbare obligatielening Aandelen in portefeuille (1 400 10 30) Agio (1 400 10 20) 4% Converteerbare obligatielening Bank

700.000 420.000 280.000 300.000

0.. 1..

300.000

Vraag a Het (totale) vreemde vermogen bedraagt op 31 december 476.000. NB: Het totale vermogen bedraagt 960.000; het eigen vermogen bedraagt 484.000. Vraag b Eigenlijk vreemd vermogen Voorzieningen 434.000 42.000

Vraag c Voorzieningen zijn (op de balans opgenomen) bedragen voor toekomstige verplichtingen. De omvang van deze verplichtingen alsmede het tijdstip waarop ze zich zullen voordoen, zijn nog niet exact bekend. De toekomstige verplichtingen hangen wel samen met de huidige bedrijfsactiviteiten. Vraag d1 Een bedrag van 5.000. Vraag d2 Een bedrag van 10.000.
15.15

1 aan aan aan 2 aan 3 aan 4 aan aan 5 aan 6 aan 7 aan

099 055 052 160 161 160 110 052 051 110 051 055 071 070 450 120 150 110 180

Winstsaldo Agioreserve Uit te reiken aandelen Te betalen dividend Te betalen dividendbelasting Te betalen dividend Bank Uit te reiken aandelen Aandelen in portefeuille Bank Aandelen in portefeuille Agioreserve 5% Obligaties in portefeuille 5%-Obligatielening Emissiekosten Te verrekenen omzetbelasting Crediteuren Bank Inschrijvers op obligaties

120.000 180.000 180.000 102.000 18.000 102.000 180.000

102.000 180.000

2.200.000 500.000 - 1.700.000 1.000.000 1.000.000 8.000 1.520 350.000 350.000 9.520

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 93

2009 | Noordhoff Uitgevers

8 aan 9 aan 10 aan aan

110 180 065 071 180 110 440 910 110

Bank Inschrijvers op obligaties Disagio op obligaties 5% Obligaties in portefeuille Inschrijvers op obligaties Bank Bankkosten Interest Bank

790.000 200.000 10.000 1.000.000 150.000 520 225 295 150.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 94

2009 | Noordhoff Uitgevers

16
16.01

Financile structuur van de onderneming

Vraag a Bij de vermogensstructuur gaat het vooral om de verhouding tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Vraag b Bij de kapitaalstructuur gaat het vooral om de verhouding tussen de vaste activa en de vlottende activa. Vraag c Het is juist andersom: de vermogensstructuur wordt afgestemd op de kapitaalstructuur. Vraag d 1 Een actiefpost behoort tot de vaste activa als het desbetreffende actief duurzaam dienstbaar is aan de werkzaamheden van de onderneming. Een vast actief wordt derhalve in meer dan n productiecyclus gebruikt voor de vervulling van de functie in het bedrijfsproces. 2 Een actiefpost behoort tot de vlottende activa als het actief binnen n productiecyclus volledig is aangewend.
16.02

Vraag a Onder de liquiditeit van een onderneming wordt verstaan de mate waarin de onderneming in staat is om op tijd aan haar opeisbare betalingsverplichtingen te voldoen. Vraag b Onder de solvabiliteit van een onderneming wordt verstaan de mate waarin de onderneming in geval van liquidatie in staat is het vreemd vermogen af te betalen. Vraag c1 Onder rentabiliteit wordt in het algemeen verstaan de verhouding tussen een bepaald in een zekere periode behaald inkomen en het vermogen waarmee dat inkomen is verkregen. Vraag c2 Twee belangrijke rentabiliteitsratios ten behoeve van de beoordeling van de rentabiliteit van een onderneming zijn: REV: Rentabiliteit van het Eigen Vermogen RTV: Rentabiliteit van het Totale Vermogen.
16.03

Vraag a Een voorziening (of een deel daarvan) behoort tot het kort vreemd vermogen als de voorziening (of een deel daarvan) binnen n jaar wordt afgewikkeld waarbij er een uitstoot van financile middelen plaatsvindt. Vraag b Tot het lang vreemd vermogen worden gerekend: voorzieningen die als langlopend moeten worden beschouwd; langlopende schulden; overlopende passiva die als langlopend moeten worden beschouwd. Vraag c Tot het kort vreemd vermogen wordt gerekend: voorzieningen die als kortlopend moeten worden beschouwd; kortlopende schulden; overlopende passiva die als kortlopend moeten worden beschouwd.
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 95

2009 | Noordhoff Uitgevers

16.04

Vraag a1 Current ratio =

vlottende activa kort vreemd vermogen

Quick ratio =

vlottende activa voorraden kort vreemd vermogen


nettowerkkapitaal kort vreemd vermogen

Working capital ratio =

Vraag a2 Berekeningswijzen nettowerkkapitaal: vlottende activa kort vreemd vermogen eigen vermogen + lang vreemd vermogen vaste activa Vraag b Daling van de current ratio met 1/4 komt overeen met 50.000. Het kort vreemd vermogen is dus 4 50.000 = 200.000. De vlottende activa zijn 1,5 200.000 = 300.000.
16.05

Vraag a 1 Geen verandering. Er is sprake van een mutatie binnen de vlottende activa. 2 Verslechtering. De vlottende activa nemen af. 3 Geen verandering. De kortlopende schulden veranderen niet. 4 Verslechtering. De vlottende activa nemen af. 5 Geen verandering. Er is sprake van een mutatie in de langlopende schulden en het eigen vermogen. 6 Dit is afhankelijk van de current ratio vlak voor de betaling: als current ratio > 1, dan een verbetering. Want de kortlopende schulden nemen relatief meer af door de vlottende activa; als current ratio < 1, dan een verslechtering; als current ratio = 1, dan geen verandering. 7 Geen verandering. Er is sprake van een mutatie binnen het eigen vermogen. 8 Geen verandering. Er is sprake van een mutatie in de vaste activa en het eigen vermogen. 9 Zelfde motivering als bij 6. Vraag b 1 Geen verandering. Zowel het vreemde vermogen als het totale vermogen verandert niet. 2 Verslechtering. Het totale vermogen neemt af en het vreemde vermogen blijft ongewijzigd. 3 Geen verandering. Zowel het vreemde vermogen als het totale vermogen verandert niet. 4 Verslechtering. Het totale vermogen neemt af en het vreemde vermogen verandert niet. 5 Verbetering. Het vreemde vermogen neemt af en het totale vermogen blijft gelijk. 6 Verbetering. Het vreemde vermogen neemt relatief sterker af dan het totale vermogen. 7 Geen verandering. Het vreemde vermogen en het totale vermogen blijft onveranderd. 8 Verbetering. Het vreemde vermogen blijft gelijk en het totale vermogen neemt toe. 9 Verbetering. Het vreemde vermogen neemt relatief sterker af dan het totale vermogen.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 96

2009 | Noordhoff Uitgevers

16.07

Vraag a
Terreinen Gebouwen Inventaris Voorraden Debiteuren Liquide middelen Balans NV Breezand ( 1.000) 1.000 Geplaatst kapitaal 2.000 Agio 1.200 Algemene reserve 3.500 6%-Hypothecaire lening 1.600 Crediteuren 550 Te betalen VPB Te betalen dividend ----------------- 9.850 =========== 1.500 2.500 2.300 1.200 2.000 50 300 ----------------- 9.850 ===========

Vraag b
Vaste activa Vlottende activa Balans NV Breezand ( 1.000) 4.200 Eigen vermogen 5.650 Lang vreemd vermogen Kort vreemd vermogen ----------------- 9.850 =========== 6.300 1.200 2.350 ----------------- 9.850 ===========

Vraag c 1 Nettowerkkapitaal = 5.650.000 2.350.000 = 3.300.000.

Vlottende activa 5.650.000 = = 2,4. Kortlopende schulden 2.350.000

Vlottende activa Voorraden 2.150.000 = = 0,91. Kortlopende schulden 2.350.000 Nettowerkkapitaal 3.300.000 = = 1,4. Kortlopende schulden 2.350.000
Vreemd vermogen 3.550.000 = = 0,36. Totale vermogen 9.850.000

16.08

Vraag a 400.000 1 100% = 26,67%. 1.500.000

400.000 + 124.000 524.000 100% = 100% = 14,97%. 1.500.000 + 2.000.000 3.500.000 124.000 100% = 6,2%. 2.000.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 97

2009 | Noordhoff Uitgevers

4 REV = RTV + (RTV IVV)

VV EV
20 15

REV = 14,97% + (14,97% 6,2%)

REV = 14,97% +

20 8,77% = 14,97% + 11,69% = 26,66%. 15

Vraag b 300.000 100% = 20%. 1.500.000

NB: Dit is ook als volgt te berekenen; 75% van 26,67%.


16.09

Vraag a

REV voor de aandeelhouders

204.000 100% = 10,2%. 2.000.000 100 = 13,6%. 75

REV voor de onderneming 10,2%


Vraag b

REV = RTV + (RTV IVV)

VV EV VV 2.000.000

13,6% = 12% + (12% 10%) 2 VV 1,6 = 100 2.000.000 100

VV = 1,6 1.000.000 = 1.600.000.


Vraag c Nettowerkkapitaal 1 = Kort vreemd vermogen 2
1 600.000 = 300.000. 2 Vlottende activa dus: 300.000 + 600.000 = 900.000.

Nettowerkkapitaal =

16.10

Vraag a

1 153 1 3 = 230.000 153 % = 3 100 VV VV =


230.000 100 = 150.000. 1 153 3
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 98

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Het eigen vermogen is 230.000 150.000 = 80.000.

REV =

12.000 100% = 15%. 80.000

Vraag c 12.000 + 15.000 RTV = 100% = 11,74%. 230.000


16.11

Vraag a Deze bewering is onjuist want bij een eenmanszaak zijn er ook priv-opnamen en priv-stortingen. Vraag b 1 Nettowerkkapitaal: jaar 11: 31.100 4.150 = 26.950 jaar 12: 34.500 5.270 = 29.230

2 Current ratio: 31.100 jaar 11: = 7,5 4.150 jaar 12: 34.500 = 6,5 5.270

3 Quick ratio: 2.100 jaar 11: = 0,5 4.150 jaar 12: 4.500 = 0,9 5.270

4 Working capital ratio: 26.950 jaar 11: = 6,5 4.150 jaar 12:
29.230 = 5,5 5.270

5 Debt ratio: 44.150 jaar 11: = 0,48 91.100 jaar 12:


44.270 = 0,48 92.500

Vraag c Alleen de quick ratio is verbeterd; de current ratio en de working capital ratio zijn minder gunstig geworden ten opzichte van jaar 11. In feite is er weinig veranderd.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 99

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d

1 Gemiddeld totale vermogen:

91.100 + 92.500 = 91.800. 2 46.950 + 48.230 = 47.950. 2

2 Gemiddeld eigen vermogen:

3 Gemiddeld vreemd vermogen:

44.150 + 44.270 = 44.210 2

4 REV =

20.000 100% = 42%. 47.590 20.000 + 3.160 100% = 25,2%. 91.800


3.160 100% = 7,1%. 44.210 VV EV

5 RTV =

6 IVV =

7 REV = RTV + (RTV IVV)

REV = 25,2% + (25,2% 7,1%) 18,1% 44.210 47.590

44.210 47.590

REV = 25,2% +

REV = 25,2% + 16,8% = 42%.


16.12

Vraag a

1 Current ratio =

1.500 = 2,9. 525

2 Quick ratio =

500 = 0,95. 525 1.705 = 0,42. 4.000 2.100.000 2.295.000 ---------------- 4.395.000

3 Debt ratio =

Vraag b 1 Eigen vermogen ultimo jaar 15: (1.200 + 400 + 500) 1.000 = Eigen vermogen ultimo jaar 16: (1.200 + 400 + 500 + 195) 1.000 =

Gemiddeld eigen vermogen =

4.395.000 = 2.197.500. 2

2 Omdat de totale vermogens ultimo jaar 15 en ultimo jaar 16 aan elkaar gelijk zijn, is het gemiddelde vreemde vermogen: 4.000.000 2.197.500 = 1.802.500.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 100

2009 | Noordhoff Uitgevers

3 RTV =

260.000 + 120.000 100% = 9,5%. 4.000.000


120.000 100% = 6,66%. 1.802.500 260.000 100% = 11,83%. 2.197.500

4 IVV =

5 REV =

REV = 9,5% + (9,5% 6,66%)

1.802.500 = 9,5% + 2,33% = 11,83%. 2.197.500

Vraag c Er zijn 4 800 obligaties; drukkerij G. Winkel BV moet zelf 2/3 4 800 = 3 200 aandelen uitgeven.
Debet Credit

aan aan

8%-Converteerbare obligatielening Bank (1 600 50) Aandelen in portefeuille (3 200 100) Agioreserve (3 200 75) 1.580 = 3,01. 525

480.000 80.000 320.000 240.000

Vraag d

1 Current ratio =

2 Quick ratio =

580 = 1,1. 525 1.225 = 0,30. 4.080

3 Debt ratio =

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 101

2009 | Noordhoff Uitgevers

17
17.01

Administratie van handelsgoederen

Vraag a De grondslag op basis waarvan de rekening Voorraad goederen wordt bijgehouden. Vraag b Twee prijsgrondslagen voor het administreren van de goederenvoorraad: Historische prijzen (inkoopprijzen) Vaste verrekenprijzen (v.v.p.).
17.02

Vraag a De rekening Voorraad goederen wordt gedebiteerd voor de inkoopprijs van de ontvangen goederen en gecrediteerd voor de inkoopprijs van de afgeleverde goederen. Vraag b Er moet een keuze worden gemaakt uit: het fifo-stelsel het gemiddelde-inkoopprijsstelsel. Vraag c Fifo-stelsel Bij de vaststelling van de inkoopwaarde van de verkochte goederen wordt verondersteld dat de verkochte goederen afkomstig zijn uit de administratief oudst ingekochte goederen (first in, first out). Gemiddelde-inkoopprijsstelsel Als inkoopprijs van de verkochte goederen wordt de laatst berekende gemiddelde inkoopprijs genomen (na elke inkoop wordt voor de dan aanwezige voorraad een nieuwe gemiddelde inkoopprijs berekend).
17.03

Vraag a Het fifo-stelsel is een variant voor de vaststelling van de inkoopprijs van de verkochte goederen. Bij deze variant wordt aangenomen dat de verkochte goederen afkomstig zijn uit de administratief oudst ingekochte goederen. Vraag b1 6 januari

aan 14 januari aan aan aan 20 januari aan

700 180 140 130 181 840 800 700 700 180 140

Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Debiteuren Te betalen omzetbelasting (19% van 7.680) Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen (240 11 + 80 13,20) Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

2.376 451,44 2.827,44 9.139,20 1.459,20 - 7.680 3.696 3.696 3.960 752,40 4.712,40

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 102

2009 | Noordhoff Uitgevers

23 januari aan aan aan


Vraag c
01 jan. van Balans 06 jan. Inkoop 20 jan. Inkoop 700 Voorraad goederen 2.640 14 jan. Verkoop 2.376 23 jan. Verkoop 3.960 31 jan. naar Balans ----------------- 8.976 =========== 3.696 1.650 3.630 ----------------- 8.976 ===========

130 181 840 800 700

Debiteuren Te betalen omzetbelasting (19% van 2.880) Omzet Inkoopwaarde omzet Voorraad goederen (100 13,20 + 20 16,50)

3.427,20 547,20 - 2.880 1.650 1.650

Vraag d Controleberekening: 220 eenheden 16,50 = 3.630.


17.04

Vraag a Het gemiddelde-inkoopprijsstelsel is een variant voor de vaststelling van de inkoopprijs van de verkochte goederen. Bij deze variant wordt als inkoopprijs van de verkochte goederen genomen de laatst berekende gemiddelde inkoopprijs. Vraag b 6 januari

aan

700 180 140

Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren 2.640 2.376 ------------- 5.016

2.376 451,44 2.827,44

Berekening nieuwe gemiddelde-inkoopprijs: 1 jan. Beginvoorraad 240 eenheden 11 = 6 jan. Inkoop 180 eenheden 13,20 = ----420 eenheden = Nieuwe gemiddelde prijs: 5.016/420 = 11,94. Afrondingsverschil: 5.016 420 11,94 = 1,20. aan 14 januari aan aan aan 20 januari aan 700 180 140 Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren 130 181 840 800 700 Debiteuren Te betalen omzetbelasting Omzet Inkoopwaarde omzet Voorraad goederen (320 11,94) 970 700 Afrondingsverschillen voorraad Voorraad goederen

1,20 1,20

9.139,20 1.459,20 - 7.680 3.820,80 3.820,80 3.960 752,40 4.712,40

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 103

2009 | Noordhoff Uitgevers

Berekening nieuwe gemiddelde-inkoopprijs: Voorraad: 100 eenheden 11,94 = 20 jan. Inkoop: 240 eenheden 16,50 = ----340 eenheden = Nieuwe gemiddelde inkoopprijs: 5.154/340 = 15,16 Afrondingsverschil: 340 15,16 5.154 = 0,40. aan 23 januari aan aan aan
Vraag c
01 jan. 06 jan. 20 jan. 20 jan. van Balans Inkoop Inkoop Afronding

1.194 3.960 ------------- 5.154

700 970 130 181 840

Voorraad goederen Afrondingsverschillen voorraad Debiteuren Te betalen omzetbelasting Omzet

0,40 0,40

3.427,20 547,20 - 2.880 1.819,20 1.819,20

800 Inkoopwaarde omzet 700 Voorraad goederen (120 15,16)


700 Voorraad goederen 2.640 06 jan. Afronding - 2.376 14 jan. Verkoop - 3.960 23 jan. Verkoop 0,40 31 jan. naar Balans ---------------- 8.976,40 ==========

1,20 - 3.820,80 - 1.819,20 - 3.335,20 ---------------- 8.976,40 ==========

Vraag d Controleberekening: 220 eenheden 15,16 = 3.335,20.


