Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Essay: Politieke Theorien, Spinoza en Locke: tolerantie Sylvia Gonggryp Aantal woorden: 1.

650

Tolerantie volgens Spinoza en Locke (en de PVV)


In dit essay vergelijk ik de ideen van Spinoza en Locke met betrekking tot tolerantie. Dit doe ik naar aanleiding van de reactie die de gedoogpartner van het huidige kabinet gaf op het staatsbezoek van de koningin aan Oman vorige maand. De Partij Van de Vrijheid stelde Kamervragen over het dragen van de hoofddoek tijdens een bezoek aan een moskee in Oman. De partij van Wilders vindt dat de koningin door het dragen van een hoofddoek de onderdrukking van vrouwen legitimeert (NRC/Binnenland: 8 januari 2012). De Rijksvoorlichtingsdienst liet weten dat de koningin een hoofddoek droeg uit respect voor de gewoontes in Oman (Kamerstuk: 12 januari 2012). De reactie van de PVV illustreert haar standpunt over tolerantie tegenover het dragen van een hoofddoek en islamitische geloofsuiting in het algemeen. Zij is van mening dat moslims in Nederland geen hoofddoek mogen dragen en laat nu tevens blijken dat zij het aanpassen aan de gebruiken van een ander land, tijdens een staatsbezoek, ook ongepast vinden. Ik haal hier een vreemde definitie van de term tolerantie uit. Wij hoeven ons dus niet aan te passen of ons tolerant op te stellen, omdat onze overtuigingen de juiste zijn. En om diezelfde reden dient een ieder die een andere juiste overtuiging heeft, zich wel aan te passen aan onze gebruiken. Naar aanleiding van deze paradoxale beredenering, ben ik opzoek gegaan naar verschillende ideen over tolerantie, met betrekking tot staat en geloof, en wel de ideen van de bekende filosofische denkers Spinoza en Locke. In mijn zoektocht naar de ideen van Spinoza en Locke over tolerantie, probeer ik erachter te komen welke overeenkomsten en/of verschillen er tussen die ideen zijn. Verder wil ik proberen om de ideen te plaatsen in de tijd en maatschappij waarin de denkers leefden. Aan het eind hoop ik genoeg informatie te hebben, om zelf een mening te kunnen vormen over het begrip tolerantie en mijn voorkeur naar het gedachtengoed van n van deze filosofische denkers uit te laten gaan. Ik begin met een korte introductie van de denkers en de context waarin zij leefden, welke van belang is voor de vorming van de besproken ideen. Daarna bespreek ik het gedachtengoed van Spinoza en Locke, met betrekking tot tolerantie. Ik maak hierbij een vergelijking op verschillende punten, die van toepassing zijn op de ideen van beiden. Als laats volgt een conclusie met de persoonlijke voorkeur, voor n van de twee besproken ideen.

Baruch Spinoza
Baruch Spinoza (1632 1677) was een Nederlands filosoof. Zijn vader en moeder waren PortugeesJoodse immigranten. Het spinozisme werd een tijd lang als een radicale, athestische stroming beschouwd. In 1670 publiceerde Spinoza zijn Tractatus theoligico-politicus (Theologisch-politieke verhandeling). Hierin kiest hij een kant in de strijd tussen de strenge calvinisten en de gematigden aan de andere kant. De gematigden kwamen op voor tolerantie en vrijheid, terwijl de strenge calvinisten een theocratische staat als ideaal hadden (Spinoza, Baruch de: 19921670: pp. 249-259).

John Locke
John Locke (1632-1702) groeide op bij Puriteinse ouders. Hij bezocht vooraanstaande scholen en begaf zich in vooraanstaande kringen. In 1675 vertrok Locke naar Frankrijk, waar hij het Franse protestantisme leerde kennen. Hierdoor kon Locke kennis opdoen van de religieuze tolerantie in Frankrijk. In 1685 werd het Edict van Nantes herroepen en werden de Franse protestanten niet meer getolereerd, maar vervolgd. Door allerlei politieke en religieuze conflicten tussen katholieken en protestanten en tussen koning en parlement, kwam hij terecht in Nederland. Locke zijn Epistola de Tolerantia schreef hij in deze periode. De periode van de religieuze conflicten tussen strenge- en gematigden calvinisten. (The Stanford Encyclopedia of Philosophy: 2010). Locke schreef zijn werk over tolerantie dus in dezelfde context als Spinoza.