17.05

Vraag a Journaalpost Inkoop-/magazijnontvangstenboek:


Debet Credit

aan

180 700 140

Te vorderen omzetbelasting Voorraad handelsgoederen Handelscrediteuren

108.015 568.500 676.515

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 104

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Berekening inkoopwaarde van de verkopen:

10 april 300 Alfa:

200 480 = 100 565 =

96.000 56.500 ---------------- 152.500 119.000 14.000 ----------------133.000 226.000 61.000 ----------------- 287.000 ---------------- 572.500

16 april 800 Beta:

700 170 = 100 140 = 400 565 = 100 610 =

25 april 500 Alfa:

Vraag c Journaalpost Verkoop-/magazijnafgifteboek:


Debet Credit

aan aan aan


17.06

130 181 840 + 800 700

Handelsdebiteuren Te betalen omzetbelasting Opbrengst van de verkopen Inkoopwaarde van de verkopen Voorraad handelsgoederen

1.094.800 572.500 572.500 174.800 920.000

Vraag a De rekening Voorraad goederen wordt bijgehouden tegen vaste verrekenprijzen: de rekening wordt gedebiteerd voor de v.v.p. van de ontvangen goederen en wordt gecrediteerd voor de v.v.p. van de afgeleverde goederen. Vraag b De v.v.p. van een bepaald artikel wordt vastgesteld uit de volgende gegevens: de verwachte inkopen de verwachte prijs op de momenten van inkoop Vraag c Bedoeld verschil wordt in het grootboek geboekt op de rekening Prijsverschillen bij inkoop. Deze rekening staat, evenals de rekening Voorraad goederen, in rubriek 7.
17.08

Vraag a1 Inkoopboek Kolom Factuurbedrag Kolom Goederen Kolom Omzetbelasting Vraag a2 Verkoopboek Kolom Factuurbedrag Kolom Bruto-omzet Kolom Rabatten

410.550 345.000 65.550

497.420 440.000 22.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 105

2009 | Noordhoff Uitgevers

Kolom Omzetbelasting Kolom Inkoopwaarde Toelichting op de kolom Inkoopwaarde: 9 jan 50 000 kg 3,30 per kg 20 jan 10 000 kg 3,30 per kg 30 000 kg 3,40 per kg 20 000 kg 3,45 per kg

33.000 - 102.000 69.000 -----------------

79.420 369.000 165.000

- 204.000 ---------------- 369.000


Vraag b Journaalposten uit het Inkoopboek en het Verkoopboek:
Debet Credit

Inkoopboek 1.. Te vorderen omzetbelasting 7.. Voorraad goederen aan 1.. Crediteuren Verkoopboek 1.. 8.. aan 1.. aan 8.. + 8.. aan 7..

65.550 345.000 410.550

Debiteuren Rabatten Te betalen omzetbelasting Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen

497.420 22.000 79.420 440.000 369.000

369.000

Vraag c1 De overstap naar de methode van de v.v.p. wordt aangetekend in het Memoriaal. Vraag c2 De journaalpost van de overstap is als volgt:
Debet Credit

aan
17.09

7.. 7..

Voorraad goederen Prijsverschillen bij inkoop

6.000 6.000

Vraag a Journaalposten dagboekgegevens:


Debet Credit

Inkoopboek 700 1.. aan 720 aan 1..

Voorraad goederen Te vorderen omzetbelasting Prijsverschillen bij inkoop Crediteuren

48.000 8.550 3.000 53.550

Verkoopboek 1.. Debiteuren aan 1.. Te betalen omzetbelasting aan 8.. Omzet

102.340 16.340 86.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 106

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan

8.. 700

V.v.p.-waarde van de omzet Voorraad goederen Voorraadverschillen Voorraad goederen


700 Voorraad goederen 73.000 31 jan Verkoopboek 48.000 31 jan Memoriaal 31 jan naar Balans ----------------- 121.000 ===========

54.000 54.000

Memoriaal 960 aan 700 Vraag b

500 500

1 jan van Balans 31 jan Inkoopboek

54.000 500 66.500 ----------------- 121.000 ===========

17.10

Vraag a De voorafgaande journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan

960 700 720 940

Voorraadverschillen Voorraad goederen Prijsverschillen bij inkoop Resultaat prijsverschillen

700 5.900 5.900 700

NB: De v.v.p.-waarde van de aanwezige voorraad bedraagt 158.400. De (werkelijke) inkoopprijs is 2.000 hoger. De rekening 720 Prijsverschillen bij inkoop moet dus een debetsaldo gaan krijgen van 2.000. Dit wordt bereikt door rekening 720 Prijsverschillen bij inkoop te debiteren met 5.900.
Vraag b
Grootboekrekening
Nr. 700 720 940 960 Naam Voorraad goederen Prijsverschillen bij inkoop Resultaat prijsverschillen Voorraadverschillen Saldibalans Debet 159.100 Credit 3.900 200 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 700 5.900 5.900 700 Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans per 31 december Debet Credit 158.400 2.000

500

5.900

Vraag c Journaalpost ten gevolge van de v.v.p.-wijziging (Memoriaal):


Debet Credit

aan NB:

700 720

Voorraad goederen Prijsverschillen bij inkoop

27.625 27.625

2 395 artikelen A 5 per artikel = 6 260 artikelen B 2,50 per artikel =

11.975 15.650 ---------------- 27.625

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 107

2009 | Noordhoff Uitgevers

17.11

Vraag a Journaalposten dagboekgegevens


Debet Credit

Inkoopboek 1.. Te vorderen omzetbelasting 710 Inkopen aan 1.. Crediteuren Goederenontvangstenboek 700 Voorraad goederen aan 710 Inkopen Verkoop-/goederenafleveringenboek 1.. Debiteuren 8.. Rabatten aan 1.. Te betalen omzetbelasting aan 8.. Omzet + 8.. Inkoopwaarde van de omzet aan 700 Voorraad goederen Vraag b1 De rekening 710 Inkopen heeft ultimo december een debetsaldo van 23.000.

50.540 266.000 316.540

312.000 312.000

380.800 40.000 60.800 360.000 278.000

278.000

Vraag b2 Er zijn ultimo december al wel inkoopfacturen ontvangen, maar de goederen nog niet.
17.13

Vraag a De journaalposten zijn:


Debet Credit

Inkoopboek 1.. Te vorderen omzetbelasting 710 Nog te ontvangen goederen aan 1.. Crediteuren Goederenontvangstenboek 700 Voorraad goederen aan 710 Nog te ontvangen goederen Vraag b
1 juli van Balans 31 juli Inkoopboek

15.200 80.000 95.200

84.000 84.000

710 Nog te ontvangen goederen 6.500 31 juli Goederenontvangstenboek 80.000 31 juli naar Balans ----------------- 86.500 ===========

84.000 2.500 ----------------- 86.500 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 108

2009 | Noordhoff Uitgevers

17.14

Vraag a De journaalposten zijn:


Debet Credit

Goederenontvangstenboek 7.. Voorraad goederen aan 145 Nog te ontvangen facturen Inkoopboek 145 Nog te ontvangen facturen 1.. Te vorderen omzetbelasting aan 140 Crediteuren Vraag b
30 juni Inkoopboek 30 juni naar Balans

230.000 230.000

218.000 41.420 259.420

145 Nog te ontvangen facturen 218.000 1 juni van Balans 8.500 30 juni Goederenontvangstenboek ----------------- 236.500 ===========

6.500 230.000 ----------------- 236.500 ===========

17.15

Vraag a De journaalposten van de over januari verstrekte gegevens zijn als volgt:
Debet Credit

Inkoopboek 1.. Te vorderen omzetbelasting 710 Nog te ontvangen goederen aan 140 Crediteuren Goederenontvangstenboek 700 Voorraad goederen aan 145 Nog te ontvangen facturen Afstemregister inkopen 145 Nog te ontvangen facturen aan 710 Nog te ontvangen goederen Vraag b
28 feb Afstemregister inkopen 28 feb naar Balans

29.450 155.000 184.450

162.000 162.000

160.000 160.000

145 Nog te ontvangen facturen 160.000 1 feb van Balans 6.000 28 feb Goederenontvangstenboek ----------------- 166.000 =========== 710 Nog te ontvangen goederen 7.000 28 feb Afstemregister inkopen 155.000 28 feb naar Balans ----------------- 162.000 ===========

4.000 162.000 ----------------- 166.000 ===========

1 feb van Balans 28 feb Inkoopboek

160.000 2.000 ----------------- 162.000 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 109

2009 | Noordhoff Uitgevers

17.16

Vraag a Voorafgaande journaalpost:


Debet Credit

aan NB:

145 710

Nog te ontvangen facturen Nog te ontvangen goederen

191.700 191.700

Debitering van rekening 145: 251.200 59.500 Creditering van rekening 710: 220.800 29.100

Vraag b Kolommenbalans per 31 december:


Grootboekrekening
Nr. 140 145 180 700 710 Naam Crediteuren Nog te ontvangen facturen Te vorderen omzetbelasting Voorraad goederen Nog te ontvangen goederen Saldibalans Debet Credit 324.300 - 251.200 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 191.700 191.700 32.200 - 402.000 - 29.100 Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans Debet Credit 324.300 - 59.500

32.200 - 402.000 - 220.800

17.17

Vraag a Journaalposten van de verstrekte dagboekgegevens:


Debet Credit

Inkoopboek 180 Te vorderen omzetbelasting 710 Nog te ontvangen goederen aan 140 Crediteuren Goederenontvangstenboek 700 Voorraad goederen aan 145 Nog te ontvangen facturen Afstemregister inkopen 145 Nog te ontvangen facturen aan 710 Nog te ontvangen goederen aan 720 Prijsverschillen bij inkoop Vraag b
31 juli Afstemregister inkopen 31 juli naar Balans

41.800 220.000 261.800

260.000 260.000

240.000 235.000 5.000

145 Nog te ontvangen facturen 240.000 1 juli van Balans 45.000 31 juli Goederenontvangstenboek ----------------- 285.000 =========== 710 Nog te ontvangen goederen 45.000 31 juli Afstemregister inkopen 220.000 31 juli naar Balans ----------------- 265.000 ===========

25.000 260.000 ----------------- 285.000 ===========

31 juli van Balans 31 juli Inkoopboek

235.000 30.000 ----------------- 265.000 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 110

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c Per eind juli zijn er goederen met een v.v.p.-waarde van 45.000 ontvangen, waarvoor de factuur nog moet binnenkomen. Vraag d Per eind juli zijn er facturen met een factuurbedrag van 30.000 (exclusief omzetbelasting) ontvangen, terwijl de gefactureerde goederen nog moeten komen.
17.18

Vraag a De journaalposten zijn:


Debet Credit

Verkoopboek 1.. Debiteuren aan 1.. Te betalen omzetbelasting aan 8.. Omzet

113.050 18.050 95.000 66.500

aan

8.. 745

Inkoopwaarde van de omzet Nog af te leveren goederen

66.500

Goederenafgiftenboek 745 Nog af te leveren goederen aan 700 Voorraad goederen Vraag b
30 sept Goederenafgiftenboek 30 sept naar Balans 745 Nog af te leveren goederen 69.000 1 sept van Balans 2.700 30 sept Verkoopboek ----------------- 71.700 ===========

69.000 69.000

5.200 66.500 ----------------- 71.700 ===========

17.19

Vraag a De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn:


Debet Credit

Goederenafgiftenboek 139 Nog te verzenden facturen aan 7.. Voorraad goederen Verkoopboek 130 Debiteuren aan 1.. Te betalen omzetbelasting aan 8.. Omzet

150.000 150.000

225.862 36.062 189.800 146.000

aan

8.. 139

Inkoopwaarde van de omzet Nog te verzenden facturen


139 Nog te verzenden facturen 2.400 31 dec Verkoopboek 150.000 31 dec naar Balans ----------------- 152.400 ===========

146.000

Vraag b
1 dec van Balans 31 dec Goederenafgiftenboek 146.000 6.400 ----------------- 152.400 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 111

2009 | Noordhoff Uitgevers

17.20

Vraag a De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

Inkoopboek 180 Te vorderen omzetbelasting 710 Nog te ontvangen goederen aan 140 Crediteuren Goederenontvangstenboek 700 Voorraad goederen aan 710 Nog te ontvangen goederen Verkoopboek 130 Debiteuren aan 181 Te betalen omzetbelasting aan 840 Omzet

26.600 140.000 166.600

137.500 137.500

199.682 31.882 167.800 129.000

aan

800 745

Inkoopwaarde van de omzet Nog af te leveren goederen

129.000

Goederenafgiftenboek 139 Nog te verzenden facturen aan 700 Voorraad goederen Afstemregister verkopen 745 Nog af te leveren goederen aan 139 Nog te verzenden facturen Vraag b De saldi op 31 januari: Rekening 700 Voorraad goederen Rekening 710 Nog te ontvangen goederen Rekening 745 Nog af te leveren goederen
17.22

134.000 134.000

138.000 138.000

debetsaldo debetsaldo creditsaldo

70.000 8.000 3.000

Vraag a De voorafgaande journaalposten zijn:


Debet Credit

aan aan

145 710 745 139

Nog te ontvangen facturen Nog te ontvangen goederen Nog af te leveren goederen Nog te verzenden facturen

123.400 129.600 129.600 123.400

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 112

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Grootboekrekening
Nr. 130 139 140 145 700 710 745 Naam Debiteuren Nog te verzenden facturen Crediteuren Nog te ontvangen facturen Voorraad goederen Nog te ontvangen goederen Nog af te leveren goederen Saldibalans Debet 424.645 - 132.500 - 276.200 - 139.800 - 140.500 - 129.600 Credit Voorafgaande journaalposten Debet Credit 129.600 213.850 - 126.100 123.400 - 123.400 Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans per 31 december Debet Credit 424.645 2.900 213.850 2.700 - 276.200 - 16.400 - 10.900

17.23

Vraag a De voorafgaande journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

aan

745 139 145 720 710 940 720

Nog af te leveren goederen Nog te verzenden facturen Nog te ontvangen facturen Prijsverschillen bij inkoop Nog te ontvangen goederen Resultaat prijsverschillen Prijsverschillen bij inkoop
Voorafgaande journaalposten Debet Credit 164.200 148.700 4.500 - 164.200 - 22.700 - 153.200 - 22.700

164.200 148.700 4.500 22.700


Resultatenrekening Debet Credit

164.200

aan aan
Grootboekrekening
Nr. 130 139 140 145 700 710 720 745 940

153.200 22.700
Eindbalans per 31 december Debet Credit 302.680 - 17.400 206.330 - 13.800 - 234.100 6.700 - 20.500 6.600

Vraag b
Naam Debiteuren Nog te verzenden facturen Crediteuren Nog te ontvangen facturen Voorraad goederen Nog te ontvangen goederen Prijsverschillen bij inkoop Nog af te leveren goederen Resultaat prijsverschillen

22.700

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 113

2009 | Noordhoff Uitgevers

18
18.01

Administratie van kosten en opbrengsten

Nettoloon Uit te betalen aan: de werknemers Loonheffing Af te dragen aan: de Belastingdienst (de fiscus) Premies werknemersverzekeringen Af te dragen aan: de uitvoeringsinstelling NB: Het gaat zowel om het werknemersaandeel als om het werkgeversaandeel.
18.02

De gevraagde journaalposten luiden als volgt:


Debet Credit

Bankboek 150 170 aan 110 Memoriaal 410 aan 150 aan 151 aan 152

Te betalen nettolonen Verleende voorschotten Bank Loonkosten Te betalen nettolonen Te betalen loonhefing Te betalen sociale lasten Sociale lasten Te betalen sociale lasten Loonkosten Te betalen vakantie-uitkeringen Sociale lasten Sociale lasten vakantie-uitkeringen

199.000 1.500 200.500

300.000 199.000 83.000 18.000 27.000 24.000 3.000

aan aan aan


18.03

412 152 410 190 412 191

27.000 24.000 3.000

Vraag a Tot de periodiek betaalbare beloningen behoren: lonen en salarissen werkgeversdeel premie sociale verzekeringswetten vakantiegeld doorbetaald loon bij ziekte bonusbetalingen en tantimes loon in natura. Vraag b Tot de bijzondere beloningen behoren: beloningen in de vorm van uitkeringen na afloop van het dienstverband (pensioenen); beloningen betaalbaar op termijn op voorwaarde dat het dienstverband nog bestaat (jubileumuitkeringen); beloningen in de vorm van een eenmalige uitkering bij ontslag; beloningen in de vorm van aandelenopties in het kapitaal van de onderneming.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 114

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.04 Vraag a Het begrip restwaarde wordt ook wel aangeduid met residuwaarde. Vraag b Met de verwachte gebruiksduur (levensduur) wordt bedoelt de economische gebruiksduur. Vraag c Twee afschrijvingsmethoden zijn: afschrijven met een vast percentage van de aanschaffingsprijs afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde.
18.05

Vraag a Lineaire afschrijving:


Jaar 1 2 3 4 Boekwaarde begin van het jaar 180.000 - 138.000 - 96.000 - 54.000 Afschrijving 42.000 - 42.000 - 42.000 - 42.000 Boekwaarde eind van het jaar 138.000 - 96.000 - 54.000 - 12.000

Vraag b Boekwaardeafschrijving:
Jaar 1 2 3 4 Boekwaarde begin van het jaar 180.000 - 91.440 - 46.452 - 23.598 Afschrijving 88.560 - 44.988 - 22.854 - 11.598 Boekwaarde eind van het jaar 91.440 - 46.452 - 23.598 - 12.000

Vraag c Bij deze methode wordt jaarlijks met een dalend afschrijvingsbedrag afschreven.
18.06

Vraag a Van de aanschaf van de machine is de journaalpost:


Debet Credit

aan

010 1.. 1..

Machine Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

100.000 19.000 119.000

Vraag b Voor elk van de maanden is de journaalpost:


Debet Credit

aan NB:

430 010

Afschrijvingskosten machine Machine

1.250 1.250

Jaarlijks afschrijvingsbedrag (100.000 10.000) : 6 = 15.000. Per maand 15.000 : 12 = 1.250.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 115

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c
2 jan Aanschaf 010 Machine 100.000 31 jan Afschrijving 28 feb Afschrijving 31 mrt Afschrijving 30 april Afschrijving 31 mei Afschrijving 30 juni Afschrijving 31 juli Afschrijving 31 aug Afschrijving 30 sept Afschrijving 31 okt Afschrijving 30 nov Afschrijving 31 dec Afschrijving 31 dec naar Balans ----------------- 100.000 =========== 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 85.000 ----------------- 100.000 ===========

Vraag d Voor elk van de maanden is de journaalpost:


Debet Credit

aan

430 010

Afschrijvingskosten machine Machine


010 Machine 85.000 31 jan Afschrijving 28 feb Afschrijving 31 mrt Afschrijving 30 april Afschrijving 31 mei Afschrijving 30 juni Afschrijving 31 juli Afschrijving 31 aug Afschrijving 30 sept Afschrijving 31 okt Afschrijving 30 nov Afschrijving 31 dec Afschrijving 31 dec naar Balans ----------------- 85.000 ===========

1.250 1.250

Vraag e
1 jan van Balans 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 1.250 70.000 ----------------- 85.000 ===========

18.07

Vraag a De journaalpost van de aanschaf van de transportauto is:


Debet Credit

aan

012 1.. 1..

Transportauto Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

48.000 9.120 57.120

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 116

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Voor elk van de maanden is de journaalpost:


Debet Credit

aan

437 017

Afschrijvingskosten transportauto Afschrijving transportauto


4

750 750

NB: Afschrijving op jaarbasis 18 3 % 48.000 = 9.000. Dat komt op maandbasis neer op 750.
Vraag c
2 jan Aanschaf 012 Transportauto 48.000 31 dec naar Balans 48.000

31 dec naar Balans

017 Afschrijving transportauto 9.000 31 jan Afschrijving 28 feb Afschrijving 31 mrt Afschrijving 30 april Afschrijving 31 mei Afschrijving 30 juni Afschrijving 31 juli Afschrijving 31 aug Afschrijving 30 sept Afschrijving 31 okt Afschrijving 30 nov Afschrijving 31 dec Afschrijving ----------------- 9.000 ===========

750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 ----------------- 9.000 ===========

Vraag d Voor elk van de maanden is de journaalpost:


Debet Credit

aan

437 017

Afschrijvingskosten transportauto Afschrijving transportauto


012 Transportauto 48.000 31 dec naar Balans

750 750

Vraag e
1 jan van Balans 48.000

31 dec naar Balans

017 Afschrijving transportauto 18.000 1 jan van Balans 31 jan Afschrijving 28 febr Afschrijving 31 mrt Afschrijving 30 april Afschrijving 31 mei Afschrijving 30 juni Afschrijving 31 juli Afschrijving 31 aug Afschrijving 30 sept Afschrijving 31 okt Afschrijving 30 nov Afschrijving 31 dec Afschrijving ----------------- 18.000 ===========

9.000 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 750 ----------------- 18.000 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 117

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.09

De journaalpost van de factuur is als volgt:


Debet Credit

aan

0.. 0.. 1.. 9.. 1..

Machines Afschrijving machines Te vorderen omzetbelasting Incidentele verliezen en winsten Crediteuren

20.000 108.000 27.550 17.000 172.550

NB: Op het moment van inruil is op de machine type ABC in totaal afgeschreven 108.000, namelijk 54 maanden 2.000 per maand. De boekwaarde op het moment van inruil is 32.000. De inruilprijs is 15.000. Er is dus sprake van een boekverlies van 17.000.
18.11

Vraag a Van financile leasing is sprake als de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom van het leaseobject geheel (of nagenoeg geheel) worden gedragen door de lessee. Vraag b Van operationele leasing is sprake als de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom van het leaseobject niet (of nagenoeg niet) worden gedragen door de lessee. Vraag c Er is bij Lessee NV sprake van financile leasing. De door Lessee NV geleaste objecten zijn door Lessee NV geactiveerd. Dit gebeurt alleen maar als er sprake is van financile leasing. Vraag d Een sale en leaseback-transactie is een transactie waarbij de onderneming een (reeds aanwezig) productiemiddel verkoopt en dit tegelijkertijd terugleast.
18.12

Vraag a Er moet interest worden ingecalculeerd over het totale vermogen (= eigen vermogen + vreemd vermogen). Deze interest wordt met ingecalculeerde interest aangeduid. Vraag b Interest moet worden betaald over het vreemde vermogen.
18.13

Vraag a De journaalpost van de interestkosten over oktober is als volgt:


Debet Credit

aan

450 971

Interestkosten Ingecalculeerde interest

2.875 2.875

1 1 NB: (7 % 460.000) = 2.875 2 12

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 118

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b De journaalpost van de in oktober betaalde interest is als volgt:

NB: De in oktober betaalde interest is tevens de interest over oktober.


Debet Credit

aan NB:

970 120

Interest vreemd vermogen Bank

1.100 1.100

Hypothecaire lening (8% 90.000)

1 = 12 1 Onderhandse lening (5% 120.000) = 12

600 500

---------------- 1.100
18.14

Vraag a
Debet Credit

aan

435.0 435.1 435.2 435.3 435.4 435.5 971

Interestkosten terreinen Interestkosten gebouwen Interestkosten machines Interestkosten voorraden Interestkosten debiteuren Interestkosten liquide middelen Ingecalculeerde interest

2.333,33 4.666,67 4.083,33 2.041,67 2.333,33 291,67 15.750

Vraag b
Debet Credit

aan

970 110

Interest vreemd vermogen Bank

6.333,33 6.333,33 3.333,33 - 3.000 ---------------- 6.333,33

Interest hypothecaire lening: (8% 500.000)

1 = 12 1 Interest onderhandse lening: (6% 600.000) = 12

Vraag c Interestresultaat over december: (15.750 6.333,33) = 9.416,67 (positief resultaat). Vraag d1 9.416,67 12 100% = 11,30% REV = 1.000.000

REV = 7% + (7% 4,47%)

1.700.000 = 7% + 4,30% = 11,30% 1.000.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 119

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d2 5.000 12 REV = 100% = 6% 1.000.000

REV = 5,04% + (5,04% 4,47%)

1.700.000 = 5,04% + 0,96% = 6% 1.000.000

Vraag d3 15.000 12 100% = 18% REV = 1.000.000

REV = 9,48% + (9,48% 4,47%)


18.15

1.700.000 = 9,48% + 8,52% = 18% 1.000.000

Vraag a 1 In de loop van de periode gebleken oninbaarheid bij: vermoedelijk oninbaar op de ultimo periode uitstaande vorderingen

- ------------------ - ------------------

af:

vermoedelijke oninbaarheid op de ultimo vorige periode uitstaande vorderingen

Kosten oninbaarheid voorraden in de lopende periode 2 aan 4.. 1.. Kosten oninbaarheid vorderingen Afschrijving voorraden

3 Het saldo van de rekening 1. Debiteuren en 1.. Afschrijving debiteuren komt op de externe balans.
Vraag b De gevraagde voorafgaande journaalposten zijn:
Debet Credit

aan aan
Grootboekrekening
Nr. 130 131 455

131 1.. 130 455 132

Afschrijving debiteuren Te betalen omzetbelasting Debiteuren Kosten oninbaarheid vorderingen Afschrijving debiteuren
Saldibalans Debet 841.300 - 108.600 Credit 45.900 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 21.658 18.200 - 13.800 - 13.800

18.200 3.458 13.800


Winst-en-verliesrekening Debet Credit

21.658 13.800
Eindbalans Debet 819.642 Credit 41.500

Vraag c
Naam Debiteuren Afschrijving debiteuren Kosten oninbaarheid vorderingen

122.400

Vraag d De vorderingen op handelsdebiteuren zullen (debet) op de externe balans worden opgenomen met 778.142, namelijk 819.642 41.500.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 120

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.17

Vraag a De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan aan aan 2 aan

130 810 161 850 800 700 110 130 131 161 130 100 131 161 110 130 700 800 161 850 130 810 131 161 130 480 131

Debiteuren Verleende rabatten Te betalen omzetbelasting Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad handelsgoederen Bank Debiteuren Afschrijving debiteuren Te betalen omzetbelasting Debiteuren Kas Afschrijving debiteuren Te betalen omzetbelasting Bank Debiteuren Voorraad goederen Inkoopwaarde van de omzet Te betalen omzetbelasting Omzet Debiteuren Verleende rabatten Afschrijving debiteuren Te betalen omzetbelasting Debiteuren Kosten oninbaarheid debiteuren Afschrijving debiteuren
131 Afschrijving debiteuren 8.600 1 maart van Balans 2.400 Journaalpost 3 61.200 Journaalpost 6 ----------------- 72.200 ===========

902.496 189.600 144.096 948.000 630.000 634.735

630.000 634.735 8.600 1.634 714 600 114 9.400 4.000 10.234

aan 3 aan aan 4 aan 5 aan

9.400 4.000 1.368 9.000 8.568 1.800

aan aan

2.400 456 23.000 23.000 2.856

aan 6 aan
Vraag b

Journaalpost 2 Journaalpost 5 31 maart naar Balans

48.600 600 23.000 ----------------- 72.200 ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 121

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.18

Vraag a 1 In de loop van de periode gebleken incourantheid bij: vermoedelijke incourantheid op de ultimo periode aanwezige voorraden

- ------------------ - ------------------

af:

vermoedelijke incourantheid op de ultimo vorige periode aanwezige voorraden

Kosten incourantheid voorraden in de lopende periode 2 aan 4.. 7.. Kosten incourantheid voorraden Afschrijving voorraden

3 Het saldo van de rekening 7.. Voorraden en 7.. Afschrijving voorraden komt op de externe balans.
Vraag b De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn als volgt:
Debet Credit

Inkoopboek 180 Te vorderen omzetbelasting 700 Voorraad goederen aan 140 Crediteuren Kasboek 100 aan 181 aan 760 Memoriaal 701 760 aan 700

28.500 150.000 178.500

Kas Te betalen omzetbelasting Afgekeurde goederen Afschrijving voorraden Afgekeurde goederen Voorraad goederen Kosten incourantheid voorraden Afschrijving voorraden
701 Afschrijving voorraden 5.100 1 juli van Balans 17.000 31 juli Memoriaal ----------------- 22.100 ===========

2.618 418 2.200

5.100 1.700 4.500 4.500 6.800

aan

456 701

Vraag c
31 juli Memoriaal 31 juli naar Balans 17.600 4.500 ----------------- 22.100 ===========

18.19

Vraag a 1.. 701 aan 700 aan 1..

Kas Afschrijving voorraden Voorraden Te betalen omzetbelasting Voorraadverschillen Voorraden

4.760 4.200 8.200 760 1.600

aan

910 700

1.600

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 122

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan

456 701

Kosten incourantheid voorraden Afschrijving voorraden (4.200 + 32.500 36.200)


Saldibalans Debet 312.800 58.100 1.400 Credit Voorafgaande journaalposten Debet Credit 1.600 8.200 4.200 500 500 1.600 3.000

500 500

Vraag b
Grootboekrekening
Nr. Naam 700 Voorraad goederen 701 Afschrijving voorraden 456 Kosten incourantheid goederen 970 Voorraadverschillen Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans Debet 303.000 Credit

36.200

32.500 58.600

Vraag c Op de externe balans worden de goederen opgenomen voor een bedrag van: 303.000 32.500 = 270.500.
18.20

Vraag a 1 Vier situaties waarin een voorziening mag worden gevormd zijn: verstrekte garanties op geleverde goederen; verplichtingen uit hoofde van claims en rechtsgedingen; opruiming van aanwezige milieuvervuiling; reorganisatie en afvloeiing van personeel.

2 Een dotatie is een toevoeging aan de voorziening. Dotaties worden in het algemeen geboekt ten laste van de winst-en-verliesrekening. Een onttrekking aan een voorziening gebeurt als er een betaling plaatsvindt voor de situatie waarvoor de voorziening is gevormd. 3 Schatting van de bestaande verplichtingen per de ultimo van deze boekingsperiode Schatting van de bestaande verplichting per de ultimo van de vorige boekingsperiode af: Onttrekkingen in de loop van de boekingsperiode - ------------------ ----------------- 15.000 2.880 6.000 1.140 15.350 12.440 12.440 15.350 7.140 17.850

Dotatie aan de voorziening in deze periode


Vraag b 1 068 1.. aan 1..

Voorziening voor opruiming aanwezige milieuvervuiling Te vorderen omzetbelasting Bank Voorziening voor afvloeiing van personeel Te vorderen omzetbelasting Bank Kosten opruiming aanwezige milieuvervuiling Voorziening voor opruiming aanwezige milieuvervuiling (25.350 (25.000 15.000)) Overige personeelskosten Voorziening voor afvloeiing van personeel (21.440 (15.000 6.000))

2 aan 3 aan 4 aan

069 1.. 1.. 941 068 450 069

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 123

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c
Grootboekrekening
Nr. Naam 068 Voorziening voor opruiming aanwezige milieuvervuiling 069 Voorziening voor afvloeiing van personeel 450 Overige personeelskosten 941 Kosten opruiming milieuvervuiling Saldibalans Debet Credit 25.000 61.200 - 25.000 15.000 Voorafgaande journaalposten Debet Credit 15.000 6.000 12.440 15.350 15.350 12.440 73.640 - 40.350 Winst-en-verliesrekening Debet Credit Eindbalans Debet Credit 25.350 21.440

18.21

Vraag a De journaalposten van de verstrekte gegevens zijn als volgt:


Debet Credit

Verkoopboek 1.. Debiteuren aan 1.. Te betalen omzetbelasting aan 8.. Omzet

133.875 21.375 112.500 89.500

aan

8.. 7..

Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen Voorziening garanties Voorraad goederen Garantiekosten Voorziening garanties
073 Voorziening garanties 5.000 1 juni van Balans 11.500 30 juni Memoriaal ----------------- 16.500 ===========

89.500

Memoriaal 073 aan 7..

5.000 4.500 4.500 5.000

aan

458 073

Vraag b
30 juni Memoriaal 30 juni naar Balans 12.000 4.500 ----------------- 16.500 ===========

18.22

Vraag a 1 166 aan 165

Te verrekenen dividendbelasting Te vorderen dividend Voorlopige aanslag vennootschapsbelasting Bank Bank Te vorderen dividend Vennootschapsbelasting Te betalen vennootschapsbelasting

600 6.000 3.400 80.000 80.000 3.400 6.000 600

2 aan 3 aan 4 aan

190 1.. 1.. 165 990 195

Vraag b 195 aan 190 aan 166

Te betalen vennootschapsbelasting Voorlopige aanslag vennootschapsbelasting Te verrekenen dividendbelasting

78.750 76.000 2.750

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 124

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.23

Vraag a Uitstelposten zijn de balansposten die zijn ontstaan doordat de betaling of de ontvangst in een eerdere periode plaatsvindt dan de periode waarin het betaalde of het ontvangen bedrag als kosten respectievelijk als opbrengsten tot uitdrukking moet worden gebracht. Vraag b Anticipatieposten zijn de balansposten die zijn ontstaan doordat de betaling of de ontvangst in een latere periode plaatsvindt.
18.24

Vraag a1 De journaalpost van de betaling is:


Debet Credit

aan

190 1..

Vooruitbetaalde huren Bank

15.000 15.000

Vraag a2 Voor elk van de maanden april tot en met september is de journaalpost:
Debet Credit

aan

443 190

Huurkosten Vooruitbetaalde huren

2.500 2.500

Vraag b1 De journaalpost van de betaling is:


Debet Credit

aan

190 1..

Vooruitbetaalde huren Bank

16.500 16.500

Vraag b2 Voor elk van de maanden oktober tot en met december is de journaalpost:
Debet Credit

aan

443 190

Huurkosten Vooruitbetaalde huren

2.750 2.750

Vraag b3 De rekening 190 Vooruitbetaalde huren heeft per 31 december een saldo (debetsaldo) van 8.250. Vraag b4 Voor elk van de maanden januari tot en met maart is de journaalpost:
Debet Credit

aan

443 190

Huurkosten Vooruitbetaalde huren

2.750 2.750

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 125

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.25

Vraag a De journaalposten zijn:


Debet Credit

1 aan 2 aan

442 Assurantiekosten 190.0 Vooruitbetaalde assurantiepremie 443 Huurkosten 190.1 Vooruitbetaalde huur

480 6.600 6.600 480

Vraag b De journaalpost is als volgt:


Debet Credit

aan

190.1 Vooruitbetaalde huur 110 Bank

19.800 19.800

Vraag c Saldo per 31 december Rekening 190.0 Vooruitbetaalde assurantiepremie: 1.920 (debet) Rekening 190.1 Vooruitbetaalde huur: 13.200 (debet) Vraag d Voorafgaande journaalpost:
Debet Credit

aan
18.26

100 965

Kas Kasverschillen

200 200

Vraag a
Debet Credit

aan

192 1..

Nog te betalen huur Bank (6 5.000)

30.000 30.000

Vraag b
Debet Credit

aan

443 192

Huurkosten Nog te betalen huur (5.000 + 5.750 + 5.750)

16.500 16.500

Vraag c
Nr. 192 443 Grootboekrekening Naam Nog te betalen huur Huurkosten Saldibalans Debet 90.000 Credit 11.500

Toelichting: Rekening 192: Rekening 443:

2 5.750 = 4 5.000 = 8 5.750 =

11.500

20.000 70.000 ---------------- 90.000


Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 126

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.28

Vraag a
Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan


Vraag b

970 192 450 190 460 190 465 192

Interest vreemd vermogen Nog te betalen bedragen (8% 750.000) 1/12 Assurantiekosten Vooruitbetaalde bedragen (45.000 1/12) Portokosten Vooruitbetaalde bedragen Telefoonkosten Nog te betalen bedragen (45 + 1.500)

5.000 5.000

3.750 3.750

3.200 1.545 1.545 3.200

Debet

Credit

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan

192 1.. 190 1.. 190 1.. 192 1..

Nog te betalen bedragen Bank (8% 750.000) 1/2 Vooruitbetaalde bedragen Bank Vooruitbetaalde bedragen Kas Nog te betalen bedragen Bank

30.000 30.000

45.000 2.000 2.200 2.200 2.000 45.000

Vraag c Saldo per 1 maart 2009 van de rekening Te betalen bedragen: Interest 8%-hypothecaire lening (8% 750.000) 1/12 = Telefoon

Creditsaldo Saldo per 1 maart 2009 van de rekening Vooruitbetaalde bedragen: Assurantiepremie 45.000 11/12 = Postzegels Debetsaldo
18.29

5.000 2.200 ---------------- 7.200 41.250 1.500 ---------------- 42.750

Vraag a1
Debet Credit

aan

4.. 190

Huurkosten Vooruitbetaalde huren

10.000 10.000

Vraag a2 Het saldo van de rekening Vooruitbetaalde huren per 31 januari is 50.000. Dit is vijfmaal de maandhuur (de huur per maand is 10.000). Het bedrag van 50.000 heeft dus betrekking op de (vijf) maanden februari, maart, april,

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 127

2009 | Noordhoff Uitgevers

mei en juni. Vanaf eind juni een half jaar teruggerekend (de huur wordt immers eens per halfjaar vooruitbetaald) geeft 1 januari. Het antwoord op de vraag is derhalve: 1 januari.
Vraag b1
Debet Credit

085 192 aan 1..

9%-Hypothecaire lening Nog te betalen interest (300.000) 9% Bank

60.000 27.000 87.000

Vraag b2
Debet Credit

1 aan 2 aan

9.. 192 9.. 192

Interest vreemd vermogen Nog te betalen interest (1.200.000 8%) 1/12 Interest vreemd vermogen Nog te betalen interest (240.000 9%) 1/12

8.000 8.000

1.800 1.800

Vraag b3 Het saldo van de rekening Nog te betalen interest is per 31 januari Hiervan heeft op de 9%-Hypothecaire lening betrekking (zie journaalpost onder b 1)

Van het saldo heeft derhalve op de 8%-Obligatielening betrekking

59.000 27.000 ---------------- 32.000

De maandinterest van de 8%-Obligatielening is 8.000 (zie de eerste journaalpost onder b 2). Het bedrag van 32.000 heeft dus betrekking op vier maanden (32.000 = 4 8.000). Deze vier maanden zijn oktober, november, december van het voorgaande jaar en januari van het huidige jaar. Het antwoord op de vraag is derhalve: 30 september.
Vraag c
28 febr Bankboek 28 febr naar Balans Nog te betalen interest 27.000 1 febr van Balans 41.800 28 febr Memoriaal 28 febr Memoriaal ----------------- 68.800 =========== 59.000 8.000 1.800 ----------------- 68.800 ===========

18.30

Vraag a Journaalposten van de betalingen:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan

190.0 Vooruitbetaalde assurantiepremie 1.. Bank 0.. 9%-Hypothecaire lening 190.1 Vooruitbetaalde interest (9% 150.000) 6/12 1.. Bank 192 1.. Nog te betalen huren Bank

1.440 10.000 6.750 16.750 18.000 1.440

18.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 128

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan


Vraag c

445 Assurantiekosten 190.0 Vooruitbetaalde assurantiepremie (50 + 1/24 1.440) 970 Interest vreemd vermogen 190.1 Vooruitbetaalde interest (600 + 1/12 6.750) 448 192 Huurkosten Nog te betalen huur (18.000 1,15 1/6)
190.0 Vooruitbetaalde assurantiepremie 50 31 jan Memoriaal 1.440 31 jan naar Balans ----------------- 1.490 =========== 190.1 Vooruitbetaalde interest 600 31 jan Memoriaal - 6.750 31 jan naar Balans ----------------- 7.350 =========== 192 Nog te betalen huur 18.000 1 jan van Balans 3.450 31 jan Memoriaal ----------------- 21.450 ===========

110 110

1.162,50 1.162,50 3.450 3.450

1 jan van Balans 31 jan Bankboek

110 1.380 ----------------- 1.490 ===========

1 jan van Balans 31 jan Bankboek

1.162,50 - 6.187,50 ----------------- 7.350 ===========

31 jan Bankboek 31 jan naar Balans

18.000 3.450 ----------------- 21.450 ===========

18.31

Vraag a1
Debet Credit

aan

1.. 191

Bank Vooruit ontvangen huren

2.250 2.250

Vraag a2 Voor elk van de maanden september tot en met november is de journaalpost:
Debet Credit

aan

191 955

Vooruit ontvangen huren Huuropbrengsten

750 750

vraag b1
Debet Credit

aan

1.. 191

Bank Vooruit ontvangen huren

2.250 2.250

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 129

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b2
Debet Credit

aan

191 955

Vooruit ontvangen huren Huuropbrengsten

750 750

Vraag b3 Saldo per 31 december 2009 van de rekening Vooruit ontvangen huren: 1.500 (creditsaldo). Vraag b4 Voor zowel januari als februari is de journaalpost:
Debet Credit

aan
18.32

191 955

Vooruit ontvangen huren Huuropbrengsten

750 750

Vraag a
Debet Credit

aan

030 1..