Tolerantie en overheidsbeleid
Het overkoepelende doel van Spinozas Theologisch-politieke verhandeling, is om te pleiten voor een specifiek soort tolerantie als overheidsbeleid (Rosenthal, M. A.: 2001: 535-557). En dit, tolerantie als overheidsbeleid, is de context waarin het begrip tolerantie verder besproken wordt.

Het doel van het soevereine gezag


In zijn geschriften, stelt Spinoza dat het fundamentele doel van het soevereine gezag is stabiliteit te handhaven. Deze stabiliteit is in het belang van de burgers (Rosenthal, M. A.: 2001: 536). Hiermee kunnen we de conclusie trekken dat het behartigen van de belangen van burgers ook doel van het soevereine gezag zou moeten zijn, volgens Spinoza. Locke schrijft over de wetgevende macht dat het eerste fundamentele doel de instandhouding van de samenleving is, en van iedere persoon daarin, voor zover dit verenigbaar is met het algemeen belang. (Zetten, F. van en Hartogh, G.A. den: 1988: 77). Spinoza en Locke hebben hetzelfde idee over het recht van het staatsgezag. De ideen over het doel van de soevereine macht, overlappen grotendeels, maar er worden andere nadrukken gelegd: instandhouding versus stabiliteit van de gemeenschap. Beide bepleiten in elk geval dat de soevereine macht moet handelen in het belang van de gemeenschap.

Geloofsopleg is theoretisch onmogelijk


Spinoza en Locke beargumenteerden dat geloof niet opgelegd kan worden door de overheid. In tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, stelt Spinoza dat geloof niet kan worden verplicht (Rosenthal, M. A.: 2001: 536). Volgens hem kan niemand zijn natuurlijk recht om in vrijheid te redeneren en te oordelen op een ander overdragen. Het is een recht dat niemand kan afstaan, ook al zou hij het willen (Spinoza, Baruch de: 19921670: pp. 249-259). In andere woorden: je kunt iemand niet dwingen tot bepaalde gedachten. Locke verklaarde ook dat iemand zijn geloof niet zomaar kan aanpassen aan de voorschriften van een ander (Locke, John: 19831689: 26).

Het belang van tolerantie voor de gemeenschap


Beide denkers betrekken tolerantie bij het verwezenlijken van het doel van de soevereine macht. Spinoza stelt dat degenen met het hoogste gezag recht hebben om te beslissen over rechtvaardigheid. Maar zij kunnen hun gezag alleen bewaren, als iedereen mag denken wat hij wil, en mag zeggen wat hij denkt. Volgens Spinoza is tolerantie gerechtvaardigd omdat het een essentieel middel voor behoud van het soevereine gezag. (Rosenthal, M. A.: 2001: 536). Lockes werk sluit aan bij de visie dat de rechtsbevoegdheid van de gezaghebber zich niet moet uitbreiden tot het redden van zielen. (Locke, John: 19831689: 26). Hij bepleit dit vanuit de gedachte dat het opleggen van een bepaald geloof, alleen kan gebeuren met geweld. Dit geweld belemmert het doel van de soevereine macht, om de gemeenschap in stand te houden.

Geloof en natuurrecht
Als we kijken naar de morele argumenten voor tolerantie, zien we een groter verschil. Anders dan Spinoza, benadrukte Locke ook de christelijke gedachten, dat de ware christen het geloof niet onder dwang zou moeten willen opleggen aan een ander, zoals dit staat in zijn A letter concerning toleration. (Locke, John: 20101689: pp2-3). Spinoza daarentegen, heeft het nadrukkelijker over het algemeen geldende natuurrecht, waarin iedereen meester is over zijn eigen gedachten (Rosenthal, M. A.: 2001: 537).

Beperking van tolerantie


De kloof tussen beide ideen wordt groter, als we kijken naar de mate van vrijheid die wenselijk en noodzakelijk wordt gevonden. Voor Locke moest deze beperkt worden op het moment dat een geloof ervoor zorgt dat de gelovige zich uitlevert aan de bescherming door en dienst aan een andere macht, dan die van de staat. Daarmee ontstaat er ruimte voor een vreemde rechtsbevoegdheid in het land. Hij vond zelfs dat zij die het bestaan van een God ontkennen, helemaal niet geduld moeten worden. De verdragen die het bindmiddel zijn van het menselijke samenhang, kunnen niet gelden voor een athest. (Locke, John: 19831689: 26).