Lening u/g Bank

80.000 80.000

Vraag b1 Voor elk van de maanden augustus tot en met december is de journaalpost:
Debet Credit

aan

193 956

Nog te ontvangen interest Interestopbrengsten (6% 80.000) 1/12

400 400

Vraag b2 Saldo per 31 december 2009 van de rekening Nog te ontvangen interest: 2.000 (debetsaldo). Vraag b3
Debet Credit

aan

193 956

Nog te ontvangen interest Interestopbrengsten (6% 80.000) 1/12

400 400

Vraag b4
Debet Credit

aan aan

1.. 030 193

Bank Lening u/g Nog te ontvangen interest (6% 80.000) 1/2

7.400 5.000 2.400

Vraag c1 De journaalpost voor elk van de maanden februari tot en met juli is:
Debet Credit

aan

193 956

Nog te ontvangen interest Interestopbrengsten (6% 75.000) 1/12

375 375

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 130

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c2
Debet Credit

aan aan

1... 030 193

Bank Lening u/g Nog te ontvangen interest (6% 75.000) 1/2


Balans per 31 december 2010 70.000 1.750

7.250 5.000 2.250

Vraag d
Lening u/g Nog te ontvangen interest

NB:
18.33

70.000 = 80.000 2 5.000 1.750 = (6% 70.000) 5/12

Vraag a De journaalpost is als volgt:


Debet Credit

aan

193 9..

Nog te ontvangen opbrengsten Interestopbrengsten

700 700

NB: (8% 105.000) 1/12 = 700


Vraag b De journaalposten zijn als volgt:
Debet Credit

aan aan NB:

4.. 190 4.. 192

Assurantiekosten Vooruitbetaalde kosten Huurkosten Nog te betalen kosten

240 4.400 4.400 240

Kosten van de assurantie 2.880 1/12 = 240 Kosten van de huur 52.800 1/12 = 4.400

Vraag c Journaalpost van de verandering in het banksaldo:


Debet Credit

aan aan

1.. 0.. 193

Bank 8%-Lening u/g Nog te ontvangen opbrengsten

19.800 15.000 4.800

NB: Het (achteraf) ontvangen interestbedrag betreft (8% 120.000) 1/2

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 131

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d Journaalposten van de veranderingen in het banksaldo:


Debet Credit

aan aan

190 1.. 192 1..

Vooruitbetaalde kosten Bank Nog te betalen kosten Bank

2.880 12.400 12.400 2.880

NB: De betaling vanwege huur betreft 4.000 + 4.000 + 4.400 = 12.400


18.34

Vraag a De journaalposten van de verkoop en de aflevering van de handelsgoederen:


Debet Credit

aan aan

1.. 1.. 840 800 7..

Kas Debiteuren Omzet Inkoopwaarde van de omzet Voorraad goederen

200.000 600.000 525.000 525.000 800.000

Vraag b De journaalpost van de assuratiekosten:


Debet Credit

aan

422 1..

Assurantiekosten Vooruitbetaalde kosten

2.000 2.000

NB: 24.000 1/12 = 2.000


Vraag c De journaalpost van de huurkosten:
Debet Credit

aan

443 1..

Huurkosten Vooruitbetaalde kosten

3.200 3.200

NB: 38.400 1/12 = 3.200


Vraag d De journaalpost van de huuropbrengst:
Debet Credit

aan

1.. 955

Nog te ontvangen opbrengsten Huuropbrengsten

1.000 1.000

NB: 12.000 1/12 = 1.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 132

2009 | Noordhoff Uitgevers

18.35

Vraag a
Debet Credit

1 aan 2 aan 3

470 190 191 955 455 470

Vervoerskosten Vooruitbetaalde bedragen (4.200 1/12) Vooruit ontvangen bedragen Huuropbrengsten (1.500 1/6) Assurantiekosten gebouwen (30.000 1/12) Vervoerskosten (3.600 1/12) Vooruitbetaalde bedragen Vervoerskosten Nog te betalen bedragen (6 270 0,60) Energiekosten Nog te betalen bedragen Portokosten Vooruitbetaalde bedragen

350 350

250 250

2.500 300 2.800 3.762

aan 4 aan 5 aan 6 aan


Vraag b

190 470 192 440 192 445 190

3.762

4.980 404 404 4.980

Debet

Credit

1 aan 2 aan 3 aan aan 4 aan 5 aan


18.36

190 110 190 110 192 170 110 192 110 190 100

Vooruitbetaalde bedragen Bank Vooruitbetaalde bedragen Bank Nog te betalen bedragen Voorschotten Bank Nog te betalen bedragen Bank Vooruitbetaalde bedragen Kas

4.200 3.600 10.440 7.200 3.240 5.470 340 3.600 4.200

5.470 340

Debet

Credit

1 aan aan 2 aan aan

110 152 002 130 152 410

Rekening-courant J. Weiland Te verrekenen omzetbelasting Kantoorinventaris Crediteuren Te verrekenen omzetbelasting Telefoonkosten

1.450,79 231,64 - 1.219,15 440,30 70,30 370

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 133

2009 | Noordhoff Uitgevers

3 aan 4 aan 5 aan 6 aan 7 aan 8 aan aan 9 aan

420 490 151 490 920 153 810 120 154 153 110 105 440 004 004 980 990 151

Interestkosten Algemene kosten Transitorische passiva Algemene kosten Kasverschillen Verschuldigde omzetbelasting Opbrengst van de verkopen Debiteuren Af te dragen omzetbelasting Verschuldigde omzetbelasting Rekening-courant J. Weiland Bank afschrijvingskosten Transportmiddelen Transportmiddelen Diverse baten en lasten Vennootschapsbelasting Transitorische passiva

1.645 195 1.840 9 91,20 480 3.680 3.680 1.789 1.789 2.200 2.200 650 40.250 40.250 650 571,20 9

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 134

2009 | Noordhoff Uitgevers

19
19.01

Kostenverbijzonderingsmethoden

Vraag a Constante kosten zijn kosten die niet reageren op een wijziging in de productieomvang. Variabele kosten zijn kosten die reageren op een wijziging in de productieomvang. Vraag b Proportioneel variabele kosten: kosten die bij uitbreiding van de productieomvang evenredig toenemen. Degressief variabele kosten: kosten die bij uitbreiding van de productieomvang minder dan evenredig toenemen. Progressief variabele kosten: Kosten die bij uitbreiding van de productieomvang meer dan evenredig toenemen.
19.02

Vraag a Met de volgende kostprijsformule: begrote constante kosten + variabele kosten bij normale productie normale productie Vraag b Als de variabele kosten proportioneel variabel zijn, kan de volgende formule worden toegepast: begrote constante kosten begrote variabele kosten + normale productie verwachte productie

In symbolen:
19.03

C V + N W

Vraag a Kostprijs per product: 736.000 480.000 + = 46 + 32 = 78 16 000 15 000 Vraag b

We maken gebruik van de formule: (W N )

C N

Te verwachten bezettingsresultaat: (15 000 producten 16 000 producten) 46 = 46.000 negatief


Vraag c We stellen het gevraagde aantal op x. Het volgende geldt dan: 112. x = 736.000 + 32. x 80. x = 736.000 x = 736.000 : 80 = 9 200
19.04

Vraag a Directe kosten zijn kosten waarvan onmiddellijk gezegd kan worden op welk product ze betrekking hebben. Indirecte kosten zijn kosten waarvan niet onmiddellijk gezegd kan worden op welk product ze betrekking hebben.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 135

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Genoemde indeling gaat een rol spelen als er bij een (industrile) onderneming sprake is van heterogene productie.
19.05

De veronderstelling dat de indirecte kosten een samenhang vertonen met de omvang van de directe kosten.
19.06

Vraag a

Situatie 1:

525.000 100% = 105% van de directe materiaalkosten 500.000 525.000 100% = 140% van de directe arbeidskosten 375.000 525.000 100% = 60% van de totale directe kosten 875.000
Situatie 1 30,00 - 18,00 ----------- 48,00 - 31,50 ----------- 79,50 Situatie 2 30,00 - 18,00 ----------- 48,00 - 25,20 ----------- 73,20 Situatie 3 30,00 - 18,00 ----------- 48,00 - 28,80 ----------- 76,80

Situatie 2:

Situatie 3:
Vraag b

Directe materiaalkosten Directe arbeidskosten Directe kosten per racket Toeslag voor indirecte kosten Kostprijs per racket 19.07

Vraag a Een kostendrager is het product dat we aanbieden. Het product moet de kosten dragen. We willen van het product de kostprijs weten. Vraag b Een kostenplaats is een bedrijfsonderdeel dat n soort prestaties levert. Vraag c Een hulpkostenplaats levert haar prestaties aan andere kostenplaatsen; een hoofdkostenplaats levert haar prestaties aan de kostendragers. Vraag d Het tarief per prestatie wordt als volgt berekend: C V + N W

Hierbij is: C = begrote constante kosten van de kostenplaats V = begrote variabele kosten van de kostenplaats N = normale aantal prestaties van de kostenplaats W = verwachte aantal prestaties van de kostenplaats
19.09

Omschrijving van het begrip activiteit Een activiteit kan worden omschreven als een met betrekking tot de voortbrenging en verkoop van producten reeks van samenhangende handelingen die meerdere malen worden uitgevoerd.
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 136

2009 | Noordhoff Uitgevers

Omschrijving van het begrip cost driver Een cost driver kan worden omschreven als de (belangrijkste) veroorzaker van de kosten van een activiteit. Omschrijving van het begrip cost pool Een cost pool kan worden omschreven als het geheel van vanwege eenzelfde cost driver samengevoegde activiteiten.
19.10

Vraag a1 Directe kosten A: 5 000 2 kg 40 = 5 000 1 uur 30 =

400.000 - 150.000 ---------------- 550.000 420.000 - 555.000 ----------------- 555.000 ---------------- 1.105.000

B: 3 000 7 kg 20 = 3 000 1,5 uur 30 =

Opslagpercentage:
Vraag a2
Grondstof Arbeidsuren

331.400 100% = 30% 1.105.000


A 2 40 = 1 30 = B 7 20 = 1,5 30 =

Indirecte fabricagekosten Fabricagekostprijs

80 - 30 -------- 110 30% van 110 = - 33 -------- 143 =====

140 - 45 ----------- 185 30% van 185 = - 55,50 ----------- 240,50 =======

Vraag b1 Aantal instellingen: 5 000 A: = 125

40

B:

3 000 = 50

60 -----100

Tarief per instelling:

104.790 = 1.047,90 100

Vraag b2 Aantal machine-uren: A: 1 5 000 = B: 4 3 000 =

5 000 12 000 ----------17 000 226.610 = 13,33 17 000


Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 137

Tarief per machine-uur:

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b3
Onderhoud/afschrijving Fabricagekostprijs

A 1/125 1.047,90 = 1 13,33 =

- 8,38 - 13,33 ----------- 132,71 =======

B 1/60 1.047,90 = 4 13,33 =

- 17,47 - 53,32 ----------- 255,79 =======

19.11

Vraag a1 Directe fabricagekosten = 60 000 8,00 + 4 000 30,00 = 600.000

Opslagpercentage:

300.000 100% = 50% 600.000


STP 8,00 - 4,00 ---------- 12,00 ====== LXP 30,00 - 15,00 ---------- 45,00 ======

Directe fabricagekosten Indirecte fabricagekosten Fabricagekostprijs

Vraag a2 STP: 60 000 (15 12) = LXP: 4 000 (60 45) =

180.000 60.000 ---------------- 240.000

Vraag b

1 Voor STP: 60 000

6 = 6 000 uur; 60

Voor LXP: 4 000

18 = 1 200 uur. 60

2 Voor STP:

60 000 = 120 controles; 500 4 000 = 80 controles. 500

Voor LXP:

Vraag c1 De indirecte fabricagekosten zijn:

Ordervoorbereiding:

40.000 = 100 per order. 400 180.000 = 25 per arbeidsuur. 7 200

Productievoorbereiding:

Controleren:

80.000 = 400 per serie. 200

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 138

2009 | Noordhoff Uitgevers

Fabricagekostprijs voor 1 eenheid STP Directe kosten

8,00 0,50

Ordervoorbereiding:

1 300 100 = 60 000 1 6 000 25 60 000

Productievoorbereiding:

2,50

Controleren:

1 400 = 60 000

0,80

----------- 11,80
Vraag c2 Fabricagekostprijs voor 1 eenheid LXP Directe kosten

30,00 2,50

Ordervoorbereiding:

1 100 100 = 4 000


1 1 200 25 = 4 000

Productievoorbereiding:

7,50

Controleren:

1 80 400 = 4 000

8,00

----------- 48,00 Controle: Begrote winst: STP: 60 000 (15 11,80) = LXP: 4 000 (60 48) =

192.000 48.000 ---------------- 240.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 139

2009 | Noordhoff Uitgevers

20
20.01

Handelsondernemingen

Stapsgewijze verbijzondering: De indirecte kosten worden eerst verdeeld over de kostenplaatsen (hulpkostenplaatsen en hoofdkostenplaatsen). De hulpkostenplaatsen berekenen vervolgens de kosten met behulp van een tarief per prestatie door aan hulp- en hoofdkostenplaatsen. NB: Alle indirecte kosten bevinden zich in dit stadium bij de hoofdkostenplaatsen. De hoofdkostenplaatsen tot slot berekenen de kosten met behulp van een tarief per prestatie door aan de kostendragers.
20.02

Vraag a De in totaal begrote indirecte kosten zijn 1.522.000. Vraag b

Tarief (op jaarbasis) per m2:


Vraag c Begrote eigen kosten Doorbelast gekregen kosten

324.000 = 216 1 500

156.800 43.200 ---------------- 200.000


Afdeling Inkoop Constante Variabele kosten kosten 26.800 234.000 - 43.200 - 60.000 --------------- 130.000 Afdeling Magazijn Constante Variabele kosten kosten 47.200 130.000 - 172.800 - 40.000 --------------- 260.000 Afdeling Verkoop Constante Variabele kosten kosten 171.200 432.000 - 64.800 - 100.000 --------------- 336.000

Vraag d

Begrote eigen kosten Doorbelastingen van: afdeling Huisvesting afdeling Algemeen beheer

--------------- 234.000

--------------- 130.000

--------------- 432.000

Vraag e Verwachte inkopen tegen inkoopprijs Kosten afdeling Inkoop Kosten afdeling Magazijn

Verwachte inkopen tegen v.v.p.


Vraag f Tarief afdeling Inkoop: 130 000 234 000 100% + 100% = 5% + 9% = 14% 2 600 000 2 600 000 Vraag g Tarief afdeling Magazijn:

1.846.000 - 364.000 - 390.000 ---------------- 2.600.000

260 000 130 000 100% + 100% = 10% + 5% = 15% 2 600 000 2 600 000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 140

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag h Tarief afdeling Verkoop:

336 000 432 000 100% + 100% = 7% + 9% = 16% 4 800 000 4 800 000
Vraag i Verwachte omzet V.v.p.-waarde van de omzet

Verkoopkosten Winst voor vennootschapsbelasting Vennootschapsbelasting Winst na vennootschapsbelasting


20.03

4.800.000 - 2.600.000 ---------------- 2.200.000 - 768.000 ---------------- 1.432.000 - 358.000 ---------------- 1.074.000

Vraag a De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

Inkoopboek 1.. 700 aan 1.. aan 720

Te vorderen omzetbelasting Voorraad goederen Crediteuren Prijsverschillen bij inkoop Prijsverschillen bij inkoop Dekking afdeling Inkoop Prijsverschillen bij inkoop Dekking afdeling Magazijn Debiteuren Te betalen omzetbelasting Tussenrekening kredietbeperkingstoeslag Omzet Kostprijs van de omzet Voorraad goederen Toeslag indirecte verkoopkosten Dekking afdeling Verkoop

34.200 250.000 214.200 70.000 35.000 37.500

aan aan

720 515 720 516

35.000 37.500

Verkoopboek 1.. aan 1.. aan 2.. aan 840

558.348 87.500 10.948 460.000 340.000 73.600

aan aan

800 700 820 517

340.000 73.600

Kostenverdeelstaat 500 Kosten afdeling Huisvesting 501 Kosten afdeling Algemeen beheer 505 Kosten afdeling Inkoop 506 Kosten afdeling Magazijn 507 Kosten afdeling Verkoop aan 499 Overboekingsrekening rubriek 4

28.000 20.000 24.000 15.000 63.000 150.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 141

2009 | Noordhoff Uitgevers

Kostendekkingsstaat Huisvesting 501 Kosten afdeling Algemeen beheer 505 Kosten afdeling Inkoop 506 Kosten afdeling Magazijn 507 Kosten afdeling Verkoop aan 510 Dekking afdeling Huisvesting Kostendekkingsstaat Algemeen beheer 505 Kosten afdeling Inkoop 506 Kosten afdeling Magazijn 507 Kosten afdeling Verkoop aan 511 Dekking afdeling Algemeen beheer Vraag b1
Rekeningen 500/510 501/511 505/515 506/516 507/517 Kostenplaats Huisvesting Algemeen beheer Inkoop Magazijn Verkoop Indirecte kosten Werkelijk 28.000 23.600 32.600 32.733 76.734 ----------------- 193.667 ========== Doorberekend 27.000 16.667 35.000 37.500 73.600 ----------------- 189.767 ==========

3.600 3.600 14.400 5.400 27.000

5.000 3.333 8.334 16.667

Verschil Verlies 1.000 6.933 3.134 -------------- 3.900 =========

Winst 2.400 4.767

Vraag b2 De journaalpost is:


Debet Credit

aan

9.. 599

Resultaat indirecte kosten Overboekingsrekening rubriek 5

3.900 3.900

Vraag c1
Debet Credit

Rek. 800 Kostprijs van de omzet Rek. 820 Toeslag indirecte verkoopkosten Rek. 840 Omzet

340.000 73.600 46.400 (winst) 460.000

Vraag c2 De journaalpost is:


Debet Credit

aan

899 9..

Overboekingsrekening rubriek 8 Verkoopresultaat

46.400 46.400

Vraag d Het gaat om een winst van 42.500. Vraag e1 De vennootschapsbelasting bedraagt 10.625, namelijk 25% 42.500.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 142

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag e2 De journaalpost is:


Debet Credit

aan

990 195

Belasting over de winst Te betalen vennootschapsbelasting

10.625 10.625

Vraag f1 De winst na vennootschapsbelasting bedraagt 31.875. Vraag f2 De gevraagde journaalpost is als volgt:
Debet Credit

aan
20.05

999 090

Overboekingsrekening rubriek 9 Winstsaldo lopend boekjaar

31.875 31.875

Vraag a Kostenbudgettering: vermelding van het toelaatbare bedrag van de kosten in samenhang met bepaalde activiteiten. Vraag b Vaste kostenbudgettering: Het budget bestaat uit een vast bedrag per periode. Variabele kostenbudgettering: het budget is recht evenredig afhankelijk van het aantal activiteiten of prestaties. Gemengde kostenbudgettering: het budget bestaat uit een vast bedrag per periode en een vast bedrag per verrichte activiteit of geleverde prestatie.
20.06

Vraag a Begrote constante kosten: Afdeling Inkoop 6% 2.400.000 = Afdeling Magazijn 9% 2.400.000 = Afdeling Verkoop 5% 3.600.000 =

144.000 216.000 180.000

Vraag b1 V.v.p.-waarde van de in januari ontvangen handelsgoederen: 22.000 : 0,10 = 220.000 Vraag b2 In januari behaalde omzet: 20.800 : 0,08 = 260.000 Vraag c1 Budget over januari: Afdeling Inkoop 12.000 + 4% 220.000 = Afdeling Magazijn 18.000 + 5% 220.000 = Afdeling Verkoop 15.000 + 3% 260.000 =

20.800 29.000 22.800

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 143

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c2 De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

aan aan aan

522 521 532 531 542 541

Te dekken budget afdeling Inkoop Budget afdeling Inkoop Te dekken budget afdeling Magazijn Budget afdeling Magazijn Te dekken budget afdeling Verkoop Budget afdeling Verkoop

20.800 29.000 22.800 22.800 29.000 20.800

Vraag d1 Neen. De kosten en de dekkingen van de andere kostenplaatsen zijn niet gegeven. Vraag d2 Neen. Het resultaat op indirecte kosten vormt het totaal van de resultaten van elk van de kostenplaatsen. Het resultaat van een kostenplaats bestaat uit: budgetresultaat en bezettingsresultaat.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 144

2009 | Noordhoff Uitgevers

21
21.01

Industrile ondernemingen met massaproductie

Vraag a1 Totale v.v.p.-waarde: verwachte factuurprijs verwachte directe inkoopkosten indirecte inkoopkosten 25 000 18.000 + 10.000 30 000 magazijnkosten 25 000 37.500 + 12.500 30 000

475.000 81.250 25.000

43.750

---------------- 625.000
Vraag a2 V.v.p. per kilogram grondstof: 625.000 : 25 000 = 25 Vraag b1 Tarief afdeling Inkoop:

18 000 10 000 100% + 100% = 2,4% + 1,6% = 4% 750 000 625 000
Vraag b2 Tarief afdeling Magazijn:
37 500 12 500 100% + 100% = 5% + 2% = 7% 750 000 750 000

Vraag c Samenstelling van de v.v.p. per kilogram grondstof: geschatte gemiddelde factuurprijs geschatte gemiddelde directe inkoopkosten 4% toeslag van de v.v.p. voor indirecte inkoopkosten 7% toeslag van de v.v.p. voor magazijnkosten

19,00 - 3,25 - 1,00 - 1,75 ----------- 25,00

21.02

De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan

310 180 140

Nog te ontvangen grondstoffen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

212.000 40.280 252.280

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 145

2009 | Noordhoff Uitgevers

2 aan aan aan aan 3 aan 4 aan


21.03

300 310 320 521 531 180 320 100 400 300

Voorraad grondstoffen Nog te ontvangen grondstoffen Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Dekking afdeling Inkoop Dekking afdeling Magazijn Te vorderen omzetbelasting Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Kas Verbruik grondstoffen Voorraad grondstoffen (8 300 30)

234.000 204.750 1.170 16.380 11.700

684 3.600 249.000 249.000 4.284

De gevraagde journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

1 aan aan aan 2 aan aan 3 aan 4 aan 5 aan aan


21.04

300 145 320 521 531 145 180 140 320 180 320 110 400 300 301 300 405 302

Voorraad grondstoffen Nog te ontvangen facturen Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Dekking afdeling Inkoop Dekking afdeling Magazijn Nog te ontvangen facturen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Te vorderen omzetbelasting Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Bank Verbruik grondstoffen Voorraad grondstoffen (6 350 15) Afschrijving voorraad grondstoffen Voorraad grondstoffen Kosten afgekeurde grondstoffen Afschrijving voorraad grondstoffen (4.550 + 8.350 9.120)

97.500 13.650 7.800 5.850 97.500

100.500 13.946 87.346 27.100

1.634 8.600 95.250 95.250 10.234

4.550 3.780 3.780 4.550

De journaalposten van de verstrekte dagboekgegevens zijn als volgt:


Debet Credit

Loonlijst 280 aan 150 aan 151 aan 152

Tussenrekening lonen Te betalen nettolonen Te betalen loonheffing Te betalen sociale lasten

80.000 49.900 21.700 8.400

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 146

2009 | Noordhoff Uitgevers

Loonverdeelstaat 410 Directe loonkosten 411 Indirecte loonkosten aan 152 Te betalen sociale lasten aan 280 Tussenrekening lonen Bankboek 150 aan 110
21.05

68.800 20.100 8.900 80.000

Te betalen nettolonen Bank

49.900 49.900

Vraag a Er is sprake van massaproductie als er geen rekening wordt gehouden met de individuele wensen van de afnemers. Vraag b Bij massaproductie is het mogelijk normen (standaarden) te ontwikkelen omdat er sprake is van een steeds terugkerend identiek productieproces. Vraag c1 Qs = 2 000 7 kg = 14 000 kg. (Qs Qw) = 14 000 kg 14 400 kg = 400 kg negatief (nadelig) Vraag c2 Qs = 2 000 3 arbeidsuren = 6 000 arbeidsuren (Qs Qw) = 6 000 arbeidsuren 5 850 arbeidsuren = 150 arbeidsuren positief (voordelig) Vraag c3 Qs = 2 000 5 machine-uren = 10 000 machine-uren (Qs Qw) = 10 000 machine-uren 10 380 machine-uren = 380 machine-uren negatief (nadelig).
21.06

De journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

Bankboek 180 320 470 aan 110

Te vorderen omzetbelasting Prijsverschillen bij inkoop grondstoffen Uitgaande vrachten Bank

2.660 4.000 10.000 16.660

Grondstoffenafgiftenboek 400 Verbruik grondstoffen aan 300 Voorraad grondstoffen Loonverdeelstaat 410 Directe loonkosten 411 Indirecte loonkosten aan 152 Te betalen sociale lasten aan 250 Tussenrekening lonen Register overboeking directe kosten 600 Grondstoffenverbruik 630 Betaalde directe lonen 810 Directe verkoopkosten aan 499 Overboekingsrekening rubriek 4

124.000 124.000

44.290 13.670 5.790 52.170

124.000 44.290 10.000 178.290

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 147

2009 | Noordhoff Uitgevers

Memoriaal 601 aan 631


21.07

Directe lonen Verrekende directe lonen

41.610 41.610

Vraag a De kostenplaatsenmethode wordt ook wel productiecentramethode genoemd. Vraag b Een kostenplaats is een bedrijfsonderdeel dat n soort prestaties levert. Vraag c Met de formule: C V + N W

waarbij: C = begrote constante kosten van de kostenplaats V = begrote variabele kosten van de kostenplaats N = normale aantal prestaties van de kostenplaats W = verwachte aantal prestaties van de kostenplaats
21.08

Vraag a1 Tarief per m2 voor de afdeling Huisvesting:

30 000 1 = 30 1 000
Vraag a2 Doorbelastingen aan: Afdeling Directie/administratie Afdeling Inkoop Afdeling Magazijn Afdeling Fabricage Afdeling Verkoop

200 30 = 100 30 = 250 30 = 250 30 = 200 30 =

6.000 3.000 7.500 7.500 6.000 ---------------- 30.000

Vraag b Doorbelastingen aan: Afdeling Inkoop Afdeling Magazijn Afdeling Fabricage Afdeling Verkoop

10% (75.000 + 6.000) = 10% (75.000 + 6.000) = 40% (75.000 + 6.000) = 40% (75.000 + 6.000) =

8.100 8.100 32.400 32.400 ---------------- 81.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 148

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c1 Tarief voor de afdeling Inkoop:

12 900 + 3 000 + 8 100 100% = 400 000 3 000 100% = 300 000

6%

1% ----7%

Vraag c2 Verwachte doorbelasting door de afdeling Inkoop: 300.000 7% = 21.000 Vraag d1 Tarief voor de afdeling Magazijn:

12 400 + 7 500 + 8 100 100% = 400 000 27 000 100% = 300 000

7%

9% -----16%

Vraag d2 Verwachte doorbelasting door de afdeling Magazijn: 300.000 16% = 48.000 Vraag e1 Tarief voor de afdeling Fabricage:

116 100 + 7 500 + 32 400 1 = 12 000 80 000 1 = 10 000

13

------ 21
Vraag e2 Verwachte doorbelasting door de afdeling Fabricage: 10 000 machine-uren 21 per uur = 210.000 Vraag f1 Tarief voor de afdeling Verkoop:

61 600 + 6 000 + 32 400 100% = 10% 1 000 000 51 000 100% = 850 000 6% -----16%

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 149

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag f2 Verwachte doorbelasting door de afdeling Verkoop: 850.000 16% = 136.000 Vraag g1 De voorcalculatorische kostendekkingsstaat is als volgt:
Totale begrote indirecte kosten 469.000 Hulpkostenplaatsen Afdeling Afdeling Directie/ Huisvesting Administratie 30.000 75.000 / 30.000 / 6.000 81.000 Afdeling Inkoop 15.900 / 3.000 8.100 21.000 Afdeling Magazijn 39.400 / ------------- ======== ------------- ======== ------------- 6.000 Nadelig ======== 7.500 8.100 48.000 / - 210.000 ------------- 7.000 Nadelig ======== ------------- 26.000 Nadelig ======== / - 136.000 ------------- 15.000 Nadelig ======== Hoofdkostenplaatsen Afdeling Afdeling Fabricage Verkoop 196.100 112.600 7.500 32.400 6.000 32.400

Eigen kosten van de afdelingen Doorbelastingen: Huisvesting Directie/administratie Inkoop Magazijn Fabricage Verkoop Verwachte afdelingsresultaten

Vraag g2 Verwachte bezettingsresultaten: Afdeling Inkoop (300.000 400.000) 6% = 6.000 nadelig Afdeling Magazijn (300.000 400.000) 7% = 7.000 nadelig Afdeling Fabricage (10 000 u 12 000 u) 13 = 26.000 nadelig Afdeling Verkoop (850.000 1.000.000) 10% = 15.000 nadelig
21.09

Vraag a Grondstof 4 kilogram 13 per kilogram Directe lonen 9 arbeidsuren 27 per uur Toeslag voor indirecte fabricagekosten 5 machine-uren 21 per uur

Standaard fabricagekostprijs
Vraag b Standaard fabricagekostprijs Directe verkoopkosten Toeslag voor indirecte verkoopkosten 16% 775

52 - 243 - 105 --------- 400 400 26 - 124 --------- 150 --------- 550

Standaard commercile kostprijs


Vraag c Efficiencyverschil op het grondstofverbruik: (7 040 kg 6 900 kg) 13 = 1.820 voordelig Vraag d Efficiencyverschil op de directe lonen: (15 840 u 16 200 u) 27 = 9.720 nadelig

Vraag e Efficiencyverschil op de toeslag voor indirecte fabricagekosten: (8 800 u 8 500 u) 21 = 6.300 voordelig

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 150

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag f Prijsverschil op de directe lonen: (27 25,50) 16 200 = 24.300 voordelig Vraag g Fabricageresultaat over januari 22.700 winst. Vraag h Opbrengst van de verkochte producten Fabricagekostprijs van de verkochte producten Directe verkoopkosten Toeslag indirecte verkoopkosten

1.178.000 608.000 39.520 - 188.480 ----------------- 836.000 ---------------- 342.000 16.800 22.700 - 342.000 ---------------- 347.900 verlies winst winst winst

Verkoopwinst over januari


Vraag i Resultaat op indirecte kosten Fabricageresultaat Verkoopresultaat

Vraag j Neen. Er is immers nog geen rekening gehouden met de vennootschapsbelasting. Bovendien kunnen er nog andere baten en lasten zijn (zoals incidentele baten en lasten).
21.11

Vraag a1
Debet Credit

aan

500 503 504 499

Kosten hulpkostenplaatsen Kosten afdeling Fabricage Kosten afdeling Verkoop Overboekingsrekening rubriek 4

24.300 37.100 18.900 80.300

Vraag a2
Debet Credit

aan

503 504 510

Kosten afdeling Fabricage Kosten afdeling Verkoop Dekking hulpkostenplaatsen

18.800 6.300 26.900 28.600 14.000 9.120 23.120 55.500 25.100

aan

602.0 Toeslag indirecte fabricagekosten ST 130 602.1 Toeslag indirecte fabricagekosten LU 420 513 Dekking afdeling Fabricage 820.0 Toeslag indirecte verkoopkosten ST 130 820.1 Toeslag indirecte verkoopkosten LU 420 514 Dekking afdeling Verkoop

aan

Vraag b1 Het resultaat op indirecte kosten bedraagt 1.680 nadelig. Vraag b2


Debet Credit

aan

900 599

Resultaat indirecte kosten Overboekingsrekening rubriek 5

1.680 1.680

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 151

2009 | Noordhoff Uitgevers

21.12

Vraag a1
Rekening 500 501 502 503 504 510 511 512 513 514 Kostenplaats Energie Onderhoud Inkoop en magazijn Fabricage Verkoop Maand januari Kosten 102.600 71.900 44.500 924.400 212.200 ----------------- 1.355.600 ========== Dekking 101.900 73.000 43.700 950.100 218.300 ----------------- 1.387.000 ========== Verlies 700 800 - 25.700 6.100 --------------- 31.400 ========= Winst 1.100

Vraag a2
Debet Credit

aan

599 900

Overboekingsrekening rubriek 5 Resultaat indirecte kosten

31.400 31.400

Vraag b1 Het werkelijke aantal machine-uren: 950 100 1 uur = 3 167 uren 300 Vraag b2 Bezettingsresultaat: (3 167 u 3 000 u) 200 = 33.400 voordelig
21.13

Vraag a1 Verkoopprijs per 100 eenheden P: 100 6 = 75 8 Vraag a2 Voorgecalculeerde winst per 100 eenheden P: 75 68 = 7 Vraag b
Debet Credit

1 aan aan aan 2 aan 3 aan aan 4 aan

110 130 150 151 441 190 240 110 300 140 320 130 840

Bank Debiteuren Te betalen loonheffing Te betalen sociale lasten Onderhoudskosten Vooruitbetaalde bedragen Tussenrekening lonen Bank Voorraad grondstoffen Crediteuren Prijsverschillen bij inkoop Debiteuren Omzet (500 000 75/100)

344.393 315.000 21.188 8.205

6.200 40.000 78.002 240.000 234.000 6.000 375.000 124.202

375.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 152

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan

800 700 820 512 411 630 151 240 600 300 601 631 602 511 700 610 611 612 432 012 442 190 500 501 502 499 501 502 510

Kostprijs van de omzet Voorraad gereed product (500 000 62/100) Toeslag indirecte verkoopkosten Dekking verkoopkostenplaats (375.000 8%) Indirecte lonen Betaalde directe loonkosten Te betalen sociale lasten Tussenrekening lonen Directe grondstofkosten Voorraad grondstoffen (26 200 8) Directe loonkosten Verrekende directe loonkosten (1 200 30) Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking fabricagekostenplaats (600 200) Voorraad gereed product Standaard directe grondstofkosten Standaard directe loonkosten Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Afschrijvingskosten machines Afschrijving machines Elektriciteitsverbruik Vooruitbetaalde bedragen Kosten hulpkostenplaatsen Kosten fabricagekostenplaats Kosten verkoopkostenplaats Overboekingsrekening rubriek 4 Kosten fabricagekostenplaats Kosten verkoopkostenplaats Dekking hulpkostenplaatsen

310.000 310.000

30.000 30.000

aan 5 aan aan 6 aan

49.608 37.026 8.632 78.002 209.600

209.600

36.000 36.000

aan

120.000 120.000

aan

368.900 214.200 35.700 119.000 46.000 37.800

aan aan aan 7 aan aan 8 aan

46.000 37.800 47.700 121.000 45.300 30.250 15.100 45.350 214.000

aan
21.15

Vraag a
Debet Credit

1 aan

310 180 140

Inkopen Te vorderen omzetbelasting Crediteuren

63.000 13.870 76.870

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 153

2009 | Noordhoff Uitgevers

2 aan aan aan 3

300 310 510 320 441 240 320 180 150 151 110 410 411 240 151 400 300 600 630 810 500 501 502 503 499 601 631

Voorraad grondstoffen Inkopen Dekking kosten inkoopafdeling Prijsverschillen op grondstoffen Onderhoudskosten machines Tussenrekening lonen Prijsverschillen op grondstoffen Te vorderen omzetbelasting Te betalen loonheffing Te betalen sociale lasten Bank Directe lonen Indirecte lonen Tussenrekening lonen Te betalen sociale lasten Verbruik grondstoffen Voorraad grondstoffen Directe grondstofkosten Betaalde directe loonkosten Directe verkoopkosten Kosten inkoopafdeling Kosten hulpkostenplaatsen Kosten fabricageafdeling Kosten verkoopafdeling Overboekingsrekening rubriek 4 Directe loonkosten Verrekende directe loonkosten

70.000 60.900 8.750 350

31.000 85.510 200 5.928 23.230 8.990 90.418

aan aan aan 4 aan aan 5 aan 6

85.000 10.000 85.510 9.490 128.000

128.000 128.000 85.000 4.000 5.000 6.800 71.000 51.000 103.250 103.250 350.800

aan 7 aan

Vraag b Dekkingstarief hulpkostenplaatsen: 80.000 + 1 = 2,60 50 000

Dekkingstarief fabricageafdeling: 500.000 + 12,50 = 25 40 000 Dekkingstarief verkoopafdeling: 400 000 1 1 100% + 2 % = 10 % 2 2 5 000 000
Vraag c
Debet Credit

1 aan 2 aan

502 503 511 602 512

Kosten fabricageafdeling Kosten verkoopafdeling Dekking kosten hulpkostenplaatsen Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking kosten fabricageafdeling

5.200 1.300 72.500 72.500 6.500

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 154

2009 | Noordhoff Uitgevers

3 aan
Vraag d

820 513

Toeslag indirecte verkoopkosten Dekking kosten verkoopafdeling

51.450 51.450

Debet

Credit

aan
21.16

430 014

Afschrijvingskosten machines Afschrijving machines

31.900 31.900

Vraag a1 Het fabricageresultaat over januari is 6.000 verlies. De volgende journaalpost wordt gemaakt:
Debet Credit

aan

910 699

Fabricageresultaat Overboekingsrekening rubriek 6

6.000 6.000

Vraag a2 Efficiencyverschillen: (4 000 kg 4 200 kg) 15 = (1 600 u 1 500 u) 30 = (1 600 u 1 700 u) 45 = Prijsverschil: (30 31) 1 500 =

3.000 3.000 4.500

verlies winst verlies verlies verlies

1.500 ---------------- 6.000

Vraag b Het verkoopresultaat over januari is 56.000 winst. De volgende journaalpost wordt gemaakt:
Debet Credit

aan

899 920

Overboekingsrekening rubriek 8 Verkoopresultaat

56.000 56.000

Vraag c Het resultaat over januari is 35.700 winst. De volgende journaalpost wordt gemaakt:
Debet Credit

aan

999 0..