Spinoza zag de vrijheid van meningsuiting liever ruimer tot onbeperkt, zolang men elkaar maar niet bestrijdt of onrecht aan doet. Maar, hij lijkt het wel eens te zijn met Locke, dat het zeer nadelig is voor de staat hun de volledige vrijheid te geven, omdat de soevereiniteit niet alleen door daden, maar ook door woorden kan worden aangetast. Wanneer de vrijheid van geloofsuiting beperkt moet worden, weet hij echter niet te vertellen (Spinoza, Baruch de: 19921670: pp. 249-259).

Locke versus Spinoza


Naast de doordachte, goed onderbouwde argumenten voor de rechtvaardiging van tolerantie, is de manier waarop de Partij Van de Vrijheid hier tegenaan kijkt helemaal absurd. In dit essay heb ik tolerantie in de ogen van deze partij niet in de vergelijking betrokken, maar ik denk dat we wel kunnen stellen dat Geert Wilders zich niet bewust is van hetgeen dat zowel Spinoza als Locke beweren, namelijk dat het grootste gevaar zit in het beperken van de vrijheid van meningsuiting en tolerantie tegenover andere geloven. Dit is een beredenering, waar ik mij in kan vinden en tevens waar ik het eens ben met beide denkers. Ook al moet ik mijn voorkeur verder uit laten gaan aan het gedachtengoed van Spinoza. Ik denk dat niemand het recht heeft te beweren dat zijn of haar overtuigingen de juiste zijn, ook de staat niet. Natuurlijk vind ik wel, net als Locke en Spinoza, dat niemand het recht heeft een ander aan te vallen of schaden te berokken, op welke manier dan ook. Maar een verdere uitwerking van mijn argumentatie op basis van persoonlijke waarden, laat ik even voor wat het is. Zowel Spinoza als Locke beweerden dat niet alleen daden, maar ook gedachten het soevereine gezag kunnen aantasten. Om die reden stelden zij dat de besproken vrijheid ergens aan banden gelegd moet worden. Spinoza heeft nooit helemaal uitgewerkt wanneer en hoe tolerantie beperkt moet worden, Locke is van mening dat athesten helemaal geen tolerantie verdienen. In de huidige samenleving, waarin een steeds groter wordend deel van de bevolking geen godsdienst aanhangt, is er echter helemaal geen sprake van individuen of groepen die de soevereiniteit van de overheid aan willen tasten, door bijvoorbeeld een staatsgreep te plegen. Ook zijn er geen aanwijzingen waaruit blijkt, dat de idealen en waarden waaraan beide filosofen waarde hechten, massaal ontbreken bij athesten. Paradoxaal genoeg is het nu zelfs (een onderdeel) van de staatsmacht, welke onrust zaait, pleit voor minder tolerantie n zich openlijk uitspreek tegen de huidige vorm waarin het land geregeerd wordt.

Locke, John (1983 1689) A letter concerning toleration. Indianapolis: Hackett Publishing Company. Vertaling N. Helsloot. Locke, John, Over het staatsbestuur. Vertaald door F. van Zetten, ingeleid door G.A. den Hartogh. Meppel/Amsterdam: Boom 1988, pp 77-92, 119-122,134-137, 141-149 Locke, John (2010 1689) Toleration: conventionally known as A Letter about Toleration. in the version by Jonathan Bennett presented at earlymoderntexts.com (digitale versie geraadpleegd op 28 februari 2012: http://www.earlymoderntexts.com/pdf/locktole.pdf) Rosenthal, M. A. (2001) Tolerance as a Virtue in Spinozas Ethics Journal of the History of Philosophy 39 (4) Spinoza, Baruch de (1992) De draagbare Spinoza: samengesteld, ingeleid en vertaald door Henri Krop en Wiep van Bunge. Amsterdam: Prometheus Uzgalis, William, "John Locke", The Stanford Encyclopedia of Philosophy (Summer 2007 Edition), Edward N. Zalta (ed.) (digitale versie geraadpleegd op 28 februari 2012: http://plato.stanford.edu/entries/locke/) Ministerie van Algemene Zaken (2012) Beantwoording op Kamervragen over het dragen van een hoofdoek door Hare Majesteit de Koningin. Den Haag . NRC (2012) Koningin Beatrix bezoekt moskee in Abu Dhabi PVV kondigt Kamervragen aan. (digitale versie geraadpleegd 28 februari 2012: http://www.nrc.nl/nieuws/2012/01/08/koningin-beatrix-bezoekt-abu-dhabi-moskee/)

You might also like