Overboekingsrekening rubriek 9 Winstsaldo

35.700 35.700

Vraag d1 Het fabricageresultaat over februari is 6.975 winst. De volgende journaalpost wordt gemaakt:
Debet Credit

aan

699 910

Overboekingsrekening rubriek 6 Fabricageresultaat

6.975 6.975

Vraag d2 Efficiencyverschillen: (4 500 kg 4 250 kg) 15 = (1 800 u 1 950 u) 30 = (1 800 u 1 650 u) 45 = Prijsverschil: (30 29,50) 1 950 =

3.750 4.500 6.750

winst verlies winst winst winst

975 ---------------- 6.975

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 155

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag e Het verkoopresultaat over februari is 68.000 winst. De volgende journaalpost moet worden gemaakt:
Debet Credit

aan

899 920

Overboekingsrekening rubriek 8 Verkoopresultaat

68.000 68.000

Vraag f Het resultaat over februari is 48.325 winst. Ten behoeve van de overboeking (naar rubriek 0) wordt de volgende journaalpost gemaakt:
Debet Credit

aan
21.17

999 0..

Overboekingsrekening rubriek 9 Winstsaldo

48.325 48.325

Vraag a
Debet Credit

1 aan 2 aan aan 3 aan

600 300 411 630 152 240 601 631 602 515 700 610 611 612 710 610 611 612

Grondstoffenverbruik Voorraad grondstoffen (11 750 15) Indirecte lonen Betaalde directe lonen Te betalen sociale lasten Tussenrekening lonen Directe lonen Verrekende directe lonen (4 550 36) Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking afdeling Farbricage (585 132) Voorraad gereed product Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Voorraad producten in bewerking Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten
Maand januari Nacalculatie 176.250 - 163.800 - 77.220 - 172.900 --------------- 590.170 =========

176.250 176.250

60.515 172.900 23.305 210.110 163.800

163.800

77.220 77.220

aan

360.000 150.000 144.000 66.000 22.500 21.600 9.900

aan aan aan aan aan aan


Vraag b1
Rekening 600 601 602 630 610 611 612 631

54.000 -

Omschrijving Grondstoffenverbruik Directe lonen Toeslag indirecte fabricagekosten Prijsverschillen directe lonen

Voorcalculatie 172.500 - 165.600 - 75.900 - 163.800 --------------- 577.800 =========

Verlies 3.750 - 1.320 - 9.100 ------------- 12.370 ========

Winst 1.800

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 156

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b2
Debet Credit

aan

910 699

Fabricageresultaat Overboekingsrekening rubriek 6

12.370 12.370

Vraag c1 a Grondstoffenverbruik Rekening 600 debet Rekening 610 credit

176.250 - 172.500 ------------- 3.750 nadelig 11 500 kg 11 750 kg ------------250 kg 15 = 3.750 nadelig 163.800 - 165.600 ------------- 1.800 4 600 u 4 550 u ----------50 u 36 = 1.800 voordelig 77.220 - 75.900 ------------- 1.320 575 u 585 u -------10 u 132 = 1.320 nadelig 172.900 - 163.800 ------------- 9.100 nadelig 36 38 ------------- 2 4 550 = 9.100 nadelig

Controleberekening: Qs Qw

b Directe lonen Rekening 601 debet Rekening 611 credit

Controleberekening: Qs Qw

c Toeslag indirecte fabricagekosten Rekening 602 debet Rekening 612 credit

Controleberekening: Qs Qw

Vraag c2 Rekening 630 debet Rekening 631 credit

Controleberekening: Ps Pw

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 157

2009 | Noordhoff Uitgevers

21.18

Vraag a
Debet Credit

1 aan 2 aan aan 3 aan aan 4 aan aan aan

600 300 411 630 152 240 601 631 602 515 700 610 611 612 610 611 612 710

Grondstoffenverbruik Voorraad grondstoffen Indirecte lonen Betaalde directe lonen Te betalen sociale lasten Tussenrekening lonen Directe lonen Verrekende directe lonen Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking afdeling Fabricage Voorraad gereed product Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Voorraad producten in bewerking

119.250 80.100 115.830 19.560 176.370 116.640 52.140 135.000 129.600 59.400 119.250

116.640 52.140 324.000 -

15.000 14.400 6.600 36.000

aan
Vraag b1
Rekening 600 601 602 630 610 611 612 631

Februari Nacalculatie 119.250 - 116.640 - 52.140 - 115.830 --------------- 403.860 =========

Voorcalculatie 120.000 - 115.200 - 52.800 - 116.640 --------------- 404.640 =========

Verlies 1.440

Winst 750 660 810 ------------- 780 ========

Januari en februari Nacalculatie Voorcalculatie 295.500 292.500 - 280.440 - 280.800 - 129.360 - 128.700 - 288.730 - 280.440 ------------------------------ 994.030 982.440 ========= =========

Verlies 3.000 660 - 8.290 ------------- 11.590 ========

Winst 360

Vraag b2
Debet Credit

aan

699 910

Overboekingsrekening rubriek 6 Fabricageresultaat

780 780

Vraag c1 a Grondstoffenverbruik Rekening 600 debet Rekening 610 credit

119.250 - 120.000 ------------- 750 voordelig 8 000 kg 7 950 kg -----------50 kg 15 = 750 voordelig

Controleberekening: Qs Qw

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 158

2009 | Noordhoff Uitgevers

b Directe lonen Rekening 601 debet Rekening 611 credit

116.640 - 115.200 ------------- 1.440 nadelig 3 200 u 3 240 u ----------40 u 36 = 1.440 nadelig 52.140 - 52.800 ------------- 660 voordelig 400 u 395 u -------5 u 132 = 660 voordelig 115.830 - 116.640 ------------- 810 voordelig 36,00 35,75 ------------- 0,25 3 240 = 810 voordelig

Controleberekening: Qs Qw

c Toeslag indirecte fabricagekosten Rekening 602 debet Rekening 612 credit

Controleberekening: Qs Qw

Vraag c2 Rekening 630 debet Rekening 631 credit

Controleberekening: Ps Pw

21.19 Debet Credit

1 aan 2 aan aan

240 110 630 411 240 155

Tussenrekening lonen Bank Betaalde directe loonkosten Indirecte lonen Tussenrekening lonen Te betalen sociale lasten

796.800 730.200 155.000 796.800 88.400 796.800

3 Overboeking indirecte kosten 500 Kosten huisvesting 501 Kosten garage 502 Kosten directie en administratie 503 Kosten fabricageafdeling 504 Kosten verkoopafdeling aan 499 Overboekingsrekening rubriek 4

30.800 12.100 110.300 403.750 88.300 645.250

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 159

2009 | Noordhoff Uitgevers

Doorbelasting huisvesting 501 Kosten garage 502 Kosten directie en administratie 503 Kosten fabricageafdeling 504 Kosten verkoopafdeling aan 510 Dekking huisvesting Doorbelasting garage 502 Kosten directie en administratie 503 Kosten fabricageafdeling 504 Kosten verkoopafdeling aan 511 Dekking garage Doorbelasting directie en administratie 503 Kosten fabricageafdeling 504 Kosten verkoopafdeling aan 512 Dekking directie en administratie Doorbelasting fabricage 602 Toeslag indirecte fabricagekosten aan 513 Dekking fabricageafdeling Doorbelasting verkoop 820 Toeslag indirecte verkoopkosten aan 514 Dekking verkoopafdeling Overboeking resultaat indirecte kosten 599 Overboekingsrekening rubriek 5 aan 900 Resultaat indirecte kosten

1.100 1.650 19.250 8.250 30.250

1.800 1.200 10.800 13.800

82.400 40.365 122.765

504.700 504.700

155.250 155.250

14.700 839.000 739.800 739.800 814.800 733.320 499.065 20.000 3.060 1.960 839.000 14.700

4 aan 5 aan 6 aan aan aan 7 aan aan aan


21.21

600 300 601 631 700 610 611 612 710 610 611 612

Directe grondstofkosten Voorraad grondstoffen Directe loonkosten Verrekende directe loonkosten Voorraad gereed product Standaard directe grondstofkosten Standaard directe loonkosten Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Voorraad producten in bewerking Standaard directe grondstofkosten Standaard directe loonkosten Standaard toeslag indirecte fabricagekosten

2.047.185 25.020 -

Vraag a
Debet Credit

Goedgekeurde producten 700 Voorraad gereed product aan 610 Standaard grondstoffenverbruik aan 611 Standaard directe lonen aan 612 Standaard toeslag indirecte fabricagekosten aan 613 Standaard uitvalkosten

55.000 18.150 13.200 9.900 13.750

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 160

2009 | Noordhoff Uitgevers

Afgekeurde producten 603 Uitvalkosten aan 610 Standaard grondstoffenverbruik aan 611 Standaard directe lonen aan 612 Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Vraag b1 Uitvalverschil over oktober: Rekening 603 debet Rekening 613 credit

15.000 6.600 4.800 3.600

15.000 - 13.750 ------------- 1.250

Vraag b2 Controleberekening: Standaarduitval Werkelijke uitval

Te veel uitval 2,5 500 = 1.250 nadelig


Vraag c1 Efficiencyverschil op het grondstoffenverbruik: Qs Qw

37,5 stuks 40,5 stuks -------------2,5 stuks

750 kg 800 kg --------50 kg 33 = 1.650 nadelig

Vraag c2 Efficiencyverschil op de directe lonen: Qs Qw

450 u 445 u -------5 u 40 = 200 voordelig

Vraag c3 Efficiencyverschil op de toeslag indirecte fabricagekosten: Qs Qw

300 u 310 u -------10 u 45 = 450 nadelig

21.22

Vraag a Normale uitval in procenten: 50 / 250 100% = 20% Vraag b


Debet Credit

Grondstoffen 600 Grondstoffenverbruik aan 300 Voorraad grondstoffen (10 150 7,50)

76.125 76.125

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 161

2009 | Noordhoff Uitgevers

Directe arbeidsuren 630 Betaalde directe lonen aan 160 Te betalen sociale lasten aan 250 Tussenrekening lonen

102.980 10.298 92.682 108.400

aan

601 631

Directe lonen Verrekende directe lonen (2 710 40)

108.400

Machine-uren 602 Toeslag indirecte fabricagekosten aan 515 Dekking afdeling Fabricage (3 880 20) Vraag c

77.600 77.600

Debet

Credit

1 aan aan aan aan 2 aan aan aan 3 aan 4 aan aan aan 5 aan 6 aan aan aan

700 610 611 612 613 603 610 611 612 610 611 612 730 730 610 611 612 610 611 612 740 740 610 611 612

Voorraad goedgekeurde producten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard uitvalkosten Uitvalkosten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Voorraad producten in bewerking Voorraad producten in bewerking Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Voorraad ongekeurde producten Voorraad ongekeurde producten Standaard grondstoffenverbruik Standaard directe lonen Standaard toeslag indirecte fabricagekosten

256.250 61.500 82.000 61.500 51.250 13.500 18.000 13.500

45.000 -

6.000 8.000 6.000 40.000 12.000 16.000 12.000 20.000

9.000 12.000 9.000 20.000 6.000 8.000 6.000 30.000

Vraag d 1 Rekening 600 debet Rekening 610 credit

Efficiencyverschil Qs Qw 1 200 8 kg + 200 4 kg =

76.125 - 78.000 ------------- 1.875 voordelig 10 400 kg 10 150 kg -------------250 kg 7,50 = 1.875 voordelig
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 162

2009 | Noordhoff Uitgevers

2 Rekening 601 debet Rekening 611 credit Efficiencyverschil Qs Qw 1 200 2 u + 200 1 u =

108.400 - 104.000 -------------- 4.400 nadelig 2 600 u 2 710 u ----------110 u 40 = 4.400 nadelig 77.600 - 78.000 ------------- 400 voordelig 3 900 u 3 880 u ----------20 u 20 = 400 voordelig 45.000 - 51.250 ------------- 6.250 voordelig 250 stuks 225 stuks ------------25 stuks

3 Rekening 602 debet Rekening 612 credit Efficiencyverschil Qs Qw 1 200 3 u + 200 1 u =

4 Rekening 603 debet Rekening 613 credit Uitvalverschil (uitvalresultaat) Standaard uitval 20% 1 250 = Werkelijke uitval Minder uitval 25 250 = 6.250 voordelig
21.23

Vraag a1 Fabricagekosten van 100 ongekeurde artikelen Toeslag voor uitval 20/80 160 =

Fabricagekostprijs van 100 goedgekeurde artikelen


Vraag a2 Fabricagekostprijs Verkoopkosten

160 40 ---------------- 200 200 20 ---------------- 220 30 ---------------- 250

Commercile kostprijs Winstmarge 12/88 220 = Verkoopprijs van 100 goedgekeurde artikelen

Vraag b Een voordeel van een jaarindeling in dertien perioden is dat de perioden dan beter te vergelijken zijn. Vraag c
Debet Credit

1 aan

600 300

Directe grondstofkosten Voorraad grondstoffen (15 800 5)

79.000 79.000

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 163

2009 | Noordhoff Uitgevers

2 aan aan aan 3 aan 4 aan aan aan aan

630 240 150 601 631 602 521 700 603 610 611 612 613

Betaalde directe loonkosten Tussenrekening lonen Te betalen sociale lasten Directe loonkosten Verrekende directe loonkosten (16 200 25) Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking afdeling Fabricage (21 000 8) Voorraad artikelen Uitvalkosten Standaard directe grondstofkosten Standaard directe loonkosten Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard uitvalkosten

396.000 356.500 39.500 405.000

405.000

168.000 168.000

632.000 134.400 80.000 400.000 160.000 126.400

Vraag d 1 Efficiencyverschil op de directe loonkosten: Rekening 601 debet Rekening 611 credit

405.000 - 400.000 ------------- 5.000 nadelig 134.400 - 126.400 ------------- 8.000 nadelig 396.000 - 405.000 ------------- 9.000 voordelig

2 Efficiencyverschil op de uitvalkosten: Rekening 603 debet Rekening 613 credit

3 Prijsverschil op de directe loonkosten: Rekening 630 debet Rekening 631 credit

21.24

Vraag a1 Grondstofkosten 2 kg 9 = Loonkosten 0,8 arbeidsuren 15 = Indirecte fabricagekosten 0,4 machine-uren 67,50 =

Toeslag uitval 5/95 57 = Fabricagekostprijs per goedgekeurde eenheid Porsa


Vraag a2 Fabricagekostprijs Verkoopkosten

18 - 12 - 27 --------- 57 3 --------- 60 60 - 30 --------- 90

Commercile kostprijs per eenheid Porsa

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 164

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag a3 Commercile kostprijs Verkoopwinst 25/75 90 =

Verkoopprijs per eenheid Porsa


Vraag b

90 - 30 --------- 120
Debet Credit

1 aan 2 aan 3 aan aan 4 aan 5 aan 6 aan 7 aan aan aan aan

300 320 310 180 310 140 411 630 240 155 601 631 602 521 600 300 603 700 610 611 612 613

Voorraad grondstoffen Prijsverschillen op grondstoffen Inkopen Te vorderen omzetbelasting Inkopen Crediteuren Indirecte lonen Betaalde directe loonkosten Tussenrekening lonen Te betalen sociale lasten Directe loonkosten Verrekende directe loonkosten (4 730 15) Toeslag indirecte fabricagekosten Dekking indirecte fabricagekosten (2 342 67,50) Directe grondstofkosten Voorraad grondstoffen (8 900 9) Uitvalkosten Voorraad (goedgekeurde) eenheden Porsa Standaard directe grondstofkosten Standaard directe loonkosten Standaard toeslag indirecte fabricagekosten Standaard uitvalkosten

73.800 410 15.732 82.800 3.167 71.896 67.571 7.492 70.950 98.532 74.210

70.950

158.085 158.085

80.100 80.100

17.100 354.000 111.600 74.400 167.400 17.700

Vraag c1 Prijsverschil op de directe loonkosten: Rekening 630 debet Rekening 631 credit

71.896 - 70.950 ------------- 946 nadelig

Vraag c2 Uitvalresultaat: Rekening 603 debet Rekening 613 credit

17.100 - 17.700 ------------- 600 voordelig

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 165

2009 | Noordhoff Uitgevers

22
22.01

Industrile ondernemingen met stukproductie

Vraag a Er is sprake van stukproductie als met de specifieke wensen van de individuele afnemers rekening wordt gehouden. Vraag b De verschillen tussen de voorcalculatie en de nacalculatie kunnen niet zonder meer als efficiencyverschillen worden aangemerkt, omdat de verschillen mede het gevolg kunnen zijn van een onjuiste voorcalculatie. Vraag c De kostprijskaarten (orderkaarten) vormen gezamenlijk een subgrootboek op de (grootboek)rekening Orders in bewerking.
22.02

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan 5 aan aan 6 aan aan aan aan 7 aan aan

600 501 700 600 300 600 240 500 499 800 801 802 600 501 100 220 130 180 810 811 812 700 600 501

Orders in bewerking Dekking indirecte kosten Onderhanden werk Orders in bewerking Voorraad materialen Orders in bewerking Tussenrekening lonen Werkelijke indirecte kosten Overboekingsrekening Kostprijs opgeleverde APK-keuring Kostprijs opgeleverd periodiek onderhoud Kostprijs opgeleverd schadeherstel Orders in bewerking Dekking indirecte kosten Kas Pin-betalingen Debiteuren Te betalen omzetbelasting (19/119 96.628) Opbrengst APK-keuring Opbrengst periodiek onderhoud Opbrengst schadeherstel Onderhanden werk Orders in bewerking Dekking indirecte kosten

4.200 3.360 26.000 13.200 34.990 1.260 20.160 50.490 39.950 31.960 34.990 13.200 26.000 7.560

11.543 55.454 29.631 15.428 1.400 38.500 41.300 3.450 2.760

6.210 -

NB: Ga na dat aan het einde van de periode de rekening Orders in bewerking glad loopt.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 166

2009 | Noordhoff Uitgevers

22.03

Vraag a De gevraagde journaalposten zijn als volgt:


Debet Credit

Grondstoffenafgiftenboek 600 Orders in bewerking aan 300 Voorraad grondstoffen Loonverdeelstaat 411 Indirecte loonkosten 600 Orders in bewerking aan 152 Te betalen sociale lasten aan 240 Tussenrekening lonen Machine-urenregister 600 Orders in bewerking aan 541 Dekking afdeling Fabricage Register uitbesteed werk 600 Orders in bewerking aan 145 Nog te ontvangen facturen Register gereedgekomen en afgeleverde orders 800 Kostprijs uitgevoerde orders aan 600 Orders in bewerking Verkoopboek 130 Debiteuren aan 181 Te betalen omzetbelasting aan 840 Opbrengst uitgevoerde orders Memoriaal 710 aan 600 Vraag b

93.800 93.800

30.500 136.700 16.800 150.400

74.200 74.200

49.500 49.500

293.700 293.700

436.968 69.768 367.200

Onderhanden werk Orders in bewerking

60.500 60.500

Debet

Credit

aan

800 910 600

Kostprijs uitgevoerde orders Calculatieverschillen Orders in bewerking

289.100 4.600 293.700

Vraag c
Debet Credit

aan aan

650 600 800 660

Nacalculatiewaarde uitgevoerde orders Orders in bewerking Kostprijs uitgevoerde orders Voorcalculatiewaarde uitgevoerde orders

293.700 289.100 289.100 293.700

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 167

2009 | Noordhoff Uitgevers

22.05

Nacalculatorische kosten van de in december gereedgekomen orders: 225.900 + 6.300 = Nacalculatorische kosten van de per 31 december onderhanden zijnde orders Verbruik in december Nacalculatorische kosten van de per 30 november onderhanden zijnde orders
22.06

232.200 42.300 ---------------- 274.500 - 236.800 ---------------- 37.700

1 aan 2 aan 3 aan 4 aan


22.07

100 220 185 110 220 100 220 185 805 800 600

Kas Pin-betalingen Ontvangen vooruitbetalingen Postbank Pin-betalingen Kas Pin-betalingen Vooruitbetalingen Opbrengst uitgevoerde reparaties Kostprijs uitgevoerde reparaties Reparaties in bewerking

2.800 8.400 27.900 3.790 34.200 13.100 46.400 46.400 51.090 27.900 11,200

Vraag a
Debet Credit

120 121 700 820

Aanbetalingen: 5% van 26.000.000 Gefactureerde termijnen: 70% van 26.600.000 Werken in uitvoering: 18.710.000 + 78% van 1.000.000 Winst op werken in uitvoering: 52% van 1.000.000 Debiteuren Gefactureerde termijnen Werken in uitvoering Winst op werken in uitvoering Te vorderen laatste termijnen Aanbetalingen Gefactureerde termijnen Opbrengst opgeleverd werk Kostprijs opgeleverd werk Werken in uitvoering

1.300.000 18.200.000 19.490.000 2.600.000 100.000 1.300.000 - 1.300.000 - 23.400.000 26.000.000 25.996.000 25.996.000 100.000 2.600.000 520.000

Vraag b 1 1.. aan 121

aan 2 aan aan

700 820 130 120 121 801 800 700

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 168

2009 | Noordhoff Uitgevers

23

Doel, grondbeginselen en regelgeving externe jaarrekening

23.02

Vraag a Toerekeningsbeginsel Het toerekeningsbeginsel houdt in dat de gevolgen van transacties en andere (financile) gebeurtenissen moeten worden geboekt in de (boekings)periode waarin die transacties en gebeurtenissen voorkomen en niet pas in de periode waarin de geldmiddelen die daarmee samenhangen worden ontvangen of betaald. Continuteitsbeginsel Het continuteitsbeginsel houdt in dat aan de opstelling van de externe jaarrekening continuteit van de desbetreffende onderneming ten grondslag ligt. Men gaat er dus van uit dat de onderneming niet zal worden geliquideerd of dat de omvang van de bedrijvigheid drastisch zal worden ingekrompen. Vraag b Realisatieprincipe Het realisatieprincipe stelt dat opbrengsten toegerekend moeten worden aan de periode waarin ze zijn gerealiseerd. Matching principe Het matching principe stelt dat kosten moeten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben zoals de constante kosten en aan de periode waarop de opbrengsten zijn gerealiseerd waarop de kosten betrekking hebben. Voorzichtigheidsprincipe Het voorzichtigheidsprincipe stelt dat opbrengsten boekhoudkundig moeten worden vastgelegd zodra de realisatie een feit is, maar dat kosten geboekt moeten worden zodra die zich voordoen. De boeking mag dus niet worden opgehouden tot het moment dat de kosten worden betaald.
23.03

Vraag a Titel 9 Boek 2 BW is van toepassing op: nvs, bvs, coperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen banken ongeacht hun rechtsvorm commanditaire vennootschappen en vennootschappen onder firma waarvan alle aansprakelijke vennoten jegens de schulden, kapitaalvennootschappen zijn naar buitenlands recht stichtingen en verenigingen die n of meer ondernemingen in stand houden die in het handelsregister moeten worden geregistreerd. Vraag b De Raad voor de Jaarverslaggeving is samengesteld uit: verschaffers (vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties) van informatie gebruikers (vertegenwoordigers van werknemersorganisaties en anderen, waaronder de Vereniging voor Beleggingsanalisten) van informatie controleurs (vertegenwoordigers van de accountantsorganisaties) van informatie. Vraag c Het doel van de International Accounting Standards Board (IASB) is standaarden voor de financile verslaggeving vast te stellen die wereldwijd kunnen worden toegepast. Deze standaarden worden International Financial Reporting Statements (IFRS) genoemd.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 169

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag d Europese beursgenoteerde ondernemingen zijn vanaf het boekjaar 2005 verplicht de IFRS toe te passen voor de geconsolideerde jaarrekening. Voor de enkelvoudige jaarrekening blijven de regels van het desbetreffende land van toepassing.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 170

2009 | Noordhoff Uitgevers

24
24.01

Externe jaarrekening: balans

Vraag a 1 Het kenmerk van vaste activa is dat het activa zijn die bestemd zijn om duurzaam dienstbaar te zijn aan de uitoefening van de werkzaamheden van de onderneming. 2 Vaste activa worden onderverdeeld in: Immaterile vaste activa. Dit zijn niet-monetaire activa zonder fysieke gedaante. De waardering geschiedt tegen de verkrijgingsprijs of de vervaardigingsprijs. Materile vaste activa. Dit zijn fysieke vaste activa. De waardering geschiedt op basis van de verkrijgingsof vervaardigingsprijs of op basis van de actuele waarde. Financile vaste activa. Hiertoe behoren: (langlopende) vorderingen, in beginsel gewaardeerd tegen de nominale waarde; deelnemingen, gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of actuele waarde; en verder effecten die als belegging op lange termijn worden aangehouden. De waardering van de effecten geschiedt tegen de verkrijgingsprijs of de opbrengstwaarde. Vraag b Het Besluit waardering activa maakt het volgende onderscheid met betrekking tot het begrip actuele waarde: Vervangingswaarde. Dit is het bedrag dat nodig is om in plaats van het actief dat wordt gebruikt, een ander actief te verwerven dat voor de bedrijfsuitoefening een in economisch opzicht gelijke betekenis heeft. Bedrijfswaarde. Dit is de waarde van, ten tijde van de waardering, aan het actief toe te rekenen deel van de netto-omzet die kan worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf waartoe dat actief dient (ook indirecte opbrengstwaarde genoemd). Opbrengstwaarde. Dit is het bedrag waartegen het actief bestens kan worden verkocht onder aftrek van noodzakelijk te maken kosten (ook directe opbrengstwaarde genoemd). Vraag c De Raad voor de jaarverslaggeving onderscheidt: Rele waarde (ook fair value genoemd). Dit is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld tussen goed genformeerde tot een transactie bereid zijnde partijen, die onafhankelijk zijn. Opbrengstwaarde. Dit is het bedrag dat een actief bij buitengebruikstelling oplevert. Vraag d Als bij een impairment test blijkt dat de realiseerbare waarde (dat is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde) van een actief lager is dan de boekwaarde daarvan, moet een bijzondere waardevermindering worden geboekt.
24.02

Vlottende activa worden onderscheiden in: 1 Voorraden. De waardering geschiedt tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of tegen de actuele waarde. 2 Vorderingen. Dit betreft op korte termijn te ontvangen bedragen. De waardering geschiedt tegen de nominale waarde onder aftrek van een correctie wegens vermoedelijke oninbaarheid. 3 Effecten. Dit betreft kortlopende beleggingen. De waardering geschiedt tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. 4 Liquide middelen. Waardering tegen de nominale waarde. 5 Overlopende activa. Dit betreft vooruitbetaalde kosten en nog te ontvangen opbrengsten. De waardering geschiedt tegen de nominale waarde.
24.03

Voorzieningen Dit zijn per balansdatum bestaande verplichtingen (legal of constructive) waarvan de omvang en/of het moment van afwikkeling onzeker is. De waardering geschiedt tegen de nominale waarde als demomenten waarop de uitgaven noodzakelijk zijn niet betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Als ditaatste wel het geval is, is waardering tegen contante waarde ook toegestaan.
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 171

2009 | Noordhoff Uitgevers

Schulden Dit zijn per balansdatum vaststaande kortlopende of langlopende verplichtingen. Gewaardeerd wordt tegen de nominale waarde. Overlopende passiva Dit betreft de per balansdatum nog te betalen kosten en vooruitontvangen opbrengsten. De waardering geschiedt tegen de nominale waarde.
24.04

Vraag a In de balans is de verplichte specificatie van het eigen vermogen als volgt: Gestort en opgevraagd kapitaal Agio Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Overige reserves Onverdeelde winst. Vraag b De samenhang tussen de kapitaalbegrippen is als volgt:

Maatschappelijk kapitaal af: Niet-geplaatst kapitaal Geplaatst kapitaal af: Niet-gestort kapitaal Gestort kapitaal bij: Opgevraagd kapitaal Gestort en opgevraagd kapitaal
24.05

- ----------------- - ----------------- - -----------------

Bij model D behoeven geen nadere specificaties te worden opgenomen voor de immaterile vaste activa, de materile vaste activa, de financile vaste activa, de voorzieningen en de schulden.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 172

2009 | Noordhoff Uitgevers

25
25.01

Externe jaarrekening: winst-en-verliesrekening

Vraag a Het toerekeningsbeginsel (accrual accounting) moet met betrekking tot de winst-en-verliesrekening in acht worden genomen. Vraag b 1 De baten bestaan uit opbrengsten en andere voordelen. Opbrengsten zijn baten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van de onderneming. Voorbeelden daarvan zijn: de verkoopopbrengst van verkochte artikelen, honoraria, royaltys, dividenden en huur. Andere voordelen bestaan uit baten die geen opbrengsten zijn. 2 De lasten bestaan uit kosten en verliezen. Kosten zijn die lasten die ontstaan bij de uitvoering van de normale activiteiten van de onderneming. Hiertoe behoren de kostprijs van de verkopen, alle loonkosten, de afschrijvingen en de overige bedrijfskosten. 3 Bijzondere baten en lasten zijn baten en lasten die zich onderscheiden door de aard, de omvang en het incidentele karakter. Voorbeelden zijn waardeverminderingen van voorraden, bijzondere waardeverminderingen van vaste activa, de lasten die voortvloeien uit reorganisaties en nadelen uit onteigeningen. Vraag c De onderverdeling van de posten op de winst-en-verliesrekening is van belang voor de vergelijking van opeenvolgende winst-en-verliesrekeningen van dezelfde rechtspersoon (tijdsvergelijking) en voor de vergelijking van de winst-en-verliesrekeningen van verschillende rechtspersonen (bedrijfsvergelijking). Vraag d Het nettoresultaat wordt berekend door alle baten te verminderen met alle lasten. Tot de lasten behoort ook de belasting naar de winst.
25.02

Vraag a Van een kleine of middelgrote NV of BV is sprake als aan twee van de onderstaande drie criteria is voldaan:
Waarde activa Netto-omzet over het boekjaar Gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar Klein 3,5 miljoen 7 miljoen < 50 Middelgroot, tenzij klein 14 miljoen 28 miljoen < 250 Groot > 14 miljoen > 28 miljoen 250

Vraag b1 Bij model I kunnen de volgende posten in n bedrag worden opgenomen (als brutomarge): netto-omzet wijziging in voorraad gereed product en onderhanden werk geactiveerde productie voor eigen bedrijf overige bedrijfsopbrengsten kosten van grond- en hulpstoffen kosten uitbesteed werk en andere externe kosten. Vraag b2 Bij model J kunnen de volgende posten in n bedrag worden opgenomen (als brutomarge): netto-omzet kostprijs van de omzet.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 173

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c Bij winst-en-verliesrekeningsmodel E wordt tegenover de netto-omzet niet de kostprijs (de fabricagekostprijs) van die netto-omzet opgenomen, maar de over het boekjaar gemaakte kosten. In winst-en-verliesrekeningsmodel E komen dan ook voor de posten: wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk geactiveerde productie voor het eigen bedrijf.
25.04

Vraag a
Actiefzijde
A I II III B I II III IV Vaste activa immaterile vaste activa materile vaste activa (1) financile vaste activa Vlottende activa voorraden (2) vorderingen en overlopende activa (3) effecten (4) liquide middelen (5)

Balans per 31 december van Flecken NV ( 1.000)


- 1.320 ----------- 1.320 2.195 - 1.080 680 210 ------------ 4.165 ----------- 5.485 ======= A I II III IV V VI VII Eigen vermogen geplaatst en gestort kapitaal (6) agio (7) herwaarderingsreserve wettelijke en statutaire reserves overige reserve (8) onverdeelde winst winst boekjaar (9) 720 365 705 590 -----------

Passiefzijde

2.380 B Voorzieningen (10) 285 C Langlopende schulden (11) - 1.435 D Kortlopende schulden en overlopende passiva (12) - 1.385 -----------Totaal 5.485 =======

Totaal

De tussen haakjes vermelde nummers verwijzen naar onderstaande toelichting (bedragen 1.000) (1) Rekening 010 Gebouw 1.095 Rekening 020 Inventaris 225 ---------------- 1.320 (2) (3) (4) (5) Rekening 700 Voorraad goederen Rekening 130 Debiteuren Rekening 125 Aandelen Rekening 100 Kas Rekening 110 Bank 2.195 1.080 680

80 130 ---------------- 210 1.200 480 ---------------- 720 365 705 590

(6)

Rekening 040 Aandelenkapitaal Rekening 041 Aandelen in portefeuille

(7) (8) (9) (10)

Rekening 042 Agioreserve Rekening 043 Algemene reserve Rekening 050 Winstsaldo Rekening 070 Voorziening belastingen Rekening 075 Voorziening voor garanties

120 165 ---------------- 285

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 174

2009 | Noordhoff Uitgevers

(11)

Rekening 080 Obligatielening Rekening 085 Hypothecaire lening

1.050 565 ---------------- 1.615 875 65 55 - 270 35 - 295 - 155 65 --------- 1.205

180 = 1.435

(12)

Rekening 140 Crediteuren Rekening 151 Te betalen loonheffing Rekening 152 Te betalen sociale lasten Rekening 160 Betaalde voorlopige aanslag vennootschapsbelasting Rekening 165 Te verrekenen dividendbelasting Rekening 170 Te betalen vennootschapsbelasting Rekening 182 Af te dragen omzetbelasting Rekening 192 Nog te betalen interest

+ 180 = 1.385

NB: Flecken NV heeft ter belegging van tijdelijk overtollige liquide middelen aandelen gekocht. Op het dividend op deze aandelen (140.000) is 35.000 dividendbelasting ingehouden. Deze ingehouden dividendbelasting kan worden verrekend met de over het desbetreffende jaar op te leggen aanslag in de vennootschapsbelasting. Men spreekt van een voorheffing.
Vraag b
Winst- en verliesrekening van Flecken BV ( 1.000)

Brutomarge (1) Lonen en salarissen (2) Sociale lasten (3) Afschrijvingen op immaterile en materile vaste activa (4) Overige waardeveranderingen van immaterile en materile vaste activa Bijzondere waardevermindering van vlottende activa Overige bedrijfskosten (5) Som der kosten Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten (6) Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Waardeveranderingen van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten Rentelasten en soortgelijke kosten (7)

6.545 1.825 760 105 - 2.910 ------------ 5.600 ----------- 945 140 180 -----------40 ----------- 905 315 ----------- 590 ----------- ----------- 590

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening (8) Aandeel in winst of verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen Buitengewone baten Buitengewone lasten Belastingen buitengewoon resultaat Buitengewoon resultaat na belastingen Resultaat na belastingen

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 175

2009 | Noordhoff Uitgevers

De tussen haakjes vermelde nummers verwijzen naar onderstaande toelichting (bedragen 1.000) (1) Rekening 840 Omzet 24.910 Rekening 830 Rabatten 550 ---------------- 24.360 Rekening 800 Inkoopwaarde omzet 17.815 ---------------- 6.545 (2) (3) (4) Rekening 410 Loonkosten Rekening 411 Sociale lasten Rekening 420 Afschrijvingskosten gebouw Rekening 421 Afschrijvingskosten inventaris 1.825 760

60 45 ---------------- 105 130 110 505 2.165 ---------------- 2.910 140 180 315

(5)

Rekening 440 Assurantiekosten Rekening 441 Onderhoudskosten Rekening 470 Uitgaande vrachten Rekening 480 Algemene kosten

(6) (7) (8)


25.05

Rekening 970 Dividendopbrengst Rekening 430 Interestkosten Rekening 990 Vennootschapsbelasting

Vraag a1 Voorafgaande journaalposten:


Debet Credit

aan aan aan

010 020 440 170 160 420 021 420 031 950 420 040 420 430 440 050 411 080

Terreinen Gebouwen Overige kosten Belastingen en premies Crediteuren Afschrijvingskosten Afschrijving gebouwen Afschrijvingskosten Afschrijving machines en stempels Incidentele baten en lasten Afschrijvingskosten Inventarissen Afschrijvingskosten Interest Overige kosten Transportmiddelen in leasing Sociale lasten Backservice pensioenverplichtingen

76.850 530.000 3.360 456 122.082 953.375 3.072 121.000 80.000 20.000 20.000 115.500 115.500 120.000 124.072 953.375 122.082 610.666

aan

aan aan

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 176

2009 | Noordhoff Uitgevers

aan

430 190 130 430 440 190 950 430 110 440 121 440 130 411 990 170 400 190 810 300 700 810

Interest Overlopende passiva Overlopende activa Interest Overige kosten Overlopende passiva Incidentele baten en lasten Interest Leningen personeel Overige kosten Afschrijving dubieuze debiteuren Overige kosten Overlopende activa Sociale lasten Vennootschapsbelasting Belastingen en premies Grondstoffen- en energieverbruik Overlopende passiva Mutatie waardering voorraad Voorraad grondstoffen Producten in bewerking Mutatie waardering voorraad

220.000 3.075 4.310 1.397 1.342 1.150 192 60.417 6.435 8.782 220.000

aan aan aan aan aan

60.417 6.435 200.250 225.000 55.613 26.915 403.950 403.950 692.875 26.915 55.613 425.250

aan aan aan aan

Toelichting op het bedrag van de derde voorafgaande journaalpost: Afschrijving machines Afschrijving stempels: 01-03-2004 270.000 265.500 = 01-01-2006 20% 560.000 = 01-07-2008 1/2 40% 720.000 =

4.500 - 112.000 - 144.000 ----------------- 260.500 ---------------- 953.375

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 177

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag a2
Metaalwarenfabriek Snaas BV te Zwaag
Grootboekrekening Nr. 010 020 021 030 031 Saldibalans per 31 december 2008 Naam Debet Credit Terreinen 350.000 Gebouwen - 4.069.400 Afschrijving gebouwen 3.704.480 Machines en stempels - 10.614.440 Afsch. machines en stempels - 4.997.040 Inventarissen 608.072 Transportmiddelen in leasing 250.000 Aandelenkapitaal - 5.000.000 Algemene reserve - 6.302.169 Backservice pensioenverpl. 685.000 8%-onderhandse lening - 6.600.000 Liquide middelen 127.298 Leningen personeel 16.436 Debiteuren - 5.026.840 Afschr. dubieuze debiteuren 18.417 Overlopende activa 52.735 Leaseverpl. transportmid. 130.000 Crediteuren - 1.965.561 Belastingen en premies 98.114 Overlopende passiva 19.623 Voorraad grondstoffen - 2.691.490 Grondstoffen- en energieverb. - 18.428.144 Lonen en salarissen - 7.428.065 Sociale lasten - 2.074.260 Afschrijvingskosten Interest 450.704 Overige kosten - 3.539.140 Producten in bewerking - 6.712.167 Voorraad gereed product - 1.063.271 Mutatie waardering voorraad Opbrengst verkopen - 34.225.301 Incidentele baten en lasten 12.789 Vennootschapsbelasting 30.530 Resultaat ------------------ ----------------- 63.672.993 63.672.993 =========== =========== Mutaties saldibalans Debet 76.580 530.000 Credit Herziene saldibalans per 31 december 2008 Debet Credit 426.850 - 4.599.400 3.826.562 - 10.614.440 Winst-en-verliesrekening 2008 Debet Credit Balans per 31 december 2008 Debet Credit 426.850 - 4.599.400 3.826.562 - 10.614.440

122.082 953.375 124.072 120.000

484.000 130.000 -

5.950.415 5.000.000 6.302.169 801.000 6.600.000 127.298 16.244 5.026.840 484.000 130.000

5.950.415

040 050 070 071 080 090 100 110 120 121 130 140 160 170 190 300 400 410 411 420 430 440 700 710 810 820 950 990 999

5.000.000 6.302.169 801.000 6.600.000

115.500 127.298 16.244 5.026.840

192 60.417 6.435 610.666 425.250 284.395 26.915

49.375 2.664.575 - 18.483.757 - 7.428.065 - 2.390.010 - 1.276.457 693.864 - 3.630.749 - 7.116.117 1.063.271

42.000 130.000 2.576.227 326.680 304.018 18.483.757 7.428.065 2.390.010 1.276.457 693.864 3.630.749 7.116.117 1.063.271 2.664.575 49.375

42.000 130.000 2.576.227 326.680 304.018

3.075

456

55.613 315.750 1.276.457 244.310 91.609 403.950

1.150

26.915 4.414 225.000

403.950

377.035 - 34.225.301 194.470 8.375

377.035 - 34.225.301 8.375 459.339 ----------------- 32.318.410 ===========

194.470 459.339 ------------------ ------------------ ------------------ ------------------ ------------------ ------------------ ----------------- 3.254.399 3.254.399 66.469.782 66.469.782 34.610.711 34.610.711 32.318.410 =========== =========== =========== =========== =========== =========== ===========

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 178

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b1
Balans Metaalwarenfabriek Snaas BV per 31 december 2008 Vaste activa Eigen vermogen Bedrijfsgebouw en Terreinen 1.199.688 Aandelenkapitaal Machines en Installaties - 4.664.025 Algemene reserve Inventaris 484.000 Winst boekjaar Transportmiddelen 130.000 Voorzieningen Vlottende activa Backservice Grondstof - 2.664.575 Langlopende schulden Gereed product en in bewerking - 8.179.388 6% Onderhandse lening Handelsdebiteuren - 4.984.840 Kortlopende schulden Overige vorderingen 16.244 Aflossingsverplichting onderhandse lening Overlopende activa 49.375 Leaseverplichtingen Crediteuren Liquide middelen 127.298 Belastingen en premies Overlopende passiva ----------------- 22.499.433 =========== 5.000.000 - 6.302.169 459.339 801.000 5.775.000

825.000 130.000 - 2.576.227 326.680 304.018 ----------------- 22.499.433 ===========

Vraag b2
Model E Winst- en verliesrekening over 2008

Netto-omzet Wijziging in voorraad product Som der bedrijfsopbrengsten Kosten van grondstoffen- en energieverbruik Lonen en salarissen Sociale lasten Afschrijvingen Overige kosten Som der bedrijfslasten Rentelasten 18.483.757 - 7.482.065 - 2.390.010 - 1.276.457 - 3.630.749 ------------------ 33.263.038 693.864 -------------------

34.225.301 377.035 ------------------ 34.602.336

Resultaat uit gewone bedrijfsvoering voor belastingen Belastingen Resultaat uit gewone bedrijfsvoering na belastingen Incidentele resultaten Resultaat na belastingen

- 33.956.902 ------------------ 645.434 194.470 ------------------ 450.964 8.375 ------------------ 459.339

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 179

2009 | Noordhoff Uitgevers

26
26.01

Externe jaarrekening: toelichting

Vraag a Enkele gegevens die in het algemene gedeelte van de toelichting worden opgenomen zijn (indien van toepassing): de grondslagen die toegepast zijn bij de waardering van activa en passiva en bij de bepaling van het resultaat de behandeling van de belastingen de behandeling van vreemde valutas plaats gehad hebbende bijzondere gebeurtenissen met betekenis ervan voor de interpretatie van de jaarrekening verliesgevendheid en/of discontinuteit van activiteiten. Vraag b Enkele gegevens die in het specifieke gedeelte van de toelichting worden opgenomen zijn (voor zover van toepassing): specificaties van activa en passiva specificaties op baten en lasten informatie over het gemiddelde aantal werknemers informatie over bezoldiging van (voormalige) bestuurders en (voormalige) commissarissen mutatieoverzichten van vaste activa en het eigen vermogen leningen en garanties ten behoeve van bestuurders en commissarissen aandelenoptieregelingen voor bestuur en overig personeel.

In het specifieke gedeelte wordt ook opgenomen de detaillering van de posten van de netto-omzet naar groepen van goederen en diensten.
Vraag c De algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) moet de jaarrekening uiterlijk 6 maanden na afloop van het boekjaar hebben vastgesteld.
26.02 Gebouwen Machines

Boekwaarde 1-01-2008 Uitbreiding gebouw Nieuwe machine Verkoop machine Afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2008 Aankoopprijs Cumulatieve afschrijvingen Gebouwen 3.300.000 479.000 ------------------ 2.821.000 Machines 1.575.000 619.500 ------------------ 955.500

2.075.000 - 800.000 (- 54.000) ---------------- 2.821.000

1.072.500 - 135.000 (- 100.000) (- 152.000) ---------------- 955.500

26.04

Vraag a Het toerekeningsbeginsel (accrual accounting) speelt geen rol bij de opstelling van het kasstroomoverzicht. In het kasstroomoverzicht worden namelijk de werkelijke ingaande en uitgaande liquiditeitsstromen opgenomen die in het afgelopen boekjaar hebben plaatsgevonden.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 180

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b Het kasstroomoverzicht bestaat uit de volgende onderdelen: kasstromen uit operationele activiteiten: dit zijn de ontvangsten en uitgaven die tot de normale bedrijfsactiviteiten behoren kasstromen uit investeringsactiviteiten: dit zijn de ontvangsten en uitgaven uit hoofde van desinvesteringen en investeringen kasstromen uit financieringsactiviteiten: dit zijn de ontvangsten en uitgaven ten behoeve van de financiering.

Voorbeelden van posten zijn: Operationele activiteiten: ontvangsten uit de verkoop van goederen en diensten uitgaven voor de inkoop van goederen en diensten uitgaven voor lonen en salarissen, sociale lasten en bedrijfskosten waaronder de winstbelasting ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest ontvangen dividenden.
Investeringsactiviteiten: investeringen en desinvesteringen in immaterile, materile en financile vaste activa investeringen en desinvesteringen in beleggingen die deel uitmaken van de vlottende activa mits deze beleggingen niet op korte termijn zeer liquide zijn. Financieringsactiviteiten: uitgifte van aandelen uitgifte van obligaties en aflossingen daarop het opnemen van leningen en de aflossing daarop het betaalde dividend.
26.05

Vraag a
1 jan. van Balans Gebouwen 800.000 naar Winst-en-verliesrekening: afschrijvingen 31 dec. naar Balans 80.000 - 1.400.000 ----------------- 1.480.000 ===========

----------------- 800.000 ===========

Het bedrag van de uitbreiding is: 1.480.000 800.000 = 680.000.


Vraag b
31 dec. naar Balans Overige bedrijfskosten 9.990 1 jan. van Balans naar Winst-en-verliesrekening 31 dec. naar Balans ----------------- 9.990 =========== 16.350 715.200 6.000 ----------------- 737.550 ===========

Het bedrag van de betaalde bedrijfskosten is: 737.550 9.990 = 727.560.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 181

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag c 1
31 dec. naar Balans Afschrijving debiteuren 38.440 1 jan. van Balans naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 38.440 =========== 31.820 61.540 ----------------- 93.360 ===========

Als oninbaar is afgeboekt een bedrag van: 93.360 38.440 = 54.920. 2


1 jan. van Balans Omzet op rekening Debiteuren 416.210 1 jan. Afgeboekt als oninbaar (c1) - 6.215.850 31 dec. naar Balans ----------------- 6.632.060 =========== 54.920 502.340 ----------------- 557.260 ===========

Van debiteuren is ontvangen: 6.632.060 557.260 = 6.074.800.


Vraag d 1
1 jan. van Balans Voorraad handelsgoederen 1.120.000 naar Winst-en-verliesrekening: Kostprijs omzet 31 dec. naar Balans ----------------- 1.120.000 =========== 4.929.700 992.400 ----------------- 5.922.100 ===========

Het bedrag van de ingekochte handelsgoederen is: 5.922.100 1.120.000 = 4.802.100. 2


31 dec. naar Balans Crediteuren 381.110 1 jan. van Balans Inkopen op rekening (d1) ----------------- 381.110 =========== 333.170 - 4.802.100 ----------------- 5.135.270 ===========

Het bedrag dat aan crediteuren is betaald is: 5.135.270 381.110 = 4.754.160.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 182

2009 | Noordhoff Uitgevers

26.06 Kasstroomoverzicht over het boekjaar 2008 van BV Beemster ( 1.000)

Ontvangsten/ uitgaven
Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangsten van afnemers (1) Betalingen aan leveranciers (2) Betaalde lonen en salarissen Betaalde sociale lasten (3) Betaalde overige bedrijfskosten Betaalde rente Betaalde vennootschapsbelasting (4) Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in gebouwen Investering in inventaris Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing obligatielening Opbrengst aandelenemissie Betaald dividend Toeneming liquide middelen

Saldo

6.973,9 (- 4.262,2) (- 810) (- 318,5) (- 770,5) (22,5) (- 175) ( (502) 73,2) ( ( (350) 525 165) 10 ------------ 50 575,2) 645,2

Enkele berekeningen ( 1.000): 1


1 jan. van Balans Verkopen op rekening Debiteuren 490 31 dec. naar Balans - 6.771,4 ----------------- 7.261,4 =========== 287,5

----------------- 287,5 ===========

Ontvangen van debiteuren: 7.261,4 287,5 = 6.973,9.


Voorraden 1 jan. van Balans 500 Kostprijs van de omzet 31 dec. naar Balans ----------------- 500 =========== 4.372,2 600 ----------------- 4.972,2 ===========

Ingekocht bij leveranciers: 4.972,2 500 = 4.472,2.


31 dec. naar Balans Crediteuren 820 1 jan. van Balans Ingekochte goederen (zie 2) ----------------- 820 =========== 610 - 4.472,2 ----------------- 5.082,2 ===========

Betaald aan leveranciers: 5.082,2 820 = 4.262,2.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 183

2009 | Noordhoff Uitgevers

31 dec. naar Balans

Af te dragen sociale lasten 5 1 jan. van Balans naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 5 ===========

25 298,5 ----------------- 323,5 ===========

Betaalde sociale lasten: 323,5 5 = 318,5.


31 dec. naar Balans Te betalen vennootschapsbelasting 20 1 jan. van Balans naar Winst-en-verliesrekening ----------------- 20 =========== 35 160 ----------------- 195 ===========

Betaalde vennootschapsbelasting: 195 20 = 175.


26.08

Vraag a Een geconsolideerde jaarrekening is een jaarrekening waarin de activa en passiva, baten en lasten van twee of meer ondernemingen als n geheel worden opgenomen alsof er sprake is van n onderneming. Vraag b Kenmerkend voor een groep is het feit dat er sprake is van een samenstel van ondernemingen die onder centrale leiding staan. De leidende onderneming bezit beslissende zeggenschap in de andere groepsmaatschappijen.
26.09

Vraag a
Gebouwen Inventaris Voorraad goederen Debiteuren Liquide middelen Geconsolideerde balans ultimo boekjaar 2008 ( 1.000) 800 Geplaatst kapitaal 355 Agio 1.110 Algemene reserve 540 Resultaat boekjaar 410 Eigen vermogen = Groepsvermogen Hypothecaire lening Onderhandse lening Crediteuren ----------------- 3.215 =========== 800 150 400 500 1.850 500 300 565 ----------------- 3.215 ===========

Bij de opstelling van de geconsolideerde balans is de post Deelneming NV Hekendorp in de balans van NV Zegveld gelimineerd tegen het eigen vermogen van NV Hekendorp. Tevens is de vordering op NV Hekendorp bij NV Zegveld gelimineerd tegen de schuld die NV Hekendorp heeft aan NV Zegveld. Omdat er sprake is van een 100%-deelneming is het groepsvermogen gelijk aan het eigen vermogen van NV Zegveld.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 184

2009 | Noordhoff Uitgevers

Vraag b
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening over het boekjaar 2008 ( 1.000)

Netto-omzet Kostprijs van de omzet Bedrijfskosten Resultaat voor belastingen Belastingen Resultaat na belastingen = Groepsresultaat

6.300 3.515 -------------- 2.785 (- 2.075) -------------- 710 210 -------------- 500

Bij de opstelling van de geconsolideerde winst-en-verliesrekening is het door NV Zegveld verantwoorde resultaat in NV Hekendorp gelimineerd tegen het resultaat van NV Hekendorp. Omdat er sprake is van een 100%-deelneming is het groepsresultaat gelijk aan het resultaat na belastingen van NV Zegveld.

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 185

2009 | Noordhoff Uitgevers

27
27.01

Kerncijfers en kengetallen

Vraag a Onder een kerncijfer wordt verstaan de cijfermatige weergave van een voor de onderneming belangrijke grootheid. Vraag b Enkele voorbeelden van kerncijfers zijn: Netto-omzet Bedrijfsresultaat voor afschrijvingen (EBITDA) Bedrijfsresultaat (EBIT) Resultaat voor belastingen Resultaat na belastingen Eigen vermogen Balanstotaal Werkkapitaal Investeringen Afschrijvingen Aantal werknemers Vraag c De functie van een meerjarenoverzicht is het kennisnemen van de ontwikkelingen in de financile positie van de onderneming er gemakkelijker op te maken.
27.02

Vraag a Onder een kengetal wordt verstaan een getal dat een voor de onderneming belangrijke verhouding tussen twee grootheden aangeeft. Vraag b Bij de beoordeling van de financile structuur van de onderneming worden de volgende kengetallen gebruikt: de current ratio, de quick ratio, working capital ratio, debt ratio en de rentabiliteitsratios. Vraag c De winst per aandeel wordt berekend door de aan de houders van gewone aandelen toekomende nettowinst over het boekjaar te delen door het gedurende het boekjaar gemiddeld aantal uitstaande aandelen. De verwaterde winst per aandeel wordt berekend uit de nettowinst en het gemiddeld aantal uitstaande aandelen eerst te corrigeren voor alle invloeden die uitgaan van potentieel uitstaande aandelen (zoals converteerbare obligaties).
27.03

Vraag a Bedragen 1.000. 1 EBITDA = 61.083 + 8.032 + 5244 + 894 + 8.973 = 84.226 2 EBITD = 61.083 + 8.032 + 8.973 +894 = 78.982 3 EBITA = 61.083 + 8.032 + 5.244 = 74.359 4 EBIT = 61.083 + 8.032 = 69.115 Vraag b 1 Nettowerkkapitaal = 360.927 193.289 = 167.638 ( 1.000) 2 Current ratio = (360.927/193.289) = 1,87 3 Quick ratio = (360.927 116.950)/193.289 = 1,26 4 Debt ratio = (142.641 + 193.289)/634.775 100% = 53%
Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 186

2009 | Noordhoff Uitgevers

5 Rentedekkingsgetal = (71.082 + 8.032)/8.032 = 9,85. 6 Rentabiliteit van het eigen vermogen = 43.701/((297.828 + 148.212):2) 100% = 19,6%
Vraag c 1 2006: 117.365.000/2.434 = 48.219 2007: 207.883.000/4.495 = 46.248 Daling: (48.219 46.248)/46.248 100% = 4,26%

2 2006: 43.788.000/2.434 = 17.990 2007: 71.082.000/4.495 = 15.813 Daling: (17.990 15.813)/17.990 100% = 12,10% 2006: 117.365/543.313 100% = 21,6% 2007: 207.883/949.139 100% = 21,9% Stijging: (21,9 21,6)/21,6 100% = 1,39% 3 2006: 543.313.000/2.434 = 223.218 2007: 949.139.000/4.495 = 211.154 Daling: (223.218 211.154)/223.218 100% = 5,4%
Vraag d 1 1.. aan 0.. aan 0..

Bank Geplaatst aandelenkapitaal Agio

122.646.000 1.216.000 121.430.000

2 Aantal uitgegeven aandelen: 2 1 216 000 = 2 432 000 Koers van uitgifte: 122.646.000/2.432.000 = 50,43 3 Toegevoegd: 27.763.000 6.998.000 = 20.765.000
Vraag e 1 Winst per aandeel: 43.701.000/10.330.246 = 4,23 2 Dividend: 23.811.000/10.330.246 = 2,31 3 Pay-out ratio: 2,31/4,23 100% = 54,6%

Basisstudie Boekhouden Uitwerkingen opgaven | 187

You might also like